Islamocommunisme
Aflevering
2: Uitbuiting versus zuivering. Over de zakât.
De zakât zuivert het
vermogen zoals het gebed de geest zuivert en het vasten het lichaam.
Afrika,
het rijkste continent op aarde, het continent ook waar de mens
ontstond, werd tot drie keer toe bijzonder grondig uitgebuit. Een
eerste keer werd vanaf Columbus in 1492 zijn jonge mannelijke
bevolking gedurende eeuwen 'buit gemaakt', gevangen genomen en met
grote zeilschepen verscheept naar Noord-Amerika om daar als slaven op
de thee-, koffie- en katoenplantages te gaan werken; vrouwen en
kinderen werden prompt aan hun lot overgelaten, die geschiedenis
verdween in de vergetelheid, op één getuigenis na, één van de
vele miljoenen zwarten,
Oluale
Kossola, vertelde
in 1927 zijn verhaal aan de schrijfster
Zora Neale Hurston en deze interviews verschenen in 2018 in boekvorm
getiteld: Barracoon:
The Story of the Last "Black Cargo", een
van de meest aangrijpende verhalen ooit.
Een
tweede golf van uitbuiting was de kolonisering van Afrika, waarin het
België van Leopold II het voortouw nam: onder de dekmantel van
ontwikkelingswerk, maakte de megalomane vorst fortuin, eerst met
ivoorhandel en vervolgens middels het rubberschandaal dat aan een
tiental miljoen Congolezen het leven kostte.
Een
derde golf van uitbuiting volgde na de zogenaamde dekolonisering: wat
betreft België werd in 1961 de tot premier verkozen
onafhankelijkheidsstrijder Patrice Lumumba vermoord en een stroman
van het westen, de kleptomaan Mobutu, zette de uitbuitingspolitiek,
nu vooral gericht op de bodemschatten, verder tot 1997. Vrijwel alle
westerse mogendheden voerden een gelijkaardige koloniale en
neokoloniale politiek in heel Afrika en in nog andere continenten tot
vandaag de dag.
Maar
de Afrikanen werden niet alleen uitgebuit door de superverspillers,
ze werden bovendien met hun schuld beladen: terwijl overbevolking
betekent dat het bevolkingsaantal de draagkracht van de aarde te
boven gaat, wat wordt uitgedrukt in de ecologische voetafdruk die
resulteert uit verbruik en afvalproductie, zodat tienduizend
verspillers een zwaardere belasting kunnen vormen dan dertig miljard
armen, zijn het alsnog de armen die geculpabiliseerd worden omwille
van hun kroost die bovendien onmisbaar is voor hen aan wie sociale
rechten worden onthouden.
Diametraal
tegenover de uitbuiting van een volk staat de tegemoetkoming aan zijn
noden. Een dam tegen de uitbuiting werd opgeworpen door de marxisten
en zij hebben met de islamieten in hun programma de eis van sociale
rechtvaardigheid gemeen, een maatschappelijk verhaal waarmee mensen
zich distantiëren van de wet van de jungle of van het recht van de
sterkste dat botgevierd wordt in het neoliberalisme waarin het
kapitalisme uitmondt.
De
breuk met de kapitalistische, concurrentiële economie is dan vrijwel
totaal: inzake sociale rechten spreekt de islam zelfs niet over hulp
waarvoor dankbaarheid verschuldigd is maar over plichten inherent aan
het mens-zijn. Waar het socialisme het heeft over solidariteit, dat
in wezen een uitbreiding is van het egoïsme omdat de wij-zucht die
in de plaats komt van de ik-zucht, een vorm van zelf-zucht blijft,
vormt het een van de vijf pijlers van de islam dat welstellenden hulp
verschuldigd zijn aan behoeftigen, wat zakât heet.
De
Vlaamse historicus Herman de Ley schrijft dat het gaat om 2,5 tot 10 pct.
van de jaarwinst, ten
behoeve van de armen en behoeftigen [zij hoeven niet per se moslim te
zijn], voor hen die ermee belast zijn [d.w.z. met het inzamelen en
uitdelen ervan] en voor hen wier harten tot elkaar gebracht zijn [de
nieuw- bekeerden], voor de vrijkoop van slaven en schuldenaren, om in
te zetten op Gods weg [de mujâhidûn] en voor hem die onderweg is
[de reiziger]." De
Ley verduidelijkt de betekenis van de zakât: (...)
de meest adequate vertaling ervan zou de formule zijn:
maatschappelijke belasting (of takse) die zuivert. (
) het
gaat om een plicht tegenover God en tegenover de mensen (...) De
zakât zuivert het vermogen zoals het gebed de geest zuivert en het
vasten het lichaam. (...) De rijke is er, voor God en de
samenleving, metterdaad toe gehouden zich van deze belasting te
kwijten; de arme, anderzijds, is behalve aan God aan niemand
dankbaarheid verschuldigd: hij krijgt slechts datgene waarop hij
recht heeft.
De
huidige Europese oorlog krijgt nu met zijn uitbreiding naar Afrika
gestaag de allures van een wereldoorlog en dat ook werkelijk sprake
zou zijn van een geheim pact van marxisten met jihadisten kan gezien
de geschiedenis zeker geen vergezocht complotdenken worden genoemd.
Wij zullen alvast dringend moeten wennen aan de gedachte dat rijkdom
zonder schuld een onmogelijkheid is, dat schulden ingelost dienen te
worden en dat het ogenblik waarop dit recht geschieden zal, niet
blijvend op de lange baan kan geschoven worden. Wij zullen moeten
wennen aan de gedachte dat de wereldorde die tot nog toe de
voorrechten van het westen kon garanderen, haar beste tijd gehad
heeft. Wij zullen moeten wennen aan de idee van een onontkoombare
keuze tussen enerzijds de oorlog en de dood en anderzijds een
regeling die voor ons heel anders zal uitpakken dan wij dat wensen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 5
augustus 2023)
|