Massahysterie
Na de recente terreuraanslagen van 7 januari 2015 op westerse doelwitten worden in Europese grootsteden duizenden militairen gemobiliseerd in het kader van een zogenaamde verhoogde waakzaamheid: zij moeten er vooral voor zorgen dat burgers zich veiliger gaan voelen en alvast aanvankelijk lijkt hysterie de menigte ook gek genoeg te maken om zich het beoogde veiligheidsgevoel op commando aan te meten. De getroffen maatregelen kunnen nog het beste vergeleken worden met het wild om zich heen slaan van een drenkeling in paniek aangezien zij uiteraard tot helemaal niets kunnen dienen.
Zoals een ongewapende inbreker onbestaande is aangezien elk voorwerp binnen zijn handbereik een potentieel wapen is, zo ook beschikken terroristen over onuitputtelijke mogelijkheden en middelen om dood en vernieling te zaaien, en dit geheel in strijd met het gepraat over een zogenaamd 'brein achter de aanslag' dat slechts de onmacht en de onkunde van de verantwoordelijke gezagsdragers moet proberen te vergoelijken. Om kwaad te stichten is er geen brein nodig, het tegendeel is waar zoals Hannah Arendt dat met betrekking tot de Shoah aantoonde: het kwaad krijgt de vrije armslag waar de intelligentie het laat afweten.
Men herinnere zich bijvoorbeeld de treinramp van 4 mei 2013 te Wetteren waarbij bleek dat daar tweemaal daags honderden ton acrylnitril voorbij sporen en nog vele andere explosieve chemicaliën: terroristen kunnen zowaar naar hartelust kiezen uit een gigantisch wapenarsenaal waar en wanneer ze maar willen en gaat het om criminelen die een 'religie' aanhangen welke hun misdaad beloont met eeuwig genot, dan hoeven zij zelfs de eigen veiligheid niet meer in rekening te brengen. Bommen gedropt met drones boven kerncentrales, vergif in de watertorens, dodelijke ziektekiemen, vliegtuigkapingen, mosterdgas in metrostations: het stichten van kwaad, het zaaien van vernieling, dood en verderf zal altijd en overal een koud kunstje blijven, want zo moeilijk als het is om iets op te bouwen, zo gemakkelijk is het ook om alles af te breken en in die realiteit toont zich de paradox van de almacht van een onwezen dat daarom altijd even mysterieus als noodlottig blijft.
Het is daarbij een opmerkelijk verschijnsel dat waar het kwaad heeft toegeslagen, onze reacties daarop vaak theatraal zijn in het etaleren van de onmacht: in de verklaring van de dood als een verkapte verrijzenis wordt het onheil hardnekkig geloochend en zo neigt men ertoe om elke nederlaag uit te leggen als een uitgestelde overwinning; het gaat zelfs zo ver dat de ondergang zelf als een eigenlijke overwinning wordt voorgesteld, zoals bij uitstek in het christendom gebeurt, ofschoon ook de heidense Nietzsche schrijft: Ich liebe Die, welche nicht zu leben wissen, es sei denn als Untergehende, denn es sind die Hinübergehenden. (1) De gesneuvelde soldaat wordt niet zozeer betreurd maar veeleer bejubeld als een overwinnaar een held en zodoende wordt in feite ontkend dat het kwaad slachtoffers maakt. Om dit (zelf)bedrog nog beter te camoufleren, creëert men dan maar een geloof in de uiteindelijke overwinning van het goede op het einde der tijden en de vernietiging van het kwaad in een eeuwig durende hel.
De Brusselse Witte Mars van 20 oktober 1996 was naast een solidariteitsbetuiging met de slachtoffers niet gericht tegen het bestaan van criminelen die sowieso weigeren om verantwoording af te leggen; de massamanifestatie viseerde daarentegen een laks en corrupt verantwoordelijk gerechtelijk apparaat wiens bestaansreden het immers is om burgers in casu kinderen te beschermen. Edoch, er veranderde weinig of niets en de verantwoordelijken bleven ongestraft. De optochten na de aanslagen van 7 januari 2015 in Parijs uit solidariteit met de slachtoffers van onder meer Charlie Hebdo, kunnen derhalve evenmin gericht zijn tegen criminelen wier absurde opvattingen hun daden nooit kunnen verantwoorden: zoals al te vaak functioneren (overigens ongeacht welke) ideologieën slechts om het kwaad te verkappen als een 'noodzakelijk kwaad' en om het vervolgens te institutionaliseren zodat het kan doorgaan voor het goede zelf.
De optochten kunnen slechts schreeuwen om meer veiligheid, zij vertolken de oerroep om een geborgenheid waarvan wellicht zal blijken dat die voortaan behoort tot een voltooid verleden tijd. Want de paradox ingevolge de actuele massahysterie bestaat erin dat ofschoon wij beweren dat het om de vrijheid is dat wij heden strijden, wij in feite roepen om het tegendeel, aangezien veiligheid in de huidige wereld ontegensprekelijk met vrijheid dient te worden betaald.
(Jan Bauwens, 13 januari 2015)
Verwijzingen:
(1) F.W. Nietzsche, Also sprach Zarathustra. Ein Buch für Alle und Keinen, IV.
|