De
pandemiepolitiek en extreemrechts
Aflevering
1.
Zoals
iedereen die niet blind is, heel duidelijk kan vaststellen, brengt de
huidige pandemie de nefaste werking van het zogenaamde WTK-bestel aan
het licht waarover reeds Herbert Marcuse schreef in zijn
One-dimensional Man
van 1964 waarvan de ondertitel luidt: Studies
in the Ideology of Advanced Industrial Society.
Het werk van deze vooraanstaande wijsgeer uit de Frankfurter Schule
kreeg heel wat navolging en beklemtoont vooral het zo jammerlijke
feit dat al onze wetenschappelijke en technische vooruitgang tot
niets dient als in het maatschappelijke reilen en zeilen het
kapitalisme de bovenhand krijgt. Wat baten immers technologische en
wetenschappelijke hoogstandjes als deze herleid worden tot
instrumenten waarmee vooral veel geld vergaard kan worden: de
technologie dient dan alleen nog als lokmiddel waarmee de klant
verleid wordt tot het doen van aankopen die hem uiteindelijk zullen
teleurstellen omdat zij hun beloftes niet waarmaken, omdat spoedige
slijtage ingebouwd werd en omdat zij alras metamorfoseren tot giftig
afval waarmee wij opgescheept zitten - in het geval van kernafval
zelfs tot in de eeuwigheid.
Het
algemene ongenoegen dat resulteert uit de bewustwording van deze
wantoestand geeft uiteraard aanleiding tot een even algemeen
wantrouwen in de maatschappelijke structuren, wat zich in het westen
ook vertaalt in een kritiek op de werking van de democratie. Met
betrekking tot de aanpak van de pandemie springt vooral het
verregaande opportunisme in het oog waarvan de bedrijvers de waarheid
op dergelijke wijze manipuleren dat zelfs ongeletterden de
valstrikken van de potentaten doorzien, wat alom kwaad bloed zet.
Waar dit 'spel' zich in het politieke vaarwater begeeft, wordt het
bedrog uiteraard door de oppositie aan het licht gebracht en in een
democratisch bestel zijn dat de ondemocratische krachten van bij
uitstek (zowel politiek als religieus) extreemrechts. Het kost de
tegenstanders van het regime bijzonder weinig moeite om aan te tonen
dat de keizer helemaal geen kleren draagt maar verbijsterend genoeg
blijkt de volharding waarmee de massa zijn kleurrijke gewaden blijft
prijzen, te getuigen van een volstrekt blind geloof en van een
absolute kuddegeest waarbij het gebruik van de term 'massa' om het
volk aan te duiden, allerminst misplaatst is.
De
al dan niet terechte betutteling van de burgers vanuit de klasse der
medici die in de huidige constellatie in het zog van de pandemie de
vertegenwoordiging van het wetenschappelijk en technologisch bedrijf
symboliseren, peutert aan de gevoelens van persoonlijke
soevereiniteit, vooral daar waar de fysieke integriteit wordt
aangevallen bij zekere afwegingen van vrijheid versus veiligheid,
zoals uiteindelijk geconcretiseerd in de kwestie van de al dan niet
verplichte vaccinatie waarbij de vrijheid als persoonlijke fysieke
integriteit moet onderdoen voor de veiligheid in de gedaante van het
algemeen maatschappelijk welzijn en wel omdat dit zo beslist wordt
door politici die daarbij (verholen) selectief verwijzen naar zekere
wetenschappers (veralgemeend tot 'de wetenschap') terwijl iedereen
getuige is hoe zij gecorrumpeerd worden door het kapitalisme zodat
hun hele optreden misschien wel één grote leugen is.
Bovendien
kan opgemerkt worden dat aanhangers van zekere politieke ideologieën
altijd al een bijzondere gevoeligheid aan de dag hebben gelegd voor
integriteitskwesties en dat zijn onder meer de nationalisten die
paradoxaal genoeg ook antidemocraten zijn. Zodat dezen de huidige
pandemiepolitiek niet alleen verwerpen omwille van het feit dat zij
in de oppositie zetelen maar ook nog en misschien wel in de eerste
plaats omdat daar de persoonlijke fysieke integriteit in het geding
is.
Zoals
gezegd duikt bij het maken van deze vaststelling meteen een bijzonder
complexe paradox op omdat de gevoeligheden voor nationalistische
ideologieën te maken hebben met enerzijds de verheerlijking van het
geweld waarbij men vaak het eigen leven inschiet en anderzijds de
radicale afwijzing van de schending van de persoonlijke integriteit:
het is dan oké om vanuit haatgevoelens gevechten aan te gaan waar
men sowieso niet ongehavend uit komt terwijl men liever een
gevangenisstraf uitzit dan dat met met een naald in zijn arm laat
prikken. Verder blijkt de voorgewende opofferingsgezindheid voor het
(eigen) volk helemaal niet te concorderen met het angstvallige
bewaken van het eigen lijf ten
koste van het eigen
volk. Maar een paradox is een schijnbare
tegenspraak. Het loont de moeite om het nationalisme en bij uitstek
extreemrechts van wat naderbij te gaan bekijken.
In
een geschrift uit 1976 van de Belgische militair en professor
krijgsgeschiedenis aan de Belgische Militaire School Henri Bernard,
getiteld L'Autre
Allemagne. La résistance allemande à Hitler 1933-1945
(1) wordt opgemerkt dat van de dertiende eeuw tot 1914 de
wereld in feite geen grote alomvattende conflicten heeft gekend en
zeker geen haatconflicten. Met Bismarck rond 1870 veranderde de
relatieve vrede door de opkomst van het nationalisme - aldus betoogt
Bernard en hij heeft het met H. Brugmans over: "Het nationalisme
met zijn bijzonder egoïstische en bekrompen opvatting van
collectieve zelf-bewondering en van xenofobie - een gloednieuw
verschijnsel in de Europese geschiedenis - en van chauvinisme dat de
kop opsteekt in de meeste Europese landen." (2) Hegel heeft de
staat vergoddelijkt, Nietzsche verwierp de rede en verheerlijkte het
esthetische instinct en de cultuur van de Uebermensch, het
vooruitgangsgeloof wint veld en het concept van het recht van de
sterkste. Gobineau en Chamberlain kennen aan het Arische ras het
leiderschap over de wereld toe, de oorlog wordt verheerlijkt als
zijnde een morele vereiste. Het andere en Europees gezinde Duitsland
van Leibniz, Goethe, Kant, Humboldt, Schopenhauer en Heine blijkt
niet opgewassen tegen de teutomanie, het antisemitisme en de
verheerlijking van militair geweld. (3) Eenzelfde evolutie in de
pseudowetenschappelijke richting van het 'natiocentrisme' steekt de
kop op in Frankrijk, gekenmerkt door de verheerlijking van het
geweld, de monarchie, de antidemocratische gevoelens, het
antisemitisme en de afkeer van vreemdelingen, onder het devies van
Charles Maurras: "La France, la France seule." (4)
Nationalisten in Frankrijk en in Duitsland beroepen zich op de
goddelijke steun (Gesta Dei per Francos, Gott mit uns (5)
en de Engelsen alsook de Amerikanen scanderen: "right or wrong,
my country" (6)) - het enige tegenwicht is het opkomende
socialisme met zijn pacifisme en internationalisme.
Bij
het uitbreken van W.O.I (waarvan W.O.II in feite een voortzetting
is) stelt Henri Bernard de vraag (los van de kwestie van de
aanleiding welke de moord is op Franz-Ferdinand van
Oostenrijk-Hongarije en diens vrouw) naar de eigenlijke oorzaak ervan
en niet de economie is dan aan de orde maar wel de psychologie: het
gaat om territoriale conflicten die de haat aanwakkeren. De xenofobie
betreft kennelijk niet alleen de vreemde nationaliteiten maar tevens
de niet eigen maatschappelijke klassen: in de vastberaden weigering
om zich te laten injecteren met een vaccin, echoot de met haat
geladen nationalistische roep van toentertijd: "Handen af van mijn
grondgebied!"
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 8
oktober 2021)
Verwijzingen:
(1) Henri Bernard, L'autre Allemagne. La résistance
allemande à Hitler 1933-1945, La Renaissance du Livre, 1976.
(2) Eigen vertaling naar: Henri Bernard, 1976, p. 15 (in
het eerste hoofdstuk, handelend over de opkomst van het
nationalisme), verwijzend naar H. Brugmans, L'Europe des Nations
(Paris et Liège, 1970), p. 343.
(3)
Ib., p. 15-16.
(4)
Ib., p. 17.
(5)
Ib.
(6)
Ib., p. 18.
|