Foto
Foto
Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres:

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto


"Trans-atheïsme"

Download dit boek als PDF:

Jan Bauwens - Transatheïsme.pdf (3.6 MB)   

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto



Download dit boek als PDF:

"Het einde der tijden"



Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Tisallemaiet
Alle rechten voorbehouden
Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
29-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De officiële newsspeak


uit het VRT nieuws:

Newspeak:


correct is fout
en
fout is correct





28-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dr. Bhakdi over vaccinatie
dr. Bhakdi over vaccinatie



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbevolking (Portretten)
Overbevolking (Portretten)

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het overbevolkingssprookje
Het overbevolkingssprookje


27-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dr. Vandenbossche over vaccinatie en corona

https://www.blckbx.tv/videos/vandenbossche

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pfizer, een dievenbende


Pfizer, een dievenbende

Volgens de “Nederlandse onafhankelijke nieuwssite voor financieel-economische onderzoeksjournalistiek” (1) FTM (“Follow The Money”) die onder meer de voetbalfraude aan het licht bracht (1) en die zich tot doel stelt “onderzoek te doen naar mensen (…) die zich, vooral financieel-economisch, misdragen of de samenleving zwaar benadelen” (1) ontduikt het Amerikaanse bedrijf Pfizer via belastingparadijzen zoals Nederland waarschijnlijk miljarden aan belastinggeld: de miljarden aan subsidies van de overheid alsook de miljarden die buit worden gemaakt met vaccins. Uit een onderzoek van de UvA bleek begin dit jaar dat ook andere Amerikaanse bedrijven deze praktijk delen. Zo versluisde Google in acht jaar tijd 128 miljard euro via Nederland naar Bermuda. (2) In enkele uitzendingen van het Nederlandse televisieprogramma Zembla wordt uitgelegd hoe multinationals geheime belastingdeals sluiten met Nederland. (3)

Men herinnere zich de uitspraken van de Vlaamse meester van de tragie-komedie, Dirk Biddeloo, over het tweetal misdaad en kampioenschap. Als misdaden maar groot genoeg zijn, worden zij alras beschouwd als heldendaden; het gaat dan immers niet langer om criminelen doch om kampioenen in de misdaad. Zo worden massamoordenaars zoals Nero, Napoleon, Gengis Khan en Mao nog steeds vereerd met standbeelden en naamplaatsen, dure alcoholische dranken; bonbons en restaurants worden naar hen vernoemd. Pfizer maar wellicht ook vele andere farmareuzen passen in hetzelfde plaatje. Via corrupte politici bestelen zij in dit tijdperk zonder meer iedereen terwijl zij het klaarspelen om door te gaan voor filantropen en voor helden. Dat is uiteraard alleen mogelijk dankzij de kuddegeest en het geweld van de conditionering die ervoor zorgen dat quasi allen braafjes belijden dat ze uitkijken naar de volgens 'prik' of booster', dat ook kinderen tot proefkonijn kunnen worden herleid en dat de beloofde weldaad van de vaccinatie uitblijft of resulteert in haar tegendeel. En collega-kampioenen in de belastingontduiking, meer bepaald de eigenaren van het internet, zijn nu de nieuwe kampioenen in de boekverbranding: zij zorgen er wel voor dat door de burgers via het internet opgezette opstanden zoals enkele jaren geleden in het Noord-Afrikaanse continent, zich niet meer zullen herhalen. Andermaal de dichter Heinrich Heine: “Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen." (4)

(J.B., 27 december 2021)

Verwijzingen:

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Follow_the_Money

(2) https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/ftm-pfizer-sluist-miljardenwinst-weg-via-nederland

(3) https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/nederland-belastingparadijs

(4) Heinrich Heine, Almansor (1823), v. 243-244: https://de.wikisource.org/wiki/Almansor_(Heine)


24-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zekere kwestie inzake de verplichting van vaccinatie

Een zekere kwestie inzake de verplichting van vaccinatie

Iedereen kent wel het verhaal van de man die onder de lantaarn naar zijn sleutelbos staat te zoeken. Een voorbijganger vraagt hem waar hij de sleutels verloren heeft. De man wijst naar een plek, een tiental meter verderop. Maar waarom zoek je dan hier? - zo vraagt de passant. En de man antwoordt: omdat het hier onder de lantaarn klaar is.

Inzake het zoeken naar maatregelen voor het indijken van staatsgevaarlijke toestanden (zoals de huidige pandemie of wat daarvoor moet doorgaan) gedragen heel wat regeringen zich op een gelijkaardige manier, in die zin dat zij naar meer veiligheid zoeken waar zij die sowieso niet kunnen vinden terwijl zij andere plekken waar mits relatief eenvoudige maatregelen grote veiligheidsproblemen onmiddellijk oplosbaar zijn, links laten liggen.

Zekere regeringen gaan heel vaak ongegrond selectief te werk bij het bepalen van die domeinen die als eerste in aanmerking moeten komen voor regelvorming ter bevordering van goederen zoals staatsveiligheid en volksgezondheid. Meer bepaald blijkt er dikwijls een niet onaanzienlijke wanverhouding te bestaan tussen enerzijds geplande maatregelen (en de te investeren middelen) en anderzijds de navenante effecten. Zo krijgen somtijds die domeinen waar van doortastende (vrijheidsbeperkende) maatregelen slechts een geringe impact kan verwacht worden, de voorrang boven domeinen waar middels relatief eenvoudige ingrepen ontelbare levens kunnen gered worden en onnoemelijk leed vermeden.

Is het verantwoord dat de verkoop en het gebruik van de harddrug alcohol aangemoedigd wordt terwijl het gevaar daarvan voor het leven van niet-gebruikers (aangetoond) gigantisch is? Alcohol, tabak en andere drugs?

Tegelijk wordt van regeringswege eindeloos getalmd waar het erop aankomt om de productie en de lozing in het milieu van vergiften (verantwoordelijk voor een alsmaar groeiend aantal 'kankerkinderen') aan banden te leggen, als het al niet zo is dat deze vergiften niet als zodanig kunnen worden erkend omdat het voorzichtigheidsprincipe, dat zegt dat iets als schadelijk moet worden beschouwd zolang zijn onschadelijkheid onbewezen is, door wie alleen uit zijn op gewin geperverteerd werd tot een gedrocht, namelijk: dat iets onschadelijk is zolang zijn schadelijkheid onbewezen blijft!

De bewijslast wordt hier geheel schaamteloos in de schoenen geschoven van de partij van de slachtoffers die uiteraard onschuldig zijn, terwijl het in de rechtspraak een heilig principe is dat iemand als onschuldig moet worden beschouwd zolang zijn schuld onbewezen blijft. Bovendien geldt alom het zogenaamde “voordeel van de twijfel” om een onrechtmatige veroordeling uit te sluiten.

Getuigt het van een verantwoordelijk beleid dat ondanks de vele verkeersdoden, het verstrekken van veilige accommodatie en maatregelen voor zwakke weggebruikers (zoals de aanleg van veilige fietspaden en oversteekplaatsen en het verbod op de verkoop van alcohol) achterwege blijft?

Of die selectieve aanpak te wijten is aan onkunde of aan corruptie is een vraag maar een vaststelling is alvast dat hij feitelijk is in de schoot van zekere regeringen. Echter, waar een selectieve aanpak apert ongegrond is omdat met betrekking tot het individuele handelen dat schadelijk kan zijn voor derden, vrijheidsbeperkende maatregelen alles behalve in verhouding staan tot hun effecten (wat het geval is telkenmale dringender en relatief makkelijk oplosbare kwesties ter zake onbehandeld blijven) moet geconcludeerd worden tot onbekwaamheid en/of onwil (mogelijkerwijze in gevolge corruptie) van regeringswege, en in dat geval betreft het wel degelijk onkunde of onwil die met mensenlevens moet worden betaald!

Kortom, een regering die niet in staat blijkt om inzake deze kwesties selecties te maken met maximale efficiëntie, verspilt haar middelen ten koste van vele mensenlevens en moet derhalve met hoogdringendheid worden afgevoerd terwijl haar leden moeten worden veroordeeld voor uitgerekend datgene waarvoor zij anderen, en dan nog zonder grond, wensen te veroordelen.

In de zopas verschenen tekst van het 'Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek', getiteld: 'Advies nr. 80 van 13 december 2021 betreffende de ethische uitdagingen van een verplichte vaccinatie van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) tijdens een pandemie' (1), komt deze ons inziens fundamentele kwestie niet aan bod. Onwil of onkunde? Of is het gewoon de verblinding ingevolge de massapsychose? Wie zal het zeggen!

(J.B., kerstavond 2021)

Verwijzingen:

(1) https://www.health.belgium.be/nl/advies-nr-80-verplichte-vaccinatie-tijdens-een-pandemie


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de zonde tegen het lichaam

Over de zonde tegen het lichaam

Het atomiseren van mensen teneinde hen te kunnen reduceren tot de partikels van een massa die vervolgens kan worden uitgebaat gebeurt, zoals Hannah Arendt beschrijft, door hen van elkaar te isoleren en dus door hun onderlinge communicatie te bemoeilijken of zelfs onmogelijk te maken. Dat kan middels gevangenzetting en afzondering, zoals dat vandaag wereldwijd gebeurt in het kader van de zogenaamde pandemie, maar het is ook mogelijk om dit doel te bereiken met alleen maar een psychosociaal en politiek instrumentarium dat zich dan vertaalt in een aantal voorschriften welke verplicht moeten worden nageleefd en waarvan de zwijgplicht of het spreekverbod niet alleen als de omerta onder misdadigers wordt toegepast maar ook de regel is in kloostergemeenschappen en in nog tal van andere al dan niet geheime genootschappen, politieke verenigingen, holdings en industrieën en wel in die mate dat het zich bezondigen aan spreken er beschouwd zal worden als verraad, vals spel of spionage.

Naast het spreekverbod, kunnen ook het lees- en schrijfverbod genoemd worden of eerder nog het bevorderen van zaken zoals het analfabetisme en de onderontwikkeling in het algemeen: alle hebben zij tot doel de waarheid te doden en hem te vervangen door elkaar overstelpende leugenachtigheden.

Ook het onderling verdelen van de individuen om te vermijden dat zij vriendschappelijke banden zouden smeden en dat zij zich zouden verenigen, is een beproefde methode lang voorafgaand aan het in voege treden van het Latijnse gezegde: Divide et impera! Dat gezegde drukt in feite kort en bondig uit wat Hannah Arendt zo gedocumenteerd doceert in haar Totalitarianism: de isolering van mensen welke hun eendracht breekt en daardoor ook hun weerstand tegen vreemde overheersers.

Mensen die behoren tot dezelfde groep staan van nature helemaal niet vijandig tegenover elkaar omdat hun bezit evenals hun werk een zaak is van de gemeenschap maar de installatie van het privaatbezit gecombineerd met het schaars houden van de goederen die men in bezit kan nemen, verdelen de oorspronkelijke gemeenschap in allemaal individuen die dan niet langer samen werken maar die plotseling een bijzonder onnatuurlijk gedrag gaan vertonen: zij proberen elk afzonderlijk zoveel mogelijk bezit naar zich toe trekken, vandaag meestal in de vorm van geld, waarmee ze bij de overheid of althans bij de door de overheid bestuurde en gecontroleerde organen zaken kunnen aanschaffen waarmee ze hun individuele noden kunnen lenigen. Het concurrentiële karakter van de economie is een alom ingeburgerde hefboom welke de gezagsdragers faciliteert in het geatomiseerd houden van de massa's die dan als menselijk vee tot hun beschikking staan.

De methodes om de productie van massamensen op te drijven zijn legio. Het aan mensen ontnemen van hun moedertaal en de verplichting tot het gebruik van een vreemde taal die zij echter nooit voldoende zullen kunnen beheersen om zich in alle spontaniteit uit te drukken, maakt de communicatie danig gebrekkig dat men er vanzelf van afziet teneinde de frustraties die dergelijke folteringen meebrengen, te kunnen ontlopen.

Het induceren van allerlei tegennatuurlijke plichtplegingen, beleefdheidsregels en protocollen of juist het afschaffen of het verbieden ervan kan de communicatie stremmen en zelfs stopzetten, zoals dat het geval is na de invoer van de nieuwste hoogtechnologische 'communicatiemiddelen' die beschouwd moeten worden als een vooruitgang terwijl zij precies het tegendeel bewerken aangezien zij directe gesprekken van mens tot mens in de vlotste taal en ondersteund door spontane mimiek en gebaren, vervangen door sterk vertraagde, vervormde en gecodeerde mededelingen via instrumenten welke bediend worden door een klavier dat pas middels bijzonder tegennatuurlijke en ziekmakende bewegingen te bespelen valt. In wezen gaat het hier allerminst om communicatiemiddelen maar wel om precies het tegendeel: isoleringsmiddelen.

De persoonlijkheid wordt weggewist mét het lichaam, het natuurlijke communicatie-instrument bij uitstek waarin de mededeling en de mededeler in een perfecte harmonie coëxisteren. De stem, het gelaat, de mimiek, de gebaren, de bewegingen en de uitingen van het hele lichaam dat daar waar communicatie aan de orde is, vereist wordt, doch de grote afwezige is.

De stemverheffingen zijn voortaan onhoorbaar en daarmee wordt ook niet langer de ernst van het gezegde aan de lijve ondervonden; het gefluister dat als een saus over de geheimen lag en dat ons de oren deed spitsen in het verlangen naar een weten dat voor ons de toegangspoorten tot de wereld opende, behoort al tot een ver verleden. De productie van onpersoonlijke standaardlettertekens via het getik op een standaardklavier is de doodsteek aan het handschrift dat naast betekenisdrager ook tekening was of persoonlijke illustratie, dat kanttekeningen toeliet, vergissingen en verschrijvingen.

Naar het geslacht van de gespreksgenoot moet voortaan expliciet worden gevraagd, hij of zij kan de ander voor de gek houden, de leeftijd blijft verborgen, de bibber of de vaste hand, de stemming, het karakter, de voorzichtigheid of de hoogdringendheid, de schaamte, het gevaar: alle persoonlijke nuances worden opgeofferd aan een standaardtype waartoe elke mens herleid wordt.

De belediging van het lichaam en die van het gevoel is moordend en van de mens schiet niets meer over dan een afgietsel van een standaardvorm dat dan ook vervangbaar is en derhalve overbodig. Het zal worden teruggebracht tot een beheersbaar getal dat zo nodig vermenigvuldigd kan worden ofwel gedecimeerd. De vraag rest echter: waartoe bestaat het dan nog allemaal? Zal wat overschiet van wat eens mensen waren, in die eindeloze ellende van zichzelf beroofd, dan niet streven naar een spoedig einde aan het on-leven waarin het hopeloos gevangen zit?

Het volstaat om zich een ogenblik te bezinnen over het wonder van het menselijk lichaam om zonder de geringste twijfel te kunnen inzien dat de vervanging en derhalve de uitschakeling ervan door middel van instrumenten die men de mensen doet begeren en waarvoor zij moeten werken totdat zij er hun gezondheid bij inschieten en hun geluk, zonde is. Steeds groter wordt de massa van degenen die het helemaal niet erg meer vinden om in het eigen lichaamsvet gevangen te zitten als zij maar de beschikking hebben over een Porsche om zich mee te verplaatsen en te vertonen.

De auto, de machine, het instrument dat gemak belooft maar wel in ruil voor dikwijls onomkeerbare verminking, verblindt en vermoordt de mens als zodanig en wat rest van de mens van voorheen is, paradoxaal genoeg, een louter instrument, een ding, een onderdeeltje van de massa die gehoor geeft aan een vreemd bevel, die zich in huiver schikt naar de hem voorgeschreven regels, die zelfs niet meer van vrijheid dromen kan omdat hij zich niet langer onderscheidt van de werktuigen die hij hanteert met precisie volgens de voorschriften van vreemde heersers. Hij is verdwenen 'zoals een gelaat in het zand aan de grens van de zee'.1

(BRON: Jan Bauwens, Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld, pp. 127v.)

1 Tekst d.d. 24 juni 2021.


23-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Excuseer mijnheer maar u bestaat niet meer

Excuseer mijnheer maar u bestaat niet meer

Onlangs dook in het nieuws het lugubere verhaal op van een Belg die op reis in Indië onwel geworden, werd afgevoerd en nog voor zijn aankomst in de kliniek aldaar overleed. Het gebeuren had plaats in februari 2016. Het lijk van de ongelukkige werd overgebracht naar België en een autopsie hier ten lande wees uit dat het lichaam een schedelwonde vertoonde als van een slag van een stomp voorwerp en bovendien bleken het hart en de beide nieren te ontbreken.1

Aan de verhalen over rijke westerlingen die dringend een ruilorgaan nodig hebben en die dat dan voor een grote som geld kopen bij een gespecialiseerde bende die het wegsnijdt uit het lichaam van een Indische paria, hebben we in de afgelopen decennia al kunnen wennen. Ter gelegenheid van zijn verzoek aan de Europese Commissie om de illegale handel in menselijke organen te bestrijden, stelde Aldo Patriciello van de Europese Volkspartij op 25 mei 2010 onder meer het volgende: “(...) Onder de landen waar illegale handel in menselijke organen plaatsvindt bevinden zich rijke industrielanden waar tegen betaling illegaal verwijderde organen worden ingevoerd, en arme landen, waar deze organen vandaan komen. (…) volgens een onderzoek wordt geschat dat het om 15000 nieren per jaar gaat, en dat de meeste daarvan afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden, omdat daar nog veel armoede heerst en de illegale handel in organen soms de enige manier is om geld te verdienen. (…) De handel in organen is meestal in handen van criminele organisaties (...)”2

Dit in acht genomen is het niet ondenkbaar dat derde wereldburgers die in hun leefkring moordpartijen om organen en derhalve om grof geld moeten dulden, wel eens het plan konden opvatten om niet langer het eigen volk te slachtofferen maar in de plaats daarvan de westerlingen die de organen ook bestellen – het is alvast een veronderstelling die niet gespeend is van een zekere logica, zij het dan een oorlogslogica. Het klinkt zelfs plausibel als bovendien een ander feit in rekening wordt gebracht waarvan de gruwel zo mogelijk nog meer verbijstert.

In het eigen westen blijkt men namelijk de vitale organen voor transplantatie weg te nemen uit de nog levende lichamen van donoren terwijl wie zich als donor laten registreren, in de waan verkeren dat hun organen pas na hun dood zullen worden weggehaald. De waarheid immers is dat organen worden weggehaald uit doodverklaarde maar niettemin nog levende lichamen. Doodverklaring geschiedt van zodra het elektro-encefalogram vlak is en dat heet 'hersendood'. Hersendood wordt gelijkgesteld aan dood, terwijl een aantal hersendoden (soms na vele jaren) zijn opgestaan en dikwijls zonder enig letsel.

In dat verband reist de nu vijfentachtigjarige kinderarts Paul A. Byrne de wereld rond met lezingen over het onderwerp. Hij stelt dat de term 'hersendood' slechts aanduidt dat de ziekenhuisapparatuur niet meer in staat is om nog hersenactiviteit te registreren en dat de dood van orgaandonoren pas intreedt op het ogenblik dat hun organen worden weggehaald.3

Ook de Nederlander Ger Lodewick schreef een schokkend boek over orgaandonatie en klaagt daarin aan dat de ganse bevolking inzake orgaandonatie belogen wordt. De donoren van organen zijn immers helemaal niet dood, zo stelt hij; ze zijn wel doodverklaard omdat de hersenactiviteit niet meer kan gemeten worden terwijl de rest van de lichaamsfuncties onaangetast blijft en wel in die mate dat zwangere vrouwen nog kinderen kunnen baren en dat donoren op het ogenblik dat men in hun lichaam gaat snijden om hun organen te verwijderen, felle reacties vertonen: de pols en de bloeddruk stijgen significant en soms komt de donor overeind en maakt hij afwerende gebaren.4

We weten dat in het verleden mensen vaker onterecht werden doodverklaard en zo vindt men op begraafplaatsen soms sporen van verwoede pogingen van 'levende doden' om uit hun kist te komen. Sommigen stonden op als ze al in het dodenhuisje lagen of in het graf – denk maar aan Jezus van Nazareth5 – en enkelen werden uit de dood opgewekt – zeer zeker omdat ze helemaal niet dood waren en Lazarus die vier dagen na zijn al dan niet vermeend overlijden door Jezus werd opgewekt, is hiervan het typevoorbeeld.6

Het criterium om iemand dood te verklaren werd immers lange tijd geassocieerd met de ademhaling en de hartslag die soms bijzonder moeilijk kunnen gedetecteerd worden en geslaagde reanimatiepogingen alsook de nood aan orgaandonoren vereisten een nieuw criterium en zo kwam vanaf de jaren zestig van de voorgaande eeuw stilaan het begrip 'hersendood' in voege. Echter, zoals reeds gezegd, blijkt het probleem hiermee slechts te zijn verschoven want het is niet omdat men iets niet waarnemen of meten kan, dat men ook mag besluiten dat het er niet is en dat geldt behalve voor de ademhaling en de pols ook voor de hersenfunctie.

Marie Curie overleed ingevolge de onzichtbare Röntgenstraling in verband waarmee zij in 1903 de Nobelprijs voor de Fysica ontving en dat zij vaak seances bijwoonde, toont aan dat zij ook de mogelijkheid van de onzichtbare aanwezigheid van overledenen ernstig nam en alvast onderzocht: zoals het elke authentieke man of vrouw van de wetenschap past, wachtte zij zich ervoor om te concluderen dat wat wij niet of nog niet kennen, ook niet kan bestaan.

Van zodra wordt aangenomen dat de hersenen niet de producenten van ons bewustzijn zijn maar slechts de ontvangers, verschuift niet alleen ons mensbeeld maar vergt evenzeer het criterium waarmee men doodverklaard wordt een grondige aanpassing. Een en ander wordt besproken door de Nederlandse cardioloog Pim Van Lommel die er onderzoek naar deed en ook over publiceerde.7 Wie echter blijven zweren bij de genoemde materialistische hypothese, moeten vanzelfsprekend het feit van de beperktheid van onze meetapparatuur erkennen. Ofschoon de geschiedenis aantoont dat dit veeleer de regel is dan de uitzondering, blijft het verbazingwekkend hoe makkelijk 'wetenschapslui' – mensen van wie mag aangenomen worden dat zij de waarheid zoeken – ermee weg blijken te kunnen komen als zij, verblind door winstbejag, de meest elementaire logica onder de mat vegen. Wie doodverklaard zijn, hebben niet tegen te pruttelen, ze delen bijna hetzelfde lot als de sans-papiers, die allemaal tegen een gelijkaardig door onze bureaucratie gemodelleerd antwoord aankijken: “Excuseer, mevrouw, meneer, maar u bestaat helaas niet of niet meer”.8

(BRON: Jan Bauwens, Excuseer mijnheer maar u bestaat niet meer, Serskamp 2018, pp. 538v.)

4 Ger Lorwick, Wat je over orgaandonatie zou moeten weten, Succesboeken.nl, 2014. Zie ook: https://www.youtube.com/watch?v=k4a2j3g8T8o&feature=youtu.be

5 Zie het Evangelie volgens Johannes: Joh. 20, 1-2 en 11-18: https://bijbel.eo.nl/bijbel/johannes/20

6 Zie het Evangelie volgens Johannes: Joh. 11:1-54: https://www.bible.com/nl/bible/75/JHN.11.1-54.htb

7 Pim Van Lommel, Eindeloos bewustzijn. Een wetenschappelijke visie op de bijna doodervaring, Ten Have, 2015.

8 8 maart 2018.


22-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarheid?


Waarheid?

In het jaar 360 voor het begin van onze jaartelling werd in het Griekse Elis de filosoof Pyrrho geboren die, samen met Anaxarchos, Alexander de Grote vergezelde op diens reizen naar onder meer Indië waar hij de ascetische sadhoe's ontmoette, de gymnosofisten. Zij praktiseerden radicale onthechting, inbegrepen het opgeven van de waarheid. Zo onderwijst Pyrrho de acalepsia: omdat uit elke uitspraak redelijkerwijze kan besloten worden tot het tegendeel, is het beter nooit te oordelen. Kennis is onmogelijk (agnosticisme) en zo ook waardeoordelen; het enige gepaste antwoord is de onverstoorbaarheid (ataraxia).

Men vindt die opvatting later terug in de zogenaamde vijf tropen, toegeschreven aan Sextus Empiricus of aan Agrippa, die de basis vormen voor het scepticisme: meningsverschillen, het ontbreken van een uiteindelijke bewezen grond, de eigen relatie tot de dingen, veronderstellingen en circulaire redeneringen maken kennis onmogelijk en derhalve bestaat er geen uiteindelijke waarheid.

Kennelijk was Pontius Pilatus een aanhanger van deze leer, zoals uitnemend geïllustreerd middels het schilderij uit 1890 van Nikolai Ge, getiteld met de vraag waarmee de toenmalige prefect van Judea zich tot de te veroordelen Godmens richt (in: Johannes 18:36): 'Quid est Veritas?' ('Wat is waarheid?') en die door Augustinus met een anagram daarvan beantwoord wordt: 'Est vir qui adest' ('Het is de man die voor u staat').

Dit antwoordt bevrijdt de vraag uit de wereld van de loutere taal en verwijst naar de Getuige die krachtens zijn getuigenis de waarheid in het leven zelf aanwezig brengt. De kwestie ontworstelt zich tegelijk uit het relativisme van Pyrrho van Elis en de sceptici die geloofden zich uit de slag te kunnen trekken met de ataraxia die naast onverstoorbaarheid, ook onverschilligheid betekent. Het getuigenis van de waarheid daarentegen vergt de hoogst denkbare onmiddellijke betrokkenheid of passie daar de getuige zich met zijn leven zelf borg stelt voor het uitspreken ervan.

(J.B., 22 december 2021).


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ziekenzorg en ziekten-industrie

Ziekenzorg en ziekten-industrie

De uitdrukking dat men zijn ogen niet kan geloven, moet helaas dikwijls heel letterlijk genomen worden: mensen reageren vaak zeer furieus op wantoestanden maar rampen kunnen ook echt te groot zijn voor het menselijke bevattingsvermogen en in die gevallen blijven reacties vreemd genoeg gewoon uit.

Tot de dingen die het voorstellingsvermogen te boven gaan, behoren feitelijke genociden, gepleegd door de superrijken: het weigeren van de toegang tot Europa aan miljoenen oorlogsvluchtelingen en het onderbrengen ervan in concentratiekampen in Turkije. De moord op dertigduizend mensen, meestal kinderen, met het wapen van de honger - wel te verstaan: elke dag opnieuw dertigduizend. De massamoord op ongeboren kinderen welke vandaag alom wordt beschouwd als een mensenrecht.

Geheel onvoorstelbaar voor velen is het feit dat de top van de gezondheidszorg - alom ter wereld de caritatieve instelling bij uitstek - gedomineerd blijkt door een industrie die vooral bekommerd blijkt om het eigen gewin. In plaats van zorg te dragen voor de aan hen toevertrouwde psychiatrische patiënten, werkte onder de nazi's in Vlaanderen het medische corps zonder protest mee aan hun massale uitroeiing en dit gebeurde middels de verkapte en feilloze moordmethode van het vetloze dieet.1

De gezondheidszorg wordt gedomineerd door de farmaceutische industrie die in de top van de meest winstgevende bedrijven van het land op de allereerste plaats staat. Ziekenzorg werd sinds jaar en dag verdrongen door klantenwerving en als puntje bij paaltje komt, blijkt het van geen belang of de pillen genezen of ziek maken, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de softenonhistorie.

Op 7 augustus 2015 overleed op de leeftijd van 101 jaar de Canadese fysicus Frances Oldham Kelsey die werkzaam was voor de Amerikaanse FDA en die bekend werd omdat zij verhinderde dat het kalmeermiddel Thalidomide, met als bekendste merknaam Softenon, in Amerika slachtoffers zou kunnen maken: zij bewees de schadelijkheid ervan in 1961. Wereldwijd zijn er vele duizenden Softenonkinderen of kinderen die geboren werden met misvormde ledematen (focomelie) als gevolg van de toediening van dit medicijn aan hun moeder tijdens de zwangerschap. Het eerste slachtoffer - een kind dat geboren werd zonder oren - viel op 25 december 1956 maar het middel bleef op de markt tot eind 1961. De producent van Softenon, Chemie Grünenthal, probeerde de waarheid te verdoezelen maar onderzoeksjournalist Morton Mintz van The Washington Post bracht alles naar buiten in 1962. Pas in 2012 excuseerde Chemie Grünenthal zich voor de aangerichte schade, nadat het medicijn opnieuw op de markt kwam, onder meer als middel tegen kanker.2

Dat een economie die winst als hoogste goed in het vaandel draagt, gespeend is van ethiek, spreekt vanzelf maar bij het inbedden van de gezondheidszorg binnen een dergelijke economie, is het onvermijdelijk dat de zorgethiek door het winstbejag geheel wordt opgeslorpt en geperverteerd: de zogenaamde gezondheidsindustrie maakt massaal mensen ziek om hen daarop geneesmiddelen te kunnen verkopen en daar grove winsten uit te slaan. Of dat ook met het coronavirus het geval is, zal nog moeten blijken maar alvast is het zo dat farmareuzen zich reeds in de handen wrijven.

Het is hoe dan ook een feit dat in fel contrast met de kloosterzusters van amper enkele decennia geleden die onbezoldigd en vaak ten koste van de eigen gezondheid in hospitalen werkzaam waren en van wie de huidige verzorgers en verplegers met hun slopende job en met hun minimumloontje nauwelijks verschillen, een industrie bloeit die op de kap van zieken én verzorgers gigantische winsten boekt. De greep van deze industrie op dokters, verplegers en andere ziekenverzorgers kan tegengehouden worden door gewetensvolle ziekenverzorgers aan de top zoals toentertijd Frances Oldham Kelsey maar de geschiedenis toont helaas ook gevallen van het omgekeerde en de intussen courant geworden moorden op de klokkenluiders maken de strijd tegen dit kwaad er niet gemakkelijker op. Wellicht kan alleen de inplanting van een heel andere economie een oplossing brengen maar voor het aan banden leggen van de hebzucht zal meer nodig zijn dan alleen maar een vrijblijvende ethiek.3 4

(Tekst d.d. 30 april 2020)

(BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, Serskamp 2021, pp. 511v.)

1 Thys, Erik. (2015), pp. 231-267.

2 Bauwens, Jan. (2018), p. 135v.

3 Verdere verwijzingen:

https://en.wikipedia.org/wiki/Thalidomide

https://nl.wikipedia.org/wiki/Frances_Oldham_Kelsey

https://en.wikipedia.org/wiki/Morton_Mintz

4 Tekst d.d. 30 april 2020.


21-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Overname

De Overname

Ze kwamen naar binnen wandelen, hier, in de huiskamer, alsof het de meest normale zaak van de wereld was, ja, alsof ze hier ook woonden en thuis waren: insecten, zo groot als schildpadden, en welhaast even traag en houterig als deze laatsten, verplaatsten ze zich. Ze begaven zich naar de keuken en beklommen het aanrecht, op zoek naar iets om te eten.

Je kon niet kwaad op hen zijn en je had ook niet de neiging om ze te doden: niet omdat ze enorme bloedvlekken zouden achterlaten op het parket, maar omdat ze bij je een soort van medelijden opwekten, vooral dan door hun bewegingen die iets hadden van de manier waarop ouderlingen zich voortbewegen. Als je naar hen toe stapte, van plan om hen te pletten met de schoenzool, bedacht je je meteen: ze keken immers op, ze keken je aan, recht in de ogen, zoals katten dat kunnen, en het leek alsof ze vol vertrouwen waren, en dat vertrouwen wilde je op de een of andere manier niet beschamen, en daarom zag je af van je aanvankelijke neiging, en liet je hen begaan. Je deed een stap terug, en je keek alleen maar toe hoe ze naar binnen wandelden en zich doorheen de woonplaats werkten, over de harige tapijten waaraan de uiteinden van hun poten veelvuldig bleven haken, of welhaast even moeizaam over het gladde parket waarop de uitrusting van hun ledematen duidelijk niet voorzien was. Ja, heel even kwam het in je op dat je hen beter wat helpen zou, bijvoorbeeld door krantenbladen uit te spreiden over de vloer ten einde hen de moeizame verplaatsing gemakkelijker te maken, want het leed geen twijfel dat ze er al een heel lange tocht hadden opzitten.

Ze waren ongetwijfeld meegekomen met de helse winden die nu overal woedden, ze waren een product van het natte, klamme weer, van het veranderde klimaat, om zo te zeggen, want of ze alleen maar exotisch waren ofwel geheel nieuw, dat had geen mens kunnen uitmaken. Je had hen alvast nooit eerder gezien, je wist niet hoe ze heetten, of ze denken konden… niets wist je over hen. Spinnen boezemen angst in, padden afkeer, katten verwekken gevoelens van zorg, maar deze dieren, op de hun eigen manier, verwekten… medelijden.

Met velen waren ze: er liepen er al zeker dertig in de kamer rond toen je bemerkte dat ze er waren, maar ze bleven binnenkomen, met ganse colonnes, traag doch gestaag, en toen je door het raam naar buiten keek, zag je dat de voortuin er helemaal zwart van zag en, verderop, ook de straat, de velden.

Overal gingen ze de huizen binnen, en klaarblijkelijk liet elkeen hen begaan, omdat ze bij elkeen dezelfde wrange gevoelens van compassie verwekten: voorbijgangers bleven staan en keken de beesten na met open mond. Kinderen gingen hurken en negen zich met het gezicht tot bij de koppen van de beesten, die hen dan aankeken, recht in de ogen, en de kinderen dropen af en trachtten zich, voorzichtig, een weg terug te banen, naar huis, waar ze ook waren. Ze waren overal, ze beklommen muren, struiken, bomen, lantaarnpalen, daken…

En toen begonnen ze te eten, uiteraard, en nog meer medelijden kreeg je met hen, omdat je zag dat ze echt honger hadden, en je haalde alles uit de kast om ze te voeren: eerst hondenbrokken van de hond die nergens meer te bespeuren was, of het voeder voor de kat die evenmin nog was te zien, en dan opende je een blik sardienen, een doos melk, een blokje kaas. Ten slotte zette je de deur van de koelkast gewoon open, en die van de kelder, waar het fruit lag en de aardappelen…

In geen tijd was alles verorberd en, zoals je had gevreesd, begonnen ze nu ook te knagen aan je voeten.

Lomp waren ze niet: ze kwamen tot vlak voor je zitten, hieven de kop, en keken je aan, recht in de ogen, en wat kon je dan nog doen?! Wat kon je nog beginnen, als je hun getormenteerde blikken zag, zo vol van verdriet?! Zeg mij eens: wat viel hier tegen te beginnen?!

Een slijmerig vocht scheidden ze eerst af, dat ze op je schoenen lieten druipen en dat door het leer heen drong, waarna je het gewaar werd: je voeten werden geheel ongevoelig. Ze keken je weer aan, recht in de ogen, als om te vragen: “Werkt het al?”; “Werkt de verdoving al?”; “Ben je klaar?” “Mag ik beginnen bijten?” En wat kon je dan nog antwoorden? Wat anders kon je antwoorden dan: “Bijt maar, beestje, ga je gang en bijt maar, want je hebt ongetwijfeld honger nu, en elkeen moet leven in deze wereld, en het is tenslotte geen aardigheid dat de ene de andere opeet. Tast dus maar flink toe, en laat het je smaken!”

Pijn deden ze je niet, en het verdovend slijm gaf je zelfs een allerzaligst gevoel, het maakte je slaperig zonder dat je er meteen ook van in slaap viel, want je kon het gebeuren helemaal volgen tot op het eind.

Toen ze aan je ogen gekomen waren, keken ze je een allerlaatste keer aan, recht in de ogen, en dan wachtten ze geduldig nog een poos, als om je de gelegenheid te geven om nog eens rond te kijken, een allerlaatste keer. Kijken naar de wereld die ineens niet meer de onze was, want het was allemaal voorbij, en zij – zij waren nu de nieuwe mens.

(BRON: Jan Bauwens, Het eeuwige vuur en andere verhalen, Serskamp 2014.)


20-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slaaf van het geld


Slaaf van het geld

Eric A. Blair kon het weten hoe potentaten te werk gaan: hij was de zoon van de Schot Richard Blair die werkte voor het opiumdepartement van de Civil Service in de toenmalige Britse kolonie India. Zijn afkeer van de uitbuiting was danig groot dat hij zich als journalist en schrijver ging inzetten voor het arme Engelse werkvolk. Op zijn drieëndertigste ging hij deelnemen aan de Spaanse burgeroorlog aan de zijde van een communistische partij maar nadat hij er gewond raakte, was hij getuige van de meedogenloze heksenjachten van de stalinisten en keerde hij zich ertegen voor de rest van zijn leven, vooral in zijn Animal farm: de dierencommune ontaardt er in een dictatuur zoals ook het geval was met het communisme onder Stalin. De inspiratie voor zijn roman 1984 haalde hij uit zijn job bij de BBC Eastern Service welke samenwerkte met het Engelse Ministerie voor Informatie. Het totalitarisme was het schrikbeeld bij uitstek in zijn werk.

Hoe de commune ontaardt in een dictatuur, verhaalt ook de Nederlandse historicus Bas Van Bavel in De onzichtbare hand. Hoe markteconomieën opkomen en vergaan: de vrije markt ontstaat weliswaar vanuit een door het volk verworven onafhankelijke zelforganisatie en vrijheid maar paradoxaal genoeg resulteert zij dan via concurrentie, monopolievorming en politieke invloed uiteindelijk in onvrijheid: de rijke elite koopt politieke macht die de regels in haar voordeel verandert en zo worden onomkeerbaar rijken rijker en armen armer.

Edoch, ons inziens geheel onterecht schuift Van Bavel het euvel dan in de schoenen van 'het systeem', het kapitalisme, want de oorsprong van dit systeem berust uiteindelijk bij de kapitalist en dat is een mens gedreven door hebzucht vanuit de onderliggende perverse 'ethiek' van de middel-doelomkering die eigenlijk ontstaat vanuit het beginsel van de wraak: “voor wat hoort wat”; “een oog voor een oog, een tand voor een tand”. Daar ontstaat ook de notie 'bezit': “iets is van mij omdat ik het verworven heb”. En men verwerft dingen middels strijd of oorlog: het 'recht van de sterkste'. De specifieke economie die daaruit voortkomt, doet uiteindelijk zichzelf de das om omdat die intern contradictorisch is.

Het resterende structurele kwaad in de hele bedoening werd aan het licht gebracht door Max Weber waar hij stelt dat het kapitaal geheel onbedoeld tot stand komt vanuit de Calvinistische moraal met enerzijds de arbeidsplicht en anderzijds het als zondig afwijzen van het genot van de vruchten van zijn arbeid vanuit de overtuiging dat met de arbeid een schuld wordt afgelost zoals bevolen in Genesis 3 vers 19: "In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert."1 Maar ook hier is niet een onzichtbare doch een menselijke hand aan het werk, met name de hand die niet uitdeelt doch oppot. Werd daarentegen het Evangelische principe gehuldigd dat zich concentreert in het devies: “Laat uw linker hand niet weten wat uw rechter hand geeft”2, dan kreeg het kapitalisme geen schijn van kans.

Er is geen dictatuur zonder dictator, het totalitarisme wordt niet tot stand gebracht door de onzichtbare hand waarvan beweerd werd dat zij de vrije markt regelt: ook vandaag blijkt dat de vrije markt ontspoort ingevolge de onbevredigbaarheid van de hebzucht die vooreerst een zucht is, dat wil zeggen een verslaving, een tot slaaf worden en dat is iets heel anders dan een meesterschap. Het totalitarisme is een slavernij en het wordt gevoed door die waanzin van onbevredigbare verzuchtingen die ook Napoleon, Stalin en Hitler tot hun slaaf hadden: blinde gebiedsuitbreiding waaraan alles moest worden opgeofferd, zoals ook de drugsverslaafde alles opoffert aan zijn drug.

Depersonalisatie is uiteraard kenmerkend voor verslaving: het verlies van het meesterschap over zijn handelen is een zelfverlies; de verslaafde dient een deelsysteem van zichzelf dat hem als persoon volledig ten gronde richt; hij offert het geheel op aan een deel dat dan uiteraard eveneens mét het geheel waarop het berust, vergaat; hij zaagt de tak af waarop hij zit.

Verslaving depersonaliseert maar dit mechanisme werkt ook omgekeerd: depersonalisatie werkt verslaving in de hand omdat bij afwezigheid van een stuurman, het schip op drift raakt. Op die manier kan het depersonaliseren van het volk wellicht in een veel sterkere mate dan men geneigd is aan te nemen, bijdragen tot de algehele onderwerping of de verslaving van dat volk. Vergelijk het met de in middens van acteurs ontstane psychologische theorie dat emoties en hun uitingen elkaar veroorzaken: droefheid veroorzaakt wenen en blijheid de lach maar ook omgekeerd wekken tranen het verdriet op en brengt de lach vrolijkheid teweeg omdat wij nu eenmaal relationele en met empathie begaafde wezens zijn.

Maatregelen die al dan niet bedoeld de uniformisering in de hand werken, schakelen niet alleen mensen gelijk maar zij schakelen ze ook uit omdat mens-zijn samenvalt met persoonlijk-zijn en met uniek-zijn. Het archetype van het totalitarisme dat alle mensen gelijkschakelt en derhalve uitschakelt, is wellicht de godsdienst, die zich dan afspiegelt in het maatschappelijke model van de dictatuur, de theocratie, welke vandaag kennelijk wordt vervangen een seculiere verschijningsvorm in een zich uitrollend systeem waarvan sommigen zeggen dat het gestuurd wordt door een onzichtbare hand, terwijl anderen er de hand van de duivel in zien en nog anderen een snood plan van een zich verbergende elite.3

(Tekst d.d. 14 december 2020)

(BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 869-872).

1 Volgens de Statenvertaling.

2 Mattheüs 6:3.

3 Tekst d.d. 14 december 2020.


19-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het eeuwige vuur en andere verhalen (Jan Bauwens, Serskamp 2014)
Het eeuwige vuur en andere verhalen (Jan Bauwens, Serskamp 2014)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tuinen


De tuinen



“Wel!? Zijt ge daar alweer!?”

Omsk wist niet goed wat te zeggen. Het was al de tweede keer die nacht, en ook gisterennacht was hij daar geweest, misschien wel al zeven keer die week.

Daar stond hij dan, in die… mist. Eigenlijk was het geen mist, want het voelde niet koud aan of niet nat; het had alleen het witte, het half-doorzichtige van mist. Maar met mist kon je het wel het beste vergelijken.

De man tegenover hem – hij keek eigenlijk op hem neer, want hij stond wat hoger dan Omsk – werd nu eens door het mistgordijn omhuld, en dan weer was hij helemaal klaar te zien. Die man kon er blijkbaar niet om lachen, al maakte hij zich ook niet kwaad. Het kwam hem veeleer voor alsof hij er flink mee verveeld zat, en dat gaf hij ook aan Omsk te kennen:

“Ge doet mij weer lopen, beste vriend! En dat telkenmale voor niets! Ge blijft daar staan en ge komt niet verder? Gisteren zijt ge hier tot op de tweede onderste trede van de trap geklommen, en dan hebt ge rechtsomkeert gemaakt; en nu staat ge daar weer te drentelen… op welke trede staat ge nu, ik heb mijn bril hier niet… Vertel het eens!”

Omsk keek naar beneden, zag zijn eigen beeld weerspiegelen in het witte marmer dat met rode adertjes doorspekt was, alsof er bloed doorheen pompte, en hij moest zich concentreren om de treden te kunnen tellen, want daaronder duizelde het allemaal op de een of andere manier weg:

“Op de derde trede, meneer”, zei hij, en er was nog angst te bespeuren in zijn schuchtere stemmetje, als gevolg van de blik in de diepten.

“Zo… en hebt gij hoogtevrees misschien?”, merkte de man dan ook op.

“Eigenlijk niet, mijnheer…”, antwoordde Omsk.

“En waarom komt ge dan niet verder?”

“Het is weer beginnen kloppen, mijnheer…”, zo excuseerde Omsk zich.

“Zo… Ja, dat zeg je telkenmale, is het niet? Wat vervelend voor mij!”, riep de oude man uit, en hij wierp een blik in het gesternte, en keek dan weer op Omsk neer: “Ge begrijpt toch dat ik een oude man ben; gij doet mij telkens lopen voor niemendal!”

“Mijn verontschuldigingen, meneer, ik kan het echt niet helpen…”, klonk nu het dunne stemmetje van onze vriend.

De man zuchtte diep, zoals iemand zucht die ten einde raad is: “Ik sta hier al duizenden jaren, aan deze poort…”, en met een armzwaai wees hij naar de dikke, witte wolken achter zijn rug, waarmee zijn eveneens sneeuwwitte kleed zich wel leek te vermengen:

“Ik heb wel meer van die twijfelgevallen, weet u: lui die niet goed weten wat ze willen, en die eerst aankloppen en dan terugkeren…weer aankloppen, weer teruggaan… Maar de tweede of de derde keer komen ze dan toch binnen. Gij daarentegen… hoe is de naam weer, zegt u?”

“Omsk, meneer”

“Juist, ja… Gij zijt mij hier al tientallen keren komen storen, nietwaar? Ik zit net naar een interessant programma te kijken, ontspannen met een glaasje erbij, en… had ik het niet kunnen denken! Daar zijt gij dan weer!”

“Nogmaals mijn excuses, meneer, maar ik kan het echt niet helpen…”

“Ja, dat weet ik wel: het is weer beginnen kloppen, nietwaar… We zouden er iets moeten op vinden, hé? Nu, wat zijt ge van plan? Blijft ge daar staan of gaat ge terug?”

“Ik denk dat ik maar beter terugga, meneer”.

“Natuurlijk, natuurlijk… dat is het beste…”

“Het klopt nu weer zoals normaal, meneer, ik denk dat ik dus beter terugga”, herhaalde Omsk.

Het witte heerschap had het smekerige in zijn stem gehoord en in zijn daarop volgende optreden kon Omsk niets anders dan een weinig leedvermaak bespeuren: de heer keek hem heel aandachtig aan, boog zich warempel voorover om hem nog beter te kunnen zien, en beval:

“Kom eens een paar trapjes hoger! Zodat ik weet waar ik aan toe ben! Ge ziet lijkbleek, maar uw ogen kan ik zo niet zien… jaja, ik heb het tegen u: twee trapjes maar”, drong hij aan.

Nu was de pret in zijn stem echt goed te horen. Omsk had er de grootste moeite mee om zijn rechter voet op te heffen en die op de volgende trede neer te plaatsen.

Dit manoever ging gepaard met alweer een heftige steek in zijn hartstreek, waarna hij deze spier gedurende wel drie opeenvolgende seconden voelde fibrilleren. Dan volgden enkele uiterst onaangename want krampachtige trekkingen welke gepaard gingen met een licht verstikkingsgevoel, zodat Omsk eventjes naar adem moest happen en duizelig werd. Teneinde niet naar beneden te donderen, restte hem geen andere keuze dan zijn voet terug te trekken, zodat hij nu weer met de beide voeten op de tweede trede stond. En omdat hij tijdens deze zichtbaar stuntelige bewegingen als het ware bijna zijn evenwicht verloor, vond hij er dan ook een reden in om maar meteen nog een trapje lager te gaan postvatten.

Zijn hart leek hem hiervoor uitvoerig te bedanken met een hele reeks heel regelmatige slagen, en hij kwam zowaar weer op adem.

“Maar zó… kan ik helemaal niets zien!”, repliceerde de man in het wit, die zich nu weer oprichtte, kennelijk met grote moeite, de handen tegen het onderste deel van zijn lange, dunne rug gesteund.

Hij kermde eens, haast onhoorbaar, leek dan door een nieuwe, dichte wolk omgeven te worden, en Omsk voelde zich nu terugzakken uit de mist en zeeg met een zo grote snelheid dat hij er kriebels van kreeg in de buikstreek, achterwaarts doorheen het firmament.

Hij passeerde nu weer de weelderige tuinen waar hij telkenmale doorheen moest als zijn hart het dreigde te begeven, en hij kwam in een zeer vreemde extase, omdat ze aantrekkelijk en afschrikwekkend was tegelijk.



De tuinen… ze vertoonden patronen van een geheel onaardse regelmaat, niet te beschrijven, en ook niet voorstelbaar voor mensen in wakkere toestand. Nooit was er een schilder geweest, en er zou er ook nooit een geboren worden, die deze kleurenpracht vermocht af te beelden.

De belangstelling van Omsk voor de tuinen was bijzonder groot, maar tegelijk ook durfde hij er niet te lang of te aandachtig naar kijken, omdat hij wist dat dit niet ‘ongevaarlijk’ was. Regelmaat, ja, dat woord was hier van toepassing, maar deze term was lang niet krachtig genoeg om het betreffende spektakel weer te geven: hier toonde zich een patroon met een regelmaat van vormen en lijnen die mensen zich niet kunnen voorstellen. Een evenwicht van gestalten en van kleuren die het hele spectrum bestrijken, maar ook die delen van het spectrum die door mensenogen normaal nooit kunnen worden gezien: ultraviolet, infrarood…



Ach, dat zijn slechts woorden, wist Omsk: hier zijn geen woorden voor, dit zijn niet langer kleuren en vormen, geluiden of muziek: dit is wat àchter alle kleuren, àchter alle schilderijen, symfonieën, gedichten en noem maar op, verborgen zit. De tuinen zijn werkelijk de bronnen waaruit wij onze schamele patronen putten, het zijn de klankkasten, neen, de genen van de schoonheid zelf.

Was dit dan wat men het ‘Aards Paradijs’ noemde?

Omsk viel met een schok terug op zijn hoofdkussen. Hij zweette hevig, ademde ongemakkelijk, kon het gevoel van verstikking dat hem alweer de hele nacht in zijn greep had, niet van zich afwerpen. Zijn hart pompte, maar hield dan met pompen op, alsof het niet in staat was om te reageren op de volgende, zich opdringerig aandienende prikkel. Het koolzuurgehalte in zijn bloed steeg, gaf een krachtige impuls aan de Nervus Plexus Vagus of hoe heette dat zenuwcentrum in de nek ook weer, dat ons dwingt om naar adem te happen als wij het benauwd krijgen?

Hij hapte naar adem, doch het baatte hem niet; hij hapte andermaal, en nogmaals, werd beklemd door een plotselinge doodsangst, maar vooraleer die hem tot enige handeling kon aanzetten, voelde hij zich weer wegduizelen, en voor zijn ogen ontplooiden zich in al hun symfonische pracht opnieuw… de tuinen!

Dit is echt, zo zag Omsk nu heel duidelijk: deze tuinen zijn onvervalst, en hun onbeschrijflijke pracht getuigt van hun echtheid: noch ikzelf, noch enig ander mens had ooit kunnen bedenken wat zich nu voor mijn ogen afspeelt.

Hij verzette zich niet langer tegen de taferelen die in steeds toenemende mate zijn hele gezichtsveld vulden. Hij liet de muziek naar binnen stromen en verwelkomde het water uit de brede, klare stromen in de diepe, donkergroene dalen die in een bloemenweelde aan zijn voeten lagen. Hij voelde zich opstijgen boven dit alles, dat zich met zo’n nadrukkelijke pracht in zijn geest prentte, dat hij niet anders doen kon dan geloven dat iemand dit speciaal voor hem had voorbereid, zoals men ook speciaal voor iemand een gedicht kan schrijven of een lied, dat men hem of haar te zijner tijd ten gehore mag brengen. En hij steeg op, hoog boven dit alles, en dreef dan weg, ergens terzijde, en een plotse wind stak op, hagel kletterde neer tegen de ruiten…



Omsk zag dat het al klaar geworden was. Zijn toestand was lichtjes beter. Hij moest nog wat slapen, want hij was nog te vermoeid, zo kon hij de dag niet door. Hij trachtte rustig te ademen, aan niets te denken, de slaap te vatten. En hij realiseerde zich dat hij zich telkenmale als hij de ogen sloot, en nu opnieuw, begaf op dat terrein dat wij het gebied van de allergrootste onzekerheid plegen te noemen, het ‘kantje-boord’, het randje tussen het eenmalige leven en de volstrekte dood.



BRON: Jan Bauwens, Het eeuwige vuur en andere verhalen, pp. 199v, Serskamp 2014.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is het nieuwe coronavirus een biowapen?



Is het nieuwe coronavirus een biowapen?

De discussie over biowapens (virussen, bacteriën, schimmels, toxinen) kwam op gang ten tijde van de antrax-dreiging: de enveloppen met het witte poeder die her en der bij politici in de bus vielen waarna met de allergrootste zorg moest worden uitgemaakt of het talkpoeder betrof ofwel miltvuur, een bacterie die bij inademing longontsteking veroorzaakt en dan binnen de twee tot drie dagen tot de dood kan leiden.

Zoals algemeen bekend behoorden de volgende biowapens tot nog toe tot de meest gevreesde: antrax, pest, botuline en het pokkenvirus. Het ene is nog dodelijker dan het andere en er wordt gevreesd dat de Russen deze wapens op de zwarte markt hebben verkocht maar met het oog op grote aantallen slachtoffers bleef het grootste probleem voor terroristen de verspreiding van de ziektekiemen.

Wat betreft de antrax-affaire, is een misschien niet onbelangrijk detail dat de 'Amerithrax', zoals de FBI de anthrax-attacks in Amerika noemden1, aanvatten in de VS op 18 september 20012 en dat is precies een week na de terroristische aanvallen op de Twin Towers en op het Pentagon (respectievelijk het Wereld Handels Centrum en het Amerikaanse ministerie van Defensie) gepleegd door moslimfundamentalisten onder leiding van Bin Laden.

Het was overigens niet de eerste poging van moslimterroristen om het WTC te doen instorten: met de bedoeling om tienduizenden doden te maken, pleegden op 26 februari 1993 zes islam-extremisten er een bomaanslag met een bestelwagen geladen met 682 kg springstof waarbij zes doden en een duizendtal gewonden vielen. Op 11 september vielen 3000 doden en meer dan 6000 gewonden.

Dat zijn uiteraard vele mensenlevens maar in vergelijking met de slachtoffers van de wereldoorlogen is dat quasi niets: in de Eerste Wereldoorlog stierven 8,5 miljoen mensen, in de Tweede Wereldoorlog waren dat er 55 miljoen maar ingevolge de Spaanse Griep direct na WOI stierven in amper twee jaar tijd tussen 20 en 100 miljoen mensen. En dat kon terroristen wel eens op ideeën brengen.

En kijk: twee jaar na het begin van de anthrax-aanvallen, op 3 november 2003 publiceerde de CIA een document getiteld "The Darker Bioweapons Future"3 waarin de Nationale Academie van Wetenschappen concludeert dat de snelle vooruitgang van de biotechnologie oncontroleerbaar geworden is en een grote bedreiging vormt in het kader van biologische oorlogsvoering: nieuwe en dus onbekende door mensen gefabriceerde biologische stoffen ("engineered biological agents"), zo staat daar te lezen, kunnen veel meer kwaad aanrichten dan alle gekende ziekten.

Op de koop toe zijn die nieuwe 'wapens' ook nog eens moeilijk te detecteren, zo stelt het document. Er is sprake van stiekeme of verborgen virussen ("stealth virus") en zo zouden Australische onderzoekers aangetoond hebben dat het pokkenvirus maar ook de miltvuurbacterie dodelijker kunnen gemaakt worden door de inplanting in het natuurlijke virus van genen die de afweer kunnen vernietigen. Ook kunnen combinaties gemaakt worden tussen verschillende microben om aldus gewenste effecten te verkrijgen en zo kan bijvoorbeeld een milde ziekteverwekker die gekoppeld wordt aan zijn antigif, veel agressiever gemaakt worden, resistent tegen medicijnen of onzichtbaar voor het immuunsysteem.

Een lid van de onderzoekscommissie haalt het voorbeeld aan van een stiekeme virusaanval die een grote groep jonge mensen zou kunnen opzadelen met een ernstige vorm van artritis met als resultaat een massa zieken en een enorme klap voor de economie van het aangevallen land. De ontwikkelingen gaan dermate snel dat anticipatie onmogelijk is en men verwacht dat men dergelijke bedreigingen nooit tijdig zal kunnen beantwoorden. De wetenschap omtrent deze zaken is bovendien voor iedereen toegankelijk.

Geen twintig jaar later verklaart de ontdekker van het AIDS-virus, de nu achtentachtigjarige Nobelprijswinnaar voor de Geneeskunde Luc Montagnier dat covid-19 een door mensen gefabriceerd virus is, bestaande uit segmenten van het dodelijke HIV waarvoor nog steeds geen vaccin bestaat gecombineerd met een superbesmettelijk verkoudheidsvirus. In koor roepen bijna alle medici dat Montagnier zich vergist maar corona doet exact wat twintig jaar geleden werd beschreven als het voor de nabije toekomst te vrezen allergrootste kwaad. En de grafieken liegen er niet om.4 5

Tekst d.d. 12 juni 2020.

BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 594-596.

1 In een 96 pagina's document van 19 februari 2010, getiteld "Amerithrax Investigative Summary": https://www.justice.gov/archive/amerithrax/docs/amx-investigative-summary.pdf

2 Het poeder maakte toen vijf doden en nog 17 mensen werden besmet: https://en.wikipedia.org/wiki/2001_anthrax_attacks

4 Tekst d.d. 12 juni 2020.


18-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger


IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger

– Omsk Van Togenbirger, sorry dat ik stoor maar...

OVT: Kom binnen en snel wat want er is weer controle met heuse drones!

– Ik wilde u eerst niet storen maar...

OVT: Ga zitten, ik heb net koffie gezet!

– Heb je dat interview gezien met die Belgische filosoof?

OVT: Michel Weber? Jawel, ik heb de video gisteren beluisterd...

– En? Acht je mogelijk wat hij vertelt?

OVT: Wat denk je zelf?

– Volgens mij is dat pure paranoia.

OVT: Haha, paranoia: nog zo'n term die thuis hoort in het intussen welbekende rijtje: paranoia, complotdenken, angsthazen, asociaal, zonderling, wantrouwen, ondankbaarheid, burgerzin!

– Je acht het dus mogelijk dat het waar is wat die man verkondigt? Ik bedoel: wat hij daar insinueert over een aan de gang zijnde genocide?

OVT: De wereld is oververzadigd van de malthusianisten!

– De wereld is overbevolkt.

OVT: Dat is wat zij beweren, ja. Herinner u de aardverschuiving op Haïti. Bij het zien van al die arme mensen die hun behoefte deden in de greppels achter hun krotten, kwam een Belgische professor met een oplossing op de proppen: geef die arme vrouwen elk vijftig dollar in ruil voor hun sterilisatie, ze zullen het niet weigeren want hun kinderen lijden honger. De hele litanie van sir David Attenborough: let them starve! Te beginnen met de armen, dat zijn dan twee vliegen in een klap: minder mensen maar ook minder armen, alleen de rijken schieten over. Zijn ze echt zo dom dat ze zelfs geen vermoeden hebben waar hun rijkdom dan vandaan komt? Intussen jaren geleden berekende het tijdschrift Knack dat de welstand van de doorsnee westerling te danken is aan vijfenveertig slaven per persoon in de derde en de vierde wereld. Om de levensstandaard van een Attenborough op peil te houden, gaat het beslist om een veelvoud van dat aantal want die lui drinken geen water bij de maaltijd. Wie was het ook weer die onlangs nog op televisie de geniale gedachte rondbazuinde dat een wereld zonder mongooltjes een betere wereld is? Was dat niet die uitvinder van het Adamo-kussen? Ja, ik weet het, over de doden niets dan goed, maar het gaat hier wel om mensenlevens!

– Ja, maar dat heb je allemaal al dikwijls verteld...

OVT: En kennelijk nog niet vaak genoeg. Het gaat mij overigens niet zozeer om de onwetendheid van die prelaten, al is het al erg genoeg dat uitgerekend daar de onwetendheid zo groot is. Neen, het gaat mij om de onverschilligheid, om het volstrekte gebrek aan empathie. Het gaat hier over psychopathie, om dan maar Michel Weber te citeren. Zijn vergelijking met de reactie van de beheerders van de zinkende Titanic is, als je het mij vraagt, bijzonder realistisch. De gebeurtenissen zijn intussen een eeuw oud maar zij illustreren hoe waar het is wat Marx bijna nog een eeuw vroeger zegde: wij leven in een klassenmaatschappij; in de oorlogen die nog gevoerd worden, staan geen volkeren tegenover elkaar maar wel maatschappelijke klassen. De superrijken van vandaag regeren de wereld en zij doen dat eensgezind omdat hun onderlinge verwantschap niet een of andere afkomst, een fysieke eigenschap of een culturele interesse betreft maar het volledig betekenisloze en louter kwantitatieve kenmerk van hun rijkdom: het getalletje op hun bankrekening!

– Toch lijkt het mij overtrokken om te gaan geloven dat mensen, want het gaat nog steeds om mensen, zouden samenzweren om vier vijfden van de wereldbevolking te liquideren!

OVT: Schijn bedriegt. Kijk, ik geef u eens iets heel anders ter overdenking...

– Ik luister.

OVT: Heb ik je al gevraagd of je katholiek bent?

– Op papier wel, ja, maar men heeft mij niet gevraagd of ik gedoopt wilde worden, ik had immers niet eens kunnen antwoorden op die vraag, ik was amper één dag oud...

OVT: Precies, maar je begrijpt toch dat het voor je eigen goed was dat men je heeft gedoopt? Voor het welzijn van je ziel en dat wil zeggen: voor je welzijn in de eeuwigheid!

– Tja...

OVT: Maar goed, je weet dus wat het katholicisme is, of dat mag men dan toch wel veronderstellen, geloof ik?

– Jazeker...

OVT: Weet je ook hoeveel mensen... de doden niet meegerekend... er momenteel gedoopt zijn?

– Meer dan een miljard, vermoed ik.

OVT: 1,272 miljard.

– Dat is achttien percent van de wereldbevolking.

OVT: Inderdaad: op deze aarde is één mens op vijf katholiek en het katholicisme groeit nog; momenteel zakt het geloof hier in het westen een beetje weg maar je weet dat West-Europa maar een klein stukje van de wereld is: in Afrika kent de kerk een grote groei en ook in India zijn er alsmaar meer katholieken.

– Maar wat hebben de katholieken dan te maken met corona?

OVT: Ze hebben alles te maken met wereldheerschappij en wereldheersers zijn ze al tweeduizend jaar lang, of vergis ik mij?

– Neen, dat beweer ik zeker niet.

OVT: De jongste halve eeuw is de kerk hier wat weggeëbd maar ikzelf kan nog getuigen hoe het vroeger was. Nu, beeld je eens in: de katholieke wereld, wereldwijd, de ganse aarde omspannend, alle dorpen omgeturnd tot parochies met overal een kerk. Op bijzondere tijdstippen was er drie keer daags samenkomst van de gelovigen in de kerk en anders elke zondag, ja, en wie de zondagsmis in de wind sloegen, gingen beslist naar de hel, zo was het hier, of vergis ik me?

– Ik geloof je wel...

OVT: De mis, de gebeden, de gezangen en de zondagspreek: de voorloper van de televisie-uitzendingen, ja toch? Want nu hoeft men niet meer naar de kerk te gaan, de kerk komt bij u binnen via de plastieken plaat, de televisie!

– En de pc!

OVT: Inderdaad, de pc, ik loop achter... het internet... het gaat allemaal zo snel! Maar goed, toentertijd waren die dingen er nog niet en waren er alleen de kerktorens: vanuit een luchtballon gezien leek het land wel een speldenkussen van de vele kerktorens. Neem nu Gent: de kerken, de kathedralen staan daar letterlijk tegen elkaar aan gebouwd: de Sint-Michiels, de Sint-Baafs, de Sint-Niklaaskerk en dan nog de kerken terzijde van die as die samen met de genoemde drie een reusachtig kruis moesten vormen... En dat sinds duizend jaar! Over de ganse aardbol!

– Ja, zo is dat nu eenmaal...

OVT: In elk dorp, mijn beste, in elke parochie dus, een pastorie en een onderpastorie, nietwaar?

– Juist, ja. Dat zijn nu beschermde monumenten...

OVT: Kijk es aan. En onder de pastorie, mijn beste? Wat zeg ik? Onder élk van die pastorieën, de wereld rond... wat is of wat was daar te vinden?

– Onder de pastorie? Geen idee, beste Omsk Van Togenbirger...

OVT: Geen idee, mijn beste? Ikzelf heb nog staan kijken op het dorpsplein naar de verhuis van mijnheer pastoor die toen op rust ging: er stond een vrachtwagen bij de pastorie, een enorm voertuig! Hij zal wel wat groter geleken hebben dan hij in werkelijkheid was want ik was nog een kind en voor kinderen lijkt alles veel groter dan het in werkelijkheid is, heb jij dat nooit ervaren?

– Ja...

OVT: Ik ben onlangs nog een keer in het huis van mijn groottante binnen gelopen, het wordt binnenkort gesloopt, het was geleden van in mijn kindertijd en het kwam mij voor dat de plafonds naar beneden gekomen waren; vroeger leken die kamertjes wel danszalen! En zo zal ik mij ook wel vergissen in de grootte van die vrachtwagen aan de pastorie. Maar toch...

– Maar je had het over iets onder de pastorieën?

OVT: Inderdaad. Ik stond dus te kijken hoe de vrachtauto geladen werd met enorme kisten!

– Lijkkisten?

OVT: Hahaha, lijkkisten! Wel neen, mijn beste: wijnkisten! Wat zeg ik? Kisten vol wijn!

– Ja?

OVT: Ik kon de flessen zien liggen, blinkend in de zon, bestoft en donker, ze werden behandeld met speciale omzichtigheid, glas kan immers breken en zo te zien ging het om kostbaarheden. Ik heb het, mijn beste, over de wijnkelders onder alle pastorieën wereldwijd! En wat ik zeggen wil: de kerk, en dat sinds tweeduizend jaar, draait op de harddrug genaamd alcohol!

– Maar wat zeg je nu verduiveld!? Het gaat om miswijn! Miswijn is onontbeerlijk voor de mis, de consecratie, water en wijn worden één, het symbool van de menswording van god!

OVT: Je weet dus dat een priester dagelijks de mis moet doen? Dagelijks een beker vol met wijn? Vraag maar eens na bij medisch geschoolde mensen hoe groot de kans is dat iemand die dagelijks, al is het maar één slok van die harddrug naar binnen zwelgen, reeds na korte tijd verslaafd zijn! De dagelijkse miswijn brengt de verslaving op gang en met de wijnkelder bezatten zich op geregelde stonden alle pastoors, de hele grote wereld rond!

– Maar dat is kwaadsprekerij!

OVT: Ik herinner mij het verhaal van mijn oom die op de gemeente postbode was en voor dag en dauw uit de veren moest: hij liep op het dorpsplein met zijn brieventas de dorpspastoor tegen het lijf, zo vertelde hij op keer. De eerwaarde moest zich vastklampen aan de smeedijzeren hekken die het kerkhof dat het kerkgebouw omgeeft, afbakenen. Om niet omver te vallen, begrijp je? En de eerwaarde vroeg aan mijn oom, met de bijzondere tongval eigen aan mensen die wijn hebben genuttigd, welke kant hij op moest: links of rechts! Begrijp je? Hij was gaan dineren bij de dokter van het dorp en hij was tot bij de kerk geraakt maar verder wist hij het ook niet meer, de pastorie ligt even verderop, terzijde van het kerkhof, en daar ligt ze nog steeds, je kan gaan kijken...

– Iedereen is al een keer dronken geweest...

OVT: Alcohol is een harddrug. Alle pastoors, de wereld rond, hebben of hadden diepe kelders vol met rode en met witte wijn waaraan ze zich bezatten. Werden zij gepromoveerd tot deken, dan gingen zij resideren in een dekenij, een gebouw dat nog wat groter is dan een pastorie, en ook met een wat diepere kelder, met daarin nog meer kisten wijn. Toegegeven: die kisten wijn maakten zij ongetwijfeld niet in hun eentje soldaat, een deken krijgt vaker bezoek van klassegenoten of hoe zegt men dat?

– Mensen van dezelfde stand...

OVT: Juist, ja. Maar er zijn dus nog promotiekansen eens men tot deken is benoemd: bisschoppelijke paleizen, zoals de naam het zelf zegt... nomen est omen... zijn nog een stuk groter dan dekenijen, nietwaar? En de kelderruimten daaronder zijn navenant. En ook die kelders staan niet leeg: zij worden goed gevuld gehouden en niet met water, want hulpbisschoppen en bisschoppen drinken geen water bij de maaltijd, of moet men zeggen: het diner? Ook deze nog wat grotere kelders worden tijdig bevoorraad om ook de wat grotere buiken van de prelaten tijdig op te kunnen vullen met... ik zei bijna het gerstenat, mijn beste, maar gerstenat is voor de paters, zijn zij niet bekend om hun sterke bieren? Wijn bevat meer alcohol dan bier, het wordt gemaakt van druiven, en als dat niet sterk genoeg meer is, schakelt men automatisch over naar cognac, dat ken je toch? Cognac, als ik het goed heb, is geconcentreerde, of beter: gedistilleerde wijn. Het voordeel van cognac is dat de buiken niet groter hoeven te worden om eenzelfde hoeveelheid alcohol naar binnen te kunnen werken.

– Wat een onzin! Als dit waar was: wie zou dit allemaal betalen!?

OVT: Iederéén ging naar de mis, mijn beste: wekelijks, de wereld rond, drie geldomhalingen per zondagsmis, vier missen op één zondag, een vroegmis voor de armen en een hoogmis voor de rijkere burgerij. En weet je wat een kerkelijk huwelijk kost? Bijna iedereen moest huwen en zonder meer iedereen wordt begraven: wat kost een begrafenis, denk je? Eerste en plechtige communiefeesten, hoogdagen... en dan hebben we het nog niet gehad over de aflaten, volgend op de donderpreken van de predikheren, de dominicanen of de domini canes, wat wil zeggen: de honden van de heer, zoals ze zich met zelfspot noemden, die speciaal afzakten om omhalingen te doen voor de missies of om de stervenden te begeleiden... Maar waar waren we gekomen?

– Bij de cognac... de bisschoppen, bedoel ik...

OVT: Juist, ja... En dan is het nog lang niet gedaan, mijn beste: ook bisschoppen kunnen nog promoveren, zij kunnen aartsbisschop worden en daarna nog kardinaal. Tenslotte verhuizen zij naar het Vaticaan, een heuse staat zonder vrouwen en achter hoge muren, een enclave binnen Rome, het centrum van de wereld sinds het begin der tijden. Ken je Dante?

– Dante Alighieri?

OVT: Precies. In zijn Commoedia beschrijft hij, en dan nog op rijm, hoe in de hel de duivel huist en dat is in 't centrum van moeder aarde, aan wiens hart hij onafgebroken zit te knagen!

– Ja, dat herinner ik me... Maar waar wil je nu eigenlijk naartoe?

OVT: De harddrug alcohol heeft enkele specifieke uitwerkingen op de menselijke geest, mijn beste: het zal je niet onbekend zijn dat men vergoelijkend spreekt over geestrijke drank alsof het om een geestverruimend middel ging?

– Dat zegt men inderdaad, ja...

OVT: En is alcohol dan geestverruimend?

– Kennelijk niet, neen.

OVT: Kijk, dat wil ik nu zeggen: alcohol is een bijzonder afstompende drug. Wie onder invloed zijn, en ik verzin dat niet, de verkeersdoden kunnen hiervan getuigen... wie onder invloed zijn en dan bijvoorbeeld autorijden, geven zich geen rekenschap meer van de waarde van een mensenleven; zij beseffen niet langer dat zij het leven van anderen in gevaar brengen, of vergis ik me?

– Neen, dat is inderdaad zo...

OVT: Na de consumptie van alcohol gaat men lijden aan zelfoverschatting, om niet te zeggen dat alcohol megalomanie veroorzaakt, grootheidswaanzin. Zoek het maar op, het staat in Wikipedia! En de kater, het delirium, toont aan de verslaafde beelden... rechtstreeks uit de hel!

– Dat schijnt zo te zijn, ja...

OVT: Grootheidswaan en gewetenloosheid: precies wat men nodig heeft om mensen te manipuleren! Wat zeg ik? Om ongehinderd massa's mensen te kunnen beliegen, bestelen en in oorlogen of op brandstapels om te brengen! Ken je de geschiedenis een beetje?

– Ik heb zoals iedereen school gelopen...

OVT: De maatschappij moest maar eens worden ontschoold... Maar ik verzin dus helemaal niks, mijn beste!

– Maar wat bedoel je dan?

OVT: Wacht, we zijn er bijna, bijna...

– Hemeltje... laat mij eerst eens ademhalen...

OVT: Mijn verhaal is bijna rond, mijn beste: ik zal het kort houden.

– Doe dat alsjeblief...

OVT: Alcohol is nu een beetje uit de tijd. Zoals ook de kerk trouwens: er zijn nu andersoortige heersers...

– Logebroeders, bedoel je?

OVT: Het hiernamaals heeft afgedaan, het zogenaamde hiernumaals is in trek: de hel schrikt niet langer af, de mensen aanbidden de duivel, alleen voor de pijn gaat men nog op de vlucht. Men zoekt de lust en men krijgt er niet genoeg van, het geld is god geworden, de aanbidders van de mammon heersen over de aarde, het zijn de miljardairs, hun speelterrein is de wereld, voorlopig nog vol met mensen, acht miljard stuks, het zijn warempel hun tinnen soldaatjes. Met geld kan je toch alles kopen? Deze lui drinken ook niet meer, zij snuiven en zij spuiten! Cocaïne, heroïne! Is een beetje anders nog dan alcohol. En dan hebben we het nog niet gehad over de nieuwe drugs waarover wij, gewone mensen, helemaal niets weten, maar de farmacie staat niet stil!

– Wat bedoel je dan?

OVT: Marx schreef dat godsdienst opium is voor het volk.

– Ja...

OVT: Waarmee hij tevens zegde dat de hogere klassen opium verkozen boven godsdienst, het volk kon geen opium betalen...

– Ja...

OVT: Vandaag gaat al het geld der rijken naar de hemel die verkocht wordt door de hedendaagse farmacie: de armen zoeken soelaas bij hun spelconsoles maar de rijken slikken, snuiven en spuiten dat het een lieve lust is!

– Je overdrijft!

OVT: Drugshandelaren verdienen fortuinen, veelvouden van wat industriëlen overhouden aan hun werk! Van wie in rijkdom baden, weerstaan slechts uitzonderingen aan de verleiding van de kunstmatige paradijzen, verkregen door drugs waarmee alcohol allang niet meer kan wedijveren! Die megaverdieners kopen zich in de politiek in en zo komt het dat waanzinnigen het presidentschap van de allermachtigste staten buit maken en prompt het schip van de wereld moeten besturen!

– Hemeltje! Is dat dan werkelijk zo?

OVT: Zie je het verband met de beschonken chauffeur, mijn beste? En waar alcohol het geweten wegvaagt en in plaats daarvan de grootheidswaan installeert, doen die nieuwe drugs dat op een wel duizend keer krachtiger manier. Je weet toch uit het nieuws hoeveel ton drugs men om de haverklap in beslag neemt, hier in de haven van Antwerpen, bijvoorbeeld, en hoe men er in het nieuws aan toe voegt dat het gaat om slechts het topje van de ijsberg? Het doet me weer aan de Titanic denken, de eersteklassers daar... Ik hoorde van een psychiater dat het allang uitzonderingen zijn onder de rijken, die aan die dodendans der drugs weten te ontsnappen. Welnu, die lieden regeren nu de wereld, volstrekt gewetenloos.

– Andermaal: hemeltje!

OVT: En wellicht heb je hiermee meteen het antwoord op je vraag van zo-even: wat Michel Weber vertelt, is niet eens vergezocht: iedereen die het nieuws een beetje volgt en die daarbij logisch nadenkt, zou tot exact hetzelfde besluit moeten komen. Of vergis ik me?

(Tekst d.d. 15 januari 2021)

(BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 924-935).


17-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Exorcisme en Corona


Exorcisme en Corona

Als een vrouw moeder wordt, dan houdt de katholieke kerk haar voor dat haar kind helemaal niet oké is: uw kind, mevrouw, is van de duivel, zo zegt de kerk. Meer bepaald is het door uw eigen zonde met het kwaad besmet. U kunt het niet zien maar wij, ingewijden, zien het des te beter: de ziel van uw kind is zo zwart als roet en als u niets onderneemt, wacht uw kind de eeuwige dood in het vuur van de hel. En dat is warempel uw verantwoordelijkheid. Maar er is een remedie: u moet uw kind zo spoedig mogelijk laten dopen. Het doopsel maakt de ziel weer gaaf; het doopsel grift een onuitwisbaar merkteken in de ziel. Voor wie het nog niet wisten: het doopsel is een duiveluitdrijving.

Spoedt zich de moeder met haar pasgeborene naar de kerk alwaar een exorcist haar opwacht om aldaar in het plechtige bijzijn van getuigen in het wit de rituelen uit te voeren en de Latijnse formules uit te spreken welke de Satan (in de Bijbel geïdentificeerd met een giftige slang) verjagen zullen en pas dan is het kind veilig, wat wil zeggen dat het gerust kan sterven: na zijn dood zal het immers niet langer aan de duivel toebehoren, het is gewis gered!

En de moeder doet wat de kerk van haar verlangt, zij is immers gewetensvol en denkt: met zijn kind kan men maar beter zeker spelen en baat het niet, dan schaadt het ook niet. En de vader sluit zich braafjes bij de moeder aan: zij meent het goed, zo sust hij, het is gewoon traditie en wat water kan geen kwaad.

Maar intussen werden zij gelovigen, uiteraard omwille van het kind, en gaan zij naar de mis, belijden zij een kannibalistische mysteriegodsdienst en gehoorzamen zij aan het gezag van een stokoude, gemijterde en gekazuifelde paus die vanuit het mysterieuze, ontoegankelijke en schatrijke Vaticaan in Rome al tweeduizend jaar lang de wereldpolitiek naar zijn wit gehandschoende hand zet. Intussen zijn zij radertjes geworden van een blindelings gehoorzamende en perfect geordende massa die op bevel bidt en zingt maar voor hetzelfde geld naar het front trekt, in oorlogen die enkel lafaards schuwen, gesteund door de god van het enige ware geloof. Wie nota bene deze feiten miskennen, loochenen de wereldgeschiedenis van de jongste tweeduizend jaar.

Maar het geloof is nu verouderd, de mensen krijgen er lucht van dat heren onder hoge, glinsterende hoeden hen dingen op de mouw hebben gespeld om met hun centen aan de haal te kunnen gaan. Het geloof dient nu vervangen, de hoge burgerij zendt haar telgen niet langer naar de seminaries, voortaan moeten zij zich onderscheiden aan gerenommeerde universiteiten. De titel van Eerwaarde klinkt niet langer eerbaar, men moet nu Dokter, Doctor of Professor op zijn naambord hebben staan om nog ontzag te kunnen inboezemen, uit te kunnen pakken met zijn goocheltrucs en inkomgeld te kunnen vragen. De heilig hostie, product van het verbond tussen hemel en aarde, conglomeraat van alle kosmische krachten en concentraat van levenselixir, bewaard in de sacristie - de apotheek van god - om genuttigd te worden door de zondevrije en gelouterde belijder, doet het godbetert niet meer: zij werd vervangen door de pil waarbij men zich de woorden van de honderdman herinnert: "...en ik zal weer gezond worden". De pil, zij krijgt warempel alle ziektekiemen klein en overwint de dood, precies zoals de heilige hostie placht te doen in vroegere tijden.

Wordt vandaag een vrouw moeder, dan houdt de medische wetenschap haar voor: uw kind, mevrouw, is ter dood veroordeeld. En dat is een gevolg van de ongehoorzaamheid van de mensen aan de opgelegde reglementen voor de volksgezondheid: uw kind is door uw eigen fouten met het kwaad besmet. U kunt het niet zien maar wij, ingewijden, zien het des te beter: de kernen van de cellen van uw kind zijn gecorrumpeerd met gif ('gif' in het Latijn is 'virus') en als u niets onderneemt, zal uw kind ziek worden, helse pijnen lijden en al heel gauw zult u uw oogappel verliezen. En dat is warempel uw eigenste verantwoordelijkheid. Maar klaag niet want wij hebben een remedie: u moet uw kind zo spoedig mogelijk laten inenten. De vaccinatie maakt de lichaamscellen gaaf; het vaccin grift een onuitwisbaar merkteken in het lijf. En voor wie het nog niet wisten: de vaccinatie is een virusuitdrijving.

Spoedt zich de moeder met haar boorling naar de kliniek alwaar een gehandschoende arts haar opwacht om aldaar de rituelen uit te voeren volgens de formules van de farmacie welke de ziekte gaan verjagen en pas dan is het kind veilig: het zal niet sterven aan het virus, het is gered!

En de moeder doet wat de dokter van haar vraagt, zij is immers gewetensvol en denkt: met zijn kind kan men maar beter zeker spelen en baat het niet, dan schaadt het ook niet. En de vader sluit zich braafjes bij de moeder aan: zij meent het goed, zo sust hij, het is gewoon traditie en een spuitje met wat water kan geen kwaad.

Edoch, intussen werden zij gelovigen, uiteraard omwille van het kind, en lopen zij met de regelmaat van de klok bij de huisarts binnen, zij laten zich soigneren in klinieken, zij onderwerpen zich aan handelingen van topdokters die zij niet verstaan en die nog onbegrijpelijker worden door al het Latijn in de nomenclatuur en zij gehoorzamen aan het gezag van ingewijden in witte uniformen die statige klinieken bevolken en hoge titels voeren, die mensenlijven opensnijden, organen transplanteren en ziekenkassen pluimen welke ad infinitum gespijzigd worden door massa's anonieme arme drommels die dagelijks om half vijf in de ochtendmist staan te wachten op hun boemeltreintje naar het werk totdat zij zevenenzestig zijn. Ja, die bijwerkingen nemen wij er zonder protesteren bij.

Zo hoort het eigenlijk in de krant te staan:

Het leven is niet langer gratis. Vanaf vandaag is het lichaam van alle mensen die geboren worden, ingevolge virus of gif corrupt. Reeds na een korte wijle sterft men een gewisse dood. Precies zoals de planten die niet bespoten worden met het vergif van Monsanto. Inderdaad, vanaf vandaag moet men zijn leven kopen. Een prikje vrijwaart een mens voor zeven maanden tegen een gewisse dood en uiteraard kost een vaccin veel geld, het leven immers was altijd al onbetaalbaar, of wat had u gedacht? Maar in dat perspectief is heel veel geld een prikje. Telkens na zeven maanden kunt u verlengen met de betaalkaart. Doen! - zo bent u weer voor een hele tijd gerust.1

BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 521v.

1 Tekst d.d. 7 mei 2020.


16-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Minister Crevits en de reconstructie van de slavernij

Minister Crevits en de reconstructie van de slavernij

Herhaling van de tekst n.a.v. de publicatie “Langdurig werkzoekenden activeren met gemeenschapsdienst” van minister van werk Hilde Crevits1:

Vandaag zijn er wereldwijd zo'n veertig miljoen slaven2: zonder de loonslaven erbij is dat nog steeds een bijzonder groot aantal maar toch blijft het slechts een half percent van de wereldbevolking. Ooit was dat anders en vormden de slaven een meerderheid, zoals bijvoorbeeld in de Helleense beschaving. Voor de geschiedenis van de slavernij raadplege men de aparte tekst: "Hoe Europa groot en rijk werd"3, waar verwezen wordt naar onder meer de recente publicatie van de Zweedse historicus Dick Harrison.4 Het onderwerp van de onderhavige tekst betreft de hardnekkige poging van een elite om de slavernij te veralgemenen - een aan de gang zijnde omwenteling die rampzalig is voor het volk maar die jammer genoeg al te dikwijls onopgemerkt blijft, terwijl de betrokken elite hiermee niet aan haar proefstuk toe is, getuige het nog onvolprezen werk van Michel Foucault.

De tactiek die in de moderne tijd gebruikt wordt om van arbeiders slaven te maken, heeft in de loop van de jaren weliswaar enkele wijzigingen ondergaan maar bleef in essentie onveranderd. In zijn Geschiedenis van de waanzin beschrijft Foucault het fenomeen van de degradatie van werklieden tot slaven omstreeks 1650. Er is dan een economische omwenteling die werkloosheid meebrengt onder de arbeidersbevolking en de werklozen worden verplicht om te gaan bedelen. Omstreeks die tijd is de lepra uit Europa geweken en komen de tehuizen voor leprozen leeg te staan. Men besluit dan om de bedelaars en de zwervers op te pakken en in die tehuizen onder te brengen en alleen al in Frankrijk worden zo'n 65.000 zwervers geïnterneerd. De plekken waar zij opgesloten zitten, worden 'verbeteringsgestichten' genoemd alsof de schuld van hun werkloosheid bij de zwervers zelf lag: zij worden geculpabiliseerd en behandeld alsof zij geen verstand hadden. Zij krijgen onderdak en voedsel maar leven in gevangenschap. Alras wordt gezegd dat zij op de kap leven van de maatschappij en er wordt beslist dat zij moeten werken voor de kost. In de praktijk werken de geïnterneerden even hard als toen zij nog het statuut van arbeider hadden, maar in deze nieuwe constellatie houden zij er financieel quasi niets aan over: zij werken immers voor kost en inwoon. Uiteraard heeft dat gevolgen voor de rest van de economie: de goedkope arbeidskrachten die de geïnterneerden feitelijk zijn, zorgen voor concurrentievervalsing: de fabrieken kunnen niet langer concurreren met de gestichten: zij moeten sluiten en bijgevolg vallen nog meer arbeiders zonder werk. Op hun beurt gaan zij bedelen, zij zijn dus landlopers, zij worden opgepakt, geïnterneerd en verplicht om te werken 'voor de kost'; uiteraard produceren zij goedkoper dan de fabrieksarbeiders die opnieuw werkloos worden en op die manier worden gestaag alle vrije en goed betaalde arbeiders omgevormd tot geïnterneerde slaven die dwangarbeid verrichten. Het is de bedoeling dat binnen de kortste keren de maatschappij op louter slavernij gaat draaien.5

Vandaag worden gelijkaardige scenario's alom schering en inslag, kennelijk zonder dat de gedupeerden goed kunnen begrijpen wat er feitelijk aan de hand is, laat staan dat zij de wantoestanden zouden kunnen verwoorden. De economie zorgt ervoor dat op de redelijk betaalde en de door sociale rechten beschermde arbeidsplaatsen steeds meer mensen in de werkloosheid belanden. De werklozen belanden in de zogenaamde 'vierde wereld'; zij worden via culpabilisering weerloos gemaakt en zij bezwijken onder de druk tot herscholing tot vormen van arbeid die vaak ver beneden het niveau van hun opleiding liggen of van hun aanvankelijke job. Dikwijls worden op de koop toe hun plaatsen ingenomen door onbekwame lieden die daar neergepoot worden in een carrousel van nepotisme en vriendjespolitiek.

Niet alleen in de vierde wereld worden mensen aldus systematisch tot slaaf gemaakt; in derdewereldlanden draait een vergelijkbare mallemolen: in vroegere Oostbloklanden, in China, Vietnam, Cambodja, India en Afrika planten gewetenloze opportunisten fabrieken neer om de bevolking daar uit te buiten en met als enig oogmerk het eigen profijt en deze schurken ondermijnen tegelijk de economie in hun land van herkomst. Uitgerekend deze grootverdieners weten zich te onttrekken aan het belastingstelsel zodat zij op de koop toe helemaal niet bijdragen aan de slachtoffers van het sociaal stelsel van onrecht en ontmenselijking dat zij zelf hebben gecreëerd. Deze dievenbende investeert in de bankwereld die haar fortuin op de Kaaimaneilanden parkeert terwijl zij bij de overheid schooit om geld en zij zal binnenkort godbetert ook nog profiteren van de enorme schuldenberg in het zog van de coronacrisis die immers het volk zal verplichten om bij deze gangsters een feitelijk nooit af te betalen lening aan te gaan. En dat laatste is dan de zogenaamde schuldslavernij.6



Tekst d.d. 28 mei 2020.

BRON: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 561-563.

Zie ook: Christus, de kerk en de armen in: Panopticum Corona, pp. 549-551. Zie: 170161.pdf (seniorennet.be)

3 Bauwens, Jan. (2021), deel 1: Hoe Europa groot en rijk werd, in: Panopticum Corona , pp. 317v. Zie: 170161.pdf (seniorennet.be) 

4 Harrison, Dick. (2019). De geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel, Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets historia, Historiska Media, Zweden 2015).

5 Foucault, Michel. (2013), Geschiedenis van de waanzin, Boom/Amsterdam 2013 [Oorspronkelijk: Folie et déraison. Histoire de la folie à l'âge classique, Paris: Plon 1961]., pp. 55-72.

6 Tekst d.d. 28 mei 2020.


15-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Hannah Arendt citaat

Hannah Arendt citaat


"Wat mensen in de niet-totalitaire wereld klaar stoomt voor de totale overheersing, is het feit dat de verlatenheid, die ooit een grenservaring was, meestal ondergaan in bepaalde marginale sociale situaties zoals de oude dag, voor de steeds groeiende massa's in onze eeuw een alledaagse ervaring geworden is."

Hannah Arendt, Totalitarisme, p. 348-349.

Zie: http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170159.pdf



13-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MO* farmaceutische-bedrijven-verkiezen-winst-boven-mensenlevens

MO* farmaceutische-bedrijven-verkiezen-winst-boven-mensenlevens


https://www.mo.be/nieuws/farmaceutische-bedrijven-verkiezen-winst-boven-mensenlevens



12-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verschijnt binnenkort:
Verschijnt binnenkort:


Inhoud

I. Het grote interview met Omsk Van Togenbirger 11

II. Hannah Arendt over Totalitarisme 72

1. Inleiding 72

2. "Gewone mensen weten niet dat alles mogelijk is" 79

3. De morbide aantrekkingskracht van het kwaad 82

4. Blinde trouw vereist een geloof zonder inhoud 85

5. De fabricatie van mensen die ernaar verlangen nummers te zijn 87

6. De griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld 90

7. Totalitaire propaganda en de beperkte houdbaarheid van leugens 93

8. Totalitarisme, de verwisseling van fictie en werkelijkheid en het prijskaartje daarvan. 95

9. De totalitaire staat 100

10. De geheime politie en facebook, experimenten en liquidaties 104

11. Totale overheersing 109

12. De levende dode, de triomf van het totalitaire systeem 112

13. De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie en tussen waar en onwaar niet langer bestaat 116

III. Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme 124

1. Over de hybris 124

2. Over de zonde tegen het lichaam 127

3. Over de opruiming van mensen 132

4. Over de atomisering van leden van minderheden 135

5. Over 'overbodige mensen' 136

6. Over het over het hoofd geziene religieus totalitarisme 142

7. Over het totalitair regime en zijn corrupte wetten 145

8. Over de productie van de dood 150

IV. "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag 155

1. Van bekeringsijver naar massamoord 155

2. Censuur 158

3. Boekverbranding is de voorbode van moordpartijen 163

4. Biezebaaze 165

5. De moordmachine 168

6. Wetenschappelijk reductionisme en totalitarisme 173

7. Totalitarisme, wetenschappelijk reductionisme en kapitalisme 177

8. Orde, vrijheid, totalitarisme, materialisme en slavernij 181

9. De constellatie van het totalitair systeem 187

10. Het goddelijk vermaak 191

V. Drugsbaronnen aan de macht 194

1. Theologiestudenten 194

2. Amphioen en de doodskoppen van Kali 197

3. Goden zijn demonen 200

4. Dekolonisatie: machtswissel der baronnen 203

5. Het nieuwe opium 208

VI. Resterende artikels: Penrose, Mannoury, Steiner en nog enkele andere teksten 212

Enkele bedenkingen bij Roger Penrose 's bewustzijnstheorie 213

'Mathesis en Mystiek': enkele bedenkingen bij Gerrit Mannoury 265

Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's 'Filosofie der vrijheid' 296

1. Synthese 296

2. Bedenkingen 311

Nog enkele resterende artikels 340

Mattias Desmet over massavorming 340

De waarheid en extreemrechts 342

Het Ministerie van Waarheid en de libricide 343

Zo verglijdt onze democratie in een autocratie 346

Schimmels 350

Het gevaar van exclusie (van ongevaccineerden) 357

Het ereschavot als tribunaal 368

Het nieuwe geweld en de hypocrisie naar religieus model 370

Een interview met Omsk Van Togenbirger over aanstaande historische gebeurtenissen 373

In duisternis gehuld 378

Het einde van de gemeenschapszin beëindigt de gemeenschap 380

Wordt de westerse vrijheid hoe dan ook bedreigd? 383

Hoe Oekraïne zijn kernarsenaal werd ontfutseld en nu ook zijn landbouwgronden 386

De pandemiepolitiek en extreemrechts 388

Lebensraum 398

Het onverstand van identitaire bewegingen 399

Partijdigheid en kuddegeest 401





08-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Partijdigheid en kuddegeest



Partijdigheid en kuddegeest

De structurele onmogelijkheid tot het spreken van de waarheid is inherent aan een democratie en het is een niet lichtzinnig op te vatten tekort omdat het deze eminente staatsvorm fataal kan worden. (1) Maar nog een ander en misschien nog meer verraderlijke eigenschap van de democratie is dat zij de illusie creëert van quasi absolute keuzevrijheid.

De vrijheid om te kiezen tussen bijvoorbeeld een liberale en een socialistische staatsvorm lijkt oppervlakkig beschouwd alle keuzemogelijkheden te omvatten terwijl de keuze zich in wezen beperkt tot één enkel thema - in dit geval de vraag of hetzij het individu, hetzij de staat belangrijker is en voorrang moet krijgen.

Het zich aanbieden van de zelfstandigenpartij naast de socialistische hypnotiseert de kiezer omdat ze hem verblindt voor andere thema's die nieuwe tweedelingen in het leven roepen (en dat zijn er principieel zelfs een eindeloos aantal) zoals bijvoorbeeld groen of niet groen, religieus of atheïstisch, nationalistisch of universeel, multicultureel of identitair...

Dat de kiezer maar weinig weerstand blijkt te hebben tegen de illusie die de hem aangeboden keuzes creëren, kan slechts verklaard worden vanuit de natuurlijke neiging om zich aan te sluiten bij een groep, met andere woorden: vanuit de kuddegeest.

Om die reden ook spreekt Hannah Arendt over de noodzaak voor totalitaire systemen tot het vormen van massamensen: pas wanneer men erin slaagt om personen te reduceren tot kuddedieren, kan men hen met dergelijke illusies opzadelen. (2)

Terwijl men gelooft te beschikken over de vrijheid om te kiezen, trapt men dan alleen maar in een goed geprepareerde val en laat men zich in een keurslijf dwingen dat onmogelijk kan passen omdat het niet gemaakt is voor de mensen maar wel andersom: de mensen moeten zo geboetseerd en verwrongen worden totdat ze in het keurslijf passen.

Daarentegen zouden vrije mensen moeten kunnen antwoorden: uw thema's interesseren mij niet, ik bepaal zelf wel wat ik belangrijk vind.

Maar hier blijkt dan het uiteindelijk dictatoriaal karakter van de democratie en het illusoir karakter van de door haar beloofde vrijheid: men kan de aangeboden keuzes niet afwijzen omdat de vrijheid om te kiezen meteen een verplichting daartoe is: de thema's worden door het systeem bepaald en aldus verloopt de communicatie in slechts één richting: van de preekstoel naar het volk toe. Het aanbod van keuzes verkapt slechts dat men alleen maar bevelen te slikken heeft.

(J.B., 8 december 2021)

Verwijzingen:

(1) “”Hoe komt het dat het ware vertoog in de democratie machteloos is?", zo vraagt Foucault zich af en hij komt tot een bijzonder besluit: de democratie kan de goede van de slechte redenaar niet onderscheiden, zij moet hoe dan ook luisteren naar de meerderheid (de slechtsten) terwijl de besten in de minderheid zijn: het spreken van waarheid is in een democratie structureel onmogelijk." (J. Bauwens, Pancopticum Corona, p. 690, verwijzend naar: Foucault, Michel, De moed tot waarheid. Het bestuur van zichzelf en de anderen II, Colleges aan het Collège de France (1983-1984), met woord vooraf en redactie door François Ewald en Alessandro Fontana. Situering en redactie door Frédéric Gros. Vertaling door Ineke van der Burg. Uitgeverij Boom, Amsterdam 2011, pp. 60-67. [Oorspronkelijk: Le courage de la vérité. Le gouvernement de soi et des autres II. Cours au Collège de France (1983-1984), Paris: Gallimard/Seuil 2009].)

(2) “Een totalitair regime vergt “de fabricatie van grote massa's geïsoleerde en verlaten individuen, die niet samengehouden worden door een gemeenschappelijk belang.”" (Jan Bauwens, Hannah Arendt over Totalitarisme, Serskamp, 27 mei tot 28 juni 2021, pag. 3: 93208113704.pdf (bloggen.be)



06-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het onverstand van identitaire bewegingen


Het onverstand van identitaire bewegingen

"Zeg mij wat ik moet doen om gelukkig te worden en ik zal u blindelings gehoorzamen": ziedaar de grondslag voor alle denkbare ellende. Want die woorden zijn nog niet koud of van alle kanten bieden zich dictators aan en het is uiteraard niet het geluk van de zwakkelingen waarin zij geïnteresseerd zijn maar wel de blindelingse gehoorzaamheid waartoe die bereid blijken in ruil voor een kostelijke illusie. Die illusie betreft meer bepaald de waan dat men zich van de immer moeilijke vrijheid die aan het leven inherent is, zou kunnen bevrijden en dat men zijn vrijheid zou kunnen inzetten als betaalmiddel voor de aanschaf van veiligheid. Veiligheid in ruil voor vrijheid; volmaakte veiligheid in ruil voor totale onderwerping.

Op de keper beschouwd is dat verlangen naar veiligheid paradoxaal genoeg compleet autodestructief omdat het afstaan van de persoonlijke wil onmogelijk is zonder dat de persoon zelf ophoudt te bestaan. Wie geloven dat zij zich van de verantwoordelijkheid voor hun daden kunnen ontdoen zonder in dezelfde beweging zichzelf te verliezen, streven niets minder na dan de absurde droom van een terugkeer naar het prenatale, onbewuste en chaotische bestaan van minder nog dan mist, stenen, water en wind.

De beloofde onderwerping van de zwakkelingen aan een hoger gezag veronderstelt uiteraard het bestaan van een hogere identiteit die borg staat voor de veiligheid van wie deze slavernij beogen maar de bereidheid tot totale onderwerping volstaat uiteraard niet voor de creatie van een verantwoordelijke dictator of van een opperwezen. Waar kinderen of jongen zich natuurlijkerwijze onderwerpen aan de ouders uit wie zij zijn voortgekomen, zal een beloofde onderwerping aan nog onbestaande gezagsdragers, geenszins volstaan om die ook in het leven te roepen. Veeleer zal een beloofde bereidheid tot onderwerping die weerklinkt als de kreet van de zwakkelingen, bedriegers lokken van alle allooi, die zich zullen aanbieden als goden of als hun vertegenwoordigers teneinde de zwakkelingen te kunnen verslinden.

De zogenaamde identitaire bewegingen die vandaag opgang maken in de westerse wereld, zijn dergelijke slangen die zich in de eigen staart bijten: in weerwil van verstandelijke inzichten en wetenschappelijke verworvenheden, geloven zij dat een terugkeer naar de middeleeuwen niet alleen wenselijk maar ook en eerst en vooral mogelijk is. Zij geloven een eigen identiteit te zullen kunnen aantreffen uitgerekend bij degenen die hen destijds en in ruil voor de belofte van geborgenheid, van hun vrijheid hebben beroofd en vervolgens van hun leven. Zij strooien zichzelf zand in de ogen door zichzelf voor te liegen dat het mogelijk is om afstand te doen van het eigen hoofd in ruil voor een immer volle maag.

Het streven naar die rampzalige onderwerping die vanzelfsprekend allerminst zal resulteren in het zich verheffen van een verantwoordelijk opperwezen dat borg zou staan voor het 'geluk', maar dat zoals de geschiedenis het laat zien, gelijkstaat met het zichzelf tot prooi maken van niet alleen de eigen absurde illusies maar eerst en vooral van de altijd massaal aanwezige roofdieren, kentekent het onverstand van een naïef conservatisme dat ontspringt aan het onvermogen tot het dragen van de last van de onzekerheden die nu eenmaal bij het leven horen. Precies omdat zij verantwoordelijke personen willen herleiden tot louter uitvoerders van programma's, voorschriften, regels, geboden en bevelen, vallen de identitaire bewegingen samen met de totalitaire regimes waartegen zij zich geloven te beveiligen.

(J.B., 6 december 2021)



05-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Intermezzo: Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger (Tekst d.d. 8 maart 2021)


Intermezzo: Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger

(Tekst d.d. 8 maart 2021)

OVT: De zaak is dat ze zich allemaal blind kijken op het coronavirus...

– Omsk Van Togenbirger! Maar... ik had u niet gezien!

OVT: Wat niet betekent dat ik er niet was. En zo is het ook met nog een andere zaak.

– Een andere zaak?

OVT: Het leger griepvirussen dat zich momenteel in slagorde opstelt!

– Maar er is dit jaar helemaal geen griep!

OVT: Heb ik u nog niet verteld over het aanpassingsvermogen van covid-19?

– Je bedoelt de varianten?

OVT: De mutaties, ja: van zodra de maatregelen verstrengen, nemen de kansen voor het virus af, het voelt zich bedreigd en steekt een tandje bij. Het wordt dus agressiever: besmettelijker en dodelijker.

– Kennelijk, ja...

OVT: Maar heb je er al bij stilgestaan dat hetzelfde uiteraard ook zal gebeuren met alle andere virussen!

– Hoezo?

OVT: Sinds men ons bang gemaakt heeft voor corona, zijn alle mensen maatregelen gaan nemen om de verspreiding van het coronavirus in te dijken.

– Klopt, ja.

OVT: Maar uiteraard worden op die manier ook alle andere virussen de pas afgesneden.

– Welke virussen?

OVT: De griepvirussen bijvoorbeeld!

– In het meervoud?

OVT: Ik ben geen viroloog maar naar het schijnt is het aantal van de griepvirussen niet te tellen. En die staan nu allemaal voor het voldongen feit van de algemene verstrenging van de menselijke hygiëne, wat voor hen betekent dat zij de broeksriem moeten aantrekken: willen ze overleven, dan moeten ze allemaal een tandje bijsteken.

– Bedoel je nu dat je denkt dat alle griepvirussen agressiever zullen worden?

OVT: Wel, er zal voor die beestjes niet veel anders opzitten en de drang tot zelfbehoud en soortbehoud geldt voor elk schepsel Gods: voor mensen, voor covid-19 maar uiteraard ook voor die ontelbare griepvirussen die tot voor kort als het ware onze tafelgenoten waren. Want zonder dat wij het goed beseften, hadden wij met de vele griepjes een stilzwijgend contract gesloten. Wij hebben ze geduld op voorwaarde dat ze zich een beetje koest zouden houden. Nu zullen ze zich vanzelfsprekend onbemind voelen en bedreigd. Het staat als een paal boven water dat ze zullen terugslaan.

– Geheel meedogenloos?

OVT: Je lacht ermee maar kijk eens wat er gebeurd is toen Columbus aanmeerde in Amerika, in 1492. Dat continent was al vele duizenden jaren bewoond door Indianenvolkeren. Zij hadden uiteenlopende hoogstaande culturen, spraken meer dan honderd verschillende talen. Waarschijnlijk waren dat in oorsprong Mongolen, Aziaten, bewoners van wat nu Siberië is en China. Je ziet het aan hun zwarte haren en hun huidskleur: even onterecht als zij 'Indianen' heten, want Columbus heeft nooit geweten dat hij niet in Indië aanmeerde, even onterecht heten zij ook 'roodhuiden', want ze zijn geel. Zij kwamen via de Beringstraat, die de Grote Oceaan van de Noordelijke IJszee scheidt en het Aziatische van het Amerikaanse continent. Ze kwamen van het huidige Siberië naar het huidige Alaska. Voor het Plioceen dat eindigde, zo'n 2,5 miljoen jaar geleden, was daar nog een landbrug tussen de twee werelddelen, wat bewezen wordt door het specifieke dierenbestand in de continenten. Maar ook in de laatste ijstijd die duurde tot 11.500 jaar geleden, kwam die zee-engte droog te staan of kon men over het ijs van het ene naar het andere werelddeel lopen. Het is een zee-engte van zo'n 70 km, er is trouwens nog een tussenstop mogelijk op twee eilandjes, de Diomedeseilanden, waarvan het ene Russisch is, het andere Amerikaans. In 1988 zwom daar nog een vrouw van Rusland naar Amerika - ik geloof dat zij Lynne Cox heet. Maar waar was ik gebleven?

– Je zei dat Columbus...

OVT: Inderdaad, toen Columbus in Amerika aanmeerde in 1492, besmette hij de Indianen met ziektekiemen uit Europa en zij stierven bijna voltallig uit.

– Wat bedoel je?

OVT: Enerzijds waren de Europese ziektekiemen vreemd voor de Indianen, zij hadden er dus geen afweer tegen. Anderzijds vormden de virussen wellicht een bom!

– Een bom?

OVT: Hoe lang duurde de tocht van Columbus? Verschillende maanden, zij het met tussenstops, maar het merendeel van die tijd zaten de Europese microben als het ware gevangen bij de scheepsbemanning. De beestjes moeten gedacht hebben dat er geen mensen meer waren en dat zijn hun nesten! Ze zullen in paniek geslagen zijn en eenmaal op het vasteland, hebben ze hun kans gegrepen en hebben zij zoveel mogelijk Indianen zo rap mogelijk besmet.

– Is dat niet een beetje... 'fantastisch'?

OVT: Ongetwijfeld. Maar kijk, in één klap waren alle Indianen weg. Vandaag ziet men iets gelijkaardigs inzake het bosbestand: de bomen worden overal door micro-organismen aangetast. Zeven van de twintig bomen in mijn tuin zijn aangetast, drie staan al helemaal verdord. Kijk eens goed rond: overal vallen de bomen om. Kenners hebben de mond vol over allerlei microben, schimmels, weet ik veel. Maar die leefden vroeger ook. De zaak is alleen dat de micro-organismen nu in paniek verkeren.

– En waarom?

OVT: Door de ontbossing! Heb je dan nog niet gehoord van de kap in het regenwoud? Zoek het maar eens op, hoeveel hectaren bos dagelijks moeten sneuvelen! Ik heb je toch verteld dat het overspringen van het coronavirus naar de mens wordt toegeschreven aan het feit dat de mens het aanvankelijke nest van deze beestjes aan het opeten was? Voordien woonden zij namelijk in de schubdieren, die staan sinds kort in China op het menu. Als een soort met uitsterven wordt bedreigd, springen de microben die vegeteren op die soort, uiteraard naar andere soorten over - wat zou je trouwens zelf doen in dat geval?

– Dat lijkt me niet erg wetenschappelijk...

OVT: Wel, de wetenschap heeft zo haar tempels, zij werd het monopolie van zekere machthebbers, zoals trouwens ook de godsdiensten, maar gelukkig kan niemand verhinderd worden om te weten. Al is het uitgerekend dat wat de nieuwe potentaten proberen te doen. Las ik daar onlangs niet iets op de blogs over de tirannie van de quasi-geleerdheid, zoals Dostojewskij ze noemde? Tot later, misschien!

– Tot later, Omsk Van Togenbirger...1

1 Tekst d.d. 8 maart 2021.Bron: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 1022v.



02-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De grootinquisiteur

De grootinquisiteur

(Tekst d.d. 23-25 januari 2019. Bron: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 126-128)

We moeten terug naar de bijbel, zo haasten zich de bisschoppen, en zij hebben het over Mozes, Abraham, Job en talloze andere figuren uit de geschiedenis van een volk dat sinds de oudste tijden in oorlog is en dat niets minder dan de wereldheerschappij nastreeft, waarin het zich van talloze andere volken helemaal niet onderscheidt. Tegen die eer- en wraakzucht reageerde een wijze uit het eigen joodse volk, Jezus van Nazareth, die helemaal niets optekende maar over wie verslag werd uitgebracht door anderen – het werd zijn dood. En Hij verrees in de gedaante van zijn aanhangers, zoals dat met echte helden meestal het geval is. Edoch, de politieke heersers zagen Hem als een rivaal, zij vreesden voor het verlies van hun wereldlijke macht die Hij immers des duivels noemde en zij deden verwoede pogingen om de christenen uit te moorden. De volgelingen van de Opstandeling tegen het wereldlijke gezag verborgen zich in catacomben, zij werden afgeslacht doch hun aantal slonk geenszins, zij vermenigvuldigden zich zoals hun Leidsman het hun had opgedragen. Het wereldlijke gezag zag geen andere oplossing meer dan de nieuwe sekte in te lijven: de kerk van het zogenaamde christendom werd een erkende staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk en vanaf die dag smeedden de koning en de paus samen en niet zelden verenigden zij zich in de gang der tijden in het keizerschap dat onder meer Napoleon te beurt viel – de man wiens misdaden dermate groot zijn dat hij welhaast met de kerstman werd vereenzelvigd. Niet te geloven! Ha, stel eens dat Jezus van Nazareth nu terugkwam!

Ja, stel dat eens. Een groot Russisch schrijver liet de Messias naar deze wereld wederkeren en wel in een van zijn wereldberoemde romans die bestonden uit de vervolgverhalen die hij voor de kranten schreef om zijn schulden af te betalen want Dostojevski was een verwoed gokker maar desalniettemin en misschien precies daardoor, gedreven door de noodzaak, maakte hij wereldliteratuur. In een raamvertelling in De gebroeders Karamazov zette hij naar het voorbeeld van Christus zelf, een heuse parabel neer, De grootinquisiteur van Sevilla.1 De inhoud ervan is een openbaring:

In Sevilla ten tijde van de Inquisitie worden de ketters verbrand; Jezus is teruggekeerd en wordt door de grootinquisiteur betrapt bij de opwekking uit de dood van een zevenjarig meisje. De kerkvorst laat Jezus gevangennemen en vermaant Hem dat Hij op aarde niets meer te zoeken heeft, daar Hij lang geleden zijn macht heeft overgedragen aan de kerk; Hij noemt Hem de allergrootste ketter en dreigt Hem op de brandstapel te gooien. De grootinquisiteur herinnert Jezus eraan dat tijdens zijn vasten in de woestijn de duivel Hem verzocht om stenen in brood te veranderen maar dat Hij weigerde, zeggende dat de mens niet leeft van brood alleen doch van Gods woord; verder weigerde Hij te erkennen dat de mens een kuddedier wil zijn en het er beter af brengt zonder vrijheid en geheel onderworpen aan het kerkelijke gezag. Tenslotte wees Jezus de Hem door de duivel aangeboden heerschappij over de wereld af. En de grootinquisiteur maakt nu zijn standpunt duidelijk: wij (de kerk van Rome) zijn niet met U doch met hem (doelend op de duivel), ziedaar ons geheim! En wij zullen de mensen bedriegen en hun zeggen dat wij in Uw naam heersen. U bezit de uitverkorenen maar wij bezitten alle mensen. De mensen zijn zwak en willen gedomineerd worden; wij zullen hun toestaan te zondigen en we zullen hun zonden vergeven als zij maar met onze toestemming bedreven worden. Zo zullen zij uiteindelijk gelukkig zijn dankzij ons die hen bedriegen en die ons geluk aan hen opofferen.

Het enige antwoord van Christus op de woorden van de grootinquisiteur is een kus; de kerkvorst jaagt Hem weg en bezweert Hem nooit meer terug te komen.2

1 Dostojevski, Fjodor. (1880). II-5.5.

2 Tekst d.d. 23-25 januari 2019.



01-12-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.prof-bhakdi-legt-eenvoudig-uit-hoe-het-vaccin-schade-aanricht
1

https://www.artsenvoorvrijheid.be/blog/prof-bhakdi-legt-eenvoudig-uit-hoe-het-vaccin-schade-aanricht/


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Neo-nazi's: nihil novi sub sole

Neo-nazi's: nihil novi sub sole

Neo-nazi's: nihil novi sub sole

(Tekst d.d. 13 mei 2018)


In een recent boek openbaart de Leuvense psychiater Erik Thys hoe onder het naziregime psychiatrische patiënten (ook in België) massaal werden afgemaakt. Dit geschiedde onttrokken aan de ogen van alle burgers en zelfs het personeel van de betrokken instellingen wist er niets van – behalve dan de artsen die daar werkzaam waren. Zij waren de enigen die met zekerheid het lot van de patiënten konden voorspellen omdat alleen zij wisten dat het volstrekt vetarm dieet waaraan hun niets vermoedende patiënten verplicht onderworpen werden, al na amper enkele maanden fataal zou worden voor deze volgens de nazi-ideologie nutteloze, armlastige en derhalve te euthanaseren burgers. De massamoord gebeurde onder het toezicht van de aan de instellingen verbonden psychiaters en artsen onder wie er slechts een handvol tegen deze moordende praktijk verzet durfden te bieden.1

Vol ongeloof werd na de oorlog onderzocht hoe geleerde en welopgevoede mensen daartoe in staat waren geweest en kijk, dergelijke praktijken bleken geheel in overeenstemming met de resultaten van het zogenaamde gehoorzaamheidsexperiment van Stanley Milgram uit 1963: twee derden van alle mensen blijken probleemloos bereid om op bevel van hogerhand medemensen om te brengen.

Vandaag is dat jammer genoeg niet anders en de hedendaagse geschiedenis laat hieromtrent niet de geringste twijfel bestaan: nauwelijks verkapte vormen van moord en massamoord zijn ook in de westerse wereld van het derde millennium schering en inslag en het ten hemel schreiende onrecht inzake de mensonwaardige behandeling van oorlogsvluchtelingen is nu reeds de schande van deze tijd die over de hele aarde het Europese werelddeel én zijn 'beschaving' voor immer in diskrediet brengt. Want terwijl de Verenigde Naties naar aanleiding van de genocide onder het Derde Rijk zich ertoe verbonden om bij het verschijnen van een nieuwe Hitler asiel te verlenen aan allen die dan op de loop moeten voor hun leven, betalen hun eensklaps verrechtste regimes godbetert de Turkse dictator om de miljoenen vluchtelingen voor een regime dat nazi-Duitsland in zijn schaduw stelt, uit Europa weg te houden – wat gebeurt door de ongelukkigen in kampen gevangen te zetten voor onbepaalde tijd, wat wil zeggen: totdat zij van ontbering omkomen zoals destijds hun lotgenoten in Auschwitz en elders in de hel.

Een gelijkaardige vorm van mishandeling en doodslag voltrekt zich op een bijna onzichtbare manier waar onze ambtenaren klakkeloos de bevelen van dezelfde extreemrechtse regimes uitvoeren welke rampzalig zijn voor de zogenaamde armlastigen van het eigen volk, zoals de ouderen, de andersvaliden en de werklozen.

Wat betreft deze laatste groep, bestaat de vandaag gehanteerde en bijzonder gemene tactiek om werkzoekenden uit te schakelen hierin, dat extreemrechtse regeringen hun slachtoffers de schuld geven van het eigen wanbeleid. Het is immers nimmer de verantwoordelijkheid van de arbeiders om het land van jobs te voorzien – arbeiders moeten hun vak onder de knie hebben en waar zij het niet kunnen uitoefenen is het de regering die jegens hen in gebreke blijft en die hun daarvoor ook schadeloosstelling verschuldigd is.

Het getuigt overigens van een ongehoorde arrogantie – maar zo is nu eenmaal de arrogantie van de macht – wanneer deze extremisten er niet alleen aan verzaken om schuld te bekennen maar waar zij bovendien proberen en er blijkbaar zonder veel moeite ook nog in slagen om de schuld voor het eigen wanbeleid in de schoenen van de slachtoffers te schuiven door de arbeiders gaan te straffen voor het feit dat zij, die moeten regeren, niet in staat blijken om voldoende en gepaste werkgelegenheid te verschaffen. Op de koop toe doen zij dit onder de zware en bijzonder mensonterende beschuldigingen van werkonwilligheid en parasitisme – beschuldigingen die worden uitgesproken als authentieke vonnissen welke zich echter voltrekken in compartimenten die zich onttrekken aan het oog van de openbaarheid, zoals socioloog Abram de Swaan het zo treffend beschrijft en illustreert in zijn werken over hedendaagse massamoord.2

De extreemrechtse regeringen slagen er niet alleen niet in om aan het volk werk te verschaffen – zij blijken tevens onbekwaam om passend werk te verschaffen en in dezelfde beweging van demonisering van de groep van de werkloze arbeiders, voeren zij ook nog eens de schuldslavernij in waar zij geloven de mensen met ongeacht welk werk te mogen opzadelen ter compensatie van hun uitkering, alsof de arbeiders daarvoor niet zelf hadden gezorgd en alsof het derhalve niet ging om een recht doch om een aalmoes. In hun malafide ijver om de moeizaam verworven sociale wetten te ondermijnen, wordt volgens het verdeel en heersprincipe gepoogd om onder de werknemers verdeeldheid te zaaien en stellen handlangers van kapitalisten die zich uitgeven voor politici, de zaak zo voor, alsof de werklozen profiteren van de werkenden – als ze met hun bedrieglijke neologismen zoals 'loonlast' en 'vergrijzing', al niet de indruk willen wekken dat het de grootgeldbezitters zijn die voor de werklozen moeten opdraaien.

Maar de regel zou niet de regel zijn indien er geen uitzonderingen waren en alle hoop van het mensdom gaat uit naar deze mensen die de verrechtsing ten spijt doch naar het goede voorbeeld van wie onder de Duitse bezetting op zolder joden en andere vluchtelingen verborg, toch een of andere vorm van onderdak trachten te schenken aan armlastigen, ook al doen zij dit vaak ten koste van hun carrière of hun job en soms ook ten koste van het eigen leven.3

1 Erik Thys. (2015). pp. 292-293. Zie ook: Bauwens, Jan. (2018), pp. 392-404: Aan de feesttafels der kannibalen, en Genosuïdide in de opmars: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1556061

2 de Swaan, Abram. (2014).

3 Tekst d.d. 13 mei 2018. Bron: Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 49-51.



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1
1

https://rumble.com/vq1df3-bhakdi-uitleg-subs.html


30-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.celan
https://www.celan-projekt.de/todesfuge-deutsch.html

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lebensraum
Lebensraum
Lebensraum
Vanaf 1890 tot 1940 sloeg dit begrip op een geplande Duitse kolonisering van Centraal- en Oost-Europa en onder de nazi's sprak men over het Generalplan Ost: dat was het geheim plan van de nazi's om in Oost-Europa etnische zuiveringen en volkerenmoord te plegen. Het was namelijk Hitlers idee om grote delen van Polen en Rusland etnisch te zuiveren en om die gebieden dan door Duitse boeren te laten innemen. Overlevenden, die alsnog 25 pct. van de bevolking zouden uitmaken, zouden dan als slaven worden tewerkgesteld. Op die manier zijn toentertijd honderden Wit-Russische en Oekraïense dorpen van de aardbodem verdwenen.
Eén van die dorpen was Chatyn: op 22 maart 1943 werden alle inwoners van dat dorp, mét hun bezoekers, samen 149 mensen waarvan 75 kinderen jonger dan 16 jaar, door de nazi's opgesloten in een schuur en levend verband. Slechts enkelen konden ontsnappen. En deze gruwel werd herhaald in welgeteld 5295 dorpen - in 618 ervan werd de bevolking telkens levend verbrand. Op die manier stierven meer dan 2.230.000 Wit-Russen.
Deze massamoorden zijn geen uitzonderingen, alleen al in de jongste geschiedenis werden zij tientallen keren herhaald. Edoch, wanneer heden gesuggereerd wordt dat een nog grootschaliger genocide, nu wereldwijd en met heel andere middelen, aan de gang is, wordt de zaak door het officiële nieuws afgedaan als complotdenken. Zij die er over reppen, worden versleten voor zieken die lijden aan paranoia en voor onruststokers.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 30 november 2021)

1


25-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1
1

1


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1
1

24-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gg
gg

gg


23-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ab7
ab7

ab7


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ab6
ab6

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ab5
ab5
ab5

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ab2
ab2

ab2


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANGELO BRANDUARDI: DONNA TI VOGLIO CANTARE

ANGELO BRANDUARDI: DONNA TI VOGLIO CANTARE


15-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is er van de kerk en 't christendom en andere artikels

Wat is er van de kerk en 't christendom en andere artikels





14-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de inhuldiging van een nieuwe aartsbisschop

Bij de inhuldiging van een nieuwe aartsbisschop





13-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”

Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiners “Filosofie der vrijheid”




11-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Christendom & Wraak&vergeving


Christendom & Wraak&vergeving


10-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het orgaan & De poolster

Het orgaan & De poolster




09-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De heer die zichzelf in stukjes hakte


De heer die zichzelf in stukjes hakte



08-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geheim en identiteit

Geheim en identiteit




06-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.klacht-tegen-dorien-colman-de-standaard


https://www.viruswaanzin.be/post/klacht-tegen-dorien-colman-de-standaard 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezit en bezetenheid - vier opstellen

Bezit en bezetenheid - vier opstellen





05-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wetenschapswaan

Wetenschapswaan

Sinds de oudste tijden varen overal boten en wanneer ingevolge een of andere catastrofe de wereld helemaal onder water loopt, zullen alleen de opvarenden van de verdrinkingsdood worden gered: het is een logica zo simpel als pompwater maar desalniettemin ziet elkeen in de restanten van ongeacht welk groot houten voorwerp dat op een vlot gelijkt, die ene grote ark van Noach uit het boek Genesis. Dat is nu eenmaal de hypnotische werking van een religie: "quod non est in scriptis, non est in mundo", wat zich vrij vertaalt als: "al wat geschiedt, wordt in de Schrift voorspeld."

Halverwege van de voorgaande eeuw kwam het Oudtestamentische verhaal over de ark van Noach wereldwijd in de schijnwerpers te staan en in 1987 schreef Charles Berlitz er een bestseller over: weliswaar middels bijzondere observatietechnieken zoals luchtbeelden zou de ark te zien zijn op de plek waar zij toentertijd gestrand was: de 5156 meter hoge berg Ararat (ook Baris genaamd), afgeleid van Urartu, de naam voor het oude Armenië in het huidige Turkije. De grote geschiedschrijver Flavius Josephus (37-100 P.X.) vermeldt dat de Armeniërs deze plek 'de landingsplaats' noemden en Ararat in het Armeens is Massis, wat wil zeggen: 'moeder van de wereld'. Doorheen de ganse geschiedenis zouden voorbijtrekkende reizigers de ark gezien hebben onder de gletsjers op de eeuwig bevroren bergtop waar het ijs de ark duizenden jaren lang had bewaard en volgens islamitische geschriften zou zij pas op het einde der tijden worden onthuld.1 Berlitz verzamelde in zijn boek getuigen: behalve Flavius Josephus schreef ook de Babylonische historicus Berossus er in 275 A.X. over dat reizigers pek van het gestrande schip afkrabden om er amuletten van te maken. Nicolaus van Damascus (°64 A.X.) vernoemt de zondvloed en de ark, alsook Marco Polo (1254-1324), de franciscaan Odoric en Sir John Mandeville in 1356. De zeventiende-eeuwse Olearius heeft het over de versteende overblijfselen van de ark, nu nog te bezichtigen in het klooster van Emiadzin en destijds verwees menigeen naar de ark als bewijsstuk voor de waarheid van het geloof.2 Reeds in de veertiende eeuw werden expedities op touw gezet maar in de moderne tijd is een van de bekendste wel deze door kolonel astronaut-maanwandelaar James Irwin (in 1972-1982) van wie de woorden: "Dat God op aarde wandelt is belangrijker dan dat de mens op de maan loopt."3 Hij werd voorafgegaan door dr. F. Parrot (1829) die met medewerking de kloosterlingen van Ahora als eerste het taboe verbrak om naar de ark te zoeken en die zijn naam gaf aan de Parrot-gletser op de berg waarin zij bewaard zou worden; elf jaar later kwam de straf: de Ararat barstte uit, begroef Ahora met zijn klooster en "liet een steil ravijn achter waar de gebouwen hadden gestaan".4 Dr. H. Abich die de berg beklom in 1845 gaf zijn naam aan de twee Abich-gletsjers. In 1856 was er de expeditie van Robert Stuart. In 1883 vonden na een nieuwe verwoestende aardbeving de Turken "een enorm grote, op een schip gelijkende, houten constructie."5 die zij ook binnendrongen en in de pers klonk het verder zo: "Ze waren in staat drie grote ruimten te betreden, maar de andere afdelingen waren volledig gevuld met vast ijs."6 In de dooi van de zomer van 1916 zagen vanuit de lucht Rotkovitsky en zijn piloten "een half onder water liggende romp van een of ander enorm groot schip"7 waarvan in 1939 een gedetailleerde beschrijving verscheen in de pers - het onderzoek raakte immers verstoord door de Bolsjewistische revolutie van 1917 maar een zelfverklaarde overlevende van de Romanovs zou zich de expedities nog herinneren.8 Door expediteurs uit de ark meegenomen oleanderhout dat in die streek niet voorkomt, pleit voor haar bestaan en beschrijvingen van de afmetingen van de ark corresponderen onderling alsook met de Bijbeltekst maar er werden nooit duidelijke foto's gemaakt of bewaard en latere verkenningen werden bemoeilijkt doordat de Ararat aan de grens met Rusland ligt in Turks gebied bevolkt met opstandige Koerden en ook al wegens het extreme weer: John Morris noemt in 1972 de Ararat een reusachtige bliksemafleider: "Overal was duidelijk statische elektriciteit aanwezig. Onze ijsbijlen en klimijzers gonsden en onze haren stonden recht overeind."9 De bekendste ontdekking van de ark is die van Fernand Navarra10 die argumenteert dat ook het bestaan van Troje werd ontkend totdat de stad daadwerkelijk werd opgegraven. De stukken hout die hij meebracht van zijn expeditie bleken goferhout (oleander) van 5000 jaar voor Christus.11

Er zijn meer dan zeshonderd versies van de legende van de zondvloed.12 en de bekendste zijn die in Genesis en deze in het Gilgamesj-epos die frappante gelijkenissen vertonen. Ook bekend zijn de versie in de Popol Vuh van de Maya's, deze van de Babyloniërs, de Assyrische en de Chinese.13

De overtuigingskracht van de meest onwaarschijnlijke legenden is vaak verbijsterend en niet zelden worden die legenden op hun beurt dan ook nog benut als bewijsstukken voor het geloof waarvan zij deel uitmaken. De ark van Noach is volstrekt onvindbaar maar kennelijk maakt het geloof het onzichtbare zichtbaar en verwerkelijken zich wensen door in het bestaan te roepen wat onbestaande was, alsof de realiteit de som was van alle mogelijkheden die pas geactualiseerd worden door vormen van noodzaak waarvan de wil een der belangrijkste blijkt. De schepping, de wereld als symbool voor een hogere werkelijkheid, is een afbeelding van het Boek, het Woord, dat immers aan de grondslag ervan ligt: "Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is."14

Maar wat geldt voor de religie van de volkeren van het Boek, geldt evenzeer voor wie geloven in de religie van de Verlichting die de wetenschap is waarbij de encyclopedisten zweren alsook hun nazaten die zich in een razend tempo over de aarde hebben verspreid: de Luciferianen, zij die de Schepper zelf naar de kroon steken door zich in te beelden dat het hun plicht is om de schepping te gaan corrigeren. Want zoals de gelovigen in een stuk wrakhout een ark ontwaren, zo ook ontdekken de zogenaamde wetenschapslui in de werkelijkheid slechts wat hun theorieën bewaarheidt. En niet zelden staan die theorieën die immers door zelfverklaarde godmensen werden uitgebroed, in het teken van het eigenste lof en het persoonlijke gewin.

En zo schrijft niet een of andere complottheorie doch de openlijke encyclopedie voor allen, die Wikipedia heet, over het griepvirus en de vaccinatiepraktijk het volgende:

"De effectiviteit van een griepprik voor gezonde mensen is nog nooit bewezen." (https://nl.wikipedia.org/wiki/Griep#Preventie )

Deze uitspraak verwijst naar een artikel in de Cochrane Database of Systematic Reviews, getiteld: "Vaccines for preventing influenza in healthy adults"15 dat onder meer concludeert dat het symptomen onderdrukkend effect van griepvaccins en de weerslag ervan op werkverzuim zeer gering is en dat niets erop wijst dat zij van invloed zouden zijn op complicaties zoals longontsteking of besmettelijkheid.

Bovendien wordt de lezer ervoor gewaarschuwd dat 15 van de 36 onderzoeken waarop het artikel betrekking heeft, gesubsidieerd werden door de industrie (over 4 ervan onbreekt informatie daaromtrent). Studies gesteund door publieke bronnen nijgen er echter helemaal niet toe om vaccinatie te gaan promoten.

Daarentegen heeft men wel zekerheid over het feit dat onderzoeksresultaten courant gemanipuleerd en vervalst worden en dat men de conclusies van ook dit verslag in dit licht moet zien.16

(J.B., 5 november 2021)

Verwijzingen:

Zie de voetnoten.

1 Charles Berlitz, Speurtocht naar de ark van Noach. Een oeroud mysterie onthuld, Uitg. M&P, Weert. (Oorspr.: The Lost Ship of Noah – In Search of the Ark at Ararat, G.P. Putnam's Sons, New York 1987), pp. 9-16.

2 Berlitz, pp. 16-19.

3 Berlitz, p. 61.

4 Berlitz, p. 20.

5 Berlitz, p. 23.

6 Berlitz, pp. 23-24.

7Berlitz, p. 27.

8 Berlitz, p. 28-36.

9 Berlitz, p. 58.

10 Fernand Navarra, J'ai trouvé l'arche de Noé, Éd. France-Empire, Montrouge 1957.

11 Berlitz, pp. 69-83.

12Berlitz, pp. 85-86.

13 Berlitz, pp. 85-98.

14 Proloog van het Johannesevangelie, 1:3.

16Uit het O.c.: "Authors' conclusions: Influenza vaccines have a modest effect in reducing influenza symptoms and working days lost. There is no evidence that they affect complications, such as pneumonia, or transmission. WARNING: This review includes 15 out of 36 trials funded by industry (four had no funding declaration). An earlier systematic review of 274 influenza vaccine studies published up to 2007 found industry funded studies were published in more prestigious journals and cited more than other studies independently from methodological quality and size. Studies funded from public sources were significantly less likely to report conclusions favorable to the vaccines. The review showed that reliable evidence on influenza vaccines is thin but there is evidence of widespread manipulation of conclusions and spurious notoriety of the studies. The content and conclusions of this review should be interpreted in light of this finding."



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zeer gezond besluit

Een zeer gezond besluit





04-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het geld en de bloemen des velds

Het geld en de bloemen des velds





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De goede deur e a


De goede deur e a


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze toekomst


Onze toekomst


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aanhangsels


Aanhangsels


03-11-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. H e t w e z e h e r h a a l d : Twee teksten over de hongerstakers:

H e t w e z e h e r h a a l d :

Twee teksten over de hongerstakers:


H e t w e z e h e r h a a l d :

Twee teksten over de hongerstakers:

1. "Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Boekverbranding is de voorbode van moordpartijen

Eerst legt men mensen het zwijgen op en in een volgende stap gaat men aan het moorden: het is een historisch geïllustreerde these van Hannah Arendt die verschrikkelijk is maar tevens niet zo moeilijk te verklaren. Om de logica die erachter zit te kunnen begrijpen, volstaat het dat men zich realiseert dat er dissidenten bestaan, activisten, hongerstakers, revolutionairen maar ook soldaten die bereid zijn om hun leven te riskeren aan het front. Het is weliswaar teveel gevraagd dat iederéén bewust zou leven maar het bestaan van de genoemde categorieën volstaat om te laten zien dat mensen vaker de dood verkiezen boven een leven in onvrijheid.

Tijdens de jongste hongerstaking van de asielzoekers hier ten lande kon men er andermaal getuige van zijn dat mensen die lange tijd in slavernij geleefd hebben en wiens vooruitzichten op beterschap gefnuikt worden door regeringsleden die lijden aan een schromelijk tekort aan empathie, prompt doch weloverwogen de dood verkiezen boven een mensonwaardig bestaan. Een leven in onvrijheid is mensonwaardig. Mensonwaardig is het te moeten zwijgen. Mensen zijn niet bereid om het eigen hachje te redden ten koste van ongeacht wat. De dood is met andere woorden niet het ergste wat een mens overkomt.

Dictators leven van de leugen en zij verplichten het volk om te liegen en derhalve om de waarheid te verzwijgen, om de andere kant op te kijken als mensen worden afgemaakt, om te applaudisseren voor in hun belachelijke kostuums uitgedoste, defilerende fascisten. Het zwijgen van de massa, het meedoen en het bezwijken onder de sociale druk, zoals in de hoogdagen van het katholicisme of zoals tijdens het regime van Ceaușescu, Franco, Stalin, Hitler, Pol Pot, Orban, Kim Jong-Un, Bouterse, de tsaren, de pausen en al die andere godsdienstwaanzinnigen, noem maar op - het mee heulen is extreem hypocriet en bij de eerste de beste gelegenheid, als de machthebber struikelt, maken zijn voormalige aanbidders hem genadeloos af.

De dictator weet dat zijn macht beperkt is, dat het applaus dat hij van het volk ontvangt, door hem zelf afgedwongen werd, dat de eer die hem betoond wordt, ongemeend is, dat achter het juichen van de massa die hij overheerst, mensen schuilen die geduldig wachten totdat het ogenblik gekomen is om zich aan het absurde toneel waarin zij in een rol gedwongen worden, te onttrekken. Hij weet dat zijn macht een vervaldag heeft, dat zij slechts beperkt houdbaar is en dat eenmaal het voor hem onzalige ogenblik is aangebroken, zijn regime begint te stinken. Geen mens onder de massa is er die de kans zal laten liggen om hem af te maken als hij struikelt en om die reden onderdrukt hij de mens in elk lid van de massa, om die reden wil hij dat allen gelijk zijn, een uniform dragen, dat er geen diversiteit is, dat er slechts één taal gesproken wordt en uniformiteit, newspeak, afvlakking ook en onnadenkendheid, gehoorzaamheid en dril: de massamens die hij fabrikeert, moet een instrument zijn van alleen maar zijn wil, een tentakel dat bij het minste teken van twijfel moet worden geamputeerd en afgemaakt.

Mensen verkiezen vaker de dood boven een leven dat gedoemd is tot slavernij en de dictator weet dat ook en om die reden is hij heel attent naar individuen die de dans die zij verwacht worden te dansen, trachten te ontspringen: hij liquideert hen zonder compassie omdat hij weet dat er geen plaats is voor én zijn leugens én de waarheid. Om die reden moeten zij die de waarheid spreken, zwijgen en willen zij niet zwijgen dan kan hij hen nog doen zwijgen door de voorwaarden die maken dat zij kunnen spreken, weg te nemen, met name door hen te vermoorden: het is een logica waar niemand omheen kan: op de boekverbranding volgen de moordpartijen. Heinrich Heine: "wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen" (Almansor, 1820).

(J.B., 12 september 2021)



2. Hongerstakers en politici: een verhaal van durf en arrogantie

De hongerstaker berokkent kwaad aan zichzelf, maar hij doet dat met het oog op het bereiken van een goed. Het kwaad dat hij aan zichzelf berokkent, kan krachtens een eigen 'belofte' stopgezet worden door diegene van wie hij het beoogde goed probeert af te dwingen. Van zodra dan de gegijzelde de belofte gelooft en er ook naar handelt door aan de eisen van de gijzelnemer tegemoet te komen, wordt dat kwaad ogenschijnlijk stopgezet en tegelijk wordt het door de gijzelnemer beoogde goed bereikt.

Eerst twee niet onbelangrijke opmerkingen bij de gecursiveerde tekstgedeelten hier boven.

Bekijkt men ten eerste de 'belofte' van de gijzelnemer dat hij zijn kwaad - alsnog een dreiging - zal stopzetten op voorwaarde dat de gijzelnemer zijn eisen inwilligt: die 'belofte' is in wezen een schijn-afspraak; ze is een eis met het uitzicht van een afspraak, maar ze is geen afspraak want ze is eenzijdig. Bovendien is ze bedrieglijk omdat ze een ander behept met schuldgevoelens terwijl er bij hem van schuld althans aanvankelijk geen sprake kan zijn; de gijzelnemer zegt namelijk: "Als jij X doet, dan beloof ik je dat ik Y zal doen; jij kunt dus bepalen wat ik doe", terwijl het a priori de gijzelnemer zelf is die dat alles bepaalt omdat hij eenzijdig alle voorwaarden bepaalt.

Ten tweede is met het inwilligen van de eisen van de gijzelnemer de afwending van het kwaad door de gegijzelde slechts schijn. En het is schijn omdat het betreffende kwaad in wezen een dreiging was terwijl die dreiging uiteraard gecontinueerd want bekrachtigd wordt in geval van toegevingen. Met andere woorden neemt een toegeving het onmiddellijke kwaad weliswaar weg, maar in dezelfde beweging wordt het ook als zijnde effectief bekrachtigd. Het is derhalve de toegeving die het kwaad als zodanig in het leven roept of duldt.

Vandaar zit aan het middel waarmee de gijzelnemer zijn doel tracht te bereiken hoe dan ook een geurtje en het minste wat ervan gezegd kan worden is dat het Machiavellistisch is. En hier beschouwen de gegijzelden die in de actuele Belgische historie bewindslieden zijn, het verhaal als ten einde. Maar het verhaal werd hiermee pas half verteld...

Rest ons namelijk ook nog het door de gijzelnemer vooropgestelde doel onder de loep te nemen, en dat blijkt alras een heel ander paar mouwen.

Zoals gezegd dreigt de gijzelnemer met een kwaad, en deze dreiging gebruikt hij als een middel voor het bereiken van een door hem vooropgesteld doel. Op het eerste gezicht lijkt het er nu op, dat het doel van de gijzelnemer een persoonlijk goed zal zijn, of althans een goed dat aan hem en aan zijn medestanders ten goede zal komen, terwijl het tegelijk de gegijzelde(n) een zeker nadeel zal berokkenen. Edoch, van zodra het door de gijzelnemer vooropgestelde goed ook maar een schijn van objectiviteit krijgt, kan de hele zaak niet langer zonder meer als chantage van de hand worden gedaan.

En het door de gijzelnemer nagestreefde goed krijgt reeds die schijn van objectiviteit van zodra het voor veralgemening vatbaar wordt, en dat wil zeggen: relatief makkelijk.

Wanneer bijvoorbeeld mensen een economisch voordeel proberen af te dwingen met een of andere spectaculaire stunt, dan kan men hen weliswaar attent maken op het feit dat de middelen beperkt zijn en dat anderen, die te bescheiden zijn om zich te doen opmerken, deze tegemoetkomingen veel meer verdienden omdat zij er ook veel erger aan toe zijn. Men antwoordt dan in feite aan de eisenstellers: "Wacht uw beurt af in de rij, er zijn er immers die het nog slechter hebben!" Maar zijn er inderdaad mensen die het nog slechter hebben, dan repliceren de eisenstellers onmiddellijk dat het ook voor dézen is dat zij actie voeren én dat het beperkt karakter van de middelen kennelijk pas geldt als eerst abstractie wordt gemaakt van de superrijken die geheel wettelijk en derhalve ongehinderd hen allen bestelen! Want zijn zij het niet die onnodig beslag leggen op wat anderen wél nodig en broodnodig hebben? Zonder enige twijfel is hier, hetzij gewild hetzij ongewild door de 'gijzelnemers', inderdaad een objectief goed in het geding, hetwelke - gebeurlijk onverhoopt - de zaak van de gijzelnemers zal steunen omdat een hoger recht het onrecht dat zij uitoefenen zoniet rechtvaardigt dan toch begrijpelijk maakt of zelfs verontschuldigt. En wie dan nog vasthoudt aan de wet met de regel dura lex sed lex, acht ethiek onmogelijk en beschouwt zichzelf derhalve automatisch als een onmens: een burger die de wet volgt weliswaar, maar tegelijk een onmens. Een bevraging van de wet wordt dan niet eens getolereerd, alsof die wet er van godswege was gekomen en niet door en voor mensen werd gemaakt - een eeuwige, goddelijke wet, geheel onwrikbaar en onaanpasbaar, precies zoals de spreekwoordelijke wet van Meden en Perzen die toentertijd de Oud-Testamentische Daniël onschuldig in de leeuwenkuil deed belanden. Maar of die blinde politieke arrogantie ook vandaag nog zal bestraft worden met het onverwachte lot waarop Daniël kon bogen, valt nog af te wachten.

(J.B., 30 maart 2012)





31-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.pc
pc

Bijlagen:
verbeterd PANOPTICUM CORONA met VERWIJZINGEN LITERATUUR.pdf (3.6 MB)   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heinrich Heine, 1821
Heinrich Heine, 1821







Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Benveniste, Montagnier, het neo-Auschwitz en de zondvloed
Benveniste, Montagnier, het neo-Auschwitz en de zondvloed

Benveniste, Montagnier, het neo-Auschwitz en de zondvloed

The Great Reset is een boek van Klaus Schwab van het Wereld Economisch Forum met voorschriften om ter gelegenheid van de pandemie de wereld grondig te hervormen naar een socialistisch model met het oog op een rechtvaardiger herverdeling van de rijkdommen in de wereld. Het gaat nota bene niet om een complottheorie maar om een apert en wereldwijd gepubliceerd plan onder de leiding van niemand minder dan de Prince of Wales. (1)

Edoch, zo hoogdravend als deze woorden klinken, zo misleidend zijn ze ook want sinds de coronapandemie woedt, worden ingevolge alle maatregelen die onze veiligheid moeten waarborgen, onze vrijheden drastisch ingeperkt met een gevolg dat geheel tegengesteld is aan het beloofde: de ongelijkheden worden slechts groter, de kloof tussen rijk en arm neemt gestaag toe, de Amerikaanse miljardairs zien hun miljarden in geen tijd verveelvoudigen en aan de plekken in alle wereldsteden waar voedselpakketten worden bedeeld, worden de rangen steeds langer. In het rijke noorden wordt de bevolking drie en vier keer geprikt maar in derdewereldlanden worden de mensen aan hun lot overgelaten. Het bedrog spreekt voor zich.

In 1988 beweerde de beroemde Franse immunoloog Jacques Benveniste ontdekt te hebben dat water een geheugen heeft: uit de veranderbare schikking van de watermoleculen zou af te leiden zijn met welke stoffen het water ooit in contact is geweest. Stoffen, maar ook temperaturen, stralingen en zelfs gevoelens. Zo bijvoorbeeld zou de structuur van de moleculen van een glas water een esthetisch mooi aanzicht krijgen onder de invloed van goede emoties en klassieke muziek terwijl de nabijheid van lawaai zou te zien zijn in een chaotische schikking van die moleculen. Benveniste kreeg voor zijn onderzoek de medewerking van het hoofd van het Pasteurinstituut te Parijs, professor Luc Montagnier, die in 2008 de Nobelprijs voor de Geneeskunde ontving voor het isoleren van het virus dat AIDS veroorzaakt. (2) Benveniste overleed in 2004 maar Montagnier zette het onderzoek ter zake voort met naar verluidt nieuwe en verrassende resultaten die, niet verwonderlijk, op heel wat tegenstand botsen.

Montagnier verklaarde bij de aanvang van de coronacrisis op een Franse televisiezender dat het virus covid-19 niet natuurlijk zou zijn of dus in een labo gemanipuleerd zou zijn, een uitspraak die door de WHO werd afgedaan als onzin. Inmiddels echter werd het gelijk van Montagnier bewezen. De hoogbejaarde maar nog steeds actieve professor verklaarde tevens dat hij vermoedt dat het virus kon ontsnapt zijn uit een lab tijdens een poging om een vaccin te fabriceren tegen HIV: aan het virus werden immers elementen vastgemaakt die van HIV afkomstig zijn. (3) Bovendien verklaarde hij dat vaccinatie tijdens de golf zou leiden tot nieuwe varianten, met vele sterfgevallen tot gevolg en die voorspelling kon alvast het ontstaan van de derde en de vierde golf in weerwil van de hoge vaccinatiegraad verklaren. (4)

Als de uitspraken van deze geleerde hout snijden en het is inderdaad zo dat het virus maar ook het vaccin stukjes meedragen van HIV, dan kon het wel eens zo zijn dat de uitwerking van de ziekte alsook die van de in zeven haasten geproduceerde vaccins, een vorm van AIDS veroorzaken en dat is een ondermijning van het afweersysteem met als gevolg een onnoemelijk aantal mogelijke ziekten. Echter, over AIDS weet men dat iemand het virus vele jaren kan meedragen zonder symptomen te vertonen en als dat ook het geval is met een besmetting door corona(vaccins), resulteert dit dan in de volgende geschiedenis. Eerst worden de allerzwaksten ziek en zij overlijden; vervolgens dezen die wat sterker zijn; tenslotte gaan ook de sterken door de knieën. Met andere woorden worden zij die sterk zijn, pas getroffen na verloop van mogelijkerwijze vele jaren, maar op een dag komen ook zij alsnog aan de beurt. Anders dan bijvoorbeeld bij de Spaanse griep van honderd jaar geleden die uitgewoed was na twee jaar met daarin drie golven, zal dit virus, als het inderdaad op HIV gelijkt, mettertijd meer mensen ziek maken en doden.

Als de theorie van Benveniste klopt en water draagt in de schikking van zijn moleculen inderdaad een afdruk van de omgeving waarin het zich bevindt - met daarin de omgevingsstoffen maar ook de stralingen, de gedachten en de emoties - dan hoeft men slechts een ogenblik te bedenken dat alle leven voor het overgrote deel uit water bestaat, om een idee te krijgen van het immense impact van die nieuwe waarheid. Als het menselijk lichaam vijftig liter water bevat, dan bevat het hedendaagse Auschwitz dat zich, gesponsord door Europa, situeert in Turkije en op de Griekse eilanden, en in wier concentratiekampen zowat zes miljoen vluchtelingen al jaren opgesloten zitten zonder uitzicht op redding, een 'chaotische' levende watermassa van driehonderd miljoen liter.

De wolken in de luchten die daarboven drijven bevatten zeeën water dat op zijn beurt contact heeft met het 'chaoswater' van de massa der ellendelingen en deze wolken jagen door de luchten, de wereld rond, hun schikking vertoont warempel de door grote en gevoelige literatoren zoals Stijn Streuvels beschreven dreiging van het ten hemel schreiend onrecht, en zo bazuinen zij het alom uit wat er gebeurt men zoveel onschuldigen, kinderen incluis, aan hun trieste lot overgelaten door miljoenen anderen waarvan de watermassa in hun lijf een afdruk heeft van het overdadige genot waarmee zij zichzelf vergiftigen maar ook en vooral van de onverschilligheid die hen lelijk maakt.

Die onverschilligheid brengt een 'cultuur ' voort die de spot drijft met het kwaad van de dood en dezer dagen ziet men langs de straten stoeten van kleine kinderen in rang, verkleed met zwarte kostuums waarop bleke geraamten zijn geschilderd. Zij huppelen en lachen en zij vieren Halloween (het moet met een hoofdletter worden geschreven), dat het kwaad van de natuurlijke dood banaliseert en, in het spoor van dit kwaad, verkapt doch onvermijdelijk aanwezig, het kwaad van het menselijke doden als zodanig of de moord.

Moord: in de oudheid brak een pestepidemie uit die door de blinde ziener toegeschreven werd aan de onbestrafte moord van Oedipus op zijn vader: de natuur onthoudt kennelijk wat de mensen vergeten of onder de mat menen te mogen vegen.

Massamoord dan: hoe anders wordt die misdaad door de natuur bestraft dan door een zondvloed, zoals ons historische feiten leren? In het licht van de onthutsende nieuwe wetenschap van Benveniste en Montagnier - als zij het bij het rechte eind hebben - is de zondvloed een natuurlijke vergelding, of misschien veeleer een natuurlijk herstel van een onevenwicht, en wel op wetenschappelijke gronden; een terugkeer van de chaos naar het schone, of althans een poging daartoe. Men zegt alvast dat kunstenaars die dingen als eersten waarnemen en er kond van doen.

(J.B., 31 oktober 2021)

Verwijzingen:

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_Reset

(2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Luc_Montagnier

(3) https://www.dailymotion.com/video/x7tcp7a

(4) https://factchecknederland.afp.com/http%253A%252F%252Fdoc.afp.com%252F9KG6QX-1





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd gaat achterwaarts te vierklauw


De tijd gaat achterwaarts te vierklauw


30-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adieu welvaart?

Adieu welvaart?





29-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog heel even geduld...
Nog heel even geduld...







Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het credo

Het credo





28-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Professor Capel
Professor Capel


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het wezen van de vrolijkheid

Het wezen van de vrolijkheid





27-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Water


Water


26-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het labyrint

Het labyrint





25-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd vliegt en andere verhalen

De tijd vliegt en andere verhalen



24-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lange baan

De lange baan





23-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pandemiepolitiek en extreemrechts Aflevering 2.

De pandemiepolitiek en extreemrechts

Aflevering 2.

Op 20 oktober l.l. werd een persconferentie gehouden door enkele leden van het Europees parlement die daarbij beweren partij-onafhankelijk te handelen en alle mogelijke strekkingen te vertegenwoordigen met een aan het parlement gerichte klacht inzake de al dan niet rechtstreeks afgedwongen verplichting tot vaccinatie en het ingevolge die maatregel aan banden gelegd worden van de mensen- en burgerrechten, de persoonlijke vrijheden en de fysieke integriteit. (1) In een eerste aflevering over de pandemiepolitiek en extreemrechts (2) kwam reeds de vraag naar boven naar het verschijnsel dat uitgerekend extreemrechts nu opkomt voor de mensenrechten en voor de burgerlijke vrijheden. Het lijkt een wat vreemde paradox maar een paradox is een schijnbare tegenspraak en de verklaring voor het wat onthutsende fenomeen is gauw gevonden.

De organisatoren van de persconferentie zijn de Roemeen Cristian Terhes, de Duitse politica Cristine Anderson, de Italiaanse Francesca Donato en een voormalige Croatische presidentskandidaat, Ivan Sinčić, naast nog een persoon die althans op de video niet aan het woord was. Om te beginnen met de laatste spreker: Ivan Sinčić is van de Croatische partij Menselijk Schild die ontstaan is als partij tegen de coronamaatregelen. Zij hebben geen ander programma dan hun kritiek tegen de coronamaatregelen.

De vergadering werd voorgezeten door de nationalist Cristian Terhes die zijn verhaal afsloot met de heldhaftig klinkende woorden: "We are here for you and we will fight for you!" Maar respect voor het privéleven en zin voor niet-discriminatie en voor de verdediging van de persoonlijke vrijheden waarover hij de mond vol heeft, heeft deze meneer duidelijk niét:

Terhes is een Roemeens Grieks-katholiek theoloog en geestelijke. Hij studeerde ook journalistiek en ging in de VS werken als econoom. De Roemeens Grieks-katholiek kerk waarvan hij actief deel uitmaakt, staat sinds 1698 onder het gezag van de paus van Rome maar werd in Roemenië van 1945 tot de dood van dictator Ceacescu in 1989 door de communistische regimes bloedig vervolgd; alleen de orthodoxe kerk werd toegelaten.

Ter gelegenheid van een referendum in 2018 en dus in het jaar vooraleer hij lid werd van de Europese commissie, profileerde Terhes zich in de Roemeense politiek als een fervent tegenstander van het homohuwelijk. In 2020 werd hij lid van de nationale democratische katholieke boerenbondpartij in Roemenië die haar wortels heeft in de Oostenrijks-Hongaarse monarchie. Ook is hij lid van de Europese Conservatieven en Hervormers die Eurosceptici zijn. Deze extremisten varen in het zog van onder meer de Hongaarse dictator Victor Orban en extreemrechts in Polen en zij schermen met volstrekt onwetenschappelijke argumenten om het homohuwelijk te kunnen verbieden.

Katholieke geestelijken uit vooral deze wat achtergestelde landen zien hun kans schoon om de heisa te benutten teneinde de tanende macht van de katholieke kerk in het westen die zich door de coronafabrikanten naar de kroon gestoken weet, een boost te geven door het scheppen van vijandsbeelden, in casu door het demoniseren van minderheidsgroepen.

Deze specialiteit van de nazi's en nu ook van de neonazi's leeft voort in de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland waarvan Cristine Anderson, de tweede woordvoerster op de bewuste persconferentie, in het Europese parlement een zitje bekleedt. Het vervolgen van islamieten, vluchtelingen, homo's en andere 'vreemden' is namelijk de specialiteit van deze in 2013 gestichte radicaal rechtse partij.

De hypocriete Anderson betoogt op de conferentie dat mensenrechten geen vanzelfsprekende verworvenheden zijn en dat er moet voor gevochten worden om ze te behouden terwijl zij een partij vertegenwoordigt die aan alle minderheden de meest elementaire mensen- en burgerrechten wil ontzeggen.

Woordvoerster Francesca Donato dan behoort opnieuw tot extreemrechts in Italië, zij behoort tot de groep Identità e Democrazia die zich wil losscheuren van Europa in het spoor van Groot-Brittannië nadat deze voormalige deelstaat van de Unie bewerkt werd door de populist Nigel Farage. Farage was niet toevallig een intimus van de voormalige VS-president Trump onder wiens regime de States hun uiterste best deden om de EU te ondermijnen middels verborgen steun aan het Europese extreemrechts.

