| 
             Marcuse's
            eendimensionale mens (1) 
            Aflevering
            1 
            
            We
            maken het vandaag opnieuw mee: dit keer onder het voorwendsel van de
            pandemie, verandert de wereld in een panopticum, de privacy wordt
            vernietigd, de leugen regeert, de waanzin van het fascisme
            schuimbekt, een totalitaire wereldregering verbergt zich en in de
            ochtend van deze eindtijd verrijst aan de kim gelijk een zwarte zon
            een afzichtelijke dystopie. 
             
            
            Kritiek
            wordt niet langer geduld, de oppositie is zoek, meningen die het
            'officiële nieuws' weerspreken, zijn uit de media weggeplukt, de
            boekverbranding is terug, het internet filtert de critici en de
            klokkenluiders eruit en op karaktermoord volgt alras moord zoals een
            eeuw geleden de dichter Heine waarschuwde: waar men boeken verbrandt,
            zal men uiteindelijk ook mensen verbranden. 
             
            
            De
            zieners van weleer zijn derhalve opnieuw actueel: de grondlegger van
            de dystopische roman Jevgeni Zamjatin (Wij, 1920), Oswald
            Spengler (De ondergang van het avondland, 1918 en 1922) die
            reageert op het vooruitgangsgeloof en de Verlichting, die aldus het
            irrationeel karakter van de rationaliteit aan het licht brengt en die
            betreurt dat de mens verworden is tot een door het geld
            geconditioneerde burger, Aldous Huxley (Brave New World, 1932)
            die de apathie aanklaagt, Charley Chaplin (Modern Times,
            1936),  Max Horkheimer (Traditionele en kritische theorie,
            1937), die samen met Max Horkheimer De dialectiek van de
            Verlichting schreef  (1944-1947),  George Orwell (1984,
            1948), Hannah Arendt (Totalitarisme, 1951), Herbert Marcuse
            (De eendimensionele mens, 1964). 
             
            
            Allen
            zijn ze uiteraard schatplichtig aan eerdere denkers zoals Charles
            Dickens die in Hard Times (1854) de loonslavernij aanklaagt,
            Karl Marx (Het Kapitaal, 1867) maar ook de feitelijke
            antimarxist Fjodor Dostojevski (De grootinquisiteur van Sevilla,
            een raamvertelling in De gebroeders Karamazov, 1879 en
            1880) en zelfs Friedrich Nietzsche die immers de kuddegeest
            veroordeelt (Aldus sprak Zarathustra, 1885). Want terwijl Marx
            de bourgeoisie tegenover het proletariaat plaatst, maken anderen
            duidelijk dat de massamens zelf schuld heeft aan de maatschappelijke
            malaise. 
            
            Hedendaagse
            critici voegen in feite weinig toe aan wat deze denkers allang aan
            het licht brachten, er is immers niets nieuws onder de zon, na de
            industriële revolutie en het computertijdperk, schakelt met de
            ingang der biowapens de demonische aanslag op de 'kroon van de
            schepping' alleen maar naar een versnelling hoger. 
             
            
            De
            studentenprotesten van 1968 maakten van Herbert Marcuse de meest
            populaire aanklager van de systematische ontmenselijking en zijn
            Eendimensionele mens verdient het daarom om opnieuw gelezen te
            worden. 
            Herbert
            Marcuse (1898-1979) maakt deel uit van de Frankfurter
            Schule,
            een groep maatschappijkritische denkers die door de
            Nazi's uit Duitsland werden verjaagd en naar de VS vluchtten. 
             
            In
            de inleiding van het genoemde hoofdwerk legt Marcuse meteen de vinger
            op de wonde: het grootste kwaad schuilt in de afwezigheid van
            maatschappelijke oppositie en kritiek. 
             
            De
            tweede wereldoorlog werd beëindigd met de eerste atoombommen, door
            de Amerikanen gedropt op Hiroshima en Nagasaki: met de technologie
            bestemd om de natuur te temmen, wordt de massa overmeesterd. Deze
            dreiging die nooit meer zal wijken, verlamt voortaan alle mensen. 
             
            Maar
            we moeten ervan uitgaan dat het leven de moeite waard is, zegt
            Marcuse, en we moeten ons inspannen om het te verbeteren want ook het
            door Marx aangeklaagde onrecht is geïnstitutionaliseerd en men
            berust erin. Onder dwang geeft men zich over aan de heersende machten
            wiens extreme rationaliteit zelf irrationeel is. (Daarover schreef
            ook Hannah Arendt, die in de realiteit van de concentratiekampen de
            onafwendbare consequentie van de 'rationaliteit' van de nazi's zag). 
             
            Heersers
            maken dat mensen handelen tegen hun eigen wensen en belangen in waar
            zij zich onechte behoeften (en hun te kopen bevrediging) laten
            aanpraten. "De
            mensen moeten het tenslotte zelf leren
            zien en zo zelf hun weg leren kiezen van onecht naar echt bewustzijn,
            van hun onmiddellijk naar hun werkelijk belang."
            (pag. 7) "Dat
            kunnen zij alleen als zij de behoefte voelen om hun
            leven te veranderen, het positieve te ontkennen, weerstand te bieden.
            Juist deze behoefte weet de gevestigde samenleving des te beter te
            onderdrukken, naarmate zij beter in staat is goederen te leveren
            op grote schaal en de wetenschappelijke overmeestering der natuur te
            gebruiken voor
            de wetenschappelijke overmeestering van de mens." (pag. 7) 
            De
            privacy wordt opgeheven: "In
            deze samenleving heeft het productieapparaat de neiging totalitair te
            worden; en wel in die mate, dat zij niet alleen de voor de
            samenleving noodzakelijke beroepen, vaardigheden en mentaliteit
            bepaalt, maar ook de individuele behoeften en verlangens. Zo wist zij
            de tegenstelling tussen het privé bestaan en het openbare leven,
            tussen de individuele en de sociale behoeften uit. (pag. 9) We
            kunnen de technologie niet meer los denken van de wijze waarop zij
            wordt gebruikt; de technologische samenleving is een systeem van
            overheersing dat reeds op de opzet en structuur der technieken
            zijn invloed uitoefent." (pag. 9) 
            (Wordt
            vervolgd) 
            (J.B.,
            Driekoningen 2022) 
            Verwijzingen: 
            (1)
            Herbert Marcuse, De eendimensionale mens. Studies over de
            ideologie van de hoogindustriële samenleving, uitg. Paul Brand,
            1968. Oorspr.: One Dimensional Man - Studies in the Ideology of
            Advanced Industrial Society, Beacon Press Boston 1964. 
            
  
             
            
  
             
             |