Het
(recht op) leven als koopwaar
"In een reactie
bevestigt [minister] De Block dat het inderdaad de gezondheid van de
moeder is die doorweegt. "In onze ziekteverzekering is het sinds
jaar en dag het geval dat de medische prestaties tijdens het
bevallingsverblijf volledig op de moeder gefactureerd worden, en niet
op de baby."" (1)
Nauwelijks
te geloven, maar het staat er: binnen het menselijk drama waarin moet
gekozen worden tussen het leven van de moeder en dat van haar kind,
wordt het belang van de moeder tegenover dat van haar baby
geplaatst. Begrijpelijkerwijze in de context van onze huidige
maatschappij krijgt althans principieel het belang van de moeder
voorrang op dat van de baby maar hier dan wel met het onverbloemde
argument dat het de moeder is en niet de baby die betaalt voor de
bevalling!
Om
te beginnen is een bevalling niet iets wat men koopt: het is een
natuurlijk gebeuren en meer bepaald is dat het natuurlijke gebeuren
waaraan elk van ons zijn leven dankt. Betalen doet men enkel voor de
assistentie van derden indien deze geld vragen voor hun hulp. Tussen
haakjes: omdat volgens de wet elke burger elke andere burger in nood
moet helpen, zou ook assistentie bij een bevalling principieel gratis
moeten zijn en is betaalde assistentie bij een bevalling in feite
principieel uit den boze. Maar de kwestie is hier dat een baby zijn
leven helemaal niet dankt aan deze betaalde assistentie terwijl het
omgekeerd wel zo is dat het weigeren van assistentie bij een
bevalling bijvoorbeeld omdat de moeder niet kan betalen aan
een baby het leven kan kosten.
Waar
in godsnaam ziet de minister dan een verband tussen enerzijds het
recht op leven van een persoon ten koste van een ander en anderzijds
het gegeven dat de ene betaalt voor een zekere hulp waarvoor de ander
onmogelijk kan betalen? Gesteld dat de hulp gratis was wat ze
volgens de wet principieel ook hoort te zijn dan sloeg het
argument van de minister sowieso nergens op maar levensnoodzakelijke
hulp die niet kan betaald worden mag krachtens de wet
ook niet geweigerd worden en derhalve kunnen wie ze wél kunnen
betalen zich uiteraard onmogelijk beroepen op voorrechten.
In
feite niks nieuws onder de zon want er zijn precedenten in die zin,
bijvoorbeeld waar ongeveer een decennium geleden het Europees
gerechtshof oordeelde dat een moeder haar kind mocht aborteren omdat
ongeborenen nog geen en dus geen burgers zijn en
derhalve ook geen (burger)rechten kunnen doen gelden. Over
mensenrechten geen woord in de beide gevallen: de verzwegen perverse
premisse luidt dat men pas mens kan zijn als men eerst burger is
waarachter een nog meer perverse premisse schuilgaat, met name die
van het schepsel dat zich schepper waant.
Precedenten
vindt men trouwens nog veel vroeger in de tijd, meer bepaald in het
Derde Rijk, waar de zwakkeren in de samenleving niet alleen geen
voorrang genoten maar bovendien geheel legitiem geliquideerd werden
en wel onder het voorwendsel dat een samenleving zonder zwakkeren,
een sterkere en derhalve een betere samenleving is.
Elke
mens met elementair moreel besef kan inzien dat het gezonder maken
van een maatschappij niet hoort te gebeuren door het bestrijden van de
zieken maar wel door het bestrijden van de ziekten. Om
ziekten te bestrijden, zijn hooggeschoolde artsen nodig, om
zieken om te brengen, volstaan beulen. Waar de laatstgenoemde
methode gehanteerd wordt, is allang geen sprake meer van beschaving
en kan alleen nog worden gewacht op het zich voltrekken van het einde
in de regel middels (de reeds aan gang zijnde) oorlog het
zich effectief manifesteren van het recht van de sterkste.
Achter
het ontbreken van het inzicht dat mensen onmogelijk verwisselbaar
zijn met appels, daar waar men het heeft over "het verwijderen
van de rotte appels uit de mand", schuilt een volstrekt gebrek
aan empathie en derhalve aan de solidariteit welke de
bestaansreden en aldus ook het sine qua non van elke
samenleving is. De afwezigheid van empathie heet psychopathie: het is
de onverschilligheid over welke Primo Levi schrijft dat zij erger nog
is dan de genocide waarvan hij onder Hitler een directe getuige was.
Dat
de zogenaamde liberalen het gevierde principe van het recht van de
sterkste zo ver doortrekken dat zij de zwakkeren niet langer ontzien
waar dit het eigen volk betreft, is allang geen nieuws meer; zij
aarzelen immers niet om hun duit in het zakje te doen van een extreem
rechts beleid dat maatregelen neemt waarmee het meedogenloos de
zwakkeren uit de samenleving weert door hen van hun bestaansmiddelen
te beroven. Maar dat hun onverschilligheid zich uitbreidt naar het
eigen kroost, klinkt niet alleen fascistisch maar bovendien ziek
zonder meer. Alleen al omdat op dit punt gekomen, zelfs de
solidariteit met zichzelf ontbreekt. Of lopen er dan burgers rond die
hun geboorte niet hebben hoeven mee te maken? Mensen zonder
kindertijd of lui die niet geven om hun eigen oude dag?
(J.B., 6
juli 2018)
|