Wat je
beloofd wordt, is het best denkbare, namelijk het eeuwige leven dat
voor zover je je dat kan voorstellen, alleen de goden bezitten. Het
is weliswaar geen geschenk maar een belofte. Maar je moet er wel wat
voor teruggeven en dat moet je nota bene ook effectief doen: alleen
maar de belofte van die teruggave volstaat niet.
Het gaat
hier om een heel vreemd pact: je wil wat kopen en je betaalt er ook
voor maar je wordt vervolgens wandelen gestuurd met louter de belofte
dat je het echt betaalde ook echt zal krijgen. Pruttel je tegen, dan
krijg je meteen als antwoord dat niemand je tot die koop verplicht en
dat je zelf ook wel weet dat je het niettemin doet omdat hetgeen je
wordt beloofd, het best denkbare van alle dingen is.
En de
verkoper houdt vol precies zoals de visser volhoudt die geduldig
wacht totdat hij een prooi aan de haak heeft. Geduldig en ook vol
zelfvertrouwen omdat hij weet dat de vis honger heeft. De vis zal hoe
dan ook toehappen omdat die geen andere keuze heeft als hij zijn
honger stillen wil.
Volgens
sommigen gaat het hier om een valse honger maar het te sluiten pact
is allerminst vals: het is een realiteit die zich presenteert aan
elke mens. En het gaat hier uiteraard over die bombastische stoet
volgestouwd met allerlei groteske irrationaliteiten en aangevoerd
door het bonte kraam van de religies.
Het pact
dat Faust sluit met de duivel, kennen we maar dit is een
gelijkaardige zaak, ofschoon een beetje anders. Faust ruilt het
succesvolle leven dat de duivel hem belooft voor zijn eigen ziel. De
duivel echter komt zijn belofte na en hij doet dat uiteraard omdat de
verkochte ziel al in zijn bezit is - de duivel hoeft alleen te
wachten op Faust zijn levenseinde dat er sowieso komt omdat het al
een feit is: Faust behoort tot het mensenras dat zich met de erfzonde
de sterfelijkheid heeft op de hals gehaald - de dood is onafwendbaar.
Maar voor de belofte gedaan door een religie staat niets of niemand
borg: wat anders kon pausen en bisschoppen beletten om ons te
beliegen dan de hellestraffen die zij zelf verzinnen?
Uit
de tijd zijn ze, die opera's der dynastieën, de verkleedpartijen van
de clerus met de mijters en de scepters, de hax
pax max deus adimax (alias:
dehocus-pocus)
van het Vaticaan en als ze er niet meer zullen in slagen het
exuberante bedrog te camoufleren, straks ook de sector van de
farmacie en die der witte schorten. Waar rook is, is vuur en waar
geld is, is bedrog. Hoe doen ze het, om na de afslachting van zowat
de halve wereld gedurende twintig eeuwen, met een gedoe dat op
excuses moet gelijken opnieuw in het gevlei te komen bij de massa?
Zij rekenen gewis precies zoals voorheen op het gigantische
onverstand waarvan zij tenslotte leven, rijk worden en waardoor zij
heersen. Een mensenleven is door de band te kort om erachter te
kunnen komen met wie men dan te doen heeft als men geconfronteerd
wordt met die met goud gedrapeerde reuzen die zich met toverformules
in dode talen een laan banen door het verstomde volk dat bij hun
passage prompt een knieval doet.
Twee
handen op één buik, zo gaan ze te werk, de staat en de kerk, alvast
volgens de ketters die oorspronkelijk katharen waren. Het volk dat
wordt gepluimd door graven en baronnen en in deze dagen kennelijk
door drugsbaronnen, heeft zijn ellende volgens kardinalen,
bisschoppen en pausen niet aan uitbuiting te wijten doch aan eigen
zonden. Mea culpa, zegt de massa, van de wijs gebracht door al dat
goud en die bombarie, en de slavernij gaat lustig door. Twijfelen aan
de woorden van de hoogdravende zotskappen doet men niet want dan
verliest men immers meteen het in het pact beloofde en wie deinst
daar niet voor terug?
Het
kastensysteem in India garandeert de continuering van de ongelijkheid
en de macht van de heersende kaste: de onaanraakbaren zijn wat zij
zijn door eigen karma of fouten en derhalve treft niemand schuld voor
de situatie van een ander. Het hindoeïsme helpt aldus het recht van
de sterkte, de volstrekte rechteloosheid of de dictatuur te
bestendigen. De slavernij van de slaaf is er door het geweld van zijn
uitbuiter maar de religie snoert de mond van de gedupeerde en belaadt
prompt het slachtoffer met de schuld. Precies omdat de mensen
geloven, geloven ze ook dat ze schuldig zijn en zij durven niet te
twijfelen omdat zij, het pact indachtig, de hoop willen behouden op
het beloofde goed waarvoor zij met hun geloof betalen. Vele goden,
vele religies, variaties op hetzelfde thema.
Het
pact is gemeen, het volk wordt voor de gek gehouden, de hoop is ijdel
maar kennelijk is het onverstand verblindend genoeg om dat alles te
laten voortduren tot in de eeuwigheid: niet omdat mensen nooit tot
inzicht zouden komen maar omdat zij sterfelijk zijn en hen derhalve
telkenmale pas als bejaarden de schellen van de ogen vallen. Dan
komen nieuwe generaties, zo blind als de voorgaande. Als u hier
eventjes wilt tekenen?
(J.B.,
28 juli 2022)
22-07-2022
Het pensioengeld en de Moloch
Het
pensioengeld en de Moloch
Afrikanen
werken om te leven en hun tijdschema volgt de reële fysieke noden
maar sinds het tijdperk dat door Charlie Chaplin wordt bestempeld als
'Modern Times' werd dat allemaal op zijn kop gezet en wel in die mate
dat zelfs de werking van onze blaas, maag en darmen zich dient te
schikken naar het door elke arbeider te volgen schema: plaspauze om
tien uur, schafttijd van twaalf tot kwart na twaalf en na het
afklokken om vijf uur mag de vermoeidheid toeslaan - hoe je
thuisgeraakt is niet meer de verantwoordelijkheid van je baas, je
bent overigens perfect vervangbaar.
De heilige
Augustinus van Hippo was een groot filosoof en het behoort tot een
van zijn briljantste inzichten dat er een fundamenteel onderscheid
bestaat tussen enerzijds dingen die door ons gefabriceerd zijn en
anderzijds dingen die geschapen zijn of gegroeid: de boom die
voortkomt uit een zaadje en de vogel hoog in de lucht zijn van een
heel andere orde dan de verlichtingspaal en het vliegtuig. De mens is
van een heel andere orde dan de robot en mensen analyseren en
beschrijven zoals men een robot analyseert en beschrijft, is de
gigantische vergissing van het zogenaamde micro-reductionisme die
nochtans heel wat bekende 'wetenschappers' in zijn greep houdt.
De illusie
dat mensen maakbaar zouden zijn en 'verbeterbaar' zoals ook computers
dat zijn, is een onverstand dat de mensheid aantast in haar diepste
kern en aan de grondslag van dit euvel ligt het zogenaamde
darwinisme: het geloof dat de evolutie van het leven ook anders had
kunnen verlopen en dat bijgevolg 'wetenschappelijk onderbouwde'
menselijke ingrepen daarin, niet alleen verantwoord zijn maar tevens
wenselijk. Zelfs als men zou stellen dit waar was, dan zou dit door
toedoen van de regerende kapitalistische economie resulteren in de
productie van allerlei machinemensen of slaven: mensen quasi zonder
eigen hoofd die zich door anderen laten besturen maar die wel
beschikken over alle andere gesofisticeerde vermogens van de
menselijke fysiek. Nu reeds worden bijvoorbeeld dolfijnen militair
ingezet om explosieven snel en doeltreffend naar vijandelijke plekken
te transporteren - uiteraard voor eenmalig gebruik.
Kijkt men
echter goed om zich heen, dan kan men vaststellen dat nu reeds mensen
met een eigen hoofd alleen nog te vinden zijn in wat men 'primitieve
gemeenschappen' noemt, zoals de vergeten stammen in het Amazonewoud.
Van alle 'beschaafde' (lees: 'geteleviseerde') volkeren hebben de
mensen een hoofd dat allang niet meer functioneert als eigen
denkkracht maar dat alleen nog dienst doet om gevuld te worden met de
imperatieven van wie hen (- ons dus) overheersen: onze gedachten
worden ons ingelepeld tijdens onze eerste levenshelft (want zoveel
tijd neemt deze gesofisticeerde conditionering in beslag) in het
proces van de zogenaamde 'opvoeding' en levenslang via de zogenaamde
informatiekanalen zoals de media zichzelf misleidend bestempelen en
langs nog een aantal sluikwegen die wij niet meteen kunnen ontdekken
omdat zij dermate verfijnd zijn dat ze ons petje te boven gaan. Met
de stok van sociale uitsluiting achter de deur, zorgt sociale
controle ervoor dat de greep van de macht op de massa reeds dermate
gevorderd is dat technologische hoogstandjes zoals de implantaten
waarvan niet alleen meer in de sciencefiction sprake is, daar
eigenlijk niet veel meer kunnen aan toevoegen.