Dat gebeurde onder meer door de installatie van de think-tank Gladiatoren voor het Christendom onder de leiding van Hollywood-producent en Trumps gewezen campagne-leider Steve Bannon in het dertiende-eeuws Kartuizerklooster Trisulti in Collepardo in de buurt van Rome, een club waartoe lui zoals Orban behoorden maar waarvan de paus zich alras distantieerde. Die groep heeft in Europa leden in tien verschillende landen en in België is dat het Vlaams Belang, het vroegere Vlaams Blok dat met hun partijprogramma beloofde de mensenrechten te zullen schenden, waarvoor het trouwens veroordeeld werd waarna ze na hun naamsverandering tot Vlaams Belang gebleven zijn.

De persconferentie werd aldus zonder de geringste twijfel gehouden door extreem hypocriete politici aan wie, de feiten in acht genomen, geen weldenkend mens de titel van populisten zal willen ontzeggen: zij klagen de schending van de mensenrechten door Europa aan terwijl zij zelf nooit iets anders hebben gedaan dan aan mensen hun rechten ontzeggen.

De vraag hoe het dan komt dat uitgerekend extreemrechtse partijen nu opkomen tegen de dreiging van een wereldwijde dictatuur is een puzzel die zich oplost van zodra men de uiteraard wat bevreemdende persconferentie goed in ogenschouw neemt: de extremisten blijken zich immers pas te engageren voor de eerbiediging van de mensenrechten... vanaf het ogenblik dat de schendingen betrekking hebben op henzelf. En is dit dan niet het narrenschip van Plato ten voeten uit?

(J.B., 23 oktober 2021)

Verwijzingen:

(1) Voor de video van de persconferentie van 20 oktober 2021 door extreemrechts, onder de titel: MEPs press conference on the abusive use of Green Certificate - European Parliament, zie: https://www.youtube.com/watch?v=_walPWEACsc

(2) Voor de eerste aflevering, zie: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3272100 .


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sneeuw en andere verhalen

Sneeuw en andere verhalen





22-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Economie redden met ethische wet

Economie redden met ethische wet





21-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Christus en de kardinalen

Christus en de kardinalen





20-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Odysee: sterfgevallen ingevolge vaccinatie

Odysee: sterfgevallen ingevolge vaccinatie - persconferentie

https://odysee.com/@de:d/Pressekonferenz--Tod-durch-Impfung-Undeklarierte-Bestandteile-der-COVID-19-Impfstoffe:b


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is er (weer) een grote burgeroorlog op komst?

Is er (weer) een grote burgeroorlog op komst?





19-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Solipsisme, nihilisme of nog iets anders?

Solipsisme, nihilisme of nog iets anders?





18-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dr. H. de Smet
dr. H. de Smet


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het kwaad en de dubbele negatie

Het kwaad en de dubbele negatie





17-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Welcome to the machine" e.a.

"Welcome to the machine" e.a.





16-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Mirakels en geloof en andere artikels



 Mirakels en geloof en andere artikels
***

Christus en de god van Noach
*
'Ouderen' en jongeren''
*
Het Mattheüseffect of de Lucas profetiprofetie?
*
Superspastische 'politiek'
*
Jan Bauwens
----
Mirakels en geloof
Ter gelegenheid van de heiligverklaring van pater Damiaan van Tremelo, wordt her en der weer over mirakels gesproken omdat een heiligverklaring, trouwens evenals een zaligverklaring, een mirakel vergt door toedoen van de heilige in kwestie. Met betrekking tot het mirakel dat het licht op groen zette voor de heiligverklaring van Damiaan, werd in oktober 2009 door een Vlaamse televisiezender een reportage uitgezonden over het mirakel in kwestie en daarbij werden ook enkele kritische vragen gesteld die beslist niet bevorderlijk zijn geweest voor het geloof in wonderen. Maar betrokken priesters antwoorden daarop dat de term 'mirakel' afkomstig is van het Latijnse 'mirum', wat verwijst naar al wat wonder
baarlijk is en niet zozeer naar wat per perse se se de natuurwetten zou tarten.
Met de term 'natuurwet' komen we overigens in een vaarwater terecht dat in feite veel chaotischer kolkt dan het beekje van alle wonderen tesamen. Natuurwetten bestaan immers niet: zoals de ongelovige David Hume het nauwkeurig becijferde en verklaarde, zijn die wetten niets meer dan afgeleiden uit de zogenaamde "wet der gewoonte": wie gewoon is te zien dat op aarde alle stenen vallen, die leidt daaruit de valwet af, en daarmee is principieel alles over natuurwetten klaar en duidelijk gezegd. Op de keper beschouwd, zo merkt Hume op, is de overgang van onze ervaring (dat stenen vallen) naar de zogenaamde wet (die de valwet is), feitelijk ongeoorloofd want niet helemaal correct. Het is niet omdat ik tot op heden elke morgen wakker ben geworden en ben opgestaan, dat ik dit tot een wet mocht uitroepen en mocht besluiten dat ik elke ochtend wakker worden zal. So
wieso zit er op zijn minst een zekere speling op die zogenaamde natuurwetten, en vaak worden zij door verborgen variabelen vroeg of laat onderuit gehaald.
Een wonder is uiteraard geen onmogelijkheid, aangezien het zich tenminste nu en dan toch voor iedereen zichtbaar blijkt voor te doen en in feite doet het zich voortdurend voor, zoals er geregeld wel iemand is die de lotto wint of zoals tallozen 'toevallig' op dezelfde dag verjaren. Dat deze 'toevalligheden' zich voordoen, verschijnt vanuit het globaliserende standpunt van de kansrekening zelfs als een noodzaak en op die manier is het ook wegens de beperktheid en wegens het voorlopigheidskarakter van onze kennis noodzakelijk dat er speling zit op alles wat wij voor waar en voor onmogelijk houden.
Verwondering is overigens ver te zoeken waar onze geest er niet voor open staat: daar zal die immers evengoed
wegblijven als de beelden en de geluiden wegblijven uit blinde ogen en uit dove oren. Want aan een tekort aan zonlicht is het zeker niet te wijten dat de blinde niet kan zien, en een tekort aan geluiden maakt ook niet dat doven niet horen kunnen. En verder gebeurt het ook veelvuldig dat, op klaarlichte dag, ogen die gezond zijn, niets hebben gezien, of dat oren die horen kunnen, van een ganse uiteenzetting niets lijken te hebben vernomen, alleen omdat die ogen niet keken en die oren niet luisterden. Het kijken en het luisteren onderscheiden zich van het zien en het horen hierin, dat zij naast het licht en het zien, naast de geluiden en het horen, ook nog de aandacht aandacht hebben, welke de wakkerheid is van de persoon met betrekking tot datgene wat aan hem zintuiglijk of anderszins verschijnt.
Sommigen onder ons kunnen zich nog de tijd herinneren dat er geen televisie bestond. Toen de eerste toestellen in omloop kwamen, sloegen zij alle mensen zonder uitzondering met verbazing of verwondering. Maar vandaag is er geen kind meer dat zich afvraagt hoe het mogelijk is dat wij beelden zien van mensen in een ander land. Hetzelfde geldt voor de telefoon, de auto, en uiteindelijk voor elk van onze uitvindingen. Maar uitvindingen zijn geen menselijke maaksels: de elektriciteit heeft een eeuwigheid op ons gewacht in de bliksems van het ontij om door ons gekanaliseerd en gebruikt te kunnen worden; hij was altijd een mogelijkheid, die zich door toedoen van omzeggens één man (in dit geval: Benjamin Franklin) opeens realiseerde en dan een verworvenheid was voorgoed. Op dezelfde wijze was er steeds de ether en de mogelijkheid om daar beelden doorheen te sturen, en alles wat zich ooit realiseert, heeft uiteraard steeds al als mogelijkheid bestaan. De verwondering is er altijd wel, heel in het begin, maar zij verdwijnt, om nooit meer weer te keren, wellicht ingevolge een arrogantie waarin de ondankbare mens geneigd is om alles wat goed is, toe te schrijven aan zichzelf.
En zo hebben wij uiteindelijk mirakels meer dan nodig: nieuwe prikkels die ons heel even doen opkijken, die onze aandacht wakker maken voor een ogenblik en die ons voor dat moment bevrijden uit de kerker van zelfvoldaanheid, van ondankbaarheid en zelfs van solipsisme waarmee we onszelf van het licht van de grote dag beroven. Mirakels zijn welbeschouwd niets anders dan tekenen van genade en zij bieden ons zelfs de mogelijkheid om niet slechts datgene wat zij een ogenblik belichten, maar principieel al het goede van het leven, weer in het licht van hun nieuwheid te zien.
18.10.2009

 Christus en de god van Noach
Toen Jahweh zag dat de mensen allen slecht waren en dat ook alles wat ze uitbroedden, slecht was, kreeg Hij spijt dat Hij hen gemaakt had, en Hij besloot hen samen met alle andere dieren van de aarde weg te vegen, op uitzondering van Noach, zijn drie zonen, Sem, Cham, Jafet en hun vrouwen. Aan Noach beval hij een grote ark te bouwen met drie verdiepingen, om daarin, behalve mondvoorraad, van alle dieren één koppel onder te brengen dat Hij aldus wilde redden van de zondvloed die zou worden uitgestort over de aarde, veertig dagen en nachten lang. Aldus geschiedde en het regende en alle bergen verdwenen onder de zee waarop de ark dreef, alle leven vond de dood en honderdvijftig dagen
lang werd de aarde bedekt door water. Daarna zakte het water en liep de ark vast op de 5137 meter hoge berg Ararat in het Oosten van Turkije, in wiens geologische structuur volgens sommigen de 310 meter lange bootvorm nog zou te ontwaren zijn. Tussen haakjes: de eerste beelden daarvan werden in 1949 gemaakt door satellieten van de Amerikaanse luchtmacht - ze werden jarenlang geheim gehouden.
Na een verblijf van alles samen meer dan een jaar in de ark, liet Noach een raaf los en vervolgens een duif, die eerst terugkeerde met een olijftak in haar snavel maar die tenslotte wegbleef: er was land. De aarde droogde op, God beval allen de ark te verlaten en de aarde te bevolken. Uit Sem kwamen de Semieten voort, uit Cham de bewoners van Afrika, uit Jafet de Europeanen. Noach bouwde een altaar voor de Heer en bracht offers die Hem welgevallig waren. God beloofde het leven nooit meer alzo te zullen vernietigen en als teken van dit nieuwe verbond verscheen voortaan na elke stortbui een regenboog die haar beëindigde. Dat alles staat beschreven in het boek der wording, Genesis. Genesis. Genesis. Genesis. Genesis. Genesis. Genesis. Genesis. Als de joden een regenboog zien, zeggen ze nu nog een kort dankgebedje.
Wie er mocht aan twijfelen of er inderdaad een zondvloed is geweest, kan nagaan dat niet alleen in de Joodse geschiedenis maar in de historie van zowat alle gekende culturen van een zondvloed sprake is. Logisch ook, als tenslotte niet alleen het land der Joden maar de ganse wereld onder liep. Hoewel, volgens de Koran strafte God niet de ganse wereld maar alleen het land van het ongehoorzame volk Nuh Nuh Nuh (dit is: Noach Noach Noach Noach). Ook daar gaat het verhaal van de ark en van het bergen van koppels van alle soorten in de ark.
Exact hetzelfde verhaal geven het Gilgamesj-epos (*) en ook het Atrahasis-epos (**). In Afrika hebben de Masai een eigen zondvloedverhaal; de duif is er vervangen door een gier en er zijn vier regenbogen in plaats van één. Ook in de Indische Veda's wordt het verhaal van de zondvloed verteld; op grond daarvan kan men berekenen dat die ongeveer 5000 jaar geleden moet hebben plaatsgehad. Anderen verklaren de zondvloed door een grote overstroming van Tigris en Eufraat in Mesopotamië. In de versie van de Eskimo's weigerden de mammoeten plaats te nemen in de ark omdat zij geloofden dat hun poten lang genoeg waren om boven water te kunnen blijven; die hooghartigheid werd hen fataal. Ook in het Altaï-gebergte (in Mongolië) bestaat het zondvloedverhaal en volgens de Spaanse missionarissen bleken eveneens de Indianen van Amerika het te kennen. (***)
Nu is er niets mis met verhalen, met mythen en met religie, zo lang die niet al te letterlijk worden opgevat. En vooral in het geval van het zondvloedverhaal zou een al te fundamentalistische interpretatie wel eens voor problemen kunnen zorgen. Op grond van de teksten zelf, zullen bepaalde gelovigen immers geneigd zijn om aan te nemen dat zo'n cataclysme zich niet meer kan herhalen. Dat is immers een goddelijke belofte die het nieuwe verbond inluidt tussen de Schepper zelf en het ganse mensdom, getuige het verschijnsel van de regenboog. Een weerman zal zijn schouders ophalen, maar het verdient de aandacht dat zelfs positieve wetenschappers naast hun vak heel vaak nog een eigen geloof koesteren met alles behalve redelijke gronden. En wie denkt dat een tweede zondvloed uitgesloten is, zal lastige en dure milieumaatregelen ertegen wellicht overbodig achten.
Neen, het is geen grapje: men staat er echt van te kijken hoe talrijk de groten der aarde zijn die hun beslissingen over oorlog en vrede, leven en dood, afhankelijk maken van koffiedik en sterren. Dat mensen op grond van dit fantastisch verhaal geloven dat het afsmelten van de poolkappen niet zal plaatsvinden terwijl het al goed bezig is, is één zaak. Een andere, en misschien veel ernstigere kwestie is, dat zij het verhaal van de zondvloed ook echt geloven.
Ongetwijfeld zijn er in het verleden overstromingen geweest en het is eveneens zo goed als zeker dat daar serieuze watersnoodtoestanden bij waren, met talloze slachtoffers. In de nieuwjaarsnacht van 1953 verloren 1835 Nederlanders het leven ingevolge dijkbreuken. Veel recenter, op Tweede Kerst van het jaar 2004, maakte een vloedgolf nabij Sumatra in één enkele klap driehonderdduizend doden. Dat die catastrofen echter zouden toe te schrijven zijn aan een boze god, is een 'geloof' dat wel elke verbeelding tart. God keurt af wat de mens doet en uit wraak moordt Hij zijn schepselen uit!?
En toch geloven velen daarin. Een verklaring voor zo'n bizar geloof zou wel eens kunnen luiden dat men minder moeite heeft om een boze God te aanvaarden die onze zonden met de dood bestraft dan het blinde toeval of het noodlot dat toeslaat ongeacht goed en kwaad. Ja, heel wat mensen worden blijkbaar liever ter dood veroordeeld voor hun zonden dan te moeten leven in een wereld die geen 'rechtvaardigheid' kent in de zin van 'vergelding'. Geen wonder dat de door Christus gepredikte vergeving en het gebod tot het beminnen van zijn vijanden zo uniek zijn en zo nieuw. Met de God van Noach kan Christus alvast helemaal niets te maken hebben.
09.09.'09 09.09.'0909.09.'09
Noten:
(*) Het Gilgamesj-epos is een van de oudste literaire werken, uit Sumerië (Mesopotamië, waar de Tigris en de Eufraat in de Perzische golf uitmonden) d.d. 2100 voor Christus.
(**) Het Atrahasis-epos situeert zich in Babylonië.
(***) Het internet geeft overigens een lijst met honderden zondvloedverhalen van over de hele wereld: http://www.talkorigins.org/faqs/flood-myths.html .
'Ouderen' en jongeren'
Wie vijftig wordt en werkloos is, wordt door de arbeidsbemiddelingsdienst opgeroepen voor een re-evaluatie of een heroriëntatie: wij worden oud, maar we blijven optimist, zo zegt een instructrice het aan de opgeroepenen voor: we gaan dus eens kijken wat we allemaal nog wél kunnen! Op het internet heten vijftigplussers ronduit senioren en vijftig is ook de leeftijd waarop het aanvaardbaar begint te worden om op rust te gaan. Ofschoon zestigers dan weer aangemoedigd worden om aan de slag te blijven, maar dat komt doordat gepensioneerden uit een andere kas worden betaald dan werklozen - een kas waarvan de bodem in zicht is geraakt nadat politici jarenlang met die gelden op de beurs hebben gespeeld. Als het maar geld in 't laatje brengt, dan scandeert men zelfs dat het leven pas met vijfenzestig begint, of zelfs met zeventig, en de clerus blijft hardnekkig volhouden dat het ware leven aanvangt na de dood. Groot lijkt dus het optimisme van sommigen, al blijkt het daar bij nader onderzoek veeleer om verholen hebzucht te gaan. Waar elkeen lijkt te scanderen dat het leven pas met zeventig begint, daar denken ze allen tegelijk dat vijftig oud is, en wie het nog niet is, die wil zelfs geen veertig zijn. Andermaal tegelijkertijd wil iedereen wel honderd worden.
Maar de grootste onzin inzake leeftijden hoort men uit de mond van meestal jonge mensen, al zijn er ook wel ouderen die zich hier aan vergrijpen, waar zij zonder nadenken beweren dat er in de maatschappij twee groepen bestaan, met name jongeren en ouderen. Twee groepen, eventueel aangevuld met overgangsgroepen, zoals de kaste van de 'middelbare leeftijd' en die van de 'hoogbejaarden'. En zij die dit beweren, behoren op het ogenblik dat zij die bewering doen dan meestal tot de groep die zij als de 'jongeren' beschouwen, ook al zijn ze vijfendertig. Het ontgaat hen blijkbaar dat de tijd nimmer te stoppen is, dat het stilstaan van de leeftijden een illusie is voor wie er van houden zichzelf te bedriegen en dat wie zich vandaag bij de jongeren rekenen, door anderen reeds als hopeloos oud worden afgeschreven en door hen ook worden afgevoerd.
Niemand is is is ofwel jong, ofwel oud: elkeen begint bij nul en eindigt op de leeftijd van het eigen overlijden. In die tussentijd veroudert men - de enen al sneller dan de anderen - ook al zegt men dat men groeit en bloeit. De lichamelijke groei komt eerst, zo geloven sommigen, en de geestelijke groei komt pas als de lichamelijke aftakeling al een tijdje aan de gang is. Edoch, wetende dat de geest een puur lichamelijk gebeuren is, kan men alras vermoeden dat niet de geestelijke top doch het toppunt van bijvoorbeeld een carrière wat later komt dan in de bloeitijd van zijn leven. Zoals trouwens ook de oogst met al zijn vruchten intreedt in de oogstmaand - augustus - als de dagen reeds geruime tijd korter aan het worden zijn.
Wij geloven dat wij een welbepaalde leeftijd kunnen hebben, maar uiteraard is dit een illusie zoals een andere: er zijn geen leeftijden die dan, bijvoorbeeld, om het jaar zouden veranderen; er bestaan geen mensen die jaarlijks ouder worden, er zijn er zelfs geen die ouder worden met de dag: het ouder worden daarentegen is het proces van het leven zelf en indien dit proces, al was het maar één fractie van een seconde, zou stoppen, dan hield men ook voorgoed met leven op. Leven is verouderen omdat het leven zich niet afspeelt in een vermeend 'nu', een 'heden', een 'vandaag', 'dit jaar' of 'deze tijd', doch immer tegelijk zichzelf nalopen en verliezen moet: wie of wat ook leeft, verlangt naar het ogenblik dat komt en, eenmaal dat moment er is, glijdt het door de vingers gelijk zand of water. Verdwaasd kijkt men dan op wat was, terug en, eenmaal weer tot relatieve rust gekomen, blikt men dan opnieuw vooruit en de beweging herbegint. De beweging die doet denken aan de klimbeweging die een made maakt wanneer zij zich verplaatst: zij trekt haar achterste tot bij haar kop, haar staart raakt haar kop en zo vormt zij met haar lijf een lus; vervolgens werpt zij haar kop weer voor zich uit en vormt haar lijf een lijn: lus, lijn, lus, lijn, lus... totdat zij eensklaps verdwijnt in de bek van een mus.
Is het de bek van de mus die wij schuwen als wij maar liever jong wilden blijven, of is het de aftakeling van de oude dag? Vrezen wij voor de dood zelf of maakt het langzame sterven dat eraan voorafgaat, de oude dag zo weinig benijdenswaardig - althans in de ogen van velen? Hoe dan ook is is is leven sterven, om de reeds genoemde reden: het leven is een proces dat met het ouder worden samenvalt. Wie wil leven, wil ook sterven - andermaal omdat de twee geheel en al ononderscheidbaar zijn. Alleen het perspectief op de zaak zorgt voor hetzij de vrees, hetzij 't verlangen dat ons nooit neutrale bewustzijn begeleidt: wij willen leven waar wij naar morgen verlangen en wij vrezen de dood waar wij daarentegen terug willen naar wat gisteren was en vooral naar wie wijzelf gisteren waren.
Dat laatste te willen is weliswaar waanzin: niemand immers kan bij zijn volle verstand in de richting van het verleden willen gaan. Maar die waanzin, helaas, is zeer weids verbreid, en dat bewijzen alleen al de fortuinen die worden gemaakt door beloftes van eeuwige jeugd en reeds door allerlei producten die de nostalgie koesteren en voeden. Retro, antiek, musea, noem maar op: alle modes en trends keren om de haverklap terug, en dat lijkt wel vooral het geval met de muziek waarmee men immers zijn gevoelens van het moment associeert: muziek die speelde toen men jong was en verliefd, lijkt ons weer jong en verliefd te maken als wij ze in onze oude dagen opnieuw horen weerklinken, en dan kopen wij die plaatjes, cd's of wat het intussen ook mogen zijn, in de stille doch waanzinnige hoop dat wij aldus ook onze jeugd herwinnen.
Driewerf helaas, want de tijd kent slechts één enkele richting. En toch is en blijft dat een zeer goede zaak - andermaal: omdat leven en sterven in wezen hetzelfde zijn. Oud worden is het lot van al wie bestaan omdat bestaan per definitie oud worden is: men wil steeds langer bestaan en hoe langer men heeft bestaan, des te ouder is men ook geworden. De term 'jongeren' kan in dit licht dan alleen nog maar betekenen: mensen die door de band nog veel meer tijd met oud worden zullen spenderen dan diegenen die het al zijn.
2 augustus 2009 2 augustus 20092 augustus 2009 2 augustus 2009

 Het Mattheüseffect of de Lucasprofetie?
Wie in de bijbel het Evangelie volgens Mattheüs leest, komt in de twaalfde zin van het dertiende hoofdstuk een wat raadselachtige en ook zeer bekende uitspraak tegen van de Heer, die luidt als volgt:
"Want wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden." (*)
Deze uitspraak van de Heer vormt eigenlijk het tweede deel van een drieledig antwoord op een vraag die aan Hem gesteld wordt door zijn discipelen nadat Hij, van op een schip, aan een grote schare mensen op de oever, de gelijkenis van de zaaier heeft verteld. Die gelijkenis gaat zelf al impliciet over dat zogenaamde Mattheüseffect. Ze gaat namelijk over zaadjes aan wie het gegeven is om te groeien (omdat ze in de vruchtbare aarde zijn gezaaid) en over zaadjes aan wie dit niét gegeven is (ofwel omdat zij langs de weg vallen en door de vogels worden opgepikt, ofwel omdat ze op de rotsbodem terechtkomen waar ze geen wortel kunnen schieten en verschroeien door de zon, of ook nog omdat ze op de alles overwoekerende distels vallen). Het is nu naar aanleiding van die parabel dat de discipelen vragen aan de Heer waarom Hij het volk toespreekt in gelijkenissen, en het eerste deel van zijn antwoord op die vraag staat in de zin die voorafgaat aan de frase die het Mattheüseffect uitdrukt, en dat luidt: "Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven."
Dit antwoordt houdt dus in dat de schare die wordt toegesproken, gelijkenissen en dus parabels of verhaaltjes nodig heeft omdat het anders niet in staat is om kennis op te doen over het Koninkrijk der hemelen, en dit klaarblijkelijk in tegenstelling tot de discipelen: het begripsvermogen dat aan de discipelen is gegeven, is niét gegeven aan het volk.
Men neigt hier soms te denken aan goddelijk onrecht, maar die optie vervalt alras, wetende dat er elders staat geschreven dat aan hem aan wie weinig is gegeven, ook weinig zal worden teruggevraagd, terwijl aan hem aan wie veel is gegeven, ook veel zal worden teruggevraagd. Met andere woorden: wat God ons in dit leven geeft, zijn geen geschenken, lonen of beloningen; het zijn daarentegen louter opdrachten, werkmiddelen of dus te gebruiken en zeker niet te bezitten en te begraven talenten. Het begripsvermogen dat aan de discipelen is gegeven, is niét gegeven aan het volk, maar hetzelfde geldt dus voor de verantwoordelijkheden: het volk draagt niét de verantwoordelijkheden die de discipelen - de christenen - wél dragen. Nog anders gezegd: de christenen zijn verantwoordelijk voor alle andere mensen.
In het derde deel van zijn antwoord zegt de Heer dat hij daarom in gelijkenissen spreekt tot het volk: "(...) omdat zij ziende niet zien en horende niet horen of begrijpen." (Mattheüs 13: 13), en Hij verwijst naar de profetie van Jesaja, die dit over het vet en hardhorend geworden volk heeft gezegd - het volk waarvan de Heer zegt dat hij het zal genezen, uiteraard middels gelijkenissen, en zo zijn de parabels in het Nieuwe Testament niets anders dan medicijnen voor de zielen van alle zieken of dus van alle niet-discipelen.
Alles samen genomen heeft het zogenaamde 'Mattheüseffect' dus heel waarschijnlijk niét de menselijke bezittingen tot onderwerp, zoals de meesten dat voorhouden sinds de uitvinding van die benaming door Robert Merton in 1968, die daarmee wilde aanduiden dat de sterke neiging bestaat om wetenschappelijke erkenning te geven aan wie ze reeds genieten en om ze te onthouden aan wie ze vooralsnog niet bezitten. Na hem zagen anderen dit effect ook elders opduiken, onder meer inzake de maatschappelijke zorg waarvan immers zij die ze het minste nodig hebben, vaak het meeste profiteren. Maar men zou de bewuste zinsnede van Mattheüs in de aangegeven betekenis op een maximaal expliciete manier kunnen interpreteren als een profetie met betrekking tot de toentertijd wellicht al ontluikende maar dezer dagen alles beheersende heerschappij van het gouden kalf, meer bepaald in de gedaante van het bankwezen dat immers systematisch de armen armer en de rijken rijker maakt middels het leen- en beleggingssysteem van geld: zij die teveel bezitten, lenen hun overschot tegen rente uit aan wie tekorten lijden, maar omdat zij dat enkel tegen rente doen, worden zodoende de armen nog armer en de rijken nog rijker dan voordien. Het banksysteem zelf blijft gehandhaafd dankzij hetzelfde winstprincipe, want de rente voor leningen is hoger dan die van het spaarboekje.
Beschouwt men inzake het zogenaamde 'Mattheüseffect' aldus het bezit, dan lijkt ons hier eigenlijk niets anders aan het werk dan een variant op de traagheidswet die onpersoonlijk en onmenselijk, louter natuurlijk is. Ziet men echter in dat het 'Mattheüseffect' niét om bezittingen draait doch om talenten en dus in de eerste plaats om verantwoordelijkheden - exact het tegendeel van de geheel onpersoonlijke traagheidswet! - dan verdwijnen meteen zijn raadselachtig karakter en de mogelijke illusie van een 'goddelijk onrecht', want:
"Van eenieder, wie veel gegeven is, zal veel geëist worden, en aan wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd". (Lucas, 12: 48b) (*)
Deze profetie in het Lucasevangelie gaat over de plichten welke talenten meebrengen en over de arbeid waartoe gegeven werkmiddelen verplichten. Krachtens de goddelijke rechtvaardigheid welke door deze voorspelling wordt geïllustreerd, dient het zogenaamde Mattheüseffect hetzij naar de prullenbak verwezen te worden, hetzij opnieuw geïnterpreteerd te worden - mogelijkerwijze in de hier aangegeven zin.
Noten:
(*) In deze tekst werd inzake bijbelcitaten gebruik gemaakt van de bijbeluitgave van het NBG, Amsterdam 1975.
12 februari 2009 12 februari 200912 februari 2009 12 februari 2009 12 februari 200912 februari 2009

 'Superspastische 'politiek'
Een grappentapper op teevee heeft opgehoest dat het een schande is dat men voetbalspelers laat rondlopen met de rugnummers 88 en 18 omdat de achtste letter van het alfabet de letter H is en de eerste, de letter A. Voor wie het nog niet zou begrijpen: iemand kon wel eens op het gekke idee komen om de cijfers van het getal dat kan herkend worden in de rugnummers 88 en 18, te interpreteren als rangnummers van letters in het alfabet, en dan bekwam hij immers respectievelijk de lettergroepen HH en AH. Uiteraard zegt dit u nog steeds niets, maar stel bovendien eens dat deze rare snuiter vervolgens deze lettergroepen ging interpreteren als groepen van initialen. Terecht zult u nu opmerken dat het hier gaat om de initialen van mogelijkerwijze vele miljoenen woorden? Precies, maar zeg nu zelf: sluit dit dan de mogelijkheid uit dat onze zonderling in de initialengroep HH, de eerste H wel eens zou kunnen interpreteren als de eerste letter van het Duitse woord Heil terwijl hij bovendien de tweede H wel eens kon lezen als de beginletter van Hitler - waaronder dan Adolf Hitler dient te worden verstaan, onder wiens verantwoordelijkheid in de tweede wereldoorlog een massa mensen in concentratiekampen werden afgeslacht? En daar hebben we dan onze getallen 18 en 88! Wat ver gezocht, zult u misschien zeggen, maar de gevoeligheden zijn hier niet gering en wie wordt nu graag voorgesteld als sympathisant van een massamoordenaar? Voorwaar maken in de eerste plaats alle populisten zich hier raprap uit de voeten - onze politici op kop. U raadt het nooit, maar een der ministers staat al met een wetsvoorstel klaar om de getallen 88 en 18 uit het straatbeeld te bannen!
Ongelooflijk inderdaad, maar het is niettemin weer waar: ik had er geen idee van wat er allemaal kon schuilen in onschuldige cijfers, maar voortaan zal ik ze moeten blokken, al die getallen waar een fikse geldboete aan vast hangt of misschien wel een gevangenisstraf, als men ze per ongeluk gebruikt en overigens met de meest onschuldige bedoelingen. Onze onderwijzer gaf ons toentertijd als voorbeeld van belachelijk bijgeloof het verhaal mee van de ontbrekende kamer 13 in elk serieus hotel en flatgebouwen blijken vaker zelfs een dertiende verdieping te missen. Sommige mensen verhuizen als hun huisnummer 13 is, en als ze op de dertiende worden geboren, betalen velen zich naar het schijnt ook blauw om alsnog op de twaalfde of op de veertiende ingeschreven te kunnen worden. Heel wat minder mensen - maar er zijn er wél - weigeren een dertiende maand kindergeld te ontvangen en angstvallig proberen sommigen alles wat in cijfers omgezet en bij elkaar opgeteld 13 oplevert, te bannen uit hun bestaan en uit dat van hun geliefden.
Krijgen we nu hetzelfde met de getallen 18 en 88 en ook met alles wat daar op gelijkt? Want uiteraard zijn veel méér letters de initialen van verdachte namen, slogans en symbolen waarmee men cijfertjes kan vormen! Neem nu het getal 413, om maar iets te noemen. Dat getal kan gelezen worden als een groep van twee getallen, namelijk het getal 4 en het getal 13. Als we deze getallen interpreteren als rangnummers van letters uit het alfabet, dan komen we uit bij de vierde en de dertiende letter, zijnde de D en de M, en die vormen samen de lettergroep DM. U merkt het vanzelfsprekend onmiddellijk: deze lettergroep kan worden beschouwd als een koppel initialen, meer bepaald initialen van de woorden Dag en Mao, wat allemaal samen resulteert in de groet aan Mao - andermaal een massamoordenaar. U ziet direct dat ook 813, gelezen als HM, uit den boze is, want dit kan men lezen als Heil Mao. Het valt overigens sterk te betwijfelen, ten eerste, of er überhaupt letters bestaan welke niét in de een of andere taal het initiaal vormen van een woord dat dag of heil betekent en, ten tweede, of er wel letters bestaan die niét kunnen gelezen worden als het initiaal van een of andere dictator of massamoordenaar. Ik betwijfel dat omdat, helaas, de menselijke geschiedenis wellicht veel meer massamoordenaars telt dan er letters zijn in 't alfabet. Kortom: om te ontsnappen aan de woede van het volk, dient men alle mogelijke cijfers en getallen te verbieden, wat wil zeggen dat deze symbolen, samen met wat ze allemaal mogelijk maken - de wiskunde, de fysica, de boekhouderij en noem maar op - in een reusachtige papiermand dienen te verdwijnen.
Of doen we dat niet? Maken we abstractie van Mao, van Stalin en van al die andere monsters... en maken we een uitzondering voor alleen maar 88 en 18? Wel, dan zal de ganse wereldbevolking, zijnde miljarden mensen, die geen benul hadden van die krankzinnige interpretaties van welbepaalde cijfers en getallen, voortaan de symboliek der neonazi's moeten aanleren op school. Inderdaad, een ongedroomde reclamecampagne! Maar het is niet de eerste keer dat het populisme en die andere ondeugden politici tot volstrekt tegendoelmatig gedrag brengen. Herinner u de gratis reclame die terroristen nog voortdurend door de media aangeboden krijgen: zendtijden, onbetaalbaar zelfs voor de machtigsten der aarde en kijkcijfers die in één oogwenk alle records verpulveren.
Alle records van het belachelijke worden ook verpulverd door de heisa rond de rugnummers van die arme voetbalspelers. In deze bizarre tijden is het gezond verstand dat ooit het bezit was van elkeen, gewis een grote zeldzaamheid geworden. Men begrijpt soms niet hoe het komt dat de wereld nog steeds draait. Maar wellicht verschuilt zich de reden voor dat wonder in het feit dat men hem nu eenmaal geen halt meer kan toeroepen. Begint het woordje halt immers niet met de geduchte letter H?
10.02.2009



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mirakels & geloof

Mirakels & geloof





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kuddegeest

Kuddegeest





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De fles



De fles


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Surrealistische werkelijkheid

Surrealistische werkelijkheid





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het magazijn

Het magazijn





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De weg en de hooiwagen


De weg en de hooiwagen


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijwerkingen

Bijwerkingen



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ellende

Ellende





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De geest in de fles

De geest in de fles



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koude winters & Kwalen zijn geen kwalen

Koude winters & Kwalen zijn geen kwalen



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbevolking?

Overbevolking?





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het leven als losprijs voor de liefde & Wiens brood men eet...

Het leven als losprijs voor de liefde & Wiens brood men eet...





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de toekomst is geen heil &

In de toekomst is geen heil &





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Extase

Extase





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rijk en dom en andere verhalen

Rijk en dom en andere verhalen

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vijf raadsels van de sfinx

Vijf raadsels van de sfinx

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Smeren ze ons kanker aan? & Het nationalisme: de terugkeer naar de slavernij & De Vlaamse identiteit? & Hongerstakers en politici: een verhaal van durf en arrogantie & Elk mens is fataal religieus

Smeren ze ons kanker aan? & Het nationalisme: de terugkeer naar de slavernij & De Vlaamse identiteit? & Hongerstakers en politici: een verhaal van durf en arrogantie & Elk mens is fataal religieus

(Om te lezen: klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sterfelijkheid & n.a.v. Obama's speech in Oslo

Sterfelijkheid & n.a.v. Obama's speech in Oslo

(Om te lezen, klik op de prent!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inbrekers en inbrekers e.a.


Inbrekers en inbrekers e.a.

(Om te lezen, klik op de prent!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dead-line. Over de grenzen van de tijd en het neerstrijken van de engelen

Dead-line. Over de grenzen van de tijd en het neerstrijken van de engelen

(Om te lezen, klik op de prent!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nosferatu

Nosferatu

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inspiratie & andere verhalen

Inspiratie & andere verhalen

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over muziek

Over muziek

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leugens & Enkelvoud & Een derde raadsel van de sfinx: het kwaad


Leugens & Enkelvoud & Een derde raadsel van de sfinx: het kwaad

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rusland - een zeer beknopte geschiedenis & China - een beknopte geschiedenis

Rusland - een zeer beknopte geschiedenis & China - een beknopte geschiedenis

(Om te lezen: klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet mee met de tijd & De job en de ziel & Geweldloos verzet? & Over de ambiguïteit van getuigenis en martelaarschap

Niet mee met de tijd & De job en de ziel & Geweldloos verzet? & Over de ambiguïteit van getuigenis en martelaarschap

(Om te lezen, klik op de flap!)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zonde & Twee raadsels van de sphinks

Zonde & Twee raadsels van de sphinks

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gasknop - een verhaal & Bij de duivel te biechten gaan? & Imago of waarheid? & Armoede als eerste christelijke plicht & Het hek van de dam?-Vier opstellen

De gasknop - een verhaal & Bij de duivel te biechten gaan? & Imago of waarheid? & Armoede als eerste christelijke plicht & Het hek van de dam? - Vier opstellen

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Togenbirger's 'atheïsme'

Van Togenbirger's 'atheïsme'

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe noodzakelijk is geloof?

Hoe noodzakelijk is geloof?

(Om te lezen, klik op de flap!)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De massa en de mensheid & De ziel

De massa en de mensheid & de ziel

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lucide droom

De lucide droom

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tijd is krediet & Het tanen van de Noord-Atlantische drift & In beweging blijven & Stenen en mensen

Tijd is krediet & Het tanen van de Noord-Atlantische drift & In beweging blijven & Stenen en mensen

(Om te lezen, klik op de flap)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Igor Stravinsky

Igor Stravinsky





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Solvejg's lied

Solvejg's lied

(Om te lezen, klik op de flap!)



Solvejg's lied


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sinterklaas en andere opstellen

Sinterklaas en andere opstellen

(Om te lezen, klik op de prent!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de klimaatkwestie

Over de klimaatkwestie

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verslavingen & Kunst & Het orgaan

Verslavingen & Kunst & Het orgaan

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het klatergouden kalf en andere opstellen

Het klatergouden kalf en andere opstellen

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Invloed & De binnen- en de buitenkant & Religie

Invloed & De binnen- en de buitenkant & Religie

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hongersnood & Maria

Hongersnood & Maria

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gelijmde been

Het gelijmde been

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drie verhalen over vergankelijkheid

Drie verhalen over vergankelijkheid

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De macht van de lach & Quod est veritas? & De duivel in de kiem. Drie artikels

De macht van de lach & Quod est veritas? & De duivel in de kiem. Drie artikels

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht

Drugsbaronnen aan de macht

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ei van mei

Het ei van mei

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tuinen

De tuinen

(Om te lezen, klik op de flap!)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stenen en mensen & De ondergang door overvloed

Stenen en mensen & De ondergang door overvloed

(Om te lezen, klik op de flap!)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spoken & De wolk & Fijn wit zand & René Coppitters, kwantumfysica, lichaam en ziel

Spoken & De wolk & Fijn wit zand & René Coppitters, kwantumfysica, lichaam en ziel

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het hoofdgerecht des levens dis & De winter en de dood

Het hoofdgerecht des levens dis & De winter en de dood

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sparen en plunderen & Het geloof en de werken. Twee verhalen

Sparen en plunderen & Het geloof en de werken. Twee verhalen

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde van de wereld en nog vier andere opstellen

Het einde van de wereld en nog vier andere opstellen

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het argument

Het argument

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Godsdienstvrijheid, een contradictie?

Godsdienstvrijheid, een contradictie?

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genosuïcide in de opmars

Genosuïcide in de opmars

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.U moet er af!

U moet er af!

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evolutie en inwikkeling

Evolutie en inwikkeling

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Erosie

Erosie

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elders zijn & De opeising der ultieme productiemiddelen

Elders zijn & De opeising der ultieme productiemiddelen

(Om te lezen, klik op de flap!)





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Israël - een beknopte geschiedenis & De Syriëcrisis in een notedop

Israël - een beknopte geschiedenis & De Syriëcrisis in een notedop

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De molen

De molen

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Indoctrinatie, misleiding en psychopolitiek & Het plaatsgebrek en de duivel

Indoctrinatie, misleiding en psychopolitiek & Het plaatsgebrek en de duivel

(Om te lezen, klik op de flap!)

NB: Het handboek waar naar verwezen wordt, staat hier:

https://famguardian.org/Subjects/Communism/Communism/Brainwashing.pdf


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adieu, groots firmament vol fonkelende sterren!

Adieu, groots firmament vol fonkelende sterren!

(Om te lezen, klik op de flap!)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de geldcrisis

Over de geldcrisis

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over het christendom

Over het christendom

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de opkomst van de islam in het Westen

Over de opkomst van de islam in het Westen

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het experiment van Milgram en nog andere zaken

Het experiment van Milgram en nog andere zaken

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Niet nuttige mensen' en andere waanzin & Werkloosheid, een leugen zonder gelijke

'Niet nuttige mensen' en andere waanzin & Werkloosheid, een leugen zonder gelijke

(Om te lezen, klik op de flap!)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een korte beschouwing over hedendaagse kunst
Een korte beschouwing over hedendaagse kunst

Een beknopte beschouwing over 'hedendaagse kunst'

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kanttekeningen in het Darwinjaar
Kanttekeningen in het Darwinjaar

Kanttekeningen in het Darwinjaar

(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De golem
De golem

De golem

(Om te lezen, klik op de flap!)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de verschillende graden van dood zijn
Over de verschillende graden van dood zijn

Over de verschillende graden van dood zijn
(Om te lezen, klik op de flap!)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De goede deur
De goede deur

De goede deur
(Om te lezen: klik op de flap!)




08-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pandemiepolitiek en extreemrechts - Aflevering 1.

De pandemiepolitiek en extreemrechts

Aflevering 1.

Zoals iedereen die niet blind is, heel duidelijk kan vaststellen, brengt de huidige pandemie de nefaste werking van het zogenaamde WTK-bestel aan het licht waarover reeds Herbert Marcuse schreef in zijn One-dimensional Man van 1964 waarvan de ondertitel luidt: Studies in the Ideology of Advanced Industrial Society. Het werk van deze vooraanstaande wijsgeer uit de Frankfurter Schule kreeg heel wat navolging en beklemtoont vooral het zo jammerlijke feit dat al onze wetenschappelijke en technische vooruitgang tot niets dient als in het maatschappelijke reilen en zeilen het kapitalisme de bovenhand krijgt. Wat baten immers technologische en wetenschappelijke hoogstandjes als deze herleid worden tot instrumenten waarmee vooral veel geld vergaard kan worden: de technologie dient dan alleen nog als lokmiddel waarmee de klant verleid wordt tot het doen van aankopen die hem uiteindelijk zullen teleurstellen omdat zij hun beloftes niet waarmaken, omdat spoedige slijtage ingebouwd werd en omdat zij alras metamorfoseren tot giftig afval waarmee wij opgescheept zitten - in het geval van kernafval zelfs tot in de eeuwigheid.

Het algemene ongenoegen dat resulteert uit de bewustwording van deze wantoestand geeft uiteraard aanleiding tot een even algemeen wantrouwen in de maatschappelijke structuren, wat zich in het westen ook vertaalt in een kritiek op de werking van de democratie. Met betrekking tot de aanpak van de pandemie springt vooral het verregaande opportunisme in het oog waarvan de bedrijvers de waarheid op dergelijke wijze manipuleren dat zelfs ongeletterden de valstrikken van de potentaten doorzien, wat alom kwaad bloed zet. Waar dit 'spel' zich in het politieke vaarwater begeeft, wordt het bedrog uiteraard door de oppositie aan het licht gebracht en in een democratisch bestel zijn dat de ondemocratische krachten van bij uitstek (zowel politiek als religieus) extreemrechts. Het kost de tegenstanders van het regime bijzonder weinig moeite om aan te tonen dat de keizer helemaal geen kleren draagt maar verbijsterend genoeg blijkt de volharding waarmee de massa zijn kleurrijke gewaden blijft prijzen, te getuigen van een volstrekt blind geloof en van een absolute kuddegeest waarbij het gebruik van de term 'massa' om het volk aan te duiden, allerminst misplaatst is.

De al dan niet terechte betutteling van de burgers vanuit de klasse der medici die in de huidige constellatie in het zog van de pandemie de vertegenwoordiging van het wetenschappelijk en technologisch bedrijf symboliseren, peutert aan de gevoelens van persoonlijke soevereiniteit, vooral daar waar de fysieke integriteit wordt aangevallen bij zekere afwegingen van vrijheid versus veiligheid, zoals uiteindelijk geconcretiseerd in de kwestie van de al dan niet verplichte vaccinatie waarbij de vrijheid als persoonlijke fysieke integriteit moet onderdoen voor de veiligheid in de gedaante van het algemeen maatschappelijk welzijn en wel omdat dit zo beslist wordt door politici die daarbij (verholen) selectief verwijzen naar zekere wetenschappers (veralgemeend tot 'de wetenschap') terwijl iedereen getuige is hoe zij gecorrumpeerd worden door het kapitalisme zodat hun hele optreden misschien wel één grote leugen is.

Bovendien kan opgemerkt worden dat aanhangers van zekere politieke ideologieën altijd al een bijzondere gevoeligheid aan de dag hebben gelegd voor integriteitskwesties en dat zijn onder meer de nationalisten die paradoxaal genoeg ook antidemocraten zijn. Zodat dezen de huidige pandemiepolitiek niet alleen verwerpen omwille van het feit dat zij in de oppositie zetelen maar ook nog en misschien wel in de eerste plaats omdat daar de persoonlijke fysieke integriteit in het geding is.

Zoals gezegd duikt bij het maken van deze vaststelling meteen een bijzonder complexe paradox op omdat de gevoeligheden voor nationalistische ideologieën te maken hebben met enerzijds de verheerlijking van het geweld waarbij men vaak het eigen leven inschiet en anderzijds de radicale afwijzing van de schending van de persoonlijke integriteit: het is dan oké om vanuit haatgevoelens gevechten aan te gaan waar men sowieso niet ongehavend uit komt terwijl men liever een gevangenisstraf uitzit dan dat met met een naald in zijn arm laat prikken. Verder blijkt de voorgewende opofferingsgezindheid voor het (eigen) volk helemaal niet te concorderen met het angstvallige bewaken van het eigen lijf ten koste van het eigen volk. Maar een paradox is een schijnbare tegenspraak. Het loont de moeite om het nationalisme en bij uitstek extreemrechts van wat naderbij te gaan bekijken.

In een geschrift uit 1976 van de Belgische militair en professor krijgsgeschiedenis aan de Belgische Militaire School Henri Bernard, getiteld L'Autre Allemagne. La résistance allemande à Hitler 1933-1945 (1) wordt opgemerkt dat van de dertiende eeuw tot 1914 de wereld in feite geen grote alomvattende conflicten heeft gekend en zeker geen haatconflicten. Met Bismarck rond 1870 veranderde de relatieve vrede door de opkomst van het nationalisme - aldus betoogt Bernard en hij heeft het met H. Brugmans over: "Het nationalisme met zijn bijzonder egoïstische en bekrompen opvatting van collectieve zelf-bewondering en van xenofobie - een gloednieuw verschijnsel in de Europese geschiedenis - en van chauvinisme dat de kop opsteekt in de meeste Europese landen." (2) Hegel heeft de staat vergoddelijkt, Nietzsche verwierp de rede en verheerlijkte het esthetische instinct en de cultuur van de Uebermensch, het vooruitgangsgeloof wint veld en het concept van het recht van de sterkste. Gobineau en Chamberlain kennen aan het Arische ras het leiderschap over de wereld toe, de oorlog wordt verheerlijkt als zijnde een morele vereiste. Het andere en Europees gezinde Duitsland van Leibniz, Goethe, Kant, Humboldt, Schopenhauer en Heine blijkt niet opgewassen tegen de teutomanie, het antisemitisme en de verheerlijking van militair geweld. (3) Eenzelfde evolutie in de pseudowetenschappelijke richting van het 'natiocentrisme' steekt de kop op in Frankrijk, gekenmerkt door de verheerlijking van het geweld, de monarchie, de antidemocratische gevoelens, het antisemitisme en de afkeer van vreemdelingen, onder het devies van Charles Maurras: "La France, la France seule." (4) Nationalisten in Frankrijk en in Duitsland beroepen zich op de goddelijke steun (“Gesta Dei per Francos, Gott mit uns” (5) en de Engelsen alsook de Amerikanen scanderen: "right or wrong, my country" (6)) - het enige tegenwicht is het opkomende socialisme met zijn pacifisme en internationalisme.

Bij het uitbreken van W.O.I (waarvan W.O.II in feite een voortzetting is) stelt Henri Bernard de vraag (los van de kwestie van de aanleiding welke de moord is op Franz-Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije en diens vrouw) naar de eigenlijke oorzaak ervan en niet de economie is dan aan de orde maar wel de psychologie: het gaat om territoriale conflicten die de haat aanwakkeren. De xenofobie betreft kennelijk niet alleen de vreemde nationaliteiten maar tevens de niet eigen maatschappelijke klassen: in de vastberaden weigering om zich te laten injecteren met een vaccin, echoot de met haat geladen nationalistische roep van toentertijd: "Handen af van mijn grondgebied!"

(Wordt vervolgd)

(J.B., 8 oktober 2021)

Verwijzingen:

(1) Henri Bernard, L'autre Allemagne. La résistance allemande à Hitler 1933-1945, La Renaissance du Livre, 1976.

(2) Eigen vertaling naar: Henri Bernard, 1976, p. 15 (in het eerste hoofdstuk, handelend over de opkomst van het nationalisme), verwijzend naar H. Brugmans, L'Europe des Nations (Paris et Liège, 1970), p. 343.

(3) Ib., p. 15-16.

(4) Ib., p. 17.

(5) Ib.

(6) Ib., p. 18.


07-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koude winters & Kwalen zijn geen kwalen
Koude winters & Kwalen zijn geen kwalen



03-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Extase

Extase





02-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfst: Adagio

"Adagio" - Liedcyclus (Jan Bauwens, 2004) getoondicht op elf gedichten uit "Adagio" van Felix Timmermans (1886-1947).

[De muziekpartituren zijn verkrijgbaar bij de componist]



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Musica
Musica







01-10-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunst met de kracht van de diepste dromen. Een interview met Frips - de Belgische grafische artieste Ria Bauwens
Kunst met de kracht van de diepste dromen. Een interview met Frips - de Belgische grafische artieste Ria Bauwens:


Bijlagen:
frips interview.pdf (536.6 KB)   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boris Blacher (Portretten)
Boris Blacher (Portretten)



30-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Vlaamse landschap
Het Vlaamse landschap



29-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger.
Het interview met Omsk Van Togenbirger.







Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het interv
het interv

Bijlagen:
Het interview met Omsk Van Togenbirger.pdf (202.9 KB)   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hecatombe - hoe men te werk gaat (herhaling van het artikel d.d. 18.10.2013)
Hecatombe - hoe men te werk gaat (herhaling van het artikel van 18.10.2013)

Hecatombe - hoe men te werk gaat

In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van zaterdag 5 augustus 1933 leest men in de rubriek Berichten/Buitenland/Berlijn op de bladzijde 3605:

"De sterilisatiewet. De Duitsche regeering heeft besloten tot een sterilisatiewet. Bij den geringen aanwas der gezonde geslachten en de onbeperkte voortplanting der minderwaardigen vreest zij, dat deze in ongeveer drie generaties het gezonde deel der bevolking zullen hebben overwoekerd.

De nieuwe wet zal van toepassing zijn in ernstige gevallen van minderwaardigheid: aangeboren zwakzinnigheid, krankzinnigheid, erfelijke epilepsie, chorea, ernstige misvorming, enz. (...)"1

Dat deze wet geen primeur was van het naziregime blijkt uit het feit dat reeds in 1922 een sterilisatiewet werd ingevoerd en wel in de Verenigde Staten van Amerika. In de periode van 1907 tot 1972 werden daar 70.000 mannen onvruchtbaar gemaakt.2

Naast de verplichte infertilisatie kwam ook de gedwongen euthanasie ter sprake: de "vernietiging van levensonwaardig leven" moest worden toegelaten of zelfs verplicht.3

Om de publieke opinie op de hand te krijgen, werden grote affiches verspreid waarop de burgers attent gemaakt werd op het feit dat het met hun geld was dat de 'minderwaardigen' in leven werden gehouden.5 Zoals na de Tweede Wereldoorlog aan het licht kwam, leidde "Aktion T4", zoals het euthanasie- en verplichte sterilisatieprogramma heette, tot de uitroeiingskampen van de nazi's. Miljoenen mensen werden daar vermoord 'tot heil van het rijk'.4

W.O.II is straks 70 jaar geleden, het vak geschiedenis op school is zo goed als afgeschaft en abortus en euthanasie zijn inmiddels teruggekeerd, zij het dan godbetert verkapt als rechten. Dat die rechten op de koop toe gestaag overgaan in plichten bleek inzake abortus reeds uit de recente veroordeling (mét een fikse beboeting) van een arts die aangeklaagd werd door een gehandicapte bij wiens geboorte hij het verzaakt had om abortus toe te passen. Het geval schiep een juridisch precedent, het heeft een voorbeeldfunctie voor de rechtspraak dienaangaande in de toekomst, alle artsen zijn gewaarschuwd.

Maar ook inzake euthanasie liggen kennelijk grootschalige plannen op tafel, getuige de specifieke aandacht in de media voor het onderwerp. Men is geneigd te denken dat met de gruwel van de holocaust in het achterhoofd, het tij intussen wel gekeerd is en dat de veroordeling der nazibeulen voorgoed buiten kijf staat. Edoch, dit keer niet via affiches maar wel met televisiereportages wordt de kijker erop gewezen dat geïnterneerde moordenaars-verkrachters aan wie euthanasie geweigerd wordt, fortuinen kosten aan de staat.

De weigering om een veroordeelde te euthanaseren is immers pas wettig op voorwaarde dat alle alternatieven voor het 'redden' van het leven van de gevangene in kwestie uitgeput zijn. Een van die alternatieven is misschien wel een verblijf in een modern luxeappartement met terras in 't groen, want dit kon de veroordeelde op andere gedachten brengen.

Het bewerkte, hardwerkende en belastingen betalende kijkerspubliek blijkt na zo'n reportage niet alleen geneigd om aan misdadigers het recht op euthanasie toe te kennen: een deel van hen wil het bovendien verplicht zien worden.5

Het kijkerspubliek: dat zijn in een democratie tevens de miljoenen die naar de stembus trekken. Zonder twijfel zal een politicus zich aandienen om de vuile klus te klaren en om dan in een interview te zeggen dat hij geen Romeinse keizer is die arbitrair beslist over zaken van leven en dood maar dat hij daarin slechts het advies volgt van zijn raadgevers. Het verhaal van Pontius Pilatus, de man die zijn handen waste in onschuld, want het was niet hij die Christus veroordeelde, maar het volk.

Hecatombe is een vreemd woord voor massamoord. Reeds Julius Caesar wist dat men verdeeldheid moet scheppen onder het volk teneinde het te kunnen overheersen: divide et impera! En hoe kan men het volk krachtdadiger verdelen dan door het de hecatombe over zichzelf te laten voltrekken? Heeft een groot artiest ooit niet voorspeld dat men op een dag van een deel van het volk koekjes zal bakken om daarmee het resterende deel te voeden?

(J.B., 18 oktober 2013)

Verwijzingen:

1 Op dezelfde bladzijde leest men dat "de Pruisische minister van onderwijs heeft bepaald dat alle studenten die zich in de laatste jaren "in de communistische richting hebben beziggehouden", terstond van de studie moeten worden uitgesloten, ook als zij geen "partijgenoot" zijn geweest (Münch. Med. Wochenschr. 14 juli)"

2 Zie: Gie van den Berghe, (webstek Serendib), Van droom tot nachtmerrie: "In de VS werden van 1907 tot 1972 meer dan 70.000 personen gesteriliseerd, lijders aan tuberculose, syfilis of lepra; zwakzinnigen, armen, daklozen, alcoholici, drugverslaafden... De sterilisatiewet van de staat Californië stond in 1933 model voor de nazi-sterilisatiewet." (http://www.serendib.be/artikels
/vandroomtotnachtmerrie.htm
)

3 Zie: Gie van den Berghe, (webstek Serendib), Van droom tot nachtmerrie: "In 1920 publiceerden Karl Binding, een jurist, en Alfred Hoche, een psychiater, Die Freigabe der Vernichtung Lebensunwerten Lebens. [...] Ongeneeslijk zieken en geestesgestoorden in leven te houden, terwijl waardevolle levens van hongerende kinderen verloren gingen, leek absurd. In 1921 discussieerde de gezondheidsraad van Pruisen over sterilisatie van schizofrenen, manisch-depressieven, alcoholisten, psychopaten, erfelijke zwakzinnigen en mensen met criminele disposities. Medici waren voor, ambtenaren van het ministerie van justitie zetten de voet dwars." (http://www.serendib.be/artikels
/vandroomtotnachtmerrie.htm
)

4 Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Aktion_T4

5 Zie ook: http://www.bloggen.be/tisallemaiet
/archief.php
?ID=1556061




23-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag - Aflevering 10: Het goddelijk vermaak

"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 10: Het goddelijk vermaak

Macht corrumpeert. Geld stijgt zijn bezitters naar het hoofd. Miljardairs geloven dat zij boven de 'gewone' mensen staan, het is immers een dogma geworden dat men is wat men heeft. Ja, de dienaren van het gouden kalf achten zichzelf goden. Maar wie het allemaal bezitten of wie dat tenminste geloven omdat zij ook geloven dat voor geld alles te koop is, gaan zich alras vervelen. Stierlijk.

Als zij helemaal blasé zijn (wat wil zeggen: door overmatig genieten ongevoelig geworden voor verder genot), dan proberen zij het eigen genot een 'boost' te geven door anderen te laten lijden en dat heet machtsuitoefening. Als het genot uitgeput is, volgt aldus de uitoefening van macht. Het is overigens ook een bekend feit in de psychologie en in de sociologie dat wie van hun genietingen beroofd worden, hun toevlucht nemen tot machtswellust.

De rijksten der aarde zijn blasé, zij vervelen zich en zij beginnen te spelen met macht, wat betekent dat zij gaan zoeken naar mogelijkheden om macht uit te oefenen (want macht moet zich manifesteren), over anderen, uiteraard. Voorwendsels (denk aan de middel-doelomkering!) worden algauw gevonden en wat kan men zich beter bedenken dan liefdadigheid?

Wat te denken van bijvoorbeeld de volgende alleredelste doelstelling: de wereld is overbevolkt en in het teken van hun eigen welzijn moeten de mensen uitgedund worden?

Waanzin, zegt u? Welnu, het is een heuse beweging sinds de idee geopperd werd door de invloedrijke Britse predikant en professor van rijke komaf, Thomas Malthus (1766-1834) en zijn volgelingen noemen zich Malthusianisten. De geleerde professor zag het redelijk simpel: hij wilde de armenzorg afschaffen, zo zouden de armen verdwijnen en zouden er alleen nog rijkelui overschieten. Onder meer de geëngageerde schrijver Charles Dickens is tegen Malthus van leer getrokken en noemde hem een onmens maar zijn invloed reikt tot vandaag de dag: grote geleerden noemen de overbevolking het probleem bij uitstek van het mensdom.

En hoe decimeert men dan een volk? Wat zeg ik: hoe decimeert men de wereldbevolking? Met een pandemie? Wel, dat zou men inderdaad geneigd zijn te denken, vooral wanneer zij zich ook echt voordoet, maar niets is minder waar.

Wie de mensen uit wil dunnen, zo leert ons immers de geschiedenis, moet zijn toevlucht nemen tot de oorlog: hij moet een toestand scheppen waarin alles geoorloofd is, want dat is de betekenis van de term 'oorlog'.

En kijk, wat een mooi toeval: er is een pandemie, het gevaar bedreigt de ganse aarde, er moet snel gehandeld worden, alle neuzen in dezelfde richting nu en wie niet meedoen, zijn tegen!

Inderdaad, niet een of ander griepvirus zal de mensen uitdunnen: wij zullen het voorwaar zélf doen want dat is de sinds oudste tijden de beproefde en onfeilbare methode gebleken. Divide et impera. Verdeel en heers.

Ja, het is oorlog en alleen de blinden kunnen het niet zien. Reeds zijn de mensen aan het vechten, de verwaande miljardairs hebben hun zin, zij amuseren zich rot.

(J.B., 23 september 2021)


21-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wij zijn de heersers der aarde”. Over totalitarisme vandaag - Aflevering 9: De constellatie van het totalitair systeem

"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 9: De constellatie van het totalitair systeem

Mijnheer Verdure neemt plaats in de makkelijke fauteuil achter het stuur van zijn spiksplinternieuwe hemelsblauwe Toyota. Hij stopt de sleutel in het stopcontact en start de gewillige motor. De limousine vertrekt en Verdure laat zijn pronkstuk langzaam op snelheid komen. Eenmaal op de hoofdweg, duwt hij met een makkelijke beweging van zijn rechter voetje het gaspedaal naar beneden en de wagen wint aan snelheid. Verdure zweeft. Hij zweeft richting industriegebied, waar hij werkzaam is. Het is vijf uur in de ochtend, binnen tien minuten staat hij aan de montageband, hij zal de achterruit monteren van een niet te tellen aantal auto's. Mevrouw Verdure heeft berekend dat zij vier jaar lang het loon van haar echtgenoot opzij moet leggen om de auto te kunnen bekostigen waarvan zij veronderstellen dat hij hen toch heel wat tijd uitspaart, ofschoon hen nog nauwelijks vrije tijd rest maar wie vooruit willen in het leven, moeten ook bereid zijn om daarvoor een offer te brengen. De twee kinderen zijn het huis uit en tegen de tijd dat het echtpaar met pensioen gaat, zullen zij de villa die zij betrekken, afbetaald hebben en dan zijn we weer twaalf jaar verder. Tenminste als alles van een leien dakje loopt want dat is nog lang niet zeker. Kijk maar naar de buren, zij hebben hun huis aan de bank moeten verkopen nadat mijnheer een nier verloor en op de ziekenkas belandde. Het ongeluk bleef verborgen totdat mevrouw een depressie kreeg. Het zijn de kopzorgen die de heer Verdure verstrooien totdat zijn shift om is. Klokslag één uur die middag neemt hij weer plaats in de makkelijke fauteuil achter het stuur van zijn spiksplinternieuwe hemelsblauwe Toyota. Hij zweeft nu huiswaarts om daar uit te rusten en de volgende dag te kunnen herbeginnen met het bandwerk dat hem uitput. De pijn achter zijn borstbeen is weer opgedoken en voor het eerst twijfelt hij eraan of hij de pensioenleeftijd wel zal halen. Maar tegen elke kwaal is een kruid gewassen en Verdure besluit eerst langs te rijden bij zijn verzekeringsmakelaar om de oude dag van zijn echtgenote te vrijwaren.

Het leven werd hoe langer hoe meer een plan dat men dient af te vinken. Het maken van dat plan is prettig en nodigt uit tot enige creativiteit maar binnen de veertien dagen zit die taak van plannen en besturen er wel op. De veertienduizend dagen die er dan op volgen, bestaan uit het nauwgezet uitvoeren van dat plan en dat is veeleer slavenwerk. Wat met zich meebrengt dat men er naar streeft om de komst van zijn pensioen te bespoedigen. Edoch, eenmaal de pensioenleeftijd er is, bevindt men zich in het tijdperk van de laatste rechte lijn en behoort men tot de oudjes van wie verwacht wordt dat zij uitkijken naar een kamertje in het woonzorgcentrum. Daar wacht hen dan de verrassing van hun leven en dat is de eeuwigdurende gevangenschap met het uitzicht op alleen nog maar het einde.

Met lede ogen zien zij aan hoe hun bestaan vervangbaar werd doordat zij alles wat er uniek aan was en persoonlijk, aan de kant hadden gezet. Dat deden zij om vooruit te komen, wat wil zeggen: in de richting van de wisseling van stok. De ziel uit hun lijf hebben zij gelopen in de estafette zonder eindstreep, de eeuwige koers in de volstrekte eenzaamheid en met als enige gezelschap de concurrenten die je altijd op de hielen zitten. Want ook het plan van alle enkelingen past op zijn beurt in een grotere plan dat er wel moet van uit gaan dat elkeen kan vervangen worden zodat de koers kan doorgaan totdat de zon ophoudt met schijnen. Zodat de steden bevolkt blijven met kappers, beenhouwers, bakkers, garagisten, leraren, vuilnismannen en verpleegsters. Zodat de autowegen druk bereden blijven van Toyota's Mercedessen, Simca's, Volvo's en Triumphen. Zodat de cinemazalen gevuld blijven met filmliefhebbers en de horeca met klanten die verteren. Zodat de molens blijven draaien en de wieken waaien. Het hele leven is verworden tot een pseudo-gebeurtenis in de betekenis waarin de Amerikaanse historicus Daniël Boorstin (1914-2004) die heeft beschreven in The Image: A Guide to Pseudo-Events in America uit 1962.

Voorbeelden van pseudo-gebeurtenissen volgens Boorstin zijn een burgemeester die een lintje doorknipt en een politicus die een persbijeenkomst houdt. Een beroemdheid, aldus The Image, is een persoon die bekend is omwille van zijn bekendheid en Boorstin ziet met lede ogen de komst van deze vedetten aan die het leven van de massa's gaan beheersen. Het leven wordt een invulformulier: musea dienen opgevuld te worden met kunstwerken, warenhuizen dringen modieuze zaken op die nergens nog toe dienen, feuilletons vragen om afleveringen, series dienen aangevuld te worden. Er is niets nieuws meer onder de zon: het plan ligt vast, het programma is geschreven, alles dient alleen nog uitgevoerd te worden, het liefst zo onnadenkend mogelijk, als was men een hersenloze automaat. Bovendien kunnen alleen zombies dit soort van toestanden overleven omdat voor mensen die nadenken over wat zij doen, alleen nog de ondraaglijkste verveling rest want het leven werd herleid tot het uitvoeren van programma's voorgeschreven door programmeurs met de fantasie van boekhouders. In die jammerlijke constellatie kan men inderdaad fluiten naar zijn vrijheid. Het is de constellatie van het totalitair systeem.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 21 september 2021)

Verwijzingen:

https://en.wikipedia.org/wiki/The_Image:_A_Guide_to_Pseudo-events_in_America


20-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wij zijn de heersers der aarde”. Over totalitarisme vandaag - Aflevering 8: Orde, vrijheid, totalitarisme, materialisme en slavernij

"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 8: Orde, vrijheid, totalitarisme, materialisme en slavernij

Om alles en iedereen te kunnen overheersen, is het noodzakelijk dat hetgeen overheerst moet worden, in één oogopslag te overzien is en makkelijk manipuleerbaar. De heerser moet zijn bezit als het ware met één blik kunnen controleren en in één vaste greep kunnen omvatten. Alle eigendommen dienen geregistreerd te zijn, gedefinieerd en gelokaliseerd en alle onderdanen moeten een naam hebben, in registers ingeschreven zijn en al hun gegevens moeten onverwijld na te trekken zijn.

Macht vereist dat hetgeen waarover macht wordt uitgeoefend, door de machthebber terdege gekend wordt en wat niet gekend kan worden, dient geëlimineerd te worden; wat te complex is, moet vereenvoudigd worden; wat divers is, dient uniform gemaakt te worden.

Bovendien dienen alle onderdanen op een maximale wijze over alles en over allen in het ongewisse te blijven teneinde de macht van de heerser niet te kunnen bedreigen: informatie stroomt dan in één enkele richting, namelijk van de basis naar de top, terwijl in de omgekeerde richting alleen verordeningen en bevelen lopen.

De kennis van de onderdanen beperkt zich tot wat nodig is voor het vervullen van hun taak in functie van de heerser en ook de info van de onderdanen over elkaar moet worden beperkt tot wat noodzakelijk is voor hun goede functioneren.

De heerser moet met één bevel allen direct kunnen aanspreken in een taal die wordt verstaan, zodat de onderdanen onverwijld zijn wil ten uitvoer brengen zoals het lichaam dat gehoorzaamt aan de geest want wat overheerst wordt, is het verlengstuk of de uitbreiding van het lichaam van de overheerser. Geen orgaan, geen onderdeel mag het laten afweten zodat het instrument gewillig alle wensen van zijn manipulator in vervulling brengt.

Met die bedoeling wordt een staat met daarin alle dingen, planten, dieren en mensen geordend, gecoördineerd, in kaart gebracht en middels scholing, dril en conditionering klaargestoomd om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen: de totale gehoorzaamheid aan de machthebber.

Nu zijn er grofweg twee manieren waarop de mens, de 'koning van de schepping', aantastbaar en derhalve vernietigbaar is. De eerste wijze van vernietiging dreigt waar het lichaam wordt aangetast door onderdelen die niet of niet langer gehoorzamen aan de levenswil: cellen verworden tot kankercellen of weefsels en organen laten het afweten zodat het lichaam niet langer kan rekenen op de levensnoodzakelijke functies die zij vervullen; het lichaam wordt ziek en de mens dreigt te sterven.

Op een heel andere manier wordt een mens aangetast waar niet zijn onderdelen maar de omgeving waarvan hij deel uitmaakt, weigert om hem nog van dienst te zijn omdat zij de gang van zaken omkeert: de omgeving speelt dan voor koning en zij dwingt de mens om in haar dienst te staan; hij wordt dan zelf herleid tot een onderdeel en een instrument van datgene wat bedoeld was om zijn instrument te zijn.

Die tweede manier van teloorgang grijpt plaats waar de staat niet langer een instrument is van de mens maar andersom: de mens wordt in dienst gesteld van de staat, en wel als een perfect vervangbaar onderdeeltje ervan. (En meestal wordt zo'n staat dan gepluimd in het verborgene door een dictator of een kaste van parasieten, een bijzondere elite.)

Edoch, de staat kan het voor de mens rampzalige doel waarbij zij hem in haar dienst stelt, pas bereiken als de machthebber er eerst en vooral in slaagt om alles aan de mens wat onvervangbaar is, te elimineren en de eerste stap naar eliminatie van het ongewenste geschiedt door de ontkenning ervan: de staat doodt de mens door enkel wat vervangbaar is aan hem te erkennen, wat wil zeggen dat al het onvervangbare - het unieke - dient ontkend te worden. Wat rest, is een loutere functie, een machine, een willoos instrument, een wezen dat beroofd werd van zijn vrijheid.

Met de ordening van de staat op zich is helemaal niets mis omdat de staat de burgers pas van dienst kan zijn wanneer zij door hen manipuleerbaar is: de staat dient een werktuig van de mens te zijn, een instrument dat hem toelaat om in leven te blijven, om zich voort te planten en om verder alle functies te vervullen welke in dienst staan van het mens-zijn als zodanig. Maar de staat dient door de mens bestuurd te worden en niet andersom: aan de top van de evolutie staan niet communes, kolonies, scholen, groepen of staten - die zijn er immers ook bij wolven, vissen en mieren: de evolutie vindt haar hoogtepunt niet in communes maar in unieke menselijke personen die deel uitmaken van een gemeenschap waarvan zij zelf het doel zijn.

Derhalve dient een staat geleid te worden door personen en niet door anonieme structuren zoals dat in de huidige wereld steeds vaker het geval dreigt te worden. Een democratie is een staatsvorm die haar succes dankt aan de belofte van maximale vrijheid omdat dan in principe elke persoon mag meedenken over het bestuur maar, zoals reeds vaker aangehaald, bemoeilijkt deze staatsvorm op structurele wijze het spreken van de waarheid omdat niet de meerderheid haar kent en dient maar vooralsnog een zekere minderheid van personen.

Van het grootste belang is en blijft derhalve dat een afvaardiging van de meerderheid van burgers als personen de zaken bedisselen in een parlement en wel met redelijke argumentaties, niet met stemmingen en met allerlei verborgen akkoordjes tussen partijen die zich vooral bekommeren om hun eigen verkiesbaarheid. Er wordt gediscussieerd maar het beste argument krijgt niet de voorrang omdat op de discussie een stemming volgt, waarin de kwaliteit van de argumenten moet onderdoen voor de kwantiteit van de stemming: vaak wint het slechtst beargumenteerde standpunt de stemming omdat verborgen factoren in het spel zijn die niet het goede als zodanig dienen maar wel allerlei particuliere belangen.

Waar het verstand en de redelijkheid moeten onderdoen voor zuchten en verslavingen zoals bij uitstek de hebzucht en meer bepaald de zucht naar geld welke zich vertaalt in een beleid waarbij alles en iedereen in dienst wordt gesteld van een zekere economie die het recht van de sterkste dient, regeren niet langer menselijke personen de staat maar zijn anonieme structuren aan de macht, wat betekent dat daar in feite helemaal geen menselijke machtsuitoefening meer bestaat. Het reilen en zeilen van een maatschappij verloopt dan volgens een 'natuurlijke' wetmatigheid en wel in de betekenis van een volgzaamheid aan de wet van de jungle.

In de economie wordt het ruilmiddel belangrijker geacht dan de te ruilen waren die alleen nog dienen om de hoeveelheid ruilmiddel te vermeerderen ten koste van hun eigen kwaliteit, wat uiteindelijk onszelf de das omdoet. Ook wetenschap en techniek delen in de klappen en ook daar wordt de waarheid aangepast aan haar winstwaarde: de evolutietheorie en het creationisme zijn waar als zij goed verkopen en auto's gaan door voor hulpmiddelen als zij geld in het laatje brengen, ook als zij ons in feite tijd kosten en wij hun slaaf zijn. Slechte kwaliteiten zoals slijtage worden in de producten ingebouwd omdat zij het draaien van de economie ten goede komen: de economie staat niet langer in dienst van de producten en van de mens die ze gebruikt maar andersom moeten wij vloeken op een pc die het alweer laat afweten omdat een maximale verkoop als eindwaarde van alle streven dit vereist.

De maximale verkoop als eindwaarde van alle menselijk streven: een zo snel als mogelijk draaiende economie, een maximaal verbruik van energie, een maximale afvalproductie, en dat alles... in een eindige wereld met beperkte grondstoffen, een beperkte plaats voor de opslag van afval, een beperkte tolerantie van het leven voor vergiften.

De groei heeft allang zijn grenzen bereikt, vandaag stikt de economie in haar eigen braaksel, geen welvaart brengen ons de vele hebbedingetjes op de markt maar wel onvrede en mateloze ergernis. Het wegennet dat ons plechtig blijft beloven alle afstanden ongedaan te maken, maakt ons obees en sluit ons op in de gevangenis van ons eigen lichaamsvet terwijl het de ooit zo schone aarde met haar eindeloze weiden en bossen onleefbaar maakt, alleen al wegens onmiddellijk doodsgevaar voor rondlopende kinderen, om nog te zwijgen over stank, loodvergiftiging en algehele bezoedeling van het milieu dat ons dag aan dag vaker opzadelt met astma, kanker, amputaties, nierfalen, hartinfarcten, hersenziekten... En dan rijst de vraag waaraan het materialisme, de uiteindelijke oorzaak van de dreigende ondergang, haar eigenlijke succes te danken heeft.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 20 september 2021)


19-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wij zijn de heersers der aarde”. Over totalitarisme vandaag - Aflevering 7: Totalitarisme, wetenschappelijk reductionisme en kapitalisme

"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 7: Totalitarisme, wetenschappelijk reductionisme en kapitalisme

In de gewone spreektaal is een materialist iemand die overdreven of uitsluitend belang stelt in stoffelijke zaken terwijl hij de onstoffelijke kant van de werkelijkheid verwaarloost. Soms bedoelt men zelfs iemand die geldzuchtig is, terwijl geld helemaal geen materieel goed is, al vertegenwoordigt het wel stoffelijke dingen alsook diensten en sommige materialisten zullen dan ook beweren dat voor geld alles te koop is. Dat dit laatste een kostelijke illusie is, blijkt uit het feit dat daar waar geld de eindwaarde is, men uiteindelijk het weinig benijdenswaardige lot deelt van koning Midas die de wens vervuld zag dat alles wat hij aanraakte, in goud veranderde.

De waarde van geld hangt af van wat men ermee kan kopen maar kopen is altijd afdwingen omdat men pas iemand kan verplichten om iets te verkopen door bij hem een bepaalde nood te scheppen die uiteindelijk teruggaat op de nood om te bestaan. Noden worden gelenigd door stoffelijke zaken zoals voedsel en een dak en derhalve is het leven ook van stoffelijke zaken afhankelijk maar daaruit volgt allerminst dat het stoffelijke belangrijker is dan het leven als zodanig: zonder voedsel gaat men dood en een stadsmens gaat dood zonder geld maar geld kan voedsel niet vervangen en het voedsel is nooit belangrijker dan wie het nuttigen, ook al kan het geldwezen aan al wie het aan geld ontbreekt, voedsel onthouden en derhalve hun leven beëindigen.

In een meer fundamentele betekenis is een materialist iemand die gelooft dat de grond van alles wat bestaat, materie is en energie en dat er daarnaast geen tweede beginsel bestaat, zoals geest: wat wij 'geest' noemen, zo gelooft de materialist, is een werking van de materie en meer bepaald van de hersenen: de hersenen produceren geest en als zij afsterven, verdwijnt ook de geest. Afgezien van microcefalen, die nauwelijks hersenen hebben, en kinderen met meerdere hoofden, behoort tot elk menselijk lichaam één stel hersenen en derhalve ook één geest of ziel die als het ware aan dat lichaam vast hangt zoals een mossel aan zijn schelp. Er bestaan verschillende opvattingen aangaande de problematiek van lichaam en ziel en het lijkt niet onredelijk om te stellen dat de twee één geheel vormen en wel in de zin dat ze onderling onafscheidelijk zijn, precies zoals materie en vorm.

Het hoofdwerk van de Belgische filosoof Leo Apostel uit 1974 over een realistische epistemologie heet Matière et forme en de 'vormenleer' van de materialistische filosoof Etienne Vermeersch (Epistemologische Inleiding tot een Wetenschap van de Mens, 1967) behandelt eveneens de kennisleer. Dat laatste geeft een mensbeeld dat uitgaat van onze principiële (na)maakbaarheid en loopt in het spoor van het streven van Leo Apostel naar een eenheidswetenschap waarbij alles, ook het bewustzijn, herleidbaar is tot de materie en haar werkingen - vandaar de benamingen: materialisme, microreductionisme en fysicalisme.

Het ondergeschikt maken van het menselijke aan de stof, die weliswaar voor ons onmisbaar is maar daarom niet van hogere waarde, is de flater waarop elke kennisleer van dit allooi teruggaat. Ook de ethiek die eruit voortvloeit, keert de feiten om door waarheden te behandelen alsof zij meer fundamenteel waren dan waarden. Elke waarheid heeft een waarheidswaarde maar het omgekeerde is uiteraard pure nonsens: waarden zijn niet waar of onwaar, zoals ook goedheid dat niet is of schoonheid, tenzij men die afhankelijk maakt van het oordeel van een of andere commissie van experten. Het feit dat dit in de cultuur waaraan wij onderhevig zijn alsnog gebeurt daar immers haar musea enkel onderdak bieden aan artefacten met een prijskaartje om u tegen te zeggen, kan alleen duiden op perversiteit. Ziet men immers ook niet dat in dezelfde cultuur het heilige ondergeschikt gemaakt wordt aan het geld of aan de macht zoals in de prostitutie of in de instelling van de kerk die van bij de aanvang een politiek apparaat was dat het christendom heeft verkracht en opgeslokt? Liefde als koopwaar en het zielenheil of het eeuwige geluk voor geld te krijgen, wat in feite reeds aanving voor de instelling van de kerk in een binnenste-buiten gedraaide vorm met het verhaal van de handelaars in de tempel: na de handelaars in de tempel, de tempelaars in de handel. Dat alles drijft nu eenmaal in het zog van de alleenheerschappij van het gouden kalf.

Het middel, voorgesteld als uiterst belangrijk want als noodzaak om het doel te bereiken, terwijl dat doel louter voorwendsel is: ziedaar de middeldoelomkering. Marx bewees het gevaar ervan in de economie die dan alleen nog om geld gaat malen terwijl niet alleen de producten worden verwaarloosd omdat zij rap moeten verslijten, maar ook de mens die immers louter middel wordt ter vermeerdering van een kapitaal dat, tussen haakjes, niet bestaat, een niet-bestaan leeft en daarom ook zo moordend is voor alle dingen, voor het milieu, voor de mens en voor de hele wereld. Herbert Marcuse waarschuwde dat dit gouden kalf tenslotte ook de wetenschap en de techniek castreert en Ivan Illich toonde aan hoe het kapitalisme de geneeskunde, die als geen ander vak wetenschap koppelt aan techniek, niet langer geneest doch verziekt.

Vandaag worden mensen ziek of zot gemaakt met het oog op de verkoop van medicijnen. Enkele jaren geleden kwam een stukje metaal ter grootte van een muntstuk op de markt, het moest op gsm-toestellen worden bevestigd en zou schadelijke straling tegenhouden, het kleinood kostte 50 euro en zou verkocht worden in apotheken maar een dwarsliggende professor toonde het bedrog op de valreep aan, het was een stunt van Omega Pharma, een farmareus met aan de top een welbekende miljardair. Toch kwam dit bedrijf nooit in de buurt van de top tien der farmareuzen met als absolute nummer één Johnson & Johnson die een vast onderdeel is van de oudste aandelenindex van de VS, de Dow Jones Industrial Avarage. Op nummer twee staat Roche, het zilver is voor Pfizer en dan volgen Novartis, Bayer, Merck, GlaxoSmithKline en nog andere merken, ons vandaag welbekend van de obligate prikjes.

Het geld corrumpeert de waarheid, ook als die het etiket 'wetenschappelijk' draagt: dat is waarvoor Marcuse waarschuwde. In België is het coronavaccin alsnog niet verplicht, men heeft dus het recht zich niet te laten vaccineren maar wie gebruik maken van dat recht worden er door premier Alexander De Croo wel van beschuldigd andere mensen in gevaar te brengen en derhalve niet getolereerd te kunnen worden. (1) En in Nederland verklaarde premier Rutte onlangs in de kamer het boek Covid-19: the Great Reset van Klaus Schwab niet te kennen, waarna een volksvertegenwoordiger hem zijn bedankbrief voor een van de auteur ontvangen exemplaar onder de neus schoof, waarna de politicus zijn verklaring wat bijstelde zoals alle leugenaars dat doen. (2) De leugen blijft duren, de leugenaar geeft nooit op, hij zal nooit schuld bekennen, hij is een 'plantrekker', hij neemt steeds weer zijn toevlucht tot ad-hoc-redeneringen: "Ja, maar..."

(Wordt vervolgd)

(J.B., 19 september 2021)

Verwijzingen:

(1) https://www.hln.be/nieuws/premier-de-croo-ongemeen-scherp-voor-vaccinweigeraars-keuze-om-mensen-in-gevaar-te-brengen-kunnen-we-niet-aanvaarden~a8740b58/

(2) https://www.youtube.com/watch?v=kiLg2kgTSNQ


17-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wij zijn de heersers der aarde”. Over totalitarisme vandaag - Aflevering 6: Wetenschappelijk reductionisme en totalitarisme

"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 6: Wetenschappelijk reductionisme en totalitarisme

Het maatschappelijke debat over de coronamaatregelen en de vaccinatieproblematiek, tenminste voor zover het bestaat, wordt al van bij de aanvang gemanipuleerd door de handlangers van de farmareuzen die immers provaxers en antivaxers tegenover elkaar stellen als enerzijds wetenschappelijk gezinde, welgeschoolde en altruïstische lieden tegenover anderzijds bijgelovige analfabete egoïsten. Dat de realiteit veeleer het tegendeel is van die verraderlijke voorstelling mag niet verbazen om verschillende redenen.

Vooreerst: zoals Michel Foucault dat heeft uitgelegd in zijn laatste colleges (1), wordt in een democratie de waarheid structureel buitengesloten omdat daar de kwantiteit zegeviert boven de kwaliteit en de waarheid luidt in dit geval dat de reden waarom mensen zich laten vaccineren niet zozeer te wijten is aan het feit dat zij wetenschappelijk inzicht zouden hebben maar, zeer integendeel, aan kuddegeest, sociale druk, boetes en de dreiging van allerhande vrijheidsbeperkingen. Wie de wetenschappen, de zorg voor zichzelf en voor anderen en tenslotte ook het bijzonder problematische gegeven van het WTK-bestel ernstig nemen, zullen zich realiseren dat het nemen van beslissingen over vaccinatie geen sinecure is gezien de onomkeerbaarheid ervan, gekoppeld aan de onbetrouwbaarheid van de door allerlei corrupte instanties aangeprezen kanalen op de vrije markt.

Nota bene: onder 'WTK-bestel' wordt verstaan: het nefaste conglomeraat van Wetenschappen, Technologie en Kapitalisme zoals uitgewerkt door Herbert Marcuse in One-Dimentional Man uit 1964 en zoals later ook door enkele Gentse professoren in het licht gesteld, onder meer door Rudolf Boehm en later ook door Etienne Vermeersch in zijn pamflet De ogen van de Panda uit 1988.

Maar afgezien daarvan moet nog iets gezegd worden over de wetenschappen zelf en meer bepaald over hun reductionistisch karakter dat als het ware geschoeid is op een totalitaristische leest, zoals reeds in de vierde eeuw Augustinus van Hippo suggereerde in zijn werkje, getiteld: De fide et symbolo. (2)

Het gaat om een ontsporing van het denken dat inzichtelijk wordt van zodra men zich bezint over het feit dat mensen er soms toe neigen om zich aan veralgemeningen te bezondigen. Een specifieke, onterechte veralgemening doet zich voor waar de mens het denken dat uit zijn leefwereld stamt, roekeloos projecteert op de gehele werkelijkheid. In dat geval wordt de metafysische vraag naar de ultieme zijnsgrond van de werkelijkheid verengd tot de technische vraag naar haar ultieme bouwstenen. Ten onrechte, want de werkelijkheid is geen constructie. Zo wijst Immanuel Kant erop dat wij de natuur pas kunnen kennen in de mate dat wij in staat zijn om hem zelf te maken; waarmee hij in feite zegt dat wij de natuur niet kunnen kennen, want niet kunnen maken. (3) En Spinoza onderscheidt, enerzijds, datgene wat zijn oorzaak in zichzelf heeft (- God, de natuur) en, anderzijds, de dingen die hun oorzaak buiten zichzelf hebben. (4) Ook Kurt Gödel wijst op het onderscheid tussen het scheppen van iets (- uit niets) en het construeren van iets uit iets anders (- uit iets dat reeds geschapen is): "Gödel distinguishes creation, in the sense of making something out of nothing, from construction or invention, in the sense of making something out of something else"). (5) Ook Martin Heidegger wijst op het niet-geconstrueerde karakter van de werkelijkheid. Michael Inwood verwoordt het als volgt: "Het ingewikkelde is niet samengesteld: het is niet opgebouwd door eenvoudige elementen te combineren, en het kan niet worden geanalyseerd alsof dat wel zo is". (6) In deze opmerkzaamheid werden zij allen dus nog voorafgegaan door Augustinus, die de denkfout in kwestie verklaart: hij bekritiseert ongelovigen die "vanuit hun vertrouwdheid met handenarbeiders, huizenbouwers en allerlei andere artisanen die niets kunnen tot stand brengen zonder grondstof", geloven dat ook God (een aan Hem externe) grondstof nodig had om alles te 'maken'. Maar zelfs indien God dingen tot stand bracht uit grondstof, dan werd ook die grondstof door Hem uit het niets geschapen, aldus Augustinus. (7)

Een perspectief op de werkelijkheid alsof die een maaksel was van een 'opperbouwmeester' (en dat is vrijmetselaarsterminologie), verschaft aan de mens de illusie dat de werkelijkheid een constructie is en dus manipuleerbaar zoals ook zijn eigen producten dat zijn. Die reductionistische wereldvisie houdt in dat men alles beschouwt als geconstrueerd uit meer elementaire dingen zodat in die visie alles maakbaar gaat lijken. Wetenschappen met een al te reductionistisch karakter gaan voorbij aan een complexiteit die inherent is aan de werkelijkheid waardoor zij deze fundamenteel misvatten. De visie op de werkelijkheid als zijnde maakbaar is uiteraard bijzonder verleidelijk voor heerszuchtigen maar zij is een kwalijke vergissing en derhalve een reëel gevaar.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 17 september 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie: Tisallemaiet d.d. 27 augustus 2020: "Het tijdperk en de leugens. Aflevering 2: De structureel verbannen waarheid": http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3231354

(2) Aurelius Augustinus, De Fide et Symbolo, II:§2. Zie: Augustinus, Aurelius, A treatise on faith and the creed (De fide et symbolo), Christian Classics Ethereal Library, Calvin College, updated May 27, 1999, pag. 322.

(3) de Vos, H., Kant als theoloog, Het Wereldvenster, Baarn 1968, pag. 63.

(4) Spinoza, Benedictus, Ethica More Geometrico Demonstrata. Uit het latijn vertaald en van aantekeningen voorzien door Nico Van Suchtelen, Wereldbibliotheek, Amsterdam 1979.

(5) Wang, Hao, Logical Journey. From Gödel to philosophy, The MIT Press, Cambridge, Massachusetts 1996, pag. 14.

(6) Inwood, Michael, Heidegger, Lemniscaat 2000, vertaling: W. de Leeuw (O.U.P., Oxford 1997), pp. 110-111.

(7) Bron: Bauwens, Jan, Trans-atheïsme. Een christelijk geïnspireerde verrijzenis uit het hedendaags materialisme , Serskamp 2003, I.1.C.3.



15-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag - Aflevering 5: De moordmachine

"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 5: De moordmachine

Over normaliteit werd al veel geschreven maar vooral de economisch-industriële evolutie van de maatschappij met haar standaardisering in functie van massaproductie en beheersing bemoeilijkt kritiek op de wanen van uniformiteit en zogenaamd 'normbesef' die na de menselijke producten nu ook de mensen zelf gaan herleiden tot slechts één enkel type dat dan makkelijk behandelbaar en vervangbaar wordt, zoals ook auto's, telefoons en computerschermen dat zijn. Vandaag wordt de menselijke geest al schaamteloos vergeleken met de (uiteraard vervangbare) software van computers en ook aan de productie van de hardware naar voorop gestelde modellen uitgebroed door grootheidswaanzinnigen wordt volop gesleuteld.

Mensen onderscheiden zich van andere diersoorten vooral door de uitgesproken interindividuele verschillen welke bijdragen aan het unieke van de persoonlijkheid van elk menselijk individu en aan de fundamentele onvervangbaarheid van elk van ons. De waan van de normaliteit zit zo diep verankerd in de hedendaagse cultuur dat wij spontaan gaan spreken over handicaps en beperkingen waar mensen alleen maar afwijken van de norm en wij doen dat in die mate dat zelfs de voor de gemeenschap meest onmisbare eigenschappen zoals hoogsensitiviteit en buitengewone intelligentie in de bestaande maatschappelijke structuren als problematisch worden ervaren, precies omdat de massaproductie, waarvan ook de scholing deel uitmaakt, al te sterk gericht is op een (bovendien geheel fictieve) 'middenmoot'. Hiermee is meteen gezegd dat het onverstand van arrogante beleidsmakers vanuit een zekere overheersingsdrang de middenmoot schept met de bedoeling aldus iedereen makkelijk te bereiken terwijl het fictief karakter ervan in het tegendeel resulteert: als de gemiddelde schoenmaat van de te uniformiseren Belgen 42 is, dan vertaalt zich die aanpak in de fabricatie van 11 miljoen paar schoenen met maat 42. De mensen moeten zich aanpassen aan het simplistische idee van een overheerser die niet in staat is zich aan te passen aan het gegeven dat alle mensen onderling verschillend zijn.

De conservatieve vleugel van de Europese politiek had niet zo lang geleden nog de mond vol over normen en waarden: mensen zouden te individualistisch zijn en moesten zich weer leren schikken naar allerlei regels, wat dan de gemeenschapszin zou ten goede komen. Te individualistisch!? Edoch, uitgerekend interpersoonlijke verschillen, een maximale diversiteit en uitgebreide specialisatie vormen de basisvoorwaarden voor een sterke, weerbare en gelukkige maatschappij. Het respecteren en het cultiveren van interindividuele verschillen is goed voor het geluk van allen omdat elkeen erbij gebaat is als hij of zij, zijn of haar eigen talenten kan botvieren maar ook omdat een samenleving onschatbaar veel voordeel haalt uit de ontwikkeling van verregaande diversificatie en uit de specialisatie van haar leden. De gelijkschakeling van alle burgers middels uniformisering is gelijk aan hun ontmenselijking, met andere woorden hun instrumentalisering en die komt alleen ten goede aan de centrale manipulator of de dictator wiens visie zij ingelepeld krijgen en wiens bevelen zij uitvoeren omdat het perfect uitvoeren van bevelen vereist dat degenen die ze uitvoeren, daar niet en nooit bij nadenken - de uitvoerders zijn derhalve de gehoorzamen, zij zijn de gelovigen en hun arbeid is pure religie want 'religie' betekent 'overgave'.

De dictator en de massa geven elkaar de hand: de megalomanie van de alleenheerser lokt de aanbidding van de geestesloze en derhalve weerloze massamens uit en zo helpt de massa de dictator mee in het proces van de ontmenselijking van elke burger: individuen die niet in de pas lopen, die er een eigen mening op na houden of die kritiek hebben op de persoon van de potentaat of op zijn beleid, worden door de meelopers verraden en monddood gemaakt of zelfs fysiek uitgeschakeld. Dat proces voltrekt zich even gedachteloos als de praktijk van de aanbidding en dat wil zeggen in een geest van louter haat. De massa aanbidt haar leider, mint wat hij mint en haat wat hij haat en zo vernietigt de massa elk individu dat niet in de pas loopt, dat afwijkt van de norm, dat een kop groter of kleiner is, dat niet in staat is om zijn voet in schoenmaat 42 te persen, elk individu dat niet bereid is om te beamen dat een 42 hem als gegoten zit!

Kenmerkend voor de haat is dat wie haten, de ander het geluk niet gunnen, ook al staat dat geluk van de ander het eigen geluk helemaal niet in de weg. Als diversiteit de feitelijkheid is, dan poneren wie haten de norm van de uniformiteit maar dan wel naar het model van de meerderheid waartoe zijzelf behoren. De massa is heteroseksueel en poneert deze vorm van seksualiteit als de norm, zij dwingt ook de homoseksuelen zich aan deze norm te onderwerpen door afwijkingen van de norm te verwerpen, en derhalve door zichzelf te verwerpen, ook al ondervindt de heteroseksuele massa niet het geringste nadeel van de homoseksualiteit van anderen. Elke religie steunt op de praktijk van de haat omdat zij aan allen het wereldbeeld van een elite oplegt die zichzelf voor de vertegenwoordiging van de godheid houdt: zij gunt een ander zijn of haar eigen opvatting over het leven niet, ofschoon persoonlijke ideeën helemaal geen schade kunnen toebrengen aan derden; zij eist het monopolie op over wat gedacht mag worden en aldus is het concept van de gedachtepolitie in de dystopische roman van George Orwell alles behalve fictie. Het aan anderen niet gunnen van het hebben van eigen gedachten is een daad van haat. Religie en moraal spruiten voort uit haat, als zij niet al eenvoudigweg fataal zijn: de monogame ethiek omkleedt zich met allerlei hoogdravende morele stellingen terwijl zij in feite wordt afgedwongen door het plotseling opduiken van resistente geslachtsziekten en zij maakt weer plaats voor de vrije liefde van zodra werkzame antibiotica op de markt zijn. De bron van solidariteit is (uitgebreid) eigenbelang - eendracht maakt macht - en wie hetzij alles hetzij niets meer te verliezen hebben, hervallen in het grofste egoïsme: de reddingssloepen van de Titanic werden allemaal bemand door volwassen mannen, al duurde het wel totdat zij allen dood en begraven waren vooraleer deze waarheid aan het licht kon worden gebracht.

Hitler raakte in vervoering door het op bevel op maat marcheren van duizenden geüniformeerde soldaten omdat zij geleken op een machine die hij persoonlijk naar willekeur kon sturen. Een moordmachine uiteraard, want geheel willoos gemaakte en van hun geest beroofde mensen kunnen niets meer voortbrengen - dan de dood. Misschien is het raadzaam of zelfs moreel verplichtend met het oog op de toekomst van de hedendaagse jeugd, om bij dit gegeven een ogenblik stil te staan.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 15 september 2021)




13-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.protest-tegen-coronamaatregelen-is-niet-ingegeven-door-gebrek-aan-solidariteit-eerder-integendeel



https://www.knack.be/nieuws/belgie/protest-tegen-coronamaatregelen-is-niet-ingegeven-door-gebrek-aan-solidariteit-eerder-integendeel/article-opinion-1775571.html


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wij zijn de heersers der aarde”. Over totalitarisme vandaag Aflevering 4: Biezebaaze

"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 4: Biezebaaze

"China vernedert de Verenigde Staten met beelden van schommelende taliban", zo bloklettert HLN van eergisteren, elf september 2021. Op foto's ziet men inderdaad met machinegeweren bewapende talibanstrijders in schommels zitten die met koorden zijn vastgemaakt aan de vleugels van achtergelaten Amerikaanse vliegtuigen. De taliban hebben de Amerikaanse bezettingsmacht uit Afghanistan verdreven en van de achtergebleven wapens van de wereldgrootmacht maken de theologiestudenten prompt speelgoed. Sommigen zullen eraan herinneren dat mensen verslaafd aan verdovende middelen bewegingsdrang ontwikkelen en de beelden van in hun stoel schommelende psychiatrische patiënten duiken spontaan op maar de associatie is wellicht al te simpel om waar te kunnen zijn, al heeft dit wel alles met opium te maken maar dan wel in een heel andere zin. Het vreemde gedrag lijkt immers veeleer een gevoel van spotternij vermengd met gemoedsrust uit te stralen en wie aandachtig toekijken, zullen alras een gelijkenis ontwaren met het gedrag van de Saoedische prinsen.

Ook de laatst genoemden maken wereldkundig dat geen mens hen nog iets kan maken, want dat is wat hun gedrag ons leert. Zoals de Saoedi niets te vrezen hadden na de moord op dissident en journalist Jamal Khashoggi en zoals zij de hand boven het hoofd werden gehouden door hun aanklagers, zo zijn het nu ook de bezetters van Afghanistan die verplicht worden om de taliban te beschermen. In Saoedi-Arabië heeft deze paradox te maken met olie, in Afghanistan met opium.

De United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) inzake de Islamitische Republiek Afghanistan vertelt in haar Afghanistan Opium Survey 2020, een publicatie van april 2021, dat de opiumproductie van het land in kwestie geëvolueerd is van 71.000 hectaren in 1994 naar 224.000 hectaren in 2020, waarbij de productie verdubbelde van 3450 naar 6300 ton opium per jaar. De boeren krijgen daarvan 55 dollar per kilogram en dat maakt jaarlijks 350 miljoen dollar. Het belangrijkste afzetgebied is Europa. Sinds jaar en dag maakt het Duitse geneesmiddelenconcern Bayer daar morfine van en vervolgens ook heroïne.

De prijs van morfine bedraagt ongeveer 50 euro per één tiende gram, dat is 500 euro per gram of 500.000 euro per kilogram of 500 miljoen euro per ton. 6300 ton opium brengen aldus aan het westen 6300 keer 500 miljoen of dus 3500 miljard euro omzet per jaar. Dat is nota bene 80 percent van de wereldproductie: naast Afganistan wordt papaver ook nog gekweekt in de Gouden Driehoek (rond Vietnam en Myanmar), in Colombia en in Mexico.

Laten we dat bedrag nu vergelijken met de olieproductie en -consumptie: de gemiddelde wereldburger verbruikt 2 liter petroleum per dag, dat maakt 2 keer 7 miljard liter per dag en nog 365 keer meer per jaar of dus jaarlijks meer dan 5000 miljard liter, momenteel aan ongeveer 1,5 euro per liter aan de pomp en dat geeft een omzet van om en bij de 7500 miljard euro per jaar. De omzet van opium in Afghanistan bedraagt met andere woorden ruim de helft van de wereldwijde omzet van olie.

Nu herinnere men zich Saddam Hussein die uit woede tegen het westen dat hem de inlijving van Q8 ontzegde, de petroleumputten in Koeweit in brand stak. Kan men zich dan voorstellen wat een vernietiging van de papavervelden van Afghanistan zou betekenen voor de inkomens die vandaag de westerse economie moeten recht houden?

Inderdaad, het westen beschermt de papaverteelt in Afghanistan en zal dat ook blijven doen met alle mogelijke middelen omdat de omzet welke daarmee gepaard gaat zowat de helft bedraagt van de wereldwijde omzet gemaakt middels olie. De taliban kunnen derhalve op hun lauweren rusten, net zoals de Saoedische prinsen en in de zeer nabije toekomst zullen zij het niet nalaten om, precies zoals de Saoedi dat deden, hun eisen wat bij te vijlen inzake de prijzen van de grondstoffen. Het westen probeert weliswaar om tweedracht te scheppen in het land door de taliban tegen IS op te zetten maar lang zal het uiteraard niet duren vooraleer de twee het onderling op een akkoordje zullen gooien. Als het westen die grillen niet nakomt, wordt het binnen de kortste keren letterlijk door China onder de voet gelopen.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 13 september 2021)

Verwijzingen:

- https://www.hln.be/buitenland/china-vernedert-de-verenigde-staten-met-beelden-van-schommelende-taliban~ab0c75ad/

- Microsoft Word - 20210628_AOS 2020 cult prod working.docx (unodc.org)


12-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“Wij zijn de heersers der aarde”. Over totalitarisme vandaag Aflevering 3: Boekverbranding is de voorbode van moordpartijen



"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 3: Boekverbranding is de voorbode van moordpartijen

Eerst legt men mensen het zwijgen op en in een volgende stap gaat men aan het moorden: het is een historisch geïllustreerde these van Hannah Arendt die verschrikkelijk is maar tevens niet zo moeilijk te verklaren. Om de logica die erachter zit te kunnen begrijpen, volstaat het dat men zich realiseert dat er dissidenten bestaan, activisten, hongerstakers, revolutionairen maar ook soldaten die bereid zijn om hun leven te riskeren aan het front. Het is weliswaar teveel gevraagd dat iederéén bewust zou leven maar het bestaan van de genoemde categorieën volstaat om te laten zien dat mensen vaker de dood verkiezen boven een leven in onvrijheid.

Tijdens de jongste hongerstaking van de asielzoekers hier ten lande kon men er andermaal getuige van zijn dat mensen die lange tijd in slavernij geleefd hebben en wiens vooruitzichten op beterschap gefnuikt worden door regeringsleden die lijden aan een schromelijk tekort aan empathie, prompt doch weloverwogen de dood verkiezen boven een mensonwaardig bestaan. Een leven in onvrijheid is mensonwaardig. Mensonwaardig is het te moeten zwijgen. Mensen zijn niet bereid om het eigen hachje te redden ten koste van ongeacht wat. De dood is met andere woorden niet het ergste wat een mens overkomt.

Dictators leven van de leugen en zij verplichten het volk om te liegen en derhalve om de waarheid te verzwijgen, om de andere kant op te kijken als mensen worden afgemaakt, om te applaudisseren voor in hun belachelijke kostuums uitgedoste, defilerende fascisten. Het zwijgen van de massa, het meedoen en het bezwijken onder de sociale druk, zoals in de hoogdagen van het katholicisme of zoals tijdens het regime van Ceaușescu, Franco, Stalin, Hitler, Pol Pot, Orban, Kim Jong-Un, Bouterse, de tsaren, de pausen en al die andere godsdienstwaanzinnigen, noem maar op - het mee heulen is extreem hypocriet en bij de eerste de beste gelegenheid, als de machthebber struikelt, maken zijn voormalige aanbidders hem genadeloos af.

De dictator weet dat zijn macht beperkt is, dat het applaus dat hij van het volk ontvangt, door hem zelf afgedwongen werd, dat de eer die hem betoond wordt, ongemeend is, dat achter het juichen van de massa die hij overheerst, mensen schuilen die geduldig wachten totdat het ogenblik gekomen is om zich aan het absurde toneel waarin zij in een rol gedwongen worden, te onttrekken. Hij weet dat zijn macht een vervaldag heeft, dat zij slechts beperkt houdbaar is en dat eenmaal het voor hem onzalige ogenblik is aangebroken, zijn regime begint te stinken. Geen mens onder de massa is er die de kans zal laten liggen om hem af te maken als hij struikelt en om die reden onderdrukt hij de mens in elk lid van de massa, om die reden wil hij dat allen gelijk zijn, een uniform dragen, dat er geen diversiteit is, dat er slechts één taal gesproken wordt en uniformiteit, newspeak, afvlakking ook en onnadenkendheid, gehoorzaamheid en dril: de massamens die hij fabrikeert, moet een instrument zijn van alleen maar zijn wil, een tentakel dat bij het minste teken van twijfel moet worden geamputeerd en afgemaakt.

Mensen verkiezen vaker de dood boven een leven dat gedoemd is tot slavernij en de dictator weet dat ook en om die reden is hij heel attent naar individuen die de dans die zij verwacht worden te dansen, trachten te ontspringen: hij liquideert hen zonder compassie omdat hij weet dat er geen plaats is voor én zijn leugens én de waarheid. Om die reden moeten zij die de waarheid spreken, zwijgen en willen zij niet zwijgen dan kan hij hen nog doen zwijgen door de voorwaarden die maken dat zij kunnen spreken, weg te nemen, met name door hen te vermoorden: het is een logica waar niemand omheen kan: op de boekverbranding volgen de moordpartijen. Heinrich Heine: "wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen" (Almansor, 1820).

(Wordt vervolgd)

(J.B., 12 september 2021)




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag Aflevering 2: Censuur


"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 2: Censuur

De joodse psychiater, bioloog en natuurkundige Wilhelm Reich, leerling van Freud, publiceerde in 1933 Massenpsychologie des Fascismus, een boek waarin hij uitlegt hoe het dan mogelijk was dat het volk zich tot zijn eigen aperte nadeel door Hitler in de doeken heeft laten doen. Reich moest uit Duitsland wegvluchten voor de nazi's, kwam via Scandinavië in de USA terecht waar hij een poos samenwerkte met Albert Einstein maar hij werd ook daar vervolgd om zijn ideeën en om zijn orgon-theorie die van hem eigenlijk een soort van Panamarenco-avant-la-lettre maakte. Hij kwam in de gevangenis terecht waar hij op 60-jarige leeftijd stierf aan een hartstilstand nadat zijn orgon-accumulators en zijn boeken werden verbrand in een grote oven in New York: het vuur van de boekverbranding stortte de wereld in de duisternis achter het reusachtige koperen Vrijheidsbeeld waarvan de officiële naam luidt: "La liberté éclairant le monde." Kate Bush maakte de videoclip Cloudbusting naar aanleiding van deze allervreselijkste censuur uit de geschiedenis van de USA.

Wikipedia omschrijft censuur als "het gebruiken van [de] macht […] om informatie achter te houden […]." (1) Wie alsnog pogen om die informatie aan het licht te brengen, schieten daar hun vrijheid bij in en riskeren hun leven zoals dat het geval is met bijvoorbeeld Julian Assange inzake WikiLeaks. Assange wordt naar verluidt gezocht naar aanleiding van de publicatie van zijn video Collateral Murder waarin zou te zien zijn hoe in 2007 in Bagdad het Amerikaanse leger vanuit een helikopter twaalf Iraakse burgers en enkele journalisten van Reuters doodt. (2)

Aleksandr Solzjenitsyn werd verbannen omdat hij kritiek had op het beleid van Stalin. In feite is censuur het verbod op het spreken van de waarheid en dictators censureren omdat zij van de leugen leven. Het meest verregaande voorbeeld van censuur vindt men dan ook in het Vaticaan dat in 1559 een index librorum prohibitorum verspreidde, een lijst met daarop alle door de kerk gecensureerde boeken. Uiteraard gaat het om boeken die de hypocrisie en de leugenachtigheid van het katholicisme aan het licht brengen. Dissidenten werden door de inquisitie (een speciale kerkelijke rechtbank) opgepakt en gestraft - de index 'verdween' pas in 1968.

Het panel van deskundigen inzake de maatregelen getroffen in het kader van het bestrijden van de pandemie maant het publiek aan om alleen te luisteren naar het officiële nieuws en in weerwil van het aan de verlichte Voltaire toegeschreven devies inzake vrije meningsuiting, verklaart de Gentse filosofieprofessor Johan Braeckman tijdens de pandemie voor de Vlaamse televisie dat aan mensen met afwijkende meningen een podium in de media zou moeten worden ontzegd - de geleerde pleitte eerder ook al voor het subsidiëren van propaganda voor het darwinisme bij het volk.

In juni 2020 werd prompt een wet goedgekeurd om alle kritiek op het coronabeleid van het internet te halen - wat middels algoritmes voor de beheerders van het medium een fluitje van een cent is - en de sites in kwestie zijn inderdaad niet langer bereikbaar voor het publiek. Deze actuele toestanden in het zogenaamde vrije westen herinneren aan George Orwell die vrijheid definieert als het recht om te zeggen dat de som van twee en twee, vier is.

Censuur is het aan mensen ontzeggen van dat recht en is derhalve het beëindigen van de menselijke vrijheid. Het einde van het recht op vrije meningsuiting is het begin van de vervolging van wie weigeren de waarheid geweld aan te doen. Weliswaar sind die Gedanken frei maar zoals Michel Foucault dat haarfijn heeft beschreven, manifesteert macht zich inderdaad waar mensen worden verplicht om leugens te belijden. Het losbarsten van jubel bij het talrijke publiek naar aanleiding van een speech van 'corona-dissident' dokter Vernon Coleman in het centrum van London, is het gevolg van het aan het licht komen van de waarheid. Zolang de waarheid verborgen blijft omdat hij niet gezegd mag worden, omdat een omerta geldt, omdat wie weigeren te liegen, beboet worden en zwaar gestraft, heeft het kwaad vrij spel omdat wat boos is van de duisternis leeft terwijl alles van waarde weerloos is. Het aan het licht brengen van de waarheid - die niet voor niets oorspronkelijk aleteia [Oud-Grieks: ἀλήθεια] heet, wat wil zeggen: onverborgenheid - is een heldendaad omdat men daar vaker zijn hachje bij inschiet maar het is de enige weg naar de vrijheid en derhalve naar een menswaardig bestaan, zoals de Heilige Schrift het immers leert: "de Waarheid zal u vrij maken".

Andermaal: de waarheid discrimineert de armen niet en zo kunnen potentaten zich pas doen gelden middels de leugen en de samenzweringen die zich wars van waarheid en recht voltrekken in de duisternis van de chaos. Achter een façade van uitgerekend vrijheidsbeelden beoefenen Big Brother en al zijn handlangers prompt de demonische praktijk van de boekverbranding welke, zoals de geschiedenis leert, voorafgaat aan de genocide. (3)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 12 september 2021)

Over de massapsychologie van het fascisme.

Wilhelm Reich, Massenpsychologie des Fascismus.

(1) Zie wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Censuur_(informatie)

(2) Zie wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Julian_Assange

(3) Cf. Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, pp. 14-15. [Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.]: "[Arendt] begrijpt dat in totalitaire regimes de inhoud van ideologieën er nauwelijks toe doet en uitgevreten wordt door (…) de logiciteit als handelingsprincipe: elke ideologie (…) leent zich tot een totalitair gebruik. (…) als een passe-partout om alles (…) logisch uit te leggen. (…) De veelzijdige, altijd meerduidige ervaring van de complexe werkelijkheid wordt ingeruild voor de logische zekerheid van een idee. Ofwel worden feiten ontkend tot ze passen binnen het keurslijf van een tot in het absurde uitgewerkte, volkomen fictieve ideologische consistentie (…). Ofwel worden feiten gecreëerd zodat ze passen binnen het keurslijf van de ideologie: aanvaarden dat er 'inferieure rassen' of 'uitstervende klassen' bestaan en niets doen om ze daadwerkelijk uit te roeien, is inconsequent”. En de vertalers citeren Arendt: “'Je kunt niet A zeggen zonder B en C te zeggen, enzovoort, het rijtje af tot aan het einde van het moorddadige alfabet'. (p. 340)" Zie ook: Hannah Arendt over totalitarisme. Zie ook: Panopticum Corona, pag. 567: "Het wegmoffelen van het onrecht door het opleggen van spreekverbod aan de slachtoffers is nog erger dan moord en daarom ook verkiezen mensen die onrecht moeten verduren vaker de dood boven het instemmen met een stilzwijgen. Over hun dood heen blijft immers hun kreet weerklinken die het geweten van de mensheid op het appel roept en een openbare rechtszaak eist en het zijn Machten die het mens-zijn als zodanig ver overstijgen die ervoor zorgen dat de vrees voor de fysieke dood in het niets verdwijnt van zodra de Waarheid geweld wordt aangedaan."




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kate Bush: Cloudbusting
Kate Bush: Cloudbusting


10-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dr. Vernon Coleman
Dr. Vernon Coleman:
THE PUBLIC DEMAND A LIVE DEBATE
SCIENCE IS NOT SCIENCE WITHOUT DISCUSSION
VACCINES DON'T WORK WHERE THERE IS CORRUPTION

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag - Aflevering 1: Van bekeringsijver naar massamoord

"Wij zijn de heersers der aarde". Over totalitarisme vandaag

Aflevering 1: Van bekeringsijver naar massamoord

De motor van het proselitisme (in de betekenis van bekeringsijver) is de twijfel over het eigen geloof: men wil anderen verzekeren van iets waaraan men zelf twijfelt en het is precies omdat men zelf twijfelt dat men anderen wil doen geloven dat men zekerheid bezit. De kern van de uit de psychologie bekende paradox is relatief eenvoudig en maakt bijvoorbeeld ook dat in een democratie het spreken van waarheid structureel onmogelijk is. (1) Het ontbreekt de twijfelaars aan kwalitatieve argumenten welke zekerheid moeten verschaffen en daarom nemen zij hun toevlucht tot de kwantiteit en streven zij er naar om de groep van gelijkgezinden groter te maken alsof de grootte van de groep een argument kon zijn (2) en zo ontstaat het begrip consensus dat niet langer een pejoratieve betekenis heeft en waarop zelfs positieve wetenschappers zich beroepen om onzekere wetenschappelijke theorieën zoals bijvoorbeeld het darwinisme te gaan promoten. Het geloof van anderen verdoezelt mijn twijfel omdat dit de verantwoordelijkheid over de twijfel verdeelt en het is bekend dat gedeelde verantwoordelijkheid misdaad vergemakkelijkt. In dit geval bestaat de misdaad erin dat men zichzelf beliegt en wel met de leugen van de zekerheid.

Een gelijkaardige paradox speelt nu waar potentaten aan het werk zijn: zij willen anderen overheersen omdat zij niet in staat zijn om het meesterschap over zichzelf te verwerven. Zij willen anderen in bepaalde banen dwingen omdat zij zelf niet weten tot welke remedie zich te wenden voor het menselijke ongemak dat erin bestaat dat wij natuurlijkerwijze een plan, een programma, een voorschrift, een doel en een leiding missen: la condition humaine. Wat Werner Herzog uitbeeldt in zijn werk en dan bij uitstek in zijn Jeder für sich und Gott gegen alle uit 1974, is het schrikbeeld van een mensdom dat, zoals door Kaspar Hauser uit diens visioenen verteld, door een woestijn trekt gelijk een karavaan zonder kop of staart. (3)

Potentaten zijn simpele geesten: zij kunnen zich niet verzoenen met de staat van wanorde die de menselijke conditie kenmerkt als een fundamenteel tekort en zo ondernemen zij acties met de bedoeling om alles in ordentelijke banen te leiden. In de praktijk vertaalt zich dat echter al te vaak als grootheidswaanzin, totalitarisme en massamoord - praktijken waarvan de geschiedenis bol staat.

Wat begint met bekeringsijver wordt alras dwingelandij van zodra bekeerlingen hun twijfels gaan uiten en aldus roet in het eten gooien van degenen die hen rekruteerden. Die laatsten immers koesterden de ijdele hoop dat hun bekeerlingen die vervelende twijfel zouden wegnemen vanwege hun grote aantal. Maar wanneer niet meegaandheid doch nog meer kritiek en twijfel de uiteindelijke vruchten blijken van de bekeringsijver, wordt de hoop op orde verijdeld, neemt de frustratie toe en gaan autocraten over tot geweld: het geloof wordt niet langer met argumenten aangebracht maar het wordt afgedwongen en voortaan zijn de gelovigen geconditioneerde individuen - alle andere individuen zijn niet meer. (4)

(J.B., 10 september 2021)

Verwijzingen:

(1) "Zoals Michel Foucault dat in zijn laatste colleges aantoonde wordt de waarheid door de wereldse machten structureel verbannen omdat ook de geringsten beschikken over het vermogen om de waarheid te kennen: de waarheid discrimineert de armen niet en zo kunnen potentaten zich pas doen gelden middels de leugen en de samenzweringen die zich wars van waarheid en recht voltrekken in de duisternis." (Jan Bauwens, Panopticum Corona, Serskamp 2021, pag. 834). Er wordt verwezen naar: Michel Foucault, De moed tot waarheid. Het bestuur van zichzelf en de anderen II, Colleges aan het Collège de France (1983-1984), met woord vooraf en redactie door François Ewald en Alessandro Fontana. Situering en redactie door Frédéric Gros. Vertaling door Ineke van der Burg. Uitgeverij Boom, Amsterdam 2011, pp. 60-67. [Oorspronkelijk: Le courage de la vérité. Le gouvernement de soi et des autres II. Cours au Collège de France (1983-1984), Paris: Gallimard/Seuil 2009].

(2) Dat dit niet het geval is, leert ons Spinoza met de slotzin uit zijn Ethica: "Alles wat voortreffelijk is, is even moeilijk als zeldzaam." (Benedictus de Spinoza, Ethica, Ordine Geometrico Demonstrata, 1678.)

(3) Zie: de visioenen van Kaspar Hauser alsook de integrale film van Werner Herzog: Jeder für sich und Gott gegen alle.

(4) Ook vandaag worden politieke dissidenten van hun vrijheid beroofd, monddood gemaakt, krankzinnig verklaard en vermoord. Hannah Arendt beschrijft de praktijk als volgt: "Praktisch gesproken gaat de totalitaire heerser te werk als een man die hardnekkig iemand anders beledigt, tot iedereen weet dat de laatste zijn vijand is, zodat hij met een zekere geloofwaardigheid zijn gang kan gaan en hem kan doden uit zelfverdediging. Dit is bepaald grof, maar het werkt - zoals iedereen weet die ooit heeft gadegeslagen hoe succesvolle carrièrejagers mededingers elimineren." (Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), pag. 243. [In het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.] Zie ook onze samenvattende weergave van het boek met wat commentaar: Hannah Arendt over totalitarisme.


08-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. JEAN BERNARD FOURTILLAN Interview Hold-up complète - Malaria, Aids, Covid19: gefabriceerd in een labo en gepatenteerd sinds lange tijd!

 JEAN BERNARD FOURTILLAN
Interview Hold-up complète -
Malaria, Aids, Covid19:
gefabriceerd in een labo en gepatenteerd sinds lange tijd!

JEAN BERNARD FOURTILLAN

Interview Hold-up complète - Malaria, Sida, Covid19 créé en labo et breveté depuis longtemps !

August 4th, 2021



KLIK:

https://odysee.com/@b2d:f/780226:0


Dit gebeurde met professor Fourtillan nadat hij in een interview de waarheid omtrent covid-19 had verteld:

(KLIK en scroll door naar de paragraaf: “Another controversial Covid-19 doctor”:

https://www.connexionfrance.com/French-news/French-anti-mask-doctor-suspended-for-five-months-as-professor-admitted-to-psychiatric-unit



LEES OOK DIT:



https://jdfor2024.com/2021/07/professor-jean-bernard-fourtillan-is-free/



EN DIT:



https://jdfor2024.com/wp-content/uploads/2021/07/conference-covid-aout-2020-pdf1-komprimerad1-1-3.pdf




EN WAT TE DENKEN VAN DIT:



https://www.grasset.fr/livres/lopium-des-imbeciles-9782246814689



06-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde van de gemeenschapszin beëindigt de gemeenschap

Het einde van de gemeenschapszin beëindigt de gemeenschap

Het socialisme is die ideologie die pleit voor meer gemeenschapszin, een item dat vandaag zeer in is ingevolge de pandemie en wat zij allemaal in haar zog heeft, zoals de vaccins die niet kunnen verplicht worden zonder de mensenrechten met de voeten te treden en die men dan maar via allerlei sluikwegen aan de mensen tracht op te dringen, bij uitstek door een beroep te doen op... gemeenschapszin. Maar die is er niet meer, of althans is de gevoeligheid verdwenen voor de oproep daartoe en het loont de moeite om de oorzaak daarvan in het licht te stellen.

In twee woorden: de gemeenschap of de staat is niet meer wat zij was sinds het gros van de politici zich laat corrumperen door kapitaalkrachtige firma's die diensten leveren aan de staat: de banken in de eerste plaats, zoals ons welbekend vanwege de geïnstitutionaliseerde staatsschuld die maakt dat men zijn burgerschap tot in de eeuwigheid moet huren, maar uiteraard ook tal van andere bedrijven, zoals vandaag de leveranciers van diensten aan de zogenaamde volksgezondheid: de farmacie die coronavaccins, testkits en allerlei preventieve en curatieve medicamenten in de aanbieding heeft.

Het meest in het oog springende gevolg van die corruptie is niet zozeer dat de corrumperende bedrijven het monopolie verwerven inzake de levering van geneesmiddelen en diensten aan de sector van de volksgezondheid maar wel dat zij zichzelf onmisbaar maken door het scheppen van geheel fictieve problemen en behoeften waarvan zij dan de even fictieve oplossing of bevrediging verkopen.

Zowel de creatie van de fictieve problemen als het aanprijzen van even fictieve oplossingen gebeurt nu door tussenkomst van door het volk verkozen doch door de betreffende firma's omgekochte politici, wat maakt dat de afzet van de te slijten producten en diensten gegarandeerd wordt door het innen van de gelden via de staat die ze uit de kas van de belastingen haalt. Vandaag lanceren de betreffende firma's eerst nieuwe ziektebeelden en vervolgens vaccins en medicijnen die deze moeten bestrijden.

Een volstrekt ondoorzichtige campagne moet ervoor zorgen dat nieuwe ziektekiemen als gevaarlijker worden voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn of zelfs dat volstrekt ongevaarlijke of onbestaande ziekten worden in beeld gebracht samen met de reclame voor hun even fictieve bestrijdingsmiddelen. Er wordt met andere woorden een zekere angst geschapen die de behoefte aan hulp in het leven roept en die hulp krijgt gestalte in een product of een dienst welke verkrijgbaar is op de markt. De koop wordt gesloten door politici in naam van een volk dat gelooft aldus door redders geholpen te worden terwijl het alleen maar apert bij de neus wordt genomen en schaamteloos wordt bestolen.

De 'gemeenschapszin' waarmee 'socialistische' leiders staan te zwaaien om het volk over de streep te trekken, is een louter sociaal drukkingsmiddel, een psychisch dwangmiddel dat zijn effect uitsluitend dankt aan kuddegeest. Egoïsten, zo worden degenen genoemd die voor vaccinatie bedanken en die aldus alleen maar gebruik maken van een recht, wat betekent dat hier op een allerminst ongevaarlijke manier gemeenschapszin en kuddegeest door elkaar gehaspeld worden door politici die een sociaal engagement voorwenden om daar hun persoonlijk voordeel mee te doen.

De verkrachting van het begrip 'gemeenschapszin' door de aanwending ervan als psychisch dwangmiddel en derhalve als wapen in functie van het chanteren van mensen nadat die hun vertrouwen hebben geschonken, degradeert de betrokken politici tot criminele handlangers van louter op financieel gewin azende ondernemingen maar brengt tevens de geloofwaardigheid van het socialisme zelf in het gedrang en wel in die mate dat heden een situatie dreigt waarin alleen nog het recht van de sterkste geldt, wat meteen zichtbaar wordt zoals heden in het pensioendebat. Het hoeft geen betoog dat die kentering niet alleen het einde van het socialisme zal betekenen: het zal tevens de dood zijn van de maatschappij als zodanig omdat het ongecontroleerde woekeren van het absolute winstprincipe in een losgeslagen markt geen andere uitkomst kan brengen dan regelrechte oorlog.

(J.B., 6 september 2021)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In duisternis gehuld


In duisternis gehuld

De aarde draait om haar as die de polen onderling verbindt. Verplaatst je je van een pool richting evenaar, dan neemt je snelheid toe van 0 naar 40.000 km per etmaal. Doe je die verplaatsing met een vliegtuig, dan loop je achter op de breedtegraad waar je vertrokken bent en ga je een spiraal beschrijven - het Coreoliseffect. Hetzelfde doet de lucht die van de polen komt of die er heen gezogen wordt als - op een hoogte van 10 tot 30 km - een lagedrukgebied hangt, de poolwervel genaamd. Terwijl het op die hoogte warm is, blijft de koude in de luchtlagen daaronder gevangen zitten.

Sinds begin dit jaar is om de een of andere reden de (noord)poolwervel in twee gesplitst en één ervan hangt ons, Noord-Europeanen, boven het hoofd. Men ziet bijgevolg al de hele zomer een ongewone bewolking, stratusbewolking genaamd, de dominante bewolking van de polen. Stratuswolken zijn donkergrijs en somber, zij geven misbanken, ijs en motregen; zij steken de zon weg, zij verkillen de aarde en hullen haar in duisternis.

In noordelijk gelegen gebieden, zoals IJsland, komt de zon in de winter nauwelijks op en krijgen de mensen last van depressies ingevolge een tekort aan licht. Hetzelfde is in deze zomer uiteraard ook bij ons het geval en het deprimerende effect van het lichttekort kan uiteraard alleen maar versterkt worden door de kou, de pandemie en de economische recessie. Ook misoogsten zullen zeer binnenkort van de partij zijn. Bovendien zwengelen al deze factoren elkaar alleen maar aan - om er slechts twee te noemen: koude en een tekort aan licht werken elkaar in de hand, zoals ook voedselschaarste en ziekten. En dan hebben we het nog niet gehad over de opwarming die gepaard gaat met wateroverlast maar paradoxaal genoeg ook met droogte en drinkwatertekorten. Over deze ongelukken zal niettemin gezegd worden dat zij alsnog een voordeel bieden: zij schrikken de migranten af en ze remmen de te verwachten volksverhuizing richting Europa.

Het is immers niet (het overigens alles behalve leuke) Europa waar men op af komt, het zijn de vleespotten en die zullen ingevolge de zeven plagen van Egypte hun bodem laten zien, precies zoals de Elbe waar exact drie jaar geleden de hongerstenen boven water kwamen. Zo stond daar te lezen op een steen uit 1616: Als je mij ziet, huil dan! De verschrikking van de lege voorraadschuren zal wellicht worden ingehaald door die van de watersnood: een mens kan vele dagen verder zonder voedsel maar zonder drinkwater zijn onze dagen zo geteld. Dorst doet drinken, men drinkt onzuiver water en epidemieën, nog veel dodelijker dan covid-19, krijgen vrij spel.

Het tekort aan zonlicht is misschien wel het ergste bijverschijnsel van de vreemde meteorologische omstandigheden: het brengt onze biologische klok in de war in de hersenen en daarmee ook de hele hormonenhuishouding, het zenuwstelsel en alle stofwisselingsprocessen met uiteindelijk allerlei ziekten waarvan sommige letaal zijn. Maar zoals we intussen een dik decennium geleden al konden schrijven, is ook het tanen van de Noord-Atlantische drift van de partij.

(J.B., 6 september 2021)

Verwijzingen:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Wolk#/media/Bestand:Low_lying_clouds_over_hills_near_swifts_creek.jpg

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/09/01/oude-hongerstenen-duiken-op-in-de-droog-liggende-bedding-van-d/

http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/169144.pdf


02-09-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht - Aflevering 5: Het nieuwe opium

Drugsbaronnen aan de macht

Aflevering 5: Het nieuwe opium

In zijn artikel How Britain's opium trade impoverished Indians van 5 september 2019 schrijft de Indië-correspondent van de BBC Soutik Biswas dat ten tijde van het Britse imperium de jaarlijkse productie voor de farmacie van opium in Uttar Pradesh en Bihar, deelstaten van het gekoloniseerde India, een paar duizend ton bedroeg en dat deze productie - die Engeland schatrijk heeft gemaakt - vergelijkbaar is met de hedendaagse opiumproductie voor heroïne in Afghanistan. Wie te maken krijgen met kanker - en dat zijn vandaag welhaast de helft van alle mensen - weten dat de kostprijs van de pijnstillers, die opiaten zijn, een veelvoud bedraagt van die van de eigenlijke kanker bestrijdende medicijnen (en dat is dan ook de reden waarom die niet door de verzekering terugbetaald worden) en zo kan men zich een beeld vormen van de omvang van het kapitaal dat gemoeid is met de opiumhandel.

Echter, vandaag zetten de farmareuzen de drugsbaronnen van weleer aardig te kijk: zij fabriceren volledig artificiële of dus synthetische opiaten - opioïden genoemd - die tientallen keren sterker zijn dan het natuurlijke opium en uiteraard ook veel sterker verslavend en dodelijker maar tegelijk zijn de productiekosten daarvan minimaal en derhalve worden de winstmarges gigantisch.

Pijnstillers brengen de zieke in de waan van beterschap omdat zij de overdracht van de pijn in de zenuwbanen naar de hersenen blokkeren en zo genezen zij niet maar daarentegen maken zij nog zieker omdat zij de waarschuwing die het pijnsignaal tenslotte is, onmogelijk maken. Ook allerhande aanverwante 'gelukspillen', behorende tot de groep van de zogenaamde psychofarmaca, worden door de massa's verzwolgen onder voorschrift van de artsen en hebben in geen tijd de psychische gezondheid en het kritisch vermogen van een flink deel van het mensdom compleet veranderd en wel in de verkeerde richting, zij dat kennelijk een tegelijk door zekere machten gewenste richting.

Potentaten houden immers niet van intelligente burgers, de geschiedenis toont hoe die desnoods massaal worden uitgemoord, en machthebbers houden hun onderdanen het liefst zo dom mogelijk. Bovendien garandeert de verslaving van de massa aan chemische vergiften ook dat het volk in armoede zal blijven ploeteren: de aloude samenzwering van kerk en staat onder het moto van 'houdt gij ze dom, dan houden wij ze arm' doet het met de nieuwe middelen in de hedendaagse context zelfs nog beter dan voorheen.

Zo moet men het met lede ogen aanzien hoe vandaag wereldwijd de nieuwe drugsbaronnen, gewapend met een oogverblindende coronapolitiek, het ingevolge de milieuramp al geheel verkommerde mensdom de genadeslag toedienen met voor hun kar gespannen politici die een Nobelprijs voor Hypocrisie en Corruptie verdienen. Uiteraard zou de wet al te gortig met de voeten worden getreden mochten burgers ook worden verplicht om zich de vergiften van de drugstrafficanten in het lijf te laten spuiten en zo wordt de burgerlijke vrijheid nu feitelijk ondermijnd via allerlei laffe sluikwegen.

– U bent vrij om zich al dan niet te laten vaccineren maar doet u het niet, dan dreigt u een aantal rechten te verliezen, zoals het recht op arbeid, samenscholing, verplaatsing, medische verzorging en noem ze maar op: de rechten waarvoor iedereen betaalt en die op de helling staan voor wie weigeren om de kudde te volgen naar de afgrond. Belanghebbende politici meesmuilen in de media dat de niet-meelopers maar moesten gestraft worden en zo laten zij het uitschijnen dat wie gebruik maken van hun rechten, misdadigers zijn.

– Het moet hen zo moeilijk mogelijk gemaakt worden, zo bazuinen gelovigen, nog heiliger dan de paus, het in de media rond: zich er terdege van bewust dat men iemands rechten niet zomaar kan ontzeggen, sporen zij anderen aan om dat segment van de bevolking dat weigert nog langer te dansen naar de pijpen van de drugsbaronnen, met pestgedrag over de streep te trekken. En dat in een tijdperk waarin van elke gezagsdrager een nultolerantie tegen pestgedrag wordt geëist.

– Luister alleen naar het officiële nieuws: het komt letterlijk uit de dystopische roman van George Orwell zomaar uit de fantasie de werkelijkheid naar binnen wandelen. Maar andermaal overtreft de werkelijkheid de stoutste fantasie want bij die aansporing blijft het niet: meningen welke afwijken van de opgedrongen dogma's waarvan de verdedigers via het raam naar buiten vluchten van zodra de laatst overgebleven journalisten hun vragen op hen pogen af te vuren, worden prompt gedeletet van het net zoals intussen ruim een jaar geleden werd beslist door de club van de grootbezitters van het wereldeconomisch forum geleid door Klaus Schwab en co en onder de hoge bescherming van de prins van Wales wiens in de opiumkolonies buit gemaakte rijkdommen ook vandaag nog wereldwijd op alle televisieschermen worden uitgestald alsof het helemaal niet ging om een drugs- en mensenhandel en om dievenbuit doch om hoogstaande humanitaire prestaties.

(J.B., 2 september 2021)

Verwijzingen:

- (°) https://www.bbc.com/news/world-asia-india-49404024


28-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht - Aflevering 4: Dekolonisatie: machtswissel der baronnen

Drugsbaronnen aan de macht

Aflevering 4: Dekolonisatie: machtswissel der baronnen

Kolonies zijn in de praktijk landen die leeggeroofd worden door kolonisatoren en deze laatste zijn landen die hun kolonies leegroven. De roof voltrekt zich ingevolge het recht van de sterkste en wegens het van toepassing zijn van de middel-doelomkering geschieden de misdaden in kwestie onder het voorwendsel van beschavings- en bekeringswerk: "Wij vallen een land binnen om het te beschaven" betekent eigenlijk: "Onder het voorwendsel van beschavingswerk, vallen wij een land binnen en wij roven het leeg." Het middel (binnenvallen) is in feite het doel en het doel (beschaven) is het voorwendsel en derhalve het middel.

Maar bij een middeldoelomkering blijft het niet, er is nog een tweede omkering van toepassing: de rover wil namelijk niet alleen zijn criminele activiteiten verbergen, hij wil bovendien dat zij door iedereen beschouwd worden als weldaden; de moordenaar wil doorgaan voor een filantroop! En nu is dat weliswaar een huzarenstukje maar macht en geweld gekoppeld aan sluwheid maken vaak van wat onmogelijk lijkt een makkelijke klus en dat wordt nog elke dag en in de allerbontste kleuren door de geschiedenis zelf geïllustreerd.

De kolonisering verliep aldus ingevolge het recht van de sterkste en de sterksten waren toentertijd botweg degenen die in het bezit waren van vuurwapens: de blanken. De blanken koloniseerden de landen van wie nog geen vuurwapens kenden: de zwarten, de roodhuiden en de Aziaten. Om het te houden bij één voorbeeld: alle landen van Afrika werden ooit gekoloniseerd door een of ander land van de blanken of dus een land waarvan de burgers beschikten over vuurwapens. Een uitzondering is de Westelijke Sahara, een woestijngebied waar niets te vangen is. Hier dient volledigheidshalve nog aan toegevoegd dat de tijd der kolonies zijn intrede deed nadat de slavernij (- zie daarover: "Hoe Europa groot en rijk werd") was afgeschaft en uiteraard ter vervanging daarvan en het houden van slaven heette vanaf dat ogenblik 'beschavingswerk'.

Maar geleidelijk begon de autochtone bevolking van de door het Westen leeggeroofde landen haar rechten op te eisen. In Latijns-Amerika bijvoorbeeld verdreef vrijheidsstrijder Simón Bolívar de Spanjaarden - hij werd president in Peru, Marquez beschreef in een verhaal diens laatste jaren en in 1825 werd Bolivia naar hem genoemd. Na W.O.I werden heel wat Europese kolonies 'mandaatgebieden', wat inhoudt dat zij schijnafhankelijk werden en feitelijk geherkoloniseerd. Na W.O.II werd in 1947, geïnspireerd door Gandhi en Nehru, Indië onafhankelijk van het Britse rijk waarvan het sinds 1858 deel had uitgemaakt en het werd bij die gelegenheid opgesplitst in de seculiere staat Indië en de moslimstaat Pakistan [dat zijn naam ontleent aan (begin)letters van de Indiase deelstaten Punjab, Afghania, Kasjmir, Sindh en Beloetsjistan]. Ook Nederlands-Indië (onder Soekarno) scheurde zich los samen met de landen in het Midden-Oosten; in 1960 kwam Afrika aan de beurt en na 1965 de Caraïben en Oceanië. Edoch, de nieuwe leiders waren vaak door de kolonisatoren in het zadel geholpen dictators welke hun belangen verzekerden.

Zoals gezegd: toen de misdaden inzake de kolonies aan het licht kwamen - en zij waren niet min - stopte de kolonisering, zoals eerder ook de slavernij werd 'afgeschaft'. Edoch, zoals de slavernij in feite werd vervangen door de nog veel onmenselijkere schuld- en loonslavernij, zo ook verdwenen de kolonies allerminst omdat de kolonisatoren in hun vroegere kolonies stromannen aan de macht brachten om van op afstand ongestoord met de roofpartijen door te kunnen gaan. Zo werd na de onafhankelijkheid van Belgisch Congo dat land niet bestuurd door Lumumba die de afgevaardigde was van het Congolese volk: Lumumba werd prompt vermoord (1961) en dictator Mobutu werd president van Congo (1965-'97); hij werd in het zadel geholpen en gehouden door het Westen en door de dictators van Oeganda, Somalië en Zimbabwe.

Het volk kwam in opstand tegen de handlangers van zijn kolonisatoren en tegen uitbuiting in allerlei vormen, zoals de ontvreemding van de bodemschatten. Zo eisten in 1980 de Saoedi de rechten op de ontginning van de aldaar in 1938 door de Amerikanen ontdekte olie volledig op en op 18 december 2010 brak de zogenaamde Arabische Lente uit: de bevolking van de Noord-Afrikaanse landen kwam in opstand tegen hun dictators. (1)

Ook allerlei vormen van bezetting worden niet langer geduld van zodra het tot de slachtoffers doordringt dat zij worden uitgebuit en de plotselinge opkomst en verspreiding van het internet heeft sterk bijgedragen tot die bewustwording. Daarentegen wordt die bewustwording sterk afgeremd door armoede en onderdrukking: honger, analfabetisme, een gebrek aan scholing, druggebruik en beknottende ideologieën en religies zorgen voor een achterstand welke dan door eerstewereldlanden wordt misbruikt om ganse bevolkingsgroepen in een toestand van feitelijke slavernij te houden. Pas ter gelegenheid van bijvoorbeeld een giframp zoals in Bophal in 1984 wordt duidelijk dat burgers van derdewereldlanden in den duik in slavernij gehouden worden door het westen dat stinkend rijk wordt van hun arbeid waaraan zij zelf ten onder gaan.

Men heeft berekend dat voor de hoge levensstandaard van één westerling ongeveer veertig slaven uit de derde wereld moeten opdraaien, waaronder kinderen aan wie nota bene opzettelijk een menswaardige opvoeding onthouden wordt om te vermijden dat zij zich bewust zouden worden van hun toestand en zij zich zouden emanciperen want dat zou het einde zou betekenen van het profitariaat van de 'beschaafde' wereld.

Maar zoals vaker het geval is, speelt het noodlot ons parten en is het paradoxaal genoeg de achterstelling van de slaven die garant staat voor ons luxeleven, welke dit luxeleven ook in gevaar brengt: bij het induceren van een religie en van nog andere zaken die de slaven dom moeten houden zodat zij makkelijk manipuleerbaar zijn, wordt over het hoofd gezien dat de kolonisatoren uiteraard geen monopolie hebben over de door hen geïnduceerde zwakheden van hun slachtoffers: evengoed kunnen de burgers van deze derdewereldlanden voortaan moeiteloos gestuurd worden door terroristen.

Deze machtswissel doet zich nu voor van zodra de greep van het westen op de derde wereld verzwakt, wat vandaag het geval is ingevolge de vloek van de tegendoelmatigheid die vroeg of laat elke oneigenlijke menselijke activiteit zal perverteren. De meester verliest de controle over zijn slaven van zodra hijzelf in de slavernij belandt: hij deelt dan het lot van de zich god wanende goddeloze wiens instrumenten hem gaan overheersen.

(J.B., 28 augustus 2021)

Verwijzingen:

(1) Ben Ali (Tunesië), Bouteflika (Algerije), het koningshuis van Jordanië, de regering van Oman, de dynastie van Saoedi Arabië, Mubarak (Egypte), de Syrische leiders, de Jemenitische regering, de leiders van Djibuti, Somalië, Soedan, Palestina en Bahrein, kolonel Al-Qadhafi van Libië, de regering van Koeweit, de koning van Marokko, de regeringen in Mauretanië, Libanon, Israël en Irak.


26-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht - Aflevering 3: Goden zijn demonen

Drugsbaronnen aan de macht

Aflevering 3: Goden zijn demonen

Afghanistan kreeg zijn naam in de achttiende eeuw en voordien werd het aangeduid als Khorasan, wat eigenlijk op de hele regio slaat en wat Oud-Perzisch is en wil zeggen: Land van de rijzende zon. Nog vroeger heette het Aryana, van het Sanskriete āryan, wat nobel of rein betekent: Aryana zijn ariërs en zij ontlenen hun adeldom aan hun volgzaamheid aan de Veda's, de heilige geschriften uit het hindoeïsme met goddelijke voorschriften zoals opgetekend door de profeten van India, Rishi genaamd, wat zieners betekent.

Zieners zijn mensen met visioenen en over visioenen weet men dat zij zich vaker voordoen na het gebruik van welbepaalde drugs, de zogenaamde hallucinogene, psychedelische, geestverruimende of entheogene middelen. Dat laatste betekent letterlijk: middelen die het goddelijke voortbrengen.

Er zijn vele hallucinogene stoffen, waaronder noscapine, dat een bestanddeel is van het onverschillig makende opium. Opium zorgt ervoor dat men zoals Kali van Kolkata, zoals Didi uit De Blauwe Lotus en zoals de taliban in het land van de papaver, geheel onverstoord en in de waan dat men aldus aan de goden gehoorzaamt, mensen kan onthoofden welke weigeren in die hallucinante realiteit te geloven: wie niet horen wil, moet voelen.

Naast de link tussen druggebruik en moordlust is er ook een verband tussen druggebruik en religiositeit, wellicht vanwege het effect van drugs op onze hersenactiviteit die naar men zegt heel specifiek is voor spirituele gevoelens en gedachten. Volgens theosofe H.P. Blavatsky zijn drugs nefast voor de hoogsensitiviteit welke vereist wordt om in het spoor van mystici en visionairen te kunnen treden. Met zijn uitspraak dat godsdienst opium is voor het volk, stelde Karl Marx dat religie de goedkope nepdrug is voor de armen terwijl welgestelde burgers opium roken maar sommigen draaien dit om en zo verklaart de Leuvense psychiater Dirk De Wachter in NRC/Handelsblad van 18 december 2019 dat vandaag opium de godsdienst is van het volk terwijl de Amerikaanse professor Gary Laderman zelfs pleit voor psychofarmaca als bron van spiritualiteit. (1)

Dat de genoemde zaken alle drie onderling verbonden zijn, blijkt bijvoorbeeld waar onder invloed van hallucinogene stoffen rituelen worden opgevoerd waarin aan de goden mensenoffers worden gebracht: de goden maken de mensen godsdienstig, wat wil zeggen dat zij hen wijzen op hun plicht om soortgenoten af te slachten. Of dat is althans wat de gelovigen geloven want, Julian Jaynes indachtig, zijn de bevelen van de goden tot louter menselijke gedachten en inbeeldingen te herleiden - hallucinaties die zij krijgen ingevolge druggebruik. Bij de Azteken in Mexico was dat de uit de peyote-cactus verkregen mescaline die later ook de mormonen gingen gebruiken om religieuze extase op te wekken maar druggebruik brengt zoals bekend ook waanbeelden en krankzinnigheid teweeg. (2)

Op die manier wordt het genoemde drietal uitgebreid naar vier: druggebruik, godsdienst, moord en geestesziekte, al kan ook kunst aan het rijtje worden toegevoegd en daarmee samenhangend uiteraard ook bedrog en geld, geweld, list en ga zo maar door: god en de duivel, het genie en de krankzinnige, niets ontziende oorlog en eeuwige vrede, de uitersten die aan elkander tol moeten betalen om te kunnen bestaan en die aldus elkaar ook raken. Alle macht komt van boven, zo beweerde men eens en men keek op naar de vorsten als waren zij goden maar voor hetzelfde geld, zo weten wij nu, zijn zij demonen - de wereld immers is des duivels.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 26 augustus 2021)

Verwijzingen:

(1) https://www.cnnbs.nl/column-drugs-als-godsdienst-van-het-volk/

(2) https://www.vice.com/nl/article/8xz8m3/de-fascinerende-geschiedenis-van-mescaline-de-eerste-psychedelische-drug





24-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht Aflevering 2: Amphioen en de doodskoppen van Kali

Drugsbaronnen aan de macht

Aflevering 2: Amphioen en de doodskoppen van Kali

Rsi of rishi is het Sanskriet (Oud-Indisch) woord voor ziener: een rishi ziet de waarheid en zijn openbaring daarvan is kennis. Het Sanskriet voor kennis is veda. De (vier) veda's zijn de aanvankelijk mondeling overgeleverde oudste heilige 'wetenschappen' van het hindoeïsme. Het woord Hindu komt van het 4000 jaar oude Perzische woord Sindu dat de rivier de Indus aanduidt en dat uitgesproken werd als Hindu. Het hindoeïsme is de oudste levende wereldreligie.

Wie de veda's beleden, waren rein, zuiver, edel of, in het Sanskriet: āryan. vertaald als ariërs. Met ariërs werd een talengroep aangeduid maar het woord raakte beladen toen de nazi's het gebruikten in hun kaduke rassenleer. Iran is in het Perzisch [het rijk waar men de taal parsi (in het Helleens: persis) spreekt] het vrouwelijk voor ariër en in 1935 wilde de toenmalige Shah Reza Pahlani dat Perzië voortaan Iran genoemd werd om aldus duidelijk stellen dat de Perzen Ariërs waren.

Samen met Tadzjikistan, Oezbekistan, Turkmenistan en Afghanistan behoort Iran tot de Khorasan, wat Oud-Perzisch is voor het 'Land van de rijzende zon', waar de oudste cultuursteden te vinden zijn zoals Samarkand, Herat en Kabul. De Khorasan ligt achter de Levant (of de Mashreq, wat Arabisch is voor zonsopgang, oosten of Morgenland) wat direct oostwaarts van de Middellandse Zee ligt, omvattende Israël, Jordanië, Libanon, Syrië, Palestina, Hatay (en eventueel ook Cilicië en Cyprus). [NB: de Maghreb is het westen (van Noord-Afrika)].

Kolkata (voor 2001: Calcutta) komt van Kalokshetri, wat betekent: 'het veld van Kali'. Kali is de godin van de dood, afgebeeld met in de ene hand een zwaard, in de andere een afgehakt hoofd en aan haar halssnoer eenenvijftig doodskoppen. Calcutta was tot 1911 de hoofdstad van Brits-Indië en is nu de hoofdstad van de Indische deelstaat West-Bengalen van waar de dichter Rabindranath Tagore en de musicus Ravi Shankar afkomstig zijn. Daar werd amphioen (opium) geteeld, als betaalmiddel gebruikt door de in 1602 opgerichte Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) die in 1676 het monopolie kreeg over de opiumhandel. Aan de VOC en derhalve aan de opiumhandel hebben de Nederlanders die daar twee eeuwen lang met slaven werkten, een goed deel van hun rijkdom te danken. Calcutta, bekend als het werkterrein van de heilige Moeder Theresa, is een van de armste regio's ter wereld.

Indië was van 1863 tot 1949 een Britse kolonie onder de dynastieën van de huizen Saksen-Coburg en Gotha en Windsor en derhalve verrijkten ook de Britten zich met opiumhandel. Op 5 september 2019 publiceerde de BBC een artikel van de hand van haar Indië-correspondent Soutik Biswas, getiteld: How Britain's opium trade impoverished Indians of Hoe de Britse opiumhandel de Indiërs arm maakte. (°) De Oost Indische Compagnie, een Brits staatsbedrijf, dwong de Indische boeren om papaver te telen, waarbij ongeveer 10 miljoen mensen betrokken waren in Uttar Pradesh en Bihar, met een jaarlijkse productie voor de farmacie van een paar duizend ton, vergelijkbaar met de hedendaagse opiumproductie voor heroïne in Afghanistan.

Aanvankelijk verkochten de Britten aan China thee maar alras werd dat opium en in 1906 was 23,3 percent van de volwassen Chinese mannen eraan verslaafd, zodat de keizer protesteerde bij de Britten. Maar zij grepen prompt naar de wapens, dwongen China zijn havens weer open te stellen voor opium en namen het eiland Hong Kong in (dat Brits bleef tot 1997).

De handel in drugs en de handel in mensen hangen nauw samen omdat inzake de twee bedrijvigheden eenzelfde politieke hypocrisie in het spel is; het is een dubbelspel. Het westen houdt immigranten uit armere werelddelen tegen: niet met de bedoeling hun de toegang tot het westen te ontzeggen maar met de bedoeling hun de legale toegang te ontzeggen en hun tegelijk oogluikend en illegaal naar binnen te kunnen smokkelen. Op die manier zijn de hekken welke worden opgericht tegen de toevloed van migranten in feite slavenfabrieken: zij maken van de inwijkelingen illegale of rechteloze arbeiders die aldus aan hongerlonen al het zware werk van de rijken opknappen. Vraagt men aan bijvoorbeeld de Europese politici waarom zij de illegale asielzoekers niet terugsturen, dan antwoorden zij prompt dat zij dat niet kunnen doen om economische redenen: de prijs van bijvoorbeeld de groenten in de supermarkt zou dan de pan uitrijzen. En een vergelijkbaar dubbelspel ziet men inzake de drugshandel: officieel is de import van drugs verboden maar in den duik blijven corrupte politici er samen met de handelaars dik aan verdienen. Met drugs worden mensen geconditioneerd en omgeturnd tot de geldmachines van deze gewetenloze schurken: verslaafden doen immers eender wat om aan hun verslaving tegemoet te komen en dit ten koste van hun geluk en van hun eigen leven. Drugsverslaafden zijn mensen die geslachtofferd worden op het altaar van het gouden kalf, zoals een Vlaams filosoof het eens heeft uitgedrukt.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 24 augustus 2021)

Verwijzingen:

- Algemene info: Wikipedia.

- (°) https://www.bbc.com/news/world-asia-india-49404024





23-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger
IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger

Bijlagen:
kerk en alkohol.pdf (92.3 KB)   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drugsbaronnen aan de macht - Aflevering 1: De Blauwe Lotus

Drugsbaronnen aan de macht

Aflevering 1: De Blauwe Lotus

Theologiestudenten, dat is wat het (Pasjtoe)woord taliban betekent. Het gaat hier uiteraard om de islamtheologie en de term godgeleerdheid mag dan wel onwerelds en derhalve onschuldig klinken: de islamtheologie is dat niet omdat zij een theocratie voorstaat en dat is een staat die door God zelf bestuurd wordt - althans volgens degenen die pretenderen Hem te vertegenwoordigen.

Het Oude Egypte onder de farao's was een theocratie. Ook het oude Israël onder Mozes die de stenen tafelen met de tien geboden van Jahweh persoonlijk ontving en die aldus de auteur is van de Thora - de joodse wet, bestaande uit de eerste vijf Bijbelboeken of de Pentateuch, het zogenaamde Oude Testament, de grondslag van de halacha, de joodse wet. Het vroegere Japanse keizerrijk was een theocratie van 1886 tot na de Tweede Wereldoorlog. De pausen van de katholieke kerk deden doorheen de hele geschiedenis een beroep op goddelijke macht, zoals bijvoorbeeld ten tijde van de verovering van Amerika door Columbus in 1592: in het Requierimento van 1513 verplichtten ze de Indianen op grond daarvan zich aan de Spanjaarden te onderwerpen en zich te laten dopen op straffe van gevangenschap en slavernij, hetgeen sowieso hun lot was. Het Vaticaan is trouwens ook vandaag nog een theocratie, samen met de Islamitische Republieken Iran en Mauretanië. En zo belanden we bij Afghanistan dat een Islamitische Republiek was totdat de Taliban het land vandejaar uitriepen tot een Islamitisch emiraat. De bevolking vreest voor de handhaving van de middeleeuwse sharia of de moslimwet.

Moslims zijn in de eerste plaats gelovigen en samen met de joden en de christenen behoren zij tot de drie religies van het Boek (namelijk: de Bijbel) die openbaringsgodsdiensten zijn: God zelf heeft zich daarin geopenbaard aan de mensen en in het bijzonder aan de profeten, die hun 'ingevingen' hebben medegedeeld aan anderen, meestal door ze neer te schrijven in boeken.

In het licht van wat de Amerikaanse psycholoog Julian Jaynes hierover schrijft in The Origin of Consciousness in the Breakdown of the Bicameral Mind - zijn bewustzijnstheorie uit 1976 - zouden de zogenaamde goddelijke openbaringen te verklaren zijn als een primitieve perceptie van het denken. In vroegere tijden zouden mensen zich niet bewust zijn geweest van hun denken: zij 'hoorden' hun gedachten en interpreteerden die als de stemmen van de goden. Wat die stemmen zegden, waren voor hen aldus bevelen of goddelijke wetten. Met het gevolg dat men de eigen bedenksels geheel kritiekloos uitvoerde. Een dergelijke primitieve interpretatie van het denken is overigens blijven bestaan bij zekere psychotici en ook bij druggebruikers die zeggen stemmen te horen van personen die er niet echt zijn.

De taliban werden gesticht in 1994 in Pakistan en in Afghanistan als een revival van de fundamentalistische islam en de vraag rijst of dit nu toevallig de streek is waar vandaan tachtig percent van alle papaver (klaproos, 'kolleblom' - van 'kol' of 'heks') ter wereld afkomstig is. Uit papaver somniferum (slaapbol) worden behalve maanzaad ook opium, morfine en heroïne gewonnen: heroïne kan mensen zo megalomaan maken dat zij denken dat zij goden zijn.

