Over
het jodendom
1.
Beknopte historiek
Van
oudsher hebben mensen zich gevestigd in vruchtbare gebieden, in
streken waar water is en zon en zo ligt in de Oudheid, zo'n vier
duizend jaar voor Christus, de wieg der beschavingen in drie
stroomgebieden in het Midden-Oosten, de Levant of het land van de
opgaande zon. Op de plek waar de
delta van de Nijl gelegen is, situeert zich het oude Egypte. De
Harappa of de Indusbeschaving ontwikkelde zich rond de Indus met zijn
vele bijrivieren. En in het zogenaamde land van melk en
honing, het tweestromenland of Mesopatamië waar de Tigris
en de Eufraat lopen, was er de beschaving van Sumer of de Sumerische
beschaving, de plek vanwaar de Joden stammen.
Volgens
de Bijbelse ontstaansgeschiedenis van het jodendom schiep God Adam en
Eva en zij hadden naast Kaïn en Abel nog een derde zoon, Set
genaamd, die de vader werd van Methusalem, wiens zoon Lamech was en
diens zoon was Noach. Naast Cham en Jafet was ook Sem een zoon van
Noach - Sem zou zijn naam gegeven hebben aan de Semieten, zoals de
Joden ook worden genoemd (ofschoon een andere uitleg aangeeft dat het
Semitisch alleen maar naar een taalgroep verwijst). Sem was een
voorvader van Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van Arabieren
en Joden.
De
Joden kennen een lange, bloedige voorgeschiedenis van machtsstrijd om
de troonsopvolging, te beginnen bij het Verenigd Koninkrijk Israël
of het Twaalfstammenrijk dat gesticht werd door Saul in Kanaän in
1030 voor Christus. De zoon van Saul, Isboset, verloor de troon aan
een hofdienaar uit de stam Juda, die koning David werd. Diens zoon
werd koning Salomo die het Tienstammenrijk regeerde. Uit de overige
twee stammen, die van Juda en Benjamin, ontstond het koninkrijk Juda.
Tussen
79 en 94 na Christus schreef Flavius Josephus in het Grieks de
volgens hemzelf complete Joodse Geschiedenis (Ioudaïkè
Arkhailogia of
Antiquitates
Judaicae).
De oorlogszuchtige Joden zouden rond Palestina geleefd hebben tussen
tussen
536 voor en 73 na Christus en in Judaea (toentertijd een Romeinse
provincie) vanaf 44 na Christus. Over de jaren daarna (van 66 tot 73)
vertelt Flavius Josephus in een ander werk, getiteld: De
Joodse oorlog tegen de Romeinen.
Dat
werk handelt over de verwoesting van Jeruzalem en van de tempel.
Vooraleer
zij tempels bouwden, kwamen de Joden onder Gods hoede samen in een
verplaatsbare ontmoetingstent, de tabernakel, gebouwd rond een
heilige kist, de Ark van het Verbond, waarin de twee stenen platen
met daarop de tien geboden, door Mozes van Jahweh zelf ontvangen op
de Sinaï tijdens de uittocht der Joden uit Egypte, bewaard werden.
Op die uittocht en gedurende hun oorlogen droegen de Joden Jahweh met
zich mee (als een licht dat boven de ark zweefde) om die desnoods
naar het front te sturen in de hoop aldus te zullen overwinnen.
Edoch, de Filistijnen maakten de ark buit en ofschoon aangenomen werd
dat de ark nadien in de tempel werd bewaard, is het onduidelijk wat
er verder mee gebeurde.
De
eerste tempel werd gebouwd door koning Salomo tussen 1000 en 900 voor
Christus en hij werd verwoest door de Babylonische koning
Nebucadonozor II in 586 voor Christus. De tweede tempel, de tempel
van Herodes, werd gebouwd in 515 voor Christus door de stadhouder van
Jehud, Zerubbabel; hij werd pas in 64 na Christus voltooid en amper
zes jaar later, in 70 na Christus, verwoest door de Romeinse keizer
Titus - een overblijfsel daarvan is de Westmuur of de Klaagmuur.
De
eredienst werd voortaan in de synagogen gehouden en men gelooft dat
de resten van de tempel zich bevinden onder het tempelplein op de
tempelberg waarop nu twee moskeeën staan: de zevende-eeuwse
Rotskoepel (waar Mohammeds hemelvaart plaatsvond) en de
achtste-eeuwse Al-Aqsamoskee. De tempelberg werd in de oudheid
bovenaan vlak gemaakt om gebruikt te worden als dorsvloer en dorsen
betekent dat het kaf van het koren wordt gescheiden, wat op deze plek
ook zou gebeurden met betrekking tot het mensdom, na het armageddon,
op het einde der tijden.
De
Joden en de Mohammedanen vechten om Jeruzalem, op de dorsvloer die de
tempelberg is, waar aan het begin der tijden het kaf gescheiden werd
van het koren en waar dat aan het einde der tijden opnieuw gebeuren
zou met betrekking tot het mensdom. En dat verschrikkelijke bijgeloof
heeft ervoor gezorgd dat die bloedige strijd ook vandaag in alle
hevigheid blijft doorgaan en zelfs nog uitbreiding neemt met slechts
het uitzicht op een nieuwe wereldoorlog.
8
november 2023
2. De
atoombom, de nieuwe Ark des Verbonds
De
Ark van het Verbond slaat op het verbond dat Jahweh via Mozes sloot
met zijn volk dat onder de goddelijke gratie zou vallen mits het de
wet van Mozes zou naleven - nadat het ten tijde van Noach gestraft
werd met een zondvloed die, als wij de klimatologen mogen geloven,
heel binnenkort aan een heruitgave toe is. Edoch, een herhaling van
die ramp zou in tegenspraak zijn met de belofte dat dit nooit meer
zou gebeuren in het zog van de goddelijke vergeving ten teken waarvan
toentertijd aan de hemel voor het eerst een regenboog verscheen,
vandaag symbool van de verdraagzaamheid jegens de verscheidenheid
onder de mensen.
Dat
dit alles beslist louter bijgeloof is, kan blijken uit het feit dat
dergelijke verzinsels in geen geval kunnen stroken met de
werkelijkheid maar het geloof is hardleers en om bijvoorbeeld te
kunnen verklaren waar Adams zonen hun vrouwen vandaan haalden, (men
kan het niet gekker bedenken), ontwikkelde men de theorie van de
preadamieten, de mensen die geleefd moeten
hebben voor Adam - hun bestaan moet immers verklaren hoe de zonen van
de eerste mensen aan hun vrouwen kwamen.
Zo ook waren de hemelvaart van de Heer en die van zijn (immers
onbevlekt ontvangen) moeder verklaringen waarom niemand op aarde deze
onsterfelijke mensen ooit nog tegen het lijf is gelopen.
Zoals
oorlogende primitieve stammen hun totem met zich mee droegen om hun
veiligheidsgevoel te garanderen, zo werd met de Ark des Verbonds
gezeuld van strijdperk naar strijdperk omdat men geloofde dat Jahweh
zelf er op zetelde, dat Hij aldus zijn dappere soldaten vergezelde en
bijstond: de Ark garandeerde de zege over de meest gevreesde vijanden
en zij was aldus het geheime en het meest krachtige wapen van het
uitverkoren volk. Vandaag wil men nog altijd de tempelberg innemen en
de verloren geraakte Ark onder het graniet van de rots vandaan halen
maar in feite koestert men een heel ander wapen, diep onder de grond,
in de kelders waar geen mens mag komen - het wapen mede verzonnen
door een man van joodse komaf die luistert naar de naam van Albert
Einstein.
Zoals
men de naam van God niet ijdel mag gebruiken, zo ook zwijgt men in
alle talen over de bom die, eenmaal gelanceerd, er zal voor zorgen
dat de Vierde Wereldoorlog met stenen zal worden uitgevochten, zoals
Einstein zelf het stelde. De geleerde was overigens pacifist,
socialist en antizionist en hij bedankte voor de eer toen hem het
presidentschap van Israël werd aangeboden na de dood van Chaim
Weizmann.
Weizmann,
de eerste Israëlische president, was wel een zionist. Het zionisme
is als ideologie en nationale beweging ontstaan op het einde van de
negentiende eeuw vanuit een heimwee van de Joden naar een thuisland
sinds zij ballingen waren reeds ten tijde van de Babylonische
overheersing: zij wilden zich gaan vestigen waar ooit de stammen van
Juda en Israël leefden, namelijk bij Jahweh zelf, waar koning David
zijn graf heeft, waar het Laatste Avondmaal plaatshad en waar Maria
stierf, namelijk in Jeruzalem op de Tempelberg, ook de berg Sion of
Zion genaamd.
De
Zionistische Wereldorganisatie, gesticht door Theodor Herzl en Max
Nordau, reageerde op het antisemitisme maar werkte het ook in de
hand. Zij wilden een joodse staat oprichten en wat betreft de locatie
dachten zij vooral aan ons
onvergetelijk historisch thuisland Palestina
en aan (het dun bevolkte) Argentinië. Herzl wilde de joodse
huisvesting als een soort kolonie in een vreemd land omzichtig doen
verlopen want
het komt regelmatig voor dat de regering, daartoe geprest door de
zich bedreigd voelende bevolking, een verdere toevloed van joden
verhindert.
Hij wilde het doen onder Europees protectoraat. "De
Joden (...) zullen hun eigen staat krijgen (en)
leven
als vrije mensen op onze eigen grond, en vredig sterven in onze eigen
woningen. De wereld zal bevrijd worden door onze vrijheid, verrijkt
worden door onze rijkdom en versterkt worden door grootheid..."
Met
de 'utopische' roman Altneuland
(1902)
maakte Herzl het zionisme aannemelijk ("Wij
zullen er voor Europa een bruggehoofd naar Azië vormen, een bolwerk
van de Beschaving tegen de Barbarij")
maar hij zag de autochtone Arabieren over het hoofd: "Men
moet de plaatselijke bevolking geen werk geven" (tenzij:)
"het
droogleggen van moerassen en het uitroeien van slangen".
(Daarna moet men ze) "ongemerkt
over de grens zetten".
Herzl
kon Chamberlain winnen voor de idee om de joodse staat in Oeganda te
vestigen maar hij overleed in 1904 en op zijn graf in Jeruzalem leest
men: "Wenn
ihr wollt, ist es kein Märchen".
Het jaar daarop viel de keuze op het grondgebied Palestina dat in
twee verdeeld werd. Maar sommige Joden veroordelen Herzl's droom als
een dwarsbomen van Gods plannen met zijn uitverkoren volk.
Na
het einde van W.O.II met de moord op zes miljoen Joden in de
concentratiekampen en de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki op 6 en
9 augustus 1945 met een kwart miljoen doden en nog eens zoveel
slachtoffers ingevolge de stralingsziekte, werd in 1948 Israël
gesticht dat reeds in 1966 beschikte over atoombommen - vandaag zo'n
negentig stuks. momenteel positioneren zich naar aanleiding van de
oorlog een aantal Amerikaanse vaartuigen in het oostelijk deel van de
Middellandse Zee en dat zijn geen vissersboten.
3. Op weg
naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
Men zou het joodse volk
doorheen de geschiedenis kunnen vergelijken met een thuisloos kind
dat gedoemd is om op straat te leven, rond te zwerven en te leven van
allerlei klusjes her en der waardoor het weliswaar behendig en
zelfredzaam werd en heel wat kennis verzamelde over de vele plekken
waar het geweest is maar tegelijk bleef kampen met een diepe heimwee.
Het werd uiteindelijk door een rechter toegewezen aan een pleeggezin
dat het stiefmoederlijk behandelde, of eerder nog: een placebo-thuis
waarmee het in de clinch ging toen de jaren van volwassenheid het
naar onafhankelijkheid en vrijheid deed verlangen.
Er zijn volkeren die van
nature nomaden zijn en die ook niet liever willen dan rond te
trekken, zoals bijvoorbeeld de Roma, de 'bohemiens' (i.e.: van
Bohemen) die eertijds 'zigeuners' werden genoemd, trekkers van dorp
naar dorp, begaafde muzikanten met huizen op wielen die tot voor kort
als foorkramers onze kermissen opluisterden - nu stilaan overgenomen
door grote bedrijven. Interessant is hier dat het woord 'zigeuner'
verwant blijkt met het Engelse 'gipsy' en het Spaanse 'gitano',
verwijzend naar het woord 'Egyptisch', waaruit etymologen afleiden
dat de Roma wellicht verwant zijn met de (zeshonderdduizend of
volgens de Bijbel twee miljoen) joden die in 1313 voor Christus na
hun Exodus of uittocht uit Egypte (waar ze gedurende vier eeuwen
gevangen waren) veertig jaar lang ronddoolden in de woestijn, op zoek
naar het hun door Jahweh 'beloofde land'. De twee vrouwen met de
witte hoofddoek ('bern' genoemd) links onderaan op het middenpaneel
van 'De hooiwagen' van Jeroen Bosch uit 1515 (die daarmee Jesaja
40:6-7 illustreert) zijn Roma-vrouwen. Links naast de hooiwagen,
achter de hoogmoed symboliserende paus en de keizer te paard, zijn
overigens ook joden afgebeeld met in hun midden de Antichrist:
ofschoon hij vereenzelvigd werd met de Romeinse keizer Nero, die
'zwanger was van een worm', geloofde men dat hij een jood moest zijn.
Samen met de joden werden de Roma die het transport naar Polen misten
waar zij als slaven werden ingezet, door Hitler in concentratiekampen
in Bełżec,
Sobibór en Treblinka uitgemoord. Dat lot deelden allen
die niet beantwoordden aan het racistische ideaalbeeld van een
waanzinnige utopie die aan zes miljoen onschuldige mensen het leven
kostte.
De daadwerkelijke
verwezenlijking van een (politieke, religieuze of nog andersoortige)
utopie blijkt overigens doorheen de hele geschiedenis het recept bij
uitstek voor het welslagen van gigantische catastrofen met in hun zog
onnoemelijk menselijk leed, oorlogen en genocides maar kennelijk kan
de mens het in zijn hoogmoed niet laten om aan de werkelijkheid zoals
zij is, zijn waanzin op te dringen. De katholieke kerk met haar
'heilige' missies die het kolonialisme moesten verkappen en de door
megalomanie gedreven rooftochten in alle continenten, sinds haar
bestaan doorheen de ganse geschiedenis met als voorbeeld uit de eigen
historie de droom van de door grootheidswaan gedreven vorst Leopold
II met een Afrikaans land waarvan hij de bevolking decimeerde om zich
eerst met ivoor en vervolgens met rubber persoonlijk onnoemelijk te
verrijken; de moordenaars van de autochtone bevolking van het
Amerikaanse continent in het zog van Christoffel Columbus; de
fundamentalistische islam met haar zending die de onderwerping wil
van alle mensen...
Plato's Republiek
of ideale staat was een aristocratie - de ganse werkelijkheid was in
zijn opvatting een schaduw van volmaakte (na te volgen)
ideaalbeelden, een onderneming die uiteraard tot mislukking is
gedoemd. Bij Plato gaat het om de verwezenlijking van een
verstandelijk gepland ideaal zoals onder meer het communistische. In
de vierde eeuw beschreef Augustinus' de ideale aardse staat (civitas
terrena) naar het model van de godsstaat
(Civitas Dei).
Thomas Morus' Utopia
uit 1516 is een fantasie van een collectivistisch ideaal land in de
verwezenlijking waarvan hij uiteindelijk zelf niet geloofde. De
utopieën die de revue passeren zijn niet te tellen, de dystopieën
daarentegen verwezenlijken zich kennelijk met een verbluffende
voorspelbaarheid - het best gekende voorbeeld is uiteraard George
Orwells 1984. Maar
we moeten bij het onderwerp blijven: ook Israël is een poging tot
verwezenlijking van een utopie, zoals geformuleerd door Theodor
Herzl, eerst in zijn essay Der Jodenstaat van
1896 en vervolgens in zijn roman Altneuland
van 1902, geschriften die in het licht van de huidige opflakkering
van de Israëlische kwestie enige aandacht verdienen.
4. Der
Judenstaat
(1896) van Theodor Herzl
De
ondertitel van Herzls opstel luidt: Versuch
einer modernen Lösung der Judenfrage - in
vertaling: Poging
tot een moderne oplossing voor het jodenprobleem. Het
was ongetwijfeld deze verzuchting die Hitler spottend parafraseerde
met het gebruik van de term 'Endlösung'
of
'Finale
oplossing' waarmee
hij niets minder bedoelde dan de 'Vernichtung'
of
de 'uitroeiing'
van
de joden.
Toen Herzl zijn essay schreef, was de Holocaust nog ver
af maar de joden die toentertijd vooral in tsaristisch Rusland
verbleven, waren (tussen 1881 en 1905) slachtoffer van de zogenaamde
pogroms of een soort van vervolgingen of razzia waarbij bijvoorbeeld
de huizen platgebrand werden, zoals ook gebeurde met de woningen van
de zwarten, meer bepaald om hen te onderwerpen, ten tijde van het
ivoor- en rubberschandaal in de Congo onder Leopold II.
In Rusland (vooral in Oekraïne) stierven duizenden
joden en ook na de Oktoberrevolutie van 1917 werden in de Russische
burgeroorlog honderdduizend joden vermoord door de anticommunisten -
de 'Witten', namelijk de grootgrondbezitters en de adel die hun
privileges niet wilden afstaan, precies zoals dat gebeurde in het
verzet tegen de abolitionisten in de Amerikaanse burgeroorlog van
1861 tot 1865. Berucht is de pogrom van 1905 in Jekaterinoslav
waarbij vele joodse kinderen werden omgebracht. Honderdduizenden
joden emigreerden daarop naar de V.S.
De
geschiedenis staat echter bol van de massamoorden op de joden:
tijdens de Babylonische ballingschap vanaf 597 voor Christus werden
de joden uitgemoord, in 1011 moorden de Moren hen uit in Córdoba, in
1033 en ook in 1276 in Fez in Marokko, in 1066 in Granada alsook
tijdens de Kruistochten, in 1291 in Bagdad, in 1309 in het
Nederlandse Born, tijdens de pestepidemie van 1348-'49 werden zij
vals beschuldigd de pest te verspreiden met navenante vervolgingen in
heel Europa (ook in Brussel), in 1465 werden àlle joden in Fez
vermoord, in 1506 was er in Lissabon een pogrom tegen joden op bevel
van Dominicanen met duizenden doden, in 1679 maakte een pogrom in
Jemen tienduizend doden (de joden werden daar in de woestijn
gedreven), in 1790 in Tétouan in Marokko, in 1819 in Duitsland,
daarna in Odessa door Grieken en Russen, in 1834 in Safed in
Palestina, in 1881-'84 in Rusland, in 1888 in Iran, in 1903 tot 1906
opnieuw in Rusland, onder meer in Odessa waarvan de latere
Israëlische premier Golda Meïr als klein meisje een trauma opliep,
in 1907 in Casablanca in Marokko, in 1910 in Iran, in 1912 in Fez, in
1919 in Catalonië en verder in Oekraïne (1919-1920), Palestina
(1929), Turkije (1934), Duitsland (de Reichskristallnacht
van
1938), de beruchte moordpartij op joden die met metalen staven de
schedel werden ingeslagen in Litouwen (1941), Bagdad (1941), Polen
(1946), talloze pogroms in de Arabische wereld na het uitroepen van
de joodse staat van 1948 tot 1954. De verzuchting van Herzl, het
verlangen naar een thuisland en een veilige haven, is meer dan
begrijpelijk.
5. Theodor
Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van
de Protocollen van de wijzen van Sion
In
West-Europa werden de joden vervolgd en zij vluchtten naar Rusland
waar zij (geregelde vervolgingen ten spijt) thuis waren van in de
vroege middeleeuwen en wel in die mate dat in de elfde en twaalfde
eeuw een wijk van Kiev de joodse stad werd genoemd. Edoch in 1881
werden zij valselijk beschuldigd van de moord op tsaar Alexander II
waarna zij vervolgd werden: hun huizen werden platgebrand, zij werden
vermoord, niet toegelaten tot scholen en hogere beroepen, in 1886 uit
Kiev verbannen, in 1891 uit Moskou verbannen en in 1892 kregen zij
ook nog verbod op verkiezingsdeelname. Toen de communistische
revolutie broedde, gebruikte de geheime politie van de tsaren, de
ochrana, met de bijstand van de Russisch-Orthodoxe kerk, het
antisemitisme als wapen tegen de
revolutionairen die zij ervan beschuldigden een complot te smeden
tegen de christenen en dat trachtten ze te bewijzen middels een
geschrift, de zogenaamde Protocollen van
de wijzen van Sion.
Het gaat om een fictief
verslag van een vergadering in Bazel in 1897 van complotterende
zionisten die het christendom zouden willen vervangen door de joodse
wereldheerschappij.
Het jaar voordien, in
1896 publiceerde de zionist Herzl inderdaad zijn essay Der
Judenstaat en daar omtrent plande hij ook
vergaderingen met gelijkgezinden maar dat handelde helemaal niet over
een joodse wereldheerschappij doch over de zoektocht naar een joods
thuisland teneinde eindelijk komaf te kunnen maken met de (in de
voorgaande aflevering van deze reeks vermelde) lange geschiedenis van
wereldwijde vervolging.
Dat de Protocollen een
vervalsing waren, bleek vrijwel onmiddellijk: iedereen kan nagaan dat
zij een quasi letterlijk plagiaat zijn van een oudere tekst gericht
tegen Napoleon III waarin deze keizer werd vervangen door 'de joden'
en Frankrijk door 'de wereld'. De vervalsing gebeurde door de
ochrana, de geheime politie van de tsaren.
De hocus pocus of hoax
zat, meer in detail, als volgt in elkaar. De oudere tekst waarvan zij
geplagieerd werden, dateert van 1864 en is van de hand van Maurice
Joly (1829-1878). Volgens Umberto Eco is die tekst op zijn beurt een
afschrijfsel van een werk van Eugène Sue (1804-1857) dat tevens
andermaal geplagieerd en aangepast werd, namelijk in 1868 door Herman
Goedsche. Over de authenticiteit van deze ontmaskerende bronnen kan
men overigens alle info vinden op het internet.
Niettemin ging deze
tekst een eigen leven leiden en werd hij wijd en zijd vertaald en
uitgegeven door antisemieten, vooral Islamieten en zo bijvoorbeeld
wordt ernaar verwezen als naar een 'historisch document' in het
handvest van de Palestijnse terreurbeweging Hamas. De Duitse uitgave
van 1922 kwam Hitler en zijn NSDAP goed van pas en vanaf 1967
verspreidden onder meer antisemitische islamitische fundamentalisten
zoals Faëz Ajjaz in Libanon, Syrië en Saoedi-Arabië de tekst om de
Jodenhaat aan te wakkeren. Faëz Ajjaz zou ook banden hebben met
extreemrechts in Vlaanderen, waar in 1941 Lannoo in Tielt de
Protocollen
uitgaf.
De vervalsing wordt
tevens benut in de New Age-beweging door de fantast-evangelist Robin
De Ruiter met onder meer zijn in 2017 verschenen trilogie De
13 satanische bloedlijnen: de oorzaak van veel ellende en kwaad op
aarde, een fantasie over de Illuminati of
de op wereldmacht beluste, complotterende joden en vrijmetselaars,
veelvuldig vertaald in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Turks en
Russisch. Zij worden vaker geïdentificeerd met de bankiersfamilie
Rotschild die Hitler nog zou hebben geholpen met zijn Holocaust. Naar
deze potentaten werd ook verwezen in de zogenaamde complottheorieën
naar aanleiding van de politieke perikelen omtrent de
coronapandemie.
6. Der
Judenstaat
De oorspronkelijk
titel van Herzls Der Judenstaat luidt: Gericht
aan de familie Rothschild maar de Rothschilds verwierpen
Herzls plan. Het pamflet is een basistekst van het Zionisme en
betreft de stichting van een onafhankelijke joodse staat in de
twintigste eeuw in Palestina waar de joden vandaan komen. Dit vanuit
de noodzaak om aan de joden die dat wensen een thuisland te geven
waar zij in vrijheid en vrede kunnen leven op hun eigen grond in
plaats van in Europese ghetto's, wat niet anders kan in gevolge het
antisemitisme. Maar Herzl voorzag dat het inplanten van een joodse
kolonie weerstand zou oproepen bij de autochtone bevolking van
Palestina en achtte het daarom noodzakelijk om deze onderneming te
laten plaatsgrijpen onder Europees protectoraat teneinde de
soevereiniteit van het joodse volk te kunnen verzekeren. De Engelsen
wilden zich inzetten om de stichting van Israël te steunen, wat
vastgelegd werd in de Balfour Declaration van 1926,
waarin staatssecretaris Arthur Balfour zijn steun betuigt aan Lord
Rothschild van de Brits-Joodse Gemeenschap. Nadat zich in de jaren
dertig al joden waren gaan vestigen in Palestina met inderdaad de
voorziene Arabische revolte van 1936-'39 tot gevolg, moesten de
Britten de verdere instroom van joden afremmen. Na de Tweede
Wereldoorlog, in 1948 volgde de daadwerkelijke stichting van de staat
Israël.
|