Het is een
enorm misverstand dat implantaten, genetische manipulatie en nog meer
van die zaken aan het menselijke vermogen verbeteringen zouden
aanbrengen: zij kunnen ons functioneren alleen veranderen door
toedoen van het inbouwen van allerlei 'listen' gedirigeerd door
derden met het oog op onze instrumentalisering. Vandaag gaat het
voorlopig nog grotendeels via de oude weg. Neem nu de pensioenen: wat
is de bedoeling van deze heisa?
Enkele
jaren geleden werden de (verzwegen) Amerikaanse kernkoppen in
Kleine-Brogel vernieuwd met Belgisch geld. Van nog recentere datum is
de Belgische aankoop van Amerikaanse gevechtsvliegtuigen waarmee de
regering ons in de schuld stak voor nog verschillende decennia. Dat
er bespaard moet worden, zal derhalve niemand meer verwonderen en
waar er precies bespaard zal worden, is ook niet langer een geheim:
zoals altijd zullen de grootste lasten terechtkomen op de schouders
van de zwaksten. Zieken- en gehandicaptenzorg, mentaal welzijn en
opvoeding kregen het al hard te verduren en ook de wegens hun hogere
leeftijd 'nutteloze' burgers delen in de klappen. Er zijn er die
zeggen dat de pandemie een poging is geweest om de 'dure oudjes' te
laten verdwijnen maar die bleken hoe dan ook taaier dan verwacht en
hier te lande kon er op amper twintigduizend pensioentrekkenden
worden bespaard. Plan B zou er dan in bestaan dat de pensioenen
gewoon worden opgeschort want wie zei ook weer dat de staat geen
liefdadigheidsinstelling is?
Die
opschorting gebeurt op zijn zachtst gezegd nogal doorzichtig, men
doet zelfs geen moeite om het groteske bedrog wat te camoufleren.
Vooreerst zullen de grootverdieners en de bezetters van de best
betaalde banen worden gespaard: ofschoon het systeem waarbij werk
gelijkgesteld wordt met inkomen ervoor gezorgd heeft dat zij de
enigen zijn die geld opzij hebben kunnen zetten voor hun oude dag,
zal aan hun pensioen niet worden geraakt en kunnen zij bovendien
onbeperkt blijven bijverdienen. Degenen echter die op de arbeidsmarkt
niet of nauwelijks aan de bak kwamen omdat zij eruit gerangeerd
werden door de genoemde, meer agressieve elementen, konden derhalve
helemaal niets opzij leggen: men zou verwachten dat voor hen een
inkomen voorzien werd om de harde winter van het leven door te kunnen
komen maar niets blijkt minder waar: wie geen loon ontvingen voor hun
vijfenzestigste, zullen ook na die leeftijd in de kou blijven staan.
Op de vraag
wie de ouderlingen zonder pensioen dan in leven zullen houden, luidt
prompt het antwoord dat zij niet langer verplicht zullen worden om
verder te leven en reeds werd de uitweg van de euthanasie voorbereid
door zelfverklaarde 'topartsen' die zich in dezer 'pioniers' noemen.
En verder zal uiteraard alles verglijden naar de wantoestanden van de
feitelijke bedelarij in het zog van het Amerikaanse neokapitalisme
dat om die reden het middeleeuwse pakt met de (overigens onderling
sterk verdeelde) religies herwaardeert. Dat komt dan hier op neer dat
oudjes zonder pensioen steuntrekkers worden bij de OCMW die op haar
beurt de centen zal moeten halen bij de families van de behoeftigen.
Aanpassingen van alle wetten ter zake hebben er al voor gezorgd dat
via de life-pass en dergelijke verklaringen meer met betrekking tot
het levenseinde, zich volstrekt wettelijk een genocide vanjewelste
zal kunnen voltrekken, wat dan de redding zal zijn van de huidige
economie. En voor het restant van de hulpbehoevenden die dan
vermoedelijk nog zeer talrijk zullen zijn, zijn er dus... de kerken.
Ja, wie had
dat gedacht, daar komen ze weer achter de hoek kijken, de
volksverlakkers met hun leugens over hemel en hel: zij zullen er
uiteindelijk voor zorgen dat het neoliberalisme ongestoord zijn gang
kan gaan. Rijkelui kunnen dan wat nog overschiet van hun geweten
sussen met nu en dan een gulle gift voor de armlastigen en de armen
kunnen om den brode bij de kerk terecht. Twee vliegen in één klap:
de rijken worden niet langer wettelijk verplicht om bij te dragen aan
de armenzorg en zij kunnen die bovendien aftrekbaar maken; de armen
op hun beurt zullen in functie van de bevrediging van hun
fundamentele behoeften niet langer een recht opeisen (dat hebben zij
immers niet meer!) maar zij zullen zoals tamme dieren dat doen,
voortaan om eten schooien. Exit de humaniteit; exit de beschaving;
exit de mens. En de rode loper voor de nieuwe god, de Moloch.
(J.B.,
22 juli 2022)
18-07-2022
In sneltempo verovert vandaag de onmens ook de politieke macht
In
sneltempo verovert vandaag de onmens ook de politieke macht
In
sneltempo verovert vandaag de onmens ook de politieke macht. Hij
wordt verkozen door de massa die niet nadenkt omdat die helemaal niet
denken kan. Hij haat zoals de massa haat. Hij voert uit wat de
dwingelandij van een joelende menigte hem gebiedt. Hij is de echo van
de massa, hij is de massa aan de macht. Hij is de onmens die de mens
verplettert met zijn onnadenkend geweld, zijn beestachtige emoties
die zichzelf niet kennen maar met vooral zijn haat voor alles wat ook
maar enigszins afwijkt van de standaard, de domme standaard, de
middenmoot, de replica van één en hetzelfde specimen: de zo
misleidend op een mens gelijkende figuur waarvan de hersenen uit het
hoofd werden gehaald dat dan werd opgevuld met info uit de supermarkt,
eenheidsworst, dat werd geprogrammeerd tot laffe gehoorzaamheid,
warempel met het oog op een perfecte perfide moordmachinerie.
De
paragraaf hier boven lijkt alleen maar onzin, de werkelijkheid immers
overtreft de stoutste fantasie en doet dat uiteraard vooral daar waar
de fantasie gekortwiekt wordt, waar kunstenaars worden beschouwd als
kunstjesmakers, als mee-eters die niet opbrengen, als overbodig
ballast en hun werk als onwerk, tijdverdrijf en prutserij. Edoch met
rasse schreden zet het monster zonder kop zijn logge tred voort
richting regering, wet en recht om daar alle fijne constructies,
destijds met zweet en tranen in elkaar geweven en gevezen, met de
veeg van één poot te doen verdwijnen.
Werkgelegenheidsvoorziening
is een verantwoordelijkheid van de regering, niet een van de
werknemers: werknemers zijn verantwoordelijk voor hun eigen werk,
niet voor dat van de regering. De tendens in de huidige
pensioenhervormingen gaat in de richting van de bestraffing van
uitgerekend degenen aan wie het fundamentele recht op arbeid werd
onthouden. Door arbeid als een plicht voor te stellen, wordt
verdonkeremaand dat hier een fundamenteel mensenrecht
met voeten getreden wordt. De eerste paragraaf van het artikel 23 van
de Universele
Verklaring van de Rechten
van de mens luidt: Eenieder
heeft recht op arbeid, op vrije keuze
van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op
bescherming tegen werkloosheid." (1)
De eerste paragraaf van artikel 25 luidt: "Eenieder
heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de
gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder
inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging
en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het
recht op voorziening in geval van
werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot,
ouderdom
of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van
omstandigheden onafhankelijk van zijn wil." (1)
Zowel het recht op arbeid als dat op voorziening in geval van
ouderdom dreigen met zekere uitlatingen over de huidige voorstellen
voor een pensioenhervorming ter ziele te gaan en in de plaats
komen... het recht op sociale en economische uitsluiting en het recht
op discriminatie op grond van leeftijd!
En
dan is er nog de dubbele boekhouding, de dubbele tong en de dubbele
moraal welke allemaal behoren tot de tactieken van de superbedotters:
als zij dan toch de mond vol hebben over 'effectief gewerkte jaren',
laten zij dan maar aanvangen met de bestraffing van hun
beschermelingen die in ruil voor een stem op de dag van de
verkiezingen levenslang een loon opstrijken voor een baan die niet
veel meer voorstelt dan de aan- of afwezigheid van haar bekleder in
een of ander lokaal van een gebouw behorend tot het ministerie van de
door hun corrupte stemmen aan de macht geholpen beschermers.
'Effectief gewerkt', zo klinkt het uit hun scheve kelen, maar zij
bedoelen uiteraard 'effectief beloond' want in dit tijdperk der
grofste leugens betekent 'werken, 'verloond worden' en wordt
onbetaalde slavernij gelijkgesteld met nietsen, wat uiteraard geen
recht geeft op pensioen.
Het
tart elke vorm van logica maar het is niet aan zijn prestaties - en
dat zijn de vruchten van de arbeid - dat een burger wordt beoordeeld
in functie van zijn recht op pensioen: in functie van zijn
pensioenrechten wordt een burger uitsluitend beoordeeld op zijn
beloningen. Van die beloningen wordt immers verondersteld dat zij in
evenredigheid zijn met de geleverde prestaties terwijl iedereen weet
dat veel vaker het omgekeerde het geval is: zij die het hardst
werken, en dat zijn de slaven, de mensen uit de derde en de vierde
wereld, de vluchtelingen en de illegalen voor wie geen andere keuze
rest dan zich voor een boterham te pletter te werken, uitgerekend zij
die het hardst werken houden aan hun hongerloon niets over en van een
pensioen is uiteraard geen sprake want op papier bestaan deze mensen
zelfs helemaal niet. En de slaven zijn geen uitzonderingen: zij
vormen een absolute meerderheid aangezien de westerling zijn
levensstandaard in geen geval te danken heeft aan zijn zogenaamde
hoogtechnologische cultuur waar hij prat op gaat maar wel aan het
labeur van gemiddeld veertig tot vijftig slaven per gepapiereerde (!)
burger. Onze politici geven het grif toe: als wij illegaal werk
verbieden, dan kost uw bloemkool in de supermarkt niet één maar wel
tien euro, zo verontschuldigen zij zich bij jan met de pet die het
aandurft om er een opmerking over te maken. Zelf behoren zij tot de
grootverdieners, onze politici, en de enige prestatie die van hen
verwacht wordt, bestaat erin dat zij door een meerderheid van burgers
worden verkozen. Zeg maar door de massa. De massa stemt hen naar de
macht op voorwaarde dat zij ook de wensen van de massa inwilligen en
dat zijn uiteraard onwensen. Inderdaad, in sneltempo verovert vandaag
de onmens ook de politieke macht.
De wet van
de jungle, het recht van de sterkste of de immoraliteit is
onverenigbaar met de ethiek van de naastenliefde maar het feit dat in
een oorlog misdadigers, geweldenaars en moordenaars, plotseling
'overwinnaars' kunnen gaan heten, getuigt van het bestaan van de
mogelijkheid van een verborgen schrikwekkende metamorfose van de ene
gezindheid in de andere.
Verdraagzaamheid
is onverenigbaar met onverdraagzaamheid maar de overgang van de
eerste naar de laatst genoemde moraal voltrekt zich van zodra de
onverdraagzaamheid uit de illegaliteit wordt gehaald doordat
onverdraagzame lieden erin geslaagd zijn om een gelijkgezinde aan de
macht te brengen.
Macht
bestaat waar aan mensen kan verboden worden om te beweren dat de som
van één en één gelijk is aan twee omdat macht zich met dwang
boven de waarheid plaatst middels haar zeggenschap over leven en
dood.
Het nazisme
bestond reeds jarenlang voordat Hitler aan de macht kwam: men
schaamde zich ervoor om het ook openlijk te belijden totdat de nazi's
zelf het voor het zeggen kregen en schaamte voor niets meer nodig was
omdat die ingevolge de genoemde machtswisseling niet langer kon
leiden tot schande.
De
dictatuur is altijd deze van de massa zodat ook democratieën of
meerderheidsregeringen er niet vrij van zijn en zo de rechtspraak
geschiedt in de openbaarheid, blijft ook zij in handen van de
dictator. De rechtspraak en derhalve ook de moraal, wat goed en kwaad
zal heten, wat obligaat is en wat 'not done': dat alles wordt
opgelegd met de dwang van ongeacht welke wetten en niet door een
vermeend geweten, dat immers slechts een resultante van de handhaving
van zekere wetten kan zijn.
De overgang
van samenhorigheid naar racisme wordt (pas) mogelijk waar de
geweldpleging door racisten het geweld overtreft waarmee de wetten
gehandhaafd worden die de samenhorigheid waarborgen. Het gevaar van
de oorlog bestaat derhalve niet zozeer in het geweld als zodanig maar
wel in die specifieke macht welke besloten ligt in het gebruik van
geweld, namelijk de macht om goed en kwaad te herdefiniëren. De
eerste slachtoffers van het oorlogsgeweld zijn chronologisch gezien
weliswaar mensen maar in ontologische zin sneuvelt vooreerst de
bestaande ethiek door toedoen van een nieuwe dictatuur waarbij de
potentaat zich profileert als niemand minder dan de nieuwe godheid
die zijn nieuwe 'tien geboden' oplegt. Het geloof in het objectief
bestaan van goed en kwaad gaat in elke oorlog aan het wankelen,
waardoor de waarheid als zodanig dreigt te sneuvelen en het bijzonder
moeilijk wordt om recht te spreken daar de grond van recht en orde
dan verschuift.
Bij de
aanvang van de oorlog zal elkeen Napoleon of eender welke dictator
veroordelen als een wreedaard maar waar deze massamoordenaar
uiteindelijk de titel verovert van 'overwinnaar', worden alras zijn
meest verachtelijke wandaden als heldendaden bejubeld. De sterkste is
nu eenmaal hij die in de jungle overleeft en niemand zal ontkennen
dat deze jungle vandaag alle beschavingen aantast vanuit de huidige
(wereld)economie die immers een oorlogszuchtig karakter heeft. Niet
zomaar wordt beweerd dat de oorlog het verlengstuk is van de economie
en het is daarom van het allergrootste belang dat met het oog op het
algemeen welzijn aan de bestaande economie dringende beperkingen
worden gesteld: zij blijkt de sluikweg via welke de te vrezen
metamorfose van de ene gezindheid in de andere zich voltrekt.
(J.B.,
13 juli 2022)
12-07-2022
De grens
De
grens
De wereld
is totaal veranderd. Edoch, die verandering zelf is allerminst nieuw:
het verleden was een quasi eindeloze herhaling van het soort van
transformaties die ook vandaag aan de orde zijn. En de huidige
verandering heeft niet zozeer te maken met een vermeende stormachtige
ontwikkeling van technologie, zoals al vaker beweerd wordt door hen
voor wie de geschiedenis dermate onbekend is dat zij zich blind
kijken op het onmiddellijke verleden. Deze herschikking van de
kaarten heeft veeleer te maken met de onafwendbare intrede van een
(dit keer wereldomvattende) culturele ontwikkelingsfase, (volgens
sommigen is er immers nog slechts één cultuur) namelijk de
kentering die volgt op elke bloeiperiode, zoals ook in het zog van
elke mooie zomer na de oogsttijd en de herfst, de melancholie zijn
intrede doet wanneer donkere hemelen de aarde hullen in duisternis en
in de verschrikking van de winterkou.
Uiteraard
houdt de onderhavige transformatie geen verband met de
weerwisselingen die de jaargetijden vergezellen, met de getijden in
het zog van de gang van de maan of met de golfbeweging van groei en
aftakeling die het leven tekent maar voor wie aannemen dat ook de
cultuurgeschiedenis althans voor een deel een organisch karakter
heeft, lijkt de opeenvolging van opgang en neergang geenszins een
abnormaliteit en zo lag ook de huidige ineenstorting van de
beschaving in de lijn van de verwachtingen.
Men zou nu
wel eens kunnen denken dat de neergang welke vergezeld gaat met de
opkomst van economische recessie, faillissementen, oorlog, honger,
vluchtelingenstromen en allerlei kwalen en ziekten, te wijten is aan
tekorten maar een angstwekkende paradox maakt dat het tegendeel het
geval is: de neergang van de beschaving volgt rechtstreeks uit een
teveel aan het goede. Als er al sprake is van een tekort, dan gaat
het wel om een tekort aan maat: een teveel van het goede is een groot
gebrek dat recht naar de ondergang voert. Alle tafels zijn gedekt met
de fijnste spijzen maar de eters worden ziek omdat zij zich
bezondigen aan overdaad. Auto's scheppen meer afstanden dan zij
kunnen overbruggen; voedsel berooft ons van energie waar wij toestaan
dat het ons obees en immobiel maakt; de drang naar de rust welke
verwacht wordt van steeds meer bezit, brengt slechts nieuwe lasten en
onrust. De perfecte maatschappij waarin niemand nog aan het werk is,
teert noodzakelijkerwijze op de meest onmenselijke slavernij. Wij
weten dat al het werk gedaan wordt door illegalen die zestien uur per
dag aan de slag zijn en die per twintig in garageboxen wonen, zo
zeggen onze politici, maar als wij dit niet toestaan, wordt alles
tien tot twintig keer duurder. En zo zwijgt iedereen.
Het is
eigen aan de kapitalistische economie dat zij haar gewisse ondergang
meevoert in de kiem omdat zij gedijt bij de gratie van de eeuwige
groei, terwijl de groei begrensd is: de afvalbergen kunnen niet
blijven groeien want er is ruimte te weinig; de schade aan het milieu
kan niet blijven toenemen want zij maakt steeds meer mensen ziek; de
economie van de winstmaximalisatie kan niet blijven duren omdat het
principe van zo weinig mogelijk geven en zoveel mogelijk krijgen
zichzelf alras de das omdoet en de bandeloze vrijheid met haar
concurrentiemaatschappij mondt onafwendbaar uit in monopolievorming
en dictatuur. Het is een angstwekkende paradox maar ongeremde
vrijheid leidt naar gevangenschap, de bevrediging van alle behoeften
creëert nieuwe en niet langer te bevredigen behoeften; de drang naar
absolute zekerheid voedt slechts de onwetendheid en de twijfel.
Inderdaad, alle leven leidt onherroepelijk naar de dood.
Edoch,
allerminst een blind geloof in een hemels hiernamaals kan deze
malaise een halt toe roepen: niets is makkelijker maar niets is ook
bedrieglijker dan het geloof dat ooit alles wel in orde komt. Alleen
het op de lange baan schuiven van het einde, brengt enig soelaas. Wij
moeten ons tevreden stellen met de eindigheid omdat wij schepselen
zijn en nimmer goden. Goden die de goddelijkheid beloven aan hun
schepselen, kunnen slechts producten zijn van onmogelijke wensen van
ontevreden creaturen. Indien schepselen ooit goden werden, dan konden
zij teruggaan in de tijd, zichzelf scheppen en hun eerste scheppers
overboord gooien maar zo kan de werkelijkheid niet in elkaar steken
omdat alle mogelijkheden te danken zijn aan het bestaan van
onmogelijkheden. Iemand kan zich pas verplaatsen van punt A naar punt
B als hij nu niet in punt B is; immers, was hij reeds in punt B, dan
ware een verplaatsing daarheen onmogelijk.
De
cultuurgeschiedenis is op haar eindpunt beland omdat alles wat een
begin heeft, ook een einde moet hebben: begint iets, dan staat het
als een paal boven water dat in dat begin reeds het einde besloten
ligt. Het is nu eenmaal een van de onmogelijkheden dat er dingen zijn
die beginnen en nimmer eindigen. Dat religies maar ook ideologieën
en economieën die onzin alsnog aan mensen kunnen slijten, is alleen
hieraan te wijten dat mensen in staat zijn om de wens met de wil te
verwisselen. Om iets te kunnen willen, moet men eerst weten dat dit
ook kan gerealiseerd worden. Wensen daarentegen houden met hun
realiseerbaarheid geen rekening: zij behoren tot het rijk van de
fantasie en van de dromen, dat alleen begrensd wordt door dat van de
nuchtere werkelijkheid. Al het bestaande heeft een grens nodig om
zichzelf te kunnen zijn. En aan zijn grens houdt het ook op te
bestaan.
(J.B.,
12 juli 2022)
06-07-2022
'Sympathie'
'Sympathie'
De
gijzeling die volgde op de bankoverval in Stockholm naar welke het
stockholmsyndroom genoemd werd, is intussen welhaast een halve eeuw
geleden (namelijk d.d. 1973) maar het psychologische verschijnsel dat
ermee wordt aangeduid is actueler dan ooit: gegijzelden gaan
sympathiseren met hun gijzelnemers waar die absolute macht hebben
over hun leven, waarbij de sympathie zelfs omslaat in actieve
medewerking met de criminelen en met de bestrijding van hun
tegenstanders tot lang na de fysieke bevrijding van de slachtoffers.
Onder het juk van een omerta gaan wie misdaden toedekken en
verzwijgen, degenen die ze aan het licht pogen te brengen naar het
leven staan.
Angst
blijkt het uitnemende middel waarmee mensen van hun eigen wil (en dus
van hun eigen ik) kunnen worden beroofd om dan de wil uit te voeren
van criminelen van wie zij de handlangers worden. Het verschijnsel
doet zich voor in vele gedaanten maar het gevaar wordt dikwijls
onderschat omdat het zich verschuilt achter onschuldig klinkende
benamingen zoals 'invloed' en 'belang'. Het voedt volstrekt
onpersoonlijke monsters, onder welke religies, ideologieën en
politieke partijen de meest bekende zijn.
Mensen van
wie men niets te vrezen heeft, zijn zo goed als onzichtbaar en pas
wie een mogelijk gevaar vormen voor het eigen leven, worden
opgemerkt, gevolgd, naar de mond gepraat en bejubeld, ook al richten
zij alleen maar onheil aan. Soms neemt de hypocrisie waarmee wie zich
dan misschien wel niet gegijzeld weten maar dan toch 'onder invloed'
staan, afzichtelijke vormen aan die dikwijls heel terecht als lafheid
worden gekenschetst. Het uit vermeend persoonlijk gewin quasi
kritiekloos gaan aanschurken bij potentaten waarbij de eigen
getrouwen het navenante verraad moeten dulden, wekt weerzin bij de
buitenstaanders maar kan op pervers begrip rekenen bij wie zich in
gelijkaardige opportunistische schuitjes bevinden. En het is de
ellende van deze tijd dat de wereld steeds meer geconditioneerd wordt
door invloeden, belangen, machten en angsten. De kleinen worden niet
meer apert fysiek verorberd door de groteren: zij worden tot
'bondgenoten' gemaakt, waarbij verzwegen wordt dat het gaat om
afgedwongen bondgenootschappen of dus om mentale, psychosociale,
economische inkapseling met vrijwillige toestemming van de
verorberden.
Waar oorlog
aan de orde is en het leven van velen letterlijk op het spel komt te
staan, klinken de valse noten van wie met tirannieke partijen
sympathiseren steeds luider. Selectieve verontwaardiging, vaak de
kers op de taart der ongeloofwaardigheid, maakt dat de werkelijkheid
onder flagrante leugens bedolven geheel onzichtbaar wordt. Waar
anders linkse en rechtse extremen onderling contrasteren, maakt hun
tiranniek karakter hen plotseling tot gelijken en zo bejubelen
gezaghebbende 'geleerden' in één adem communisten (de nieuwe Mao
die zich verrijkt middels kinderarbeid, strafkampen en spreekverbod)
en nationalisten (de nieuwe Napoleon die politieke tegenstanders
vergiftigt en die in het jaar 2022 prompt Europese buurlanden begint
te bombarderen alsook voor racisme veroordeelde partijen) in een
poging om de sensoren en de critici van het totalitarisme het vrije
woord te ontnemen door hen terecht te wijzen als 'decadent': onder
het juk van een omerta gaan wie misdaden toedekken en verzwijgen,
degenen die ze aan het licht pogen te brengen naar het leven staan en
zoals immer starten deze moordpartijen met ordinaire monddoodmakingen
terwijl recht wordt afgevlakt tot louter 'mainstream'.
(J.B., 6
juli 2022)
28-06-2022
Gekkenland Utopia
Gekkenland Utopia
Met
de regionalisering van het toekennen van het recht op abortus en
vervolgens met het toekennen van voorrang aan de godsdienstvrijheid
boven de vrijheid welke steunt op het belangrijkste principe van de
Franse Verlichtingsfilosoof Montesquieu (waarmee deze weerwerk wilde
bieden aan het despotisme), namelijk de scheiding van kerk en staat,
keert katholiek Amerika met rasse schreden terug naar de duisternis
van de waanzinnige middeleeuwen.
In
wezen gaat het om een zaak welke in feite de kern vormt van het
hoofdwerk van de Duits-Belgische filosoof Rudolf Boehm: de
ontevredenheid van het schepsel mens met zijn lot als oorzaak van
talloze kwalen die de moderne wereld teisteren. (1) Boehm zit hiermee
in het vaarwater van onder meer Herbert Marcuse maar de kritiek is
uiteraard veel ouder en wij kennen hem vooral van het sprookje van de
gebroeders Grimm, getiteld:Von
dem Fischer un syner Fru. Het
gaat in dezer om het spook der utopieën.
Een
ou-topos
is een niet
bestaande plaats
(3) of een utopie. Ruim vijfhonderd jaar geleden, meer bepaald in
1516, gaf de humanist Thomas More Utopia
als titel aan zijn hoofdwerk,handelend
over de ideale samenleving. Edoch, de ideale samenleving is niet
alleen onverwezenlijkbaar (zoals reeds More zelf vermoedde): waar men
haar najaagt, resulteert zij in haar tegendeel (het mythische spook
van de tegendoelmatigheid!) omdat zij de totale controle over alle
burgers vereist en geen tegenstand duldt, wat haar tot een
eenpartijstaat maakt zodat zij uitmondt in niets minder dan
totalitarisme.
Het
communisme is een welbekende utopie, de ideale staat van het nazisme
onder Hitler was een utopie, de theocratieën zoals in de
Islamitische Staat of in de katholieke keizerrijken zijn utopisch
maar ook het kapitalisme met zijn vrijemarkteconomie blijkt een
utopie. Allemaal zijn zij dwingelandijen met elk hun eigen
concentratiekampen en gevangenissen, hellen en verdoemenissen,
uitdraaiend op het tegendeel van wat zij zich hadden gewenst en
voorgewend.
Schepsels
die hun schepper naar de kroon steken, belanden in een beerput en het
weinige dat zij bezaten, verliezen zij uitgerekend omdat zij er geen
vrede konden mee nemen - wie
het kleine niet begeert, is het grote niet weerd.
De arme die nochtans genoeg heeft om te bestaan, wenst rijk te
worden, wordt daardoor te gierig om te leven en offert aldus ook het
weinige dat hij wél bezat, op aan een ijdele droom. De utopie verleidt
wie niet tevreden kunnen zijn en straft hen met het tegendeel van wat
zij najagen: zij krijgen de droom voor korte tijd doch zij verliezen
wat echt was voor immer. De legende van Faust, de droom van het
pensioen, de beloften van de wetenschappen, de sprookjes van de
godsdiensten, het ene nog gekker dan het andere.
Utopisten
met macht dwingen de massa in hun gareel, in de hoop om hun
waangedachten te kunnen realiseren. En in die wanen spelen zij
uiteraard de eerste viool, zoals de pausen die zichzelf onfeilbaar,
zalig en heilig verklaren, de kunstenaars die zichzelf verheerlijken,
de wetenschappers die zich 'top' noemen en genieën wanen, de
politici die nadat zij door de mand vielen ten aanschouwe van de
ganse wereld, maar blijven azen op macht.
In
de hoofden van deze simpele geesten zitten allerlei gedaanten van het
idée fixe,
een heuse geestesziekte welke zotreffend
werd in beeld gebracht in de satirische blijspelen van Molière
(1622-1673): de mens is volmaakt, zo liegen deze zieken zichzelf
voor, en dat hij het alsnog niét is, is slechts te wijten aan een
kleine vergissing, echter makkelijk te verhelpen middels een
eenvoudig en door hen zelf voorgeschreven recept. Dat het voorschrift
onmogelijk uitvoerbaar is, nooit tot voleindiging kan komen, iedereen
ongelukkig maakt en uiteindelijk uitdraait op waanzin, chaos,
algehele uitputting en vernietiging van de schone aarde: daar hebben
de utopisten helemaal geen oren naar want zij zijn een gevaarlijk
soort van waanzinnigen, met name: fanatici. Zij zweren bij hun
heilige geschriften die elkaar allemaal tegenspreken doch die waar
moeten zijn
omdat zij dat nu eenmaal wensen.
Man
en vrouw schiep Hij hen: het is niet zo, de natuur laat zich niet
bevelen door de wanen van 'profeten'. Er worden mensen geboren met
twee hoofden, zonder hersenen en met meer 'afwijkingen' van 'de norm'
dan men voor mogelijk kan houden maar dat is dan maar te wijten aan
onze eigen zonden of aan die van onze voorouders, de eerste mensen.
Er zijn geen homo's in Rusland, zo zegt Poetin en wij horen het ook
Hitler zeggen over zijn ideale Duitsland vol van volmaakte
supermensen en verder alle dictators uit de geschiedenis. Zij hebben
uiteraard gelijk zolang zij al degenen die niet beantwoorden aan hun
gekke maatstaven, oppakken en vergassen of anderszins onzichtbaar
maken of ombrengen, overigens samen met al degenen die deze slinkse
misdaden aan het licht pogen te brengen: zij worden in stukjes
gesneden en met een chemisch product opgelost totdat nog slechts een
beetje kalkgruis overschiet dat dan kan worden doorgespoeld in het
toilet, zodat zij niet alleen niet meer bestaan maar zodat het op de
koop toe uitschijnt dat zij ook nooit hébben bestaan. En uiteraard
zijn hun veroordelingen niet van toepassing op zichzelf want voor
zichzelf maken zij een uitzondering, Hitler was niet blond en had
geen blauwe ogen en de katholieke Amerikaanse opperrechter waarvan
hoger sprake is een hertrouwde man maar katholieken weten dat
allemaal handig te verantwoorden zoals zij ook een kerkvaderlijke
uitleg hebben om bijvoorbeeld oorlog goed te praten, het recht op
oorlog - wat zeg ik: de plicht tot oorlog. Vatte wie kan.
(J.B.,
28 juni 2022)
Verwijzingen:
(1)
Voor een beknopte uiteenzetting van Rudolf Boehms Kritiek
der grondslagen van onze tijd,
(2) zie
de paragrafen 22 tot en met 35 van het hoofdstuk Corona
en de heilige zaak
in het vijfde deel (eveneens genaamd: Corona
en de heilige zaak)
van Panopticum
Corona, pp.
946-984.
(2) Rudolf
Boehm, Kritiek
der grondslagen van onze tijd,Het
Wereldvenster,
Baarn 1977. (Oorspronkelijk: Kritik
der Grundlagen des Zeitalters (1973))
in een Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige
revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van dit werk
is beschikbaar op het internet op het volgende adres:
In
het spoor van Christoffel Columbus moordden Europese veroveraars op
het Amerikaanse continent de autochtone Indiaanse bevolking uit en
vervolgens werd het gebied bevolkt met slaven die gedurende vele
eeuwen onophoudelijk per schip vanuit Afrika werden aangevoerd om
aldaar tot de dood de thee- en katoenplantages van de imperialisten
te bevolken en ziedaar het ontstaan van de V.S.
Op
enkele van zijn eilanden na werd het land nooit aangevallen omdat het
net zoals zijn voornaamste moederland, Engeland, quasi helemaal door
zeeën omgeven is. Die bijzondere geografie zorgt dan voor een gevoel
van onaantastbaarheid en voor de navenante onverschrokkenheid en
agressie, nodig voor de onderwerping van een gigantische overzeese
wereld. Naar het model van de British Empire werden de United States
of Amerika een onaantastbaar rijk, florerend op de kap van
onderworpen gebieden en kolonies, buit gemaakt met de bijzondere
oorlogstactiek ons bekend van Julius Caesar: divide et impera -
verdeel en heers. Door tweedracht te gaan zaaien op den vreemde
en daar dan wapens te leveren aan de partij der bondgenoten, is een
nieuw wereldrijk ontstaan dat op het eigen gebied nooit een andere
oorlog te verduren kreeg dan een burgeroorlog van eigen makelij.
Rijk
werden de wapenleveranciers wel van het beproefde handeltje met
weinig risico's voor de eigen ondernemers maar met des te meer
slachtoffers in de te veroveren gebieden. En het recept werd
eindeloos herhaald in de welbekende reeks van jammerlijke,
aanslepende en bloedige conflicten waaronder: Barbarije (1801-1805 en
1815), Canada (1812-1815), China (Tweede Opiumoorlog, 1856-1860),
Spanje (1898), Filipijnen (1899-1913), W.O.I (1914-1918), Rusland
(1918), W.O.II (1940-1945), Mexico (1946-1948), Korea (1950-1953),
Laos (1953-1975), Vietnam (1955-1975), Grenada (1983), Panama
(1989-1990), Irak/Koeweit (Golfoorlog, 1990-1991), Mogadishu
(Somalië, 1993), Irak (2003-2011) en Waziristan
(Afghanistan/Pakistan, 2004).
Dezelfde
tactiek wordt vandaag andermaal toegepast voor de ogen van een wereld
die zijn geschiedenis blijkbaar vergat. Politici die tot vandaag
nooit hoorden over Transnistrië en Moldavië en professoren in de
internationale politiek juichen een Europese uitbreiding toe die
slechts zal verplichten tot een wereldwijde oorlog van zodra de
overjaarse Napoleon uit Moskou één raket afvuurt op wat hij
beschouwt als gestolen gronden met een onder invloed van westerse
propaganda overgelopen bevolking. Opnieuw zullen de Amerikanen vanuit
hun door wereldzeeën beveiligd continent supporteren voor Europeanen
die hun laatste euro uitgeven aan oorlogswapentuig geleverd door
Uncle Sam en die vervolgens andermaal reusachtige kerkhoven zullen
bevolken ten bate van de Far West alwaar dan ongestoord de
imperialistische nederzettingen kunnen doorgaan van fabrieken,
pretparken en McDonalds.
Uiteraard
moet men geen steun verlenen aan een nationalistische gefrustreerde
gek en massamoordenaar uit Moskou maar een al even groot kwaad is het
om in de val te trappen van de obligate partijdigheid, bekend van de
zozeer misleidende slagzin: "Wie niet voor mij is, is tegen
mij". De nuance en de diplomatie van het eigen continent blijken
aangetast door hetzelfde fanatisme en de oppervlakkigheid die zij
voorhouden te bestrijden. Volgens de heer Van Togenbirger die
kennelijk niet bang is om vergiftigd te worden, gaat het om een
zoveelste Amerikaans conflict uitgevochten met andermans
middelen en op andermans territorium.
(J.B., 24 juni 2022)
17-06-2022
coronavaccins en aids
coronavaccins en aids
UIT: HET GROTE INTERVIEW MET OMSK VAN TOGENBIRGER:
Olla Centesimi Aflevering 5: De utopie van de vrije markt
Olla
Centesimi
Aflevering
5: De utopie van de vrije markt
In
zijn boek over het neoliberalisme vertelt Hans Achterhuis hoe de
kredietcrisis van inmiddels een goed decennium geleden aan het licht
bracht dat de vrije markt zichzelf helemaal niet reguleert.
Atlas Shrugged van Ayn Rand over de kapitalistische utopie
toont hoe de neoliberalen totaal breken met het verleden omdat het
oergebod dat de menselijke samenleving mogelijk maakte, namelijk:
Gij zult niet begeren!, op zijn kop wordt gezet met het
invoeren van de utopie van de begeerte: de hele maatschappij is er
dan mee gediend als elkeen uitsluitend het eigenbelang nastreeft; de
onbaatzuchtigheid wordt een ondeugd en de zelfzucht wordt de deugd
bij uitstek. Kijk maar, zegt Rand, hoe het kapitalistische Amerika de
rest van de wereld moet voeden. Edoch, net zoals het communisme
blijkt ook het neoliberalisme geschraagd door een utopische
inspiratie en over utopische inspiraties weten wij dat zij het
gevaar inhouden van totalitarisme. (1)
Op
de vrije markt wordt de prijs van de waren bepaald door de vraag en
de schaarste, met andere woorden door opbod. Omdat de arbeider, als
louter aanhangsel van de machine, eveneens een waar is op de markt,
(2) wordt ook zijn waarde door dezelfde criteria bepaald. Achterhuis
verwijst in verband hiermee naar Michel Foucault en hij schrijft:
Omdat het doel van volledige werkgelegenheid tegenwoordig is
opgegeven ( ) gaan er meer en meer mensen buiten de boot vallen,
juist ten gevolge van de ongelimiteerde werking van de markt. Deze
groepen die buitenspel komen te staan in de samenleving, krijgen
steeds minder ondersteuning in hun levensonderhoud. [De solidariteit
van de klassieke verzorgingsstaat] wordt nu losgelaten. Er is nu
sprake van een absoluut minimum dat voor de uitvallers [- 'de
onrendabelen' -] wordt gegarandeerd. (3) Omdat de neoliberalen
staatsinterventie beschouwen als totalitair, zien zij uiteraard ook
de solidariteit waarop christelijk en socialistisch geïnspireerde
samenlevingen zijn geënt als een totalitair beginsel. Het ontgaat
hen kennelijk volkomen dat volgens hun maatstaven de wet van de
jungle, het recht van de sterkste of de volstrekte wetteloosheid als
enig mogelijke legitieme maatschappelijke basis overblijft maar dat
wil zeggen dat zij alle heil zien in de opheffing van de samenleving,
wat hun ideologie uiteraard volstrekt inconsistent maakt. Het
uitroepen van de volstrekte wetteloosheid tot (enige) wet betekent de
tak waarop men zit, afzagen.
Dat
samenlevingen die gebaseerd zijn op het principe van de
ongecontroleerde vrije markt geen lang leven zijn beschoren, is een
waarheid die niet alleen theoretisch wordt geschraagd maar waarvoor
de geschiedenis zelf garant staat. Bij afwezigheid van staatscontrole
en bijsturingen geraakt de markt precies omdat zij slechts door het
winstprincipe geleid wordt, de pedalen kwijt: winstmaximalisatie is
pas mogelijk als gewerkt wordt met het beginsel van 'zo weinig
mogelijk geven en zo veel mogelijk krijgen', wat op zijn beurt pas
kan mits een steeds meer gesofisticeerd en verborgen bedrog. Een
maximale prijs van de waren kan gekoppeld worden aan een minimale
kwaliteit op voorwaarde dat de kloof tussen 'schijn' en 'zijn' almaar
toeneemt.
Het
principe van de ongecontroleerde vrije markt is relatief jong in de
economisch-politieke geschiedenis en het heeft ook altijd een
bijzonder destructieve uitwerking gehad op het menselijk bestaan.
Vandaag ziet men dat aan de enorme impact van de blinde
concurrentiemaatschappij op gezondheid en milieu maar uiteindelijk
ook op de welvaart welke het neoliberalisme zo bedrieglijk in haar
vaandel voert. In het verleden is bij uitstek het kolonialisme het
schoolvoorbeeld van de vernietigende en mensonterende werking van
wilde economieën en van roekeloos en niets en niemand ontziend
winstbejag. De geschiedenis van de slavenhandel spreekt boekdelen
maar ook de histories die geresulteerd hebben in de huidige politieke
en economische patstellingen op wereldschaal laten niets aan de
verbeelding over.
Vlaamse
steden zoals Gent en Brugge worden geregeld uitgeroepen tot 's
werelds meest leefbare en gezelligste plekken. De meer dan duizend
jaar oude kathedralen en burchten welke eeuwenoude kunstschatten
herbergen die werden voortgebracht door ambachtslieden met een
ervaring waarvan de wortels omzeggens reiken tot in het
steentijdperk, zijn allerminst te danken aan kortetermijnpolitiek,
egoïsme, winstbejag en bedrog: zij zijn daarentegen de vruchten van
door verstandig beleid georganiseerde intermenselijke samenwerking
waarbij trouw, beroepseer en waardering voor wat waar, goed en schoon
is, voorop staan. Europa is rijk aan vergelijkbare biotopen en ook de
Aziatische en zelfs de Afrikaanse en Australische culturen brachten
op hun eigen wijze beschavingen voort die een aangenaam menselijk
samenleven gedurende ettelijke millennia mogelijk maakten. Totdat de
zogenaamde 'expansie' van start ging, gedreven door een alles en
allen verblindende winzucht.
Europese
'veroveraars' gingen niet alleen continenten zoals Afrika en Indië
bezetten en leegroven onder het voorwendsel van christianisering en
beschavingswerk: zij zetten ook voet aan wal in Amerika waar zij de
duizend jaar oude culturen van Azteken, Inca's en Maya's prompt
veroordeelden en wegvaagden om het terrein in te nemen en uit te
baten middels godsdienst, wapengekletter en slavernij. Het prachtige
landschap van de Indianen, door hen zo aandoenlijk bezongen in een
eveneens vernietigde poëzie van duizend talen waarvan alleen nog de
treurzang van Seattle overschiet, werd in geen tijd herschapen tot
een woestijn van jaknikkers in de tweevoudige betekenis van enerzijds
de olie-oppompers maar van anderzijds ook degenen die blinde
gehoorzaamheid bieden aan een niets ontziende maffia in ruil voor
jobs - loonslavernij. Geen kathedralen daar, geen burchten, geen
geschiedenis van literatuur, muziek en schilderkunst, alleen die
betonnen griezels van flatgebouwen die onderling lijken te
concurreren om maar de hoogste te kunnen zijn; de inhoudsloze en
leugenachtige spektakelfilms uit Hollywood, popart of gemors met verf
van Andy Warhol, het gejank van Frank Sinatra en andere
onderwereldsterren, overigens in een schril contrast met de blues van
de negerslaven die schoonheid putten uit bodemloze ellende. Daarop
entten zich later de hits van Led Zeppelin en de Rolling Stones, de
rock-'n-roll en de jazz van de 'artistieke miljardairs'...
Gent
en Brugge, maar ook cultuursteden zoals Rome, Istanboel (voorheen:
Byzantium en Constantinopel), Athene, Praag, Samarkand, Sevilla,
Lissabon, Peking en Sint-Petersburg: hun rijke geschiedenis en hun
identiteit worden bedreigd door de eenheidsworst van de
wolkenkrabbers, het gif van McDonald's en de pretjes van Walt Disney.
Dostojevski's, Rachmaninovs, Stravinsky's en Prokofievs hebben ze in
de States
pas als ze die eerst importeren, zoals ze ook doen met geleerden via
de brain
drain.
Men mag uiteraard niet overdrijven en ook mag men de schuld niet aan
de mensen geven want het gaat om een misleidend systeem ontstaan uit
na-ijver, ijdelheid, winzucht en nog andere ondeugden - of juist
deugden - samengevat in de term 'kapitalisme'. Volgens Max Weber
ontstaat kapitaal uit de combinatie van hard labeur en lustangst:
hard werken brengt rijkdom en lustangst maakt dat men zijn centen
spaart. De uitvinding van de stoommachine maakte massaproductie
mogelijk en tegen rijke fabrikanten konden ambachtslieden niet langer
concurreren zodat zij gedwongen werden om hun stiel in te ruilen voor
die van fabrieksarbeider of 'machine-aanhangsel'. En het vervolg van
dit verhaal is ons allerminst onbekend.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
12 juni 2022)
Verwijzingen:
(1)
Zie ook: Hans Achterhuis, De utopie van de vrije markt,
Lemniscaat b.v. Rotterdam, zesde druk 2012 (2010), pp. 7-34.
(2)
Karl Marx en Friedrich Engels,
Manifest der Kommunistischen Partei (Communistisch
Manifest), Brussel, 1947, in een
Nederlandse vertaling van Herman Gorter: "[De
arbeiders] zijn een waar, als ieder handelsartikel, en daardoor in
dezelfde mate aan alle wisselvalligheden van de concurrentie, aan
alle schommelingen van de markt blootgesteld." (...)
"[de arbeider] wordt niets dan een aanhangsel van de
machine."
(3)
Achterhuis, o.c., pp. 100-101.
07-06-2022
Olla Centesimi - Aflevering 4: Totalitair neoliberalisme
Olla
Centesimi
Aflevering
4: Totalitair neoliberalisme
Vaak
wordt het neoliberalisme dat de huidige westerse wereld beheerst,
beschouwd als opposant van het totalitarisme maar een totalitaire
maatschappij is niet noodzakelijk een gevolg van manipulatieve en
dictatoriale overheidsinmengingen, zij kan ook resulteren uit banaal
kapitalisme, bijvoorbeeld in de vorm van monopolievorming ingevolge
een al te vrije markt en het gevaar daarvan is duidelijk tot uiting
gekomen ter gelegenheid van de jongste pandemie waarbij
privébedrijven uit de farmaceutische sector de overheid als een ezel
voor hun kar wisten te spannen, niet alleen om hun producten te
kunnen slijten aan de voltallige wereldbevolking maar ook en vooral
om wars van rechten en wetten het mensdom als zodanig te kunnen
degraderen tot proefkonijn van nota bene volstrekt
onwetenschappelijke experimenten, waarmee dit totalitarisme het
nazisme met zijn concentratiekampen niet alleen naar de kroon heeft
gestoken maar tevens heeft overtroffen daar dit bedrog er vooralsnog
in geslaagd blijkt zich aan elke mogelijke vorm van vervolging te
onttrekken.
Een
andere resultante van dit veelkoppige monster van het neoliberalisme
is de nu aan de gang zijnde derde wereldoorlog, op touw gezet door 's
werelds grootste wapenlobby die immers de extreem nationalistische
wereldstaten, zijnde enerzijds het Rusland van Poetin en anderzijds
de V.S., op Europese bodem tegen elkaar heeft opgezet en dit met de
bedoeling om, nu het nog kan, de vooralsnog aanzienlijke financiële
reserves van de E.U. op te souperen zoals parasitaire mogendheden dat
gewoon zijn te doen, waarbij zij er wel voor zorgen dat de
slachtoffers die het gelag hoe dan ook zullen betalen, zich dankzij
onverstand, manipulatie (lees: obligate partijdigheid), desinformatie
en reclame, verkijken op absurde wij-zij-tegenstellingen. Zoals dat
ook het geval was ten tijde van de Oostfronters, jagen de katholieke
bisschoppen onder het voorwendsel van 'de hoogste vorm van
naastenliefde' de Europese jeugd naar het front om te gaan vechten
tegen de Russische nationalisten terwijl de orthodoxe patriarch de
Russische jongeren opzet tegen de westerse nationalisten (en zelf
blijven ze uiteraard thuis om daar een partijtje te zwemmen in hun
vet).
Het
neoliberalisme haalt zijn slag thuis bij de gratie van een in de hand
gewerkte kortzichtigheid die haar immers toelaat om 'ongemerkt'
alsmaar in het rood te gaan met haar commerce. De neoliberaal laat de
producent van plastics ongehinderd zijn zin doen en argumenteert dat
dit product goedkoop is en derhalve goed. Afgezien van het feit dat
die twee niks met elkaar te maken hebben, wordt in eerste instantie
geheel verdonkeremaand dat de kosten van het product achteraf komen
in de vorm van niet meer weg te werken afval, nieuwe, vaak geheel
onbehandelbare en dodelijke ziekten die vrijwel allen treffen en
onomkeerbare milieuschade die ervoor zorgt dat de blauwe planeet
alleen nog kan voortbestaan in utopische romans die de loftrompet
steken over het neoliberalisme. Plastics, kernenergie, auto's,
televisietoestellen, computers, smartphones en noem ze maar op, de
zogenaamde voertuigen en producten van de vooruitgang, zoals ze
zichzelf noemen: een gang vooruit maar dan wel in de richting van de
afgrond. Na de omslag van een sociale verzorgingsstaat naar een
veel meer door de wetten van de vrije markt geregeerde
prestatiemaatschappij (1) zoals Hans Achterhuis het intussen
twaalf jaar geleden en naar aanleiding van de kredietcrisis noemde,
zitten wij op het spoor naar nergens dat wij uiteindelijk delen met
de allereerste en geheel veronachtzaamde slachtoffers van deze
maatschappelijke jungle, onder wie: de paupers en de daklozen, de
werklozen, de drugsverslaafden, de thuislozen, de dwalenden, de
langdurig zieken en de waanzinnigen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
7 juni 2022).
Verwijzingen:
(1)
Hans Achterhuis, De utopie van de vrije markt, Lemniscaat b.v.
Rotterdam, zesde druk 2012 (2010), pag. 98.
03-06-2022
Olla Centesimi - Aflevering 3: De kiemen van de derde wereldoorlog
Olla
Centesimi
Aflevering
3: De kiemen van de derde wereldoorlog
"De
burgerlijke productie- en verkeersverhoudingen, de burgerlijke
eigendomsverhoudingen, de moderne burgerlijke maatschappij, die zulke
geweldige productie- en verkeersmiddelen te voorschijn getoverd
heeft, gelijkt op de heksenmeester die de onderaardse machten niet
meer beheersen kan die hij zelf opriep." (1)En dan komt "de
epidemie van de overproductie." (1) Aldus het Communistisch
Manifest. Wat verderop: "[De
arbeiders] zijn een waar, als ieder handelsartikel, en
daardoor in dezelfde mate aan alle wisselvalligheden van de
concurrentie, aan alle schommelingen van de markt blootgesteld."
(1)(...) "[de
arbeider] wordt niets dan een aanhangsel van de machine." (1)(...) De ambachtslui van weleer
worden loonslaven, paupers. Maar de bourgeoisie (het kapitaal) brengt
haar eigen ondergang voort.
Het
communisme is niet het spook zoals het wordt voorgesteld door de
machthebbers. In het Manifest staat letterlijk, en ik citeer: "Wij
willen deze persoonlijke toe-eigening van de arbeidsproducten, die
tot de herschepping van het onmiddellijke leven dient, volstrekt niet
afschaffen, een toe-eigening die geen overschot overlaat, dat macht
over arbeid van anderen zou kunnen geven. Wij willen alleen het
ellendige karakter van deze toe-eigening opheffen, waarin de arbeider
slechts leeft om het kapitaal te vermeerderen, slechts in zover leeft
als het belang van de heersende klasse dit vereist." (1)
De
beweging van Marx en Engels strijdt voor de arbeidersrechten maar hun
tegenstanders verwijten hen het tegendeel waar zij hen ervan
beschuldigen het privé-eigendom af te schaffen. Dit wordt in het
Manifest als volgt weerlegd: "Gij zij ontsteld dat wij het
privé-eigendom willen opheffen. Maar in uw bestaande maatschappij is
het privé-eigendom voor negen tiende van haar leden opgeheven; het
bestaat juist alleen daardoor, dat het voor negen tiende niet
bestaat.Gij verwijt ons dus dat wij een eigendom willen opheffen dat
het niet-hebben-van-eigendom van de overgrote meerderheid van de
maatschappij als noodzakelijke voorwaarde vooronderstelt."
(1) En de verduidelijking luidt: "Het communisme ontneemt
niemand de macht zich maatschappelijke producten toe te eigenen, het
ontneemt slechts de macht door deze toe-eigening arbeid van anderen
voor eigen baat te onderwerpen." (1)
Ook het verwijt dat de afschaffing van privé-eigendom luiheid zou
veroorzaken wordt weerlegd: "Als dat waar was, moest
de burgerlijke maatschappij al lang aan luiheid te gronde gegaan
zijn, want zij die in haar werken verdienen niet en zij die in
haar verdienen, werken niet." (1)
Binnen
het kapitalisme betekent beschaving overigens niets anders dan van
mensen machines te maken en het recht daarin is slechts dat van de
heersende klasse. En de opvoeding dan? "De communisten
vinden de invloed van de maatschappij op de opvoeding niet uit; zij
veranderen slechts haar karakter, zij ontrukken de opvoeding aan de
invloed van de heersende klasse." (1) Wat betreft het
vaderland: "De communisten wordt verder verweten dat zij het
vaderland, de nationaliteit, willen afschaffen. De arbeiders hebben
geen vaderland. Men kan hun niet ontnemen wat zij niet hebben."
(1)
De
geschiedenis gaat over de klassenstrijd en die gaat over uitbuiting.
De huidige politiek dient slechts het recht van de sterkste: "De
politieke macht in eigenlijke zin is de georganiseerde macht van een
klasse tot onderdrukking van een andere." (1)
Dat onrecht kan alleen maar onmogelijk gemaakt worden
door de zaken van algemeen belang in handen te geven van de
(verenigde) mensen zelf. Arbeidsplicht voor iedereen en recht op
onderwijs voor alle kinderen zijn daarvan voorbeelden. En het
Manifest stelt: "Zijn in de loop van de ontwikkeling de
klassenverschillen verdwenen en is alle productie in handen van de
geassocieerde individuen geconcentreerd, dan verliest de openbare
macht haar politiek karakter." (1)
De
aanklacht van 175 jaar geleden besluit met de strijdvaardige woorden:
"De communisten versmaden het hun overtuiging en hun
bedoelingen te verhelen. Zij verklaren openlijk dat hun doel slechts
bereikt kan worden door de gewelddadige omverwerping van iedere tot
nu toe heersende maatschappelijke orde. Dat de heersende klassen
sidderen voor een communistische revolutie! De proletariërs hebben
daarbij niets te verliezen dan hun ketenen. Zij hebben een wereld te
winnen." Het devies van de
slotzin luidt:"Proletariërs
aller landen, verenigt u!" (1)
De
communistische arbeidersbeweging kwam niet uit de lucht vallen: onder
leiding van de arts-jurist Carl
Wilhelm Theodor Schuster (die een leerling was van de Zwitserse
liberale econoom en historicus Sismondi, aan wie Marx en Engels een
flink stuk van de grondslagen van hun theorie te danken hebben) weken
in
1834 Duitse ambachtsliedenuit
naar Parijs waar zij de Ligue
der justes
(Ligue
de la justice, Bund
der Gerechten, Bond
der rechtvaardigen)
stichtten als een soort van geheim genootschap, een internationale
christelijk-communistische beweging. In 1947 fusioneerden zij met de
Communistenbond van Marx en Engels. (2) Het jaar daarop, op 22
februari, brak de februarirevolutie uit waarin de arbeiders opkwamen
voor hun rechten. Deze volgde zowat een halve eeuw op de Franse
Revolutie (1789-1799).
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
3 juni 2022)
Verwijzingen:
(1)Karl Marx en Friedrich Engels,
Manifest der Kommunistischen Partei (Communistisch
Manifest), Brussel, 1947, in een
Nederlandse vertaling van Herman Gorter.
Olla Centesimi - Aflevering 2: Het kasteninternationalisme
Olla
Centesimi
Aflevering
2: Het kasteninternationalisme
Bestaat de term nog
niet, dan bestaan alvast de praktijken die hij dekt al een
eeuwigheid. Want het devies van Karl Marx dat luidt: "Arbeiders
aller landen verenigt u", (1) was uiteraard een antwoord op
de praktijken van de hogere klassen die zich immers altijd effectief
hebben verenigd in samenzweringen tegen hun arbeiders die zij wilden
blijven uitbuiten om aldus hun exuberante levensstijl op peil te
kunnen houden. Nationalisten zijn in dit licht uiteraard naïevelingen
omdat sinds lange tijd niet langer landsgrenzen bepalen wie al dan
niet tot 'onze' groep behoren maar wel het vermogen en het inkomen,
de graad van bereidheid tot plunderen, kortom de gewetenloosheid, om
niet te spreken van de bereidheid tot slavendrijverij en feitelijk
kannibalisme.
Zij
die zweren bij het recht van de sterkste, met andere woorden degenen
die zich ophouden wars van beschaving en humaniteit en die derhalve
ageren in die duisternissen waar men de ander alsnog straffeloos
aanvalt met het mes in de rug, hebben elkaar doorheen de ganse
geschiedenis altijd al de hand boven het hoofd gehouden en één
front gevormd tegen wie zij uitbuitten. Het "spook dat door
Europa waart" (2) is niets anders dan het noodzakelijke tegengif
tegen de klasse van de uitbuiters en de aanvang van de klassenstrijd
beoogt niets minder dan de beëindiging van dit hemeltergende onrecht
en van dit bloedvergieten. Het communistisch internationalisme wordt
aldus voorafgegaan door het internationalisme van de uitbuitende
klasse waarop het een reactie is en ter gelegenheid van de zogenaamde
pandemie was het andermaal zo klaar als een klontje dat de
samenzwering die de feitelijke slavernij bestendigt, zich vormt over
de landsgrenzen heen en wars van de voorgewende en oogverblindende
vijandschappen tussen kerk en staat of tussen naties onderling: die
onenigheid blijkt helemaal niet te bestaan waar de hogere klasse
verenigd wordt door haar gemeenschappelijke misdaad van betutteling
en uitbuiting welke haar status veilig stelt. In de vertaling uit
1900 van de Nederlandse dichter Herman Gorter begint het Manifest met
de volgende woorden: "Een spook waart door Europa -
het spook van het communisme. Alle machten van het oude Europa hebben
zich tot een heilige drijfjacht tegen dit spook verbonden, de paus en
de tsaar, Metternich en Guizot, Franse radicalen en Duitse
politiemannen." (3) De vereniging van "alle machten"
tegen dit spook (dat gelijkheid en recht nastreeft) was aldus in
feite het criminele spook van oudsher tegen hetwelke de
arbeidersbeweging reageerde. Of hoe daders er telkens weer in slagen
om hun misdaden in de schoenen van hun slachtoffers te schuiven.
Het laatst genoemde (de
systematische beschuldiging van de slachtoffers of de omdraaiing van
de dader- en slachtofferrol) is vaak een huzarenstukje dat alleen tot
stand kan komen middels de genoemde samenzweringen. Het raakt kant
noch wal doch het is een feit: kapitalisten regeren dankzij onder
meer het wrede onrecht van de kinderarbeid terwijl arbeiders en hun
kroost van hen het verwijt moeten slikken van ongeletterdheid,
ziekelijkheid, maatschappelijke achterstand en verwaarlozing. Mensen
wiens kinderen creperen ingevolge het wrede lot waarin zij door hun
uitbuiters gemanoevreerd worden, krijgen vanwege de clerus, die
altijd al met de bezittende klasse der burgerlijke machten
samenzwoor, te horen dat dit wrede lot een gevolg is van hun eigen
zondigheid en de ongelukkigen zijn door de erbarmelijke toestand
waarin zij verkeren dermate van de realiteit vervreemd dat zij dit
ook nog geloven en in plaats van te protesteren tegen de schurken die
hen dit aandoen, geloven zij hun 'herders' op hun woord en doen zij
godbetert op de koop toe ook nog eens boete!
Het Manifest verhaalt de
realiteit van de klassenstrijd doorheen de hele geschiedenis tot
vandaag de dag: meesters en slaven heten nu burgerij en werkvolk. De
industriële revolutie heeft de middenstand van weleer weggevaagd en
er zijn voortaan alleen nog fabrikanten (de kapitaalkrachtigen of de
bezitters van de productiemiddelen) en de armen die moeten werken om
den brode. Deze laatsten verdienen net genoeg om in leven te blijven
en te kunnen blijven werken maar honger ontneemt hen de illusie dat
zij zich ooit aan die ellende zullen kunnen onttrekken. De zogenaamde
vooruitgang komt aldus slechts de rijken ten goede en daarvoor staan
corrupte politici garant die alleen de belangen dienen van deze
rijken over wie Marx en Engels schrijven: "De
bourgeoisie heeft alle tot nu toe eerwaardige en met vroom ontzag
beschouwde ambten van hun heilige schijn ontdaan. Zij heeft de
geneesheer, de jurist, de priester, de dichter, de man van de
wetenschap in haar betaalde loonarbeiders veranderd. De bourgeoisie
heeft van de familieverhouding haar roerend sentimentele sluier
afgerukt en haar tot een zuivere geldverhouding teruggebracht."
(3) Het trieste gevolg is dat vaklui uiteraard niet langer voorrang
zullen geven aan prestaties en aan beroepseer doch aan loon, dat
verbijsterend genoeg gelijke tred houdt met bedrog. Mensen hebben van
geneesheren dan niet langer gezondheid te verwachten, van juristen
niet langer recht, van wetenshapslui niet langer kennis en
vooruitgang: van allen hebben zij vooreerst te vrezen dat zij in het
ootje worden genomen in de genadeloze concurrentiestrijd van de vrije
markt, die overigens voortaan de enige nog resterende vrijheid is: de
vrijheid om te beduvelen geeft carte blanche aan 'wettige dieven' en
veroordeelt alle anderen tot de slavernij. De moordende en zelf ten
dode opgeschreven wereldmarkt volgt niet uit een communistisch
internationalisme doch uit de wildgroei van het kapitaal dat ofschoon
even onpersoonlijk als de duivel, een dwingeland is die alles en
allen aan zich onderwerpt.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: