Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
25-03-2021
De inhoud is volstrekt onbelangrijk
De
inhoud is volstrekt onbelangrijk
Nog
voor de hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie in de jaren
zestig van de vorige eeuw werd de katholieke eredienst gehouden in de
vorm van de Tridentijnse mis die vier eeuwen eerder werd ingesteld
ter gelegenheid van het Concilium Tridentinum of het Concilie van
Trente, met teksten uit de tijd van Gregorius de Grote die nog bijna
duizend jaar vroeger leefde en de mis die gold in het Romeinse of
westerse deel van de kerk werd derhalve in het Latijn gelezen.
De
zondagsplicht was algemeen terwijl de overgrote meerderheid der
gelovigen analfabeet was, laat staan dat de kerkgangers het Latijn
beheersten. De celebrant sprak in de kerk de gemeenschap der
gelovigen toe in het Latijn en zij beantwoordden in diezelfde dode
taal de voorzeggingen, meestal zonder daarvan ook maar een woord te
verstaan.
Verstaan
en verstand hoefden per slot van rekening ook niet omdat
toverformules nu eenmaal werkzaam zijn van zodra zij uitgesproken
worden, ongeacht of zij worden verstaan of zelfs maar worden gehoord.
De formule werd verondersteld een geheel zelfstandige werking te
hebben zoals die van de hamer op het aambeeld of zoals die van het
voedsel in het lichaam van de eters.
In
die tijd werd de werkelijkheidswaarde van woorden kennelijk
gelijkgesteld aan die van materiële dingen, waarmee gezegd is dat
woorden toen louter als geluiden bestonden terwijl zij tegelijk veel
meer waren dan klanken omdat geluiden pas werkzaam worden als zij
formules zijn. Het gaat om het tijdperk waarin de uilen spraken en de
mensen in hun dromen met de doden converseerden en wanneer gedachten
hen te beurt vielen, hadden zij het over stemmen, ingevingen en
geesten.
Men
kan zich afvragen wat de zin kon zijn van het praten en napraten
zonder begrip van de betekenis van wat gezegd werd en misschien luidt
het antwoord dat verhalen die zichzelf vertellen, geduldige
boodschappers zijn die zich vanuit een onverstandig verleden een weg
naar de toekomst banen in de stille hoop daar op zekere dag de
ontwikkelde geesten te zullen vinden die wel ontvankelijk zijn voor
hun betekenis, als werden die verhalen ooit begraven als een soort
van appeltjes voor de dorst.
Daarnaast
echter blijkt het een gegeven dat de luidruchtige doch geestloze
conversaties die de duistere middeleeuwen vulden, veeleer de vorm
waren waarin zich de vrager en de antwoordgever als zodanig
manifesteren, of beter: het spel van enerzijds degene die beveelt en
anderzijds zij die er gehoor aan geven.
De
preekstoel verheft zich boven de andere stoelen om toe te laten aan
de prediker, alle anderen te overstemmen, te bevelen, hen met zijn
bek te pikken in een orde waarvan alle vormen voorgegeven zijn. In de
tijd van Dostojewski breidt dat preekgestoelte zich dan uit over de
hogere kringen in cultuursteden zoals Parijs en Sint-Petersburg: de
kringen die het geld opmaken dat zuur verdiend wordt door een volk
dat gedwee toehoort wanneer zij ordonneren en dicteren, dat
applaudisseert voor hun onbegrijpelijk abstracte schilderwerken en
gedichten op de kunstzinnige exposities die zij prepareren op geheime
samenkomsten met koekjes en champagne.
Maar
deden zij niet exact hetzelfde als de aanwezigen in de Tridentijnse
missen en wordt vandaag deze bevestiging van de pikorde dan niet
herhaald door enerzijds wie paraderen op de buis en anderzijds de
talloze, hulpeloze toehoorders en kijkers in hun alsmaar
ongemakkelijker wordende fauteuils?
Na
vele eeuwen praktiseren dringt het nog altijd slechts met mondjesmaat
tot onze zo makkelijk op hol te brengen hoofden door dat al die onzin
die nu wordt verkondigd bijzaak
is omdat niet in het minst de inhoud van de litanieën van belang is
doch alleen de vorm. Een priester staat vooraan om eer te brengen aan
de orde van de dingen, om te herhalen dat hij de spreekbuis is van
god in hoogst eigen persoon waaraan de toehoorders obediëntie
verschuldigd zijn: zij zeggen samen 'amen' en gaan dan slapen en in
hun dromen drukt zich de obligate orde van de dingen almaar dieper in
hun zwakke geest, werken de formules zoals zuren op hun zielen in en
manifesteert zich wie de bazen zijn en wie zich moeten voegen naar
hun eisen.
Spreken
zij Latijn? Zijn hun gedichten en hun schilderijen geheel abstract en
onverstaanbaar? Drammen zij uur na uur en dag na dag en jaar na jaar
steeds weer dezelfde absurde opdrachten en rijmelarijen door onze
arme hoofden? Anderhalve meter, mondmaskers op en maximum vier
personen samen?
Zo
traag zijn wij dan van begrip dat wij nog steeds niet merken dat de
inhoud er helemaal niet toe doet, er nooit toe deed en er ook nimmer
zal toe doen. Het gaat er slechts om dat wij belijden wat wij doen
doch niet kunnen begrijpen omdat het zonder een andere inhoud is dan
zijn hoogst eigen vorm, precies zoals het wezen van de mammon dat is,
die heerst over de wereld in dit einde van de tijden.
Theorieën
kunnen nooit de basis zijn van ongeacht welke werkelijkheid: zij
ontstaan altijd uit de praxis, altijd zijn zij hypothetisch, zij zijn
hulpmiddelen en als zodanig principieel altijd verwisselbaar voor
andere hulpmiddelen. Wij hanteren theorieën tot op het punt waar ze
niet langer kloppen en daar dwingt de praktijk ons om ze weer te
laten varen - doen we dat niet, dan zullen we tot onze eigen scha en
schande moeten leren dat de grondslag van onze theorieën de methode
van gissen en missen is en dat we daar moeten naar terugkeren op het
ogenblik dat onze vertrouwde handboeken ons in de steek laten. Gissen
en missen - dat is de praxis: wij doen iets op die manier omdat het
zo ook lukt en lukt het op een andere manier beter, dan veranderen we
meteen ook onze handelwijze en de theorie volgt.
In de
muziektheorie, bijvoorbeeld, bestaat er een leer van de harmonie, een
geheel van regels die te maken hebben met het esthetisch effect van
samenklanken en die bepalen wanneer verschillende tonen onderling
'rijmen'; het is een theorie die wiskundige en fysische gronden
heeft. Elk geluid is een geluidsgolf met een welbepaalde golflengte
en twee tonen klinken harmonieus samen als hun golflengten zich tot
elkaar verhouden zoals eenvoudige gehele getallen, met andere
woorden: als ze in elkaar passen omdat de ene golf twee of drie keer
groter is dan de andere, want op die manier vertonen die golven op
geregelde tijdstippen snijpunten, punten waarop zij samenvallen. Het
visuele beeld van harmonieus klinkende geluiden ziet er dan ook uit
als een geheel van harmonieus verstrengelde golven. Ook snaren
klinken harmonieus samen als hun lengten zich onderling verhouden
zoals gehele getallen - maar dan met die beperking dat hun spanning
constant wordt gehouden want ook die beïnvloedt de toonhoogte. Maar
dat is 'slechts' de theorie.
De meeste
mensen worden geboren met voldoende gevoel voor muziek om spontaan te
kunnen horen of een zeker samenspel welluidend is of niet. De meesten
onder ons kunnen harmonieën van disharmonieën onderscheiden zonder
ook maar enige notie te hebben van de harmonieleer of de
muziektheorie. Vanzelfsprekend is dat zo, want uiteraard is de
theorie afgeleid uit de praxis: we ervaren een samenklank als
'schoon', we onderzoeken hoe dat komt en we vinden allerlei fysisch
gegronde wetten.
Componisten
moeten op school de harmonieleer studeren maar wanneer zij
componeren, passen zij die toe zonder erbij na te denken. Zij kunnen
dat doen 'op het gevoel af', niet omdat ze de theorie onder de knie
hebben maar omdat ze beschikken over een aangeboren gevoel voor
muzikaliteit dat veel sneller en efficiënter werkt dan ongeacht
welke theoretische berekening.
Hetzelfde
geldt voor de kleurenleer: de fysische gegevens van de golflengten
van licht en de gevoeligheid van specifieke kleurenreceptoren in onze
ogen kunnen theoretisch in kaart worden gebracht en op grond daarvan
kunnen wetten worden geformuleerd die samen een kleurenleer vormen,
maar een begaafd schilder gaat niet aan het rekenen wanneer hij
kleuren mengt en aanbrengt op het doek: hij werkt louter op grond van
gevoel voor schoonheid en dat gevoel is uiteindelijk ook de ultieme
maatstaf.
Klanken en
kleuren zijn zintuiglijke zaken en ofschoon het intellectuele zijn
aandeel heeft in het verwerkingsproces dat de ervaring van schoonheid
mogelijk maakt, voltrekt zich dat proces quasi volledig onbewust: het
bewuste wordt vrij gehouden voor de beleving waar het om te doen is.
Componisten
die componeren op grond van alleen maar de regels van de
harmonieleer, overtreffen in hun kunde de computers niet. Het werk
van kunstschilders dat zich louter richt naar de voorschriften van
een kleurenleer is eveneens slechts programmatoepassing iets wat
ook computers kunnen. De muziek van deze lieden kan weliswaar klinken
zoals die van Bach maar zij is nimmer origineel en altijd zeer
beperkt.
Van kunst
kan pas sprake zijn waar vrijheid heerst, een onmisbare voorwaarde
voor originaliteit. En wonder genoeg zal, eens deze vrijheid
gerealiseerd wordt, de muziek ook zichzelf schrijven en het
schilderwerk zal uit zichzelf ontstaan, het gedicht fluistert zich in
het oor van de dichter, de waarheid zelf spreekt tot de profeet. Het
sublieme kon niet anders zijn dan zoals het is omdat het anders niet
subliem zou zijn, terwijl het zich tegelijk in een eindeloos aantal
vormen kan manifesteren. Spinoza identificeerde het ware met het
noodzakelijke maar misschien vergat hij een dimensie die althans
binnen het geijkte denken niet zichtbaar wordt omdat zij danig
paradoxaal blijkt.
Niet alleen
de kunsten vertonen de bijzondere kenmerken waar hoger naar verwezen
wordt: ook in de wereld van de wiskunde duiken mensen op die wel een
zintuig lijken te hebben voor getallen zoals schilders een zintuig
hebben voor kleuren en zoals componisten puur zintuiglijk harmonieën
aanvoelen. Daarom ook is het denkbaar dat heel wat wetenschappelijke
sectoren kunnen benaderd worden zoals dat met de kunsten het geval
is.
Architectuur
is weliswaar grotendeels wis- en natuurkunde, materialenleer,
scheikunde en zelfs meteorologie maar de gulden snede en de fractalen
die ook in de natuur opduiken, hebben alles te maken met schoonheid
en harmonie: er kunnen inzake bouwwerken wel degelijk verbanden zijn
tussen enerzijds stevigheid en soliditeit en anderzijds schoonheid,
harmonie of esthetische compositie. En zo blijkt ook naar het zeggen
van artsen de geneeskunde niet slechts een loutere kunde maar ook
voor een groot deel een kunst te zijn, een aanvoelen, waarbij
inschatting een voorname rol speelt en gevoel voor evenwicht.
Is het dan
niet altijd zo dat schone mensen ook gezonde mensen zijn, dan is het
toch dikwijls het geval dat ziekten en systemische tekorten fysiek
zichtbaar kunnen worden en meer bepaald als esthetische tekorten. Het
is daarom ook niet ondenkbaar dat er kwakzalvers bestaan die hun naam
danken aan hun volstrekte onwetendheid inzake de hedendaagse
gezondheidsleer en aan de grilligheid van hun eigenzinnige theorieën
maar die er toch in slagen om mensen van bepaalde kwalen af te helpen
omdat zij die benaderen met 'zintuigen' die bij de meesten onder ons
onderontwikkeld zijn gebleven.
Klinkt dit
enigszins ongeloofwaardig, dan moet men maar eens nadenken over het
feit dat honden die daartoe worden opgeleid met hun reukzin kanker
kunnen herkennen. Of aan zekere insecten of zelfs planten die - God
mag weten hoe - zichzelf beschermen tegen invloeden van het milieu
door een spontane chemische respons, een onmiddellijke vorming van
effectieve stoffen: zij denken niet na maar zij doen wat passend is
om te overleven en zij 'weten' ook hoe ze het moeten doen, welhaast
op de manier waarop water feilloos zijn weg vindt naar de
allerdiepste plekken.
Het
Emmanuel Ziekenhuis te Wetteren werd destijds genoemd naar een
kloosterzuster die daar werkte. Dokter P. Gillis die in de naoorlogse
periode huisdokter was in de streek, vertelde dat hij zich tot de
zuster in kwestie richtte wanneer het stellen van een diagnose hem
lastig viel. De zuster hoefde de patiënt slechts even te zien om
feilloos te kunnen bepalen aan welke kwaal hij of zij leed.
(J.B.,
24 maart 2021)
23-03-2021
De hergeboorte van de kwakzalverij - Aflevering 2
De
hergeboorte van de kwakzalverij
Aflevering
2
Er
zijn mensen die zowaar geloven dat onze vrijheid ermee gediend zou
zijn wanneer de uitoefening van ongeacht welk beroep werd overgelaten
aan de willekeur: kwakzalvers zouden dan mogen opereren naast
gestudeerde en gediplomeerde dokters precies zoals
amateurkunstschilders vandaag aan de slag kunnen naast grafische
kunstenaars met een gedegen opleiding aan de academie.
Wat
betreft die laatste groep is het echter wel zo dat van lesgevers in
de schilderkunst in door de staat gesubsidieerde scholen, musea en
nog andere instellingen wordt geëist dat zij een diploma kunnen
voorleggen terwijl onze ministers geheel zonder scrupules ons
belastingengeld spenderen aan het subsidiëren van beroemde
kunstenaars en aan de aanschaf van hun kostbare werken zonder dat het
ook maar in hen opkomt om zich af te vragen of de artiesten in
kwestie wel gediplomeerd zijn en tegen die handelwijze heeft bij mijn
beste weten ook nooit een mens verzet aangetekend.
Hij
die kan,
doet;
hij die niet
kan,
onderwijst,
is een tegelspreuk die niet
zomaar uit de lucht komt vallen: in feite illustreert zij een alles
behalve onschuldige maatschappelijke hypocrisie, welke verwant is aan
de bijzonder arrogante pretentie dat het burgerschap het fundament
zou zijn van het mens-zijn in plaats van andersom - een pretentie
waarvan de algemeen gangbaarheid zich manifesteert in de problematiek
van de sans-papiers: wie niet beschikt over een geboorteakte, kan
niet bewijzen dat hij bestaat en wordt derhalve niet alleen als
burger onbestaande geacht maar ook als mens. Dezelfde aanmatiging
zorgt er immers voor dat de staat zich gedraagt als de oorsprong en
de bron van kunstenaars en kunst: het bestaan van instituten die
pretenderen van mensen kunstenaars te kunnen maken, bewijst dat het
de staat met haar waanzin menens is.
Er
zijn er nu die beweren dat de geneeskunst te lijden heeft onder
hetzelfde juk van wat misschien wel totalitarisme kon heten: door
zijn muziekpartituren te ondertitelen met A.M.D.G. (*) getuigt de
componist Johann Sebastian Bach dat hij met zijn muziek lof wil
brengen aan zijn schepper maar Hitler, Stalin en Mao wilden dat 'hun'
kunstenaars lof brachten aan de afgod vadertje staat die pretendeerde
hun muze te zijn en aan de oorsprong te liggen van hun kunst en
kunde.
Dat
zij die het niet kennen alsnog worden toegelaten om het te
onderwijzen heeft vanzelfsprekend alles te maken met cliëntelisme:
klant is koning
en wie bij ons kopen, hebben een streepje voor omdat onze manier van
handeldrijven gehoorzaamt aan het devies: voor
wat, hoort wat, dat
een mutant is van de regel: een
oog voor een oog, een tand voor een tand
welke het beginsel van de wraak uitdrukt alsook de wet van het recht
van de sterkste, afkomstig van de natuurlijke wet van the
survival of the fittest.
Derhalve is cliëntelisme kenmerkend voor totalitarisme en de twee
staan haaks op wat wij kennen als beschaving of humaniteit. Maar het
beginsel dat zij die het niet kennen, het alsnog mogen onderwijzen,
impliceert uiteraard niet
dat zij die het onderwijzen, het niet
zouden kennen of kunnen. De kwestie is alleen dat de twee niet
noodzakelijk samenvallen: iets kunnen en als zodanig erkend worden,
vallen alleen altijd samen in een ideale en dus onbestaande wereld.
In de echte wereld bestaat het dat een schilder in zijn hele leven
niet één werk kan slijten en zich uit wanhoop op
zevenendertigjarige leeftijd een kogel door het hoofd jaagt terwijl
na zijn dood de geringste van zijn schetsen alleen nog te vinden zijn
in de zwaarst bewaakte musea ter wereld. In het echte leven is het
mogelijk dat de grootste lapzwans president wordt van een wereldrijk.
Met
andere woorden valt er misschien wel iets te zeggen voor het
standpunt dat men niet zozeer of dan toch niet uitsluitend moet
oordelen op grond van officiële maatstaven: waar regels bepalen wat
schoon is, heeft de kunst opgehouden te bestaan omdat creativiteit
alles behalve programmeerbaar is: computers kunnen niet componeren,
schilderen of dichten en waar artiesten dat doen naar het voorbeeld
van machines, is de kunst allang een stille dood gestorven. Waar een
comité het volk voorhoudt alleen nog te luisteren naar het
'officiële nieuws', heeft Big Brother zijn intrede gedaan en werd
het einde ingeluid van niet alleen de waarheid maar tevens van de
mens die immers uit de waarheid voortkomt, daar de waarheid God is
die hem schiep. Waar instellingen zich het monopolie toe-eigenen over
het goede en zij derhalve pretenderen aan de basis te liggen van het
menselijk geweten, werd het licht dat goed van kwaad kan
onderscheiden uitgedoofd en werd de mens beroofd van zijn kostbaarste
bezit - zijn vrijheid.
Misschien
moet erkend worden dat het schone niet datgene is wat overeenkomt met
de zogenaamde regels van de kunst die men op de schoolbanken kan
leren - wat dan ook niet betekent dat het schone daar perse moet mee
vloeken: schoon is daarentegen wellicht wél wat mensen exalteert,
verrukt, boven zichzelf verheft, bevrijdt uit de dode stof, vol
blaast met geest, ja, onsterfelijk maakt, al is het maar voor één
enkel ogenblik. Misschien moet erkend worden dat waar is, wat werkt:
true is what works,
zoals de pragmatici zeggen, wat dan ook niet wil zeggen dat men zich
moet vastpinnen op die ene regel. En ook voor het goede bestaan
voorwaar helemaal geen voorschriften: wie geloven niet te zondigen
omdat zij nauwgezet alle regeltjes van hun religie in acht nemen,
hebben zichzelf herleid tot de contradictie van een levenloos want
willoos en onvrij wezen dat gelooft zich te kunnen verzekeren tegen
het doen van kwaad terwijl het zich aldus beroofd heeft van het
vermogen om het goede te doen dat immers voor alles vrijheid vereist.
En om
nu terug te komen op de kwestie van de kwakzalvers: misschien moeten
diegenen als geneesheer worden erkend die daadwerkelijk genezen,
zoals de Nazoreeër, die immers ook niet afgewezen werd omdat hij een
diploma miste toen hij de bezetene bevrijdde van een legioen aan boze
geesten, toen hij Lazarus opwekte uit de dood of het dochtertje van
Jaïrus. Edoch, deze erkenning vergt vooreerst de erkenning van de
waarheid en dat zulks geen sinecure is, bewijst de geschiedenis zelf:
het volk zelf verkoos geheel democratisch de vrijheid van een
moordenaar (2) boven die van een genezer, die prompt werd omgebracht.
(J.B.,
23 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
A.M.D.G. Is de afkorting van het Latijnse gezegde Ad Majorem Dei
Gloriam, dat betekent: Tot meerdere eer en glorie van God.
(2)
Met name Barabbas. Zie: Mattheüs
17:14-26.
22-03-2021
De hergeboorte van de kwakzalverij - Aflevering 1
De
hergeboorte van de kwakzalverij
Aflevering 1
Zieken
moeten geholpen kunnen worden en met het oog op het bieden van (de
best mogelijke) medische hulp worden mensen opgeleid tot arts en dan
als zodanig wettelijk erkend. Studenten die niet slagen voor een vak,
worden terecht beschouwd als onbekwaam en zij krijgen dan ook niet
het recht om het vak in kwestie uit te oefenen en uiteraard wordt dat
recht sowieso onthouden aan wie helemaal geen opleiding hebben gehad:
dat geldt voor elk vakgebied en dus ook voor de geneeskunde. Wie zich
dan wars van alle wettelijke bepalingen alsnog aan anderen gaan
opdringen als genezers, maken zich schuldig aan een vergrijp genaamd
kwakzalverij. Al moet hier volledigheidshalve worden aan toegevoegd
dat ook artsen die eigenzinnige geneesmethoden aanwenden, van
kwakzalverij beschuldigd kunnen worden.
Kwakzalvers
brengen het leven van anderen in gevaar omdat zij onder valse
beloften mensen kunnen afhouden van daadwerkelijke hulp of hen met
oneigenlijke behandelingen alleen maar zieker maken. Soms doen zij
dat opzettelijk, bijvoorbeeld omdat zij munt proberen te slaan uit
het leed en de onwetendheid van anderen maar veel vaker wordt dit
bedrog nog overtroffen door een specifiek zelfbedrog, namelijk een
ziekelijke zelfoverschatting - een grootheidswaan - vanuit een
volstrekte afwezigheid van zelfkritiek gekoppeld aan een even
schromelijke onderwaardering van de rechtsstaat en van het beroep in
kwestie.
De opkomst
van kwakzalverij in recente jaren vormt een bedreiging voor de
volksgezondheid en zij kan grotendeels verklaard worden door een
groeiend en vaak terecht wantrouwen in de reguliere geneeskunde die,
net zoals vele andere maatschappelijke sectoren, in de kwalijke greep
zit van een kapitalistische economie. Die berust namelijk op de
perversie van de middeldoelomkering waarbij in dit specifieke geval
niet het bieden van hulp aan de zieke vooropstaat maar wel het maken
van winst middels het voorwenden van hulp. De hulp is dan niet langer
het doel maar het als doel voorgewend middel terwijl het
ruilmiddel (geld) wordt nagestreefd als doel. Niet het genezen van de
zieke maakt de genezer gelukkig doch het bekomen van winst.
In
neoliberale maatschappijen gaat deze perversie zo ver dat aan de
zieke die niet (meer) kan betalen, hulp wordt onthouden: iemands
ziekte wordt als chantagemiddel aangewend, als middel om hem geld te
ontfutselen. Het buitenproportioneel financieel succes waarop de
farmaceutische industrie vandaag boogt, kan de feitelijkheid van deze
rampzalige gang van zaken alleen maar waarschijnlijker maken. In de
etalage van de winkel van een nochtans regulier gestudeerde apotheker
vindt men steeds meer prullen die met geneesmiddelen helemaal geen
uitstaans hebben maar die wel geld in het laatje brengen omdat zij
door bedrieglijke reclame worden gepromoot.
Het
spookbeeld van de hel in een hiernamaals lijkt met de afgang van de
religies vervangen door het spookbeeld van een hel in het
hiernumaals: de vrees om kwaad te ondergaan is in de plaats gekomen
van de vrees om kwaad te doen. In wat andere bewoordingen betekent
deze fundamentele omslag dat samenwerking nu werd vervangen door
concurrentie: het recht van de sterkste of de wet van de jungle
verovert steeds meer terrein op een beschaving met christelijke
fundamenten.
De genoemde
aberratie kan nu echt dusdanige proporties aannemen dat regulier
geproduceerde waren en diensten op den duur niet alleen waardeloos
maar bovendien echt schadelijk worden zodat mensen hun toevlucht gaan
nemen tot de clandestiniteit: zij trekken hun plan met eigen middelen
en met de hulp van leken die het al niet slechter meer kùnnen doen
dan de loonslaven in dienst van bedrijven die nog louter gebrand zijn
op geldelijk gewin. We zijn steeds vaker beter af als we zelf onze
haren knippen en onze kamers behangen, als we een buurvrouw als
babysit inschakelen, als we onze aardappelen kopen bij een hobbyist
of als we een oudere klasgenoot van Benjamin vragen voor het geven
van bijles: geen van hen is gediplomeerd of werkt regulier maar zij
presteren exact wat wij verlangen.
Zo ook is
het niet ondenkbaar dat langdurig zieken na een uitputtende calvarie
in het reguliere circuit, wel moeten aankloppen bij de zelfverklaarde
genezers omdat dit de allerlaatste optie is. Evenmin ondenkbaar is
dan het alsnog optreden van genezing: niet zozeer ingevolge een
wonderbaarlijke behandeling maar doordat een einde gekomen is aan de
ziekmakende werking van de reguliere geneeskunde zoals intussen een
halve eeuw geleden door Ivan Illich beschreven in zijn Medical
Nemesis.
(J.B.,
22 maart 2021)
17-03-2021
Een psychose met verworven rechten
Een
psychose met verworven rechten
In
mei van dit jaar publiceerde René Stockman, die een congregatie
leidt die zich wijdt aan de verzorging van geesteszieken, het
opiniestuk: Gender,
een gevaarlijke dwaling.1
Het artikel is een reactie op de menselijke evolutie naar meer
zelfbeschikking en dit specifiek met betrekking tot de seksualiteit.
Stockman vindt dat onze zelfbeschikking te groot wordt en dat men
zich wat betreft de seksualiteit niet moet verlaten op wat de
wetenschappen leren en op wat de democratie wil maar dat men zich
moet onderwerpen aan de voorschriften uit de bijbel, die volgens het
katholieke geloof het woord van God is.2
- Omsk Van Togenbirger,
we hebben de tekst hier bij de hand: wat moeten wij denken over dit
geschrift van de generale overste van de Broeders van Liefde? Dwalen
de hedendaagse wetenschappers zoals de kerk dat ook beweerde over de
middeleeuwse sterrenkundigen zoals Giordano Bruno die op de
brandstapel belandde wegens ketterij? Of dwaalt de kerk?
OVT: De kerk is ervan
overtuigd dat zij niet kan dwalen, zij wordt immers geleid door God
zelf. Ja, ik zie je glimlachen maar weet dat waanzin zich niet van de
wijs laat brengen! Wie in een psychose gevangen zitten, geraken daar
niet zomaar uit!
-
Is het geloof dan een psychose?
OVT: Een psychose met
verworven rechten. Kijk, de katholieke mensvisie is wezenlijk
psychotisch, ze huldigt het middeleeuwse principe 'quod non est in
scriptis, non est in mundo'3,
wat inhoudt dat men ernaar streeft om de realiteit aan te passen aan
de eigen meningen, zoals men ook deed inzake de sterrenkunde, wat
achteraf absurd bleek. Absurd is het dit keer ook maar vandaag zou
men beter moeten weten! In het nieuwe mensbeeld daarentegen erkent
men nederig de realiteit en schikt men zijn opvattingen zo goed
mogelijk naar de werkelijkheid en dat is wetenschap.
-
Stockman
heeft het aan de stok met het begrip 'gender': "'gender'
staat voor de gedrags- en identiteitsaspecten van geslacht, ter
onderscheiding van lichamelijke en biologisch aspecten",
zo schrijft hij en zijn kritiek luidt: "De
natuurlijke band tussen enerzijds de lichamelijke en biologische
kenmerken die het geslacht van iemand bepalen en anderzijds de
identiteit en het corresponderende gedrag dat hij of zij hiermee
vertoont, wordt verbroken."
OVT: Zijn de lichamelijke
en biologische kenmerken die het geslacht van iemand zouden moeten
bepalen dan altijd zo eenduidig? Bovendien hebben de identiteit en
het corresponderende gedrag niet alleen te maken met de zichtbare
kenmerken maar ook met wat nog verborgen ligt in de hersenen, met
ervaringen en met psychische zaken. Voorhouden dat er alleen mannen
en vrouwen bestaan en bovendien voorschrijven aan welke verwachtingen
zij dan moeten voldoen, maakt mensen ongelukkig die zich in geen van
de twee voorgeschreven geslachten kunnen vinden, hetzij om fysieke
redenen hetzij om andere. A propos: het vertrekpunt is een
begrippenpaar - man-vrouw - en dat wordt niet in vraag
gesteld.
-
Stockman klaagt aan dat mensen zelf hun geslacht
kunnen kiezen, hun gender, zonder nog rekening te moeten houden met
hun biologische identiteit, zo schrijft hij.
OVT: Laat ik eens een
vergelijking maken. Stel dat wij geconfronteerd worden met een kat
die blaft. Ga je dan zeggen tot dat dier: jij mag niet blaffen want
je bent een kat, een kat hoort te miauwen, wat jij doet is tegen je
natuur? Als je zo oordeelt, wil je dat de feiten zich schikken naar
jouw kennis ervan, nietwaar? Als bovendien je kennis zich beperkt tot
wat een zesduizend jaar oud geschrift over die zaken zegt omdat je
gelooft dat dit de waarheid is dan is de waanzin wel compleet, zo
dunkt mij. Wel, dat is wat Stockman doet als hij oordeelt dat men
zich moet voelen zoals men eruit ziet of dus zoals mensen van jou
verwachten dat je je voelt. En dat is bovendien geen gewone psychose:
in een psychose wil je dat de werkelijkheid zich naar je eigen mening
schikt maar hier wil je dat de werkelijkheid zich schikt naar
andermans mening. Te gek voor woorden. En dan die biologische
identiteit: men doet alsof dit een objectief gegeven is maar men ziet
over het hoofd dat de daarvoor toegepaste criteria van menselijke
makelij zijn. Dit is een ode aan het blinde handelen en derhalve
godslasterlijk omdat wij geboren zijn met het vermogen om kennis te
ontwikkelen.
-
Bestaat er dan helemaal geen natuurlijkheid meer?
OVT: Kijk, laat ik eens een
vergelijking maken uit de rekenkunde. Je weet wat natuurlijke
getallen zijn? 1, 2, 3 en zo voort, er zijn er oneindig veel
en men kan ze allemaal bekomen door er telkens eentje bij te tellen.
Ze zijn allemaal natuurlijk, maar we zijn al aan het tellen,
nietwaar? Optellen, dat moeten we immers doen om de hele rij te
bekomen. Maar uit de bewerking van het optellen komt de bewerking van
het aftrekken voort, dat kan niemand verhinderen die aan het rekenen
gaat en wat gedaan als men een groter getal van een kleiner gaat
aftrekken? 3-5 bijvoorbeeld? Moet men dan zeggen dat dit niet
gaat? Wel neen, we zullen zeggen dat 3-5 gelijk is aan -2
en dat is dan een negatief getal. -2 appelen vindt men niet in
de natuur maar misschien wel in de mensenwereld, meer bepaald als het
aantal appelen dat iemand aan een ander verschuldigd is. Het
vermenigvuldigen van natuurlijke getallen brengt wel natuurlijke
voort maar van vermenigvuldigen komt algauw delen en wat gezegd van
4:3? Of 10:3? Dat laatste is een irrationeel getal, men
kan het niet eens gewoon schrijven want aan het aantal cijfers na de
komma komt geen eind. En een rekenkundige kan die 'onnatuurlijke
getallen' toch niet uitsluiten? Ze komen immers vanzelf voort uit de
natuurlijke van zodra men er simpele bewerkingen gaat op uitvoeren.
Wel dan, het leven is geen dode natuur en zeker geen dood geschrift
in een dode taal. De veranderingen die het leven ondergaat zijn ook
veel complexer dan simpele rekenkundige bewerkingen. Wie willen dat
het leven zich schikt naar dode letters en wie op grond daarvan alle
leven dat dit weigert te doen, uitsluit, die willen dat alleen de
dood bestaat. Wanneer de generale overste van een congregatie van
mensen die geesteszieken verzorgen, er dergelijke meningen op
nahouden, dan vraag ik mij niet alleen af of zij niet geestesziek
zijn maar tevens vraag ik mij dan af of zij geen geesteszieken maken.
-
Stockman heeft het over een nieuwe ideologie met
wortels in het feminisme: "Totale gelijkheid tussen
man en vrouw werd het streefdoel en het wegwerken van alle
verschillen die de vrouw maar op enige manier zou kunnen
discrimineren", zo schrijft Stockman en dan verklaart
hij dit: "Niemand zal twijfelen aan het belang van de
totale gelijkwaardigheid van man en vrouw, maar daarvoor hoeft men
zijn eigen seksuele identiteit niet te verloochenen.
Gelijkwaardigheid is nog steeds iets anders dan gelijkheid!"
OVT: Kennelijk heeft de
auteur geen oog voor het feit dat het protest der feministen precies
gaat over de gelijkheid als mens ondanks de geslachtelijke
verschillen: als wie solliciteren voor een job in het onderwijs
minder kansen hebben als zij vrouw zijn, is dit een onrecht en aan de
basis daarvan ligt het onterecht relevant achten van het geslacht
voor de functie. Het geslacht is van geen betekenis voor de functie
van leraar en in dat opzicht zijn man en vrouw gelijk, daarover gaat
de hele discussie. Waar die menselijke gelijkheid geloochend
wordt, is sprake van discriminatie en van onrecht. Zo ook zijn
zwarten en blanken als mens niet gelijkwaardig maar gelijk zonder
meer. Zegt men dat zij als mens gelijkwaardig zijn, dan zegt men dat
ze als mens verschillen. Maar het menszijn is verstrengeld met het
man-zijn, met het vrouw-zijn of met het nog-anders-zijn en daarom is
er onrecht waar men de realiteit van dit nog-anders-zijn miskent. Het
onvermogen om zijn opvattingen in overeenstemming te brengen met de
werkelijkheid - de werkelijkheid van in dit geval het feit dat er
interseksen bestaan, homo's en nog andere seksuele varianten naast de
man en de vrouw waarvan sprake in Genesis - is wezenlijk psychotisch.
-
Stockman
ziet "de
steeds voortschrijdende verabsolutering van de autonomie en de
zelfbeschikking"
als boosdoener in het ontstaan van de gendertheorie.
OVT:
Nogmaals, de gendertheorie is niet uit den boze en waarom zou
zelfbeschikking uit den boze zijn? Zelfbeschikking is een
goede zaak omdat heteronomie betekent dat het eigen leven afhankelijk
wordt van de beschikking van derden, wat impliceert dat men ervan
uitgaat dat mensen ongelijk zijn want men kent aan bepaalde mensen
het recht toe om over anderen te beschikken. Meer bepaald is dat
lijfeigenschap!
-
Dan
schrijft Stockman dat bijgevolg "de
snelle opgang van de gendertheorie alles te maken heeft met de
maatschappelijke revolutie waarin we ons momenteel bevinden."
OVT: Die maatschappelijke
evolutie is inderdaad abolitionistisch: de wereldgemeenschap wil af
van de slavernij. De kerk wil er kennelijk naar terugkeren.
-
Stockman
schrijft dat men overdrijft met autonomie: "Vanaf
de jaren '60-'70 van vorige eeuw is men doorgeslagen",
zo schrijft hij: "men
is deze autonomie en zelfbeschikking gaan koppelen aan het streven
naar absolute vrijheid en het afschudden van alle banden die deze
vrijheid zou kunnen belemmeren."
OVT: Dit is volstrekt
onjuist en uitgerekend de democratie staat daarvoor borg. In de
democratie wordt de individuele vrijheid beperkt door wetten die in
functie staan van het waarborgen van de vrijheid voor iedereen
alsook in functie van de noden van de gemeenschap in zoverre deze
instrumenteel is voor de persoonlijke vrijheden - behalve in zekere
communistische dictaturen.
-
"Voor
de vrouw",
aldus Stockman, "betekende
dit onder andere los komen van de band tussen seksualiteit en
voortplanting, waarbij de artificiële anticonceptie het antwoord
gaf."
OVT: Artificialiteit is
geen zonde en natuurlijkheid is evenmin een heil: zonder menselijk
ingrijpen is overleving voor de mensheid onmogelijk, gebeurlijk ook
op het vlak van het voortbestaan van de soort, ongeacht of het gaat
over anticonceptie of over kunstmatige bevruchting. Er is een
toestand denkbaar waar artificiële anticonceptie het einde van de
soort ingevolge overbevolking zou kunnen verhinderen.
-
Een vreemde zin vind ik deze: "Voortaan
zou men seksueel kunnen genieten waarbij men het krijgen van kinderen
bewust uitsloot, hetgeen ook tot een enorme denataliteit in het
Westen heeft geleid, met alle maatschappelijke gevolgen van dien."
OVT: In die zinswending
ontwaart men de verborgen opvatting dat het kroost de straf is voor
het seksueel genot: wie seksueel genieten, mogen zich ook niet
onttrekken aan de natuurlijke gevolgen ervan. Die opvatting is niet
houdbaar, zij gaat uit van het denken in termen van wraak: 'voor wat,
hoort wat'. Ook de opvatting dat kinderen krijgen het doel is van
seksuele betrekkingen is niet houdbaar en wel om dezelfde redenen
waarom de theorie van het 'intelligent design' niet houdbaar is. Maar
tegelijk wordt een gebrek aan kroost - de 'denataliteit' - een straf
genoemd, zodat in feite gezegd wordt dat de aanvankelijke straf
noodzakelijk is. Bovendien worden de zaken hier op hun kop gezet
omdat het overbevolkingsprobleem ontkend wordt. Op de koop toe heeft
de paus nog niet zo lang geleden gezegd dat wij niet mogen kweken
zoals de konijnen...
-
Stockman noemt de abortuskwestie een uitwas van de
overdreven zelfbeschikking: 'baas in eigen buik'.
OVT: Dat is een andere
problematiek, de twee mogen niet vermengd worden. Zelfbeschikking
betekent immers ook dat men niet mag beschikken over het leven van
een kind en dat het nog niet geboren is, doet daar helemaal niets aan
af. Daar spreekt men zichzelf inderdaad tegen.
-
Een ander gevolg, zegt Stockman, is de ondermijning
van het huwelijk dat immers die absolute vrijheid belemmert, de
vrijheid om zich met meer dan één persoon te verbinden.
OVT: Het huwelijk wordt
niet verboden, integendeel, het wordt ook ingevoerd voor homo's!
Iedereen blijft de vrijheid behouden om zich al dan niet met één
persoon te verbinden, zoals iedereen ook vrij is om al dan niet
kloostergeloften af te leggen. Neen, aan die vrijheid wordt helemaal
niet geraakt! Wel waar is dat het huwelijk niet meer kan opgelegd of
afgedwongen worden en dat bijvoorbeeld ook binnen het huwelijk sprake
kan zijn van verkrachting en is dat dan geen vooruitgang? Gelukkig is
vandaag de oeverloze ellende aan het licht gekomen die resulteerde
uit de hypocriete moraal van destijds waar feitelijk het recht van de
sterkste heerste onder een dekmantel van geloof en trouw. We mogen
ook niet vergeten dat bijvoorbeeld Abraham vele vrouwen had,
polygamie was toentertijd kennelijk geen obstakel voor Jahweh: het
huwelijk is een relatief jonge uitvinding.
-
"Waarom zou een man zich moeten binden aan
een vrouw, wanneer hij of zij zich eerder aangetrokken voelde tot
iemand van hetzelfde geslacht?", zo schrijft Stockman
op een wat verwijtende toon.
OVT: Andermaal een verkapt
pleidooi voor lijfeigenschap: waarom zou een derde aan iemand dat
recht mogen ontzeggen!? En dat de seksualiteit kan gescheiden worden
van de gezinsvorming blijkt uit de praktijk van de instellingen voor
wezen maar ook uit de praktijk van adoptiegezinnen en uit de praktijk
van het onderwijs dat dan toch een belangrijk deel van de opvoeding
van de ouders overneemt en is dat dan schadelijk voor de kinderen?
Veel schade wordt toegebracht door vooroordelen welke al te vaak in
het leven geroepen worden door irrationele geloofsovertuigingen.
-
Stockman heeft het over "het
duidelijke verschil tussen de XY en de XX chromosomen bij mannen en
vrouwen."
OVT: Ik ben geen specialist
ter zake maar ik kan mij inbeelden dat zekere beoefenaars van de
medische wetenschappen hier steigeren. Ik beperk mij hier tot de
vraag: wat gedaan met de interseksen? Jammer dan voor de onvolmaakt
geachten op deze wereld? Enkel rechten voor wie beantwoorden aan
dictatoriale voorschriften? Of kiezen wij dan toch voor de democratie
die dit onrecht voorkomt?
-
"Vanouds vonden ouders het logisch hun kinderen
in lijn met hun biologische identiteit op te voeden, zelfs indien ze
een kind van het andere geslacht hadden gewenst.",
zo schrijft Stockman.
OVT: Er zijn nog dingen die
men vroeger logisch of normaal vond. Abraham vond het normaal zijn
oudste zoon te onthoofden en op de brandstapel te offeren aan Jahweh.
-
De moderne opvoeding legt een hypotheek op de
identiteit van het kind en brengt ernstige problemen mee, schrijft
Stockman.
OVT: Problemen veroorzaakt
door de betrokkenen of door een maatschappij die onder de druk van
dictatoriale wetten oordeelde dat het zo niet kon omdat alleen wie
tot een meerderheid behoren, rechten hebben?
-
"De mens is zijn lichaam en heeft niet zomaar
een lichaam", schrijft Stockman.
OVT: Precies daarom slaat
het katholieke voorschrift dat men wel homo mag zijn maar het niet
mag doen, op niets.
-
Stockman verwijt het aan de moderne mens dat hij,
wat hij noemt, een dualistische antropologie hanteert: "de
mens heeft een lichaam, zoals hij ook andere zaken heeft, en daar kan
hij dus ook naar eigen goeddunken mee omgaan, steeds met het recht op
absolute vrijheid als argument."
OVT: Andermaal: heeft een
derde dan meer recht op iemands lichaam dan diegene die met zijn
lichaam samenvalt? Wij zeggen toch 'mijn lichaam' en niet
bijvoorbeeld 'het lichaam waardoor ik leef maar waarvan de paus van
Rome de eigenaar is'?
-
Stockman klaagt aan dat de gendertheorie wettelijk
afdwingbaar werd gemaakt.
OVT: Maar dat is het geval
met elke wetenschappelijke theorie. Een moordenaar kan zijn onschuld
niet bewijzen met bijvoorbeeld de verklaring dat hij op twee plaatsen
tegelijk aanwezig was en het is de wetenschap die oordeelt dat zulks
onmogelijk is, ook al wordt gezegd dat de stichter van het Opus
Dei het geheim van de zogenaamde bilocatie onder de knie had maar
dat zijn dan verworven en gesubsidieerde wanen. Alle gekheid op een
stokje maar onwetenschappelijke zaken worden in geen enkele rechtbank
geduld. Over de wetenschappelijkheid van de dingen moet men niet
licht oordelen: dat een theorie wetenschappelijk verantwoord is,
betekent dat principieel iedereen die dat wenst, ze op haar waarheid
kan toetsen en eventueel bezwaren kan inbrengen of veranderingen kan
eisen en die zelf kan bewerkstelligen, namelijk door aan wetenschap
te doen. Dat kan men niet zeggen over ongeacht welke religieuze
overtuiging. Wel, wil je een democratie of een theocratie? Het
islamfundamentalisme toont ons waar dat laatste toe leidt.
-
Stockman klaagt aan dat een kind voortaan zelf kan
bepalen of het zal worden opgevoed als jongen of als meisje of als
neutraal.
OVT: En is het dan geen
goede zaak dat de betrokkene zelf kan beslissen over het eigen leven
en niet een of andere dictator? Wordt het bijvoorbeeld ook geen tijd
dat een kind zelf kan beslissen of het al dan niet wordt gedoopt?
-
"Schoolboeken moeten worden aangepast om
alle sporen van het archaïsch onderscheid tussen man en vrouw,
tussen vader en moeder te doen verdwijnen.", zo
klaagt Stockman.
OVT: Uiteraard moet men
ophouden met het onderwijzen van onzin en met het indoctrineren van
mensen met dictatoriale wetten.
-
Stockman klaagt aan dat de seksuele identiteit
flexibel wordt en dat dit vloekt met de biologie.
OVT: Het tegendeel is waar:
verandering is eigen aan het leven, het alternatief is stagnatie en
uiteindelijk de dood. Andermaal: het willen opleggen van eigen ideeën
aan de werkelijkheid is waanzin.
-
"Hoe is het mogelijk", zo
schrijft Stockman, "dat deze theorie, of moeten we
zeggen, deze ideologie uiteindelijk wereldwijd werd verspreid en nu
ook overal greep op heeft?"
OVT: Die uitspraken
verraden een nostalgie naar een welbepaalde dictatuur, want dat is
het alternatief voor democratie en wetenschappelijkheid.
-
Stockman beweert dat de zijns inziens nefaste en
ongelimiteerde evolutie het werk is van talloze goed georganiseerde
en gesubsidieerde westerse lobby-groepen tijdens een aantal
belangrijke VN-wereldconferenties.
OVT: De evolutie was en is
er onder de invloed van de democratie en de wetenschappen die
wezenlijk democratisch zijn: niemand wordt er buiten gesloten,
iedereen krijgt de kans zijn waarheden te bewijzen en eenmaal bewezen
moeten ze door iedereen ook erkend worden. Het idee dat duistere
groeperingen hier aan het werk zouden zijn, is paranoia. Andermaal:
hier is niets anders gaande dan de vervanging van de dictaturen door
de democratie en het streefdoel is ontvoogding en zelfbeschikking:
het overwinnen van de slavernij. Niemand mag over andermans leven
beslissen: niemand heeft dat recht. Er zijn principieel geen
uitzonderingen denkbaar op het recht op zelfbeschikking. Geen
limieten dus.
-
Stockman waarschuwt tezamen met het Vaticaan "dat
via de genderideologie een totaal nieuwe antropologie ontwikkeld
wordt die afwijkt van de christelijke mensvisie."
OVT: De katholieke, bedoelt
hij. Maar wordt het niet de hoogste tijd dat het oude mensbeeld wordt
bijgesteld? Voor katholieken een verschrikking, uiteraard, want zij
zien aldus hun macht tanen! De grondslag van de gendertheorie is
uiteindelijk het geluk van alle mensen en niet alleen dat van hen die
beantwoorden aan de norm gesteld door een zekere dictatuur. En dat
elke band met de medemens en de maatschappij verworpen wordt, zoals
Stockman beweert, is een flagrante leugen en het tegendeel is waar:
het huidige mensbeeld is democratisch en wetenschappelijk, en dit
zeer in tegenstelling tot het voorgaande, dat theocratisch was:
dictatoriaal en irrationeel. De theorie van het gezin als vanouds de
hoeksteen van de maatschappij klopt trouwens ook niet. Ooit leefden
mensen in andere eenheden, bijvoorbeeld in stamverband; het klassieke
gezin is een maatschappelijk maaksel van de jongste eeuwen.
-
Stockman schrijft:
"De beleving van de seksualiteit wordt voortaan
een totaal individuele keuze, volledig losgekoppeld van de relatie
tussen een man en een vrouw binnen het huwelijk en eveneens volledig
losgekoppeld van de voortplanting."
OVT: De katholieke kerk
heeft seksualiteit gekoppeld aan voortplanting vanuit de idee dat
voortplanting het unieke doel is van de seksualiteit. Mensen zouden
geen seks mogen beleven behalve met het oog op voortplanting want
alleen dat is natuurlijk. Toch is er geen verbod op seksualiteit voor
onvruchtbare koppels, er kan immers altijd een wonder gebeuren.
Welnu, dat geldt dan ook voor homokoppels. In de katholieke optiek
van de natuurlijke bedoelingen is bijvoorbeeld ook pianospelen zonde,
onze vingers zijn niet gemaakt voor het klavier want
muziekinstrumenten zijn niet natuurlijk, ze groeien immers niet aan
de bomen.
-
Stockman klaagt aan dat de seksualiteit nu wordt
verengd tot een louter hedonistisch gebeuren en dat het krijgen van
kinderen wordt verengd tot een recht van de ouders.
OVT: Aan niemand wordt
verboden om de seksualiteit te gaan beleven volgens de katholieke
leer. De zaak is alleen dat men daartoe niet langer wordt verplicht.
Meer vrijheid voor iedereen en minder zeggenschap over andermans
zaken.
-
Over adoptie door
homokoppels schrijft Stockman: "Door adoptierecht
te verlenen aan koppels van hetzelfde geslacht ontneemt men kinderen
een normale vader- en moederrelatie en wordt het hebben van kinderen
als een recht opgeëist om in eigen behoefte voldoen en niet meer
beschouwd als een gave en een daaraan verbonden opgave."
OVT: 'Normaal' betekent:
'volgens de norm'. Welke norm? Ook normen groeien niet aan de bomen.
En het wordt hoogtijd dat enkele vastgeroeste normen die bestaan bij
de gratie van een ziekelijk respect voor stokoude teksten,
veranderen.
-
Stockman wil dat het onderwijs inzake seksualiteit
de bijbel volgt.
OVT: Onderwijs dient up
to date te zijn, overeenkomstig de wetenschappelijke bevindingen
en zeker niet fundamentalistisch. Het fundamentalisme is een
geestesziekte. Men moet de waanzin niet onderwijzen en nog veel
minder moet men het onderwijs in de waanzin subsidiëren want dat is
achteruitgang. Bovendien is de katholieke mens- en wereldvisie
helemaal niet christelijk. Men raadplege de geschiedenis!
- Stockman vreest dat
"de gender-ideologie gezien kan worden als een rechtstreekse
aanval op de Kerk en haar doctrine die daardoor steeds meer
maatschappelijk in de marginaliteit wordt geduwd."
OVT: Eindelijk!
- Stockman besluit:
"Tegelijk staat de Kerk voor een ware uitdaging een nog sterkere
profetische rol te vervullen in de huidige maatschappij.Profetie
heeft immers steeds twee bewegingen: een beweging om de waarheid te
verkondigen en een beweging om af te keuren wat met deze waarheid
niet strookt."
OVT:
Profetie is tovenarij en hoort thuis in lang vervlogen tijden.
Extreemrechts
zijn in wezen wie voorrechten nastreven vanuit een waan van
superioriteit en dit met navenante irrationele argumenten. Tot die
drogredenen behoren in de eerste plaats gezagsargumenten en dan nog
wel verwijzingen naar het opperste gezag: het woord van god of wat
daarvoor moet doorgaan. De redenering klinkt dan zo: als
wij ons ervan onthouden om te doden, dan handelen wij zo omdat god
zelf het ons verbiedt, hij zegt namelijk in de bijbel die zijn woord
is: "Gij zult niet doden!"
Edoch,
voor hetzelfde geld stond er in de bijbel: "Gij zult doden!"
en de kers op de taart is nu dat menig goddelijk bevel ook aldus
luidt.
Om
te beginnen verwachtte Jahweh van alle voorvaderen van Abraham dat
zij hun oudste zoon de keel zouden oversnijden om hem daarna op een
brandstapel aan hem te offeren ten teken van liefde en trouw. En voor
wie dachten dat die waanzin behoort tot lang vervlogen tijden moet
hier worden aan toegevoegd dat ook hedendaagse theologen het naar hun
mening betreurenswaardige lot van de moderne mens wijten aan het feit
"dat hij niets meer heeft om voor te sterven". Van moord op
goddelijk bevel was eveneens sprake in het Requerimiento
waarmee paus Adrianus VI in 1513 de Indianen gebood zich aan zijn
goddelijk gezag te onderwerpen op straffe van verslaving of
genocide.1
En ook met het islamfundamentalisme heeft de wereld in de afgelopen
decennia uitgebreid kennis kunnen maken.
Het
Vaticaanse document van 2 februari 2019 getiteld Male
and female He created them van
de hand van kardinaal Versaldi en aartsbisschop Zani van
de Congregatie voor de katholieke opvoeding, waarin wordt verwezen
naar de bijbel met het oog op de ontkenning van de moderne
wetenschappelijke inzichten inzake genderdysforie, doet uiteraard
denken aan de middeleeuwse standpunten van de kerk inzake de
wetenschap van de kosmologie.2
Sterrenkundigen werden veroordeeld of belandden op de brandstapel,
zoals dat het geval was met Giordano Bruno in het jaar 1600. Maar ook
vandaag heeft de absurde houding van de kerk verstrekkende gevolgen:
het genoemde document dat een aanval is op de moderne gender-theorie
vanuit het Bijbelse vers "man en vrouw schiep Hij hen", wil
dat het katholieke onderwijs vandaag aan haar opvoedelingen voorhoudt
dat zij de wetenschappelijke inzichten ter zake naast zich neerlegt
en voortaan alleen nog bij de bijbel zweert.
Bijzonder
verontrustend is dat ook het hoofd van de katholieke psychiatrische
instellingen, René Stockman, deze mening is toegedaan3,
terwijl het tevens wetenschappelijk vaststaat dat discriminatie van
holebi's en transgenders in de puberteit, depressie en andere
geestesziekten uitlokt en vaker ook zelfmoord.
Vanuit
haar superioriteitsgevoel kan extreemrechts hier ongestraft de
misdaden herhalen waarvoor destijds het nazisme werd veroordeeld
doordat dit 'in den duik' gebeurt: er zijn geen andere wapens mee
gemoeid dan macht en woorden en van de concentratiekampen waarin
mensen - kinderen nog - opgesloten worden, kunnen buitenstaanders
niet eens het bestaan vermoeden: wanneer vandaag gezegd wordt dat
mensen met hun identiteit 'uit de kast komen', dan wordt gezinspeeld
op het afschuwelijke isolement waarin homofiele kinderen destijds
belandden nadat zij vanuit katholiek medisch-pedagogische hoek te
horen kregen dat hun enige heil erin bestaan kon zich voor de rest
van de wereld levenslang onzichtbaar te maken.
De
door wetenschapslui als 'waanzinnig' bestempelde standpunten van
psychiatriehoofd René Stockman worden vandaag veroordeeld in het
wettelijke verbod op de levens verwoestende en traumatiserende
zogenaamde conversietherapieën in Malta, Spanje, Zwitserland en nu
ook in België.4
17 mei is de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie.5
Op 21 februari 2019
verscheen het aangekondigde boek van de Franse socioloog Frédéric
Martel, getiteld: Sodoma. Het geheim van het Vaticaan. Reeds
werd het werk alom gelezen en gerecenseerd door talloze journalisten
maar onder meer doordat het hier gaat om (1°) een turf van 670
bladzijden, te lezen door mensen die met deadlines werken, (2°) een
onderwerp dat danig sensationeel is maar tegelijk ernstig tragisch en
(3°) het een nogal complexe zaak betreft, is het allerminst
denkbeeldig dat door de bomen het bos de mist ingaat, dat men met
andere woorden blijft hangen bij allerlei openbaringen welke alleen
maar in functie van het onderwerp staan en dat men uit deze moeilijke
zaak al te simpele tot zelfs totaal foute conclusies trekt.
Insiders weten allang hoe
de vork aan de steel zit maar met dit boek werd voor het eerst
publiek gemaakt wat de feiten zijn. Het boek van Martel heeft een wat
misleidende titel Sodoma die immers verkeerdelijk
insinueert dat het onderwerp van gesprek de homoseksualiteit (binnen
de kerk) zou zijn. Ofschoon hieraan weliswaar vele bladzijden worden
gewijd, is dat uitdrukkelijk niet het geval. Waarover gaat het boek
dan wel? Het opzet van het werk van Martel en de grondstelling van
het boek zijn heel eenvoudig. Martel wil het kindermisbruik in de
kerk verklaren en hij stelt dat dit niet alleen wordt veroorzaakt
door pedofilie maar evenzeer door homofobie.
Sinds enkele decennia
en in België pas sinds de zaak Vangheluwe in 2010 is een
grootschalig kindermisbruik in de kerk aan het licht gekomen. De
verbijstering daaromtrent is begrijpelijkerwijze zeer groot en men
zoekt naar verklaringen. De Franse socioloog heeft met zijn boek een
verklaring gegeven of beter: de verklaring bij uitstek. In twee
woorden komt die hier op neer.
Vooreerst moet gezegd
worden dat het merendeel van de clerici al dan niet praktiserende
homoseksuelen zijn: homoseksuelen hebben zich zelden welkom gevoeld
in de maatschappij en zij zijn overal vervolgd geweest terwijl de
kerk aan dit segment van de samenleving in feite altijd een toevlucht
(of is het een uitvlucht?) heeft aangeboden, namelijk het celibataire
priesterschap of het leven binnen de kloostermuren onder de
kuisheidsgeloften.
Nu is het niet zo dat
homo's in de kerk welkom zijn omdat de kerk een verkapte
homogemeenschap zou zijn uiteraard niet, want het katholieke
geloof wijst de homoseksuele praktijk af daar het die beschouwt als
een ernstige zonde die vanuit dat geloof in het Oude Testament de
zonde van Sodoma ofwel sodomie wordt genoemd. Maar het bloed kruipt
waar het niet gaan kan en zo bijvoorbeeld gaat het slinkend aantal
priesterroepingen niet toevallig gepaard met de emancipatie van de
homoseksuelen. Zoals overal gaapt er ook in de kerk een grote kloof
tussen hoe de zaken zouden moeten zijn en hoe ze uiteindelijk zijn
de kloof tussen schijn en zijn. En om die schijn hoog te houden,
wordt de praktijk van de homoseksualiteit in de kerk geheim gehouden.
Intussen echter kan in het
geëmancipeerde westen met zijn scheiding van kerk en staat de
homoseksualiteit niet langer als een misdaad worden beschouwd: de
emancipatie van de homo's door het werk van zelfhulpgroepen maar ook
dankzij hun bevrijding van repressieve religies en dankzij nieuwe
wetenschappelijke inzichten maakt dat men zich niet langer hoeft te
schamen voor deze geaardheid: vandaag is in het westen niet de
homofilie een zonde en een kwaad maar daarentegen de homofobie en
terecht zoals onmiddellijk zal blijken. In een inclusieve
maatschappij hoeven homo's niet te worden vergast; zij kunnen als zij
dat wensen huwen en kinderen opvoeden.
Intussen echter blijft de
katholieke kerk vasthouden aan een geloof dat verwijst naar de bijbel
'het woord van God' waaraan zij kennelijk niet durft te
tornen en dit niet alleen alle wetenschappelijke inzichten ten spijt
maar ook ondanks het gezond verstand. Want wie kan in alle
eerlijkheid nog langer geloof hechten aan een 'goede God' die aan
zijn menselijke schepselen (tot aan de generatie van aartsvader
Abraham) gebiedt dat zij een zoon aan Hem offeren (dat wil zeggen: de
keel oversnijden en dan roosteren aan het spit) als bewijs van liefde
en trouw? Gelijkt dat immers niet veeleer op de meedogenloze
inwijdingspraktijken van zekere drieste maffiosi? Nochtans houdt de
kerk daaraan vast want de bijbel, zo zegt zij, is het woord van God.
De mens is gemaakt uit
kleiaarde omdat het zo gezegd wordt in het Oude Testament. De vrouw
is gemaakt uit een rib van de man omdat dit in de bijbel staat. Onze
sterfelijkheid is er doordat onze voorouders aten van de verboden
vrucht want zo staat het in het boek Genesis. En sodomieters worden
door Jahweh gedood zoals beschreven in het verhaal over Sodoma en
Gomorra. Gelovigen en bij uitstek de clerus moeten zich
derhalve blijven schamen voor hun homoseksualiteit en daarom ook
verbergen zij hun geaardheid.
Maar precies die
geheimhouding maakt de misdaad van het kindermisbruik mogelijk en wel
op de volgende manier. Wanneer zich onder de clerici pedofielen
bevinden die zich schuldig maken aan kindermisbruik, worden zij niet
aangegeven door andere clerici die immers meestal homoseksueel
zijn... omdat deze homoseksuele clerici vrezen dat als het
kindermisbruik gerechtelijk wordt onderzocht, ook hun
homoseksualiteit aan het licht zal komen en dat willen zij niet.
De reden waarom zij dat niet willen is niet dat homofilie strafbaar
zou zijn dat is homofilie alvast in Rome niet; de reden is dat
zij geloven dat homofilie een zonde is ofwel dat zij de schijn van
dat geloof willen ophouden.
In het eerste geval willen
zij niet dat hun vermeende zonde aan het licht komt; in het tweede
geval willen zij vermijden dat hun ongeloof aan het licht komt. In de
twee gevallen draait alles rond hypocrisie en het is die hypocrisie
inzake homofilie welke ervoor zorgt dat binnen de kerk de
kindermisbruikers altijd quasi ongehinderd hun gang hebben kunnen
gaan.
Misschien zal het
kindermisbruik binnen de kerk altijd blijven bestaan maar het zou
waarschijnlijk wel flink ingedijkt kunnen worden als het taboe dat
binnen de kerk op homoseksualiteit rust, overwonnen kon worden en dus
wanneer homoseksualiteit maar ook seksualiteit in het algemeen ook
binnen de kerk niet langer als zondig zonder meer werd beschouwd.
Want het is uitgerekend de homofobe houding van de kerk maar ook haar
'aseksuele moraal', welke de clerus slaat met de angst dat zij uit de
kast zullen worden gejaagd als zij betrokken worden in rechtszaken na
het aangeven van kindermisbruik gepleegd door collega's. Andermaal
vrezen zij dat aldus hun hypocrisie aan het licht zal komen.
Homofobie is derhalve niet
alleen verwerpelijk omdat deze afwijking homo's schaadt: binnen het
instituut van de kerk blijkt homofobie om de hoger aangegeven redenen
ook voor onschuldige kinderen noodlottig. Het boek van Frédéric
Martel leert ons in feite dat de oorzaak van het kindermisbruik
binnen de kerk niet alleen te wijten is aan de onmiddellijke daders
de pedofielen maar evenzeer en misschien in een nog grotere mate
aan de homofoben.
Personen die homofilie
laken, moeten na de publicatie van Martel's boek goed beseffen dat
zij in een niet geringe mate bijdragen tot de misdaad van het
kindermisbruik. Bij uitstek mensen met aanzien en gezag dragen in
dezer bijgevolg een grote verantwoordelijkheid; vanaf heden kunnen
zij zich niet langer bedienen van het excuus van de vrije
meningsuiting omdat het nu eenmaal onmogelijk is om op een zinvolle
manier een mening te hebben over het al dan niet feitelijk zijn van
feiten.1
Intermezzo: AstraZeneca en bloedklonters: het oorzakelijk verband
Intermezzo:
AstraZeneca en bloedklonters: het oorzakelijk verband
Onder
meer Belgische virologen houden het been stijf dat er geen
oorzakelijk verband werd aangetoond tussen de toediening van het
AstraZenecavaccin en het optreden van bloedklonters. Edoch, om dit
vol te houden moet men wel van héél slechte wil zijn. De evidentie
van het oorzakelijk verband volgt immers spontaan uit de vaststelling
dat er geen melding van bloedklonters is na toediening van vaccins
van andere merken.
(J.B.,
16 maart 2021)
âThe great resetâ - Aflevering 6: Het kristallen paleis van Lucifer en het einde van de mens
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
6: Het kristallen paleis van Lucifer en het einde van de mens
Wanneer
M. A. Lathouwers zich in zijn Dostojewskij (1) buigt over het
thema van het lijden en de schuld in het oeuvre van deze auteur,
wijst hij erop dat de Russische grootmeester in de ontginning van de
diepten van de menselijke ziel de nadruk legt op de collectieve
dimensie van de schuld: "(...) Dostojewskij ziet elke
afzonderlijke mens, wanneer hij persoonlijke schuld op zich laadt,
tegelijk wezenlijk mede-schuldig worden aan het falen van de ander,
van alle anderen." (2) In het hoofdstuk over religie, dood en
eeuwigheid ziet Lathouwers die ander voor wiens falen wij
medeverantwoordelijk zijn, nog uitgebreid naar de ganse werkelijkheid
zonder meer, zoals in de aangehaalde brief van Paulus aan de
Romeinen: wij leven in een wereld waarin God tegelijk aan- en afwezig
is, het is "een schemering tussen absolute duisternis en
absoluut licht waarbij ook heel de werkelijkheid om ons heen
betrokken is. Heel de wereld zucht en lijdt mee met de mens"
(Rom. 8, 22)." (3) Die symbolistische werkelijkheidsopvatting
(de schepping als symbool van de Schepper) herkent Lathouwers uit het
werk van zekere Russische theologen maar zij is ook reeds aanwezig
bij Augustinus van Hippo (354-430) en het leed in de wereld kan
volgens deze kerkleraar dan ook toegeschreven worden aan de
menselijke zondigheid: het menselijk leed is geen gevolg van een
gebrekkige goddelijke schepping maar wel van zijn eigen falen.
Nu
kan men weliswaar dit geloof verwerpen op grond van het feit dat het
leggen van verbanden tussen enerzijds menselijke 'zonden' en
anderzijds bijvoorbeeld de dreiging van wilde dieren (die immers
afwezig zijn in het paradijs) volstrekt irrationeel is. Edoch, waar
het gaat om de dreiging van een pandemie waarvan alvast de uitwerking
voor een groot stuk berust op inbeelding, wordt het verband tussen
schuld en leed even duidelijk als daar waar iemands daden anderen
kunnen doen lijden omdat zij hen met een ingebeelde pandemie
opzadelen, precies zoals zij hen kunnen opzadelen met een rampzalig
geloof, een dictatuur, de slavernij, het kolonialisme, de
ongelijkheid en nog andere plagen.
In
al die gevallen gaat medeplichtigheid spelen en worden inderdaad
velen medeschuldig aan het leed van vele anderen: de mens als zodanig
wordt verantwoordelijk voor (alvast een stuk van) zijn eigen leed. En
dit is de irrationaliteit van de verabsoluteerde rede die de
inbeelding is.
En
wat doe je dan met de eindigheid, de dood?
Omsk
Van Togenbirger! Maar waar kom jij nu ineens vandaan?
OVT:
Uw redenering deugt helemaal niet! De menselijke sterfelijkheid kan
toch nooit een gevolg zijn van menselijk ingrijpen!?
Volgens Genesis
is dat wel zo, en dat is de gewijde geschiedenis...
OVT:
Het spijt me, maar Genesis is een menselijk maaksel en het deugt al
evenmin als uw verhaal. Kaduke verhalen kunnen niet gestut worden met
nog meer kaduke verhalen: dat is een leugenaarstactiek. Als God niet
liegt, dan is Hij de waarheid, zoals Hij zelf beweert en dan heeft
Hij met dit soort van verhalen niets te maken.
Ik
probeer aannemelijk te maken dat het paradijs er misschien ooit wel
was maar dat het verknoeid werd door de mens. De slavernij is
mensenwerk, de dictaturen zijn mensenwerk, zelfs het coronavirus
blijkt voor een groot stuk mensenwerk en het zou best wel eens zo
kunnen zijn dat ook de menselijke sterfelijkheid mensenwerk is.
OVT:
Dan moet je geloven dat de mens zijn onsterfelijkheid om zeep heeft
geholpen maar hoe krijg je zoiets voor mekaar?
Indien ik een
sciencefictionschrijver was dan zou ik misschien wel verzinnen dat de
sterfelijkheid in de wereld is gekomen nadat de arrogante mens aan
zijn perfecte DNA heeft zitten sleutelen, in de mening dat hij het
zelf nog kon verbeteren.
OVT:
Maar je bent geen sciencefictionschrijver.
Inderdaad en dus
verzin ik helemaal niets. Maar er is wel een sciencefictionverhaal
denkbaar waarin een arrogante mens zijn perfecte DNA verknoeid heeft
en in dat geval blijkt het denkbaar hoe de sterfelijkheid een vrucht
kon zijn van de zonde.
OVT:
Dat lijkt mij hoe dan ook wat kort door de bocht.
Het
is slechts een suggestie. Voor hetzelfde geld kan de mening verdedigd
worden dat ook Dostojewskij problemen ziet waar er geen zijn. Die
mening kwam trouwens al aan bod in de thesis van Rudolf Boehm: de
menselijke eindigheid wordt pas problematisch waar de mens gelijk wil
zijn aan God en dus onsterfelijk!
OVT:
Maar daar trap jij toch niet in!? Geloof jij nu echt dat het leed en
de dood pas problematisch zijn voor wie deze realiteiten niet
aanvaarden!? Maar dat is toch onzin! Wij hebben immers helemaal geen
keuze! Geen mens is in staat om het leed te aanvaarden en de dood van
zijn geliefden! Rudolf Boehm beweert dat het arrogant is om, zoals
God, onsterfelijk te willen zijn en niet te hoeven lijden? Ik zeg u:
er bestaat geen mens die onbewogen blijft als hij gekruisigd wordt of
als de dood hem zijn geliefden ontneemt. Geloven dat dit wél
mogelijk is: dat is pas arrogantie! Overigens: volgens uw eigen
gewijde geschiedenisboekje is God sterfelijk geworden en heeft Hij
geleden zoals niemand anders. Een mens die zoals God wil zijn, zal
derhalve noch voor het lijden vluchten, noch voor de dood.
Bedoel je nu dat
Kritik der Grundlagen des
Zeitalters geen hout snijdt?
OVT:
Ik bedoel dat het christendom de dood van God inluidt. En ook het
einde van Gods onschuld. 'Lam Gods onschuldig', maar het Lam neemt de
schuld op zich en wordt derhalve ook echt schuldig. Het Lam boet de
schuld van anderen uit. Door zijn lijden verontschuldigt het Lam de
schuldigen, ook als zij dat niet verdienen. Maar dat is nu eenmaal
genade en de genade is een nagel in de doodskist van Lucifer.
Maar
ben jij dan gelovig?
OVT:
Ik probeer alleen maar redelijk te zijn maar dan op een redelijke
manier. Tot kijk!
Tot
kijk, Omsk Van Togenbirger. Waar was ik gekomen?
De
collectiviteit van de schuld wordt gesuggereerd door de pandemie en
niet alleen zijn alle mensen erin betrokken: ook de dieren- en de
plantenwereld worden aangevreten door micro-organismen die in feite
de meer complexe levende systemen afbreken. Het milieu zou
verantwoordelijk zijn voor deze algemene dood, of beter: de
teleurgang van het milieu door de schuld van de mens. De mens heeft
de aarde vergiftigd, Gods schepping is vernield. En dit gebeuren kan
slechts herinneren aan het werk van de duivel bij de aanvang van de
tijden.
In
1654 ging in de Amsterdamse schouwburg Lucifer in première,
een treurspel van Joost van den Vondel, maar na twee opvoeringen werd
het stuk door de kerkenraad verboden. Het werk beeldt de opstand uit
van Gods stadhouder, de engel Lucifer, die waarschuwt voor chaos
nadat de Schepper aan alle engelen, die immers zuivere geesten zijn,
opgedragen heeft om de mensen te dienen die deels van stof zijn. De
opstandige engelen onder Lucifer worden door de volgzamen onder
Michaël uit de hemel neergebliksemd en Lucifer wreekt zich door in
de gedaante van een slang Eva ertoe te overhalen om te eten van de
verboden vrucht. De zondeval maakt dat de mens uit het paradijs
verdreven wordt en terechtkomt in het tranendal dat deze wereld is.
In
feite is het 'kristallen paleis' waarvoor Dostojewskij waarschuwt,
de kosmos zoals hij wordt gewenst door Lucifer, de drager van het
licht, van het verstand, de stadhouder van God die alles in
ordentelijke banen wil houden, die geen wanorde verdraagt en die
opstaat wanneer God een vrij schepsel dat deels van stof is, boven de
zuivere geesten plaatst die deze vrijheid onterecht vinden en
wantrouwen. Lucifer verkiest het dode kristal boven de levende cel
omdat de orde van het kristal onveranderlijk is, star en doods en
derhalve beheersbaar, terwijl de cel leeft, vrij is en kan
veranderen: zij ontsnapt aan de controle van de stadhouder, Lucifer,
die slechts het berekenbare dulden kan omdat hij overheersen wil.
Dostojewskij
leefde van 1821 tot 1881, tijdens de opkomst van het communisme, en
het is die starre staatsvorm die alles regelt maar die tevens alle
vrijheid schuwt en die haar kentekent als wantrouwig en goddeloos,
waarvoor hij waarschuwt. Dostojewskij verdedigt de mens en zijn
vrijheid tegen de Luciferiaanse, volmaakt kristallijnen maar ook
dodelijke orde die zich weerspiegelt in de communistische
maatschappijvorm waarvan in zijn tijd steeds meer sprake is: het
Communistisch Manifest van Marx en Engels werd gepubliceerd in 1848
te Brussel, België was toen achttien jaar oud, Dostojewskij was
zesentwintig, hij had net Arme mensen en De dubbelganger
uitgegeven, de eerste communistische staat, de Sovjet-Unie, zou
pas in 1917 een feit worden, zesendertig jaar na Dostojevskij's dood,
maar hij voorzag die starre staatsvorm waarin de mens van zijn
kostbaarste bezit, zijn vrijheid, beroofd zou zijn. Hij voorzag de
dreigende ontmenselijking van de mens, de genadeslag die Lucifer al
van in den beginne wilde toebrengen aan het schepsel dat hij benijdt.
Uitgerekend
deze kristallisatie van het mensdom die de absolute dood van de mens
inluidt, manifesteert zich vandaag in de opstand van een gigantische
en nu ook bijzonder afschrikwekkende maar niets ontziende en
meedogenloze Rede welke alle gelijkenis vertoont met de figuur van
Lucifer, het rekenende denken, de kwantificering en derhalve de
uitholling en de vernietiging van alle kwaliteiten, die de jacht
heeft ingezet op het schone, het goede en het waardevolle die aan de
greep ontsnappen van de ijskoude parameters van de gevoelloze
heerser, het vrijheid schuwende bestaan dat de verstarring zoekt en
niets meer dan het gemak van een probleemloze, eeuwige dood, wars van
het in dat licht als grillig beschouwde mysterie van het leven.
De
mens is gevallen maar het kan dus allemaal nog slechter: wij leven
weliswaar niet langer in het paradijs, we moeten lijden en we zijn
niet langer sterfelijk maar we hebben alsnog een plek op aarde en we
leven. Maar ook dit dreigt ons nu kennelijk ontnomen te worden:
micro-organismen gaan zich nestelen in alle macro-organismen om ze af
te breken: de mensen worden aangetast maar ook de dieren en de
planten. Geleerden hebben de mond vol met namen van microben die er
echter altijd al zijn geweest maar wiens tijd nu blijkbaar gekomen is
om de activiteit te ontplooien waartoe zij geschapen zijn. De vloek
van Lucifer zit dieper in de dingen dan wij dachten.
In
1854 had Dostojewskij na een (vermoedelijke) schijnexecutie vijf jaar
dwangarbeid in Siberië achter de rug en in dat jaar hield het
Indianenopperhoofd Seattle een toespraak tot gouverneur Stevens die
het land van de autochtone bevolking in Amerika wilde kopen. (4)
Doorheen deze toespraak, bekend als Het antwoord van Seattle,
klinkt een waarschuwing van het stamhoofd van de Suquamish- en
Duwanish-indianen voor dezelfde catastrofe die ook Dostojewskij
zorgen baarde.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
16 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer,
Brugge/Utrecht 1968.
(2)
M.A. Lathouwers, o.c., pag. 87.
(3)
M.A. Lathouwers, o.c., pag. 112.
(4)
De oorspronkelijke versie van de toespraak zoals verschenen in de
krant the
Seattle Sunday Star op
29 oktober 1887,
vindt men hier:
De handpoppen van
romanschrijvers beperken zich tot hun personages en dat zijn geheel
fantastische figuren maar om elke twijfel weg te nemen wordt ergens
op de eerste bladzijden van menig fictieverhaal gestipuleerd dat
mogelijke overeenkomsten van de fantasiehelden - of antihelden - met
mensen uit de 'echte' wereld, aan het toeval moeten toegeschreven
worden. Verder staat het dan iedereen vrij om hier al dan niet het
principe van het assepoester-personage van toepassing te brengen en
wij weten dat dit luidt als volgt: "Wie het schoentje past,
trekke het aan!"
Romanschrijvers zijn
voorzichtige mensen en zij werken met voorzichtige werelden die ook
niemand lastig vallen en die men niet onverhoeds betreedt zonder
eerst geconfronteerd te worden met welbepaalde waarschuwingsborden en
zonder eerst een hele resem specifieke en doelgerichte inspanningen
te moeten leveren. Elke lezer wordt er attent op gemaakt dat het boek
dat hij ter hand neemt, fictie is, wat wil zeggen: onecht, een
product van iemands fantasie, 'slechts'
een droom maar tegelijk ook géén bedrog want het boek
waarschuwt de lezer dat het niets dan verzinsels bevat. Men kan heel
duidelijk zien dat het een boek is en de fantastische wereld die erin
besloten ligt, komt niet tot leven zonder dat de lezer het boek eerst
opent en de inspanning van het lezen levert, een kunde welke vele
jaren arbeid vergt en die voor de meesten onder ons een leven lang te
moeilijk blijft om te beoefenen - getuige de lege bibliotheken en de
bijzonder geringe omzet van de boekhandels alom ter wereld. Het
chatten en het twitteren worden weliswaar beschouwd als reuzensprongen
in de evolutie van de menselijke beschaving maar wie eerlijk
oordelen, zullen ermee instemmen dat deze activiteiten exact het
tegendeel voorstellen, namelijk een terugkeer naar het tijdperk van
het analfabetisme of zelfs naar de oertijd, toen men vrede nam met
communicatie middels kreten.
Aan een schrijver kan
men niet verwijten dat hij zich verbergt achter zijn personages omdat
voor elke lezer ook heel duidelijk is dat deze handpoppen de creaties
zijn van een auteur welke ook de lezer mee vorm geeft in zijn
fantasie en dat geldt evenzeer voor de wereld waarin zij zich
ophouden. Weliswaar kan een verhaal zich afspelen op de echt
bestaande aardbol, in het echt bestaande Brussel en met mensen die er
niet anders uitzien dan wij, maar de duiding 'roman' op de flap van
het boek waarschuwt ons alsnog dat het om louter fictie gaat. Die
specifiëring vervangt eigenlijk een inleidende tekst die ongeveer
als volgt zou luiden: "Stel eens dat er een wereld was zoals de
onze..." en daarom ook beginnen sprookjes met de woorden: "Heel
lang geleden...", waarmee zij insinueren dat het er eigenlijk
niet meer toe doet of het vertelde al dan niet echt gebeurde - de
tijd heeft immers de laatste sporen van wat kon gebeurd zijn
uitgewist, op het geheugenspoor na, waarmee het sprookje in wezen
samenvalt.
Het is overigens
welbekend dat verhalen van heel lang geleden zo dikwijls werden
naverteld dat onopzettelijke en meestal zeer geringe maar ook zeer
talrijke wijzigingen dezen even onvermijdelijk aantastten als de
veranderingen welke onze lichaamscellen ruïneren telkens als zij
gekopieerd worden. Maar anders dan het lichaam dat mettertijd slechts
kan vervallen tot het gekende resultaat omdat het stoffelijke aan de
entropiewet onderhevig is, kunnen geestelijke zaken met het verloop
der tijd alleen maar groeien, alsof aldus ons innerlijk niet aan de
tand des tijds ten prooi is doch daarentegen pas op het einde der
tijden tot voltooiing komen kan. Neg-entropie, zo werd dit
gloednieuwe principe genoemd door de Jezuïet Pierre Teilhard de
Chardin (1881-1955) die aldus middels zijn rijke verbeelding het
geloof in de geest wetenschappelijk onderstutte - de kerk die niet
begreep welk een grote dienst hij haar alzo bewees, verbande haar
toentertijd allerbelangrijkste theoloog godbetert naar de V.S. met
publicatie- en spreekverbod!
Hogerop in deze tekst
werd het adjectief 'echte', dat bij 'wereld' hoort, uiteraard niet
zonder reden tussen aanhalingstekens geplaatst want, hoezeer men zich
ook mag inspannen om de grenzen aan te geven tussen wat fictie is en
wat niet, blijkt uiteindelijk niemand bij machte om die twee zaken in
het echte leven gescheiden te houden: zij gaan gewis hun eigen
weg. Zij maken zich van hun bedenker los, zij verzelfstandigen zich,
krijgen benen en zetten het op een lopen, bijvoorbeeld zoals
Dostojewski's Dubbelganger (1846) of godbetert De neus
(1836) van Nicolaj Gogol en aldus lopen zij vooruit op de grap die de
nieuwste technologie met de mens uithaalt, al moet hier worden aan
toegevoegd dat dit allernieuwste slechts het alleroudste kan
weerkaatsen: de mens die zoals god wil zijn en die daarop zijn
schepper ombrengt, gaat immers vele eeuwen vooraf aan de robot die
dit met de mensen doet. Maar nu weiden we al veel te ver uit: het
onderwerp is immers zoals een stroom met afwezigheid van dijken.
Handpoppen in de echte
wereld zijn om te beginnen onze naam en faam waarmee wij ons
identificeren of waarmee wij tegen heug en meug vereenzelvigd worden,
waarmee meteen gezegd is dat handpoppen, zelfs als zij van eigen
makelij zijn, weleens de benen nemen en het voorbeeld volgen van
Adam, de golem, de robot, de technologie, de economie en noem ze maar
op, de groteske duimzuigsels die zich keren tegen hun zuigers. Een
prachtig en alom nagevolgd voorbeeld biedt de wereldliteratuur in
Vida de Don Quijote y Sancho
(1905) van Miguel de Unamuno, waar een romanpersonage zijn beklag
komt doen bij zijn wereldvermaarde schrijver, zoals uitmuntend
uiteengezet door de hedendaagse Roemeens-Amerikaanse filosoof Costica
Bradatan in zijn essay, getiteld: "God
Is Dreaming You: Narrative as Imitatio Dei in Miguel de Unamuno."
(1) Tot besluit van zijn tekst herinnert de illustere filosoof aan de
hedendaagse Tiresias, Jorge Luis Borges, die in een van zijn verhalen
Shakespeare op zijn sterfbed aan zijn Schepper de vraag laat stellen:
"Ik,
die altijd de rol heb gespeeld van zoveel mensen die niet echt
bestonden, wens nu eindelijk één te zijn, mezelf
te zijn. Gods stem antwoordde hem vanuit een wervelwind: Ook
Ik, Ik ben niet Ik, Ik droomde de wereld, net zoals jij, mijn
Shakespeare, je eigen werk droomde; jij bent één van de vele
gedaanten van mijn dromen - jij, die net als ikzelf menigeen bent, en
tegelijk niemand. (Borges 1998: 320)." (2)
Waarmee meteen duidelijk mag zijn waarom hoger in deze tekst ook het
woordje 'slechts' dat bij 'een droom' hoort, tussen aanhalingstekens
werd geplaatst.
Schrijvers
zijn zoals gezegd voorzichtig, hun handpoppen zijn geheel fictief.
Maar wat gedaan als zekere lieden wegens een schromelijk tekort aan
verbeelding hun toevlucht gaan zoeken in echt bestaande mensen om hun
gebrekkige fantasiewerelden mee te bevolken? Wat als zij het
speelterrein van hun inbeelding niet eens weten te onderscheiden van
de levensruimte die wij allen gemeenschappelijk hebben en die met
Gods levende schepping samenvalt? Zij haspelen 'verbeelding' en
'inbeelding' door elkaar, een bijzonder kwalijk onvermogen waarvoor
professor emeritus in de esthetica, Karel Boullart, waarschuwt in
zijn magistraal wijsgerig essay uit 1990, getiteld: Vanuit
Andromeda gezien: het bereikbare en het ontoegankelijke.
Wij
kunnen het dan hebben over de handpoppen van Adolf Hitler en over die
van de paus van Rome, alsook over de fantasiewerelden die getekend
worden op de aardbol met fictieve grenzen die onder het geweld van
moorddadige oorlogen onophoudelijk worden verlegd - een ziekelijke
inbeelding welke dan de naam 'vooruitgang' toebedeeld krijgt.
(2) Costica Bradatan,
o.c.: de voorlaatste paragraaf van de tekst.
Israël
Israël
09-03-2021
Vernon Coleman
Vernon Coleman
"The great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed - Aflevering 5: De volgelingen van Raskolnikow
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
5: De volgelingen van Raskolnikow
In
zijn werk over Dostojewskij wijdt dr. M.A. Lathouwers een hoofdstuk
aan het thema van de vrijheid in het oeuvre van de grote Russische
schrijver. In zijn Herinneringen aan het ondergrondse heeft de
geëngageerde vrijheidsstrijder die Dostojewskij is, zijn afkeer
uitgedrukt voor de anonieme systemen en structuren die het bestuur
over de mensen dreigen over te nemen terwijl zij toch nooit in staat
zijn om verantwoordelijkheid te dragen. De schrijver gebruikt het
beeld van het dode kristal dat de levende cel dreigt te vervangen en
het navenante schrikbeeld van een toekomstige maatschappij die zal
zijn zoals een kristallen paleis:
"Visionair
als hij is, ontwaarde [Dostojewskij], bijna een eeuw voor Orwell en
Huxley, in het perspectief op de toekomst dat deze verafgoding [van
de natuurwetten, de logica en de sociale verordeningen waarin alles
wettelijk geregeld en contractueel vastgelegd is,] biedt, de
mogelijkheid van een fatale kristallisatie; het spookbeeld van een
kristallen paleis, waarin alles geheel pasklaar gemaakt en met
wiskundige nauwkeurigheid becijferd is, maar waaruit de vrijheid
voorgoed verdwenen is. Juist daarom verdedigt hij ( ) de vrijheid
als een wezenlijk onmisbare dimensie van het bestaan. Meer nog: als
de hoogste waarde van de mens ( ) waarvoor de mens desnoods bereid
is "tegen alle wetten, tegen gezond verstand, eer, rust en welvaart
in te gaan."" En zoals duidelijk wordt in zijn parabel van de
grootinquisiteur in De gebroeders Karamazov, wordt een bestaan
zonder vrijheid nagestreefd door niemand minder dan de duivel - in
deze roman in de gedaante van de katholieke kerk. (1)
Voor
het garanderen van de vrijheid is de scheiding der machten van
fundamenteel belang: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
moeten onderling onafhankelijk kunnen opereren om te kunnen
verhinderen dat wetgevers en uitvoerders geheel ongecontroleerd te
werk gaan zoals dat het geval is in een dictatuur. Naast deze drie
machten worden ook nog de media genoemd als de 'vierde macht' omdat
het uitoefenen van sociale druk en het brengen van geladen informatie
via kanalen die in het bezit zijn van privépersonen, een niet te
onderschatten invloed heeft op opinievorming en gedrag, zoals dat
recent nog mocht blijken in de heisa rond de Amerikaanse
presidentsverkiezingen. Maar er is ook nog een vijfde macht: de kerk
van weleer, welke althans in het westen reeds lange tijd gescheiden
wordt van de staat omdat ook deze machtsstructuur politieke invloed
heeft en soms zelfs op fatale wijze, zoals in een theocratie, vindt
vandaag haar opvolger in het instituut van de zogenaamde wetenschap.
In
principe is het een goede zaak dat op die manier het irrationele
wordt geweerd dat immers de willekeur faciliteert maar algauw is het
wetenschappelijk instituut waarvan verwacht kan worden dat het een
zekere objectiviteit handhaaft, verworden tot een tentakel van de
heersende politieke partijen. Om te beginnen zijn helaas ook
professoraten politieke benoemingen, waardoor in principe de
waarheden die zij voordragen a priori ondergeschikt worden
gemaakt aan macht. Daardoor wordt de geleerdheid of wat daarvoor
moet doorgaan, steeds vaker ingezet in pogingen tot het onderbouwen
van alles behalve objectieve politieke standpunten, om maar niet te
zeggen dat zij functioneert als fabrikant van wat moet doorgaan voor
de waarheid en in dat verband spreekt men dan ook spottend over de
wetenschap als 'hedendaagse religie'. Dostojevskij heeft het in dat
verband over de 'tirannie der quasi-geleerdheid'. Belangenvermenging
is reeds lange tijd de regel daar waar universiteiten zich laten
subsidiëren door de industrie en zo is het geen geheim meer dat bij
uitstek de bijzonder welvarende farmaceutische industrie het
wetenschappelijk onderzoek in onze verarmde universiteiten spekt met
grote sommen geld in de vorm van allerlei hulpmiddelen. Het hoeft
geen betoog dat zowel de verrijking van de farmaceutische industrie
als de verarming van de universiteiten door politici wordt in de hand
gewerkt en zoals de feiten het bevestigen, blijken politici veel
vaker dan men kon verwachten gevoelig voor corruptie. Dat ook van
deze gang van zaken de waarheid het allereerste slachtoffer is, kan
niet verbazen en dit gebeurt terwijl die waarheid nog steeds het
handelsmerk van 'wetenschappelijke waarheid' draagt, een handelsmerk
dat alsnog goed verkoopt - maar wellicht niet meer voor lang.
Onlangs
verdedigde een filosofieprofessor in de media de mening dat aan
zogenaamde 'antivaxers' geen forum mocht gegeven worden - ook niet
als het gaat om geneesheren: mensen die de wetenschap van de
geneeskunde gestudeerd hebben, deze dagelijks beoefenen en die,
wanneer zij tegen de stroom ingaan, ook hun nek uitsteken, wat wil
zeggen dat zij er aldus van getuigen met de gezondheid van hun
patiënten zeer begaan te zijn. Om meer dan één reden is de mening
van deze filosofieprofessor - want meer dan een mening is het
uiteraard niet - volstrekt in strijd met wat inzake de elementaire
deontologie van dat ambt verwacht kon worden en daarom ook is het
ongepast wanneer aan verkondigers van dergelijke meningen een forum
wordt verschaft waarin zij in afwezigheid van hun tegenhangers
geheel ongehinderd dat eigen meninkje kunnen verkondigen. Of
weten zij dan niet dat een stelling die zich niet blootstelt aan
kritiek, ongeopenbaard blijft en derhalve helemaal geen stelling is?
Het is niet meer dan praat voor de vaak, maar in de gegeven
omstandigheden is het uiteraard bijzonder gevaarlijke praat.
In
dit geval wordt in de media de mening gepropageerd van een figuur die
oordeelt dat het criterium om aan iemand spreekrecht toe te kennen
over een zeker onderwerp niet zijn of haar geleerdheid en ervaring
inzake dat onderwerp hoort te zijn, maar wel zijn of haar standpunt
jegens een zeer specifieke behandeling - in dit geval een specifieke
vaccinatie - waarvoor, zoals algemeen geweten, binnen de
wetenschappelijke kringen zelf, zowel voor- als tegenstanders
zijn, met telkenmale 'wetenschappelijke' argumenten. Wordt bovendien
het feit in acht genomen dat precedenten inzake gelijkaardige
aangelegenheden hebben aangetoond dat belangenvermenging, corruptie,
commissielonen en allerlei beloftes inzake aantrekkelijke postjes in
deze zaken veeleer de regel zijn dan de uitzondering, dan kan men
zich onmogelijk ontdoen van de indruk dat ook de fora waarin
betrokken sprekers opereren, gestuurd worden door figuren die
belangen hebben geheel wars van volksgezondheid, wetenschap en
waarheid. Uitgerekend de (naar hun eigen zeggen) verdedigers van de
open debatcultuur in het zog van Voltaire en het hele santenkraam van
de Verlichting, verraden hier hun vrees voor tegenstanders omdat die
het wankele karakter van hun voorgewende zekerheden wel eens aan het
licht konden brengen, om nog maar te zwijgen over de praktijken welke
gedekt worden door het gezegde: "wiens brood men eet, diens woord
men spreekt".
Kortom:
geleerden die er niet in slagen om uit te leggen aan het volk waarom
men dan een mondmasker moet dragen, vertonen inderdaad bijzonder veel
gelijkenis met de clerici van destijds die hun geloofswaarheden
evenmin uitgelegd kregen en die dan dachten dat zij zich uit de slag
konden trekken met gezagsargumenten (zoals: de onfeilbaarheid van de
paus), met verbodsbepalingen geruggensteund door hellestraffen (maar
ook door sociale uitsluiting) en met de fabricatie van 'mysteries' en
andere monddoodmakers zoals de zwijgplicht. Van
universiteitsprofessoren die benoemd zijn door een zeker politiek
apparaat dat specifieke 'waarheden' wil verkondigd zien met het
cachet van 'wetenschappelijke waarheid' - in 'officiële' media of
dus in media waarover het het monopolie heeft - kan geen weldenkend
mens verwachten dat zij zelf ook menen wat zij zeggen. Indien men hen
de biecht kon horen op hun sterfbed en gesteld dat zij gelovig waren,
zij zouden zich gewis alsnog uit de slag proberen te trekken met het
argument dat zij de job aanvaardden omdat in geval zij hadden
geweigerd, een ander hetzelfde in hun plaats had gedaan, zodat de
fout die zij begingen, althans in hun visie, eigenlijk helemaal geen
gevolgen had. Dostojewskij zou hierop antwoorden dat het uitgerekend
aan deze onverschilligheid is, die eigen is aan moordenaars zoals
zijn Raskolnikow, dat de wereld nu ten onder gaat.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
9 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer,
Brugge/Utrecht 1968, pp. 72-85.
08-03-2021
Intermezzo: Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger
Intermezzo:
Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger
OVT:
De zaak is dat ze zich allemaal blind kijken op het coronavirus...
Omsk
Van Togenbirger! Maar... ik had u niet gezien!
OVT:
Wat niet betekent dat ik er niet was. En zo is het ook met nog een
andere zaak.
Een
andere zaak?
OVT:
Het leger griepvirussen dat zich momenteel in slagorde opstelt!
Maar
er is dit jaar helemaal geen griep!
OVT:
Heb ik u nog niet verteld over het aanpassingsvermogen van covid-19?
Je
bedoelt de varianten?
OVT:
De mutaties, ja: van zodra de maatregelen verstrengen, nemen de
kansen voor het virus af, het voelt zich bedreigd en steekt een
tandje bij. Het wordt dus agressiever: besmettelijker en dodelijker.
Kennelijk,
ja...
OVT:
Maar heb je er al bij stilgestaan dat hetzelfde uiteraard ook zal
gebeuren met alle andere virussen!
Hoezo?
OVT:
Sinds men ons bang gemaakt heeft voor corona, zijn alle mensen
maatregelen gaan nemen om de verspreiding van het coronavirus in te
dijken.
Klopt,
ja.
OVT:
Maar uiteraard worden op die manier ook alle andere virussen de pas
afgesneden.
Welke
virussen?
OVT:
De griepvirussen bijvoorbeeld!
In
het meervoud?
OVT:
Ik ben geen viroloog maar naar het schijnt is het aantal van de
griepvirussen niet te tellen. En die staan nu allemaal voor het
voldongen feit van de algemene verstenging van de menselijke hygiëne,
wat voor hen betekent dat zij de broeksriem moeten aantrekken: willen
ze overleven, dan moeten ze allemaal een tandje bijsteken.
Bedoel
je nu dat je denkt dat alle griepvirussen agressiever zullen worden?
OVT:
Wel, er zal voor die beestjes niet veel anders opzitten en de drang
tot zelfbehoud en soortbehoud geldt voor elk schepsel Gods: voor
mensen, voor covid-19 maar uiteraard ook voor die ontelbare
griepvirussen die tot voor kort als het ware onze tafelgenoten waren.
Want zonder dat wij het goed beseften, hadden wij met de vele
griepjes een stilzwijgend contract gesloten. Wij hebben ze geduld op
voorwaarde dat ze zich een beetje koest zouden houden. Nu zullen ze
zich vanzelfsprekend onbemind voelen en bedreigd. Het staat als een
paal boven water dat ze zullen terugslaan.
Geheel
meedogenloos?
OVT:
Je lacht ermee maar kijk eens wat er gebeurd is toen Columbus
aanmeerde in Amerika, in 1492. Dat continent was al vele duizenden
jaren bewoond door Indianenvolkeren. Zij hadden uiteenlopende
hoogstaande culturen, spraken meer dan honderd verschillende talen.
Waarschijnlijk waren dat in oorsprong Mongolen, Aziaten, bewoners van
wat nu Siberië is en China. Je ziet het aan hun zwarte haren en hun
huidskleur: even onterecht als zij 'Indianen' heten, want Columbus
heeft nooit geweten dat hij niet in Indië aanmeerde, even onterecht
heten zij ook 'roodhuiden', want ze zijn geel. Zij kwamen via de
Beringstraat, die de Grote Oceaan van de Noordelijke IJszee scheidt
en het Aziatische van het Amerikaanse continent. Ze kwamen van het
huidige Siberië naar het huidige Alaska. Voor het Plioceen dat
eindigde, zo'n 2,5 miljoen jaar geleden, was daar nog een landbrug
tussen de twee werelddelen, wat bewezen wordt door het specifieke
dierenbestand in de continenten. Maar ook in de laatste ijstijd die
duurde tot 11.500 jaar geleden, kwam die zee-engte droog te staan of
kon men over het ijs van het ene naar het andere werelddeel lopen.
Het is een zee-engte van zo'n 70 km, er is trouwens nog een
tussenstop mogelijk op twee eilandjes, de Diomedeseilanden, waarvan
het ene Russisch is, het andere Amerikaans. In 1988 zwom daar nog een
vrouw van Rusland naar Amerika - ik geloof dat zij Lynne Cox heet.
Maar waar was ik gebleven?
Je
zei dat Columbus...
OVT:
Inderdaad, toen Columbus in Amerika aanmeerde in 1492, besmette hij
de Indianen met ziektekiemen uit Europa en zij stierven bijna
voltallig uit.
Wat
bedoel je?
OVT:
Enerzijds waren de Europese ziektekiemen vreemd voor de Indianen, zij
hadden er dus geen afweer tegen. Anderzijds vormden de virussen
wellicht een bom!
Een
bom?
OVT:
Hoe lang duurde de tocht van Columbus? Verschillende maanden, zij het
met tussenstops, maar het merendeel van die tijd zaten de Europese
microben als het ware gevangen bij de scheepsbemanning. De beestjes
moeten gedacht hebben dat er geen mensen meer waren en dat zijn hun
nesten! Ze zullen in paniek geslagen zijn en eenmaal op het
vasteland, hebben ze hun kans gegrepen en hebben zij zoveel mogelijk
Indianen zo rap mogelijk besmet.
Is
dat niet een beetje... 'fantastisch'?
OVT:
Ongetwijfeld. Maar kijk, in één klap waren alle Indianen weg.
Vandaag ziet men iets gelijkaardigs inzake het bosbestand: de bomen
worden overal door micro-organismen aangetast. Zeven van de twintig
bomen in mijn tuin zijn aangetast, drie staan al helemaal verdord.
Kijk eens goed rond: overal vallen de bomen om. Kenners hebben de
mond vol over allerlei microben, schimmels, weet ik veel. Maar die
leefden vroeger ook. De zaak is alleen dat de micro-organismen nu in
paniek verkeren.
En
waarom?
OVT:
Door de ontbossing! Heb je dan nog niet gehoord van de kap in het
regenwoud? Zoek het maar eens op, hoeveel hectaren bos dagelijks
moeten sneuvelen! Ik heb je toch verteld dat het overspringen van het
coronavirus naar de mens wordt toegeschreven aan het feit dat de mens
het aanvankelijke nest van deze beestjes aan het opeten was? Voordien
woonden zij namelijk in de schubdieren, die staan sinds kort in China
op het menu. Als een soort met uitsterven wordt bedreigd, springen de
microben die vegeteren op die soort, uiteraard naar andere soorten
over - wat zou je trouwens zelf doen in dat geval?
Dat
lijkt me niet erg wetenschappelijk...
OVT:
Wel, de wetenschap heeft zo haar tempels, zij werd het monopolie van
zekere machthebbers, zoals trouwens ook de godsdiensten, maar
gelukkig kan niemand verhinderd worden om te weten. Al is het
uitgerekend dat wat de nieuwe potentaten proberen te doen. Las ik
daar onlangs niet iets op de blogs over de tirannie van de
quasi-geleerdheid, zoals Dostojewskij ze noemde? Tot later,
misschien!
Tot
later, Omsk Van Togenbirger...
(J.B.,
8 maart 2021)
07-03-2021
âThe great resetâ: Aflevering 4: Dostojewskij over The Great Reset: hoe de tirannie der quasi-geleerdheid de wereld herleidt tot een moordende karikatuur
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
4: Dostojewskij over The Great Reset: hoe de tirannie der
quasi-geleerdheid de wereld herleidt tot een moordende karikatuur
In
de roman Demonen uit 1872 heeft Dostojewskij het over de
gigantische mierenhoop waarin het volk verandert van zodra de
religieuze dimensie zoek is en de revolutionairen van het socialisme
heersen. In zijn studie over Dostojewskij verwoordt M.A. Lathouwers
de gedachten van enkele van de romanfiguren van de auteur als volgt
en hun schets van de gevreesde toekomst van het westen mag wel
visionair heten. Zij hebben het over een mierenhoop van onverschillig
geworden onderworpenen of gevangenen: "Zo wil men ten slotte,
voor geen leugen en geen geweld opzijgaand, allen aan zich
onderwerpen en opsluiten in een gigantische mierenhoop, na echter
eerst alle bestaande waarden - niet uit verlangen naar vernieuwing
maar uit haat - volkomen te hebben vernietigd." (1)
Ook
wordt gesproken over een vrije elite die over een onvrije kudde
heerst van allemaal gelijken wiens blinde gehoorzaamheid blijkt uit
het feit dat ze elkaar verraden. Bovendien moeten dan alle
uitschieters in de kudde gekortwiekt worden: "Sjigaljow, de
theoreticus van de revolutionaire organisatie, heeft een speciale
revolutionaire leer uitgedacht ( ). Hij stelt voor de mensheid te
verdelen in twee ongelijke delen. Een tiende deel krijgt persoonlijke
vrijheid en een onbeperkt beschikkingsrecht over de overige negen
tienden. De laatsten moeten hun persoonlijke vrijheid verliezen en
een soort kudde worden. Iedereen zal iedereen voortdurend controleren
en over zijn bevindingen rapport moeten uitbrengen. Iedereen zal
afhankelijk zijn van alle en allen van iedereen. Allen zullen slaven
zijn en in die slavernij aan elkaar gelijk. "In de uiterste
gevallen laster en moord maar bovenal gelijkheid. Om te beginnen zal
het peil van ontwikkeling, wetenschap en talenten dalen. Een hoog
peil van wetenschap en talenten is alleen bereikbaar voor de meest
begaafde mensen, maar wij hebben geen hoogbegaafde mensen nodig!
Hoogbegaafde mensen hebben altijd meer verderf dan nut gebracht. Die
verjaagt of liquideert men dan ook. 'Cicero wordt zijn tong
afgesneden, Copernicus worden zijn ogen uitgestoken, Shakespeare
wordt gestenigd' Slaven moeten elkaars gelijken zijn. Zonder
tirannie is er nooit vrijheid of gelijkheid geweest, maar in een
kudde moet gelijkheid bestaan."" (1)
Verder
wordt bij monde van de figuur Pjotr Werchowenskij ook gesproken over
het taboe van persoonlijk bezit in de maatschappij van de toekomst en
opnieuw doemt het motto van het Wereld Economisch Forum op: "I
own nothing..." Werchowenskij voorspelt: "Zodra er sprake
is van families of van liefde, komt tegelijk alweer de wens op naar
persoonlijk bezit. Die wens zullen we verstikken. We zullen
dronkenschap, zwetserij en verklikkerij aanmoedigen; we laten een
ongekend zedenbederf toe; we smoren iedere zweem van genialiteit in
de wieg. Alles wordt onder één noemer gebracht: volkomen
gelijkheid!" (2)
Gelijkheid
is inderdaad het allereerste wat de nieuwe heersers der aarde
nastreven voor 'hun' kudde en op het eerste gezicht klinkt dit
allemaal goed, ware het niet dat allerminst de rechtvaardigheid
bedoeld wordt maar wel een soort van nivellering die haar intrede
doet van zodra het volk gebukt gaat onder het juk van een tiran.
Vandaag manifesteert zich die tiran als een bijzondere vorm van
geleerdheid of beter: quasi-geleerdheid; een club van quasi-geleerden
die via de televisie hun quasi-wijsheden opdringen aan het volk, ze
aan iedereen verplichten ook, op straffe van boetes die wel kunnen
tellen. Dostojevski heeft het over de ontoereikendheid van de
wetenschap. In Demonen spreekt de figuur Sjatow als volgt: "De
quasi-geleerdheid is een tiran, zoals er totnogtoe nooit een was
opgetreden. Het is een tiran die zijn prelaten en slaven heeft; een
tiran voor wien alles buigt met liefde en met een bijgeloof, dat tot
dusverre ondenkbaar was; een tiran voor wien zelfs de wetenschap zelf
beeft en voor wien ze op smadelijke wijze een knieval maakt."
(3) Lathouwers: "[Dostojevskij] houdt niet op aan te tonen, tot
welk een karikatuur een wereld vervalt, die deze tirannie van de
logica over zich afroept en zich, met voorbijgaan van het levende
leven en de natuur, enkel en alleen naar de wetten van deze dodelijke
logica inrichten wil." (4)
De
levende cel verandert in een dode kristal, een kristallen paleis, dat
de hele mensheid ordent in een verstarde en dodelijk genivelleerde
samenleving en de mens die dat ziet, moet de anderen blijven bewust
maken van de onwezenlijke verschrikking waarin zij gevangen zijn. (5)
Het toenemend aantal zelfmoordenaars ingevolge de huidige crisis
concentreert zich met een terugwerkende kracht van anderhalve eeuw in
de novelle De droom van een belachelijk mens uit 1877in
de idealist Kirillow die, in confrontatie met de afwezigheid van God
en met de leegte, zichzelf van het leven wil benemen om aldus te
demonstreren dat een leven zonder transcendente waarden een leugen is
welke dient verwezen te worden naar het Niets. (6)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
7 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer,
Brugge/Utrecht 1968, pp. 51-52.
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
3: De vos preekt de passie: de fabricatie van hype én crisis met het
oog op het herstel van wereldmacht
Uit
de inleiding tot hun geschrift dat beweert de regeringsleiders te
willen bijstaan in het managen van de coronacrisis, blijkt dat Schwab
en Malleret (1°) zelf de hype fabriceren waarvoor zij zeggen te
waarschuwen, (2°) van plan zijn om op grond van deze leugen een
wereldcrisis uit te lokken (waarin zij tot nog toe ook aardig lijken
te slagen) om die dan (3°) te kunnen aangrijpen om verregaande
specifieke veranderingen door te kunnen voeren welke uiteindelijk
neerkomen op het (opnieuw) naar zich toe trekken van de
wereldheerschappij.
Met
dat snode plan in het achterhoofd, gaan zij van start met het
aandikken van de ernst van covid-19, een griep die indien niet van
menselijke makelij dan toch door zekere mensen aangegrepen om een
grote slag te kunnen slaan. Meer bepaald doen de auteurs van The
Great Reset de volstrekt absurde bewering dat covid-19
onvergelijkbaar ingrijpender is dan niet alleen de Spaanse griep van
1918, de aanslagen van 9 september 2001, de Sars-epidemie van 2003,
de Grote Depressie uit de jaren twintig van de voorgaande eeuw...
maar ook nog eens veel ingrijpender dan godbetert de Tweede
Wereldoorlog!
Ziehier
letterlijk hun woorden: "Is the pandemic like the Spanish flu of
1918 (estimated to have killed more than 50 million people worldwide
in three successive waves)? Could it look like the Great Depression
that started in 1929? Is there any resemblance with the psychological
shock inflicted by 9/11? Are there similarities with what happened
with SARS in 2003 and H1N1 in 2009 (albeit on a different scale)?
Could it be like the great financial crisis of 2008, but much bigger?
The correct, albeit 15 unwelcome, answer to all of these is: no! None
fits the reach and pattern of the human suffering and economic
destruction caused by the current pandemic. The economic
fallout in particular bears no resemblance to any crisis
in modern history. As pointed out by many heads of state and
government in the midst of the pandemic, we are at war,
but with an enemy that is invisible, and of course metaphorically:
If what we are going through can indeed be called a war, it is
certainly not a typical one. After all, todays enemy is
shared by all of humankind".(1)
Geef
hen een gemeenschappelijke vijand en zij zullen zich verenigen en,
eenmaal één gemaakt, kunnen wij hen met één enkele beweging
inlijven - aldus een stoute tong.
Derhalve,
zo gaan Schwab en Malleret door, is de coronacrisis het uitgelezen
ogenblik voor het doorvoeren van grote veranderingen, wat trouwens
ook gebeurde ten tijde van de pest, die volgens hen het tijdperk van
de slavernij afsloot. En vervolgens gaan de auteurs aan het spelen
met het schuldbewustzijn van de wereldburgers: we komen terecht op
een punt waarop we keuzes moeten maken, zo stellen zij - hetzij voor
een solidaire wereld met meer gelijkheid, hetzij voor meer
individualisme. En herinneren we ons nu de titel van het artikel van
de Deense politica en WEF-medewerkster Ida Auken in Forbes Magazine
van 10 november 2016, tevens het motto van de voortrekkers van deze
fabel: "Welcome
To 2030: I Own Nothing, Have No Privacy And Life Has Never Been
Better".
(2) Inderdaad: de gruwelijke dystopie van een bezitsloos bestaan
zonder privacy wordt de nieuwste utopie van een club van miljardairs
die niets minder op het oog hebben dan het herstel van hun
wereldmacht.
Uitgerekend
die elite van 1 percent welke 99 percent van de wereld in haar bezit
heeft, belooft ons te zullen zorgen voor meer sociale gelijkheid! Zij
zal dit realiseren met - andermaal uitgerekend - allerlei maatregelen
die neerkomen op de centralisatie van haar macht: meer 'beveiliging',
automatisering, herverdeling en controle, kortom: het vestigen van
een nieuwe wereldorde. Letterlijk: "Many
of us are pondering when things will return to normal. The short
response is: never" - "(...) deep, existential crises also favour
introspection and can harbour the potential for transformation. (...)
[T]he pandemic will accelerate systemic changes that were already
apparent prior to the crisis: the partial retreat from globalization,
the growing decoupling between the US and China, the acceleration of
automation, concerns about heightened surveillance, the growing
appeal of well-being policies, rising nationalism and the subsequent
fear of immigration, the growing power of tech, the necessity for
firms to have an even stronger online presence, among many others.
But it could go beyond a mere acceleration by altering things that
previously seemed unchangeable. It might thus provoke changes that
would have seemed inconceivable before the pandemic struck, such as
new forms of monetary policy like helicopter money (already a given),
the reconsideration/recalibration of some of our social priorities
and an augmented search for the common good as a policy objective,
the notion of fairness acquiring political potency, radical welfare
and taxation measures, and drastic geopolitical realignments. The
broader point is this: the possibilities for change and the resulting
new order are now unlimited and only bound by our imagination, for
better or for worse."
(1)De
vos preekt de passie.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
7 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
Klaus Schwab en Thierry Malleret, Covid-19, The Great Reset,
Introduction (enkele zinsdelen werden door mij in vetjes gezet
J.B.). Voor de tekst online, zie: *COVID-19:
The Great Reset (straight2point.info)
"The great reset" - Aflevering 2: Een eindeloze rij van 'wereldverbeteraars'
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
2: Een eindeloze rij van 'wereldverbeteraars'
"De
weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens" en die
ontbreken ook niet in de manifesten van de talloze
'wereldverbeteraars': Caesar, Gengis Khan, Napoleon, Mao, Stalin,
Hitler, Mussolini, Franco, Kim Jong-Il, Bouterse, Ceaușescu... Stuk
voor stuk waren zij dictators en zij vestigden historische records
met slachtofferaantallen. De wereldverbeteraars waren
wereldveroveraars en waar zij het werkwoord 'overwinnen' in de mond
namen, bedoelden zij in feite 'afslachten' en 'doden'. Hun
belangrijkste prestaties bestonden in het bestelen van de
onderworpenen en in het verleggen van de grenzen van hun rijk - voor
de duur van enkele jaren en tegen de prijs van ontelbare mensenlevens
waar om gejuicht werd als het immers 'vijanden' betrof en daar waar
eigen manschappen het leven lieten, verkregen zij met het status van
het heldendom zogezegd het eeuwig leven.
Gengis
Kahn en Timur Leng vestigden hun roem met ongeziene wreedheden:
piramides van mensenhoofden rezen uit de grond waar zij passeerden
met hun troepen. In 1893 schreef Antonín Leopold Dvořák zijn
negende 'Amerikaanse' symfonie, getiteld: "Uit
de nieuwe wereld"
- maar die nieuwe wereld was in feite een wereld van nooit geziene
gruwel waarvan de fundamenten werden gelegd bij het aanmeren van
Christoffel Columbus in Amerika in 1492: de conquistadores besmetten
het autochtone Indianenvolk met Europese ziektekiemen waartegen zij
niet bestand waren, met als gevolg het quasi uitsterven van de
bevolking van het ganse Amerikaanse continent. Vervolgens werden in
de daarop volgende eeuwen zowat dertien miljoen in Afrika
buitgemaakte slaven met zeilschepen naar de nieuwe wereld
getransporteerd, waarbij zij sinds 1512 door het Vaticaan veroordeeld
werden om aldaar te creperen op de thee- en katoenplantages van
Europese grootgrondbezitters. (1) De 'prestaties' van de katholieke
kerk inzake vooruitgang en beschaving vormen overigens een apart
hoofdstuk van wreedheid en gruwel in de geschiedenis van de mensheid.
(2)
De
Franse Revolutie die in 1789 een einde maakte aan de uitbuiting van
het volk door adel en clerus en die het land teruggaf aan de mensen,
leidde tot de heerschappij van keizer Napoleon Bonaparte, een der
grootste 'hervormers' - men leze: 'massamoordenaars' - aller tijden.
Van Napoleon is bekend dat hij een mysterieus genot puurde uit het
overschouwen van de met gesneuvelden bezaaide slagvelden. Maar als de
gruwel de grenzen van het bevattelijke overschrijdt, slaat zij om in
het tegendeel en zo werden talloze standbeelden en bustes van
Bonaparte opgericht en naar deze keizer van de meedogenloosheid zijn
wereldwijd lanen en pleinen, restaurants, dranken en bonbons genoemd.
In
de periode van 1958 tot 1961 lanceerde Mao Zedong die het
communistische China regeerde, de zogenaamde "grote sprong
voorwaarts" waarmee hij de economische vooruitgang van zijn land
bedoelde, de overgang van het agrarische naar het industriële China,
maar het megalomane communistische manoeuvre betekende de grootste
hongersnood van de twintigste eeuw die aan achtenzeventig miljoen
Chinezen het leven kostte. (3) 'Vadertje' Stalin maakte onder het
eigen door hem gewantrouwde volk waarop hij een heksenjacht opende
("De Grote Zuivering") drieëntwintig miljoen slachtoffers vanuit
zijn marxistisch-leninistische wereldverbeteraars-idealen (4) en zijn
zuiveringspraktijken werden in detail beschreven door
Nobelprijswinnaar voor de Literatuur in 1970, Aleksandr
Isajevitsj Solzjenitsyn, in
diens Goelag
Archipel (verschenen
in 1973-'75) (5). De grootheidswaanzinnige Adolf Hitler plande vanuit
een krankzinnige rassenleer en met het oog op een historische
verbetering van de mensheid een blank Arisch superras dat de wereld
zou overheersen terwijl de 'rotte appels' werden uitgeroeid: de
'superieuren' vermoordden vele miljoenen onschuldigen in
concentratiekampen. (6)
Met
de morele steun van de kerk slachtte Mussolini in 1936 met gifgas
honderdduizenden onschuldige Ethiopische burgers af in de zogenaamde
'laatste kruistocht'. (7) In het door hem gesteunde Spanje liet
dictator Francisco Franco zich in 1953 na een overeenkomst met de
Katholieke Kerk waarbij het katholicisme tot staatsgodsdienst werd
gemaakt, "leider
van Spanje bij de Gratie Gods"
noemen. Zijn gruwelijk fascistisch bewind kostte aan 400.000 mensen
het leven. (8) Ook Ceaușescu achtte zich een groot weldoener, hij
maakte met zijn Securitate van Roemenië een historische hel waarvan
dertig jaar na zijn dood de zware trauma's nog volop levend zijn.
En
dan hebben we het nog niet gehad over het 'beschavingswerk' van de
grote staatsman Leopold II van België in Congo en dat van alle
kolonisatoren in alle werelddelen. Het moet gezegd worden dat het
westen zijn rijkdom heeft gehaald uit het ontginnen van de
bodemschatten én van de mensen uit de rest van de wereld en één
van de koplopers, zo niet de absolute top in die histories was The
British Empire, een rijk waarin de zon nooit onderging. De kroon van
de Engelse koningin zou, indien zij niet werd ondersteund, haar nek
breken van het gewicht van de edelstenen welke in de loop der eeuwen
buitgemaakt werden in de door de Britten 'ontgonnen' armere delen van
de wereld, al moet hieraan worden toegevoegd dat niet zozeer het volk
doch de indertijd door Shakespeare en vandaag door de roddelpers
beschreven dynastie hiervoor de verantwoordelijkheid draagt.
Uitgerekend
deze superrijken van de aarde zetten vandaag het plan op touw om de
voltallige mensheid in een mum van tijd (de duur van de zogenaamde
coronapandemie) te beroven van alle persoonlijke bezittingen én hen
die alsnog over een ziel beschikken, ook daarvan te ontdoen middels
de afschaffing van de privacy. Uiteraard maken zij een uitzondering
voor zichzelf, of kan een wereldleider dan rondrijden met een Toyota
Corolla?
âThe great resetâ: over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed - Aflevering 1: Nikolaj Stawrogin, Andrej Mysjkin en het Vierde Rijk
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
1: Nikolaj Stawrogin, Andrej Mysjkin en het Vierde Rijk
The
Purloined Letter uit 1844 van Edgar Allan Poe (1) toont op een
nimmer geëvenaarde wijze hoe de beste plaats om een misdaad te
verbergen de openbaarheid is: niemand zal het in zijn hoofd halen om
wat tot elke prijs verborgen hoort te zijn, te gaan zoeken in het
volle licht. Onder de titel Covid-19. The Great Reset (2)publiceerde op 9 juli 2020 met de assistentie van de neoliberale
econoom Thierry Malleret, de stichter van het Wereld Economisch Forum
(WEF), Klaus Schwab, zijn plan uit 1971 voor een complete omvorming
van niet alleen de economie maar van het hele mensdom. Een omvorming
van het mensdom tot wat?
Het
gaat om een plan dat niet toevallig in de beginfase van de
coronapandemie (in juni 2020) op tafel werd gelegd en wel door
niemand minder dan Zijne
Koninklijke Hoogheid de Prins van Wales. Deze prins van wat nog rest
van The
British Empire, dat hem kennelijk achterliet met nostalgie, deed dat
samen met de stichter van het WEF, Klaus Schwab, die het ontwerp al
sinds 1971 in de koelkast had liggen en die ter gelegenheid van de
pandemie het ogenblik aangebroken achtte om het ten uitvoer te
brengen. Schwab stichtte in 1971 namelijk het WEF (toen nog het
Europees Management Forum genoemd) met de bedoeling... de wereld
te verbeteren!
"Der
Weltverbesserer" is de titel van het luttele jaren later (in 1979)
gepubliceerde toneelstuk van Thomas Bernhard over een
wereldverbeteraar. Maar zo diepzinnig en pessimistisch als Bernards
hoofdfiguur is, zo ondoordacht en luchthartig is het plan van prins
Charles en zijn entourage van wereldverbeteraars: een utopie die door
de Deense politica en WEF-medewerkster Ida Auken in Forbes Magazine
van 10 november 2016 gekenschetst werd onder de verbijsterende titel
die ook het motto is van de voortrekkers van deze fabel: "Welcome
To 2030: I Own Nothing, Have No Privacy And Life Has Never Been
Better". (3) De gruwelijke distopie van een bezitsloos bestaan
zonder privacy wordt de nieuwste utopie van de huidige machthebbers!
Deze
gemene streek wordt inderdaad verborgen in het volle licht: het plan
om alle mensen, zoveel als er op de aardbol leven, te beroven van hun
bezit én van zichzelf, want dat is de betekenis van het ontzeggen
van een mens van zijn privacy: wie geen geheimen meer heeft, bestaat
niet langer omdat hij zich niet meer van anderen onderscheidt; hij is
datgene kwijt wat hem uniek maakt en hij wordt gelijk aan ieder
ander. Door de roof van de privacy wordt de bonte mensheid
gereduceerd tot een leger van allemaal eendere, slaafse robots. En
uiteraard volgt daar dan onvermijdelijk uit dat voortaan niemand nog
onvervangbaar zal zijn. De waarde van een mens wordt herleid tot zijn
economisch nut; de mens wordt een voorwerp. Hij is zonder bezit en
kopen doet hij derhalve niet meer: hij is daarentegen zelf koopwaar
geworden. En omdat hij vervangbaar is door principieel ieder ander,
kan hij ook probleemloos worden 'uitgeschakeld' van zodra hij niet
langer nuttig is. Wanneer hij aanklopt bij de overheid om zich erover
te beklagen dat hij als louter koopwaar wordt behandeld, zal zij hem
antwoorden: "Excuseer, mijnheer, maar u bestaat niet meer."
Erger
nog dan de misdaden begaan in de concentratiekampen, aldus overlever
van de nazikampen Primo Lévi, is de onverschilligheid. De grote
Russische schrijver Fjodor Michailowitsj Dostojewskij (1821-1881)
verpersoonlijkte die onverschilligheid in de figuur van Nikolaj
Stawrogin in zijn roman Demonen. Stawrogin ervaart het doen
van kwaad als een verrukking; hij beseft zijn laagheid en hij geniet
ervan; hij leeft in een angstwekkende oppervlakkigheid. Maar met de
onverschilligheid van Stawrogin schildert Dostojewskij deze van de
ganse negentiende-eeuwse Russische intelligentsia én de westerse
cultuur: het is een ontworteling, een verlies van de banden met het
levende leven, dat goddeloosheid en gewetenloosheid meebrengt: "Wie
geen grond onder de voeten heeft, bezit ook geen God", zo zegt
Andrej Mysjkin in De idioot en Dostojevski laat zien hoe het
verloren gaan van de religieuze dimensie, de diepte onttrekt aan het
bestaan zelf, waardoor alles losser wordt, wat volgens hem de oorzaak
is van het toenemend aantal zelfmoorden in het toenmalige Rusland en
in de hele westerse civilisatie: "De mensen verliezen niet alleen
de band met de aarde, maar evenzeer de band met elkaar. De levende
communicatie tussen de mensen onderling heeft aan diepte verloren. Er
voltrekt zich een soort desintegratie, een versplintering van de
waarachtige samen-leving tot ontelbare geïsoleerde levens."
(4)
Uitgerekend
deze door Dostojewskij raak beschreven hel wordt met een
satanisch enthousiasme nagestreefd door de samenzweerders tegen de
huidige mensheid die zich verenigen in het WEF en die elitaire
samenkomsten houden in Davos en op nog andere geheim gehouden
plaatsen. Zij amuseren zich met het treffen van beslissingen over het
leven van ontelbare anderen en op die wijze trachten zij in hun zieke
geestestoestand aan zichzelf de illusie te verkopen dat zij inderdaad
zelf geen mensen zijn doch goden. Zij zijn hoe dan ook miljardairs en
derhalve hogepriesters in de eredienst aan de Mammon. En zo duur en
hoogdravend als zij hun plannen laten uitschijnen, zo arrogant,
oppervlakkig, megalomaan, laaghartig en misdadig zijn ze. Zij hebben
de mond vol over een vierde industriële revolutie en over
transhumanisme maar een overzicht van de inhoud van hun pamflet
verraadt een culturele barbarij die deze van het Derde Rijk naar de
kroon steekt en met in het verschiet een totalitarisme dat de tijd
van Goelags en van concentratiekampen in zijn schaduw stelt.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: