Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
24-01-2021
Corona en de heilige zaak - Deel 23: De duivel ziet u
Corona
en de heilige zaak:
Deel
23: De duivel ziet u
Op
zoek naar de oorsprong van de menselijke ontevredenheid met de
praktische, bruikbare kennis en zijn trachten naar absolute kennis of
kennis ter wille van de kennis, kennis zoals ook god die zou hebben,
wijst Rudolf Boehm erop dat dit streven er reeds was in de Griekse
filosofie van Plato en vooral Aristoteles en wel met het oog op
godgelijkheid en meer bepaald onsterfelijkheid. Edoch, met dat soort
van kennis kan een mens niets aanvangen, in tegendeel: ze maakt hem
ongelukkig omdat zij ervoor zorgt dat hij zichzelf ziet zoals god hem
ziet en dat wil zeggen: als een sterfelijk schepsel en niet als de
god die hij geloofde te zullen zijn eenmaal hij die goddelijke kennis
bezat. Hoe theoretischer de kennis, hoe meer zij wereldvreemd is.
Er
is een verband tussen de Griekse filosofie (van bijvoorbeeld
Aristoteles) en de theologie (van bijvoorbeeld Thomas Aquinas) omdat
ook deze laatste naar de Scientia Divina of de goddelijke
kennis streeft, in de (valse) overtuiging dat een kennis over
god ook een kennis van god is - een kennis die de bezitters
ervan aan god gelijk zal maken.
In
de theologie is nu sprake van een kennis op grond van goddelijke
openbaring en het verband met filosofie situeert zich daar waar het
verstand een filosofisch systeem bouwt waarvan de inhoud overeenstemt
met wat de openbaring leert: daar geven de op openbaring gefundeerde
theologie en de theologische filosofie elkaar de hand.
In
feite zijn godsbewijzen irrelevant omdat Gods werkelijkheid zich
manifesteert, met name in de werkzaamheid die een voorwerp van
liefde uitoefent op de liefhebbende. Boehm zoekt naar het verband
tussen enerzijds het Griekse prefilosofische, mythologische denken
(van bijvoorbeeld Simonides en Hesiodos) waaruit de Griekse filosofie
voortgekomen is en anderzijds de Joodse verhalen (en in het bijzonder
de mythe van de zondeval en de spreuken van Salomon) waaruit het
Christendom voortkwam: in de beide gevallen staat namelijk de vlucht
van de mens voor de dood centraal. Aristoteles stelt vast dat de
menselijke natuur op veelvuldige wijze geknecht is en waar hij dan
spreekt over het menselijk streven om via het verwerven van
goddelijke kennis (kennis ter wille van de kennis) aan god gelijk of
onsterfelijk te worden, stelt ook Genesis de vraag naar de
oorsprong van de dood en Boehms analyse van het zondevalverhaal gaat
als volgt.
Het
eten van de verboden vrucht om de kennis van goed en kwaad te
verwerven zoals verraden door de slang, werd bestraft met het lijden
en de dood maar de slang sprak waarheid: de mens stierf niet meteen
en kreeg alsnog de goddelijke kennis welke erin bestaat zichzelf te
zien met goddelijke ogen en dus als onvolmaakt, niet goddelijk
schepsel. Daarenboven werd de mens niet sterfelijk omdat hij het
reeds was maar de toegang tot de (boom der) onsterfelijkheid werd hem
voortaan wel verhinderd (door een cherub met een zwaard). Terwijl
Aristoteles spreekt over een zuiver theoretische kennis, is de kennis
van goed en kwaad in Genesis veeleer moreel: de schaamte is de
kennis waarvan sprake; zij is het menselijk besef dat zijn naaktheid
slecht is, dat hem iets ontbreekt, dat hij onvolmaakt is, niet
goddelijk en sterfelijk. De mens heeft weliswaar goddelijke kennis
verworven maar deze leert hem slechts dat hij helemaal geen god is en
dat mens-zijn en onsterfelijkheid niet bij elkaar passen: zijn
(goddelijke) kennis maakt de mens ongelukkig, zij is verderfelijk
voor hem.
Aldus
Rudolf Boehm in het eerste hoofdstuk en in de twee eerste paragrafen
van het tweede hoofdstuk van zijn Kritik der Grundlagen des
Zeitalters: goddelijke kennis is rampzalig voor ons omdat zij ons
ongelukkig maakt met het aan het licht brengen van onze
sterfelijkheid. Maar ook in verband met het actuele en onderhavige
onderwerp ontvouwt zich een tragiek waar mensen goddelijke kennis
nastreven, meer bepaald waar zij zich het goddelijk zien en de
alwetendheid willen toe-eigenen.
De
door engelen geflankeerde driehoek van weleer waarin een reusachtig
oog prijkt met daarbij de tekst: "God ziet u, hier vloekt men
niet", beeldde tot halverwege van de voorgaande eeuw de
alomtegenwoordigheid en daarmee ook de alziendheid van God uit, wiens
stem het menselijk geweten is. Edoch, amper een halve eeuw na zijn
verdwijning is het oog er terug maar dit keer gaat het niet om het
goddelijke oog. Het oog van de alomtegenwoordige camera's en van alle
andere registratietuigen behoort noch aan God toe noch aan een mens:
de alziendheid is heden een faculteit van een anonieme doch reële en
bijzonder doortastende macht die ernaar streeft om de privacy - en
dat is de eigenheid of de ziel - van alle mensen te vernietigen.
Ooit
noemde men deze macht de duivel. Het geloof in het bestaan van de
duivel is er niet meer. Maar misschien moet men over duivelsbewijzen
spreken in analogie met wat hoger gezegd werd over de godsbewijzen:
ze zijn irrelevant omdat de duivel zich manifesteert, met name
in zijn werkzaamheid.
(J.B.,
24 januari 2021)
Verwijzingen:
(1) Rudolf Boehm, Kritik
der Grundlagen des Zeitalters (1973).
Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een
taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het
Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is
beschikbaar op het internet op het volgende adres:
Corona en de heilige zaak - Deel 22: De hybris, de heilige wetenschap en de pandemie
Corona
en de heilige zaak:
Deel
22: De hybris, de heilige wetenschap en de pandemie
Verderven
zal Ik de wijsheid der wijzen,
Het
verstand der verstandigen zal Ik verdoen (1 Korintiërs 1:19)
In
zijn Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1) uit 1973 legt
Rudolf Boehm de vinger op de wonde waaraan het westen momenteel
bezwijkt: de middeldoelomkering, ons reeds bekend als karakteristiek
van de tanende kapitalistische economie met haar exponent in het
neoliberalisme. (2) Maar de oorsprong van dat kwaad ligt in een ver
verleden en het kwaad zelf overspant een gebied dat zich uitbreidt
ver buiten het terrein van de economie en in het bijzonder in dat van
de kennis. De epistemologie heeft het over het hoofd gezien maar de
benamingen spreken voor zich: terwijl wij eraan gewend zijn om te
spreken over het ik als toeschouwer en beheerser van de wereld
waarin wij geloven een object te mogen zien, betekent het ik
of het subject in feite het tegendeel van datgene waarvoor wij
het zijn gaan houden: sub is Latijn en wil zeggen onder
en iectum komt van het Latijnse werkwoord iacere dat
werpen betekent, zodat het sub-jectum datgene is wat
onder-worpen is (aan al de rest): het ik heeft
oorspronkelijk niet de betekenis van heerser doch van diegene
die gedoemd is om alles te ondergaan en bijvoorbeeld het
begrip Geworfenheit bij Martin Heidegger wijst op deze
condition humaine waaraan wij geheel buiten onze wil
onderworpen zijn.
In
de loop van zijn betoog wijst Boehm op een paradox die zich voordoet
waar het weten niet langer als (levens)middel (of dus als menselijke,
bruikbare kennis) maar als doel op zich wordt nagejaagd in de
zogenaamd 'zuiver theoretische' of 'objectieve' wetenschap: de
kennis zoals (sommigen denken dat) ook god die zou bezitten en Boehm
citeert Francis Bacon waar deze stelt dat alleen door gehoorzaamheid
de natuur overwonnen wordt. (3) Maar het fundament voor de paradox
werd gelegd door Aristoteles in het slot van zijn EthicaNicomacheia en in het begin van zijn Metafysica: de
mens streeft het weten ter wille van het weten zelf na omdat
dit geen menselijke of praktische maar goddelijke kennis is. De mens
wil heersen over de natuur zoals god, hij wil de dood overwinnen,
zoals Aristoteles in het slot van zijn Ethica ook zegt: het
doel van de filosofie is de mens onsterfelijk te maken. De mens
beoefent het zuiver theoretische weten omdat hij aan god gelijk wil
zijn.
Aan
god gelijk willen zijn: de hybris of de overmoed, de hoogmoed,
wordt door de goden nimmer onbestraft gelaten en zij wordt ook
uitgebeeld in de Griekse mythologie. Icarus en zijn vader Daedalus
willen uit hun gevangenschap op Kreta ontsnappen door zich vleugels
te maken uit veren vastgehecht met bijenwas maar tijdens de vlucht
vergeet Icarus het praktische doel en hij gaat genoegen scheppen in
het vliegen ter wille van het vliegen: hij vliegt zo hoog dat de zon
de was doet smelten en de zee wordt zijn graf. (4)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
21 januari 2021)
Verwijzingen:
(1) Rudolf Boehm, Kritik
der Grundlagen des Zeitalters (1973).
Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een
taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het
Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is
beschikbaar op het internet op het volgende adres:
(3)
Het betreft de uitspraak: Nature enim non nisi parendo
vincitur: Want alleen door gehoorzaamheid wordt de
natuur overwonnen. Hier wordt uiteraard bedoeld dat de mens
pas macht verwerft over de natuur als hij eerst haar wetten erkent en
deze erkenning is de gehoorzaamheid of de onderwerping waarvan
sprake.
Corona en de heilige zaak - Deel 21: Het 'gezond verstand' van de neoliberalen
Corona
en de heilige zaak:
Deel
21: Het 'gezond verstand' van de neoliberalen
Wie
geloven in complottheorieën, zoeken verklaringen middels zondebokken
maar de pandemie als hype toont de mislukte democratie: de staat als
verzameling van ingebeelde alleenheersers die hun illusie voeden met
privébezit. De dienst aan de mammon baart de immorele wet dat wij
ons bestaansrecht ontlenen aan ons economisch nut: het neoliberalisme
wil mensen die niet renderen weg.
In
de vrije markt werd de middeldoelomkering vanzelfsprekend en derhalve
onzichtbaar: de aanbidding van het geld wordt alleen in vraag gesteld
door wie hun verstand verloren, de banken zijn de nieuwe tempels,
financiële adviseurs voltrekken er de eredienst, in de persoonlijke
biecht worden gokzonden beboet en beleggingsfouten, de zielzorg
cirkelt rond de rekeningen die ons ketenen en de oppergod van deze
intrieste handel heet Lucifer.
Weet
je het nog: amper een jaar geleden gingen kinderen wereldwijd massaal
aan het spijbelen om een toekomst te eisen voor de aarde waarop zij
na ons, aanbidders van onze eigen absolute vrijheid, anders verder
moeten met astma, kanker en de vele vergiften die wij zullen
achterlaten; een aarde met bomen, helder water, verse lucht en
overgrootjes. Zij werden uitgelachen door Trump, het clowneske
gezicht van het neoliberalisme, grootgebracht met het geld van de
goktenten van Las Vegas, hij kreeg het presidentschap van de duivel
zelf cadeau, bouwde muren en sleet de laatste uren van zijn
profitariaat met de verkoop per opbod van gratieverleningen aan
mede-schurken. Toen kwam de plaag, even onverwacht als onafwendbaar,
en zij gooide roet in het eten van de smulpapen.
Maar
hebzucht is onverzadigbaar, een bodemloze put en om die zielloze
zucht in stand te houden, moet de economie blijven woekeren: zij
smacht naar bloed en eenmaal nutteloos geworden, duwt zij de
afgedankte slaven nog levend in de diepte van het graf - de pandemie
is haar medestander, haar mede-schurk geworden: zij helpt het kalf
van goud van zijn ballast aan ketters af en bij de talloze geketenden
kan zij immer rekenen op steun voor het ombrengen van de grootvaders
en moeders die immers hun tijd hebben gehad - zo is meteen ondank
des werelds loon. Van maatregelen willen zij niet horen die de
productie van hun kostbare zilver op gang willen houden ten koste van
immers vervangbare burgers.
De
welhaast algemeen aanvaarde idee dat mensen perfect vervangbaar zijn
is één van de talloze tragische gevolgen van de middeldoelomkering,
de vloek waarbij het werktuig zijn maker in de tang neemt, het kind
zijn ouders vermoordt, het schepsel zijn schepper van zich afschudt
en een homp van goud in de plaats aanbidt. Ford Knox staat garant
voor de rijkdom van de wereld, de inhoud van zijn duistere crypten
die slechts bittere ellende vertegenwoordigen, waant zich verheven
boven de natuur, de woorden in de wind slaand van het stamhoofd der
Indianen die gered werden van de slavernij doordat zij omkwamen in
gevolge plagen meegebracht door hun overheersers.
Het
grote opperhoofd in Washington heeft gesproken: hij wenst ons land te
kopen. ( )
We zullen over uw aanbod
beraadslagen, want we weten dat als wij ons land niet verkopen de
blanke man met zijn geweren komt en het in bezit neemt. (1)
Seattle
legt uit dat de natuur heilig is en wat hij betekent voor zijn volk
maar hij weet dat de overheersers dit niet verstaan:
Wij
weten dat de blanke man onze manier niet begrijpt. Voor hem is het
ene stuk grond gelijk aan het andere. Hij is een vreemde, die in
de nacht komt en van het land neemt wat hij nodig heeft. Hij
behandelt zijn moeder, de aarde en zijn broeder, de lucht als
koopwaar, die hij kan uitbuiten en weer verkopen als goedkope
kralen. (1)
En
dan volgen de waarschuwing en de voorspelling:
( )
Zijn honger zal de aarde kaal vreten en slechts een woestijn
achterlaten. ( ) Wat er met de aarde gebeurt, gebeurt met de
kinderen van de aarde. ( ) Bevuil
uw legerstee en u zult bezwijken aan uw eigen vuil.
Maar
in uw ondergang zult u vurig branden, aangestoken door de macht van
de god, die u naar dit land heeft gebracht en u de heerschappij heeft
gegeven over dit land en over de rode man. ( ) (1)
Corona en de heilige zaak - Intermezzo: De kans dat er iets misgaat is enorm groot
Corona
en de heilige zaak:
Intermezzo: "De kans dat er iets misgaat, is enorm groot"
Immunoloog,
vaccinoloog en sinds veertig jaar ontwikkelaar van vaccins, prof. dr.
Theo Schetters, hierbij gesteund door zijn collegae, vertelt in een
interview dat het mRNA-vaccin van het Amerikaanse bedrijf Pfizer,
waarvoor onze politici gekozen hebben, niet zal werken daar waar het
bedoeld is om te werken en er ook niet zal voor zorgen dat het virus
uit de circulatie verdwijnt, zodat de redenen voor lock-downs en
coronamaatregelen na de massavaccinatie exact dezelfde zullen
blijven. Bovendien waarschuwt de professor voor het enorme gevaar
verbonden aan dit vaccin: de kans is enorm groot dat dit volstrekt
nieuw vaccin, dat in feite geen vaccin is maar genetische
manipulatie, auto-immuunreacties oproept waardoor meer specifiek de
spiercellen door het eigen afweersysteem zullen aangevallen worden,
wat na een jaar of langer kan gebeuren. De testperiode voor het
vaccin was niet alleen te kort, de test zelf toont eigenlijk aan dat
er geen aanvaardbare resultaten kunnen vastgesteld worden: wat
betreft het optreden van ernstige ziekte, waarvoor het vaccin
tenslotte bedoeld is, kon men slechts vier gevallen vaststellen op
een totaal van veertigduizend proefpersonen (waarvan de helft
gevaccineerd), waarvan twee of drie in de groep van de
gevaccineerden. In feite is de massavaccinatie een totaal
onverantwoorde ingreep die ons ongevraagd en derhalve op volstrekt
illegale wijze allemaal tot proefkonijnen maakt. Onbegrijpelijk is
ook de reden waarom de bestaande levensnoodzakelijke
medicijnen die nu acuut nodig zijn om zwaar coronazieken te helpen
overleven, niet geregulariseerd worden. Derhalve, zoals meester
Carine Knapen aantoont, is het opschrift boven de vaccinatiebasis in
Mechelen een groteske leugen die doet denken aan de tekst boven de
poort van Auschwitz. (*) Ziedaar het neonazisme.
Zie de video hier onder voor het interview met prof. dr. Theo Schetters.
Corona en de heilige zaak - Deel 20: De uitroeiing der armen
Corona
en de heilige zaak:
Deel
20: De uitroeiing der armen
Irrationele
en immorele verklaringsmodellen zijn bedrog maar complottheorieën
die stoelen op demonisering zijn dat evenzeer omdat men zich in dat
geval tevreden stelt met de gemakkelijkheidsoplossing van de
zondebokken. Als de pandemie een menselijk maaksel is, dan kan alleen
nog sprake zijn van een epifanie van de tirannie van de meerderheid.
De
democratie is namelijk mislukt omdat zij de staat heeft omgeturnd in
een verzameling van allemaal kleine dictators. En ter bevrediging van
de illusie van de soevereiniteit van elk van deze potentaten, werd
het privébezit verzonnen: elke burger binnen dit multipotentatendom
is dankzij het heilige principe van het privébezit de potentiële
heerser over alle anderen.
Op
de koop toe wordt die belofte welke vroeg of laat elke sterveling zal
desillusioneren, kracht bijgezet door een tweede, namelijk de waan
van elke burger dat hij nu reeds zichzelf pal in het centrum van het
panopticum bevindt. Het enige wat hem nog te doen staat om de teugels
in handen te krijgen, is de aandacht van alle anderen op zich trekken
om hen vervolgens daarvan te overtuigen dat hij het centrum is.
Het
spel dat aldus wordt gespeeld en dat gepropagandeerd wordt in
allerlei vormen waarvan the American dream wel de meest
bekende is, is het spel van de concurrentie dat gestalte krijgt in de
(concurrentiële) economie die dan onvermijdelijk een kapitalistisch
karakter krijgt en die de gedaante is waarin het recht van de
sterkste zich manifesteert in de wereld.
Omdat
deze economie het middel is waarmee elke burger zijn particuliere
waan van alleenheerser kan botvieren door eraan te participeren in de
hoop ooit als enige en grootste winnaar uit de bus te zullen komen,
is zij wel genoodzaakt om het middel met het doel te verwisselen om
de heel eenvoudige reden dat winst en derhalve ook winnaarschap pas
mogelijk is in een handel die de vrije teugel geeft aan de roofzucht.
Omdat elkeen van de ander met wie hij handel drijft, meer wil krijgen
dan wat hij zelf geeft, is bedrog daarbij niet slechts mogelijk doch
noodzakelijk.
Edoch,
waar de leugen prevaleert in die mate dat zij een deugd geworden is,
tast zij uiteraard ook de waarheid aan van de menselijke
voortbrengselen die worden aangeboden op de markt: de kwaliteit van
alle producten wordt dan sowieso ondermaats met betrekking tot hun
prijs omdat winst maken het niet meer af te wenden doel werd. Het
ruilmiddel - het geld - werkt tevens het bedrog nog in de hand omdat
het de producten zelf verkapt die in de ruilhandel onder waakzame
ogen van hand tot hand gingen en aldus aan een onmiddellijke keuring
werden onderworpen.
Waar
men ooit naar de markt ging met een zak aardappelen die men over had
om dan terug te keren met een mand eieren die men nodig had, vertrekt
men nu met een pak geld om terug te keren met een dikker pak geld.
Als nu iedereen dit doet, gebeurt het onmogelijke en wordt iedereen
alsmaar rijker. Tenzij goed verborgen persen onophoudelijk
bankbiljetten bijdrukken om de illusie van het winnaarschap van elk
van de ontelbare menigte aan potentaten gaande te kunnen houden.
Het
gesofisticeerde zelfbedrog van de mens die immers een wolf is voor
zijn medemens, eist de omkering van middel en doel, zodat alles wat
werkelijkheidswaarde heeft, moet onderdoen voor het zwarte gat dat
het geld tenslotte is: de waren verworden tot middel voor het
bemachtigen van het ruilmiddel dat de plaats inneemt van het doel en
met het versmaden van de werkelijkheidswaarde van de waren, wordt
tevens de werkelijkheid als zodanig versmaad; met het ophemelen van
de onwerkelijkheid van het geld, wordt tevens deze illusie zelf
opgewaardeerd: het spel neemt de plaats in van de werkelijkheid en de
werkelijkheid zelf verkommert. In de geboorte van de virtuele
realiteit waarin alle burgers nu gevangenen zijn, blijkt het failliet
van het multipotentatendom.
De
gezochte daders van de gigantische malaise welke de waanzin van deze
tijd heeft voortgebracht, zijn al diegenen die instemmen met het
wanoordeel dat uit de middeldoelomkering voortspruit, namelijk dat
mensen hun bestaansrecht ontlenen aan hun economisch nut. Derhalve
mogen mensen pas verder leven als zij bijdragen tot het alles
vernietigende monster dat onze hedendaagse economie is. Grof
uitgedrukt: wie niet deelnemen aan de algehele vernietiging van de
wereld - en dat zijn derhalve de bezitslozen - moeten worden
uitgeroeid. En dat is de vandaag wereldwijd aan de gang zijnde
Endlösung. (1)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
19 januari 2021)
Verwijzingen:
(1)
Endlösung betekent definitieve oplossing. Meer bepaald
verwees men met deze term ten tijde van nazi-Duitsland naar de
definitieve oplossing voor het jodenprobleem en meer bepaald bestond
die eindoplossing of die Endlösung in de massavernietiging
van de joden. Vandaag gaat het om de Endlösung voor het
mensenvraagstuk van de Malthusianisten die in feite de aanbidders van
de mammon vertegenwoordigen. Gas, het moordwapen van destijds, werd
vervangen door een 'virus' waarvan de onzichtbaarheid niet alleen
fysiek is.
18-01-2021
Corona en de heilige zaak - Deel 19: De netelige kwestie van de 'onzichtbare' daders
Corona
en de heilige zaak:
Deel
19: De netelige kwestie van de 'onzichtbare' daders
De
pandemie wordt opgeblazen om een zogenaamde 'transitie' te
bewerkstellingen, de installatie van een nieuwe mens die niet langer
mens zal zijn maar veeleer slaaf, robot of soldaat: dat is de
overtuiging van een groeiend aantal 'wakkere burgers' die immers
geloven dat zij het in de mot krijgen begoocheld te worden met
cijfers door opportunisten die met de al dan niet gefabriceerde
crisis hun profijt willen doen. De vraag wordt nu acuut wie de
wereldomspannende 'hype', die kennelijk symptomen vertoont
gelijkaardig aan deze van een oorlogstoestand, dan wel veroorzaken:
wie zijn de lui achter de schermen die zich zouden 'amuseren' met een
mensdom dat, op de keper beschouwd, dan toch zeker wel op menig vlak
zijn perken te buiten gaat en dreigt de rest van het dieren- en
plantenrijk en daardoor ook zichzelf door een onverantwoordelijke
omgang met de aarde naar de verdommenis te helpen - als dat tenminste
al niet onomkeerbaar is gebeurd?
Betreft
de vraag naar de daders, werd inzake de oorzaak van pandemieën in
het algemeen reeds verwezen naar een opvatting uit de oudheid ter
gelegenheid van de pestuitbraak in Thebe. Er bestaat een geheim
verband tussen het verhaal van de zondeval, de legende van de golem
en de mythe van Oedipus waar zij elk van de drie het thema aan bod
brengen van de vadermoord, een ten hemel schreiende misdaad die
nimmer ongewroken blijven kan. In Genesis of het Bijbelse Boek der
Wording weigert het menselijke schepsel gehoorzaamheid aan zijn
Schepper en wordt gestraft met het verlies van zijn onsterfelijkheid
of dus met de dood. Een tweede keer straft het schepsel dat de mens
is zichzelf waar hij op zijn beurt schepper speelt en een golem
creëert die hem moet dienen, doch die hem naar het voorbeeld van de
genesishistorie overheerst: het is dan niet het schepsel of de golem
die gestraft wordt maar de schepper van de golem, wat de mens eraan
herinnert dat hij helemaal geen god is maar dat hij een schepsel
blijven zal. In de Oedipusmythe tenslotte neemt, op een noodlottige
wijze want zonder het te willen, de zoon de plaats in van de vader
die hij voor een tegenstander aanziet en vermoordt op de driesprong
Schiste Odos. (1) De tragedie was voorspeld door het orakel toen
Oedipus nog een kind was maar het geloof dat men het lot nog kon
ontlopen door de boorling weg te brengen naar de bergen, werkte het
voltrekken ervan in de hand doordat hij aldus zijn eigen vader niet
kon herkennen. Wanneer in Thebe de pest uitbreekt, raadpleegt men het
orakel dat de schuld wijt aan een onbestrafte moord en de blinde
ziener Tiresias duidt Oedipus als dader aan waarna deze zichzelf de
ogen uitsteekt. (2) Misdaad blijft niet onbestraft en als de wraak
niet door mensen wordt voltrokken, blijkt de natuur die taak over te
nemen en dit kennelijk overeenkomstig het gezegde dat het lot der
rechtvaardigen de goden nimmer onbewogen laat. Of dat is alvast wat
verhoopt werd door de dichters die vorm gaven aan de mythen.
Heeft
de al dan niet vermeende epidemie 'daders' of is zij een welverdiende
'straf', al dan niet door toedoen van een rechtvaardige godheid
voltrokken middels de natuur? Is de pandemie de uitkomst van een
menselijk complot of mag men gewag maken van de zogenaamde 'immanente
rechtvaardigheid' waarover ook de huidige paus sprak in verband met
aids? Het is duidelijk dat dit laatste standpunt en meer
bepaald met betrekking tot de slachtoffers van dit wrede
noodlot, volstrekte immoraliteit verraadt. Niets immers rechtvaardigt
het slachtofferschap van onschuldigen, zoals kinderen, ingevolge
ziekten. Kinderen zijn niet schuldig aan hun sterfelijkheid en de
'vergoelijkende' uitvinding van de erfzonde ter verklaring van de
bestraffing van onschuldigen is een religieus gedrocht.
Verklaringen die de slachtoffers opzadelen met schuld in plaats van
hen te helpen, is een handelwijze die eigen is aan daders. Maar
eenmaal men het eens is over het feit dat deze irrationele en
immorele verklaringsmodellen puur bedrog zijn, rest de vraag wie dan
de daders mogen wezen.
Want
ook de verklaringsmodellen middels complotdenkers die dus de schuld
voor de malaise toeschrijven aan mensen met kwade bedoelingen die
zouden samenzweren, doen een specifieke irrationaliteit vermoeden,
met name waar zij aansturen op een geloof in demonen of althans een
geloof in gedemoniseerde personen. En bij demonisering is nogal
dikwijls eens het zondeboksmechanisme in het spel: het toeschuiven
van schuld naar derden die gebeurlijk niets te maken hebben met de
zaak.
Rest
nog één verklaringsmodel: als de pandemie geen noodlot is doch een
menselijk maaksel, dan is zij het product van haar slachtoffers in
een heel andere zin en uiteraard moet hier worden gedacht aan een
epifanie van de tirannie van de meerderheid als exponent van de
mislukking van de democratie.
Een
democratie die niet katholiek is in de betekenis van universeel of
wereldomvattend, is niets anders dan een specifieke vorm van
dictatuur of tirannie. Edoch, een democratie die dat wél is, neigt
naar een totalitarisme. En in dit specifieke geval gaat het om een
totalitarisme dat geëist wordt door het volk zelf. De noodlottige
tegendoelmatigheid uit de oude tragedies manifesteert zich op die
wijze andermaal in onze wereld in een nooit gezien ornaat.
(2)
Althans, dat is de versie volgens Sophokles. Volgens Seneca ontneemt
Oedipus zich van het zicht nadat hem duidelijk werd dat hij met zijn
moeder huwde, waarna hij, in de waan dat hij over het noodlot heeft
getriomfeerd, de natuur vervloekt.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: