Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme
Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen
Terwijl in de jaren 1930-'70 de overheid een steeds grotere rol speelde, gaan in de lijn van het neoliberalisme (gesubsidieerde) particulieren met hun kapitaal steeds meer staatszaken overnemen - andermaal: het kapitaal verheft zich boven de staten (gesteund door de nieuwe informatica). Verder is continentalisering (bij ons: de EU trekt de macht van de staten naar zich toe) en mondialisering (waardoor bedrijven verhuizen: kapitaalvlucht) en recessie loert om de hoek. Uiteraard verdwijnt aldus de zin van verkiezingen en de democratie staat op de helling. In theorie regelt de politiek alles, in de praktijk regeert de economie. De politiek moet controle uitoefenen over eigendom die in privéhanden is, wat niet kan en wat haar stuurloos maakt.
De natuur wordt opgeofferd, de milieuproblematiek is bekend, er staat geen rem op vervuiling, vernietiging en roofbouw, drinkwater wordt schaars.
De cijfers van de liberalen tonen dat wij er gemiddeld op vooruit gaan maar houden geen rekening met de toenemende kloof tussen rijk en arm: “Er leven in de wereld 1,3 miljard mensen in armoede (…), onder wie de helft van alle Afrikanen. Meer dan drie miljard personen hebben een dagelijks inkomen van minder dan zeventig frank. De tien rijkste personen van deze planeet bezitten meer dan de 600 miljoen mensen uit de armste landen. De 400 multimiljardairs zijn even rijk als 45 pct. van de totale wereldbevolking. In de verenigde Staten is 39 pct. van 's lands rijkdom in handen van één percent van de bevolking. (...)” Enz. enz. En de kloof wordt groter in versneld tempo.
Inzake gezondheid is de ongelijkheid navenant. Ook inzake voedselsituatie en huisvesting. De schuldenlast van derdewereldlanden wordt kunstmatig in stand gehouden en er is kapitaalvlucht van het Zuiden naar het Noorden. De armen zijn totaal afhankelijk van de rijken. “Dat schept uitbuitingsmogelijkheden die vroeger nooit hebben bestaan.”
Werkgelegenheid is een mondiaal probleem geworden: “De structurele werkloosheid wordt (…) als onoverkomelijk aanvaard. De duale samenleving is werkelijkheid: arbeidenden en werklozen, participanten en uitgeslotenen staan tegenover elkaar.” In India is er de afgelopen twintig jaar een verdrievoudiging van het aantal werklozen, in Indonesië een vertienvoudiging. Even dramatisch in Latijns-Amerika, Afrika en Oost-Europa. En alom stellen de miljonairs onderbetaalde illegalen in hun dienst. Er wordt geïnvesteerd in hoogtechnologie en de fabricatie gebeurt in laagloonlanden. Winstbejag vereist verwaarlozing van arbeiders (geen sociale wetten, geen arbeidsherverdeling...), wat echter de koopkracht doet dalen en achteruitgang garandeert. Er zijn arbeidenden (die ook al uitgebuit worden), uitkeringsgerechtigde en niet vergoede werklozen en die laatsten moeten illegaal bestaan. De slavernij van de kinderarbeid (al vanaf de leeftijd van vijf jaar) treft 230 miljoen mensen (in Afrika zijn een vierde van alle arbeiders kinderen). Er zijn wereldwijd 100 miljoen verlaten kinderen. Guatemala, Colombia en Brazilië staan bekend voor kindermoorden. Jaarlijks treffen arbeidsongevallen 12 miljoen kinderen, uiteraard vooral in de derde wereld - in rijke landen gaat het meer om ziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
Maar er is ook verzet tegen uitbuiting en Kruithof haalt vier voorbeelden aan. Cuba heeft (ondanks het economisch embargo van, de VS) een van de laagste kindersterftecijfers ter wereld en een levensverwachting van 76 jaar (ter vergelijking, België: 77 jaar). In de progressieve Indische deelstaat Kerala worden vrouwen 74 jaar oud (59 in de rest van India), de kindersterfte is vier keer lager en er zijn met 93 pct. drie keer meer geletterden. Door de Movimento sem Terra in Brazilië organiseren zich 200.000 families in coöperatieven als verzet tegen grootgrondbezit. En de Chipkobeweging in India telt miljoenen aanhangers die zich verzetten tegen uitbuiting en de vernietiging van het milieu.
De verzorgingsstaat uit de jaren vijftig-zestig (“een menswaardig leven voor alle burgers”) maakt wegens 'onbetaalbaar' in de jaren zeventig-tachtig plaats voor het poldermodel: privatisering, deregulering, responsabilisering: “Mensen moeten meer zelf doen, actiever voor zichzelf zorgen. Een vreemd advies voor de uitgeslotenen.” “De werkgeversorganisaties domineren de vakbonden” Stakingen worden 'not done'. Er komen massale ontslagen. Het zekerheidsstelsel wordt bedreigd (promotie van het privé-pensioen), niemand is nog veilig. Hoge inschrijvingsgelden voor hoger onderwijs sluiten mensen uit. Er is tweesporengeneeskunde (hospitalisatieverzekering voor de rijken). Het kapitalisme krijgt vrij spel. Alleen de allerarmsten krijgen nog een aalmoes.
De polarisering arm-rijk veroorzaakt onlusten en onveiligheid op straat. De economie criminaliseert: bedrog, corruptie, belastingfraude, gokken, zwarte markt, kernafval, prostitutie, sekten, terrorisme, drugs. NB: de jaaromzet drugs bedraagt 15.000 miljard BEF, dat is 8 pct. van de totale wereldhandel. Vergelijk: de jaaromzet van de wapenhandel bedraagt 800 miljard dollar. De Filipijnen tellen bijna evenveel prostituees als handenarbeiders; in Thailand is de prostitutie goed van 14 pct. van het BNP; Latijns-Amerika telt 120.000 kinderprostituees. Organenhandel: kinderen worden vermoord voor hun organen die in privéziekenhuizen worden getransplanteerd. “[In Egypte] ontdekten parlementsleden dat organen 9.000 tot 350.000 dollar opbrachten. De slachtoffers waren jonger dan dertien jaar.”
Andermaal profetisch m.b.t. de ontwikkelingen in de VS en in Rusland: met steun van externe megasystemen maakt democratie (met vaker schijnverkiezingen) gestaag plaats voor militaire regimes met een politieke dictatuur. Ondermijnend zijn (ook in het Westen) toenemend racisme, religieus fanatisme, fundamentalisme, reactionair nationalisme, fascisme, vreemdelingenhaat, autoritarisme, conservatieve ethiek.
De verrechtsing zet zich door, liefdadigheid vervangt solidariteit, seksisme neemt toe. “In de westerse cultuur is God dood. De mens is God geworden. Geen theocentrisme of egocentrisme maar antropocentrisme.” Genotzucht domineert, soberheid is voor achterblijvers. De markt bepaalt wat waar, goed en schoon is. “Door de commercie verliezen de intellectuelen hun zending. De maatschappijkritische taken komen in verdrukking.”
Toenemende culturele spanningen en oorlogen, sociale tegenstellingen, racisme, godsdienstige conflicten en polarisering worden veroorzaakt door migratie. Het Westen bouwt hekken.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 8 maart 2025)
|