In 1805 distilleerde een Duitse apotheker uit opium de pijnstiller morfine en in 1897 haalde Bayer daaruit heroïne dat, samen met aspirine en cocaïne van het bedrijf hét drugslab van de wereld maakte. In 1937 kwam daar nog het pepmiddel pervitin bij en ofschoon al die drugs gegeerd werden in tijden van oorlog, werd er alras een strijd tegen gevoerd terwijl de grootheidswaanzinnige Hitler en zijn nazitop eraan verslaafd waren.

Maar reeds de farao's kenden opium en Cleopatra pleegde zelfmoord met een overdosis ervan: dictators en drugs, het zijn kennelijk twee handen op een buik. En laten we nu de criminele rij maar vervolledigen: godsdienst, drugs, grootheidswaanzin, dictatuur, slavernij, moordpartijen en geld. (°) En wat te denken van het volgende.

In zijn vierde en vijfde album van Kuifje, respectievelijk De Sigaren van de Farao en De Blauwe Lotus, bracht striptekenaar Hergé de opiumproblematiek aan bod: hij verhaalt hoe iemand onder invloed van het gekmakende vergif radjaïdjah zich indenkt de filosofie van Lao Tse in de praktijk te brengen terwijl hij alleen maar de neiging heeft om voortdurend mensen te onthoofden!


(Wordt vervolgd)

(J.B., 23 augustus 2021)

Verwijzingen:

- Norman Ohler, Drugs in het derde rijk, Uitgeverij Luitingh Sijthoff, 2016.

- https://historiek.net/drugsgebruik-derde-rijk-adolf-hitler/65134/

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Julian_Jaynes

(°) Over de katholieke kerk en drugs, zie: Corona en de heilige zaak – Deel 17: IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger. Zie:

- https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3268188

- Wikipedia.





19-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.N.a.v. de executies in Afghanistan:

-



"Martelaren sterven niet"

            Onthoofdingen

            In het jaar 1096 begonnen in Duitsland christelijke ridders en boeren de Eerste ('Duitse') Kruistocht voor de bevrijding van Jeruzalem – een onderneming waarbij in 1099 ook Tripoli, Antiochië en Odessa op de islamieten werden heroverd. In de godsdienstwaanzin die daarmee gepaard ging, werden in 1096 in Duitsland de joden door de boeren afgeslacht en die jodenvervolging hield ook aan tot vandaag. Zo werden in de vijftiende eeuw veroordeelde joden (door christenen) tussen twee honden ondersteboven aan de galg gehangen om hen tot bekering te dwingen; zij die zich bekeerden, werden losgemaakt, gedoopt en meteen daarop onthoofd. Als waarschuwing aan de bevolking werden de hoofden bij de stadspoort op palen tentoongesteld. De "Ene Heilige Katholieke en Apostolische Kerk" was toen precies duizend jaar in het bezit van de sleutel van de hemelpoort.

           

Onthoofding was tot voor kort de gangbare executiemethode. Een van de beroemdste onthoofdingen uit die tijd is deze van de Engelse humanist Thomas More (1478-1535), een slachtoffer van Hendrik VIII. Deze vorst liet ook twee van zijn zes vrouwen onthoofden, hij maakte jacht op ketters en wilde doorgaan voor heiliger dan de paus. More werd uitgeschakeld omdat hij weigerde de koning te erkennen als hoofd van de Kerk van Engeland – een zelfverklaard 'pausschap' dat het de souverein immers mogelijk maakte om eigenhandig zijn huwelijk met Catharina nietig te verklaren.


In het katholicisme kent men de onthoofde martelaren, te beginnen met de apostel Paulus onder Nero (54-68), en een van de bekendste in de eerste eeuwen is de heilige Dionysius, de eerste bisschop van Lutetia (het huidige Parijs) naar wie een geïndustrialiseerde maar nu verpauperde Parijse voorstad werd genoemd, vandaag bekend van de terreuraanslagen van 13 november 2015: de derde-eeuwse martelaar werd onthoofd op de Montmartre en zou dan met zijn afgehakte hoofd onder de arm te voet naar het huidige Saint-Denis getrokken zijn alwaar hij tenslotte dood neerviel en werd begraven. 'Montmartre' is afgeleid van ofwel Mont Martis – 'heuvel gewijd aan de heidense oorlogsgod Mars' – ofwel le mont du martyr – 'heuvel van de martelaar'.

           

Kenneth Baxter Wolf beschrijft in zijn Christian Martyrs in Muslim Spain hoe tussen 850 en 859 in het islamitische Al-Andalus (Andalusië in Zuid-Spanje) achtenveertig christenen werden onthoofd – de zogenaamde martelaren van Cordoba – omdat zij de islam zouden hebben beledigd. Een gelijkaardige historie speelde zich af op 14 augustus 1480 op de Minerva-heuvel in Otranto in Zuid-Italië: daar werden op bevel van Ottomaan Gedik Ahmed Pasja achthonderd christenen onthoofd omdat ze weigerden zich tot de islam te bekeren.

            Islamitische Staat onthoofdde onder meer op 15 februari 2015 eenentwintig koptische christenen in Libië maar bij de intocht van de wrede Mongolen met aanvoerder Timur Leng (1370-1405) werden maar eventjes zeventien miljoen slachtoffers gemaakt – veelal voor de constructie van piramides van mensenhoofden. De genoemde terreuraanslagen in Parijs eisten honderddertig mensenlevens maar ten tijde van de Franse Revolutie (1789-1799) rolden in deze stad maar liefst veertigduizend koppen door de guillotine waarmee de onthoofding op industriële schaal werd toegepast. De daders van die massamoord waren geen godsdienstfanaten maar atheïsten in het spoor van de zogenaamde verlichte geesten met in hun vaandel het voor de huidige vluchtelingen in Calais wel bijzonder hypocriet klinkende tripel: liberté, égalité, fraternité!

           

A propos, de schuine stand van het guillotinemes kwam er naar men zegt op voorstel van de amateur-mechanieker Lodewijk XVI die de efficiëntie ervan aan de lijve mocht ondervinden.

           

Nog recenter – in 1934 – kwam het eerste nazi-slachtoffer, de Nederlandse communist Marinus van der Lubbe, door onthoofding om nadat hij beschuldigd werd van het in brand steken van het Duitse parlementsgebouw het jaar voordien – Willem Elsschot maakte een gedicht over de held en Bertolt Brecht voerde hem (onder de naam Fish) op in een toneelstuk. De laatste westerse executie door onthoofding viel in 1977 in Marseille de gangster Hamida Djandoubi te beurt.

           

Het buskruit bestond al sinds de negende eeuw in China maar pas na de invoering ervan in de veertiende eeuw in Duitsland kwamen de voorontwerpen van de vuurwapens: in de zestiende eeuw waren er de (onhandelbare en op een vork steunende) musketten, later de bajonetten, pas in de negentiende eeuw kwamen de geweren. Vandaag zijn er de massavernietigingswapens waaronder de atoombommen en de chemische en biologische wapens. Hoe dan ook moest men zich ten tijde van de profeet Mohammed – in de zevende eeuw – nog behelpen met het mes en men begrijpt alras hoe een letterlijke interpretatie van oude voorschriften het schavot van destijds in leven heeft gehouden.

            'Iets om voor te sterven'

            ­Human beings always need something to live for; more than that, they need something to die for – aldus parafraseert bijvoorbeeld Amy Mantravadi (in: The inevitability of religion) de nogal ondoordachte mening van menig katholiek hedendaags theoloog, namelijk de overtuiging dat de mensen iets nodig hebben om hun leven voor te geven!

           

Het ondergeschikt achten van de menselijke persoon aan het grotere geheel waarvoor iemand leeft en werkt en desnoods ook zijn leven wil of moet opofferen, kennen wij niet alleen als de zogenaamde vaderlandsliefde welke vooral in oorlogstijd gepropageerd wordt of van communistische en andere ideologieën die het belang van de enkeling ondergeschikt maken aan dat van de staat: de Franse katholieke theoloog Pierre Teilhard de Chardin richtte er zijn hele denken op om aan te tonen dat het de ultieme zin is van het ganse evolutionaire proces om te komen tot een (vrijwillige) onderwerping van de enkeling aan de gemeenschap, waarbij aldus de enkeling of de mens zou worden omgezet in de godmens, Christus, de sluitsteen van de evolutie.

           

Uit de dode stof is het leven voortgekomen – biogenese – en uit het leven kwam de mens voort – antropogenese. De menselijke hersenen ontwikkelden – cefalisatie – maar hebben intussen opgehouden met groeien want ze hebben hun limiet bereikt: nu reeds moet een kind een jaar te vroeg geboren worden omdat een volgroeid mensenhoofd te groot geworden is voor een normale geboorte. Edoch, de evolutie houdt niet op, zo betoogt Teilhard, en de oplossing voor een verdere groei ligt in een 'samensmelting' van de vele mensenhoofden, elk gespecialiseerd in een eigen taak: de zogenaamde sociogenese of de intermenselijke samenwerking – en zijn het internet of, meer algemeen, de explosie van de massacommunicatiemedia dan geen recent symptoom daarvan? Het menselijke individu ruimt plaats voor een mensheid die als kerk met god zelf wordt geïdentificeerd: het mystieke lichaam van de godmens. Edoch, zo mooi als dergelijke theorieën klinken, zo gevaarlijk zijn ze ook...

            De nazi's en het mystiek lichaam: theorie en praktijk

           

Pius XII is berucht omdat hij zich nooit uitsprak tegen de jodenvervolging voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog en, zo mogelijk nog erger, omdat na de oorlog zijn vertrouwelingen via de zogenaamde 'Rattenlijn' nazibeulen van valse papieren voorzagen om hen aldus veilig naar Zuid-Amerika te helpen ontsnappen. Onder hen waren Josef Mengele, 'Todesengel' genoemd vanwege zijn afschuwelijke experimenten op kinderen in Auschwitz, overleden in 1979 in Brazilië als abortusspecialist Wolfgang Gerhard, en Klaus Barbie, overleden in 1991, bijgenaamd 'de slachter van Lyon', die als Klaus Altmann in La Paz nog tot 1982 ongestoord kon doorgaan met martelen als ondervragingsexpert in dienst van de Boliviaanse dictators. Uitgerekend deze zogenaamde 'oorlogspaus' schreef in 1943 een encycliek getiteld Mystici Corporis Christi (voortaan afgekort als MCC) en met als ondertitel: Over het mystieke lichaam van Christus en over de vereniging die wij daarin bezitten met Christus.

            In het evangelie van Johannes 3,16 staat te lezen: God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, en ziedaar de verantwoording voor het zich inmengen van de Kerk in de wereldpolitiek. Kol.1,18 noemt Christus het hoofd van de Kerk, de gelovigen zijn de ledematen (Rom. 12,4) en Rom.12,5 zegt: wij vormen in Christus met velen één lichaam. De levengevende organen van dat lichaam zijn de sacramenten (MCC, 18). De gelovigen ontvangen met de Hostie, in Joh. 6,35: 'het brood des levens' genoemd, het ware Lichaam van Christus, dat hen verenigt met het mystieke Lichaam van Christus – de Kerk. Die Kerk is eerst strijdend (de gelovigen), dan louterend of lijdend (de martelaren) en tenslotte triomferend (de heiligen).

            De theorie klinkt mooi, de praktijk is anders en ook de schrijver van deze encycliek kan zich niet onttrekken aan de kerkleer: in nummer 1397 van de Katechismus wordt gesteld dat men de Hostie niet in waarheid kan ontvangen als men niet eerst Christus herkent in de armen en de onderdrukten.

            Tenslotte is deze mooie theorie niet ongevaarlijk: de zichtbare Kerk en haar derhalve wereldse lichaam dat zich moet inlaten met de verdrukten, laat zich willens nillens in met politiek, met wereldse macht en zo betreedt zij het territorium van de duivel. Immers, toen deze laatste Jezus meenam naar een hoge berg en Hem in ruil voor een knieval de wereld aanbood, sloeg Jezus weliswaar het aanbod af maar Hij ontkende allerminst dat de wereld in het bezit is van de duivel.

            God en de wereld

            Doorheen de hele geschiedenis hebben theocratieën bestaan waarbij koningen zich beroepen op de goddelijke oorsprong van hun macht, zoals ook de paus zich beroept op de goddelijke aanstelling van Petrus. De Egyptische farao's, de koningen van Israël, de koningen in China vanaf de Yuan-dynastie in 1279 tot 1911, de koningen van Japan die pas in 1946 hun goddelijke status prijsgaven, de keizerrijken welke het kerkelijk en wereldlijk gezag verenigen zoals het Heilig Roomse Rijk (962-1806) en het Duitse Keizerrijk (1871-1918). In Saoedi-Arabië heerst God zelf die immers zijn wet oplegt met de sharia en met de goddelijke rechtspraak of de Fikh. Het kalifaat is een staat met aan het hoofd een kalief, die zijn macht rechtstreeks van Mohammed heeft geërfd – ofschoon dit in werkelijkheid allang niet meer het geval is. Er hebben verschillende kalifaten bestaan en ook tegenkalifaten, totdat in 1924 Mustafa Kemal Atatürk het kalifaat afschafte in de Turkse Nationale Vergadering waarbij de Turkse republiek werd gesticht met een scheiding tussen kerk en staat.

            Het kalifaat

            Edoch, na W.O.II poogden fundamentalisten het kalifaat her op te richten, wat het geval was met Al Qaida en I.S., aanvankelijk een heilige oorlog of jihad tegen de Amerikanen en hun bondgenoten in Irak. In 2014 werd het kalifaat uitgeroepen op drie plekken: in Syrië/Irak (I.S.), in Gwoza, Nigeria (Boko Haram) en in Derna, Libië (Ansar al-Sharia), met vandaag meer dan tien miljoen onderdanen en zowat één op de vijf vluchtelingen die nu naar Europa komen, zijn voor het kalifaat gevlucht.

            Het kalifaat mikt op het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Spanje, Turkije en de Balkan en kan nu ook al rekenen op sympathisanten in verwante groepen in de Sinaï in Egypte, de Gazastrook, Algerije, Marokko, Pakistan, Indonesië, Libanon, Jordanië en de Filipijnen. In het kalifaat moeten alle niet-moslims een belasting betalen om in leven te mogen blijven. Maar hoe is het ooit kunnen komen tot de onvoorstelbare terreur en wreedheid van de Islamitische Staat?

            Van Abu Ghraib naar I.S.

            Aanvankelijk zouden Saoedi-Arabië en de V.S. opstandelingen in Syrië hebben gesteund om samen met hen het communistische regime van Assad omver te werpen maar zij verloren hun greep op hen: de strijders scheurden zich los en gaven gehoor aan ene Abu Bakr al-Baghdadi die imam was tijdens de Amerikaanse inval in Irak. De wereld zal zich de zaak van de grove mensenrechtenschendingen door de Amerikanen op gevangenen van de Abu Ghraib gevangenis in Irak nog lang herinneren. Welnu, Abu Ghraib werd gesloten en de gevangenen werden overgebracht naar Camp Bucca waar twintigduizend Iraakse gevangenen verbleven, onder wie Abu Bakr al-Baghdadi, die er vier jaar vast zat. Hij stichtte I.S. en kennelijk steekt hij nu zijn Amerikaanse beulen van destijds naar de kroon. Hij riep zichzelf uit tot kalief Ibrahim, bijgenaamd "onzichtbare sjeik": er staat tien miljoen dollar op zijn hoofd. Ziedaar, hoe het onbegrijpelijke vanzelfsprekend wordt.

            In feite is de wrede kalief een heruitgave van Osama Bin Laden die, lange tijd gesteund door Amerika, samen met de Afghaanse moedjahedien, oorlog voerde tegen de Sovjet-Unie. Toen Amerika in 1989 die steun opschortte, voelde hij zich verraden. Toen Saddam Hussein van Irak in augustus 1990 Koeweit binnenviel, voelde Saoedi-Arabië zich bedreigd, Bin Laden bood hulp aan maar de Saoedi verkozen Amerikaanse steun en ze pakten Bin Laden op, die in 1992 echter naar Soedan vluchtte waar hij aan landbouw deed en strijders verzamelde waarmee hij in 1995 een mislukte aanslag pleegde op Moebarak van Egypte. In 1996 keerde Bin Laden terug naar Afghanistan, verklaarde er de oorlog aan de Amerikaanse bezetter, steunde ook in Algerije en Egypte jihadstrijders en pleegde in 1998 aanslagen op twee Amerikaanse ambassades, waarna er 27 miljoen dollar op zijn hoofd werd gezet. Hij werd als dader aangewezen voor de aanslagen van 11 september 2001. Tien jaar later werd hij in Pakistan door Amerikanen gevonden en omgebracht. 

            Andermaal een jammerlijke middel-doelomkering

            Het mystieke Lichaam van Christus, de keizerrijken, het kalifaat en de hier nog niet vermelde communistische blokken die onder Stalin en Mao voor het heil van de staat het leven van miljoenen eigen burgers opofferden: het zijn voorbeelden van ideologieën over helden die in wezen slaven zijn, enkelingen die zich lijken weg te cijferen uit liefde voor hun vaderland of voor hun god terwijl zij in feite geen alternatief hebben omdat zij onvrij zijn – fysiek gevangen ofwel geïndoctrineerd. En zo mooi als deze ideologieën klinken, zo gevaarlijk zijn ze ook en dat blijkt heden uit de wreedheden begaan door 'gelovigen' die quasi machinaal de opdrachten uitvoeren waarmee zij kennelijk worden belast door de potentaten die hen hersenspoelden met die mooie idee van het goddelijke superorganisme dat zij dienen in ruil voor hun eigen onsterfelijkheid.

            Een schromelijke vergissing, omdat het bewustzijn zich uitsluitend situeert bij het individu – in casu in de menselijke persoon. Een persoon behoeft weliswaar anderen en dus een gemeenschap om mee te communiceren en om zich bewust te worden en aldus persoon te kunnen zijn, maar die gemeenschap zelf mist elke vorm van bewustzijn, is louter instrumenteel en dankt haar bestaan uitsluitend aan haar menselijke leden, zoals ook alle andere menselijke gebruiksvoorwerpen hun wezen ontlenen aan hun nut voor ons. Er is een hemelsbreed verschil tussen, enerzijds, de maatschappij waarin wij elk een eigen maar verwisselbare functie uitoefenen en, anderzijds, de medemens of de naaste die uniek en onvervangbaar is. Niet de enkelingen horen machinaal te handelen: zij zijn goddelijk, zij zijn een doel op zich en de staat is de machine of het instrument. Blijkbaar manifesteert zich hier een zoveelste verschrikkelijke middel-doelomkering.

            (Jan Bauwens, 30 november 2015)

            Verwijzingen:

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Antisemitisme

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Guillotine

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste_Kruistocht

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Onthoofding

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Thomas_More

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik_VIII_van_Engeland

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Buskruit

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Vuurwapen

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Franse_Revolutie

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Marinus_van_der_Lubbe

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Timoer_Lenk

            http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=433&id=1875

            http://amymantravadi.com/2013/08/25/the-inevitability-of-religion/

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Religie

            http://www.bloggen.be/hetgoedezoeken/archief.php?ID=30

            http://www.bloggen.be/ludonoens/archief.php?ID=2814903

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Pius_XII            

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Montmartre

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Saint-Denis_(Seine-Saint-Denis)

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Martelaren_van_C%C3%B3rdoba

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Franse_Revolutie

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Verlichting_(stroming)

            http://libro.uca.edu/martyrs/martyrs.htm

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Onthoofding_van_21_koptische_christenen_in_Libi%C3%AB

            http://www.hln.be/hln/nl/1275/Islam/article/detail/1630206/2013/05/10/Paus-verklaart-800-martelaars-heilig-die-zich-weigerden-tot-islam-te-bekeren.dhtml

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Josef_Mengele

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Klaus_Barbie

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Pius_XII

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Lichaam_van_Christus

            http://www.ecclesiadei.nl/docs/notre-dame-de-chretiente-5.html

            http://www.eucharistie.nl/vraag14.htm

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Theocratie

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Farao

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Yuan-dynastie

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Duitse_Keizerrijk

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Heilige_Roomse_Rijk

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Theocratie

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Jurisprudentie

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Sharia

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Kalifaat

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Islamitische_Staat_(in_Irak_en_de_Levant)

            https://nl.wikipedia.org/wiki/Abu_Bakr_al-Baghdadi

            http://nos.nl/artikel/664754-de-mysterieuze-leider-van-isis.html

https://en.wikipedia.org/wiki/Camp_Bucca

https://en.wikipedia.org/wiki/Abu_Ghraib_torture_and_prisoner_abuse

https://nl.wikipedia.org/wiki/Osama_bin_Laden






































17-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een interview met Omsk Van Togenbirger over aanstaande historische gebeurtenissen

Een interview met Omsk Van Togenbirger over aanstaande historische gebeurtenissen

- OVT (fluisterend): Maar... hoe ben je hier naar binnen geraakt!? Je ging je toch niet laten vaccineren!? Je hebt toch geen vervalst pasje... dat kost een fortuin!?

- Ordinaire omkoping, mijn beste!

- OVT: Hemeltje...

- Het gesticht is zo corrupt als de pandemie!

- Daar zeg je me wat... Maar goed, je bent hier geraakt, en dat is het belangrijkste, want ik heb een en ander te zeggen en doe ik het nu niet, dan komt het er wellicht nooit meer van. Wat ik ga vertellen is de waarheid maar ik vermoed dat ik dit geheel veilig kan doen, ik ben immers ongeloofwaardig verklaard...

- Ik zou zeggen: ga uw gang, Omsk Van Togenbirger, want de tijd raast snel voorbij!

- OVT: Wel, vooraf moet ik zeggen dat ik twijfel aan de zin van deze hele opzet... en niet alleen omwille van het feit dat dit bij voorbaat als gekkenpraat zal worden verstaan.

- Waarom doe je het dan?

- OVT: Ergens dwingt de waarheid ons om hem uit te spreken, het moet een natuurwet zijn, ik denk dat er geen ontkomen aan is...

- Zullen we dan van start gaan?

- OVT: Goed... maar verschiet niet als ik wat ongeordend overkom, ik kan het onmogelijk allemaal netjes op een rijtje krijgen, het is teveel en ik ben moe, mijn gezondheid gaat fel achteruit... Maar het heeft allemaal geen belang meer...

- We houden er rekening mee, doe maar rustig aan...

- OVT: Ja, rust... is rust nog mogelijk, denk je? Ha, rust... behoort zeer zeker voorgoed tot het verleden nu... Waar is de tijd! Het komt nooit meer terug, nooit meer... Heb je gelezen dat de Taliban in China ontvangen werden met de rode loper, een week of twee geleden?

- Heb ik van gehoord, ja...

- OVT: Met de rode loper dus... ha! Je weet ook dat professor Montagnier van bij de aanvang van de pandemie het virus heeft ontleed en onmiddellijk heeft vastgesteld en ook verkondigd in de media dat het om een door mensen gemaakt virus gaat?

- Ja, dat weet ik en dat geloof ik ook: Montagnier won een Nobelprijs, hij identificeerde het virus dat HIV veroorzaakt, hij zegde ook dat twee fragmenten van HIV op Covid-19 geplakt zitten...

- OVT: Je weet ook dat de week na de instorting van de Twin Towers antrax-brieven in de bus vielen bij vooraanstaande Amerikanen?

- Inderdaad.

- OVT: En las je ook die tekst van de FBI waarin gewaarschuwd wordt dat IS op zoek is naar iets zoals antrax maar dan iets dat veel meer mensen ineens kan besmetten?

- Ja, die tekst werd op het internet gepubliceerd, er stond ook een voorbeeld bij dat het coronavirus exact lijkt aan te kondigen...

- OVT: Merkte je ook dat IS geen aanslagen meer pleegde vanaf het ogenblik dat de pandemie begon?

- Dat was me niet zo direct opgevallen maar nu je het zegt... Bedoel je dat corona een aanslag van IS is?

- OVT: Hoeveel mensen hebben niet gewaarschuwd dat zij naar de biowapens zouden grijpen! Vond je het ook niet een beetje vreemd dat de Chinezen gegevens omtrent de oorsprong van het virus in Wuhan heel lang verzwegen hebben?

- Ja, en intussen is men erachter gekomen dat het virus gemaakt werd in een lab...

- OVT: Zie je ook wat er nu gaande is in Afghanistan?

- Wat bedoel je?

- OVT: Twee zaken die niet te rijmen vallen zonder een ultieme en verschrikkelijke verklaring.

- Zeg eens...

- OVT: De Amerikaanse troepen trekken zich terug, alle ambassades gaan dicht, de buitenlanders vluchten er weg en wat betreft het Afgaanse volk: wie de middelen heeft, tracht zich nog heel snel uit de voeten te maken nu.

- En de tweede zaak?

- OVT: De volstrekt absurdistische beloften van de Taliban: zij zouden de vrouwen plotseling toestaan om onderwijs te volgen en hun verder alle rechten toekennen, er zal geen wraak genomen worden en... de vrouwen mogen zelfs mee regeren met de Taliban!

- Dat is inderdaad heel vreemd...

- OVT: Dat betekent, mijn beste, dat zelfs de Taliban, die zeggen te geloven dat hun jihad, als zij er het leven bij inschieten, zal beloond worden met honderdtwintig maagden in het hiernamaals... bang worden. Mijn beste: ze werden gewaarschuwd dat het ernst is nu!

- Bedoel je dan dat men van plan is...

- OVT: Punt één op de agenda van alle wereldleiders, herinner u, was het verslaan van het terreurnetwerk dat in het hart van alle metropolen ter wereld diepe wonden heeft geslagen en dat nu met biowapens de hele wereld in haar greep kreeg.

- Dat werd ons niet verteld...

- OVT: Ware dat verstandig geweest, denk je?

- Wellicht niet... Maar bedoel je dan dat je denkt dat men Afghanistan zal aanvallen?

- OVT: Ha, mijn beste! Vertel mij eens welk land nog nooit werd aangevallen? Is het zo erg dat een land wordt aangevallen? Heel wat landen die helemaal niets mispeuterd hebben, werden aangevallen, soms werd de voltallige bevolking van die brave landen volledig uitgeroeid, ik kan er onmiddellijk enkele opsommen. En dan zou men Afghanistan, uitgerekend Afghanistan, de thuishaven van wie het plannen de hele wereld naar de verdoemenis te helpen... wat zeg ik? Plannen? Ze hebben dat plan al bijna helemaal uitgevoerd! Mijn beste: waarom zou men Afghanistan, uitgerekend Afghanistan, sparen?

- Omsk Van Togenbirger, je maakt mij bang.

- OVT: Met recht en reden ben je bang, mijn beste, en ik denk dat ik ook weet waarom je bang bent. Het is inderdaad niet geheel risicoloos om een land met nucleaire wapens voorgoed van de kaart te vegen.

- Je denkt dat ze atoomwapens gaan inzetten?

- OVT: De Taliban zijn ongetwijfeld goed geïnformeerd, mijn beste: wie zomaar mensen het hoofd afhakken, torens laten instorten in New York, de metro en de luchthaven in de Europese hoofdstad bombarderen en noem maar op, om dan tenslotte de hele wereldbevolking met AIDS te besmetten... wie dat doen, die kunnen krijgen wat ze maar wensen... totdat wij degenen zijn die niets meer te verliezen hebben, begrijp je?

- Ja, ik ben bang.

- OVT: Dan heb je het begrepen. Ik ga er niets meer over zeggen nu. Dit zijn de puzzelstukjes en het is niet eens moeilijk om de puzzel te leggen, hij past zó in elkaar, het is zelfs moeilijk, ik zou haast zeggen onmogelijk, om hem verkeerd te leggen. En ga nu gauw terug naar huis, mijn beste, en geniet nog een beetje van je leven in deze mooie wereld want het is weliswaar een gek die dit vertelt maar het is allemaal bijna voorgoed gedaan. Ga nu en tracht te vergeten wat ik gezegd heb! Ga, zeg ik: haast je! Maak dat je weg komt!!

(J.B., 17 augustus 2021)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gevaar van exclusie (van ongevaccineerden) - Aflevering 2: Trots en schaamte: wij en zij

Het gevaar van exclusie (van ongevaccineerden)

Aflevering 2: Trots en schaamte: wij en zij

De verminking ingevolge lepra zorgt voor een natuurlijke schandvlek terwijl aangebrachte stigmata verborgen ziekten kunnen verraden maar mensen ook geheel onterecht kunnen brandmerken of verstoten, een bedrijvigheid waarin religies uitblinken omdat zij zo sterk verwant is met de toverij: de kunst van het manipuleren van de werkelijkheid middels bijvoorbeeld stigmatisering, vooral gangbaar in de vorm van achterklap, waarvan wij de nefaste werking kennen vanuit het historisch voorbeeld van de heksen van Salem dat ook heden talloze toepassingen kent.

Men schaamt zich voor de gestigmatiseerde, wat betekent dat men zich niet met hem of haar in het openbaar wil vertonen uit vrees voor schande (door associatie), uiteraard gevolgd door de eigen brandmerking en verbanning. Niet voor niets definieert de hedendaagse theologie de hel als de toestand van absolute verlatenheid en het is ook die verlatenheid welke volgens Hannah Arendt (in: The Origins of Totalitarianism, 1951) maakt dat verstotenen zichzelf van hun verstoters verwijderen - in het extreme geval middels zelfmoord zoals wellicht bij Primo Lévi (1919-1987), bekend van zijn werk over Auschwitz: Se questo è un uomo - Als dit een mens is. (1947) Hedendaags onderzoek laat er verder geen twijfel over bestaan dat verstoting hersenprocessen verstoort waardoor kanker ontstaat. (°)

Als reeds over vaccinatie als zodanig de meningen onder de medici zelf verdeeld zijn, onder meer naar aanleiding van het resulteren van massavaccinaties in resistente varianten, dan is verdeeldheid uiteraard terecht inzake de ontegenzeggelijk overhaaste vaccinatie naar aanleiding van de actuele pandemie waarbij in strijd met alle regels het mensdom zelf gedwongen proefkonijn werd. De aperte manipulaties door overheden die inzake corruptie lang niet meer aan hun proefstuk toe zijn, is daarbij olie op het vuur. Als dan bovendien figuren met een Napoleoncomplex de media misbruiken om als oplossing te gaan propageren dat men het de vaccinatieweigeraars nu zo moeilijk mogelijk moet maken, is het hek helemaal van de dam.

De vaccinweigeraars dwarsbomen weliswaar de plannen van de farmareuzen maar hun keuze tegen vaccinatie kan niet worden beschouwd als irrationeel, psychotisch of immoreel: waar hen het leven wordt bemoeilijkt, is heel terecht sprake van discriminatie en zij worden gediscrimineerd omdat men hen nu eenmaal niet rechtstreeks of op legale wijze van hun keuzevrijheid kan beroven. De machthebbers etaleren hun doortraptheid in het feit dat zij, enerzijds, de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van de vaccinatie aan de burgers overlaten die, meestal hun medische lekenstatus ten spijt, de vrije keuze krijgen over het al dan niet gebruik maken van de ingreep terwijl tegelijk, anderzijds, de potentaten aan de burgers deze vrijheid misgunnen door wie er gebruik van maken zoveel mogelijk uit te sluiten van participatie aan het maatschappelijke leven.

De maatschappij polariseert en correcter gesteld: zij her-polariseert. Voortaan is er een sociale opdeling in gevaccineerden en vaccinweigeraars en deze nieuwe polen plaatsen alle oude tegenstellingen in hun schaduw: links en rechts, progressief en conservatief, gelovig en ongelovig - het heeft allemaal niets meer te betekenen in het licht van de nieuwe rituelen, waarbij het hedendaagse doopsel vaccinatie heet, waarbij zonde vervangen werd door ziekte en waarbij de nieuwe clerus, de orde is van de geneesheren.

Vaccinweigeraars zijn de nieuwe dienstweigeraars die vooralsnog geen beroep kunnen doen op het statuut van gewetensbezwaarde terwijl beide groepen zich kenmerken door resistentie voor autoriteit, wat samenvalt met zelfbeschikking in de betekenis van het verlenen van voorrang aan het persoonlijke geweten of het eigen oordeelsvermogen. Zij worden weggezet als asociaal terwijl zij ervan overtuigd zijn te gehoorzamen aan hogere wetten (of althans wetten welke niet besmet zijn door de ontmenselijkende wetten van de kapitalistische economie) waarvoor de potentaten en de door hen bespeelde massa ongevoelig blijken. Het schandaal bestaat er volgens de verzetslui in dat zij geschandaliseerd worden die de oorlog verwerpen en de vernietiging van de mens terwijl die hogere ethiek haar aanhangers gestraft ziet met sociale uitsluiting of verbanning.

Onder de nazi's in Duitsland werden de joden onterecht van allerlei onheil beschuldigd: zij werden onbestraft en op den duur zelfs openlijk door het regime zelf 'ratten' genoemd en 'ongedierte'. Het verwijt 'ongedierte' aan het adres van de joden maakte een associatie tussen die twee en resulteerde in de demonisering van een heel volk, wat ertoe leidde dat de bevestiging "ik ben jood" op den duur ging klinken als een bekentenis: "ik ben ongedierte", "ik ben schuldig", "ik schaam mij" - en van fierheid is dan uiteraard geen spoor meer te bekennen.

Gelijkaardig verloopt de betovering van de massa door de terreur van religies. Nog niet zo lang geleden werden ook in onze streken vrouwen herleid tot broedmachines wiens heilige plicht het was om bij de haard te blijven en daar zoveel mogelijk kinderen te kweken en de dorpspastoor zag er op toe dat dit ook gebeurde. De bevestiging dat men een kinderloos huwelijk had, klonk ingevolge de religieuze terreur en indoctrinatie als een bekentenis van plichtsverzuim. Vrouwen die antwoordden dat zij geen moeder waren, leken daarmee te bekennen dat zij leden aan een zekere vorm van onmenselijkheid. In het licht van een door het katholicisme opgelegde wereldorde, leken mensen die verklaarden niet in het bestaan van een god te geloven, te bekennen dat zij het verdienden om eeuwig te zullen branden in de hel: het was de godsdienstterreur die de realiteit verwisselde voor deze leugenachtige perceptie - toverij!

Erger nog klinkt ook vandaag nog in veruit de meeste landen ter wereld de bevestiging van de eigen identiteit als homo als een schuldbekentenis, zo niet als een zelfveroordeling. Vooral onder religieuze druk maar ook ingevolge zekere ideologieën en hoe dan ook door de toverij van de inductie onder psychosociale druk van stelselmatige associatieve processen, wordt de homoseksuele geaardheid gelijkgesteld aan misdaad, als zij al niet wettelijk als een misdaad wordt bestempeld zoals dat vandaag het geval is in Ghana. (*) Over de dictator van Tsetsenië wordt beweerd dat hij letterlijk zou jagen op homo's om ze dan in kampen dood te martelen en in landen waar de sharia heerst, wil de wet dat homoseksualiteit met de dood wordt bestraft. Maar ook waar de wetten de vrijheid van homo's moeten waarborgen, blijft meestal feitelijke discriminatie bestaan in de vorm van het door het regime systematisch onbestraft laten van clandestiene vervolging door al dan niet religieus geïnspireerde homohaters. Kortom, ook vandaag nog klinkt de bevestiging "ik ben homo" op veruit de meeste plaatsen ter wereld als een schuldbekentenis welke dan uiteraard met schaamte wordt afgelegd. En vanzelfsprekend zal dan in een wereldomspannend sportgebeuren, zoals bij uitstek de Olympische Spelen, de 'schaamteloze' bevestiging door een kampioen van zijn homo-zijn de betekenis hebben van een moedig verzet tegen de wijdverbreide voortdurende achterstelling, marteling en moord op homo's. Wie van mening zijn dat Tom Daley een irrelevante uitspraak doet waar hij verklaart niet te bezwijken voor terroristen die eisen dat hij zich hoort te schamen voor zijn homo-zijn, miskennen het helaas nog steeds wereldwijd triomferende onrecht ter zake en scharen zich al dan niet bewust aan de verkeerde kant van de geschiedenis zoals men dat vandaag zo elegant verwoordt.

En een gelijkaardige demonisering bedreigt heden de vaccinweigeraars. Van onwettige vrijheidsberoving is sprake waar de wet de consument (niet de patiënt!) moet vrij laten om al dan niet een vaccin te kopen (en er klinkt een valse noot in de verordening die maakt dat vaccins via belastinggelden worden betaald) terwijl die vrijheid gekoppeld wordt aan andere vrijheden waarvan hij dan wél wordt beroofd, zoals de vrijheid om te gaan en staan waar men wil. De vrijheid om zich al dan niet te laten vaccineren is dan een schijnvrijheid, een vrijheid die feitelijk ondermijnd wordt. Dat zekere figuren van wie nochtans verwacht kan worden dat zij in staat zijn om maatschappelijke verantwoordelijkheid te dragen, propageren dat men het de vaccinweigeraars zo moeilijk mogelijk moet maken, etaleert hoe illusoir de onafhankelijkheid wel is die (vermeende) wetenschapslui moet toelaten om verantwoordbare beslissingen te nemen. Echt onhoudbaar wordt de hypocrisie waar ingevolge de georganiseerde pesterijen mensen effectief het verlies van hun job risceren - toestanden welke sinds jaar en dag schering en inslag zijn waar het gaat over bijvoorbeeld migranten, homo's en vrouwen.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 17 augustus 2021)

Verwijzingen:

(°) Zie: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2421945

(*) https://www.cgra.be/sites/default/files/rapporten/coi_focus_ghana_homoseksualiteit_20190701.pdf




15-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prof. Capel: zo beïnvloeden emoties je gezondheid

Prof. Capel: zo beïnvloeden emoties je gezondheid:


14-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prof. Capel, kwantummechanica en corona:

Prof. Capel, kwantummechanica en corona:


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Over de oorsprong van het pianoconcerto voor de linkerhand

Over de oorsprong van het pianoconcerto voor de linkerhand


13-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maurice Ravel, Pianoconcerto voor de linkerhand
Maurice Ravel, Pianoconcerto voor de linkerhand


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BWV1080: die Kunst der Fuge
BWV1080: die Kunst der Fuge

BWV1080: die Kunst der Fuge


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Prof. Capel, coronavaccinatie en die Kunst der Fuge

Prof. Capel, coronavaccinatie en die Kunst der Fuge (BWV 1080)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prof. dr. Pierre Capel - Emeritus Hoogleraar in de Experimentele Immunologie - over het mRNA-vaccin

Prof. dr. Pierre Capel -

Emeritus Hoogleraar in de Experimentele Immunologie -

over het mRNA-vaccin


Over prof. Capel:

https://profs.library.uu.nl/index.php/profrec/getprofdata/202/7/78/0 


11-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Presentatie Dr Kris Gaublomme. Het gevaar met het corona vaccin.

Presentatie Dr Kris Gaublomme.

Het gevaar met het corona vaccin.

KLIK:

https://www.bitchute.com/video/RkMZxeXri6U6/




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het nieuwe geweld en de hypocrisie naar religieus model


Het nieuwe geweld en de hypocrisie naar religieus model

Godsdienstvrijheid is een heel mooi woord, het brengt ons in de waan dat wij te kiezen hebben over wat wij al dan niet geloven en belijden. Helaas doen wanen ons geen goed: eenmaal zij bezit namen van ons verstand, draaien zij ons een rad voor de ogen en zien wij dingen die er niet zijn terwijl de realiteit zich aan ons zicht onttrekt. Amper enkele decennia geleden was men hier vrij om katholiek te zijn: men mocht het zijn, zo luidde het: men was zo vrij dat men het kon belijden. De mensen echter wisten wel beter want onder de voorgewende vrijheid verschool zich een meedogenloze dwingelandij: het mogen was in werkelijkheid een moeten want wie, het geloof ten spijt, de belijdenis verwaarloosde, verloor zijn baan, werd genekt, monddood gemaakt, gedemoniseerd en, in nog vroegere tijden, ook letterlijk verbrand.

Godsdienstvrijheid was een waan welke althans hier te lande behoort tot het verleden en wel omdat zij nu door een andere waan vervangen werd: de zogenaamde vaccinatievrijheid. Want zoals men zich destijds helemaal niet hoefde te laten dopen, zo dwingt niemand ons heden met geweld om ons een prik te laten zetten. Maar niemand kan ook ontkennen dat het lot van de niet-gevaccineerden vandaag er even benijdenswaardig uitziet als dat van de ongedoopten van gisteren, en wel omwille van die gelijkenis tussen godsdienst- en vaccinatievrijheid: beide zijn zij een kostelijke waan; beide zogenaamde vrijheden verkappen in feite dwang en geweld.

Precies zoals de ongedoopten toentertijd geen toegang kregen tot de jobs bij instellingen welke toebehoorden aan de kerk (zoals het onderwijs, de hele zorgsector en wegens de verzuilde politiek uiteindelijk alle maatschappelijke activiteiten), zo ook dreigen niet-gevaccineerden vandaag wereldwijd aan de kant te worden gezet. Maar de potentaten trekken zich uit de slag: ze moeten niet klagen, zo luidt het officiële argument, want ze zijn vrij om zich wél te laten vaccineren en bovendien is dat gratis. Ja, waar hebben we die retorieken nog gehoord?

Uw gevangenschap en uw terdoodveroordeling zijn uw eigen keuzes want u bent vrij om zich te onderwerpen! - Het staat letterlijk in het Requierimento uit 1514 van paus Alexander VI waarmee na de inval van Columbus in Amerika in 1492 en de daar op volgende pauselijke 'schenking' van Amerika aan Spanje met de opdracht om de Indianen te kerstenen, deze volkeren werden aangemaand om zich te onderwerpen aan de Spaanse kroon en zich te laten dopen op straffe van gevangenschap en slavernij.

Uiteraard betekenen dergelijke verordeningen voor het volk de vrije keuze tussen slavernij en slavernij: de eerste vorm heet slavernij uit vrije keuze, de tweede is de waan van vrijheid.

Wanneer vandaag de ganse wereldbevolking door de huidige leugenachtige machthebbers voor exact dezelfde keuze wordt gesteld, ontvangt het mensdom in feite zijn welverdiende loon.

Worden immers vluchtelingen die illegaal ver van hun door oorlog verwoeste thuisland als slaven aan de kost moeten komen niet met exact hetzelfde dilemma geconfronteerd? En worden de uitvoerders van deze executie door de sluwe potentaten dan niet gerecruteerd uit hun eigenste middens, zoals destijds door de nazi's ook joden werden uitgelezen om hun volksgenoten om te brengen in aan het oog onttrokken kampen? Is bijvoorbeeld hier te lande de huidige verantwoordelijke voor het asielbelijd niet afkomstig uit dezelfde streek waarheen de nu uitgehongerde slaven teruggedreven worden in de handen van een niets en niemand ontziende taliban?

Maar zeg dan eens: wat is er legaal aan het dulden van illegalen uitsluitend met het oog op het drukken van de prijs van de consumptiegoederen en aldus het vrijwaren van de levensstandaard van de slavendrijvers die deze 'illegalen' aldus eeuwig in de tang wensen te houden?

Het antwoord luidt onmiskenbaar dat die eeuwigheid slechts duurt totdat de vernederden zelf kiezen voor de dood en wee de dag die aanbreekt want alleen volslagen blinden kunnen niet zien dat dit het eerstvolgende punt is op de agenda van onze intrieste wereldhistoriek.

(J.B., 11 augustus 2021)





09-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ereschavot als tribunaal

Het ereschavot als tribunaal

Sommigen geloven het misplaatst én discriminerend te mogen noemen wanneer een winnend Olympisch atleet verklaart er fier op te zijn dat hij homo is. Hierbij weten zij andermans woorden zo weer te geven dat het lijkt alsof beweerd werd dat het homo-zijn als zodanig de reden voor de fierheid is. Seksuele geaardheid is irrelevant met betrekking tot sportieve prestatie, zo klinkt het. Trouwens evenals geslacht en huidskleur en een niet op te sommen aantal andere zaken.

Die mening lijkt onschuldig, ware het niet dat dergelijke subtiele verdraaiingen en simplificaties ingegeven worden door een racisme dat zij zodoende nog aanwakkeren. Vooreerst omdat zij een bijzonder selectieve verontwaardiging (en derhalve een discriminatie) verraden maar ook en niet in het minst omdat zij een barbaars negationisme verkappen.

Wat betreft de selectieve verontwaardiging, kan meteen de tegenvraag worden opgeworpen waarom na elke kamp een nationale hymne de wereld rondgebazuind hoeft te worden. Is er een andere reden denkbaar dan de fierheid als Belg of als Brit een kamp te hebben gewonnen?

Niemand immers kan het helpen Belg of Brit te zijn maar meer nog dan dat trainen sommigen zich rot in de hoop dat zij via hun sportieve prestaties bijvoorbeeld de Belgische of de Britse nationaliteit in de wacht kunnen slepen om op die manier een menswaardige toekomst voor hun familie te kunnen verdienen.

De koppeling van de prestatie aan een zekere nationaliteit mag dan al irrelevant zijn op zich: haar onterechte erkenning wordt met recht en rede te baat genomen waar zij het verschil kan maken tussen leven en dood.

Een gelijkaardige strijd om menselijke waardigheid en erkenning wordt uiteraard gevoerd door mensen die het slachtoffer zijn van alle vormen van achterstelling, waaronder achterstelling op grond van ras, geslacht en geaardheid. En zo zijn we meteen beland bij het verkapte negationisme dat discriminatie als zodanig negeert: het is helemaal niet irrelevant om de irrelevantie van de feitelijke discriminatie op grond van ras, geslacht of geaardheid aan de kaak te stellen.

De kaak is de schandpaal of het schavot en, in een meer beschaafde vorm welke de criticus toelaat te ontkomen aan de nabootsing van zijn geweldenaar: het ereschavot. In fierheid schuilen recht en terechtwijzing, vraag het maar aan Jesse Owens. Die het schoentje past, trekke het aan.

(J.B., 9 augustus 2021)






04-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Concentratiekamp Europa
Concentratiekamp Europa

Om te lezen, klik op de flap:

Bijlagen:
Concentratiekamp Europa 20968__boek__6462.pdf (801.1 KB)   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gevaar van exclusie (van ongevaccineerden)

Het gevaar van exclusie (van ongevaccineerden)

Lang geleden woedde er een epidemie veroorzaakt door insectenbeten en zij kreeg de naam Picpus, van pique puce, wat wil zeggen: vlobeet. De epidemie Picpus werd op wonderbaarlijke wijze genezen door een geestelijke die zich vestigde in een Parijs kwartier dat dan genoemd werd: rue de Picpus. (1) In die straat vestigde zich ook het moederhuis van de in 1800 gestichte Congregatio Sacrorum Cordium, de missionarissenorde van de zogenaamde picpuspaters. (2)

Nu werden zoals telkenjare ook in 1840 een reeks beroemdheden geboren, onder wie Willem van Oranje Nassau, Emile Zola, Peter Tsjaikovski, Alphonse Daudet, Claude Monet en Jozef De Veuster. (3) Deze laatste, beter bekend als de in 2009 heilig verklaarde picpuspater Damiaan, trok naar de leprakolonie op het eiland Molokaï. Deze geschiedenis wordt op uitnemende wijze verhaald in Molokaï: het eiland der verworpenen van Ludo Noens. (4)

Omdat zij besmettelijk zijn, worden lepralijders sinds oudsher verbannen en dit gebeurt genadeloos daar men vaak vanuit religieuze inspiratie de schuld voor ziekten aan de zondigheid der zieken zelf toeschrijft. Jozef De Veuster gaf aan de lepralijders de menselijke waardigheid terug die hen ontzegd werd krachtens hun verbanning: hij werd zelf leproos en stierf in 1889, het jaar waarin in Parijs de Eiffeltoren werd ingehuldigd die de andere wereldwonderen naar de kroon stak. Het overlijdensjaar van Damiaan van Molokaï was ook het jaar waarin de Moulin Rouge de deuren opende om ze 131 jaar later weer te moeten sluiten voor de 'picpus' die vooralsnog op een volgeling van de heilige Macharius wacht. Die man van duizend jaar geleden was een Armeense bisschop op de vlucht en wegens de verstoting van de vluchtelingen zou dat wachten wel nog heel lang kunnen duren. (5)

Een stigma of schandvlek wordt in het vlees van een veroordeelde gebrand (6) en in geval van lepra is die schandvlek van nature zichtbaar door de verminkingen die zij aanricht. (7) Waar een ziekte zich verbergt, kan een door anderen aangebracht stigma ze alsnog zichtbaar maken en verraadt zij als het ware het gevaar voor contaminatie. Het al dan niet vermeende gevaar, want waar van ziekte al helemaal geen sprake is, kan stigmatisering ervoor zorgen dat mensen verstoten worden alsof zij ziek en besmettelijk waren terwijl zij dat helemaal niet zijn. (7)

Zondaren zijn mensen die een taboe doorbroken hebben; zij pleegden heiligschennis. (8) In de oudheid werden zondaren ingegraven in een put, met het hoofd nog bovengronds om zo door willekeurige toeschouwers veroordeeld en gestenigd te worden. (9) In de middeleeuwen werden beschuldigden aan de schandpaal (de kaak) gebonden, voor iedereen te kijk gezet en met de vinger gewezen, ten prooi aan onbestraft geweld. (10) De gruwelijke praktijk werd herhaald in het nazitijdperk waar van de door het regime verstotenen werd geëist dat ze een specifiek kenteken droegen. De ster van David, de koning der joden, werd de openbaar te bespotten, verplicht op te spelden jodenster die herinnert aan het feest van Christus Koning; zij werd vanaf 23 november 1939 verplicht in Polen en in het ganse Duitse rijk vanaf de leeftijd van zes jaar op 19 september 1941.

Deze stigmatisering werd lange tijd voordien voorafgegaan door de beslissing van paus Innocentius III op het Vierde Lateraans Concilie in 1215, dat joden en Saracenen onderscheiden kledij moesten dragen, wat nadien talloze keren door pausen en koningen herbevestigd werd. Het Heilig Roomse Rijk verplichtte de jodenhoed en ook de Islamieten maakten gebruik van stigmatisering. De afschaffing van die discriminatie volgde pas in de Verlichting welke werd in gang gezet door de Franse Revolutie... om dan onder Hitler opnieuw op te duiken. (11)

Niet alleen joden werden gestigmatiseerd: homo's mochten niet in het openbaar verschijnen zonder roze driehoek; de rode driehoek was voor politieke gevangenen; de zwarte driehoek duidde asocialen aan van allerlei slag; de groene was voor criminelen, de blauwe voor immigranten, de bruine voor zigeuners, de paarse voor Jehova's getuigen, en zo waren er nog vele andere kentekens in voege, naast de nummers getatoeëerd in het vlees van de gevangenen in de concentratiekampen. (12)

Mensen lijden niet onder het alleen-zijn, soms zoeken zij het alleen-zijn op om zich niet alleen te voelen, zo legt Hannah Arendt uit in haar magistrate werk over het totalitarisme: de verlatenheid wordt pas gevoeld in het gezelschap van hen door wie men wordt verstoten. (13) Gettovorming kan door verdrukkers worden opgelegd zoals dat vandaag het geval is waar de verdrukker E.U. miljoenen vluchtelingen, kinderen incluis, in ingehuurde 'privaatgevangenissen' vast zet voor de duur van vele jaren. (14) Maar soms is gettovorming ook een natuurlijk sociaal afweermiddel dat beoogt de pijn van de verstoting enigszins te milderen.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 4 augustus 2021)

Verwijzingen:

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Picpus_(metrostation)

(2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Congregatie_van_de_Heilige_Harten_van_Jezus_en_Maria

(3) https://nl.wikipedia.org/wiki/1840

(4) Zie: Noens, Ludo. Molokaï: het eiland der verworpenen, in: Portulaan, nr. 14, eerste kwartaal 1988.

Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pater_Damiaan

(5) https://nl.wikipedia.org/wiki/1889 ;

https://nl.wikipedia.org/wiki/Eiffeltoren ;

https://nl.wikipedia.org/wiki/Moulin_Rouge_(cabaret) ;

https://fr.wikipedia.org/wiki/Moulin-Rouge ;

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/05/12/moulin-rouge/ ;

https://nl.wikipedia.org/wiki/Macharius

(6) https://nl.wikipedia.org/wiki/Stigma_(schandvlek)

(7) https://nl.wikipedia.org/wiki/Lepra

(8) https://nl.wikipedia.org/wiki/Taboe

(9) https://nl.wikipedia.org/wiki/Steniging

(10) https://nl.wikipedia.org/wiki/Schandpaal

(11) https://nl.wikipedia.org/wiki/Jodenster ;

(12) https://nl.wikipedia.org/wiki/Merktekens_in_Duitse_concentratiekampen

(13) Zie: Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door
Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk:
Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk
samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld:
The Decline of
the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(14) Zie: J. Bauwens, Concentratiekamp Europa:

http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208113937.pdf







03-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schimmels (aflevering 3)

Schimmels (aflevering 3)

Bepaalde microben in het lichaam zijn niet alleen normaal, ze zijn ook goed voor de gezondheid en niet alleen omdat ze het immuunsysteem trainen maar ook in die zin dat ze ons beschermen tegen meer schadelijke microben van wie deze mee-eters immers de stoel bezet houden. Het ministerie van volksgezondheid waarschuwt er in dit kader zelfs voor om het gebruik van antibiotica te beperken of zo mogelijk te vermijden. (1)

Antibiotica doden weliswaar bacteriën maar de keerzijde van dit verhaal bestaat erin dat aldus zitplaatsen vrijkomen voor superbacteriën, met andere woorden: mutanten van microben waartegen geen antibiotica meer helpen omdat zij resistent geworden zijn. Soms is het dus beter om de relatief onschadelijke bacteriën te laten zitten, hen niet met antibiotica te verjagen en zodoende te vermijden dat hun plek wordt ingenomen door micro-organismen tegen welke geen kruid meer gewassen is. Vooral bij longontstekingen zou men zien dat de overlijdens veelal volgen kort nadat antibiotica werden toegediend, al is het bijzonder moeilijk om te bepalen welke factor daar de doorslag geeft.

Superbacteriën worden ook ziekenhuisbacteriën genoemd omdat ze vooral floreren waar veel antibiotica worden gebruikt: het zijn eigenlijk mutanten die immuun geworden zijn voor elke bestaande bestrijdingsvorm. De kans dat die mutanten opduiken wordt ook groter naarmate de microben in kwestie feller worden bestreden, met name middels vaccinatie. (2)

Men kan ze misschien wel vergelijken met inbrekers die eenmaal men hen gewapenderhand gaat bestrijden, zich voortaan zelf niet langer ongewapend naar de plek van de misdaad begeven. De maatschappij bestrijdt inbraak en diefstal middels sociale wetten die honger helpen te voorkomen en op een gelijkaardige manier worden microben ook vriendelijker als men hen niet al te zeer schuwt: vandaag raden medici ouders aan hun kinderen vaker buiten in het zand te laten spelen teneinde te bekomen dat hun afweersysteem verbetert, wat betekent dat voor hen alvast bepaalde microben niet langer ziekteverwekkers zullen zijn.

En dan is er nog de kritiek van dr. Suzanne Humphries die de vaccinatie als zodanig in vraag stelt. Zij onderzocht de vaccinatie van pokken en zag dat in het Engelse Lester het aantal sterfgevallen ingevolge pokken hoog bleef ondanks het feit dat daar duchtig gevaccineerd werd. Ondanks alle waarschuwingen voor rampscenario's, besloot deze stad ooit om te stoppen met vaccineren en tegen alle verwachtingen in, waren er plots minder zieken en ook minder sterfgevallen. Bovendien, wetende dat amper 5 tot 10 percent van de wereldbevolking ooit werd ingeënt tegen de pokken en dat de pokken niet zijn uitgeroeid, tonen grafieken inderdaad een afname van de sterfgevallen mettertijd, edoch: vanaf het ogenblik dat men is gaan vaccineren, is die afname vertraagd! (3) (4)

(J.B., 3 augustus 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie ook: Belgische gids voor anti-infectieuze behandeling in de ambulante praktijk 2021: https://www.health.belgium.be/sites/default/files/uploads/fields/fpshealth_theme_file/belgische_gids_bapcoc_nl_2021_a4_2.pdf

(2) Zo heeft de bestrijding van polio middels vaccinatie geresulteerd in het opduiken van een nieuwe variant. Zie: https://decorrespondent.nl/7720/als-je-een-ziekte-bijna-uitroeit-en-daarmee-een-nieuwe-variant-de-wereld-in-helpt/3089877550320-af4e8e3d

(3) De kritiek van dr. Suzanne Humphries wordt samengevat in een interview daterend van september 2014 voor een Zweedse televisiezender. Zie: https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=BpC0Tbb3diI

(4) Zie ook: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3261946




01-08-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schimmels (aflevering 2)

Schimmels (aflevering 2)

Schimmels, bacteriën, virussen en nog andere micro-organismen vindt men terug in allerlei grotere levende organismen - in planten, dieren en mensen - maar als die wezens gezond zijn, houden zij de microben binnen de perken zodat die helemaal geen kwaad kunnen verrichten. Men moet er eens op letten: als de verkoudheden de kop opsteken, hoort men zelfs de dokters zeggen dat men helemaal niet hoeft te vrezen voor de kou omdat het de microben zijn en niet de kou die ziek maakt. Maar etaleren zij aldus niet hoe weinig voeling zij maar hebben met gezondheid en met ziekte? Gaat immers het ziek zijn niet vooraf aan de invasie van de microben in ons lijf? Het ziek zijn of de honger of het onderkoeld zijn maken ons vatbaar voor microben die zonder die omstandigheden zo onschuldig zouden zijn als onze naaste buren.

Waarmee nota bene gezegd is dat slechts de omstandigheden hoeven te veranderen om van buren aartsvijanden te maken welke wij te vrezen hebben zoals de burgers onder het regime van Nicolae Ceaușescu van Roemenië hun medeburgers vreesden die hen immers naar het leven stonden waar de regel gold dat verraad een burgerplicht is.

Een boom wordt pas vatbaar voor schimmels als hij dood is want schimmels voeden zich met dode organismen. De bacteriën die immer met ons meereizen in onze keel, veroorzaken pas keelpijn als wij oververmoeid geraken. Het griepvirus kan ons pas het bed in jagen als onze gezondheidstoestand suboptimaal is en zo ook corona.

Als mensen doodgaan, wordt dat al te makkelijk toegeschreven aan een 'ziekte', zoals men een microbe geheel onterecht gaan noemen is: een microbe op zich is helemaal geen ziekte, een microbe is een levend wezen. De ziekte daarentegen is een eigenschap van de mens zelf, een toestand die optreedt waar wij er niet in slagen om de ontmoeting met de microbe te laten verlopen zoals wij dat wensen.

Als mensen sterven en hun dood wordt toegeschreven aan corona, kan dit slechts betekenen dat corona op het ogenblik van hun verzwakking de sterkste vijand was, want wij herbergen duizenden, zo niet miljoenen microben in ons lijf en het zal uiteraard de allersterkste zijn die ons het eerste velt als wij verzwakken, precies zoals het ook bij de allerzwakste schakel is dat een ketting onder spanning breekt. Waarmee meteen gezegd is dat het uitschakelen van corona de dood niet weghoudt omdat dan nummer twee de klus zal klaren, precies zoals de tweede zwakste schakel van een ketting onder spanning niet zal weigeren te breken eenmaal de zwakste door een sterke werd vervangen.

Wanneer een micro-organisme de ronde doet, zal nooit iedereen er ziek van worden; zelfs de pest, typhus en ebola sparen meer mensen dan zij er vellen. Zo blijkt er niet alleen een verband tussen enerzijds gezondheid en ziekte en anderzijds lichamelijke omstandigheden: gezondheid en ziekte staan ook in relatie tot de soort. Wanneer het lijkt dat een ziekte uitgewoed raakt van zodra zij een zeker gedeelte van het volk gedood heeft, dan toont zich die groepsfactor als mede bepalend voor het ziekteverloop.

Andermaal: de ziekte is niet de microbe maar wel onze vatbaarheid ervoor. Die vatbaarheid is uiteraard een zaak van lichamelijke gezondheid maar zij houdt ook verband met de groep waarvan men deel uitmaakt. Ziekten immers vellen naar gelang hun aard een vast percentage van de bevolking: waar zij weerstand ondervinden, worden zij agressiever maar waar zij het al te makkelijk hebben, doen zij alras een stap terug.

Microben hebben er immers geen baat bij dat diegenen aan wie zij hun voortbestaan danken, zouden verdwijnen en in die zin zijn zij dan ook best vergelijkbaar met vampieren die periodiek opstaan uit hun graf om zich aan mensenbloed te laven: ook zij hebben er alle baat bij dat zij hun gulzigheid in toom houden zodat hun levensbronnen niet worden drooggelegd.

Uiteraard hebben mythen, sagen en legenden met geneeskunde niets te maken maar misschien wel met geneeskunst: brengen zij niet vaker aan het licht wat door de mazen van al te rationele zeven valt?

En dan is er nog het getal, de magie der cijfers en de verhoudingen welke de facto de wereld regeren, daar men immers heeft ontdekt dat de kwantummechanica of dus de waarschijnlijkheidsrekening ultiem bepalend blijkt voor wat al dan niet te gebeuren staat. Want niemand is bij machte om de toekomst te voorspellen terwijl anderzijds die fameuze wet der grote getallen nimmer faalt.

(J.B., 1 augustus 2021)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schimmels


Schimmels

Leven is activiteit of verbranding en dat geeft hitte die zich verspreidt in de lucht die daardoor steeds meer waterdamp naar zich toe trekt en in warme, vochtige lucht gaan schimmels woekeren: deze micro- organismen vreten het leven aan en ontbinden tenslotte alle andere organismen tot niets dan mest.

Het woord 'schimmel' komt van 'scimmel', dat 'roest' betekent en is ook verwant met 'schemer'; het Latijnse 'fungus' zou een samentrekking zijn van 'funus ago', wat wil zeggen: "Ik maak een lijk".

Schimmels vreten de bomen aan, de olm verdween vrijwel totaal, van de berken schieten er nog weinig over en ook alle andere soorten krijgen het zwaar te verduren, de groene bossen worden sinds kort ontsierd door grote groepen dorre stammen, de mot zit in de hagen, het gras kleurt donkergeel en rot.

Fungi: ze hebben gemeenschappelijke voorouders met de dieren, het zijn vezeldraden die zich met miljarden tegelijk verspreiden door de lucht, ze nestelen zich in planten, pelsen, darmen en longen waar zij wassen ten koste van het leven van hun zieke gastheer die geen lucht meer krijgt en stikt.

De paddenstoel die wij zien is slechts een klein deel - het vruchtlichaam - van de meercellige schimmel, het is schijnweefsel, bestaande uit schimmeldraden die voor het overgrote deel onzichtbaar zijn ofwel zien zij er bijvoorbeeld uit als een aanslag. Toch is de honingzwam het grootste levende wezen op aarde en ook het oudste. In Oregon leeft zo'n zwam die 2400 jaar oud is en zij beslaat 890 hectare.

De meeste planten leven in symbiose met schimmels die ook een voedselbron zijn voor sommige insecten en bepaalde soorten zijn eetbaar of leveren antibiotica voor de mens terwijl andere ons kunnen infecteren met bijvoorbeeld kalknagel of zwemmerseczeem.

In de longen van twintig percent van de coronapatiënten op de Intensive Care vindt men de Aspergillus schimmel die heel vaak tot de dood leidt. Aspergillus gedijt wonderwel op lichaamstemperatuur maar een gezond immuunsysteem houdt die binnen de perken. Waarschijnlijk is de schimmel er al maar gaat die pas gevaarlijk woekeren wanneer bijvoorbeeld corona de patiënt verzwakt en het antimalariamiddel hydroxychloroquine zou de groei van deze schimmel tegenwerken.

(J.B., 1 augustus 2021)

Verwijzingen:

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Schimmels

(2) https://www.radboudumc.nl/nieuws/2020/invasieve-schimmelinfecties-bij-influenza-en-covid19


30-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HB
HB





29-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zwarte paus - zo werkt extreemrechts

De zwarte paus - zo werkt extreemrechts

De wereld rond vraagt men zich beteuterd af hoe het in Gods naam mogelijk is geweest dat iemand zoals Donald Trump het ooit heeft kunnen schoppen tot president van de Verenigde Staten van Amerika, de machtigste natie ter wereld aan wiens toegangspoort dat reusachtige Vrijheidsbeeld prijkt dat alle nationaliteiten en rassen verwelkomt. Het antwoord is eender waar de vraag gesteld wordt hoe het dan mogelijk is dat het zwarte suikerwater dat de tanden doet wegrotten en de hele wereld obees maakt tot de best verkochte drank ooit is kunnen worden. Reclame is een duivelse toverkunst die de grofste leugens voor waarheid kan verkopen en wie zelfs Trump aan de macht kon brengen, heeft zijn strepen verdiend als meester-oplichter.

Steve Bannon verzamelde vanuit zijn Cambridge Analytica informatie en gebruikte die voor propaganda op maat van specifieke doelgroepen om Trump aan de macht te brengen en hij was ook zijn strateeg tot augustus 2017. Voordien was Bannon onder meer voorzitter van het extreemrechtse Breitbart News (1) dat menigeen in Nederland en in België zal herkennen als veelvuldige bron voor het lasterlijke, met complottheorieën en haat gevulde en naar godsdienstwaanzin ruikende Xandernieuws maar het heeft tentakels in het nepnieuws doorheen gans Europa. Breitbart wordt gefinancierd door de conservatieve miljardair en specialist in Artificiële Intelligentie, Robert Mercer die naast Trump ook de Brexit steunde en het genoemde Cambridge Analytica. Mercer zet A.I. in voor het sturen van de politiek, hij is lid van de vuurwapenlobby en verzamelaar van machinegeweren. (2) Bannon werd racisme ten laste gelegd en net als Mercer is hij een klimaatontkenner. In 2019 is Bannon naar Brussel verhuisd met de bedoeling om extreemrechtse politici in Europa te verenigen voor de verkiezingen van 2019. Momenteel heeft hij zich gevestigd in het kartuizerklooster Trisulti nabij Rome. (3)

Op 27 mei ll. schrijft de redactie van Kerknet (het zgn. 'Parochieblad') dat Steve Bannon groen licht gekregen heeft met zijn DHI ('Dignitatis Humanae Institute' of 'Instituut voor de Menselijke Waardigheid') voor de oprichting van zijn zogenaamde 'gladiatorenschool', die volgens Kerknet beantwoordt aan de volgende beschrijving: "een Europese academie voor de opleiding van rechts-populisten en verdedigers van de joods-christelijke waarden in een geklasseerde middeleeuwse abdij." (4)

De afkeurende toon van het bericht in het parochieblad is echter bijzonder misleidend maar het feit in acht genomen dat de kerk in de loop van de geschiedenis bij voorkeur samenwerkt met extreemrechts (5) mag het niet verwonderen dat het project gesteund wordt door katholieke hoogwaardigheidsbekleders onder wie kardinaal Peter Turkson. (4)

Deze laatste is een Ghanees die behoorde tot de favorieten voor de pauselijke troonsopvolging bij het aftreden van Benedictus XVI in 2013 en momenteel profileert hij zich opnieuw, namelijk als verzoener in de aan de gang zijnde rellen in de VS n.a.v. de moord op George Floyd in Mineapolis op 25 mei ll. (6) Gezien het absoluut gerechtvaardigde karakter van de protesten lacht de toekomst de zwarte paus toe maar er is dus een bijzonder wrange keerzijde aan de schitterende medaille.

Evenals kardinaal Bertone is kardinaal Turkson homofoob en bekend om zijn volstrekt onwetenschappelijke uitspraken over homofilie en zo werd over hem reeds ter gelegenheid van de pausverkiezing in 2013 bekend dat hij de schuld voor de pedofilieschandalen in de kerk in de schoenen van zijn homofiele ambtsgenoten schuift terwijl ook kardinaal Bertone de uit de lucht gegrepen link maakte tussen homo- en pedofilie met uitspraken waarvan het Vaticaan zich onmiddellijk distantieerde. (7) Turkson beweerde tevens dat in Afrika een traditionele intolerantie bestaat tegenover 'de neiging' zodat die daar buiten de kerk gehouden werd - beweringen die overigens gelogenstraft worden in het rijk gedocumenteerde Sodoma, de jongste publicatie van Frédérick Martel, waarin de auteur benadrukt dat het taboe rond homofilie in Afrika werd ingevoerd door de katholieke kolonisatoren. (8)

Turkson blijkt overigens ook geen conclusies te moeten trekken uit de geschiedenis rond het zogenaamde Requerimento van paus Adrianus VI die onmiddellijk na de inval van Columbus in Amerika in 1513 alle Indianen aan de slavernij hielp onderwerpen. Toen de Indianenbevolking ingevolge ingevoerde Europese epidemies quasi uitstierf, werkte de kerk samen met de conquistadores om miljoenen Afrikaanse negerslaven naar dat continent te importeren waar zij zich in amper enkele jaren tijd dood werkten op de plantages van suikerriet en thee. (9)

Naar aanleiding van de voorspelling van Malachias van bijna 1000 jaar geleden over het einde der tijden en de laatste paus (10), zou Peter Turkson wel eens mooi in het plaatje van de believers en van de visionairen kunnen passen: de laatste paus zou namelijk zwart zijn. (11) Als volgende paus zou hij overigens onvermijdelijk doen denken aan Mahatma Gandhi over wie dikwijls gezegd wordt dat hij door de Britse kolonisatoren van Indië zou gepromoot zijn om met zijn geweldloosheidspolitiek de nakende opstand aldaar in de kiem te smoren. Hoe dan ook is extreemrechts in de opmars, neonazi's verschijnen in een voorspeld decor en hun middelen blijken ongelimiteerd.

(J.B., 8 juni 2020)

Verwijzingen:

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Breitbart_News

(2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Robert_Mercer

(3) https://nl.wikipedia.org/wiki/Steve_Bannon

(4) Zie: https://www.kerknet.be/kerknet-redactie/nieuws/bannon-krijgt-groen-licht-voor-oprichting-van-gladiatorenschool . Het gaat om een oud kartuizerklooster in Collepardo, in de buurt van Rome.  

(5) Zie: De kerk en extreemrechts: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3185753

(6) https://www.kerknet.be/kerknet-redactie/nieuws/kardinaal-turkson-roept-op-tot-broederlijkheid-na-rellen-de-vs

(7) https://www.ad.nl/buitenland/homopriesters-oorzaak-van-crisis-in-katholieke-kerk~a27e21d3/

(8) Frédéric Martel, Sodoma. Het geheim van het Vaticaan, Uitgeverij Balans, Amsterdam 2019. (Oorspr.: Éditions Robert Laffont, Parijs 2019).

(9) Zie: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf

(10) De profetie van Malachias over de laatste paus: http://bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?startdatum=940888801&stopdatum=1361351217

(11) De believers meenden eerder dat Franciscus wel de laatste paus moest zijn omdat hij de eerste Jezuïet was die dat ambt bekleedde terwijl de Jezuïetenoverste tot voor kort nog de 'zwarte paus' werd genoemd.

                       


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kerk en extreem-rechts (herh.)

De kerk en extreem-rechts

Op 27 april 2019 werd in Rome een Argentijnse bisschop van La Rioja, Enrique Angelelli, door paus Franciscus zalig verklaard. (1) Angelelli werd op 4 augustus 1976 van de weg gereden en vervolgens doodgeslagen nadat hij had geprotesteerd tegen een dictatoriaal regime tijdens de zogenaamde 'vuile oorlog' die aldaar woedde met de steun van (Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 1973!) Henri Kissinger onder de dictatuur van Jorge Rafael Videla van 1976 tot 1981. Toen werden zo'n 30.000 mensen ontvoerd en vermoord, waaronder 150 priesters die verzet boden. (2) Die misdaden werden dertig jaar lang wekelijks herdacht door de zogenaamde 'dwaze moeders' - de moeders van verdwenen kinderen - die zwijgend in Buenos Aires over het Plaza de Mayo of het Meiplein kwamen lopen waar de regering zetelt. (3)

Dat Angelelli een martelaar was, werd duidelijk na later onderzoek want de officiële versie van de doodsoorzaak luidde dat de bisschop was omgekomen bij een verkeersongeval en de katholieke kerk is die officiële versie blijven onderschrijven totdat de kust veilig was, meer bepaald tot dertig jaar na zijn dood. (4)

Die politieke strategie herinnert aan de historie van pater Damiaan en aan die van Oscar Romero, nog twee martelaren die werden genegeerd zolang er geen profijt mee te behalen was. Pater Damiaan werd door de katholieken wandelen gestuurd toen hij het verbod overtrad nog terug te keren naar het vasteland waar hij om hout kwam bedelen om de leprozen mee te begraven; hij werd echter als groot weldoener erkend door het stamhoofd van een plaatselijke gemeenschap en pas nadat zijn heiligheid boven alle twijfel verheven was, werd zijn lijk in stukken gereten door de 'relikwieënjagers' van de kerk. (5)

Ook de El Salvadoraanse aartsbisschop Oscar Romero verzette zich tegen de door de latere president Duarte gesteunde en door de USA bewapende militaire junta die zowat 75.000 burgers ombrachten en hijzelf werd op 24 maart 1980 vermoord, korte tijd nadat hij in Leuven een eredoctoraat ontving; de kerk weigerde hem lange tijd te erkennen terwijl zij zich verschuilde achter de valse beschuldiging van communisme terwijl Romero alleen maar zijn bevrijdingstheologie (het geloof in solidariteit met de armen) praktiseerde. (6)

Dat de Argentijn Jorge Bergoglio paus is kunnen worden, is mede te danken aan het feit dat deze steunpilaar van de conservatieve autoritaire katholieke elite die de bevrijdingstheologie bestreed, tijdens die vuile oorlog niet behoorde tot de verzetslieden-martelaren ofschoon hij toentertijd (van 1973 tot 1979) provinciaal was van de Jezuïetenorde. (7)

Nog in Zuid-Amerika was er in Chili van 1974 tot 1990 de eveneens door de VS gesteunde dictatuur van de rooms-katholieke mensenrechtenschender Augusto Pinochet met 130.000 arrestaties, tienduizenden martelingen en drieduizend executies. (8) Deze dictatoriale regimes werden ingezet met de middels het pauselijke requerimiento gesteunde Spaanse veroveraars die zowat vijfhonderd jaar geleden in het spoor van Columbus de Inca's en de Azteken kwamen onderwerpen op straffe van totale vernietiging en dood. (9)

In Afrika kennen we de katholieke dictatuur van de onlangs overleden Robert Mugabe van Zimbabwe maar ook in Europa kunnen we er niet naast kijken: het verkapte bondgenootschap van de kerk met extreemrechts toonde zich van 1939 tot 1975 in het Spanje van massamoordenaar Franco "die zich in 1953 na het concordaat met de Heilige Stoel "Caudillo de España por la Gracia de Dios" ("leider van Spanje bij de Gratie Gods") liet noemen." (10), in de praktijken van de kerk(en) tijdens de tweede Wereldoorlog "waarbij de angst voor het communisme ze soms in de handen van rechts-autoritaire regimes dreef." (11) en vandaag in het Hongarije van Victor Orbán die zichzelf ziet als redder van het christendom en het dagblad Trouw wijst er op dat aldus de scheiding tussen kerk en staat in gevaar komt - Orbán's late 'bekering' in 1993 bleek overigens een politieke zet. (12)

En dan is er in het Europa van vandaag nog een nauwe samenwerking op til tussen extreemrechts en de katholieke kerk die de haren ten berde doet rijzen. Iedereen weet dat bij het in voege treden van de euro, de Amerikaanse dollar flink is gezakt en dat de euro dreigde de plek van de dollar in te nemen op de internationale markt. (13) Amerika bleef niet bij de pakken zitten en sommige critici beweren dat het nu een prioriteit geworden is voor de USA om de EU de wind uit de zeilen te halen en wel met de beproefde divide et impera-tactiek. Alvast heeft Trumps beste strateeg, Steve Bannon, zich heden gevestigd in een klooster op een boogscheut van het Vaticaan - een klooster dat onder de dekmantel van centrum voor het herstel van de christelijke waarden in Europa, een opleidingscentrum blijkt voor extreem-rechtse nationalisten die de autonomie van de eigen natie willen terugwinnen en dus ook de ondergang van de EU. De huidige Hongaarse president Victor Orban die het eigen land tot een ware slavenstaat heeft herschapen, is alvast één van de beste leerlingen van de klas en een straks niet meer te tellen aantal extremisten zitten klaar om in zijn spoor te treden eenmaal zij, gefinancierd door 'geheim privékapitaal', verkozen zullen zijn. (14) Precies zoals in de achtertuin van de USA in het verdokene financiële, militaire maar ook katholieke steun werd verleend aan de Argentijnse, Salvadoraanse en Chileense dictaturen, kunnen vandaag de Europese dictators in opgang rekenen op de kerk die in de samenzwering met superpopulisten zonder twijfel een kans ziet om uit het diepe dal te klimmen waarin zij ingevolge de huidige wereldwijde schandalen is beland. (15)

(J.B., 30 oktober 2019)

Verwijzingen:

(1) https://www.vaticannews.va/en/church/news/2019-04/beatification-modern-martyrs-argentina.html

(2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Jorge_Videla  ;

https://nl.wikipedia.org/wiki/Katholieke_Kerk_in_Argentini%C3%AB ;

https://en.wikipedia.org/wiki/Catholic_Church_in_Argentina ;

https://www.trouw.nl/nieuws/wat-deed-de-kerk-in-de-tijd-van-videla~b2899ed3/

(3) https://nl.wikipedia.org/wiki/Dwaze_Moeders  ;

https://nl.wikipedia.org/wiki/Grootmoeders_van_de_Plaza_de_Mayo

(4)  https://en.wikipedia.org/wiki/Enrique_Angelelli

(5) Zie: Ludo Noens, Molokaï: het eiland der verworpenen.

(6) https://nl.wikipedia.org/wiki/Jos%C3%A9_Napole%C3%B3n_Duarte  ;

https://nl.wikipedia.org/wiki/%C3%93scar_Romero

(7) https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Franciscus  ;

https://nl.wikipedia.org/wiki/Isabel_Mart%C3%ADnez_de_Per%C3%B3n#President_van_Argentinië

(8) https://nl.wikipedia.org/wiki/Augusto_Pinochet  

(9) Zal de kerk de Amazonevolkeren redden? - Zie: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3184707  ;

https://en.wikipedia.org/wiki/Spanish_Requirement_of_1513

https://answersafrica.com/worst-dictators-africa.html

(10) https://nl.wikipedia.org/wiki/Francisco_Franco  ;

(11) Jan Bank, God in de oorlog. De rol van de Kerk in Europa 1939-1945, Balans 2017. Recensent E. Sengers schrijft over het boek: "[Bank] (...) laat zien dat de kerken in het interbellum een weg moeten zoeken tussen de autoritaire regimes die soms sterk voor, soms sterk tegen ze zijn – waarbij de angst voor het communisme ze soms in de handen van rechts-autoritaire regimes dreef." Zie: https://www.bol.com/nl/f/god-in-de-oorlog/9200000036327109/?country=BE ;

zie: https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/43466/boeken-jan-bank-god-in-de-oorlog.html ;

https://www.knack.be/nieuws/wereld/kerk-stemde-in-woii-boodschap-af-op-hitler/article-normal-570845.html

(12) https://www.trouw.nl/nieuws/hongarije-is-nu-het-land-van-god~b53cc869/ ;

https://www.hln.be/nieuws/buitenland/orban-voert-campagne-vanop-preekstoel-de-christelijke-cultuur-is-de-bron-van-alle-kracht~a3d64cb1/

(13) https://www.wisselkoers.be/dollar  

(14) De VRT wijdde er een reportage aan, getiteld: "Op bezoek in het Italiaanse klooster waar Steve Bannon 'gladiatoren' wil opleiden om joods-christelijke waarden te verdedigen":

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/01/28/italiaanse-klooster-steve-bannon/

(15) Zie onder meer: Frédéric Martel, Sodoma. Het geheim van het Vaticaan, Uitgeverij Balans Amsterdam 2019 (oorspr.: Éditions Robert Laffont, Parijs 2019).





           











26-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zo verglijdt onze democratie in een autocratie


Zo verglijdt onze democratie in een autocratie

Een van de grondpeilers van de democratie welke ervoor zorgt dat de macht in handen van het volk zelf blijft berusten, is de zogenaamde scheiding der machten: de wetgevende macht, de uitvoerende en de rechterlijke moeten onderling onafhankelijk zijn en blijven. Waar dit niet het geval is, zullen bijvoorbeeld de politici de rechters benoemen: de politici controleren dan zichzelf, wat wil zeggen dat ze vrij spel hebben terwijl het volk daarvan de dupe wordt. Dat is vandaag anno 2021 het geval in Polen (°) en in Hongarije (*) maar ook Frankrijk en Italië dreigen die kant uit te gaan en zo komt zelfs de ondergang van de hele EU in het verschiet: de wetten die de vrede moeten waarborgen, het algemeen welzijn en de mensenrechten worden herleid tot vodjes papier.

De oorzaak wordt maar moeilijk onderkend. Zij is tweevoudig. Vooreerst brengen de huidige politici zichzelf in diskrediet. Dat gebeurt op een ongehoorde schaal waar potentaten nu de coronacrisis scheppen of opblazen en aanwenden met het oog op persoonlijk voordeel: het volk wordt herleid tot een bange massa die allerlei onzin door de strot wordt geramd en de vrijheid wordt aan banden gelegd. Onverstand belet politici om ook maar te vermoeden dat die oneerlijke handelwijze tenslotte averechts moet werken. En zoals gewoonlijk spint de oppositie - extreemrechts - garen bij de leugens van de schijndemocraten. Het volk verkijkt zich op die kritiek en trapt in de val, precies zoals dat nu bijna honderd jaar geleden in Duitsland gebeurde in de aanloop naar de machtsgreep van Adolf Hitler. In werkelijkheid verglijden àlle politici naar het gewetenloze opportunisme maar als extreemrechts aan de macht komt, is er geen weg terug zonder oorlog.

Populisme is die leugenachtige vorm van politiek bedrijven die aan het volk vrijheid belooft maar slavernij oplegt. Eens de autocratie regeert, is de hel onvermijdelijk.

De verglijding van de E.U. wordt in de hand gewerkt door haar zogenaamde bondgenoot, de V.S., die immers wegens de over de dollar triomferende euro, in feite haar rivaal werd en zo verlenen sinds geruime tijd de V.S. verkapte steun aan de Europese nationalisten die de E.U. maar al te graag zien afbrokkelen, wat reeds van start ging met de brexit. Net zoals de Amerikanen ten tijde van de crisis der kolonies België bijsprongen om Congo onder de knoet te houden middels de hand- en spandiensten van de CIA bij de moord op de volksbevrijder Patrice Lumumba, net zo doen zij vandaag hun voordeel met de steun aan een politiek die nu bij gebrek aan uitheemse kolonies, het eigen volk koloniseert.

Bovendien wordt ook de scheiding tussen kerk en staat (een andere belangrijke peiler van de democratie) de facto niet langer overal in de E.U. gerespecteerd: Polen en ook Hongarije spelen een lelijk spel met het voorwenden van christelijkheid voor het mooipraten van slavernij in functie van alleenheerschappijen - de dictatuur is daar reeds een feit.

Uitheemse kolonies mogen dan tot het verleden behoren: de kolonisatie van het eigen volk is wat vandaag wordt nagestreefd: het tot kolonie of tot massa herleiden van een inmiddels min of meer geëmancipeerde rechtsstaat bevolkt met zelfstandige mensen met een redelijk opleidingsniveau en een sociaaldemocratische visie op de samenleving. Paradoxaal genoeg tracht extreemrechts dit doel te verwezenlijken door anderen ervan te beschuldigen dat zij deze dystopie nastreven onder de dekmantel van de coronacrisis en helemaal ongelijk heeft de oppositie uiteraard niet: de eigen zwaktes zijn altijd al de troefkaarten van de vijand geweest.

Edoch de geschiedenis leert ons dat het ook hier opnieuw de vos is die de passie preekt. Andermaal: eenmaal extreemrechts aan de macht komt, mogen wij wegens de aldaar gehuldigde extreem liberalistische beginselen, vanuit een meedogenloze concurrentievrijheid, de absolute en ongecontroleerde alleenheerschappij van het grootkapitaal verwachten, de totale vernietiging van het milieu en het principe van het recht van de sterkste doorgevoerd tot zijn uiterste grens: de oorlog - onvermijdelijk de wereldoorlog, met dit keer zeer zeker algehele en definitieve vernietiging.

(J.B., 26 juli 2021)

(°) Zie ook: https://www.mo.be/nieuws/polen-verwerpt-vonnis-europees-hof-voorbode-catastrofe?utm_campaign=emo&utm_medium=newsletter&utm_source=email

(*) Zie ook: https://www.europa-nu.nl/id/vimofunw7xns/hongaarse_democratie_en_rechtsstaat

Zie ook: De zwarte paus en extreemrechts.

( https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3223342 )




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het tijdperk van de leugen



Het tijdperk van de leugen



Zie ook: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112525.pdf

(J.B. 26 juli 2021)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Ministerie van Waarheid en de libricide Aflevering 2: de illusie van de vrije meningsuiting!


Het Ministerie van Waarheid en de libricide

Aflevering 2: de illusie van de vrije meningsuiting!


Een vergiftigd geschenk

Vandaag zijn de blogs van bloggen.be (voorlopig) terug. Echter, een steekproef wijst uit dat de inhoud van de blogs sinds 14 of 15 juni 2021 niet meer wordt uitgezonden: zij werden derhalve herleid tot een klaagmuur. Men heeft er dus voor gezorgd dat bloggers van bloggen.be vanaf heden alleen nog in de illusie verkeren dat hun mening op het internet te vinden is. In werkelijkheid kunnen zij alleen nog worden bezocht door hen die weten waar ze zich bevinden...

Tisallemaiet wordt voortaan (vooralsnog) voortgezet op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/ 


(J.B. 26 juli 2021)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.26072021
26072021



Het Ministerie van Waarheid en de libricide

Exact een week na de dag waarop de Twin Towers tegen de vlakte gingen, werd Amerika geteisterd door een vlaag van antraxaanvallen in de vorm van de wit poederbrieven. Antrax is zeer dodelijk maar bereikt bijna niemand en experten terzake waarschuwen dat Islamitische Staat koortsachtig op zoek is naar een uiterst dodelijk vergif dat in één klap een massa slachtoffers kan maken. Bommen doden weliswaar maar het slachtofferaantal beperkt zich tot enkele tientallen en in extreme gevallen worden dat er een paar duizend. De pest wordt snel herkend en ingeperkt maar wat te denken van een gloednieuw dodelijk virus dat genetisch zo gemanipuleerd wordt dat het ook uiterst besmettelijk zal zijn? Tegen de bijl van koelbloedige moordenaars is geen mens bestand die vrouw en kinderen heeft en zeker niet als die bioloog is van beroep en tewerkgesteld in een lab waar de wapens van de toekomst worden gefabriceerd.

Twee jaar na die vreselijkste elfde september publiceert de CIA het document The Darker Bioweapons Future waarin de Nationale Academie van Wetenschappen waarschuwt voor oncontroleerbare en niet te detecteren bio-technologische wapens ("engineered biological agents") die veel meer kwaad kunnen aanrichten dan alle tot nog toe gekende ziekten. Het document spreekt over de inplanting in een virus van genen die de afweer vernietigen, wat zou kunnen zorgen voor bijvoorbeeld ernstige vormen van artritis bij zoveel mensen dat de economie van het aangevallen land het begeeft. Verontrustend is dat de wetenschap omtrent die zaken voor iedereen toegankelijk is.

De ontdekker van het AIDS-virus, de nu achtentachtigjarige Nobelprijswinnaar voor de Geneeskunde Luc Montagnier vertelt ons vandaag dat covid-19 een door mensen gefabriceerd virus is, bestaande uit segmenten van het dodelijke HIV (waarvoor nog steeds geen vaccin bestaat) gecombineerd met een superbesmettelijk verkoudheidsvirus. In koor roepen bijna alle medici dat Montagnier zich vergist maar corona doet exact wat twintig jaar geleden werd beschreven als het voor de nabije toekomst te vrezen allergrootste kwaad.

Op het smalle forum dat hij nog kan bemachtigen, klaagt Montagnier aan dat ter gelegenheid van de zogenaamde pandemie de wetenschappelijkheid verkracht wordt door het kapitaal. Wereldwijd zet de economie de gezondheidszorg nu naar haar hand maar dit opportunisme gaat alle perken te buiten waar het uitmondt in een wereldomvattend totalitarisme. Vandaag zien wij daarvan alle tekenen: de oppositie wordt integraal vernietigd, onder meer middels het aan banden leggen van de vrije meningsuiting door het sabotteren van de massamedia en in het bijzonder van de nieuwste communicatiemiddelen van het volk die sinds de opstanden in Noord-Afrika de potentaten te kijk hadden gezet - dat is inmiddels verleden tijd.

Onder meer en vooral de blogs delen in de klappen en zo is in onze contreien sinds 9 juli bloggen.be ontoegankelijk ('Forbidden') geworden voor het publiek:


Seniorennet blijkt te zijn gespaard maar dat is alleen maar oogverblinding: de blogs van seniorennet worden immers niet uitgezonden op het internet, zij zijn alleen bereikbaar voor wie ter plekke cirkuleert. Dat betekent dat wie naar ongeacht wat zoeken via zoekmachines zoals Google, nooit ofte nimmer op de seniorennetblogs terechtkomen. De meningen die daar worden neergezet zijn voor de toevallige passant. Dit onheil is overigens makkelijk aan te tonen: het plakken van lukrake zinsdelen uit ongeacht welke seniorennetblog in het zoekvakje van bijvoorbeeld Google, brengt je helemaal niet naar de bron maar geeft slechts als commentaar dat de data niet gevonden werden. Dat was met betrekking tot bloggen.be wél het geval, wat dit medium dan ook 'gevaarlijk' maakte voor de huidige potentaten en dus werd het volstrekt onaangekondigd en zonder commentaar opgeruimd. Geen iota erover in het nieuws: het doodzwijgen van feiten, hoe gruwelijk ze ook zijn, maakt dat het op den duur echt gaat lijken alsof zij alleen maar fictie waren: wat niet gezegd mag worden, lijkt ook helemaal niet te bestaan - het is een van oudsher beproefde tactiek.

De potentaten werken immers met man en macht wereldwijd sinds een vol jaar aan het sabotteren van meningen die met de hunne strijdig zijn en dat kondigden zij ook volmonds aan. Zo richtte de EU een bijzondere commissie op welke perfect overeenkomt met het 'Ministerie van Waarheid' uit het griezelverhaal van George Orwell: de dystopische roman 1984. Ziehier het Orwelliaanse bericht betreffende de 'grote zuivering' d.d. 10 juni 2020, getiteld: “Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie":

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020JC0008&from=EN

Het volk is dus definitief het zwijgen opgelegd, de vrijheid van meningsuiting behoort tot het verleden, het biblioclasme is terug, de boekverbrandingen zijn weer van de partij.

Ook betalende websteks die wél uitgezonden worden, worden eraf gegooid van zodra hun inhoud door het regime als 'fakenews' wordt bestempeld en dit is alvast in Europa sinds de 'pandemiewet' volstrekt legaal: wie een persoonlijke mening uit die afwijkt van de officiële is voortaan een crimineel. Dit is fascisme in vol ornaat. Op de agenda staan nu de gekende, voorspelbare reeks van gebeurtenissen: de devaluatie van de munt; de schaarste van eerst luxegoederen en vervolgens levensnoodzakelijke dingen zoals huisvesting, brandstof en voedsel; de verarming van het volk; de toename van extreme desinformatie en de genocide, want zoals de dichter Heinrich Heine zei: "wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen."

(J.B., 16 juli 2021)

Een vergiftigd geschenk

Vandaag zijn de blogs van bloggen.be (voorlopig) terug. Echter, een steekproef wijst uit dat de inhoud van de blogs sinds 14 of 15 juni 2021 niet meer wordt uitgezonden: zij werden derhalve herleid tot een klaagmuur. Men heeft er dus voor gezorgd dat bloggers van bloggen.be vanaf heden alleen nog in de illusie verkeren dat hun mening op het internet te vinden is. In werkelijkheid kunnen zij alleen nog worden bezocht door hen die weten waar ze zich bevinden...

(J.B. 26 juli 2021)



06-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mattias Desmet over massavorming - Als de oppositie uitgeschakeld is, volgt massadestructie


Mattias Desmet over massavorming

Als de oppositie uitgeschakeld is, volgt massadestructie

Professor in de klinische psychologie aan de Universiteit Gent, Mattias Desmet, vertelt aan Maurice de Hond hoe de malaise (met een explosie van burn-outs, depressies en onbestemde angsten) in de periode voorafgaand aan de coronacrisis, met het aanreiken van een object van de angst (het virus), leidt tot massavorming en hij legt dat uit aan de hand van een vergelijking met hypnose.

De hypnotiseur verengt het blikveld van de gehypnotiseerde tot één bepaald onderwerp zodat deze niets meer merkt van al de rest: wat zich buiten het aandachtsveld bevindt, bestaat dan gewoon niet meer. Zo kan men op een persoon onder hypnose een zware operatie uitvoeren zonder dat die ook maar iets merkt.

Hetzelfde gebeurt nu bij massavorming en zo verengt de coronacrisis het aandachtsveld tot een virus en gaat alles in het teken staan van dit te bedwingen gevaar. Zelfs wanneer het overwonnen wordt, blijft het in het brandpunt zitten, bijvoorbeeld als iets waartegen men preventief moet optreden.

Die vernauwing van het gezichtsveld is bijzonder rampzalig omdat men dan helemaal geen oog meer heeft voor alle andere gevaren, in casu: de slachtoffers die gemaakt worden ingevolge de maatregelen tegen 'het' gevaar.

Bijkomend probleem: terwijl bij hypnose de hypnotiseur wakker is, worden de technocraten (de virologen) die de massa in hun macht hebben en bespelen, nog het meest van allen opgeslorpt door hun verengde realiteit.

Op de vraag hoe het tij te keren, benadrukt Desmet de uiterst belangrijke rol van de oppositie omdat de geschiedenis ons leert dat daar waar de oppositie helemaal uitgeschakeld wordt, het totalitaire systeem immens wordt, absurd en bezeten van een ongeremde destructiedrift. De grote zuiveringen die Stalin doorvoerde onder vriend en vijand nadat hij alle tegenstemmen tot zwijgen had gebracht, zijn daarvan een historisch voorbeeld.

Ziehier de link naar het interview met Mattias Desmet:

https://www.youtube.com/watch?v=RWCRKl3ZAKg

Maar net nu de rol van de oppositie van levensbelang wordt, krijgen wij te horen dat een commissie sinds een jaar vastberaden werk maakt van de strijd tegen wat zij 'desinformatie' noemt. Ziehier het Orwelliaanse bericht betreffende de 'grote zuivering' d.d. 10 juni 2020, getiteld: 

"Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie":

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020JC0008&from=EN 

(J.B., 6 juli 2021)





05-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 8. Over de productie van de dood


Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

8. Over de productie van de dood

Produceren om te produceren, zo luidt de titel van een boek van Willy Coolsaet uit 1984: wij produceren niet om in onze behoeften te voorzien, want de behoeftebevrediging is slechts het voorwendsel; het doel is de ongeremde productie, een obsessie waarbij uiteindelijk niemand gebaat is en die op de koop toe de uitputting van de grondstoffen en de eindeloze vervuiling in de hand werkt. (1) Het zogenaamde consumentisme (consumeren om te consumeren) betekent dat de productie niet in functie staat van de behoeftebevrediging maar van de verkoop of de consumptie zelf welke een doel op zich geworden is, zoals Daniel Boorstin betoogt in The Image - or What Happened to the American Dream uit 1962 (2) en zoals Herbert Marcuse beschrijft in One-dimensional Man uit 1964. (3)

Deze uitwassen van de kapitalistische economie waarmee overigens ook de communistische landen besmet zijn, komen alleen de omvang van het kapitaal ten goede: zij creëren met andere woorden het zogenaamde gouden kalf dat wordt aanbeden als een overigens volstrekt zinloos doel op zich dat bovendien zijn aanbidders ten gronde richt en het doet dat via haar navenante moorddadige economie zodat die twee - het kapitaal en de economie - elkaar aanzwengelen in een wilde rit waarin de ganse wereld zich te pletter rijdt.

Wanneer alles beweegt in functie van de (kapitalistische) economie, betekent dit dat alle dingen én mensen die de groei van de economie belemmeren, zullen moeten verdwijnen en men ziet hoe zich de ijskoude logica van een onmenselijk systeem doorzet in de productie van overtolligen, welke zich uiteindelijk vertaalt in de (massa)productie van lijken, zoals Hannah Arendt dat beschrijft inzake de concentratiekampen die allerminst een ontsporing zijn maar die zij ontmaskert als de essentie zelf van het totalitaire systeem van het nazisme. (4)

De economie heeft opgehouden een instrument te zijn in handen van de mens; zij dient niet langer de bevrediging van behoeften, laat staan dat zij het menselijk geluk zou bewerkstelligen: zij is een doel op zich en stelt alles en allen tot haar eigen dienst. De mens verwordt tot een werktuig van zijn werktuigen en de eindwaarde, het doel gaat de mist in.

Het satanische in de hele ontsporing bestaat erin dat de mens zelf uiteindelijk gedoemd is om overbodig te worden en om zichzelf te vernietigen en deze aberratie start met de opdeling van de mensen in (voor de economie) nuttige en schadelijke individuen. De schadelijken zijn de overtolligen en zij worden verzocht om tot het inzicht te komen dat zij dat zijn door eigen schuld: zij kunnen die schuld alleen nog inlossen door zichzelf op te ruimen. Zij kunnen dan ofwel ten onder gaan ofwel alsnog participeren aan het systeem maar dan nog slechts als louter werktuigen zonder een eigen wil en zonder vrijheid: zij redden hun vel maar zij schieten er sowieso hun mens-zijn bij in.

De nuttigen echter zijn slechts voorlopig nuttigen want ook zij zijn gedoemd om overbodig te worden omdat het mechanisme doelloos is, laat staan dat dit het menselijk geluk zou beogen: het jaagt alleen zijn eigen eindeloze groei na; het gezwel voedt zich met mensen totdat zij allen verorberd zijn.

Vooreerst is er dus de creatie van de overtolligen. Omdat het geluk van de mens voor een groot stuk bestaat in het feit dat hij met zijn werk een persoonlijke bijdrage kan leveren aan de gemeenschap, moet elke maatschappij die het welzijn van haar leden beoogt, zich borg stellen om deze mogelijkheid voor elke burger te verzekeren als een recht.

Daarbij komt de productiviteit uiteraard op de tweede plaats, zoals ook de overwinning op de tweede plaats komt in ongeacht welk spel waaraan principieel iedereen moet kunnen participeren. Verwordt het spel tot een wedstrijd, dan wordt het elitair omdat de zwakkeren sowieso geen kans maken om het ereschavot te halen want de wedstrijd bestaat wezenlijk in de eliminatie van allen op uitzondering van slechts één: de overwinnaar.

Wanneer de maatschappelijke activiteiten die het geluk beogen, tot wedstrijden verworden, zullen zij vanzelfsprekend resulteren in het ongeluk van allen behalve één en die situatie gelijkt sterk op wat wij bestempelen als de tirannie. Op het eind van de rit zijn allen overtollig omdat de overwinnaar, de tiran (die ten langen leste uiteraard ook zichzelf de das omdoet) niet een mens is maar een ding - de economie. Het concurrentieel karakter van de economie is verantwoordelijk voor dit nefaste resultaat; de vervanging van de concurrentiële economie door een economie gebaseerd op samenwerking is de enig mogelijke oplossing voor de hele malaise.

Een totalitair regime beoogt de totale onderwerping van iedereen en zal dus het recht op werk als zodanig miskennen: per definitie ontneemt het aan alle mensen de kans op menselijk werk door hen voor de keuze te stellen ofwel zichzelf te elimineren ofwel de eigen arbeidskracht ter beschikking te stellen van een vreemde (de tiran) waarbij de eigen vrijheid wordt opgegeven en er van een persoonlijke wil geen sprake meer kan zijn. Elk totalitair regime streeft ernaar om al wat menselijk is te vernietigen middels het beknotten van de vrijheid en de wil. Het beoogt mensen te nivelleren, onpersoonlijk te maken en derhalve vervangbaar, mede door verarming en morele en intellectuele beknotting. Het streeft ernaar dat wij overbodig zijn, werkloos, schuldig en uiteindelijk suïcidaal. Kort geleden stond ergens langs de Gentse ring op een witte afrastering in zwarte verf de volgende tekst in mansgrote letters die na amper enkele dagen weer keurig waren overschilderd: "RVA=zelfmoordfabriek".

(J.B., 5 juli 2021)

Verwijzingen:

(1) W. Coolsaet, Produceren om te produceren. Het kapitalisme en de ontwikkeling van de produktieve krachten volgens Marx, afzonderlijke uitgave van het tijdschrift Kritiek, Gent, 1982, 235 pp. ; zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/_str008198301_01/_str008198301_01_0032.php

(2) https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3250830

(3) https://archive.org/details/de-eendimensionale-mens-herbert-marcuse/De%20eendimensionale%20mens%20-%20Herbert%20Marcuse/page/n1/mode/2up

(4) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.



02-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Treinramp Wetteren 4 -mei 2013 : 8 jaar later wordt medegedeeld dat er PFOS in het blusschuim zat!


Treinramp Wetteren 4 mei 2013 : 8 jaar later wordt medegedeeld dat er PFOS in het blusschuim zat!


8 jaar na treinramp Wetteren: Omwonenden mogen geen eigen eieren en groenten eten door schadelijk blusschuim | VRT NWS: nieuws

http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/226545.pdf





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Treinramp Wetteren 4 mei 2013 : 8 jaar later wordt medegedeeld dat er PFOS in het blusschuim zat!
http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/226545.pdf


01-07-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 7. Over het totalitair regime en zijn corrupte wetten

Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

7. Over het totalitair regime en zijn corrupte wetten

In de ongeziene, gigantische strijd tegen een virus dat officieel werd uitgeroepen tot objectieve vijand nummer één van het mensdom - terwijl iedereen die heeft leren rekenen, zou kunnen weten dat dit virus niet meer doden maakt dan de jaarlijkse griep en terwijl het derhalve van bij de uitbraak ervan slechts gaat om een vermoedelijke vijand, worden allen die weigeren om deze gigantische leugen als waarheid te erkennen, vandaag uitgeroepen tot objectieve vijand van hun medemensen. Alle handelingen die zij stellen en die getuigen van de weigering om de leugen in kwestie voor waarheid te aanzien, kunnen voortaan worden bestraft op wettelijke gronden.

Dat wil zeggen dat heden een wet in voege gaat (maar uiteraard is het lang niet de eerste) die de burger verplicht om te liegen en dus om de waarheid te miskennen: in dezer zijn misdadigers voortaan wie weigeren de waarheid geweld aan te doen. De nieuwe wet keert derhalve alle waarden om: in dezer blijven leugenaars voortaan ongemoeid en waarheidssprekers zullen nu worden behandeld als criminelen. Wie binnen de wet willen blijven, wie straffen willen ontlopen, wie hun vrijheid wensen te behouden, zullen dat voortaan doen door de waarheid in te ruilen voor een obligate fictie. Een fictie welke de overheid op een fascistische wijze aan de burgers opdringt met als enig doel: de totale willekeur. Meer hierover verderop in deze tekst.

Dat het virus van bij de aanvang van de zogenaamde 'pandemie' helemaal geen bedreiging voor het mensdom was maar slechts een vermoedelijke bedreiging, zoals overigens alle ziekten dat zijn zolang zij onbekend zijn, vormt niet langer een beletsel om wie dit aanhalen als misdadigers weg te kunnen zetten, sinds de wet nu ook alle vermoedelijke risico's te baat kan nemen om de vrijheid van de burgers in te perken. (Nota bene: een risico is een 'vermoedelijk kwaad'; een 'vermoedelijk risico' is derhalve een 'vermoedelijk vermoedelijk kwaad' en dus iets waarvan vermoed wordt dat men zou kunnen vermoeden dat het een kwaad is!). In de zogenaamde 'pandemiewet' staat immers te lezen:

"In dit verband verwijst de afdeling Wetgeving van de Raad van State in haar advies naar de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU, waarin wordt gesteld dat dit beginsel (...) impliceert [dat er]: "47. (...) bij onzekerheid over het bestaan en de omvang van risico’s voor de menselijke gezondheid beschermende maatregelen kunnen worden genomen zonder dat hoeft te worden gewacht totdat de realiteit en de ernst van deze risico’s volledig zijn aangetoond. Wanneer het bestaan of de omvang van het gestelde risico niet met zekerheid kan worden bepaald omdat de resultaten van de verrichte onderzoeken niet concludent zijn, maar reële schade voor de volksgezondheid waarschijnlijk blijft ingeval het risico intreedt, rechtvaardigt het voorzorgsbeginsel dat beperkende maatregelen worden getroffen."" (1)

Door het tot wet worden van de zogenaamde pandemie-maatregelen manifesteert zich nu uiteraard de overgang van 'totalitaire organisatie' naar 'totalitaire staat', met andere woorden: het effectief aan de macht komen van een totalitair regime. Die fase behandelt Hannah Arendt in het derde hoofdstuk van haar Totalitarianism en in de inleiding tot hun vertaling schrijven Remi Peeters en Dirk De Schutter daarover: "De taak van de geheime politie bestaat er niet in misdaden op te helderen of mensen met 'gevaarlijke gedachten' te ontmaskeren. Ze moet beschikbaar zijn wanneer de leider beslist heeft om een bepaalde categorie van mensen te liquideren. De noties van 'vermoedelijke vijand' en 'vermoedelijk misdrijf' worden vervangen door die van 'objectieve vijand' en 'mogelijke misdaad' - noties die, afhankelijk van de grillen van de leider, telkens anders kunnen worden ingevuld." (2)

Zoals hoger gezegd eist de wet dat de burger een zekere fictie voor waar aanneemt en voor de slechte verstaander volgt hier de uitleg waarom de achterliggende bedoeling niets kan te maken hebben met de volksgezondheid maar wel alles met de import van totale willekeur.

Afgezien van het feit dat het coronavirus tot op heden helemaal niet significant gevaarlijker is gebleken dan ongeacht welk jaarlijks griepvirus én afgezien van het feit dat heel wat maatregelen de gezondheid effectief ondermijnen, wordt men hier tegen wil en dank geconfronteerd met een wel bijzonder selectief ogende bezorgdheid over de gezondheid en het leven van de burger. Immers, gelet op het uit de 'pandemiewet' geciteerde tekstfragment handelend over de rechtvaardiging van vrijheidsbeperkende maatregelen op grond van slechts vermoedens van gevaar (i.e.: "Wanneer het bestaan of de omvang van het gestelde risico niet met zekerheid kan worden bepaald (…) [, wanneer] reële schade voor de volksgezondheid waarschijnlijk blijft ingeval het risico intreedt, rechtvaardigt het voorzorgsbeginsel dat beperkende maatregelen worden getroffen."), zou men ook mogen verwachten dat in geval van aangetoond risico en dan ook zeker en vast in geval van feitelijke schade, beperkende maatregelen worden getroffen, of vergissen wij ons hier?

Tabak en alcohol worden nog steeds vrij verkocht en door de regering gepromoot aangezien zij taksen heft op de verkoop van deze verslavende en moordende harddrugs. Het is zelfs zo dat de Belgische pandemieregelgeving van 2020 een uitzondering maakte voor rokers en drinkers inzake de verplichting voor het dragen van het mondmasker. Voetgangers die aan zebrapaden aanstalten maken om een gevaarlijke weg over te steken moeten vaststellen dat eerst negen automobilisten doorrijden vooraleer een tiende hen voorrang verleent. Geregeld worden ouderen maar ook kinderen aan zebrapaden doodgereden maar een controle op het gedrag van automobilisten wordt onnodig geacht. Haast dagelijks worden fietsers door auto's aangereden ingevolge het ontbreken van fietspaden maar tijdens de pandemie leest men uitgerekend in de buurt van scholen waar druk autoverkeer is en geen fietspad te bespeuren is, de op de straat geverfde tekst: "Blijven fietsen allemaal". Vormen dergelijke aperte inbreuken tegen de geest van het eigen beleid dan niet het sluitend bewijs dat het huidige regime niet de veiligheid en de gezondheid van de burger tot eerste zorg hebben?

Eens te meer is de volksgezondheid allerminst het doel doch het beproefde voorwendsel om de burgerlijke vrijheden aan banden te kunnen leggen en die middeldoelomkering is tekenend voor de hypocrisie welke de politiek kenmerkt, die behalve de economie en de industrie nu ook de zogenaamde wetenschappen corrumpeert dat het niet schoon meer is.

(J.B., 1 juli 2021)

Verwijzingen:

(1) https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/1951/55K1951001.pdf (NB: de auteur van dit artikel heeft hier en daar enkele woorden in vetjes gezet).

(2) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, pag. 20. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.



30-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt (1906-1975)
Hannah Arendt (1906-1975)
Zie:

http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208113704.pdf



28-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 6. Over het over het hoofd geziene religieus totalitarisme

Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

6. Over het over het hoofd geziene religieus totalitarisme

De geest van het totalitaire regime is verwant aan dat van de paranoïcus die vanuit een vastgeroeste premisse alleen nog de stringente logische conclusies daaruit volgt zonder verder nog rekening te houden met de zich altijd vernieuwende realiteit van zijn ervaringen. Arendt schrijft: "Alles volgt op een begrijpelijke en zelfs dwingende manier uit een eens aanvaarde premisse." (1) Die premissen enten zich bovendien op de bijzonder gammele stellingen dat de menselijke cultuur zich een voorbeeld moet nemen aan de natuur (bij de nazi's) of aan de geschiedenis (inzake het Stalinisme) waarbij men zich tevens niet lijkt te realiseren dat het gaat om specifieke opvattingen over natuur en geschiedenis die men daarbij als vanzelfsprekend hanteert. Voeg daarbij nog de megalomanie van de mens die voor god speelt en die in zijn heerszucht de hele wereld onder zich wil en die allen wil herleiden tot gewillige tentakels van een Führer en het totalitarisme is compleet.

Vervangt men nu in dit stramien de premisse van Hitler (de natuur als voorbeeld voor het menselijk handelen) of die van Stalin (de te versnellen gang van de geschiedenis) door bijvoorbeeld de dictaten uit de bijbel, dan verkrijgt men een theocratie of een staat waarin de geestelijke leider het voor het zeggen heeft. Dat de paus voor god speelt, verbergt hij zelf niet, hij is immers onfeilbaar, en het principieel onbeperkt karakter van zijn machtsstreven blijkt eveneens uit de geschiedenis. (2) De godsdienst is derhalve in potentie een totalitarisme dat zich overigens doorheen de hele geschiedenis voortdurend als zodanig manifesteert. Opvallend genoeg blijkt het tevens zo te zijn dat dictaturen zich makkelijk koppelen aan het katholicisme of aan eender welke religie met een imperialistisch karakter.

De overeenkomst van de twee door Arendt genoemde totalitarismen met het katholieke gaat zelfs nog veel verder omdat bij uitstek in de kerk de interiorisering van de wet zich heeft doorgezet, zodat de slachtoffers van ook het religieuze systeem niet alleen aan externe wetten gehoorzaamheid bieden maar ook nog eens van binnenuit worden gestuurd, met name middels een in een specifieke richting gevormd geweten dat bovendien voortdurend wordt bijgestuurd, niet alleen door de propaganda (waaraan men via zekere opvoedingssystemen van kindsbeen af wordt blootgesteld) en de conditionering middels beloningen en straffen maar ook nog eens door de biechtpraktijk. (3)

De folteringen van de kerk zijn bovendien nog veel meer gesofisticeerd dan die van de seculiere totalitarismen, daar zij psychosociaal van aard zijn. Niet alleen de dreiging met het hellevuur is daar een voorbeeld van maar ook de tactiek van de chantage waarbij men ouders verantwoordelijk stelt voor het eeuwige lot van hun kinderen die zij al dan niet laten dopen, gecombineerd met de psychische stress, uitgaande van de inductie van volstrekt irrationele causale verbanden tussen enerzijds het ongeluk van bijvoorbeeld handicaps, ziekten en tegenslagen en anderzijds de zondigheid waaronder dan verstaan moet worden de ongehoorzaamheid aan de in het systeem geldende wetten. Paradoxaal genoeg staan deze stellingen diametraal op de essentie van het christendom dat in deze wereld een lastige navolging van Christus voorspelt en een geluk dat zich in een heel andere wereld manifesteert.

Naast de onzichtbare maar alziende goddelijke bestraffer die in deze kerkelijke stellingen werkzaam wordt geacht, is er tevens de sociale controle die aanvankelijk of natuurlijkerwijze in dienst staat van de bevordering van de goede communicatie maar die hier wordt aangewend voor een daaraan tegengesteld doeleinde, met name als beproefd middel voor de onderlinge isolering van de individuen, omdat zij de vrijheid en de spontaniteit van de betrokkenen in de weg staat. In een religie praten de gelovigen hun religieuze leiders immers naar de mond en zij kijken erop toe dat hun medegelovigen hetzelfde doen; het is daarbij vrijwel geheel onmogelijk om nog kritiek te uiten op de van hogerhand opgelegde en dikwijls oneerlijke en zelfs absurde opvattingen en gedragscodes zonder onmiddellijk te worden gedemoniseerd en uit de gemeenschap gebannen. Ofwel wordt men ervan beschuldigd bezeten te zijn, kwaadaardig en zondig, ofwel wordt men weggezet als ziek of als afwijkend in zijn gedrag of in zijn denkbeelden, met de ook in andere totalitarismen gangbare remedie als resultaat: sociale uitsluiting, al dan niet fysieke quarantaine en stigmatisering, gevangenzetting, internering en zelfs specifieke medicalisering waarbij pillen en spuiten geheel onzichtbaar hetzelfde werk doen als kettingen, knuppels en gevangenismuren. Wat allemaal neerkomt op dezelfde 'Endlösung' ('oplossing') die ook in nazi-Duitsland gold en onder Stalin, met name: liquidatie.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 28 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Totalitarisme, p. 289.

(2) Zie het hoofdstuk, getiteld: "Fundeert het katholicisme onze beschaving", in: Panopticum Corona pp. 290v.:

http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112525.pdf

(3) Zie: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112525.pdf pp. 627v. en p. 732.



27-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 5. Over 'overbodige mensen'

Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

5. Over 'overbodige mensen'

De term 'overbodigheid' ontleent zijn betekenis aan de term 'nut': iets is overbodig als het gemist kan worden, als het niet of niet meer nuttig is en dat nut staat uiteraard in functie van een welbepaald doel. Als wij met zijn allen een toren bouwen en wij doen dat met zoveel manschappen dat we elkaar onder de voet lopen, dan is ons aantal te groot in functie van de efficiëntie: wij zouden ons doel veel sneller bereiken indien wij ons aantal bijvoorbeeld zouden halveren en dus is de helft van onze manschappen overbodig en niet alleen overbodig maar ook nog eens hinderlijk bij de bouw van de toren.

Waar men het nu heeft over overbodige mensen, wordt meestal bedoeld dat zij overbodig zijn in functie van de economie omdat de economie in de huidige wereld een positie verworven heeft die haar helemaal niet toekomt: zij wordt namelijk belangrijker geacht dan de mens van wie ze oorspronkelijk een instrument of een werktuig is. Maar neen: ook hier werden middel en doel onderling verwisseld en beschouwt men met steeds meer gemak de mens als een werktuig dat dient om de economie draaiende te houden. De mens is gedegradeerd tot de bedienaar van een machine, de machine produceert goederen voor de markt en die worden verkocht en gekocht en dat is de economie waarvan de mens in dienst staat en is hij niet meer rendabel dan kan hij ook nog eens perfect vervangen worden. En waar de mens als zodanig verengd wordt tot zijn economische functie, is hij inderdaad niet meer dan een vervangbaar machine-onderdeel, alleen rest de vraag of men hier de trappers niet is kwijtgespeeld.

Uiteraard is die vreemde perversiteit een implicatie van de hebzucht en meer bepaald van de geldzucht: de hebzucht domineert mensen dermate dat zij te allen prijze rijkdom willen vergaren, ook al gaat dat uiteindelijk ten koste van mensenlevens met inbegrip van het eigen leven, bijvoorbeeld daar waar men zich dood werkt. Edoch, wie rijk sterven, moeten alles wat zij hier vergaard hebben achterlaten, het Indische spreekwoord indachtig dat al wat niet gegeven werd, verloren is.

Mensen kunnen pas als overbodig worden beschouwd als men hen ziet als ondergeschikt aan de economie waarin zij functioneren en als men hen tevens tot die functie verengt. Vandaar zou men in feite moeten spreken over overbodige arbeidskracht: niet de mensen zij overbodig maar deze of gene foute aanwending van hun arbeidskracht. In dat geval treft de overbodigheid niet de mensen zelf die tot deze arbeid in staat zijn maar brengt zij hetzij de ondeskundigheid hetzij het bedrog aan het licht van diegenen die instaan voor de verdeling van de arbeidskrachten, met name de politici. Met stellige zekerheid kan immers worden gezegd dat het perfect mogelijk is om aan iedereen werk te verschaffen en wel door simpelweg de hoeveelheid arbeid te verdelen over alle kandidaat-arbeiders zonder ook maar iemand tot uitsluiting van de arbeidsmarkt te veroordelen. Maar dat is nu precies wat gebeurt en tevens gebeurt dit niet onopzettelijk: politici veroorloven zich om een zeker volume aan werklozen te behouden teneinde de werkenden middels die dreiging van de werkloosheid danig onder druk te kunnen zetten dat zij zich letterlijk uit de naad werken zodat de rentabiliteit van het geheel dan stukken groter wordt dan in het geval waarbij allen aan de slag waren.

Uiteraard is het kunstmatig opdrijven van de rentabiliteit middels de dreiging met werkloosheid te wijten aan het afschrikwekkende ongeluk dat gepaard gaat met de situatie van de werkloosheid. Niets immers kan een mens zozeer slaan met depressie en met gevoelens van zinloosheid en overbodigheid dan het aan hem op slinkse wijze onthouden van het recht om een persoonlijke maatschappelijke bijdrage te leveren. Arbeid immers is niet in de eerste plaats een plicht doch een recht. Hannah Arendt spreekt hier over het veroordelen van mensen tot een toestand van verlatenheid: "Afzondering [die zelfs nodig is om te arbeiden] wordt (…) ondraaglijk, wanneer de meest elementaire vorm van menselijke creativiteit, namelijk het vermogen om iets van zichzelf aan de gemeenschappelijke wereld toe te voegen, vernietigd wordt." (1) "Op dat moment wordt afzondering verlatenheid". (2) Ook de privésfeer is dan vernietigd. Afzondering is verwant met ontworteling ("geen plaats in de wereld hebben die door anderen erkend en gewaarborgd wordt" (3)) en met overbodigheid ("helemaal niet tot de wereld behoren" (4)).

Arendt spreekt hier over de concentratiekampen waarin overbodig geachte mensen worden opgesloten met de bedoeling vernietigd te worden maar zij waarschuwt dat die kampen evengoed bestaan in het dagdagelijkse maatschappelijke leven en vandaag misschien bij uitstek in de realiteit van de werkloosheid die vandaag nog aangezwengeld wordt en die tot gevolg heeft dat mensen worden veroordeeld tot de verlatenheid die veel erger nog is dan de eenzaamheid. Immers: "Verlatenheid is geen eenzaamheid [want] laat zich het scherpst voelen in gezelschap met anderen." (5) Arendt verwijst naar Epictetus in wiens visie "de verlaten mens zich omringd weet door anderen met wie hij niet in contact kan treden en aan de vijandigheid van wie hij is blootgesteld. De eenzame mens daarentegen is alleen en kan daarom 'samenzijn met zichzelf' aangezien mensen over het vermogen beschikken om 'met zichzelf te spreken'."

In de verlatenheid, aldus Hannah Arendt, verliest een mens zijn zelfvertrouwen en zijn vertrouwen in de wereld, het vermogen om te denken en om te ervaren: "Wat mensen in de niet-totalitaire wereld klaar stoomt voor de totale overheersing, is het feit dat de verlatenheid, die ooit een grenservaring was, meestal ondergaan in bepaalde marginale sociale situaties zoals de oude dag, voor de steeds groeiende massa's in onze eeuw een alledaagse ervaring geworden is." (6) De verlaten mens voelt zich overbodig en aan het slachtoffer zelf wordt de schuld gegeven voor zijn toestand. Het totalitaire regime slaagt er echter in om slachtoffers te laten geloven dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het kwaad dat hen wordt aangedaan. En zo komt het ook dat mensen tot levende doden worden die zich zonder verzet naar de slachtbank laten leiden.

Het weze herhaald: de vernietiging van de individualiteit "[verklaart] waarom miljoenen menselijke wezens zich zonder weerstand naar de gaskamers hebben laten leiden." (7) Wat overbleef waren "marionetten met een menselijk gelaat, die zich allen gedragen als de hond van Pavlovs experimenten (…). Dit is de ware triomf van het systeem [dat erin slaagt] zijn slachtoffer te vernietigen vooraleer het het schavot bestijgt." (8) Aldus toont zich “de macht van de meesters." (9) "De 'modelburger' van de totalitaire staat is de hond van Pavlov." (10) "Het ligt in de ware natuur van totalitaire regimes om onbeperkte macht op te eisen. Een dergelijke macht kan alleen verzekerd worden wanneer letterlijk alle mensen, in elk aspect van hun leven afdoende gedomineerd worden." (11) “Totalitarisme streeft geen despotische heerschappij over mensen na, maar een systeem waarin mensen overbodig zijn." (12) "De poging om mensen overbodig te maken weerspiegelt de ervaring van de moderne massa's, die zich overbodig voelen op een overbevolkte aarde." (13)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 27 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Totalitarisme, pp. 343-344.

(2) Totalitarisme, p. 344.

(3) Totalitarisme, pp. 344-345.

(4) Ib.

(5) Totalitarisme, p. 345.

(6) Totalitarisme, pp. 348-349.

(7) Totalitarisme, p. 285.

(8) Ib.

(9) Ib.

(10) Totalitarisme, p. 286.

(11) Totalitarisme, p. 287.

(12) Totalitarisme, p. 287.

(13) Totalitarisme, p. 288.






26-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 4. Over de atomisering van leden van minderheden


Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

4. Over de atomisering van leden van minderheden

Dat mensen pas overheerst kunnen worden wanneer zij eerst geatomiseerd werden, houdt in dat (vrije) communicatie met anderen een voorwaarde is voor het vrijwaren van de individuele zelfstandigheid. Met andere woorden zullen mensen aan wie verhinderd wordt zich bij anderen te informeren omtrent toestanden en indrukken waarmee zij te maken krijgen, blootgesteld worden aan de beroving van hun zelfstandigheid en van hun vrijheid en zullen zij makkelijke prooien worden voor allerlei vormen van overheersing welke zich dan bovendien vaak voordoen als paternalisme, bescherming en zorg. Op die manier worden steeds vaker allerlei minderheidsgroepen quasi onopgemerkt uit de samenleving gebannen en een actuele poging daartoe is de nieuwe Hongaarse wet die homofilie op slinkse wijze linkt aan pedofilie waar zij insinueert dat het achterhouden van informatie over homofilie aan kinderen, hen zou beschermen tegen pedofilie, terwijl uiteraard het tegenovergestelde het geval is omdat de vervolging van homofilie, cryptohomofilie stimuleert, een wantoestand waarvan pedofielen gebruik maken om zich te verschansen omdat de praktijk van de pedofilie vrij spel kan krijgen ingevolge homofobie, zoals Frédérick Martel dat heeft uitgelegd aangaande de desbetreffende situatie in het Vaticaan in zijn Sodoma uit 2019. (1)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 25 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie: J.B., De kerk en het kindermisbruik: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3255882

Zie ook: Jan Bauwens, Panopticum Corona (2021), pp. 155v.: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112525.pdf





25-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 3. Over de opruiming van mensen

Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

3. Over de opruiming van mensen

Massavorming geschiedt middels de isolering van de individuen maar uiteraard gebeurt zulks bijzonder selectief, in die zin dat niet iedereen tot massamens veroordeeld wordt: ontmenselijkt worden alleen diegenen die men weg wil uit de maatschappij en zo vangt men twee vliegen in één klap: men hoeft de ongelukkigen niet te doden en derhalve kan geen sprake zijn van misdaad, laat staan van moord of genocide maar tevens verkrijgt men uit elk ontmenselijkt individu een bijzonder bruikbare restant die makkelijk geconditioneerd kan worden omdat elke weerstand daartegen via de voorafgaande atomisering werd teniet gedaan.

De mensen die geselecteerd worden om ontmenselijkt te worden, kennen wij van oudsher als de slachtoffers van discriminatie en de bewegingen tegen allerlei vormen van discriminatie bewerken vaak het tegendeel van wat zij voorhouden na te streven omdat de leugen nu eenmaal voor de waarheid vlucht in zevenmijlslaarsen. In een wereld die geregeerd wordt door het gouden kalf en waarin geld belangrijker is dan de mensen omdat de slachtoffers van het geld daarvan overtuigd kunnen worden dat geld een levensnoodzakelijk goed is waarvan niemand een euro teveel kan hebben terwijl zijzelf overbodig zijn omdat zij ook geloven dat er nu eenmaal teveel mensen zijn, worden allen geacht dienaren van het gouden kalf te zijn: zij moeten renderen, geld in het laatje brengen, en vanaf het ogenblik dat zij dat niet langer doen en dat zij daarentegen geld gaan kosten, kunnen zij in deze ideologie worden beschouwd als nutteloos of als schadelijk, zodat de oplossing voor dit probleem slechts kan bestaan in hun liquidatie.

Abortus of de moord op mensen nog vooraleer zij geboren zijn, kan massaal ongestraft gebeuren omdat, zoals rechters dat in hun wijsheid reeds lang hebben beslist, burgerrechten pas na de geboorte aan mensen kunnen worden toegekend. Euthanasie, sinds vele jaren toegepast op ouderlingen en op zieken, heeft zich vandaag een weg naar de legaliteit gebaand en wordt, als toppunt van cynisme, door haar slachtoffers zelf geconsumeerd en dan nog wel alsof het een medische behandeling betrof, want de geneeskunde is allang vervreemd van wat Hippocrates daar onder verstond omdat de mens niet langer een eindwaarde is en de gezondheid niet langer heilig, evenmin als de veiligheid en al die andere waarden, stammend uit een tijdperk dat voorgoed voorbij lijkt.

Er bestaat vandaag een heuse handel in lijken die immers beschouwd worden als bruikbaar afval met recupereerbare onderdelen, zoals dat het geval is met auto's en met andere instrumenten en zoals instrumenten die niet meer werken voor de volle honderd percent alras naar het containerpark verhuizen omdat men er sowieso genoeg van heeft, zo gebeurt dat ook met mensen die te kampen krijgen met gezondheidsproblemen: zij worden probleemloos opgeruimd en men komt even probleemloos weg met de verklaring dat zij onnuttig zijn geworden en alleen nog geld gaan kosten aan de maatschappij.

Gewis, de slachtoffers van de algemene opruiming gaan zelf geloven dat zij asociaal zijn wanneer zij niet instemmen met hun eigen nietigverklaring. En ziedaar het bewijs van de aan de gang zijnde activiteit van het totalitarisme waarover Hannah Arendt schrijft dat aan de mens zijn eigen dood ontnomen wordt. Bovendien: "Door omstandigheden in het leven te roepen waarin (…) het volstrekt onmogelijk is om goed te doen, worden in het totalitaire regime de slachtoffers mededaders." (1) Zo ook blijkt een totalitair regime erin te slagen "haar slachtoffers te overtuigen van hun schuld aan misdaden die ze nooit gepleegd hebben. (…) In een situatie waarin de scheidingslijn tussen fictie en werkelijkheid uitgewist wordt door de monsterachtigheid en de innerlijke consistentie van de beschuldiging, is niet alleen een sterk karakter vereist om te weerstaan aan de voortdurende bedreigingen, maar ook een groot vertrouwen in medemensen - kennissen, vrienden, buren, die 'het verhaal' nooit zullen geloven - zodat men niet zwicht voor de puur abstracte mogelijkheid van schuld. Zeker, dit toppunt van een kunstmatig gefabriceerde waanzin kan alleen in een totalitaire wereld bereikt worden." (2) Het volk belandt aldus in "de griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld." (2)

Maar niet alleen de 'nuttelozen' worden opgeruimd: de totalitaire maatschappij ruimt ook haar potentiële redders op, met name waar zij al diegenen die de waarheid aan het licht pogen te brengen, genadeloos ombrengt.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 25 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Totalitarisme, pp. 281-282.

(2) Totalitarisme, pp. 141-142.



24-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 2. Over de zonde tegen het lichaam

Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

2. Over de zonde tegen het lichaam

Het atomiseren van mensen teneinde hen te kunnen reduceren tot de partikels van een massa die vervolgens kan worden uitgebaat gebeurt, zoals Hannah Arendt beschrijft, door hen van elkaar te isoleren en dus door hun onderlinge communicatie te bemoeilijken of zelfs onmogelijk te maken. Dat kan middels gevangenzetting en afzondering, zoals dat vandaag wereldwijd gebeurt in het kader van de zogenaamde pandemie, maar het is ook mogelijk om dit doel te bereiken met alleen maar een psychosociaal en politiek instrumentarium dat zich dan vertaalt in een aantal voorschriften welke verplicht moeten worden nageleefd en waarvan de zwijgplicht of het spreekverbod niet alleen als de omerta onder misdadigers wordt toegepast maar ook de regel is in kloostergemeenschappen en in nog tal van andere al dan niet geheime genootschappen, politieke verenigingen, holdings en industrieën en wel in die mate dat het zich bezondigen aan spreken er beschouwd zal worden als verraad, vals spel of spionage.

Naast het spreekverbod, kunnen ook het lees- en schrijfverbod genoemd worden of eerder nog het bevorderen van zaken zoals het analfabetisme en de onderontwikkeling in het algemeen: alle hebben zij tot doel de waarheid te doden en hem te vervangen door elkaar overstelpende leugenachtigheden.

Ook het onderling verdelen van de individuen om te vermijden dat zij vriendschappelijke banden zouden smeden en dat zij zich zouden verenigen, is een beproefde methode lang voorafgaand aan het in voege treden van het Latijnse gezegde: Divide et impera! Dat gezegde drukt in feite kort en bondig uit wat Hannah Arendt zo gedocumenteerd doceert in haar Totalitarianism: de isolering van mensen welke hun eendracht breekt en daardoor ook hun weerstand tegen vreemde overheersers.

Mensen die behoren tot dezelfde groep staan van nature helemaal niet vijandig tegenover elkaar omdat hun bezit evenals hun werk een zaak is van de gemeenschap maar de installatie van het privaatbezit gecombineerd met het schaars houden van de goederen die men in bezit kan nemen, verdelen de oorspronkelijke gemeenschap in allemaal individuen die dan niet langer samen werken maar die plotseling een bijzonder onnatuurlijk gedrag gaan vertonen: zij proberen elk afzonderlijk zoveel mogelijk bezit naar zich toe trekken, vandaag meestal in de vorm van geld, waarmee ze bij de overheid of althans bij de door de overheid bestuurde en gecontroleerde organen zaken kunnen aanschaffen waarmee ze hun individuele noden kunnen lenigen. Het concurrentiële karakter van de economie is een alom ingeburgerde hefboom welke de gezagsdragers faciliteert in het geatomiseerd houden van de massa's die dan als menselijk vee tot hun beschikking staan.

De methodes om de productie van massamensen op te drijven zijn legio. Het aan mensen ontnemen van hun moedertaal en de verplichting tot het gebruik van een vreemde taal die zij echter nooit voldoende zullen kunnen beheersen om zich in alle spontaniteit uit te drukken, maakt de communicatie danig gebrekkig dat men er vanzelf van afziet teneinde de frustraties die dergelijke folteringen meebrengen, te kunnen ontlopen.

Het induceren van allerlei tegennatuurlijke plichtplegingen, beleefdheidsregels en protocollen of juist het afschaffen of het verbieden ervan kan de communicatie stremmen en zelfs stopzetten, zoals dat het geval is na de invoer van de nieuwste hoogtechnologische 'communicatiemiddelen' die beschouwd moeten worden als een vooruitgang terwijl zij precies het tegendeel bewerken aangezien zij directe gesprekken van mens tot mens in de vlotste taal en ondersteund door spontane mimiek en gebaren, vervangen door sterk vertraagde, vervormde en gecodeerde mededelingen via instrumenten welke bediend worden door een klavier dat pas middels bijzonder tegennatuurlijke en ziekmakende bewegingen te bespelen valt. In wezen gaat het hier allerminst om communicatiemiddelen maar wel om precies het tegendeel: isoleringsmiddelen.

De persoonlijkheid wordt weggewist mét het lichaam, het natuurlijke communicatie-instrument bij uitstek waarin de mededeling en de mededeler in een perfecte harmonie coëxisteren. De stem, het gelaat, de mimiek, de gebaren, de bewegingen en de uitingen van het hele lichaam dat daar waar communicatie aan de orde is, vereist wordt, doch de grote afwezige is.

De stemverheffingen zijn voortaan onhoorbaar en daarmee wordt ook niet langer de ernst van het gezegde aan de lijve ondervonden; het gefluister dat als een saus over de geheimen lag en dat ons de oren deed spitsen in het verlangen naar een weten dat voor ons de toegangspoorten tot de wereld opende, behoort al tot een ver verleden. De productie van onpersoonlijke standaardlettertekens via het getik op een standaardklavier is de doodsteek aan het handschrift dat naast betekenisdrager ook tekening was of persoonlijke illustratie, dat kanttekeningen toeliet, vergissingen en verschrijvingen.

Naar het geslacht van de gespreksgenoot moet voortaan expliciet worden gevraagd, hij of zij kan de ander voor de gek houden, de leeftijd blijft verborgen, de bibber of de vaste hand, de stemming, het karakter, de voorzichtigheid of de hoogdringendheid, de schaamte, het gevaar: alle persoonlijke nuances worden opgeofferd aan een standaardtype waartoe elke mens herleid wordt.

De belediging van het lichaam en die van het gevoel is moordend en van de mens schiet niets meer over dan een afgietsel van een standaardvorm dat dan ook vervangbaar is en derhalve overbodig. Het zal worden teruggebracht tot een beheersbaar getal dat zo nodig vermenigvuldigd kan worden ofwel gedecimeerd. De vraag rest echter: waartoe bestaat het dan nog allemaal? Zal wat overschiet van wat eens mensen waren, in die eindeloze ellende van zichzelf beroofd, dan niet streven naar een spoedig einde aan het on-leven waarin het hopeloos gevangen zit?

Het volstaat om zich een ogenblik te bezinnen over het wonder van het menselijk lichaam om zonder de geringste twijfel te kunnen inzien dat de vervanging en derhalve de uitschakeling ervan door middel van instrumenten die men de mensen doet begeren en waarvoor zij moeten werken totdat zij er hun gezondheid bij inschieten en hun geluk, zonde is. Steeds groter wordt de massa van degenen die het helemaal niet erg meer vinden om in het eigen lichaamsvet gevangen te zitten als zij maar de beschikking hebben over een Porsche om zich mee te verplaatsen en te vertonen.

De auto, de machine, het instrument dat gemak belooft maar wel in ruil voor dikwijls onomkeerbare verminking, verblindt en vermoordt de mens als zodanig en wat rest van de mens van voorheen is, paradoxaal genoeg, een louter instrument, een ding, een onderdeeltje van de massa die gehoor geeft aan een vreemd bevel, die zich in huiver schikt naar de hem voorgeschreven regels, die zelfs niet meer van vrijheid dromen kan omdat hij zich niet langer onderscheidt van de werktuigen die hij hanteert met precisie volgens de voorschriften van vreemde heersers. Hij is verdwenen 'zoals een gelaat in het zand aan de grens van de zee'.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 24 juni 2021)



23-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme 1. Over de hybris

Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme

1. Over de hybris

Het totalitarisme, eerst in de literatuur in beeld gebracht door George Orwell met zijn 1984 dat dateert van 1948 en vervolgens in de filosofie beschreven en voor het eerst als zodanig benoemd door Hannah Arendt met The Origins of Totalitarianism (1) dat verscheen in 1951, is in wezen de heerschappij (middels haar logica) van een aanbeden idee (een ideologie) over een tot een massa herleide mensenmenigte die oorspronkelijk bestond uit stammen, volkeren, klassen, families maar ook en vooral uit mensen, waarbij de omvorming van de menigte (dit zijn: mensen met elk hun eigenheid en kwaliteit) tot een massa (dit is: een loutere kwantiteit ontdaan van elke andere individuele kwaliteit dan deze die de massa met telkenmale één eenheid groter maakt) het gevolg is van de ontmenselijking van de individuen en waarbij die ontmenselijking zich vooral voltrekt ingevolge de isolering van alle mensen die aldus van hun menselijke relaties en daarmee ook van hun mens-zijn zelf (waarvoor de intermenselijke relaties - en/of gebeurlijk de relatie met god - een voorwaarde vormen) beroofd worden.

Hannah Arendt wijst erop dat het inzake totalitarisme niet gaat om tirannie of dus om de heerschappij van een mens over anderen maar wel over de heerschappij van een ideologie en dat is een niet-mens over mensen: een totalitarisme onderwerpt mensen aan een niet-mens.

Neemt men nu aan dat er een god bestaat, dan betekent het totalitarisme de (alleen)heerschappij van een afgod of een onmens die zelfs niet door een welbepaald menselijk individu vertegenwoordigd wordt. Zo bijvoorbeeld is het kapitalisme een totalitarisme in die zin dat daar de afgod van het gouden kalf of het geld, dat niet meer verdient dan een louter ruilmiddel te zijn of een kwantiteit en meer bepaald die kwantiteit welke per definitie van elke specifieke kwaliteit ontdaan is (waardoor het voor een aantal zaken geruild kan worden), zich boven zichzelf verheven lijkt te hebben - maar in feite is het de mens die het geld verheven heeft tot god en die het aldus tot zijn afgod heeft gemaakt, namelijk door het te gaan aanbidden, wat uiteraard pas mogelijk is (en misschien zelfs noodzakelijk) nadat eerst god als zodanig werd verworpen omdat per slot van rekening niemand twee heren dienen kan.

Maar ook indien men het bestaan van god verwerpt, blijft het totalitarisme in kwestie een toestand waarbij mensen worden onderworpen (of zichzelf onderwerpen) aan een ding - in dit geval een ideologie maar in vroegere tijden betrof het bijvoorbeeld ook heel letterlijk een beeld, een afgodsbeeld zoals de moloch, aan wie - andermaal heel letterlijk - mensenoffers werden gebracht.

Dat wij leven in een tijdperk van afgoderij of idolatrie is overduidelijk en de kloof tussen het idool (in het geval van Stalin en Hitler: de tiran die het centrum was van een personencultus) en de ideologie is niet zo groot als men wel eens kon wensen omdat ook idolen wezenlijk 'ontmenst' zijn door de eigen identificatie met iets wat zij niet kunnen zijn en waarvan de schijn (of de 'fictie' zoals Arendt die noemt) moet opgehouden worden door de constant afgedwongen aanbidding van hun 'persona' in de authentieke betekenis van 'masker'. Arendt is overigens ook onduidelijk over de zaak wanneer zij nu eens spreekt over de personencultus omtrent de Führer terwijl zij ons dan weer bezweert dat het gaat om de ideologie - de verafgoding van de natuur bij de nazi's en van de geschiedenis in het Stalinisme, of alvast het concept dat men dan heeft over de natuur en over de geschiedenis, want als men bijvoorbeeld gelooft de natuur een handje te moeten helpen, dan verklaart men uiteraard eerst wat men zijns inziens onder die natuur dient te verstaan en analoog pretendeert men eveneens te weten waar de geschiedenis naartoe wil als men meent dat men haar gang dient te bespoedigen.

Wat er in feite aan de gang is waar mensen zich onderwerpen of onderworpen worden aan niet-mensen, is niets anders dan de verwisseling van de werkelijkheid met een spel: elke niet-menselijke heerschappij manifesteert zich immers middels regels - spelregels - die gevolgd moeten worden en die ernaar streven om de natuurwetten (de regels die de werkelijkheid zelf ons oplegt en die wij respecteren op straffe van uiteindelijk de dood) in hun schaduw te stellen. Zo streeft het kapitaal ernaar om de natuurlijke vruchtbaarheid na te bootsen en die uiteindelijk te overtroeven waar het bijvoorbeeld maakt dat voedsel weggegooid wordt wanneer de verspilling winst oplevert. In de reductie van de werkelijkheid tot een spel (of althans in de poging daartoe) tracht de mens zich tot god te verheffen. En uitgerekend in de godsdienst waarin hij god zijn vader noemt, acht hij zichzelf geen schepsel doch een zoon van god, een erfgenaam van de goddelijkheid, en dus god zelf, wat de Oude Grieken toeschreven aan de hybris: de overmoed of de grootheidswaan welke een ongebreidelde heerszucht is die de goden nimmer onbestraft hebben gelaten, zoals men kan lezen in de Griekse mythologie. (2)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 24 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Voor een volledige, correcte en vlot leesbare Nederlandstalige weergave van de Griekse mythologie, zie: Kris Vansteenbrugge, Uit het schuim van de zee. De Griekse mythologie in 136 verhalen.



22-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dirk De Schutter over zijn boek 'Het catastrofale' (2014)
Dirk De Schutter over zijn boek 'Het catastrofale' (2014):


21-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 14: De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie en tussen waar en onwaar niet langer bestaat

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 14: De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie en tussen waar en onwaar niet langer bestaat

Het totalitarisme is nieuw en onderscheidt zich van tirannie doordat het alle sociale, wettelijke en politieke tradities vernietigt, klassen tot massa's omvormt en mikt op wereldheerschappij. Met de dood van Hitler en Stalin zal het echter niet verdwijnen. Het totalitarisme staat buiten de tweedeling van legaliteit en wetteloosheid omdat het "pretendeert strikt en ondubbelzinnig te gehoorzamen aan die wetten van de natuur of de geschiedenis, waaraan alle positieve wetten zogezegd ontspringen." (1) Het houdt zichzelf voor "een hogere vorm van legitimiteit, die de bekrompen wettelijkheid naast zich neer kan leggen, omdat ze zich laat inspireren door de bronnen zelf. De totalitaire wettelijkheid beweert dat ze een manier gevonden heeft om de rechtvaardigheid op aarde te laten zegevieren (...)."(2) "(…) omdat [ze] beweert de mensheid zelf tot belichaming van de wet te maken." (3) "[Ze] voert de wet van de geschiedenis of de natuur uit, zonder die wet te vertalen in normen die bepalen wat juist en verkeerd is voor individueel gedrag." (4) "Als de wet van de natuur of de wet van de geschiedenis correct uitgevoerd wordt, dan kan men verwachten dat ze de mensheid als haar eindproduct produceert, en deze verwachting ligt ten grondslag aan de aanspraak van alle totalitaire regeringen op planetaire heerschappij." (5)

"Het totalitarisme interpreteert alle wetten als bewegingswetten." (6) Centraal staat het ontwikkelingsbegrip, zowel in de natuur (Darwinisme) als in de geschiedenis (historisch materialisme) en de dingen zijn slechts fasen in een evolutieproces. Uit de totalitaire ideologie volgt een totalitaire politiek. Zegt de natuurwet dat al het schadelijke geëlimineerd moet worden en zegt de historische wet dat de klassenstrijd zekere klassen elimineert, dan moet ook in de politiek het elimineren of doden een (blijvende) wet zijn, anders zouden de natuur en de geschiedenis zelf eindigen. Zoals wetten garanderen dat regeringen niet tiranniek zijn, zo garandeert terreur de totalitaire overheersing. Met terreur wil het totalitarisme de natuur en de geschiedenis een handje helpen: het natuurlijke of historische proces is goed; alles wat het in de weg staat, is kwaad; het enige recht is dat van de sterkste; het individu moet opgeofferd worden aan de soort.

"[De totale terreur] vervangt de (…) communicatiekanalen tussen individuele mensen door een ijzeren band, die hen zo dicht op elkaar perst dat hun pluraliteit als het ware opgelost wordt in één mens van gigantische afmetingen. Het slopen van de omheiningen die de wetten tussen de mensen optrekken, berooft de mens - zoals in een tirannie - van zijn vrijheden en vernietigt zijn vrijheid als levende politieke realiteit." (7)

Het instrument waarvan een totalitair regime zich bedient, is de ideologie. "Ideologieën staan bekend om hun wetenschappelijk karakter: ze combineren de wetenschappelijke benadering met resultaten van filosofisch belang en pretenderen wetenschappelijke filosofie te zijn." (8) Een ideologie pretendeert onterecht dat de werkelijkheid volgens de logica van haar idee verloopt, alsof de realiteit een afgeleide was van die idee, zoals bijvoorbeeld in het racisme en in het deïsme maar ook in de dialectische logica van het marxisme die aldus feitelijke contradicties wegredeneert. Zo wordt "de vrijheid, inherent aan het menselijk vermogen om te denken [ingeruild] voor de dwangbuis van de logica, waarmee de mens zichzelf haast even gewelddadig kan dwingen als wanneer hij gedwongen wordt door een of andere uitwendige macht." (9)

Pas in een totalitair regime komt de ware natuur van een ideologie aan het licht. Ten eerste maken ideologieën aanspraak op een totale verklaring en derhalve op een verklaring van de geschiedenis van de dingen. Ten tweede zetten ze daardoor de ervaring buiten spel: de ideologie komt los van de realiteit omdat ze het zintuiglijke verwerpt en alleen steunt op haar idee (een premisse) waaruit alles 'logisch' voortvloeit, wat "ideologische indoctrinatie" is. (10) "De propaganda van de totalitaire beweging (…) streeft er altijd naar om in elke publieke en tastbare gebeurtenis een geheime betekenis in te spuiten en achter elke publieke, politieke daad een geheime inhoud te vermoeden. Zodra de bewegingen aan de macht gekomen zijn, beginnen ze de werkelijkheid te wijzigen, tot ze overeenstemt met hun ideologische beweringen." (11)

"Het begrijpen wordt gerealiseerd, doordat de geest, hetzij op een logische hetzij op een dialectische manier, de wetten van de 'wetenschappelijk' vastgesteld bewegingen imiteert; de geest integreert deze processen door ze te imiteren." (12) "De kunstgreep die beide totalitaire heersers [Stalin en Hitler] gebruikten om hun respectieve ideologieën om te smeden tot wapens, waarmee elk van hun onderdanen zichzelf kon dwingen om gelijke tred te houden met de terreurbeweging, was bedrieglijk eenvoudig en onopvallend: zij namen hun ideologieën doodernstig [en trokken ze door tot] de uitersten van logische consistentie (...)", (13) zijnde de uitroeiing van bijvoorbeeld zogenaamd niet levensvatbare klassen. "Het ligt in de aard zelf van een ideologische politiek (…) dat de werkelijke inhoud van de ideologie (…) waaruit de 'idee' (…) oorspronkelijk ontstaan is, verteerd wordt door de logica waarmee de 'idee' wordt uitgevoerd." (14) Het argument van zowel Stalin als Hitler luidt: "Je kan niet A zeggen zonder B en C te zeggen, enzovoort, het rijtje af tot aan het einde van het moorddadige alfabet."(15) Deze tirannie van de logiciteit creëert een innerlijke dwang in dienst van de totalitaire heersers en zij maakt ons onvrij.

"De dwang van de totale terreur perst (…) massa's geïsoleerde mensen samen en ondersteunt ze in een wereld die voor hen een wildernis geworden is; de dwingende kracht van de logische deductie stoomt elk individu klaar om in verlatenheid en afzondering, weg van alle anderen, te leven; (...)" (16) "Juist zoals de terreur (…) alle verhoudingen tussen mensen kapot maakt, zo maakt de dwang van het ideologische denken elke verhouding tot de werkelijkheid kapot." (17) Arendt besluit deze paragraaf met een bijzonder belangrijke conclusie nadat zij vastgesteld heeft dat mensen het vermogen om te ervaren en om te denken verliezen samen met het verlies van de contacten met de medemensen en met de werkelijkheid: "De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is niet de overtuigde nazi noch de overtuigde communist, maar de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie (dat wil zeggen de werkelijkheid en de ervaring) en het onderscheid tussen waar en onwaar (dat wil zeggen de normen van het denken) niet langer bestaan." (18)

De isolering van de individuen bewerkt hun onmacht en is daarom de ideale voedingsbodem voor het totalitarisme en zeker het gevolg ervan. Terwijl de tirannie de privésfeer nog intact laat, fnuikt het totalitarisme deze eveneens. (19) "Afzondering [die zelfs nodig is om te arbeiden] wordt (…) ondraaglijk, wanneer de meest elementaire vorm van menselijke creativiteit, namelijk het vermogen om iets van zichzelf aan de gemeenschappelijke wereld toe te voegen, vernietigd wordt." (20) "Op dat moment wordt afzondering verlatenheid". (21) Ook de privésfeer is dan vernietigd.

Afzondering is verwant met ontworteling ("geen plaats in de wereld hebben die door anderen erkend en gewaarborgd wordt" (22)) en met overbodigheid ("helemaal niet tot de wereld behoren" (23)). "Verlatenheid is geen eenzaamheid [want] laat zich het scherpst voelen in gezelschap met anderen." (24) Arendt verwijst naar Epictetus in wiens visie "de verlaten mens zich omringd weet door anderen met wie hij niet in contact kan treden en aan de vijandigheid van wie hij is blootgesteld. De eenzame mens daarentegen is alleen en kan daarom 'samenzijn met zichzelf' aangezien mensen over het vermogen beschikken om 'met zichzelf te spreken'." (25) Toch is het contact met anderen onmisbaar teneinde de eenzame "te redden uit de dialoog van het denken waarin iemand altijd gespleten blijft (...)" (26) en die verlatenheid is. Daarin verliest een mens zijn zelfvertrouwen en zijn vertrouwen in de wereld, het vermogen om te denken en om te ervaren. Alleen de bekwaamheid tot logisch redeneren vanuit een vanzelfsprekende premisse blijft intact. "Maar deze waarheid is 'leeg', of beter gezegd, het is helemaal geen waarheid, omdat ze niets openbaart." (27) Arendt voegt hier aan toe: "(De stelling dat consistentie waarheid is, die sommige moderne logici verdedigen, betekent dat men het bestaan van de waarheid ontkent.)" (28)

“"Wat mensen in de niet-totalitaire wereld klaar stoomt voor de totale overheersing, is het feit dat de verlatenheid, die ooit een grenservaring was, meestal ondergaan in bepaalde marginale sociale situaties zoals de oude dag, voor de steeds groeiende massa's in onze eeuw een alledaagse ervaring geworden is. Het meedogenloze proces waarin het totalitarisme de massa's drijft en organiseert, lijkt op een suïcidale ontsnapping uit deze werkelijkheid. Het 'ijskoude redeneren' (…) verschijnt als de laatste steun in een wereld waar niemand betrouwbaar is (…)." (29) De georganiseerde verlatenheid van het totalitarisme kan onze wereld verwoesten en dit gevaar blijft aanwezig.



(J.B., 21 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 321. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, p. 322.

(3) Totalitarisme, p. 323.

(4) Totalitarisme, p. 322.

(5) Totalitarisme, pp. 322-323.

(6) Totalitarisme, p. 324.

(7) Totalitarisme, p. 328.

(8) Totalitarisme, p. 333.

(9) Totalitarisme, p. 335.

(10) Totalitarisme, p. 337.

(11) Ib.

(12) Totalitarisme, pp. 337-338.

(13) Totalitarisme, p. 338.

(14) Totalitarisme, pp. 339-340.

(15) Totalitarisme, p. 340.

(16) Totalitarisme, p. 341.

(17) Totalitarisme, p. 342.

(18) Ib.

(19) Totalitarisme, p. 343.

(20) Totalitarisme, pp. 343-344.

(21) Totalitarisme, p. 344.

(22) Totalitarisme, pp. 344-345.

(23) Ib.

(24) Totalitarisme, p. 345.

(25) Totalitarisme, p. 346.

(26) Ib.

(27) Totalitarisme, p. 348.

(28) Ib.

(29) Totalitarisme, pp. 348-349.



18-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 13: De levende dode, de triomf van het totalitaire systeem

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 13: De levende dode, de triomf van het totalitaire systeem

“Wellicht onderscheidt niets de moderne massa's radicaler van de massa's uit vorige eeuwen dan het verlies van het geloof in het Laatste Oordeel: de slechtsten hebben hun vrees verloren, de besten hun hoop.” (1) Hun rest de belofte dat de hemel en de hel door de mens gemaakt kunnen worden. De concentratiekampen worden nog het beste benaderd door de middeleeuwse beelden van de hel, die geen mens ooit kan verdiend hebben. De groteske willekeur waarmee mensen worden geliquideerd maakt duidelijk dat allen 'overbodig' zijn. “Het doel van een arbitrair systeem is de burgerrechten van de hele bevolking te vernietigen (...).” (2) Eerst wordt de juridische persoon in de mens gedood: de wetteloosheid eist erkenning, mensen worden 'preventief' veroordeeld, het wordt hun duidelijk gemaakt dat zij nu “alle reden hebben om de gemeenste dief of moordenaar te benijden.” (3) De groepen onschuldigen die gearresteerd worden, “lenen zich het best voor diepgaande experimenten inzake beroving van rechten en vernietiging van de juridische persoon. (…) [Zij vormen] (…) de meest essentiële categorie van de kampbevolking.” (4) “De volgende beslissende stap in het klaarstomen van levende lijken is de moord op de morele persoon in de mens. (…) Dit gebeurt (…) door het martelaarschap onmogelijk te maken: (...) wanneer er geen getuigen overblijven, kan er geen getuigenis zijn.” (5) Het gaat om “georganiseerde vergetelheid.” (6) “Smart en herinnering zijn verboden.” (7) “Door de dood anoniem te maken (…) beroofden de concentratiekampen de dood van haar betekenis als einde van een vervuld leven. In zekere zin ontnamen ze het individu zijn eigen dood (…). Zijn dood bezegelt alleen het feit dat hij nooit werkelijk bestaan heeft. Het menselijk geweten zou nog altijd weerstand hebben kunnen bieden aan deze aanval op de morele persoon, omdat het hem vertelt dat het beter is te sterven als slachtoffer dan te leven als een bureaucraat en een moordenaar. De totalitaire terreur haalde haar meest verschrikkelijke triomf op het moment dat ze erin slaagde de persoon van deze individualistische ontsnapping af te snijden en de beslissingen van het geweten absoluut twijfelachtig en dubbelzinnig te maken.” (8) “Door omstandigheden in het leven te roepen waarin (…) het volstrekt onmogelijk is om goed te doen”, worden in het totalitaire regime de slachtoffers mededaders.” (9) De scheidslijn tussen moordenaar en slachtoffer wordt voortdurend verdoezeld. Ten derde wordt de unieke identiteit in de mens gedood, wat van mensen beesten maakt. Het begint bij het transport van de opeengepakte naakte mensenhoop naar de kampen, het scheren van het hoofd, het uniform, het nummer, de folteringen. En dan “maakte de oude spontane beestachtigheid plaats voor een absoluut koude en systematische vernietiging van menselijke lichamen, erop berekend om de menselijke waardigheid te vernietigen; de dood werd vermeden of voor onbepaalde tijd uitgesteld.” (10) De vernietiging van de individualiteit “[verklaart] waarom miljoenen menselijke wezens zich zonder weerstand naar de gaskamers hebben laten leiden.” (11) Wat overbleef waren “marionetten met een menselijk gelaat, die zich allen gedragen als de hond van Pavlovs experimenten (…). Dit is de ware triomf van het systeem [dat erin slaagt] zijn slachtoffer te vernietigen vooraleer het het schavot bestijgt.” (12) Aldus toont zich “de macht van de meesters.” (13) “De 'modelburger' van de totalitaire staat is de hond van Pavlov.” (14) “Het ligt in de ware natuur van totalitaire regimes om onbeperkte macht op te eisen. Een dergelijke macht kan alleen verzekerd worden wanneer letterlijk alle mensen, in elk aspect van hun leven afdoende gedomineerd worden.” (15) “Totalitarisme streeft geen despotische heerschappij over mensen na, maar een systeem waarin mensen overbodig zijn.” (16) “De poging om mensen overbodig te maken weerspiegelt de ervaring van de moderne massa's, die zich overbodig voelen op een overbevolkte aarde.” (17) Die waanzin is tegelijk de koele logica van de totalitaire ideologie welke gelijkenis vertoont met de systemen van paranoïci waarin “alles op een begrijpelijke en zelfs dwingende manier volgt uit een eens aanvaarde premisse.” (18) Het totalitarisme heeft ideologische motieven: het wil de wereld consistent maken. Alles moet voorspelbaar en maakbaar zijn en alle mensen aldus vervangbaar en overbodig. (19)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 18 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 273. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, p. 279.

(3) Totalitarisme, p. 276.

(4) Totalitarisme, p. 277.

(5) Totalitarisme, pp. 280-281.

(6) Totalitarisme, p. 281.

(7) Ib.

(8) Totalitarisme, pp. 281-282.

(9) Totalitarisme, p. 282.

(10) Totalitarisme, p. 284.

(11) Totalitarisme, p. 285.

(12) Ib.

(13) Ib.

(14) Totalitarisme, p. 286.

(15) Totalitarisme, p. 287.

(16) Totalitarisme, p. 287.

(17) Totalitarisme, p. 288.

(18) Totalitarisme, p. 289.

(19) Totalitarisme, p. 290-292.



17-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 12: Totale overheersing

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 12: Totale overheersing

"De concentratie- en uitroeiingskampen van de totalitaire regimes doen dienst als de laboratoria, waarin het fundamentele geloof van het totalitarisme dat alles mogelijk is, geverifieerd wordt." (1) Het gaat erom "iets te produceren dat niet bestaat", (2) met name een mensensoort die gelijkt op andere diersoorten en die, als hij al niet uitgeroeid wordt, middels indoctrinatie en terreur ontdaan is van elke spontaniteit: de menselijke persoonlijkheid moet omgevormd worden tot een louter ding, volledig geconditioneerd zoals de hond van Pavlov, een geperverteerd dier. (3) "(...) hoe onwaarschijnlijk het immers ook moge klinken, deze kampen zijn de ware en centrale institutie van de totalitaire organisatorische macht" (4) De verslagen erover gaan het menselijk verstand en de ervaring te boven. "(...) iedereen die [erover] spreekt of schrijft, wordt nog altijd als verdacht beschouwd (…) en vaak wordt hij zelf bestormd door twijfels over zijn eigen waarachtigheid, als had hij een nachtmerrie voor werkelijkheid gehouden." (5) De nazi's wisten dat het raadzaam is om misdaden op een onwaarschijnlijk reusachtige schaal te plegen omdat hun ontkenningen dan makkelijker geloofd worden dan wat hun slachtoffers naar waarheid vertellen. "Hitler liet miljoenen kopieën van zijn boek circuleren, waarin hij stelde dat een leugen kolossaal dient te zijn, wil ze succesvol zijn." (6)

Vanaf een zeker punt wordt het middel doel en dient terreur niet langer als middel om mensen af te schrikken: de terreur tegen de ander houdt aan nadat die zich allang gewonnen gegeven heeft; overwonnenen worden afgeslacht; de kolonisering ging eeuwenlang gepaard met de uitroeiing van inheemsen. Het nihilistische principe van totalitaristen luidt dat alles geoorloofd is maar "het gezond verstand en 'normale mensen' weigeren te geloven dat alles mogelijk is." (7) "Wat betekent het begrip moord nog, wanneer we geconfronteerd worden met de massaproductie van lijken? Wij proberen het gedrag van gevangenen in concentratiekampen en van ss'ers psychologisch te begrijpen, terwijl we ons eigenlijk zouden moeten realiseren dat de psyche kan worden vernietigd, ook als men de fysische mens intact laat (…). Het eindresultaat bestaat in elk geval uit onbezielde mensen, dat wil zeggen mensen die men niet langer psychologisch kan verstaan (…)." (8)

Alle pogingen om over te brengen wat er in wezen in de kampen gebeurde, zijn mislukt. "Vandaag weten wij dat moord slechts een beperkt kwaad is. De moordenaar (…) beweegt zich nog altijd binnen het ons vertrouwde domein van leven en dood. (…) De moordenaar laat een lijk achter en wendt niet voor dat zijn slachtoffer nooit bestaan heeft." (9)

"De werkelijke verschrikking van de concentratie- en vernietigingskampen ligt in het feit dat de gevangenen, ook al blijven ze toevallig in leven, effectiever van de wereld van de levenden worden afgesneden dan wanneer ze waren gestorven, omdat terreur dwingt tot vergeten." (10) "Er bestaan geen parallellen voor het leven in de concentratiekampen. De verschrikking ervan kan nooit volledig door de verbeelding gevat worden, om de eenvoudige reden dat die verschrikking zich buiten het leven en de dood ophoudt. (…) omdat de overlevende terugkeert naar de wereld van de levenden - die het hem onmogelijk maakt volledig geloof te hechten aan zijn voorbije ervaringen." (11)

De kampen hadden geen economische functie, de vernietigingsfabrieken waren peperduur, de kampen bestonden omwille van zichzelf. De kampgevangen "worden behandeld alsof ze niet meer bestonden, alsof wat er met hen gebeurde voor niemand nog belang had, alsof ze reeds dood waren en alsof een of andere krankzinnige geest zichzelf amuseerde door ze voor een poos tussen leven en dood op te houden, vooraleer ze toe te laten tot de eeuwige vrede." (12)

De kampen zijn een plek waar mensen gefolterd en afgemaakt worden terwijl niemand in staat is zich te realiseren dat dit gebeuren meer is dan een absurde droom. "Het gezond verstand reageerde op de verschrikkingen (…) [met]: 'Wat voor misdaad moeten deze mensen begaan hebben, dat hen zulke dingen worden aangedaan!" (13) Mensen blijken "hun helse fantasieën te kunnen realiseren zonder dat de hemel naar beneden valt of de aarde openscheurt." (14)



(Wordt vervolgd)

(J.B., 18 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 261. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, p. 262.

(3) Ib.

(4) Totalitarisme, p. 263.

(5) Ib.

(6) Ib.

(7) Totalitarisme, p. 265.

(8) Totalitarisme, pp. 265-266.

(9) Totalitarisme, p. 268.

(10) Totalitarisme, p. 269.

(11) Totalitarisme, p. 270.

(12) Totalitarisme, p. 272.

(13) Totalitarisme, p. 273.

(14) Ib.



16-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 11: De geheime politie en facebook, experimenten en liquidaties

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 11: De geheime politie en facebook, experimenten en liquidaties

Komt de totalitaire beweging aan de macht, dan bemannen haar handlangers de regering zodat de totalitaristen in feite de staat gebruiken als niet-totalitaire façade waarachter zijzelf geheel verborgen totalitair regeren. Daarbij moeten zij hun fictie kunnen blijven beschermen tegen de feiten en voor de buitenwereld een schijn van normaliteit kunnen ophouden: "Boven de staat en achter de façades van de ogenschijnlijke macht, in een doolhof van menigvuldige diensten, aan de basis van alle gezagsverschuivingen en temidden van een chaos van inefficiëntie, ligt de machtskern van het land: de superefficiënte en supercompetente diensten van de geheime politie [GP]." (1)

Op de keper beschouwd wordt het leger in een totalitaire staat contradictorisch omdat het zich richt tegen buitenlandse vijanden die er in feite niet zijn omdat het totalitarisme internationalistisch is en daarom wordt het beter vervangen door internationale filialen van de GP die het buitenland eigenlijk inpalmen. In de beginfase worden wie weerstand bieden geliquideerd en pas nadat de uitroeiing van vijanden een feit is, komen de terreur en de totale overheersing. "Praktisch gesproken gaat de totalitaire heerser te werk als een man die hardnekkig iemand anders beledigt, tot iedereen weet dat de laatste zijn vijand is, zodat hij met een zekere geloofwaardigheid zijn gang kan gaan en hem kan doden uit zelfverdediging. Dit is bepaald grof, maar het werkt - zoals iedereen weet die ooit heeft gadegeslagen hoe succesvolle carrièrejagers mededingers elimineren." (2)

Totalitaristen spreken ook over 'objectieve vijanden' die ideologisch gedefinieerd worden. De GP, gedefinieerd als 'een staat in de staat', ontleent haar macht aan de geheime informatie waarover zij beschikt en zij is onderworpen aan de wil van de leider, die de te liquideren vijanden aanduidt en die de GP ["bemand door agenten die elkaar niet kennen" (3)] daarom als enige vertrouwt. De GP wordt verdubbeld omwille van de flexibiliteit: "dit maakt wijzigingen op het laatste nippertje mogelijk, zodat één afdeling de voorbereidingen treft om de fabrieksdirecteur de Orde van Lenin uit te reiken, terwijl een andere schikkingen treft voor zijn arrestatie." (4) De GP voert geheel blindelings haar opdrachten uit; blindelings, want "de voor het totalitarisme centrale veronderstelling dat alles mogelijk is, leidt (…) tot de absurde en vreselijke consequentie dat elke misdaad die de heersers kunnen bedenken, bestraft moet worden, ongeacht of die misdaad al dan niet gepleegd werd." (5)

"Onder totalitaire regimes wordt provocatie - vroeger alleen de specialiteit van de geheime politie - een methode om met zijn buurman om te gaan, en iedereen wordt er, gewild of ongewild, toe gedwongen deze methode te gebruiken. Iedereen is in zekere zin de agent provocateur van ieder ander (…)." (6) "In een systeem van alomtegenwoordige spionage, waar iedereen politieagent kan zijn en elk individu zich constant geobserveerd voelt - in omstandigheden bovendien waar carrières uiterst onzeker zijn en waar het dagelijkse kost is dat iemands ster op de meest spectaculaire wijze rijst, om morgen alweer te vallen -, wordt elk woord dubbelzinnig en vatbaar voor retrospectieve 'interpretatie'." (7)

Carrières en massale tewerkstelling zijn te danken aan navenante zuiveringen: Stalin gaf trots werk aan een half miljoen bolsjevisten na de reusachtige zuivering van 1939 en ook in Duitsland zorgde de massale opruiming van de joden voor nieuwe banen. En dat de tewerkgestelden aldus aan deze misdaden medeplichtig werden, garandeerde hun loyauteit jegens het regime. (8)

Het totalitarisme creëerde ook de psychologie van de dubbelagent, "bereid de prijs van een kort leven te betalen voor het opwindende bestaan van enkele jaren aan de top", (9) wat ook de levensfilosofie werd voor het hele volk. 'Objectieve vijanden' zoals Joden en Polen werd lukrake slachtoffers, hetzij als beschuldigden, hetzij als niet-levensvatbaar verklaarden en 'ongewensten' (zoals geesteszieken): de quota moesten nu eenmaal worden volgemaakt. (10) De moeilijkste taak van de GP bestaat erin de sporen te laten verdwijnen van de door hen geliquideerden.

De Ochrana vond een klasseersysteem uit met de namen van principieel alle burgers waarbij middels speciale tekens hun onderlinge relaties aanschouwelijk werden: vriendschapsrelaties, vijanden, kennissen, enzovoort. [En ziedaar de voorloper van 'facebook', dat op dat vlak vandaag aan zijn beheerders uiteraard quasi eindeloze mogelijkheden biedt.] Arendt zegt erover dat als zo'n perfecte kaart ooit bestond, ze het "wellicht mogelijk zou maken om mensen zonder enig spoor uit te wissen, alsof ze helemaal niet hadden bestaan." (11)

Dat laatste is dan ook de grootste zorg van de GP nadat ze hun slachtoffers hebben laten verdwijnen. "Het enige strikt bewaarde geheim in een totalitair land (…) betreft de operaties van de politie en de omstandigheden in de concentratiekampen." (12) De grootste misdaad bestaat erin over die geheimen te spreken. Edoch, "aangezien een mens voor zijn kennis afhankelijk is van de bevestiging en het begrip van zijn medemensen, verliest deze algemeen gedeelde, maar individueel bewaarde, deze nooit besproken informatie haar werkelijkheidskarakter, en wordt ze een pure nachtmerrie. Alleen zij die in het bezit zijn van [die] strikt geheime kennis (…) zijn in staat met elkaar te communiceren over wat in feite de werkelijkheid van allen uitmaakt. Dat is hun geheim, en om dit geheim te bewaren vormen ze een geheime organisatie (...)" (13) Het geheime genootschap wordt opgericht "met de bedoeling om het onfatsoenlijke experimentele onderzoek naar de grenzen van het mogelijke te kunnen uitvoeren." (14) Arendt besluit dit hoofdstuk als volgt: "(...) het is haast onmogelijk om te weten hoeveel van deze mensen, wanneer ze verder blootgesteld worden aan (…) werkloosheid, blij zullen berusten in een 'bevolkingsbeleid' dat bestaat in een regelmatige eliminatie van het surplus aan mensen, en hoeveel onder hen, wanneer ze hun groeiend onvermogen ervaren om de lasten van het moderne leven te dragen, zich blij zullen conformeren aan een systeem dat, samen met hun spontaniteit, hun verantwoordelijkheid elimineert. Met andere woorden (…) weten we niet hoe goed (…) het geheim van deze GP tegemoet komt aan de geheime verlangens en de geheime medeplichtigheden van de massa's in onze tijd." (15)



(Wordt vervolgd)

(J.B., 16 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 238. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, p. 243.

(3) Totalitarisme, p. 245.

(4) Ib.

(5) Totalitarisme, p. 247.

(6) Totalitarisme, pp. 250-251.

(7) Totalitarisme, p. 251.

(8) Totalitarisme, pp. 252-253.

(9) Totalitarisme, p. 253.

(10) Totalitarisme, pp. 253-254.

(11) Totalitarisme, pp. 255-256.

(12) Totalitarisme, p. 258.

(13) Ib.

(14) Totalitarisme, p. 259.

(15) Totalitarisme, p. 261.



14-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 10: De totalitaire staat

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 10: De totalitaire staat

Wanneer een totalitaire beweging aan de macht komt, wordt zij uiteraard geconfronteerd met de werkelijkheid die helemaal niet overeenstemt met de fictie welke zij aan de massa wil opdringen en het kost haar dan heel wat inspanningen om de belijdenis van haar leugens te blijven afdwingen. Zoals gezegd bestaat het prijskaartje voor het ophouden van de schijnwereld in de liquidatie van wie die leugens verwerpen en deze getuigen van de waarheid zijn dan de tegenstanders van het regime, de zogenaamde dissidenten. (1) Grote zuiveringen en liquidaties worden dan uiteraard onvermijdelijk.

Opzettelijk worden vormloosheid en verwarring geschapen met een vermenigvuldiging van diensten en divisies en met een onoverzichtelijk ingewikkelde bureaucratie teneinde in de totalitaire dictatuur te allen tijde willekeur mogelijk te maken. Het centrum van de macht verplaatst zich voortdurend, het wordt ongrijpbaar en het verbergt zich, gehoorzamend aan de regel: "(...) hoe zichtbaarder de regeringsinstanties, hoe minder macht ze dragen, en hoe minder van het bestaan van een institutie bekend is, hoe machtiger ze uiteindelijk zal blijken te zijn. (…) De werkelijke macht begint waar de geheimhouding begint." (2)

Een totalitaire regering is geen heerschappij van een kliek: de atomisering van de individuen treft evenzeer de elite als de massa en zo werd "monsterachtige trouweloosheid door getuigen in haast identieke termen de meest opvallende karaktertrek van Hitler en Stalin genoemd." (3)

Bij het uitbreken van de oorlog begon de radicalisering en werden soldaten verplicht tot deelname aan massamoorden en deportaties zoals "de uitroeiing van het Poolse en Oekraïense volk, de uitroeiing van honderdzeventig miljoen Russen (zoals in één plan vermeld), van de intelligentsia van West-Europa, zoals het Nederlandse volk en de volken van de Elzas en Lotharingen, evenals van al die Duitsers die gediskwalificeerd zouden worden door de prospectieve rijksgezondheidsverklaring of door de geplande 'wet op de gemeenschapsvreemden' (...)" bij de nazi's en bij de bolsjevisten het vijfjarenplan van 1929 "waarin alle logische regels en economische principes op hun kop werden gezet." (4)

Totalitaire heersers zagen zichzelf niet als leiders van een volk (zoals ze dat aan het volk voorlogen) maar zij ambieerden een "internationale beweging, op weg naar de verovering van de wereld." (5) en wel onder de heerschappij van een toekomstige elite, een meesterras dat, naar de woorden van Himmler en Hitler, "in elk geval nog eeuwen verwijderd was" (6).

"Het systematisch beliegen van de hele wereld is alleen ongestraft vol te houden onder de voorwaarde van een totalitaire heerschappij, waarin het fictieve karakter van de alledaagse werkelijkheid de propaganda grotendeels overbodig maakt. (…) Zolang echter de mogelijkheid aanwezig is om Joden uit te roeien als wandluizen, met name door gifgas, is het niet langer noodzakelijk te propageren dat Joden wandluizen zijn." (7) De paradox ontstaat "dat de 'geheime samenleving bij klaarlichte dag' qua karakter en methodes pas echt op een samenzwering gaat lijken vanaf het moment waarop ze beschouwd wordt als een volwaardig lid van de beschaafde vereniging der naties." (8) "Hoe openlijker de macht van het totalitarisme, des te geheimer zijn ware doeleinden." (9)

Omdat totalitaire regimes tot doel hebben de ganse aardbol te veroveren, zien zij geen enkel land als buitenland: "elk land zien ze als hun potentieel territorium." (10) "Elke uiting of daad tegen het Derde Rijk werd bestraft als hoogverraad." (11) "Als de totalitaire veroveraar zich overal gedraagt alsof hij thuis was, dan moet hij tegenover zijn eigen volk evenzeer optreden als een vreemde veroveraar." (12) En zo werd "de uitroeiingspolitiek [van de nazi's] uitgebreid tot de rangen van 'radicaal niet levensvatbare' Duitsers." (13) Ook de Sovjet-Unie gedroeg zich agressief tegen het eigen volk.

Eerder dan machtswellust en nationalisme, vertonen totalitaire regimes een verontrustend idealisme en het onwankelbaar geloof in een fictieve wereld. Stalin geloofde dat de politie het kostbaarste was van zijn rijk en Hitler zag het grootse van zijn beweging in de uniformiteit van de massa, in het feit "dat zelfs hun gelaatsuitdrukking haast identiek is." (14) "Welke band macht in de geest van de westerse mens ook mag gehad hebben met aardse bezittingen, welvaart, schatten en rijkdommen, deze band is opgelost tot een soort van gedematerialiseerd mechanisme, waarvan elke beweging macht genereert, juist zoals wrijving of galvanische stromen elektriciteit genereren." (15) "Een totalitaire staat wordt gekenmerkt door structuurloosheid, door verwaarlozing van materiële belangen, door emancipatie ten overstaan van het winstmotief en door niet-utilitaire houdingen in het algemeen" (16), waardoor ze onvoorspelbaar wordt.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 14 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Vandaag weten we dat dissidenten of mensen die niet langer bereid zijn om de leugens en de misdaden van het (totalitaire) regime te beamen en die zich (geweldloos) verzetten, hetzij als criminelen, hetzij als krankzinnigen werden weggezet, als ze niet al massaal werden vermoord, zowel in de voormalige Sovjet-Unie (denk aan het Serbski-instituut in Moskou waar dissidenten gediagnostiseerd als schizofrenen werden ondergebracht) als in Nazi-Duitsland. En dat is vandaag niet anders, ook in tal van regimes die terwijl zij aan de macht zijn uiteraard doorgaan voor normale democratieën.

(2) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 218. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(3) Totalitarisme, p. 223.

(4) Totalitarisme, p. 227.

(5) Ib.

(6) Totalitarisme, pp. 227-228.

(7) Totalitarisme, pp. 229-230.

(8) Totalitarisme, p. 230.

(9) Ib.

(10) Totalitarisme, p. 231.

(11) Totalitarisme, p. 232.

(12) Totalitarisme, p. 233.

(13) Ib.

(14) Totalitarisme, p. 235.

(15) Ib.

(16) Totalitarisme, p. 236.



12-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 9: Totalitarisme, de verwisseling van fictie en werkelijkheid en het prijskaartje daarvan.

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 9: Totalitarisme, de verwisseling van fictie en werkelijkheid en het prijskaartje daarvan.

De totalitaire organisatie moet propagandaleugens omzetten in functionerende werkelijkheid; ze moet "een samenleving opbouwen waarin de leden ageren en reageren in overeenstemming met de regels van een fictieve wereld." (1) In het totalitaire regime is de wil van de leider wet in die zin dat allen functionarissen zijn die zijn wil blindelings uitvoeren terwijl hij het monopolie heeft op alle verantwoordelijkheid. [Men zou hier kunnen denken aan de organisatie van de katholieke kerk waarin eveneens alle priesters functionarissen zijn van hun geestelijke leider, Christus, of liever: van zijn plaatsvervanger op aarde, de paus, die nota bene over wereldlijke macht beschikt.]

De leider van de totalitaire organisatie verbergt zich in de kern, omgeven door een kring van ingewijden met daarrond weer een kring van semi-ingewijden, die hem afschermen van de buitenwereld en die er ook een brug naartoe zijn. De leider schept voortdurend intriges, de kern hernieuwt zich onophoudelijk door de vorming van steeds radicalere eliteformaties. De totalitaire organisatie maakt ook duplicaten van politieke beroepsverenigingen: een vals leger, een duplicaat van het lerarenkorps, van de advocaten, de technici, de arbeiders, kortom: van alle niet-totalitaire beroepsverenigingen. Die duplicaten werken paraprofessioneel en ondermijnen van binnenuit de officiële organen die ze vernietigen om zo een perfecte schijnwereld te scheppen. [Men kan hier bijvoorbeeld denken aan de zogenaamde 'burgerwachten' waarvoor men nooit alert genoeg kan zijn]. Bij de nazi's "werden ze georganiseerd naar het model van gangsterbenden en ingezet voor georganiseerde moord." (2)

Zoals ook de leden van gangsterbenden, gehoorzamen de leden van totalitaire organisaties hun leider en niet de wet, omdat de (totalitaire) bende strenger optreedt dan de (staats)wet. "Het werkelijke mysterie van de totalitaire leider ligt in een organisatie, die het hem mogelijk maakt de totale verantwoordelijkheid voor alle misdaden, begaan door de eliteformaties van de beweging, op zich te nemen en tegelijk aanspraak te maken op de eerlijke, onschuldige eerbaarheid van de meest naïeve meeloper." (3)

Totalitaire systemen hebben dat gemeen met geheime genootschappen (waarvan zowel Hitler als Stalin ooit lid waren voordat ze in de politiek gingen) dat ze ingewijden strikt onderscheiden van outsiders tegen wie zij uiterst vijandig staan en dit volgens het ook in het christendom geldende, esoterische principe: 'Wie niet voor mij is, is tegen mij' en wie niet uitgesloten worden, zien aldus hun insluiting door de uitsluiting van anderen andermaal bevestigd. (4) Partijzuivering, rituelen, ceremonieën, idolatrie, symbolen en geheimen kenmerken zowel totalitaire systemen als geheime genootschappen. Arendt verklaart: "De gelijkenissen zijn tot op zekere hoogte het natuurlijke gevolg van de samenzweringsfictie van het totalitarisme: de totalitaire organisaties zijn vermoedelijk gesticht om geheime genootschappen te neutraliseren" (5), alleen opereren totalitarismen op klaarlichte dag.

Een totalitaire organisatie wordt pas echt gevaarlijk als zij naar politiek leiderschap grijpt, zoals ook het leger gevaarlijk wordt als het aan het muiten slaat. Het slachtofferen van onschuldigen is een onderdeel van een voor de buitenwereld onbegrijpelijk ritueel, opgezet middels "processen, gebaseerd op absurde bekentenissen" (6) Maar totalitarismen bezitten bovenal "het onovertroffen vermogen om door consistente leugens een fictieve wereld op te richten en in stand te houden (…) [in een] eigenaardige mengeling van lichtgelovigheid en cynisme (…)." (7) "De massapropaganda ontdekte dat haar gehoor ten allen tijde bereid was het slechtste te geloven, ongeacht hoe absurd het was, en dat het er nauwelijks bezwaar tegen had om misleid te worden, aangezien het elke bewering toch als een leugen beschouwde." (8) "In plaats van leiders afvallig te worden, zouden [de mensen] opwerpen dat ze de hele tijd al geweten hadden dat de bewering [waarvan de onwaarheid bewezen was] een leugen was, en zouden ze de leiders bewonderen voor hun superieure tactische schranderheid." (9) "De leider stelt altijd de juiste daden, en aangezien deze daden gepland zijn met het oog op de komende eeuwen, is de ultieme test van wat hij doet onttrokken aan de ervaring van zijn tijdgenoten." (10) Met andere woorden: beloften kunnen onmogelijk gelogenstraft worden op het ogenblik dat zij worden afgelegd. Hitlers eed van wettelijkheid was een cynisch bedrog waarom hij op de koop toe nog geëerd werd; zelfs de lichtgelovigheid van zijn sympathisanten was gespeeld. Worden totalitaristen betrapt op leugens waarvan ze eisen dat allen ze onvoorwaardelijk geloven, dan blijken ze daar volkomen immuun voor. (11) Arendt vertelt hoe totalitaristen "een algemene training [kregen] in opperste minachting voor elk feit en voor elke realiteit" (12) De meest gekoesterde deugd van de totalitaire elite is "trouw aan de leider, de talisman die de uiteindelijke overwinning van de leugen en de fictie op de waarheid en de werkelijkheid verzekert." (13) Zo bijvoorbeeld werd het racisme door de nazi's in een wetenschappelijk kleedje gestoken maar "het was verzekerd, onafhankelijk van de wetenschappelijkheid van de propaganda (...)." (14)

Het geloof van totalitaristen dat alles geoorloofd is, berust op de vaste overtuiging dat alles mogelijk is. De werkelijkheid is voor hen slechts een obstakel dat zij in staat zijn op te ruimen. Bovendien geloven ze dat uiteindelijk niet echt "maar zij gebruiken die fictie slechts als een organisatorische kunstgreep". Ze zijn helemaal niet geïnteresseerd in de waarheid, alleen in hun eigen fictie, ook al weten ze dat die bedrog is. (15) De opruiming van het obstakel van de werkelijkheid voltrekt zich uiteraard middels moord en massamoord. Totalitaristen geloven de werkelijkheid te kunnen opruimen maar in feite ruimen zij de getuigen van de waarheid op.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 12 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 155. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, p. 164.

(3) Totalitarisme, p. 168.

(4) Totalitarisme, pp. 168-170 en p. 174.

(5) Totalitarisme, p. 170.

(6) Totalitarisme, pp. 174-175.

(7) Totalitarisme, p. 175.

(8) Totalitarisme, p. 176.

(9) Ib.

(10) Totalitarisme, p. 177.

(11) Totalitarisme, p. 178-179. Men zou hier kunnen denken aan wat Michel Foucault schrijft over de manier waarop macht zich doet gelden. In twee woorden: macht manifesteert zich waar men een ander kan doen belijden dat hij de aperte leugens die men hem vertelt, gelooft.

(12) Totalitarisme, p. 180.

(13) Ib.

(14) Totalitarisme, p. 181.

(15) Totalitarisme, pp. 182-184. Men zou hier ook kunnen denken aan wat Dostojevski schrijft over de bekentenis van de kerkleiders in zijn raamvertelling over de grootinquisiteur van Sevilla in De gebroeders Karamazov.



10-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 8: Totalitaire propaganda en de beperkte houdbaarheid van leugens

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 8: Totalitaire propaganda en de beperkte houdbaarheid van leugens

"Alleen terreur kan zich volledig op pure fictie verlaten" (1) en die m.b.t. de joodse samenzwering was de meest efficiënte van de nazipropaganda maar paradoxaal en vreemd genoeg nam Hitler voor zijn bestemming van het Duitse volk als wereldheerser een voorbeeld aan het verzinsel van de Protocollen van de wijzen van Zion ("die hij vanbuiten had geleerd" (2)): het uitverkoren volk der joden stond model voor het uitverkoren Germaanse ras. De NSDAP van Hitler verhief zich boven alle andere partijen (- zij pretendeerde, andermaal paradoxaal genoeg, zowel socialistisch als nationalistisch te zijn -) want totalitaire bewegingen (destijds zowel het nazisme als het bolsjewisme) gebruiken de staat slechts als instrument om hun doel te bereiken. Totalitaire leiders creëren trefzeker mét een fictieve vijand (de Protocollen, de trotskistische samenzwering...) een eigen aanhang; hun fictieve wereld wedijvert met de realiteit die lijdt aan een gebrek aan logica, samenhang en organisatie. (3) "(...) het punt was dat de nazi's handelden alsof de wereld door de joden gedomineerd werd en alsof ze zich moesten verdedigen door er hun eigen samenzwering tegenover te stellen." (4) Onder de nazi's "zou de betwisting van de geldigheid van racisme en antisemitisme geleken hebben op een ontkenning van de wereld." (5) Maar overtuigde nazi's bleken na de oorlog onvindbaar: de fictieve wereld is slechts houdbaar totdat de leugen aan het licht komt met het in elkaar storten van de totalitaire beweging en dan "keren de massa's terug naar hun oude status van geïsoleerde individuen (…), hun oude, wanhopige overbodigheid". (6)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 10 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 143. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, p. 150.

(3) Totalitarisme, pp. 151-152.

(4) Totalitarisme, p. 152.

(5) Totalitarisme, p. 153.

(6) Totalitarisme, pp. 153-154.



09-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 7: De griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 7: De griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld

De massa wordt gewonnen door propaganda én terreur en zo stelde Stalin zich niet tevreden met het herschrijven van de geschiedenis en met het vernietigen van de oude boeken: hij roeide ook hun auteurs en hun lezers uit. (1) Propaganda is deel van psychologische oorlogsvoering maar zij wordt overbodig waar een totaal onderworpen bevolking geterroriseerd wordt zoals in de concentratiekampen. Het maakte indruk op het volk dat de nazi's politieke moorden openlijk toegaven "omdat ze [zoals de Amerikaanse gangsterorganisaties] geen ijdele praat verkochten, zoals de andere partijen." (2) Daarnaast zijn er ook de versluierde bedreigingen tegen wie de totalitaire leer niet ernstig nemen.

In haar reclame zwaait het totalitarisme met 'wetenschappelijkheid' en Stalin bezweert: "Hoe meer inzicht we hebben in het dialectisch materialisme, hoe groter ons succes zal zijn." (3) Anders dan alle andere regimes wil het totalitarisme de natuur zelf van de mens omvormen. (4) Welvaart, belang en zelfbehoud laten het totalitaire systeem volslagen onverschillig en zo bijvoorbeeld was het helemaal niet om economische redenen dat Hitler de geesteszieken uitmoordde. "Het fanatisme bij leden van totalitaire bewegingen is van een totaal andere orde (…); het wordt voortgebracht door het gebrek aan eigenbelang bij de massa's, die daarom bereid zijn zichzelf op te offeren. De nazi's hebben bewezen dat men een heel volk in een oorlog kan storten met de slogan 'want anders gaan we ten onder.' (...)" (5) en op het einde van de oorlog troostten de nazi's de bevolking dat de Führer "'in zijn wijsheid voor het Duitse volk in geval van een nederlaag een gemakkelijke dood voorzien had, met name vergassing.'" (6) Een leider van de massa's dient onfeilbaar te zijn en de toekomst te kunnen voorspellen: als Hitler de joden uitroeit, is dat dan slechts de uitkomst van een voorspelling (in casu gedaan in zijn toespraak d.d. Januari 1939) (7) en als Stalin de afvalligen uitmoordt, heeft hij voorspeld dat het ging om vertegenwoordigers van 'uitstervende klassen'. (8) "Pas nadat ze de macht gegrepen hebben, zijn massaleiders in staat om de werkelijkheid aan hun leugens aan te passen; voordien leggen ze in hun propaganda al een extreme minachting voor de feiten als zodanig aan de dag, want in hun opvatting hangen feiten volledig af van de macht van diegene die de feiten kan fabriceren. (…) Met andere woorden (…) verraadt deze methode van onfeilbare voorspelling het ultieme doel - wereldverovering -, aangezien de totalitaire heerser zijn leugens slechts kan verwezenlijken en zijn voorspellingen slechts kan doen uitkomen wanneer hij de hele wereld onder controle heeft." (9) Geheimzinnigheid, complotten, bijgeloof, legenden (over vrijmetselaars, jezuïeten, joden), wereldsamenzweringen (van bijvoorbeeld de zgn. 'driehonderd families'), Geheime Diensten: de massa's nemen deze ficties voor werkelijkheid terwijl ze hun eigen oren en ogen wantrouwen. "Massa's worden niet overtuigd door feiten, zelfs niet door verzonnen feiten, maar uitsluitend door de consistentie van het systeem waarvan ze deel menen uit te maken." (10) "Wat de massa's weigeren te erkennen, is de toevalligheid die de werkelijkheid doordringt. Ze zijn vatbaar voor ideologieën, omdat ideologieën feiten uitleggen als loutere illustraties van wetten en omdat ze elke samenloop van omstandigheden elimineren, dankzij het verzinsel van een alomvattende almacht, die geacht wordt de oorsprong te zijn van elke gebeurtenis. Om te kunnen gedijen, moet de totalitaire propaganda ontsnappen uit de werkelijkheid en haar toevlucht nemen tot fictie, het toeval vervangen door consistentie." (11) Het geloof vervangt het gezond verstand. De onthutsend grote impact van de propaganda op de geïsoleerde massamens bewezen de bolsjewisten: "De geheime politie in de Sovjet Unie, die erop uit is haar slachtoffers te overtuigen van hun schuld aan misdaden die ze nooit gepleegd hebben, en die ze in veel gevallen onmogelijk kunnen hebben gepleegd, isoleert en vernietigt volledig alle werkelijke factoren, zodat de eigenlijke logica, de eigenlijke consistentie van het 'verhaal', dat in de klaargestoomde bekentenis vervat ligt, verpletterd wordt. In een situatie waarin de scheidingslijn tussen fictie en werkelijkheid uitgewist wordt door de monsterachtigheid en de innerlijke consistentie van de beschuldiging, is niet alleen een sterk karakter vereist om te weerstaan aan de voortdurende bedreigingen, maar ook een groot vertrouwen in medemensen - kennissen, vrienden, buren, die 'het verhaal' nooit zullen geloven - zodat men niet zwicht voor de puur abstracte mogelijkheid van schuld. Zeker, dit toppunt van een kunstmatig gefabriceerde waanzin kan alleen in een totalitaire wereld bereikt worden." (12) Het volk belandt aldus in "de griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld." (13)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 9 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 128. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, p. 131.

(3) Totalitarisme, p. 133.

(4) Totalitarisme, p. 134.

(5) Totalitarisme, p. 135.

(6) Totalitarisme, p. 136.

(7) Ib.

(8) Totalitarisme, p. 137.

(9) Totalitarisme, pp. 137-138.

(10) Totalitarisme, pp. 139-140.

(11) Totalitarisme, p. 140.

(12) Totalitarisme, pp. 141-142.

(13) Totalitarisme, p. 142.



07-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 6: De fabricatie van mensen die ernaar verlangen nummers te zijn

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 6: De fabricatie van mensen die ernaar verlangen nummers te zijn

Verontrustend is, aldus Hannah Arendt, dat totalitaire regimes niet alleen het gepeupel aantrekken maar ook de elite want ook de elite is tuk op de massa's die de totalitaire regimes voortbrengen. De oorlog werd overigens verwelkomd als een grote zuivering, men walgde van de algemene hypocrisie, men was bereid offers te brengen, men verlangde naar een edele zaak om voor te sterven. "Niets ontziende destructie, chaos en ondergang verkregen de waardigheid van verheven waarden." (1) "De overlevenden van de loopgraven waren geen pacifisten." (2) "Deze generatie herinnerde zich de oorlog als het grote voorspel op de instorting van de klassen en hun omvorming tot massa's. (…) het symbool voor de dood, de 'grote gelijkmaker' en daarom de ware vader van een nieuwe wereldorde." (3) Men verlangde ernaar een nummer te zijn, een anoniem radertje, liever dan een hypocriet type. "De oorlog was ervaren als de 'machtigste massa-actie ooit', die alle individuele verschillen uitwiste." (4) Het lotgenootschap was belangrijker dan de natie en wreedheid werd de hoofddeugd "omdat wreedheid in tegenspraak is met de humanitaire en liberale hypocrisie van de samenleving." (5) "Deze generatie [was] diep gekwetst door de hypocrisie (…). Er was geen uitweg (…) uit de makheid, de frustratie en de wrok, opgesmukt door een valse cultuur en geleerde praat: deze combinatie deed hen steeds meer walgen (…)." (6) Vandaar de hang naar geweld in de pre-totalitaire atmosfeer. "Deze mensen voelden zich aangetrokken tot het uitgesproken activisme van de totalitaire bewegingen (…)". (7) Het kwam er op aan actie te ondernemen en men was bereid daarvoor te betalen met zijn leven. De elite geloofde dat de geschiedenis hoe dan ook een vervalsing was. "(...) de verschrikkelijke demonische fascinatie (…) die uitging van de mogelijkheid dat gigantische leugens en monsterlijke onwaarheden uiteindelijk tot onbetwistbare feiten kunnen worden omgetoverd, (…) dat het verschil tussen waarheid en onwaarheid wel eens zijn objectiviteit zou kunnen verliezen, om te ontaarden tot een pure kwestie van macht en slimheid, pressie en eindeloze herhaling." (8) Hitler en Stalin konden "de massa's organiseren tot een collectieve eenheid die hun leugens met luister omgaf." (9)

Met de slotzin van Arendts eerste hoofdstuk verklaart zij waarom het totalitarisme alle intellect bant: "Het feit dat de nieuwe massaleiders consistent elke vorm van hogere intellectuele activiteit vervolgden, ontspringt niet alleen aan hun natuurlijke wrok jegens alles wat ze niet kunnen begrijpen. Totale overheersing kan het vrije initiatief - in welk domein van het leven ook - volstrekt niet dulden, geen enkele activiteit die niet helemaal voorspelbaar is. Het totalitarisme aan de macht vervangt onveranderlijk alle talenten van eerste rang, ongeacht hun sympathieën, door charlatans en gekken, wier gebrek aan intelligentie en creativiteit nog altijd de beste waarborg is voor hun loyauteit." (10)



(Wordt vervolgd)

(J.B., 7 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 98. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Ib.

(3) Totalitarisme, p. 99.

(4) Ib.

(5) Totalitarisme, p. 101.

(6) Ib.

(7) Ib.

(8) Totalitarisme, p. 105.

(9) Ib.

(10) Totalitarisme, p. 113.



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vooraanstaande professor over de schadelijkheid van vaccins - getuigenissen van artsen over de schadelijkheid van vaccins

Vooraanstaande professor over  de schadelijkheid van vaccins - getuigenissen van artsen over de schadelijkheid van vaccins:

Honderden artsen over de schadelijkheid van vaccins:

https://www.artsenvoorvrijheid.be/blog/2021/01/25/deze-honderden-dokters-getuigen-op-video-over-de-schadelijkheid-van-vaccinaties/




https://www.artsenvoorvrijheid.be/blog/2021/05/30/volledig-interview-wereldberoemde-arts-blaast-deksel-van-covid/





05-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 5: Blinde trouw vereist een geloof zonder inhoud

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 5: Blinde trouw vereist een geloof zonder inhoud

Om een amorfe massa te bekomen moeten de mensen eerst geatomiseerd en geïndividualiseerd worden en daartoe moeten eerst de klassen opgeruimd worden: de boeren, de arbeiders, de administratie en de hoogste politieambtenaren: allemaal samen vormden zij onder Stalin "de reusachtige menigte van Russische dwangarbeiders." (1) Terwijl dictators alleen hun vijanden liquideren, ruimen totalitaire regimes ook de niet-vijandig gezinden op. Onder Stalin bracht dit hongersnood in 1933 en de instorting van de economie en de knowhow. Atomisering werd bereikt door het creëren van achterdocht onder de bevolking waarbij verraad werd verheven tot de hoogste verdienste. (2) Vandaar: "Totalitaire bewegingen zijn massaorganisaties van geatomiseerde, geïsoleerde individuen." (3) Vanuit hun ideologie die de ganse wereld wil veroveren, eisen ze van hun leden een onbeperkte loyauteit en daarom ook zorgen zij ervoor dat hun leden geïsoleerd zijn zodat zij hun betekenis uitsluitend ontlenen aan hun lidmaatschap van de (totalitaire) beweging of partij. (4) Bovendien: "Totale loyauteit is alleen mogelijk wanneer trouw geheel ontdaan wordt van elke concrete inhoud" (5) en zo weigerde Hitler over het partijprogramma te praten en voelde Stalin het socialistische programma aan als een blok aan het been; Mussolini beschouwde ze als vodjes papier. Het ging nog slechts om pure machtswellust. "De meest perfecte kennis van het marxisme en het leninisme bood geen enkele houvast voor de politieke gedragslijn; integendeel, men kon de partijlijn alleen volgen door elke ochtend te herhalen wat Stalin de vorige avond bekend had gemaakt. Dit resulteerde als vanzelf in de onwankelbare gehoorzaamheid van mensen die nooit twijfelen en die zich nooit afvragen wat ze aan het doen zijn (…)." (6) "Totalitarisme stelt zich nooit tevreden met een heerschappij door externe middelen", middels een dwangapparaat wil het mensen "van binnen uit overheersen en terroriseren." (7) Maar de machthebber is een vervangbare functionaris, afhankelijk van de massa die hij belichaamt en leidt. Arendt citeert Hitler: "'Al wat jullie zijn, zijn jullie door mij; al wat ik ben, ben ik alleen door jullie.'" (8)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 5 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 88. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, pp. 90-91.

(3) Totalitarisme, p. 91.

(4) Totalitarisme, pp. 91-92.

(5) Totalitarisme, p. 92.

(6) Totalitarisme, p. 93.

(7) Ib.

(8) Ib.




03-06-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 4: De morbide aantrekkingskracht van het kwaad

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 4: De morbide aantrekkingskracht van het kwaad

Een totalitaire leider heeft zijn macht te danken aan de massa bij wie hij populair is en die zijn bevelen uitvoert en zo werd Hitler legaal verkozen door meerderheid van stemmen. Die populariteit is te danken aan "een mengeling van oprechtheid en leugenachtigheid" en onthutsend is het volgende feit: "totalitaire leiders in spe starten hun carrière gewoonlijk door te bluffen over hun voorbije misdaden en door hun toekomstige misdaden met precisie aan te kondigen. De nazi's 'waren ervan overtuigd dat het kwaad in onze tijd een morbide aantrekkingskracht bezit'; de stellige verzekering van de bolsjevisten in en buiten Rusland dat ze de gewone morele normen niet erkennen, is een van de steunpilaren van de communistische propaganda geworden; wandaden en algemene minachting voor morele normen bewijzen hun waarde in de propaganda (…) - vermoedelijk de machtigste psychologische factor in de politiek." (1) Het gepeupel begroet gewelddaden omdat ze die 'erg slim' vinden. En aanhangers van totalitaire regimes zijn verontrustend onzelfzuchtig: zij zijn bereid om mee te werken aan de eigen vervolging op voorwaarde dat niet geraakt wordt aan hun status als lid van de beweging en dit is geen idealisme maar fanatisme. (2)

De Europese dictaturen van na WOII zijn in feite mislukte totalitaire regimes. Het totalitarisme moet het hebben van massa's, niet van klassen. Totalitaire regimes hebben grote mensenmassa's nodig voor de uitroeiingskampen, "materiaal om de machtsaccumulerende en mensenvernietigende machinerie van de totale overheersing te voeden." (3) De waarde van een menselijk leven wordt er geminacht. "De term massa is alleen van toepassing waar we te maken hebben met mensen die, hetzij omwille van hun pure aantal, hetzij omwille van hun onverschilligheid (…) niet geïntegreerd kunnen worden in om het even welke organisatie met een gemeenschappelijk belang (...)" (4)

Desinteresse in de politiek ontstond toen het klassensysteem instortte: dan stortte het partijsysteem eveneens in vanwege het feit dat specifieke belangen niet langer verdedigd werden. "De afbraak van de beschermende muren tussen de klassen transformeerde de achter alle partijen sluimerende meerderheden tot één grote, niet-georganiseerde, structuurloze massa van woedende individuen, die niets met elkaar gemeen hadden, behalve dan hun vage aanvoelen dat de hoop van partijleden vergeefs was, dat bijgevolg de meest gerespecteerde leden van de gemeenschap gekken waren, en dat alle gevestigde machten niet zozeer slecht, maar wel zonder uitzondering dom en frauduleus waren." (5) De klassenmens werd vervangen door de massamens: een egocentrisch verbitterd individu zonder gemeenschappelijk belang, abstract en uniform, egocentrisch maar tevens zonder drang tot zelfbehoud, zonder interesse in het eigen welzijn. "De gigantische opeenhoping van individuen produceerde een mentaliteit zoals die van Cécil Rhodes een goede veertig jaar eerder, waarbij men denkt in continenten en voelt in eeuwen." (6)

Sinds de negentiende eeuw hadden intellectuelen de opkomst van de massamens voorspeld samen met de verwantschap tussen democratie en dictatuur, gepeupel en tirannen. Maar toen deze voorspellingen uitkwamen, "verloren ze veel van hun betekenis, zodra zulke onverwachte en niet-voorspelde fenomenen opdoken als het radicale verlies van het eigenbelang, de cynische of verveelde onverschilligheid tegenover de dood of andere persoonlijke catastrofes, de hartstochtelijke neiging om de meest abstracte noties tot leefregel te maken en de algemeen verbreide minachting voor de meest vanzelfsprekende regels van het gezond verstand." (7) Massageest zou hand in hand gaan met individualisering: "Sociale atomisering en extreme individualisering gingen aan de massabewegingen vooraf." (8) "(...) massa's ontstonden uit de brokstukken van een uiterst geatomiseerde samenleving met een competitieve structuur en bijhorende individuele verlatenheid, die alleen een tegengewicht vond in het lidmaatschap van een klasse. Het hoofdkenmerk van de massamens is (…) zijn isolement en het gebrek aan normale sociale relaties." (9) "Het is dus niet verwonderlijk dat [de massa's] hun toevlucht zochten in een bijzonder gewelddadig nationalisme; om puur demagogische redenen hebben de leiders van de massa hieraan toegegeven, tegen hun eigen instinct en bedoelingen in." (10)



(Wordt vervolgd)

(J.B., 3 juni 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, pp. 70-71 Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, pp. 71-72.

(3) Totalitarisme, pp. 73-74.

(4) Totalitarisme, pp. 74-75.

(5) Totalitarisme, pp. 79-80.

(6) Totalitarisme, p. 81.

(7) Totalitarisme, p. 82.

(8) Totalitarisme, p. 83.

(9) Ib.

(10) Ib.





30-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 3: “Gewone mensen weten niet dat alles mogelijk is”

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 3: "Gewone mensen weten niet dat alles mogelijk is"

Na de oorlog is het totalitarisme geenszins weg, zo schrijft Arendt (in haar woord vooraf bij het derde deel van de heruitgave van haar werk in 1966): kijk maar naar het bolsjevisme in Rusland en naar de miljoenen doden (in 1949 was dat 3 percent van de bevolking) in het China van Mao: de hersenspoelingen "produceerden (echter) niets anders dan een gigantische hypocrisie." (1) Het communisme is totalitaristisch vanwege zijn mondiale aspiraties maar ook het anticommunisme wil de hele wereld veroveren. "De totalitaire regering verschilt van de dictatuur en de tirannie (…); de totale heerschappij is de enige regeringsvorm waarmee niet te leven valt." (2) Arendt vertelt dat zij in haar uitgebreide bibliografie opzettelijk de talrijke memoires heeft weggelaten: zij zijn meestal oneerlijk en "vertonen een werkelijk verbijsterend gebrek aan inzicht in wat zich feitelijk heeft voorgedaan." (3)

De totalitaire terreur (massazuiveringen, deportatie, genocide) wordt ontketend "op het moment dat elke georganiseerde oppositie uitgedoofd is en de totalitaire heerser weet dat hij niets meer te vrezen heeft." (4) Volgens Arendt wordt de weg naar het totalitarisme geëffend door de omvorming van klassen tot massa's en de uitschakeling van elke groepssolidariteit. (5) In het totalitair systeem worden feiten geminacht en aan de fictie aangepast. Hannah Arendt schrijft inzake het Rusland van Stalin: "alle feiten die niet overeenstemden, of dreigden niet overeen te stemmen, met de officiële fictie - gegevens over de oogstopbrengst, criminaliteit, echt gepleegde 'contrarevolutionaire daden', in tegenstelling tot de latere verzonnen samenzweringen - werden behandeld als niet-feiten (…) zodat elke regio en elk district van de Sovjet-Unie zijn officiële, fictieve statistieken kreeg op dezelfde manier als ze de niet minder fictieve normen van de vijfjarenplannen ontvingen." (6)

Het stalinistische regime was een personencultus, niet de partij doch de politie was er de uitvoerende macht van. Miljoenen volkomen onschuldige en van hun onschuld bewuste mensen werden geliquideerd. De paranoïde Stalin wordt geciteerd: "De onvervreemdbare eigenschap van elke bolsjevist (…) moet het vermogen zijn om een vijand van de partij te herkennen, hoe goed die zich ook vermomd heeft." (7) Stalin eiste valse getuigenissen van zijn elite, zoals Hitler van hen massamoord eiste. De terreur werd beschouwd als een prijs die men moest bereid zijn te betalen voor de economische vooruitgang maar ze leidde tot het tegendeel: hongersnood, chaos en ontvolking, crisis en vernietiging van alle know-how. Het 'bestuur' was in handen van analfabeten. (8) Na Stalin herhaalde zich het totalitarisme onder Chroesjtsjov, te beginnen met zijn machtsgreep in 1957.

Opstanden tegen totalitaire regimes worden telkens bloedig neergeslagen. De vrijheid wordt beperkt inzake politieke vereniging maar ook inzake mening en publieke meningsuiting. "Toen Stalin stierf waren de laden van de schrijvers en de artiesten leeg." (9) In een totalitair regime krijgen beschuldigden geen proces, zij worden tot bekentenissen gedwongen, kunnen niet rekenen op steun van buiten en kunnen niet onschuldig pleiten: zij verdwijnen gewoon in de vergeetput. Met zijn wet van 1957 'tegen sociale parasieten', probeerde Chroesjtsjov de massadeportaties en de slavernij her in te voeren – vergeefs maar het toont aan dat een terugval in totalitarisme altijd op de loer ligt. De satellietstaten kregen na de oorlog alras een eenpartijdictatuur na de opruiming van de door Moskou gewantrouwde politici; in de Baltische staten volgden deportaties; in Oost-Duitsland werd de Berlijnse Muur gebouwd; Stalin herbegon met zijn grote zuiveringsacties. Aan de joden werd een mondiale samenzwering ten laste gelegd zoals met het frauduleuze document over de zogenaamde 'Wijzen van Zion' en het stalinisme kreeg nazistische trekken. Het begin van het eigenlijke boek werd opgeluisterd met een uitspraak van de Franse schrijver David Rousset die Buchenwald overleefde: "Gewone mensen weten niet dat alles mogelijk is." (10)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 30 mei 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 48. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, p. 49.

(3) Totalitarisme, p. 50.

(4) Totalitarisme, p. 52.

(5) Totalitarisme, p. 53.

(6) Totalitarisme, p. 54.

(7) Totalitarisme, pp. 54-55.

(8) Totalitarisme, p. 55.

(9) Totalitarisme, p. 58.

(10) Totalitarisme, p. 68.





28-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 2

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 2

Wanneer de zuiver economische expansiedrang van de negentiende-eeuwse kolonisering omsloeg in politieke expansiezucht, zijn Hitler en Stalin beginnen te dromen van wereldheerschappij. Voorwaarde voor de totalitaire catastrofe was een toestand van verval van de naties. De kolonisering van Afrika bracht het racisme dat de uitbuiting rechtvaardigde met een 'wetenschappelijke' onderbouw: een jood kan zich hier nooit integreren omdat het burgerschap een zaak wordt van ras. Het kapitalisme maakt van de wereld koopwaar: onder het voorwendsel dat iedereen rijk kan worden (de wortel voor de neus van de ezel; 'the American dream'), krijgt uitbuiting vrij spel. (1)

Tenslotte illustreren de vertalers de actualiteit van dit werk van Hannah Arendt: "Het totalitarisme (…) levert de menselijke wereld uit aan processen van afbraak. De beschaving maakt plaats voor barbarij." (2) Er is almachtswaan ingevolge wetenschap en techniek die zich bijvoorbeeld toont in de verregaande medicalisering die slechts afhankelijk maakt. De mens wordt maakbaar, ook het man- en vrouw-zijn, het leven wordt gerekt, de (zielloze) mens wordt herleid tot leverancier van organen en al dergelijke praktijken werden ontworpen in de vernietigingskampen. De productie omwille van de productie schept overbodigheid, roofbouw, menselijke vervangbaarheid, werkloosheid. De mens wordt herleid tot een producent-consument en een behoeftenbevrediger, zijn mening bestaat niet meer en de wereld wordt herleid tot een markt waarin hij economisch overbodig wordt en die (kapitalistische) economie domineert de politiek die er ook een wordt van vraag en aanbod: wat verlangen de kiezers? Het kortetermijndenken is desastreus voor de natuur en voor de toekomst. Als gevolg hiervan ontstaat onverschilligheid tegenover de politiek en gaan steeds meer burgers weigeren om zich maatschappelijk in te schakelen zodat de democratie zelf bedreigd wordt. De bureaucratie, zo zegt Arendt, is een niemandsbewind: niemand draagt verantwoordelijkheid en zo ontstaat het kwaad als banaliteit. (3)

In haar woord vooraf bij de eerste uitgave schrijft Hannah Arendt dat de twee wereldoorlogen geen vrede brachten doch het voorgevoel dat een derde wereldoorlog dreigt. Sommigen voelen zich overgeleverd aan onbetrouwbare politieke krachten terwijl anderen massa's danig willen organiseren dat zij almacht voortbrengen. De beschaving lijkt teneinde en Arendt zegt dat zij schrijft zowel vanuit roekeloos optimisme als vanuit roekeloze wanhoop. "Het probleem is dat goed en kwaad in onze tijd zo akelig verweven zijn." Een nieuw fundament is nodig, een nieuwe wet die voor de ganse mensheid geldt. (4)

In haar woord vooraf bij het derde deel over totalitarisme waarvan wij de Nederlandse vertaling lezen, vraagt Hannah Arendt zich af met betrekking tot de tragedie van het nazisme en het stalinisme: "wat is er gebeurd? Waarom is het gebeurd? En hoe heeft het kunnen gebeuren?" (5) Maar het einde van de oorlog betekende zeker niet het einde van het totalitarisme.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 28 mei 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter, p. 21-23. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) Totalitarisme, p. 23.

(3) Totalitarisme, p. 23-29.

(4) Totalitarisme, p. 39-42.

(5) Totalitarisme, p. 44.





27-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 1

Hannah Arendt over Totalitarisme

Aflevering 1

In 1933 werd de joodse filosofe Hannah Arendt (1906-1975) opgepakt door de Gestapo en belandde zij voor acht dagen in de cel waarna ze naar Parijs vluchtte; na het begin van de oorlog week ze uit naar Amerika. Zij werd Amerikaans staatsburger nadat in 1951 The Origins of Totalitarianism verscheen. (1)

Het werk handelt over de oorsprong van de totalitaire staat: over de vrijheid, de kampen en het door elkaar gehaspeld worden van feit en fictie. De geplande genocide van Auschwitz, de banaliteit van het kwaad, de massamoord als product van een ijverig gehoorzame ambtenarij. (2) Het eerste deel gaat over antisemitisme en bespreekt het wetenschappelijk racisme en het kolonialisme; het tweede gaat over imperialisme en het derde waarvan wij de Nederlandse vertaling – Totalitarisme – van Remi Peeters en Dirk De Schutter hier bekijken, gaat over totalitaire regimes – nazisme en stalinisme. Dat bevat nog een appendix (Het verval van de nationale staten en het einde van de rechten van de mens) met ideeën uit het tweede deel. De vertalers schreven ook een inleiding (Makelaars in overbodigheid).

In die inleiding (3) verwijzen de vertalers meteen naar Arendts tot nog toe bewaarheide"ontnuchterende conclusie dat het totalitaire regime een nieuwe regeringsvorm is, 'waarmee wij heel waarschijnlijk blijvend opgezadeld zitten'". (4) Totalitarisme vernietigt systematisch alle vrijheid en zin. "Wat is nog de betekenis van 'moord' als dagelijks tienduizenden lijken gefabriceerd worden?" (5) Er wordt op gehamerd dat het totalitarisme volstrekt nieuw is: terwijl de tiran terreur zaait vanuit willekeur, acht de totalitaire heerser zich een dienaar van de (wrede) natuur en van de geschiedenis: hij maakt de terreur tot wet die dan geïnterioriseerd wordt: de door het regime veroordeelden zijn er zelf van overtuigd dat zij hun veroordeling verdienen. "(...) op het hoogtepunt van de totalitaire terreur volstonden drie soldaten om honderd mensen weg te voeren, terwijl jaren tevoren drie soldaten niet meer dan vijf mensen in bedwang konden houden". (6)

De megalomane bewering dat voortaan alles mogelijk is, blijkt slechts te betekenen dat alles kan vernietigd worden. De kampen vernietigen de menselijke natuur "onder het voorwendsel die te veranderen". (7) "[De [onverantwoordelijke] almachtswaan] pleegt verraad aan de menselijkheid omdat ze de wereld uitlevert aan anonieme processen en krachten." (8) Arendt beseft dat de tragedie niet de joden betreft, zoals vaak wordt misverstaan, maar de mens als zodanig. De terreur van de kampen diende ook helemaal geen bepaald (politiek) doel: "Wij staan hier oog in oog met een terreur die haar eigen doel geworden is." (9) Het totalitair regime wil "alle mensen, zonder enige uitzondering en waar ook ter wereld, in alle aspecten van hun leven domineren." (10)

Ofschoon zij elkaar niet alleen bewonderd maar ook bestreden hebben, zijn het nazisme en het stalinisme verwant als twee varianten van het totalitarisme. Het nazisme beroept zich weliswaar op de laagste instincten (racisme en tribalisme) maar "[Arendt] begrijpt dat in totalitaire regimes de inhoud van ideologieën er nauwelijks toe doet en uitgevreten wordt door (…) de logiciteit als handelingsprincipe: elke ideologie (…) leent zich tot een totalitair gebruik. (…) als een passe-partout om alles (…) logisch uit te leggen. (…) De veelzijdige, altijd meerduidige ervaring van de complexe werkelijkheid wordt ingeruild voor de logische zekerheid van een idee. Ofwel worden feiten ontkend tot ze passen binnen het keurslijf van een tot in het absurde uitgewerkte, volkomen fictieve ideologische consistentie (…). Ofwel worden feiten gecreëerd zodat ze passen binnen het keurslijf van de ideologie: aanvaarden dat er 'inferieure rassen' of 'uitstervende klassen' bestaan en niets doen om ze daadwerkelijk uit te roeien, is inconsequent". En de vertalers citeren Arendt: "'Je kunt niet A zeggen zonder B en C te zeggen, enzovoort, het rijtje af tot aan het einde van het moorddadige alfabet.' (p. 340)" (11)

De totalitaire staat minacht het eigen volk en staat derhalve wars van nationalisme. Het totalitarisme minacht ook de waarheid, zoals onder meer blijkt uit de (door de Russische Geheime Politie opgestelde) fabrikaat De Protocollen van de Wijzen van Zion, een frauduleus document waaruit moest blijken dat zionisten en vrijmetselaars samen de wereldheerschappij nastreven en dat het antisemitisme moest rechtvaardigen. (12) De bolsjevistenslogan 'Goed is wat goed is voor de beweging' is verwant aan de nazistische slogan 'Goed is wat goed is voor Duitsland' en aan die van extreemrechts: 'Eigen volk eerst', maar nationalisme is nog steeds geen totalitarisme: totalitarisme is volstrekt nieuw: het wil "bestaande klassen (…) omvormen tot massa's" en de macht in handen geven van een geheime politie. (13) De vertalers vatten Arendts analyse als volgt samen.

Een totalitair regime vergt "de fabricatie van grote massa's geïsoleerde en verlaten individuen, die niet samengehouden worden door een gemeenschappelijk belang." (14) Leugenachtige propaganda "presenteert ideologieën als onfeilbare wetenschappelijke voorspellingen." (15) "De fictieve waarheid van de propaganda [wordt omgezet] in een functionerende werkelijkheid" waarbij de fanatieke kern en de leider verborgen worden gehouden. (16) Er is een 'wij-zij denken' (van 'gelovigen' en 'ketters'). Het regime onderscheidt zich van de staat die de façade is waarachter het regime zich verbergt. Niet het leger doch een geheime politie handhaaft de macht en het streven naar wereldheerschappij middels terreur en liquidaties. Niet 'vijanden' doch 'vermoedelijke vijanden' worden vervolgd. De grenzen van het mogelijke worden experimenteel opgezocht in de kampen. Hannah Arendt ontmaskert de grootheidswaan van het totalitarisme.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 27 mei 2021)

Verwijzingen:

(1) Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Man.

(2) https://nl.wikipedia.org/wiki/Hannah_Arendt

(3) Totalitarisme, pp. 7-32.

(4) Totalitarisme, p. 7.

(5) Totalitarisme, p. 10.

(6) Totalitarisme, p. 12.

(7) Totalitarisme, p. 12.

(8) Totalitarisme, pp. 12-13.

(9) Totalitarisme, p. 13.

(10) Totalitarisme, p. 14.

(11) Totalitarisme, p. 14-15.

(12) Totalitarisme, pp. 16 en 422.

(13) Totalitarisme, p. 17-18.

(14) Totalitarisme, p. 18.

(15) Totalitarisme, p. 18.

(16) Totalitarisme, pp. 18-19.





26-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De waarheid en extreemrechts Een bedenking n.a.v. het exposé van Mattias Desmet d.d. 23 mei l.l.

De waarheid en extreemrechts

Een bedenking n.a.v. het exposé van Mattias Desmet d.d. 23 mei l.l.

Liegen kan ook zonder woorden, met name door het gewoon verzwijgen van de waarheid en uitgerekend deze beproefde methode is aan de orde in het discours van Mattias Desmet. In zijn bespreking van het hoofdwerk van Hannah Arendt over de oorsprong en het wezen van totalitarisme, slaagt hij erin om in alle talen het historisch voorbeeld bij uitstek van een wereldomvattend totalitair systeem te verzwijgen: de katholieke kerk en de religie in het algemeen. Meer zelfs: Desmet heeft het inzake de coronahistorie over het verlies van de zingeving van weleer dat middels de Ersatz van de coronahistorie wordt verdoezeld, alsof een terugkeer naar het religieuze dan wenselijk was en soelaas kon bieden. Echter, de actualiteit in Polen, Hongarije, Turkije en op nog andere plekken waar dictaturen hand in hand gaan met religie toont ons waar die waanzin moet toe leiden. Maar een terugkeer naar de middeleeuwen is nu eenmaal het alternatief van extreemrechts dat zijn hoop blijft stellen in de irrationaliteit van het conservatisme met als verborgen motief de vrijwaring van de eigen voorrechten en bezittingen, met andere woorden: de bestendiging van het onrecht.

(J.B., 26 mei 2021)





25-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het lezen waard: nog een interview met Matthias Desmet
Het lezen waard: nog een interview met Matthias Desmet.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koningin Elisabethwedstrijd voor Piano 2021 - LINK

Koningin Elisabethwedstrijd voor Piano 2021

Finale: 24 tot en met 29 mei 2021

LINK:

https://queenelisabethcompetition.be/en/competitions/



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vaccineren?– Enkele kritische noten bij onze vaccinatiecultuur (herh.)

Vaccineren?– Enkele kritische noten bij onze vaccinatiecultuur

(herhaling van het artikel d.d. 15 december 2014)


Epidemieën

Wanneer wij in aanraking komen met ziektekiemen, wordt ons lichaam gealarmeerd en maakt het antistoffen aan. Vaak echter wordt men ziek of sterft men vooraleer die antistoffen voldoende werken en dikwijls voltrekt zich dat ook op een epidemische schaal. Zo stierven in de middeleeuwen een derde van alle Europeanen door de pest – de zwarte dood – en één van elke tien kinderen met difterie bezweken aan de ziekte; ook de pokken hebben tien percent van alle mensen weggemaaid. Tussen 1881 en 1896 waarde de cholera over de wereld en eiste meer dan een miljoen mensenlevens. (1)

Vaccinatie

Om die katastrofen te voorkomen, wordt er gevaccineerd. Een vaccin is een opzettelijk toegediende ziektekiem die echter verzwakt werd om aan het lichaam de tijd te geven genoeg antistoffen aan te maken en zo gewapend te zijn tegen de tijd dat de ziekte ook echt uitbreekt.

Geschiedenis

Het woord vaccinatie komt van het Latijnse vaccinia dat koepokken betekent: de allereerste vorm van vaccineren situeert zich waarschijnlijk lang geleden in Turkije, waar boeren ondervonden dat ze zich konden beschermen tegen gevaarlijke pokken door zichzelf in aanraking te brengen met het vocht uit de blaasjes van wie leden aan een mildere vorm van pokken. In 1796 stelde Edward Jenner bij melkmeisjes in Engeland hetzelfde vast: zij kregen geen gevaarlijke pokken omdat zij met (milde) koepokken waren besmet.

Soorten vaccins

Louis Pasteur (1822-1895) maakte met verzwakte bacteriën van onder meer de (naar hem genoemde) Pasteurella multocida of kippencholerabacteriën een vaccin tegen ernstiger vormen ervan en hij formuleerde de techniek. Hij maakte ook vaccins tegen cholera, mildvuur en hondsdolheid. Almroth Wright maakte met dode bacteriën in 1897 een vaccin tegen buiktyphus. Pierre Roux, Alexandre Yersin en Shibasaburo Kitasato vaccineerden met ontgifte bacteriën tegen difterie (kroep) en tetanus (klem). Later maakte men ook synthetische vaccins en vaccins van onschadelijke onderdelen van ziektekiemen.

Toediening van vaccins

Vaccins worden toegediend via de huid, in een spier, in een ader of via de mond, op de juiste leeftijd en vaak herhaald omdat hun werkingsduur beperkt is. Soms wordt aan het vaccin een bewaarmiddel toegevoegd. (2)

De zin van vaccinaties

Vandaag worden epidemieën voorkomen met vaccinatieprogramma's, wereldwijd gecoördineerd door de WGO, en zo zouden jaarlijks twee tot drie miljoen mensen aan de dood ingevolge besmettelijke ziekten ontsnappen. Met vaccinaties werden al heel wat plagen uit de wereld geholpen.

In Vlaanderen is vaccinatie tegen polio verplicht (behalve dan voor zwakke kinderen); in Nederland zijn er enkel aanbevelingen (door 95 pct. van de bevolking opgevolgd).

Statistisch voordeel maar geen absolute veiligheid

Er zou aangetoond zijn dat het altijd beter is om voor de aanbevolen ziekten te laten vaccineren, maar dat betekent niet dat vaccins absoluut veilig zijn: een kind kan sterven ingevolge de toediening van een vaccin en dat is des te pijnlijker als het een ziekte betreft die zo goed als uitgeroeid is, zoals bijvoorbeeld difterie, waarvan wereldwijd nog amper 5000 gevallen te tellen zijn – in de USA bijvoorbeeld werden van deze ziekte tussen 2004 en 2008 helemaal geen gevallen meer gerapporteerd. (3) In België werden in 2011 nog 103 gevallen van Kinkhoest en 85 gevallen van Mazelen vastgesteld.

Harde kritiek door dr. Humphries

Maar er is nog kritiek, zoals die bijvoorbeeld wordt verwoord door dr. Suzanne Humphries, samengevat in een interview daterend van september 2014 voor een Zweedse televisiezender (*) .

De interniste en nierspecialiste, dr. Suzanne Humphries, verklaart in dat interview dat er verschillende problemen opduiken bij vaccinatie. Om te beginnen verschilt de toediening van ziektekiemen bij vaccinatie grondig van de natuurlijke besmetting: door de kiemen met een naald in te spuiten, wordt het zenuwstelsel veel directer aangevallen dan bijvoorbeeld via inademing van besmette lucht. Verder bevat het vaccin naast de verzwakte kiem ook nog een aantal chemische stoffen. En op de vraag of vaccins ook echt werken, antwoordt zij dat sommige vaccins er wel in slagen om een epidemie te onderdrukken maar dat geen enkel vaccin de volksgezondheid kan verbeteren omdat geen vaccin in staat is om de gezondheid van een individu te verbeteren. Een vaccin bevat immers niets dat ons lichaam echt nodig heeft, en wij hebben zeker geen aluminium, kwik of bewaarmiddelen nodig die in de vaccins verwerkt zitten.

Hebben vaccins ervoor gezorgd dat heel wat ziekten verdwenen zijn? Dat zou geval per geval moeten bekeken worden en zo bijvoorbeeld heeft dr. Humphries de geschiedenis van de pokken onderzocht. In het Engelse Lester bleef het aantal sterfgevallen ingevolge pokken hoog ondanks het feit dat daar duchtig gevaccineerd werd. Ondanks alle waarschuwingen voor rampscenario's, besloot deze stad ooit om te stoppen met vaccineren en tegen alle verwachtingen in, waren er plots minder zieken en ook minder sterfgevallen.

Tussen haakjes werd slechts 5 tot 10 percent van de wereldbevolking ooit ingeënt tegen de pokken en verder is het ook zo dat de pokken niet zijn uitgeroeid. Bovendien is te zien op grafieken dat het aantal sterfgevallen mettertijd inderdaad almaar afnam, maar bekijkt men het hele plaatje, dan kan men zien dat vanaf het ogenblik dat men is gaan vaccineren, die afname is vertraagd!

Om aan de weet te komen of vaccins werken, zouden wij voor elk vaccin een vergelijking moeten maken tussen een wel en een niet gevaccineerd deel van de bevolking, zegt dr. Humphries, maar omdat nu eenmaal iederéén gevaccineerd wordt, kunnen wij dat niet. We kunnen wel een vergelijking maken tussen gevaccineerden en mensen die zich bewust niet hebben willen laten vaccineren en daar merkt men dat er nauwelijks een verschil is. En dan rest uiteraard de vraag of het vaccin veilig is, want dat is niet bewezen, integendeel: er zijn redenen om aan te nemen dat de toegevoegde stoffen in vaccins schadelijk zijn voor het immuunsysteem en voor het zenuwstelsel.

Het stemt dan ook tot nadenken dat vaccins steeds vroeger worden toegediend aan babies en dat er ook steeds meer worden toegediend. Verontrustend is bovendien dat de autoriteiten geen kritiek dulden op het vaccinatiebeleid en dat zij vaccinatie in alle gevallen blijven aanprijzen. De mensen zouden alle klokken moeten laten luiden om dan zélf verantwoorde beslissingen te kunnen nemen. In plaats daarvan ziet men de overheid overreden in plaats van informeren, onder meer door de mensen bang te maken en door hen foute informatie te geven of door informatie achter te houden, zoals dat bij uitstek het geval is inzake de griepvaccins waarvan wetenschappelijk vaststaat dat ze niet werken.

De mensen worden niet geïnformeerd over de risico's van vaccinatie. Dat terwijl er genoeg alternatieven zijn (zoals hygiënische maatregelen en vitaminekuren) om epidemieën te lijf te gaan en om onze afweer te versterken. De wantoestanden zijn een gevolg van een bijna religieus geloof in vaccinatie en het is de (nochtans gezonde) twijfel die medici angstig maakt.

Dr. Humphries zou zichzelf nooit laten vaccineren, ook niet als ze naar het buitenland ging, omdat zij vindt dat hygiënische maatregelen en het op peil houden van het immuunsysteem een veel betere keuze is. Hetzelfde geldt voor mensen in ontwikkelingslanden: zij hebben niet zozeer vaccins nodig maar wel gezonde voeding en zuiver drinkwater.

Een ethisch dilemma

Ons inziens immers dient zich op dit punt om zeggens achter de coulissen bovendien nog een bijzonder ethisch dilemma aan dat te maken heeft met het onderscheid tussen zelfbehoud en soortbehoud en met de onverenigbaarheid van die twee. Wat aantoonbaar goed is voor de volksgezondheid is immers niet altijd goed voor elk individu afzonderlijk. Het is met andere woorden helemaal onjuist om te geloven dat maatregelen die de volksgezondheid ten goede komen, automatisch beter zijn voor iedereen. Het is zelfs zo dat bepaalde maatregelen die de volksgezondheid ten goede konden komen, in strijd blijken met de mensenrechten of zelfs konden bestempeld worden als moorddadig.

Een duidelijk voorbeeld hiervan blijkt uit de aanklacht van Adolf Hitler dat het niet spoort om jonge en gezonde mensen te laten sneuvelen aan het front om de oude, zwakke en zieke thuisblijvers in leven te houden: het aandeel van de ouderen, de zieken, de gehandicapten en de kinderen vormt inderdaad een 'belasting' voor een volk, maar dit gegeven kan uiteraard de uitroeiing van deze bevolkingsgroepen nooit rechtvaardigen, alleen al omdat iederéén ooit kind was en oud en ziek kan worden.

Het zijn bovendien de ziekten die dienen uitgeroeid te worden en niet de zieken: zij moeten niet worden gedood maar genezen, ook al lijkt er in functie van het soortbehoud of van de volksgezondheid helemaal geen onderscheid te maken tussen genezing en dood omdat in de beide gevallen de ziekte verdwijnt!

Het door elkaar haspelen van de twee genoemde perspectieven of het voorrang geven aan het soortbehoud ten koste van het individu, zou een bijzonder kwalijke vergissing zijn: de menselijke persoon is belangrijker dan de soort, ook al is het zo dat de persoon niet kan bestaan zonder de soort. Om exact dezelfde reden is het weliswaar zo dat een mens niet zonder voedsel kan, terwijl hij toch belangrijker is dan het voedsel dat hij tot zich moet nemen om in leven te kunnen blijven. Inzake vaccinatie is het alvast zo dat zelfs een gebeurlijke verbetering van de soort, de individuele risico's nooit kunnen goedpraten. Om dezelfde reden kan het zogenaamde overbevolkingsprobleem de gedwongen infertilisatieprogramma's nooit rechtvaardigen. (°)

(J.B., 15 december 2014)

Verwijzingen:

(1) In Europa 250.000, in Amerika 50.000, in Rusland 367.890, in Spanje 120.000, in Japan 60.000, in Egypte 58.000.

(2) Het betreft de stof thiomersal, die bestaat uit het giftige ethylkwik en thiosalisylaat.

(3) In 1921 telde men in de USA nog 206.000 gevallen van difterie met 15.520 doden.

(*) https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=BpC0Tbb3diI

(**) Zie ook: www.drsuzanne.web 

(°) Zie onze artikels over dit onderwerp op deze webstek.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Vaccin

http://nl.wikipedia.org/wiki/Inenting

http://nos.nl/artikel/129945-recente-rampen-in-haiti.html

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cholera

http://nl.wikipedia.org/wiki/Difterie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kroep_(ziekte)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Pest_(ziekte)

http://www.menselijk-lichaam.com/besmettelijke-ziektes/pokken

http://www.cdc.gov/diphtheria/clinicians.html

http://www.zorg-en-gezondheid.be/Nieuws/Gezondheidsconferentie-Vaccinaties/

http://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=0CB8QFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.zorg-en-gezondheid.be%2FWorkArea%2FDownloadAsset.aspx%3Fid%3D29898&ei=et-NVI_JOIPsUu7mgNgE&usg=AFQjCNGdGZi8z9-9ECnN7MfbYUD-E3K9GQ&sig2=P4JwhePCxDDfTUidEhT81A

http://www.who.int/topics/immunization/fr/



24-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid”(1) - Deel 5/5: Bedenkingen (vervolg 2)



Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid”(1)



Deel 5/5: Bedenkingen (vervolg 2)


Het voelen is persoonlijk, zegt Steiner, het denken niet, het denken is universeel. M.i. is dit onderscheid niet wezenlijk. Waar aan het denken enige universaliteit kan toegeschreven worden, is dat veeleer omdat de instrumenten van het denken een zekere universaliteit verworven hebben krachtens hun geldigheid op grond van conventies: de woorden waarmee wij denken, en welke mededeelzaam, uitspreekbaar, onthoudbaar, opschrijfbaar zijn, bezitten wij tezamen, en ook alle dingen die met deze woorden zijn gezegd, alle gebeurtenissen die middels deze woorden werden beschreven of afgebeeld in de taal. Ook alle gevoelens die de mensheid heeft doorleefd zijn in deze zin universeel waar ze tot afbeeldingen middels de instrumenten van het denken zijn geworden. Vele woorden beschrijven of creëren één gevoel dat wij herkennen en dat aldus zijn universaliteit laat zien. Maar ook is het zo, dat elk nieuw kunstwerk iets heel nieuws toevoegt aan de wereld, en dat wij het herkennen betekent geenszins dat het er al was, dit is alleen misleidend. Zoals wij het vanzelfsprekend vinden dat een technisch apparaat functioneert, en niet vanzelfsprekend wanneer het dat niet doet, zoals wij het bewijs van de stelling van Pythagoras vanzelfsprekend vinden als wij het lezen, terwijl we het zelf misschien nooit hadden kunnen vinden, zo vinden wij gemakkelijk elk kunstwerk vanzelfsprekend en des te vanzelfsprekender in de mate het dat eigenlijk niét is. Want wat als het meest vanzelfsprekende overkomt, is precies datgene waar het meest voor gewrocht en gevochten is; alleen het storende, het mislukte, het onvolmaakte, het niet geslaagde heeft geen vanzelfsprekendheid. Comfort is vanzelfsprekend, geluk deert niet, de lach is probleemloos, welvaart achten wij een gewone zaak, wij verwonderen ons het minst over precies die dingen waarin de meeste krachten schuilen. Elk sterfgeval onderbreekt ons gewone leven, maar over het leven zelf verwonderen wij ons niet, dat laten wij ons welgevallen, alsof we er altijd al recht op hadden - en men kan hier verwijzen naar de terechtwijzing van Job. Kortom: de universaliteit die aan het denken toegeschreven wordt, is m.i. ‘slechts’ een maaksel, geen objectiviteit, niet iets extern. Net zoals wij overal ten lande begrepen worden wanneer wij om water vragen als wij onze dorst willen laven, net zo worden wij overal begrepen wanneer we een optelsommetje maken, een redenering produceren of een verhaal vertellen, en de rationaliteit waaraan wij dit toeschrijven is evenmin als de taal zelf, iets dat buiten deze wereld zou staan. Het verschilt van de stof, inderdaad, maar deze wereld is niet van stof. Wij zitten, zoals Steiner zegt, middenin een reële wereld van de geest, maar de stof, of breder nog: de hele natuur, is letterlijk de incarnatie van Gods trouw waardoor wij de garantie hebben dat al onze bedoelingen terecht komen. Het bestaan van die 'drager van de wereld' is een wonder op zich, het getuigt van een persoonlijke aanwezigheid dewelke zich onmiddellijk bij onze wereld betrokken weet.

“Niet het denken houdt de denker bezig doch wel het object van het denken”, zegt Steiner, en hij wil dit als een uitzonderingstoestand verhalen: het denken is het niet waargenomen element van ons geestesleven, het kan niet tegelijk geschieden en waargenomen worden. In de beschouwing van de wereld is mijn denken afwezig. En het denken scheppen we uit het niets, zonder het te doorgronden (in tegenstelling tot de wereld die we pas zouden kunnen scheppen indien we hem eerst zouden doorgronden - met een verwijzing van Steiner naar Schelling). Het spijsverteren kan geen object zijn van het spijsverteren, het denken daarentegen kan wel object van het denken zijn. Vandaar zijn de dingen mij vreemd omdat ik geen deel heb aan hun ontstaan, terwijl ik wel deel heb aan mijn denken, zodat ik ook deel krijg aan alles wat ik mij middels mijn denken heb eigen gemaakt, aldus Steiner. Maar is dit wel zo?

Is het zo, dat men het denken kan denken? Wij geloven dit, maar waar we dit geloven te kunnen, krijgen we ook paradoxen, omdat we dan onvermijdelijk objectniveaus en metaniveaus door elkaar gaan haspelen. Het denken waarover wij nadenken, is niet hetzelfde denken als het denken dat wij effectief denken. Het nadenken over het denken is pas mogelijk waar wij het denken dat object is van ons nadenken, eerst tot stilstand hebben gebracht, en dan rijst de vraag of een tot stilstand gebracht denken nog langer het wezenlijke van het denken bevat. Want het denken is in wezen de verinnerlijking van de dialoog, en een dialoog is een levend gebeuren, dat nooit af is, dat wezenlijk in groei is, altijd in wording is, altijd aanvulbaar en verrijkbaar blijft. Het denken dat aan het nadenken onderworpen wordt heeft daarentegen een zekere doodsheid over zich: het is een afbeelding van dat denken, b.v. in de vorm van een tekst of in de vorm van een herinnering. Maar alle activiteit ontbreekt er aan. Doordat het nog langer als denken beschouwd wordt, wordt het ermee geïdentificeerd, en gaan we een verkeerd zicht op het denken krijgen, als ware het denken iets dat men zich kon verwerven, iets dat men kon bezitten of objectiveren. Het denken beschouwen als mogelijk object van een denkactiviteit, betekent aldus het reduceren van dat denken tot een afkooksel van zichzelf. Weliswaar kan men een gedachtegang volgen, b.v. in een wiskundig bewijs, maar dan doet men wezenlijk iets anders dan denken. In de neergeschreven gedachtegang zit immers reeds de doelgerichtheid welke bij de activiteit van het denken wezenlijk is, en die door het denken wordt ontdekt. Het metadenken verhoudt zich tot het denken, zoals het bewandelen van een weg zich verhoudt tot het zoeken van een weg. Het denken is wezenlijk deze zoekende activiteit; het volgen van een weg is louter het waarnemen van de herinnering van een ander. De afstand tussen het bewijzen van een stelling (waarvan de essentie gelegen is in het creëren van die stelling zelf) (2)) en het lezen van een bewijs, lijkt gering, doch is onoverbrugbaar. Het bezichtigen van het Gentse Altaarstuk van Van Eyck, kan gevolgd worden door de uitspraak: “Ik heb het gezien”, maar deze uitspraak is een flagrante leugen, omdat men niet kan zien wat men niet kent. Men neme de proef op de som, en men tracht zich te herinneren wat men dan gezien heeft, men tracht het na te tekenen of te schilderen uit z’n hoofd. Het resultaat is mager, vaak weet men na enkele minuten niet meer hoeveel panelen er waren, welke figuren er afgebeeld zijn, welke de kleur van de mantels was. Men heeft helemaal niets gezien tenzij een schim. De bezichtiger ziet niets, hij wordt gedurende een korte tijdspanne door het werk gehypnotiseerd; zijn ogen zijn de zijne niet meer terwijl hij toekijkt; ze behoren toe aan Van Eyck, en het is Van Eyck die met zijn ogen kijkt en niemand anders. De bezichtiger die de St.-Baafskerk verlaten heeft, kan zich alleen herinneren wat hij zelf met zijn eigen woorden heeft benoemd, luidop of innerlijk, of wat de gids hem heeft verteld, maar iets anders kan hij zich niet meer voor de geest roepen. Dat hij gedurende de bezichtiging het gehele werk in al zijn grootsheid toch gelooft gezien te hebben, komt allen hierdoor, dat Van Eyck het kon zien. De duizelingwekkende rijkdom van de wereld kunnen wij vatten, omdat we deze niet kennen. Ook niet deze van de natuur, deze van het leven. Ook het denken dat een levend proces is, kunnen wij niet aan het denken onderwerpen, en waar we dat toch geloven te doen, vergissen we ons per definitie. In het gesprek delen we aan elkaar dingen mee, vaak zijn dat slechts herinneringen van anderen, dode dingen - zodat er niet echt gesproken of gedacht wordt. Wij rijden zoals treintjes over bestaande sporen die al talloze keren bereden werden. Alleen de ethische dialoog is echt, de dialoog waarin de woorden van de partners door wederzijds vertrouwen worden onderbouwd, de dialoog waarin woorden geschonken worden, beloften gedaan worden, waar men zich borg stelt en daartoe woorden benut. Het denken is functioneel, en zo ook kan het metadenken een zekere functionaliteit hebben. Maar er is een bewustzijn dat van dat denken verschilt, dat daar achter ligt, als een bredere en vastere laag, en dat is het ethisch bewustzijn, dat creatief is, doelgericht, eenmalig en eeuwig.

Staat het denken, zoals Steiner gelooft, boven object en subject? In het licht van het voorgaande geloof ik te kunnen stellen dat het nu duidelijk is dat het denken zich niet boven het subject en object verheft, terwijl het daarvan wel verschilt, maar in een andere zin: het subject transcendeert het denken, en niet andersom. Wel kunnen we het denken en het (ethisch) bewustzijn onderscheiden, en dan kunnen we zeggen dat, op zijn beurt, het subject door het bewustzijn overstegen wordt (er in baadt). Maar m.i. gaat het daar om het goddelijke bewustzijn of Zijn, dat zich overigens ook in de natuur aan ons manifesteert. De herenigende activiteit waarover Steiner spreekt en die hij aan het denken toeschrijft, zie ik niet in dat denken plaatsgrijpen, doch in het ethische handelen, in de liefde. Hereenmaking via het denken is gedoemd tot onvoltooibaarheid wegens het fundamentele wantrouwen waarmee het in gang werd gezet. Het kan niet worden opgegeven weliswaar, omdat gemaakte schuld nu eenmaal dient ingelost te worden; maar net als het inlossen van schuld niets kan bijbrengen aan de eigen rijkdom, net zo kan het denken ons niet rijker maken aan ware kennis. De beoefening van wetenschap is derhalve misschien nog het best te omschrijven als het ondergaan van een straf dewelke, nutteloos op zich, toch ondergaan moet worden, wil men het vertrouwen herstellen en het werk voortzetten.


Ik weet niet of het na deze eerder ongeordende en veeleer intuïtieve bedenkingen n.a.v. de lectuur van Steiners Filosofie der Vrijheid, nog zin heeft om in te gaan op diens kritiek op Kant. M.b.t. Steiners kritiek op Kants ethiek heb ik reeds iets gezegd. Steiners behandeling van de metafysica van Kant of van het kritisch idealisme is een meer technische zaak. Ik had in mijn licentiaatsverhandeling (1994) reeds enkele kritieken bij Kant geformuleerd, o.m. deze dat Kants stelling dat we ons kunnen verheffen boven al de denkvormen die hij opsomt, berust op de stelling dat analytische oordelen geen ervaringskennis behoeven, een stelling die op haar beurt berust op de stelling dat de wet van de contradictie geen ervaringskennis behoeft - wat ik daar (en in mijn filosofietekst) geloof weerlegd te hebben. Ook m.b.t. de categorische imperatief valt een en ander aan te merken. En verder lijkt mij ook Kants onderscheid tussen analytische en synthetische oordelen niet zo fundamenteel als hij ons wil doen geloven (- ik heb dat punt in ‘t lang en in ‘t breed in een aparte tekst uitgewerkt). Ik acht verder de kritiek van Steiner bij Kant correct en relevant, maar ik vind dat Steiners alternatief niet in de goede richting blijft gaan (hij moest zich gewend hebben tot de ‘act’!). Het is bijgevolg een beetje ergerlijk dat in het universitair onderwijs zo weinig aandacht gegeven wordt aan kritieken op grote filosofen, want Steiner dateert van het begin van deze eeuw en hij wordt niet eens vernoemd als Kant aan de orde van de dag is. Ik kan daaruit niets anders besluiten dan dat men met de leerstof niet echt begaan is, al blijf ik wel ontvankelijk voor elke mogelijke andere verklaring.


(J.B., 7 september 1997)


Verwijzingen:


(1) Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.


(2) Hierop berust trouwens mijn vertrouwen in de waarheid van Fermats woorden toen hij zei een bewijs te bezitten voor zijn stelling.



23-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid”(1) - Deel 4/5: Bedenkingen (vervolg 1)


Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid”(1)



Deel 4/5: Bedenkingen (vervolg 1)


De beide vragen die het richtsnoer vormen voor de FdV zijn bijzonder problematisch. Waarom moet de wetenschap op de antropologie worden gebaseerd? En: hoe anders kan de vraag naar het al dan niet vrij zijn van de mens beantwoord worden tenzij via het definiëren van het begrip van de vrijheid zelf? Maar, inderdaad, de vragen zijn belangrijker dan de antwoorden, en elk nieuw concept vraagt in de eerste plaats om zijn definitie; elk oordeel vraagt er ook om, gegrond te worden; het vooropstellen van een voor elkeen toegankelijke ideeënwereld klinkt wel heel democratisch maar krijgt makkelijk een bijsmaakje vanaf het ogenblik dat diegenen die ondanks alles blind blijken voor bepaalde intuïties, te horen zouden kunnen krijgen dat zij de hand in eigen boezem moeten steken. Kortom: geen leer kan zichzelf geheim houden zonder terecht in diskrediet te komen, aangezien datgene wat zich niet tot convocatie bereid weet, zich aan het beginsel van de gerechtigheid onttrekt, hoe goed de bedoelingen ook mogen zijn. Ik onthou mij vooralsnog van het uiten van dergelijke beschuldigingen tegenover Steiner, maar vrees wel voor problemen m.b.t. het beloofde werk over de geestelijke wereld waarover hij heel even spreekt.

Steiner stelt bij het begin de vraag naar de oorsprong van het denken: wij stellen ons niet met de waarnemingen tevreden, zegt hij: wij willen die ook verklaren, dus datgene wat ze veroorzaakt, kennen. Ik geloof echter dat waarneming reeds een vorm van verklaring is, dat de waarneming aan de gewaarwording voorafgaat (zie mijn bedenking bij het natuurconcept van Whitehead), en dat waarneming en verklaring deel uitmaken van een probleemoplossende activiteit, waardoor ze met het tot oplossing gebracht worden van het probleem mettertijd ook irrelevant worden en verdwijnen, zodat ook het denken als middel moet worden gezien, welke met het bereiken van z’n doel zal hebben afgedaan. Al mag men hier het denken niet verwarren met het bewustzijn dat eerder aan de ziel dan aan het lichaam moet worden toegeschreven: Afasiepatiënten kunnen vaak niet meer in woorden denken, maar hun bewustzijn zelf is aantoonbaar helder en ongeschonden. Ik geloof persoonlijk dat de gebieden die wij momenteel benoemen als bewustzijn, denken, voelen e.d. meer, zich in de toekomst heel sterk zullen gaan differentiëren o.i.v. aan de gang zijnde experimenten met het beïnvloeden van bewustzijnstoestanden via het controleren van chemische en andere processen, en via neurofysiologisch onderzoek. De ziel mag m.i. niet met het denken worden verward, en ook niet met het gevoel. Binnen het denken werden al in de middeleeuwen de notitia en de de cogitatio onderscheiden. Lust en onlust spelen zich net als vreugde en verdriet binnen ons bewustzijn af, maar zijn onderling onvergelijkbaar. Net zoals b.v. de vele geurgewaarwordingen welke vaak in staat zijn om bij ons de prilste herinneringen op te roepen, meestal geen namen dragen, zo ook is het gesteld met de eindeloze variëteit aan mogelijke zielsroerselen. Terwijl we geen namen geven aan geuren omdat het reukzintuig bij de mens afsterft, hopen we te mogen hopen dat de onbenoemdheid van de vele zielstoestanden aan het nog niet helemaal geboren zijn van de ziel te wijten is. Met de literatuur, de oude Griekse tragedies in de eerste plaats, werden fundamentele zielstoestanden in kaart gebracht en kunnen ze a.h.w. met één woord (Oedipus, b.v.) aangeduid worden. In de literatuur en in de kunst in het algemeen is die eindeloze zoektocht naar het in kaart brengen van wezenlijke trekken van de menselijke ziel nog maar pas begonnen, nog onontgonnen, onontdekt, nog in de kinderschoenen staande. De in de psychologie aangebrachte onderscheidingen van driften en drijfveren, en van motieven en redenen, gaan eigenlijk niet verder dan het Griekse onderscheid tussen twee vormen van 'willen', het boulomai en het ethelo, die respectievelijk duiden op het redelijk overleg en het gepassioneerd worden. Als ik mij niet vergis bestaan in het latijn enkel de verba velle voor willen en nolle voor niet willen. Het 'geloven' dat wij vandaag kennen stamt van het Hebreeuwse anumah, dat eigenlijk trouw betekent, waarvoor geen woord was in het Grieks, behalve pistis (geloof), het latijnse credere (geloven) duidt zoals ons werkwoord al meer op het aanvaarden van iets zonder het te zien, wat weliswaar een zeker vertrouwen veronderstelt, maar toch verre van dezelfde religieuze gevoelswaarde heeft, denk maar aan het gebruik van de term 'krediet' in het alles behalve barmhartige bankwezen.

Misschien kan hier ingegaan worden op de vergelijking die Steiner in een later hoofdstuk (namelijk het vijfde) maakt ter verduidelijking van de situering van het concept ‘begrip’ in zijn filosofie, namelijk waar hij zegt dat het begrip natuurlijkerwijze uit de mens voortkomt zoals de plant voortkomt uit het zaadje, en dus ook tot het natuurlijke behoort. Meteen moet hier ook worden ingegaan op zijn stelling (waarmee ik het overigens roerend eens ben) dat geen bewustzijn zonder zelfbewustzijn kan bestaan. Want hoe zit het dan met de natuurlijkheid van dat bewustzijn waar tegelijk het zelfbewustzijn de kop opsteekt? Geven dergelijke ideeën geen voer aan het fysicalisme dat, eens dit het levensprincipe “als natuurlijk voortspruitende uit het dode ding” zou hebben ontdekt, nog slechts één stap hoeft te doen om unieke wezens te fabrikeren die zich over zichzelf zullen verwonderen? Welnu, omdat ik redenen geloof te kunnen aanbrengen die én de menselijke fabricage van het levensbeginsel én deze van het (zelf)bewustzijn naar een sprookjesland verwijzen, bekijk ik Steiners voorstelling van zaken m.b.t. het ontstaan van het begrip dan ook met argusogen. Men belandt hier onwillekeurig bij het probleem van de genese van de taal en tevens bij de etiologie, waar o.m. taal en gedrag van dieren worden bekeken. Maar, die weg opgaande, lijkt het onderscheid tussen communicatie en interactie te vervagen, of beter: lijkt dit fundamentele onderscheid met opzet vervaagd te worden door een al te technische (een te fysicalistische) aanpak van de zaak zelf, waardoor het probleem niet verhelderd doch vertroebeld wordt, zodat ik niet geneigd ben om heil te zien in die louter materiële benaderingen. De wijze van benaderen zelf zal m.i. van doorslaggevende betekenis zijn voor het resultaat van het onderzoek, en precies daarin moet dan ook de vrije, creatieve menselijke act gesitueerd worden. Als men een mens met een microscoop onderzoekt, vindt men alleen maar stof en cellen, nimmer een mens; een goede roman is een veel doeltreffendere benadering van de mens. Zo ook kan het bewustzijn niet benaderd worden middels concepten die betrekking hebben op kwalitatief andersoortige verschijnselen, en valt m.i. het anders mooi ogende voorbeeld van Steiner voor mijn part in het water. Daarmee samenhangend (met die monistische ‘drang’ om alles tot eenzelfde beginsel te reduceren - het is eigenlijk een (micro)reductionisme zoals een ander -, moet m.i. ook Steiners afwijzende houding t.o.v. een transcendentie begrepen worden, wat m.i. de geloofwaardigheid van zijn hele systeem keldert. Het “ik ben een god in het diepst van mijn gedachten” dat men her en der tussen de regels leest, kan weliswaar aan een (door Steiner zelf overigens afgewezen) mystiek herinneren en religieus aandoen, maar de pantheïstische kleur die het geheel aldus krijgt, nijgt uiteindelijk naar vervlakking en uitdoving. Het menselijke streven naar eenheid, hereniging, zo men wil, is geen pad van koninklijke verrukking doch een smalle weg waarbij diegenen die de moed hebben hem te betreden, een kroon van doornen zullen dragen, omdat de liefde en het geluk dat de vrucht daarvan is, sinds de inmenging van Lucifer, niet langer met de lust gepaard gaan, doch zich noodzakelijk als een lijdensweg voltrekken, en dit alle geschrijf van zgn. 'mystici' ten spijt! Men hale zich maar voor de geest, onze Afrikaanse hongerlijder van enkele paragrafen hoger, aan wie men beelden toont van een mysticus in zalige trance. Mijn gezond verstand zegt mij dat ik alleen daarom al dergelijke lieden (die als mystici geëerd worden) als clowns mag bestempelen. Waarmee ik vanzelfsprekend geen afbreuk wil doen aan de waarde van het gebed, net zomin als ik afbreuk wil doen aan de waarde van het eetmaal of aan die van de slaap.

Wat betreft de centraal gestelde autonomie, ook in het ethisch individualisme, heb ik de indruk dat Steiner deze te veel voorstelt als een mogelijkheid die voor het grijpen ligt, en niet als een moeizame opdracht, een soort noodlot haast, maar dan niet in de negatieve betekenis, waartoe wij krachtens de erfzonde veroordeeld zijn. Het is m.i. niet zo dat men zomaar autonoom kan handelen wanneer men dat verkiest te doen; autonomie moet daarentegen worden veroverd en verworven, en met dit proces hangen alle registers van het menselijke zijn en handelen samen. Toch is de menselijke autonomie zinloos wanneer ze niet op haar beurt een fundamentele heteronomie erkent, een afhankelijkheid inzake haar heil, van een goddelijke genade. Het is met die menselijke autonomie, die tenslotte toch het geluk beoogt, gesteld zoals met het lot van de enkeling die weliswaar de autonomie beoogt, maar dit uiteindelijk doet omwille van het geluk, welke hij slechts kan ontvangen middels het vertrouwen (het Hebreeuwse anumah) - welke zijn heteronomie impliceert: niemand kan het geluk bekomen waar dit niet de zegen van de ander krijgt. In de menselijke liefde wil men door de ander worden bemind. In de goddelijke liefde kan men de ander beminnen zonder daarvoor iets terug te krijgen, omdat men zich reeds in de liefde van God geborgen weet.

Het natuurlijke terugvinden kan, zegt Steiner, want we zijn er innerlijk mee verwant. De wijze waarop Steiner over de natuur spreekt verraadt m.i. een soort van verering voor deze natuur, in die zin dat Steiner daarvan op de een of andere manier heil lijkt te verwachten. M.i. is de natuur op zich onbewogen, en een louter geheugen van alle fysieke en fysische activiteit, een soort bewaarplaats van middels handelingen bekrachtigde intenties, dat garant staat voor het terecht komen van alle bedoelingen. Van het natuurlijke hebben wij pas iets te verwachten in de mate dat wij ons ermee bekleden, en in de mate dat dit Gods kleed (of zelfs: zijn lichaam) is. Voor het treffen van de roos met de pijl is een enorme beheersing nodig, oefening en talent, zintuiglijke perfectie, lichaamsbeheersing en concentratie. Wat wij vanzelfsprekend achten, namelijk dat de beste schutter wint, ontleent deze vanzelfsprekendheid enkel aan de gratie van de absolute perfectie waarmee de natuur ons het winnen van de beste garandeert. Het komt ons voor dat wij recht hebben op deze natuurlijke onfeilbaarheid, en het zou ons verschrikkelijk in de war brengen wanneer deze het liet afweten, wat b.v. in een droom het geval kan zijn. Maar meermaals in de geschiedenis van de filosofie werd aangeduid dat het onderscheid tussen werkelijkheid en droom pas middels Gods tussenkomst reëel kan zijn. Slaagt men er in de zaken in zekere zin binnenste buiten te draaien, en het wonder van wat wij zo vanzelfsprekend achtten in de natuurlijke gang van zaken, te zien, dan worden wij een ogenblik lang deelachtig aan het mysterie van de goddelijkheid in de natuur. Een goddelijkheid die niet gelegen is in een of andere wonderbaarlijke 'afwijking' van datgene wat wij vanzelfsprekend achten, doch gelegen is in het nimmer afwijken van Gods trouw, waarvan wij in de zgn. 'natuurwetten' een afspiegeling mogen waarnemen. De natuur betekent orde in de chaos, en aldus de absolute en noodzakelijke mogelijkheidsvoorwaarde tot het zich voltrekken van wat gerechtigd is.

In die zin is de wetenschap eigenlijk ook een activiteit welke de argwaan van de mens tegenover zijn Schepper tot uiting brengt. Aan de basis van de wetenschapsbeoefening ligt wezenlijk het wantrouwen dat feitelijk is sinds de zondeval en dat de mens door de duivel werd aangepraat. Hij, de mens, verwerft zo doende kennis, goddelijke kennis, maar hij slaagt daarin nooit ten volle en is tot een eeuwige onrust, een eeuwig zoeken gedoemd. Alleen het vertrouwen, welke zich kan manifesteren in de liefde, en welke impliceert dat hij, de mens, gaat handelen volgens de liefde, alle reeds verworven kennis omtrent de natuur ten spijt - alleen dat vertrouwen kan hem uit deze benarde toestand van verdoemenis redden. Het wordt hem niettemin hoe langer hoe moeilijker; hoe rijker hij zich weet aan kennis, hoe goddelijker hij zich weet, hoe moeilijker het wordt om zijn vermeende autonomie weer prijs te geven en te kiezen voor de weg van de liefde. Stelselmatig heeft hij het trekpaard vervangen door de bulldozer, de huwelijkstrouw door het contract, de vriendschap door het geconsumeerde vermaak, de familie door het Tv-scherm, zijn krachtige lichaam door de auto en vele andere automaten; zijn natuurlijke gaven worden overbodig in het licht van zijn techniek en hij tekent of schildert niet meer, doch neemt foto’s en maakt films, ook zijn levensgeschiedenissen worden door zelfgemaakte sprookjes vervangen, zijn eigen authentieke verhalen acht hij onwerkelijker dan deze van de televisieseries en het gaat zo ver dat het wel lijkt of men pas bestaat als men bestaat op het scherm. In The Picture of Dorian Gray laat Oscar Wilde een van zijn helden zeggen: “Treur om Julia van Shakespeare, want zij is echter dan dat lief van jou dat zich gezelfmoord heeft”. Zo ver zijn wij gekomen dat we meer bewondering koesteren voor onze eigen afbeeldingen van de schoonheid, dan voor de schoonheid zoals we die in de natuur zelf aantreffen, getuige vele feiten, waarbij men b.v. ziet dat voor een schilderij van Van Gogh miljarden worden neergeteld, terwijl precies datgene waar dat schilderij wil naar verwijzen, genadeloos en zonder scrupules om zeep geholpen wordt.


(Wordt vervolgd)


(J.B., 7 september 1997)


Verwijzingen:


Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.



22-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid”(1) - Deel 3/5: Bedenkingen


Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid”(1)



Deel 3/5: Bedenkingen


Wat betreft Steiners opvatting dat vrijheid niet berust in het zich bewust zijn van z’n handelingen, doch in het kennen van de oorzaken van z’n handelingen (waarbij hij een onderscheid maakt tussen driften en redenen), het volgende. Men kan zich afvragen of men de oorzaken van z’n handelingen uitputtend kan kennen in dit perspectief. Om te beginnen denkt men vaak dat men handelt overeenkomstig bepaalde redenen, terwijl deze redenen eigenlijk door onbewuste drijfveren onderbouwd worden. In de psychologie werden in verband daarmee proeven gedaan: men vraag de koper van een Mariabeeldje waarom hij dit kocht, en de koper geeft een aantal redenen op. Maar nu blijkt dat het beeldje vaker verkocht wordt als het rechts in de vitrine staat en als er een spot op zit. Wordt i.p.v. een Mariabeeldje een duivelsbeeldje op die plek geplaatst, dan wordt dat duiveltje vaker verkocht dan het Mariabeeldje. En ook de kopers van de duiveltjes geven redenen op voor hun koop. De redenen blijken dus louter dekmantels voor een koopdrift die zich hoofdzakelijk blijkt te laten leiden door onbewuste mechanismen. De kwestie van drijfveren en motieven wordt terecht als een belangrijk vraagstuk aanzien, maar daaraan voorafgaand situeert zich dus nog het vraagstuk naar de (on)mogelijke gegrondheid van ons oordeel m.b.t. het onderscheiden van drijfveren en redenen. De ervaring leert dat wij ons vaak van redenen bedienen terwijl wij in feite door drijfveren waarvan wij ons vaak niet bewust zijn, gestuurd worden. Ofwel worden we gestuurd door redenen die niet de eigenlijke redenen zijn. Net zoals we b.v. in een droom (en ik zinspeel hiermee op een voorbeeld dat Steiner zelf geeft in de loop van zijn boek en m.b.t. een andere zaak) redenen genereren om niet toe te geven aan de drang om te plassen, terwijl de ware reden waarom we niet plassen daarin bestaat dat we in bed liggen - van die reden zijn we ons in de droom niet bewust, terwijl we, dromend, toch geloven dat we niet plassen omdat alle WC’s in de droom bezet zijn. M.i. is het hier nodig om het concept 'redenen' af te bakenen, b.v. als convocatie (waar een intersubjectief waardecriterium wordt aangenomen - meestal samenhangend met schaamte en fatsoen), of als zelfconvocatie t.o.v. een ‘Ueber-Ich’ (waar een gewetenscriterium aanvaard wordt), of t.o.v. zichzelf als ethisch handelende persoon. Het is duidelijk dat Steiner de eerste twee gevallen van de hand zou wijzen als onethisch, daar ze niet op de persoonlijke autonomie berusten, want hij staat een ethisch individualisme voor. Terecht, maar dan rijst de vraag hoe het derde criterium (waar de eigen vrijheid centraal staat) moet afgebakend worden. Mijn antwoord hierop luidt dat de enig mogelijke parameter voor het bepalen van de geldigheid van een criterium bestaat in de persoonlijke bereidheid zich borg te stellen voor z’n handelen, en dit middels z’n hele persoon (arbeid en leed), desnoods ‘tot het bittere einde’ (wat extreem voorbeeldig in het martelaarschap tot uiting komt, maar meestal in minder opzichtige doch even veeleisende toestanden van alledag voorkomt). Daarnaast zou ik de vrijheid niet bepalen m.b.t. de kennis van de oorzaken van z’n handelingen, doch m.b.t. de gevolgen ervan, meer bepaald: m.b.t. de bedoelingen ervan. Wanneer ik instem met mijn geslachtsdrift, en ik heb hierbij het op de wereld brengen van een kind op het oog, dan handel ik in vrijheid wanneer ik mij aan een natuurlijk programma onderwerp, ook al onderwerp ik me daarbij aan natuurlijke driften en doorgrond ik mijn handelen niet. Het willen van een kind hoeft bovendien niet redelijk te zijn, het kan een zaak van puur vertrouwen zijn, wanneer b.v. mijn vrouw naar een kind verlangt, en ik in vertrouwen berust in deze wens van mijn vrouw. M.a.w., waar Steiner het kennen naar voren schuift als cruciaal, zou ik het handelen in het algemeen beklemtonen: het handelen van de mens is vanzelfsprekend in grote mate een zich onderwerpen aan (natuurlijke of sociale) gebeurtenissen, waarbij dan toch de bereidheid om dat te doen doorslaggevend is voor het feit of het al dan niet gebeurt: het ‘sturen’ van wat anders blind gebeurt, of: het op zich nemen van verantwoordelijkheid voor gebeurtenissen, door deze te aanvaarden en te temmen binnen de eigen beschikkingsmacht. Vrijheid is derhalve m.i. niet zozeer in de eerste plaats een kennisprobleem, maar een ethische zaak, afhankelijk van een creatieve daad, dewelke zich laat omschrijven door het opnemen van verantwoordelijkheid voor dingen waarvoor men van nature niet verantwoordelijk is, maar waarbij men ook beseft dat men zich met schuld belaadt waar men zich daarvan niets zou aantrekken, en dit het gezegde indachtig dat “wie pretendeert te weten, schuldig is”.

Met Steiner neem ik wel aan dat we zelf schuldig zijn aan de discrepantie tussen ‘mens’ en natuur, maar, alweer, kan ik mij niet beperken tot het denken als zijnde de ‘plaats’ bij uitstek waar zich de ware ver- of her-eniging der dingen zou voltrekken (- meer bepaald, in het één worden van waarneming en begrip). Ik geloof meer bepaald niet dat het denken er zomaar is: het is iets dat men pas met veel inspanningen verwerft en ontwikkelt. De wereld der begrippen zou voor iedereen dezelfde zijn, zegt Steiner, maar kan men dan hetzelfde ook niet zeggen over de wereld der materiële (of beter: waarneembare) dingen? Net zoals onze waarneming gekleurd is, is ook onze waarneming van de begrippen gekleurd. Pas waar wij tezamen met anderen de wereld der dingen goed leren kennen hebben, én waar we die op eenzelfde (goede) manier hebben leren waarderen, kunnen we zinvol met die anderen over 'eenzelfde' wereld praten; zo ook m.b.t. de wereld van de begrippen: die eist een tol van allen die zich er enigszins thuis willen kunnen in voelen, en men kan niet over 'eenzelfde' ideeënwereld redetwisten met anderen wanneer niet alle partijen zich die ideeën in zekere mate verworven hebben. De consensus over de materiële wereld groeit in de mate dat onze waarderingen en ons kennen (dat een vorm van waarderen is) zich ontwikkelen, en zo ook ons denken. Het veronderstellen van de aanwezigheid van een aparte zo-en-niet-anders-zijnde materiële wereld op zich, is weliswaar naïef realisme, maar dezelfde fout begaat men m.i. waar men gaat geloven in een op zich staande ideeënwereld. Weliswaar, wanneer men de waargenomen wereld naast de ideeënwereld plaatst, ziet het er naar uit dat de eerste toch minder zeker is dan de tweede, maar m.i. komt dit alleen hierdoor, dat de tweede vaak reeds een vereenvoudigd distillaat van de eerste is, in die zin dat ze zich veroorlooft om zomaar abstractie te maken van werkelijkheden waarmee de waargenomen wereld opgescheept blijft zitten. De gelijkvormigheid van alle gelijkzijdige driehoeken met elkaar, of van alle cirkels met elkaar, ziet er heel mooi uit, maar zegt in feite weinig, eenmaal ‘gelijkvormigheid’ als betekenisvol concept aanvaard werd binnen de wereld van de gedachten. Zo’n concepten vegen eigenlijk sommige problemen van incommensurabiliteit onder de mat, iets wat men m.b.t. de waargenomen wereld echter niet met eenzelfde ongebreideldheid ongestraft kan doen. Wellicht schuilt er binnen de ideeënwereld een dynamiek dewelke ons toelaat om voorspellingen te doen m.b.t. de ervaringswereld, maar precies omdat het nooit gaat om absolute voorspelbaarheid, kunnen we beter aannemen dat daar waar onze voorspellingen samenvallen met wat wij nadien waarnemen, dit veeleer het gevolg is van een bijzonder soort ‘toeval’, welke voortspruit uit het buiten onze gezichtseinder om verbonden zijn van de waargenomen en de gedachte werelden. We zitten m.a.w. ‘ergens’ in de omgeving van de waarheid, maar vaste sporen hebben we niet, en als voorspelbaarheid feitelijk lijkt, kunnen we alleen van geluk spreken, en moeten we goed blijven beseffen dat we niet eens weten hoe dit komt, zodat we ons eigenlijk niet hoeven te verwonderen wanneer plotseling weer het niet voorspelde opduikt. Met de constructie van een overkoepelende theorie kunnen we dan onszelf voorliegen dat we dan toch weer ‘dichter’ bij de waarheid zitten, maar in feite doet men aldus niets anders dan één geval of één soort van gevallen accapareren dewelke men voordien over het hoofd zag. Men vergeet hierbij vaak dat het opduiken van niet voorspelbare gebeurtenissen wellicht (of: zeer zeker) nooit zal kunnen uitgeschakeld worden, al lijkt het zo dat men zo doende binnen bepaalde contexten het optreden van het niet voorspelde kan reduceren. Wanneer we hier te veel belang hechten aan de waarschijnlijkheidsrekening, dreigen we, net zoals de fysicalisten doen die zich beroepen op de informatietheorie waarin zij een relevant model ter beschrijving van de menselijke activiteiten menen te mogen zien - dan dreigen we het primordiale karakter van het kwalitatieve inzake onze kennis en ons handelen uit het oog te verliezen. Ik herhaal het voorbeeld uit mijn ethica [- zie: “Ethica en Metafysica” – J.B. ]: stel dat als je op knop A drukt, je een kans van 1 op 2 hebt dat de wereld ontploft, terwijl je met een druk op knop B een kans van ‘slechts’ 1 op 20 hebt, dan gaat het niet op om zich te verlustigen in het feit dat men toch ook over zo’n knop B beschikt die minder risicovol is; wanneer alles op het spel staat, kàn geen enkel risico geduld worden, en gaat het ook niet op om knoppen te ontwikkelen waar het risico slechts 1 op 30 of zelfs slechts 1 op 300 zou zijn. Wanneer iemand je vraagt om even op zijn tas te passen, dan kan je die tas niet één seconde alleen laten, ook al is het risico dat ze dan verdwijnt, nog zo klein, want je moet verantwoording afleggen tegenover die persoon, die zich op u vertrouwd heeft, het gaat niet op om dan tegen die persoon te zeggen dat je de tas een ogenblik hebt achtergelaten omdat de kans dat ze verdween uiterst miniem was, want daar gaat het nu eenmaal niet om! Daarom zal m.i. niet de kennis kunnen dienen als cruciale hefboom die in zichzelf z’n steunpunt zou vinden, maar veeleer de liefde (waartoe o.m. de liefde tot de kennis behoort, maar die staat dan in functie van de liefde tot de medemens en tot God, anders kan ze niet betekenisvol zijn), die wél absoluut kan zijn, omdat wij beperkt zijn. (Ik kan iemand iets geven omdat mijn bezit beperkt is; indien ik alles zou bezitten, dan kon ik niets geven aan een ander, o.m. omdat ik ook die ander zou bezitten; hoe beperkter mijn bezit, hoe waarachtiger elke gift; doordat de mens absoluut beperkt is, zwak en sterfelijk, eindig, kan hij ook ‘alles’ geven - vandaar ook: “Van wie veel gegeven is, zal veel worden gevraagd”).

Het herstellen van de eenheid gebeurt derhalve niet louter binnen het denken, maar is een zaak die zich doorheen alle vrije menselijke keuzeactiviteiten heen moet ontwikkelen “in het zweet des aanschijns”, het is geen vanzelfsprekend gegeven dat ons zou in de schoot vallen als we er onze ogen maar voor openden, maar een moeizaam te verwerven goed, iets dat ons heetste hartebloed opeist (zoals A. Van Scheltema dichtte: “Niets schoons werd ooit geboren waarvoor een mens niet zijn heetste hartebloed gegeven heeft” - ook het schone van de werkelijkheid zelf wordt niet zomaar geboren, maar moet worden veroverd). Wie gelooft in de rechtvaardigheid (of beter: in de gerechtigheid) (en daartoe moeten zeker allen zich rekenen die geloven in de kennis, omdat zij fundamenteel berust op het rechtvaardigheidsprincipe), moet ook inzien dat geen goed verwezenlijkt wordt tenzij middels het zich schikken naar dat goed. De bezitter moet zichzelf in bezit geven vooraleer hij kan bezitten, en dat is hetzelfde met alle mogelijke andere handelingen welke niet op het goede gericht zijn en die aldus geconfronteerd worden met hun eigen contraproductiviteit, zoals bij uitstek Machiavelli aantoont waar hij in “Il Principe” de spot drijft met diegene aan wie hij dit werkje opdraagt (en dit in tegenstelling tot de gevestigde interpretaties - getuige het gebruik van het woord ‘macchiavellist’ in de gevestigde betekenis). De handelingen die op het goede gericht zijn, bij uitstek het beminnen, kennen deze contraproductiviteit niet, in tegendeel. In dit opzicht moet m.i. ook Kant opgevat worden m.b.t. het grondvesten van zijn criterium voor het ethisch handelen (dat van de veralgemeenbaarheid van een handeling), dat volgens mij door Steiner vanuit een wanbegrip ten onrechte bekritiseerd wordt (niettemin Steiners kritiek op Kants metafysica tot op zekere hoogte wél stand houdt). Indien er technieken zouden bestaan die ons de toegang zouden verlenen tot een vermeende geesteswereld (en die technieken bestaan, alleen is het zeer de vraag welke de waarde van die geesteswereld dan wel kan zijn), dan zijn deze vergelijkbaar met de werking van medicijnen of drugs, m.a.w.: de pijnstillersmentaliteit, dewelke triomfeert bij de gratie van de blindheid voor het absolute goed dat door zijn bewaker die de pijn is, beschermd wordt. (Ook Steiner brengt op een bepaald moment deze pijnstillersmentaliteit ter sprake, namelijk waar hij het heeft over de kwalitatieve ervaring van lust en onlust dewelke niet kwantificeerbaar is, maar daar doet hij het terecht - het is immers klaar in te zien dat het lustcriterium niet fundamenteel is). Daarentegen lijkt het mij dat deze zaken heden ten dage in alle mogelijke bochten gewrongen aangewend worden om de eigenlijk onontkoombare gerechtigheid van de wereld te ontvluchten, zoals b.v. het geval is waar mensen zich tot ‘psychologen’ of ‘psychotherapeuten’ wenden om hun schuldgevoelens af te kopen. Want waar sprake is van schuldgevoelens, is ook sprake van schuld, net zoals er sprake is van pijn, waar er sprake is van pijngevoelens. Net als fantoompijnen zijn fantoomschulden reëel, alleen kennen we in die gevallen de ware oorzaak daarvan niet (- die kan ook bij derden liggen). Het reduceren van pijn tot een gevoel mondt uit in het (zelf)bedrog van het nemen van pijnstillers, net zoals het reduceren van schuld tot schuldgevoelens, bedrog inhoudt. Dit alles slechts om duidelijk te maken dat wij ons op generlei wijze kunnen onttrekken aan onze ware menselijke verantwoordelijkheid door naast onze zinnen en onze zintuigen, ook ons verstand te verdoven met intellectuele complexen die weliswaar op het vlak van het denken comfort schenken, doch die ons uiteindelijk geen stap verder brengen m.b.t. het volbrengen van onze menselijke plicht.

De zaak van de autonomie die Steiner aansnijdt (ik ben pas vrij als ik autonoom handel, niet als ik vanuit plicht of vanuit geweten handel, de vrije geest wil zichzelf verwerkelijken en ziet daarin z’n hoogste bevrediging) is m.i. niet zo eenvoudig als daar wordt voorgesteld. Vandaag de dag zien en horen wij weliswaar niets anders dan raadgevingen in de zin van: “je moet je zin doen, je niets aantrekken van anderen en gewoon je zin doen” etc., maar noopt het niet tot nadenken zich de vraag te stellen op welke grond of vanuit welke aandrang steeds meer mensen klaarblijkelijk de behoefte voelen om aan elkaar dergelijke ‘raadgevingen’ te geven? Het is een vorm van gesofisticeerde ‘samenzwering’ vanuit de anonimiteit, de onpersoonlijkheid, die ook de onverantwoordelijkheid is. De gewetensvolle vader daarentegen “hanteert de roede”, zoals de bijbel zegt. Men moet zich maar eens trachten te verplaatsen in de huid van een hongerlijdende zwarte vluchteling in Midden Afrika die zijn laatste ogenblikken meemaakt, en aan wie plotseling beelden zouden getoond worden van enkele Belgen die onderling ernstig discussiëren over de kracht van het denken en over technieken om het te beheersen. Het zou hen al even absurd voorkomen als een discussie over hoe men z’n vork en z’n mes dient vast te houden aan tafel, geloof ik. Natuurlijk erken ik ook het gelijk van Steiner (wat later door Hannah Arendt, die onderzoek deed naar de psychè van haar folteraars in de concentratiekampen, herhaald werd) waar hij zegt: “Dit is immers juist het karakteristieke van misdadige handelingen, dat ze bij de mens uit elementen die buiten de idee liggen, voortspruiten” (Steiner, FdV, p.112), m.a.w.: de afwezigheid van gedachten als oorzaak van het kwaad. Maar wordt hier de conclusie dat het denken in se goed is, niet voorbarig getrokken als men in acht neemt dat ook kwade voorstellingen en gedachten het kwaad kunnen veroorzaken? Weliswaar heeft Steiner, waar hij zegt dat de daad van de misdadiger niet uit een idee ontspringt, uitsluitend de “goede gedachten” voor ogen - het ‘door-dachte’, m.a.w. Edoch, dan moet ook worden verwezen naar de kritiek die elders in het boek dan weer de zijne is, namelijk die m.b.t. de “schranderheidsmoraal”, zodat het doordachte weliswaar het kwade vaak voorkomt, maar tegelijk geenszins een waarborg voor het goede vormt. Maffioso zijn vaak intelligente lieden, geniale kenners van de menselijke psychè, zij denken na, maar overduidelijk kan Steiner dit soort van denken niet bedoelen, niet het 'rekenende denken' van Heidegger, maar het 'goede denken', het 'zijnsdenken'. De ideeënwereld kan worden ontgonnen, maar ook worden misbruikt, net zoals alle goederen ter wereld kunnen worden misbruikt, en de specifieke aanwending van de menselijke middelen, heeft m.i. niet zozeer te maken met het denken als dusdanig, maar veeleer met het geloof, in de betekenis van het 'zich borg stellen voor' - een betekenis die Steiner blijkbaar niet gevat heeft, zie zijn slothoofdstukken waar hij zegt: “wij willen niet langer geloven zonder meer, wij willen weten” (p.184). Ik denk dat het jammer is dat aan Steiner deze betekenis van ‘geloven (in)’ ontgaat, want elders heeft hij het duidelijk over het daaraan sterk verwante criterium van de liefde bij het stellen van een daad in vrijheid.

Aansluitend kan de grondslag van Steiners veroordeling van de schranderheidsmoraal tevens worden aangewend ter ondermijning van zijn eigen 'ethisch individualisme', precies omdat hij, het denken centraal stellend, de ethische vrijheid op de kennis baseert. Want daar geldt dan ook wat sommigen onder de Ouden zegden, namelijk dat niemand wetens en willens het kwade doet en dat slechts een tekort aan kennis dit kwade veroorzaakt. Want waar kan men een essentieel verschil aanwijzen tussen de schranderheidsmoraal die Steiner veroordeelt waar ze refereert naar autoriteit of geïnterioriseerde autoriteit (geweten en plicht), en deze die zich laat leiden door de kennis? Is zij immers niet van de kennis afhankelijk en mist zij derhalve ook niet de autonomie - het criterium bij uitstek in het ethisch individualisme? Steiner zou antwoorden dat wij met ons denken samenvallen, aangezien alleen in het denken zich de ware werkelijkheid situeert, en dus ook het ware ‘ik’, in zoverre daar nog van een ‘ik’ sprake kan zijn, maar waarheen dan met lieden die niet denken, niet kunnen denken, mensen die over onvoldoende of verkeerde informatie beschikken, mensen die een lot als dat van Olivier Twist deelden en een slechte opvoeding kregen? Steiner was een uiterst begaafd mens die zich bovendien heeft kunnen ontwikkelen, en het komt mij voor dat hij zijn talent (zijn denkkracht) als al te vanzelfsprekend heeft ervaren, wat overigens niet verwonderlijk is, en hem bijgevolg dan ook niet echt kan worden kwalijk genomen. Maar m.i. lijkt zijn leer daar dan toch onder te lijden.


(Wordt vervolgd)


(J.B., 7 september 1997)


Verwijzingen:


Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.



21-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid”(1) - Deel 2/5: Synthese (vervolg)

Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid”(1)


Deel 2/5: Synthese (vervolg)


Zijn er grenzen voor het kennen? Het denken voegt de dubbel lijkende realiteit van waarneming en begrip weer samen: de wereld is ons als tweeheid gegeven, doch wordt door het denken terug herenigd. Kants verkeerde opvatting van het 'kennen' mondt aldus uit in het dualisme: tegenover het waargenomen ding staat aldus (kunstmatig) het onkenbare ding op zich. Nu is het ding op zich geen begrip, het ziet alleen zo uit. De fout zit 'm hier: "Uit de rijke wereld der waarnemingen wordt afgezonderd: ligging en beweging. Deze worden op de uitgedachte wereld der atomen overgebracht. Vervolgens treedt er verwondering op, dat men uit dit zelfgewrochte en aan de waarnemingswereld ontleende principe, het concrete leven niet kan ontwikkelen". Maar de realiteit wordt pas bereikt als het 'ik' voor zichzelf waarneming en begrip met elkaar verbonden heeft d.m.v. het denken. "Het dualisme begaat de fout dat het de tegenstelling van subject en object, die slechts binnen het waarnemingsgebied betekenis heeft, op een zuiver uitgedacht wezen der dingen buiten dit gebied overdraagt". De dualist deelt waarneming en begrip in vieren: (1°) het object zelf; (2°) het subjectief waarnemen van het object; (3°) het subject; (4°) het begrip dat het waarnemen betrekt op het object. Maar de relatie tussen subject en object is reëel. De dualist splitst het kenproces dus in twee: (1°) buiten het BWZ: het verwekken van het waarnemingsobject uit het ding op zich; (2°) in het BWZ: verbinding van waarneming en begrip. Gevolg: voor de dualist blijft de realiteit onbereikbaar. "Voor de dualist ligt de band die de dingen onderling en objectief met onze individuele geest (als ding zelf) in eenheid verbindt, buiten het BWZ in een wezen-zelf, waarvan wij in ons BWZ eveneens slechts begripsmatig een representant kunnen hebben". M.a.w.: "de door het denken te vinden ideële principes komen de dualist te ijl voor, en hij zoekt nog naar realiteitsprincipes, waardoor zij kunnen worden gesteund". De naïeve realist erkent enkel wat kan waargenomen worden, ook de krachten waarmee de dingen onderling inwerken op elkaar moeten waargenomen kunnen worden (want voor hem is het begrip een hersenschim): hij verlangt naast het ideële bewijs van zijn denken, ook het reële bewijs van z'n zinnen. Vandaar het primitief openbaringsgeloof in een waarneembare God die wonderen verricht. Voor het NR is wetenschap slechts beschrijving van de waarnemingsinhoud: "Het NR met zijn fundamentele stelling omtrent de werkelijkheid van al het waargenomene, wordt door de ervaring, welke leert dat de inhoud van de waarnemingen vergankelijk van aard is, weerlegd. De tulp die ik zie, is heden werkelijk; na een jaar zal deze tulp in het niets verdwenen zijn. Wat heeft standgehouden is de tulpensoort. Deze soort is echter voor het NR louter een idee, geen werkelijkheid. Zo verkeert het NR in de situatie dat zij haar werkelijkheden ziet verschijnen en verdwijnen, terwijl het volgens haar opvatting onwerkelijke, in tegenstelling tot het werkelijke standhoudt". Zo'n onzichtbare realiteiten zijn: erfelijkheid, levensprincipe, ziel, God...Het NR ziet God antropomorf werkzaam (zoals een mens): "De onwaarneembare krachten, die vanuit de waarneembare dingen werken, zijn eigenlijk, vanuit het standpunt van het NR bezien, ten onrechte aangenomen hypothesen. En daar het geen andere realiteiten kent, rust het zijn hypothetische krachten met een waarnemingsinhoud uit. Het gebruikt derhalve een zijnsvorm (de bestaansvorm van de waarneming) op een gebied waar hem het middel, dat alleen tot een uitspraak over deze zijnsvorm bevoegd is, namelijk het zintuiglijke waarnemen, ontbreekt". Het NR spreekt zichzelf tegen, vandaar ontstaat het metafysisch realisme (MR): dit construeert naast de waarneembare nog een onwaarneembare realiteit die analoog aan de eerste denkt (dualisme). Het MR noemt elke relatie tussen waargenomen objecten een realiteit, maar de relatie is niet waarneembaar, enkel denkbaar. Geheel willekeurig wordt de ideële relatie gemaakt tot een relatie die overeenkomt met de waarneembare. De realiteit is dan de waarnemingsobjecten die oneindig evolueren ingevolge onwaarneembare krachten. Het MR is een tegenstrijdig mengsel van NR en KI (- de tegenstrijdig het van de "onwaarneembare waarneming"). Die tegenstrijdigheid kan pas overwonnen worden door te erkennen dat begrippen de relaties vormen tussen waargenomen dingen. De vraag naar de grenzen van het kennen bestaat aldus slechts voor het NR en voor het MR: voor haar is het externe absoluut, de inhoud van het subject is een beeld van het externe en de kennis berust op een overeenkomst tussen die twee.

Bij de beschouwing van de vrijheid als realiteit, worden eerst de factoren van het leven besproken. De filosofie van het gevoel wil verkeerdelijk het individuele beleven tot het universele maken, terwijl de filosofie van de wil (het thelisme) naïef-realistisch is omdat ze het kennen, het voelen en het willen niet verbindt.

De idee van de vrijheid. "Intuïtie is het zuiver in de geest verlopende bewuste beleven van een zuiver geestelijke inhoud (...) Slechts door een intuïtie kan het wezen van het denken worden begrepen". Zoals voetstappen sporen nalaten in het zand, zo laat het denken sporen na in de hersenen; net zomin als het zand iets bijdraagt tot de voetstappen, dragen de hersenen tot het denken bij. Onze organische gesteldheid heeft geen deel aan het wezen van het denken. De constitutie heeft alleen te maken met het ontstaan van het ik-BWZ vanuit dit denken. M.b.t. de wilshandeling moeten het motief (dat momenteel is en samenhangt met het begrip) en de drijfveer (die blijvend is en samenhangt met de menselijke constitutie) onderscheiden worden. Steiner onderscheidt (1°) de subjectieve aanleg om bepaalde begrippen tot motieven te verheffen (= drijfveren), en (2°) de begrippen die het karakter beïnvloeden en tot wilsuiting brengen (= doelstellingen). De drijfveren van de zedelijkheid kunnen de driften zijn, de gevoelens en de begrippen. Maar zowel de zedelijkheid op grond van autoriteit als deze op grond van gewetensplicht zijn onecht: echte zedelijkheid gebeurt op grond van inzicht, wat tegenstrijdig is aan het zedelijkheidsideaal van Kant, die de veralgemeenbaarheid van een daad als criterium voor zedelijkheid aanziet. Immers, aldus Steiner, valt volgens Kants criterium het onderscheid tussen goed en kwaad weg, b.v. waar allen het kwade willen. Steiners ethisch individualisme houdt in dat normen en wetten hun ontstaan danken aan natuurlijke individuele aandriften die algemene geldigheid verkrijgen. Zedelijkheid stoelt niet op wetenschap, maar verhoudt zich tot het menselijk handelen zoals natuurwetten zich verhouden tot een afzonderlijk verschijnsel. "Slechts wanneer ik mijn liefde tot een object volg, ben ik het zelf die handelt. Ik ga niet met mijn verstand te rade of mijn daad goed of slecht is, ik breng haar ten uitvoer omdat ik haar uit liefde doe". Daarentegen ontspringt de daad van een misdadiger niet uit een idee: "Dit is immers juist het karakteristiek van misdadige handelingen, dat ze bij de mens uit elementen die buiten de idee liggen, voortspruiten". "Een handeling wordt als een vrije daad aangevoeld, voor zover de beweegreden daarvan uit het ideële deel van mijn individuele wezen voortspruit. Elk ander deel van een handeling, hetzij uit natuurdwang hetzij onder dwang van een zedelijke norm, wordt als onvrij aangevoeld". Vrijheid is het in staat zijn zichzelf te volgen; ze sluit de zedenwet niet uit, doch in. "Zedelijk met elkaar in otsing komen is uitgesloten bij zedelijk vrije mensen". "Leven in de liefde tot de daad en laten leven met begrip voor het willen van een ander, is de fundamentele stelregel voor vrije mensen". Dit wijst op een vertrouwen in de overeenkomst van de intenties, de gezindheid of zielehouding. "In het waarnemingsobject 'mens' ligt de mogelijkheid besloten zich om te vormen, zoals in de plant de mogelijkheid tot groei. De plant middels ingeboren wetmatigheid, de mens middels zijn eigen hand". "De natuur vormt de mens tot louter natuurwezen, de maatschappij tot wezen dat volgens wetten ageert, een vrij wezen kan alleen de mens zelf van zichzelf maken". "De mens is er niet vanwege de zedelijkheid, maar de zedelijkheid is er door de mens". "De vrije mens handelt zedelijk, omdat hij een zedelijk idee heeft; doch hij handelt niet opdat er zedelijkheid zou ontstaan".

Vrijheidsfilosofie en monisme. Het NR zoekt een autoriteit bij God via het geweten, en de zedenwetten worden zo bovennatuurlijke, op zichzelf staande realiteiten (= MR). Men zoekt de oorsprong van de zedelijkheid buiten zichzelf, waaruit een absolutisme: de zedelijke ontwikkeling van de mensheid is dan een proces om de lijdende God te verlossen: het mede-arbeiden om de weg van lijden en verlossing te bekorten. Volgens Steiner is dit geen vrijheid - vrijheid vindt men pas waar men aan zichzelf gehoorzaamt, in het monisme: "De mens is onvrij in de wereld der waarnemingen; hij brengt in zichzelf de vrije geest tot verwezenlijking". "Voor de monist is zedelijkheid een specifiek menselijke eigenschap en is vrijheid voor de mens de vorm om zedelijk te zijn".

Werelddoel en levensdoel. In de materie veroorzaakt het vorige het volgende, maar bij de mens kan een plan (een toekomst) een handeling voorafgaan. De NR projecteert z'n doelgerichtheid in de natuur ('schepper'). Het monisme wijst het doelgerichtheidsbegrip overal af (behalve bij de mens), want doelen moeten eerst gesteld worden.

De morele fantasie (Darwinisme en zedelijkheid). "De vrije geest handelt volgens impulsen, dat zijn intenties, die uit de totaliteit van zijn ideeënwereld door het denken zijn uitgekozen". De onvrije geest ageert volgens een autoriteit (b.v. een voorbeeld). Wetten zijn slechts als verboden in begrippen gesteld. Wat men concreet moet doen, kan men uitvinden via de morele fantasie en de morele techniek, "de natuurwetenschappelijke leer van de morele voorstellingen". Zoals de evolutieleer een ontwikkeling is volgens natuurwetten, zo wordt in de zedelijke evolutie door de mens verricht wat de natuur op een lagere trap doet. De ethische norm is geen natuurwet doch moet geschapen worden. Pas daarna kan hij gekend worden. Net zoals het ontstaan van nieuwe diersoorten, ontstonden nieuwe zedelijke ideeën vanuit de morele fantasie. Het ethisch individualisme (EI) is de kroon op het werk van het zich eigen maken van de doorleefde openbaringsgodsdienst. Het EI is de vergeestelijkte evolutieleer overgebracht op het zedelijk leven. "Onvrij maakt de kerk mij wanneer ze zich tot heerser van mijn geweten maakt".

De waarde van het leven (pessimisme en optimisme). Twee opvattingen staan tegenover elkaar: (1°) de wereld is de best denkbare (het optimisme van Shaftesburry en Leibniz); het leed is alleen een tekort aan goed; (2°) alles is kommer en kwel; niet-zijn is beter dan zijn (het pessimisme van Schopenhauer en E. von Hartmann). Voor von Hartmann is het zedelijk leven het participerren aan de vernietiging van het bestaan: "God schiep de wereld om zich zo van z'n oneindige smart te bevrijden". Men moet de dwaasheid van het egoïsme inzien; het streven op zich verschaft vreugde. Tegen de voorstanders van een calculus van lust en onlust, brengt Hartmann in, dat lust en onlust slechts bestaan in zoverre ze gevoeld worden: het is geen kwestie van afwegen middels de rede. Luststreven kan geen blijvende bevrediging brengen. De volrijpe mens verleent zichzelf zijn waarde en zoekt geen lust of plichtsvervulling; hij vindt vervulling in het realiseren van wat hij wil.

Individualiteit en soort. Uit deze tegenstelling distilleert Steiner een pleidooi voor vrouwenemancipatie. De menselijke individualiteit stijgt boven het (wetenschappelijk te benaderen) soortbegrip uit. "Het zedelijk leven van de mensheid is de totaliteit van de scheppingen der morele fantasie door vrije individuele mensen. Tot dit resultaat leidt het monisme".

Tenslotte worden de consequenties van het monisme behandeld. Het monisme ziet alles als één. Het geeft een wereldverklaring op grond van de ervaring; de bron van het handelen is de morele fantasie; de mens maakt deel uit van de wereld. De realiteit zit in het samenkomen van waarneming en begrip in het denken (- de waarnemingen apart geven slechts een onsamenhangende chaos; de begrippen apart zijn loutere abstracties). Het proces van de werkelijkheid speelt zich in het denkende waarnemen af. Allen kennen wij dezelfde begrippen. “Het leven in de werkelijkheid, vervuld van de gedachteninhoud, is tevens het leven in God”. “De door abstracte gevolgtrekkingen aangenomen God is slechts de mens, overgeplant naar een bovennatuurlijke wereld (...)”. “De menselijke geest komt in werkelijkheid nooit uit boven de realiteit waarin wij leven. Dit heeft hij ook niet van node, daar alles wat hij ter verklaring van de werkelijkheid nodig heeft, in de wereld ligt”. “Het monisme loochent het ideële niet, het ziet zelfs een waarnemingsinhoud waaraan het ideële ontbreekt niet voor werkelijkheid aan. Het vindt echter in het gehele gebied van het denken niets, dat zou kunnen noodzaken - door het loochenen van de objectieve geestelijke werkelijkheid van het denken - buiten het ervaringsgebied van het denken te treden”. Het monisme loochent het transcendente.

In een eerste aanhangsel typeert Steiner zijn Filosofie der vrijheid als een ‘gedachten-monisme’. In een tweede aanhangsel (de voorrede bij de eerste druk van dit werk) onderstreept hij dat we willen weten i.p.v. louter te geloven. “Dit werk vat derhalve de betrekking tussen de wetenschap en het leven niet op zodanige wijze op, dat de mens zich voor de idee heeft te stellen, , doch in die zin, dat hij de wereld van de idee verovert om deze dienstbaar te maken aan zijn menselijke doelstellingen, die boven de louter wetenschappelijke uitstijgen. Men moet zich bij het beleven tegenover de idee kunnen plaatsen; zo niet, dan wordt men door de idee geknecht”.


(Wordt vervolgd)


(J.B., 7 september 1997)


Verwijzingen:


Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.



20-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid” - Deel 1/5: Synthese

Enkele bedenkingen bij Rudolf Steiner's “Filosofie der vrijheid”(1)

Deel 1/5: Synthese


In zijn voorrede bij de nieuwe druk van 1918 geeft Steiner het richtsnoer in dit werk weer, in de vorm van twee vragen: (1°) welke antropologie kan ook de wetenschap gronden? (2°) Is de mens vrij? Zijn basisintuïtie houdt in dat de mens leeft middenin een reële wereld van de geest.


Bij de behandeling van de vrijheid als kennisprobleem komt eerst het bewuste handelen van de mens aan bod: vrijheid berust niet in het feit dat de mens zich bewust is van zijn handelingen, maar in het feit dat hij zich bewust is van de oorzaken van zijn handelingen. Onder die oorzaken moet men de driften strikt onderscheiden van de redenen. De mens is redelijk, hij denkt na, aldus Steiner: de oorsprong en de betekenis van dit denken moeten dan ook onderzocht worden. Toch is het denken, evenmin als het gemoed, de beweegreden voor het handelen. (Wat betreft de relatie tussen het gemoed en het denken: ons gemoed drijft op ons voorstellingsvermogen, want er is geen gevoel zonder voorstellingen).

Wat is nu de diepere grond voor de wetenschapsdrang? Met Goethe hebben wij een aardse en een goddelijke ziel in ons: dat onze begeerte het haalt op onze rijkdom, maakt ons ontevreden, en onder die ontevredenheid moet ook onze dorst naar kennis gesitueerd worden: we zijn niet tevreden met alleen maar waarnemingen, we willen die ook verklaren. Ons bewustzijn is tegelijk een bewustzijn van de discrepantie tussen ons 'ik' en de wereld en een besef van ons in-de-wereld-zijn. We streven er naar die tegenstelling te overbruggen, en we doen dat door te pogen de inhoud van de wereld tot onze gedachteninhoud te maken. Eén soort van deze pogingen zijn dualistisch, maar hier wordt geen brug tussen subject en object gevonden en strandt men, hetzij in extreem materialisme, hetzij in extreem spiritualisme (idealisme). Een andere poging is monistisch, en loochent de polariteit. Steiner nu, gelooft dat wij zelf de polariteit in de werkelijkheid veroorzaken, dat we onszelf van de natuur vervreemd hebben. En we kunnen die verloren natuur terugvinden in ons innerlijke, omdat we er daar mee verwant zijn. Dat natuurlijke innerlijke echter, transcendeert het loutere 'ik'.

Vervolgens behandelt Steiner het denken in dienst van de wereldbeschouwing: wanneer we botsende biljartballen waarnemen, doelt ons nadenken daarover op begripsvorming: de van mij onafhankelijke gebeurtenis wordt van mij afhankelijk als gedachte, binnen mijn denken. We zoeken naar de relatie tussen gebeurtenissen en begripsverbindingen, en dan rijst de vraag: wat winnen we er bij om tegenover de gebeurtenissen deze begrippen te plaatsen? Welnu, kennis is anticipatievermogen, het kunnen doen van voorspellingen, los van de ervaring. Nu wordt ook het denken pas via de waarneming (van dit denken) gekend. Maar het waarnemen van het denken is, vergeleken bij de waarneming van de andere dingen, een soort uitzonderingstoestand. Terwijl nu in het voelen het subject betrokken is, is het denken onpersoonlijk: niet het denken houdt de denker bezig, doch het object van z'n denken, zodat, normaal gezien, het denken het niet-waargenomen element van ons geestesleven is; het denken kan immers niet tegelijk geschieden én waargenomen worden. In het denken over de wereld, is mijn denken zelf afwezig, maar in de beschouwing van mijn denken is niets afwezig. Schelling zegt dat wij de natuur pas zouden kunnen scheppen indien we die eerst zouden doorgronden, maar m.b.t. het denken is dit niet nodig: het denken wordt immers gecreëerd vanuit het niets, en we doorgronden onze gedachten pas achteraf. De spijsvertering kan geen object van de spijsvertering zijn, alleen het denken kan een object zijn van zichzelf. Terwijl alle dingen mij vreemd zijn omdat ik geen deel heb aan hun ontstaan, geldt dit niet voor het denken, want ik ben wél deelachtig aan het ontstaan van mijn gedachten. Daarom is het denken het meest oorspronkelijke uitgangspunt ter beschouwing van de wereld (waarbij ook Descartes' "ik denk dus ik ben" voorbeeldig is). Archimedes' hefboom kon de hele wereld opkrikken, als hij maar een steunpunt vond dat louter door zichzelf gedragen werd. Welnu, het denken is zo'n principe dat op zichzelf berust. Dan rijst de vraag of het denken iets anders buiten zichzelf kan begrijpen. Steiner drukt er op dat wij het denken eerst los van het subject moeten beschouwen, zonder een andere grond dan het denken zelf.

Vervolgens bespreekt Steiner de wereld als waarneming (dit is: als geheel van waargenomen dingen): het denken genereert begrippen, maar het concept 'begrip' is zelf niet uitdrukbaar. Wanneer wij geluid waarnemen, ontstaat een begripsvorming waarbij we tevens kunnen vragen naar de oorzaak van het (waargenomen) geluid. Het denken is derhalve onmogelijk waar het de waarneming niet eerst overstijgt, en dit in tegenstelling tot wat de zgn. 'strenge objectieve wetenschap' voorhoudt, namelijk dat wij ons tot louter waarnemingen dienen te beperken. Analoog, is bewustzijn noodzakelijk zelfbewustzijn. Toch transcendeert het denken de subject-objecttegenstelling. Het denken is geen eigenschap van het subject, doch pas binnen het denken komt het subject tot ontstaan: het subject bestaat bij de gratie van het denken.

Hoe komt nu het externe in het bewustzijn binnen? De waarneming bevat steeds de waarneming van mezelf, als een constante tussen al het veranderende. We weten dat waarnemingen subjectief zijn. Voor Berkeley geldt dat in extreme mate: niets bestaat los van het bewustzijn, alleen God en de menselijke geesten bestaan, de waarneming wordt rechtstreeks door God veroorzaakt. Daartegenover staat Kant voor wie kennis niets meer is dan onze voorstelling van de wereld: alleen onze eigen veranderingen, niet de veranderende dingen ‘an-Sich’, kennen wij. De naïeve realist gelooft dat wat hij waarneemt ook echt bestaat; de wetenschap leert ons dat wij subjectief waarnemen (- wij reageren subjectief, want fysiek geconstitueerd, op prikkels). Pas de ziel groepeert de afzonderlijke waarnemingen tot een object. Zo bestaat 'rood' enkel in de ziel, niet extern. Waarneming en zintuig vooronderstellen elkaar. En het kritisch idealisme van Kant beweert nu dat de weg van de waarneming onderbroken wordt bij de overgang van het hersenproces naar de gewaarwording. Precies hier zit volgens Steiner de fout van Kant: Kant benoemt de ene waarneming als voorstelling, terwijl hij andere op een naïef-realistische manier aanvaardt... en dit terwijl hij zodoende het naïef realisme gelooft te bestrijden! Kant kan het naïef-realisme dus pas bestrijden door er tegelijk zichzelf aan te bezondigen. Men schiet er niets mee op wanneer men de waarnemingen zintuiglijk gekleurd noemt, want ook het zintuig behoort tot het waargenomene. De relatie tussen waarneming en voorstelling kan aldus niet beschreven worden middels het kritisch idealisme.

Wat betreft het kennen van de wereld, kan een onderzoek van onze waarnemingsinhoud niet bewijzen dat onze waarnemingen voorstellingen zijn. Het naïef-realisme (NR) heeft niet te maken met de dingen zelf, maar met onze voorstellingen van de dingen. Het kritisch realisme (KR) verwerpt die premissen doch aanvaardt de gevolgtrekkingen, wat ongeoorloofd is. Het KR gelooft dat over het ding op zich niets te zeggen valt, en ziet aldus twee soorten mensen: zij die in de droom geloven, en zij die zich van de droom bewust zijn. Maar volgens het KR zou ook de dromer gedroomd worden. Daaruit zijn twee houdingen mogelijk: ofwel is alles droom, de dromer inbegrepen, ofwel erkent men achter de droom een hogere realiteit (het transcendentaal idealisme (TI) van Eduard von Hartmann). De twee missen echter een vaste basis. Want voor het TI kan de cruciale vraag niet luiden hoe de dingen in de droom samenhangen, maar wel hoe het 'ik' de voorstellingswereld dan produceert. De dromer zoekt de oorzaken van zijn droom immers niet in die droom zelf, maar in de echte wereld. Daarom moet eerst de echtheid van het 'ik' ernstig genomen worden. Volgens Steiner is het gezochte vaste punt hier het denken. Terwijl het NR het denken beschouwt als overbodig voor het bestaan van de wereld, brengt de wereld het denken echter voort met eenzelfde noodzaak als deze waarmee het zaadje de plant voortbrengt. Zoals het zaadje samen met de aarde een plant voortbrengt, zo brengen de plant samen met het bewustzijn daarvan, het begrip van de plant voort. Nu kan ons verstand slechts afzonderlijke begrippen onderscheiden, niet het geheel, omdat onze zelfwaarneming ons subjectief inperkt. Het denken echter is universeel: elkeen participeert in het denken aan dezelfde begrippenwereld en dus aan de ene kosmos. Waarneming en begrip zijn de twee zijden van het gehele ding. Het lichaam is gegeven als object in de voorstelling naast andere objecten, maar ook als de actie die onmiddellijk gevolg geeft aan onze wil. De waarneming op zich geeft me geen inhoud: de inhoud komt van de begrippenwereld, van binnenuit, uit de intuïtie. De bronnen van de kennis zijn én de waarneming én de intuïtie. Een ding verklaren is het terugplaatsen in het verband waaruit het door onze constitutionele structuur is losgerukt: het denken herenigt wat de waarneming heeft gescheiden. Nu is er geen kleur zonder een oog; zowel de kleur als het oog kunnen worden waargenomen; de waarneming die het oog doet, is objectief, maar het verband dat gelegd wordt tussen de waargenomen kleur en het waargenomen oog is een relatie van louter begrippen die herinneringsbeelden en subjectieve voorstellingen geven. Het voorbijgaan aan dit verschil, brengt het idealisme mee.

De menselijke individualiteit. Subject en object zijn niet gescheiden maar behoren tot eenzelfde wereld. "Zou ik i.p.v. wereldkenner, wereldschepper zijn, dan zouden subject en object in één scheppingsdaad ontstaan”. Als wereldkenner vind ik het gemeenschappelijke van subject en object slechts in de begrippen. Het begrip is geen product van de waarneming, maar wordt aan de waarneming gevormd. Een voorstelling is een herinnering (zonder waarneming), een geïndividualiseerd begrip, staande tussen waarneming en begrip. De ervaring is de totaliteit van alles waarvan ik voorstellingen kan vormen. De individuele relatie met begrip en waarneming is het gevoel (lust en onlust). Het denken kent het algemene gebeuren van de kosmos, terwijl het voelen in betrekking staat tot onze individualiteit; het brengt de begrippen tot concreet leven.


(Wordt vervolgd)


(J.B., 7 september 1997)


Verwijzingen:


Rudolf Steiner, Filosofie der vrijheid. Grondtrekken van een moderne wereldbeschouwing. Resultaat van observaties op zielsgebied volgens natuurwetenschappelijke methode. Negende druk, Servire, Katwijk, 1970.







19-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur. - Deel 4/4


G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur.


Deel 4/4


Ik keer nu terug tot de aanvang en tracht te verduidelijken waar het, m.i., om gaat. Welnu, dan moet ik besluiten dat er van een realiteit geen sprake kan zijn, tenzij het gaat om een realiteit waarvan (impliciet of expliciet) erkend wordt dat deze door een transcendente, een hogere realiteit gedragen wordt. Anders gezegd: het is doordat het transcendente - datgene wat ons transcendeert (en draagt) - zo waterdicht ‘absoluut’ is, dat de realiteit waarin wij bestaan zo absoluut is - en dit - het moet nu worden gezegd -, alle strubbelingen omtrent het ‘realiteitsprobleem’ ten spijt: elke betekenis is ons - uiteindelijk - gegeven. Alle dingen en, navenant, al onze handelingen, baden a.h.w. in een hogere werkelijkheid, en danken precies daaraan hun werkelijkheidsgehalte! Inderdaad: “Maar de ware wereld, de wereld van bittere ernst en van onzeggenlike wezenlikheid, die stoort zich aan geen etikette en aan geen Euklides of Galileï. Er kan dus niet “geweten” worden”(Mannoury, p. 46).


Mannoury, vervolg tweede hoofdstuk. Om eerst nogmaals terug te komen op het voorafgaande, de eerste paragraaf dus, zou ik die vooraf op nog een andere manier willen uitdrukken: het is weliswaar zo, dat b.v. een streep inderdaad een verzameling van vele moleculen etc. is, en vanuit dat opzicht niet zo’n duidelijke grens, maar het moet worden opgemerkt dat het niet de moleculen zijn die de streep maken: de streep wordt gemaakt door en in functie van het hogere; de moleculen van de stoffen waaruit de streep als stoffelijkheid bestaat, hebben met de streep als zodanig niets te maken. Deze gedachte is analoog aan onze kritiek op het fysicalisme: wanneer b.v. een dichter een gedicht neerschrijft, dan is zijn poëzie niet het gevolg van bepaalde hand-, arm- of zenuwbewegingen, doch andersom: het is de poëzie die de zenuwen en de hand- en armbewegingen uitlokt en stuurt. Onnauwkeurigheden doen er niet toe, omdat er een voortdurende bijsturing is. En voor dit laatste verwijs ik naar een eerdere tekst van mijn hand, namelijk m.b.t. het wezen van feed-back en het probleem van het wezenlijke onderscheid tussen enkelvoudige en samengestelde bewegingen (- zie ook elders). Een automaat, een machine, die bepaalde bewegingen moet uitvoeren, kan afwijken en hoe gering elke afwijking ook is, het wordt op den duur een grove afwijking - de machine mist dan haar doel. Dit komt doordat het daar gaat om een enkelvoudige beweging. Waar wij onze bewegingen kunnen bijsturen omdat wij steeds het doel voor ogen hebben, is zo’n opeenhoping van afwijkingen onbestaande. Maar dit is nu juist het verschil tussen een machine en een mens: een machine kent geen doelgerichtheid; ze maakt slechts de beweging die in haar veroorzaakt wordt - ze kent alleen een oorzaak, en het doel van die beweging zit in de machine zelf - in haar vorm en bouw - verankerd. Die vorm en bouw, die haar werking zal bepalen eenmaal ze door ons werd in gang gezet, is een door ons gemaakte “afspiegeling” of “projectie” van haar doel in het momentane: de vormgeving draagt daar de verantwoordelijkheid voor het al dan niet bereiken van het doel, en deze vormgeving is altijd mensenwerk. Zelfs waar men te maken heeft met machines die zichzelf zouden kunnen bijsturen, die dus zouden kunnen anticiperen, moet ook deze anticipatie worden ingeplant in de bouw van de machine, wat wil zeggen dat daaraan een eigenlijk nog hogere anticipatie ten grondslag moet liggen. Welnu, zo ook moet in zekere zin ook de mens zelf nog een vorm volgen (namelijk de wet), teneinde zijn doel (het Goede) te kunnen bereiken - al is het daar wel zo, dat deze gevolgzaamheid door de mens, bewust en vrijwillig gebeurt. Zoals reeds gezegd, doet het niets af van het authenticiteitskarakter van deze vrije wil, of wij al dan niet in staat zijn iets anders te willen dan datgene wat wij effectief willen.


“Gezien-hebben is geen weten”, zegt Mannoury. En beweert hij hier niet precies hetzelfde? “En verwachten te zullen zien evenmin”, voegt hij er aan toe: noch de herinnering, noch de verwachting kan een weten worden genoemd. De twee situeren zich in het geheugen, ze zijn een soort spoor van de waarneming - die per definitie altijd een spoor heeft - lang of kort, het doet er niet toe. Wat is dan een weten? Op grond van onze eigen bevindingen tot hier toe, heeft het weten te maken met het doel van onze handelingen. Het weten heeft te maken met datgene wat nog niet gerealiseerd werd (door ons), terwijl het toch datgene is dat al onze momentane handelingen stuurt en beheerst. Op bladzijde 63 zegt Mannoury: “Maar er is geen stelliger en zuiverder weten dan willen (...)”.

Gezien hebben en verwachten te zullen zien is geen weten, “Maar die herinnering en die verwachting in onmiddellik evenwicht is onmiddellike wetenschap, d.i. waarneming die boven gewaarwording uit is” (p. 46). Ik moet hierbij nogmaals verwijzen naar mijn stuk tekst in het hoofdstuk over Whitehead, waar ook werd aangetoond dat gewaarwordingen nooit iets anders zullen zijn dan abstracties, noodzakelijke veronderstellingen ter verklaring van de waarnemingen (p.86). In de daaropvolgende bladzijden verklaar ik hoe het doel eigenlijk de bestuurder is van wat er momentaan gebeurt, ook al gaat het om een doel dat wij zelf niet kennen; maar het feit dat het doel heteronoom aan ons is, maakt dit niet minder tot doel. Die heteronomie zal immers worden opgeheven middels het mechanisme van de pijn, en dit is, nader beschouwd, eigenlijk niets anders dan het mechanisme van het vlees - het vlees, het fysieke, datgene waarin een verbond werd bezegeld tussen de geest en de stof, een verbond dat geest aan stof heeft vastgeketend op een wonderbaarlijke wijze, wat wij als “het leven” herkennen. Want sinds de zondeval kunnen wij aan geen ander Zijn tenzij aan het Levend-Zijn deelachtig zijn. En er is geen ander Zijn mogelijk tenzij het Zijn dat naar zijn doel toe leeft. M.a.w.: het Zijn dat niet in relatie staat tot het doel, is geen zijn, doch een illusie. Bovendien kan er slechts één einddoel zijn, namelijk de Liefde. Maar deze zaken trachtten we elders verder uit te diepen.

“Herkenning” dan, dat is iets anders, zegt Mannoury: “Niemand heeft ooit de Boro-Boedoer gezien, maar millioenen hebben hem herkend. En, hoewel hun betekenis grondig uit elkaar ligt, bestaat er een belangrijk verband tussen “herkennen” en “erkennen”, dat we hierna even moeten toelichten. De erkenning slaat op een waardering, en ook de herkenning houdt een waardering in. Als ik iemand erken, dan houdt zulks in dat ik hem waardeer als mens. Herken ik iemand, dan waardeer ik het feit dat hij momenteel bestaat. Erkenning van iemand houdt in: een waardering die inhoudt dat aan iemand het bestaan, als mens, gegund wordt, en dit m.b.t. het Goede, het doel, de toekomst ook. In het geval van de herkenning beperkt zich de waardering tot het momentele: ik kan er niet naast kijken, het is Piet, ik ben gedwongen hem te herkennen, ik onderga de herkenning eigenlijk - de herkenning is, m.a.w., een notitia, ze is passief. De erkenning daarentegen betreft de waardering in de actieve zin: niemand dwingt mij er toe de ander te erkennen, maar ik doe het toch, ik creëer de erkenning zelf, vrij en bewust. Kortom: Herkenning en erkenning gebeuren bewust, maar m.b.t. de herkenning is er geen vrijheid in het spel, terwijl dat m.b.t. de erkenning wel het geval is. Vandaar heeft de erkenning een ethisch karater, een ethische dimensie, terwijl de herkenning die niet heeft. Waar sprake is van erkenning, is een creatief proces aan de gang, tot stand gebracht door een ethisch subject, tegenover een ander (ethisch) subject. Herkenning daarentegen, behoort tot de orde van de waarneming.

Nu zegt Mannoury dat niemand ooit de Boro-Boedoer gezien heeft, terwijl velen hem wel herkend hebben. Welnu, ik beweer dat elke waarneming noodzakelijk een herkenning inhoudt. Van zodra men zegt dat men iets “ziet”, heeft men meteen, impliciet, eigenlijk al gezegd dat men het “herkent”. Omdat er nu geen waarneming zonder herkenning mogelijk is, heeft het eigenlijk weinig zin om te beweren dat men iets niet ziet doch herkent. Wat Mannoury doet wanneer hij het geciteerde zegt, is pas relevant in de context van de problematiek van de tegenstelling tussen “ideeën” en “dingen”. De Boro-Boedoer is immers niet (louter) een ding; het is (ook) een idee, maar dit geldt voor alle zgn. “dingen” - alleen al het feit dat de waarneming fundamenteler is dan de gewaarwording, maakt de stelling hard dat de dingen in de eerste plaats ideeën zijn, waarvan hun “ding”-karakter niets meer tenzij een (- gezien ons wereldbeeld -) wenselijke veronderstelling daarbij is.

Nog anders uitgedrukt: ons bewustzijn kan zich handhaven dank zij de idee “voedsel”, doch sinds de zondeval zijn wij dermate verbonden met de stof, dat wij moeten geloven dat onder de “idee” “voedsel” ook “werkelijk voedsel” ligt, en dat onder de idee “bewustzijn” ook “werkelijk bewustzijn” (“leven”) ligt, én dat de twee, namelijk het “werkelijk voedsel” en het “werkelijk bewustzijn” of het “leven”, “werkelijk” met elkaar verbonden zijn. Wij bestaan dus in een geestelijk wereld die a.h.w. gedragen wordt door een stoffelijke wereld, waarbij de geestelijke wereld voor ons de ware is, terwijl we niet anders kunnen tenzij de lastige stoffelijke erbij te nemen, als ware dit een straf (namelijk voor de erfzonde - waarover elders meer). Van de stof geraken we pas bevrijd mits de tol van het leed en de dood.



(J.B., 4 mei 2002)


18-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur. - Deel 3/4

G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur.


Deel 3/4


Tweede hoofdstuk: Weten en willen. De eerste paragraaf, pp. 45-46, gaat eigenlijk over een heel bijzonder fenomeen (dat ik aantrof inzake de quantumfysica, in hoofdstuk 22), meer bepaald over het feit dat onze waarneming niet zo zuiver is als wij gewoonlijk aannemen. Als we b.v. een stoel geloven te zien, dan zitten we eigenlijk niet in het gebied van de gewaarwording, maar zijn we al volop aan het waarnemen. Een bladzijde verder (p. 46), zegt Mannoury dan ook: “Maar die herinnering en die verwachting in onmiddellik evenwicht is onmiddellike wetenschap, d.i. waarneming, die boven gewaarwording uit is. (...) , en de meest primitieve gewaarwording niet denkbaar is zonder énige herinnering en zonder énige verwachting (...)” - en dat is, zegt hij tenslotte, het meest wezenlijke: “er is niets wezenlikers denkbaar”. In het hoofdstuk over Whitehead [Metafysica en Ethica – J.B.] delen wij precies dezelfde mening: de waarneming is primordiaal op de gewaarwording, m.a.w.: gewaarwording zonder waarneming is niet mogelijk. Het probleem waar het hier om gaat, laat zich eigenlijk niet zo gemakkelijk viseren of omschrijven, maar ik geloof dat het hier om een zeer fundamentele zaak gaat en ik doe hierna nog een poging om ze duidelijker te formuleren - het gaat, zoals M.W. Weber, naar wie ik daar verwezen heb, opmerkt, om het “realiteitsprobleem”.

Het is waar dat wat wij zien, niet de stoel is, want de stoel is grotendeels een begrip, en begrippen kunnen niet “gezien” worden. Toch kan men in een stoel gaan zitten, maar wat is zitten? Is “het zitten” een begrip? Gedeeltelijk wel: het werkwoord “zitten” is een afbeelding van deze handeling binnen de taal, en is dus, als (werk)woord, een begrip. Gedeeltelijk is “zitten” ook iets anders - iets “stoffelijks” misschien? “Zitten” is in de eerste plaats een handeling, een act. Maar wat is een act? Het is nu eerst en vooral duidelijk dat een begrip - hier het begrip “stoel” - zijn mogelijke relevantie ontleent aan een act - hier de act “zitten” (- het kan ook om de act “zien” gaan, of nog andere acten zijn mogelijk, naar gelang de omstandigheden, maar hierover weiden we hier niet uit). “Zitten”-an-sich is dus een act, terwijl “zittten” binnen de taal (- binnen het bewustzijn? -) een begrip is.

Laten we het nu, in functie van de duidelijkheid, eens niet hebben over onze “stoel” en over het “zitten”, maar over “voedsel” en over “eten”. We kunnen dan zeggen dat “voedsel” een begrip is dat zijn relevantie ontleent aan de act “eten”. “Eten” is weliswaar een begrip binnen onze taal, maar we kunnen dit begrip pas relevant aanwenden binnen onze taal, als het, zoals trouwens elk ander begrip, een betekenis heeft, of beter: als het in betrekking staat tot de werkelijkheid - de werkelijkheid die verder reikt dan onze taal kan reiken. Telkens als we over “eten” spreken, nemen we dus aan dat “eten” meer is dan louter een begrip: we veronderstellen dat er een act achter schuilt, dewelke we niet kunnen benoemen, aangezien elke benoeming een “degradatie” van het “werkelijke” (datgene wat “werkt”, datgene wat “ageert”) tot het begripsmatige meebrengt. Nu heb ik eigenlijk vals gespeeld door over een “degradatie” te spreken; en indien ik deze opmerking niet zou maken, dan had ik impliciet stelling gekozen tegen het idealisme. Ik ben me er wel van bewust dat de term “degradatie” niet correct is, maar hij kan -voorlopig - volstaan in functie van deze opzet. Kortom: wanneer wij over “eten” spreken, dan hanteren we, sprekend, weliswaar een begrip, maar veronderstellen we tegelijk noodzakelijk een act die de relevantie van dit begrip schraagt.

Aan wat ontleent dan de act “eten”, op zijn beurt, zijn relevantie, zijn betekenis? - zo kunnen we ons vervolgens afvragen. En nu moeten we heel voorzichtig zijn dat we niet in een valstrik lopen, want we hebben het hier over iets dat, enerzijds, “buiten” de begrippenwereld staat en dat, anderzijds, niet anders meer tenzij binnen de taal en dus als begrip, verder (filosofisch) kan behandeld worden.

Laten we hier eerst abstractie maken van de mogelijke valstrik, en doen alsof we ons deze problematiek niet hoeven aan te trekken, dan kunnen we zeggen dat “eten” - de act dus - betekenisvol is omdat dit ons in leven houdt, of nog eerder: omdat eten de honger (die pijn is) wegneemt of voorkomt, terwijl pijn datgene is wat ons dwingt, omdat we er mee samenvallen als we hem hebben ( we zijn de pijn die we hebben - dat is de definitie van pijn - we kùnnen ons er niet van distantiëren). De act van het “eten” is dus relevant omdat deze voorkomt dat ons iets wordt aangedaan wat wij niet willen (en wat wij ook niet kùnnen willen), namelijk (honger) lijden of sterven. De act (van het eten) ontleent zijn relevantie aan onze (levens)wil. Nota bene: het gaat hier om een bijzondere vorm van willen, het gaat namelijk om een willen waarbuiten wij niet kunnen: wij kunnen niet anders tenzij zo willen zoals wij dat doen, en deze wil is alleen maar de onze omdat wij er toe genoopt zijn ons daarmee te identificeren, omdat wij ons moeten identificeren met pijn. Dat wij op dit vlak geen keuze hebben, betekent niets anders tenzij: dat wij moéten willen - sterker nog: dat wij niet anders kùnnen tenzij zo, en niet anders, te willen. Merk op dat de verplichting van een welbepaald willen, dit willen er niet minder authentiek om maakt! Wanneer wij b.v. deelnemen aan een wedstrijd, dan kunnen wij bezwaarlijk iets anders willen tenzij een zo goed mogelijk resultaat te behalen - en willen wij niet per se winnen, dan willen we toch tenminste onszelf overwinnen, wat Pierre baron de Coubertin ongetwijfeld heeft bedoeld met het “deelnemen” dat belangrijker is dan de overwinning (op anderen). Kortom: wij kunnen niets anders tenzij te willen winnen, maar dat maakt de echtheid van onze wil er niet minder om. Zo ook kunnen wij niet anders dan te willen leven, en, analoog, houdt zulks niet in dat onze levenswil minder echt zou zijn.

Herhalen we nu waartoe we hier gekomen zijn: de act (van het eten) ontleent zijn relevantie aan onze (levens)wil. Deze wil wordt gestuurd door iets dat ons transcendeert, en van welker transcendentie de feitelijkheid van de pijn constant getuigenis aflegt binnen ons bewustzijn. M.a.w.: de act (van het eten) ontleent zijn relevantie aan onze (levens)wil, en deze wil ontleent zijn relevantie aan een transcendente werkelijkheid.

Nu kunnen wij de zaken verder onderzoeken, en dan zullen wij tot de vaststelling komen dat elke act, op precies dezelfde wijze als deze uit ons voorbeeld, zijn relevantie ontleent aan het transcendente.

Maar zoals we eerst hebben opgemerkt, hebben we hierbij abstractie gemaakt van enkele belangrijke zaken: we hebben namelijk dingen beschreven die in feite geen begrippen meer waren. We hebben dus afbeeldingen gemaakt van werkelijkheden die eigenlijk “veranderen” wanneer zij afgebeeld worden. We hebben, m.a.w., gewerkt met slechts “schaduwen” van de realiteit, terwijl de realiteit zelf ons is ontsnapt. Welnu, willen we dit corrigeren, dan betekent zulks dat we het veld van de beschrijvingen eigenlijk zouden moeten achter ons laten, en dat we ons moeten begeven in het veld van de handelingen zelf. Maar als we dat doen, dan betekent dit ook dat we er van getuigen dat we de grenzen van de filosofie hebben bereikt, erkend en overschreden - we belanden dan in het gebied van het religieuze - het gebied waarop wij ons niet langer verdienstelijk kunnen maken met alleen maar gedachten en verklaringen, maar waar van ons gevergd wordt dat we ons effectief borg gaan stellen voor datgene wat we geloven afgebeeld te hebben in de filosofie - de filosofie als een schaduw, een afschaduwing, van de ware werkelijkheid. Wat we binnen het filosofische nog kunnen doen - maar dat is dan ook het laatste, de laatste etappe a.h.w. - dat is: spreken over het handelen. En als we dit hier effectief doen, dan zullen alle dingen waaraan het handelen zijn relevantie ontleent, ook dingen zijn die méér zijn dan handelingen, dus: dingen die tenminste handelingen zijn, net zoals de dingen die méér zijn dan louter begrippen, tenminste begrippen zullen zijn. Zo zijn handelingen tenminste begrippen, maar ze zijn ook meer dan begrippen. Helaas blijven we, filosoferend, en dus in het gebied van de taal vertoevend, op begrippen aangewezen, zodat we aangewezen zijn op begripsschakeringen, teneinde iets te kunnen laten voelen van wat meer dan begrippen zijn. Zo beelden we de act af in het begripsmatige, terwijl we toch moeten erkennen dat ageren méér is dan louter een begrip - zouden we dat niet erkennen, dan had ageren ook niet de betekenis die het dient te hebben (die het moet hebben) teneinde betekenisvol te zijn (- en we herinneren hier aan Barbara Léondar over de metafoor: de metafoor wordt pas gevat door wie een hoger abstractieniveau creëert! - voordien is hij louter onzin). Het transcendente - dus datgene wat nog voorbij het ‘ageren’ zelf ligt, datgene waaraan het ‘ageren’ z’n relevantie ontleent - is, noodzakelijkerwijze, nog méér dan louter handelen - het is “liefhebben”. En pas via een dergelijke weg is een ‘begripsmatige’ benadering van ‘de liefde’ (hier staat het meer-nog-dan-handelen-betekenende als begrip afgebeeld) mogelijk.


17-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur. - Deel 2/4

G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur.


Deel 2/4



Bladzij 30: “allemaal” wordt onderscheiden van “geen één niet”. Zeer terecht. En dan, ik had het nooit durven verhopen, schrijft Mannoury dat onder ‘berekenen’ eigenlijk moet verstaan worden: ‘kunnen berekenen’: “Berekenen-kunnen is eigenlik het goede woord niet: bepaald-zijn zou je kunnen zeggen (...) Ik schei er uit”. Ik ook. Dat wat betreft de “spreek-wiskunst” (p. 31).

In de hoor- (- lees-, of aflees-wiskunst) worden onderscheiden: de auditieve en de visuele. Het volmaakt wiskundeboek van Mannoury: “a=a=a=a” (p. 32). Maar toch een bedenking hierbij: a=a... indien a en a één en hetzelfde representeren! a en a zijn dus gelijk, op voorwaarde dat ze symbolen zijn, wat wil zeggen: op voorwaarde dat ze verschillend zijn van zichzelf!!! Want indien a niet een symbool was, en dus niet iets anders was dan datgene wat het eigenlijk uitdrukt, dan ware die a die voor het gelijkheidsteken staat niet gelijk aan die a die op het gelijkheidsteken volgt; immers, alleen qua positie zouden de twee al verschillend zijn. Mannoury’s wiskundeboek drukt eigenlijk niets anders uit dan het symboolkarakter van de tekens!!! a=a drukt uit dat wij stellen dat de twee dingen gelijk zijn, terwijl wij toch twee van elkaar verwijderde dingen neerschrijven: het drukt dus uit dat die dingen zich eigenlijk bevinden in een wereld waar geen verwijdering, geen ruimte, bestaat. Het volmaakte wiskundeboek van Mannoury schept m.a.w. een nieuwe wereld - een wereld welker bestaan noodzakelijk is opdat wij in de onze zouden kunnen tellen! Zo gaat het ook met ethiek: dat alle mensen gelijk zijn, kan pas een relevante uitspraak genoemd worden indien daaronder verstaan wordt dat alle mensen gelijk zijn qua waarde, of: als mens. De uitspraak is pas relevant indien abstractie gemaakt wordt van alle verschillen die in deze wereld tussen de mensen bestaan, m.a.w.: indien een wereld geponeerd wordt waarin deze verschillen er niet toe doen: de wereld van het mens-zijn. Het mens-zijn wordt aldus verheven van het hebben van die en die bepaalde kenmerken, tot een zijn dat van die kenmerken onafhankelijk is - een zijn dat zijn volle werkelijkheidswaarde aan de erkenning ontleent - in de eerste plaats de erkenning door God (God bemint alle mensen in gelijk mate), vervolgens in de erkenning door de medemens (waardoor wij het Rijk Gods op aarde trachten te realiseren).

Bladzijde 35: “‘t Is erg lastig voor een Amsterdammer zich in de zielstoestand van ‘n tellende Hottentot te verplaatsen, want die telt z’n vingers niet, evenmin als een Amsterdammer z’n telwoorden”. Toch zouden we onze telwoorden kunnen tellen, wat we eigenlijk doen wanneer we ons talstelsel problematiseren, en dan komen we tot de stelling die ik eerder al heb pogen aan te halen, namelijk, dat er een oneindig aantal oorspronkelijke getallen (priemgetallen) bestaan, die elk recht hebben op een eigen naam of teken. Zit daar een regelmaat in? - zo kunnen wij ons afvragen, Goldbach indachtig. Het zou moeten, natuurlijk. Maar dat we deze regelmaat niet zién, komt m.i. alleen hierdoor, dat wij gewoon zijn om met de valse regelmaat van een talstelsel te werken. Het talstelsel dat wij gebruiken, om het even het welke, spiegelt ons een rad voor de ogen omdat het ons de indruk geeft dat 1 a.h.w. terugkeert, namelijk bij 11, bij 21, bij 31, enz., en zo ook lijken 2 en 3 en alle andere cijfers terug te komen, maar cijfers zijn geen getallen! Kùnnen wij dan abstractie maken van cijfers, m.a.w.: van tekens, wanneer wij tellen? Opnieuw dient verwezen te worden naar wat we reeds zegden n.a.v. Mannoury’s volmaakt wiskundeboek! Wij zitten met twéé werelden, en daar is geen ontkomen aan.

Wat is niets? Wat is twee? Mannoury doet het verhaal van de twee stenen-an-sich, en zegt, uiteindelijk: “Ja toch, iéts blijft er nog te raden over: wat is het onderscheid tussen een steen, een verdwenen steen en een ongeschapen steen? (..) wijzelf (...), wat bedoelen wij met dat mysterieuze bestaan van die eenzame steen? De significa antwoordt: als je jezelf wilt verstaan, kijk dan naar je medemens, dat vereenvoudigt het probleem. (...) dan kun je zien wat hij bedoelt: een bod, of een vraag, of een “tip” misschien? En let dan eens op, of hij er zij bij spint. Dat is ‘t beurscriterium voor gelijk hebben” (p. 42-43). Mannoury besluit met de significa dat “an-sich” niets (dood) is, dat alles voor een ander is. En hierbij kunnen we ons direct aansluiten: een barbier-an-sich bestaat niet.

“Neen, als we waarlik tellen willen, dan zullen het gedachtedingen en geen stenen of loden tafels moeten zijn”: of bedoelt Mannoury hier dan toch iets geheel anders mee? Want terwijl dode stenen-an-sich niet kunnen bestaan, terwijl een levende mens-an-sich toch wel kan bestaan, zouden dan gedachten-an-sich altijd kunnen bestaan, precies omdat zij altijd door iemand worden gedacht en dus niet ofwel dood ofwel levend kunnen zijn, doch vanuit hun aard, steeds ‘levend’? Ik stel me hierbij echter de vraag of we wel mogen zeggen dat “gedachtedingen” ‘levend’ zijn. Ik vermoed dat heel wat mij op dit punt ontsnapt. Wel volg ik de redenering dat het tellen, het tellen van veel-eenheden betreft, dat het om een geestesbeweging gaat. Het slot van dit eerste hoofdstuk is wel gecompliceerd; de significa is niet zo simpel; wellicht omdat we, zoals Mannoury zegt, meestal niet weten wat we willen...

Hier eindigt het eerste hoofdstuk. Toch zou ik hier graag nog iets zeggen over onze “twee werelden”: ze kunnen namelijk met elkaar verbonden worden mits men het handelen als werkelijkheidsprincipe aanvaardt. (3)


(Wordt vervolgd)


(J.B., 4 mei 2002)


Verwijzingen:


(3) Deze aanvulling, op grond van een kritiek die ik in 1992-’93 bij Descartes’ cogito ergo sum maakte. Het gaat over het verband tussen ‘kennen’, ‘zijn’ en ‘doen’; ik zie daar ook het woord als de brug tussen ‘zijn’ en ‘kennen’ (maar daarover hier verder niets). Ik vat mijn bedenkingen van toen hier kort samen.


Vanuit zijn ongenoegen met het toenmalig onderwijs, stelde Descartes zich de vraag naar de mogelijkheid van de kennis: kunnen wij zekerheid verwerven? Althans zijn wij zeker van het feit dat wij hier omtrent twijfelen, zei Descartes: twijfelen is denken, en om te denken moet men bestaan: ik twijfel, dus ik denk, dus ik besta. Maar m.i. redeneert Descartes hier veel te snel en te gemakkelijk. Ik beperk mij tot deze zaak, ik ga hier niet in op andere m.i. foute redeneringen van hem.

Ik twijfel, maar wat is twijfelen? Is twijfelen een vorm van denken? Het is duidelijk dat twijfelen en denken niet hetzelfde betekenen: er bestaan vormen van denken die zich van de twijfel onderscheiden. Is twijfelen dan een vorm van denken?

Van denken is pas sprake vanaf het ogenblik dat twee dingen aanwezig zijn: de denker en het object van zijn denken (de gedachte en, eventueel daarvan onderscheiden, datgene wat de gedachte representeert; dus datgene wat verondersteld wordt te bestaan los van de gedachte - doch hierover verder niets). Ontbreekt één van die twee, dan kan er niet gedacht worden (Ook een mogelijke derde factor behandel ik hier niet: ik bedoel de factor die analoog is aan het licht bij het zien, dat dus naast de ziener en het geziene het licht veronderstelt). Kortom: er kan niet gedacht worden als er niet iets is dat gedacht wordt.

Als ik de twijfel een vorm van denken noem, moet ik het object van de twijfel dus kunnen omschrijven: wat is het object van de twijfel? Ik ga hier later uitgebreid op in.

Stel dat ik op een tweesprong sta, en ik twijfel welke weg ik zal nemen. Wat precies is dan het object van mijn twijfel? Het is niet de keuze, want ik ben er zeker van dat ik een keuze moet maken; indien ik niet zeker wist dat ik een keuze moest maken, ik zou immers niet twijfelen. Is het object van mijn twijfel dan het maken van de keuze? Neen, want indien ik niet wist dat ik een keuze moest maken, ik zou niet twijfelen. Precies de zekerheid dat ik moet kiezen, brengt mij in twijfel. Noch de keuze zelf, noch het feit dat ik een keuze moet maken, is verantwoordelijk voor mijn twijfel. Wat dan wel?

Het object van mijn twijfel is onbestaande. Alleen een onbestaand object kan mij tot twijfel brengen: van zodra het object bestaat, twijfel ik er immers niet meer over, want ik ken het. Maar zolang het niet bestaat, kan ik het niet kennen.

Wat betekent dan de twijfel, als het object ervan onbestaande is, terwijl de twijfel zelf toch voelbaar en uitspreekbaar is?

Als ik voor een tweesprong sta, en ik twijfel, betekent dit dat ik nadenk over dingen die ergens niet bestaan, terwijl ze elders toch bestaan. We hebben hierboven beschreven hoe ze niet kunnen bestaan. Maar ze bestaan toch, in zoverre hun bestaan afhankelijk is van datgene wat ik beslis te doen. Ik heb dus te beslissen over het al dan niet bestaan van dingen, en het mij gedwongen weten te beslissen over hun al dan niet bestaan, maakt mijn twijfel uit. Wat betekent nu precies: “het zich gedwongen weten tot het beslissen over het al dan niet bestaan van dingen”?

Als ik beslis de linkse weg te nemen, beslis ik tegelijk dat een aantal dingen zullen gebeuren, terwijl tegelijk een aantal dingen daardoor niet zullen gebeuren. Maar twijfelen betekent nu precies het onvermogen om zo’n beslissing te nemen, terwijl ik er toe gedwongen wordt krachtens de keuze die zich stelt. Vandaar herdefiniëren we de twijfel: twijfelen is het zich gedwongen weten tot het beslissen over het al dan niet bestaan van dingen terwijl men in het onvermogen verkeert om zo’n beslissing te nemen.

Twijfelen is dus: het moeten doen van iets zonder dat men het kan doen, terwijl de daad beslissend is voor het al dan niet bestaan van bepaalde dingen. Hierbij verwijst ‘moeten doen’ naar een welbepaald aspect van de betreffende handeling, terwijl ‘niet kunnen doen’ verwijst naar een totaal ander aspect van deze handeling. Het ‘moeten doen’ duidt op de verplichting om één van beide wegen op te gaan. Het ‘niet kunnen doen’ duidt op de onmogelijkheid om uit eigen beweging één van beide wegen op te gaan. Dit betekent dat de essentie van de twijfel ligt in het verlies van de controle die men geacht wordt te hebben over z’n handelingen. De onmiddellijke handelingen worden gecontroleerd, maar deze handelingen worden beroofd van hun intenties. Deze handelingen volgen dus niet uit anticipaties ervan.

Twijfelen heeft aldus te maken met de gedwongen loskoppeling van anticiperen (d.i. Denken) en Doen. En omdat Doen te maken heeft met Zijn (Doen is immers beslissen over wat, krachtens die specifieke handeling, al dan niet zal bestaan), heeft Twijfelen tenslotte te maken met de loskoppeling van Denken, Doen en Zijn: De twijfel is de onderlinge loskoppeling van denken, doen en zijn.

Keren we nu terug naar Descartes, dan moeten we besluiten dat de overgang die hij maakt van Twijfelen naar Denken, ongeoorloofd is. Uit het feit dat ik twijfel, kan ik niet besluiten dat ik ben, precies omdat de twijfel zelf het denken scheidt van het zijn. Vanaf het moment dat ik mij afvraag of ik ben, kan ik niet meer zijn.

Beschouwen we nu het denken, waarvan we bepaalden dat het slechts kan bestaan mits de aanwezigheid van een denker, enerzijds, en een object van dat denken, anderzijds, dan moeten we hierbij vaststellen dat de gedachte altijd voor een deel ‘besmet’ wordt met de factor van de twijfel. Als ik voor een tweesprong kom, en ik weet heel goed welke weg ik zal gaan, dan vindt mijn zekerheid daaromtrent zijn oorsprong in het feit dat ik weet wat mijn beslissing inhoudt. Als ik op weg ben naar huis, dan weet ik b.v. dat ik thuis geraak als ik de linkse weg opga. Ik kan makkelijk beslissen om de linkse weg te kiezen, omdat ik de consequenties daarvan m.b.t. het al dan niet bestaan van de dingen krachtens mijn beslissing, ken, aanvaard en zelfs verlang. Maar deze kennis geeft mij geen absolute zekerheid. Het is b.v. mogelijk dat ik halverwege rechtsomkeert moet maken en dus toch via de rechtse weg huiswaarts moet. Omdat ik mij aldus steeds kan vergissen in mijn beslissingen en dus in mijn kennis (het feit buiten beschouwing gelaten of ik voor die vergissing al dan niet verantwoordelijk ben), is mijn kennis nooit vrij van onzekerheid. Daaruit volgt dat elke kennis twijfel bevat, of: kennis is denken met een lage graad van onzekerheid. Hieruit volgt dat de overgang van kennen naar zijn, of de overgang van het epistemische naar het ontische, onmogelijk is.

We toonden boven aan hoe het onmogelijk is, wanneer we vertekken van het kennen, om de overgang te maken naar het zijn. Welnu, laten we hier ook eens onderzoeken of wij niet in omgekeerde richting de brug kunnen maken, namelijk van het zijn naar het kennen. De eerste vraag die we ons dan moeten stellen, luidt: wat betekent het dat iets bestaat?

Bestaan is steeds ‘bestaan op een bepaalde manier’. D.w.z. dat de bestaanswijze van een ding, het bestaan van dat ding zelf betekent. Zo b.v. bestaat een orchidee alleen maar omdat ze als orchidee bestaat, omdat ze die bepaalde vorm en kleur enz. heeft. Anders gezegd: haar kenmerken maken dat de orchidee een orchidee is. Een ding dat door de lucht vliegt kan b.v. geen orchidee zijn. En alle kenmerken samen, maken de orchidee.

Nu is het echter tegelijk zo, dat de kenmerken van de orchidee, door de mens ervaren kenmerken zijn. De orchidee heeft een bepaalde vorm, geur, kleur, maar als er geen oog is die deze vorm ziet, geen neus die deze geur ruikt, dan hééft de orchidee ook vorm noch geur. Immers, de zichtbaarheid, de tastbaarheid, de geur van de orchidee zijn kenmerken die noodzakelijk relatief zijn aan het zien, het voelen en het ruiken. Omdat dit nu het geval is met àlle kenmerken van de orchidee, kan men terecht zeggen dat zij geen kenmerken heeft en dat ze dus niet bestaat wanneer er geen sprake is van waarneming van deze kenmerken. Anders uitgedrukt: aangezien een wezen of een ding gelijk is aan het product van al zijn kenmerken, en aangezien het bestaan van kenmerken relatief is aan het kennend merken, zal bij afwezigheid van enig kennend merken, er geen sprake zijn van kenmerken, en dus ook niet van het bestaan van een wezen of een ding. Noemen we nu dit ‘kennend merken’ het bewustzijn, dan kan men stellen dat iets niet kan bestaan buiten alle bewustzijn om: iets bestaat slechts als het bestaat in een bewustzijn.

Maar als ik de eerste mens ben die deze orchidee ziet: moet ik dan niet besluiten dat ze niet bestond voor mijn waarneming? Deze kritiek bevat een vergissing: het bewustzijn mag niet gelijkgesteld worden met het onmiddellijke, actuele bewustzijn. Beethovens zevende bestaat ook op momenten dat ze niet uitgevoerd wordt. Ook het potentieel bewustzijn moet in rekening gebracht worden, en daartoe is men logisch verplicht: als ik een kat door de kamer zie lopen, en ik sluit enkele seconden lang de ogen, moet ik ze een eind verder zien wanneer ik terug de ogen open, want indien een ander bleef toekijken terwijl ik niet keek, dan zouden naderhand onze waarnemingen niet overeenstemmen. Op die manier zou dan elkeen in een eigen wereld leven. Het is omdat ik wil geloven dat communicatie met anderen bestaat, dat ik verplicht ben om rekening te houden met een potentieel bewustzijn, altijd en overal: de alomtegenwoordigheid van God.

Onze volgende stelling nu: “krachtens het feit dat kennis het zijn betreft, terwijl het zijn een veronderstelling binnen de kennis is, is kennis steeds onzekere kennis”. Stel dat ik het voor mogelijk hou dat iemand achter mijn rug staat mee te lezen. Dat geval bestaat actueel als het potentiële. Ik draai me nu om en merk dat er niemand is. Deze waarneming maakt dat het actuele bestaan van het potentiële zich wijzigt, m.a.w.: binnen bepaalde perken kan ik bepaalde mogelijkheden omtrent het mogelijke bestaan van de dingen uitsluiten. Mijn actuele kennis van de werkelijkheid is dan ook op niets anders gebaseerd tenzij op het uitsluiten van bepaalde mogelijkheden binnen bepaalde zekerheidsgrenzen (binnen enkele minuten kan er wél iemand achter mijn rug hebben plaatsgenomen zonder dat ik het gemerkt heb). Hier kan men dan de kennis definiëren als volgt: kennis is het uitsluiten van het actuele bestaan van het potentiële met een bepaalde graad van zekerheid die wordt ontleend aan grondigere kennis. Dat zo’n graad van zekerheid ontleend wordt aan grondigere kennis of aan het grondiger uitsluiten van mogelijkheden, betekent dat alle kennis uiteindelijk zal gebaseerd zijn op een absolute zekerheid. Daar deze absolute zekerheid nu niets anders kan zijn tenzij een geloof, volgt daaruit: kennis is het geheel van consequenties die voortkomen uit een geloofsact.


Nu kunnen we deze bevingingen uitdrukken in het hierna volgende schema. Hierbij moet eerst nog het volgende worden opgemerkt.

Krachtens het feit dat deze redenering slechts geldt mits de inachtname van de tussenstellingen, werd hierbij zo doende het Zijn gedefinieerd in functie van het Doen, terwijl ook het Denken gedefinieerd werd in functie van het Doen. D.w.z. dat wij, gedwongen door de noodzaak om de discrepantie tussen het Zijn en het Denken te overbruggen, wij deze beiden moeten definiëren als vormen van Doen, wat betekent dat dit resulteert in een ontologie waarin het handelen centraal staat.


Schematisch:


(1) Descartes: IK TWIJFEL = IK DENK (ik denk, dus ik ben)

(2) We problematiseren deze identiteit (namelijk: “ik twijfel = ik denk”)

(3) DENKEN slechts als DENKER en OBJECT (gedachte)

(4) ALS TWIJFELEN = DENKEN, DAN HEEFT TWIJFELEN EEN OBJECT.

(5) Opmerking: Descartes’ twijfel is de twijfel over het Zijn van iets (afgekort: TZ).


(6) Eerste tussenstelling (*): TZ C TD (TD = de Twijfel over het Doen van iets).

TD C TZ slechts als het Zijn van iets vervat zit in het Doen.

Om tot “realisme” te komen, is het noodzakelijk om het Zijn middels het (subjectieve) handelen te definiëren: IETS BESTAAT VOOR EEN SUBJECT, ALS DAT SUBJECT ER REKENING MEE HOUDT IN ZIJN HANDELEN. IETS BESTAAT VOOR ALLE SUBJECTEN, ALS ALLE SUBJECTEN ER REKENING MEE HOUDEN IN HUN HANDELEN, enz.


(7) Als TZ C TD, dan mogen we ons hier beperken tot TD.

(8) Voorbeeld van TD: IK TWIJFEL OF IK OFWEL A OFWEL B ZAL DOEN.


(9) Tweede tussenstelling (*): IETS DENKEN = IETS ANTICIPEREN = IETS DOEN.

We bepalen denken als anticiperen. Ook herinneren is anticiperen als het in funktie staat van anticiperen. We maken abstractie van de herinnering om de herinnering, en van het hele denken als doel op zich.


(10) DE TWIJFEL BELET MIJ IETS TE DOEN.

(11) Daaruit volgt: DE TWIJFEL HEEFT GEEN OBJECT.


(12) Derde tussenstelling (*): IETS DOEN = BESLISSEN OVER HET AL DAN NIET BESTAAN VAN IETS; d.w.z.: OVER HET BESTAAN VAN EEN HANDELING EN VANDAAR OOK (wegens de eerste tussenstelling) OVER HET ZIJN VAN IETS.

(a) Iets doen is beslissen over het bestaan van een handeling (evidentie).

(b) Elke handeling bewijst het bestaan van datgene krachtens hetwelke de handeling geschiedt (wegens (6)).

(c) Iets doen is dus beslissen over het bestaan van iets (wegens (a) en (b)).


(13) Wegens (10) geldt: TWIJFELEN = NIET KUNNEN BESLISSEN OVER HET BESTAAN VAN IETS.

(14) d.w.z.: DE OVERGANG VAN TWIJFELEN NAAR HANDELEN IS ONMOGELIJK WEGENS HET NOODZAKELIJK OVERSLAAN VAN HET ANTICIPEREN (DENKEN) WEGENS HET GEBREK AAN EEN OBJECT.

(15) TWIJFELEN = DE LOSKOPPELING VAN DENKEN, DOEN EN ZIJN.

(16) IK TWIJFEL daaruit volgt niet IK DOE

IK BEN behoort tot IK DOE

IK TWIJFEL daaruit volgt niet IK BEN


(*) Opmerking: de eerste en de tweede (en krachtens de tweede ook de derde) tussenstelling, zijn beperkingen aan het domein waarbinnen deze redenering geldt.


16-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur. - Deel 1/4


G. Mannoury, “Mathesis en Mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt” (*). Enkele losse gedachten n.a.v. de lectuur.


Deel 1/4


Slechts enkele losse gedachten, hoe dan ook zonder de pretentie alles te doorzien wat hier in een verraderlijk luchtig jargon aan de wereld prijsgegeven wordt - maar voor de leek misschien toch net genoeg om te kunnen vermoeden dat het hier voor de wiskundige om een ware lekkernij gaat waarbij hij zeer zeker zij kan spinnen.

Bladz. 1: De strijd tussen woord en werktuig, “Der Kampf um die Dezimale”. Van de onmogelijke onderlinge verzoening van “rangschikking” en “nevenstelling”, komt Mannoury tot “uitsluiting”, “negatie”. Als ik me niet vergis, dan herken ik daarin zeer zeker mijn kritiek m.b.t. het principium contradictionis. “Ja, wenn die Wahrheit Münze wäre!”: maar ook dat helpt niet, want munten slijten ook, zegt Mannoury. En dat geldt zeker ook voor de namen die wij aan de aantallen geven: 1, 2, 3, 4, ... Het vermoeden van Goldbach indachtig: we hebben, in ons decimaal stelsel, slechts 10 cijfers nodig om oneindig veel getallen uit te kunnen drukken, maar deze truuk verblindt ons eigenlijk voor de werkelijkheid, waarin oneindig veel oorspronkelijke getallen zijn (ik bedoel: getallen die niet kunnen worden uitgedrukt als producten van andere, reeds gekende getallen; dus: priemgetallen). Indien wij ons niet bedienden van een of ander talstelsel, dan zouden wij voor elk oorspronkelijk getal een nieuwe naam moeten bedenken (de niet-oorspronkelijke getallen schrijven we als producten van reeds benoemde), en dan zou het aantal tekens dat wij te verzinnen hadden precies zo groot zijn als het aantal priemgetallen (vermeerderd met 0). (N.B.: de optelling zou ons hier niet van pas kunnen komen omdat b.v. 7, uitgedrukt als 3+4, dan zou kunnen geschreven worden als het naast elkander schrijven van 3 en 4, namelijk als 34 of als 43, wat het optellingsteken (- kortom: de bewerking van de optelling zelf) overbodig zou maken. Immers, waar er staat: 7, staat er eigenlijk 7+niets meer. Het wordt duidelijker wanneer men 7 gaat voorstellen als zeven op elkaar volgende streepjes: III+IIII=IIIIIII. Aldus: “Leve de goede vormen en de mathesis. Ja, de mathesis vooral, want dat is welbeschouwd het summum van fatsoen”. Maar, driewerf helaas, want ook de symbolen hebben een gewicht; ook de lelie, symbool van de zuiverheid, ontsnapt niet aan de verwelking.

Aan de taaldaad onderscheidt Mannoury de spreekbetekenis (wat de spreker, in zijn ziel, bedoelde) en de hoorbetekenis (wat er van deze bedoeling terecht komt). Ik denk aan “moeder Lambiek”, een analfabete buurvrouw van 100 jaar geleden, die met een brief van haar echtgenoot uit Frankrijk, bij mijn betovergrootvader te rade kwam: ze wilde dat hij haar de brief voorlas, “maar”, voegde zij er aan toe: “ik zou niet graag hebben dat ge zelf zoudt weten wat er in staat”. “Geen nood”, zegde mijn betovergrootvader: “Steekt gij, moeder Lambiek, terwijl ik u de brief voorlees, uw vingers in mijn oren”. En aldus geschiedde!

Mannoury heeft het duidelijk over iets anders, vanzelfsprekend. Maar hij zal hier in tegengesproken worden door heel wat hedendaagse taalanalysten, om te beginnen door Hegel (althans in de interpretatie van EtienneVermeersch), waar deze zegt dat wat niet uitdrukbaar is, ook niet gedacht kan worden: in die optiek kan men geen excuus vinden in de “ontoereikendheid van de taal”, omdat men daar niet zonder woorden kan denken. Zou dit kloppen, dan zou ook gelden dat de pijn die wij kunnen lijden slechts zo groot kunnen zijn als er woorden bestaan om die uit te drukken! En de pijnervaring is geen alleenstaand geval. Ik geloof zelfs dat wij er nooit ofte nimmer in slagen om ons volledig adequaat uit te drukken. Het is mijn overtuiging dat het uitgedrukte noodzakelijk van de uitdrukking moet verschillen (- ze moet overstijgen), wil het enige betekenis hebben. Men kan dan een uitzondering maken voor de praktische dingen, zoals b.v.: “Deze vijf kg aardappelen kost honderd frank”, maar in die gevallen schipperen we op een ander niveau, namelijk daar waar precies moet en niet precies kan gemeten worden, zoals Mannoury aangeeft.

Mannoury gaat dan over tot voorbeelden. Nu hij het ook over de “juristerij” heeft, denk ik aan een spreuk uit de middeleeuwse justitie: “Quod non est in scriptis, non est in mundo”. Onjuist? Maar toch komt het mij voor dat men in het hedendaagse materialisme ten onrechte het andere extreem aanhangt.


Mannoury onderscheidt de spreek- en de hoorbetekenis van een taaldaad, dewelke nooit met elkaar gelijk gesteld kunnen worden, want eenieder kijkt vanuit zijn eigen perspectief - volledig akkoord. Absolute definities? Definities zijn een agglomeraat van taaldaadherinneringen, zegt Mannoury (p. 20). En daar hebben we zijn 2x2=2x2. Is “2x2 dan gelijk aan 4”? Welnu, 2x2 is weliswaar in zekere zin gelijk aan 4, maar bijvoorbeeld in het dobbelspel is 1/6 niét gelijk aan 1000/6000. Heeft dat te maken met intentie? Maar precies daar ligt het paard gebonden: zonder betrekking op de werkelijkheid kan men de getallen en hun onderlinge betrekkingen niet op een relevante manier denken! En het kansrekenen illustreert dit m.i. uitnemend.


Ik verwijs naar mijn tekst [Metafysica en Ethica – J.B.], bladzijde 280, de paragraaf onder de tussentitel: De externe werkelijkheid kent geen orde, die ik hier herhaal en aanvul met een voorbeeld.

Wanneer ik een groot aantal keren een munt opgooi, dan stel ik vast, overeenkomstig de wet van de grote getallen, dat de relatieve frequentie (RF) van “kruis”, het getal 1/2 benadert. Deze Wet is echter triviaal. Het is immers eigen aan de rekenkunde zelf, dat de RF naar 1/2 toe evolueert naarmate het aantal worpen toeneemt, omdat (1°) de RF van de a-de worp, verminderd met de RF van de (a-1)-de worp, kleiner wordt naarmate a groter wordt, en (2°) een worp die de RF dichter bij 1/2 brengt een grotere waarde zal hebben dan een worp die de RF verder van 1/2 afbrengt. De Wet van de grote getallen laat het uitschijnen dat de externe werkelijkheid (een “demon”, zo men wil) borg zou staan voor deze evolutie van de RF naar 1/2 toe, maar de rekenkunde zelf is daarvoor verantwoordelijk. Een voorbeeld:

Wat betreft de eerste reden:

Stel dat a en b een bepaald aantal worpen voorstellen.

Stel dat geldt: (a-1) is kleiner dan (a) is kleiner dan (b-1) is kleiner dan (b),

dan geldt tevens: (RF­a - RF(a-1)) is groter dan (RF­b - RF(b-1));

Wat betreft de tweede reden (namelijk: een worp die de RF dichter bij 1/2 brengt is groter dan een worp die de RF verder van 1/2 afbrengt), het volgende voorbeeld:

Stel een muntopgooi

Stel dat TK (dit is: het totaal aantal keren dat “kruis” gegooid wordt) gelijk is aan 10;

Stel dat TM (dit is: het totaal aantal keren dat “munt” gegooid wordt) gelijk is aan 12;

Dan geldt: TK/TM = 10/12 en RFK = 10/22

Nu kan men bij een volgende worp ofwel K ofwel M gooien.

Veronderstelling 1: men gooit K. Dit is zo’n worp die de RF dichter bij 1/2 brengt; noem die worp “D”.

Dan volgt daaruit: TK = 11; TM = 12; TK/TM = 11/12 en RFK = 11/23;

Veronderstelling 2: men gooit M. Dit is een worp die de RF verder van 1/2 afbrengt; noem die worp “V”.

Dan volgt daaruit: TK = 10; TM = 13; TK/TM = 10/13 en RFK = 10/23;

Het verschil teweeg gebracht door “D” = 11/23 - 10/22 = 12/506;

Het verschil teweeg gebracht door “V” = 10/22 - 10/23 = 10/506;

Het is hier duidelijk dat geldt: (12/506) is groter dan (10/506).


Men denke ook aan het problème des partis (1) waarvan de oplossing niet anders tenzij in relatie tot de ‘praktische werkelijkheid’ kan gedacht worden. Mannoury (p. 23): “Een natuurwet is een katalogus van onze ervaringen, opgesteld in de hoop, er onze verwachtingen naar te kunnen richten”. Inderdaad, dingen zoals hoop en verwachting zijn geen irrelevante doch constituerende begrippen inzake ons wereldbeeld. Bladzijde 28: “Zou ‘ik herinner mij’ misschien ook één woord zijn (zoals ‘ik verwacht’ één woord is - p. 24). En ‘ik herinnerde mij’ twee? (zoals ‘ik verwachtte’ twee woorden zijn - p. 24)”: zeker en vast; en om die reden ook is, in de barbierparadox, ‘zich scheren’ slechts één woord, en dus een ander werkwoord dan ‘iemand (anders) scheren’! Mijn hoor-ik is niet mijn spreek-ik, zegt Mannoury op p. 29. Zeer zeker: daarom ook moet men in de Russell-paradox die twee absoluut onderscheiden: de barbier, dat is het spreek-ik, diegene die pas is wat hij tegenover anderen is of doet: hij bestaat slechts binnen andermans erkenning als barbier. Scheert hij zichzelf, dan is hij niet die barbier, want anders zouden allen die zichzelf scheren, in die hoedanigheid althans, als barbiers moeten bestempeld worden, wat absurd zou zijn - conferatur Kant. (2)


(Wordt vervolgd)


(J.B., 4 mei 2002)


Verwijzingen:


(*) Uitgegeven door de maatschappij voor goede en goedkoope lectuur Amsterdam, 1924. Van de oorspronkelijke tekst is het eerste deel als PDF te vinden op de volgende site:

https://www.math.ru.nl/werkgroepen/gmfw/bronnen/mannoury3.html



  1. Dit probleem behandelt de vraag hoe de winst moet verdeeld worden bij een kansspel met verschillende deelnemers dat voortijdig wordt beëindigd.

    (2) Ik bedoel de categorische imperatief van Kant: indien - bijvoorbeeld - alle mensen zouden liegen, aldus Kant, dan zou het onmogelijk worden om te liegen (- er zou geen onderscheid meer maakbaar zijn tussen waarheid en leugen). We trekken dit door: indien alle mensen zouden liegen, dan zou het spreken zonder meer zijn relevantie verliezen en dus verdwijnen (- er zouden alleen nog geluiden overschieten).


15-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) - Deel 6/6

Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness.


Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)


Deel 6/6


In het zesde hoofdstuk, Quantumtheorie en realiteit, wordt o.m. de vraag gesteld of de quantumsprong een reëel proces is. Dit nogal wiskundige deel wordt hier overgeslagen.


Het zevende hoofdstuk dan: Quantumtheorie en het Brein.(p. 348 vv.).


John Eccles wijst op het belang van quantum-effecten op de synaptische activiteit in de zenuwgeleiding. Het presynaptisch netwerk van blaasjes in de pyramidale cellen van de hersenen zou verband houden met het quantumgebeuren. Het is in elk geval zo, dat lichtgevoelige cellen reageren als zelfs maar één enkel foton erop afgevuurd wordt. Misschien is de quantumonbepaaldheid wel datgene wat de geest toelaat om het brein te beïnvloeden, zeggen sommige dualisten: de vrije wil zou dan aan de ongedetermineerde quantumkeuzen een richting geven. Penrose merkt echter op dat de onbepaaldheid van de quantumsprong pas optreedt in de overstap van het quantumniveau naar het klassiek niveau. Het probleem is echter wààr ergens die overstap ligt. Een ander probleem waarmee dualisten kampen, is het volgende: als lichaam en ziel dan toch gescheiden zijn, waarom is de vrije wil dan niet in staat om de resultaten van quantumexperimenten buiten het lichaam te beïnvloeden?! (1)


In 1943 vergelijken McCullogh en Pitts neuronen met transistoren. In de Quantum-computation (Deutsch e.a.) wordt het klassiek begrip van een Turing-machine verbreed tot een corresponderend quantum-begrip, waarbij de quantum-wetten gelden. Maar zo’n quantum-computer is alleen maar sneller dan de conventionele, meer niet. Dit betekent dat alles wat de quantum-computation kan doen, ook door een gewone computer kan gedaan worden. Hier valt dus geen heil te zoeken. Dat is misschien wel het geval wanneer we gaan kijken naar de biologie, meer bepaald naar de biologische natuur van de hersencellen.


We zien dat een paramecium, een amoebe of een pantoffeldiertje slechts één cel vormen, en dat ze dus geen zenuwcellen en geen zenuwstelsel hebben. Nochtans verlopen de ingewikkelde bewegingen en werkingen die dit eencellig wezen in leven houden heel gecoördineerd. Hoe komt dat, als er geen zenuwstelsel is? Eencelligen hebben een cytoskelet, bestaande uit bundels van microtubuli die tegelijk fungeren als zenuwstelsel, spierstelsel, enz. Microtubuli bestaan uit eiwitachtige moleculen en vormen elk een eiwitpolymeer, bestaande uit tubuline, ‘dimers’, die elk 450 aminozuren bevatten met eiwitparen (-tubuline en -tubuline, die twee soorten elektrische potentialen kunnen veroorzaken). Het controlecentrum van het cytoskelet is het centrosome, met daarbinnen de centriole (een soort celoog), dat zijn twee cylinders in T-vorm van elk 9x3 microtubules die het centrosome verbinden met de verschillende DNA-strengen in de kern. (Als de DNA-strengen zich scheiden, krijgen we celdeling). Er zijn dus twéé hoofdkwartieren in de cel: (1°) de celkern (met het erfelijkheidsmateriaal, de identiteit, en de eiwitproductie voor de opbouw van de cel) en (2°) de centrosome (centriole) die de kern is van het cytoskelet. Zo’n twee hoofdkwartieren bevatten alle eukariotische cellen - dat zijn de cellen van alle levende wezen, behalve bacteriën, virussen en blauw-groene algen. Sagan formuleerde in 1976 de theorie dat vroege pro-karioten werden geïnfecteerd door spyrocheten (die uit cytoskeletaire eiwitten bestaan) en die dan ontwikkelde tot het cytoskelet van de cel. Microtubules vormen communicatienetwerken. Het cytoskelet nu, beheert de verbinding tussen de synapsen.


Wat heeft dat nu te maken met de kwestie van het niet-computationele karakter van de geest? Vooreerst zorgt het cytoskelet voor een enorme toename van ‘computing power’, d.w.z.: veel meer dan de 1014 (signalen per seconde?) die neuronetwerken kunnen leveren, namelijk: 1027. Omwille van die cytoskeletaire activiteit kan bvb. een mier veel meer dan een computer. Als microtubules verantwoordelijk zijn voor de meerwaarde van het brein, dan moet iets daarin niet-computationeel zijn: het moet iets quantum-achtigs zijn. We hebben daar al met heel kleine dingen te maken, en misschien ontmoeten we daar quantum-werking. Welnu, quantum-coherentie blijkt een rol te spelen in de cytoskeletaire activiteit!


In 1975 werkt Fröhlich m.b.t. de mogelijkheid van quantum-coherentie in biologische systemen. Supergeleiding en supervloeibaarheid, voordien enkel mogelijk gehouden bij extreem lage temperaturen, blijken namelijk ook op te treden bij hoge temperaturen zoals die heersen in biologische systemen (>Bose-Einstein-condensation). Zo’n quantumtoestanden op grote schaal blijken zich te realiseren in celmembranen (zie Ian Marshall, ‘89 e.a.). Emilio del Giudice (‘83) zegt dat het quantum-self-focussing effect van elektro-magnetische golven in het cytoplasma in de cel, signalen veroorzaakt van de grootte van microtubules (>golfgeleidingstheorie). Maar dit is misschien ook toepasbaar op de vorming van de microtubules zelf? Bij watermolecules leken de tubules leeg te zijn (d.w.z.: dat het water daarin geen ionen bevat), maar het water in de cellen blijkt geordend (Hameroff ‘87), vandaar de mogelijkheid van quantum-coherente oscillaties in de tubules. Dat onderzoek is nog gaande en volgens Penrose is het antwoord daar te zoeken.


Hoe hebben microtubules iets te maken met bewustzijn? We kunnen het bewustzijn onderzoeken, onder meer door te onderzoeken wat afwezigheid van bewustzijn veroorzaakt. We zien namelijk dat er verschillende gassen bestaan die anaesthesie kunnen veroorzaken. Is hier sprake van chemische interacties? Er zijn immers ook fijnere interactievormen tussen moleculen, zoals bvb. de van der Waalskracht, een zwakke aantrekking tussen moleculen die elektrische bipolaire momenten hebben. Volgens Hameroff en Watt ('83) treedt algemene anaesthesie op via de activiteit van de van der Waalsinteracties (op plaatsen waar het water verdreven is) die interfereren met de normale switching activiteit van de tubulines. Het gas verspreidt zich in de individuele zenuwcellen en het onderbreekt daar de activiteit van de tubulines. Het ziet er dus naar uit dat de vander Waalsinteracties van deze gassen met de eiwitten van de hersencellen, bewusteloosheid veroorzaken, en dat de eiwitten in kwestie de tubiline-’dimers’ in de tubulines zijn, en dat dus de onderbreking van de functie van de tubulines resulteert in bewusteloosheid. De verdoving heeft dus blijkbaar niets te maken met bvb. het onderbreken van de zenuwgeleiding, maar het heeft een effect op het cytoskelet in de zenuwcellen zelf, niet alleen bij hogere dieren, maar ook bij bvb. amoeben. Wat niet noodzakelijk betekent dat ook eencelligen bewustzijn zouden hebben. Zeker is alvast dat, als het cytoskelet verlamd wordt, bewusteloosheid intreedt: het cytoskelet is een noodzakelijke voorwaarde voor het bewustzijn. Deze voor het bewustzijn wezenlijke cytosceletaire activiteit is meer dan louter computationeel: ze situeert zich heel dicht bij het quantumgebeuren. Het is door de cytoskeletaire controle van de synapsverbindingen dat de tussenfase tussen het klassiek- en het quantumniveau een fundamentele invloed uitoefent op de activiteit van de hersenen.


Waar zenuwimpulsen puur klassiek worden benaderd, wordt de hersenactiviteit als louter computationeel beschreven. Bewustzijn is echter niet computationeel. Komt het mogelijkerwijze tot stand middels de totale activiteit van massa’s van cytoskeletten? De link tussen de klassieke- en de quantumfysica wordt genoemd: ‘the missing OR-theory’. Een theorie is dat alle microtubules in de cytoskeletten samen een globale quantumcoherentie vormen. Een klassieke benadering moet dus falen. Hebben de quantum-oscillaties daar iets mee te maken? Bestaat er quantum-computation tussen de micro-tubules onderling? Het is zo dat rond een microtubule regio’s van geordend water voorkomen. Alvast lijkt het zo te zijn - en hier ontmoeten we de titel van Penrose’s werk - dat het neuronennetwerk van het brein slechts de schaduw is van een dieper niveau van cytosceletaire activiteit, waar zich de fysische basis van de geest bevindt.


(J.B., 10 oktober 1999)


Verwijzingen:



(1) Ons inziens is dit een onterecht argument: de geest kan niet buiten het lichaam opereren op quantumniveau omdat hij op dit niveau geen waarnemingen kan doen buiten het lichaam (zie de paragraaf getiteld De derde component, in het hoofdstuk 22, Waarnemen en Zijn van Metafysica en ethica – J.B.). Hij kan wel waarnemingen doen buiten het lichaam op klassiek niveau, en kan dus ingrijpen buiten het lichaam op klassiek niveau. Verder is het ook zo, dat de wilskracht (Penrose spreekt op blz. 350 van ‘will-power’) niets buiten het lichaam kan beïnvloeden om de reden dat de dingen buiten het lichaam niet met het lichaam ‘mee-leven’. Ik verduidelijk dit hier eens, want het is m.i. van groot belang, ook in verband met de kwestie waar de energie dan moet vandaan komen die de wil moet toelaten om te ageren.

Laten we eens aannemen dat een lichaam dat niet begeesterd zou zijn, helemaal stuurloos zou zijn. Zo’n lichaam zou echter wél nog leven (het valt te betwijfelen of dat het geval zou kunnen zijn, maar dit laten we hier buiten beschouwing). Een levend wezen nu, produceert voortdurend energie, net zoals een waterbron voortdurend water voortbrengt. Een levend wezen behoeft geen extra energie om bijvoorbeeld te bewegen, want het levende beweegt uit zichzelf; het behoort tot het levende dat het beweegt, en indien een levend wezen zich onbeweeglijk zou houden, dan zou dit aan dit wezen veel meer energie kosten dan in het geval het toch bewegingen zou maken. Het ligt dus in de natuur van het levend wezen besloten dat het leeft, en bijvoorbeeld ook beweegt. Een pasgeboren kind of een jonge baby, ligt niet onbeweeglijk in de wieg, maar maakt totaal ongestuurde bewegingen. Wanneer het geleerd heeft om zijn rammelaar vast te grijpen, dan lijkt het erop, wanneer het zijn rammelaar pakt, dat het hier gaat om een beweging die volgt op een wilsakt. De feiten leren ons echter dat de bewegingen, zij het ongecoördineerd, voorafgaan op de act (van bijvoorbeeld het vastgrijpen van een rammelaar) zelf. Het succesvol vastgrijpen van de rammelaar is het resultaat van een feed-back-oefening van het kind. Het kind heeft dus niet geleerd om energie om te zetten in beweging, want die verbinding tussen energie en beweging wàs er al, ingegeven door de natuur van het levende zelf. Wat het kind wél geleerd heeft, is: het maken van een keuze tussen verschillende, mogelijke bewegingen. Ook elders (zie de tekst waar hogen naar verwezen wordt) hebben we aangetoond, zij het via een heel andere weg, dat de essentie van het willen gelegen is in het kiezen. Om nu een keuze te kunnen maken tussen mogelijke bewegingen, moeten eerst de verschillende bewegingen als zijnde verschillend van elkaar onderscheiden kunnen worden door het kind. En het kind kan de bewegingen die bvb. zijn armpjes maken onderling onderscheiden op grond van de verschillende resultaten die ze elk opleveren (een ‘goede’ beweging resulteert bvb. in het beet krijgen van de rammelaar, een ‘verkeerde’ beweging resulteert in het niet beet krijgen van het ding). Vanzelfsprekend moeten ook die resultaten onderling onderscheiden kunnen worden door het kind. En het kind leert dat, omdat het er belang bij heeft. Dit belang nu, is ook eigen aan het leven, want het levende schuwt van nature pijn en zoekt van nature bevrediging (dit is: het ongedaan maken van pijn). Pijn komt eerst, en bevrediging moet worden uitgedrukt op een negatieve manier (namelijk: als het uit de weg gaan van pijn), en dat wordt aangetoond in het fenomeen dat een drugsverslaafde, eens hij bvb. zijn heroïne gekregen heeft, en dus zijn pijn gestild is, geen behoefte meer heeft om zijn hongergevoel te bevredigen. Het leven heeft dus belang bij het ‘in-leven-zijn’ en middels de truuk van de pijn heeft het de geest van het kind ‘natuurlijk’ (dit wil zeggen: door de geboorte) verbonden met dat belang: iets wat het leven beschadigt, zal het kind met zijn geest aanvoelen als onaangenaam, als pijn, en het zal dus alles in het werk stellen om geen pijn te krijgen. Omdat het niet anders kan tenzij pijn en niet-pijn onderscheiden, zal het ook datgene wat pijn veroorzaakt en datgene wat pijn voorkomt onderscheiden, en zal het dus leren om die keuzen te maken die zo pijnloos mogelijk zijn. We zagen reeds dat de bewegingen niet van het kind zelf afkomstig zijn, doch van het leven. En nu zien we daarenboven dat ook het kiezen (tussen specifieke bewegingen) niet van het kind afkomstig is, maar opgelegd wordt door de natuur (die middels de truuk van de pijn, de geest van het kind verbonden heeft met het belang van het leven). Het feit dat een kind zijn bewegingen kan leren sturen, is dus een natuurlijke, dus ingeboren aangelegenheid en geenszins een zaak van de vermeende wil. Het is pas wanneer het kind tot een bepaalde graad van bewustzijn gekomen is, dat men over ‘vrijheid’ kan spreken. ‘Een bepaalde graad’ van bewustzijn is een vaag concept, doch het moet benadrukt worden dat het hier gaat om een wezenlijk kwalitatief meetbare aangelegenheid. We hebben het hier meer bepaald over ethisch bewustzijn, dit wil zeggen: een bewustzijn waarin het besef aanwezig is van de evenwaardigheid van andere personen aan de eigen persoon. En zoals we hebben uiteengezet in onze tekt (Metafysica en ethiek, het hoofdstuk over Job, of: de niet geconditioneerde waardering), kan het al dan niet aanwezig zijn van dit bewustzijn gemeten worden door het verstand (Lucifer) middels de pervertering van het sanctioneringsmechanisme: als blijkt dat een persoon alle bestraffingen ten spijt volhardt in wat hij ‘het Goede’ noemt, dan moet het werkelijk bestaan van ‘het Goede’ erkend worden op straffe van contradictie in het andere geval, en meteen moet dan ook het bestaan van ‘de wil’ worden erkend, dit is: de aanwezigheid van de keuzeactiviteit die zich niet langer laat sturen door ‘natuurlijke’ beweegredenen.

Vatten we dit eens samen: de relatie tussen leven en bewegen is natuurlijk (dit wil zeggen: aangeboren). Ook de relatie tussen leven en willen (of: kiezen, selecteren, sturen, leren) is natuurlijk of aangeboren, met die beperking dat we de term ‘willen’ gebruiken terwijl het hier eigenlijk om een ‘gewild-worden’ gaat. Van écht ‘willen’ is pas sprake waar blijkt dat de wil het natuurlijke, het aangeborene, overstijgt, er zich van losmaakt, het aan zich onderwerpt: het ‘leven’ wordt beheerst of onderworpen door het ‘ethisch leven’, en het is ook onmogelijk dat een immoreel leven het leven zou kunnen beheersen of onderwerpen, aangezien de immoraliteit precies gekenmerkt wordt door haar aanslepende afhankelijkheid van ‘beloningen’ of ‘conditioneringen’, want wie het Goede niet kent heeft er geen enkel belang bij om tegen het ‘voordeel’ in te handelen.

De vraag rijst dan waar die wil tot het doen van het Goede, die ethische wil dus, vandaan komt. En hier is slechts één antwoord mogelijk: de mogelijkheid van de mens om lief te hebben (want dat is de essentie van het kunnen willen in de authentieke zin van het woord) komt van God. Meer bepaald is de energie om het Goede te doen afkomstig van een objectief gegeven, en dat objectief gegeven kunnen wij misschien het beste beschouwen als zijnde de aanwezigheid van schuld en/of verdienste. Dit wordt enkele alinea’s verder in deze voetnoot nog verduidelijkt.

Wanneer wij nu een kind zien dat zijn rammelaar pakt, dan gebruiken wij de term ‘willen’, we zeggen dat hij hem heeft willen pakken. Maar we kunnen die term pas gebruiken vanuit onze ervaring van het waarachtige willen: we projecteren m.a.w. een term uit het ethische om een natuurlijke werkelijkheid te kunnen benoemen, zoals we bvb. ook doen met de term ‘liefde’, waar die wordt aangewend om bvb. het natuurlijke ouderinstinct bij dieren te benoemen, of zoals wij de term ‘creativiteit’ kunnen gebruiken om aan te duiden hoe vindingrijk mieren of vogels tewerk gaan bij het bouwen van hun nesten.

Indien het willen van het Goede een kwestie was van fysische energie, dan zouden fysiek zwakkere mensen benadeligd zijn tegenover sterkeren. De ervaring leert ons dat het willen van het Goede en het overwinnen van het kwade met fysische energie niets te maken hebben. Omdat het waarachtige willen per definitie een willen van het goede is, zoals boven aangetoond, is de wil van die aard dat hij geen fysische energie nodig heeft.

Het is dus zo dat het ‘willen’ van het kind, geen écht willen is. Ook bij de volwassene is er geen sprake van willen wanneer hij bvb. naar een werktuig grijpt. Maar het is duidelijk dat alle handelingen van de volwassene die tot ethisch handelen bekwaam is, net als zijn spierwerking en zijn spijsvertering, enz., objectief in dienst zullen staan van zijn ethische keuze voor ‘het Goede’, dat, eens men zich ervan bewust is, aan de mens de plicht oplegt om te keizen (Zie de eerste paragrafen van onze Metafysica – J.B.).

Keren we nogmaals terug naar het keuzemoment en de kwestie waarom er geen extra energie nodig is om te kunnen ‘kiezen’. We zagen dat hier geen sprake is van waarachtig willen, doch dat het om een natuurlijkheid gaat, een door het leven zelf voorziene kracht. Waar waarachtig willen in het spel is, gaat het om een ethische aangelegenheid die, getuige Job, zelfs met negatieve energie (dus: zelfs ondanks tegenwerking en, paradoxaal genoeg precies dank zij die tegenwerking) uitvoerbaar (of: manifesteerbaar) is. Daar tussenin ligt een regio van ‘sociaal gedrag’ dat vaak verward wordt met ethiek. In het gebied van het sociale wordt de keuze-energie gehaald uit al dan niet geïnterioriseerde ‘druk’. Een man geladen met een vracht op de schouders, voor wie op een bepaald ogenblik de vracht te zwaar wordt, moet die laten vallen, hetzij links, hetzij rechts van hem, teneinde niet verpletterd te worden. Zit links van hem toevallig een kind te spelen, dan zal hij de vracht rechts droppen. Dit vraagt geen extra energie: net zoals bij het ‘natuurlijke’ kiezen, wordt zij keuze hier gestuurd door een afgeleide van het natuurlijke, namelijk het sociale. In tegenstelling tot wat in het natuurlijke het geval is, is de sanctionering m.b.t. dit soort van ‘keuzen’ indirect (de natuur bestraft verkeerde keuzen via de tussenkomst van derden), maar wezenlijk niet van het natuurlijke verschillend.


Nog een aansluitende bedenking m.b.t. de problematiek inzake mogelijke verbanden tussen quantum-situaties (meer bepaald ‘superposities’) en Lebensweltliche toestanden, m.a.w.: de kwestie hoe wij ons dergelijke, wat vreemd aandoende gegevenheden het best kunnen voorstellen, is de volgende - en hiermee kunnen we ook verklaren hoe de energie tot het zich realiseren het Goede afkomstig is van God of van een externe, objectieve (en rechtvaardige) instantie.

Op quantum-niveau is het zo dat de waarneming de toestand van het waargenomene beïnvloedt. Eigenlijk is iets gelijkaardigs het geval op het klassieke niveau, want waarneming is interpretatie; het is waarneming van betekenisdragende patronen. Deze waarneming gebeurt ‘natuurlijk’, net zoals het ‘willen’ van het kind een natuurlijke aangelegenheid is, omdat niets behalve de natuur nodig is om de waarneming te verklaren. Vanaf een bepaald moment echter, het moment waarop sprake is van ethisch bewustzijn (- voor een definitie: zie hoger in deze vootnoot -), bevat de interpretatie die in de waarneming aanwezig is, meer bepaald in zijn aspect van verwachting, ook een ethische dimensie. Concreet betekent dit dat de interpretatie in de waarneming mede gestuurd wordt door een specifieke verwachting. Van zodra het gaat om een ethisch subject, zal deze verwachting echter niet langer louter subjectief zijn, doch door een objectieve pool gekleurd (of: ethisch bepaald) worden. Deze objectieve pool binnen de verwachting is de aanwezigheid van hetzij schuld, hetzij verdienste. Nog concreter uitgedrukt: de aanwezigheid van schuld of van verdienste bij het waarnemend subject, zal mede de interpretatie van het waargenomene bepalen, en zal dus mede bepalen met welke werkelijkheid het subject geconfronteerd wordt. Precies omdat het hier gaat om een objectieve pool, zal een schuldige waarnemer op die wijze in het waargenomene zijn bestraffer ontmoeten, en zal hij dus een straffende werkelijkheid ‘scheppen’; analoog voor de verdienstige, die aldus een ‘belonende’ werkelijkheid zal scheppen. Zoals in onze tekst (zie hoger – J.B.) uitvoeriger beschreven: de wereld is ons loon, en ook al delen wij, fysisch gezien, dezelfde werkelijkheid, dan nog valt niet te ontkennen dat bvb. de ene stervende gelukkiger is dan de andere (- Zie: Metafysica en ethica, o.m. hoofdstuk 3: De facticiteit van geluk en ongeluk en de paragraaf getiteld: Onze wereld is ons loon, in hoofdstuk 26: Werkelijkheid en waan). Samenvattend: op klassiek niveau, maar meer specifiek op ethisch niveau, blijkt onze wereld ons loon te zijn, m.a.w.: een afspiegeling van onze ethische schuld en verdienste. Wij gaan er in onze metafysica van uit dat niet het elementaire deeltje, maar wel de ethische act de as is waarrond de hele werkelijkheid is opgebouwd. Zo zal dus ook de quantumwerkelijkheid een afspiegeling zijn van de ethische werkelijkheid, en is in zijn patroon nog dat patroon zichtbaar dat geldt in de ethische wereld: de waarneming beïnvloedt er het waargenomene. Die quantum-feitelijkheid vertoont dus het patroon van de ethische werkelijkheid.


Een en ander valt verder aan elkaar te relateren als men het volgende schema voor ogen houdt. Wij kunnen de Natuur beschouwen als een aan de mens ondergeschikt gegeven waarin ethiek niet bestaat, en waarin zelfs rede niet bestaat: de Natuur komt ons dan voor als een redeloos geheel, toevallig tot stand gekomen, waarbij ‘alles zo goed in elkaar past’ alleen omwille van een ‘dood’ selectie- en aanpassingsproces: dat vogels zo behendig een nest bouwen zou dan terug te voeren zijn naar louter ‘dode’ mechanismen. Maar wij kunnen de Natuur ook beschouwen als een door de volmaakte Geest van God gestuurd geheel. De ingeniositeit waarmee bvb. een spin een web bouwt, zal dan worden gezien als een afspiegeling van de ingeniositeit van God die in de Natuur werkzaam is. In de eerstgenoemde beschouwing is de werkelijkheid niets meer dan een geheel van objecten waarin door louter toeval een bepaalde orde, een evenwicht of een harmonie ontstaan is. Tot die objecten behoren dan ook de menselijke subjecten, die dan moeten gezien worden als even toevallig opgebouwd uit elementaire partikels. In de laatst genoemde beschouwing van de werkelijkheid echter, wordt de werkelijkheid gezien als één geheel, gedijend in het (bewuste, vrije, liefdevolle) Subject dat God is, en dus als een eenheid. In dat geval ontlenen de delen hun wezen aan het geheel, terwijl in het eerstgenoemde geval de delen als op zichzelf bestaande dingen gezien worden, die weliswaar kunnen gesommeerd worden, maar waarin geen innerlijke eenheid zit. Wij opteren voor de laatst genoemde werkelijkheidsbeschouwing: er zijn geen objecten tenzij binnen een subjectief bewustzijn, wat hier betekent: binnen de Subjectiviteit van God. En nu kunnen we de volgende (metaforische) analogie maken ter verduidelijking van onze visie.

Net zoals het subject niet een object is tussen andere objecten, maar wel dat- of diegene waarbinnen de objecten hun bestaan hebben, net zo bestaan de ethische wetten niet binnen het subject, maar ontleent daarentegen het subject zijn subjectiviteit aan de ethische wetten waarbinnen het gedijt. Anders gezegd: zoals de objectenwereld pas bestaat binnen de subjectiviteit, zo bestaat de subjectiviteit pas binnen de wereld van de ethische wetten, welke een afspiegeling is van de goddelijke Liefde: eerst is er dus God, of de Liefde, waarbinnen de subjecten bestaan, vervolgens bestaat binnen de wereld van de subjectiviteit de wereld van de objecten. En zoals de objecten een specifieke tekenwaarde kunnen dragen waarmee zij naar de wereld van de subjectiviteit, waaraan zij hun bestaan te danken hebben, kunnen verwijzen, zo ook kunnen de subjecten een ‘tekenwaarde’ hebben waarmee zij naar de wereld van het goddelijke kunnen verwijzen. Nog anders uitgedrukt: in de wereld van de objecten bestaan er objecten die verwijzen naar subjecten, en dat zijn, meer bepaald, woorden, en in het bijzonder persoonsnamen, welke zich van andere onderscheiden door het ontbreken van een lidwoord, precies om hun karakter van niet-object-zijn aan te duiden. Zo ook kunnen, binnen de wereld van de subjecten, subjecten een ‘tekenwaarde’ vertonen die verder wijst dan het louter subjectieve, namelijk naar het goddelijke, waaraan de subjectiviteit zijn bestaan te danken heeft, en die ‘tekens’ zijn handelingen, meer specifiek: eumorele acten of daden die uit liefde gesteld worden (en die tegen het natuurlijke of het door de natuur geconditioneerde) ingaan.



14-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Montagnier
Montagnier

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) - Deel 5/6


Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness.


Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)


OM TE LEZEN, KLIK:


Deel 5/6


Opmerking: op de eerste bladzijde van deze synthese staat een fout: het gaat om twee complexe getallen waarvan de som 40 is en het product 10 (i.p.v. andersom). De slordigheid werd onnadenkend overgenomen uit Penrose zijn boek blz. 255.




Bijlagen:
penrose_5-1.pdf (82.5 KB)   


13-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) - Deel 4/6

Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness.


Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)


Deel 4/6



Zo belanden we bij het tweede deel: What New Physics We Need to Understand the Mind. The Quest for a Non-Computational Physics of Mind. (p. 211)


Heeft de geest een plaats in de klassieke fysica? We nemen aan dat ons lichaam onderworpen is aan de wetten van de klassieke fysica, maar wat dan gezegd van onze geest? Als de geest het lichaam zou kunnen beïnvloeden, zodat het lichaam gaat ageren los van de wetten van de klassieke fysica, dan zou zulks de accuraatheid van die zuivere fysische wetenschappelijke wetten verstoren. Het is Penrose’s overtuiging dat de geest deel moét uitmaken van het (materiële) universum, want anders zou er geen wisselwerking tussen lichaam en geest kunnen bestaan. (1)


De wetten van de fysica zijn heel precies, maar niets wijst op het bestaan van niet computationeel simuleerbare activiteiten. Nochtans is het dat wat Penrose zoekt. Vandaar moet gezocht worden naar een nieuwe benadering naast die van de klassieke en die van de quantumfysica.

De klassieke fysica beschouwt een fysisch systeem met z’n gegevens op basis waarvan ook zijn toekomstige toestanden kunnen berekend worden middels Turing-computation. Daartoe moeten die gegevens gedigitaliseerd kunnen worden teneinde discrete parameters te verkrijgen (zoals in computers). Verder zijn heel wat systemen chaotisch: praktisch onvoorspelbaar maar niettemin principieel berekenbaar. Vandaar: de vraag of onze precisiegraad adequaat is, hangt af van het feit of we hetzij actueel gedrag, hetzij een type van gedrag berekenen. Initiële minimale afwijkingen kunnen de berekeningen totaal onbruikbaar maken. Het blijft mogelijk dat ook in het precies chaotisch gedrag een factor van bepaalde continue wiskundige systemen niet door een discrete benadering kan gevat worden. In de quantumfysica bestaat een vrijheid die random is, naast alle gedetermineerd en berekenbaar gedrag, zoals voorzien door de vergelijkingen van de quantum-theorie. Vandaar: noch in de klassieke noch in de quantum-fysica is plaats voor niet-berekenbaar gedrag. Vandaar de vraag: kan het bewustzijn verklaard worden door een nieuwe fysica of is het een emergent fenomeen?


Het bewustzijn veronderstelt een niet-computationeel fysisch proces in de hersenen. Dit proces is ook eigen aan de activiteit van de dode materie (waaruit ook de hersenen zijn opgebouwd). Dat leidt Penrose tot de volgende vragen: waarom is er pas bewustzijn in verbinding met de hersenen? En waarom is het niet-computationeel gedrag tot nog toe aan de aandacht van de fysici ontsnapt? Penrose: de organisatie van de hersenen (dus: hun computationaliteit) biedt geen afdoende verklaring. Ook in de dode stof bestaat er niet-computationaliteit, maar de fysica heeft er geen oog voor. Een voorbeeld is de Einstein-trechter m.b.t. het tijd-ruimte-continuum.


In 1647 komt Newton’s gravitatiewet. In 1865 Maxwell’s electrische en magnetische velden. In 1915 verklaart Einstein de gravitatie niet langer als een kracht maar als een ‘geplooidheid’ van de tijd-ruimte. Houdt dit verband met niet-computationaliteit? Alvast is het zo dat het computationeel denken de fysica sterk in zijn greep heeft. Verwezen wordt naar de confirmatie in de sterrenkunde van Einsteins ‘voorspelling’ in 1974, wat de algemene relativiteitstheorie tot de meest accurate ooit maakt. Anderzijds is er ook de tweede wet van de thermodynamica (alle systemen evolueren naar een toestand van maximale entropie).


(Wordt vervolgd)


(J.B., 10 oktober 2021)


Verwijzingen:


(1) In de vier standpunten die Penrose onderscheidt, verwerpt hij onder meer het dualisme. Zijn hoofdargument luidt: de geest moét deel uitmaken van het (materiële(*)) universum, want anders zou er geen wisselwerking tussen lichaam en geest kunnen bestaan. (Zie: R. Penrose, Shadows of the Mind, onder meer: pag. 213: “But if the mind were able to influence the body in ways that cause its body to act outside the constraints of the laws of physics, then this would disturb the accuracy of those purely physical scientific laws. It is thus difficult to entertain the entirely ‘dualistic’ view that the mind and the body obey totally independent kinds of law. Even if those physical laws that govern the action of the body allow for a freedom within which the mind may consistently affect its behaviour, then the particular nature of this freedom must itself be an important ingredient of those very physical laws. Whatever it is that controls or describes the mind must indeed be an integral part of the same grand scheme which governs, also all the material attributes of our universe”).


In acht genomen Penrose’s uitgangspunt, namelijk: dat het bewustzijn ontspringt uit de hersenwerking - lijkt het ons dat hij zo doende de zaken op hun kop zet. We verduidelijken met nog een andere vergelijking. We vergelijken de geest met de (levende) pottenbakker en het lichaam met de klei. De klei behoort tot het materiële universum, de pottenbakker is een mens. We stellen vast dat de pottenbakker de klei kan beïnvloeden, maar mogen we daarom ook zeggen dat hij behoort tot het universum van de materiële dingen, zodat er dus geen wezenlijk verschil zou zijn tussen hem en de klei? Het is precies andersom: de klei, en al het materiële vormt een deelverzameling van het levende, en dààrom is een beïnvloeding vanwege de pottenbakker op zijn klei mogelijk! Met andere woorden: de (levende) pottenbakker kan de (dode) klei bewerken, niet omdat ook hij behoort tot het universum van de dode dingen, maar, andersom, omdat de klei behoort tot (of: een aspect is van) het universum van de levende dingen. Op analoge wijze kan de geest het lichaam beïnvloeden, niet omdat de geest wezenlijk stoffelijk van aard zou zijn, maar: omdat het stoffelijke behoort tot (of: een deel-aspect is van) het geestelijke! Het lagere moet gedacht worden als product van het hogere in plaats van andersom; we mogen immers niet (zoals Carnap wél doet) de werkelijkheid beschouwen als opgebouwd uit zijn deelaspecten! (**)

(*) Penrose zegt niet dat het universum materieel van aard is - zie het laatste zinsdeel van het opgenomen citaat waarin het gebruik van de term ‘also’ Penrose redt van dit reductionisme -, maar het lijkt er wel op dat hij bij zijn behandeling van de geest denkt aan stoffelijke, of dan toch ‘fijnstoffelijke’ werkelijkheden (hij gelooft dat het bewustzijn ontstaat uit de fysische activiteit van het brein), dus: dat zijn wereldbeeld in wezen geschoeid blijft op de leest van de fysica die, klassiek of niet, de werkelijkheid als object blijft beschouwen - tenzij de Kopenhaagse interpretatie van de quantumfysica, ten eerste, zeer ernstig wordt genomen en, ten tweede, op de ene of andere wijze geëxtrapoleerd wordt naar de ganse werkelijkheid toe - wat ons inziens pas mogelijk is mits het ‘heropbouwen’ van de werkelijkheid als zijnde het resultaat van zuiver ethische activiteit. Zo’n ‘werkelijkheidsreconstructie’ blijft echter onmogelijk voor de quantumfysica omdat deze willens nillens gedacht wordt vanuit de uitgangspunten van de klassieke fysica, en dus: als een object.

(**) Het glas is geen wezenlijk onderdeel van (/geen eigenschap van) ‘de’ zandloper: er zijn er uit glas, uit plastic, enz.


12-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) - ILLUSTRATIE 2

Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness.


Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)


ILLUSTRATIE 2


De cover van het in 1995 (1994) verschenen boek van Roger Penrose.
Volgens The Times 'One of the most important works of the second half of the 20th century'.
Penrose schreef eerder 'The Emperor's New Mind'.




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) Deel 3/6



Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness.


Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)


Deel 3/6



De paragrafen 2.6. Possible technical objections to G (pp.77-88) tot en met Appendix A: An explicit Gödelizing Turing machine (pp. 88-126) slaan we hier over, en we beschouwen nu enkele paragrafen uit het derde en laatste hoofdstuk van deel 1, over de niet-berekenbaarheid in het wiskundige denken.


Zoals we zagen, is het wiskundige begrip geen product van een algoritme. Maar kan het niet zo zijn dat de wiskundige overtuiging het resultaat is van een onbekend, onbewust algoritme, of van een kenbaar algoritme dat echter miskend wordt als zijnde datgene wat schuilgaat achter de wiskundige overtuiging? En in dit hoofdstuk toont Penrose aan dat zulks uitgesloten is.


De vraag is dus of wiskundigen onbewuste regels of onwrikbare waarheden volgen. Zo hebben Gödel en Turing dezelfde wiskundige evidenties, maar ze komen tot verschillende, zelfs tegengestelde conclusies (m.b.t. G). Volgens Gödel wordt de geest niet beperkt door z’n rekenvermogen en evenmin door de eindigheid van het brein: de geest kan los van de stof bestaan. Turing echter vecht die stelling aan. Penrose schrijft: “Gödel rejected Turing’s other contention ‘that there is no mind separate from matter’, referring to it as ‘a prejudice of our time’. Thus, Gödel appears to have taken it as evident that the physical brain must itself behave computationally, but that the mind is something beyond the brain (...). He did not regard G as a proof of his viewpoint that the mind acts non-computationally, for he allowed that: “On the other hand, on the basis of what has been proved so far, it remains possible that there may exist (and even empirically discoverable) a theorem-proving machine which in fact is equivalent to mathematical intuition, but cannot be proved to be so, nor even proved to yield only correct theorems of finitary number theory.” (Wang (1993), p. 118, Penrose, p. 128). Het zou dus mogelijk zijn dat er een theorema-bewijsmachine is die equivalent is aan de mathematische intuïtie, terwijl ook niet kan bewezen worden dat dit zo is of dat ze correct werkt. Gödel nam de logische mogelijkheid van zo’n ‘onkenbaar sound algoritme aan, maar hij geloofde er niet in; hij geloofde in het losstaan van de geest van de stof. Turing zegt ook dat een machine die feilloos is, niet intelligent kan zijn. Hij had ook een eigen computer-versie van het Gödel-theorema. Turings visie was consistent met Gödel, en volgens standpunt A. Penrose wil nu A en B uitsluiten, en een basis geven voor het wiskundig begrip.


Zijn vraag luidt als volgt: kan het wiskundig begrip resulteren uit een algoritme dat onkenbaar en unsound is of dat onkenbaar sound is? Met andere woorden: is een vermeende algoritmische procedure F, die zou schuilgaan achter dit wiskundig begrip, kenbaar? Nog anders gezegd: stel dat het wiskundig begrip berust op een algoritmische procedure F; is F dan kenbaar?


Penrose, die dus verwerpt dat zulks mogelijk is, onderscheidt drie standpunten (- we gaan er hier niet verder op in):

(1°) F is bewust kenbaar, ook in de rol van algoritmische procedure achter het wiskundig begrip;

(2°) F is bewust kenbaar, maar niet in de rol van algoritmische procedure achter het wiskundig begrip;

(3°) F is onbewust en onkenbaar.


Uit de conclusies bij hoofdstuk 3 (pp. 201-208) onthouden we nog dat, met betrekking tot de in het begin van het boek geschetste vier standpunten, A en B aldus verworpen worden. Maar ook D levert problemen op, want als men aanneemt dat lichaam en geest niets met elkaar te maken hebben, hoe komt het dan dat onze geest zo onlosmakelijk verbonden is met onze hersenen - ja, dat hij de hersenen blijkbaar nodig heeft? Of waarom dan kunnen medicijnen of handicaps de geestestoestand beïnvloeden? (1) Maar ook standpunt C levert problemen op, want het heeft een zeer speculatief karakter. Alle tot nog toe ontdekte natuurwetten worden immers computationeel beschreven. We moeten dus kiezen, aldus Penrose, voor de harde eerder dan voor de zachte versie van C. Penrose blijft echter geloven in het bestaan van niet-computationele activiteit in fysische systemen. En we kunnen die ontdekken door de zwakke plekken in de wetten te onderzoeken - vooral de quantummechanica leent zich daartoe.


(Wordt vervolgd)


(J.B., 10 oktober 1999)


Verwijzingen:


(1) O.i. zijn deze tegenwerpingen onterecht. De geest heeft het brein nodig op dezelfde manier waarop hij de rest van het lichaam, en ook al zijn andere instrumenten (werktuigen) nodig heeft om zijn plannen uit te voeren. Een goede schrijnwerker kan geen goed werk leveren als de snee van zijn zaagblad is, maar daarom is hij nog geen slechte schijnwerker. Zo ook zal zelfs een groot retor die zijn gebit mist, moeite hebben om te praten, en nog meer moeite heeft hij wanneer zijn hersenen beschadigd werden door een beroerte. Indien men de proef of de som zou nemen, en men zou van een welbespraakt iemand dat gedeelte van de hersenen wegnemen waar zich de spraak situeert, om er nadien ‘nieuwe’ en ‘lege’ hersenencellen in te planten, dan zou men tot de vaststelling komen dat zich de spraakkundigheid van die man alras zou herstellen, net zoals de schrijnwerker, aan wie men de oude, botte zaag zou ontnemen om hem een nieuwe en goede in de plaats te geven, wel even zou moeten wennen aan het nieuwe werktuig, doch weldra weer zijn vakkundigheid zou kunnen bewijzen. Immers, we ervaren toch allen dat het de oefening is die de kunst baart, dit wil zeggen: de herhaling, het telkens weer trekken van nieuwe, betere of diepere sporen en verbindingen. Intelligentie wordt grofweg gedefinieerd als ‘aanpassingsvermogen’, waaronder niets anders verstaan kan worden tenzij ‘snelheid van aanpassingsvermogen’, want zich aanpassen doet alles en iedereen, en ook de efficiëntie is uiteindelijk een zaak van snelheid en van herhaling. Die snelheid zal dan wel te maken hebben met een specifieke chemische huishouding, net zoals de mogelijke snelheid van een wagen van zijn constructie en van de toestand van het wegdek afhankelijk is, maar élke wagen heeft snelheid, anders was het geen wagen. Wij kunnen in ons denken inderdaad belemmerd worden door stoffelijke dingen, maar evenzeer stemt het tot nadenken dat wij in ons denken ook beïnvloed kunnen worden door geestelijke dingen: wie bijvoorbeeld door zijn geweten bezwaard wordt, is niet in staat om een gedicht te lezen, en wie een compliment gekregen heeft voor vlijt, zal nog beter presteren dan voordien. En waarom dan richt onze geest zich op onze hersenen? Duidelijk om dezelfde reden waarom de schrijnwerker, als hij wil werken, zijn zaag vastneemt, en niet de zaag van een ander, of een pen. Onze geest heeft de hele evolutie lang geïnvesteerd in onze hersenen, zoals de schrijnwerker zijn arbeid toegespitst heeft op zijn schrijnwerkerij. Het is geen betreurenswaardige zaak dat de geest door de beperkingen van de hersenen ‘gevangen’ wordt, net zomin als het betreurenswaardig is dat ikzelf, als auteur van deze tekst, ‘gevangen’ word door deze tekst - door wat ik reeds neergeschreven heb. De tekenaar die een cirkel afbeeldt op een blad papier, beperkt zichzelf, want hij kan daarvan geen vierkant meer maken, en hoe verder hij vordert in zijn kunstwerk, hoe meer hij zichzelf beperkt. Uiteindelijk blijkt hij bij de afwerking totaal afhankelijk geworden te zijn van wat er reeds staat, zodat zijn leermeester, op grond van wat hij ziet, hem dan wellicht beter dan hijzelf kan zeggen welke retouches hij nog moet aanbrengen om het werk te voltooien. Alle vrijheid is zelfbeperking, en het botvieren van de vrijheid (in de goede zin van het woord), resulteert uiteindelijk onafwendbaar in een confrontatie met externe en daarom absolute ‘wetten’ waaraan men zich wel moét onderwerpen, wil men z’n werk tot een goed einde brengen. Op precies dezelfde wijze ‘onderwerpt’ ook de geest zich aan de stof; het zou absurd zijn als hij dat niet deed. Voor derden die onbetrokken zijn met wat er gaande is, kan het er dan uitzien alsof de stof de geest domineert, maar zo’n beoordeling mist de pointe. Daarom beschouw ik de genoemde argumenten van Penrose tegen standpunt D als irrelevant.


11-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) - Deel 2/6


Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness.


Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)


Deel 2/6




Gödel houdt zich bezig met de axiomatische gronden van de wiskunde. Penrose wil middels Gödel aantonen dat ons begrijpen geen algoritmische activiteit kan zijn. De gewaarwording van ‘rood’ kan niet computationeel worden opgewekt. Dieren rekenen niet, maar zij worden wel ‘rood’ gewaar.

Wat is nu het verband tussen Gödels theorema en het gezond verstand? Een niet berekenbaar proces is een onmiddellijk bewustzijn van iets. Daardoor kan men iets ‘visualiseren’ of een ‘direct begrip’ hebben van iets, een ‘mentaal beeld’. Dat hoeft niet noodzakelijk ‘visueel’ van aard te zijn. We ‘begrijpen’ de betekenis van een woord direct, we krijgen er ‘onmiddellijk’ vat op, alsof we de ervaringen van diegene die ons de mededeling doet, delen. Een kind krijgt begrip van getallen, geabstraheerd van de getelde dingen. Dit is geen berekenen meer, maar ‘awareness’. Penrose geeft voorbeelden met visuele getalbeelden om het ‘begrip’ van de commutativiteit van de vermenigvuldiging duidelijk te maken. Gödel toont aan dat het onmogelijk is om alle evidente redeneerstappen in één systeem te steken dat dan bij machte zou zijn om alles op te lossen: de behoefte aan nieuwe, vanzelfsprekende begrippen kan niet en nooit weggewerkt worden. Het wiskundig begrijpen is iets anders dan (be)rekenen. (1).


Tot hier een herhaling van het hoofdstuk Consciousness and computation, dat loopt tot pagina 63. Hierna wordt middels Gödel uiteengezet dat ons begrijpen geen algoritmische activiteit kan zijn, in: The Gödelian case (pp. 64-126).

Penrose zegt dat de wiskunde het duidelijkste aantoont dat iets in ons denken ontsnapt aan het loutere ‘berekenen’. Gödel’s stelling komt hierop neer: Geen enkel formeel systeem van ‘sound’ wiskundige bewijsregels kan (principieel) alle ware uitspraken van de ordinaire rekenkunde voortbrengen. Wat dus betekent dat het menselijk verstaan niet kan gereduceerd worden tot een verzameling van rekenregels. Geen dergelijk systeem kan bewijzen leveren van die rekenkundige uitspraken waarvan de waarheid principieel toegankelijk is voor menselijke intuïtie en begrip. Intuïtie en begrip kunnen dus niet herleid worden tot een verzameling van regels.

Algoritmes kunnen voorgesteld worden door wiskundig formele systemen, en een Turing-machine is een wiskundig geïdealiseerde computer, een stap-voor-stap-procedure. Een ‘universele T-machine is er een die om het even welke T-machine kan nabootsen, en die dus elk algoritme kan uitvoeren, zoals bijvoorbeeld onze moderne computer.


Berekeningen (computations, algoritmes, logische operaties) zijn de activiteit van een T-machine. Willen we bijvoorbeeld een getal zoeken dat niet de som is van drie kwadraten, dan bouwt de machine de rij van de natuurlijke getallen op (“rij1”), en de rij van de kwadraten ervan (“rij2”), en daaruit de rij van de som van drie kwadraten (“rij3”); vervolgens overloopt ze “rij1” en stelt aan elk getal de vraag of het ook tot “rij 3” behoort; is dat niet het geval, dan hebben we te maken met één van de gezochte getallen.


Nu zijn er ook oneindige berekeningen: stel dat we een getal zoeken dat niet de som is van vier kwadraten, dan zal de machine aan het werk gaan en nooit ophouden met zoeken. Nooit zal zo’n getal gevonden worden (Lagrange bewees in 1770 dat het niet bestaat), maar de machine zal daarover nooit uitsluitsel kunnen geven, want de getallenrijen zijn oneindig lang. Een ander voorbeeld is het vermoeden van Goldbach (1742), dat door de oneindige berekeningen van de machine noch weerlegd noch bewezen kan worden.


Hoe kunnen we nu uitmaken of berekeningen oneindig zijn? Soms kunnen we dit intuïtief inzien. Soms kunnen we dit ook formeel bewijzen middels mathematische inductie (waarbij één enkele berekening relevant wordt geacht voor àlle (natuurlijke) getallen). Maar deze procedure is ontoereikend om oneindige berekeningen als dusdanig te ontmaskeren, omdat élke verzameling van regels ontoereikend is om dat te doen (- wat volgt uit Gödel’s stelling). M.a.w.: er zijn berekeningen die nooit stoppen, maar dat dit zo is kan niet altijd wiskundig bewezen worden. De regels kunnen dus het inzicht nooit vervangen!


Penrose toont nu hoe Gödel deze waarheid demonstreert:


Beschouwen we Penrose’s vereenvoudigde bewijs van de stelling van Gödel. De conclusie tot welke Gödel in zijn theorema uiteindelijk komt (en die moet illustreren dat het menselijk denken en begrijpen de activiteit van het loutere rekenen kwalitatief overtreft), luidt als volgt: in de rekenkunde bestaan er stellingen (en die zullen er altijd zijn) waarvan wij de waarheid duidelijk kunnen inzien, maar waarvoor geen bewijs bestaat.


Penrose geeft een voorbeeld van zo’n ware en onbewijsbare stelling, namelijk de volgende stelling, genaamd G (waarbij n een element is van de natuurlijke getallen N):


(G): “Er bestaat geen enkel oneven getal dat de som is van n aantal even getallen”.


Het is duidelijk want evident voor ons, zegt Penrose, dat deze stelling waar is, maar wij kunnen deze waarheid niet bewijzen.


Stel dat wij een poging zouden ondernemen om de waarheid van (G) te bewijzen, dan zouden wij dat moeten doen middels een algoritme dat alle mogelijkheden narekent.


Na een oneindig lang aantal berekeningen zouden wij nog steeds geen falsificatie van deze stelling gevonden hebben, maar ook zouden wij nog steeds geen bewijs gevonden hebben.


Dat bewijs zou er pas zijn op het ogenblik dat we àlle mogelijkheden onderzocht hebben, en dat zijn er oneindig veel. Het is dus een bewijs dat nooit eindigt, nooit voltooid is, onvoltooibaar is.


Welnu, zegt Penrose: misschien kunnen we wel bewijzen dàt zo’n bewijs nooit eindigt. Stel eens dat we dat zouden kunnen, dan zouden we dat doen middels een rekenprocedure, genaamd A.


Vanzelfsprekend zou die rekenprocedure A dan wel eindig zijn, want anders hervielen we in hetzelfde probleem.


Penrose toont nu aan (pp. 72-77): als wij veronderstellen dat A bestaat, dan leidt A tot een contradictie, dus kunnen we niet veronderstellen dat A bestaat, met andere woorden: zo’n rekenprocedure die de oneindigheid van het bewijs van (G) moet aantonen, bestaat zelf niet. Dus we kunnen niet bewijzen dat (G) waar is. Ziehier een beknopte weergave van de gedachtengang.


We gaven zopas enkele voorbeelden van de werking van de T-machine. Beschouwen we nu zo’n berekening (C) die het natuurlijk getal n betreft, dus: C(n) = C(0), C(1), C(2), C(3),..., wat wil zeggen dat C(n) gelijk is aan de activiteit van de T-machine op het getal n. De vraag luidt of die activiteit ooit stopt: bestaat er een procedure die kan beslissen of die berekening ooit stopt?


Stel dat we een procedure A hebben die zegt dat C(n) nooit stopt. A moet dus alle mogelijke procedures bevatten. (A is sound, d.w.z.: geeft altijd correcte antwoorden). Als A zelf ooit eindigt, dan weten we zeker dat C(n) nooit eindigt.


Als A sound is, dan moet dit kunnen uitgemaakt worden door een berekening. Er zijn verschillende berekeningen: C0(n), C1(n), C2(n),... Zo bijvoorbeeld is Cq(n) de activiteit van de q-de T-machine op n. Procedure A(q,n) is de specifieke berekening die bewijst dat Cq(n) nooit stopt; stopt Cq(n) wél, dan hebben we bewezen dat Cq(n) onjuist is. Dus: als A(q,n) stopt, dan stopt Cq(n) nooit. Maar stel nu dat q=n. Dan geldt dus: als A(n,n) stopt, dan stopt Cn(n) nooit. A hangt dus af van één getal en zal dus één van de volgende rekenprocedures zijn: C0, C1, C2, C3,... Stel dat het Ck is: A(n,n) = Ck(n). Stel nu dat k=n, zodat geldt: A(k,k) = Ck(k). Dan geldt dus: als Ck(k) stopt, dan stopt Ck(k) nooit. En dat is een contradictie. Procedure A kan dus nooit uitmaken of Ck(k) al dan niet stopt. Als we dus weten dat A sound is, dan weten we dat Ck(k) nooit stopt. We weten dus iets dat A niet kan bewijzen. Dus kan A ons begrip niet omvatten! Gödel zegt nu dat wiskundigen geen enkel sound algoritme kennen dat in staat is om een wiskundige waarheid te bewijzen. (2)


(Wordt vervolgd)


(J.B., 10 oktober 1999)


Verwijzingen:


(1) Een bedenking bij het abstraheren, bvb. inzake het tellen van dingen, het verkrijgen van een begrip van kwantiteit onafhankelijk van de dingen die worden geteld: o.i. is hier cruciaal dat het gaat om een afbeelden van de tijd in het niet-tijdsgebondene. Tellen is een activiteit die tijd vergt, een handeling die zich in de tijd afspeelt. Het getal daarentegen is aan de tijd onttrokken, terwijl het toch refereert naar een activiteit die tijd in beslag neemt, naar een duur dus. In het getalbegrip wordt een act, of een duur, of iets tijdsgebonden, onttrokken aan de tijd en ingepast in een tijd-loos kader, bijvoorbeeld het kader van de natuurlijke getallen. Kwaliteiten worden dus afgebeeld naar kwantiteiten. Men kan dus zeggen dat de kwantiteit een bijzondere kwaliteit is, namelijk deze die kwaliteit van de tijd (of van de activiteit) afbeeldt in een tijdloze ruimte (hetzij een Euclidische ruimte, hetzij een ruimte van getallen, hetzij eender welke ‘ruimte’ van specifieke ‘mentale beelden’). De activiteit van het abstraheren is dan niets anders dan het via de ervaring terugvinden van kwaliteiten (wezenheden) in een wereld van mentale beelden, in een mentale ruimte, waardoor precies die mentale ruimte ‘zichtbaarder’ of ‘werkelijker’ wordt. Precies dit zo doende ‘zichtbaar maken’ van de mentale ruimte(n) is bewustzijn. Bewustzijn is dus participeren aan (een bestaande) ‘mentaliteit’ of geest. Abstraheren is dan het positief beantwoorden van de uitnodiging tot participatie aan de geest(eswereld) - een uitnodiging die spreekt uit de dingen vanuit bvb. hun schoonheid.

De visuele verbeeldingskracht waarover Penrose het heeft, heeft dus zeker niets te maken met virtuele realiteit. Mentale beelden zijn niet-computationeel, maar waar blijft het sterke argument? O.i. Moet onze hele opvatting/wetenschap op zijn kop worden gezet of binnenste buiten worden gedraaid om dat te kunnen verstaan: het hogere brengt het lagere voort en in geen geval is het andersom. Het lijkt alleen andersom wanneer wij onze menselijke constructies verwarren met het geschapene.


(2) Penrose geeft een voorbeeld van zo’n ware en onbewijsbare stelling, namelijk de volgende stelling, genaamd G (waarbij n een element is van de natuurlijke getallen N):

(G): “Er bestaat geen enkel oneven getal dat de som is van n aantal even getallen”.

Het is duidelijk want evident voor ons, zegt Penrose, dat deze stelling waar is, maar wij kunnen deze waarheid niet bewijzen.

Stel dat wij een poging zouden ondernemen om de waarheid van (G) te bewijzen, dan zouden wij dat moeten doen middels een algoritme dat alle mogelijkheden narekent.

Na een oneindig lang aantal berekeningen zouden wij nog steeds geen falsificatie van deze stelling gevonden hebben, maar ook zouden wij nog steeds geen bewijs gevonden hebben.


Dat bewijs zou er pas zijn op het ogenblik dat we àlle mogelijkheden onderzocht hebben, en dat zijn er oneindig veel. Het is dus een bewijs dat nooit eindigt, nooit voltooid is, onvoltooibaar is.

Welnu, zegt Penrose: misschien kunnen we wel bewijzen dàt zo’n bewijs nooit eindigt. Stel eens dat we dat zouden kunnen, dan zouden we dat doen middels een rekenprocedure, genaamd A.

Vanzelfsprekend zou die rekenprocedure A dan wel eindig zijn, want anders hervielen we in hetzelfde probleem.

Penrose toont nu aan (pp. 72-77): als wij veronderstellen dat A bestaat, dan leidt A tot een contradictie, dus kunnen we niet veronderstellen dat A bestaat, met andere woorden: zo’n rekenprocedure die de oneindigheid van het bewijs van (G) moet aantonen, bestaat zelf niet. Dus we kunnen niet bewijzen dat (G) waar is.

Het “wonderlijke” van de stelling van Gödel bestaat er dus in, dat we kunnen inzien dat bepaalde stellingen waar zijn, terwijl we tevens kunnen aantonen dat we nooit zullen kunnen bewijzen dat die stellingen waar zijn.

Ik nodig U nu uit tot deelname aan de “ontmaskering” van dit “wonder”, in de volgende, korte uiteenzetting. Ik zal namelijk aantonen dat de stelling van Gödel uiterst triviaal is. Met andere woorden zal ik het volgende betogen: de stelling van Gödel is niet fout, maar ze zegt in feite niets. Ziehier onze gedachtengang.

Een eerste vaststelling is de volgende:

In de klassieke rekenkunde nemen wij aan dat de rij van de natuurlijke getallen oneindig is. Dat N een oneindig aantal elementen bevat, kunnen wij niet bewijzen, maar we nemen het wel aan als zijnde waar en onbetwistbaar. We poneren hiermee iets waarvan we eisen dat het waar is, terwijl we ons er op voorhand bij neerleggen dat we het niet kunnen bewijzen.

Een tweede vaststelling is deze:

De telling is een vorm van bewijs. Als ik de stelling poneer dat 3 opgeteld bij 4 gelijk is aan 7, dan bestaat een bewijs van deze stelling daarin, dat ik III + IIII gelijkstel aan IIIIIII , waarbij ik tel hoeveel IIIIIII werkelijk is, en dan kom ik tot de vaststelling dat IIIIIII werkelijk gelijk is aan 7, en heb ik de waarheid van deze stelling bewezen.

Correcter, kunnen wij de axioma’s van Peano ten berde brengen, en tot hetzelfde besluit komen, maar wat we daarbij doen is eigenlijk reduceerbaar tot telling, en wat ons hier aanbelangt is het bewijs door telling.

Nu hebben we aangenomen dat de rij van de natuurlijke getallen ontelbaar is, met andere woorden, dat er een oneindig aantal natuurlijke getallen bestaat, terwijl we die niet kunnen tellen. Een grondstelling van de rekenkunde, en laten we ze (N) noemen, luidt dus als volgt: “Er bestaat een oneindig aantal natuurlijke getallen”. We nemen ook aan dat deze stelling waar is.

Stel dat wij een poging zouden ondernemen om de waarheid van (N) te bewijzen, dan zouden wij dat moeten doen middels een algoritme dat alle mogelijkheden narekent.

Na een oneindig lang aantal berekeningen zouden wij nog steeds geen falsificatie van deze stelling gevonden hebben, maar ook zouden wij nog steeds geen bewijs gevonden hebben.

Dat bewijs zou er pas zijn op het ogenblik dat we àlle mogelijkheden onderzocht hebben, en dat zijn er oneindig veel. Het is dus een bewijs dat nooit eindigt, nooit voltooid is, onvoltooibaar is.

Welnu, zou Penrose zeggen: misschien kunnen we wel bewijzen dàt zo’n bewijs nooit eindigt. Stel eens dat we dat zouden kunnen, dan zouden we dat doen middels een rekenprocedure, genaamd B.

Vanzelfsprekend zou die rekenprocedure B dan wel eindig zijn, want anders hervielen we in hetzelfde probleem.

Het is nu duidelijk dat wij geen eindige B kunnen vinden, tenzij B zich kan beroepen op het axiomatisch karakter van (N). Wij moeten dus aannemen dat (N) waar is, zonder bewijs. (N) is een grondstelling, een axioma.

Stel nu eens dat we die grondstelling (N) zouden verwerpen als grondstelling. Welnu, dat kunnen we gerust doen... mits we maar een andere stelling als grondstelling poneren, bijvoorbeeld de stelling (G), of een andere, of een combinatie van andere (onbewijsbare) stellingen waarvan we eisen dat ze waar zijn.

We zien nu duidelijk het volgende in:

(G) is onbewijsbaar omdat (G) “verwant” is aan (N), en omdat we met betrekking tot (N) hebben aangenomen dat (N) waar is terwijl we de waarheid van (N) niet hoeven te bewijzen.

(G) is onbewijsbaar omdat ook (N) onbewijsbaar is. En (G) is waar omdat ook (N) waar is. Maar de onbewijsbare waarheid van (G) is helemaal niet verwonderlijk, want we hebben zelf onbewijsbare waarheden in de rekenkunde ingestopt!

Vergelijk deze stand van zaken met het schaakspel. Elke zet die men doet kan men verantwoorden met betrekking tot eventuele tegenzetten en uiteindelijk met betrekking tot het doel, namelijk het winnen van het spel. Maar men kan geen enkele zet doen als er niet eerst spelregels bestaan, en deze spelregels verantwoordt men vanzelfsprekend niet met het argument dat men wil winnen, maar enkel met het argument dat men wil kunnen spelen (dat is: hetzij winnen, hetzij verliezen; het argument is dus: “kunnen winnen” en niet: “winnen”). De spelregels zijn als het ware één pool van het spel: men kan bijvoorbeeld argumenteren: “Deze zet mag je niet doen, want hij is ‘verboden’, dit wil zeggen: “hij ‘bestaat niet in dit spel’; hij ‘kan’ niet”. Dit is iets anders dan argumenteren: “Deze zet mag je niet doen, want dan zal je verliezen” - je zegt dan dat de zet wel ‘kan’ maar dat het toch niet je bedoeling kan zijn om te verliezen, en dat je hem daarom voor jezelf moet beschouwen als verboden. Noemen we deze twee polen de objectieve en de subjectieve pool, dan kunnen we de analogie met de rekenkunde gemakkelijk maken: in de rekenkunde mag je niet de waarheid aan (N) ontzeggen, want anders kan je niet meer rekenen. Word je geconfronteerd met bijvoorbeeld (G), dan moet je ook inzien dat je hier weer op (N) botst, en dat het dus vanzelfsprekend is dat (G), hoewel waar, toch onbewijsbaar is. Je kan moeilijk verwachten dat (G) bewijsbaar zou zijn als (N) dat per definitie niet is omdat (N) een grondstelling, een axioma, een spelregel is. (G) is geen zet, maar een spelregel die zich voordoet in een wat minder goed herkenbare vorm.

Een opmerking met betrekking tot Penrose’s bewijs:

Penrose’s bewijs is ons inziens eenvoudiger weer te geven, en wel als volgt.

We gebruiken de volgende symbolen:

C: de bewerking C op n

A: de rekenprocedure die wil bewijzen dat C nooit eindigt

eindigt nooit

eindigt ooit wel.

Stel dat C oneindig is en dat A bestaat en A zegt dat C oneindig is, dan moet A eindig zijn en ook sound, wat betekent dat het niet zo mag zijn dat, als C oneindig is, een eindige A zou zeggen dat C eindig is. In formulevorm krijgen we dan het volgende:

{((CC)) & ((CC))}

of {((CC)) & ((CC))}

met andere woorden:

((CC)) & ((CC))

met andere woorden:

CC)

Dus: als A zegt dat C oneindig is, dan moet A sound zijn;

Dus: als A sound is, dan kan A niets anders dan zeggen dat C oneindig is.

Dus: A is niet hetzelfde soort berekeningen dat kan uitmaken dat C oneindig is. Dus: alle berekeningen die kunnen uitmaken dat C eindig is, zijn uitgesloten om van kracht te kunnen zijn om aan te tonen dat C oneindig is. Dus: A als berekening bestaat niet.

Een alternatief:

Als we er van uit gaan dat de verzameling van natuurlijke getallen altijd eindig is, dus als we er van uit gaan dat een getal pas bestaat als het geteld wordt, dan duikt dit probleem niet op.

Gödel zegt: ge kunt niet aantonen dat een bepaalde berekening nooit stopt. Maar tegelijk aanvaardt men het als bewezen dat de rij van de natuurlijke getallen nooit stopt. Hier zit dus de contradictie.


10-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) - Deel 1/6


Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness.


Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)


Deel 1/6



In Hoofdstuk 1, getiteld: Consciousness and computation, van het eerste deel, getiteld: Why We Need New Physics to Understand the Mind. The non-computability of Conscious Thought, situeert Penrose zijn standpunt en zegt hij wat hij wil bewijzen: dat ons bewustzijn een uiteindelijk niet-computationele aangelegenheid is, en dus niet simuleerbaar door computers. Hij wil dat aantonen door te wijzen op de aanwezigheid van dat niet-computationele in het wiskundige begrijpen.


De wetenschap, zegt Penrose, bekommert zich om het stoffelijke aspect van het heelal, niet om de geest. Volgens sommigen nochtans is de geest wetenschappelijk verklaarbaar: het is alleen een kwestie van complexiteit. Volgens anderen is de geest van een andere orde en dus buiten het bereik van de wetenschap. Penrose volgt de eerstgenoemden, maar merkt op dat de wetenschappen nog iets mankeren om dat doel (het verstaan van de geest) te bereiken: het bewustzijn behoort tot het universum, maar we hebben een andere fysica nodig om de geest te kunnen begrijpen.

Hij stelt de veel gehoorde vraag of wij de redding van de wereld ooit aan ‘almachtige’ robots zullen kunnen overlaten. We zien immers steeds ‘slimmere’ computers op de markt komen. Penrose antwoordt hier voorlopig met de opmerking dat dan de artificiële intelligentie de mens ook overbodig zou maken.

Ter situering van het eigen standpunt brengt Penrose de gangbare meningen onder in vier perspectieven:

A. Alle denken is louter berekenen; het heelal is in dat opzicht vergelijkbaar met een grote computer. (Functionalisme - Turing).

B. Een computer kan de werking van het brein nabootsen maar zonder bewustzijn te hebben.

C. De breinactiviteit brengt bewustzijn voort, maar een computer kan het brein dit niet nadoen. (Penrose).

D. Het bewustzijn staat volledig los van de stof en is onbereikbaar voor elke wetenschappelijke benadering. (Mentalisme - Mysticisme).


A is verwerpelijk alsook D, zegt Penrose. M.b.t. B merkt hij op, met J. Searle, dat de simulatie van een fysisch proces helemaal niet hetzelfde is als dat fysisch proces zelf. C rest: we hebben een nieuw begrijpen, een nieuwe fysica nodig. De wetenschap geeft het dus niet op, maar moet rekening houden met de realiteit van het bewustzijn (- ze moet dus ergens ‘veranderen’) teneinde haar naam waard te kunnen blijven.


Berekening is ‘computation’ - de activiteit van een Turing-machine -, dit is een algoritme. Men onderscheidt top-down en buttom-up procedures. De eerst genoemde kennen we van de rekenmachines die sneller rekenen dan de mens; de laatste wordt in de A.I. benut; zij maakt gebruik van ‘ervaringen’ in een soort geheugen (- een soort feed-back?).


Turing verwerpt C, maar Church, die in 1936 tot een analoge stelling kwam laat plaats voor C. De stelling van Church-Turing zegt dat elk algoritme in een -calculus kan uitgedrukt worden. Turing zegt dat dat het geval is voor alle fysische activiteiten. Church niet. Volgens C is het bewustzijn onbereikbaar voor computers; C vloekt niet met Church.


Een chaotisch systeem is een dynamisch systeem dat zeer nauwkeurig afhankelijk is van beginvoorwaarden (bvb. het weer), zodat het lijkt alsof het niet-gedetermineerd én onberekenbaar is. Dit is echter fout: principieel is het wél berekenbaar, alleen is zoiets meestal praktisch onuitvoerbaar. Is dus ook de geest principieel berekenbaar? Penrose zal bewijzen dat dit niet zo is: de geest is principieel onberekenbaar!


Rijst de vraag welke soort activiteit dan principieel onberekenbaar zou kunnen zijn. Heeft de uniciteit van omgevingsfactoren hier iets mee te maken? Neen, want ook ons eigen brein is een unieke ‘omgevingsfactor’. Penrose geeft nu enkele voorbeelden van principiële onberekenbaarheid in de wiskunde zelf. Vooreerst Hilbert’s tiende probleem. Een Turingmachine (= een algoritme-machine) kan uitmaken of bepaalde soorten van problemen een oplossing hebben of niet. Maar Hilbert laat zien dat de Turing-machine van geen nut is voor bepaalde vormen van Diophantische vergelijkingen. Een ander voorbeeld is het tegelprobleem. Iets (bvb. het heelal) kan dus gedetermineerd zijn doch tegelijk niet voorspelbaar, want niet berekenbaar. Gedetermineerdheid is dus iets anders dan berekenbaarheid. (1)


Zo zullen dan volgens A de computers de mens overtreffen; volgens B zullen ze mensen kunnen nabootsen, terwijl het dan een irrelevante vraag is of ze ook bewustzijn hebben, want in dit standpunt wordt bewustzijn geïdentificeerd met uiterlijk gedrag; volgens C en D blijven computers ondergeschikt aan de mens, ongeacht wat ze kunnen presteren, want de mens is niet ‘berekenbaar’.

In het antwoord op de vraag of computers rechten en verantwoordelijkheden kunnen hebben, komt o.m. het essentiële verschil tussen wettelijkheid en ethiek tot uiting, want volgens A kunnen computers wettig of onwettig handelen, dat wordt immers uitgemaakt op grond van uiterlijke ‘gedragingen’ (‘bewegingen’). Volgens B mankeert een computer daarvoor gevoelens e.d.


Intelligentie kan niet zonder dat er eerst begrip (understanding) is, en dit kan op zijn beurt niet zonder gewaarwording of besef (awareness), wat de passieve component is van bewustzijn (- de actieve component van bewustzijn is volgens Penrose the feeling of the free will).


Computers rekenen vaak sneller en beter dan mensen, maar wat zij missen, terwijl een mier dat wél heeft, is: gezond verstand. De slimheid van bvb. schaakcomputers is vanzelfsprekend alleen te danken aan wat experten daar ingestopt hebben. Doen zich situaties voor die een beroep doen op gezond verstand, dan slaat de sterkste schaakcomputer de bal mis. Penrose zal nu ook aantonen dat computers ook geen wiskundig begrip hebben, want wiskundig begrip is iets helemaal anders dan het kunnen berekenen van dingen. Dit is nu wat Gödel aantoont. En daaruit volgt dat, zoals ook J.R. Lucas betoogt, bij wie Penrose zich aansluit, dat A en B de mentale activiteit niet kunnen verklaren en dus verwerpelijk zijn.


Waarom moeten we nu ook D verwerpen? Omdat , aldus Penrose, elke geest die wij ontmoeten verbonden blijkt met een fysiek brein. Anderzijds is het ook zo dat wiskunde en wetenschap mysterieuze dingen bevatten. Penrose volgt Plato hier: onze ideeën staan los van de materiële wereld, maar de materiële wereld kan pas in termen van ideeën worden uitgedrukt en worden verstaan. Maar verstaan is niet hetzelfde als berekenen!


(Wordt vervolgd)


(J.B., 10 oktober 1999)


Verwijzingen:


(1) O.i. Kunnen we hier zeggen dat we moeten vaststellen dat er een kloof is en blijft tussen onze kennis en de werkelijkheid, m.a.w.: deze conclusie houdt in dat de werkelijkheid niet objectiveerbaar is.


(2) Cf. de zgn. third person account van Shaffer.


(3) O.i. Zijn die eigenschappen niet cruciaal want ook gevoelens kunnen worden teweeg gebracht zonder dat ze echt zijn (zie onze kritiek bij Guy Sircello’s A theory of beauty) en dus kunnen ook onechte reacties op die onechte gevoelens ingebouwd worden: men komt dan in de situatie die wij kennen van de zgn. ‘electronische troeteldieren’ die gedijen op grond van een gesofisticeerd zelfbedrog, vergelijkbaar met de poppenkast waarbij men vragen stelt aan de poppen en ze zelf beantwoordt terwijl men ze zodanig laat bewegen dat het lijkt alsof zij het zijn die antwoorden. O.i. Is er geen essentieel verschil tussen de computer zoals beschreven in standpunt B en de pop van de buikspreker. Het is dus wél een relevante vraag of computers bewustzijn hebben, en dat zal altijd een relevante vraag blijven, omdat wij op zijn minst altijd graag willen weten of het de pop is die de buikspreker bedient, of de buikspreker die de pop bedient: ten minste één van de twee bedient de andere als er gesproken wordt. Vanzelfsprekend komen alleen C en D in deze context als relevante standpunten naar voren.


(4) Maar is ook het omgekeerde het geval??? Verder is dit ook nog eens een argument door inductie: het is niet omdat we een ‘losstaande’ geest nooit zouden hebben waargenomen, dat hij er niet zou kunnen zijn.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness. Synthese en bedenkingen (in de voetnoten) - ILLUSTRATIE



Roger Penrose, Shadows of the Mind. A Search for the Missing Science of Consciousness.


Synthese en bedenkingen (in de voetnoten)


ILLUSTRATIE 1



Oskar Reutersvärd (1915-2002): Zweeds tekenaar en beeldhouwer,
ontwerper van meer dan 2500 'onmogelijke' figuren waarvan de
zogenaamde driehoek van Penrose de bekendste is. M.C. Escher
bedacht deze figuren los van Oskar Reutersvärd.
[Bron: "Duizend uit de duizend. Portretten in potlood", J.B., Serskamp, 2014]
Zie ook:

https://www.boekenbestellen.nl/boek/duizend-uit-de-duizend/11191




03-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Tiende deel)

Het interview met Omsk Van Togenbirger (Tiende deel)

– Is dat niet een beetje oneerbiedig uitgedrukt?

OVT: Pardon?

– Je spreekt over onze leiders als over potentaten die zichzelf als goden beschouwen en die ons als hun vee behandelen.

OVT: Leiders? Zei je dat? Leiders?

– Tja, dat zijn ze toch?

OVT: Ben je het ermee eens dat het leiderschap, tenminste als er zoiets kan bestaan, een voorbeeld moet nemen aan het goede ouderschap?

– Jazeker...

OVT: Het ouderschap met verantwoordelijkheidszin en zelfopoffering?

– Vanzelfsprekend...

OVT: Op dat vlak kunnen we trouwens nog wat leren van de dieren! Heb je al eens gezien hoe de dieren zorg dragen voor hun jongen?

– Ja, dat is instinct...

OVT: Dat begrip is achterhaald, mijn beste: je moet dringend gaan bijlezen!

– Ik heb zo weinig tijd...

OVT: Vissen, zoals je weet, zwemmen in scholen en de kleintjes zwemmen aan de binnenkant, ze worden beschermd door de grote vissen die aan de buitenkant van de school gaan zwemmen, zo omsluiten ze de kleintjes als een levend schild. Alle comfort voor de kleintjes, zelfopoffering voor de ouderen.

– Inderdaad, ja...

OVT: En om het nu maar te houden bij het maritieme: de reddingssloepen van de Titanic waren gevuld met volwassen mannen!

– Tja...

OVT: De pausen achten zich de vertegenwoordigers van Christus op aarde, nietwaar? De leiders van de kerk die naar hun eigen zeggen het opgestane lichaam van Christus is. Zo is het toch?

– Kennelijk...

OVT: Als wij de oude teksten mogen geloven, was Christus een leider voor de mensen: hij had zijn leven veil voor hen. Hebben de pausen hun leven veil voor de mensen?

– Je gaat toch niet weer vertellen over die opalen?

OVT: Inderdaad, ik had het al verteld. Maar je begrijpt toch wel waarom ik het herhaal?

– Je hoeft dat verhaal niet te herhalen want ik ken het al.

OVT: Mijn beste, denk je echt dat ik het vertel opdat jij het zou kennen?

– Waarom anders?

OVT: Kijk, dat is wat ik nu precies bedoel: dit gaat helemaal niet over informatie.

– En waarover gaat het dan wel?

OVT: Als die opalen konden spreken, dan zouden zij ons vertellen dat ze elk vijftigduizend euro waard zijn. Dat is een bedrag waarvan welgeteld de vijfentwintigduizend mensen die dagelijks van honger omkomen, een OCMW-maaltijd kunnen genieten.

– Ja?

OVT: De zaak is nu dat die opalen inderdaad ook kunnen spreken. Het staat ergens in oude teksten die ik niet meteen kan citeren omdat mijn geheugen achteruitboert, het zijn teksten waarover men zegt dat ze figuurlijk moeten opgevat worden omdat iedereen wel weet dat stenen niet in staat zijn om te spreken, ook niet als het edelstenen zijn. Maar ik verklap je nu, mijn beste, dat stenen wél in staat zijn om te spreken. Meer zelfs: stenen zijn in staat om te getuigen in rechtszaken. De opalen op de mijters van de pausen en de andere hoogwaardigheidsbekleders in de kerk maar ook de edelstenen op de kronen van koningen en koninginnen en in de ringen, in de pols- en halsbanden van miljardairs... zij zijn de directe getuigen van een niet meer te tellen aantal volkerenmoorden! En stenen kunnen niet alleen spreken en getuigen, zij zijn ook perfect geloofwaardige getuigen want stenen kunnen helemaal niet liegen, mijn beste, ze zijn immers van steen, begrijp je? De beesten dragen zorg voor hun jongen, zij geven hen het voedsel uit hun bek en zij beschermen hen met hun eigen lijf. Maar onze leiders, zoals jij hen noemt: dragen zij mijters met parels van geslepen glas? Worden zij gekroond met doornen? Rijden zij rond met een Toyota Corolla?

– Dat is allemaal reeds gekende informatie.

OVT: Toch niet. Het zijn convocaties.

– Convocaties?

OVT: Meer nog: het zijn aantijgingen.

– Aantijgingen?

OVT: Tenlasteleggingen, beschuldigingen.

– En waarvan beschuldig jij onze leiders dan wel?

OVT: Zie je wel hoe diep de leugens zitten? Je hebt het weer over leiders, mijn beste! Leiders, zo zeg je maar dat zijn ze niet! Het zijn commerçanten of zelfs platte bedriegers. Zij geven zich uit voor leiders, maar dat leiderschap is slechts een voorwendsel om je in de doeken te kunnen doen. Ze hebben limousines nodig om je ervan te overtuigen dat zij leiders zijn: limousines, mijters, kronen, paleizen, dienaren, parades: het dient allemaal om te verbergen dat zij ordinaire dieven zijn terwijl zij dat zodoende etaleren. Zij blijken niet eens te weten dat leiderschap, dienaarschap is en dat bevelen hun kracht halen uit het feit dat zij het goede beogen van diegenen aan wie zij gericht zijn. Nu, zij weten dat natuurlijk wel. Wat ze doen is helemaal niet leiden maar imponeren, manipuleren, onder druk zetten, intimideren en afpersen. Heb je al eens gezien hoe naarstig politici hun ronde doen in de weken voorafgaand aan de verkiezingen? Handjes geven in de OCMW-rusthuizen, briefjes uitdelen waarbij zij 'de gewone mensen', zoals zij hen zo graag noemen, bij de voornaam aanspreken? Als dat geen intimidatie is, dan ben ik de paus van Rome! Zij doen exact hetzelfde wat Poetin deed toen hij grote, bemande oorlogsschepen voor de kuststeden op de Krim liet aanmeren in de aanloop naar het referendum waarop de bevolking zich 'vrij' kon uitspreken over haar onderwerping aan Rusland! En nu ga jij wellicht tegenwerpen dat men onze vriendelijke dorpspolitici niet mag vergelijken met de dictator van een grootmacht?

– Wij hebben onze politici zelf verkozen.

OVT: Mijn beste: zie je nu zelf niet hoe diep het zit? Wij stemmen voor zekere politici zoals wij ook zekere merken kopen en dat doen wij vaker dan wij zelf toegeven onder invloed van reclame. En is dat niet iets heel anders dan handelen uit vertrouwen? Het schenken van vertrouwen vereist vrijheid. Reclame is een aanval op de vrijheid.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 3 mei 2021)


02-05-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Negende deel)


Het interview met Omsk Van Togenbirger (Negende deel)

- Omsk Van Togenbirger, je vertelt dat de mens wegvlucht in wanen omdat hij niet bij zichzelf kan blijven. Pascal zei dat trouwens ook al: de ergste kwaal van een mens is dat hij niet op zijn kamer kan blijven. Maar worden de zaken in deze voorstelling niet op hun kop gezet? En is het niet veeleer zo dat de mens niet bij zichzelf kan blijven precies omdat hij zoekt naar... neen, niet naar waanzin maar naar zin? Met andere woorden: laat de mens zich met allerlei zaken in omdat hij geen rust vindt in zichzelf of vindt hij geen rust in zichzelf vanwege die drang naar anders en naar meer? Jij spreekt dan over waanzin, maar kan je het voor hetzelfde geld ook niet hebben over zin? Zoekt de mens zin omdat hij onrustig is of is hij onrustig omdat hij naar zin zoekt?

OVT: Het is een feit dat de mens onrustig is en dat hij daarom hetzij vlucht hetzij zoekt. Waar hij van zichzelf wegvlucht, is sprake van waanzin; waar hij zoekt, zoekt hij uiteraard naar zin. En dat wil zeggen dat hij die zin niet in zich heeft. Of tenminste, dat hij gelooft dat hij die zin niet in zich heeft.

– En wat van de twee is dan het geval?

OVT: Dat is een zeer goede vraag. En misschien is het wel wezenlijk voor de mens dat hij door zijn natuur wordt aangezet om te gaan zoeken. Kijk, kinderen voelen zich nog goed in hun vel, zij zijn als het ware nog altijd tentakels van hun moeder. Maar eenmaal de puberteit is ingezet, voelen mensen zich niet langer tevreden bij zichzelf: zij worden onrustig vanwege een ingeboren verlangen, een verlangen naar... een wederhelft. De Oud-Griekse wijsgeer Plato verklaarde dat verlangen vanuit de mythe dat de koppels die zich vormen, in de oertijd ooit één en dezelfde mens waren. Het verlangen van geliefden naar elkaar is in feite de heimwee naar een verloren eenheid. De menselijke onrust wordt althans aangevoeld op een vergelijkbare manier, namelijk als het besef iets kostbaars verloren te hebben. En niet zomaar iets waardevols, zoals een geldbeugel, maar wel het meest waardevolle dat men zich maar bedenken kan: zichzelf! De mens kan niet in zichzelf rusten totdat hij zijn wederhelft gevonden heeft en dan lijkt het voor hem alsof hij zichzelf gevonden heeft.

– Dat is alvast een mooie uitleg...

OVT: Iedereen kan bij zichzelf nagaan dat die gevoelens van heimwee, verliefdheid en het terugvinden van zichzelf of het herstel van een verloren geluk, waarachtig zijn.

– Ontegenzeggelijk.

OVT: De mythe van Orpheus en Euridicè zoals verhaald door Vergilius en door Ovidius heeft het over de noodlottigheid in die werkelijkheid: wanneer Orpheus' geliefde Euridicè na een adderbeet sterft en in het dodenrijk belandt, is Orpheus danig ongelukkig dat hij naar haar op zoek gaat in de Hades zelf: liever is hij dood dan zonder zijn wederhelft te moeten verder leven. Zijn smeekbede maakt de harten van de meest hartelozen, de heersers van de onderwereld, week en zij staan Orpheus uiteindelijk toe dat hij zijn Euridicè terughaalt. De voorwaarde is wel dat hij gedurende de terugweg naar het leven, zijn ogen van haar af houdt. Edoch, dezelfde begeerte die hem naar haar doet verlangen, maakt dat hij haar weer verliest en dit keer voor immer: hij kijkt om. Hij wordt verscheurd en zijn geluk is definitief voorbij.

– Ik las het verhaal in een boek dat de Griekse mythologie vertelt in honderdzesendertig verhalen. (*)

OVT: Met zijn verhaal over de oorspronkelijke oertijd-mensen waarvan wij in feite slechts helften zijn, verklaart Plato overigens evenzeer dat sommige koppels bestaan uit mensen van hetzelfde geslacht: niet een mogelijk gemeenschappelijk doel, zoals kinderen krijgen, brengt mensen samen maar een gemeenschappelijke oorsprong. Mensen vinden elkaar niet vanuit een verlangen naar kinderen maar vanuit een terugverlangen naar zichzelf. Het verlangen naar kinderen dat het verlangen is naar het vereeuwigen van die eenheid, komt gebeurlijk later. Dat laatste is natuurlijk, het eerste heeft iets dat het louter natuurlijke te boven gaat.

– Inderdaad...

OVT: Uiteraard gaat de onrust waarvan sprake niet over de menselijke wederhelft maar wellicht is er geen betere vergelijking mogelijk om het aangeboren gemis dat ons doet zoeken aan te duiden, dan de vergelijking met het zoeken naar zijn wederhelft.

– Het zoeken naar zin is geen waanzin?

OVT: Niet te vlug hier! Sommigen hebben het over de mens als zingever en dat zou ik ten stelligste willen tegenspreken. Ik geloof niet dat mensen in staat zijn om geheel uit zichzelf zin toe te voegen aan de dingen, het lijkt mij op zijn zachtst gezegd een beetje aanmatigend om zoiets te geloven. We kunnen uiteraard wel zin ontdekken en dat is iets helemaal anders.

– Wat is dan het verschil?

OVT: Hun zin ligt reeds in de dingen zelf besloten: wij kunnen er niet iets uit halen wat er niet al in zit, begrijp je?

– Toch niet...

OVT: Wel, kijk jij soms televisie?

– Dat gebeurt, ja.

OVT: Rij je met de auto?

– Soms.

OVT: Heb je lampen hangen thuis?

– Jazeker... Jij wil het hebben over elektriciteit.

OVT: Bijvoorbeeld! En is elektriciteit een uitvinding of is het een ontdekking?

– De bliksem was altijd al in de natuur aanwezig en in 1752 heeft Benjamin Franklin de bliksemafleider... uitgevonden en de elektriciteit... ontdekt.

OVT: Eigenlijk kenden de Oude Grieken dat al, ze wekten statische elektriciteit op door met wol over barnsteen te wrijven en dat noemden ze dan barnsteenkracht. Elektron is trouwens het Griekse woord voor barnsteen. Sommige vissen, zoals de sidderaal, kunnen elektrische vonken opwekken en zelfs bombardeerkevers kunnen vuur maken. De vuurspuwende draken lijken in die context helemaal geen verzinsels meer te zijn: net zoals de kabouter en de reuzen blijken heel wat werkelijkheden uit de sprookjes alles behalve verzonnen. Het is opnieuw aanmatigend om zomaar te gaan veronderstellen dat de dingen die wij niet kennen, ook niet bestaan, alsof ze bestonden omdat we ze kenden. Alsof wij het natuurrecht hadden om alles te kennen. Alsof het de dingen verboden was om te bestaan totdat wij er kennis van namen. Maar wat ik wilde zeggen, is dit: televisiekijken, stofzuigen, het huis verlichten: het zijn dingen die als mogelijkheden sinds het begin der tijden in de natuur besloten lagen en ons aandeel erin bestaat enkel uit het vinden van die dingen, het ontdekken ervan. Het gaat om een zin die wij gevonden hebben, niet om een zin die zijn oorsprong vindt bij ons. Wij hebben de elektriciteit ontdekt, dat wil zeggen: wij hebben hem gevonden maar hij was er al, het is alsof hij lag te wachten om ontdekt te worden. Die vindingsdrang ligt wellicht in de menselijke natuur besloten, zoals ook de plant het voedsel zoekt en vindt dat zij dan omzet in haar levensvormen. Wat dan ook niet betekent dat bijvoorbeeld het paard geschapen is om de kar te trekken, zoals sommigen geloven. Wijzelf kunnen bedoelingen hebben maar we moeten ons ervoor hoeden om ze in de dingen buiten ons te projecteren want ook dat is waanzin.

Zijn degenen die geloven dat er een pandemie aan de gang is, waanzinnig?

OVT: In geen geval: er zijn ontelbare pandemieën aan de gang en dat is ook altijd al het geval geweest: alle wezens strijden onderling om een zo groot mogelijk stuk van de koek. Waanzinnig is wel het fenomeen waarvoor Ivan Illich waarschuwt in een van zijn laatste teksten: mensen die gaan denken dat het normaal is om te verlangen naar een perfecte gezondheid. Het is volstrekt uitgesloten dat iemand altijd 'gezond' is omdat het leven een voortdurend gevecht is tegen ziekte, aftakeling en dood, waarbij het niet alleen normaal is maar tevens onvermijdelijk dat wij dit gevecht vroeg of laat zullen verliezen. Wie zich daar niet kunnen bij neerleggen, zijn waanzinnig en aan die waanzin lijden ook steeds meer mensen omdat zij van de realiteit vervreemd zijn. Verregaande vervreemding is ook wat maakt dat men tegen corona aankijkt zoals men dat nu kennelijk wereldwijd doet. De actuele visie op de mens, de wereld en de toekomst is een constructie van een aantal potentaten die van de werkelijkheid vervreemd zijn door het aanhangen van een wereldbeeld waarin zij zichzelf zien als goden en waarin zij de mensen behandelen als hun vee.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 2 mei 2021)

Verwijzingen:

(*) Zie: Kris Vansteenbrugge, Uit het schuim van de zee. De Griekse mythologie in 136 verhalen. Zie ook: https://www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=3168481


30-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Achtste deel)

Het interview met Omsk Van Togenbirger (Achtste deel)

- Omsk Van Togenbirger, als ik na je interessante uitweiding mag terugkeren naar het onderwerp van ons gesprek, het einde van de wereld... Moeten wij nu vrezen dat de door corona verkapte machtsgreep het einde van de mens wordt?

OVT: Er is, zo vrees ik, veel meer aan de hand en de kenteringen die uiteraard bespoedigd worden door de coronastrategie zijn al een tijdje aan de gang...

– Je had het over de cultus van de waanzin die ons moet beschermen tegen de waarheid die anders geheel ondraaglijk wordt?

OVT: Kijk eens hier, mijn beste... Rome is de hoofdstad van Italië, nietwaar?

– Jazeker...

OVT: En middenin de stad Rome ligt een staat, genaamd Vaticaanstad, ja, een heuse staat, geheel ommuurd, met een staatshoofd, een eigen wetgeving, een quasi uitsluitend mannelijke bevolking, ambassades alom ter wereld...

– Zo is dat, ja...

OVT: Die staat wordt geregeerd door pausen die tevens regeren over het verrezen lichaam van Christus waarmee de zogenaamde kerk samenvalt, nietwaar?

– Dat wordt gezegd, inderdaad...

OVT: Samen met zijn curiekardinalen zit de paus vergaderingen voor waarin door hooggeleerde geestelijken wordt beslist om bijvoorbeeld de goudkleurige mijter in het wapenschild van de regerende paus te vervangen door een meer modieuze en eenvoudige witte mijter.

– Ja...

OVT: Dat heeft uiteraard allemaal heel wat voeten in de aarde maar eenmaal men erin geslaagd is om desbetreffend tot een consensus te komen in de heilige congregatie welke zich het thema behartigt, en er wordt overgegaan tot het vervangen van de gouden door de witte mijter, spreekt men over een progressief pausschap en is dit wereldnieuws, begrijp je?

– Ja...

OVT: Weet je trouwens dat pauselijke mijters bezet zijn met allerlei edelstenen, zoals opalen, tientallen opalen, zoals men op recente prentjes kan zien?

– Juist, ja...

OVT: Ken je ook de waarde van zo één opaal?

– Ik heb geen flauw idee...

OVT: Ik heb het onlangs nagekeken: één opaal heeft een waarde van ongeveer 50.000 euro.

– Dat wist ik helemaal niet.

OVT: Hoeveel mensen kan men met dat bedrag te eten geven?

– Een normale maaltijd?

OVT: Een doordeweeks middagmaal.

– Twee euro besteedt men daaraan in de OCMW-rusthuizen... dat maakt dan 25.000 maaltijden.

OVT: Goed gerekend. En hoeveel mensen sterven dagelijks door honger?

– Vijfentwintigduizend ongeveer.

OVT: En is het u al opgevallen dat die opalen in die mijters blijven staan, ondanks de wereldwijde hongersnood?

– Zo is dat ja.

OVT: Mag men dan niet zeggen dat die edelstenen de schuldbewijzen zijn voor een aanslepende genocide?

– Tja...

OVT: Is genocide een christelijke deugd?

– Niet bepaald...

OVT: Beweert de paus de plaatsvervanger te zijn van Christus?

– Inderdaad...

OVT: Kijk, dat bedoel ik nu juist, begrijp je? Dat is klinkklare waanzin en niets anders, of vergis ik mij ergens in mijn redenering, mijn beste?

– Ik denk het niet...

OVT: Als ik mij vergis, zou ik heel graag willen dat je het ook zegt, ik zal dan met veel plezier mijn visie herzien, het zou al te jammer zijn mocht een mens door een domme vergissing gek verklaard worden, vind jij dat ook niet?

– Uiteraard...

OVT: Zie je wel! Want dat gebeurt wel elke dag, weet je dat? Men zegt dan: die persoon daar lijdt aan grootheidswaanzin, hij gelooft dat hij de paus de les moet spellen. De paus is namelijk het hoofd van de katholieke kerk, de plaatsvervanger van God zelf op aarde, begrijp je? Wie een zo hoogstaand persoon durft aan te vallen, moet wel niet goed bij zijn hoofd zijn, zo zegt men. Of vergis ik mij?

– Tja, zo is dat...

OVT: Pausen, presidenten, koningen... kritiek is daar helemaal uit den boze! Of vergis ik me, mijn beste?

– Welnee, ik zie niet in waar je je zou vergissen...

OVT: De kinderen kwamen vorig jaar op straat voor de gezonde lucht van morgen maar op de milieutop wees de Amerikaanse president hen terecht: hebben de kinderen zich dan vergist, mijn beste? Is het milieu proper en geloven zij alleen maar dat het vuil is? Worden de mensen er ziek van of is dat allemaal kwaadsprekerij en achterdocht?

– Toch niet...

OVT: Hoort het niet dat een kind een president aanvalt of is het heel terecht dat kinderen wantrouwig worden jegens ouderen als die ouderen gewoon doorgaan met vervuilen omdat dit hun almaar rijker maakt? Vind jij ook dat kinderen sowieso gehoorzaam moeten zijn aan ouderen?

– Euh...

OVT: De zaak is dat zij niet ongehoorzaam kunnen zijn, mijn beste en dat betekent dat het recht van de sterkste het hier haalt op de redelijkheid en op de deugdzaamheid.

– Ja...

OVT: De waanzin, de onverschilligheid, de stompzinnigheid: het bestaat allemaal al duizenden jaren, het is er heus niet gekomen door het virus maar net andersom: het virus is er gekomen door de waanzin. Als de mensen niets om handen hebben, als ze zich beginnen te vervelen, vinden ze altijd zo'n dingen uit. De ene keer is het oorlog, dan fabriceren ze een economische crisis, dan weer wordt er naar de maan gereisd... Het zijn allemaal waanzinnige bezigheden en daarin vlucht men weg van zodra men zich begint te vervelen, begrijp je?

– Niet zo goed, nee.

OVT: Stel eens... een aantal mensen zijn aan het werk in een fabriek. Er is een elektriciteitspanne en er wordt beslist een pauze in te lassen. Nu zou men denken: het harde labeur wordt onderbroken, men heeft de gelegenheid om te rusten en men rust. Maar wat doet men? Men begint te kaarten! Jawel, mijn beste: gij hoort het goed: kaarten doet men! En waartoe dient dat spel? Tot niets, tot twee keer niets en het is nog inspannend ook. Maar liever dat dan bijvoorbeeld rusten. Men doet ongeacht wat om de tijd te verdrijven die men anderzijds zegt tekort te hebben, de meest waanzinnige activiteiten vindt men uit. Kaarten, bidden, telefoneren, ook als men helemaal niets te zeggen heeft, kletsen, leugens verzinnen, men kan het zo gek niet bedenken of men doet het. Wordt de bezigheid onderbroken, dan vlucht men hals over kop in een andere, het doet er niet toe welke, de meest waanzinnige is beter dan helemaal niets. Men vlucht. En voor wat vlucht men dan eigenlijk? Weet je dat?

– Voor de stilte?

OVT: De mens vlucht voor zichzelf, bijna niemand wil met zichzelf geconfronteerd worden, men vlucht in een personage, men vlucht achter een masker, heel letterlijk trouwens in deze tijd, men vlucht in een werk of in een spel, als men maar niet met zichzelf geconfronteerd wordt. De meeste mensen kunnen niet alleen zijn en om die reden zijn zij kuddedieren. En zie je hoe men dan zegt 'kuddedieren' en niet 'kuddemensen'? Want dat is wat er gebeurt met mensen die vluchten voor zichzelf: zij vluchten voor hun mens-zijn en zij doen dat door te vluchten in hun dierlijkheid en dat doen ze door zichzelf te herleiden tot een lid van een kudde. Het is immers lastig om mens te zijn. Niet het alleen zijn als zodanig is lastig, ook niet de rust of de stilte maar wel de confrontatie met zichzelf: het dier dat zijn spel ineens onderbroken ziet worden, wordt ermee geconfronteerd dat het bovendien mens is. Mensen willen hoe dan ook hun mens-zijn uit de weg gaan.

– Waarom?

OVT: De kat legt zich in haar mand in een draai en slaapt bijna de klok rond. De worm knaagt een blad af tot bij de nerf en herbegint dan met het volgende blad. Alle dieren doen wat voor hen voor de hand ligt. Alleen de mens is en blijft onrustig: hij wil vooruitgang, hij wil tijd winnen, hij wil een hogere productie, hij wil records breken, hij wil naar Mars. Dieren en planten, mijn beste, willen dat allemaal niet. Zij groeien en bloeien, eten en slapen, en de kous is af. Ze zijn in vrede. Geen vooruitgang voor de katten, de koeien, de insecten en de bomen: zij zijn perfect tevreden met het leven dat ze leiden. De mens wil altijd hoger, sneller en sterker. En dat maakt hem ongelukkig want ook hij veroudert en verdwijnt. Zelfs de soort is gedoemd om te verdwijnen, het leven op aarde, het zonnestelsel: het heeft allemaal een beperkte houdbaarheid, het einde ervan staat in de sterren geschreven. Maar de mens wil hiermee niet geconfronteerd worden: hij weigert zich neer te leggen bij de werkelijkheid. Hij vlucht weg in wanen. En dat is zijn ongeluk. Daedalus en Icarus en al die andere oeroude verhalen etaleren de menselijke overmoed, de onrust, het grenzeloze streven, de wil.

– Is dat dan geen goede zaak?

OVT: Ben jij een fan van Don Quichot?

(Wordt vervolgd)

(J.B., 30 april 2021)


27-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lucifer (fragment)
Lucifer (fragment)

Bijlagen:
Lucifer dl 1_0001 fragment.wmv (2.2 MB)   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Zevende deel)

Het interview met Omsk Van Togenbirger (Zevende deel)

Plotseling zie ik dat de zuster die de koffie heeft gebracht weer in het deurgat staat. Van Togenbirger heeft de blik verdroomd gericht op de toppen van zijn schoenen, de zuster knipoogt, nijgt zich naar me toe en fluistert me in het oor:

– Het lijkt erop dat hij weer goed op dreef is, eigenlijk is het tijd voor zijn pillen, ik zal nog een beetje wachten tot het interview gedaan is...

– O, daar is nog lang geen sprake van, zo antwoord ik haar: tenzij u daar anders over beslist natuurlijk, u zegt het maar als u vindt dat dit onderhoud te lang duurt...

– Nee hoor, doen jullie maar rustig verder, zegt ze, en als jullie mij nodig hebben: hier is de bel!

Zij wijst naar een sinaasappelvormige plastic bol die vast hangt aan een touw en demonstreert het mechanisme door er eens aan te trekken. In de verte, elders in het gebouw, is een gerinkel hoorbaar dat door dit museumstukje voortgebracht wordt en zij lacht, wuift en verlaat de kamer. Pas nu lijkt Van Togenbirger weer uit zijn gedachten te ontwaken.

– Als ik het goed begrijp, beste Omsk Van Togenbirger, is er op de een of andere manier dan toch wel sprake van de door de religies voorspelde apocalyptische tweestrijd? De lang verwachte eindstrijd tussen goed en kwaad? En dan zouden, volgens jouw uitleggingen, de verkondigers van de pandemie, de wetenschapslui en de politici, in feite de Luciferianen zijn, terwijl hun tegenstanders, aan wie spreekrecht wordt ontzegd en die ervan beschuldigd worden complotdenkers te zijn, eigenlijk moeten worden beschouwd als de redders van de mensheid? Ik kan mij daarbij echter niet van de indruk ontdoen dat wie de zaken op die manier voorstellen, zich blootstellen aan de kritiek dat zij wel bijzonder aanmatigend zijn. Heb je daar al aan gedacht en heb je daar een antwoord op?

OVT: Mijn beste, luister nu eens hier. De vraag die men zich moet stellen wanneer men het hele gebeuren in ogenschouw neemt, is de volgende: wat beogen degenen die onverschrokken de pandemie verkondigen en wat beogen zij die zich met al hun hebben en houden tegen hen keren? Wat drijft vooreerst diegenen die ons komen te vertellen dat wij bedreigd worden door een welbepaald kwaad en dat zij de oplossing daarvoor in petto hebben? Je begrijpt toch dat die handelwijze helemaal niet nieuw is? Dat zij zich alsmaar herhaalt in een ontelbaar aantal vormen? Op de keper beschouwd gaat het hier om een bijzonder goedkoop en doortrapt maar even beproefd patroon dat een tactiek verraadt die zonder uitzondering alle potentaten hanteren om de massa aan zich te onderwerpen en vervolgens uit te buiten.

– Hoe dan wel?

OVT: Ik maak jou bang voor een zeker kwaad en vervolgens verkoop ik jou de ultieme oplossing voor een zo dik mogelijk pak geld! Wel, is dat niet de tactiek waarmee bijvoorbeeld de katholieke kerk de halve wereldbevolking al tweeduizend jaar lang aan het lijntje houdt? De katholieke kerk maar ook alle andere religies? De potentaten in de verschillende religies maar ook de machtswellustelingen in de politiek en in zowat alle sectoren?

– Tja...

OVT: Mijn beste: waar figuren opduiken die angst zaaien, zijn gezonde mensen extra op hun hoede want instinctief weten zij heel goed wat daar op volgen zal. Elke verkoper, of moet ik zeggen: elke dief, weet dat hij zijn product pas kan slijten als hij bij zijn potentiële klant een behoefte daaraan kan opwekken. In de huidige wereld poogt men vooral veiligheid te verkopen, een product dat goed in de markt ligt na enkele jaren van opgeklopt terreurnieuws over och arme een paar honderd slachtoffers wereldwijd of waren het er een paar duizend? Er wordt een kwaad geschapen en een remedie volgt tegen een prijs die uiteindelijk niemand meer bij machte is om te betalen omdat, als puntje bij paaltje komt, het om het eigen leven van de betrokkene gaat. Ja, van niets minder tracht elke potentaat zijn prooien te beroven dan van hun eigen leven en als zij het weigeren om hun leven aan hem te schenken, lopen zij het gevaar bij iedereen voor lafaards door te gaan! Of heb je niet onthouden wat de leiders rondbazuinen over het volk? “Hebben ze dan iets nodig om voor te leven?” - zo schreeuwen ze: “Welnee, ze hebben iets nodig om voor te sterven!”

– We weten pas zeker of we voor een zaak willen leven als we ook bereid zijn er voor te sterven: zijn dat niet de woorden van Erneste Che Guevara?

OVT: Maar mijn beste: tallozen hebben variaties gemaakt op datzelfde thema! Martin Luther King, Dag Hammarsjold, Fjodor Dostojevski, Albert Einstein, Gilbert Chesterton, Arthur Schopenhauer...

– En spreken zij dan de waarheid niet?

OVT: Mijn beste, ik noem het doen van dergelijke uitspraken een vorm van de aan mannen eigen drang om te paraderen en sta mij toe dat ik dit met enkele voorbeelden illustreer. Onlangs zijn bijzonder betrouwbare getuigenissen vrijgegeven over de bemanning van de reddingssloepen van de Titanic die in de nacht van 14 op 15 april van het jaar 1912 tegen een ijsberg aan vaarde en zonk. Los van het feit dat de opvarenden van tweede of derde klasse met het neerlaten van hekkens verhinderd werden om het dek te bereiken waar zich de reddingssloepen bevonden, heeft zich onder de elite op het dek een nog groter drama, een drama van eerste klasse afgespeeld. In weerwil van de morele regel dat vrouwen en kinderen eerst gered moeten worden, bleken de overlevenden in de schuiten die het schip dat ter hulp kwam, bereikten, bijna allemaal mannen te zijn.

– Daarvan heb ik inderdaad gehoord, ja...

OVT: Nog een mooi prentje is dit. Er bestaan op televisie verspreide beelden van een gezin dat in een drive-in natuurpark niets vermoedend de auto verlaat. Alras wordt het kind belaagd door een tijger en raad nu eens wat er gebeurt! Terwijl de moeder haar kind overigens met succes tegen het wilde beest verdedigt, vlucht de vader snel de auto in.

– Ja, ik heb die beelden ook gezien...

OVT: Ik vermoed niet dat het hier om uitzonderingen gaat en daarom ook geloof ik dat men hieruit misschien wel met recht en rede het besluit mag trekken dat ook de gezegdes over de nood aan een zaak waarvoor men zijn leven veil heeft, berusten op zelfoverschatting en grootspraak. De befaamde uitspraak over de nood aan een zaak om voor te sterven dient dus een weinig aangepast te worden, vind je ook niet?

– Misschien wel, ja...

OVT: Wat dacht je dan van de volgende: “De mensen... of beter: de mannen... hebben een zaak nodig waarover ze kunnen zéggen dat ze bereid zijn om er voor te sterven!”

– Klinkt wel cynisch...

OVT: Mannen zijn met andere woorden supporters en dat is iets heel anders dan helden. Supporters zijn meelopers, massamensen zo men wil, kuddedieren die een leider volgen.

– Misschien heb je wel gelijk.

OVT: Zeer onlangs las ik in het nieuws dat een burgemeester en tevens een vooraanstaand lid van een partij met een macho-imago, nadat hij beschuldigd werd van geldverduistering, zichzelf nu een slachtoffer van oplichting noemt en luister nu goed, mijn beste: het was niet een leeuw door wie hij zich liet temmen maar een vrouw, zij het er een met het kapsel van een leeuw!

– Ha...

OVT: De parade wijkt hier zelfs voor het persoonlijke gewin want iedereen weet dat een man die door een vrouw geveld werd en dat ook nog toegeeft, volgens de regelgeving van macho's afgedaan heeft als leider en dat wie hem dan nog volgen, niet goed snik zijn. De kerel staat trouwens niet alleen met zijn opportunistische bekentenis: een partijgenoot van hem zat onlangs in hetzelfde schuitje en kwam weg met een gelijkaardige uitleg. En zie je nu wat nog het ergste is?

– Euh...

OVT: Die mannen blijven paraderen op de buis alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Of heb je dan de stoelendans van Ankara gemist?

– Tja... en wat...

OVT: “Een zaak om voor te sterven”: dat is gewis het aas waarmee de leider zijn kuddedieren vangt, waarna hij hen prompt naar het front stuurt om daar met hun leven voor zijn eer te gaan betalen want zijzelf zijn bittere sukkelaars, zij drentelen achter een vlag aan die niet eens de hunne is. En dit is exact de manier waarop vandaag godbetert wereldwijd de massa in het gareel wordt gehouden door een bende, en ik wik mijn woorden, gewetenloze megalomane blasé miljardairs.

– Ja?

OVT: Niemand immers, mijn allerbeste, kan de bedoeling hebben om uitgerekend diegenen bij te staan die hij aan het bestelen is. Quod erat demonstrandum.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 27 april 2021)


26-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Zesde deel)

Het interview met Omsk Van Togenbirger (Zesde deel)

OVT: Op het ogenblik dat je een steen werpt, ligt het al vast waar hij terecht zal komen: het einde zit vervat in het begin. Dat komt uiteraard doordat de steen zelf niets in de pap te brokken heeft met betrekking tot zijn vlucht, die daarom louter een val is. Had de steen vleugels, dan kon hij zijn vlucht nog sturen maar een steen kan helemaal niets doen, hij is overgeleverd aan degene die hem werpt, de werper is de enige die hem stuurt, de steen zelf ondergaat alles volstrekt passief: hij valt. Begrijp je?

– Jawel.

OVT: Welnu, ons onderhevig zijn aan de tijd is gelijkaardig: de tijd gaat in één richting, hij verloopt even rap voor iedereen, wij bevinden ons allen in dezelfde tijd die gelijk een trein op weg is en niemand is in staat om hem te laten stoppen. Niemand kan de tijd rapper of trager doen gaan, niemand kan de tijd doen stilstaan, niemand kan een stukje wegknippen uit de tijd of er een uur aan toevoegen. Wij zijn onderhevig aan de tijd zoals de steen onderhevig is aan de val. Precies zoals de steen zijn val niet kan sturen, kunnen ook wij helemaal niets ondernemen met betrekking tot de tijd. De tijd is niet de onze; wij zijn van de tijd. We zitten in de tijd gevangen. We zijn gevangenen van de tijd. Wij belanden daar waar de tijd ons heen brengt en niemand die daar wat kan aan verhelpen. Op die manier gaan wij het einde tegemoet dat vastligt van bij het begin, net zoals de plek waar de steen zal vallen. De tijd is zoals de steen en wij zitten vast in die steen, ons lot wordt bepaald door dat van de steen des tijds die op zijn beurt helemaal geen zeg heeft over zijn bestemming.

– Ik vind dat griezelig!

OVT: Dat is het ook, mijn beste: het is in feite ondraaglijk voor een mens om dit te moeten ondervinden. Wij kunnen er niet naast kijken dat wij helemaal niets te zeggen hebben over ons eigenste lot en dat het vastligt op de meest absurde manier. Uitgerekend om die reden geven wij dan ook de vrije teugels aan de waanzin, de leugens en het bedrog. Alleen met de fictie kunnen wij ons bestaan een beetje draaglijker maken: wij hongeren naar dromen en naar leugens en wij leven er echt van, ja, de sprookjes en de verzinsels zijn gewis onze allerheiligste waarheden. Het bedrog is in feite een pijnstiller. En herinner u nu wat wij eerder zegden: de pijn valt samen met het bewustzijn en met de waarheid. Derhalve brengt de pijnstiller die het bedrog is, ons in een droomtoestand, een roes, ver van de waarheid vandaan.

– Dat klinkt logisch, dat klinkt redelijk... Ik zei bijna... dat klinkt Luciferiaans... Lucifer, zo vertelde je net, is het meest redelijke schepsel en zijn tegenstrever, Jezus, is dan... onredelijk!?

OVT: De Jezusfiguur overstijgt de tweespalt van het redelijke en het redeloze omdat hij helemaal niet rekent, hij is ook geen retor, de retorica is de kunst van het liegen. Jezus spreekt in parabels of gelijkenissen, argumenten kent hij niet omdat argumenten behoren tot het instrumentarium van wie gehoor geven aan de wetten van de strijd, van de natuur, begrijp je?

– Niet zo goed, neen...

OVT: Lucifer, het jodendom en ook alle andere religies met hun zonden, schulden en straffen, de retorica, de wiskunde en de wijsbegeerte met al haar telgen, incluis de Verlichting: zij zijn opstandelingen die de allereerste wet verworpen hebben, die in feite helemaal geen wet is, maar we drukken het nu wel zo uit: de wet van het vertrouwen of de liefde. Lucifer denkt in termen van recht, maat en orde. Hij verkoopt en koopt en betaalt en ontvangt een loon overeenkomstig zijn prestaties. Jezus daarentegen betaalt aan de arbeider van het elfde uur hetzelfde bedrag dat ook de arbeider van het eerste uur ontvangt. Volgens het principe van de wraak moet de schuldenaar worden beboet en de zondaar bestraft maar volgens dat van de liefde kunnen schulden en zonden vergeven worden, uiteraard mits er berouw over bestaat. De volgelingen van Lucifer bouwen voort op de natuur waarvan de wetten deze zijn van een oog voor een oog en een tand voor een tand en wetenschapslui of Luciferianen aanbidden de natuur en leren die kennen... om hem op hun beurt te kunnen verschalken. Zo geloven zij dat zij datgene tot buit kunnen maken wat in feite hun leven draagt. Zij zagen de tak op waarop zij zitten, mijn allerbeste! De koffie is niet warm meer, zal ik wat verse laten zetten?

– Voor mij niet, dank je...

OVT: Je herinnert je beslist de Franse revolutie van 1789? Het opstandige volk komt aan de macht, de leden van de clerus en de adel worden allemaal onthoofd en er wordt een nieuwe kalender opgesteld: het jaar 1 is niet langer dat van de geboorte van Jezus. In 1792 wordt het koningschap afgeschaft en herbegint de tijdrekening. De maanden krijgen nieuwe namen. Er is de instelling van lekenfeestnamen en kerken worden omgedoopt tot wetstempels. Er komt een burgerlijke liturgie en een heuse cultus van de Rede! Ja, de godsdienst wordt verboden en in de plaats komt de dienst aan Lucifer, de drager van de Rede!

– Zo had ik het nog niet bekeken...

OVT: Vandaag, mijn beste, maken wij precies hetzelfde mee. Corona is een toverwoord dat de ganse wereldbevolking met angst verlamt. Religieuze praktijken worden verboden voor de bestwil van het volk, de doop wordt vervangen door de vaccinatie, de religie door de wetenschap, het hiernamaals maakt plaats voor het hiernumaals en ziekten komen in de plaats van zonden. De heilige hostie uit het tabernakel staat haar plaats af aan de pil van bij de apotheker, de biechtvader is voortaan de huisarts, de nieuwe bijbel is de encyclopedie, de televisie is de nieuwe preekstoel, de camera's zijn de nieuwste kettingen, men vloekt nog slechts op straffe van torenhoge boetes en zij vervangen de beloofde hellestraffen van weleer, er is omerta of zwijgplicht bij hen die weten en biechtplicht bij alle anderen die niet beseffen dat zij door de belijdenis van hun zonden zichzelf beroven van hun diepste geheimen en derhalve van hun eigen ziel. Het nieuwe machtsapparaat parasiteert op de kennis en op de structuren van het oude, alleen de namen zijn veranderd.

– Dat lijkt mij allemaal wel steek te houden...

OVT: De strijd die heden wordt gevoerd, is heel beslist een wereldoorlog, mijn beste, en onze vijand is allerminst een virus! Het gaat hier om een strijd tussen dezelfde machten die ook in de begintijd vochten zoals Vondel het beschreef en zo weze het herhaald dat wij pas kennis van het einde kunnen hebben als wij ook weten hoe het er aan toe ging bij de start. Beseft men wel hoezeer de Rede de wereld in haar wurggreep houdt? Merkt men het wel, hoe de huidige economie wat schoon en waar en goed is, corrumpeert en vernietigt zonder mededogen? Is men zich daar wel terdege van bewust hoe in de stelsels die zich heel diep in de wereld hebben geworteld, dezelfde Lucifer aan het werk is die ook in het begin der tijden de mens ten val bracht? Als hij zijn werk voltooien kan, dan zullen wij niet alleen het eeuwig leven moeten derven maar ook het leven zonder meer. Er zullen dan alleen nog enerzijds de dode stof zijn, de sterren in het ijskoude firmament en de planeten en anderzijds de zuivere geesten die hun banen sturen. En uiteraard de zielen van wat eens de mensen waren, in de hel.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 26 april 2021)


25-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vijfde deel)

Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vijfde deel)

OVT: Dat het einde vervat zit in het begin, is een wijsheid die reeds voorkomt in het apocriefe evangelie van de apostel Thomas, ook genoemd 'de ongelovige Thomas'. Twee boeren vonden het nabij de Egyptische stad Nag Hammadi in 1945.

– Daar heb ik over gehoord, ja...

OVT: In feite gaat het om een Griekse vertaling uit de vierde eeuw van een oudere tekst waarvan reeds eerder fragmenten opdoken, maar dat is voer voor kenners. Maar wat mij van belang lijkt, is dit: de overtuiging groeit bij een aantal onderzoekers dat dit evangelie, dat alleen bestaat uit opgetekende losse, raadselachtige uitspraken die doen denken aan de zogenaamde 'koans' uit het Zen-Boeddhisme, behalve het oudste ook het meest betrouwbare evangelie is. De vier synoptische evangeliën zouden maaksels zijn van latere datum, aanpassingen als het ware van de feiten aan de wensen van de kerk.

– Macht corrumpeert...

OVT: Inderdaad. Het Thomasevangelie verwerpt overigens het Oude Testament en noemt Jezus ook nooit 'zoon van God' maar wel 'de Levende', 'de Zoon van de Levende', 'het Licht' en 'het Al'. Het rijk Gods is alleen weggelegd voor aseksuele enkelingen die verzaken aan de wereld en het is er reeds, men moet het alleen zien!

– Vreemd...

OVT: Vind je? Welnu, in dat evangelie vragen Jezus' apostelen hem hun te willen vertellen hoe het einde zal zijn. Zijn antwoord luidt als volgt...

Omsk Van Togenbirger spreekt nu de woorden van 'de Levende' traag, luid en op een heel geprononceerde wijze uit:

OVT: “Hebben jullie het begin ontdekt, dat jullie zoeken naar het einde? Want waar het begin is, daar zal het einde zijn. Gezegend hij die staat in het begin, hij zal het einde kennen en de dood niet smaken.”

– Het klinkt belangrijk... maar wat betekent het?

OVT: Het is een koan, mijn beste, en dat wil zeggen dat niemand de betekenis ervan beter kan uitdrukken dan zoals dat gebeurd is in de koan zelf. Je moet er dus over nadenken en misschien komt er een dag waarop je ineens een licht opgaat zodat je zegt: nu snap ik het!

– Je laat ons nu wel op onze honger zitten met de vraag naar de toekomst. Op welke manier moeten wij dan eerst het begin begrijpen teneinde het einde te kunnen kennen?

OVT: Ken je de grote Nederlandse dramaturg Joost van den Vondel? In feite is hij een Duitser, hij werd immers geboren in Keulen maar hij leefde en werkte in Mokum...

Omsk Van Togenbirger begint zowaar te zingen:

OVT: “Brand in Mokum! Brand in Mokum! Zie 't is ginder! Zie 't is ginder! Brand, brand! Brand, brand! En daar is geen water!” Die canon ken je toch nog, mijn beste?

– Jazeker...

OVT: Maar dat er geen water zou zijn in Amsterdam dat menig literator vergeleken heeft met de hel vanwege het water van de wallen die zich naar verluidt concentrisch schikken zoals de hellekringen in de Comedia van Dante Alighieri: wat een grap! Maar wat ik wilde vertellen: Vondel schreef heel veel, de man werd eenennegentig. Een van zijn toneelwerken heet 'Lucifer' en het handelt over het begin dat meteen het einde in zich heeft. Ken je het stuk?

– Lang geleden lazen we een fragment ervan op school...

OVT: Sint-Thomas ken je toch? Ik bedoel niet de ongelovige, de apostel, maar de grote middeleeuwse theoloog, Thomas van Aquino? Je kent toch de Thomistische wijsbegeerte? In zijn Summa Theologiae wist hij naast de neoplatonici ook Aristoteles voor zijn kar te spannen en zelfs de grote Islamitische filosofen zoals Averroes en Avicenna?

– Dat herinner ik me, ja...

OVT: Thomas beschreef de schepping als een groot en strikt geordend geheel waarin alles en iedereen zijn vaste stek en bestemming heeft...

– Ja, inderdaad...

OVT: Welnu, deze orde was er van bij het begin maar toen God de mens schiep, oordeelde de burgemeester van het heelal, de engel Lucifer, dat die orde grondig verstoord werd.

– En waarom? Had de Schepper dan een fout gemaakt?

OVT: Volgens Lucifer wel. Lucifer is namelijk de meest redelijke onder alle schepselen en daaraan dankt hij ook zijn naam. 'Lucifer' betekent: 'drager van het licht' of 'drager van het verstand'. Je weet dat God zijn engelen gebood de mens te dienen? Welnu, voor Lucifer was dat een stap te ver. De mens is immers deels stoffelijk terwijl de engelen pure geesten zijn: de pure geesten horen boven de half geestelijke, half stoffelijke mens te staan. Wat de Schepper gebood, verstoorde de orde! Het was totaal onredelijk! En Lucifer kwam in opstand. De rest van het verhaal ken je zeker en vast: Lucifer met zijn volgelingen, zowat een derde deel der engelen, gaat in de hemel een strijd aan met Michaël en zijn legerschare. Lucifer verliest en tuimelt naar beneden in de hel waar hij nu nog altijd zit. Om zich te wreken, heeft hij in de vorm van een slang Eva verleid door haar ertoe te brengen te eten van de verboden vrucht en op haar beurt laat zij ook Adam eten, wat de mens ten val brengt. De mens wordt verjaagd uit het paradijs en zal voortaan een aards en sterfelijk wezen zijn dat zijn brood eet in het zweet van zijn aanschijn. Maar God heeft medelijden en belooft een Verlosser te zullen zenden. Zijn Zoon neemt de zonden van de mens op zich en boet ze uit aan het kruis waarna wie in Hem geloven, opnieuw toegang krijgen tot het eeuwig leven.

– Wanneer je dat zo vertelt, Omsk Van Togenbirger... bespeur ik terecht een verband tussen Lucifer en de grote kerkleraar Thomas van Aquino?

– Zeer terecht, mijn beste! Dat heb je trouwens goed gezien! De grote Russische schrijver Fjodor Michajlovitsj Dostojevski merkte het ook al op. In De grootinquisiteur van Sevilla, een raamvertelling in zijn beroemde roman De Gebroeders Karamazov, laat hij de kerkvorst kleur bekennen: ons geheim is dat wij aan de kant staan van de duivel, zo verklaart daar de vertegenwoordiger van de paus.

– Een ware mythologie!

OVT: Zeg dat wel, alleen gaat het hier niet om mythen maar om waarachtige feiten.

– Hoezo!?

Pausen, mijn beste, zijn geen mythologische figuren maar politici van vlees en bloed, wereldlijke machthebbers die te beslissen hebben over het leven en de dood van tallozen. Zij tooien zichzelf met mijter en staf en dure gewaden en zij marcheren niet wanneer zij zich verplaatsen maar zij schrijden en als zij op draagstoelen liggen, glijden zij voorbij; zij spreken Latijn in een door gewone mensen volstrekt onverstaanbaar jargon en dat alles doen zij om de bedrieglijke indruk te wekken dat zijzelf geen mensen zijn doch engelen of dan toch semi-engelen. Na hun dood verklaren zij, zoals onderling afgesproken, elkander zalig.

– Geven zij niet het voorbeeld aan de mensen?

OVT: Over hen kan niemand zeggen dat ze, zoals Jezus die zij hier zeggen na te volgen en te vertegenwoordigen, geen steen hebben om daarop het hoofd te laten rusten: zij slapen in ebbenhouten ledikanten met zijden baldakijnen tussen kunstwerken waarvan de waarde niet kan uitgedrukt worden in tonnen goud en hun corpulentie verraadt een leven van alles behalve onthouding en vasten. De Vaticaanse en hoog ommuurde luxe waarin zij hun ondermaans bestaan doorbrengen, grenst aan het fabuleuze. Ja, het lijkt erop dat zij hun hemel hier al zullen hebben gehad en zo behoren zij waarschijnlijk tot degenen die hun loon al hebben ontvangen.

– Maar er is godsdienstvrijheid! Niemand hoeft dat toch te geloven?!

OVT: De christelijke beschaving breidde zich in luttele eeuwen over zowat de ganse aardbol uit: die sprookjes waren voor het grootste deel van de wereldbevolking altijd bittere ernst.

– Je denkt dus dat er, zoals voorspeld in het christendom, een apocalyps komt?

OVT: Helemaal niet! De apocalyps is van alle tijden, zoals ook het rijk Gods en de hel: het is, zoals door de ongelovige Thomas wellicht heel correct genoteerd, allemaal hier en nu aanwezig. Je ziet toch dat de tijden de gestalte hebben van een spiraal? Het geheim van het leven, het DNA, zit in een dubbele helix maar de tijden vormen zich in een spiraal, en wel van buiten naar binnen, naar de kern toe.

– Wat wil je daarmee zeggen?

OVT: Als wij een voorstelling maken van de tijd, doen wij dat met een lijn, een tijdlijn, nietwaar?

– Ja...

OVT: Maar zo loopt de tijd niet, mijn beste. Sommigen zeggen dat de toekomst steeds het nieuwe en het onverwachte brengt en dat alles doorgaat, vandaar de lijn; in de religies van het Boek gaat zij zelfs van een beginpunt naar een eindpunt toe, een lijnstuk dus, al moet gezegd dat na het eindpunt voor de mens de eeuwigheid begint. Anderen geloven dat alles zich herhaalt. Maar geen van de twee opvattingen strookt met de werkelijkheid: wij moeten kijken naar de banen der planeten om te verstaan hoe ook de tijd zich door de nacht ontrolt: de tijd valt, precies zoals de massa's vallen. De maan valt naar de aarde toe, de aarde naar de zon, vandaar de schijnbare cirkelgang, die in wezen een spiraal is. Twee spiralen eigenlijk, van de beide massa's, naar elkaar toe. Een oneindig aantal spiralen, alle massa's in de kosmos in beschouwing genomen. En zo ook loopt de tijd: hij lijkt alles te herhalen maar niets keert op exact dezelfde manier terug; wij gaan altijd een beetje dieper, gestaag maar zonder weerga, met in het vooruitzicht niets anders dan de eeuwigdurende verstarring. Ken je Das Lied von der Erde? De tekst is in feite oorspronkelijk in het Chinees en de dichter heet Li Tai Po. Gustav Mahler heeft het op toon gezet. Ken je het, mijn beste?

(Wordt vervolgd)

(J.B., 25 april 2021)



24-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vierde deel)

Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vierde deel)

Na een hoestbui die enkele lange en bange minuten aanhoudt, neemt Omsk Van Togenbirger een slok van het glas water dat de dame die eerder ook voor de koffie heeft gezorgd, hem is komen brengen van zodra zij kennelijk gealarmeerd was door het luidruchtige voorval en hij zet zijn betoog verder met een ietwat schorre stem:

OVT: Ik zal mij zo dadelijk nader uitdrukken maar er schiet mij nu iets te binnen dat ik zopas nog las, het illustreert de leugenachtigheden en het echt groteske bedrog waaraan wij geslachtofferd worden in dit niets en niemand meer ontziende tijdperk van het gouden kalf... Het gaat over de manier waarop plegers van genocide hun vel alsnog weten te redden wanneer zij op heterdaad betrapt worden... Misschien heb je er ook over gehoord, het zogenaamde nepnieuws over een mentor van de Franse presidenten, een woordvoerder van het World Economic Forum...

– Je bedoelt Jacques Attali?

OVT: Ik wil geen namen noemen, inderdaad. De zaak is alleen dat zekere nieuwssites die terecht bekend staan als nep en die er inderdaad nogal eens met de grove borstel door gaan, de man in kwestie foutief citeerden uit een boek van hem dat veertig jaar geleden is verschenen. Attali zou geschreven hebben dat wereldleiders het plan hebben opgevat om alle economisch onproductieven te gaan euthanaseren en hij wordt dus 'geciteerd' waar hij het heeft over de mensen met pensioen, de zieken, de werklozen, kortom al degenen die alleen maar geld kosten aan de maatschappij: beter korte metten maken dan alles maar laten aanmodderen, zo ongeveer worden de woorden hem in de mond gelegd...

– En klopt het ook?

OVT: Wel, de econoom heeft tegen wie hem al dan niet foutief citeerden, een proces aangespannen en hij heeft het ook gewonnen. De rechter oordeelt namelijk dat de econoom de mensen alleen maar gewaarschuwd heeft dat in een samenleving waarvan de ultieme maatstaven economisch van aard zijn, de euthanasie van de onproductieven die ons alleen maar geld kosten, als oplossing uit de bus zal komen. (1)

– De rechter heeft dan toch gelijk?

OVT: Zie je dan echt niet op welke manier er gelogen wordt?

– Niet echt...

OVT: De econoom in kwestie is een vooraanstaande figuur van het World Economic Forum, mijn beste: wanneer hij het heeft over euthanasie om economische redenen op de onproductieve massa, dan spreekt hij helemaal niet over een bizarre fascistische economie op de maan of op Mars maar over uitgerekend onze eigenste wereldeconomie die hij persoonlijk voorzit in Davos, samen met een congregatie van gelijkgezinden. Het gaat met andere woorden om het verhaal van de boze wolf en de zeven geitjes, alleen is het zo dat de rechter de wolf vrijpleit omdat hij oordeelt dat de boze wolf de geitjes gewaarschuwd heeft voor boze wolven.

– Vreemd...

OVT: Ik wil slechts zeggen: de hardnekkigheid waarmee gelogen en bedrogen wordt, lijkt nu wel grenzeloos. De arrogantie en de onbeschaamdheid van de criminelen die ons met de huidige wereld hebben opgezadeld overtreft in hoge mate wat figuren zoals Nero en Hitler presteerden, begrijp je?

– Misschien is daar wel iets van...

OVT: Maar je bent hier om mij te vragen wat er in mijn glazen bol te lezen staat, nietwaar?

– Dat raad je goed, Omsk Van Togenbirger.

OVT: Ja, maar om het einde van de wereld te kunnen kennen, moet je eerst het begin begrijpen, zie je? Het einde zit vervat in het begin en het begin in het einde, ken je dat chiasme?

(Wordt vervolgd)

(J.B., 24 april 2021)

Verwijzingen:

(1) https://factuel.afp.com/attention-cette-fausse-citation-de-jacques-attali-sur-leuthanasie-des-seniors




23-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Derde deel)

Het interview met Omsk Van Togenbirger. (Derde deel)

OVT: Begrijp mij nu niet verkeerd, zo verbreekt Omsk de stilte: niemand beweert dat kennis een illusie is. Wel is het zo dat kennis die niet in betrekking staat tot de werkelijkheid, helemaal geen kennis is. Als men eerst afspreekt wat getallen zijn en wat bewerkingen op die getallen zijn, dan doet men eigenlijk niets anders dan spelregels vastleggen en het spel dat men dan speelt wanneer men aan het rekenen gaat, kan best leuk zijn maar over de werkelijkheid buiten het spel zelf, wordt helemaal niets gezegd of gekend. Wel is het soms mogelijk om een spel met de werkelijkheid te verbinden en dan lijkt het alsof men orde in de dingen brengt maar dat blijft allemaal heel relatief. Het aanbrengen van orde is tenslotte niets anders dan het vereenvoudigen van zaken die op zich chaotisch zijn: men verandert de dingen om ze te kunnen inpassen in vaste begrippen zoals men kleren opvouwt om ze in een kast te kunnen leggen. Maar zoals men zich met die kleren pas terug kan aankleden als men ze eerst weer ontvouwt, zo ook verandert onze ordening de dingen in die mate dat men er eigenlijk nog weinig kan mee aanvangen.

– Als ik het goed begrijp, zijn er dus twee werelden die eigenlijk onderling onverenigbaar zijn: enerzijds de werkelijkheid buiten ons en anderzijds... wat wij er binnen in onszelf over denken?

OVT: Ha, dat is natuurlijk een bijzondere valstrik! Lang heeft men dat volgehouden, die opvatting over de twee werelden: stof en geest, lichaam en ziel, aarde en hemel, zelfs de tweedeling van goed en kwaad had er mee te maken!

– Er zijn geen twee werelden?

OVT: Welnee, beslist niet! Hoe zou dat nu het geval kunnen zijn?

– Is er dan één wereld?

OVT: Dat is wat sommigen beweren, ja. Er zijn er die zeggen dat alles stof is, materie en energie, en onze gedachten zouden dan afscheidingen zijn van onze hersenen. Anderen beweren dat alles geest is: de materiële wereld bestaat vooral in onze geest maar of hij ook op zichzelf bestaat, valt nog te bezien. En als wij geloven dat hij wel moet bestaan buiten ons, bijvoorbeeld om het mogelijk te maken dat wij allen dezelfde buitenwereld beleven, dan is het de heilige geest die daarvoor borg staat. Zowel de ene als de andere opvatting is verdedigbaar, zij het met een beperkte houdbaarheid. Maar alleen al het feit dat twee tegengestelde uitgangspunten voor mogelijk gehouden worden, ondermijnt hun geloofwaardigheid. We zitten daar duidelijk in een doodlopend straatje.

– En wat is dan wel het geval?

OVT: Het hemd is nader dan de rok: die vaststelling moet ons uitgangspunt wezen. Wij moeten datgene als waarheid erkennen wat wij onmogelijk kunnen ontkennen, datgene wat noodzakelijk waar is, wat niet onwaar kan zijn.

– En dat is?

OVT: Dat weet je zelf goed genoeg en wel uit eigen ondervinding. Wat is het meest nader aan uzelf? Het hemd is nader dan de rok maar wat is nog nader dan het hemd?

– Het lijf.

OVT: Precies, maar wat dan aan het lijf kan men onmogelijk negeren?

– De pijn.

OVT: Zie je wel dat je het weet. Niemand is in staat om te ontkennen dat hij pijn heeft als hij die heeft. Maar wat betekent dat?

– Geen idee.

OVT: Het wil uiteraard zeggen dat niemand in staat is om zijn eigen bestaan te ontkennen.

– Dat is niet makkelijk om te vatten...

OVT: Denk dan aan het volgende: waarom grijpen sommigen naar euthanasie wanneer hun einde nadert en het lijden zich aankondigt?

– Ze willen dat het lijden ophoudt?

OVT: Ja, maar hoe willen ze dat doel bereiken?

– Door zichzelf van het leven te beroven of te laten beroven...

OVT: Zij geloven dat het lijden zal ophouden van zodra zij zelf ook ophouden met bestaan, begrijp je?

– Lijkt me logisch, ja.

OVT: Het probleem is wel dat niemand met zekerheid kan weten of hij of zij inderdaad ophoudt met bestaan op het ogenblik dat hij ophoudt met leven.

– Dat lijkt moeilijk te bevatten...

OVT: Zeker, maar is het ook moeilijk te bevatten dat de zekerheid ontbreekt over het feit of men wel ophoudt met bestaan van zodra men ophoudt met leven?

– Als men ervan uitgaat dat het leven de mogelijkheidsvoorwaarde is voor het bestaan, dan is het ook logisch dat men ophoudt met bestaan van zodra men niet langer leeft.

OVT: Daar zeg je het, mijn beste: als, als, als... je ervan uitgaat dat! Maar dat is één uitgangspunt en wie zegt dat dit de waarheid is? Kun je dat weten of kun je het alleen geloven?

– Je kunt dat alleen maar geloven, zo lijkt het mij.

OVT: Inderdaad: wie zich euthanaseren of zelfmoorden, die hopen dat ze er na die daad niet meer zijn. De kwestie is nu of die hoop volstaat om te bewerken dat men er dan inderdaad niet langer is! Is het met andere woorden voldoende om iets te hopen opdat het ook nog waar zou zijn?

– Beslist niet.

OVT: Welaan dan: dit misverstand moge nu alvast opgeruimd zijn. Het hemd is nader dan de rok, het lijf is nader dan het hemd, maar tevens geldt dan ook dat het bestaan nader is dan het leven, nietwaar?

– Ik weet niet zeker of ik het wel helemaal begrijp...

OVT: Je veronderstelt dat je bestaat bij de gratie van het leven maar zeker weten doe je dat niet: je veronderstelt dat op grond van een zekere opvatting over het leven terwijl je niet weet of die opvatting ook nog de waarheid is.

– Ik zie niet hoe ik dat zou kunnen tegenspreken...

OVT: Maar voel je dan niet dat de ervaring dat je bestaat, nader is dan de ervaring dat je leeft?

– Ik begrijp niet wat je bedoelt...

OVT: Voel je niet dat het gevoel dat je bestaat en dat je uitdrukt door te zeggen: “Ik ben”, directer is of dichter bij jezelf staat dan de opvatting dat je leeft en dat je er bent omdat je leeft?

– Wel...

OVT: Is het niet uitgerekend in de pijn dat je jezelf bent, dat je niet meer kan negeren dat je bestaat? Val je niet samen met je pijn, als je pijn hebt? En is het niet uitgerekend dat wat pijn zo erg maakt? Je kan de pijn niet vluchten omdat je die zelf bent, als je die hebt.

– Ja...

OVT: De pijn is de kennis die in betrekking staat tot de werkelijkheid. De pijn is de kennis van de werkelijkheid. De pijn is de ware kennis. De waarheid is dat de ware werkelijkheid samenvalt met de pijn én met je eigenste bestaan. Je kunt jezelf niet bevrijden van je pijn omdat je ermee samenvalt en pas als je pijn hebt, kun je niet meer betwijfelen dat je bestaat. De pijn wordt noodzakelijk ervaren door het ik en alleen daar is elke twijfel aan het feit of dit waar is, uitgesloten. Je twijfelt slechts op straffe van nog meer pijn en dat wil je niet, dus ben je op dat punt heel zeker. Volg je nog?

– Maar dan worden wij gedwongen om met de werkelijkheid in betrekking te staan?

OVT: De pijn dwingt ons daartoe. En dat is een goede zaak.

– Waarom?

OVT: Anders bleven wij in een droom gevangen zitten.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 23 april 2021)


17-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Tweede deel)


Het interview met Omsk Van Togenbirger. (Tweede deel)

Plotseling valt een schaduw in de kamer binnen en staat daar kennelijk op haar kousenvoeten een nogal corpulente vrouw van middelbare leeftijd en in witte schort in het deurgat:

– Kan ik jullie iets te drinken brengen?

– Wat aardig, antwoordt van Togenbirger, en dan wendt hij zich tot mij: best aardige mensen hier. Wil jij ook koffie? Als je zo goed wilt zijn ons een kannetje te brengen, zuster?

Geen minuut later rijdt zij een karretje op wieltjes naar binnen, kant en klaar gedekt met kopjes, suiker, melk en geurige koffie, ook de koekjes ontbreken niet.

– Dankjewel!

OVT: Ja, dankjewel! Waar waren we gebleven?

– Je stelde mij de vraag om je in alle eerlijkheid te vertellen of ik weet waar je bent.

OVT: Inderdaad, en weet je het?

– Ik heb geen flauw idee, zei ik.

Daarop nijgt Omsk Van Togenbirger zich voorover, stoot bijna de kan koffie om en fluistert: ik zal het je verklappen maar zeg mij eerst eens: waaraan dacht je toen je hierheen gebracht werd?

– Eerlijk gezegd... het is een beetje akelig om zeggen maar... ik dacht aan de Griekse mythologie...

OVT: Je bedoelt Hades!

– Eigenlijk wel, ja, inderdaad, ik dacht: dit is de Styx, dit zijn Charon en de hellehond Cerberus en nu belanden wij in de onderwereld...

OVT: Wel, ik zal het je vertellen, mijn beste: ik bevind me hier exact in het gebied waarin het 'malin génie', de boze geest van René Descartes heerst, het gebied tussen droom en werkelijkheid! Je herinnert je dat toch nog, neem ik aan?

– Misschien wel, als je mij eventjes helpt om het geheugen op te frissen...

OVT: Rudolf Boehm had het erover in zijn Kritik der Grundlagen des Zeitalters. De grote Franse filosoof René Descartes ontdekt een gigantisch geheim, hij komt namelijk tot de vaststelling dat wiskundige waarheden zodanig waar zijn, dat ze zelfs gelden in de droom en dus in de onwerkelijkheid. Immers, ook in de droom is twee plus twee vier en tellen vierkanten vier zijden; ook in de droom is de som van de hoeken van een driehoek altijd honderdtachtig graden; ook in de droom is de kortste afstand tussen twee punten, een rechte. En Descartes weet wat dit betekent: de wiskundige waarheden en de zogenaamd zuiver theoretische of goddelijke kennis in het algemeen trekken zich kennelijk helemaal niks aan van het onderscheid tussen werkelijkheid en droom! Het kan de allerhoogste kennis klaarblijkelijk helemaal niet schelen of de zaken waar zij het over heeft wel echt bestaan! En dat, mijn beste, en luister nu goed: dat wil zeggen dat de allerhoogste kennis het niet aan haar hart laat komen of zij al dan niet betrekking heeft op de werkelijkheid; zij is er helemaal niet mee verbonden, precies zoals de retorica, die daarom de kunst is van het liegen, zoals al bleek uit de colleges van Michel Foucault over het vrijmoedige spreken of de parrhêsia. De kunst van de retorica, de wiskunde, de Euclidische meetkunde, de wijsbegeerte, kortom al datgene wat wij houden voor de abstracte, verheven, goddelijke kennis is in wezen onwaarachtig: het slaat allemaal op niets! Die zogenaamde wetenschap is zonder meer waanzin! Wel, in dat gebied van de waanzin bevinden wij ons hier ter plekke, in dit... instituut!

– Wat vreemd!

OVT: Dit bastion is het bastion van de kennis, mijn allerbeste! En in het bastion van de kennis worden degenen gehuisvest die de kennis dragen. Meteen zijn zij om de door René Descartes ontdekte redenen de dragers van de waanzin en de leugen. En zij worden hier heel goed verzorgd, zoals je zelf kunt zien: wil je nog wat koffie?

– Dank je...

OVT: De dragers van de waanzin worden hier heel goed verzorgd, zoals ik zei, en de reden daarvoor spreekt voor zich: zonder de waanzin is de werkelijkheid ondraaglijk.

– Is dat zo?

OVT: Wel, overdenk maar eens de woorden van de grootinquisiteur van Sevilla in de parabel van Fjodor Michajlovitsj Dostojevski. De paus is wereldheerser in Gods naam maar staat aan de kant van de duivel.

– Dat is inderdaad de uitleg van de grootinquisiteur: de kerk beliegt de mensen voor hun eigen bestwil.

OVT: De grote geleerden geloven inderdaad dat zonder de waanzin, de werkelijkheid ondraaglijk is. Maar uiteraard hebben wij het nooit over waanzin: wij spreken over kennis alsof er geen vuiltje aan de lucht was! Wij hebben het over de waarheid, ook al weten wij heel goed dat de waarheid gelogen wordt, zie je? De werkelijkheid is dermate ondraaglijk dat wij niet anders kunnen dan liegen dat wij zwart zien. Wij worden geboren en wij gaan weer dood, maar wij zweren bij alles wat ons lief is dat wij niet sterven doch verrijzen naar het eeuwig leven en om die waarheid te kunnen grondvesten, bouwen wij ingewikkelde filosofieën, theologieën, gigantische hoofdstukken die samen een heilsleer vormen... Gigantische leugens! Begrijp je?

– Misschien een heel klein beetje...

OVT: Uiteraard is het geloof in tussentijd in duigen gevallen, leugens hebben nu eenmaal een beperkte houdbaarheid, ook al worden zij gedragen door een heel leger aan geniale kardinalen. Maar kijk: de kerk is nog niet kopje onder of zij heeft reeds een remplaçant. Wat zeg ik? Een opvolgster! De heilige wetenschap! Neen, wij laten ons niet meer dopen, velen laten zich in deze tijden zelfs ont-dopen! Wij laten ons nu vaccineren, wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt.

Omsk Van Togenbirger neemt een koekje uit het tinnen schaaltje op het karretje, hij doopt het in zijn hete koffie, er breekt een stuk af en het tuimelt in de zwarte drank. Hij neemt zijn lepeltje en doet een poging om het stukje koek op te vissen maar het is te laat: de structuur van de speculaas heeft het begeven, er rest alleen nog gruis. De oude man roert het gruis onder de koffie en slurpt dan ongestoord luidruchtig van zijn kopje. Wanneer hij het kopje neergeplaatst heeft in het schaaltje, zucht hij diep, zoals mensen doen na het leveren van een zware inspanning. Mijn zijn betoog heeft er kennelijk niet van te lijden.

OVT: “Welkom in het gemeentelijke vaccinatiecentrum!”, zo klinkt de indrukwekkende uitnodiging van hogerhand, op grote borden in zeven haasten in elkaar getimmerd op het dorpsplein voor de kerk. Inderdaad, de kerkgebouwen van weleer werden omgedoopt tot vaccinatiecentra. Nu het hiernamaals plaats gemaakt heeft voor het hiernumaals, heeft het doopsel waarbij met de duivel uit de ziel het kwaad verdreven werd waarmee elkeen geboren wordt, plaatsgemaakt voor de vaccinatie: het exorcisme van het virus uit het lijf. Want ook het woord 'virus' betekent 'duivel', het is namelijk het Latijnse woord voor 'gif' ofwel 'ziekteverwekker'.

– Ik moet bekennen dat ik het allemaal niet zo goed kan vatten...

OVT: Kijk, mijn beste: ik zal een poging doen om het je uit te leggen. Getallen zijn in feite schimmen, evenals meetkundige figuren en al die andere ideeën die de hoofden vullen van dat soort van mensen die hoeden dragen om hun schedelomvang nog wat groter te doen lijken en aldus nog meer te kunnen imponeren met hun leugens. Inzake algebra, meetkunde, wijsbegeerte en wetenschappen spreken wij over zuivere ideeën weliswaar maar in wezen gaat het om zaken die helemaal geen stek hebben in de echte wereld en om die reden moeten wij belijden dat zij zich bevinden in de schimmenwereld of de Hades.

– Is dat dan zo?

OVT: Ongetwijfeld! Denkers, filosofen, theologen, wetenschappers, zij die de welsprekendheid beoefenen en nog vele andere zogenaamde waarheidszoekers en geleerden: zij zijn allen lieden die zich inlaten met niets dan schimmen en zo onttrekken zij tenslotte ook zichzelf aan het werkelijke leven, ja, worden zij zelf schimmen; zij bevolken het bastion van de wetenschappen en van al die andere telgen van de wijsbegeerte; het bastion van de kennis dat het bastion is van de waanzin, de wereld van de mistigheid, de duisternis, de schemering, de nevelen, het ongrijpbare en het transparante: Hades!

Hij wijst in de richting van een raampje dat ik nu voor het eerst opmerk en dat uitgeeft op de donkere wal die het gebouw helemaal in haar greep houdt.

OVT: Het water waar wij ons nu middenin bevinden, in dit eigenste esbattement, drukt deze toestand tussen werkelijkheid en onwerkelijkheid bijzonder goed uit want water is tegelijk echt stoffelijk en ongrijpbaar; wij kunnen het niet grijpen maar het water zelf kan ons wel grijpen, terwijl het tegelijk de bron is van het leven, precies zoals de ijle droom, waaruit nochtans alles voortspruit dat een tastbare gestalte heeft gekregen. En het is die gestalte die nog van de droom getuigt en van het schimmige van de stof, het dodenrijk. Elke stof immers heeft een vorm en de vorm is het geestelijke dat vastzit aan de stof en er toch los van is; de vorm is het ongrijpbare aan de stoffelijke dingen, datgene wat zich voortplant als het stoffelijke waarop het vastzit, zelf vergaat. Het schimmige, begrijp je, is tegelijk het blijvende, dat wat helemaal niet onderhevig is aan de tand des tijds! Uitgerekend om die reden en om geen andere zijn het schimmen die het dodenrijk bevolken: alleen zij ontsnappen aan het lot dat al het vermeend werkelijke is beschoren!

– Vreemd, wat je allemaal zegt...

OVT: Zie je: als de woorden die ik tot je spreek, nu worden neergeschreven, dan zijn dat tekens en tekens zijn onstoffelijke dingen die om zich te manifesteren ongeacht welke materie te baat kunnen nemen: inkt, krijt, lichtpixels, welbepaalde klanken, noem maar op. Tekens zijn schimmen maar het bestaan van schimmen is standvastiger en duurzamer dan dat van de stof waarop de tekens parasiteren. Daarom staat de stoffelijke wereld helemaal ten dienste van het bastion van de waanzin dat de wereld draaglijk maakt, precies zoals de duisternis het licht draaglijk maakt omdat zij het dempt. Begrijp je? De wereld staat ten dienste van het dodenrijk omdat het uitgerekend de schimmen zijn die de wereld leefbaar maken. Het leven en de dood: alle kinderen in de ganse grote kosmos ontspringen aan de liefde van dit niet te temmen koppel. Begrijp je dat, mijn allerbeste? En wil je nog een kopje koffie? En begrijp je nu ook dat de koffie een kopje behoeft zoals het ijle en voorbijgaande, stoffelijke leven nood heeft aan de standvastigheid van het dodenrijk?

Ik begrijp het niet maar ik knik gedwee omdat ik geloof te begrijpen dat dit de zuiverste waanzin is die men maar kan bedenken. Ik geloof dat ik begrijp dat zij past in de kennis zoals de koffie in het kopje en zoals de vorm van het kopje in de steen waaruit het bestaat. En als ik mij afvraag of het nu de vorm is van het kopje die de koffie draagt ofwel de steen, herinner ik mij Plato die Socrates aan iemand de vraag laat stellen of het dan het hoofd is dat ervoor zorgt dat de ene een kop groter is dan de andere, ofwel de benen.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 17 april 2021)


16-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het interview met Omsk Van Togenbirger (Eerste deel)


Het interview met Omsk Van Togenbirger (Eerste deel)

Uiteindelijk is het ons gelukt om een bezoek met hem te regelen. Over de details kan hier verder niet veel worden gezegd. De plek waar de heer Van Togenbirger zich bevindt, is afgelegen, geen mens zou er geraken zonder een gedetailleerd plan. Onze gesprekspartner logeert in wat men een instituut zou kunnen noemen. Het gaat om een niet al te groot doch tamelijk indrukwekkend bouwwerk, vermoedelijk daterend uit het begin van de vorige eeuw. Het geheel doet een beetje denken aan een kasteel, vooral vanwege de wal er rond: het gebouw staat in het water. Er is een ophaalbrug maar op het ogenblik van onze aankomst is deze buiten gebruik zodat we moeten overvaren. Het is avond en al donker en koud en het water doet mij een beetje denken aan de beschrijvingen van de Styx uit de Griekse mythologie maar dat heeft dan vooral te maken met de veerman die immers vergezeld is van een grote, zwarte hond. Ik wacht mij er overigens van om daar een toespeling op te maken omdat de man in kwestie niet bijzonder vriendelijk overkomt en nog minder vriendelijk is de hond: hij gromt wanneer ik in het bootje stap, waarop de veerman mompelt dat hij totaal ongevaarlijk is, wat, zoals iedereen weet, alle bazen zeggen over hun geliefde monsters. Het bootje vaart door een open poort het kasteel naar binnen tot in een kleine ruimte die net genoeg verlicht is om daar zonder ongelukken aan te kunnen meren. De veerman helpt mij uit de boot en mompelt andermaal waaruit ik begrijp dat hij wacht op een fooi maar omdat ik dit scenario helemaal niet voorzien heb en slechts beschik over mijn betaalkaartje, moet ik hem teleurstellen. Een bediende wacht mij al op bij een nu hel verlicht portiek en wij komen in een gang terecht waarvan een zijdeur uitgeeft op een klein wachtzaaltje dat slechts wat klaarte vangt door de openstaande deur vanuit de gang. Na ruim een half uur hoor ik naderende voetstappen, niet van schoenen maar van sloffen en ik heb helemaal niet verwacht dat de sukkelachtige gang die ik uit de geluiden wel moet afleiden, deze van Omsk Van Togenbirger is. De verschijning in de deuropening grijpt mij naar de keel: Omsk is niet meer van de jongsten en het is niet bepaald lang geleden dat we elkaar nog gesproken hebben maar indien het niet de man was op wie ik wacht, dan zou ik Omsk Van Togenbirger helemaal niet meer hebben herkend in de fragiele, ineengedoken schaduw die zich nu bewegingsloos aftekent tegen het licht in de gang. Anders dan gewoonlijk wordt de aanvang van ons weerzien vergezeld van een kennelijk wederzijdse emotie die zich verraadt in zijn stem maar die binnen de paar seconden plaatsmaakt voor nuchterheid en rede. Van Togenbirger neemt plaats op de bank tegenover mij en op het ogenblik dat hij teken doet naar mij dat ik mijn mondmasker mag afdoen, merk ik dat hijzelf er helemaal geen draagt, al kan ik in deze halve duisternis van zijn gezicht nauwelijks meer zien dan de contouren. Hij maakt geen aanstalten om een licht op te steken en ten slotte werkt licht alleen maar storend als aandachtig luisteren de boodschap is. En dat moet ik doen, nu ik ineens voel dat dit misschien wel ons allerlaatste gesprek kon zijn, dat tevens een gesprek zal worden over het einde van de wereld.

– Dit lijkt wel het einde van de wereld waar u bent beland, mijn beste Omsk Van Togenbirger, zo probeer ik geheel onhandig en fout het gesprek op gang te brengen maar het is eruit voor ik goed en wel besef wat ik gezegd heb. Hij antwoordt niet meteen doch knikt een hele poos nadenkend en zijn zwakke stem maakt andermaal dat ik met hem te doen heb:

OVT: Het einde van de wereld, ja, zo kun je het wel stellen. Weet je hoe ik hier terecht gekomen ben?

– Euh... neen...

OVT: Met een vloot! Reusachtige zeilschepen! En middenin de nacht! Ik weet heus niet, mijn beste, hoe deze plek er van buiten uit gezien uitziet, ik ken alleen de binnenkant... voor zover ik de binnenkant ken, natuurlijk. Ziet u?

– Zeker, zeker... Verblijven hier veel... mensen?

Het scheelde niet veel of ik had 'patiënten' gezegd en ik vermoed dat Van Togenbirger dit niet op prijs zou stellen.

OVT: De bediening is hier redelijk maar men merkt wel dat het er allemaal niet heel veel meer toe doet, nu de tijd bijna op is, ziet u?

Ik weet niet goed wat hierop te antwoorden. Gelukkig neemt hij weer het woord:

OVT: Aan alles komt een einde, aan alles en aan iedereen, dat weten wij uit ondervinding, maar wij realiseren het ons niet vooraleer het inderdaad zover is en dat maakt dat wij belanden in een waanzin, een collectieve waanzin die de waanzin van de wereld is. De paradox wil nu dat, eenmaal wij uit die waanzin stappen, wij als waanzinnig worden weggezet. En zo bang is men voor diegenen die de schellen van de ogen zijn gevallen, dat men hen wegbrengt naar afgelegen plekken aan de andere kant van de oceaan. O-ce-aan: vind je dat niet een prachtig woord? Van in mijn kindertijd vond ik dit al een prachtig woord, misschien voorvoelde ik wel dat er ooit een dag zou komen... Maar vertel nu eerst eens: wat heeft je hierheen gebracht? Toch niet de vraag wat er nu met de wereld zal gebeuren?

– Je raadt het goed, ja: wij vragen ons wellicht allen af wat er te gebeuren staat, zeker sinds blijkt dat de gesneuvelden steeds jonger worden. En waar zal dat eindigen? Als iemand daar een verklaring voor heeft, dan wel Omsk Van Togenbirger, zo dacht ik, en vandaar...

OVT: En waarom vraag je geen raad aan virologen? Ik ben helemaal geen viroloog!

– Het lijkt mij dat het om veel meer gaat dan alleen maar om virussen. Ik heb het gevoel dat men zich blind kijkt op die dingen...

OVT: Misschien heb je wel gelijk. Maar ikzelf ga te rade bij de viroloog! We hadden het al over Luc Montagnier, nietwaar?

– De Nobelprijswinnaar die het virus dat aids veroorzaakt, afzonderde?

OVT: Inderdaad.

– Ik herinner me het interview met de man op televisie, ja.

OVT: Wel, vertelde hij dan niet dat het coronavirus in een lab gemaakt werd en dat er twee fragmenten van het aidsvirus in zitten?

– Dat herinner ik me, ja.

OVT: Mensen die het aidsvirus opgelopen hebben, sterven niet meteen: de zwaksten sterven na relatief korte tijd, de sterksten blijven soms nog jaren in de waan dat hen helemaal niets schort.

– Kennelijk is dat het geval, inderdaad.

OVT: Wel, waarom zou het er dan anders aan toe gaan met het coronavirus dat eigenlijk aidsfragmenten transporteert?

– Wat bedoel je?

OVT: Eerst heeft men verteld dat er alleen ouderlingen aan sterven met onderliggende aandoeningen, nietwaar?

– Ja, dat hebben wij inderdaad vernomen in het nieuws: het virus heeft een voorkeur voor vijfentachtigplussers met onderliggende aandoeningen...

OVT: Juist. En vervolgens vertelde men dat de mensen die medische hulp nodig hebben omwille van besmetting met corona, steeds jonger worden, nietwaar?

– Inderdaad... Het lijkt erop dat het virus het ineens gemunt heeft op een andere leeftijdscategorie, een categorie van wat jongere mensen: zestigers...vijftigers...

OVT: Maar dat kan toch niet!?

– Hoezo?

OVT: Je ziet toch wel direct dat dit gezichtsbedrog is?

– Ik vrees dat ik je niet helemaal begrijp...

OVT: Mijn beste: het virus wordt overgedragen met niesbuien, door aanrakingen, rechtstreeks én onrechtstreeks en via de lucht: het besmet kortom iedereen en wel binnen de kortste keren, laat daarover niet het minste misverstand bestaan!

– Is dat zo?

OVT: Precies! Maar eerst sterven de zwaksten onder ons. Eenmaal die dood zijn, laat ons zeggen na een half jaar, komen diegenen aan de beurt die een klein beetje sterker waren dan de allerzwaksten en dat zijn dan door de band diegenen die een beetje jonger zijn dan de zieke ouderlingen, of vergis ik mij?

– Dat lijkt mij correct, ja...

OVT: Vervolgens, laat ons zeggen na een jaar, komen degenen aan de beurt die sterk genoeg waren om nog een jaar lang gezond te blijven met het virus.

– Lijkt mij logisch, ja.

OVT: Dan volgen na bijvoorbeeld anderhalf jaar diegenen die nog sterk genoeg waren om het anderhalf jaar te overleven.

– Ja...

OVT: Zie je? Het lijkt alsof het virus het gemunt krijgt op steeds jongere mensen maar wat in feite gebeurt, is veel redelijker dan dat: het virus blijft zichzelf en het besmet iedereen maar de zwaksten worden eerst geveld en dan volgen de minder zwakken, totdat op een dag ook de allersterksten aan de beurt zijn.

– Bedoel je nu echt dat je denkt dat het mensdom zal uitsterven?

OVT: Niet noodzakelijk, mijn beste: de allersterksten zullen wellicht oud zijn als zij bezwijken en in tussentijd hebben zij zich al voortgeplant, zie je? Want op die manier is het in feite altijd al gegaan!

– Maar het coronavirus is toch nieuw?!

OVT: Ha, dat zeg jij! Volgens mij bestaat het al millennia. Zoals alle andere virussen trouwens behoort het wellicht tot de alleroudste levensvormen! Want ook hier is gezichtsbedrog in het spel, zie je?

– Neen...

OVT: Zie je dat echt niet?

– Neen...

OVT: Er zijn ontelbare virussen die ons ziek kunnen maken maar uiteraard sterven wij altijd van het kwaadste virus en nooit van het meest goedaardige. Meer zelfs: wij sterven altijd van het allerkwaadste virus en nooit van het virus dat in de rangorde van kwaad naar goedaardig op nummer twee staat. Want hoe kon iemand nu het kwaadste virus overleven en dat wat al was het maar een beetje goedaardiger is, niet? Dat ware toch onzin? Hoe kon een bokser het gevecht winnen tegen de wereldkampioen boksen en verliezen tegen de nummer twee? Als wij moeten opboksen tegen een leger virussen, mijn beste: denk jij dan ook niet dat wij zullen verslagen worden door het kwaadste en niet door de nummers twee, drie of vier? Meer nog: van de nummers twee, drie, vier en al die ontelbare andere, weten wij helemaal niets af zolang de nummer één aan de macht is, om het zo te zeggen. Het is pas nadat de nummer één helemaal verslagen is, dat de nummer twee opduikt als uit het niets en op zijn beurt aan de haal gaat met de zwaksten onder ons. Zolang de nummer één heerst, weten wij zelfs niets af van het bestaan van de ontelbare rij volgelingen. Zolang kijken wij ons gewoon blind op nummer één en geloven wij dat eenmaal wij één hebben bedwongen, wij veilig zijn, ha! Maar dan herbegint het spel natuurlijk! En het is altijd zo geweest! Vergelijk het met de ketting en de zwakste schakel: als de ketting breekt, dan altijd bij de zwakste schakel!

– Daar zit iets in... Maar wat vinden de medici van die uitleg, of heb je er nog met niemand over gesproken?

OVT: Mijn uitleggingen hebben daarin geresulteerd dat ik hier nu mijn verblijf heb, mijn beste. Maar zeg mij eens in alle eerlijkheid: waar ben ik?

(Wordt vervolgd)

(J.B., 16 april 2021)


12-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe Oekraïne zijn kernarsenaal werd ontfutseld en nu ook zijn landbouwgronden

Hoe Oekraïne zijn kernarsenaal werd ontfutseld en nu ook zijn landbouwgronden

Als wij ons vanuit België zo'n 1400 km naar het oosten toe verplaatsen, bereiken we de grenzen met Oekraïne, 'de graanschuur van Europa' en sinds 1986 uiteraard bekend vanwege de kernramp in Tsjernobyl dat nabij de hoofdstad Kiev is gelegen.

Oekraïne is na Rusland het grootste Europese land: België kan er twintig keer in en haar zeer vruchtbaar landbouwgebied, de 'zwarte aarde' genoemd, is zo groot als Frankrijk en Duitsland samen.

Duizend jaar geleden stichtte het Scandinavische volk de Varjagen het Kievse Rijk dat Byzantijns Christelijk werd en dat nu nog steeds overwegend christelijk is. In 1240 vielen de Mongolen er binnen, vervolgens viel het onder Litouwen dat met Polen fusioneerde en het raakte verdeeld in een oosters en een westers stuk.

Na de Oktoberrevolutie van 1917 en de Russische burgeroorlog (1917-1922) maakte Oekraïne als SSR deel uit van de USSR. Oekraïne kwam onder het juk van twee volkerenmoordenaars: Stalin brak het verzet van de boeren tegen de toe-eigening van de landbouwgrond door de staat door de Oekraïners uit te hongeren en deze zogenaamde 'holodomor' kostte in 1932-'33 aan tien miljoen mensen het leven. En onder Hitler verloor het land in 1941 een zesde van zijn bevolking. Pas na 1945 werd de Oekraïense SSR opnieuw welvarend. Onder Chroetsjov werd de Krim bij Oekraïne geannexeerd 'als gebaar van vriendschap'.

De recente geschiedenis van de Oekraïne is weer woelig. Na de mislukte staatsgreep in Moskou in 1991 waarbij gepoogd werd om de regering Gorbatsjov omver te werpen, riep het parlement van Oekraïne de onafhankelijkheid van het land uit. Die werd bevestigd door een referendum en ook de Krim stemde zich onafhankelijk. Een afschrikwekkend feit was echter dat de Oekraïne naast de Europese graanschuur ook een nucleaire kernmacht was met een gigantisch arsenaal aan kernwapens.

In 1994 bekwamen de VS, Rusland en Engeland dat Oekraïne zijn 1800 kernraketten liet vernietigen in ruil voor zijn soevereiniteitsgarantie... waar de huidige president Zelensky naar verwijst, nu de Russen zijn land lijken binnen te vallen. De gewezen TV-komiek kwam nota bene aan de macht in 2019 waarmee hij zijn Russisch gezinde voorganger van de troon stootte maar niet alle boeren zijn opgezet met zijn komst omdat hij multinationale geldschieters faciliteert om de Oekraïense landbouwgronden op te kopen terwijl een eerdere regeling de grond onder het volk had verdeeld zodat de boeren er konden van leven.

Overigens ook in andere gewezen Oostbloklanden blikken sommigen na een wat overhaaste aansluiting bij het westen met wat heimwee terug naar de 'goede oude tijd' en dat verdeelt uiteraard de gemoederen.

(J.B., 12 april 2021)

Geraadpleegde bronnen:

(*) https://nl.wikipedia.org/wiki/Oekra%C3%AFne

(**) https://www.trouw.nl/nieuws/oekraine-kan-zich-nu-echt-ontwikkelen-tot-europese-graanschuur-tot-woede-van-zelfstandige-boeren~b7608ab4/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F


11-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wordt de westerse vrijheid hoe dan ook bedreigd?

Wordt de westerse vrijheid hoe dan ook bedreigd?

Het door opportunistische potentaten geïnstalleerde panopticum dat ons berooft van privacy is net zoals de geïnstitutionaliseerde religie en de theocratie uit vroegere eeuwen een aanslag op onze vrijheid en derhalve ook een aanslag op de mens als zodanig.

Dezer dagen echter verdubbelt zich de vernietigingskracht van die aan de gang zijnde ramp door een zich aankondigende fysieke geopolitieke oorlog ingevolge een zich herschikkend evenwicht (of onevenwicht) in de wereldpolitiek. Dictaturen moeten het namelijk hebben van volgzame massamensen en gewillige, gemakkelijk programmeerbare soldaten.

In het verleden nam de kerk de programmeerbaarheid van het volk voor haar rekening, in de zogenaamde Verlichting geschiedde conditionering vooral middels geld en een bijkomende derde factor welke de bestuurbaarheid van de massa in de hand werkt, voltrekt zich via de manipulatie middels de nieuwste technologieën. Vandaag echter nemen de potentaten al deze elementen samen te baat waardoor hun effectiviteit zich verveelvoudigt.

Nu de Russen hun troepen naar de grens met Oekraïne sturen, kennelijk met de bedoeling om daar met de tactieken, beproefd bij de annexatie van de Krim, een gelijkaardige slag te slaan die zij dan hopen te herhalen op het grondgebied van de landen die zich na de Tweede Wereldoorlog van het Oostblok hebben losgetrokken om aldus het verloren gebied terug te winnen, dringen de Amerikanen er bij hun Europese NAVO-partners op aan om de Oekraïne militair te gaan verdedigen. Echter, nu Europa daar niet toe in staat blijkt omdat de landen waaruit de Unie samengesteld is, er tegen hun zin deel van uitmaken, bieden plotseling de Turken hun diensten aan.

Of was men dan vergeten dat Turkije met een troepenmacht van 735.000 plus een reserve van 380.000 beschikt over het grootste Europese leger en een van de grootste legers ter wereld? Met een dienstplicht voor alle mannen tussen 20 en 41 jaar, bestaat het Turkse leger uit troepen die, heel anders dan de ondergedisciplineerde en ongeoefende Europese eenheden, dankzij hun semi-theocratie met sterk nationalistische tendensen, nog altijd bereid blijken om gevechten op leven of dood aan te gaan waarin zij trouwens geoefend zijn door hun deelname aan verschillende recente conflicten zoals de nog aan de gang zijnde oorlog met Syrië die eveneens een geschil is aan de grens van de Oosterse met de Westerse invloedssfeer.

Een grondige herschikking van de machtsverhoudingen in het Westen ligt voor de hand nu de Russische dictator de internationale destabilisering van vooral de meest ontwikkelde samenlevingen, die immers ook de meest broze zijn, lijkt te zullen aangrijpen om een slag te kunnen slaan. De pogingen van Amerika om Europa te destabiliseren sinds haar oprichting en vooral sinds de opkomst van de Europese munt die de Amerikaanse dollar als investeringsmunt dreigde voorbij te steken, hebben hun vastberadenheid niet kunnen verhullen waar zij middels verholen activiteiten steun verleenden aan de Europese nationalisten teneinde de verbrokkeling van de EU te kunnen bespoedigen. Het daaruit volgende tanende enthousiasme van het westerse gedeelte van de Europese NAVO-partner blijkt, paradoxaal genoeg, het oosten en met name het vaak als dictatuur weggezette Turkije een mooie kans te bieden om zich als onmisbare toeverlaat van het 'vrije westen' naar het voorplan te werken. Als zich eerlang en dichter bij huis meer grensgeschillen gaan ontrollen naar het model van het conflict in Syrië en van dat over de Krim, zal door zijn bondgenootschap met Amerika, de Turkse staat aan invloed winnen binnen Europa en wellicht valt dan te verwachten dat in het zog daarvan ook culturele en religieuze invloeden zich gaan doen gelden, zodat wat in Europa overblijft van de christelijke cultuur en van de Verlichting, de duimen zal moeten leggen voor een islamitische theocratie. De weerstand van de massa tegen het acute gevaar van een fatale vrijheidsberoving van de westerse burgers, dreigt echter definitief gebroken te worden als zich het spookbeeld manifesteert waarbij een op religie en nationalisme gebaseerd fascisme een pact zou sluiten met het panopticum van de technocraten.

(J.B., 11 april 2021)


06-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verschijnt binnenkort: Panopticum Corona

OM TE LEZEN, KLIK OP DE FLAP:

           

VERSCHIJNT BINNENKORT:


Om te lezen, klik op de prent hierboven

Een fragment uit het boek:

"De horror in de aanpak van de coronacrisis ligt niet zozeer in de onverwachte confrontatie van een hoogdravende en zich op haar kennis beroemende mensheid met haar feitelijke onmacht, nu zij oog in oog staat met de realiteit van de dood. De nachtmerrie situeert zich veeleer in het van alle menselijkheid gespeende karakter van de aanpak van het probleem. Hier is het immers niet langer de mens die handelt: in de waan dat het leven herleid kon worden tot zijn loutere techniciteit, wordt ons bestaan derhalve overheerst door technologieën aan wie wij het zeggenschap over ons lot hebben toevertrouwd. De vervreemding is totaal waar wij over de schreef zijn gegaan door ons over te geven aan het krankzinnige geloof dat het überhaupt mogelijk ware om aan onze instrumenten de verantwoordelijkheid over ons lot te delegeren.

De mens is het slachtoffer geworden van zijn hybris, hij werd slachtoffer, niet van het werk van zijn handen maar van een aliënerende zelfoverschatting: het geloof dat hij in staat was iets te maken dat beter was dan hijzelf en dat voor hem zou zorgen. Want waar mensen aanvankelijk geloofden dat zij schepselen waren van een godheid om dan in een tweede stadium te gaan belijden dat zij deze godheid zelf hadden geschapen en dat het derhalve een namaak of een nepgod betrof, geloven zij in dit derde en fatale stadium een echte god te hebben gemaakt waaraan zij zich kunnen onderwerpen zoals de vrek zich onderwerpt aan het fortuin dat hij verdiende en dat hem in zijn oude dag zoals een onvergankelijke moeder van voedsel zal blijven voorzien."






04-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het lezen waard: een interview met Matthias Desmet
Mattias Desmet, professor klinische psychologie: “Coronamaatregelen onthullen totalitaire trekken” - DeWereldMorgen.beDeWereldMorgen.be

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pasen 2021

Pasen 2021

Nu van de Paastijd nauwelijks nog iets te bekennen valt, wordt op Stille Zaterdag, tweeduizend jaar nadat de te verrijzen Heer is afgedaald ter helle om de ongedoopten uit haar voorgeborchte te bevrijden, een tentoonstelling geopend die de tweehonderdjarige dood van de grootste massamoordenaar aller tijden herdenkt en viert: Napoleon Bonaparte. Het is eens wat anders, zo lachen de narren.

Is dit nu de Eindtijd? In deze tijd weergalmt de roep van een uitzinnige menigte: het volk nagelt geheel democratisch Christus aan het kruis in ruil voor Barabbas en hij komt weg met moord. Een vreemde dictatuur vervangt vandaag de pas gekroonde koning van de Joden door een zichzelf kronende keizer. Niet langer paaseieren sieren onze nu lege tafels maar 'bonbons Napoléon' en zij roepen de barbarij van de slagvelden tot leven.

De klokken van Rome zwijgen, alle kinderen worden voortaan gemuilkorfd en op een mysterieuze wijze werden in één ogenblik, op het teken van het laatste bazuingeschal, alle huizen in de vier windstreken van de aarde tot gevangenissen omgeturnd. Op het ogenblik dat wij het zien, is het reeds een feit met verworven rechten: het panopticum, de hel.

Zal het paasei, het ei, de eerste cel, de nog ongedifferentieerde kern waaruit alle leven voortkomt als het met geduld wordt uitgebroed, nog vruchtbaar blijken? Zal het leven dat eruit ontspruiten moet, andermaal zijn vleugels openslaan en ten hemel varen, zoals dat tot voor kort gebeurde met de dode stof sinds het begin der tijden?

Zal ook in deze lente de dode stof verrijzen tot het leven, zoals zij altijd al deed of heeft de massamoordenaar die nu als een feniks uit de dode letters van zijn wetten oprijst, de plaats al ingenomen die toekomt aan het leven? Zal het ei het vreselijke voorbeeld volgen van het vleselijke leven dat niet langer tot de geest verrijst en dat zichzelf tot keizer kroont?

(J.B., Pasen 2021)


03-04-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Intermezzo: Omsk Van Togenbirger en het vaccin

Intermezzo: Omsk Van Togenbirger en het vaccin

- Omsk Van Togenbirger! Loop niet weg, wij hebben u nodig: heb je twee minuten alsjeblieft?

OVT: Een heel goeie avond ook ja! Wat nu weer?

- Ik wil niet vervelend zijn maar...

OVT: Aber die Weltnisse sind nicht so?

– Je neemt mij de woorden uit de mond!

OVT: Ga gerust uw gang, ik ben een en al aandacht!

– Ik wilde graag weten of je nog steeds voet bij stuk houdt inzake vaccinatie...

OVT: Jij wilt weten of ik nu alsnog een vaccin wil? Neen, dat wil ik niet!

– En waarom niet?

OVT: Ik ben al oud maar ik wil graag toch nog een tijdje mee, zie je?

– Hoezo?

OVT: Ik volg degenen niet die de waarde van een mensenleven reduceren tot wat men gemiddeld nog te gaan heeft, begrijp je? Ik weet dat er zo'n heertjes rondlopen die alles door een geldbrilletje bekijken en die ook willen dat wij dat brilletje allemaal gaan dragen, alsof het ook nog normaal was om dat te doen.

– Wat bedoel je?

OVT: Mensen zijn net zoveel waard als ze nog kunnen opbrengen, zo beweren zij, en daarom denken zij niet in termen van mensenlevens maar in termen van levensjaren en meer bepaald: levensjaren die men nog te gaan heeft. Daarom vinden ze het niet zo erg om een mens van jaren te verliezen.

– Vreemd dat u dit zegt want de vaccinatie is er net op gericht om senioren te sparen!

OVT: Jazeker, dat is het uithangbord! Indien dat waar was, ik liet me onmiddellijk vaccineren!

– Jij denkt dat het niet waar is?

OVT: Hebben we het niet al eens uitgebreid gehad over de middeldoelomkering? (1) Het sparen van senioren: dat is het voorwendsel, niet het doel. Het doel wordt immers verkapt omdat men wil dat het onttrokken blijft aan de ogen van het volk. Het doel, mijn beste, is vaccineren! Je kijkt verwonderd?

– Waar zie jij die middeldoelomkering dan?

OVT: Jagers zeggen dat zij een haas willen schieten, om die dan op te eten, nietwaar? Want wat zouden ze anders aanvangen met een geschoten haas? Het doel, zo vertellen zij ons, is de haas, het stillen van de honger, en is dat niet een zaak van leven of dood en dus een goede en rechtvaardige zaak? En het middel is de jacht. Wij weten wel beter, nietwaar? Het schieten van de haas is niet het doel maar het voorwendsel! Het doel is jagen! Het botvieren van een primitief instinct! Moordlust! Of vergis ik mij? Het idee en het voorbeeld zijn afkomstig uit Pensées van Blaise Pascal (2) en je weet dat Pascal niet de eerste de beste is! Je ziet nu natuurlijk direct het verband met die vaccins, nietwaar? Het doel is niet het bedwingen van een virus: het virus is allang rondgegaan en wie ermee in contact kwamen, zijn reeds natuurlijkerwijze gevaccineerd ofwel gestorven, zoals dat gaat met elke griep. Het bedwingen van het virus is het voorwendsel; het doel is vaccineren! Ligt het motief niet voor de hand?

– Winstbejag?

OVT: Sinds jaar en dag staat de sector van de farmaceutische industrie met ruime voorsprong op kop in de ranglijst van de winstmakers.

– Is dat zo?

OVT: Een ranglijst met de gemiddelde brutolonen per sector laat er geen twijfel over bestaan: op nummer één staat de sector “Chemie & farmaceutische industrie”. Wie in die sector werken, verdienen gemiddeld 4279 euro bruto per maand. Op twee staat de sector “Energie en milieu” met een maandloon van 3926 euro en op drie, de sector “Bank en verzekeringen” met 3812 euro. (3) Ook het hoogste bedrijfsresultaat vindt men in de farmaceutische industrie: volgens een ranglijst uit 2015 staat de sector van de farmacie op nummer één, gevolgd door de tabaksindustrie, de drankensector, die van de machines en die van de kleding. (4)

– Gezondheidszorg is wel belangrijk: levensreddende medicijnen zijn toch onbetaalbaar?

OVT: Die recordwinsten zijn voor een groot stuk te danken aan reclame! U weet net zo goed als ik dat er slechts een handvol werkzame medicijnen bestaan. Zeker niet genoeg om een kleine apotheek mee te vullen en een winkel moet een beetje volume hebben, toch? Reclame dus, vooral via de media, waar verhalen over kwalen de mensen bang maken, hen benevelen zeg maar, om hen dan makkelijk geld afhandig te kunnen maken. Als die verhalen dan wat wetenschappelijk klinken, worden de prullen die zij aanbevelen algauw een must.

– Prullen, zeg je?

OVT: Schoonheidsproducten, dieetkoekjes en allerlei homeopathische middelen: ze bezetten steeds meer ruimte in de winkel van de apotheker en ze mogen ook niet ontbreken in de huisapotheek waarvan de waarde concurreert met die van de provisiekast. De cijfers liegen er niet om: de voedingsindustrie hinkt ver achterop bij die van de pillen. Voor een doosje pillen bij de apotheek betaal je alras vijftig euro en met dat bedrag kun je makkelijk een winkelkarretje vullen bij de supermarkt. Ik herhaal: dit is voor een groot stuk te danken aan reclame. Maar het punt is nu dat sinds de komst van de pandemie, de farmacie helemaal geen reclame meer hoeft te maken!

– Is dat zo?

OVT: Haar gigantische vermogens worden wereldwijd integraal geïnvesteerd in de aanbouw van reusachtige medicijnenfabrieken omdat zij de vaccins en de andere coronamedicamenten niet meer tijdig kan leveren! De vraag is dermate groot en dringend dat zij zelfs het meest reusachtige aanbod op de markt ruimschoots overtreft! En wat meer is: gezien de aard van de nieuwe te verhelpen kwalen, ziet het ernaar uit dat het in de toekomst almaar moeilijker zal worden voor de productie om de vraag bij te benen want zoals je weet, muteren de nieuwste virussen dat het een lieve lust is! Nog maar een paar percent van de wereldbevolking heeft het vaccin tegen het eerste virus gekregen of er moeten al een tweede, een derde, een vierde en een vijfde vaccin gemaakt worden tegen de mutanten en we zijn pas één jaar ver! Vaccinatie zal niet eenmaal worden toegediend maar jaarlijks, ja, trimesterieel en zelfs nog vaker! En het is gratis, wat wil zeggen dat de staten alles voorschieten zodat wie niet kunnen betalen, schuldenaren worden!

– Waarom ben je zo zeker van je gelijk? Artsen zijn gebonden aan een zeer strenge beroepsethiek!

OVT: Mijn beste, het spijt mij maar wij vallen in herhaling. Mag ik u verwijzen naar onze eerdere overdenkingen ter zake? (5)

(J.B., Stille Zaterdag 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie de afleveringen 26 tot en met 35 van het hoofdstuk, getiteld: Corona en de heilige zaak.

(2) M.b.t. Pascal, zie vooral het hoofdstuk 27, getiteld: Een met voorwendsels geperverteerde werkelijkheid :

https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3250103

(3) Zie: Het Laatste Nieuws d.d. 07.06.2017:

https://www.hln.be/jobs/in-deze-20-sectoren-verdien-je-het-meest~ab9ef573/

(4) Zie:

https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/15/bedrijfsresultaat-hoogst-in-farmaceutische-industrie

(5) De bedoelde teksten kan men, behalve op dit blog ook vinden in Panopticum:

http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208112497.pdf



30-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Beluister alleen het officiële nieuws"
"Beluister alleen het officiële nieuws"
De Vlaamse journalist Willy van Damme over de media
in een interview met Stan van Houcke:

29-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pas verschenen: Panopticum III. Corona en de heilige zaak


Pas verschenen:

Om te bestellen, klik op de prent:







28-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Hersenmist'

'Hersenmist'

In Werner Herzog zijn Jeder für sich und Gott gegen alle uit 1974 vertelt de vondeling Kaspar Hauser in een delirium net voor zijn dood over het lot van de mensheid die in een eindeloze karavaan zonder kop of staart door een woestijn trekt, geheel gehuld in een dichte mist.

Voorspellingen en aankondigingen van gebeurtenissen die al te gruwelijk zijn om te aanhoren maar ook om te vertellen, worden door de boodschapper in nevelen gehuld en zodoende wordt onbewust de werking nagebootst waarmee dromen hun berichten verhullen als zij al te afschrikwekkend zijn voor directe mededeling. Werkelijkheden die zich ophouden in het onderbewuste hebben zo hun wegen om via het bijna-bewuste tot het bewustzijn door te kunnen dringen.

Vaak heeft de mist de vorm van een verhaal of van een beeld, even wazig als de fata morgana, het Nova-Zembla-effect, de aurora borealis of gewoonweg koffiedik. Anders dan de duisternis die gelijk is aan de afwezigheid van licht, ontstaat mist in het licht zelf door toevoeging van bijvoorbeeld waterdamp die het zicht troebel maakt en zo is de mist een list die ons paradoxaal genoeg van het zicht beneemt met de bedoeling het zien juist mogelijk te maken. De verhulling dient om blindheid ingevolge een al te grote klaarte te voorkomen en zij heeft als het ware een gelijkaardige functie als de zonnebril. De mist is schokdempend of verdovend - niet om ons ongevoelig te maken maar, geheel integendeel, om te vermijden dat wij het slachtoffer van gevoelloosheid worden: de mist zorgt ervoor dat wij alsnog kunnen zien wat in oorsprong niet voor onze ogen was bestemd en die tactiek werd van oudsher ook gehanteerd door de orakelende Pythia van Delphi die haar geest hulde in mist door middel van ethyleengas dat opstijgt uit de kraters van sluimerende vulkanen. Ethyleen is de grondstof van het heden wereldbekende ethanol, verwant aan het nog veel giftigere methanol dat algehele blindheid veroorzaakt en ook de dood.

De mist die dezer dagen het verstand benevelt en die wordt toegeschreven aan de ziekmakende werking van corona (terwijl zij mogelijkerwijze het gevolg is van het veelvuldig ontsmetten van de handen met etheen), vervult dezelfde functie: zij moet ons in feite met mondjesmaat doen zien, ja, dwingen om te zien wat wij eigenlijk veel liever helemaal niet zouden willen zien omdat het inderdaad zo'n gruwel is dat het zich niet zomaar laat zeggen. In de jongste dagen wordt namelijk de bijzonder kwalijke leugen verspreid dat het coronavirus de oorzaak is van de mist die optreedt in de hersenen van wie erdoor besmet geworden zijn.

Een bijzonder kwalijke leugen is dat omdat zij de eigenlijke waarheid bijna geheel ontoegankelijk maakt door in dezer oorzaak en gevolg onderling te verwisselen. We herinneren ons immers dat corona aanvankelijk het gevolg was van een mist, een waanzin en meer bepaald de grootheidswaan van de opperpriesters van de religie van het geld. (Al dan niet rechtstreeks) in een roes gebracht door het bezit van een inderdaad duizelingwekkend fortuin (want het is algemeen bekend dat grootgeldbezitters zich naar het voorbeeld van de farao's vaker bezondigen aan de consumptie van cocaïne), zijn een handvol insipide commerçanten gaan geloven dat zij goden zijn en sindsdien verkeren zij ook in de waan dat het hun taak is om de wereld te besturen.

Deze lui met grote wanen maar met helaas bijzonder povere ideeën, nemen maatregelen met het oog op het tot stand brengen van een nieuwe orde welke louter tot doel heeft om hen als goden aan de wereld op te dringen. Zij doen dat met de door al hun voorgangers-dictators beproefde methode van de dwang of de lafhartige chantage, en zo verplichten zij volstrekt inhoudsloze handelingen of rituelen die een verzonnen kwaad moeten bezweren omdat geen god zonder de duivel denkbaar is, zoals er ook geen vriend mogelijk is zonder het bestaan van vijanden. Naar het model van de duivel die een kwade geest is en derhalve geheel onzichtbaar, hebben zij een naam verzonnen voor een virus dat zijn niet-bestaan verbergt achter de onooglijkheid die aan dergelijke quasi-wezens eigen is en dat virus hebben zij uitgeroepen tot ons aller vijand. Zoals door de tijd zelf beproefd, vervult de vijand de functie allen te verenigen voor het altaar waarop de potentaten zelf als te aanbidden scheppers van het goede en het ware zijn gaan tronen.

Het coronavirus dat een product is van de waanzin van een handvol geesteloze inhaligen die in hun onverzadigbaarheid azen op de almacht van de goden zelf, wordt nu geheel in strijd met de feiten beschouwd als de producent van de mist die door toedoen van de bezwerende en ontmenselijkende rituelen alle hoofden is gaan vullen. Ofschoon alle acht miljard aardbewoners getuige hebben kunnen zijn van het feit dat het coronavirus een waanbeeld is gefabrikeerd door kapitaalkrachtige megalomanen, worden vandaag de feiten op hun kop gezet en doet een omgekeerde versie van de waarheid nu de ronde: de 'wetenschappelijke' theorie dat het virus waanbeelden produceert.

Het epitheton van wetenschappelijkheid moet de leugen geloofwaardig doen klinken en de macht van de mammon chanteert en dwingt en verhindert derhalve elk denkbaar verzet. Wie weigeren de rituelen te voltrekken, worden streng beboet en wie alsnog pogen om de waarheid aan het licht te brengen, worden prompt monddood gemaakt of ook fysiek vermoord.

Het tijdperk is nu aangebroken waarin naar de voorspelling welke toegeschreven wordt aan Onze-Lieve-Vrouw van Fatima zo'n goede eeuw geleden, de levenden de doden zullen benijden. Slierten uit vreemde dromen trekken gejaagd door de wind als nevelen over tot onvruchtbaarheid veroordeelde velden. Als de mist zal optrekken, zullen wij willens nillens getuige worden van de omkering van alle waarden. Het verstand der verstandigen, die de Schepper degradeerden tot een schepsel van de mens, zal vergaan en de laatsten zullen de eersten zijn.

Omsk Van Togenbirger [die er nu van beschuldigd wordt met corona besmet te zijn]

(J.B., 28 maart 2021)


26-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De inhoud is volstrekt onbelangrijk - Aflevering 2: De wetten van de kroon

De inhoud is volstrekt onbelangrijk

Aflevering 2: De wetten van de kroon

De inhoud is volstrekt onbelangrijk. Uiteraard betreft het hier ook en vooral de inhoud van de verordeningen wereldwijd in deze tijd: verordeningen waarover niet iedereen maar dan toch een flink deel van de acht miljard aardbewoners zich afvragen wat ze dan te betekenen hebben. Gebiologeerd zitten alle wereldburgers aan de geëlektrificeerde plastic plaat gekleefd als zogenaamde 'beste kijkers': zij worden toegesproken door wie het medium beheersen - zeg maar door de wereldheersers - en verwoed vorsen zij als bezetenen naar de betekenis van de om de haverklap muterende regels en verordeningen van de kroon, de zogenaamde kroon- of coronaregels...

In de literaire salons van beschermvrouwe Stavrogin zag men hoe haar verwende zoon, de jonge Nicolai, iemand ten aanschouwe van alle genodigden beledigde toen hij "plotsklaps op de heer Gaganov afliep, hem met twee vingers bij de neus greep en een stukje door de zaal liep met zijn slachtoffer achter zich aan." (1) Wanneer bij een volgende gelegenheid de zachtaardige heer Osipov de bandeloze op een beleefde manier meende te moeten terechtwijzen, maakte Nicolai aanstalten om Osipov een antwoord in het oor te fluisteren: "Hij keek om zich heen en boog zich vervolgens voorover naar de heer Osipov. (…) De arme Osipov bracht zijn oor naar de mond van Stavrogin, zonder aarzeling en in het volste vertrouwen, want hij was mateloos nieuwsgierig. Nu gebeurde er iets totaal onvoorstelbaars, wat tegelijkertijd in een bepaald opzicht heel verhelderend werkte. Plotseling voelde de oude heer hoe Nicolas in plaats van hem een spannend geheimpje te gaan vertellen zijn tanden behoorlijk hard in de bovenrand van zijn oorschelp zette." (2)

Het slachtoffer durft niet te roepen en de verwaande Stavrogin komt weg met zijn bandeloos gedrag door het heel listig te laten toeschrijven aan een delirium. Allerminst Osipov doch Nicolai wordt omringd met goede zorgen en op wereldreis gestuurd om van zijn aandoening te herstellen.

Dostojevski maakt hier duidelijk wie de lakens uitdelen in het Sint-Petersburg van de negentiende eeuw maar ook in alle verleden en toekomstige tijdperken die het mensdom doorploegt. De helderziende kunstenaar bezweert ons dat ongehoorzame ondergeschikten, ook als zij zich inspannen om blijk te geven van de allerbeste bedoelingen, meedogenloos worden gestraft, als waren zij slechts honden.

Beschaving is louter een laag vernis; marteling en doodstraf transponeren zich gestaag en onvermoeibaar naar steeds nieuwe maar daarom niet minder doortastende vormen. Er bestaat niet de minste mogelijkheid tot kritiek op wat de oversten verordenen en noch de rede noch de moraal hebben ook maar iets in de pap te brokken waar vast ligt wie de lakens uitdelen.

Logica, redelijkheid en ethiek ontlenen hun geldigheid uitsluitend aan het gezag dat dan ook het monopolie heeft om ze te hanteren, zodat onderworpenen die over recht en rede durven te reppen, er onverwijld door teruggefloten worden. Het gezag zal er zo nodig zelfs niet aan denken om terug te deinzen voor het gebruik van zelfs het meest gruwelijke geweld. En wie zich van deze regels niet bewust zijn, worden even onverwijld en meedogenloos als achterlijk weggezet waarbij deze daadwerkelijke sociale moord niet zelden wordt vervolledigd door een bij voorkeur laffe fysieke doodslag welke meestal door schorriemorrie op betaling wordt voltrokken.

Het is namelijk niet alleen zo dat de kroon zich niet laat beledigen: haar vanzelfsprekende werkzaamheid - de ademhaling, zo men wil, die haar in leven houdt - bestaat er daarentegen in om onafgebroken en ook in alle denkbare en ondenkbare vormen en gedaanten te allen kante beledigingen te uiten alsook alle andere handelingen te stellen die nodig zijn om haar doen uit te tronen boven alles en iedereen.

De zegeningen van een overste verkappen tevens de gruwelijkste dreigingen jegens wie ook maar spelen met de gedachte hem ontrouw te zijn. En wie door het volk op handen worden gedragen, moeten zich hoeden voor de kiemen van haat en doodslag welke schuilgaan in de twijfel die reeds uitgebroed wordt achter de betuigingen van quasi volmaakte vriendschap, hoogste eer en slaafse onderwerping. De onderwerping is er slechts als participatie aan de heerschappij van wie of wat men niet verslaan kan; zij is berekend, vals en een kort leven beschoren; met geduld wacht zij haar tijd af om de gekroonden te onthoofden. Op Palmzondag volgt, naar een heilige en sinds het begin van de geschiedenis voorzegde wet, gewis de Kruisiging.

Andermaal : de inhoud van de verordeningen wereldwijd is volstrekt onbelangrijk. Acht miljard aardbewoners breken zich het hoofd over hun betekenis zoals de kerkgangers van destijds een punthoofd kregen van de mysteries in 't Latijn. Gebiologeerd kleeft nu de ganse mensheid aan geëlektrificeerde plastic platen: zij worden toegesproken door de wereldheersers, vorsen verwoed naar de betekenis der immer muterende regels en verordeningen van de kroon, de zogenaamde kroon- of coronaregels. Hun lot - dat uiteraard het onze is - wordt uitnemend verhaald en verhelderd door nog een andere Nicolai, een grote Rus, in een novelle welke luistert naar de naam 'De Mantel'.

(J.B., 26 maart 2021)

Verwijzingen:

(1) F.M. Dostojevski (in een vertaling van Hans Boland), Duivels, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam 2017, pag. 48

(2) Ib. pag. 53.


25-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De inhoud is volstrekt onbelangrijk


De inhoud is volstrekt onbelangrijk

Nog voor de hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie in de jaren zestig van de vorige eeuw werd de katholieke eredienst gehouden in de vorm van de Tridentijnse mis die vier eeuwen eerder werd ingesteld ter gelegenheid van het Concilium Tridentinum of het Concilie van Trente, met teksten uit de tijd van Gregorius de Grote die nog bijna duizend jaar vroeger leefde en de mis die gold in het Romeinse of westerse deel van de kerk werd derhalve in het Latijn gelezen.

De zondagsplicht was algemeen terwijl de overgrote meerderheid der gelovigen analfabeet was, laat staan dat de kerkgangers het Latijn beheersten. De celebrant sprak in de kerk de gemeenschap der gelovigen toe in het Latijn en zij beantwoordden in diezelfde dode taal de voorzeggingen, meestal zonder daarvan ook maar een woord te verstaan.

Verstaan en verstand hoefden per slot van rekening ook niet omdat toverformules nu eenmaal werkzaam zijn van zodra zij uitgesproken worden, ongeacht of zij worden verstaan of zelfs maar worden gehoord. De formule werd verondersteld een geheel zelfstandige werking te hebben zoals die van de hamer op het aambeeld of zoals die van het voedsel in het lichaam van de eters.

In die tijd werd de werkelijkheidswaarde van woorden kennelijk gelijkgesteld aan die van materiële dingen, waarmee gezegd is dat woorden toen louter als geluiden bestonden terwijl zij tegelijk veel meer waren dan klanken omdat geluiden pas werkzaam worden als zij formules zijn. Het gaat om het tijdperk waarin de uilen spraken en de mensen in hun dromen met de doden converseerden en wanneer gedachten hen te beurt vielen, hadden zij het over stemmen, ingevingen en geesten.

Men kan zich afvragen wat de zin kon zijn van het praten en napraten zonder begrip van de betekenis van wat gezegd werd en misschien luidt het antwoord dat verhalen die zichzelf vertellen, geduldige boodschappers zijn die zich vanuit een onverstandig verleden een weg naar de toekomst banen in de stille hoop daar op zekere dag de ontwikkelde geesten te zullen vinden die wel ontvankelijk zijn voor hun betekenis, als werden die verhalen ooit begraven als een soort van appeltjes voor de dorst.

Daarnaast echter blijkt het een gegeven dat de luidruchtige doch geestloze conversaties die de duistere middeleeuwen vulden, veeleer de vorm waren waarin zich de vrager en de antwoordgever als zodanig manifesteren, of beter: het spel van enerzijds degene die beveelt en anderzijds zij die er gehoor aan geven.

De preekstoel verheft zich boven de andere stoelen om toe te laten aan de prediker, alle anderen te overstemmen, te bevelen, hen met zijn bek te pikken in een orde waarvan alle vormen voorgegeven zijn. In de tijd van Dostojewski breidt dat preekgestoelte zich dan uit over de hogere kringen in cultuursteden zoals Parijs en Sint-Petersburg: de kringen die het geld opmaken dat zuur verdiend wordt door een volk dat gedwee toehoort wanneer zij ordonneren en dicteren, dat applaudisseert voor hun onbegrijpelijk abstracte schilderwerken en gedichten op de kunstzinnige exposities die zij prepareren op geheime samenkomsten met koekjes en champagne.

Maar deden zij niet exact hetzelfde als de aanwezigen in de Tridentijnse missen en wordt vandaag deze bevestiging van de pikorde dan niet herhaald door enerzijds wie paraderen op de buis en anderzijds de talloze, hulpeloze toehoorders en kijkers in hun alsmaar ongemakkelijker wordende fauteuils?

Na vele eeuwen praktiseren dringt het nog altijd slechts met mondjesmaat tot onze zo makkelijk op hol te brengen hoofden door dat al die onzin die nu wordt verkondigd bijzaak is omdat niet in het minst de inhoud van de litanieën van belang is doch alleen de vorm. Een priester staat vooraan om eer te brengen aan de orde van de dingen, om te herhalen dat hij de spreekbuis is van god in hoogst eigen persoon waaraan de toehoorders obediëntie verschuldigd zijn: zij zeggen samen 'amen' en gaan dan slapen en in hun dromen drukt zich de obligate orde van de dingen almaar dieper in hun zwakke geest, werken de formules zoals zuren op hun zielen in en manifesteert zich wie de bazen zijn en wie zich moeten voegen naar hun eisen.

Spreken zij Latijn? Zijn hun gedichten en hun schilderijen geheel abstract en onverstaanbaar? Drammen zij uur na uur en dag na dag en jaar na jaar steeds weer dezelfde absurde opdrachten en rijmelarijen door onze arme hoofden? Anderhalve meter, mondmaskers op en maximum vier personen samen?

Zo traag zijn wij dan van begrip dat wij nog steeds niet merken dat de inhoud er helemaal niet toe doet, er nooit toe deed en er ook nimmer zal toe doen. Het gaat er slechts om dat wij belijden wat wij doen doch niet kunnen begrijpen omdat het zonder een andere inhoud is dan zijn hoogst eigen vorm, precies zoals het wezen van de mammon dat is, die heerst over de wereld in dit einde van de tijden.

(J.B., 25 maart 2021)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijwerkingen



Bijwerkingen


24-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hergeboorte van de kwakzalverij - Aflevering 3


De hergeboorte van de kwakzalverij

Aflevering 3

Theorieën kunnen nooit de basis zijn van ongeacht welke werkelijkheid: zij ontstaan altijd uit de praxis, altijd zijn zij hypothetisch, zij zijn hulpmiddelen en als zodanig principieel altijd verwisselbaar voor andere hulpmiddelen. Wij hanteren theorieën tot op het punt waar ze niet langer kloppen en daar dwingt de praktijk ons om ze weer te laten varen - doen we dat niet, dan zullen we tot onze eigen scha en schande moeten leren dat de grondslag van onze theorieën de methode van gissen en missen is en dat we daar moeten naar terugkeren op het ogenblik dat onze vertrouwde handboeken ons in de steek laten. Gissen en missen - dat is de praxis: wij doen iets op die manier omdat het zo ook lukt en lukt het op een andere manier beter, dan veranderen we meteen ook onze handelwijze en de theorie volgt.

In de muziektheorie, bijvoorbeeld, bestaat er een leer van de harmonie, een geheel van regels die te maken hebben met het esthetisch effect van samenklanken en die bepalen wanneer verschillende tonen onderling 'rijmen'; het is een theorie die wiskundige en fysische gronden heeft. Elk geluid is een geluidsgolf met een welbepaalde golflengte en twee tonen klinken harmonieus samen als hun golflengten zich tot elkaar verhouden zoals eenvoudige gehele getallen, met andere woorden: als ze in elkaar passen omdat de ene golf twee of drie keer groter is dan de andere, want op die manier vertonen die golven op geregelde tijdstippen snijpunten, punten waarop zij samenvallen. Het visuele beeld van harmonieus klinkende geluiden ziet er dan ook uit als een geheel van harmonieus verstrengelde golven. Ook snaren klinken harmonieus samen als hun lengten zich onderling verhouden zoals gehele getallen - maar dan met die beperking dat hun spanning constant wordt gehouden want ook die beïnvloedt de toonhoogte. Maar dat is 'slechts' de theorie.

De meeste mensen worden geboren met voldoende gevoel voor muziek om spontaan te kunnen horen of een zeker samenspel welluidend is of niet. De meesten onder ons kunnen harmonieën van disharmonieën onderscheiden zonder ook maar enige notie te hebben van de harmonieleer of de muziektheorie. Vanzelfsprekend is dat zo, want uiteraard is de theorie afgeleid uit de praxis: we ervaren een samenklank als 'schoon', we onderzoeken hoe dat komt en we vinden allerlei fysisch gegronde wetten.

Componisten moeten op school de harmonieleer studeren maar wanneer zij componeren, passen zij die toe zonder erbij na te denken. Zij kunnen dat doen 'op het gevoel af', niet omdat ze de theorie onder de knie hebben maar omdat ze beschikken over een aangeboren gevoel voor muzikaliteit dat veel sneller en efficiënter werkt dan ongeacht welke theoretische berekening.

Hetzelfde geldt voor de kleurenleer: de fysische gegevens van de golflengten van licht en de gevoeligheid van specifieke kleurenreceptoren in onze ogen kunnen theoretisch in kaart worden gebracht en op grond daarvan kunnen wetten worden geformuleerd die samen een kleurenleer vormen, maar een begaafd schilder gaat niet aan het rekenen wanneer hij kleuren mengt en aanbrengt op het doek: hij werkt louter op grond van gevoel voor schoonheid en dat gevoel is uiteindelijk ook de ultieme maatstaf.

Klanken en kleuren zijn zintuiglijke zaken en ofschoon het intellectuele zijn aandeel heeft in het verwerkingsproces dat de ervaring van schoonheid mogelijk maakt, voltrekt zich dat proces quasi volledig onbewust: het bewuste wordt vrij gehouden voor de beleving waar het om te doen is.

Componisten die componeren op grond van alleen maar de regels van de harmonieleer, overtreffen in hun kunde de computers niet. Het werk van kunstschilders dat zich louter richt naar de voorschriften van een kleurenleer is eveneens slechts programmatoepassing – iets wat ook computers kunnen. De muziek van deze lieden kan weliswaar klinken zoals die van Bach maar zij is nimmer origineel en altijd zeer beperkt.

Van kunst kan pas sprake zijn waar vrijheid heerst, een onmisbare voorwaarde voor originaliteit. En wonder genoeg zal, eens deze vrijheid gerealiseerd wordt, de muziek ook zichzelf schrijven en het schilderwerk zal uit zichzelf ontstaan, het gedicht fluistert zich in het oor van de dichter, de waarheid zelf spreekt tot de profeet. Het sublieme kon niet anders zijn dan zoals het is omdat het anders niet subliem zou zijn, terwijl het zich tegelijk in een eindeloos aantal vormen kan manifesteren. Spinoza identificeerde het ware met het noodzakelijke maar misschien vergat hij een dimensie die althans binnen het geijkte denken niet zichtbaar wordt omdat zij danig paradoxaal blijkt.

Niet alleen de kunsten vertonen de bijzondere kenmerken waar hoger naar verwezen wordt: ook in de wereld van de wiskunde duiken mensen op die wel een zintuig lijken te hebben voor getallen zoals schilders een zintuig hebben voor kleuren en zoals componisten puur zintuiglijk harmonieën aanvoelen. Daarom ook is het denkbaar dat heel wat wetenschappelijke sectoren kunnen benaderd worden zoals dat met de kunsten het geval is.

Architectuur is weliswaar grotendeels wis- en natuurkunde, materialenleer, scheikunde en zelfs meteorologie maar de gulden snede en de fractalen die ook in de natuur opduiken, hebben alles te maken met schoonheid en harmonie: er kunnen inzake bouwwerken wel degelijk verbanden zijn tussen enerzijds stevigheid en soliditeit en anderzijds schoonheid, harmonie of esthetische compositie. En zo blijkt ook naar het zeggen van artsen de geneeskunde niet slechts een loutere kunde maar ook voor een groot deel een kunst te zijn, een aanvoelen, waarbij inschatting een voorname rol speelt en gevoel voor evenwicht.

Is het dan niet altijd zo dat schone mensen ook gezonde mensen zijn, dan is het toch dikwijls het geval dat ziekten en systemische tekorten fysiek zichtbaar kunnen worden en meer bepaald als esthetische tekorten. Het is daarom ook niet ondenkbaar dat er kwakzalvers bestaan die hun naam danken aan hun volstrekte onwetendheid inzake de hedendaagse gezondheidsleer en aan de grilligheid van hun eigenzinnige theorieën maar die er toch in slagen om mensen van bepaalde kwalen af te helpen omdat zij die benaderen met 'zintuigen' die bij de meesten onder ons onderontwikkeld zijn gebleven.

Klinkt dit enigszins ongeloofwaardig, dan moet men maar eens nadenken over het feit dat honden die daartoe worden opgeleid met hun reukzin kanker kunnen herkennen. Of aan zekere insecten of zelfs planten die - God mag weten hoe - zichzelf beschermen tegen invloeden van het milieu door een spontane chemische respons, een onmiddellijke vorming van effectieve stoffen: zij denken niet na maar zij doen wat passend is om te overleven en zij 'weten' ook hoe ze het moeten doen, welhaast op de manier waarop water feilloos zijn weg vindt naar de allerdiepste plekken.

Het Emmanuel Ziekenhuis te Wetteren werd destijds genoemd naar een kloosterzuster die daar werkte. Dokter P. Gillis die in de naoorlogse periode huisdokter was in de streek, vertelde dat hij zich tot de zuster in kwestie richtte wanneer het stellen van een diagnose hem lastig viel. De zuster hoefde de patiënt slechts even te zien om feilloos te kunnen bepalen aan welke kwaal hij of zij leed.

(J.B., 24 maart 2021)


23-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hergeboorte van de kwakzalverij - Aflevering 2

De hergeboorte van de kwakzalverij

Aflevering 2

Er zijn mensen die zowaar geloven dat onze vrijheid ermee gediend zou zijn wanneer de uitoefening van ongeacht welk beroep werd overgelaten aan de willekeur: kwakzalvers zouden dan mogen opereren naast gestudeerde en gediplomeerde dokters precies zoals amateurkunstschilders vandaag aan de slag kunnen naast grafische kunstenaars met een gedegen opleiding aan de academie.

Wat betreft die laatste groep is het echter wel zo dat van lesgevers in de schilderkunst in door de staat gesubsidieerde scholen, musea en nog andere instellingen wordt geëist dat zij een diploma kunnen voorleggen terwijl onze ministers geheel zonder scrupules ons belastingengeld spenderen aan het subsidiëren van beroemde kunstenaars en aan de aanschaf van hun kostbare werken zonder dat het ook maar in hen opkomt om zich af te vragen of de artiesten in kwestie wel gediplomeerd zijn en tegen die handelwijze heeft bij mijn beste weten ook nooit een mens verzet aangetekend.

Hij die kan, doet; hij die niet kan, onderwijst, is een tegelspreuk die niet zomaar uit de lucht komt vallen: in feite illustreert zij een alles behalve onschuldige maatschappelijke hypocrisie, welke verwant is aan de bijzonder arrogante pretentie dat het burgerschap het fundament zou zijn van het mens-zijn in plaats van andersom - een pretentie waarvan de algemeen gangbaarheid zich manifesteert in de problematiek van de sans-papiers: wie niet beschikt over een geboorteakte, kan niet bewijzen dat hij bestaat en wordt derhalve niet alleen als burger onbestaande geacht maar ook als mens. Dezelfde aanmatiging zorgt er immers voor dat de staat zich gedraagt als de oorsprong en de bron van kunstenaars en kunst: het bestaan van instituten die pretenderen van mensen kunstenaars te kunnen maken, bewijst dat het de staat met haar waanzin menens is.

Er zijn er nu die beweren dat de geneeskunst te lijden heeft onder hetzelfde juk van wat misschien wel totalitarisme kon heten: door zijn muziekpartituren te ondertitelen met A.M.D.G. (*) getuigt de componist Johann Sebastian Bach dat hij met zijn muziek lof wil brengen aan zijn schepper maar Hitler, Stalin en Mao wilden dat 'hun' kunstenaars lof brachten aan de afgod vadertje staat die pretendeerde hun muze te zijn en aan de oorsprong te liggen van hun kunst en kunde.

Dat zij die het niet kennen alsnog worden toegelaten om het te onderwijzen heeft vanzelfsprekend alles te maken met cliëntelisme: klant is koning en wie bij ons kopen, hebben een streepje voor omdat onze manier van handeldrijven gehoorzaamt aan het devies: voor wat, hoort wat, dat een mutant is van de regel: een oog voor een oog, een tand voor een tand welke het beginsel van de wraak uitdrukt alsook de wet van het recht van de sterkste, afkomstig van de natuurlijke wet van the survival of the fittest. Derhalve is cliëntelisme kenmerkend voor totalitarisme en de twee staan haaks op wat wij kennen als beschaving of humaniteit. Maar het beginsel dat zij die het niet kennen, het alsnog mogen onderwijzen, impliceert uiteraard niet dat zij die het onderwijzen, het niet zouden kennen of kunnen. De kwestie is alleen dat de twee niet noodzakelijk samenvallen: iets kunnen en als zodanig erkend worden, vallen alleen altijd samen in een ideale en dus onbestaande wereld. In de echte wereld bestaat het dat een schilder in zijn hele leven niet één werk kan slijten en zich uit wanhoop op zevenendertigjarige leeftijd een kogel door het hoofd jaagt terwijl na zijn dood de geringste van zijn schetsen alleen nog te vinden zijn in de zwaarst bewaakte musea ter wereld. In het echte leven is het mogelijk dat de grootste lapzwans president wordt van een wereldrijk.

Met andere woorden valt er misschien wel iets te zeggen voor het standpunt dat men niet zozeer of dan toch niet uitsluitend moet oordelen op grond van officiële maatstaven: waar regels bepalen wat schoon is, heeft de kunst opgehouden te bestaan omdat creativiteit alles behalve programmeerbaar is: computers kunnen niet componeren, schilderen of dichten en waar artiesten dat doen naar het voorbeeld van machines, is de kunst allang een stille dood gestorven. Waar een comité het volk voorhoudt alleen nog te luisteren naar het 'officiële nieuws', heeft Big Brother zijn intrede gedaan en werd het einde ingeluid van niet alleen de waarheid maar tevens van de mens die immers uit de waarheid voortkomt, daar de waarheid God is die hem schiep. Waar instellingen zich het monopolie toe-eigenen over het goede en zij derhalve pretenderen aan de basis te liggen van het menselijk geweten, werd het licht dat goed van kwaad kan onderscheiden uitgedoofd en werd de mens beroofd van zijn kostbaarste bezit - zijn vrijheid.

Misschien moet erkend worden dat het schone niet datgene is wat overeenkomt met de zogenaamde regels van de kunst die men op de schoolbanken kan leren - wat dan ook niet betekent dat het schone daar perse moet mee vloeken: schoon is daarentegen wellicht wél wat mensen exalteert, verrukt, boven zichzelf verheft, bevrijdt uit de dode stof, vol blaast met geest, ja, onsterfelijk maakt, al is het maar voor één enkel ogenblik. Misschien moet erkend worden dat waar is, wat werkt: true is what works, zoals de pragmatici zeggen, wat dan ook niet wil zeggen dat men zich moet vastpinnen op die ene regel. En ook voor het goede bestaan voorwaar helemaal geen voorschriften: wie geloven niet te zondigen omdat zij nauwgezet alle regeltjes van hun religie in acht nemen, hebben zichzelf herleid tot de contradictie van een levenloos want willoos en onvrij wezen dat gelooft zich te kunnen verzekeren tegen het doen van kwaad terwijl het zich aldus beroofd heeft van het vermogen om het goede te doen dat immers voor alles vrijheid vereist.

En om nu terug te komen op de kwestie van de kwakzalvers: misschien moeten diegenen als geneesheer worden erkend die daadwerkelijk genezen, zoals de Nazoreeër, die immers ook niet afgewezen werd omdat hij een diploma miste toen hij de bezetene bevrijdde van een legioen aan boze geesten, toen hij Lazarus opwekte uit de dood of het dochtertje van Jaïrus. Edoch, deze erkenning vergt vooreerst de erkenning van de waarheid en dat zulks geen sinecure is, bewijst de geschiedenis zelf: het volk zelf verkoos geheel democratisch de vrijheid van een moordenaar (2) boven die van een genezer, die prompt werd omgebracht.

(J.B., 23 maart 2021)

Verwijzingen:

(1) A.M.D.G. Is de afkorting van het Latijnse gezegde Ad Majorem Dei Gloriam, dat betekent: Tot meerdere eer en glorie van God.

(2) Met name Barabbas. Zie: Mattheüs 17:14-26.


22-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hergeboorte van de kwakzalverij - Aflevering 1



De hergeboorte van de kwakzalverij

Aflevering 1

Zieken moeten geholpen kunnen worden en met het oog op het bieden van (de best mogelijke) medische hulp worden mensen opgeleid tot arts en dan als zodanig wettelijk erkend. Studenten die niet slagen voor een vak, worden terecht beschouwd als onbekwaam en zij krijgen dan ook niet het recht om het vak in kwestie uit te oefenen en uiteraard wordt dat recht sowieso onthouden aan wie helemaal geen opleiding hebben gehad: dat geldt voor elk vakgebied en dus ook voor de geneeskunde. Wie zich dan wars van alle wettelijke bepalingen alsnog aan anderen gaan opdringen als genezers, maken zich schuldig aan een vergrijp genaamd kwakzalverij. Al moet hier volledigheidshalve worden aan toegevoegd dat ook artsen die eigenzinnige geneesmethoden aanwenden, van kwakzalverij beschuldigd kunnen worden.

Kwakzalvers brengen het leven van anderen in gevaar omdat zij onder valse beloften mensen kunnen afhouden van daadwerkelijke hulp of hen met oneigenlijke behandelingen alleen maar zieker maken. Soms doen zij dat opzettelijk, bijvoorbeeld omdat zij munt proberen te slaan uit het leed en de onwetendheid van anderen maar veel vaker wordt dit bedrog nog overtroffen door een specifiek zelfbedrog, namelijk een ziekelijke zelfoverschatting - een grootheidswaan - vanuit een volstrekte afwezigheid van zelfkritiek gekoppeld aan een even schromelijke onderwaardering van de rechtsstaat en van het beroep in kwestie.

De opkomst van kwakzalverij in recente jaren vormt een bedreiging voor de volksgezondheid en zij kan grotendeels verklaard worden door een groeiend en vaak terecht wantrouwen in de reguliere geneeskunde die, net zoals vele andere maatschappelijke sectoren, in de kwalijke greep zit van een kapitalistische economie. Die berust namelijk op de perversie van de middeldoelomkering waarbij in dit specifieke geval niet het bieden van hulp aan de zieke vooropstaat maar wel het maken van winst middels het voorwenden van hulp. De hulp is dan niet langer het doel maar het als doel voorgewend middel terwijl het ruilmiddel (geld) wordt nagestreefd als doel. Niet het genezen van de zieke maakt de genezer gelukkig doch het bekomen van winst.

In neoliberale maatschappijen gaat deze perversie zo ver dat aan de zieke die niet (meer) kan betalen, hulp wordt onthouden: iemands ziekte wordt als chantagemiddel aangewend, als middel om hem geld te ontfutselen. Het buitenproportioneel financieel succes waarop de farmaceutische industrie vandaag boogt, kan de feitelijkheid van deze rampzalige gang van zaken alleen maar waarschijnlijker maken. In de etalage van de winkel van een nochtans regulier gestudeerde apotheker vindt men steeds meer prullen die met geneesmiddelen helemaal geen uitstaans hebben maar die wel geld in het laatje brengen omdat zij door bedrieglijke reclame worden gepromoot.

Het spookbeeld van de hel in een hiernamaals lijkt met de afgang van de religies vervangen door het spookbeeld van een hel in het hiernumaals: de vrees om kwaad te ondergaan is in de plaats gekomen van de vrees om kwaad te doen. In wat andere bewoordingen betekent deze fundamentele omslag dat samenwerking nu werd vervangen door concurrentie: het recht van de sterkste of de wet van de jungle verovert steeds meer terrein op een beschaving met christelijke fundamenten.

De genoemde aberratie kan nu echt dusdanige proporties aannemen dat regulier geproduceerde waren en diensten op den duur niet alleen waardeloos maar bovendien echt schadelijk worden zodat mensen hun toevlucht gaan nemen tot de clandestiniteit: zij trekken hun plan met eigen middelen en met de hulp van leken die het al niet slechter meer kùnnen doen dan de loonslaven in dienst van bedrijven die nog louter gebrand zijn op geldelijk gewin. We zijn steeds vaker beter af als we zelf onze haren knippen en onze kamers behangen, als we een buurvrouw als babysit inschakelen, als we onze aardappelen kopen bij een hobbyist of als we een oudere klasgenoot van Benjamin vragen voor het geven van bijles: geen van hen is gediplomeerd of werkt regulier maar zij presteren exact wat wij verlangen.

Zo ook is het niet ondenkbaar dat langdurig zieken na een uitputtende calvarie in het reguliere circuit, wel moeten aankloppen bij de zelfverklaarde genezers omdat dit de allerlaatste optie is. Evenmin ondenkbaar is dan het alsnog optreden van genezing: niet zozeer ingevolge een wonderbaarlijke behandeling maar doordat een einde gekomen is aan de ziekmakende werking van de reguliere geneeskunde zoals intussen een halve eeuw geleden door Ivan Illich beschreven in zijn Medical Nemesis.

(J.B., 22 maart 2021)


17-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een psychose met verworven rechten



Een psychose met verworven rechten

In mei van dit jaar publiceerde René Stockman, die een congregatie leidt die zich wijdt aan de verzorging van geesteszieken, het opiniestuk: Gender, een gevaarlijke dwaling.1 Het artikel is een reactie op de menselijke evolutie naar meer zelfbeschikking en dit specifiek met betrekking tot de seksualiteit. Stockman vindt dat onze zelfbeschikking te groot wordt en dat men zich wat betreft de seksualiteit niet moet verlaten op wat de wetenschappen leren en op wat de democratie wil maar dat men zich moet onderwerpen aan de voorschriften uit de bijbel, die volgens het katholieke geloof het woord van God is.2

- Omsk Van Togenbirger, we hebben de tekst hier bij de hand: wat moeten wij denken over dit geschrift van de generale overste van de Broeders van Liefde? Dwalen de hedendaagse wetenschappers zoals de kerk dat ook beweerde over de middeleeuwse sterrenkundigen zoals Giordano Bruno die op de brandstapel belandde wegens ketterij? Of dwaalt de kerk?

OVT: De kerk is ervan overtuigd dat zij niet kan dwalen, zij wordt immers geleid door God zelf. Ja, ik zie je glimlachen maar weet dat waanzin zich niet van de wijs laat brengen! Wie in een psychose gevangen zitten, geraken daar niet zomaar uit!

- Is het geloof dan een psychose?

OVT: Een psychose met verworven rechten. Kijk, de katholieke mensvisie is wezenlijk psychotisch, ze huldigt het middeleeuwse principe 'quod non est in scriptis, non est in mundo'3, wat inhoudt dat men ernaar streeft om de realiteit aan te passen aan de eigen meningen, zoals men ook deed inzake de sterrenkunde, wat achteraf absurd bleek. Absurd is het dit keer ook maar vandaag zou men beter moeten weten! In het nieuwe mensbeeld daarentegen erkent men nederig de realiteit en schikt men zijn opvattingen zo goed mogelijk naar de werkelijkheid en dat is wetenschap.

- Stockman heeft het aan de stok met het begrip 'gender': "'gender' staat voor de gedrags- en identiteitsaspecten van geslacht, ter onderscheiding van lichamelijke en biologisch aspecten", zo schrijft hij en zijn kritiek luidt: "De natuurlijke band tussen enerzijds de lichamelijke en biologische kenmerken die het geslacht van iemand bepalen en anderzijds de identiteit en het corresponderende gedrag dat hij of zij hiermee vertoont, wordt verbroken."

OVT: Zijn de lichamelijke en biologische kenmerken die het geslacht van iemand zouden moeten bepalen dan altijd zo eenduidig? Bovendien hebben de identiteit en het corresponderende gedrag niet alleen te maken met de zichtbare kenmerken maar ook met wat nog verborgen ligt in de hersenen, met ervaringen en met psychische zaken. Voorhouden dat er alleen mannen en vrouwen bestaan en bovendien voorschrijven aan welke verwachtingen zij dan moeten voldoen, maakt mensen ongelukkig die zich in geen van de twee voorgeschreven geslachten kunnen vinden, hetzij om fysieke redenen hetzij om andere. A propos: het vertrekpunt is een begrippenpaar - man-vrouw - en dat wordt niet in vraag gesteld.

- Stockman klaagt aan dat mensen zelf hun geslacht kunnen kiezen, hun gender, zonder nog rekening te moeten houden met hun biologische identiteit, zo schrijft hij.

OVT: Laat ik eens een vergelijking maken. Stel dat wij geconfronteerd worden met een kat die blaft. Ga je dan zeggen tot dat dier: jij mag niet blaffen want je bent een kat, een kat hoort te miauwen, wat jij doet is tegen je natuur? Als je zo oordeelt, wil je dat de feiten zich schikken naar jouw kennis ervan, nietwaar? Als bovendien je kennis zich beperkt tot wat een zesduizend jaar oud geschrift over die zaken zegt omdat je gelooft dat dit de waarheid is dan is de waanzin wel compleet, zo dunkt mij. Wel, dat is wat Stockman doet als hij oordeelt dat men zich moet voelen zoals men eruit ziet of dus zoals mensen van jou verwachten dat je je voelt. En dat is bovendien geen gewone psychose: in een psychose wil je dat de werkelijkheid zich naar je eigen mening schikt maar hier wil je dat de werkelijkheid zich schikt naar andermans mening. Te gek voor woorden. En dan die biologische identiteit: men doet alsof dit een objectief gegeven is maar men ziet over het hoofd dat de daarvoor toegepaste criteria van menselijke makelij zijn. Dit is een ode aan het blinde handelen en derhalve godslasterlijk omdat wij geboren zijn met het vermogen om kennis te ontwikkelen.

- Bestaat er dan helemaal geen natuurlijkheid meer?

OVT: Kijk, laat ik eens een vergelijking maken uit de rekenkunde. Je weet wat natuurlijke getallen zijn? 1, 2, 3 en zo voort, er zijn er oneindig veel en men kan ze allemaal bekomen door er telkens eentje bij te tellen. Ze zijn allemaal natuurlijk, maar we zijn al aan het tellen, nietwaar? Optellen, dat moeten we immers doen om de hele rij te bekomen. Maar uit de bewerking van het optellen komt de bewerking van het aftrekken voort, dat kan niemand verhinderen die aan het rekenen gaat en wat gedaan als men een groter getal van een kleiner gaat aftrekken? 3-5 bijvoorbeeld? Moet men dan zeggen dat dit niet gaat? Wel neen, we zullen zeggen dat 3-5 gelijk is aan -2 en dat is dan een negatief getal. -2 appelen vindt men niet in de natuur maar misschien wel in de mensenwereld, meer bepaald als het aantal appelen dat iemand aan een ander verschuldigd is. Het vermenigvuldigen van natuurlijke getallen brengt wel natuurlijke voort maar van vermenigvuldigen komt algauw delen en wat gezegd van 4:3? Of 10:3? Dat laatste is een irrationeel getal, men kan het niet eens gewoon schrijven want aan het aantal cijfers na de komma komt geen eind. En een rekenkundige kan die 'onnatuurlijke getallen' toch niet uitsluiten? Ze komen immers vanzelf voort uit de natuurlijke van zodra men er simpele bewerkingen gaat op uitvoeren. Wel dan, het leven is geen dode natuur en zeker geen dood geschrift in een dode taal. De veranderingen die het leven ondergaat zijn ook veel complexer dan simpele rekenkundige bewerkingen. Wie willen dat het leven zich schikt naar dode letters en wie op grond daarvan alle leven dat dit weigert te doen, uitsluit, die willen dat alleen de dood bestaat. Wanneer de generale overste van een congregatie van mensen die geesteszieken verzorgen, er dergelijke meningen op nahouden, dan vraag ik mij niet alleen af of zij niet geestesziek zijn maar tevens vraag ik mij dan af of zij geen geesteszieken maken.

- Stockman heeft het over een nieuwe ideologie met wortels in het feminisme: "Totale gelijkheid tussen man en vrouw werd het streefdoel en het wegwerken van alle verschillen die de vrouw maar op enige manier zou kunnen discrimineren", zo schrijft Stockman en dan verklaart hij dit: "Niemand zal twijfelen aan het belang van de totale gelijkwaardigheid van man en vrouw, maar daarvoor hoeft men zijn eigen seksuele identiteit niet te verloochenen. Gelijkwaardigheid is nog steeds iets anders dan gelijkheid!"

OVT: Kennelijk heeft de auteur geen oog voor het feit dat het protest der feministen precies gaat over de gelijkheid als mens ondanks de geslachtelijke verschillen: als wie solliciteren voor een job in het onderwijs minder kansen hebben als zij vrouw zijn, is dit een onrecht en aan de basis daarvan ligt het onterecht relevant achten van het geslacht voor de functie. Het geslacht is van geen betekenis voor de functie van leraar en in dat opzicht zijn man en vrouw gelijk, daarover gaat de hele discussie. Waar die menselijke gelijkheid geloochend wordt, is sprake van discriminatie en van onrecht. Zo ook zijn zwarten en blanken als mens niet gelijkwaardig maar gelijk zonder meer. Zegt men dat zij als mens gelijkwaardig zijn, dan zegt men dat ze als mens verschillen. Maar het menszijn is verstrengeld met het man-zijn, met het vrouw-zijn of met het nog-anders-zijn en daarom is er onrecht waar men de realiteit van dit nog-anders-zijn miskent. Het onvermogen om zijn opvattingen in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid - de werkelijkheid van in dit geval het feit dat er interseksen bestaan, homo's en nog andere seksuele varianten naast de man en de vrouw waarvan sprake in Genesis - is wezenlijk psychotisch.

- Stockman ziet "de steeds voortschrijdende verabsolutering van de autonomie en de zelfbeschikking" als boosdoener in het ontstaan van de gendertheorie.

OVT: Nogmaals, de gendertheorie is niet uit den boze en waarom zou zelfbeschikking uit den boze zijn? Zelfbeschikking is een goede zaak omdat heteronomie betekent dat het eigen leven afhankelijk wordt van de beschikking van derden, wat impliceert dat men ervan uitgaat dat mensen ongelijk zijn want men kent aan bepaalde mensen het recht toe om over anderen te beschikken. Meer bepaald is dat lijfeigenschap!

- Dan schrijft Stockman dat bijgevolg "de snelle opgang van de gendertheorie alles te maken heeft met de maatschappelijke revolutie waarin we ons momenteel bevinden."

OVT: Die maatschappelijke evolutie is inderdaad abolitionistisch: de wereldgemeenschap wil af van de slavernij. De kerk wil er kennelijk naar terugkeren.

- Stockman schrijft dat men overdrijft met autonomie: "Vanaf de jaren '60-'70 van vorige eeuw is men doorgeslagen", zo schrijft hij: "men is deze autonomie en zelfbeschikking gaan koppelen aan het streven naar absolute vrijheid en het afschudden van alle banden die deze vrijheid zou kunnen belemmeren."

OVT: Dit is volstrekt onjuist en uitgerekend de democratie staat daarvoor borg. In de democratie wordt de individuele vrijheid beperkt door wetten die in functie staan van het waarborgen van de vrijheid voor iedereen alsook in functie van de noden van de gemeenschap in zoverre deze instrumenteel is voor de persoonlijke vrijheden - behalve in zekere communistische dictaturen.

- "Voor de vrouw", aldus Stockman, "betekende dit onder andere los komen van de band tussen seksualiteit en voortplanting, waarbij de artificiële anticonceptie het antwoord gaf."

OVT: Artificialiteit is geen zonde en natuurlijkheid is evenmin een heil: zonder menselijk ingrijpen is overleving voor de mensheid onmogelijk, gebeurlijk ook op het vlak van het voortbestaan van de soort, ongeacht of het gaat over anticonceptie of over kunstmatige bevruchting. Er is een toestand denkbaar waar artificiële anticonceptie het einde van de soort ingevolge overbevolking zou kunnen verhinderen.

- Een vreemde zin vind ik deze: "Voortaan zou men seksueel kunnen genieten waarbij men het krijgen van kinderen bewust uitsloot, hetgeen ook tot een enorme denataliteit in het Westen heeft geleid, met alle maatschappelijke gevolgen van dien."

OVT: In die zinswending ontwaart men de verborgen opvatting dat het kroost de straf is voor het seksueel genot: wie seksueel genieten, mogen zich ook niet onttrekken aan de natuurlijke gevolgen ervan. Die opvatting is niet houdbaar, zij gaat uit van het denken in termen van wraak: 'voor wat, hoort wat'. Ook de opvatting dat kinderen krijgen het doel is van seksuele betrekkingen is niet houdbaar en wel om dezelfde redenen waarom de theorie van het 'intelligent design' niet houdbaar is. Maar tegelijk wordt een gebrek aan kroost - de 'denataliteit' - een straf genoemd, zodat in feite gezegd wordt dat de aanvankelijke straf noodzakelijk is. Bovendien worden de zaken hier op hun kop gezet omdat het overbevolkingsprobleem ontkend wordt. Op de koop toe heeft de paus nog niet zo lang geleden gezegd dat wij niet mogen kweken zoals de konijnen...

- Stockman noemt de abortuskwestie een uitwas van de overdreven zelfbeschikking: 'baas in eigen buik'.

OVT: Dat is een andere problematiek, de twee mogen niet vermengd worden. Zelfbeschikking betekent immers ook dat men niet mag beschikken over het leven van een kind en dat het nog niet geboren is, doet daar helemaal niets aan af. Daar spreekt men zichzelf inderdaad tegen.

- Een ander gevolg, zegt Stockman, is de ondermijning van het huwelijk dat immers die absolute vrijheid belemmert, de vrijheid om zich met meer dan één persoon te verbinden.

OVT: Het huwelijk wordt niet verboden, integendeel, het wordt ook ingevoerd voor homo's! Iedereen blijft de vrijheid behouden om zich al dan niet met één persoon te verbinden, zoals iedereen ook vrij is om al dan niet kloostergeloften af te leggen. Neen, aan die vrijheid wordt helemaal niet geraakt! Wel waar is dat het huwelijk niet meer kan opgelegd of afgedwongen worden en dat bijvoorbeeld ook binnen het huwelijk sprake kan zijn van verkrachting en is dat dan geen vooruitgang? Gelukkig is vandaag de oeverloze ellende aan het licht gekomen die resulteerde uit de hypocriete moraal van destijds waar feitelijk het recht van de sterkste heerste onder een dekmantel van geloof en trouw. We mogen ook niet vergeten dat bijvoorbeeld Abraham vele vrouwen had, polygamie was toentertijd kennelijk geen obstakel voor Jahweh: het huwelijk is een relatief jonge uitvinding.

- "Waarom zou een man zich moeten binden aan een vrouw, wanneer hij of zij zich eerder aangetrokken voelde tot iemand van hetzelfde geslacht?", zo schrijft Stockman op een wat verwijtende toon.

OVT: Andermaal een verkapt pleidooi voor lijfeigenschap: waarom zou een derde aan iemand dat recht mogen ontzeggen!? En dat de seksualiteit kan gescheiden worden van de gezinsvorming blijkt uit de praktijk van de instellingen voor wezen maar ook uit de praktijk van adoptiegezinnen en uit de praktijk van het onderwijs dat dan toch een belangrijk deel van de opvoeding van de ouders overneemt en is dat dan schadelijk voor de kinderen? Veel schade wordt toegebracht door vooroordelen welke al te vaak in het leven geroepen worden door irrationele geloofsovertuigingen.

- Stockman heeft het over "het duidelijke verschil tussen de XY en de XX chromosomen bij mannen en vrouwen."

OVT: Ik ben geen specialist ter zake maar ik kan mij inbeelden dat zekere beoefenaars van de medische wetenschappen hier steigeren. Ik beperk mij hier tot de vraag: wat gedaan met de interseksen? Jammer dan voor de onvolmaakt geachten op deze wereld? Enkel rechten voor wie beantwoorden aan dictatoriale voorschriften? Of kiezen wij dan toch voor de democratie die dit onrecht voorkomt?

- "Vanouds vonden ouders het logisch hun kinderen in lijn met hun biologische identiteit op te voeden, zelfs indien ze een kind van het andere geslacht hadden gewenst.", zo schrijft Stockman.

OVT: Er zijn nog dingen die men vroeger logisch of normaal vond. Abraham vond het normaal zijn oudste zoon te onthoofden en op de brandstapel te offeren aan Jahweh.

- De moderne opvoeding legt een hypotheek op de identiteit van het kind en brengt ernstige problemen mee, schrijft Stockman.

OVT: Problemen veroorzaakt door de betrokkenen of door een maatschappij die onder de druk van dictatoriale wetten oordeelde dat het zo niet kon omdat alleen wie tot een meerderheid behoren, rechten hebben?

- "De mens is zijn lichaam en heeft niet zomaar een lichaam", schrijft Stockman.

OVT: Precies daarom slaat het katholieke voorschrift dat men wel homo mag zijn maar het niet mag doen, op niets.

- Stockman verwijt het aan de moderne mens dat hij, wat hij noemt, een dualistische antropologie hanteert: "de mens heeft een lichaam, zoals hij ook andere zaken heeft, en daar kan hij dus ook naar eigen goeddunken mee omgaan, steeds met het recht op absolute vrijheid als argument."

OVT: Andermaal: heeft een derde dan meer recht op iemands lichaam dan diegene die met zijn lichaam samenvalt? Wij zeggen toch 'mijn lichaam' en niet bijvoorbeeld 'het lichaam waardoor ik leef maar waarvan de paus van Rome de eigenaar is'?

- Stockman klaagt aan dat de gendertheorie wettelijk afdwingbaar werd gemaakt.

OVT: Maar dat is het geval met elke wetenschappelijke theorie. Een moordenaar kan zijn onschuld niet bewijzen met bijvoorbeeld de verklaring dat hij op twee plaatsen tegelijk aanwezig was en het is de wetenschap die oordeelt dat zulks onmogelijk is, ook al wordt gezegd dat de stichter van het Opus Dei het geheim van de zogenaamde bilocatie onder de knie had maar dat zijn dan verworven en gesubsidieerde wanen. Alle gekheid op een stokje maar onwetenschappelijke zaken worden in geen enkele rechtbank geduld. Over de wetenschappelijkheid van de dingen moet men niet licht oordelen: dat een theorie wetenschappelijk verantwoord is, betekent dat principieel iedereen die dat wenst, ze op haar waarheid kan toetsen en eventueel bezwaren kan inbrengen of veranderingen kan eisen en die zelf kan bewerkstelligen, namelijk door aan wetenschap te doen. Dat kan men niet zeggen over ongeacht welke religieuze overtuiging. Wel, wil je een democratie of een theocratie? Het islamfundamentalisme toont ons waar dat laatste toe leidt.

- Stockman klaagt aan dat een kind voortaan zelf kan bepalen of het zal worden opgevoed als jongen of als meisje of als neutraal.

OVT: En is het dan geen goede zaak dat de betrokkene zelf kan beslissen over het eigen leven en niet een of andere dictator? Wordt het bijvoorbeeld ook geen tijd dat een kind zelf kan beslissen of het al dan niet wordt gedoopt?

- "Schoolboeken moeten worden aangepast om alle sporen van het archaïsch onderscheid tussen man en vrouw, tussen vader en moeder te doen verdwijnen.", zo klaagt Stockman.

OVT: Uiteraard moet men ophouden met het onderwijzen van onzin en met het indoctrineren van mensen met dictatoriale wetten.

- Stockman klaagt aan dat de seksuele identiteit flexibel wordt en dat dit vloekt met de biologie.

OVT: Het tegendeel is waar: verandering is eigen aan het leven, het alternatief is stagnatie en uiteindelijk de dood. Andermaal: het willen opleggen van eigen ideeën aan de werkelijkheid is waanzin.

- "Hoe is het mogelijk", zo schrijft Stockman, "dat deze theorie, of moeten we zeggen, deze ideologie uiteindelijk wereldwijd werd verspreid en nu ook overal greep op heeft?"

OVT: Die uitspraken verraden een nostalgie naar een welbepaalde dictatuur, want dat is het alternatief voor democratie en wetenschappelijkheid.

- Stockman beweert dat de zijns inziens nefaste en ongelimiteerde evolutie het werk is van talloze goed georganiseerde en gesubsidieerde westerse lobby-groepen tijdens een aantal belangrijke VN-wereldconferenties.

OVT: De evolutie was en is er onder de invloed van de democratie en de wetenschappen die wezenlijk democratisch zijn: niemand wordt er buiten gesloten, iedereen krijgt de kans zijn waarheden te bewijzen en eenmaal bewezen moeten ze door iedereen ook erkend worden. Het idee dat duistere groeperingen hier aan het werk zouden zijn, is paranoia. Andermaal: hier is niets anders gaande dan de vervanging van de dictaturen door de democratie en het streefdoel is ontvoogding en zelfbeschikking: het overwinnen van de slavernij. Niemand mag over andermans leven beslissen: niemand heeft dat recht. Er zijn principieel geen uitzonderingen denkbaar op het recht op zelfbeschikking. Geen limieten dus.

- Stockman waarschuwt tezamen met het Vaticaan "dat via de genderideologie een totaal nieuwe antropologie ontwikkeld wordt die afwijkt van de christelijke mensvisie."

OVT: De katholieke, bedoelt hij. Maar wordt het niet de hoogste tijd dat het oude mensbeeld wordt bijgesteld? Voor katholieken een verschrikking, uiteraard, want zij zien aldus hun macht tanen! De grondslag van de gendertheorie is uiteindelijk het geluk van alle mensen en niet alleen dat van hen die beantwoorden aan de norm gesteld door een zekere dictatuur. En dat elke band met de medemens en de maatschappij verworpen wordt, zoals Stockman beweert, is een flagrante leugen en het tegendeel is waar: het huidige mensbeeld is democratisch en wetenschappelijk, en dit zeer in tegenstelling tot het voorgaande, dat theocratisch was: dictatoriaal en irrationeel. De theorie van het gezin als vanouds de hoeksteen van de maatschappij klopt trouwens ook niet. Ooit leefden mensen in andere eenheden, bijvoorbeeld in stamverband; het klassieke gezin is een maatschappelijk maaksel van de jongste eeuwen.

- Stockman schrijft: "De beleving van de seksualiteit wordt voortaan een totaal individuele keuze, volledig losgekoppeld van de relatie tussen een man en een vrouw binnen het huwelijk en eveneens volledig losgekoppeld van de voortplanting."

OVT: De katholieke kerk heeft seksualiteit gekoppeld aan voortplanting vanuit de idee dat voortplanting het unieke doel is van de seksualiteit. Mensen zouden geen seks mogen beleven behalve met het oog op voortplanting want alleen dat is natuurlijk. Toch is er geen verbod op seksualiteit voor onvruchtbare koppels, er kan immers altijd een wonder gebeuren. Welnu, dat geldt dan ook voor homokoppels. In de katholieke optiek van de natuurlijke bedoelingen is bijvoorbeeld ook pianospelen zonde, onze vingers zijn niet gemaakt voor het klavier want muziekinstrumenten zijn niet natuurlijk, ze groeien immers niet aan de bomen.

- Stockman klaagt aan dat de seksualiteit nu wordt verengd tot een louter hedonistisch gebeuren en dat het krijgen van kinderen wordt verengd tot een recht van de ouders.

OVT: Aan niemand wordt verboden om de seksualiteit te gaan beleven volgens de katholieke leer. De zaak is alleen dat men daartoe niet langer wordt verplicht. Meer vrijheid voor iedereen en minder zeggenschap over andermans zaken.

- Over adoptie door homokoppels schrijft Stockman: "Door adoptierecht te verlenen aan koppels van hetzelfde geslacht ontneemt men kinderen een normale vader- en moederrelatie en wordt het hebben van kinderen als een recht opgeëist om in eigen behoefte voldoen en niet meer beschouwd als een gave en een daaraan verbonden opgave."

OVT: 'Normaal' betekent: 'volgens de norm'. Welke norm? Ook normen groeien niet aan de bomen. En het wordt hoogtijd dat enkele vastgeroeste normen die bestaan bij de gratie van een ziekelijk respect voor stokoude teksten, veranderen.

- Stockman wil dat het onderwijs inzake seksualiteit de bijbel volgt.

OVT: Onderwijs dient up to date te zijn, overeenkomstig de wetenschappelijke bevindingen en zeker niet fundamentalistisch. Het fundamentalisme is een geestesziekte. Men moet de waanzin niet onderwijzen en nog veel minder moet men het onderwijs in de waanzin subsidiëren want dat is achteruitgang. Bovendien is de katholieke mens- en wereldvisie helemaal niet christelijk. Men raadplege de geschiedenis!

- Stockman vreest dat "de gender-ideologie gezien kan worden als een rechtstreekse aanval op de Kerk en haar doctrine die daardoor steeds meer maatschappelijk in de marginaliteit wordt geduwd."

OVT: Eindelijk!

- Stockman besluit: "Tegelijk staat de Kerk voor een ware uitdaging een nog sterkere profetische rol te vervullen in de huidige maatschappij. Profetie heeft immers steeds twee bewegingen: een beweging om de waarheid te verkondigen en een beweging om af te keuren wat met deze waarheid niet strookt."

OVT: Profetie is tovenarij en hoort thuis in lang vervlogen tijden.

(J.B., Tekst d.d. 7 september 2020)

1 https://broederstockman.be/opiniestukken/#Gender_een_gevaarlijke_dwaling

2 Letterlijk vertaald: 'Wat niet in de [Heilige] Schrift staat, bestaat ook niet in de wereld'.

3 Zie ook: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3220341


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Neonazi's vandaag: zo werkt extreemrechts


Neonazi's vandaag: zo werkt extreemrechts

Extreemrechts zijn in wezen wie voorrechten nastreven vanuit een waan van superioriteit en dit met navenante irrationele argumenten. Tot die drogredenen behoren in de eerste plaats gezagsargumenten en dan nog wel verwijzingen naar het opperste gezag: het woord van god of wat daarvoor moet doorgaan. De redenering klinkt dan zo: als wij ons ervan onthouden om te doden, dan handelen wij zo omdat god zelf het ons verbiedt, hij zegt namelijk in de bijbel die zijn woord is: "Gij zult niet doden!"

Edoch, voor hetzelfde geld stond er in de bijbel: "Gij zult doden!" en de kers op de taart is nu dat menig goddelijk bevel ook aldus luidt.

Om te beginnen verwachtte Jahweh van alle voorvaderen van Abraham dat zij hun oudste zoon de keel zouden oversnijden om hem daarna op een brandstapel aan hem te offeren ten teken van liefde en trouw. En voor wie dachten dat die waanzin behoort tot lang vervlogen tijden moet hier worden aan toegevoegd dat ook hedendaagse theologen het naar hun mening betreurenswaardige lot van de moderne mens wijten aan het feit "dat hij niets meer heeft om voor te sterven". Van moord op goddelijk bevel was eveneens sprake in het Requerimiento waarmee paus Adrianus VI in 1513 de Indianen gebood zich aan zijn goddelijk gezag te onderwerpen op straffe van verslaving of genocide.1 En ook met het islamfundamentalisme heeft de wereld in de afgelopen decennia uitgebreid kennis kunnen maken.

Het Vaticaanse document van 2 februari 2019 getiteld Male and female He created them van de hand van kardinaal Versaldi en aartsbisschop Zani van de Congregatie voor de katholieke opvoeding, waarin wordt verwezen naar de bijbel met het oog op de ontkenning van de moderne wetenschappelijke inzichten inzake genderdysforie, doet uiteraard denken aan de middeleeuwse standpunten van de kerk inzake de wetenschap van de kosmologie.2 Sterrenkundigen werden veroordeeld of belandden op de brandstapel, zoals dat het geval was met Giordano Bruno in het jaar 1600. Maar ook vandaag heeft de absurde houding van de kerk verstrekkende gevolgen: het genoemde document dat een aanval is op de moderne gender-theorie vanuit het Bijbelse vers "man en vrouw schiep Hij hen", wil dat het katholieke onderwijs vandaag aan haar opvoedelingen voorhoudt dat zij de wetenschappelijke inzichten ter zake naast zich neerlegt en voortaan alleen nog bij de bijbel zweert.

Bijzonder verontrustend is dat ook het hoofd van de katholieke psychiatrische instellingen, René Stockman, deze mening is toegedaan3, terwijl het tevens wetenschappelijk vaststaat dat discriminatie van holebi's en transgenders in de puberteit, depressie en andere geestesziekten uitlokt en vaker ook zelfmoord.

Vanuit haar superioriteitsgevoel kan extreemrechts hier ongestraft de misdaden herhalen waarvoor destijds het nazisme werd veroordeeld doordat dit 'in den duik' gebeurt: er zijn geen andere wapens mee gemoeid dan macht en woorden en van de concentratiekampen waarin mensen - kinderen nog - opgesloten worden, kunnen buitenstaanders niet eens het bestaan vermoeden: wanneer vandaag gezegd wordt dat mensen met hun identiteit 'uit de kast komen', dan wordt gezinspeeld op het afschuwelijke isolement waarin homofiele kinderen destijds belandden nadat zij vanuit katholiek medisch-pedagogische hoek te horen kregen dat hun enige heil erin bestaan kon zich voor de rest van de wereld levenslang onzichtbaar te maken.

De door wetenschapslui als 'waanzinnig' bestempelde standpunten van psychiatriehoofd René Stockman worden vandaag veroordeeld in het wettelijke verbod op de levens verwoestende en traumatiserende zogenaamde conversietherapieën in Malta, Spanje, Zwitserland en nu ook in België.4 17 mei is de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie.5

(J.B., 16 mei 2020)

1 https://en.wikipedia.org/wiki/Spanish_Requirement_of_1513

2 https://www.kerknet.be/kerknet-redactie/artikel/congregatie-katholiek-onderwijs-wil-dialoog-over-gender

3 https://www.hln.be/nieuws/binnenland/-waanzin-decaan-ugent-haalt-uit-naar-generale-overste-broeders-van-liefde-die-gender-gevaarlijke-dwaling-noemt~a141310e/

4 https://www.demorgen.be/nieuws/cd-v-wil-verbod-op-conversiepraktijken-voor-holebi-s~bb3c1dc5/

5 Tekst d.d. 16 mei 2020.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kerk en het kindermisbruik



De kerk en het kindermisbruik

Op 21 februari 2019 verscheen het aangekondigde boek van de Franse socioloog Frédéric Martel, getiteld: Sodoma. Het geheim van het Vaticaan. Reeds werd het werk alom gelezen en gerecenseerd door talloze journalisten maar onder meer doordat het hier gaat om (1°) een turf van 670 bladzijden, te lezen door mensen die met deadlines werken, (2°) een onderwerp dat danig sensationeel is maar tegelijk ernstig tragisch en (3°) het een nogal complexe zaak betreft, is het allerminst denkbeeldig dat door de bomen het bos de mist ingaat, dat men met andere woorden blijft hangen bij allerlei openbaringen welke alleen maar in functie van het onderwerp staan en dat men uit deze moeilijke zaak al te simpele tot zelfs totaal foute conclusies trekt.

Insiders weten allang hoe de vork aan de steel zit maar met dit boek werd voor het eerst publiek gemaakt wat de feiten zijn. Het boek van Martel heeft een wat misleidende titel – Sodoma – die immers verkeerdelijk insinueert dat het onderwerp van gesprek de homoseksualiteit (binnen de kerk) zou zijn. Ofschoon hieraan weliswaar vele bladzijden worden gewijd, is dat uitdrukkelijk niet het geval. Waarover gaat het boek dan wel? Het opzet van het werk van Martel en de grondstelling van het boek zijn heel eenvoudig. Martel wil het kindermisbruik in de kerk verklaren en hij stelt dat dit niet alleen wordt veroorzaakt door pedofilie maar evenzeer door homofobie.

Sinds enkele decennia – en in België pas sinds de zaak Vangheluwe in 2010 – is een grootschalig kindermisbruik in de kerk aan het licht gekomen. De verbijstering daaromtrent is begrijpelijkerwijze zeer groot en men zoekt naar verklaringen. De Franse socioloog heeft met zijn boek een verklaring gegeven of beter: de verklaring bij uitstek. In twee woorden komt die hier op neer.

Vooreerst moet gezegd worden dat het merendeel van de clerici al dan niet praktiserende homoseksuelen zijn: homoseksuelen hebben zich zelden welkom gevoeld in de maatschappij en zij zijn overal vervolgd geweest terwijl de kerk aan dit segment van de samenleving in feite altijd een toevlucht (of is het een uitvlucht?) heeft aangeboden, namelijk het celibataire priesterschap of het leven binnen de kloostermuren onder de kuisheidsgeloften.

Nu is het niet zo dat homo's in de kerk welkom zijn omdat de kerk een verkapte homogemeenschap zou zijn – uiteraard niet, want het katholieke geloof wijst de homoseksuele praktijk af daar het die beschouwt als een ernstige zonde die vanuit dat geloof in het Oude Testament de zonde van Sodoma ofwel sodomie wordt genoemd. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en zo bijvoorbeeld gaat het slinkend aantal priesterroepingen niet toevallig gepaard met de emancipatie van de homoseksuelen. Zoals overal gaapt er ook in de kerk een grote kloof tussen hoe de zaken zouden moeten zijn en hoe ze uiteindelijk zijn – de kloof tussen schijn en zijn. En om die schijn hoog te houden, wordt de praktijk van de homoseksualiteit in de kerk geheim gehouden.

Intussen echter kan in het geëmancipeerde westen met zijn scheiding van kerk en staat de homoseksualiteit niet langer als een misdaad worden beschouwd: de emancipatie van de homo's door het werk van zelfhulpgroepen maar ook dankzij hun bevrijding van repressieve religies en dankzij nieuwe wetenschappelijke inzichten maakt dat men zich niet langer hoeft te schamen voor deze geaardheid: vandaag is in het westen niet de homofilie een zonde en een kwaad maar daarentegen de homofobie – en terecht zoals onmiddellijk zal blijken. In een inclusieve maatschappij hoeven homo's niet te worden vergast; zij kunnen als zij dat wensen huwen en kinderen opvoeden.

Intussen echter blijft de katholieke kerk vasthouden aan een geloof dat verwijst naar de bijbel – 'het woord van God' – waaraan zij kennelijk niet durft te tornen en dit niet alleen alle wetenschappelijke inzichten ten spijt maar ook ondanks het gezond verstand. Want wie kan in alle eerlijkheid nog langer geloof hechten aan een 'goede God' die aan zijn menselijke schepselen (tot aan de generatie van aartsvader Abraham) gebiedt dat zij een zoon aan Hem offeren (dat wil zeggen: de keel oversnijden en dan roosteren aan het spit) als bewijs van liefde en trouw? Gelijkt dat immers niet veeleer op de meedogenloze inwijdingspraktijken van zekere drieste maffiosi? Nochtans houdt de kerk daaraan vast want de bijbel, zo zegt zij, is het woord van God.

De mens is gemaakt uit kleiaarde omdat het zo gezegd wordt in het Oude Testament. De vrouw is gemaakt uit een rib van de man omdat dit in de bijbel staat. Onze sterfelijkheid is er doordat onze voorouders aten van de verboden vrucht want zo staat het in het boek Genesis. En sodomieters worden door Jahweh gedood zoals beschreven in het verhaal over Sodoma en Gomorra. Gelovigen – en bij uitstek de clerus – moeten zich derhalve blijven schamen voor hun homoseksualiteit en daarom ook verbergen zij hun geaardheid.

Maar precies die geheimhouding maakt de misdaad van het kindermisbruik mogelijk en wel op de volgende manier. Wanneer zich onder de clerici pedofielen bevinden die zich schuldig maken aan kindermisbruik, worden zij niet aangegeven door andere clerici die immers meestal homoseksueel zijn... omdat deze homoseksuele clerici vrezen dat als het kindermisbruik gerechtelijk wordt onderzocht, ook hun homoseksualiteit aan het licht zal komen – en dat willen zij niet. De reden waarom zij dat niet willen is niet dat homofilie strafbaar zou zijn – dat is homofilie alvast in Rome niet; de reden is dat zij geloven dat homofilie een zonde is ofwel dat zij de schijn van dat geloof willen ophouden.

In het eerste geval willen zij niet dat hun vermeende zonde aan het licht komt; in het tweede geval willen zij vermijden dat hun ongeloof aan het licht komt. In de twee gevallen draait alles rond hypocrisie en het is die hypocrisie inzake homofilie welke ervoor zorgt dat binnen de kerk de kindermisbruikers altijd quasi ongehinderd hun gang hebben kunnen gaan.

Misschien zal het kindermisbruik binnen de kerk altijd blijven bestaan maar het zou waarschijnlijk wel flink ingedijkt kunnen worden als het taboe dat binnen de kerk op homoseksualiteit rust, overwonnen kon worden en dus wanneer homoseksualiteit maar ook seksualiteit in het algemeen ook binnen de kerk niet langer als zondig zonder meer werd beschouwd. Want het is uitgerekend de homofobe houding van de kerk maar ook haar 'aseksuele moraal', welke de clerus slaat met de angst dat zij uit de kast zullen worden gejaagd als zij betrokken worden in rechtszaken na het aangeven van kindermisbruik gepleegd door collega's. Andermaal vrezen zij dat aldus hun hypocrisie aan het licht zal komen.

Homofobie is derhalve niet alleen verwerpelijk omdat deze afwijking homo's schaadt: binnen het instituut van de kerk blijkt homofobie om de hoger aangegeven redenen ook voor onschuldige kinderen noodlottig. Het boek van Frédéric Martel leert ons in feite dat de oorzaak van het kindermisbruik binnen de kerk niet alleen te wijten is aan de onmiddellijke daders – de pedofielen – maar evenzeer en misschien in een nog grotere mate aan de homofoben.

Personen die homofilie laken, moeten na de publicatie van Martel's boek goed beseffen dat zij in een niet geringe mate bijdragen tot de misdaad van het kindermisbruik. Bij uitstek mensen met aanzien en gezag dragen in dezer bijgevolg een grote verantwoordelijkheid; vanaf heden kunnen zij zich niet langer bedienen van het excuus van de vrije meningsuiting omdat het nu eenmaal onmogelijk is om op een zinvolle manier een mening te hebben over het al dan niet feitelijk zijn van feiten.1

(J.B., 22.02.2019).1


1 Tekst d.d. 22 februari 2019.


16-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Intermezzo: AstraZeneca en bloedklonters: het oorzakelijk verband



Intermezzo: AstraZeneca en bloedklonters: het oorzakelijk verband

Onder meer Belgische virologen houden het been stijf dat er geen oorzakelijk verband werd aangetoond tussen de toediening van het AstraZenecavaccin en het optreden van bloedklonters. Edoch, om dit vol te houden moet men wel van héél slechte wil zijn. De evidentie van het oorzakelijk verband volgt immers spontaan uit de vaststelling dat er geen melding van bloedklonters is na toediening van vaccins van andere merken.

(J.B., 16 maart 2021)



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. “The great reset” - Aflevering 6: Het kristallen paleis van Lucifer en het einde van de mens



"The great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed

Aflevering 6: Het kristallen paleis van Lucifer en het einde van de mens

Wanneer M. A. Lathouwers zich in zijn Dostojewskij (1) buigt over het thema van het lijden en de schuld in het oeuvre van deze auteur, wijst hij erop dat de Russische grootmeester in de ontginning van de diepten van de menselijke ziel de nadruk legt op de collectieve dimensie van de schuld: "(...) Dostojewskij ziet elke afzonderlijke mens, wanneer hij persoonlijke schuld op zich laadt, tegelijk wezenlijk mede-schuldig worden aan het falen van de ander, van alle anderen." (2) In het hoofdstuk over religie, dood en eeuwigheid ziet Lathouwers die ander voor wiens falen wij medeverantwoordelijk zijn, nog uitgebreid naar de ganse werkelijkheid zonder meer, zoals in de aangehaalde brief van Paulus aan de Romeinen: wij leven in een wereld waarin God tegelijk aan- en afwezig is, het is "een schemering tussen absolute duisternis en absoluut licht waarbij ook heel de werkelijkheid om ons heen betrokken is. Heel de wereld “zucht en lijdt mee met de mens" (Rom. 8, 22)." (3) Die symbolistische werkelijkheidsopvatting (de schepping als symbool van de Schepper) herkent Lathouwers uit het werk van zekere Russische theologen maar zij is ook reeds aanwezig bij Augustinus van Hippo (354-430) en het leed in de wereld kan volgens deze kerkleraar dan ook toegeschreven worden aan de menselijke zondigheid: het menselijk leed is geen gevolg van een gebrekkige goddelijke schepping maar wel van zijn eigen falen.

Nu kan men weliswaar dit geloof verwerpen op grond van het feit dat het leggen van verbanden tussen enerzijds menselijke 'zonden' en anderzijds bijvoorbeeld de dreiging van wilde dieren (die immers afwezig zijn in het paradijs) volstrekt irrationeel is. Edoch, waar het gaat om de dreiging van een pandemie waarvan alvast de uitwerking voor een groot stuk berust op inbeelding, wordt het verband tussen schuld en leed even duidelijk als daar waar iemands daden anderen kunnen doen lijden omdat zij hen met een ingebeelde pandemie opzadelen, precies zoals zij hen kunnen opzadelen met een rampzalig geloof, een dictatuur, de slavernij, het kolonialisme, de ongelijkheid en nog andere plagen.

In al die gevallen gaat medeplichtigheid spelen en worden inderdaad velen medeschuldig aan het leed van vele anderen: de mens als zodanig wordt verantwoordelijk voor (alvast een stuk van) zijn eigen leed. En dit is de irrationaliteit van de verabsoluteerde rede die de inbeelding is.

– En wat doe je dan met de eindigheid, de dood?

– Omsk Van Togenbirger! Maar waar kom jij nu ineens vandaan?

– OVT: Uw redenering deugt helemaal niet! De menselijke sterfelijkheid kan toch nooit een gevolg zijn van menselijk ingrijpen!?

– Volgens Genesis is dat wel zo, en dat is de gewijde geschiedenis...

– OVT: Het spijt me, maar Genesis is een menselijk maaksel en het deugt al evenmin als uw verhaal. Kaduke verhalen kunnen niet gestut worden met nog meer kaduke verhalen: dat is een leugenaarstactiek. Als God niet liegt, dan is Hij de waarheid, zoals Hij zelf beweert en dan heeft Hij met dit soort van verhalen niets te maken.

– Ik probeer aannemelijk te maken dat het paradijs er misschien ooit wel was maar dat het verknoeid werd door de mens. De slavernij is mensenwerk, de dictaturen zijn mensenwerk, zelfs het coronavirus blijkt voor een groot stuk mensenwerk en het zou best wel eens zo kunnen zijn dat ook de menselijke sterfelijkheid mensenwerk is.

– OVT: Dan moet je geloven dat de mens zijn onsterfelijkheid om zeep heeft geholpen maar hoe krijg je zoiets voor mekaar?

– Indien ik een sciencefictionschrijver was dan zou ik misschien wel verzinnen dat de sterfelijkheid in de wereld is gekomen nadat de arrogante mens aan zijn perfecte DNA heeft zitten sleutelen, in de mening dat hij het zelf nog kon verbeteren.

– OVT: Maar je bent geen sciencefictionschrijver.

– Inderdaad en dus verzin ik helemaal niets. Maar er is wel een sciencefictionverhaal denkbaar waarin een arrogante mens zijn perfecte DNA verknoeid heeft en in dat geval blijkt het denkbaar hoe de sterfelijkheid een vrucht kon zijn van de zonde.

– OVT: Dat lijkt mij hoe dan ook wat kort door de bocht.

– Het is slechts een suggestie. Voor hetzelfde geld kan de mening verdedigd worden dat ook Dostojewskij problemen ziet waar er geen zijn. Die mening kwam trouwens al aan bod in de thesis van Rudolf Boehm: de menselijke eindigheid wordt pas problematisch waar de mens gelijk wil zijn aan God en dus onsterfelijk!

– OVT: Maar daar trap jij toch niet in!? Geloof jij nu echt dat het leed en de dood pas problematisch zijn voor wie deze realiteiten niet aanvaarden!? Maar dat is toch onzin! Wij hebben immers helemaal geen keuze! Geen mens is in staat om het leed te aanvaarden en de dood van zijn geliefden! Rudolf Boehm beweert dat het arrogant is om, zoals God, onsterfelijk te willen zijn en niet te hoeven lijden? Ik zeg u: er bestaat geen mens die onbewogen blijft als hij gekruisigd wordt of als de dood hem zijn geliefden ontneemt. Geloven dat dit wél mogelijk is: dat is pas arrogantie! Overigens: volgens uw eigen gewijde geschiedenisboekje is God sterfelijk geworden en heeft Hij geleden zoals niemand anders. Een mens die zoals God wil zijn, zal derhalve noch voor het lijden vluchten, noch voor de dood.

– Bedoel je nu dat Kritik der Grundlagen des Zeitalters geen hout snijdt?

– OVT: Ik bedoel dat het christendom de dood van God inluidt. En ook het einde van Gods onschuld. 'Lam Gods onschuldig', maar het Lam neemt de schuld op zich en wordt derhalve ook echt schuldig. Het Lam boet de schuld van anderen uit. Door zijn lijden verontschuldigt het Lam de schuldigen, ook als zij dat niet verdienen. Maar dat is nu eenmaal genade en de genade is een nagel in de doodskist van Lucifer.

– Maar ben jij dan gelovig?

– OVT: Ik probeer alleen maar redelijk te zijn maar dan op een redelijke manier. Tot kijk!

– Tot kijk, Omsk Van Togenbirger. Waar was ik gekomen?

De collectiviteit van de schuld wordt gesuggereerd door de pandemie en niet alleen zijn alle mensen erin betrokken: ook de dieren- en de plantenwereld worden aangevreten door micro-organismen die in feite de meer complexe levende systemen afbreken. Het milieu zou verantwoordelijk zijn voor deze algemene dood, of beter: de teleurgang van het milieu door de schuld van de mens. De mens heeft de aarde vergiftigd, Gods schepping is vernield. En dit gebeuren kan slechts herinneren aan het werk van de duivel bij de aanvang van de tijden.

In 1654 ging in de Amsterdamse schouwburg Lucifer in première, een treurspel van Joost van den Vondel, maar na twee opvoeringen werd het stuk door de kerkenraad verboden. Het werk beeldt de opstand uit van Gods stadhouder, de engel Lucifer, die waarschuwt voor chaos nadat de Schepper aan alle engelen, die immers zuivere geesten zijn, opgedragen heeft om de mensen te dienen die deels van stof zijn. De opstandige engelen onder Lucifer worden door de volgzamen onder Michaël uit de hemel neergebliksemd en Lucifer wreekt zich door in de gedaante van een slang Eva ertoe te overhalen om te eten van de verboden vrucht. De zondeval maakt dat de mens uit het paradijs verdreven wordt en terechtkomt in het tranendal dat deze wereld is.

In feite is het 'kristallen paleis' waarvoor Dostojewskij waarschuwt, de kosmos zoals hij wordt gewenst door Lucifer, de drager van het licht, van het verstand, de stadhouder van God die alles in ordentelijke banen wil houden, die geen wanorde verdraagt en die opstaat wanneer God een vrij schepsel dat deels van stof is, boven de zuivere geesten plaatst die deze vrijheid onterecht vinden en wantrouwen. Lucifer verkiest het dode kristal boven de levende cel omdat de orde van het kristal onveranderlijk is, star en doods en derhalve beheersbaar, terwijl de cel leeft, vrij is en kan veranderen: zij ontsnapt aan de controle van de stadhouder, Lucifer, die slechts het berekenbare dulden kan omdat hij overheersen wil.

Dostojewskij leefde van 1821 tot 1881, tijdens de opkomst van het communisme, en het is die starre staatsvorm die alles regelt maar die tevens alle vrijheid schuwt en die haar kentekent als wantrouwig en goddeloos, waarvoor hij waarschuwt. Dostojewskij verdedigt de mens en zijn vrijheid tegen de Luciferiaanse, volmaakt kristallijnen maar ook dodelijke orde die zich weerspiegelt in de communistische maatschappijvorm waarvan in zijn tijd steeds meer sprake is: het Communistisch Manifest van Marx en Engels werd gepubliceerd in 1848 te Brussel, België was toen achttien jaar oud, Dostojewskij was zesentwintig, hij had net Arme mensen en De dubbelganger uitgegeven, de eerste communistische staat, de Sovjet-Unie, zou pas in 1917 een feit worden, zesendertig jaar na Dostojevskij's dood, maar hij voorzag die starre staatsvorm waarin de mens van zijn kostbaarste bezit, zijn vrijheid, beroofd zou zijn. Hij voorzag de dreigende ontmenselijking van de mens, de genadeslag die Lucifer al van in den beginne wilde toebrengen aan het schepsel dat hij benijdt.

Uitgerekend deze kristallisatie van het mensdom die de absolute dood van de mens inluidt, manifesteert zich vandaag in de opstand van een gigantische en nu ook bijzonder afschrikwekkende maar niets ontziende en meedogenloze Rede welke alle gelijkenis vertoont met de figuur van Lucifer, het rekenende denken, de kwantificering en derhalve de uitholling en de vernietiging van alle kwaliteiten, die de jacht heeft ingezet op het schone, het goede en het waardevolle die aan de greep ontsnappen van de ijskoude parameters van de gevoelloze heerser, het vrijheid schuwende bestaan dat de verstarring zoekt en niets meer dan het gemak van een probleemloze, eeuwige dood, wars van het in dat licht als grillig beschouwde mysterie van het leven.

De mens is gevallen maar het kan dus allemaal nog slechter: wij leven weliswaar niet langer in het paradijs, we moeten lijden en we zijn niet langer sterfelijk maar we hebben alsnog een plek op aarde en we leven. Maar ook dit dreigt ons nu kennelijk ontnomen te worden: micro-organismen gaan zich nestelen in alle macro-organismen om ze af te breken: de mensen worden aangetast maar ook de dieren en de planten. Geleerden hebben de mond vol met namen van microben die er echter altijd al zijn geweest maar wiens tijd nu blijkbaar gekomen is om de activiteit te ontplooien waartoe zij geschapen zijn. De vloek van Lucifer zit dieper in de dingen dan wij dachten.

In 1854 had Dostojewskij na een (vermoedelijke) schijnexecutie vijf jaar dwangarbeid in Siberië achter de rug en in dat jaar hield het Indianenopperhoofd Seattle een toespraak tot gouverneur Stevens die het land van de autochtone bevolking in Amerika wilde kopen. (4) Doorheen deze toespraak, bekend als Het antwoord van Seattle, klinkt een waarschuwing van het stamhoofd van de Suquamish- en Duwanish-indianen voor dezelfde catastrofe die ook Dostojewskij zorgen baarde.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 16 maart 2021)

Verwijzingen:

(1) M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer, Brugge/Utrecht 1968.

(2) M.A. Lathouwers, o.c., pag. 87.

(3) M.A. Lathouwers, o.c., pag. 112.

(4) De oorspronkelijke versie van de toespraak zoals verschenen in de krant the Seattle Sunday Star op 29 oktober 1887, vindt men hier:

http://www.halcyon.com/arborhts/chiefsea.html

Een Nederlandse vertaling hiervan verscheen in nummer 105 van het literaire tijdschrift Portulaan (Jaargang 27, 1ste kwartaal 2011):

https://www.bloggen.be/ludonoens/archief.php?ID=1017346 en http://blogimages.bloggen.be/ludonoens/attach/142879.pdf




13-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mens en zijn handpoppen



De mens en zijn handpoppen

De handpoppen van romanschrijvers beperken zich tot hun personages en dat zijn geheel fantastische figuren maar om elke twijfel weg te nemen wordt ergens op de eerste bladzijden van menig fictieverhaal gestipuleerd dat mogelijke overeenkomsten van de fantasiehelden - of antihelden - met mensen uit de 'echte' wereld, aan het toeval moeten toegeschreven worden. Verder staat het dan iedereen vrij om hier al dan niet het principe van het assepoester-personage van toepassing te brengen en wij weten dat dit luidt als volgt: "Wie het schoentje past, trekke het aan!"

Romanschrijvers zijn voorzichtige mensen en zij werken met voorzichtige werelden die ook niemand lastig vallen en die men niet onverhoeds betreedt zonder eerst geconfronteerd te worden met welbepaalde waarschuwingsborden en zonder eerst een hele resem specifieke en doelgerichte inspanningen te moeten leveren. Elke lezer wordt er attent op gemaakt dat het boek dat hij ter hand neemt, fictie is, wat wil zeggen: onecht, een product van iemands fantasie, 'slechts' een droom maar tegelijk ook géén bedrog want het boek waarschuwt de lezer dat het niets dan verzinsels bevat. Men kan heel duidelijk zien dat het een boek is en de fantastische wereld die erin besloten ligt, komt niet tot leven zonder dat de lezer het boek eerst opent en de inspanning van het lezen levert, een kunde welke vele jaren arbeid vergt en die voor de meesten onder ons een leven lang te moeilijk blijft om te beoefenen - getuige de lege bibliotheken en de bijzonder geringe omzet van de boekhandels alom ter wereld. Het chatten en het twitteren worden weliswaar beschouwd als reuzensprongen in de evolutie van de menselijke beschaving maar wie eerlijk oordelen, zullen ermee instemmen dat deze activiteiten exact het tegendeel voorstellen, namelijk een terugkeer naar het tijdperk van het analfabetisme of zelfs naar de oertijd, toen men vrede nam met communicatie middels kreten.

Aan een schrijver kan men niet verwijten dat hij zich verbergt achter zijn personages omdat voor elke lezer ook heel duidelijk is dat deze handpoppen de creaties zijn van een auteur welke ook de lezer mee vorm geeft in zijn fantasie en dat geldt evenzeer voor de wereld waarin zij zich ophouden. Weliswaar kan een verhaal zich afspelen op de echt bestaande aardbol, in het echt bestaande Brussel en met mensen die er niet anders uitzien dan wij, maar de duiding 'roman' op de flap van het boek waarschuwt ons alsnog dat het om louter fictie gaat. Die specifiëring vervangt eigenlijk een inleidende tekst die ongeveer als volgt zou luiden: "Stel eens dat er een wereld was zoals de onze..." en daarom ook beginnen sprookjes met de woorden: "Heel lang geleden...", waarmee zij insinueren dat het er eigenlijk niet meer toe doet of het vertelde al dan niet echt gebeurde - de tijd heeft immers de laatste sporen van wat kon gebeurd zijn uitgewist, op het geheugenspoor na, waarmee het sprookje in wezen samenvalt.

Het is overigens welbekend dat verhalen van heel lang geleden zo dikwijls werden naverteld dat onopzettelijke en meestal zeer geringe maar ook zeer talrijke wijzigingen dezen even onvermijdelijk aantastten als de veranderingen welke onze lichaamscellen ruïneren telkens als zij gekopieerd worden. Maar anders dan het lichaam dat mettertijd slechts kan vervallen tot het gekende resultaat omdat het stoffelijke aan de entropiewet onderhevig is, kunnen geestelijke zaken met het verloop der tijd alleen maar groeien, alsof aldus ons innerlijk niet aan de tand des tijds ten prooi is doch daarentegen pas op het einde der tijden tot voltooiing komen kan. Neg-entropie, zo werd dit gloednieuwe principe genoemd door de Jezuïet Pierre Teilhard de Chardin (1881-1955) die aldus middels zijn rijke verbeelding het geloof in de geest wetenschappelijk onderstutte - de kerk die niet begreep welk een grote dienst hij haar alzo bewees, verbande haar toentertijd allerbelangrijkste theoloog godbetert naar de V.S. met publicatie- en spreekverbod!

Hogerop in deze tekst werd het adjectief 'echte', dat bij 'wereld' hoort, uiteraard niet zonder reden tussen aanhalingstekens geplaatst want, hoezeer men zich ook mag inspannen om de grenzen aan te geven tussen wat fictie is en wat niet, blijkt uiteindelijk niemand bij machte om die twee zaken in het echte leven gescheiden te houden: zij gaan gewis hun eigen weg. Zij maken zich van hun bedenker los, zij verzelfstandigen zich, krijgen benen en zetten het op een lopen, bijvoorbeeld zoals Dostojewski's Dubbelganger (1846) of godbetert De neus (1836) van Nicolaj Gogol en aldus lopen zij vooruit op de grap die de nieuwste technologie met de mens uithaalt, al moet hier worden aan toegevoegd dat dit allernieuwste slechts het alleroudste kan weerkaatsen: de mens die zoals god wil zijn en die daarop zijn schepper ombrengt, gaat immers vele eeuwen vooraf aan de robot die dit met de mensen doet. Maar nu weiden we al veel te ver uit: het onderwerp is immers zoals een stroom met afwezigheid van dijken.

Handpoppen in de echte wereld zijn om te beginnen onze naam en faam waarmee wij ons identificeren of waarmee wij tegen heug en meug vereenzelvigd worden, waarmee meteen gezegd is dat handpoppen, zelfs als zij van eigen makelij zijn, weleens de benen nemen en het voorbeeld volgen van Adam, de golem, de robot, de technologie, de economie en noem ze maar op, de groteske duimzuigsels die zich keren tegen hun zuigers. Een prachtig en alom nagevolgd voorbeeld biedt de wereldliteratuur in Vida de Don Quijote y Sancho (1905) van Miguel de Unamuno, waar een romanpersonage zijn beklag komt doen bij zijn wereldvermaarde schrijver, zoals uitmuntend uiteengezet door de hedendaagse Roemeens-Amerikaanse filosoof Costica Bradatan in zijn essay, getiteld: "“God Is Dreaming You”: Narrative as Imitatio Dei in Miguel de Unamuno." (1) Tot besluit van zijn tekst herinnert de illustere filosoof aan de hedendaagse Tiresias, Jorge Luis Borges, die in een van zijn verhalen Shakespeare op zijn sterfbed aan zijn Schepper de vraag laat stellen: "“Ik, die altijd de rol heb gespeeld van zoveel mensen die niet echt bestonden, wens nu eindelijk één te zijn, mezelf te zijn.” God’s stem antwoordde hem vanuit een wervelwind: “Ook Ik, Ik ben niet Ik, Ik droomde de wereld, net zoals jij, mijn Shakespeare, je eigen werk droomde; jij bent één van de vele gedaanten van mijn dromen - jij, die net als ikzelf menigeen bent, en tegelijk niemand”. (Borges 1998: 320)." (2) Waarmee meteen duidelijk mag zijn waarom hoger in deze tekst ook het woordje 'slechts' dat bij 'een droom' hoort, tussen aanhalingstekens werd geplaatst.

Schrijvers zijn zoals gezegd voorzichtig, hun handpoppen zijn geheel fictief. Maar wat gedaan als zekere lieden wegens een schromelijk tekort aan verbeelding hun toevlucht gaan zoeken in echt bestaande mensen om hun gebrekkige fantasiewerelden mee te bevolken? Wat als zij het speelterrein van hun inbeelding niet eens weten te onderscheiden van de levensruimte die wij allen gemeenschappelijk hebben en die met Gods levende schepping samenvalt? Zij haspelen 'verbeelding' en 'inbeelding' door elkaar, een bijzonder kwalijk onvermogen waarvoor professor emeritus in de esthetica, Karel Boullart, waarschuwt in zijn magistraal wijsgerig essay uit 1990, getiteld: Vanuit Andromeda gezien: het bereikbare en het ontoegankelijke.

Wij kunnen het dan hebben over de handpoppen van Adolf Hitler en over die van de paus van Rome, alsook over de fantasiewerelden die getekend worden op de aardbol met fictieve grenzen die onder het geweld van moorddadige oorlogen onophoudelijk worden verlegd - een ziekelijke inbeelding welke dan de naam 'vooruitgang' toebedeeld krijgt.

(J.B., 13 maart 2021)

Verwijzingen:

(1) Voor een Nederlandse vertaling van dit essay van Costica Bradatan, getiteld: "Wij zijn slechts goddelijke droombeelden": het verhaal als Imitatio Dei bij Miguel de Unamuno, zie: http://blogimages.bloggen.be/ludonoens/attach/93208106080.pdf

(2) Costica Bradatan, o.c.: de voorlaatste paragraaf van de tekst.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Israël
Israël

09-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vernon Coleman
Vernon Coleman


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. "The great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed - Aflevering 5: De volgelingen van Raskolnikow





"The great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed

Aflevering 5: De volgelingen van Raskolnikow

In zijn werk over Dostojewskij wijdt dr. M.A. Lathouwers een hoofdstuk aan het thema van de vrijheid in het oeuvre van de grote Russische schrijver. In zijn Herinneringen aan het ondergrondse heeft de geëngageerde vrijheidsstrijder die Dostojewskij is, zijn afkeer uitgedrukt voor de anonieme systemen en structuren die het bestuur over de mensen dreigen over te nemen terwijl zij toch nooit in staat zijn om verantwoordelijkheid te dragen. De schrijver gebruikt het beeld van het dode kristal dat de levende cel dreigt te vervangen en het navenante schrikbeeld van een toekomstige maatschappij die zal zijn zoals een kristallen paleis:

"Visionair als hij is, ontwaarde [Dostojewskij], bijna een eeuw voor Orwell en Huxley, in het perspectief op de toekomst dat deze verafgoding [van de natuurwetten, de logica en de sociale verordeningen waarin alles wettelijk geregeld en contractueel vastgelegd is,] biedt, de mogelijkheid van een fatale kristallisatie; het spookbeeld van een kristallen paleis, waarin alles geheel pasklaar gemaakt en met wiskundige nauwkeurigheid becijferd is, maar waaruit de vrijheid voorgoed verdwenen is. Juist daarom verdedigt hij (…) de vrijheid als een wezenlijk onmisbare dimensie van het bestaan. Meer nog: als de hoogste waarde van de mens (…) waarvoor de mens desnoods bereid is "tegen alle wetten, tegen gezond verstand, eer, rust en welvaart in te gaan."" En zoals duidelijk wordt in zijn parabel van de grootinquisiteur in De gebroeders Karamazov, wordt een bestaan zonder vrijheid nagestreefd door niemand minder dan de duivel - in deze roman in de gedaante van de katholieke kerk. (1)

Voor het garanderen van de vrijheid is de scheiding der machten van fundamenteel belang: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht moeten onderling onafhankelijk kunnen opereren om te kunnen verhinderen dat wetgevers en uitvoerders geheel ongecontroleerd te werk gaan zoals dat het geval is in een dictatuur. Naast deze drie machten worden ook nog de media genoemd als de 'vierde macht' omdat het uitoefenen van sociale druk en het brengen van geladen informatie via kanalen die in het bezit zijn van privépersonen, een niet te onderschatten invloed heeft op opinievorming en gedrag, zoals dat recent nog mocht blijken in de heisa rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Maar er is ook nog een vijfde macht: de kerk van weleer, welke althans in het westen reeds lange tijd gescheiden wordt van de staat omdat ook deze machtsstructuur politieke invloed heeft en soms zelfs op fatale wijze, zoals in een theocratie, vindt vandaag haar opvolger in het instituut van de zogenaamde wetenschap.

In principe is het een goede zaak dat op die manier het irrationele wordt geweerd dat immers de willekeur faciliteert maar algauw is het wetenschappelijk instituut waarvan verwacht kan worden dat het een zekere objectiviteit handhaaft, verworden tot een tentakel van de heersende politieke partijen. Om te beginnen zijn helaas ook professoraten politieke benoemingen, waardoor in principe de waarheden die zij voordragen a priori ondergeschikt worden gemaakt aan macht. Daardoor wordt de geleerdheid of wat daarvoor moet doorgaan, steeds vaker ingezet in pogingen tot het onderbouwen van alles behalve objectieve politieke standpunten, om maar niet te zeggen dat zij functioneert als fabrikant van wat moet doorgaan voor de waarheid en in dat verband spreekt men dan ook spottend over de wetenschap als 'hedendaagse religie'. Dostojevskij heeft het in dat verband over de 'tirannie der quasi-geleerdheid'. Belangenvermenging is reeds lange tijd de regel daar waar universiteiten zich laten subsidiëren door de industrie en zo is het geen geheim meer dat bij uitstek de bijzonder welvarende farmaceutische industrie het wetenschappelijk onderzoek in onze verarmde universiteiten spekt met grote sommen geld in de vorm van allerlei hulpmiddelen. Het hoeft geen betoog dat zowel de verrijking van de farmaceutische industrie als de verarming van de universiteiten door politici wordt in de hand gewerkt en zoals de feiten het bevestigen, blijken politici veel vaker dan men kon verwachten gevoelig voor corruptie. Dat ook van deze gang van zaken de waarheid het allereerste slachtoffer is, kan niet verbazen en dit gebeurt terwijl die waarheid nog steeds het handelsmerk van 'wetenschappelijke waarheid' draagt, een handelsmerk dat alsnog goed verkoopt - maar wellicht niet meer voor lang.

Onlangs verdedigde een filosofieprofessor in de media de mening dat aan zogenaamde 'antivaxers' geen forum mocht gegeven worden - ook niet als het gaat om geneesheren: mensen die de wetenschap van de geneeskunde gestudeerd hebben, deze dagelijks beoefenen en die, wanneer zij tegen de stroom ingaan, ook hun nek uitsteken, wat wil zeggen dat zij er aldus van getuigen met de gezondheid van hun patiënten zeer begaan te zijn. Om meer dan één reden is de mening van deze filosofieprofessor - want meer dan een mening is het uiteraard niet - volstrekt in strijd met wat inzake de elementaire deontologie van dat ambt verwacht kon worden en daarom ook is het ongepast wanneer aan verkondigers van dergelijke meningen een forum wordt verschaft waarin zij in afwezigheid van hun tegenhangers geheel ongehinderd dat eigen meninkje kunnen verkondigen. Of weten zij dan niet dat een stelling die zich niet blootstelt aan kritiek, ongeopenbaard blijft en derhalve helemaal geen stelling is? Het is niet meer dan praat voor de vaak, maar in de gegeven omstandigheden is het uiteraard bijzonder gevaarlijke praat.

In dit geval wordt in de media de mening gepropageerd van een figuur die oordeelt dat het criterium om aan iemand spreekrecht toe te kennen over een zeker onderwerp niet zijn of haar geleerdheid en ervaring inzake dat onderwerp hoort te zijn, maar wel zijn of haar standpunt jegens een zeer specifieke behandeling - in dit geval een specifieke vaccinatie - waarvoor, zoals algemeen geweten, binnen de wetenschappelijke kringen zelf, zowel voor- als tegenstanders zijn, met telkenmale 'wetenschappelijke' argumenten. Wordt bovendien het feit in acht genomen dat precedenten inzake gelijkaardige aangelegenheden hebben aangetoond dat belangenvermenging, corruptie, commissielonen en allerlei beloftes inzake aantrekkelijke postjes in deze zaken veeleer de regel zijn dan de uitzondering, dan kan men zich onmogelijk ontdoen van de indruk dat ook de fora waarin betrokken sprekers opereren, gestuurd worden door figuren die belangen hebben geheel wars van volksgezondheid, wetenschap en waarheid. Uitgerekend de (naar hun eigen zeggen) verdedigers van de open debatcultuur in het zog van Voltaire en het hele santenkraam van de Verlichting, verraden hier hun vrees voor tegenstanders omdat die het wankele karakter van hun voorgewende zekerheden wel eens aan het licht konden brengen, om nog maar te zwijgen over de praktijken welke gedekt worden door het gezegde: "wiens brood men eet, diens woord men spreekt".

Kortom: geleerden die er niet in slagen om uit te leggen aan het volk waarom men dan een mondmasker moet dragen, vertonen inderdaad bijzonder veel gelijkenis met de clerici van destijds die hun geloofswaarheden evenmin uitgelegd kregen en die dan dachten dat zij zich uit de slag konden trekken met gezagsargumenten (zoals: de onfeilbaarheid van de paus), met verbodsbepalingen geruggensteund door hellestraffen (maar ook door sociale uitsluiting) en met de fabricatie van 'mysteries' en andere monddoodmakers zoals de zwijgplicht. Van universiteitsprofessoren die benoemd zijn door een zeker politiek apparaat dat specifieke 'waarheden' wil verkondigd zien met het cachet van 'wetenschappelijke waarheid' - in 'officiële' media of dus in media waarover het het monopolie heeft - kan geen weldenkend mens verwachten dat zij zelf ook menen wat zij zeggen. Indien men hen de biecht kon horen op hun sterfbed en gesteld dat zij gelovig waren, zij zouden zich gewis alsnog uit de slag proberen te trekken met het argument dat zij de job aanvaardden omdat in geval zij hadden geweigerd, een ander hetzelfde in hun plaats had gedaan, zodat de fout die zij begingen, althans in hun visie, eigenlijk helemaal geen gevolgen had. Dostojewskij zou hierop antwoorden dat het uitgerekend aan deze onverschilligheid is, die eigen is aan moordenaars zoals zijn Raskolnikow, dat de wereld nu ten onder gaat.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 9 maart 2021)

Verwijzingen:

(1) M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer, Brugge/Utrecht 1968, pp. 72-85.


08-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Intermezzo: Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger




Intermezzo: Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger

OVT: De zaak is dat ze zich allemaal blind kijken op het coronavirus...

Omsk Van Togenbirger! Maar... ik had u niet gezien!

OVT: Wat niet betekent dat ik er niet was. En zo is het ook met nog een andere zaak.

Een andere zaak?

OVT: Het leger griepvirussen dat zich momenteel in slagorde opstelt!

Maar er is dit jaar helemaal geen griep!

OVT: Heb ik u nog niet verteld over het aanpassingsvermogen van covid-19?

Je bedoelt de varianten?

OVT: De mutaties, ja: van zodra de maatregelen verstrengen, nemen de kansen voor het virus af, het voelt zich bedreigd en steekt een tandje bij. Het wordt dus agressiever: besmettelijker en dodelijker.

Kennelijk, ja...

OVT: Maar heb je er al bij stilgestaan dat hetzelfde uiteraard ook zal gebeuren met alle andere virussen!

Hoezo?

OVT: Sinds men ons bang gemaakt heeft voor corona, zijn alle mensen maatregelen gaan nemen om de verspreiding van het coronavirus in te dijken.

Klopt, ja.

OVT: Maar uiteraard worden op die manier ook alle andere virussen de pas afgesneden.

Welke virussen?

OVT: De griepvirussen bijvoorbeeld!

In het meervoud?

OVT: Ik ben geen viroloog maar naar het schijnt is het aantal van de griepvirussen niet te tellen. En die staan nu allemaal voor het voldongen feit van de algemene verstenging van de menselijke hygiëne, wat voor hen betekent dat zij de broeksriem moeten aantrekken: willen ze overleven, dan moeten ze allemaal een tandje bijsteken.

Bedoel je nu dat je denkt dat alle griepvirussen agressiever zullen worden?

OVT: Wel, er zal voor die beestjes niet veel anders opzitten en de drang tot zelfbehoud en soortbehoud geldt voor elk schepsel Gods: voor mensen, voor covid-19 maar uiteraard ook voor die ontelbare griepvirussen die tot voor kort als het ware onze tafelgenoten waren. Want zonder dat wij het goed beseften, hadden wij met de vele griepjes een stilzwijgend contract gesloten. Wij hebben ze geduld op voorwaarde dat ze zich een beetje koest zouden houden. Nu zullen ze zich vanzelfsprekend onbemind voelen en bedreigd. Het staat als een paal boven water dat ze zullen terugslaan.

Geheel meedogenloos?

OVT: Je lacht ermee maar kijk eens wat er gebeurd is toen Columbus aanmeerde in Amerika, in 1492. Dat continent was al vele duizenden jaren bewoond door Indianenvolkeren. Zij hadden uiteenlopende hoogstaande culturen, spraken meer dan honderd verschillende talen. Waarschijnlijk waren dat in oorsprong Mongolen, Aziaten, bewoners van wat nu Siberië is en China. Je ziet het aan hun zwarte haren en hun huidskleur: even onterecht als zij 'Indianen' heten, want Columbus heeft nooit geweten dat hij niet in Indië aanmeerde, even onterecht heten zij ook 'roodhuiden', want ze zijn geel. Zij kwamen via de Beringstraat, die de Grote Oceaan van de Noordelijke IJszee scheidt en het Aziatische van het Amerikaanse continent. Ze kwamen van het huidige Siberië naar het huidige Alaska. Voor het Plioceen dat eindigde, zo'n 2,5 miljoen jaar geleden, was daar nog een landbrug tussen de twee werelddelen, wat bewezen wordt door het specifieke dierenbestand in de continenten. Maar ook in de laatste ijstijd die duurde tot 11.500 jaar geleden, kwam die zee-engte droog te staan of kon men over het ijs van het ene naar het andere werelddeel lopen. Het is een zee-engte van zo'n 70 km, er is trouwens nog een tussenstop mogelijk op twee eilandjes, de Diomedeseilanden, waarvan het ene Russisch is, het andere Amerikaans. In 1988 zwom daar nog een vrouw van Rusland naar Amerika - ik geloof dat zij Lynne Cox heet. Maar waar was ik gebleven?

Je zei dat Columbus...

OVT: Inderdaad, toen Columbus in Amerika aanmeerde in 1492, besmette hij de Indianen met ziektekiemen uit Europa en zij stierven bijna voltallig uit.

Wat bedoel je?

OVT: Enerzijds waren de Europese ziektekiemen vreemd voor de Indianen, zij hadden er dus geen afweer tegen. Anderzijds vormden de virussen wellicht een bom!

Een bom?

OVT: Hoe lang duurde de tocht van Columbus? Verschillende maanden, zij het met tussenstops, maar het merendeel van die tijd zaten de Europese microben als het ware gevangen bij de scheepsbemanning. De beestjes moeten gedacht hebben dat er geen mensen meer waren en dat zijn hun nesten! Ze zullen in paniek geslagen zijn en eenmaal op het vasteland, hebben ze hun kans gegrepen en hebben zij zoveel mogelijk Indianen zo rap mogelijk besmet.

Is dat niet een beetje... 'fantastisch'?

OVT: Ongetwijfeld. Maar kijk, in één klap waren alle Indianen weg. Vandaag ziet men iets gelijkaardigs inzake het bosbestand: de bomen worden overal door micro-organismen aangetast. Zeven van de twintig bomen in mijn tuin zijn aangetast, drie staan al helemaal verdord. Kijk eens goed rond: overal vallen de bomen om. Kenners hebben de mond vol over allerlei microben, schimmels, weet ik veel. Maar die leefden vroeger ook. De zaak is alleen dat de micro-organismen nu in paniek verkeren.

En waarom?

OVT: Door de ontbossing! Heb je dan nog niet gehoord van de kap in het regenwoud? Zoek het maar eens op, hoeveel hectaren bos dagelijks moeten sneuvelen! Ik heb je toch verteld dat het overspringen van het coronavirus naar de mens wordt toegeschreven aan het feit dat de mens het aanvankelijke nest van deze beestjes aan het opeten was? Voordien woonden zij namelijk in de schubdieren, die staan sinds kort in China op het menu. Als een soort met uitsterven wordt bedreigd, springen de microben die vegeteren op die soort, uiteraard naar andere soorten over - wat zou je trouwens zelf doen in dat geval?

Dat lijkt me niet erg wetenschappelijk...

OVT: Wel, de wetenschap heeft zo haar tempels, zij werd het monopolie van zekere machthebbers, zoals trouwens ook de godsdiensten, maar gelukkig kan niemand verhinderd worden om te weten. Al is het uitgerekend dat wat de nieuwe potentaten proberen te doen. Las ik daar onlangs niet iets op de blogs over de tirannie van de quasi-geleerdheid, zoals Dostojewskij ze noemde? Tot later, misschien!

Tot later, Omsk Van Togenbirger...

(J.B., 8 maart 2021)


07-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.“The great reset”: Aflevering 4: Dostojewskij over The Great Reset: hoe de tirannie der quasi-geleerdheid de wereld herleidt tot een moordende karikatuur



"The great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed

Aflevering 4: Dostojewskij over The Great Reset: hoe de tirannie der quasi-geleerdheid de wereld herleidt tot een moordende karikatuur

In de roman Demonen uit 1872 heeft Dostojewskij het over de gigantische mierenhoop waarin het volk verandert van zodra de religieuze dimensie zoek is en de revolutionairen van het socialisme heersen. In zijn studie over Dostojewskij verwoordt M.A. Lathouwers de gedachten van enkele van de romanfiguren van de auteur als volgt en hun schets van de gevreesde toekomst van het westen mag wel visionair heten. Zij hebben het over een mierenhoop van onverschillig geworden onderworpenen of gevangenen: "Zo wil men ten slotte, voor geen leugen en geen geweld opzij gaand, allen aan zich onderwerpen en opsluiten in een gigantische mierenhoop, na echter eerst alle bestaande waarden - niet uit verlangen naar vernieuwing maar uit haat - volkomen te hebben vernietigd." (1)

Ook wordt gesproken over een vrije elite die over een onvrije kudde heerst van allemaal gelijken wiens blinde gehoorzaamheid blijkt uit het feit dat ze elkaar verraden. Bovendien moeten dan alle uitschieters in de kudde gekortwiekt worden: "Sjigaljow, de theoreticus van de revolutionaire organisatie, heeft een speciale revolutionaire leer uitgedacht (…). Hij stelt voor de mensheid te verdelen in twee ongelijke delen. Een tiende deel krijgt persoonlijke vrijheid en een onbeperkt beschikkingsrecht over de overige negen tienden. De laatsten moeten hun persoonlijke vrijheid verliezen en een soort kudde worden. Iedereen zal iedereen voortdurend controleren en over zijn bevindingen rapport moeten uitbrengen. Iedereen zal afhankelijk zijn van alle en allen van iedereen. Allen zullen slaven zijn en in die slavernij aan elkaar gelijk. "In de uiterste gevallen laster en moord maar bovenal gelijkheid. Om te beginnen zal het peil van ontwikkeling, wetenschap en talenten dalen. Een hoog peil van wetenschap en talenten is alleen bereikbaar voor de meest begaafde mensen, maar wij hebben geen hoogbegaafde mensen nodig! … Hoogbegaafde mensen hebben altijd meer verderf dan nut gebracht. Die verjaagt of liquideert men dan ook. 'Cicero wordt zijn tong afgesneden, Copernicus worden zijn ogen uitgestoken, Shakespeare wordt gestenigd' … Slaven moeten elkaars gelijken zijn. Zonder tirannie is er nooit vrijheid of gelijkheid geweest, maar in een kudde moet gelijkheid bestaan."" (1)

Verder wordt bij monde van de figuur Pjotr Werchowenskij ook gesproken over het taboe van persoonlijk bezit in de maatschappij van de toekomst en opnieuw doemt het motto van het Wereld Economisch Forum op: "I own nothing..." Werchowenskij voorspelt: "Zodra er sprake is van families of van liefde, komt tegelijk alweer de wens op naar persoonlijk bezit. Die wens zullen we verstikken. We zullen dronkenschap, zwetserij en verklikkerij aanmoedigen; we laten een ongekend zedenbederf toe; we smoren iedere zweem van genialiteit in de wieg. Alles wordt onder één noemer gebracht: volkomen gelijkheid!" (2)

Gelijkheid is inderdaad het allereerste wat de nieuwe heersers der aarde nastreven voor 'hun' kudde en op het eerste gezicht klinkt dit allemaal goed, ware het niet dat allerminst de rechtvaardigheid bedoeld wordt maar wel een soort van nivellering die haar intrede doet van zodra het volk gebukt gaat onder het juk van een tiran. Vandaag manifesteert zich die tiran als een bijzondere vorm van geleerdheid of beter: quasi-geleerdheid; een club van quasi-geleerden die via de televisie hun quasi-wijsheden opdringen aan het volk, ze aan iedereen verplichten ook, op straffe van boetes die wel kunnen tellen. Dostojevski heeft het over de ontoereikendheid van de wetenschap. In Demonen spreekt de figuur Sjatow als volgt: "De quasi-geleerdheid is een tiran, zoals er totnogtoe nooit een was opgetreden. Het is een tiran die zijn prelaten en slaven heeft; een tiran voor wien alles buigt met liefde en met een bijgeloof, dat tot dusverre ondenkbaar was; een tiran voor wien zelfs de wetenschap zelf beeft en voor wien ze op smadelijke wijze een knieval maakt." (3) Lathouwers: "[Dostojevskij] houdt niet op aan te tonen, tot welk een karikatuur een wereld vervalt, die deze tirannie van de logica over zich afroept en zich, met voorbijgaan van het levende leven en de natuur, enkel en alleen naar de wetten van deze dodelijke logica inrichten wil." (4)

De levende cel verandert in een dode kristal, een kristallen paleis, dat de hele mensheid ordent in een verstarde en dodelijk genivelleerde samenleving en de mens die dat ziet, moet de anderen blijven bewust maken van de onwezenlijke verschrikking waarin zij gevangen zijn. (5) Het toenemend aantal zelfmoordenaars ingevolge de huidige crisis concentreert zich met een terugwerkende kracht van anderhalve eeuw in de novelle De droom van een belachelijk mens uit 1877 in de idealist Kirillow die, in confrontatie met de afwezigheid van God en met de leegte, zichzelf van het leven wil benemen om aldus te demonstreren dat een leven zonder transcendente waarden een leugen is welke dient verwezen te worden naar het Niets. (6)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 7 maart 2021)

Verwijzingen:

(1) M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer, Brugge/Utrecht 1968, pp. 51-52.

(2) Ib., pag. 52.

(3) Ib., pag. 57.

(4) Ib., pag. 57.

(5) Ib., pag. 58-59.

(6) Ib., pag. 64-70.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. “The great reset”: over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed Aflevering 3: De vos preekt de passie: de fabricatie van hype én crisis met het oog op het herstel van wereldmacht




"The great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed

Aflevering 3: De vos preekt de passie: de fabricatie van hype én crisis met het oog op het herstel van wereldmacht

Uit de inleiding tot hun geschrift dat beweert de regeringsleiders te willen bijstaan in het managen van de coronacrisis, blijkt dat Schwab en Malleret (1°) zelf de hype fabriceren waarvoor zij zeggen te waarschuwen, (2°) van plan zijn om op grond van deze leugen een wereldcrisis uit te lokken (waarin zij tot nog toe ook aardig lijken te slagen) om die dan (3°) te kunnen aangrijpen om verregaande specifieke veranderingen door te kunnen voeren welke uiteindelijk neerkomen op het (opnieuw) naar zich toe trekken van de wereldheerschappij.

Met dat snode plan in het achterhoofd, gaan zij van start met het aandikken van de ernst van covid-19, een griep die indien niet van menselijke makelij dan toch door zekere mensen aangegrepen om een grote slag te kunnen slaan. Meer bepaald doen de auteurs van The Great Reset de volstrekt absurde bewering dat covid-19 onvergelijkbaar ingrijpender is dan niet alleen de Spaanse griep van 1918, de aanslagen van 9 september 2001, de Sars-epidemie van 2003, de Grote Depressie uit de jaren twintig van de voorgaande eeuw... maar ook nog eens veel ingrijpender dan godbetert de Tweede Wereldoorlog!

Ziehier letterlijk hun woorden: "Is the pandemic like the Spanish flu of 1918 (estimated to have killed more than 50 million people worldwide in three successive waves)? Could it look like the Great Depression that started in 1929? Is there any resemblance with the psychological shock inflicted by 9/11? Are there similarities with what happened with SARS in 2003 and H1N1 in 2009 (albeit on a different scale)? Could it be like the great financial crisis of 2008, but much bigger? The correct, albeit 15 unwelcome, answer to all of these is: no! None fits the reach and pattern of the human suffering and economic destruction caused by the current pandemic. The economic fallout in particular bears no resemblance to any crisis in modern history. As pointed out by many heads of state and government in the midst of the pandemic, we are at war, but with an enemy that is invisible, and of course metaphorically: “If what we are going through can indeed be called a war, it is certainly not a typical one. After all, today’s enemy is shared by all of humankind".(1)

Geef hen een gemeenschappelijke vijand en zij zullen zich verenigen en, eenmaal één gemaakt, kunnen wij hen met één enkele beweging inlijven - aldus een stoute tong.

Derhalve, zo gaan Schwab en Malleret door, is de coronacrisis het uitgelezen ogenblik voor het doorvoeren van grote veranderingen, wat trouwens ook gebeurde ten tijde van de pest, die volgens hen het tijdperk van de slavernij afsloot. En vervolgens gaan de auteurs aan het spelen met het schuldbewustzijn van de wereldburgers: we komen terecht op een punt waarop we keuzes moeten maken, zo stellen zij - hetzij voor een solidaire wereld met meer gelijkheid, hetzij voor meer individualisme. En herinneren we ons nu de titel van het artikel van de Deense politica en WEF-medewerkster Ida Auken in Forbes Magazine van 10 november 2016, tevens het motto van de voortrekkers van deze fabel: "Welcome To 2030: I Own Nothing, Have No Privacy And Life Has Never Been Better". (2) Inderdaad: de gruwelijke dystopie van een bezitsloos bestaan zonder privacy wordt de nieuwste utopie van een club van miljardairs die niets minder op het oog hebben dan het herstel van hun wereldmacht.

Uitgerekend die elite van 1 percent welke 99 percent van de wereld in haar bezit heeft, belooft ons te zullen zorgen voor meer sociale gelijkheid! Zij zal dit realiseren met - andermaal uitgerekend - allerlei maatregelen die neerkomen op de centralisatie van haar macht: meer 'beveiliging', automatisering, herverdeling en controle, kortom: het vestigen van een nieuwe wereldorde. Letterlijk: "Many of us are pondering when things will return to normal. The short response is: never" - "(...) deep, existential crises also favour introspection and can harbour the potential for transformation. (...) [T]he pandemic will accelerate systemic changes that were already apparent prior to the crisis: the partial retreat from globalization, the growing decoupling between the US and China, the acceleration of automation, concerns about heightened surveillance, the growing appeal of well-being policies, rising nationalism and the subsequent fear of immigration, the growing power of tech, the necessity for firms to have an even stronger online presence, among many others. But it could go beyond a mere acceleration by altering things that previously seemed unchangeable. It might thus provoke changes that would have seemed inconceivable before the pandemic struck, such as new forms of monetary policy like helicopter money (already a given), the reconsideration/recalibration of some of our social priorities and an augmented search for the common good as a policy objective, the notion of fairness acquiring political potency, radical welfare and taxation measures, and drastic geopolitical realignments. The broader point is this: the possibilities for change and the resulting new order are now unlimited and only bound by our imagination, for better or for worse." (1) De vos preekt de passie.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 7 maart 2021)

Verwijzingen:

(1) Klaus Schwab en Thierry Malleret, Covid-19, The Great Reset, Introduction (enkele zinsdelen werden door mij in vetjes gezet – J.B.). Voor de tekst online, zie: *COVID-19: The Great Reset (straight2point.info)

(2) https://www.forbes.com/sites/worldeconomicforum/2016/11/10/shopping-i-cant-really-remember-what-that-is-or-how-differently-well-live-in-2030/?sh=7bc6f4441735


06-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. "The great reset" - Aflevering 2: Een eindeloze rij van 'wereldverbeteraars'



"The great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed

Aflevering 2: Een eindeloze rij van 'wereldverbeteraars'

"De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens" en die ontbreken ook niet in de manifesten van de talloze 'wereldverbeteraars': Caesar, Gengis Khan, Napoleon, Mao, Stalin, Hitler, Mussolini, Franco, Kim Jong-Il, Bouterse, Ceaușescu... Stuk voor stuk waren zij dictators en zij vestigden historische records met slachtofferaantallen. De wereldverbeteraars waren wereldveroveraars en waar zij het werkwoord 'overwinnen' in de mond namen, bedoelden zij in feite 'afslachten' en 'doden'. Hun belangrijkste prestaties bestonden in het bestelen van de onderworpenen en in het verleggen van de grenzen van hun rijk - voor de duur van enkele jaren en tegen de prijs van ontelbare mensenlevens waar om gejuicht werd als het immers 'vijanden' betrof en daar waar eigen manschappen het leven lieten, verkregen zij met het status van het heldendom zogezegd het eeuwig leven.

Gengis Kahn en Timur Leng vestigden hun roem met ongeziene wreedheden: piramides van mensenhoofden rezen uit de grond waar zij passeerden met hun troepen. In 1893 schreef Antonín Leopold Dvořák zijn negende 'Amerikaanse' symfonie, getiteld: "Uit de nieuwe wereld" - maar die nieuwe wereld was in feite een wereld van nooit geziene gruwel waarvan de fundamenten werden gelegd bij het aanmeren van Christoffel Columbus in Amerika in 1492: de conquistadores besmetten het autochtone Indianenvolk met Europese ziektekiemen waartegen zij niet bestand waren, met als gevolg het quasi uitsterven van de bevolking van het ganse Amerikaanse continent. Vervolgens werden in de daarop volgende eeuwen zowat dertien miljoen in Afrika buitgemaakte slaven met zeilschepen naar de nieuwe wereld getransporteerd, waarbij zij sinds 1512 door het Vaticaan veroordeeld werden om aldaar te creperen op de thee- en katoenplantages van Europese grootgrondbezitters. (1) De 'prestaties' van de katholieke kerk inzake vooruitgang en beschaving vormen overigens een apart hoofdstuk van wreedheid en gruwel in de geschiedenis van de mensheid. (2)

De Franse Revolutie die in 1789 een einde maakte aan de uitbuiting van het volk door adel en clerus en die het land teruggaf aan de mensen, leidde tot de heerschappij van keizer Napoleon Bonaparte, een der grootste 'hervormers' - men leze: 'massamoordenaars' - aller tijden. Van Napoleon is bekend dat hij een mysterieus genot puurde uit het overschouwen van de met gesneuvelden bezaaide slagvelden. Maar als de gruwel de grenzen van het bevattelijke overschrijdt, slaat zij om in het tegendeel en zo werden talloze standbeelden en bustes van Bonaparte opgericht en naar deze keizer van de meedogenloosheid zijn wereldwijd lanen en pleinen, restaurants, dranken en bonbons genoemd.

In de periode van 1958 tot 1961 lanceerde Mao Zedong die het communistische China regeerde, de zogenaamde "grote sprong voorwaarts" waarmee hij de economische vooruitgang van zijn land bedoelde, de overgang van het agrarische naar het industriële China, maar het megalomane communistische manoeuvre betekende de grootste hongersnood van de twintigste eeuw die aan achtenzeventig miljoen Chinezen het leven kostte. (3) 'Vadertje' Stalin maakte onder het eigen door hem gewantrouwde volk waarop hij een heksenjacht opende ("De Grote Zuivering") drieëntwintig miljoen slachtoffers vanuit zijn marxistisch-leninistische wereldverbeteraars-idealen (4) en zijn zuiveringspraktijken werden in detail beschreven door Nobelprijswinnaar voor de Literatuur in 1970, Aleksandr Isajevitsj Solzjenitsyn, in diens Goelag Archipel (verschenen in 1973-'75) (5). De grootheidswaanzinnige Adolf Hitler plande vanuit een krankzinnige rassenleer en met het oog op een historische verbetering van de mensheid een blank Arisch superras dat de wereld zou overheersen terwijl de 'rotte appels' werden uitgeroeid: de 'superieuren' vermoordden vele miljoenen onschuldigen in concentratiekampen. (6)

Met de morele steun van de kerk slachtte Mussolini in 1936 met gifgas honderdduizenden onschuldige Ethiopische burgers af in de zogenaamde 'laatste kruistocht'. (7) In het door hem gesteunde Spanje liet dictator Francisco Franco zich in 1953 na een overeenkomst met de Katholieke Kerk waarbij het katholicisme tot staatsgodsdienst werd gemaakt, "leider van Spanje bij de Gratie Gods" noemen. Zijn gruwelijk fascistisch bewind kostte aan 400.000 mensen het leven. (8) Ook Ceaușescu achtte zich een groot weldoener, hij maakte met zijn Securitate van Roemenië een historische hel waarvan dertig jaar na zijn dood de zware trauma's nog volop levend zijn.

En dan hebben we het nog niet gehad over het 'beschavingswerk' van de grote staatsman Leopold II van België in Congo en dat van alle kolonisatoren in alle werelddelen. Het moet gezegd worden dat het westen zijn rijkdom heeft gehaald uit het ontginnen van de bodemschatten én van de mensen uit de rest van de wereld en één van de koplopers, zo niet de absolute top in die histories was The British Empire, een rijk waarin de zon nooit onderging. De kroon van de Engelse koningin zou, indien zij niet werd ondersteund, haar nek breken van het gewicht van de edelstenen welke in de loop der eeuwen buitgemaakt werden in de door de Britten 'ontgonnen' armere delen van de wereld, al moet hieraan worden toegevoegd dat niet zozeer het volk doch de indertijd door Shakespeare en vandaag door de roddelpers beschreven dynastie hiervoor de verantwoordelijkheid draagt.

Uitgerekend deze superrijken van de aarde zetten vandaag het plan op touw om de voltallige mensheid in een mum van tijd (de duur van de zogenaamde coronapandemie) te beroven van alle persoonlijke bezittingen én hen die alsnog over een ziel beschikken, ook daarvan te ontdoen middels de afschaffing van de privacy. Uiteraard maken zij een uitzondering voor zichzelf, of kan een wereldleider dan rondrijden met een Toyota Corolla?

(Wordt vervolgd)

(J.B., 6 maart 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie het artikel, getiteld: “Hoe Europa groot en rijk werd”: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf

(2) Zie het artikel: “Fundeert het katholicisme onze beschaving?”: http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208096418.pdf

(3) https://www.nybooks.com/articles/2009/02/26/the-china-we-dont-know/

(4) https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote_Zuivering

(5) https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Goelag_Archipel

(6) https://nl.wikipedia.org/wiki/Adolf_Hitler

(7) https://nl.wikipedia.org/wiki/Tweede_Italiaans-Ethiopische_Oorlog

(8) https://www.parool.nl/nieuws/praalgraf-dictator-franco-past-niet-langer-in-een-europese-democratie~b443007c/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F


05-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. “The great reset”: over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed - Aflevering 1: Nikolaj Stawrogin, Andrej Mysjkin en het Vierde Rijk




"The great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed

Aflevering 1: Nikolaj Stawrogin, Andrej Mysjkin en het Vierde Rijk

The Purloined Letter uit 1844 van Edgar Allan Poe (1) toont op een nimmer geëvenaarde wijze hoe de beste plaats om een misdaad te verbergen de openbaarheid is: niemand zal het in zijn hoofd halen om wat tot elke prijs verborgen hoort te zijn, te gaan zoeken in het volle licht. Onder de titel Covid-19. The Great Reset (2) publiceerde op 9 juli 2020 met de assistentie van de neoliberale econoom Thierry Malleret, de stichter van het Wereld Economisch Forum (WEF), Klaus Schwab, zijn plan uit 1971 voor een complete omvorming van niet alleen de economie maar van het hele mensdom. Een omvorming van het mensdom tot wat?

Het gaat om een plan dat niet toevallig in de beginfase van de coronapandemie (in juni 2020) op tafel werd gelegd en wel door niemand minder dan Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Wales. Deze prins van wat nog rest van The British Empire, dat hem kennelijk achterliet met nostalgie, deed dat samen met de stichter van het WEF, Klaus Schwab, die het ontwerp al sinds 1971 in de koelkast had liggen en die ter gelegenheid van de pandemie het ogenblik aangebroken achtte om het ten uitvoer te brengen. Schwab stichtte in 1971 namelijk het WEF (toen nog het Europees Management Forum genoemd) met de bedoeling... “de wereld te verbeteren”!

"Der Weltverbesserer" is de titel van het luttele jaren later (in 1979) gepubliceerde toneelstuk van Thomas Bernhard over een wereldverbeteraar. Maar zo diepzinnig en pessimistisch als Bernards hoofdfiguur is, zo ondoordacht en luchthartig is het plan van prins Charles en zijn entourage van wereldverbeteraars: een utopie die door de Deense politica en WEF-medewerkster Ida Auken in Forbes Magazine van 10 november 2016 gekenschetst werd onder de verbijsterende titel die ook het motto is van de voortrekkers van deze fabel: "Welcome To 2030: I Own Nothing, Have No Privacy And Life Has Never Been Better". (3) De gruwelijke distopie van een bezitsloos bestaan zonder privacy wordt de nieuwste utopie van de huidige machthebbers!

Deze gemene streek wordt inderdaad verborgen in het volle licht: het plan om alle mensen, zoveel als er op de aardbol leven, te beroven van hun bezit én van zichzelf, want dat is de betekenis van het ontzeggen van een mens van zijn privacy: wie geen geheimen meer heeft, bestaat niet langer omdat hij zich niet meer van anderen onderscheidt; hij is datgene kwijt wat hem uniek maakt en hij wordt gelijk aan ieder ander. Door de roof van de privacy wordt de bonte mensheid gereduceerd tot een leger van allemaal eendere, slaafse robots. En uiteraard volgt daar dan onvermijdelijk uit dat voortaan niemand nog onvervangbaar zal zijn. De waarde van een mens wordt herleid tot zijn economisch nut; de mens wordt een voorwerp. Hij is zonder bezit en kopen doet hij derhalve niet meer: hij is daarentegen zelf koopwaar geworden. En omdat hij vervangbaar is door principieel ieder ander, kan hij ook probleemloos worden 'uitgeschakeld' van zodra hij niet langer nuttig is. Wanneer hij aanklopt bij de overheid om zich erover te beklagen dat hij als louter koopwaar wordt behandeld, zal zij hem antwoorden: "Excuseer, mijnheer, maar u bestaat niet meer."

Erger nog dan de misdaden begaan in de concentratiekampen, aldus overlever van de nazikampen Primo Lévi, is de onverschilligheid. De grote Russische schrijver Fjodor Michailowitsj Dostojewskij (1821-1881) verpersoonlijkte die onverschilligheid in de figuur van Nikolaj Stawrogin in zijn roman Demonen. Stawrogin ervaart het doen van kwaad als een verrukking; hij beseft zijn laagheid en hij geniet ervan; hij leeft in een angstwekkende oppervlakkigheid. Maar met de onverschilligheid van Stawrogin schildert Dostojewskij deze van de ganse negentiende-eeuwse Russische intelligentsia én de westerse cultuur: het is een ontworteling, een verlies van de banden met het levende leven, dat goddeloosheid en gewetenloosheid meebrengt: "Wie geen grond onder de voeten heeft, bezit ook geen God", zo zegt Andrej Mysjkin in De idioot en Dostojevski laat zien hoe het verloren gaan van de religieuze dimensie, de diepte onttrekt aan het bestaan zelf, waardoor alles losser wordt, wat volgens hem de oorzaak is van het toenemend aantal zelfmoorden in het toenmalige Rusland en in de hele westerse civilisatie: "De mensen verliezen niet alleen de band met de aarde, maar evenzeer de band met elkaar. De levende communicatie tussen de mensen onderling heeft aan diepte verloren. Er voltrekt zich een soort desintegratie, een versplintering van de waarachtige samen-leving tot ontelbare geïsoleerde levens." (4)

Uitgerekend deze door Dostojewskij raak beschreven hel wordt met een satanisch enthousiasme nagestreefd door de samenzweerders tegen de huidige mensheid die zich verenigen in het WEF en die elitaire samenkomsten houden in Davos en op nog andere geheim gehouden plaatsen. Zij amuseren zich met het treffen van beslissingen over het leven van ontelbare anderen en op die wijze trachten zij in hun zieke geestestoestand aan zichzelf de illusie te verkopen dat zij inderdaad zelf geen mensen zijn doch goden. Zij zijn hoe dan ook miljardairs en derhalve hogepriesters in de eredienst aan de Mammon. En zo duur en hoogdravend als zij hun plannen laten uitschijnen, zo arrogant, oppervlakkig, megalomaan, laaghartig en misdadig zijn ze. Zij hebben de mond vol over een vierde industriële revolutie en over transhumanisme maar een overzicht van de inhoud van hun pamflet verraadt een culturele barbarij die deze van het Derde Rijk naar de kroon steekt en met in het verschiet een totalitarisme dat de tijd van Goelags en van concentratiekampen in zijn schaduw stelt.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 5 maart 2021)

Verwijzingen:

(1) http://www.pileface.com/sollers/pdf/The%20purloined%20letter.pdf

(2) http://reparti.free.fr/schwab2020.pdf

(3) https://www.forbes.com/sites/worldeconomicforum/2016/11/10/shopping-i-cant-really-remember-what-that-is-or-how-differently-well-live-in-2030/?sh=7bc6f4441735

(4) M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer, Brugge/Utrecht 1968, pp. 38-44.


04-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The uncovering of the vaccination data in Israel reveals a frightening picture

The uncovering of the vaccination data in Israel reveals a frightening picture:

 http://www.nakim.org/israel-forums/viewtopic.php?p=276314     



28-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wet van de geringste weerstand: op naar de domesticatie van het virus?

De wet van de geringste weerstand: op naar de domesticatie van het virus?

Het tijdperk van de wetenschappen, zoals het zichzelf toch noemt, heeft medicijnen en medicijnmannen voortgebracht maar helaas ook veel meer vergiften en kwalen dan dezen ooit zullen kunnen genezen en neutraliseren. Wanneer de technologie uitbreidt, zijn maffioso de eersten om daar gebruik van te maken terwijl het politieapparaat steeds weer kampt met een tekort aan middelen. En kennelijk volgen deze en nog ontelbare andere culturele evoluties alleen maar de natuur der dingen: straffere insecticiden maken insecten resistenter en verdelgen de producenten. Vandaag blijkt een verstrenging van de coronamaatregelen telkenmale uit te draaien op het ontstaan van mutaties die nog dodelijker en besmettelijker zijn. De criminelen zijn sluwer dan de criminologen, de ziekten overwinnen de medicamenten en alsnog blijken de hedendaagse wetenschap en technologie het onderspit te moeten delven in de strijd tegen het onooglijke virus. De tegendoelmatigheid uit de tragedies der Hellenen zit ingebakken in natuur en in cultuur, in het vlees en in de ziel, in de genen en de memen. (1)

Plagen van zeer uiteenlopende aard teisteren de wereld: plagen met betrekking tot de gezondheid van het lichaam maar ook plagen die te maken hebben met de toestand van de ziel. De laatst genoemde euvels uiten zich in een zelden geziene toename van de meedogenloosheid, van de verharding en van de volstrekte onverschilligheid jegens het lot van armen, vluchtelingen en vervolgden. Alvast is het een feit dat de erbarmelijke fysieke conditie van de inzittenden van de derde en de vierde wereld mede wordt in de hand gewerkt door de erbarmelijke geestelijke of morele instelling van de welvarenden.

Een groot deel van de menselijke ellende halen mensen zichzelf en anderen op de hals, een ander deel komt als uit het niets te voorschijn en wordt toegeschreven aan toeval ofwel aan zondebokken. In dat laatste geval bestaat de strategie erin zichzelf te bevoorraden met hoop en met de illusie van toekomstige beterschap door aan het kwaad een of meer daders toe te schrijven die men dan kan straffen ofwel 'vernietigen', zoals men in het nazitijdperk deed met zowat het ganse joodse volk.

Maar men kan het kwaad ook doen verdwijnen door het helemaal te depersonaliseren en ook te de-objectiveren en dan te beschouwen als een structureel onafwendbare eigenschap van zekere natuurlijke gebeurtenissen. In de natuur geldt namelijk het recht van de sterkste, waarbij een gevecht op leven en dood erover beslist wie de sterkste dan wel mag zijn en het kwaad is dan de dood verpersoonlijkt in de vijand die echter nooit zijn eigen vijand is en altijd de vijand voor de ander, wat wil zeggen dat in en krachtens de natuur, de ene het kwaad is voor de andere, waardoor het uiteraard verdwijnt als 'kwaad op zich'.

Zo noemen wij het virus een kwaad omdat het onze natuurlijke vijand is zoals wij dat in zekere zin ook voor het virus zijn. Maar opgemerkt moet worden dat het virus ons te beurt valt omdat het een goed in ons ziet, namelijk een goed voor zichzelf: het virus heeft onze lichaamscellen nodig om zich voort te planten. De mens is een goed voor het virus want hij is een prooi maar hij is ook een vijand voor het virus waar hij in staat is om het virus te verdelgen. In feite zouden virus en mens het op een akkoordje moeten kunnen gooien: zij konden dan misschien een samenwerkingsverband sluiten waarmee zij beiden hun voordeel konden doen.

Wanneer het virus merkt dat mensen strengere maatregelen gaan hanteren om besmettingen tegen te gaan, wordt het agressiever. Wij weten niet hoe het virus dit weet, hoe het dit weten verwerkt en hoe het komt dat het dan zo doeltreffend reageert maar de zaak is dat het virus dit wonderwel blijkt te kunnen doen. Maar als het virus in staat is om te reageren op een negatieve houding van de mens, waarom zou het dan niet in staat zijn om te reageren op een positieve menselijke houding, een toenadering als het ware? Stel dat wij het het virus wat makkelijker zouden maken om zich voort te planten: zou het virus deze hulp dan niet evenzeer kunnen appreciëren als het in staat is om onze vijandschap afkeurend te beantwoorden? Denk maar aan de wolf die tam wordt van zodra wij hem toestaan om mee uit onze trog te komen eten: hij valt ons niet alleen niet langer aan maar wordt bovendien een goede bondgenoot, een hond.

Hoe dan ook is het virus een levend wezen en derhalve zijn zowel zelfbehoud als soortbehoud dan werkzaam, samen met nog een aantal andere wetten zonder welke het leven niet kan gedijen, zoals de wet van de geringste weerstand - een beetje vergelijkbaar met het scheermes van Occam dat werkzaam is in de wetenschappelijke sfeer. Die wet betekent dat het virus zich evenmin als elk ander levend wezen zal forceren als dat niet noodzakelijk is om voort te bestaan. We herinneren ons bijvoorbeeld dat het virus pas op de mens is overgesprongen op het ogenblik dat het schubbendier, waarin het zich aanvankelijk had genesteld, met uitsterven bedreigd werd omdat het door de mens wordt aangewend als voedselbron. Evenals het virus dat aids veroorzaakt en dat afkomstig blijkt van apen, zou ook dit virus wellicht in zijn oorspronkelijk nest gebleven zijn als dit niet werd bedreigd.

Over de nesteling van virussen kan overigens nog een en ander worden gezegd. Duidelijk is alvast dat het virus niet bekwaam is om zichzelf voort te planten zonder de hulp van een gastheer van wiens voortplantingsorganen binnenin de lichaamscellen het gebruikmaakt. Zo was de soort 'schubbendier' het oorspronkelijke nest voor het virus - of alvast een van de vorige nesten - terwijl het momenteel ook op de mensensoort is overgegaan die nu als virusnest dienst doet. In feite heeft de mens tot zijn eigen nadeel het virus uit zijn aanvankelijk nest verdreven door op schubbendieren te gaan jagen en ze met uitroeiing te bedreigen.

Eenmaal bij de mens terechtgekomen, kiest het virus om te overleven ook de zwakste groepen onder de mensen uit: mensen die oud zijn, ziek en ondervoed en dat is opnieuw een gedrag in overeenstemming met de wet van de geringste weerstand. Pas van zodra die groep van zwakkeren 'opgebruikt' zijn of dus overleden, wordt het virus agressiever en springt het op minder zwakke groepen over, wat in dit geval betekent dat ook jongere mensen met het virus worden besmet. Het virus had met andere woorden nooit een tandje hoeven bij te steken indien zulks niet noodzakelijk was voor de eigen overleving.

Maar wellicht geldt ook het omgekeerde en wordt het virus lui van zodra die het wat makkelijker krijgt om te overleven. Er is alvast een wereld denkbaar waarin biologen strategieën uitwerken die op grond van deze simpele wetten het gedrag van virussen dermate manipuleren dat wij er niet langer last van hebben, zoals er ook een wereld feitelijk is waarin landbouwers irrigatiesystemen bouwen om het water te kanaliseren en moerassen om te vormen tot vruchtbare akkers, wilde gewassen veredelen tot nieuwe voedselbronnen en de noodlottige verspilling van beperkte grondstoffenvoorraden ombuigen door methoden van recyclage en het aanboren van hernieuwbare energiebronnen. In de wetenschap dat nood dwingt, zou een dictator zijn virologen allang het vuur aan de schenen hebben gelegd. En in de wetenschap dat deze wet - 'nood dwingt' - alleen maar een andere gedaante is van de wet van de geringste weerstand, zal in een democratische wereld kennelijk eerst het voltallige mensdom met uitroeiing moeten worden bedreigd vooraleer de hoop gerechtvaardigd is dat een oplossing uit de bus kan komen.

(J.B., 28 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/226544.pdf


25-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Achteruitgang in de opmars - Intermezzo: Een prikje voor Van Togenbirger?

Achteruitgang in de opmars

Intermezzo: Een prikje voor Van Togenbirger?

- Omsk Van Togenbirger! Wat lang geleden! U hier tegen het lijf te lopen en zo vroeg nog op de dag! Prikje halen?

OVT: Hoe zegt u? En ook een goedemorgen...

– Bent u op weg naar het vaccinatiecentrum?

OVT: Ik ben nog niet suïcidaal! Maar komt u daar dan vandaan?

– Ik kreeg nog geen uitnodiging...

OVT: Iedereen doet natuurlijk wat hij wil... Voorlopig toch...

– Op uw leeftijd kunt u toch niet het risico lopen corona te krijgen?

OVT: Precies daarom!

– Dit ontgaat mij...

OVT: Volgt u het nieuws dan niet?

– Toch wel... het officiële nieuws natuurlijk.

OVT: Jaja, de paus heeft gezegd...

– Verklaar u nader!

OVT: Tweeëntwintig doden in een zorgcentrum in Amersfoort kort na de vaccinatie!

– Zie je wel: u leest berichten die geboekstaafd staan als nepnieuws!

OVT: Zeker niet, mijn beste: dit staat in het Algemeen Dagblad van 22 februari (1), alleen vermeldt men in dit 'officiële' nieuwsbericht niet dat de slachtoffers net hun prikje hadden gekregen!

– Dat is dan toeval...

OVT: Nog een officieel bericht: Het Belang van Limburg van 19 februari meldt dat vierendertig overlijdens werden vastgesteld na toediening van het coronavaccin. En men voegt eraan toe dat er geen verband is! (2) Onder meer een vrouw van drieëntachtig overleed drie weken na de toediening van het vaccin, zo kan men lezen in dezelfde krant. (3) Het NOS-nieuws bericht hetzelfde over een negentiger. (4) Het Laatste Nieuws, een volstrekt onverdachte bron, meldt hetzelfde. (5) Het Nieuwsblad, andermaal officieel nieuws, maakt melding van een identiek tafereel en alweer met toevoeging van de uitleg dat er geen verband werd vastgesteld. NU maakt gewag van vijfendertig ouderen die stierven na de vaccinatie. (6) En wat bericht Het Nieuwsblad van 23 februari? “Doodsoorzaak Rachel (99) aangeduid als Covid-19 ondanks negatieve test én vaccin”! (7) Volgens Het Nieuwsblad van 17 januari waren er overigens al waarschuwingen vanuit Noorwegen na negenentwintig overlijdens bij gevaccineerde bejaarden aldaar (8) en een paar dagen later zijn dat er volgens het VRT-nieuws al drieëndertig. (9) Er werden trouwens al verschillende meldingen gemaakt van verdachte overlijdens na vaccinatie in december vorig jaar (10) en er zijn nog meer dergelijke berichten. (11) En herinner je je nog het bericht over die proefapen? Niet één heeft de vaccinaties het overleefd! (12)

– Toeval...

OVT: Maar men ontkent niet dat er een verband is tussen de overlijdens en de vaccinatie: men zegt dat er geen verband werd aangetoond. We weten zelfs niet of er uberhaupt een onderzoek gevoerd werd naar het verband. Ziet u het, mijn beste? A1s men cijfers voorlegt inzake de werking van het vaccin, dan volstaan die cijfers maar in geval van overlijdens wil men het verband bewezen zien.

– Volgens mij ziet u het allemaal veel te zwart en uit de context gelicht. En ongelukkig genoeg is er ook altijd heel veel toeval in het spel.

OVT: Ongetwijfeld! En is het ook geen toeval dat alcoholici en kettingrokers het mondmasker achterwege mogen laten terwijl uitgerekend de consumptie van tabak en alcohol aanzienlijk meer slachtoffers maakt dan corona?

– Men mag niet discrimineren...

OVT: Zijn het naar de mond brengen van tabak en alcohol dan essentiële verplaatsingen? Begrijpt u wat ik wil zeggen? Hoe kan men vertrouwen hebben in een regering die het overtreden van coronaregels zo zwaar sanctioneert terwijl zij gedragingen die een veel grotere sterfte tot gevolg hebben nog aanmoedigt? En wie gelooft nog in die vaccins als de ziekte zelf al één en al mist is?

– Onderzoek bij veertigduizend proefpersonen heeft uitgewezen...

OVT: Dat de vaccins niet werken! (13)

– Onderzoek heeft uitgewezen...

OVT: Dat door de overheid via de apotheken verspreide mondmaskers giftig zijn en longontsteking kunnen veroorzaken! (14)

– Foutjes gebeuren overal...

OVT: Foutjes, zegt u? Volgens een officiële krant werden die maskers geleverd door een bedrijf dat gerund wordt door een voormalige voetbalmakelaar en een ex-restauranthouder en met geld van een Jordaanse miljonair met een adres op Malta, een holding op de Kaaimaneilanden en een firma die filmprojecten financiert in de VS.

– Is dat zo?

OVT: Vraag raad aan je apotheker! Het staat letterlijk in De Morgen. Op de koop toe had het Ministerie van Volksgezondheid een positief advies gegeven over de levering. En wat er nog aan ontbrak: er loopt een onderzoek naar fraude bij de aankoop door de overheid; het gaat om een som van veertig miljoen euro en daar kan toch al een percentje van af, nietwaar? (14) Een fijne dag nog!

(J.B., 25 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) https://www.ad.nl/amersfoort/corona-slaat-hard-toe-in-amersfoorts-verpleeghuis-22-bewoners-overleden-in-week-tijd~a8a459f7/?referrer=https://www.google.nl/

(2) https://www.hbvl.be/cnt/dmf20210219_93514675

(3) https://www.hbvl.be/cnt/dmf20210218_98177183

(4) https://nos.nl/artikel/2366923-overlijden-90-plusser-na-vaccinatie-onderzocht-geen-verband-met-prik-vermoed.html

(5) https://www.hln.be/binnenland/veertien-overlijdens-na-coronavaccin-in-belgie-geen-oorzakelijk-verband-vastgesteld~aeb89eb0/

(6) https://www.nu.nl/coronavirus/6116732/35-ouderen-overleden-na-vaccinatie-waarschijnlijk-door-bestaande-problemen.html

(7) https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20210223_96086917

(8) https://m.nieuwsblad.be/cnt/dmf20210116_96981562

(9) https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/01/19/33-bejaarden-overleden-na-coronavaccin-in-noorwegen-geen-duide/

(10) https://nl.metrotime.be/2020/12/30/must-read/zwitser-overleden-na-vaccinatie-tegen-coronavirus/

(11) https://www.demorgen.be/nieuws/onderzoek-naar-overlijden-82-jarige-verband-met-coronavaccinatie~b4d85b27/ ;

https://m.standaard.be/cnt/dmf20210121_95526069 ;

https://m.nieuwsblad.be/cnt/dmf20201021_96638513

(12) https://www.ad.nl/binnenland/bij-het-onderzoek-naar-vaccin-covid-19-sterven-uiteindelijk-alle-apen-die-ingezet-worden~a5594ad4/

(13) https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3251939

(14) https://www.demorgen.be/nieuws/stoffen-mondmaskers-die-overheid-gratis-uitdeelde-via-apotheken-mogelijk-giftig~bf3a6b75/


23-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Achteruitgang in de opmars Deel 5: De democratie als totalitaire staat

Achteruitgang in de opmars

Deel 5: De democratie als totalitaire staat

Van 1964 is het geleden dat One-Dimensional Man verscheen van de hand van Herbert Marcuse: een kritiek op het consumentendom die in geen tijd onze ogen opende voor het feit dat niet alleen de Sovjets maar evenzeer de westerse democratieën totalitaire regimes zijn, alleenheerschappijen onder de dictatuur van het geld. Een fragment uit de conclusie van De eendimensionale mens over het ware gelaat van onze tijd:

"The real face of our time shows in Samuel Beckett's novels; its real history is written in Rolf Hochhuth's play Der Stellvertreter. It is no longer imagination which speaks here, but Reason, in a reality which justifies everything and absolves everything--except the sin against its spirit. Imagination is abdicating to this reality, which is catching up with and overtaking imagination. Auschwitz continues to haunt, not the memory but the accomplishments of man--the space flights; the rockets and missiles; the "labyrinthine basement under the Snack Bar"; too pretty electronic plants, clean, hygienic and with flower beds; the poison gas which is not really harmful to people; the secrecy in which we all participate. This is the setting in which the great human achievements of science, medicine, technology take place; the efforts to save and ameliorate life are the sole promise in the disaster." (1)

Valse behoeften worden gecreëerd en via massamedia aangeprezen, zo schrijft Marcuse: het geluk is te koop, met geld uiteraard en dus middels (slaven)arbeid. Overproductie en overconsumptie aangezwengeld door een technologische rationaliteit laat een spoor na van eindeloze vervuiling, roofbouw op de natuurlijke grondstoffen, beschavingsziekten en slechts de illusie van vooruitgang en vrijheid.

De verdwijning van het kritisch vermogen van de mens maakt Marcuse's werk over de ideologie van de industriële maatschappij vandaag actueler is dan ooit.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 23 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Herbert Marcuse, One-Dimensional Man. Studies in the Ideology of Advanced Industrial Society, Boston, Beacon, 1964, Hoofdstuk 10 (Conclusie), paragraaf 2. Voor de oorspronkelijke tekst, zie:

https://www.marcuse.org/herbert/pubs/64onedim/odm10.html

Een Nederlandse vertaling van De eendimensionale mens van Herbert Marcuse staat als PDF op het internet op het onderstaande adres. (De conclusie van het werk kan men lezen vanaf pagina 310):

https://archive.org/details/de-eendimensionale-mens-herbert-marcuse/De%20eendimensionale%20mens%20-%20Herbert%20Marcuse/page/n1/mode/2up



21-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Achteruitgang in de opmars - Deel 4: Daarom wordt de wereld de mond gesnoerd

Achteruitgang in de opmars

Deel 4: Daarom wordt de wereld de mond gesnoerd

De redelijkheid dankt haar waarheidswaarde aan de openbaarheid omdat zij resulteert uit een soort van rechtspraak waarvan de jury bestaat uit principieel alle mensen. Redelijk spreken is spreken alsof het gebeurde voor het publiek van alle mensen en het is daarom onverschrokken spreken of spreken in volledige vrijheid. Men kan zich immers niet beter beveiligen voor de leugen en derhalve ook niet voor de misdaad dan onder de ogen van de ganse mensengemeenschap. En uiteraard geldt ook het tegendeel: de leugen en de misdaad krijgen pas vrij spel bij afwezigheid van getuigen.

Het creëren van een speelterrein zonder getuigen is bijzonder lastig maar veeleer ondenkbaar dan ondoenbaar zoals Aleksandr Solzjenitsyn dat aantoont in De arrestatie, het eerste van de volstrekt onverzonnen verhalen in De Goelag Archipel. (1) De manier waarop men in koelen bloede te werk gaat met gesofistikeerde listen om zelfs op klaarlichte dag onschuldige mensen definitief van hun vrijheid te beroven, overtreft de stoutste fantasie.

Zijn er alsnog getuigen van leugens of van andere misdaden, dan kunnen die onschadelijk worden gemaakt met geld: met een som geld kan men een ander om het leven laten brengen of ervoor zorgen dat hij de waarheid achterhoudt en in dat laatste geval spreekt men van zwijggeld: wie zwijggeld krijgen, worden betaald om de waarheid in zichzelf gevangen te houden.

Het in zichzelf gevangen houden van de waarheid lijkt heel makkelijk maar kan nooit een sinecure zijn omdat de waarheid zo gesteld is op haar vrijheid. De waarheid bevrijdt maar zij wil zelf ook vrij zijn en dat blijkt uit het feit dat zij zich altijd ongedurig wil verklappen, dat zij de dood niet vreest en dat zij zich uiteindelijk voor geen geld ter wereld zal laten kooien en om die reden is zwijggeld dan ook bij voorbaat veroordeeld om te falen: wie een ontdekking doen, ontdekken per definitie waarheid en zij kunnen die nimmer voor zichzelf houden zoals zelfs uitvinders van atoomwapens getuigen; wie de waarheid kennen, blijken in staat die te verdedigen tegen een massa van onwetenden, tegen pausen en andere potentaten, zoals Giordano Bruno getuigde en vele andere martelaren; wie de waarheid bezitten, worden op hun beurt door de waarheid bezeten, zij worden haar instrument, zij blijken wonderwel in staat haar te verdedigen en zij vrezen noch gevangenschap, noch verbanning, noch veroordeling, noch dood omdat de waarheid nu eenmaal sterker is. En wie de waarheid in zich gevangen houden, zijn om die reden op hun beurt de gevangenen van de eigen leugens.

Derhalve kunnen alleen wie de fout begaan om te geloven in de leugen, tevens de vergissing maken om anderen het zwijgen op te leggen. Met andere woorden kan men zonder de geringste twijfel oordelen over wie anderen het zwijgen trachten op te leggen, dat zij zelf liegen en samenzweren. Wie ervoor pleiten om aan anderen - en in de praktijk zijn dat vaak de tegenstanders van de eerstgenoemde pleiters - de toegang tot de media te ontzeggen, houden niet alleen de waarheid in zichzelf gevangen maar zijn op hun beurt de gevangenen van de leugen.

Omdat de waarheid zo gesteld is op haar vrijheid - zij wil immers leven in de openbaarheid - is zwijggeld ontoereikend om haar te onttrekken aan het licht: wie de waarheid achter willen houden, zullen zich daarom genoodzaakt zien om al degenen die de waarheid in zich gevangen houden, zelf aan de openbaarheid te onttrekken. Men kan met andere woorden de waarheid pas achter slot en grendel steken als men eerst hen die haar bezitten en die op hun beurt door haar bezeten worden, gevangen houdt. Ofwel als men allen die de waarheid kennen, de toegang tot de openbaarheid kan verhinderen.

Over lieden die verklaren dat niet iedereen het recht heeft om te spreken en dat het derhalve gerechtvaardigd is om aan sommigen het spreekrecht te ontzeggen door hen de toegang te ontnemen tot de kanalen die het spreken van de waarheid in de openbaarheid mogelijk maken, kan men wegens de hoger genoemde redenen zonder twijfel oordelen dat zij liegen. Maar in feite weten zij ook dat zij liegen omdat zij zoals iedereen beschikken over het nog niet verklaarde doch wezenlijke en bijzondere vermogen om wat waar en onwaar is te onderscheiden zoals iedereen ook goed en kwaad kan onderscheiden. Immers, zou iemand niet beschikken over dit vermogen, dan kon hij ook niet weten of hij wakker was of droomde en dan verging de wereld in de dichte mist die ons ook het zicht ontnemen zal wanneer wij ten slotte stranden in het rijk van Hades.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 21 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie het artikel: De arrestatie (d.d. 13.03.2018): https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3060740 ;

Zie ook: Corona en de waarheid, Aflevering 17: Het wrede lot van de weerlozen: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3240082




20-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Achteruitgang in de opmars - Deel 3: Het tijdperk der Verduistering

Achteruitgang in de opmars

Deel 3: Het tijdperk der Verduistering

Het geloof in de Rede, die de goddelijke kennis zou brengen en aldus, met het tijdperk van de wetenschappen, de macht over de natuur en de godengelijkheid, liet de mensheid niet alleen achter met een enorme teleurstelling maar tevens met de catastrofe van haar tegendeel: de wanorde van een volstrekte irrationaliteit, het onrecht van het totalitarisme, de waanzin van het fascisme, het antisemitisme en de massamoord als industrie in de schande van de holocaust die nimmer door de rede te bevatten is. Andermaal de tragedie van de contraproductiviteit.

De Verlichting of het gebruik van het verstand, de rede, de rationaliteit, was er als een reactie op de (al dan niet vermeende) duisternis van het mythische denken. Vooreerst leek het erop dat de (Helleense) filosofie het mythische denken oversteeg waarin de tegendoelmatigheid de mens als een vloek boven het hoofd hangt en in het westen volgde het tijdperk der moderne wetenschappen als een reactie op de alleenheerschappij van het middeleeuwse geloof in een werkelijkheid van schuld en boete. Maar het ontbrak een al te voortvarende rationaliteit alras aan zelfkritiek en de rede sloeg om in haar tegendeel, zoals bij uitstek in de irrationaliteit van het nazisme in de jaren dertig en in de periode van de tweede wereldoorlog.

De waanzin en de misdaad van de uitroeiingskampen zijn een rechtstreeks gevolg van een logica die zijn bronnen vindt in de verabsolutering van de rede. In de zogenaamd wetenschappelijke kijk op de maatschappij en in de betrachting om de samenleving op basis van historische, sociologische, economische en medische inzichten gestalte te geven, hebben zich de rassenleer en de volksgezondheidsidealen ontwikkeld met de eugenetica voorop, het plan voor de veredeling van het mensenras door 'selectie' zoals dat ook al geschiedde in de teelt van planten en van vee: de vervolmaking van alvast een zeker ras van de mensensoort tot heldenvolk en misschien wel tot goden mocht niet achterop blijven.

Voor deze historische, gigantische en catastrofale ontsporing van de rede zijn geen woorden: zij bracht de wereld in een tijdperk van duisternis en was de aanleiding tot het ontstaan van een denkrichting die ging speuren naar de oorzaken van het falen van de Verlichting en van haar omslag naar de nieuwe barbarij en die denkrichting heette Frankfurter Schule (FS). De maatschappijkritische teksten van haar leden bleken visionair en zij kwamen pas goed tot leven in de beweging van 1968.

Wanneer bij de ingang van het coronatijdperk de angst toeslaat, zoekt men met hardnekkigheid zijn soelaas opnieuw maar andermaal vergeefs in de rationaliteit en zijn de geschriften van de FS actueler dan ooit. De vloek van de tegendoelmatigheid uit de mythologie valt ook met de Rede niet te bezweren - integendeel.

In 1944 stencilden Max Horkheimer en Theodor Adorno een vijftal filosofische verhandelingen onder de titel Dialektik der Aufklärung (1) waarmee zij poogden om de opkomst van de barbarij van de totalitaire staat te verklaren met het oog op het aanpakken van de wantoestanden. In twee woorden: in de Verlichting poogt de mens middels een instrumentele Rede de natuur te beheersen maar dit mondt uit in onverschilligheid jegens alles wat te maken heeft met zingeving en met menselijkheid. De mens en zijn cultuur zijn niet langer doel op zich maar zij verworden tot louter gebruiksgoederen: alles komt in functie te staan van een blinde economie. En zo leidt uitgerekend de verabsolutering van de Rede tot de volstrekte redeloosheid van uiteindelijk het fascisme en de nieuwe barbarij.

Een medestichter van de FS was Herbert Marcuse wiens werk One-dimensional Man het cultboek werd in de studentenbeweging van 1968: een protest tegen het afstompende consumentisme, tegen onderdrukking, manipulatie en indoctrinatie van de massa. Hij lanceerde het begrip 'repressieve tolerantie' waarvan de werking bijzonder actueel is: het gaat om de repressie van de feiten middels het afleiden van de aandacht naar irrelevant nieuws. Het betekent van langs om meer dat verzet geduld wordt met de bedoeling het te neutraliseren.

Andere leden van de FS waren Erich Fromm en Walter Benjamin. In Die Furcht vor der Freiheit (1941) verklaart Fromm waarom mensen buigen voor dictaturen: geëmancipeerd van de menigte zijn individuen nog steeds onvrij omdat zij niet in staat zijn zichzelf te realiseren; zij vluchten in een autoritair karakter, in destructiviteit en in conformisme om niet vrij te hoeven zijn. De cultuurcriticus Walter Benjamin zelfmoordde zich toen hij in een concentratiekamp dreigde terecht te komen.

Het bekendste lid van de jongere FS is Jürgen Habermas met zijn theorie over de openbaarheid: de vrijheid van elke burger om zich tot een publiek te verzamelen, bijvoorbeeld via de media, waar zaken van algemeen belang kunnen besproken worden, wat dan 'politieke openbaarheid' heet. Opnieuw zeer actueel, gezien de open debatcultuur in de verdringing komt nu zekere belangengroepen zich het monopolie op het spreekrecht hebben toegeëigend en gevestigde academici vanuit een vrees voor machtsverlies ingevolge de instorting van door hen opgehangen façades, beginnen te tornen aan het recht op de vrije meningsuiting (van hun tegenstanders).

(Wordt vervolgd)

(J.B., 20 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) De tekst verscheen in 1947 in drukvorm.



18-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Achteruitgang in de opmars - Deel 2: De nieuwe pikorde: de mens voortaan onderaan

-

Achteruitgang in de opmars

Deel 2: De nieuwe pikorde: de mens voortaan onderaan

De met de mond, lippen, tong, stembanden, gelaatsuitdrukkingen en lichaamstaal, persoonlijke en intiem gesproken woorden tussen mensen onderling bestaan niet meer: voortaan dient de menselijke communicatieve rijkdom te worden geperst in het enge, vernietigende keurslijf van een klavier met enkele tientallen toetsen, principieel voor iedereen zichtbaar, ontdaan van alle persoonlijke trekken zoals ook het gelaat dat nog slechts een masker is, een robot, een dood ding, weldra ook een dodelijk wapen want gezichtsherkenning is een technologie die bijna bijna (sic!) op punt staat.

Ooit kregen mensen een naam om aanspreekbaar te zijn en vooral ook als teken van erkenning; vandaag is de naam nog louter een teken voor herkenning, een kenteken, de ketting die een lichaam verbindt met het rechtssysteem, met het bankwezen, met het politieke apparaat, met de Moloch die roept aan de binnenkant van het oor: "Individu 638722B3, u hebt nog 1460 euro schulden af te lossen voor het einde van de maand, zo niet moeten wij helaas een beroep doen op de deurwaarder en zullen wij ons genoodzaakt zien om de zorg over uw kroost aan derden over te dragen!" De Moloch, tussen haakjes, was en is een godheid die kinderoffers opeist op straffe van nog groter onheil. Eerst heette hij Moloch, later Baäl en nog later Jahweh: hij is de transcendente gezagsbron middels welke slaven kort worden gehouden voor hun exploitatie, zodat zij tegen zichzelf geweld gaan plegen, hun eigen onvrijheid gaan nastreven en aan hem hun kinderen offeren. (1)

Van mensen wordt vandaag als vanzelfsprekend verwacht dat zij zich bijscholen en meer bepaald inzake het gebruik van de computer met het oog op het zich inwerken in de virtuele wereld. Voor de slechte verstaander lezen wij tevens dat zij dit ook moeten doen omdat men wil dat zij verdreven worden uit de echte wereld. Door de perverse inversie van de tijd zijn het nu de ouderen die bij de jongeren in de leer moeten voor lessen die ons een tweede perversie door de strot rammen: aan mensen moet de taal van de machine worden bijgebracht want vandaag is zijn instrumentarium meester over de mens: de mens moet zich aanpassen aan zijn werktuig, het schip heeft het roer overgenomen van de kapitein.

De vingers worden herleid tot stokken die alleen nog mogen tikken tegen toetsen op een plastic bord met 'voorgeschreven' tekens, tekens die de hand niet langer zelf vermag te vormen. De handen verkrampen in tegennatuurlijke standen, de slanke vingerspieren, gelijk balletdansers getraind om middels kroontjespen en koningsblauwe inkt op blank ivoorpapier een dans van schoonschrift op muziek van de verbeelding te vertolken, moeten zich nu herscholen tot domme trommelstokken en zullen voortaan alleen nog tokkelen op een klavier zoals de blinde raderen dat doen van een groteske robot.

Dat de mens zich aan de machine aanpast, betekent dat hij zich daaraan onderwerpt: hij beaamt dat de machine aan zijn lichaam superieur is. Maar dit onrecht schreeuwt ten hemel: een machine is geen lichaam, is slechts een samenstelsel zoals hefbomen dat zijn en werktuigen waarvan het wezen nimmer anders zijn kan dan een verlengstuk van het lichaam van een mens van vlees en bloed, zoals een wandelstok dat is, een schaar, een boog, een jas, een huis, een kar, een paard, een pen.

In zijn Fenomenologie van de Waarneming schrijft Maurice Merleau-Ponty dat het lichaam niet met zichzelf samenvalt zoals een ding dat doet: in zijn contact met de wereld transcendeert het lichaam zichzelf voortdurend: het is via onze lichamelijkheid dat wij met de ander kunnen co-existeren en communiceren: "Ik ontmoet de ander niet in een gedachte ruimte, maar op de bodem van een gemeenschappelijke wereld, waarin het lichaam verworteld is en waarin het zijn enige legitieme domicilie heeft. In mijn ontmoeting met de ander kom ik in aanraking met een existentie, die in haar subjectiviteit aan dezelfde voorwaarden van lichaam en wereld gebonden is als ikzelf en deze ontmoeting voltrekt zich in de ruimte der lichamelijkheid (…)." (2) "[De klassieke psychologie] zag (…) over het hoofd, wat Merleau-Ponty een raadsel noemt: dit, dat mijn lichaam tegelijk zichtbaar en ziende is, dit, dat men niet waarneemt, wat de waarneming zelf mogelijk maakt (l'Oeil et l' Esprit, p. 197)." (3) "Het sciëntisme acht de geometrische ruimte wetenschappelijk alleen relevant. Maar het vergeet, dat deze ruimte er niet zou zijn, als ik geen lichaam had (...)" (4)

Zonder onze lichamelijkheid was er ruimte noch tijd: de abstracte en volmaakt geachte begrippen die de vermeend goddelijke kennis van de wiskunde funderen, zijn zonder inhoud los van het lijf met zijn trekken en zijn sleuren: afstanden zijn volstrekt ondenkbaar zonder de last en de lust van het lopen; uren en jaren kunnen helemaal niet bestaan als er geen wachten is en geen verlangen; het denken ontspringt aan het bloed en aan de quasi stoffelijke zenuwdraden die reiken tot in het orgaan van onze huid die gevoeld kan worden en kan tasten, tot in het licht van onze ogen die zien en gezien worden tegelijk: er bestaat gewis geen wereld los van onze levende lichamen.

De kostelijke en verslavende illusie van de virtualiteit spiegelt ons als nooit voorheen de smetteloze ideeënwereld voor van Plato en het paradijs van Genesis maar dit gemeen bedrog waarvoor Rudolf Boehm waarschuwt in zijn Kritik (5), verleidt ons tot niets anders dan uiteindelijk de absolute levenloosheid van de dood. Het theater van de windowsventers-miljardairs is schaamteloze diefstal vanuit een ongeremde hebzucht en een smachten naar de absolute en ultieme almacht die alleen aan god toekomt en dit middels het herleiden van de wereld tot een panopticum dat uiteindelijk de voltallige mensheid uit de tijd dreigt weg te wissen alsof het ging om slechts een schim.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 18 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie: Jaap Kruithof, Marx en de oorzaken van de menselijke aliënatie, Mens en Taak, 1965, nr. 1, jg. 8.:

https://www.marxists.org/nederlands/kruithof/1965/1965vervreemding.htm

Zie ook:

https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3252564

(2) R. Bakker, Merleau-Ponty. Filosoof van het niet-wetend weten, Wereldvenster, Baarn 1975, pp. 64-65. Bakker verwijst hier naar Maurice Merleau-Ponty, Phénoménologie de la Perception, Paris: N.R.F., Gallimard, 1945 (Vierde druk d.d. 1962), pp. 226 en 404-405.

(3) R. Bakker, ib., pag. 67.

(4) R. Bakker, ib., pag. 67.

(5) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm .

Zie ook de afleveringen 26 tot en met 35 van het hoofdstuk, getiteld: Corona en de heilige zaak.




17-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Achteruitgang in de opmars - Deel 1: Het einde van de scheiding der machten
-

Achteruitgang in de opmars

Deel 1: Het einde van de scheiding der machten

Het principe van Montesquieu, de scheiding der machten - wetgevende, uitvoerende en rechterlijke - komt in gevaar nu in Nederland politici de burgers oproepen om een rechterlijk besluit, in casu de opheffing van de avondklok, te negeren en die oproep kan niet anders verstaan worden dan als een uitnodiging tot instemming met de dictatuur van de huidige politici, wat wel een toppunt van politieke arrogantie mag heten.

De vrijheid komt in het gedrang van zodra zij aan banden wordt gelegd maar het is pas waar mensen zichzelf van hun vrijheid gaan beroven dat het echt de verkeerde kant opgaat want dat betekent dat de verdrukking geïnterioriseerd werd: de verdrukker heeft zich als het ware in het hart van elk van de verdrukten genesteld waar hij het bestuur over het denken, het doen en het laten van alle onderworpenen overneemt; hij is als het ware hun geweten geworden en zo handelt hij exact zoals een virus handelt dat binnendringt in de lichaamscellen van zijn gastheer: het gaat zich nestelen in de celkern, neemt daar het bestuur van de cel over en deelt bevelen uit die het virus ten goede komen terwijl de gastheer ten gronde wordt gericht.

Intussen vierenvijftig jaar geleden schreef de Gentse filosoof Jaap Kruithof een artikel over het onderwerp onder de titel: Marx en de oorzaken van de menselijke aliënatie. (1) Marx en Engels die zich tot doel stelden om een harmonische samenleving tot stand te brengen van allemaal vrije burgers, stuitten op de aliënatie als belangrijkste hindernis van de vrijheid: er gaapt een frustrerende kloof tussen wat men wil en wat men kan bereiken, vooreerst vanuit de natuurlijke (en de economische) schaarste maar evenzeer ingevolge onderdrukking door derden. Mensen worden door anderen gedomineerd middels het geweld van doodslag, verminking of dreiging en dit geweld verbergt zich zodanig in de maatschappelijke instituties dat de slachtoffers ervan niet meer beseffen dat ze verdrukt worden en geëxploiteerd. De uitbuiting wordt sociaal georganiseerd met wetten en zelfs met morele regels waaraan de slachtoffers zich tot het eigen nadeel onderwerpen uit vrees voor sancties: het geweld zorgt ervoor dat slachtoffers gaan instemmen met hun onderdrukking. Als het zover komt, is er sprake van psychische aliënatie: het slachtoffer berooft zichzelf van zijn vrijheid omdat het op den duur het gezag van de geweldenaar erkent: het heeft zijn macht geïnterioriseerd. De behoeften van de burgers worden gekortwiekt en zijzelf worden geïndoctrineerd en uitgebuit: ze aanvaarden de verdrukking die zij bij zichzelf inprenten als een goede orde, een proces dat vaak nog versterkt wordt middels toegevoegde aliënerende zingeving via transcendente gezagsbronnen. Op dat punt gekomen plegen de slachtoffers geweld tegen zichzelf, zij streven de eigen onvrijheid na, plaatsen hun waarden buiten zichzelf, laten alle creativiteit varen, doen aan zelfbedrog en krijgen irrationele schuldgevoelens zodat de laatste weerstand tegen de onderdrukkers het begeeft. Hoe perfecter het opgedrongen, vervreemdende zingevingssysteem, hoe groter de aliënatie. Slaven gaan werkelijk geloven dat zij hun heren, die hen uitbuiten, moeten dienen en de religies zijn uitnemende voorbeelden van systemen die deze uitbuiting rechtvaardigen, aldus Jaap Kruithof. (1)

Naarmate de greep van de machthebbers op de burgers toeneemt, is sprake van achteruitgang van de menselijke vrijheid ten voordele van een elite van potentaten. Paradoxaal genoeg was de vandaag bijzonder aliënerende religie van het in de vorm van het katholicisme geïnstitutionaliseerde christendom aanvankelijk een protest tegen de verregaande vrijheidsbeperkingen en de uitbuiting van de politieke machthebbers ten tijde van het Romeinse rijk in Jeruzalem. De opstand der eerste christenen werd door de toenmalige politici genadeloos onderdrukt en het christendom werd geaccapareerd; het werd ingelijfd bij de staat (het Romeinse keizerrijk) om daar te functioneren als een van haar meest vruchtbare en duurzame machtsinstrumenten, later ook door andere rijken overgenomen. Een gelijkaardige paradox deed zich overigens voor binnen het marxisme dat wilde bevrijden maar dat binnen de kortste keren leidde tot de meest verknechtende politieke systemen ooit.

Van hetzelfde laken een broek voor de liberalen, de libertijnen en de vrijmetselaars die, ondanks de beroemde belijdenis, (overigens onterecht) toegeschreven aan hun voorman Voltaire (2), namelijk het zich bereid verklaren zijn leven veil te hebben voor het verlenen van spreekrecht aan zelfs zijn ergste tegenstanders - ondanks het onderschrijven van dit recht op vrije meningsuiting, bepleiten de zich verlicht achtende geesten die de mond vol hebben van de open debatcultuur, nu op een schandalige manier in de door hen bezette media het ontzeggen van het recht op tegenspraak van hun standpunten waar zij niet langer in staat zijn die te verdedigen.

Onder meer inzake de discussie rond de effectiviteit van de opgedrongen doch onwerkzame en vaak tegendoelmatige coronamaatregelen alsook omtrent het statuut van de heilige wetenschap die, alle blunders ten spijt, haar onfeilbaarheid wil staande houden met beboeting, bestraffing en beschuldiging van de slachtoffers van een volstrekt ondeskundig politiek beleid waarmee zij samenzweren op dezelfde manier waarop in het westen tot voor kort de katholieke godsdienst dat deed wiens politieke positie zij heden ambiëren.

Nochtans zijn deze ostentatieve manieren waarop de menselijke vrijheid vandaag in toenemende mate beperkt wordt veel minder schadelijk dan de verborgen systemen van vrijheidsberoving en verminking welke sinds geruime tijd aan de gang zijn. Dat van langs om meer alle intermenselijke transacties, zowel van geld en goederen als van informatie, bemiddeld worden door het opgedrongen gebruik van instrumenten waarvan het bestuur in handen is van enkele machthebbers, betekent voor de menselijke vrijheid een ware ramp. Ik beschik niet langer over het beheer van mijn geld waarmee ik mijn buurman wil betalen omdat ik afhankelijk ben geworden van een complex betaalsysteem dat pas werkt als ik ervoor betaal en waarbij ik niet kan verhinderen dat onbekenden meekijken naar wat ik doe of zeg. Ik betaal voor mijn betaalmiddelen - een betaalkaartje voor in de winkel en om online te kunnen betalen ook nog een dure smartphone of een computer (die pas werkt als ik ook nog eens (levenslang!) en maandelijks de huur betaal om online te kunnen zijn) en die betaalmiddelen registreren bovendien wat ik koop en wat ik in, maar ook wat ik aan anderen communiceer. Een machthebber die ik niet zie, kijkt telkenmale toe en onthoudt alles wat ik doe; hij heft een tol op alles wat ik aan een ander betaal en van alles wat ik van een ander ontvang; hij beveelt en dicteert terwijl ik niet in staat ben om hem te antwoorden en ingevolge dit eenrichtingsverkeer is wat hij zegt niet langer een vrijblijvende informatie of een vraag maar een eis en een bevel. Bovendien dwingt hij van mij af dat ik ook weet wat hij allemaal eist en dat ik het ook opvolg, wat pas mogelijk is als ik niet alleen zijn informatiekanalen koop maar er ook nog eens dag en nacht en zeven dagen op zeven de wacht bij houd om alles bij te kunnen houden en dat ik het onthoud en mij inspan en kosten maak om het ook uit te voeren, en dit op straffe van torenhoge boetes waaraan ik mij niet kan onttrekken omdat... de scheiding der machten niet langer een feit is: een rechter die oordeelt dat politici zich als dictators gaan gedragen, wordt onverwijld door hen teruggefloten.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 17 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Jaap Kruithof, Marx en de oorzaken van de menselijke aliënatie, Mens en Taak, 1965, nr. 1, jaargang 8. Het integrale artikel staat online op de webstek van de Marxisten op het volgende adres: https://www.marxists.org/nederlands/kruithof/1965/1965vervreemding.htm

(2) De betreffende uitspraak is van de hand van de Engelse schrijfster Evelyn Beatrice Hall (met als pseudonym: S.G. Tallentyre) die enkele boeken schreef over Voltaire en zij verwijst daarbij naar een passage in het werk De l'esprit uit 1758 van Helvétius. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Evelyn_Beatrice_Hall




16-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frances Oldham Kelsey en Softenon





Frances Oldham Kelsey en Softenon

Op 7 augustus 2015 overleed op de leeftijd van 101 jaar de Canadese fysicus Frances Oldham Kelsey die werkzaam was voor de Amerikaanse FDA en die bekend werd omdat zij verhinderde dat het kalmeermiddel Thalidomide, met als bekendste merknaam Softenon, in Amerika slachtoffers zou kunnen maken: zij bewees de schadelijkheid ervan in 1961.

Wereldwijd zijn er vele duizenden Softenonkinderen of kinderen die geboren werden met misvormde ledematen (focomelie) als gevolg van de toediening van dit medicijn aan hun moeder tijdens de zwangerschap. Het eerste slachtoffer — een kind dat geboren werd zonder oren — viel op 25 december 1956 en het middel bleef op de markt tot eind 1961. De producent van Softenon, Chemie Grünenthal, probeerde de waarheid te verdoezelen maar onderzoeksjournalist Morton Mintz van The Washington Post bracht alles naar buiten in 1962. Pas 3 jaar geleden excuseerde Chemie Grünenthal zich voor de aangerichte schade, nadat het medicijn opnieuw op de markt kwam, onder meer als middel tegen kanker.

(J.B., 10 augustus 2015)

Verwijzingen:

https://en.wikipedia.org/wiki/Thalidomide

https://nl.wikipedia.org/wiki/Frances_Oldham_Kelsey

https://en.wikipedia.org/wiki/Morton_Mintz



15-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 37: Dr. Christian Velot over de gevaren van vaccinatie




Corona en de heilige zaak:

Deel 37: Dr. Christian Velot over de gevaren van vaccinatie

Comité de Recherche et d' Information Indépendantes sur le génie GENétique

NOTE D’EXPERTISE GRAND PUBLIC SUR LES VACCINS AYANT RECOURS AUX TECHNOLOGIES OGM

Septembre 2020

Dr Christian VELOT

Généticien moléculaire à l’ Université Paris-Saclay –

Président du Conseil scientifique du CRIIGEN:


Klik:

https://criigen.org/wp-content/uploads/2020/10/2020-09_Note-dExpertise-Vaccins-GM_C.Ve%CC%81lot-02_Traite-02.pdf

Een samenvattend overzicht van de inhoud van de tekst volgt eerlang


12-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 36: Televisiepraat



Corona en de heilige zaak:

Deel 36: Televisiepraat

Volharding in de boosheid - er bestaat gewis geen treffender manier om de politiek van dit ogenblik mee te benoemen. De manier waarop televisiekijkers met leugens gemanipuleerd worden, mag dan wel gesofisticeerd zijn maar zij is er niet minder doorzichtig om. En ook niet minder wreed. Wat is er gebeurd?

Een Nederlandse immunoloog, vaccinoloog en sinds veertig jaar ontwikkelaar van vaccins, prof. dr. Theo Schetters, hierbij gesteund door zijn collegae, vertelt in een interview dat het mRNA-vaccin van het Amerikaanse bedrijf Pfizer, waarvoor onze politici gekozen hebben, niet zal werken waar het bedoeld is om te werken en er ook niet zal voor zorgen dat het virus uit de circulatie verdwijnt, zodat de redenen voor lock-downs en coronamaatregelen na de massavaccinatie exact dezelfde zullen blijven. (1)

De testperiode voor het vaccin was niet alleen te kort - aldus professor Schetters - de test zelf toont eigenlijk aan dat er geen aanvaardbare resultaten kunnen vastgesteld worden: wat betreft het optreden van ernstige ziekte, waarvoor het vaccin tenslotte bedoeld is, kon men slechts vier gevallen vaststellen op een totaal van veertigduizend proefpersonen (waarvan de helft gevaccineerd), waarvan twee of drie in de groep van de gevaccineerden. (1)

Hierop reageren de gepolitiseerde virologen op televisie met de suggestie dat Schetters vertelt dat in het onderzoek te weinig proefpersonen betrokken werden terwijl het vast staat dat hun aantal gelijk is aan 40.000 en daarvan kan iedereen zich vergewissen door de onderzoeksresultaten aan te vragen en in te kijken. In hun conclusie noemen zij hun collega een gevaarlijk man en suggereren zij dat dergelijke misleidingen maar eens van het net moesten verdwijnen. (2)

Toegegeven, in deze televisiepropaganda werd de leugen wel bijzonder sluw verpakt: de zaken worden zo voorgesteld alsof professor Schetters niet eens kan rekenen en geef toe: 40.000 is toch zeker niet weinig? Bovendien kan iedereen zich ervan vergewissen dat het wel degelijk gaat om 40.000 testpersonen: wij hebben helemaal niets te verbergen, zo zeggen de woordvoerders van de onderzoekers.

Nu hoeft men helemaal geen statisticus te zijn om te weten dat 40.000 testpersonen in dit onderzoek inderdaad veel te weinig is en wel om de eenvoudige reden dat onder deze testpersonen amper 4 gevallen werden gedetecteerd van ernstige ziekte, waarvan 1 of 2 in de groep van de gevaccineerden en 2 of 3 in de groep die een placebo kregen toegediend.

Om te beginnen: wegens dat ene twijfelgeval weet men niet eens of men nu moet besluiten tot een vaccinale beschermingsgraad van 0 percent of een van 75 percent. Immers, gesteld dat er 2 ziektegevallen waren bij de gevaccineerden tegenover 2 bij de niet-gevaccineerden, dan zou men moeten concluderen dat het vaccin helemaal niet werkt en gesteld dat er 3 ziektegevallen waren bij de gevaccineerden tegenover 1 bij de niet-gevaccineerden, dan moest het besluit luiden dat het vaccin beschermt in 3 van de 4 of dus in 75 percent van de gevallen. (3)

Wanneer aldus één twijfelgeval het verschil kan maken tussen de conclusie tot een beschermingsfactor van 0 percent en de conclusie tot een beschermingsfactor van 75 percent, dan is het besluit dat de referentiegroep niet alleen te klein maar véél te klein is, onweerlegbaar omdat wiskunde nu eenmaal wiskunde is.

Wat elk weldenkend mens uit deze televisie-uitzending kan leren, is dat de betrokken televisie-geleerden ofwel niet kunnen rekenen ofwel corrupt zijn. Het staat als een paaltje boven water dat zij hetzij onbekwaam zijn hetzij te kwader trouw en neemt men andermaal de waarschijnlijkheidsrekening in acht, dan zal besloten worden tot de laatst genoemde verklaring. In dat geval echter is het verwijt dat de betrokken televisiegeleerden maken aan het adres van professor Schetters van toepassing op hen zelf: deze 'geleerden' verspreiden gevaarlijke nonsens in de mainstream. Werden leugenachtige berichten destijds wel eens afgedaan als 'gazettenpraat', dan kunnen we voortaan ook spreken van 'televisiepraat'.

(J.B., 12 02 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3249223

(2) Het VRT-artikel schrijft: “Is er echt een gebrek aan data? Online zijn verschillende rapporten beschikbaar over het testtraject dat het vaccin heeft doorlopen, met een onderzoek op meer dan 40.000 proefpersonen (de helft van hen kreeg een placebo). Je kan bijvoorbeeld het rapport lezen op basis waarvan Europa het vaccin heeft goedgekeurd. Wie de ruwe data van het onderzoek wil bekijken, kan daarvoor een aanvraag indienen. Ook de briefing aan de Amerikaanse voedsel- en medicijnenautoriteit FDA is openbaar.”

Zie: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/01/13/check-in-deze-nederlandse-youtubevideo-wordt-onterecht-twijfel/

(3) Beter gezegd: in het geval waarbij de groep van de gevaccineerden 1 ziektegeval telt en de groep van de niet-gevaccineerden 3, kan men in geval van geldige veralgemening (wat hier wegens het geringe aantal ziektegevallen sowieso uitgesloten is) op de keper beschouwd slechts concluderen dat de kans op (ernstige) ziekte drie keer groter is in de groep van de niet-gevaccineerden. Op te merken valt nog dat het in die groep dan gaat om 1 kans op 20.000 (of in België: 500 zieken) en in de andere groep om 3 kansen op 20.000 (1500 zieken) - uiteraard op het ogenblik van het onderzoek. Spreekt men over de 'beschermingsgraad', dan blijkt (alweer: op grond van dat onderzoek) dat de vaccinatie van 10.000.000 Belgen ervoor zorgt dat 1000 mensen minder ziek worden dankzij het vaccin of dus 1 op 10.000. Het is weliswaar niet zo dat het vaccin de overige 9.999.000 Belgen niet zou beschermen, alleen hadden zij die bescherming helemaal niet nodig. Dat alles, andermaal, (1°) indien het twijfelgeval inderdaad een geval van corona was en (2°) indien de veralgemening geldig was, die hier echter uitgesloten is omdat de onderzoeksgroep te klein is.


11-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Intermezzo: Von dem Fischer un syner Fru



Corona en de heilige zaak:

Intermezzo: Von dem Fischer un syner Fru

Dit door de gebroeders Grimm opgetekende verhaal in Niederdeutsch vertelt een zedenles die zich omkleedt met talloze mythen in wellicht alle culturen: de vermaning dat de menselijke overmoed, de ontevredenheid van de mens met zijn lot en zijn ambitie om zoals God te zijn, bestraft wordt met zijn val.

De visser woont samen met zijn vrouw Ilsebills heel bescheiden in een beerput wanneer hij een vis vangt, die hem smeekt zijn leven te willen sparen. De visser werpt de vis terug in het water maar zijn vrouw kijft: vraag de vis een gunst in ruil voor zijn leven! En zo wensen zij zich een betere woonst. Maar de onvrede houdt aan en Ilsebills wil meer, zij wil koning, keizer en paus worden. Haar wensen ontketenen stormen maar al die dingen krijgt zij, totdat zij wenst zoals God zelf te zijn en op dat ogenblik worden zij teruggeworpen in hun beerput. (1)

Het 'filosofische' verhaal dat Rudolf Boehm vertelt in zijn Kritik (2) is eender: sinds de antieke wijsbegeerte is de mens met zijn mens-zijn misnoegd en wil hij aan God zelf gelijk zijn: die wens brengt hem in het tijdperk van de wetenschap waar hij in plaats van God te worden, op de koop toe zijn mens-zijn zelf letterlijk verspeelt en zijn wereld onmenselijk maakt. Hij liegt zichzelf doeleinden voor die in feite voorwendsels zijn om op te kunnen opgaan in een ijdel spel dat hem te gronde richt. In plaats van goddelijke kennis oogst hij slechts onzin en waanzin en door die middeldoelomkering verwordt zijn wereld tot een onmenselijke hel.

Het doel aan God gelijk te worden, is sowieso danig onmogelijk dat het slechts een voorwendsel kan zijn en op die manier eigenlijk een perpetuum mobile dat de jacht op de ultieme trofee gaande houdt.

Het woord trofee, dat zegeteken betekent of bewijs van het overwinnaarschap, en dat op die manier eigenlijk vergelijkbaar is met geld dat immers eveneens rechten geeft aan zijn bezitter, komt van het Griekse τρο̉παιον (tropaion), van het werkwoord τρε̉πω (trepein), dat wil zeggen: 'doen keren' en meer bepaald: 'de vijand doen keren', 'de vijand op de vlucht doen slaan'. Want de overwinnaar maakte de wapenuitrusting van de overwonnene buit en zij werd op een hoogte geplaatst zodat iedereen kon zien wie voortaan de baas was. Indianen staken de scalp van de verslagen vijand op een stok en een jachttrofee is bijvoorbeeld het gewei van een hert of het zijn de veren van vogels waarmee de jagers zich tooien.

Wie aldus God overwonnen heeft, draagt met zich de goddelijke kennis als trofee, zoals ook veroveraars onder mensen, bekentenissen kunnen afdwingen, kennis kunnen verzamelen om er dan mee uit te pakken en zo ook macht te verwerven - macht over anderen maar ook macht over de natuur.

In dat laatste geval is in principe sprake van tovenarij, zoals bij uitstek voodoo dat is, waarover de Gentse professor in de klinische psychologie, Mattias Desmet, vertelt dat zij werkt op voorwaarde dat "de hele gemeenschap waartoe sjamaan en slachtoffer behoren geloven in de autoriteit van de sjamaan." en waarbij hij verder opmerkt dat er "talloze observaties [zijn] die tonen dat de Westerse mens in zijn lichamelijk functioneren even onderhevig is aan dergelijke fenomenen." (3)

Wat betreft die laatste observatie, kan misschien ook wel gesteld worden dat de werkingen van de moderne wetenschap en techniek althans voor een groot stuk te danken zijn aan placebo-effecten en vergelijkbare vormen van suggestie, autosuggestie, propaganda, reclame en retorica of de kunst van het liegen. In die context is het dan ook niet langer verwonderlijk wanneer de jacht op godgelijkheid uiteindelijk ontmaskerd wordt als een gigantische leugen, in perioden waarin zij inderdaad gaat gelijken op de onzin en de waanzin die men ook aantreft in de betovering van de massa door (door haar gesubsidieerde) religies.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 11 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) https://de.wikipedia.org/wiki/Vom_Fischer_und_seiner_Frau

(2) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(3) https://www.knack.be/nieuws/wetenschap/kan-een-mens-sterven-van-angst-ja/article-opinion-1586357.html . Zie ook:

“Corona en de heilige zaak - Deel 18: Corona, vervloeking en tovenarij”: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3248935


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 35: Naar een wereld op maat van de mens


Corona en de heilige zaak:

Deel 35: Naar een wereld op maat van de mens

In 1781 verscheen van Immanuel Kant Kritik der reinen Vernunft of Kritiek van de zuivere rede waarin hij zich keert tegen het speculatief gebruik van de zuivere rede (1): God kent rechtstreeks door intuïtie de dingen zoals ze op zichzelf zijn terwijl de menselijke intuïtie wordt beperkt door de zintuigen en door het verstand. Het komt niet aan de mens toe om te kennen zoals God, zegt Kant. De dingen verschijnen ons dus niet zoals ze op zichzelf zijn maar wel als voorstellingen en ons denken tracht de veelheid aan kennis die we tot ons krijgen te synthetiseren tot begrippen.

Een voorbeeld van zuivere intuïtie is het wiskundige kennen: we kennen wiskundige objecten a priori doch slechts als verschijningen - de objecten op zichzelf kennen we niet. Zuivere wiskunde is dus geen kennis. We kunnen analytische oordelen vellen (of oordelen waarbij het gezegde reeds door het onderwerp bevat wordt) en die kunnen verduidelijkend zijn maar ze brengen uiteraard geen nieuwe kennis bij. Zo bijvoorbeeld loochent de analytische filosofie (het 'logisch empirisme') elke mogelijkheid van synthetische oordelen a priori.

Kant keert zich tegen het ideaal van de goddelijke kennis: de mens kan zijn beperkingen doorbreken maar hij kan daar niets mee winnen, integendeel. Het zijn de grenzen van onze kennis die haar betekenis geven: de voorwaarden van onze kennis beperken haar maar maken haar tevens mogelijk. Boehm citeert de gelijkenis van Kant: "De lichte duif, als ze in vrije vlucht de lucht, waarvan ze de weerstand voelt doorklieft, zou de voorstelling kunnen krijgen dat het haar in de luchtledige ruimte nog veel beter zou lukken. Zo ook verliet Plato de zintuiglijke wereld daar deze het verstand zulke nauwe beperkingen oplegt, en waagde zich aan gene zijde ervan, op de vleugelen van de ideeën, in de lege ruimte van het zuivere verstand. Hij merkte niet op dat hij door zijn inspanningen geen afstand won, want hij had geen weerstand waaraan hij zich kon vasthouden, en waarop hij zijn krachten kon zetten, om het verstand van zijn plaats te krijgen." (2) Met dit voorbeeld, aldus Boehm, sticht Kant een filosofie van de eindigheid: het tegenbeeld van de klassieke Griekse filosofie van Plato en Aristoteles die streeft naar een objectieve of een goddelijke kennis.

Boehm zegt dat Kant de objectieve kennis wel kritiseert maar er tenslotte blijft aan vasthouden. Pas Fichte heeft eruit geconcludeerd dat aan de objectieve kennis geen werkelijkheid beantwoordt: "Het wezen van de [door Fichte] voorgestelde wetenschapsleer bestond in de bewering dat de ik-vorm of de absolute reflectievorm de grond en de wortel van alle weten is (...): ‘De wetenschapsleer heeft het bewijs geleverd dat [deze] reflectievorm (...) geen realiteit heeft, maar alleen een leeg schema is." (3) Boehm herhaalt dat Fichte's wetenschapsleer in het spoor van Kant's Kritik nog steeds miskend wordt: zij kritiseert een vorm van kennis die "alle ‘realiteit vernietigt’ en verdringt door ‘een systeem van lege schema’s en schaduwen’." (4)

Volgens Fichte is het ik de grond en de wortel van alle kennis maar die kennis heeft geen werkelijk object: dit is absoluut idealisme; de werkelijkheid beperkt zich tot de eigen ideeënwereld. Boehm zegt dat derhalve een nieuwe kennis nodig is en hij treft ze al aan bij Marx, Nietzsche en Husserl die 'onwetenschappelijk' zijn in de zin dat zij geen objectiviteitsideaal wensen na te streven; het door de objectieve kennis veronderstelde zuivere subject is immers geen mens: "De moderne objectieve wetenschappen van de ‘mens’ bevestigen zeer scherp de angstwekkende vooronderstelling waarop het theoretische ideaal van de objectiviteit in feite berust: dat mensen in werkelijkheid helemaal niet bestaan; of veeleer een met dit ideaal overeenstemmende, op de spits gedreven toestand zonder vooronderstellingen volgens welke niet eens mag en zal worden voorondersteld dat er nu eenmaal sinds aanzienlijke tijd in werkelijkheid mensen bestaan." (5)

Niet het bewustzijn bepaalt het leven, aldus Marx, maar het leven bepaalt het bewustzijn. "[In deze beschouwingswijze] die met het werkelijke leven overeenstemt, gaat men uit van de werkelijke levende individuen zelf, en beschouwt men het bewustzijn alleen als hun bewustzijn. (…) Haar vooronderstellingen zijn de mensen’ - en hun ‘materiële’ behoeften." Zo ook wil Nietzsche dat men "zich juist de verscheidenheid van de perspectieven en de affectinterpretaties voor de kennis te nutte weet te maken." (6)

Boehm declameert: "Hoeden we ons namelijk, mijne heren filosofen, van nu af, beter, voor het gevaarlijk oude begripsverzinsel, dat een ‘zuiver, willoos, pijnloos, tijdloos subject der kennis’ heeft opgezet, hoeden we ons voor de vangarmen van contradictorische begrippen als ‘zuivere rede’, ‘absolute geestelijkheid’, ‘kennis op zichzelf; - hier wordt altijd verlangd een oog te denken dat helemaal niet kan worden gedacht, een oog dat absoluut geen richting moet hebben, waarbij de actieve en interpreterende krachten moeten worden belemmerd, moeten ontbreken, waardoor toch het zien pas een iets-zien wordt..." (7)

Marx, Nietzsche en Husserl vervangen in hun denken het abstracte 'subject' door werkelijke mensen: "(…) Intussen heeft een weten dat zich op zulke vooronderstellingen baseert en dat bijgevolg ook zelf stelling neemt, ook reeds zijn productiviteit bewezen (…) bij Marx tegen het ‘kapitalisme’ als het economisch systeem van het tijdperk van de wetenschap, bij Nietzsche tegen de ‘ascetische idealen’ van een platonisch-christelijk bepaalde cultuur van de onbaatzuchtigheid, bij Husserl tegen het ‘objectivisme’ van de moderne verwezenlijking van het antieke ideaal van zuiver theoretisch weten." (7)

Aan het ideaal van de objectieve kennis beantwoordt een psychisme en een gedragssysteem "dat zich aan alle onmenselijke omstandigheden aanpast (…)." (7)

Men zou kunnen zeggen dat de coronakakafonie voor een groot stuk haar oorsprong vindt in de vele valse noten welke ontspringen aan de perversie die erin bestaat dat van de mens verwacht wordt dat hij gaat dansen naar de pijpen van zijn eigen maaksels welke bedoeld waren om hem het leven makkelijker te maken. Het is het verhaal van de golem dat in de loop van de geschiedenis in een steeds weer nieuwe vorm de kop opsteekt, te beginnen bij het scheppingsverhaal, waar de Schepper uit kleiaarde een mens boetseert om Hem te dienen maar van wie alras Hijzelf de dienaar wordt.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 11 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973), paragraaf 30. Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(2) Ib., pag. 184 in de PDF-versie: https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/kritiek.pdf

(3) Ib., pag. 185 in de PDF-versie.

(4) Ib., pag. 185-186 in de PDF-versie.

(5) Ib., pag. 185- 187 in de PDF-versie.

(6) Ib., pag. 188 in de PDF-versie.

(7) Ib., pag. 188-189 in de PDF-versie.


10-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 34: Moderne wetenschap en techniek: een kosten-batenanalyse

Corona en de heilige zaak:

Deel 34: Moderne wetenschap en techniek: een kosten-batenanalyse

Onder het voorwendsel van een verhoopte natuurbeheersing verspeelt de mensheid zichzelf maar dan rest de vraag: als de moderne wetenschap een onzinnig spel zou zijn, hoe verklaart men dan haar successen? Het antwoord van Rudolf Boehm (1) luidt dat deze successen bijzonder bedrieglijk zijn.

Vooreerst resulteren ze uit een aanpassing aan de natuurwetten: succesvol is wie zich het gemakkelijkst aanpast aan de heersende machten want aanpassing is het recept bij uitstek voor succes. Heersers heersen dankzij degenen die zich aan hen aanpassen en onderwerpen.

In de eerste plaats hebben de successen van de moderne wetenschap en techniek te maken met het vrijmaken van energie, met de ontketening van chemische energieën, met de afbraak van complexe natuurlijke structuren waarbij energie vrijkomt die uiteindelijk wordt omgezet in warmte, die chaos is: energieverbruik doet de entropie toenemen. De moderne techniek resulteert in een toename van entropie: ontbinding, chaos, ongeordende beweging. Dit is de wet van de zichzelf ontbindende natuur. En Boehm merkt op dat de entropie ook onverminderd toeneemt waar het helemaal niet de bedoeling is om te vernietigen. Dan rest de vraag: welk nut halen we dan uit ons energieverbruik? Wat zegt de kosten-batenanalyse ter zake?

Vooreerst is er de industriële productie en de vraag naar het nut van de industriële producten. Installaties voor energiewinning verbruiken zelf veel energie en machines produceren op hun beurt weer andere machines totdat uiteindelijk nuttige toestellen bij ons terechtkomen: auto's en allerlei huishoudtoestellen. Maar de vraag herhaalt zich of die inderdaad nuttig zijn: wat zegt de kosten-batenanalyse? Oorlogstuigen vernietigen, bij communicatietoestellen hangt het nut af van de inhoud van de boodschappen en auto's maar ook andere tuigen komen tegemoet aan behoeften... die ze op hun beurt zelf scheppen... terwijl ze ook nog eens de wereld onleefbaar maken.

Boehm schrijft: "Ze hebben koelkasten nodig, om enigszins - tenminste schijnbaar - verse voorraden aan voedingsmiddelen te hebben en wat inkooptijd te kunnen besparen. Ze hebben wasmachines nodig daar het hen voor het wassen gewoon aan tijd en ruimte ontbreekt, het linnen in de industriegewesten echter snel en erg vuil wordt. Ze hebben centrale verwarming nodig daar ze niet, emmer na emmer, kolen naar de hoge verdiepingen van hun flatgebouw kunnen slepen. Zonder auto is vaak opnieuw elk uitstapje in de frisse lucht onmogelijk. In het bijzonder zijn vakantieoorden meestal zonder auto - alleen al wegens de bagage en de kinderen - nauwelijks te bereiken, hoewel dan ter plaatse de aanwezigheid en het verkeer van de auto’s van de vakantiegangers, de vakantieplaats tot het evenbeeld van de woonplaats dreigen te maken." (2)

Er is met andere woorden de nutteloze onmisbaarheid van heel wat producten die uiteindelijk alleen maar energie verbruiken. Boehm: "Men moet eens een volgens gangbare maatstaven industrieel en ‘economisch’ hoog ontwikkeld land beschouwen, bijvoorbeeld in het Europese Westen: welke bedrijvigheid, welke inspanningen, welk lawaai en welke vuilnis, dit alles te dragen en te verdragen door mensen, afgebeulde en zich afbeulende mensen; men moet eens kijken naar hun gezichten, ’s morgens vroeg reeds en dan in de late middag, men moet eens een blik werpen op hun dagelijkse kleding en voeding; en men moet het resultaat van hun moeite eens bekijken - armzalige huizen, erbarmelijke straten, een paar bonte winkels in een paar opgesmukte straten in een paar stadjes van een provincie; een paar bioscopen met versleten fauteuilbekledingen, troosteloze gangen van de openbare gebouwen; ’s avonds bier voor het schaduwspel van een vermoeide fantasie op het televisiescherm. Er blijven uiteindelijk onder de producten van de wetenschappelijke vooruitgang en van de industrie, als diegene waarvan het nut en de nieuwe kwaliteit het minst twijfelachtig is, de moderne geneesmiddelen. Maar ook hun nut kan niet worden onttrokken aan het afwegen tegen de gezamenlijke kosten aan industriële ontwikkeling, die hun productie vooropstelt, zeker niet wanneer deze kosten de levensvoorwaarden en dus de wijze en de ‘waarde’ van het leven bepalen, dat de succesrijke bestrijding van vele ziekten in staat is te verlengen; om niet te spreken over de buiten alle verhouding hoge geneeskundig-farmaceutische kosten voor het instand-houden van het leven van enkelingen, en zeker niet weinigen, wanneer tegelijkertijd op dezelfde aarde nog altijd oorlogen, volkenmoorden, honger en zelfs epidemieën, ja alleen al verkeersongevallen, duizenden, zelfs honderdduizenden en soms miljoenen wegrukken." (3)

De productie ter wille van de productie doet de entropie toenemen, de grondstoffen worden opgebruikt en bovendien is het nut niet voor iedereen: de baten komen alleen ten goede aan de rijken. De wetten van de concurrentiële economie liggen in het verlengde van de onmenselijke natuurwetten: de concurrentiestrijd brengt het recht van de sterkste in de samenleving binnen: de menselijke overheersingsdrang resulteert uiteindelijk in zijn overheerst worden door onmenselijke wetten en stort alle mensen in een onmenselijk bestaan. (4)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 9 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973), paragraaf 29. Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(2) Ib., pag. 170 in de PDF-versie: https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/kritiek.pdf

(3) Ib., pag. 171 in de PDF-versie.

(4) Ib., paragraaf 29.


09-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 33: De onmogelijke kennis van de wetenschap

Corona en de heilige zaak:

Deel 33: De onmogelijke kennis van de wetenschap

Na zijn bespreking van Spinoza, bekijkt Rudolf Boehm (1) het Essay over het menselijk verstand van John Locke (1632-1704) waarbij hij opmerkt hoe ook Locke zich bij zijn streven naar objectief weten in feite verliest in een louter spel van de menselijke geest met zijn eigen ideeën, waardoor het streefdoel een voorwendsel wordt voor dat spel. Locke spreekt over kennis als over de samenhang tussen de eigen ideeën die weliswaar tot ons komen via de gewaarwordingen van iets dat buiten ons moet bestaan maar waarover uiteindelijk opnieuw helemaal niets kan gekend worden, zodat, aldus Boehm, de zogenaamde empirist in feite een verkapte idealist is die moet besluiten: “our most serious thoughts will be of little more use than the reveries of a crazy brain”. (2) Objectieve kennis is onmogelijk: bij objectiviteit kan van kennis geen sprake zijn omdat kennis een subject veronderstelt. In dat streven naar objectiviteit verspeelt de mens bovendien aldus zijn mens-zijn zelf.

Ook Spinoza en Locke ontkomen niet aan het dwaalspoor van Descartes: ook zij belanden in ongerijmdheden (Spinoza's 'vrijheid door onderwerping') en in onzin (Locke's onmogelijke kennis) en zo reduceert de filosofie zichzelf tot een voorwendsel voor een louter spel van de geest waarin middel en doel verwisseld worden.

De onderwerping welke moet leiden tot de verhoopte heerschappij is in feite een 'aanpassing', een 'meegaandheid' welke verkapt wordt door een bedrieglijk geloof in de 'ontwikkeling' - een idee van eerder theologische dan van biologische oorsprong dat zich meester gemaakt heeft van het darwinisme en het uitgebuit heeft om de wetenschap te rechtvaardigen: het concept 'ontwikkeling' snoert immers elke kritiek de mond en eist krediet; het is een loutere belofte, een ongegrond geloof in vooruitgang.

Maar dit positivistisch geloof is in feite een gemaskerd negativisme; het wordt begeleid door een cynisch negativisme dat op de ongegrondheid van deze hoop wijst, zoals bij Pascal, Fichte en Marx, die dit spel hebben doorzien. Edoch, aldus concludeert Boehm: als onze wetenschappelijke kennis zich altijd slechts in de toverkring van onze eigen menselijke ideeën en modelvoorstellingen zou bewegen en niet zou mogen hopen een kennis van de werkelijkheid te zijn, waar ergens kan dan nog sprake zijn van waarheid? (3)

Het bewustzijn doorheen de tijden maar ook dat van elk individu schommelt voortdurend tussen de twee polen van enerzijds een stringent positivisme en anderzijds een cynisch negativisme. De idee van de menselijke heerschappij over de natuur via zijn onderwerping aan objectieve natuurwetten is niet alleen ongerijmd maar ook zinloos: het is een vertwijfelde uitvlucht om dit ideaal niet te moeten prijsgeven. (4)

In dit tijdperk van de wetenschap beschrijft de mens zijn eigen subjectiviteit aan de hand van wetten die enkel toepasbaar zijn op een natuur waarvan eerst verondersteld wordt dat die los van het menselijk bewustzijn zou kunnen bestaan maar zo'n benadering is een louter spel dat de mens van zichzelf vervreemdt en waarin hij zichzelf beschouwt als een partikel in een niet-menselijke ontwikkeling die tevens onmenselijk is. De werkelijkheid is daarentegen slechts wat zij is voor ons.

Objectieve kennis is vals, zij kampt met de zelfreferentieproblematiek: wij kijken toe op de wereld terwijl wij geloven dat het mogelijk is om tegelijk te kijken en van de kijker abstractie te maken. Wij geven de heerschappij over onszelf uit de hand aan een werkelijkheid (met objectieve natuur- en ontwikkelingswetten) waarin wijzelf afwezig zijn omdat we onszelf daarin eerst hebben herleid tot een onbekend object, waardoor we als mens in feite verdwenen zijn. In dit spel doen we afstand van ons recht om de werkelijkheid mede te bepalen als werkelijkheid-voor-ons zodat de werkelijkheid tevens onmenselijk wordt. Onder het voorwendsel van een verhoopte natuurbeheersing verspeelt de mensheid zichzelf. (5)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 9 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973), paragraaf 27. Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(2) Ib., pag. 156 in de PDF-versie: https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/kritiek.pdf

Het gaat hier om een citaat uit het genoemde werk van John Locke, hoofdstuk IV, paragraaf 2. Zie: http://enlightenment.supersaturated.com/johnlocke/BOOKIVChapterIV.html

(3) Ib., pag. 163.

(4) Ib., paragraaf 28.

(5) Ib., paragraaf 28.


07-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Intermezzo: Het dwaalspoor van Spinoza

Corona en de heilige zaak:

Intermezzo: Het dwaalspoor van Spinoza

Wat Rudolf Boehm in zijn Kritik (1) vertelt over Spinoza ligt in de lijn van zijn commentaar bij Descartes en van zijn nog te bespreken commentaar bij Locke: de westerse filosofie bouwt verder op het drijfzand van de antieke filosofen die geloven dat de objectieve kennis binnen het bereik van de mens ligt en dat het verwerven ervan hem een goddelijke macht zal verschaffen. Het geloof in de positieve wetenschappen ligt helemaal in de lijn van dit vertrouwen in het bereiken van die kennis en het voedt het vooruitgangsgeloof: de overtuiging dat het met de wereld de goede richting uitgaat en dat het pad dat het westen met de wetenschap, de techniek en de economie heeft ingeslagen, alleen maar kan leiden tot een toename van macht, welvaart, geluk, kennis - een pad dat naar sommigen verhopen ons zelfs tot bij de onsterfelijkheid kan brengen. Edoch, om verschillende redenen kan dit alles slechts een kostelijke illusie zijn.

Een niet zuiver filosofische kritiek die niettemin het vermelden waard is, stamt van Herbert Marcuse en werd later hier te lande overgenomen door Rudolf Boehm en vervolgens door Etienne Vermeersch en heeft te maken met de voor het milieu rampzalige synergie van drie actuele maatschappelijke peilers, namelijk de wetenschap, de techniek en de kapitalistische economie.

Het neoliberalisme met zijn middeldoelomkering herleidt mensen en dingen tot hun loutere ruilwaarde, heeft geen oog voor intrinsieke waarden en derhalve ook niet voor de eindigheid (van bijvoorbeeld grondstoffen) en de uniciteit (van mensen). Een kapitalistische economie vooronderstelt voor haar bestaan een bestendige groei terwijl de eindigheid van essentiële grondstoffen maar ook de eindigheid van tijd en ruimte (bijvoorbeeld inzake vervuiling en afval te land en ter zee) grenzen stellen aan de groei. Meer essentieel is echter de fundamentele kritiek bij de westerse denkrichting en deze kan in verband gebracht worden met enkele bedenkingen bij een fundamentele overtuiging waarop Spinoza zijn hele denken heeft gegrondvest.

Spinoza gelooft namelijk in de rede, de ratio, de logica, het wiskundige denken, en, uiteindelijk, de positiviteit van waarheden en van de waarheid zonder meer. De titel van Spinoza's hoofdwerk luidt: Ethica, Ordine Geometrico Demonstrata, wat wil zeggen: Een ethiek, bewezen op de manier waarop de meetkundige stellingen (van Euclides) bewezen worden. Boehm wees reeds op de vrees van Descartes voor de boze geest, namelijk de vrees voor de mogelijkheid dat wiskundige waarheden niet op de werkelijkheid betrokken zijn omdat zij onverschillig blijken voor het onderscheid tussen werkelijkheid en droom (onwerkelijkheid) aangezien ze in die twee werelden even waar zijn. De Euclidische meetkunde waar Spinoza op vertrouwt voor het funderen van zijn ethica, is dus corrupt en derhalve zal ook zijn ethica corrupt zijn. Maar er is nog een derde vorm van kritiek op Spinoza mogelijk.

Ons inziens is de Ethica vatbaar voor dezelfde kritiek waaraan de oosterse filosofieën kunnen onderworpen worden. Sinds het ontstaan van het Boeddhisme geldt het in het Oosten immers als een grote wijsheid om zich bij de gang van zaken neer te leggen. De oorsprong van het ongeluk bestaat volgens Siddharta Gautama in gehechtheid: tegenover het feit van het leed stellen wij in gedachten het genot vanuit een gehechtheid daaraan en tegenover het feit van de dood, de gedachte aan het (verder)leven. Pas wanneer wij erin slagen om gedachten die niet met de feiten stroken te overwinnen, verschalken wij het ongeluk: dat is de kern van de leer van de onthechting.

Maar in feite is deze vermeende wijsheid zelfbedrog: het is zonder meer een verkapte struisvogelpolitiek. Als men aanneemt dat geluk bestaat in de afwezigheid van ongeluk, dan is de gelukkigste mens diegene die niet geboren is. Die absurde 'wijsheid' wordt trouwens ook door bepaalde Griekse filosofen verkondigd. Hij keert terug bij Spinoza die immers alle aandoeningen wil overstijgen middels de rede welke hij identificeert met het inzicht in de noodzaak van de dingen. De dood is onvermijdelijk en derhalve noodzakelijk en van zodra dit inzicht aanwezig is, kunnen wie zich aan dit inzicht onderwerpen, bezwaarlijk de dood nog betreuren zonder dit zelfde inzicht te verloochenen, daar zij tevens zullen inzien dat het betreuren van het onvermijdelijke geen enkele zin kan hebben omdat dit laatste inzicht hetzelfde is als het eerstgenoemde maar dan in een enigszins andere vorm.

Bijna raakt de ataraxia of de onverstoorbaarheid van de Oude Grieken die door Spinoza in ere wordt gehouden of in ere wordt hersteld, aan de verfoeilijke onverschilligheid over welke Primo Lévi schrijft dat zij nog erger is dan het kwaad van de shoah. Immers, de afwezigheid van verzet met het oog op de eigen rust kan slechts begrepen worden als lafheid of tenminste als de onwil tot empathie. Want waar het onvermogen tot empathie symptomatisch is voor psychopathie, kan de bewuste keuze daarvoor niet anders dan misdadig zijn - alvast in het licht van de christelijke ethiek die immers de naastenliefde presenteert als een existentiële keuzemogelijkheid. (Een volgende kritiek bij Spinoza betreft het objectivisme dat de ganse westerse denkrichting tekent en deze kritiek wordt verderop geformuleerd.)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 7 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm


06-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 32: Spinoza's gammele idee van heerschappij (goddelijkheid) door onderwerping (redelijkheid)

Corona en de heilige zaak:

Deel 32: Spinoza's gammele idee van heerschappij (goddelijkheid) door onderwerping (redelijkheid)

Heel terecht heeft Descartes ervoor gevreesd dat de goddelijke kennis voor de mens onbereikbaar moest blijven: de zuiver theoretische kennis zoals zij bijvoorbeeld in de wiskunde bestaat, is niet op de werkelijkheid betrokken. Maar Descartes was niet bereid om dat toe te geven en Spinoza is er nog minder toe bereid, aldus Rudolf Boehm.

Voor Spinoza is God de wereldgrond, datgene wat aan de grondslag van alles ligt, datgene wat wel op zichzelf kan bestaan maar zonder welk al het andere niet kan bestaan: de substantie. De middeleeuwers noemden dat het subjectum in de betekenis van draagvlak (terwijl het elders ook het onderworpene kon betekenen). Aristoteles sprak over het hupokeimenon. En hij beschouwde de materie (materia prima) als enige substantie terwijl het subjectum verwees naar de innerlijke onbepaaldheid van al het materiële. Hoe dan ook verwijst Spinoza's begrip van de substantia als absoluut subject (God) naar het oneindige, het onsterfelijke en Spinoza poogt de mogelijkheid van de mens om aan God gelijk te worden, als volgt te redden.

In zijn Ethica wordt betoogd dat wij ons moeten identificeren met de rede die de zuiver theoretische, goddelijke kennis is omdat redelijk handelen, handelen is overeenkomstig het inzicht in de noodzakelijkheid. Ons verzet dat ons geluk in de weg zit, wordt als het ware gebroken door het inzicht in de noodzaak van wat te gebeuren staat: het inzicht bevrijdt omdat het de noodzaak openbaart die de instemming van de rede meebrengt. Het zou redeloos zijn het onmogelijke te betreuren maar even absurd ware het als men zou afwijzen wat noodzakelijk is en derhalve werkt het inzicht in de noodzaak bevrijdend. Maar volgens Boehm is het tegenstrijdig om die feitelijke onderworpenheid met goddelijkheid te identificeren. (1) Ook John Locke zal er niet in slagen om het ideaal van de absolute kennis te redden. En we herinneren eraan dat we aldus opgescheept blijven zitten met een wereldbeeld dat steunt op een vertrouwen in de wetenschappelijke kennis waarvan wij geloven dat zij ons uiteindelijk de absolute of de goddelijke kennis zal brengen, terwijl wij alleen maar op een bijzonder hardnekkige manier een dwaalspoor volgen dat de wantoestanden van vandaag verklaart en dat ons inziens ook wat licht zou kunnen werpen op de alsmaar toenemende chaos waarin de wereld ingevolge de huidige crisis is terechtgekomen.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 6 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973), paragraaf 26. Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm


03-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 31: De straf der goden

Corona en de heilige zaak:

Deel 31: De straf der goden

Bij de behandeling van René Descartes (1596-1650), de eerste beoefenaar van de filosofie van de subjectiviteit, ontgint Rudolf Boehm een bijzondere waarheid die ons van pas komt bij de bespreking van het hedendaagse gebeuren omtrent de pandemie die de mensheid in haar greep heeft gekregen en hij heeft het in feite over het gevreesde 'malin génie' van de filosoof.

We zagen al wat de middeldoelomkering kan inhouden, onder meer volgens Marx (inzake de economie) en volgens Pascal (over het 'divertissement') en laten wij eerst nog een ogenblik bij deze laatste verwijlen.

Jagers vermaken zich met de jacht welke hun toelaat ellende en dood te vergeten: het aanvankelijke doel van de jacht is een haas te vangen maar naderhand is de haas nog slechts een voorwendsel om te kunnen jagen, zodat het doel een middel werd en het middel, de jacht, een vermaak en dus een doel op zich. Mocht men aan de jagers een haas geven, zo schrijft Boehm, ze zouden hem niet willen hebben. Pascal schrijft in feite dat de jagers de haas ook gewoon konden kopen maar dat ze dat uiteraard niet zullen doen: ze willen jagen, ze willen zelf de haas gevangen hebben, hij wordt dan hun trofee.

Waar Boehm verderop in zijn tekst Descartes bespreekt, herinnert hij eraan dat de mens sinds het begin van de Griekse filosofie godgelijk wil zijn door goddelijke kennis na te streven en dat is zoals hoger gezegd een zuiver theoretische, objectieve kennis zoals ook God die zou bezitten. En een van de meest zuivere vormen van kennis is nu de wiskunde: de algebra en de (Euclidische) meetkunde. Dat de som van twee en drie, vijf is, is altijd waar en dat een vierkant vier zijden heeft, is ook altijd waar. Het is zodanig waar dat het niet alleen waar is in de werkelijkheid; het is zelfs waar in de onwerkelijkheid of dus in de droom. Men kan niet dromen dat men twee bij drie optelt en niet vijf bekomt; men kan niet een vierkant dromen waarvan het aantal zijden verschilt van vier.

Wiskundige waarheden zijn waar in de werkelijke wereld maar ook in de onwerkelijkheid of in de droom en zo zien wij dat wiskundige waarheden en ook zuiver theoretische waarheden in het algemeen of dus objectieve, goddelijke kennis, zich niets lijkt aan te trekken van het onderscheid tussen de werkelijkheid en de droom.

Deze zeer bijzondere vaststelling betekent in feite niets anders dan dat die zogeheten allerhoogste kennis zich helemaal niets aantrekt van de werkelijkheid zonder meer: zij is niet betrokken op de werkelijkheid. Wat dus wil zeggen dat het gaat om onechte kennis. De vermeende goddelijke kennis, onttrokken aan alle tastbare dingen, zo zuiver theoretisch dat die onze geest zou vullen met onaantastbare, goddelijke gedachten, is in feite geen kennis: het is onzin of waanzin!

Bekijken we nu de milieuproblematiek van naderbij, dan moeten we erkennen dat de kern van het probleem ligt in het feit dat mensen geen respect hebben voor de dingen die ze geheel gratis gekregen hebben: de zuivere lucht, het zuivere water, de goede gezondheid, de vrijheid en noem ze maar op, de geschenken uit de hemel waarover bijvoorbeeld Seattle het heeft gehad in zijn beroemde toespraak. De mensen zijn ondankbaar en zij gedragen zich zoals de jagers uit het verhaal van Pascal: ze laken de dingen die hun zomaar aangeboden worden en ze verkiezen het om zelf op jacht te gaan naar alles wat ze maar begeren.

De milieuproblematiek is hoogst dringend geworden, kinderen gingen wereldwijd spijbelen voor de redding van moeder aarde, voor een toekomst met schone natuur en gezondheid, maar het neoliberalisme wil slechts economische groei: de jacht op geld, de verslaving aan een werkelijkheid veranderd in een levensgevaarlijk spel. De verloedering van het milieu lijkt de mensen helemaal niet te deren, zij lijken het lot te tarten.

Met de pandemie doet zich in één klap wereldwijd een milieu- en gezondheidscrisis voor: de mensen worden massaal ziek en zij sterven bij bosjes, de hospitalen wereldwijd liggen vol stervenden, de lijkkisten stapelen zich op, intermenselijke contacten moeten verboden worden, verplaatsingen tot een minimum beperkt. En dan begint de jacht: de jacht op middelen om gezondheid en vrijheid te creëren.

En misschien is het uitgerekend dat wat de waanzin van deze tijd uitmaakt: het mensdom gedraagt zich zoals de jagers van Blaise Pascal die laken wat zij zomaar krijgen toegeworpen en die dan tot het uiterste gaan om zelf in de wacht te kunnen slepen wat zij willen. Zij bedanken voor gratis gezondheid, zij verkiezen zelf de gezondheid als een prooi te kunnen vangen en ze dan te bezitten om ze vervolgens te kunnen verkopen voor veel geld in de vorm van onmisbare medicijnen en vaccins.

En hetzelfde doen zij met de vrijheid en met alle andere dingen die eens vanzelf aanwezig waren en helemaal gratis. Zoals het land dat ooit iedereen toebehoorde, geprivatiseerd werd of dus aan ieder werd ontnomen, zo ook verging het alle andere dingen van waarde: zij werden koopwaar op de markt.

Boehm verwijst ook naar de waarschuwing die Montaigne een halve eeuw eerder gaf en herinnert eraan: "Met waanzin sloegen en straften de goden volgens Griekse voorstelling de vermetele mensen." (1)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 3 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973), pag. 135 van de PDF van de tekst (*). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(*) https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/kritiek.pdf


02-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 30: Een cultuur van de schijn die de werkelijkheid overtroeft

Corona en de heilige zaak:

Deel 30: Een cultuur van de schijn die de werkelijkheid overtroeft

Als jongste in de rij van de auteurs die de middeldoelomkering beschrijven brengt Rudolf Boehm de Amerikaan Daniël Boorstin ter sprake met zijn werk The Image - or What Happened to the American Dream.

Image, imago, voorkomen, beeld, schijn, spel dat de werkelijkheid in haar schaduw stelt. Het gaat om de zogenaamde moderne cultuur die alom verspreid raakt door het medium van de televisie met Amerika als voorbeeld van de moderne wereld: een spektakelcultuur vol theatraliteit en entertainment, verstrooiing, spel. Het 'divertissement' van de massa is dat van hun wereldbeschouwing middels de televisie.

Ook hier is weer volop de middeldoelomkering aan de orde: de media zelf staan centraal, de inhoud doet er niet toe. Boeken worden nog slechts geschreven om verfilmd te worden, films moeten worden gemaakt op maat van televisieprogramma's, het medium is doel en de kunst moet zich eraan aanpassen. Niet de kunst zelf maar vertolkers, dirigenten en presentatoren maken dat klassieke muziek verkoopt. Beeldende kunst dient om gereproduceerd te worden en om musea te vullen. The Reader's Digest verkoopt aan haar consumenten het imago van kenner van zaken die ze niet kennen. Commentaren op gebeurtenissen overschaduwen de gebeurtenissen zelf. Feiten worden verdraaid en staan ook in functie van de verdraaiingen. Informatiewaarde triomfeert boven reële betekenis. Alles speelt zich anders af dan het is als er camera's op gericht zijn. Alleen wie op het scherm paraderen, bestaan ook echt en de werkelijkheid zelf blijft verborgen.

Deze tijd noemt zich het tijdperk van de wetenschap maar is gebaseerd op een fundamentele onjuistheid: het ideaal van de absolute, zuiver theoretische kennis. De aangehaalde auteurs hebben het niet altijd even serieus bedoeld met hun kritieken en zo zegt Rudolf Boehm dat hij Marx tegen diens gewilde mening in aanwendt maar Boehm drukt niettemin op het objectieve belang van wat zij ons verklappen: al deze auteurs zeggen haast letterlijk hetzelfde en dat terwijl ze onafhankelijk van elkaar schreven en geheel onopzettelijk verkondigen wat reeds Aristoteles vertelde.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 2 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm


01-02-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 29: Een pleister op een houten been en een blok aan het been van de wereld

Corona en de heilige zaak:

Deel 29: Een pleister op een houten been en een blok aan het been van de wereld

Waar Marx toont dat de kapitalist zijn kapitaal pas kan behouden als hij het eindeloos uitbreidt (zonder het zelf op te eten) terwijl in dit akelig spel de hele mensenmenigte opgeofferd wordt aan dit kapitaal dat 'ergens' borg moet staan voor een ooit te realiseren toekomst waarin alles voor iedereen voorradig zal zijn, brengt Rudolf Boehm in zijn Kritik (1) vervolgens C.N. Parkinson op het toneel met zijn satire van de moderne bureaucratie die op een gelijkaardige manier evolueert.

Iedereen kent het 'Peter principle' dat zegt dat in een hiërarchie elke werknemer opklimt totdat hij zijn niveau van incompetentie bereikt heeft maar Peter is dit principe schatplichtig aan de wetten van Parkinson waarvan het slechts een uitbreiding is. Parkinsons belangrijkste wet zegt dat werk zich uitbreidt totdat de daarvoor voorziene tijd op is, wat in feite wil zeggen dat men de uren waarvoor men betaald wordt, kan blijven vullen met allerlei karweien die in feite van generlei nut zijn voor het bereiken van het doel en die het doel ook opzettelijk ontwijken. (2)

Het is de betrachting van alle mensen om ergens bij de overheid aan de slag te kunnen, op een bureau terecht te komen en dan verder hogerop te verhuizen van bureau naar bureau totdat men niet meer hoger kan. Zo groeit de tewerkstelling in de bureaucratie jaarlijks met 5 tot 7 percent, evenwel zonder dat er meer gepresteerd wordt. Het doel is ook hier een louter voorwendsel en men vermaakt zich met bezigheden die het helemaal niet dichterbij brengen; een geweldige bedrijvigheid wordt ontvouwd terwijl het eigenlijke werk nog niet eens is begonnen. De ambtenaar die zijn einde in zicht krijgt, klampt zich krampachtig vast aan zijn positie, hij beschouwt zijn mogelijke opvolgers als rivalen die hij tegen elkaar moet uitspelen en hij neemt meer volk in dienst zonder dat dit aarde aan de dijk brengt: de ambtenaar probeert zijn einde te ontwijken door het werk te rekken, in feite in een poging om het einde - de onafwendbare dood - te blijven uitstellen. (2)

Nu hoeft men geen maatschappelijk analyticus te zijn om te kunnen vaststellen dat een gelijkaardig spel op touw gezet werd inzake de zogenaamde bestrijding van het coronavirus. Als het al niet zo is dat dit virus een louter maaksel is in de zin van een hype en dus een bewust gefabriceerd voorwendsel om het dan zogezegd te kunnen bestrijden, bijvoorbeeld omdat men nu eenmaal een vijand nodig heeft teneinde alle neuzen in dezelfde richting en alle paarden in hetzelfde span te krijgen, dan wordt het alvast met die bedoeling gekoesterd en wel in die mate dat alom (streng verboden) satire en spot uitbreken omdat ongehoorzaamheid maar ook rationeel verzet nu eenmaal zwaar gesanctioneerd wordt en zelfs het recht op vrije meningsuiting in het gedrang komt doordat niet zozeer de mening wordt verboden maar het uiten ervan onmogelijk wordt gemaakt en wel middels chantage via de kanalen welke bestemd zijn voor de verspreiding ervan en die in handen zijn van uitgerekend diegenen die garen spinnen bij het hele gebeuren.

Op een nooit eerder geziene schaal worden nu al een jaar lang wereldwijd massaal tijd en energie verkwanseld in een krankzinnig en zich almaar uitbreidend spel dat de processie van Echternach naar de kroon steekt en het blijkt bovendien een moordend spel op menig vlak. Het doet denken aan de toren van Babel waarover het rapport van de Club van Rome (3) in verband met de grenzen aan de groei schrijft dat men eraan verder bouwt totdat hij niet meer hoger kan worden omdat vanaf een zeker ogenblik alle aangevoerde materiaal onderweg naar de top moet worden besteed aan herstellingswerken. Als de coronamaatregelen ons sowieso al zullen verarmen, dan zullen wij er hoe dan ook moeten op toezien hoe die coronaheisa in omvang zal toenemen totdat zij haar maximale groei zal bereikt hebben om dan in de instandhouding van zichzelf als volstrekt nutteloze en schadelijke ballast niet alleen een pleister te zijn op een houten been maar tevens een blijvende blok aan het been van de wereld.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 2 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(2) Ib., paragraaf 21. Onze tekst geeft een summiere weergave daarvan.

(3) Herrera, Amílcar O. et. al., Het Bariloche-rapport voor de Club van Rome, Aula, Het Spectrum, 1978.



30-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 28: Het afglijden van de werkelijkheid naar een spel

Corona en de heilige zaak:

Deel 28: Het afglijden van de werkelijkheid naar een spel

Rudolf Boehm legt er de nadruk op dat de auteurs die hij in zijn Kritik (1) ter sprake brengt, op uiteenlopende tijdstippen in de geschiedenis, op verschillende plekken en vooral geheel onafhankelijk van elkaar tot eenzelfde conclusie kwamen inzake de pervertering van de relaties tussen doel en middelen. Na Pascal is de visionaire denker J. G. Fichte (1762-1814) aan de beurt die de dekolonisatie voorspelt van een slavenhandel drijvend Europa dat toen al eeuwen de rest van de wereld aan het uitbuiten was. Net zoals Pascal met zijn divertissement wijst Fichte erop dat Europa onbekwaam is om een stabiele economie te stichten omdat de liberalen in hun speldrift de regelgevingen laken en alles met list en geluk willen bereiken in een economie die veel wegheeft van een kansspel. Opnieuw is de toekomst een louter voorwendsel geworden om op te kunnen gaan in het middel, het economisch spel. In zijn lichtzinnigheid verkiest men het voorbijgaande geluk van het ogenblik boven de zekerheid van de toekomst en in een mentaliteit van "het zal wel in orde komen" speculeert men over een eindeloos vrije toekomst vol spelmogelijkheden maar in een streven om alles te zijn en overal thuis te zijn, is men in feite nergens meer thuis. (2)

Karl Marx (1818-1883) bevestigt het vermoeden van Fichte: het tijdperk van het kapitalisme wordt gekenmerkt door productie ter wille van de productie. Men verkoopt niet (wat men kan missen) om te kopen (wat men nodig heeft) maar men begint nu ook (ongeacht wat) te kopen om het te verkopen (met winst), en dat is speculeren, dat is kapitalisme: het eindeloze, rusteloze opkopen en slijten van om het even wat met niet langer de behoeftebevrediging als doel maar wel de eindeloze zucht naar steeds meer winst. De wens om de natuurlijke behoeften te bevredigen is niet langer de motor van de arbeid maar het winstbejag en voor wie zich vermaken met de jacht op winst, speelt alleen de ruilwaarde van de waren nog een rol: hun gebruikswaarde is van geen tel meer, het is nog louter een voorwendsel. Hetzelfde geldt dan uiteraard ook voor de arbeid en voor de arbeiders en de consumenten: wie jagen op winst, interesseren zich niet langer aan mensen die het beste van zichzelf leggen in het voortbrengen van nuttige zaken: alleen de arbeidskracht belangt hen aan en arbeiders worden vervangbaar door nieuwe arbeidskrachten en door machines; het nut van de producten is bijzaak, hoofdzaak is dat zij kopers vinden want ook tot kopers worden de mensen in dit systeem herleid en zij zijn pas winstgevend als men hun zaken kan verkopen die hun geld niet waard zijn zodat bedrog de regel wordt.

Nuttige en onvervangbare waren zoals (levensnoodzakelijk) voedsel en (eindige) grondstoffen worden vernietigd en mensen worden getaxeerd, tot hun economisch nut herleid en vervangbaar geacht terwijl, paradoxaal genoeg, aan het ruilmiddel geld een (bijna) intrinsieke waarde wordt toegekend: voedsel wordt vernietigd, kostbare grondstoffen weggegooid en mensen afgedankt om de koers van een munt te sturen; (vooralsnog) 'gratis' gezonde lucht en water worden evenmin gewaardeerd als gratuite arbeid en mensen zonder papieren worden massaal en straffeloos ingezet als slaven: zij moeten onderdoen voor rashonden die immers duur worden verkocht. Op die manier gaat uiteindelijk al het intrinsiek waardevolle eraan: de gezondheid wordt vernield van zodra zieken meer renderen en het ongeluk tout-court wordt gecreëerd door wie winst slaan uit het afkopen ervan. De handel in nutteloze en zelfs schadelijke zaken neemt toe als zij maar een hogere ruilwaarde hebben, wat bijvoorbeeld geldt voor drugs, die immers duurder zijn dan brood, ook al doden zij in plaats van te voeden. Op die manier zal het kapitalisme uiteindelijk alles vernietigen. (2)

Van mondmaskers zeggen specialisten dat zij niet werkzaam zijn als zij niet voorradig zijn en komen zij eenmaal in productie, dan worden zij door diezelfde specialisten aangeprezen en door politici verplicht. Vaccins vermelden de bijwerking van hun onwerkzaamheid voor 5 tot 40 percent van de ingeënten terwijl zij bedoeld zijn om 0,2 percent van de bevolking te redden, een segment dat zich uiteraard situeert binnen de groep van de 5 tot 40 percent voor wie de vaccins onwerkzaam zullen blijven maar deze volstrekt nutteloze en zelfs schadelijke waren moeten en zullen worden verkocht omdat ermee wordt gespeculeerd: de geldwinst staat voorop en dat succes rechtvaardigt het moordende kwaad. Een toenemende door het kapitalisme afgestompte massa acht zich in het bezit van 'gezond verstand' waar zij oordeelt dat wie niet (langer) economisch nuttig zijn, het recht verliezen om te leven. God schept het leven maar het gouden kalf verspert de toegang ertoe en eist als tol het ware, het goede en het schone op maar eenmaal de ziel verdwenen, geeft alras ook het leven zelf de geest.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 1 februari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(2) Ib., paragraaf 19.

(3) Ib., het eerste stuk van paragraaf 20. De (nog te vervolgen) theorie werd hier wat ingeperkt en vereenvoudigd, abstracte formules werden waar mogelijk door voorbeelden vervangen.




29-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 27: Een met voorwendsels geperverteerde werkelijkheid

Corona en de heilige zaak:

Deel 27: Een met voorwendsels geperverteerde werkelijkheid

De mens wordt ervoor gestraft als hij zoals God wil zijn, zo vertellen ons zowel de joodse als de Griekse mythen. De Griekse filosofie daarentegen streeft wel de goddelijke kennis na met het oog op menselijke vervolmaking en vergoddelijking met het vooruitgangsgeloof in het vaandel: de hoop dat het in de toekomst alleen maar beter zal gaan. En in het christendom is God in zijn genade door zijn menswording zelfs naar de mens toe gekomen en hoeft men zich niet meer schuldig te maken aan de hybris: de navolging van Christus of de zelfvervolmaking, de heilig- of heelwording is openlijk het levensdoel. De grens tussen God en mens is er opgeheven, de dood is overwonnen en ofschoon christenen nog moeten sterven, raakt de dood hen niet meer: de Verrezene is er reeds in de gedaante van de Kerk, zo leert Augustinus; het geloof vervangt de (filosofische) kennis die in haar ogen dwaasheid is want een verzet tegen God. Zowel de Griekse filosofie als het christelijke geloof manen de mens aan om zijn vergoddelijking na te streven en zich te veronsterfelijken. In de theologie van Thomas Aquinas vloeien de Aristotelische filosofie en het christelijke geloof samen vanuit Anselmus' devies dat pas het geloof het verstand verlicht. Aldus Rudolf Boehm in de paragrafen 14 en 15 van zijn Kritik. (1)

Het streven naar godgelijkheid komt voort uit een vlucht voor de dood en Boehm ontdekt dat die vrees geen vanzelfsprekendheid was in vroeger tijden. Bij Hesiodos en Homeros maar ook bij de joodse patriarchen die heel oud werden, was de dood veeleer iets waaraan men nu eenmaal niet kon ontkomen, een gevolg van toeval of geweld, een noodlottigheid en een noodzaak. Evenals Genesis spreekt Anaximander over de noodzaak van het vergaan der dingen, over hun terugkeer naar datgene waaruit ze zijn voortgekomen. Ook Prediker Salomon ziet de dood als een noodzaak zowel voor de goeden als voor de slechten. En nog in dezelfde periode leert Lao-Tse dat men zich niet moet verzetten tegen het Tao, de loop der dingen, die de weg van de noodzakelijkheid is, al is het zoals Rudolf Boehm opmerkt dubbelzinnig aangezien de Chinese wijsgeer aanvoert als argument dat aldus de dood geen vat op ons heeft. Daar tegenover predikt nu het Christendom de opstand tegen de sterfelijkheid: heerschappij door onderwerping, aldus Boehm, is het parool van onze tijd. (2) En dan mondt het werk van de filosoof uit in de penibele vaststelling dat het tijdperk van de moderne wetenschap op drijfzand rust wegens de fundamentele vergissing die de middeldoelomkering is.

De poging tot verwezenlijking van het ideaal van de absolute kennis brengt een omkering teweeg van de natuurlijke relatie tussen middelen en doelen: waar de middelen in dienst stonden van de doelen, zijn nu de doelen loutere voorwendsels geworden “die slechts in dienst staan van de uitsluitende interesse in het omgaan met de tot onderwerp van interesse verheven middelen.” (3) Onafhankelijk van elkaar hebben een vijftal auteurs gewezen op dit grondkenmerk van het tijdperk van de wetenschap dat alle levensverhoudingen doordringt en ontaardt en dat de vlucht voor de dood of de weigering van de mens om mens te zijn, als motief heeft - het menselijke van het menselijk bestaan wordt erdoor vernietigd en de verhoudingen van de mens tot zichzelf, tot de anderen en tot de realiteit worden erdoor verstoord (4): Pascal zegt dat de mens zich gedraagt alsof hij niet moet sterven: hij vermaakt zich (met onder meer de filosofie) alsof het leven een spel was en zijn tijd onbeperkt. Door middel van dit vermaak ('divertissement') vlucht hij in illusies en dit middel is zijn doel. Ook Fichte toont hoe in het tijdperk van het verderf de drift domineert en het leven een spel wordt. De mensen achten zichzelf goden en willen alles doch zij bereiken helemaal niets. Marx laat zien hoe de behoeftebevrediging een voorwendsel wordt om ongeremd te kunnen produceren, waarbij de zin uit de arbeid wegebt en de mens van zichzelf vervreemdt. Parkinson beschrijft de vervreemding in de bureaucratie als vorm van heerschappij: vergrijzende ambtenaren pogen hun eindigheid te verdoezelen door zich vast te klampen aan eindeloze en doelloze arbeid. En Boorstin legt uit hoe de massa haar dominerende levensdoelen (de moderne cultuur) vervult door zich uit te leven in een doelloze omgang met de middelen en dit onheil vloeit voort uit extravagante verwachtingen: de mens doet alsof hij onsterfelijk is en hij speelt zijn leven waardoor hij zijn menselijkheid verspeelt. Terwijl hij gelooft het menselijke te overstijgen, verliest hij het. Uitgerekend in de poging zelf om godgelijkheid te realiseren, komt de verkeerdheid daarvan aan het licht. (5)

De eerste auteur die Boehm analyseert als ontmaskeraar van de middeldoelomkering is Blaise Pascal (1623-1662) in zijn Pensées. Het is de hoogmoed, het streven naar godgelijkheid, wat de mens doet vallen, zegt Pascal: de goddelijkheid van de ellendige mens bestaat alleen in zijn fantasie, in zijn gedachten. Tegen de ellende en de dood valt niets anders te bedenken dan er niet aan te denken. Vandaar zoeken mensen afleiding ('divertissement') om hun dodelijke levenseinde niet te moeten zien: in de filosofie, in de oorlog, in het spel, in de wetenschappelijke arbeid.

Daarbij is nu de middeldoelomkering bij uitstek zichtbaar in het spel: we nemen aan dat de gokker speelt (middel) voor geldwinst (doel) maar in feite is het omgekeerde waar: de geldwinst is slechts een voorwendsel (dus geen doel doch een middel) om te kunnen spelen, zodat het spel zelf het doel is. Het voorwendsel is onontbeerlijk maar het doel is het spel, het 'divertissement', de afleiding die ons ons trieste lot moet doen vergeten. Rudolf Boehm verwoordt de essentie van de middeldoelomkering bij Pascal als volgt: “De haas die men achterna rent – men zou hem niet moeten hebben, indien hij zo werd aangeboden ... Deze haas zou ons niet beschermen tegen de aanblik van de dood en van de ellende die er ons nog van afhouden, maar de jacht beschermt er ons tegen.’ De jacht schijnt een middel tot het doel: de haas neerschieten. De haas blijkt een voorwendsel te zijn, hoewel een onontbeerlijk voorwendsel. De jacht is geen louter middel; in de jacht zelf ligt de belangstelling. Hij leidt af.” (6)

Op dezelfde wijze is de ontzaglijke machinerie die wereldwijd op gang kwam sinds de plaag onder de mensen is, helemaal geen middel om die plaag te bestrijden doch een gigantisch en grotesk afleidingsmaneuver dat sowieso voorbijschiet aan het voorgewende doel en waarin op de koop toe de wetenschappelijke bedrijvigheid, welke de nieuwe religie van deze tijd is, alsook de wereldpolitiek met inbegrip van alle machtigen der aarde zich zoals nooit tevoren vergalopperen en belachelijk maken. Het doet allemaal denken aan de in Ein deutsches Requiem van Johannes Brahms vereeuwigde Psalm 39:

“(...) Siehe, meiner Tage sind einer Hand breit bei dir, und mein Leben ist wie nichts vor dir. Wie gar nichts sind alle Menschen, die doch so sicher leben! (Sela.) Sie gehen daher wie ein Schemen und machen sich viel vergebliche Unruhe; sie sammeln, und wissen nicht, wer es einnehmen wird. Nun, HERR, wes soll ich mich trösten? Ich hoffe auf dich.…”

(Wordt vervolgd)

(J.B., 29 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie de paragrafen 14, 15 van: Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(2) Ib., paragraaf 16.

(3) Ib., paragraaf 17; pag. 69 in de PDF-weergave: Rudolf Boehm (1977): Kritiek der grondslagen van onze tijd (marxists.org)

(4) Ib. pag. 69.

(5) Ib., paragraaf 17.

(6) Ib., paragraaf 18, eerste deel.




27-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 26: Pandora en het panopticum


Corona en de heilige zaak:

Deel 26: Pandora en het panopticum

In zijn Kritiek van de grondslagen van onze tijd (1) vergelijkt Rudolf Boehm de Joodse theologie, de Griekse mythologie en de Griekse filosofie met elkaar en na zijn behandeling van het zondevalverhaal in Genesis wijst hij erop hoe ook de Spreuken van Salomon de mens confronteren met de noodzaak zich aan zijn grenzen te houden en nimmer het goddelijke te begeren. Daarna verduidelijkt hij hoe de Griekse mythologie (zeer in tegenstelling tot de Griekse filosofie) dezelfde kennis deelt: volgens Hesiodos' verhaal van de mythe van Pandora komt alle menselijke ellende voort uit de hoop.

Volgens Hesiodos (Werken en dagen en Theogonie) ligt de tweedracht (tussen de mensen en de goden) aan de wortel der dingen. Wedijver in de arbeid is goed maar het ontvluchten van de arbeid in een wedijver met de goden (het streven naar godgelijkheid) leidt slechts tot oorlog. Boehm verklaart hoe tot tweemaal toe de goden de mensen straffen voor het overschrijden van hun grenzen. Een eerste keer door hen het vuur, het meest eigene van hun leven, te ontnemen (2) en nadat Prometheus het vuur steelt en aan de mensen teruggeeft, beraamt Zeus als wraak een nog groter kwaad dat zijn doel niet kan missen omdat het de mensen zodanig verleidt dat ze ernaar verlangen: Pandora. (3)

Pandora of het geschenk ('dora') waaraan alle goden ('pantes') hun aandeel hebben, is volgens Boehm de vrouw als zodanig: gemaakt uit aarde en water maar naar het evenbeeld der godinnen, spreekt zij slechts leugens; zij is de diepe val zonder uitweg die de goden voor de mensen hebben bereid. Epimetheus aanvaardt de gave, waarop Pandora met de inhoud van haar vat alle kwalen onder de mensen verspreidt. Vooraleer de hoop eruit ontsnapt, sluit ze het deksel.

De hoop is de voorstelling van het gegeven zijn van iets dat ontzegd is, aldus Boehm: de verleiding van en tot de hoop is het onheil dat de vrouw als zodanig onder de mensen brengt. Hesiodos leert dat wie niet huwen, alleen sterven en zonder hoop maar ook wie huwen, leven in kommer: de vrouw als godsgeschenk belooft de hoop op een toekomst na de dood tot onheil van de mens. Het geloof in de vooruitgang met een godgelijke, arbeidsvrije toekomst is ijdel: de arbeid stelt geen andere hoop dan wat hij zelf presteert en alleen steeds weer het werk van de dag kan de vruchten van eerdere arbeid vrijwaren. Als remedie tegen het onheil wijzen de joden de vreze Gods aan en de tucht, terwijl de Grieken met Hesiodos hun heil zien in de arbeid maar beiden leren ze dat het nastreven van het goddelijke zelfs het menselijke verderft. (4)

Een panopticum is een gevangenis met een centrale, alles en allen overschouwende bewaking en reeds vindt de huidige wereld er zijn evenbeeld in vanwege het totalitarisme dat ontspruit aan het geloof in de absolute kennis zoals de ellende aan Pandora's vat. De wereld als panopticum is het product van het megalomane verlangen van miljardairs-psychopaten naar de absolute controle over alles en iedereen: verdwaasd door de macht van het geld, willen deze dienaren van de mammon zelf als goden regeren over de levende schepping. Noodgedwongen want niet bij machte om zelf leven te creëren, zoeken zij in hun jaloezie hun heil in moord en meer bepaald in de genocide welke zich nu gestaag voltrekt: de massamoord op mensen, onder meer in de Europese concentratiekampen in Turkije, alsook de verdelging van andere soorten ingevolge de verloedering van het milieu. In een totale verblinding door het nochtans geheel onvruchtbare goud, wordt nu zelfs openlijk beraamd om de wereldbevolking 'terug te schroeven': het mensdom als speelbal van gewetenloze gokkers.

Waar Pandora een vergiftigd geschenk is, een val bereid door de goden als straf voor de menselijke hybris, is het panopticum het satanische loon daarvoor. Uit de oude mythe van Pandora konden wij nog lessen trekken voor de toekomst maar vandaag is het te laat, wij trekken messen voor de toekomst, de hoop is op: de nieuwe realiteit van het panopticum dwingt tegen beter weten in tot actieve participatie aan het continueren van ons eigenste ongeluk. Want de hoop zat in het binnenste, dat er nu niet meer is, daar het einde van de privacy ook de dood is voor de ziel.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 27 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres van het Marxistisch Internet Archief:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(2) Daarmee straft Zeus de mensen nadat hun zaakwaarnemer Prometheus op een diner aan de mensen het deel van een os schonk dat toekwam aan de goden.

(3) Pandora of de goddelijk gave waarvoor Epimetheus nochtans waarschuwde ze niet te aanvaarden, onthult het verderfelijke van het menselijke streven om godgelijk te worden.

(4) Zie: Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters, de hoofdstukken 12 en 13.


25-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Corona en de heilige zaak - Deel 25: Met het leven spelen. Dostojevski, Augustinus, Goethe en Wilde over Lucifer



Corona en de heilige zaak:

Deel 25: Met het leven spelen. Dostojevski, Augustinus, Goethe en Wilde over Lucifer

Om het apparaat van een doldraaiende economie nog verder draaiende te kunnen houden, wat men vandaag in zijn waanzin alsnog poogt te doen, hierbij het geschenk van de pandemie welke tot rust en tot heroriëntering uitnodigt, in de wind slaand - om dat te kunnen blijven doen, is helemaal geen energie nodig: er is omzeggens negatieve energie nodig, met name de energie waarmee een verslaving zichzelf op gang houdt.

Energie is nodig voor de opbouw van al het goede maar het goede volgt niet vanzelf uit het voorradig zijn van energie; de beschikbare energie zet niet zichzelf in goede dingen om: zij dient verbruikt te worden volgens een welbepaald plan dat goed moet zijn of constructief. Verslaafden hebben een gebrek aan energie, al hun nog voorradige energie wordt opgebrand in functie van hun verslaving; hun verslaving slorpt alleen maar energie op en vernietigt deze zoals in een oorlog alles wordt vernietigd door de energie van bommen en granaten. Op een gelijkaardige manier is een ongestuurde vrijemarkteconomie een kip zonder kop: dat het middel doel werd, betekent dat alles is gaan draaien om geld, terwijl de zaken zelf welke met geld verhandeld worden, totaal verwaarloosd zijn. Uiteindelijk is ook de mens voor wie de economie bedoeld is, helemaal op het achterplan geraakt: hij is verworden tot de slaaf van zijn instrumentarium.

De speler uit 1866 van de grote Russische schrijver Fjodor Dostojevski laat zien (volgens Sigmund Freud en hierbij Dostojevski's uitleg zelf tegensprekend (1)) hoe het bij een gokker niet zozeer te doen is om geld en winst maar veeleer om het spel zelf, om de spanning van het spel waarbij uiteindelijk gespeeld wordt met het eigen leven en dat is wellicht de essentie van verslaving: de vreemde, onverklaarbare aantrekkingskracht die uitgaat van de vernietiging van een goed, gebeurlijk het ultieme goed; het op het spel zetten van het eigen leven maar in het onderhavige geval eerst dat van anderen. En bij wie het erom gaat de carrousel van de economie draaiende te houden en ongeremd aan te zwengelen, uiteindelijk ten koste van al het goede, kan winstbejag vanuit het begrijpelijke overlevingsinstinct weliswaar een initiële motor zijn maar die aanvankelijke beweegreden blijkt alras weg te vallen en in de meeslepende passiviteit van een verslaving over te gaan, waarbij de eerst nog sturende mens zich gestaag onderwerpt aan een stuurloos ding waarin hij zich geheel verliest.

Het panopticum nu, is een reconstructie van de maatschappij, een herschepping van een samenleving die aanvankelijk een gemeenschappelijk goed op het oog had, tot een louter instrument van een gigantisch opgezet spel met in de lagere echelons min of meer (voor derden) 'onschuldige' verslaafden (die niettemin zelf geslachtofferd worden) maar in de hogere echelons, megalomane superverslaafden met een principieel alles vernietigende capaciteit. In uitgerekend deze verderfelijke machine wordt momenteel op meedogenloze wijze en in een razend tempo de hele wereldactiviteit omgezet. En een analyse van deze catastrofale transformatie van het leven kan slechts aan het licht brengen dat de enige zinvolle remedie deze is welke de specifieke mentaliteit waarin de genoemde verslaving gedijt, bestreden wordt.

Verslaving is een kwaad en sinds Augustinus van Hippo wordt het kwaad negatief gedefinieerd en meer bepaald als een tekort aan het goede. Verslaving treedt dan ook pas op van zodra dit tekort een feit is geworden. Edoch, de specifieke verslaving welke het panopticum in stand houdt en nog doet uitbreiden en die de verslaving is aan een spel waarin geld een belangrijke rol speelt, heeft niet het tekort aan geld als motor. Het goede is hier namelijk niet het geld, aangezien de geldzucht zorgt voor een teveel aan geld. De verslaving (aan het spel en eventueel aan geld) is er ter compensatie van een heel ander tekort dat echter niet doeltreffend door een verslaving kan vervangen worden. De verslaving tracht een leegte te vullen maar kan daar nooit in slagen: zij is zoals het tijdverdrijf dat het wachten draaglijker maakt, echter zonder dat dit tijdverdrijf de aanwezigheid van diegene op wie gewacht wordt, naderbij kan brengen. En hoe intens men de economie ook doet draaien: zij kan het goede onmogelijk bevorderen omdat zij dit helemaal niet op het oog heeft. Wat onze kapitalistische economie op het oog heeft, is zichzelf en niets anders: zij is geslaagd in haar hoedanigheid van kapitalistische economie op voorwaarde dat en zolang als zij zichzelf kan laten groeien. Maar omdat wij weten dat de groei eindig is daar ook de dingen nodig voor die groei niet onuitputtelijk zijn, is een kapitalistische economie zelf een eindig ding en meer bepaald een ding dat nu al op zijn laatste benen loopt. Omdat wij zonder economie niet kunnen, moeten wij op zoek naar een andere dan de kapitalistische economie. Het panopticum, eigen aan het neoliberalisme dat steunt op de kapitalistische economie, blijkt volslagen blind voor het feit dat zijn activiteit de tegendoelmatigheid deelt van de economie omdat zij beide het middel met het doel verwisseld hebben.

Het panopticum als vorm van goddelijke en derhalve verboden kennis begeerd door mensen, brengt ongeluk, verknecht en doodt uiteindelijk de menselijke ziel. In feite weerspiegelt de constructie die oorspronkelijk bedoeld was voor een gevangenis, de hel waarin de mens belandt als straf voor zijn overmoed. Het panopticum verwijst daarom ook naar de Faust-legende van Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832): Faust wil beschikken over hogere, goddelijke en daarom voor mensen verboden kennis en de demon Mefistofeles, vertegenwoordiger van Lucifer, helpt hem hierbij in ruil voor zijn ziel. De Hebreeuwse naam Mephistoph betekent 'vernietiger van het goede' of 'pleisteraar van leugens'. In The picture of Dorian Grey uit 1890 voert de Ierse auteur Oscar Wilde een eigen Faustfiguur op die zijn ziel verkoopt voor de eeuwige jeugd, welke echter eindigt met zijn dood. De zedenles erin luidde volgens Wilde zelf: “All excess, as well as all renunciation, brings its own punishment.” Andermaal het Helleense thema van de nimmer onbestrafte hubris dat niets goeds belooft voor het hedendaagse panopticum.

(J.B., 25 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Zie: Sytze Kingma, Dostojevski en Freud. Verzelfstandiging en verslaving bij het kansspel: https://ugp.rug.nl/ast/article/view/23800/21253


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 24: De hel


Corona en de heilige zaak:

Deel 24: De hel

Het panopticum is er ter wille van ons aller veiligheid, zo wordt het ons tenminste voorgehouden, voorgelogen en vooral: zo wordt het ons door de strot geramd, want paradoxaal genoeg is er geen verzet mogelijk tegen deze zelfverklaarde zogenaamde zorg. De zorg voor onze veiligheid kan niet geweigerd worden en de perversiteit van die verplichting om zich die zogenaamde zorg te laten welgevallen, verraadt zichzelf in het feit dat zorgweigeraars bestraft worden en wel met hoge boetes en met vrijheidsberoving, wat eigenlijk wil zeggen: met nog meer vrijheidsberoving, want de vermeende schenking van veiligheid verkapt een diefstal van vrijheid.

Alle mensen hebben het recht om zich uit veiligheidsoverwegingen te verzekeren en zij mogen dat zelfs doen bij malafide verzekeraars die hun klanten beloven te beveiligen terwijl zij hen middels onredelijk hoge premies bestelen. Maar niemand heeft het recht om een ander te verplichten om zijn vrijheid te beperken (want dat is de essentie van betalen omdat geld vrijheid representeert) met het oog op zijn veiligheid: de afweging is wezenlijk een vrije ruil (namelijk van vrijheid tegen veiligheid) en ruilen is een persoonlijke aangelegenheid waarmee derden geen krieken te eten hebben. Het argument dat wie de opgedrongen ruil weigeren, met de veiligheid en derhalve met het leven van anderen spelen, snijdt pas hout waar objectief vaststaat dat de ruil in kwestie voor iedereen winst oplevert.

Dat zou bijvoorbeeld het geval zijn waar de handel in en het gebruik van alcohol verboden wordt met dezelfde strengheid waarmee vandaag de coronamaatregelen gehandhaafd worden: van alcoholgebruik is afdoende aangetoond dat het de oorzaak is van allerlei ziekten en, veel erger nog, dat alcoholgebruikers het leven van anderen in gevaar brengen - alleen al inzake het verkeer zorgt deze harddrug in ons land jaarlijks voor duizenden slachtoffers, vaak kinderen. Alcohol, tabak, zogenaamde softdrugs die men zelfs wil legaliseren en een hele resem aan gevaarlijke producten, toestanden en activiteiten welke vandaag onder de paraplu van de vrijheid worden gepromoot. Het gezag handelt volstrekt ongeloofwaardig waar het de maatregelen passend voor een groter kwaad toepast bij een gering kwaad terwijl het groter kwaad niet alleen getolereerd wordt maar bovendien aangemoedigd, zoals de uitzonderingsregel dat wie roken of alcohol aan het consumeren zijn, geen plicht tot mondmaskerdracht hebben.

Wat betreft daarentegen de perverse handel van de coronamaatregelen, is de enige die daar garen bij spint, de onmens die genesteld zit in de kern van het panopticum: “de boze worm die knaagt door 't hart der wereld”. (1) De menigte aan mensen die aldus gevolgd worden, worden daarbij zonder meer van hun privacy en derhalve van hun ziel zelf beroofd.

De ziel is het kostbaarste wat een mens bezit omdat het wezen van een mens met zijn ziel samenvalt. (2) Maar naast die kwestie staat nog de vraag wat de bedoeling dan wel kan zijn van wie zich inlaten met de 'ontzieling' van de massa: wie heeft er baat bij dat mensen danig in de gaten worden gehouden dat zij er hun ziel bij inschieten? Want, andermaal: dat is zonder twijfel het geval. Wie gecontroleerd worden, gaan zich gedragen zoals dat van hen verwacht wordt, zij verliezen hun vrijheid omdat zij de privacy moeten missen die noodzakelijk is om bij zichzelf te rade te kunnen gaan en onafhankelijk van allerlei druk, beslissingen te kunnen nemen. Zo heeft weinige jaren geleden de Russische president Poetin de inwoners van de Krim zelf laten stemmen over de annexatie van dat schiereiland bij Rusland en hij is er met glans in geslaagd om het grondgebied in te lijven maar dan wel nadat hij eerst de bevolking onder een bijzondere druk gezet had door indrukwekkende oorlogsschepen te laten aanmeren in de havens van de grote kuststeden aldaar.

Op het eerste gezicht berokkent het panopticum aanzienlijke schade aan wie in de gaten worden gehouden terwijl het gissen blijft naar wie zich daar dan voordeel mee doen. Het kwaad bestaat er echter in dat de mensen die slachtoffer zijn van het panopticum niet zonder meer uitgeschakeld worden doch in bezit genomen: het leven van mensen die gecontroleerd worden, wordt gespaard en de ironie van het lot wil bovendien dat de rampzalige controle zich profileert als levensreddend, terwijl zij het tegendeel bewerkstelligt, niet omdat zij de geviseerden doodt maar omdat zij hen uitholt, hen als het ware herprogrammeert en hen vervolgens aanwendt voor doelstellingen die volledig vreemd zijn aan de menselijke. Het wraakroepend karakter van de hele operatie wordt pas duidelijk waar tevens blijkt dat het nieuw ingeplante doel waarvoor de mensen eigenlijk als robots geactiveerd worden, in feite een onding is: het is de economie als doel op zich, het draaien van de geldhandel, het produceren om te produceren, het consumeren om te consumeren, het kopen en het verkopen zonder maat en zonder einde in een roes die voortdurend wordt aangezwengeld. Het is de groei ter wille van de groei. De molen draait om te draaien, hij draait met andere woorden zot. En het zijn de tot robots herprogrammeerde mensen die er moeten voor zorgen dat het draaien niet ophoudt: zij draaien totdat ze erbij neervallen en worden dan vervangen. Van mensen en van menselijke doelstellingen zoals vrijheid en geluk, zoveel is duidelijk, is dan allang geen sprake meer. Aldus wordt al het schone van de schepping door de duivel opgevreten, opgebrand.

(J.B., 25 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Dante Alighieri, De goddelijke komedie, vertaald door Christinus Kops O.F.M. en opnieuw uitgegeven door Gerard Wijdeveld, De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, p. 200. Het betreft vers 108 van de Vierendertigste Zang van het Eerste Lied, getiteld: De Hel.

(2) Zie ook het artikel: Geheim en identiteit: https://www.bloggen.be/omskvtdw/archief.php?startdatum=1212271200&stopdatum=1214863200


24-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 23: De duivel ziet u

Corona en de heilige zaak:

Deel 23: De duivel ziet u

Op zoek naar de oorsprong van de menselijke ontevredenheid met de praktische, bruikbare kennis en zijn trachten naar absolute kennis of kennis ter wille van de kennis, kennis zoals ook god die zou hebben, wijst Rudolf Boehm erop dat dit streven er reeds was in de Griekse filosofie van Plato en vooral Aristoteles en wel met het oog op godgelijkheid en meer bepaald onsterfelijkheid. Edoch, met dat soort van kennis kan een mens niets aanvangen, in tegendeel: ze maakt hem ongelukkig omdat zij ervoor zorgt dat hij zichzelf ziet zoals god hem ziet en dat wil zeggen: als een sterfelijk schepsel en niet als de god die hij geloofde te zullen zijn eenmaal hij die goddelijke kennis bezat. Hoe theoretischer de kennis, hoe meer zij wereldvreemd is.

Er is een verband tussen de Griekse filosofie (van bijvoorbeeld Aristoteles) en de theologie (van bijvoorbeeld Thomas Aquinas) omdat ook deze laatste naar de Scientia Divina of de goddelijke kennis streeft, in de (valse) overtuiging dat een kennis over god ook een kennis van god is - een kennis die de bezitters ervan aan god gelijk zal maken.

In de theologie is nu sprake van een kennis op grond van goddelijke openbaring en het verband met filosofie situeert zich daar waar het verstand een filosofisch systeem bouwt waarvan de inhoud overeenstemt met wat de openbaring leert: daar geven de op openbaring gefundeerde theologie en de theologische filosofie elkaar de hand.

In feite zijn godsbewijzen irrelevant omdat Gods werkelijkheid zich manifesteert, met name in de werkzaamheid die een voorwerp van liefde uitoefent op de liefhebbende. Boehm zoekt naar het verband tussen enerzijds het Griekse prefilosofische, mythologische denken (van bijvoorbeeld Simonides en Hesiodos) waaruit de Griekse filosofie voortgekomen is en anderzijds de Joodse verhalen (en in het bijzonder de mythe van de zondeval en de spreuken van Salomon) waaruit het Christendom voortkwam: in de beide gevallen staat namelijk de vlucht van de mens voor de dood centraal. Aristoteles stelt vast dat de menselijke natuur op veelvuldige wijze geknecht is en waar hij dan spreekt over het menselijk streven om via het verwerven van goddelijke kennis (kennis ter wille van de kennis) aan god gelijk of onsterfelijk te worden, stelt ook Genesis de vraag naar de oorsprong van de dood en Boehms analyse van het zondevalverhaal gaat als volgt.

Het eten van de verboden vrucht om de kennis van goed en kwaad te verwerven zoals verraden door de slang, werd bestraft met het lijden en de dood maar de slang sprak waarheid: de mens stierf niet meteen en kreeg alsnog de goddelijke kennis welke erin bestaat zichzelf te zien met goddelijke ogen en dus als onvolmaakt, niet goddelijk schepsel. Daarenboven werd de mens niet sterfelijk omdat hij het reeds was maar de toegang tot de (boom der) onsterfelijkheid werd hem voortaan wel verhinderd (door een cherub met een zwaard). Terwijl Aristoteles spreekt over een zuiver theoretische kennis, is de kennis van goed en kwaad in Genesis veeleer moreel: de schaamte is de kennis waarvan sprake; zij is het menselijk besef dat zijn naaktheid slecht is, dat hem iets ontbreekt, dat hij onvolmaakt is, niet goddelijk en sterfelijk. De mens heeft weliswaar goddelijke kennis verworven maar deze leert hem slechts dat hij helemaal geen god is en dat mens-zijn en onsterfelijkheid niet bij elkaar passen: zijn (goddelijke) kennis maakt de mens ongelukkig, zij is verderfelijk voor hem.

Aldus Rudolf Boehm in het eerste hoofdstuk en in de twee eerste paragrafen van het tweede hoofdstuk van zijn Kritik der Grundlagen des Zeitalters: goddelijke kennis is rampzalig voor ons omdat zij ons ongelukkig maakt met het aan het licht brengen van onze sterfelijkheid. Maar ook in verband met het actuele en onderhavige onderwerp ontvouwt zich een tragiek waar mensen goddelijke kennis nastreven, meer bepaald waar zij zich het goddelijk zien en de alwetendheid willen toe-eigenen.

De door engelen geflankeerde driehoek van weleer waarin een reusachtig oog prijkt met daarbij de tekst: "God ziet u, hier vloekt men niet", beeldde tot halverwege van de voorgaande eeuw de alomtegenwoordigheid en daarmee ook de alziendheid van God uit, wiens stem het menselijk geweten is. Edoch, amper een halve eeuw na zijn verdwijning is het oog er terug maar dit keer gaat het niet om het goddelijke oog. Het oog van de alomtegenwoordige camera's en van alle andere registratietuigen behoort noch aan God toe noch aan een mens: de alziendheid is heden een faculteit van een anonieme doch reële en bijzonder doortastende macht die ernaar streeft om de privacy - en dat is de eigenheid of de ziel - van alle mensen te vernietigen.

Ooit noemde men deze macht de duivel. Het geloof in het bestaan van de duivel is er niet meer. Maar misschien moet men over duivelsbewijzen spreken in analogie met wat hoger gezegd werd over de godsbewijzen: ze zijn irrelevant omdat de duivel zich manifesteert, met name in zijn werkzaamheid.

(J.B., 24 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm


21-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 22: De hybris, de heilige wetenschap en de pandemie


Corona en de heilige zaak:

Deel 22: De hybris, de heilige wetenschap en de pandemie

Verderven zal Ik de wijsheid der wijzen,

Het verstand der verstandigen zal Ik verdoen (1 Korintiërs 1:19)

In zijn Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1) uit 1973 legt Rudolf Boehm de vinger op de wonde waaraan het westen momenteel bezwijkt: de middeldoelomkering, ons reeds bekend als karakteristiek van de tanende kapitalistische economie met haar exponent in het neoliberalisme. (2) Maar de oorsprong van dat kwaad ligt in een ver verleden en het kwaad zelf overspant een gebied dat zich uitbreidt ver buiten het terrein van de economie en in het bijzonder in dat van de kennis. De epistemologie heeft het over het hoofd gezien maar de benamingen spreken voor zich: terwijl wij eraan gewend zijn om te spreken over het ik als toeschouwer en beheerser van de wereld waarin wij geloven een object te mogen zien, betekent het ik of het subject in feite het tegendeel van datgene waarvoor wij het zijn gaan houden: sub is Latijn en wil zeggen onder en iectum komt van het Latijnse werkwoord iacere dat werpen betekent, zodat het sub-jectum datgene is wat onder-worpen is (aan al de rest): het ik heeft oorspronkelijk niet de betekenis van heerser doch van diegene die gedoemd is om alles te ondergaan en bijvoorbeeld het begrip Geworfenheit bij Martin Heidegger wijst op deze condition humaine waaraan wij geheel buiten onze wil onderworpen zijn.

In de loop van zijn betoog wijst Boehm op een paradox die zich voordoet waar het weten niet langer als (levens)middel (of dus als menselijke, bruikbare kennis) maar als doel op zich wordt nagejaagd in de zogenaamd 'zuiver theoretische' of 'objectieve' wetenschap: de kennis zoals (sommigen denken dat) ook god die zou bezitten en Boehm citeert Francis Bacon waar deze stelt dat alleen door gehoorzaamheid de natuur overwonnen wordt. (3) Maar het fundament voor de paradox werd gelegd door Aristoteles in het slot van zijn Ethica Nicomacheia en in het begin van zijn Metafysica: de mens streeft het weten ter wille van het weten zelf na omdat dit geen menselijke of praktische maar goddelijke kennis is. De mens wil heersen over de natuur zoals god, hij wil de dood overwinnen, zoals Aristoteles in het slot van zijn Ethica ook zegt: het doel van de filosofie is de mens onsterfelijk te maken. De mens beoefent het zuiver theoretische weten omdat hij aan god gelijk wil zijn.

Aan god gelijk willen zijn: de hybris of de overmoed, de hoogmoed, wordt door de goden nimmer onbestraft gelaten en zij wordt ook uitgebeeld in de Griekse mythologie. Icarus en zijn vader Daedalus willen uit hun gevangenschap op Kreta ontsnappen door zich vleugels te maken uit veren vastgehecht met bijenwas maar tijdens de vlucht vergeet Icarus het praktische doel en hij gaat genoegen scheppen in het vliegen ter wille van het vliegen: hij vliegt zo hoog dat de zon de was doet smelten en de zee wordt zijn graf. (4)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 21 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(2) Zie de tekst, getiteld: “Vaccineren om te vaccineren”, d.d. 14 januari 2021: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3248686

(3) Het betreft de uitspraak: “Nature enim non nisi parendo vincitur”: “Want alleen door gehoorzaamheid wordt de natuur overwonnen”. Hier wordt uiteraard bedoeld dat de mens pas macht verwerft over de natuur als hij eerst haar wetten erkent en deze erkenning is de gehoorzaamheid of de onderwerping waarvan sprake.

(4) Zie ook: https://www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=3101743


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 21: Het 'gezond verstand' van de neoliberalen



Corona en de heilige zaak:

Deel 21: Het 'gezond verstand' van de neoliberalen

Wie geloven in complottheorieën, zoeken verklaringen middels zondebokken maar de pandemie als hype toont de mislukte democratie: de staat als verzameling van ingebeelde alleenheersers die hun illusie voeden met privébezit. De dienst aan de mammon baart de immorele wet dat wij ons bestaansrecht ontlenen aan ons economisch nut: het neoliberalisme wil mensen die niet renderen weg.

In de vrije markt werd de middeldoelomkering vanzelfsprekend en derhalve onzichtbaar: de aanbidding van het geld wordt alleen in vraag gesteld door wie hun verstand verloren, de banken zijn de nieuwe tempels, financiële adviseurs voltrekken er de eredienst, in de persoonlijke biecht worden gokzonden beboet en beleggingsfouten, de zielzorg cirkelt rond de rekeningen die ons ketenen en de oppergod van deze intrieste handel heet Lucifer.

Weet je het nog: amper een jaar geleden gingen kinderen wereldwijd massaal aan het spijbelen om een toekomst te eisen voor de aarde waarop zij na ons, aanbidders van onze eigen absolute vrijheid, anders verder moeten met astma, kanker en de vele vergiften die wij zullen achterlaten; een aarde met bomen, helder water, verse lucht en overgrootjes. Zij werden uitgelachen door Trump, het clowneske gezicht van het neoliberalisme, grootgebracht met het geld van de goktenten van Las Vegas, hij kreeg het presidentschap van de duivel zelf cadeau, bouwde muren en sleet de laatste uren van zijn profitariaat met de verkoop per opbod van gratieverleningen aan mede-schurken. Toen kwam de plaag, even onverwacht als onafwendbaar, en zij gooide roet in het eten van de smulpapen.

Maar hebzucht is onverzadigbaar, een bodemloze put en om die zielloze zucht in stand te houden, moet de economie blijven woekeren: zij smacht naar bloed en eenmaal nutteloos geworden, duwt zij de afgedankte slaven nog levend in de diepte van het graf - de pandemie is haar medestander, haar mede-schurk geworden: zij helpt het kalf van goud van zijn ballast aan ketters af en bij de talloze geketenden kan zij immer rekenen op steun voor het ombrengen van de grootvaders en moeders die immers hun tijd hebben gehad - zo is meteen ondank des werelds loon. Van maatregelen willen zij niet horen die de productie van hun kostbare zilver op gang willen houden ten koste van immers vervangbare burgers.

De welhaast algemeen aanvaarde idee dat mensen perfect vervangbaar zijn is één van de talloze tragische gevolgen van de middeldoelomkering, de vloek waarbij het werktuig zijn maker in de tang neemt, het kind zijn ouders vermoordt, het schepsel zijn schepper van zich afschudt en een homp van goud in de plaats aanbidt. Ford Knox staat garant voor de rijkdom van de wereld, de inhoud van zijn duistere crypten die slechts bittere ellende vertegenwoordigen, waant zich verheven boven de natuur, de woorden in de wind slaand van het stamhoofd der Indianen die gered werden van de slavernij doordat zij omkwamen in gevolge plagen meegebracht door hun overheersers.

Het grote opperhoofd in Washington heeft gesproken: hij wenst ons land te kopen. (…) We zullen over uw aanbod beraadslagen, want we weten dat als wij ons land niet verkopen de blanke man met zijn geweren komt en het in bezit neemt. (1)

Seattle legt uit dat de natuur heilig is en wat hij betekent voor zijn volk maar hij weet dat de overheersers dit niet verstaan:

Wij weten dat de blanke man onze manier niet begrijpt.
Voor hem is het ene stuk grond gelijk aan het andere.
Hij is een vreemde, die in de nacht komt en van het land neemt wat hij nodig heeft.
Hij behandelt zijn moeder, de aarde en zijn broeder, de lucht als koopwaar,
die hij kan uitbuiten en weer verkopen als goedkope kralen.
(1)

En dan volgen de waarschuwing en de voorspelling:

(…) Zijn honger zal de aarde kaal vreten en slechts een woestijn achterlaten. (…) Wat er met de aarde gebeurt, gebeurt met de kinderen van de aarde. (…) Bevuil uw legerstee en u zult bezwijken aan uw eigen vuil.

Maar in uw ondergang zult u vurig branden, aangestoken door de macht van de god, die u naar dit land heeft gebracht en u de heerschappij heeft gegeven over dit land en over de rode man. (…) (1)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 21 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) https://akaija.com/nl/toespraak-chief-seattle/


20-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Intermezzo: De kans dat er iets misgaat is enorm groot


Corona en de heilige zaak:

Intermezzo: "De kans dat er iets misgaat, is enorm groot"


Immunoloog, vaccinoloog en sinds veertig jaar ontwikkelaar van vaccins, prof. dr. Theo Schetters, hierbij gesteund door zijn collegae, vertelt in een interview dat het mRNA-vaccin van het Amerikaanse bedrijf Pfizer, waarvoor onze politici gekozen hebben, niet zal werken daar waar het bedoeld is om te werken en er ook niet zal voor zorgen dat het virus uit de circulatie verdwijnt, zodat de redenen voor lock-downs en coronamaatregelen na de massavaccinatie exact dezelfde zullen blijven. Bovendien waarschuwt de professor voor het enorme gevaar verbonden aan dit vaccin: de kans is enorm groot dat dit volstrekt nieuw vaccin, dat in feite geen vaccin is maar genetische manipulatie, auto-immuunreacties oproept waardoor meer specifiek de spiercellen door het eigen afweersysteem zullen aangevallen worden, wat na een jaar of langer kan gebeuren. De testperiode voor het vaccin was niet alleen te kort, de test zelf toont eigenlijk aan dat er geen aanvaardbare resultaten kunnen vastgesteld worden: wat betreft het optreden van ernstige ziekte, waarvoor het vaccin tenslotte bedoeld is, kon men slechts vier gevallen vaststellen op een totaal van veertigduizend proefpersonen (waarvan de helft gevaccineerd), waarvan twee of drie in de groep van de gevaccineerden. In feite is de massavaccinatie een totaal onverantwoorde ingreep die ons ongevraagd en derhalve op volstrekt illegale wijze allemaal tot proefkonijnen maakt. Onbegrijpelijk is ook de reden waarom de bestaande levensnoodzakelijke medicijnen die nu acuut nodig zijn om zwaar coronazieken te helpen overleven, niet geregulariseerd worden. Derhalve, zoals meester Carine Knapen aantoont, is het opschrift boven de vaccinatiebasis in Mechelen een groteske leugen die doet denken aan de tekst boven de poort van Auschwitz. (*) Ziedaar het neonazisme.

Zie de video hier onder voor het interview met prof. dr. Theo Schetters.

(J.B., 20 januari 2021)

Verwijzingen:

(*) Open oproep aan Stad Mechelen (carineknapen.info)


19-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 20: De uitroeiing der armen


Corona en de heilige zaak:

Deel 20: De uitroeiing der armen

Irrationele en immorele verklaringsmodellen zijn bedrog maar complottheorieën die stoelen op demonisering zijn dat evenzeer omdat men zich in dat geval tevreden stelt met de gemakkelijkheidsoplossing van de zondebokken. Als de pandemie een menselijk maaksel is, dan kan alleen nog sprake zijn van een epifanie van de tirannie van de meerderheid.

De democratie is namelijk mislukt omdat zij de staat heeft omgeturnd in een verzameling van allemaal kleine dictators. En ter bevrediging van de illusie van de soevereiniteit van elk van deze potentaten, werd het privébezit verzonnen: elke burger binnen dit multipotentatendom is dankzij het heilige principe van het privébezit de potentiële heerser over alle anderen.

Op de koop toe wordt die belofte welke vroeg of laat elke sterveling zal desillusioneren, kracht bijgezet door een tweede, namelijk de waan van elke burger dat hij nu reeds zichzelf pal in het centrum van het panopticum bevindt. Het enige wat hem nog te doen staat om de teugels in handen te krijgen, is de aandacht van alle anderen op zich trekken om hen vervolgens daarvan te overtuigen dat hij het centrum is.

Het spel dat aldus wordt gespeeld en dat gepropagandeerd wordt in allerlei vormen waarvan the American dream wel de meest bekende is, is het spel van de concurrentie dat gestalte krijgt in de (concurrentiële) economie die dan onvermijdelijk een kapitalistisch karakter krijgt en die de gedaante is waarin het recht van de sterkste zich manifesteert in de wereld.

Omdat deze economie het middel is waarmee elke burger zijn particuliere waan van alleenheerser kan botvieren door eraan te participeren in de hoop ooit als enige en grootste winnaar uit de bus te zullen komen, is zij wel genoodzaakt om het middel met het doel te verwisselen om de heel eenvoudige reden dat winst en derhalve ook winnaarschap pas mogelijk is in een handel die de vrije teugel geeft aan de roofzucht. Omdat elkeen van de ander met wie hij handel drijft, meer wil krijgen dan wat hij zelf geeft, is bedrog daarbij niet slechts mogelijk doch noodzakelijk.

Edoch, waar de leugen prevaleert in die mate dat zij een deugd geworden is, tast zij uiteraard ook de waarheid aan van de menselijke voortbrengselen die worden aangeboden op de markt: de kwaliteit van alle producten wordt dan sowieso ondermaats met betrekking tot hun prijs omdat winst maken het niet meer af te wenden doel werd. Het ruilmiddel - het geld - werkt tevens het bedrog nog in de hand omdat het de producten zelf verkapt die in de ruilhandel onder waakzame ogen van hand tot hand gingen en aldus aan een onmiddellijke keuring werden onderworpen.

Waar men ooit naar de markt ging met een zak aardappelen die men over had om dan terug te keren met een mand eieren die men nodig had, vertrekt men nu met een pak geld om terug te keren met een dikker pak geld. Als nu iedereen dit doet, gebeurt het onmogelijke en wordt iedereen alsmaar rijker. Tenzij goed verborgen persen onophoudelijk bankbiljetten bijdrukken om de illusie van het winnaarschap van elk van de ontelbare menigte aan potentaten gaande te kunnen houden.

Het gesofisticeerde zelfbedrog van de mens die immers een wolf is voor zijn medemens, eist de omkering van middel en doel, zodat alles wat werkelijkheidswaarde heeft, moet onderdoen voor het zwarte gat dat het geld tenslotte is: de waren verworden tot middel voor het bemachtigen van het ruilmiddel dat de plaats inneemt van het doel en met het versmaden van de werkelijkheidswaarde van de waren, wordt tevens de werkelijkheid als zodanig versmaad; met het ophemelen van de onwerkelijkheid van het geld, wordt tevens deze illusie zelf opgewaardeerd: het spel neemt de plaats in van de werkelijkheid en de werkelijkheid zelf verkommert. In de geboorte van de virtuele realiteit waarin alle burgers nu gevangenen zijn, blijkt het failliet van het multipotentatendom.

De gezochte daders van de gigantische malaise welke de waanzin van deze tijd heeft voortgebracht, zijn al diegenen die instemmen met het wanoordeel dat uit de middeldoelomkering voortspruit, namelijk dat mensen hun bestaansrecht ontlenen aan hun economisch nut. Derhalve mogen mensen pas verder leven als zij bijdragen tot het alles vernietigende monster dat onze hedendaagse economie is. Grof uitgedrukt: wie niet deelnemen aan de algehele vernietiging van de wereld - en dat zijn derhalve de bezitslozen - moeten worden uitgeroeid. En dat is de vandaag wereldwijd aan de gang zijnde Endlösung. (1)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 19 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Endlösung betekent definitieve oplossing. Meer bepaald verwees men met deze term ten tijde van nazi-Duitsland naar de definitieve oplossing voor het jodenprobleem en meer bepaald bestond die eindoplossing of die Endlösung in de massavernietiging van de joden. Vandaag gaat het om de Endlösung voor het mensenvraagstuk van de Malthusianisten die in feite de aanbidders van de mammon vertegenwoordigen. Gas, het moordwapen van destijds, werd vervangen door een 'virus' waarvan de onzichtbaarheid niet alleen fysiek is.


18-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 19: De netelige kwestie van de 'onzichtbare' daders




           

           


Corona en de heilige zaak:


Deel 19: De netelige kwestie van de 'onzichtbare' daders


De pandemie wordt opgeblazen om een zogenaamde 'transitie' te bewerkstellingen, de installatie van een nieuwe mens die niet langer mens zal zijn maar veeleer slaaf, robot of soldaat: dat is de overtuiging van een groeiend aantal 'wakkere burgers' die immers geloven dat zij het in de mot krijgen begoocheld te worden met cijfers door opportunisten die met de al dan niet gefabriceerde crisis hun profijt willen doen. De vraag wordt nu acuut wie de wereldomspannende 'hype', die kennelijk symptomen vertoont gelijkaardig aan deze van een oorlogstoestand, dan wel veroorzaken: wie zijn de lui achter de schermen die zich zouden 'amuseren' met een mensdom dat, op de keper beschouwd, dan toch zeker wel op menig vlak zijn perken te buiten gaat en dreigt de rest van het dieren- en plantenrijk en daardoor ook zichzelf door een onverantwoordelijke omgang met de aarde naar de verdommenis te helpen - als dat tenminste al niet onomkeerbaar is gebeurd?

Betreft de vraag naar de daders, werd inzake de oorzaak van pandemieën in het algemeen reeds verwezen naar een opvatting uit de oudheid ter gelegenheid van de pestuitbraak in Thebe. Er bestaat een geheim verband tussen het verhaal van de zondeval, de legende van de golem en de mythe van Oedipus waar zij elk van de drie het thema aan bod brengen van de vadermoord, een ten hemel schreiende misdaad die nimmer ongewroken blijven kan. In Genesis of het Bijbelse Boek der Wording weigert het menselijke schepsel gehoorzaamheid aan zijn Schepper en wordt gestraft met het verlies van zijn onsterfelijkheid of dus met de dood. Een tweede keer straft het schepsel dat de mens is zichzelf waar hij op zijn beurt schepper speelt en een golem creëert die hem moet dienen, doch die hem naar het voorbeeld van de genesishistorie overheerst: het is dan niet het schepsel of de golem die gestraft wordt maar de schepper van de golem, wat de mens eraan herinnert dat hij helemaal geen god is maar dat hij een schepsel blijven zal. In de Oedipusmythe tenslotte neemt, op een noodlottige wijze want zonder het te willen, de zoon de plaats in van de vader die hij voor een tegenstander aanziet en vermoordt op de driesprong Schiste Odos. (1) De tragedie was voorspeld door het orakel toen Oedipus nog een kind was maar het geloof dat men het lot nog kon ontlopen door de boorling weg te brengen naar de bergen, werkte het voltrekken ervan in de hand doordat hij aldus zijn eigen vader niet kon herkennen. Wanneer in Thebe de pest uitbreekt, raadpleegt men het orakel dat de schuld wijt aan een onbestrafte moord en de blinde ziener Tiresias duidt Oedipus als dader aan waarna deze zichzelf de ogen uitsteekt. (2) Misdaad blijft niet onbestraft en als de wraak niet door mensen wordt voltrokken, blijkt de natuur die taak over te nemen en dit kennelijk overeenkomstig het gezegde dat het lot der rechtvaardigen de goden nimmer onbewogen laat. Of dat is alvast wat verhoopt werd door de dichters die vorm gaven aan de mythen.

Heeft de al dan niet vermeende epidemie 'daders' of is zij een welverdiende 'straf', al dan niet door toedoen van een rechtvaardige godheid voltrokken middels de natuur? Is de pandemie de uitkomst van een menselijk complot of mag men gewag maken van de zogenaamde 'immanente rechtvaardigheid' waarover ook de huidige paus sprak in verband met aids? Het is duidelijk dat dit laatste standpunt en meer bepaald met betrekking tot de slachtoffers van dit wrede noodlot, volstrekte immoraliteit verraadt. Niets immers rechtvaardigt het slachtofferschap van onschuldigen, zoals kinderen, ingevolge ziekten. Kinderen zijn niet schuldig aan hun sterfelijkheid en de 'vergoelijkende' uitvinding van de erfzonde ter verklaring van de bestraffing van onschuldigen is een religieus gedrocht. Verklaringen die de slachtoffers opzadelen met schuld in plaats van hen te helpen, is een handelwijze die eigen is aan daders. Maar eenmaal men het eens is over het feit dat deze irrationele en immorele verklaringsmodellen puur bedrog zijn, rest de vraag wie dan de daders mogen wezen.

Want ook de verklaringsmodellen middels complotdenkers die dus de schuld voor de malaise toeschrijven aan mensen met kwade bedoelingen die zouden samenzweren, doen een specifieke irrationaliteit vermoeden, met name waar zij aansturen op een geloof in demonen of althans een geloof in gedemoniseerde personen. En bij demonisering is nogal dikwijls eens het zondeboksmechanisme in het spel: het toeschuiven van schuld naar derden die gebeurlijk niets te maken hebben met de zaak.

Rest nog één verklaringsmodel: als de pandemie geen noodlot is doch een menselijk maaksel, dan is zij het product van haar slachtoffers in een heel andere zin en uiteraard moet hier worden gedacht aan een epifanie van de tirannie van de meerderheid als exponent van de mislukking van de democratie.

Een democratie die niet katholiek is in de betekenis van universeel of wereldomvattend, is niets anders dan een specifieke vorm van dictatuur of tirannie. Edoch, een democratie die dat wél is, neigt naar een totalitarisme. En in dit specifieke geval gaat het om een totalitarisme dat geëist wordt door het volk zelf. De noodlottige tegendoelmatigheid uit de oude tragedies manifesteert zich op die wijze andermaal in onze wereld in een nooit gezien ornaat.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 18 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Deze plek bestaat echt; voor een foto, zie: https://www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=811194 ;

Voor het verhaal van Oedipus, zie: https://www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=23

(2) Althans, dat is de versie volgens Sophokles. Volgens Seneca ontneemt Oedipus zich van het zicht nadat hem duidelijk werd dat hij met zijn moeder huwde, waarna hij, in de waan dat hij over het noodlot heeft getriomfeerd, de natuur vervloekt.








17-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 18: Corona, vervloeking en tovenarij



           

Corona en de heilige zaak:

Deel 18: Corona, vervloeking en tovenarij

In het archief van het marxistisch internet vindt men van de hand van de Nederlandse psychiater en schrijver Frederik van Eeden het volgende tekstfragment uit het werk Binnenlandse kolonisatie, daterend van het jaar 1901: "... ongerijmdheid is het kenmerkende van de thans heersende wanorde. Er is overdaad en honger tegelijk in één gemeenschap, er is overproductie en gebrek aan het nodige bij de producenten zelf, er is tegelijk te veel en te kort, verkommering door noeste werkers, verkwisting door leeglopers, drie vierden der mensen minstens is onproductief en het productieve gedeelte is het armst ..." (1) De tekst gaat dan als volgt verder: "(...) er worden voor miljoenen nutteloze voorwerpen gemaakt en gekocht alleen omdat ze goedkoop zijn en onmiddellijk weer vermorst, bijna niemand werkt met voldoening, bijna niemand is tevreden, de meesten besteden hun leven in werk waar zij geen neiging toe hebben en brengen dingen voort die ze niet nodig hebben en die hun niets baten." En dan komt de vandaag bijzonder toepasselijke conclusie: "Dit is zeer zot. Wie onze samenleving bestudeerde vanaf een andere planeet zou niet geloven dat wij elk afzonderlijk zoveel verstand hadden. Wij werken samen als wezens van een veel lagere orde. Elke enkeling is veel beter en wijzer dan het gedrag der massa zou doen vermoeden."(2)

Maar wij maken niet alleen dingen die ons tot niets dienen, wij maken ook gedragsregels die te gek zijn om los te lopen. Er is ongerijmdheid, wanorde, overdaad én honger, de onproductieven zijn talrijk en rijk, de slaven arm en elke enkeling is veel beter en wijzer dan het gedrag der massa zou doen vermoeden.

In het bijzonder blijkt de massa onderhevig aan het bedrog van wie haar overheersen middels angst, zoals bij uitstek de religie doet en in dat verband klinkt het in het artikel getiteld Kan een mens sterven van angst? Ja, (3) van Mattias Desmet, professor in de klinische psychologie aan de Universiteit van Gent, dat psychogene dood of dus overlijden veroorzaakt door zekere activiteit van de geest, zoals dat het geval is bij vervloekingen of voodoo, uitgevoerd door een sjamaan, werkzaam is maar dan wel op voorwaarde dat "de hele gemeenschap waartoe sjamaan en slachtoffer behoren geloven in de autoriteit van de sjamaan." (3)

Dat klinkt misschien een beetje onwetenschappelijk want ver van ons bed maar de professor stipuleert dat er "talloze observaties [zijn] die tonen dat de Westerse mens in zijn lichamelijk functioneren even onderhevig is aan dergelijke fenomenen." (3) De auteur beschrijft dan de invloed van hypnose op het lichaam en hij trekt een link met de coronacrisis en verklaart dat "overtuigingen in een massa (...) dezelfde invloed hebben op het lichaam als hypnose. Als de maatschappij massaal in de greep is van angst en de ermee gepaard gaande voorstellingen van ziekte en dood, dan worden die voorstellingen op zich een oorzakelijke factor." (3) En dit gebeurt "(...) ten dele doordat psychische ontreddering het biologische 'milieu' waarin het virus terecht komt ingrijpend verandert en van zijn weerstand berooft." (3) De professor verduidelijkt dan dat Louis Pasteur zelf dit bekrachtigde met zijn stelling: "'De microbe is niets, het is het milieu dat telt'".(3)

Als de gestelde voorwaarden vervuld zijn met betrekking tot zowel de helende als de vernietigende macht van de hedendaagse sjamanen of tovenaars, dan geldt dus evenzeer dat vaccinatiecampagnes dezelfde uitwerking hebben op de gezondheid van de massa als de vervloekingen en de zegeningen bij primitieve volkeren, ook al gaat het om lege spuiten. De geneeskunde haalt haar macht over leven en dood uit de combinatie van de angst van de massa en haar geloof in de medische wetenschappen en derhalve genereert zij ook al haar macht en rijkdom uit de genoemde, volstrekt onwetenschappelijk klinkende bron die, uitgerekend volgens de positieve wetenschappen waartoe de geneeskunde en de farmacie zichzelf rekenen, paradoxaal genoeg als pseudowetenschap van de hand wordt gewezen is. Maar tot spijt van wie het benijdt vormt deze paradox dan ook het bikkelharde bewijs voor de stelling dat momenteel, onder het voorwendsel van een pandemie, een machtsgreep gaande is over de ganse wereld waarbij de verblinde massa in de maling wordt genomen. Niet zonder reden overigens betekent het woord farmacie in oorsprong tovenarij. (4)

(J.B., 17 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Marxistisch Internet-Archief Zelfstandige Documenten (marxists.org)

(2) Frederik van Eeden (1900): Binnenlandse kolonisatie (marxists.org)

(3) https://www.knack.be/nieuws/wetenschap/kan-een-mens-sterven-van-angst-ja/article-opinion-1586357.html

(4) https://www.etymonline.com/word/pharmacy


           

           







15-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Intermezzo: Mattias Desmet over de illusie van objectiviteit inzake cornacijfers


           

Corona en de heilige zaak:

Intermezzo: Mattias Desmet over de illusie van objectiviteit inzake coronacijfers.

Een prachtige illustratie bij een hier d.d. 14 januari l.l. in het stukje “Vaccineren om te vaccineren” aangesneden thema dat centraal staat in het denken van Rudolf Boehm:


           

           







Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 17: IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger


           

Corona en de heilige zaak:


Deel 17: IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger


– Omsk Van Togenbirger, sorry dat ik stoor maar...


OVT: Kom binnen en snel wat want er is weer controle met heuse drones!


– Ik wilde u eerst niet storen maar...


OVT: Ga zitten, ik heb net koffie gezet!


– Heb je dat interview gezien met die Belgische filosoof?


OVT: Michel Weber? Jawel, ik heb de video gisteren beluisterd...


– En? Acht je mogelijk wat hij vertelt?


OVT: Wat denk je zelf?


– Volgens mij is dat pure paranoia.


OVT: Haha, paranoia: nog zo'n term die thuis hoort in het intussen welbekende rijtje: paranoia, complotdenken, angsthazen, asociaal, zonderling, wantrouwen, ondankbaarheid, burgerzin!


– Je acht het dus mogelijk dat het waar is wat die man verkondigt? Ik bedoel: wat hij daar insinueert over een aan de gang zijnde genocide?


OVT: De wereld is oververzadigd van de malthusianisten!


– De wereld is overbevolkt.


OVT: Dat is wat zij beweren, ja. Herinner u de aardverschuiving op Haïti. Bij het zien van al die arme mensen die hun behoefte deden in de greppels achter hun krotten, kwam een Belgische professor met een oplossing op de proppen: geef die arme vrouwen elk vijftig dollar in ruil voor hun sterilisatie, ze zullen het niet weigeren want hun kinderen lijden honger. De hele litanie van sir David Attenborough: let them starve! Te beginnen met de armen, dat zijn dan twee vliegen in een klap: minder mensen maar ook minder armen, alleen de rijken schieten over. Zijn ze echt zo dom dat ze zelfs geen vermoeden hebben waar hun rijkdom dan vandaan komt? Intussen jaren geleden berekende het tijdschrift Knack dat de welstand van de doorsnee westerling te danken is aan vijfenveertig slaven per persoon in de derde en de vierde wereld. Om de levensstandaard van een Attenborough op peil te houden, gaat het beslist om een veelvoud van dat aantal want die lui drinken geen water bij de maaltijd. Wie was het ook weer die onlangs nog op televisie de geniale gedachte rondbazuinde dat een wereld zonder mongooltjes een betere wereld is? Was dat niet die uitvinder van het Adamo-kussen? Ja, ik weet het, over de doden niets dan goed, maar het gaat hier wel om mensenlevens!


– Ja, maar dat heb je allemaal al dikwijls verteld...


OVT: En kennelijk nog niet vaak genoeg. Het gaat mij overigens niet zozeer om de onwetendheid van die prelaten, al is het al erg genoeg dat uitgerekend daar de onwetendheid zo groot is. Neen, het gaat mij om de onverschilligheid, om het volstrekte gebrek aan empathie. Het gaat hier over psychopathie, om dan maar Michel Weber te citeren. Zijn vergelijking met de reactie van de beheerders van de zinkende Titanic is, als je het mij vraagt, bijzonder realistisch. De gebeurtenissen zijn intussen een eeuw oud maar zij illustreren hoe waar het is wat Marx bijna nog een eeuw vroeger zegde: wij leven in een klassenmaatschappij; in de oorlogen die nog gevoerd worden, staan geen volkeren tegenover elkaar maar wel maatschappelijke klassen. De superrijken van vandaag regeren de wereld en zij doen dat eensgezind omdat hun onderlinge verwantschap niet een of andere afkomst, een fysieke eigenschap of een culturele interesse betreft maar het volledig betekenisloze en louter kwantitatieve kenmerk van hun rijkdom: het getalletje op hun bankrekening!


– Toch lijkt het mij overtrokken om te gaan geloven dat mensen, want het gaat nog steeds om mensen, zouden samenzweren om vier vijfden van de wereldbevolking te liquideren!


OVT: Schijn bedriegt. Kijk, ik geef u eens iets heel anders ter overdenking...


– Ik luister.


OVT: Heb ik je al gevraagd of je katholiek bent?


– Op papier wel, ja, maar men heeft mij niet gevraagd of ik gedoopt wilde worden, ik had immers niet eens kunnen antwoorden op die vraag, ik was amper één dag oud...


OVT: Precies, maar je begrijpt toch dat het voor je eigen goed was dat men je heeft gedoopt? Voor het welzijn van je ziel en dat wil zeggen: voor je welzijn in de eeuwigheid!


– Tja...


OVT: Maar goed, je weet dus wat het katholicisme is, of dat mag men dan toch wel veronderstellen, geloof ik?


– Jazeker...


OVT: Weet je ook hoeveel mensen... de doden niet meegerekend... er momenteel gedoopt zijn?


– Meer dan een miljard, vermoed ik.


OVT: 1,272 miljard.


– Dat is achttien percent van de wereldbevolking.


OVT: Inderdaad: op deze aarde is één mens op vijf katholiek en het katholicisme groeit nog; momenteel zakt het geloof hier in het westen een beetje weg maar je weet dat West-Europa maar een klein stukje van de wereld is: in Afrika kent de kerk een grote groei en ook in India zijn er alsmaar meer katholieken.


– Maar wat hebben de katholieken dan te maken met corona?


OVT: Ze hebben alles te maken met wereldheerschappij en wereldheersers zijn ze al tweeduizend jaar lang, of vergis ik mij?


– Neen, dat beweer ik zeker niet.


OVT: De jongste halve eeuw is de kerk hier wat weggeëbd maar ikzelf kan nog getuigen hoe het vroeger was. Nu, beeld je eens in: de katholieke wereld, wereldwijd, de ganse aarde omspannend, alle dorpen omgeturnd tot parochies met overal een kerk. Op bijzondere tijdstippen was er drie keer daags samenkomst van de gelovigen in de kerk en anders elke zondag, ja, en wie de zondagsmis in de wind sloegen, gingen beslist naar de hel, zo was het hier, of vergis ik me?


– Ik geloof je wel...


OVT: De mis, de gebeden, de gezangen en de zondagspreek: de voorloper van de televisie-uitzendingen, ja toch? Want nu hoeft men niet meer naar de kerk te gaan, de kerk komt bij u binnen via de plastieken plaat, de televisie!


– En de pc!


OVT: Inderdaad, de pc, ik loop achter... het internet... het gaat allemaal zo snel! Maar goed, toentertijd waren die dingen er nog niet en waren er alleen de kerktorens: vanuit een luchtballon gezien leek het land wel een speldenkussen van de vele kerktorens. Neem nu Gent: de kerken, de kathedralen staan daar letterlijk tegen elkaar aan gebouwd: de Sint-Michiels, de Sint-Baafs, de Sint-Niklaaskerk en dan nog de kerken terzijde van die as die samen met de genoemde drie een reusachtig kruis moesten vormen... En dat sinds duizend jaar! Over de ganse aardbol!


– Ja, zo is dat nu eenmaal...


OVT: In elk dorp, mijn beste, in elke parochie dus, een pastorie en een onderpastorie, nietwaar?


– Juist, ja. Dat zijn nu beschermde monumenten...


OVT: Kijk es aan. En onder de pastorie, mijn beste? Wat zeg ik? Onder élk van die pastorieën, de wereld rond... wat is of wat was daar te vinden?


– Onder de pastorie? Geen idee, beste Omsk Van Togenbirger...


OVT: Geen idee, mijn beste? Ikzelf heb nog staan kijken op het dorpsplein naar de verhuis van mijnheer pastoor die toen op rust ging: er stond een vrachtwagen bij de pastorie, een enorm voertuig! Hij zal wel wat groter geleken hebben dan hij in werkelijkheid was want ik was nog een kind en voor kinderen lijkt alles veel groter dan het in werkelijkheid is, heb jij dat nooit ervaren?


– Ja...


OVT: Ik ben onlangs nog een keer in het huis van mijn groottante binnen gelopen, het wordt binnenkort gesloopt, het was geleden van in mijn kindertijd en het kwam mij voor dat de plafonds naar beneden gekomen waren; vroeger leken die kamertjes wel danszalen! En zo zal ik mij ook wel vergissen in de grootte van die vrachtwagen aan de pastorie. Maar toch...


– Maar je had het over iets onder de pastorieën?


OVT: Inderdaad. Ik stond dus te kijken hoe de vrachtauto geladen werd met enorme kisten!


– Lijkkisten?


OVT: Hahaha, lijkkisten! Wel neen, mijn beste: wijnkisten! Wat zeg ik? Kisten vol wijn!


– Ja?


OVT: Ik kon de flessen zien liggen, blinkend in de zon, bestoft en donker, ze werden behandeld met speciale omzichtigheid, glas kan immers breken en zo te zien ging het om kostbaarheden. Ik heb het, mijn beste, over de wijnkelders onder alle pastorieën wereldwijd! En wat ik zeggen wil: de kerk, en dat sinds tweeduizend jaar, draait op de harddrug genaamd alcohol!


– Maar wat zeg je nu verduiveld!? Het gaat om miswijn! Miswijn is onontbeerlijk voor de mis, de consecratie, water en wijn worden één, het symbool van de menswording van god!


OVT: Je weet dus dat een priester dagelijks de mis moet doen? Dagelijks een beker vol met wijn? Vraag maar eens na bij medisch geschoolde mensen hoe groot de kans is dat iemand die dagelijks, al is het maar één slok van die harddrug naar binnen zwelgen, reeds na korte tijd verslaafd zijn! De dagelijkse miswijn brengt de verslaving op gang en met de wijnkelder bezatten zich op geregelde stonden alle pastoors, de hele grote wereld rond!


– Maar dat is kwaadsprekerij!


OVT: Ik herinner mij het verhaal van mijn oom die op de gemeente postbode was en voor dag en dauw uit de veren moest: hij liep op het dorpsplein met zijn brieventas de dorpspastoor tegen het lijf, zo vertelde hij op keer. De eerwaarde moest zich vastklampen aan de smeedijzeren hekken die het kerkhof dat het kerkgebouw omgeeft, afbakenen. Om niet omver te vallen, begrijp je? En de eerwaarde vroeg aan mijn oom, met de bijzondere tongval eigen aan mensen die wijn hebben genuttigd, welke kant hij op moest: links of rechts! Begrijp je? Hij was gaan dineren bij de dokter van het dorp en hij was tot bij de kerk geraakt maar verder wist hij het ook niet meer, de pastorie ligt even verderop, terzijde van het kerkhof, en daar ligt ze nog steeds, je kan gaan kijken...


– Iedereen is al een keer dronken geweest...


OVT: Alcohol is een harddrug. Alle pastoors, de wereld rond, hebben of hadden diepe kelders vol met rode en met witte wijn waaraan ze zich bezatten. Werden zij gepromoveerd tot deken, dan gingen zij resideren in een dekenij, een gebouw dat nog wat groter is dan een pastorie, en ook met een wat diepere kelder, met daarin nog meer kisten wijn. Toegegeven: die kisten wijn maakten zij ongetwijfeld niet in hun eentje soldaat, een deken krijgt vaker bezoek van klassegenoten of hoe zegt men dat?


– Mensen van dezelfde stand...


OVT: Juist, ja. Maar er zijn dus nog promotiekansen eens men tot deken is benoemd: bisschoppelijke paleizen, zoals de naam het zelf zegt... nomen est omen... zijn nog een stuk groter dan dekenijen, nietwaar? En de kelderruimten daaronder zijn navenant. En ook die kelders staan niet leeg: zij worden goed gevuld gehouden en niet met water, want hulpbisschoppen en bisschoppen drinken geen water bij de maaltijd, of moet men zeggen: het diner? Ook deze nog wat grotere kelders worden tijdig bevoorraad om ook de wat grotere buiken van de prelaten tijdig op te kunnen vullen met... ik zei bijna het gerstenat, mijn beste, maar gerstenat is voor de paters, zijn zij niet bekend om hun sterke bieren? Wijn bevat meer alcohol dan bier, het wordt gemaakt van druiven, en als dat niet sterk genoeg meer is, schakelt men automatisch over naar cognac, dat ken je toch? Cognac, als ik het goed heb, is geconcentreerde, of beter: gedistilleerde wijn. Het voordeel van cognac is dat de buiken niet groter hoeven te worden om eenzelfde hoeveelheid alcohol naar binnen te kunnen werken.


– Wat een onzin! Als dit waar was: wie zou dit allemaal betalen!?


OVT: Iederéén ging naar de mis, mijn beste: wekelijks, de wereld rond, drie geldomhalingen per zondagsmis, vier missen op één zondag, een vroegmis voor de armen en een hoogmis voor de rijkere burgerij. En weet je wat een kerkelijk huwelijk kost? Bijna iedereen moest huwen en zonder meer iedereen wordt begraven: wat kost een begrafenis, denk je? Eerste en plechtige communiefeesten, hoogdagen... en dan hebben we het nog niet gehad over de aflaten, volgend op de donderpreken van de predikheren, de dominicanen of de domini canes, wat wil zeggen: de honden van de heer, zoals ze zich met zelfspot noemden, die speciaal afzakten om omhalingen te doen voor de missies of om de stervenden te begeleiden... Maar waar waren we gekomen?


– Bij de cognac... de bisschoppen, bedoel ik...


OVT: Juist, ja... En dan is het nog lang niet gedaan, mijn beste: ook bisschoppen kunnen nog promoveren, zij kunnen aartsbisschop worden en daarna nog kardinaal. Tenslotte verhuizen zij naar het Vaticaan, een heuse staat zonder vrouwen en achter hoge muren, een enclave binnen Rome, het centrum van de wereld sinds het begin der tijden. Ken je Dante?


– Dante Alighieri?


OVT: Precies. In zijn Commoedia beschrijft hij, en dan nog op rijm, hoe in de hel de duivel huist en dat is in 't centrum van moeder aarde, aan wiens hart hij onafgebroken zit te knagen!


– Ja, dat herinner ik me... Maar waar wil je nu eigenlijk naartoe?


OVT: De harddrug alcohol heeft enkele specifieke uitwerkingen op de menselijke geest, mijn beste: het zal je niet onbekend zijn dat men vergoelijkend spreekt over geestrijke drank alsof het om een geestverruimend middel ging?

ZIE VERDER IN DE KADER HIER ONDER:

           


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERVOLG VAN DE KADER HIER BOVEN - Deel17: IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger VERVOLG



VERVOLG VAN DE KADER HIER BOVEN:           

Corona en de heilige zaak:


Deel 17: IJzeren logica met Omsk Van Togenbirger




– Dat zegt men inderdaad, ja...


OVT: En is alcohol dan geestverruimend?


– Kennelijk niet, neen.


OVT: Kijk, dat wil ik nu zeggen: alcohol is een bijzonder afstompende drug. Wie onder invloed zijn, en ik verzin dat niet, de verkeersdoden kunnen hiervan getuigen... wie onder invloed zijn en dan bijvoorbeeld autorijden, geven zich geen rekenschap meer van de waarde van een mensenleven; zij beseffen niet langer dat zij het leven van anderen in gevaar brengen, of vergis ik me?


– Neen, dat is inderdaad zo...


OVT: Na de consumptie van alcohol gaat men lijden aan zelfoverschatting, om niet te zeggen dat alcohol megalomanie veroorzaakt, grootheidswaanzin. Zoek het maar op, het staat in Wikipedia! En de kater, het delirium, toont aan de verslaafde beelden... rechtstreeks uit de hel!


– Dat schijnt zo te zijn, ja...


OVT: Grootheidswaan en gewetenloosheid: precies wat men nodig heeft om mensen te manipuleren! Wat zeg ik? Om ongehinderd massa's mensen te kunnen beliegen, bestelen en in oorlogen of op brandstapels om te brengen! Ken je de geschiedenis een beetje?


– Ik heb zoals iedereen school gelopen...


OVT: De maatschappij moest maar eens worden ontschoold... Maar ik verzin dus helemaal niks, mijn beste!


– Maar wat bedoel je dan?


OVT: Wacht, we zijn er bijna, bijna...


– Hemeltje... laat mij eerst eens ademhalen...


OVT: Mijn verhaal is bijna rond, mijn beste: ik zal het kort houden.


– Doe dat alsjeblief...


OVT: Alcohol is nu een beetje uit de tijd. Zoals ook de kerk trouwens: er zijn nu andersoortige heersers...


– Logebroeders, bedoel je?


OVT: Het hiernamaals heeft afgedaan, het zogenaamde hiernumaals is in trek: de hel schrikt niet langer af, de mensen aanbidden de duivel, alleen voor de pijn gaat men nog op de vlucht. Men zoekt de lust en men krijgt er niet genoeg van, het geld is god geworden, de aanbidders van de mammon heersen over de aarde, het zijn de miljardairs, hun speelterrein is de wereld, voorlopig nog vol met mensen, acht miljard stuks, het zijn warempel hun tinnen soldaatjes. Met geld kan je toch alles kopen? Deze lui drinken ook niet meer, zij snuiven en zij spuiten! Cocaïne, heroïne! Is een beetje anders nog dan alcohol. En dan hebben we het nog niet gehad over de nieuwe drugs waarover wij, gewone mensen, helemaal niets weten, maar de farmacie staat niet stil!


– Wat bedoel je dan?


OVT: Marx schreef dat godsdienst opium is voor het volk.


– Ja...


OVT: Waarmee hij tevens zegde dat de hogere klassen opium verkozen boven godsdienst, het volk kon geen opium betalen...


– Ja...


OVT: Vandaag gaat al het geld der rijken naar de hemel die verkocht wordt door de hedendaagse farmacie: de armen zoeken soelaas bij hun spelconsoles maar de rijken slikken, snuiven en spuiten dat het een lieve lust is!


– Je overdrijft!


OVT: Drugshandelaren verdienen fortuinen, veelvouden van wat industriëlen overhouden aan hun werk! Van wie in rijkdom baden, weerstaan slechts uitzonderingen aan de verleiding van de kunstmatige paradijzen, verkregen door drugs waarmee alcohol allang niet meer kan wedijveren! Die megaverdieners kopen zich in de politiek in en zo komt het dat waanzinnigen het presidentschap van de allermachtigste staten buit maken en prompt het schip van de wereld moeten besturen!


– Hemeltje! Is dat dan werkelijk zo?


OVT: Zie je het verband met de beschonken chauffeur, mijn beste? En waar alcohol het geweten wegvaagt en in plaats daarvan de grootheidswaan installeert, doen die nieuwe drugs dat op een wel duizend keer krachtiger manier. Je weet toch uit het nieuws hoeveel ton drugs men om de haverklap in beslag neemt, hier in de haven van Antwerpen, bijvoorbeeld, en hoe men er in het nieuws aan toe voegt dat het gaat om slechts het topje van de ijsberg? Het doet me weer aan de Titanic denken, de eersteklassers daar... Ik hoorde van een psychiater dat het allang uitzonderingen zijn onder de rijken, die aan die dodendans der drugs weten te ontsnappen. Welnu, die lieden regeren nu de wereld, volstrekt gewetenloos.


– Andermaal: hemeltje!


OVT: En wellicht heb je hiermee meteen het antwoord op je vraag van zo-even: wat Michel Weber vertelt, is niet eens vergezocht: iedereen die het nieuws een beetje volgt en die daarbij logisch nadenkt, zou tot exact hetzelfde besluit moeten komen. Of vergis ik me?


(J.B., 15 januari 2021)






           


14-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kan men de vaccins vertrouwen? Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw


     Corona en de heilige zaak:

Intermezzo:

Herhaling:

Kan men de vaccins vertrouwen?

Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw:


http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/226260.pdf        



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 16: Vaccineren om te vaccineren

Corona en de heilige zaak:

Deel 16: Vaccineren om te vaccineren

De waarde van de wetenschap kan niet gemeten worden met dezelfde maatstaven die binnen de wetenschap zelf van kracht zijn. Wetenschappelijke maatstaven zijn met andere woorden niet van toepassing ter beoordeling van de waarde van de wetenschap. Verder hoeft men ook geen wetenschappelijke kennis te bezitten teneinde aanspraak te kunnen maken op het recht om kritiek te leveren op de wetenschap. Het ziet er veeleer naar uit dat een beoordeling van de waarde van de wetenschap niet de taak is van wetenschapslui als zodanig. En waar deze waarheden veronachtzaamd worden, dreigt wetenschap blinde dictatuur te worden en andere gebieden alsook de eigen activiteit te vernietigen.

De waarde van wetenschap kan pas uitgedrukt worden in termen van haar ultiem nut voor ons, mensen, en bij uitbreiding de ganse noösfeer. Kennis op zich of kennis omwille van de kennis is een louter spel en derhalve een monster omdat de toepasbaarheid van kennis haar ultieme feedback is. Ook de zogenaamd louter theoretische kennis ontspoort als zij niet uiteindelijk in functie van haar toepasbaarheid beoefend wordt. Zelfs en bij uitstek de wijsbegeerte is er voor ons.

Kennis is derhalve noodzakelijk met kunde verbonden en des te meer voor de geneeskunde geldt dat haar waarde moet gemeten worden aan haar vermogen om de (menselijke) gezondheid te herstellen of te handhaven. Het kritiekloos toestaan dat ongewenste medicinale werkingen als 'bijwerkingen' worden omschreven, verdonkeremaant de al dan niet bewuste poging om uit het niet bedoeld zijn van een zeker kwaad te kunnen besluiten tot de objectieve afwezigheid ervan. (1) Een arts die de hoofdpijn van zijn patiënt bestrijdt met een pil die als zogenaamde bijwerking spierkrampen veroorzaakt, handelt zoals een garagist die het defecte voorwiel van mijn wagen vervangt met zijn afgevezen intact achterwiel. En de aura die de medicijnman omgeeft moet er dan maar voor zorgen dat de zieke dankbaar beaamt dat zijn hoofdpijn weg is terwijl hij over die krampen zwijgt. Tenslotte blijft het onzeker of die krampen met dat medicijn te maken hebben en de kaart van dit voordeel van de twijfel kan dan ook makkelijk worden uitgespeeld door degene die het immers kan 'weten'.

De miskenning van de plicht van het theoretische weten om zich te onderwerpen aan het oordeel van de mensen in wiens dienst dit weten staat, verbergt zich in allerlei uitvluchten van de in dit voorbeeld beschreven aard om tenslotte niet te moeten toegeven dat al te vaak uiteindelijk de nadelen van een behandeling de baten opheffen. Tevens garandeert de natuurlijke afkeer voor pijn het krediet ten aanzien van de wetenschap met haar belofte-karakter: het wordt de arts vergeven dat hij vooralsnog weinig kan doen omdat men graag gelooft dat het in de toekomst in dat opzicht alleen maar kan verbeteren.

Het beschreven euvel is eigen aan de fundamenten zelf van onze tijd en het was de onlangs overleden Duits-Belgische filosoof Rudolf Boehm die daarover intussen zevenenveertig jaar geleden zijn Kritik der Grundlagen des Zeitalters (2) publiceerde. Bij uitstek de geneeskunde is een wetenschap die zich principieel niet bezondigt aan het weten ter wille van het weten zelf maar bij haar toepassingen komt zij (alvast in onze contreien) in het vaarwater van een kapitalistische economie die wél lijdt aan het euvel van de middeldoelomkering: onze economie produceert om te produceren, zij groeit om te groeien en deed zij dat niet, dan zou zij kapseizen, wat zij vandaag ook doet omdat een onvoorziene crisis een rem zet op haar groei. De rode economie – de planeconomie – blijkt hiertegen veel beter bestand. (3)

Zo ook moet men zich ervoor hoeden de feiten niet ondergeschikt te maken aan de wetenschappelijke wetten zoals men doet waar men in zijn religieuze arrogantie zelfverzekerd en heldhaftig wetenschappelijke bevindingen van tafel veegt met Bijbelse citaten. Een vaccin werkt niet omdat de wetenschap voorschrijft dat het moet werken: het werkt als het de afweer stimuleert precies zoals eender welk medicijn werkt als het ons van een ziekte af helpt. De economie wil dat vaccins die massaal worden geproduceerd ook worden verkocht en daartoe moeten ze eerst werken, willen of niet, en dit is het verhaal van de mondmaskers dat zich herhaalt.

(J.B., 14 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) 220616.pdf (bloggen.be)

(2) Rudolf Boehm, Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973). Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres:

https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm

(3) Zie:

https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3208966



13-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.George Orwell, Aldous Huxley : "1984" ou "Le meilleur des mondes" ? | ARTE

George Orwell, Aldous Huxley : "1984" ou "Le meilleur des mondes" ? | ARTE




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 15: Geplande genocide



Corona en de heilige zaak:

Deel 15: Geplande genocide

Het is bijzonder moeilijk te concipiëren precies omdat het zo oneindig cynisch is, maar alles wijst erop dat het hele coronagebeuren op touw gezet wordt om tachtig percent van de wereldbevolking te liquideren: dat is de conclusie van de Belgische filosoof Michel Weber in zijn nieuwste boek, getiteld: COVID-1984 ou La vérité (politique) du mensonge sanitaire: un fascisme numérique.

De Club van Rome, een club van grootindustriëlen en bankiers, gesticht in 1968, heeft toentertijd een rapport uitgebracht waarin alarm geslagen wordt over wat er 'in de komende decennia' zit aan te komen (en wat dus vandaag een feit wordt), namelijk: de uitputting van de grondstoffen, het ten einde lopen van de voorraden aan ertsen en aan energie van de aarde. Wat de malthusianisten al enkele eeuwen uitschreeuwen, met name dat er straks meer mensen zijn dan dat er gevoed kunnen worden, herhaalden zij enigszins aangepast: de grondstoffen raken uitgeput en zullen zeer binnenkort onvoldoende blijken om de huidige wereldbevolking van acht miljard mensen nog langer in stand te houden. Nu is het zo, aldus Weber, dat de wereld draait op 20 percent van de mensen; de overige 80 percent zijn in economisch opzicht 'ballast', zij worden in leven gehouden en brengen hun tijd door met brood en spelen, met vermaak. Maar de huidige machthebbers zijn psychopaten: zij hebben geen gezag meer bij het volk omdat zij helemaal geen verantwoordelijkheidszin aan de dag leggen en zij denken nog louter in economische termen, in termen van winst en eigenbelang, overeenkomstig de ideologie van het neoliberalisme dat in feite failliet is maar dat zichzelf alsnog wil handhaven: de potentaten blijven zich vastklampen aan hun macht en om die macht te behouden, blijken zij tot alles in staat.

En dan maakt Michel Weber een vergelijking om te illustreren hoe het ondenkbare uiteindelijk gebeurt. In de nacht van 14 op 15 april 1912 botst de Titanic tegen een ijsberg en zal binnen de paar minuten zinken maar er zijn niet genoeg reddingssloepen voorhanden voor iedereen. De beheerders van het schip nemen daarop het bijzonder cynische en egoïstische besluit om de poorten waarachter zich de mensen van tweede en derde klas bevinden, te sluiten.

De mondiale situatie van vandaag is die van een zinkend schip en reeds werd beslist om de massa van de 'nuttelozen' te liquideren.

Het is de rationaliteit van het nazisme, de logica en de psychopathie van de potentaten, de machtsuitoefening van de onverantwoordelijken en de omkering van alle waarden: wie economisch onbruikbaar zijn, mogen niet langer in leven blijven want het geld is god geworden.

Alles wijst er nu op dat het er de huidige machthebbers om doen is, dit snode plan uit te voeren: corona is een politieke crisis, geen gezondheidscrisis, aldus Weber: het politiek-economische systeem heeft afgedaan. Er is wereldwijd een politiek van vrijheidsberoving aan de gang maar vreemd genoeg reageert quasi niemand. De totalitaire extreemrechtse staat bemoeit zich met alles en berooft elk individu van zijn eigenheid door alles wat privé is, uit te schakelen en op dat vlak volgt zij het voorbeeld van de religie in vroeger tijden. Ook het denken wordt aan banden gelegd, op een manier zoals door George Orwell beschreven. De mensen worden verlamd met angst en gemanipuleerd zoals in de concentratiekampen. Mensen worden omgeturnd tot klonen. De manipulatie van de massa gebeurt mechanisch en gevoelloos, alsof het niet om mensen ging, wat de psychopathie van de potentaten verraadt. Het sociale weefsel wordt bewust vernietigd. De gezondheidscrisis werd geschapen om een heel andere crisis te maskeren. Geplande genocide.

(J.B., 13 januari 2021)

In de bijgaande video, een (hierboven kort samengevat) interview door Alexandre Penasse met de Belgische filosoof Michel Weber over de inhoud van zijn boek:






           

           



11-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 14: Het tijdperk van de leugen


Corona en de heilige zaak:

Deel 14: Het tijdperk van de leugen


Er is een tijd geweest dat het er nog min of meer eerlijk aan toe ging of althans vergeleken bij de huidige tijd en dan toch in zekere gebieden. Mensen werden opgeleid door bekwame leerkrachten en professoren, zij moesten vele examens afleggen en zware schiftingsproeven doorstaan om uiteindelijk toegelaten te worden tot zekere beroepen. Het waren de harde werkers van op school die men later ook ontmoette in de hoogste functies terwijl wie zich niet de moeite hadden getroost om de beide landstalen onder de knie te krijgen of om zonder dt-fouten te gaan schrijven, afvielen.

Vandaag is dat wel eventjes anders en vindt men de gemakzuchtigen uit de schooltijd moeiteloos terug in de allerhoogste regionen, meestal dankzij relaties die met scholing, vakkundigheid of morele sterkte helemaal niets te maken hebben maar vermoedelijk met heel andere en daaraan tegengestelde eigenschappen, terwijl bekwame mensen die het harde labeur niet schuwen, een carrière lang voor de kar worden gespannen van uitgerekend deze van allerlei leugens genietende lieden; vaak komen wie bekwaam zijn al helemaal niet aan de bak ingevolge het ellebogenwerk van wie het niet zo nauw nemen met wetten en morele normen. Het verwerven van een diploma, ooit het hooggewaardeerde bewijs van werkkracht, kennis en kunde, wordt de loef afgestoken door uitvindsels zoals 'sociale intelligentie', 'emotionele intelligentie', 'ervaringsdeskundigheid' en 'expertise', welke vrij spel geven aan nitwits, bedriegers en dieven voor wie men, als dat allemaal niet helpt, de joker der gelijke kansen zal op tafel gooien.

Een werkzoekende kennis van mij die psychologie studeerde aan de universiteit vertelde onlangs dat hij telefonisch aangezocht werd door een dame uit het HRM van de werkgelegenheidsdienst om Nederlandse les te geven.

Of de voorraad aan germanisten dan uitgeput was?

Welnee, net zoals de psychologen staan zij bij bosjes aan te schuiven bij het stempellokaal!

Waar vandaan dan de keuze voor een psycholoog?

Omdat ik denk, zo antwoordde de verantwoordelijke voor de rekrutering, dat u bekwaam bent voor de job.

Kent u mij dan, mevrouw? Hebben wij elkaar ooit ontmoet?

Ook niet.

Maken wij onze universitaire scholing dan niet ronduit belachelijk als wij toestaan dat mensen die gespreid over vier of vijf jaren van intensieve universitaire studie en die door meer dan honderd vakkundige professoren gekwalificeerd in evenveel examenvakken, de job waarvoor zij opgeleid werden en ook goedgekeurd, moeten afstaan aan een ander die niet de vereiste opleiding genoot maar die daartoe werd uitgenodigd door een bij de werkgelegenheidsinstanties politiek benoemde ambtenaar die oordeelt, geheel 'out of the blue', dat een willekeurig door haar aangezocht persoon bekwaam is?

Uiteraard moest deze ambtenaar met onmiddellijke ingang worden geschorst maar het tegendeel gebeurt en dergelijke lieden misbruiken eens te meer hun politieke macht om wie naar hun zin al teveel vragen stellen, nog een peer te stoven.

Een andere kennis van me verloor zijn job nadat hij weigerde om in een instelling voor middelbaar onderwijs in een besloten lerarenvergadering in te stemmen met het dringende advies vanwege de directie om leerlingen die niet voldoen aan de gestelde eisen, niet langer te diskwalificeren op examens en wel met het motief "dat elke leerling anderhalf lesuur waard is": als zij zakken, lopen zij immers over naar een andere school, zo werd verduidelijkt; onze job staat op het spel!

Gisteren nog vertelde mij een vriendin hoe zij onlangs vruchteloos telefonisch informeerde bij een ministerie; zij wilde uitleg over een door dat ministerie getroffen schikking maar na een paar uur van doorverbindingen en muziekjes, kwam zij weer uit bij de eerste ambtenaar die haar, naar zijn eigen zeggen "tot zijn spijt" (!), het antwoord schuldig blijven moest: dat zijn dan die medeleerlingen van toentertijd op school, zo deed zij haar beklag, die hun huiswerk afschreven, die hun les niet hoefden te leren maar die niettemin hun getuigschrift behaalden en die nu dankzij een of andere 'piston' hoog en droog gesetteld zijn, ergens in een building in de hoofdstad.

Maar het toppunt is dat men dan met de grootste verwondering toekijkt hoe ongeletterde, immorele maar steenrijke 'zakenlui' het op een goeie dag schoppen tot president van de machtigste natie ter wereld. Of erger nog: hoe zij hun ambtstermijn vol kunnen maken zonder dat iemand ooit heeft opgemerkt dat zij helemaal niet blijken te weten waar Irak ligt, wat de Franse Revolutie voor een ding is of dat de zwarten in Amerika afstammen van de miljoenen Afrikaanse slaven die daar eeuwen aan een stuk met zeilschepen werden geïmporteerd om zich dood te werken op plantages. En als zo'n wereldleider op de koop toe waanzinnig blijkt, geraakt hij maar niet afgezet omdat zowat de helft van het volk argumenten vindt om te oordelen dat ook de tegenpartij een clubje is van hoogbejaarde opgesmukte miljardairs-paljassen.

Gewis, de waarschuwingen van Oswald Spengler, Johan Huizinga en vele andere auteurs van honderd jaar geleden, blijven brandend actueel en als dit tijdperk inderdaad zo sterk gelijkt op de periode die voorafging aan de Tweede Wereldoorlog, is optimisme ook vandaag niet slechts misplaatst maar vooral ontiegelijk gevaarlijk. Zonde ware het indien wij in dit tijdperk van de leugen hieromtrent onszelf andermaal zouden beliegen maar vooral ware het liegen ons dit keer ook fataal.

(J.B., 11 januari 2021)



09-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 13: “Het geestelijk lijden van onzen tijd” (aflevering 2)


Corona en de heilige zaak:

Deel 13: “Het geestelijk lijden van onzen tijd” (aflevering 2)

Vervolgens bezint Huizinga zich over het problematische van de vooruitgang en laten wij hem hier zelf aan het woord [de boektekst werd hier sterk ingekort]: "Vooruitgang immers duidt op zichzelf enkel een richting aan, en laat in het midden, of aan het eindpunt van dien gang heil of verderf staat. Wij vergeten doorgaans, dat enkel het oppervlakkig optimisme onzer vaderen uit de achttiende en negentiende eeuw aan dat louter geometrische begrip ‘vooruit' de verzekering van het bigger and better heeft verbonden. De verwachting, dat elke nieuwe vinding of perfectie van de gegeven middelen de belofte moet inhouden van hooger waarde of meer geluk, is een uiterst naïef denkbeeld, erfstuk uit die bekoorlijke eeuw van intellectueel, moreel en sentimenteel optimisme, de achttiende. Het is volstrekt niet paradoxaal, te beweren, dat een cultuur aan een zeer wezenlijken en onbetwijfelbaren vooruitgang zeer wel te gronde kan gaan. Vooruitgang is een hachelijk ding en een dubbelzinnig begrip. Het kan immers zijn, dat er ietwat verder op het pad een brug is ingestort of een aardspleet ontstaan." (14) Vooruitgang is er ontegenzeggelijk wel in de wetenschappen (15) maar het is helemaal niet evident dat dit ook maatschappelijke vooruitgang en een steeds groter geluk zou betekenen. Is de wereld wijzer geworden? "Wij weten beter. Dwaasheid in al haar gedaanten, de beuzelachtige en belachelijke, de booze en verderfelijke, heeft nooit zulke orgieen over de wereld gevierd als heden ten dage." (16) "In een maatschappij met algemeen volksonderwijs, algemeene en onmiddellijke publiciteit van het dagelijksch gebeuren, en ver doorgevoerde arbeidsverdeeling, geraakt de gemiddelde mensch minder en minder aangewezen op eigen denken en eigen uitdrukking." (17) "De moderne organisatie van kennisverspreiding leidt maar al te zeer tot verlies van de heilzame uitwerking van zoodanige geestelijke beperkingen. (...) Enkel een drift tot eigen cultuur, op welk gebied ook en met welke voorkennis of middelen nagejaagd, kan hem boven dit niveau verheffen." (18) "De opdringing en weerlooze aanvaarding van kennis en oordeel beperkt zich niet tot het intellectueele gebied in engeren zin. (...) Daarbij komt nog een ander bedenkelijk en onontkoombaar feit. In oudere en engere gemeenschapsvormen schept en bedrijft het volk zelf zijn vermaak: in zang, dans, spel en athletiek. Men zingt, danst, speelt samen. In de moderne cultuur heeft zich dit alles voor het overgroote deel verschoven tot een: men laat voor zich zingen, dansen, spelen. (...) het passieve element neemt voortdurend toe in vergelijking met het actieve. Zelfs ten opzichte van de sport, dien machtigen modernen cultuurfactor, is het steeds meer geworden de massa, die voor zich laat spelen. (...) In dit alles ligt een zekere ontzieling en verzwakking van cultuur. Dit geldt van de filmkunst in het bijzonder (...) De kunst van het toeschouwen wordt omgeschakeld tot een vaardigheid in snel waarnemen en begrijpen van voortdurend wisselende visueele beelden. De jeugd heeft dien cinematischen blik verworven in een graad, die den oudere verbaast. Met dat al beteekent deze veranderde geestelijke ‘Einstellung’ een buiten werking treden van heele reeksen van intellectueele functies. (...) wat tot verzwakking van het oordeelsvermogen moet bijdragen. (...) De inkeer en de wijding ontbreken. Inkeer nu tot het diepste in hem zelf en wijding van het oogenblik zijn dingen, die de mensch om cultuur te bezitten volstrekt noodig heeft. De gereede visueele suggestibiliteit is het punt, waarop de reclame den modernen mensch aangrijpt en hem in zijn zwak van verminderde oordeelskracht tast. (...) 'Nog moeilijker te omschrijven is de werking der politieke reclame. (...) Zeker is, dat de reclame, in al haar vormen, speculeert op een verzwakt oordeel, en door haar buitensporige uitbreiding en nadrukkelijkheid de verzwakking zelf in de hand werkt. Onze tijd staat derhalve voor het benauwende feit, dat twee groote cultuurwinsten, waarop men bij uitstek prat ging: het algemeen onderwijs en de moderne publiciteit, in plaats van regelrecht tot verhooging van het peil der cultuur te leiden, integendeel in hun doorwerking zekere verschijnselen van ontaarding en verzwakking met zich brengen. (...) Onderwijs maakt onder-wijs. Het is een afschuwelijke woordspeling, maar zij bevat helaas diepen zin. Zal de samenleving aan dit proces van geestelijke vervlakking hopeloos overgeleverd blijven? Zal het nog steeds verder gaan? Of komt er een punt, waar bij volledige doorwerking het euvel zichzelf opheft? (...)" (19)

(Wordt vervolgd)

(J.B., 9 januari 2021)

Verwijzingen:

(14) Ib., pp. 38-42.

(15) Ib., pp. 43-54.

(16) Ib., pp. 55-57.

(17) Ib., pp. 57-58.

(18) Ib., pag. 59.

(19) Ib., pp. 60-65.

                                         



08-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 13: "Het geestelijk lijden van onzen tijd"


Corona en de heilige zaak:

Deel 13: "Het geestelijk lijden van onzen tijd"

           

"Wij leven in een bezeten wereld. En wij weten het. Het zou voor niemand onverwacht komen, als de waanzin eensklaps uitbrak in een razernij, waaruit deze arme Europeesche menschheid achterbleef in verstomping en verdwazing, de motoren nog draaiende en de vlaggen nog wapperende, maar de geest geweken." (1) Dit is de openingszin uit een in 1935 verschenen boek van de Nederlandse historicus Johan Huizinga, getiteld: In de schaduwen van morgen. Een diagnose van het geestelijk lijden van onzen tijd. Wat verderop lezen wij: "De feiten overstelpen ons. Wij zien voor oogen, hoe bijna alle dingen, die eenmaal vast en heilig schenen, wankel zijn geworden: waarheid en menschelijkheid, rede en recht. Wij zien staatsvormen, die niet meer functioneeren, productiestelsels, die op bezwijken staan. Wij zien maatschappelijke krachten, die in het dolzinnige doorwerken. De dreunende machine van dezen geweldigen tijd schijnt op het punt om vast te loopen." (2)

Er zijn wel degelijk gelijkenissen tussen de crisis van de jaren dertig van de voorgaande eeuw en de huidige tijd. Het boek van Huizinga situeert zich middenin dezelfde crisis die ook Spengler tot cultuurpessimisme dreef en zij delen het wantrouwen in het vooruitgangsgeloof terwijl Huizinga elk optimisme aan onwetendheid wijdt: "Thans is het besef van midden in een hevige en met ondergang dreigende cultuurcrisis te leven tot in breede lagen doorgedrongen. Spengler’s Untergang des Abendlandes is voor talloozen in de geheele wereld het alarmsein geweest. Dit beteekent niet, dat al de lezers van het beroemde boek zich tot de daar geboden inzichten hebben bekeerd. Maar het heeft hen vertrouwd gemaakt met de gedachte aan mogelijkheid van daling der huidige cultuur, waar zij te voren nog bevangen waren in een onberedeneerd vooruitgangsgeloof. Een ongeschokt cultuuroptimisme is voorloopig enkel meer weggelegd voor hen, die of door gebrek aan inzicht niet kunnen beseffen, wat er aan de cultuur ontbreekt, dus zelf door het vervalsproces zijn aangetast, of voor hen, die in hun maatschappelijke of politieke heilsleer de komende beschaving reeds in den zak meenen te hebben, om haar aanstonds over de misdeelde menschheid uit te schudden." (3)

Het gaat Huizinga niet alleen om de economische crisis van die tijd want die is een teken van een cultuurcrisis: "Al is er geen terug, het verleden kan toch leering behelzen, ons ter oriënteering dienen. Zijn er historische gevallen aan te wijzen, waarin de beschaving van een volk, een rijk, een werelddeel, door even zware weeën ging als onze tijd?" (4)

De economische crisis van de jaren dertig was tevens een cultuurcrisis en hij is uitgemond in de tweede wereldoorlog. Het gaat om kenteringen die ook nu weer op til zijn en die zich in alle sectoren laten voelen. Huizinga bekijkt de geschiedenis. Ook vroeger hebben schokkende gebeurtenissen plaatsgehad, zo stelt hij, maar de huidige zijn van een heel andere orde: "Zie eerst naar 1500. De veranderingen zijn geweldig: de aarde ontdekt, de wereldbouw ontraadseld, de Kerk gespleten, de drukpers in werking om het woord in oneindig gestegen veelvuldigheid voort te telen, de middelen tot den krijg versterkt, credietwezen en geldverkeer uitbundig groeiende, het Grieksch hervonden, de oude bouwkunst versmaad, de kunst ontplooid in titanische kracht. Zie vervolgens naar 1789—'1815. Opnieuw klinkt ’s werelds gebeuren met het geluid van den donder. (...) In beide tijdperken schijnt op den eersten blik de seismograaf der historie even heftig bewogen als thans. (...) Peilt men echter dieper, dan blijkt toch spoedig, dat zoowel in het tijdperk van renaissance en hervorming als in dat van revolutie en Napoleon de grondslagen der samenleving minder zijn geschokt dan thans het geval is. En vooral: in de beide oudere kritieke tijdperken blijven hoop en idealen de algemeene cultuurstemming sterker domineeren dan thans het geval schijnt. (...) De grondslagen der samenleving, zeiden wij, omstreeks 1500 en omstreeks 1800, minder geschokt dan thans." (5)

Huizinga verwijst dan naar het opkomende atheïsme, naar de Eerste Wereldoorlog, naar de klassenstrijd, naar de beurscrash en naar de totale instorting van de economie en deze ontwrichting treft ook de kunst en het geestesleven: stevenen wij net zoals de Romeinen af op de barbarij? (6) Huizinga: "Wij weten het ten stelligste: willen wij cultuur behouden, dan moeten wij voortgaan met cultuur te scheppen." (7)

Cultuur heeft te maken met een evenwicht tussen geestelijke en stoffelijke goederen maar is vooreerst een zaak van ethiek, zo zegt Huizinga. Vervolgens richt cultuur zich op een gemeenschappelijk ideaal of heil. Maar vooral is cultuur het beheersen van natuur (8): "[De mens] heeft zich een stuk natuur dienstbaar gemaakt. Hij beheerscht de natuur, de vijandige en de schenkende. Hij heeft gereedschap verworven, hij is homo faber geworden. Hij gebruikt die krachten tot verwerven, van een levensbehoefte, tot vervaardigen, van een werktuig, tot beschutten, van zich en de zijnen, tot vernietigen, van jachtdier, roofdier of vijand. Voortaan verandert hij den loop van het natuurleven, want al de gevolgen, met zijn werktuig teweeggebracht, zouden zonder die macht niet zijn ingetreden." (9) Toch kan men bij dieren niet spreken over cultuur, want er is nog iets nodig en dat is het vrije plichtsbesef en de dienstbaarheid. Immers, "de ontworteling van het dienstbegrip in den volksgeest is de meest verwoestende actie van het oppervlakkig rationalisme der achttiende eeuw geweest." (10) "Dan volgt nu de vraag: zijn in het tijdperk dat wij beleven de grondvoorwaarden van cultuur vervuld?" (11)

Huizinga stelt vast dat er wel beheersing is van de stoffelijke natuur maar niet van de menselijke. Bovendien ontbreekt ook het gemeenschappelijke streven: elkeen streeft slechts het eigen heil na. Alleen welstand, macht en veiligheid worden gemeenschappelijk nagestreefd: "(...) voortvloeiend uit het natuurinstinct, onveredeld door den geest.Reeds de holbewoner kende deze idealen." (12) Er is een overproductie van zaken die eigenlijk niemand wenst te hebben, die overbodig zijn, en dit terwijl er nood is en werkloosheid; kunst wordt commercieel en ook het gezinsleven is ontwricht. (13) De cultuur is met andere woorden inderdaad in verval.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 8 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Johan Huizinga, In de schaduwen van morgen. Een diagnose van het geestelijk lijden van onzen tijd. Vijfde druk 1936, H.D. Tjeen Willink & zoon n.v., Haarlem, pag. 1.

Het boek van Huizinga is als PDF beschikbaar op de volgende site:

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB06:000000098:pdf 

(2) Ib., pag. 1-2.

(3) Ib., pp. 4-5.

(4) Ib., pag. 13.

(5) Ib., pp. 15-16

(6) Ib., pp. 17-21.

(7) Ib., pag. 24.

(8) Ib., pp. 25-30.

(9) Ib., pp. 30-31.

(11) Ib., pag. 33.

(12) Ib., pp. 35-36.

(13) Ib., pag. 37.              

          

                       



07-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 12: De ondergang van het avondland - Aflevering 3: Onze beschaving is een stokoude man


Corona en de heilige zaak:

Deel 12: De ondergang van het avondland

– Aflevering 3: Onze beschaving is een stokoude man


De symbolen konden bijna niet treffender zijn: de Amerikaanse president Donald Trump en zijn aanhang als vertolkers van het voorspel van de ergst denkbare tragedie die een democratie kan overkomen en de hoogbejaarde president, Joe Biden, die de positie van onze ganse westerse beschaving weerspiegelt die op haar laatste benen loopt.

De Westerse cultuur is dood en wij bevinden ons in de fase van de beschaving die in feite het stoffelijke overschot is van de cultuur. Oswald Spengler schrijft dat de ondergang van het avondland en het beschavingsprobleem een en dezelfde zaak zijn: de beschaving is het onafwendbare noodlot van ongeacht welke cultuur; het is het Gewordene (dat wat geweest is, wat geschiedenis is, wat verstard is, wat al dood is) dat op het Worden zelf (het leven, dat wat zich aan het ontwikkelen is of de cultuur) volgt; het onherroepelijke einde. (1)

Spengler vergelijkt onze beschaving met de Romeinse, die op de Griekse cultuur volgt en die er het einde van is. De Romeinen waren immers barbaren: brutaal, zielloos, zonder filosofie of kunst. De Griekse cultuur had een ziel, de Romeinse beschaving was nog louter intellect. En dat geldt ook voor alle andere beschavingen. (2)

Met de verstedelijking verdort de 'Heimat', het volk dat met de aarde vergroeid was, wordt vervangen door een nomade, een parasiet, een kosmopoliet, een stadsmens, een massamens die zakelijk is, intelligent, ongelovig en onvruchtbaar. Het geld regeert, de wereld wordt een speelterrein voor miljonairs en de nieuwe mens heeft geen toekomst meer en wil alleen nog brood en spelen. (3)

De stenen kolos die de wereldstad is, symboliseert het einde van elke grote cultuur. De mens wordt door zijn eigen schepping, de stad, in bezit genomen, bezeten, eraan geofferd. De demonische stenen massa symboliseert de dood zelf. (4)

De stad heeft met geld te maken, het platteland met de geest; economie en wetenschap staan diametraal tegenover elkaar: het ene zoekt geldgewin, het andere begrip. (5) En de almacht van het geld ondergraaft de geest en zo ook de democratie. Alles komt in het teken van het geld te staan. (6)

(J.B., 7 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Oswald Spengler, Der Untergang des Abendlandes. Umrisse einder Morphologie der Weltgeschichte, Verlag C.H. Beck, München, Nachdruck 1973, p. 43v.: "Der Untergang des Abendlandes, so betrachtet, bedeutet nichts Geringeres als das Problem der Zivilisation. (…) Die Zivilisation ist das unausweichliche Schicksal einer Kultur. (...) Zivilisationen sind die äußersten und künstlichsten Zustände, deren eine höhere Art von Menschen fähig ist. Sie sind ein Abschluß; sie folgen dem Werden als das Gewordene, dem Leben als der Tod, der Entwicklung als die Starrheit, dem Lande und der seelischen Kindheit, wie sie Dorik und Gotik zeigen, als das geistige Greisentum und die steinerne, versteinernde Weltstadt. Sie sind ein Ende, unwiderruflich, aber sie sind mit innerster Notwendigkeit immer wieder erreicht worden."

(2) Ib. pag. 44: "Damit erst wird man den Römer als den Nachfolger des Hellenen verstehen. (...) Denn was hat es zu bedeuten (...) daß die Römer Barbaren gewesen sind, Barbaren, die einem großen Aufschwung nicht vorangehen, sondern ihn beschließen? Seelenlos, unphilosophisch, ohne Kunst, rassehaft bis zum Brutalen, rücksichtslos auf reale Erfolge haltend, stehen sie zwischen der hellenischen Kultur und dem Nichts. (...) Griechische Seele und römischer Intellekt – das ist es. So unterscheiden sich Kultur und Zivilisation. (...) Die reine Zivilisation als historischer Vorgang besteht in einem stufenweisen Abbau anorganisch gewordener, erstorbener Formen."

(3) Ib., pag. ...: "(...) Statt einer Welt eine Stadt, ein Punkt, in dem sich das ganze Leben weiter Länder sammelt, während der Rest verdorrt; statt eines formvollen, mit der Erde verwachsenen Volkes ein neuer Nomade, ein Parasit, der Großstadtbewohner, der reine, traditionslose, in formlos fluktuierender Masse auftretende Tatsachenmensch, irreligiös, intelligent, unfruchtbar, mit einer tiefen Abneigung gegen das Bauerntum (und dessen höchste Form, den Landadel), also ein ungeheurer Schritt zum Anorganischen, zum Ende – was bedeutet das? (...) Die Weltstadt bedeutet den Kosmopolitismus an Stelle der »Heimat« (...) Das Geld als anorganische, abstrakte Größe, von allen Beziehungen zum Sinn des fruchtbaren Bodens, zu den Werten einer ursprünglichen Lebenshaltung gelöst – das haben die Römer vor den Griechen voraus. Von hier an ist eine vornehme Weltanschauung auch eine Geldfrage. (...) eine Sache für Millionäre. Zur Weltstadt gehört nicht ein Volk, sondern eine Masse. Ihr Unverständnis für alles Überlieferte, in dem man die Kultur bekämpft (...) ihre der bäuerlichen Klugheit überlegene scharfe und kühle Intelligenz, (...) das panem et circenses, das heute wieder in der Verkleidung von Lohnkampf und Sportplatz erscheint – alles das bezeichnet der endgültig abgeschlossenen Kultur (...), eine ganz neue, späte und zukunftslose, aber unvermeidliche Form menschlicher Existenz."

(4) Ib. pp. 673: "Der Steinkoloß »Weltstadt« steht am Ende des Lebenslaufes einer jeden großen Kultur. Der vom Lande seelisch gestaltete Kulturmensch wird von seiner eigenen Schöpfung, der Stadt, in Besitz genommen, besessen, zu ihrem Geschöpf, ihrem ausführenden Organ, endlich zu ihrem Opfer gemacht. Diese steinerne Masse ist die absolute Stadt. Ihr Bild, wie es sich mit seiner großartigen Schönheit in die Lichtwelt des menschlichen Auges zeichnet, enthält die ganze erhabene Todessymbolik des endgültig »Gewordenen«. Der durchseelte Stein gotischer Bauten ist im Verlauf einer tausendjährigen Stilgeschichte endlich zum entseelten Material dieser dämonischen Steinwüste geworden."

(5) Ib., pp. 989v.: "(...) das Geld und der Geist. Sie verhalten sich beide zu jenen wie die Seele der Stadt zu der des Landes. Eigentum heißt von nun an Reichtum und Weltanschauung Wissen: entheiligtes Schicksal und profane Kausalität. (...) Und endlich stehen Wirtschaft und Wissenschaft selbst sich feindlich gegenüber und wiederholen in dem Kampfe zwischen Geldgewinn und Erkenntnis, zwischen Kontor und Gelehrtenstube (...)."

(6) Ib. pp. 1130v.       



           


06-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Intermezzo: De waarheid over vaccins als heiligschennis en de medische plicht tot wereldwijd bedrog




Corona en de heilige zaak:


Intermezzo: De waarheid over vaccins als heiligschennis en de medische plicht tot wereldwijd bedrog


De eed van Hippocrates bestaat niet meer. Die eed die elke arts moet afleggen, houdt de belofte in nooit iemand kwaad te zullen doen. (1) Maar een heel andere eed blijkt vandaag te worden gezworen: de eed op de medische plicht tot wereldwijd bedrog.


Op haar webstek vraagt de advocate meester Carine Knapen die zich in de context van de rechtsstaat inzet voor de waarheid inzake het coronagebeuren zich af of het stijgende aantal coronagevallen in het UK en ook elders iets te maken kan hebben met de vaccinatiecampagne aldaar, aangezien het tijdstip van de aanvang van de beide gebeurtenissen hetzelfde is. (2)


En kijk: het National Center for Biotechnology Information in Rockville Pike, USA, laat weten via een dringende publicatie dat in een studie over het Covid-19-vaccin werd ontdekt hoe de huidige vaccins mensen ziek maken.


Maar als kers op de taart wordt vervolgens de zaak 'getemperd' met het commentaar dat het betrokken mechanisme te ingewikkeld is om de argwaan van het publiek te kunnen wekken. Het ziek-maken gebeurt "via antilichaamafhankelijke versterking", zo luidt het en dan staat er: "Dit risico wordt voldoende verdoezeld in protocollen voor klinische onderzoeken en toestemmingsformulieren voor lopende covid-19-vaccinonderzoeken dat het onwaarschijnlijk is dat de patiënt dit risico voldoende begrijpt, waardoor werkelijk geïnformeerde toestemming van proefpersonen in deze onderzoeken wordt vermeden." (sic!) Dat deze risico's niet werden medegedeeld aan proefpersonen en nu evenmin worden medegedeeld aan patiënten die zich laten vaccineren, druist uiteraard in tegen alle medische en ethische regels. (3)

Mocht Hippocrates dit weten, hij draaide zich om in zijn graf.


(J.B., Driekoningen 2021)


Verwijzingen:


(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Eed_van_Hippocrates


(2) https://www.carineknapen.info/post/is-er-een-verband-tussen-stijging-besmettingen-en-vaccinatie


(3) Wie hun ogen niet kunnen geloven, kunnen zich er hier van verzekeren dat het allerminst gaat om nepnieuws: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33113270/ .

   





           


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 12: De ondergang van het avondland - aflevering 2


Corona en de heilige zaak:

Deel 12: De ondergang van het avondland

– Aflevering 2

De uitvindingen in de achttiende eeuw die geleid hebben tot de mechanisering van de arbeid en de massaproductie en die aldus de zogenaamde Industriële Revolutie op gang brachten, hebben de mens meer armslag gegeven en hebben hem bevrijd van een aantal beperkingen maar die ontwikkeling heeft ook een keerzijde gehad. Machines zijn dankbare werktuigen die een aanzienlijk deel van onze slavenarbeid overnemen maar dichters en ook andere kunstenaars waarschuwden er alras voor dat onze werktuigen ons boven het hoofd zouden groeien en dat de rollen dreigden om te keren zodat wij de slaven van onze machines worden: de ontlasting van het lichaam blijkt betaald te moeten worden met een extra belasting van de ziel die immers onder de voet wordt gelopen door het gevoelloze intellect dat deze 'hulpmiddelen' heeft uitgedacht en ontwikkeld.

Dit probleem vormt het hoofdthema van Charlie Chaplin's Modern Times dat in première ging in 1936. Dat was ook het jaar dat Oswald Spengler stierf (hij was pas 56) en deze Duitse wis- en natuurkundige en filosoof schreef een intrigerende geschiedenisfilosofie, getiteld Der Untergang des Abendlandes. (1) Het boek dat toentertijd een cultboek was, verdient ook vandaag enige aandacht omdat de historische inzichten die Spengler ontwikkelde van toepassing zijn in het genoemde problematische tijdsgewricht dat alvast in zijn optiek tot op heden voortduurt en waarvan de pijnpunten oplichten in tijden van crisis.

Vooraf moet gezegd worden dat Spenglers filosofie een reactie is op het vooruitgangsgeloof en op de idee dat het verloop van de geschiedenis een doel zou hebben zoals dat wordt beleden in de christelijke wereldvisie maar ook in de opvattingen van de Verlichting en de Renaissance. Culturen, zo zegt Spengler, zijn een soort van superorganismen: zij hebben een levenscyclus van enkele duizenden jaren, zij kennen een opgang en een ondergang, zoals de seizoenen, maar dan sterven zij.

Spengler onderscheidt een achttal grote culturen die allemaal zelfstandige eenheden zijn, of waren. Er zijn de magische culturen: de Babylonische, de Egyptische, de Chinese, de Indische, de cultuur van Maya's en Azteken en de Arabische. Dan zijn er nog de Apollinische culturen, namelijk die van de Oude Grieken en de Romeinen. Tenslotte zijn er nog de Faustiaanse of de moderne Westerse (Europese en Amerikaanse) cultuur. Deze laatste, die onze huidige cultuur betreft, verkeert momenteel in de fase van het verval: de cultuur zelf is in feite al dood en wat rest heet 'beschaving': de beschaving is als het ware het levenloze lichaam van de gestorven cultuur.

Kenmerkend voor onze beschaving of dus voor de eindfase van onze cultuur zijn de megasteden, de gerichtheid op het geld, het imperialisme, de rivaliteit, het caesarisme, de opkomst van het lagere driftleven en de oppervlakkigheid, het wegvallen van wetenschappelijke zekerheden en van principes, het verval van de kunst tot modes en stijlen en de opkomst van het atheïsme.

Vooral Nietzsche en Goethe klinken door in het werk van Spengler die er vooral op wijst dat in de huidige beschaving, de ziel of het gevoelsleven - het élan vital van Henri Bergson - het zwaar te verduren krijgt onder het juk van het intellect, het kille verstand - het rechnende Denken van Martin Heidegger. We zijn nu allemaal burgers maar we zijn niet langer mensen; we hebben nu alles maar we zijn niemand meer; we zijn nu vrij om te denken wat we willen maar we kunnen niet meer denken. Edoch, er is geen oplossing voor die malaise: de tijd immers is onomkeerbaar, het is nu eenmaal het noodlot dat organismen en ook de superorganismen die de culturen zijn, een einde kennen.

Wanneer wij vandaag moeten vaststellen dat het gebeuren rond de wereldwijde pandemie beheerst wordt door de zucht naar geld en dat wetenschappelijke waarheden verzwegen worden en verdraaid uit winstbejag en ten koste van de mensen in wiens dienst zij zouden moeten staan (2), dan kunnen we niet anders dan erkennen dat de macht van het anonieme en geheel onpersoonlijke geld bijzonder problematisch is in deze beschaving en Spengler wijdt er dan ook een hoofdstuk aan in het tweede deel van zijn werk.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 6 januari 2021)

Verwijzingen:

(1) Spengler schrijft in zijn woord vooraf dat hij de eerste versie van het boek al voor de oorlog maakte terwijl de twee delen verschenen in respectievelijk 1918 en 1923.

(2) Zie: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3247888

                       


04-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 12: De ondergang van het avondland - Aflevering 1

Corona en de heilige zaak:


Deel 12: De ondergang van het avondland (1)

– Aflevering 1

Als tot voor kort een derde van het voedsel weggegooid werd en als dit nu ingevolge de coronacrisis niet langer het geval is, dan gaat ook de verkoop van het voedsel met een derde achteruit. Maar als de verkoop achteruit gaat, is er overproductie en moet de productie worden teruggeschroefd - met een derde - waardoor ook een derde van de jobs welke te maken hebben met de voedselproductie, het transport, de verdeling, de controle en zo meer gedoemd zijn om te sneuvelen. Een derde van de werknemers die in de voedselketen aan de slag zijn, worden werkloos. Het inkomen van wie werkloos worden, krimpt fors met het gevolg dat werklozen minder kunnen consumeren: minder voedsel maar vanzelfsprekend ook minder andere zaken. Opnieuw volgt daaruit een overproductie: er moet minder geproduceerd worden waardoor weer meer mensen werkloos worden: ziedaar de vicieuze cirkel die binnen de kortste keren de hele economie tot stilstand kan brengen.


In zijn Geschiedenis van de waanzin beschrijft Michel Foucault hoe in de voorgaande eeuwen na het wegebben van de cholera in Europa de opvangtehuizen voor de zieken een nieuwe bestemming kregen toegewezen: bij de opkomst van de industriële revolutie had de massaproductie ook en vooral massa's werklozen gemaakt en die werden dan als landlopers gebrandmerkt, opgepakt en in die (in West-Europa meer driehonderd) tehuizen opgesloten. Ze werden vervolgens verplicht om te werken voor kost en inwoon, wat neerkomt op onbetaalde dwangarbeid, en hun producten waren uiteraard goedkoper dan dezelfde waren die door betaalde arbeiders in fabrieken werden voortgebracht, waardoor die fabrieken niet langer konden concurreren met de gestichten en failliet gingen zodat opnieuw meer mensen werkloos werden, die dan weer als landlopers opgesloten werden in tehuizen waar zij onbezoldigd dwangarbeid verrichtten en die vicieuze cirkel ondermijnde op den duur de hele economie. In het huidige tijdperk gebeurt iets gelijkaardigs: vierde wereldburgers worden tegen belachelijke lonen aan het werk gezet, de legale arbeid kan die concurrentie niet meer aan en faillissementen van legale bedrijven zijn het gevolg. De arbeidsmarkt verglijdt naar de onderwereld en politici hebben nergens nog vat op.


Bijna negentig jaar geleden gebeurde iets dergelijks ten tijde van de grote beurscrash in Wall Street, New York. In oktober 1929 kelderden de beurzen en op 29 oktober van dat jaar zakte binnen een periode van amper een paar uur, de waarde van het geld met zo maar eventjes veertig percent. Foto's uit die tijd laten beelden zien van werklozen die in lange rijen aanschuiven om een krant te kopen voor de personeelsadvertenties. Door de werkloosheid devalueerde de munt nog meer, de overproductie zorgde voor een prijzenval, er werd verkocht met verlies en het ene bedrijf na het andere ging failliet, de schuldenlast steeg overal en vooral in de VS was het volk ingevolge de gebrekkige sociale voorzieningen aangewezen op weldadigheid waardoor de godsdienst ging floreren en daardoor ook de irrationaliteit als zodanig. Overal tastte de recessie niet alleen de stoffelijke welvaart aan maar zij hypothekeerde ook de redelijkheid en de vrijheid van het denken.


In die context werden noodverordeningen ingevoerd die net zoals vandaag in feite een grondwettelijke basis misten, waardoor grote ontevredenheid ontstond. In Duitsland speelde die ontevredenheid in de kaart van het irrationele nazisme: in 1933 kwam Hitler aan de macht en de nazi's slaagden erin om het volk met theorieën vol van leugens en verzinsels om de tuin te leiden. Een heuse rassenleer kreeg voet aan wal en demonische plannen werden gesmeed voor het kweken van een supervolk, voor de massale sterilisatie van ongewenste burgers en vervolgens ook voor de schaamteloze uitroeiing op industriële wijze van vermeende 'parasieten' en, niet te vergeten: zondebokken. Want naar het vatten van de vermeende schuldigen voor de economische malaise trachtte de massa om haar woedde daarop te kunnen koelen. Willekeur heerste en er werd terreur gezaaid om het volk in het gareel te houden.


Achteraf heeft men zich erover verbaasd hoe het dan mogelijk was dat een zo bekrompen geest als Adolf Hitler aan de macht kon komen maar hetzelfde gebeurde bijna een eeuw later in de VS opnieuw met Donald Trump: irrationele nationalistische gevoelens verwant aan grootheidswaan gecombineerd met het afschuiven van de schuld op zondebokken ofwel wraakzucht, brengen het ondenkbare op de planken. En uiteraard is er dan geen uitweg meer: dat alles mondt uiteindelijk uit in oorlog.


(J.B., 4 januari 2020)


Verwijzingen:


(1) Der Untergang des Abendlandes (1918-1923) is de titel van een boek van Oswald Spengler.

                       


03-01-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en de heilige zaak - Deel 11: De ontheiliging der wetenschap



           


Corona en de heilige zaak:


Deel 11: De ontheiliging der wetenschap


Warempel, de wetenschappelijke ijver neemt zich een voorbeeld aan de religieuze devotie en deze primitieve na-aperij toont zich in de overname van het model waarmee de godsdiensten altijd al de wereldheerschappij hebben weten te verwerven: eerst wordt geheel 'ex nihilo' maar tevens door gewiekste lieden welke deze activiteit verborgen houden, een probleem gecreëerd en vervolgens komen diezelfde lieden op de proppen met de oplossing, ten gevolge waarvan het volk erom smeekt dat zij zich de leiding over de mensen zouden ter harte nemen - wat deze lieden van bij het begin had geïnspireerd met het oog op absolute machtsuitoefening.


Om de voorbeelden niet al te ver te zoeken: de katholieke leer houdt voor dat wij door eigen zonde leven in een tranendal en niet langer in het paradijs dat onze oorspronkelijke thuis was en hiermee wijst zij op het probleem dat zij met deze fabel zelf geïnduceerd heeft en geschapen: de menselijke zondigheid. Want voor hetzelfde geld vertelt men dat de mens precies zoals de andere dieren en de planten, een tijdelijk en derhalve tot mislukken gedoemd verzet is tegen het noodlot van de levenloosheid die de rest van al het stoffelijke kenmerkt: een verzet zonder toekomst dat de protesterende wezens in kwestie veroordeelt tot een spoedige dood, voorafgegaan door het verval dat wij kennen als de onontkoombare kwetsbaarheid voor ongeluk en ziekte.


Ofschoon elke kritische geest zal opteren voor die laatste theorie als de meest waarschijnlijke, weet een religie haar versie ondanks alle navenante tegenstrijdigheden nochtans bijzonder goed te verkopen en te handhaven en wellicht dankt zij dit succes aan de verborgen verleiding die zij handig heeft verstopt in haar verhaal en die erin bestaat te suggereren dat wij in feite goden zijn of dan toch de troetelkinderen der goden of zelfs hun erfgenamen: wij zijn allerminst ellendelingen want ooit waren wij onsterfelijken naar het evenbeeld van god en uitgerekend deze status kunnen wij herwinnen - en daar kondigt zich dan de probleemoplossing aan: wij kunnen de onsterfelijkheid herwinnen door onze zonde uit te boeten of - als dat niet lukt en het lijkt erop dat dit niet lukken kan - door gehoorzaamheid te schenken aan een verlosser die dat in onze plaats doet. Of aan diegenen die hij als de erven van zijn taak heeft aangesteld - uiteraard de pausen of dus de onfeilbare leiders van de katholieke kerk.


De religie creëert een probleem vanuit het niets om vervolgens met een verleidelijke oplossing te berde te komen welke in feite de onderwerping impliceert: de onderwerping van principieel alle mensen aan de religie in kwestie. Uiteraard onderwerpt men zich dan niet aan 'een religie': men onderwerpt zich aan een persoon, zijnde de allerhoogste of 'god'. Maar omdat men god zien noch horen kan, moet men zich verlaten op zijn profeten, die bijzondere bemiddelaars tussen god en de mensen, die als daartoe uitverkorenen in staat zijn om god wél te zien of dan toch te horen en om zijn geboden te vertalen zodat zij verstaanbaar worden voor de rest van het mensdom.


Zonen gods of profeten sterven echter en indien niet dan worden zij gedood doch wanneer zij uiteraard verrijzen, dan worden zij ten hemel opgenomen, wat hun afwezigheid onder ons verklaren kan, alsook de aanstelling van hun sterfelijke vertegenwoordigers op aarde die aan deze sterfelijkheid een mouw passen middels een systeem van onderlinge opvolging of dus met een ware dynastie: zij gebieden en verbieden voortaan wat het volk behoort te geloven, te belijden, te denken en te doen en dat geldt dan voor alle mensen of dan toch voor hen die wensen te ontsnappen aan het wrede lot van de sterfelijkheid dat als een vloek zal blijven hangen over het leven van alle dieren en planten.


Andermaal: de 'profeet' zelf vindt het probleem uit en hij verleidt het volk ertoe om het voor waar aan te nemen; vervolgens biedt hij een oplossing aan die erin bestaat gehoor aan hem te schenken. En die methode blijkt succesvol: menig mens schuift zichzelf op de voorgrond als profeet, als spreekbuis van de ware god, als vertegenwoordiger van de schepper van hemel en aarde en derhalve als uitgelezen leider van de mensheid die alle respect verdient en aan wie elkeen gehoorzaamheid verschuldigd is. Er ontstaat warempel een heuse strijd, een onderlinge concurrentie van religies die allemaal dezelfde leugen uitbazuinen: dat zij het zijn die door de ware god zijn aangesteld, dat zij het zijn die de ware waarheid in pacht hebben en dat zij de enigen zijn aan wie gehoor geschonken dient te worden. Deze concurrentie onder de ware goden of dan tenminste toch de concurrentie onder wie zich profileren als de profeet van de ene ware god, leidt tot een strijd onder de volgelingen van de vele onderling concurrerende profeten, de gelovigen of dus de mensen. Zij die - uiteraard geheel toevallig - onder de invloed staan van profeet X, vechten op leven en dood met hen die volgelingen zijn van profeet Y en ook met hen die profeet Z volgen en zo geschiedt het dat massa's mensen elkaar naar het leven staan en ook massaal vermoorden, alleen omdat zij toegeven aan de verleiding welke verborgen zit in de probleemstelling van diegenen die op de proppen kwamen met hun leugenachtig vertelsel over de goddelijke oorsprong en bestemming van de mens. Immers, indien deze deugnieten zelf geloof zouden hechten aan onze goddelijke oorsprong en bestemming, hoe zouden zij ons dan kunnen veroordelen tot het bloeddorstige en ellendige lot van onophoudelijke doodslag zonder levensnoodzaak waaraan zelfs de wilde dieren ontsnappen die alleen maar doden om te kunnen eten - er wordt zelfs gezegd dat alle oorlogen in wezen godsdienstoorlogen zijn.


De zaak is echter dat de methode van verleiding waarmee vermeend religieus geïnspireerde potentaten massa's mensen aan zich onderwerpen, bij nader toezien gelijkaardig is aan de methode die ook de 'priesters van de nieuwste godsdienst', zoals zij reeds genoemd worden, hanteren en wij hebben het hier over diegenen die zich wetenschapslui achten. Lang hebben zij de schijn hoog kunnen houden en dit dankzij de handhaving van het beginsel van de universaliteit, met andere woorden: het geloof in de ene, ware wetenschap welke geen rivalen duldt omdat zij zich sowieso steeds bevindt in het strijdperk om de waarheid dat gestalte krijgt in de universiteiten met hun open debatcultuur en hun allerheiligste principe dat luidt dat elke stelling die zich erop beroept waar te zijn, zich tegenover ongeacht welke tegenstrever moet kunnen verdedigen. Een schijn van eenheid en uniekheid en derhalve van onbetwistbare (want, paradoxaal genoeg, 'altijd te betwisten') waarheid die het volk kon begoochelen zolang de waarheden die werden verkondigd, tautologisch of nietszeggend waren zoals de wiskundige stellingen uit de euclidische meetkunde.


Want met een bijzonder welluidend lijkend universum van waarheden begoochelen zij immers wie hun gebied betreden maar die begoocheling gaat uiteraard de mist in van zodra men aan de grondslagen van het systeem als zodanig gaat morrelen en de chaos die dan opwelt uit de krochten van de geesteswereld is met geen machten meer te temmen. Deze tragedie - om die Oud-Griekse term die overloopt van doem maar te gebruiken - komt aan het licht van zodra het louter logische karakter van de vermeende waarheden aan het licht treedt: die van de oude meetkunde met haar stellingen zo schoon als grote symfonieën; die van de algebra, tenminste zolang zij zich niet op glad ijs begeeft en evenzo die van de retorica welke in feite de kunst is van het liegen en die, heel anders dan de parrhesia, het contact met de waarheid en derhalve met de werkelijkheid heeft verloren. Maar zelfs de absolute schoonheid van de muziek moet eraan geloven: de volmaakte harmonie blijkt een verzinsel in het licht van de afschuwelijke realiteit die de kille werkelijkheid van de zogenaamde 'komma van Pythagoras' doet verschijnen en in het spoor van die ontgoocheling verbrokkelt eveneens de eenheid in de wetenschappen die zich niet langer onderscheiden van de primitiefste vormen van religie van zodra bekend wordt hoe wankel ook hun fundamenten zijn.


Om bij slechts dit ene voorbeeld te blijven: creationisten spreken zich positief wetenschappelijk achtende wetenschapslui tegen en de aanhang van de twee blijkt even groot terwijl de twee groepen zich beroepen op de universitas. De doem neemt toe in de mate dat de zogenaamde wetenschappers uit hun tautologische torentjes naar buiten treden en afdalen naar de wereld van vlees en bloed en zo kan bijvoorbeeld over een van de meest toepasbare wetenschappen die de geneeskunde toch is, reeds worden beweerd dat zij allerminst een exacte wetenschap is, dat zij eerder een kunst is en een kunde en dat geen twee artsen hetzelfde beeld hebben over ziekte en gezondheid en over alles wat daarmee samenhangt. Bij uitstek bij het optreden van een pandemie blijkt dan, helemaal niet meer te verwonderen, dat wetenschap uitsluitend nog uit experiment bestaat en verder rest nog slechts het niet-weten waarover ook de theologen spreken als zij het hebben over god.


(J.B., 3 januari 2020)






           




Foto

Foto


Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Kerststal 2021

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Zo zweeft de wereld

Van ruilmiddel tot god




Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto



Foto

Foto

Foto

Foto

Koningin Elisabethwedstrijd
 2013
voor Piano:
http://www.cmireb.be/nl/ 


Foto

 

http://fieldliberation.wordpress.com/ 
http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 

Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie:

http://naturalsociety.com/safety-group-blows-lid-on-secret-virus-hidden-in-gmo-crops/ 





Foto

Foto

Foto

Foto

Inhoud blog
  • Oordeel zelf
  • https://queenelisabethcompetition.be/en/competitions-details-watch-listen/events/piano-2025/
  • https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/nieuws/volg-pianowedstrijd-vanaf-eerste-ronde-live/
  • Macht en geweld
  • Herdenking: 12 jaar na de milieuramp van 4 mei 2013
  • Struisvogelpolitiek in Wetteren (d.d. mei 2013)
  • sv bespr pdf
  • Blasfemie
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 6
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 5
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 4
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 3
  • Shostakovich: Strijkkwartetten en Pianokwintet
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 2
  • De gevaarlijke kerk
  • De mot in het geloof - Aflevering 6. Martelaarschap en hypocrisie
  • De mot in het geloof - Aflevering 5. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 2)
  • De mot in het geloof - Aflevering 4. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 1)
  • De mot in het geloof - Aflevering 3. Costica Bradatan over sterven voor een idee
  • De mot in het geloof - Aflevering 2.
  • De mot in het geloof
  • De alerte lezer: het schrikkeljaar van Stijn Streuvels
  • De aanbidding der wijzen, c.1455 (eiken paneel) (The Adoration of the Magi, c.1455 (oak panel)) Rogier van der Weyden
  • Mattheuspassie Bach
  • Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)
  • Trump en Harvard
  • Hedendaagse kunst: Dirk D'Hulster: De geboorte van de oorlog
  • Audio-visuele installatie
  • Cryptofascisme
  • Verschijnt binnenkort-
  • De transformatie van de wereld
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 9: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg 2 en slotwoord)
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 8: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg: de derde filter)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 7: Het propagandamodel en zijn vijf filters
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 6: Het voorwoord van de auteurs
  • MANUFACTURING CONSENT vandaag in de praktijk:
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 5: Actualisering van de casestudies (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 4: Actualisering van de casestudies
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 3: Actualisering van het propagandamodel
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 2: Inleiding (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 1: Inleiding
  • Een synthese van: Noam Chomsky & Edward Herman:
  • Sergej Prokofieff, Symfonie nr. 5 ('Oorlogssymfonie')
  • Gounod, Faust, soldats
  • Gounod: Faust - Le veau d'or
  • Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, achterflap
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 18: Strategie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 17: Orde
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 Aflevering 16: Ideologie en ethiek
  • Jaap Kruithof, citaat
  • Jaap Kruithof
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 15: Televisie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 14: Entertainment
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 13: Individualisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 12: Veiligheid
  • Requiem for the American Dream with Noam Chomsky
  • Tempus fugit (duo Menguy-Le Pennec)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 11: Deportatie, apartheid of pluralisme
  • psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 10: Het fort Europa, apartheid en fascisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 9: Nationalisme
  • Spielt auf nun zum Tanz! (Andermaal Van Togenbirger)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 8: De nieuwe politieke cultuur
  • Jaap Kruithof--
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 7: Democratie
  • Kruithof, Jaap -
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 6: De jungle versus de overheid
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 5: Privatisering
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 4: De economische dictatuur
  • Het lezen waard:
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 2: Een veranderende economie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 1: De opmars van het kapitalisme
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 3: Het alternatief is de muur
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 2: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”
  • Satyagraha
  • De wet, zijn letter en zijn geest
  • Het lezen waard: DWM, lezersbrief van S. De Meulder
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”
  • “Vrijwillige legerdienst”!?
  • De fraude en de dood - Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • "Kom op tegen fraude"
  • De waarden van de windhaan
  • Oorlogavond
  • Kaos
  • Kaos ( Paolo Taviani & Vittorio Taviani, 1984) Vose 1
  • Superbia - Over een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem
  • Het nieuwe verhaal
  • George Orwell
  • Homeros: Odysseus (film 1997)
  • Sisyphus en Simone Weil
  • De mythe van Sisyphus van Albert Camus
  • Over wolven en schapen
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 11. Over het lot van activisten
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 10. Mensenrechtenactivisme, een bedreiging voor de gevestigde orde
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 9: De dwingende conclusie
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 8: De arts, zijn Orde en de WHO
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 7: Een vurig protest tegen de omerta
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 6: Een ontmaskering van het totalitarisme
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 5: Over heldenmoed
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 4
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 3
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 2
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte)
  • Schuldig verzuim 1
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 2. Intermezzo
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 1. De wereldoorlog, de kwantumtheorie en het Mystieke Lam
  • De splijtzwam en het schip der dwazen
  • God en de oorlog
  • Het fascisme, gisteren en vandaag
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-maga-granny-weigert-trumps-gratie-voor-bestorming-capitool-we-zijn-die-dag-in-de-fout-gegaan~a032fdd8/
  • https://www.hln.be/buitenland/een-dag-na-trumps-inauguratie-beloven-rusland-en-china-relaties-naar-hoger-niveau-te-tillen~a9450138/
  • https://www.hln.be/buitenland/achttien-staten-vechten-trumps-afschaffing-van-geboorterecht-aan-hij-kan-grondwet-niet-zomaar-aan-de-kant-schuiven~aca34aac/
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-bisschop-haalt-uit-naar-trump-tijdens-dienst-en-het-staat-nieuwe-president-duidelijk-niet-aan~a3e91958/
  • Executies
  • Een gigantische opstand in het verschiet?
  • Democratie en immoraliteit
  • Ongewenste mensen
  • p p5
  • Niet Trump komt aan de macht maar Mammon
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 5.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 4.
  • Trump
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 3.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 2.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 1.
  • Pieter Brueghel de Oude, De parabel van de blinden (1568)
  • De mens en zijn maskers
  • Informatie en Big Brother
  • Sibelius Vioolconcerto
  • Over het lot van de mens - 21. 28 december
  • Over het lot van de mens - 20. Opstand
  • Over het lot van de mens - 19. Het lot, het doel en de onbestemdheid
  • Over het lot van de mens - 18. De waarheid in pacht hebben
  • Het ingebeelde universum (Ludo Noens)
  • Moreels
  • Over het lot van de mens - paragraaf 17 (12)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 16 (11)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 15 (10)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 14 (9)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 13 (8)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 12 (7)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 11 (6)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 10 (5)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 9 (4)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 8 (3)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 7 (2)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 6 (1)
  • Krieg und Leichen
  • Over het lot van de mens - paragraaf 5
  • Over het lot van de mens - paragraaf 4
  • http://www.dirkdhulster.org/
  • Over het lot van de mens - paragraaf 3
  • Over het lot van de mens - paragraaf 2
  • Over het lot van de mens - paragraaf 1
  • LGBTQIA+, geen minderheid?
  • Euthanasie, sedatie en menswaardigheid
  • Pijnstillers
  • De hergeboorte van de kwakzalverij
  • Hoog in een kuuroord
  • De zwarte paus - Zo werkt extreemrechts (artikel d.d. 8 juni 2020)
  • En liegt de laatste paus dan niet? (een artikel d.d. 29 juli 2013)
  • Fundeert het katholicisme onze beschaving? (10-22 november 2019)
  • Wereldbeeld en diagnose
  • jp c f m
  • dein Geld-
  • Verkapte euthanasie
  • Tijdelijkheid
  • Oh dichosa ventura
  • De 'goede moord'
  • Jan Vingerhoets: Het smeulende gevaar van de nieuwe censuurwet:
  • Verweerschrift huisarts Jan Vingerhoets
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 3)
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 2)
  • Bericht aan de lezer
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie
  • Rach 2
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 5)
  • Met ijzeren staven
  • toren
  • Ludo Noens, Het ingebeelde universum. De ontregelende confrontatie met het onmogelijke. Enkele beschouwingen.
  • Nosferatu
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 4)
  • Het lezen waard: Ludo Noens' nieuwste boek:
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 3)
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 2)
  • Het gewicht van verwachtingen
  • Het gevaar van militanten
  • Prokofief Oorlog en vrede
  • Gounod Faust Le veau d'or MM
  • Gounod, Faust, Walpurgisnacht
  • Gounod, Faust, Le veau d' or -
  • Goethe Faust opera Gounod tro
  • Faust opera Gounod Paris
  • Gounod, Faust, Le veau d' or versie 2
  • Gounod, Faust, Le veau d' or
  • Ten strijd!
  • Uw toekomst!

    Archief per week
  • 05/05-11/05 2025
  • 28/04-04/05 2025
  • 21/04-27/04 2025
  • 14/04-20/04 2025
  • 07/04-13/04 2025
  • 31/03-06/04 2025
  • 24/03-30/03 2025
  • 17/03-23/03 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 24/02-02/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 10/02-16/02 2025
  • 03/02-09/02 2025
  • 27/01-02/02 2025
  • 20/01-26/01 2025
  • 13/01-19/01 2025
  • 06/01-12/01 2025
  • 30/12-05/01 2025
  • 23/12-29/12 2024
  • 16/12-22/12 2024
  • 09/12-15/12 2024
  • 02/12-08/12 2024
  • 11/11-17/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 14/10-20/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 26/08-01/09 2024
  • 12/08-18/08 2024
  • 05/08-11/08 2024
  • 29/07-04/08 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 08/07-14/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 10/06-16/06 2024
  • 03/06-09/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 13/05-19/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 12/09-18/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 11/12-17/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 26/09-02/10 2005
  • 27/11-03/12 2000
  • 06/11-12/11 2000
  • 25/09-01/10 2000
  • 29/05-04/06 2000
  • 22/05-28/05 2000
  • 24/04-30/04 2000
  • 31/01-06/02 2000
  • 25/10-31/10 1999
  • 28/02-06/03 1994
  • 19/03-25/03 1990
  • 12/03-18/03 1990
  • 05/02-11/02 1990
  • 30/04-06/05 1984
  • 02/04-08/04 1984
  • 12/03-18/03 1984
  • 21/09-27/09 1981
  • 29/06-05/07 1981
  • 30/03-05/04 1981
  • 02/02-08/02 1981
  • 08/12-14/12 1980
  • 24/11-30/11 1980
  • 17/11-23/11 1980
  • 10/11-16/11 1980
  • 03/11-09/11 1980
  • 08/09-14/09 1980
  • 19/05-25/05 1980
  • 10/03-16/03 1980
  • 18/02-24/02 1980
  • 04/02-10/02 1980
  • 28/01-03/02 1980
  • 10/12-16/12 1979
  • 19/11-25/11 1979
  • 15/10-21/10 1979
  • 17/09-23/09 1979
  • 06/08-12/08 1979
  • 12/03-18/03 1979
  • 27/02-05/03 1978
  • 06/02-12/02 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 25/12-31/12 1978
  • 12/12-18/12 1977
  • 05/12-11/12 1977
  • 03/10-09/10 1977
  • 30/05-05/06 1977
  • 02/05-08/05 1977
  • 14/02-20/02 1977
  • 15/11-21/11 1976
  • 12/01-18/01 1976
  • 08/12-14/12 1975
  • 10/11-16/11 1975
  • 07/07-13/07 1975

    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto


    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2000
  • 1999
  • 1994
  • 1990
  • 1984
  • 1981
  • 1980
  • 1979
  • 1978
  • 1977
  • 1976
  • 1975





    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs