Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 7. Over het totalitair regime en zijn corrupte wetten
Enkele
bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
7.
Over het totalitair regime en zijn corrupte wetten
In
de ongeziene, gigantische strijd tegen een virus dat officieel werd
uitgeroepen tot objectieve vijand nummer één van het mensdom
- terwijl iedereen die heeft leren rekenen, zou kunnen weten dat dit
virus niet meer doden maakt dan de jaarlijkse griep en terwijl het
derhalve van bij de uitbraak ervan slechts gaat om een vermoedelijke
vijand, worden allen die weigeren om deze gigantische leugen als
waarheid te erkennen, vandaag uitgeroepen tot objectieve
vijand van hun medemensen. Alle handelingen die zij stellen en die
getuigen van de weigering om de leugen in kwestie voor waarheid te
aanzien, kunnen voortaan worden bestraft op wettelijke gronden.
Dat
wil zeggen dat heden een wet in voege gaat (maar uiteraard is het
lang niet de eerste) die de burger verplicht om te liegen en dus om
de waarheid te miskennen: in dezer zijn misdadigers voortaan wie
weigeren de waarheid geweld aan te doen. De nieuwe wet keert derhalve
alle waarden om: in dezer blijven leugenaars voortaan ongemoeid en
waarheidssprekers zullen nu worden behandeld als criminelen. Wie
binnen de wet willen blijven, wie straffen willen ontlopen, wie hun
vrijheid wensen te behouden, zullen dat voortaan doen door de
waarheid in te ruilen voor een obligate fictie. Een fictie welke de
overheid op een fascistische wijze aan de burgers opdringt met als
enig doel: de totale willekeur. Meer hierover verderop in deze tekst.
Dat
het virus van bij de aanvang van de zogenaamde 'pandemie' helemaal
geen bedreiging voor het mensdom was maar slechts een vermoedelijke
bedreiging, zoals overigens alle ziekten dat zijn zolang zij
onbekend zijn, vormt niet langer een beletsel om wie dit aanhalen als
misdadigers weg te kunnen zetten, sinds de wet nu ook alle
vermoedelijke risico's te baat kan nemen om de vrijheid van de
burgers in te perken. (Nota bene: een risico is een 'vermoedelijk
kwaad'; een 'vermoedelijk risico' is derhalve een 'vermoedelijk
vermoedelijk kwaad' en dus iets waarvan vermoed wordt dat men zou
kunnen vermoeden dat het een kwaad is!). In de zogenaamde
'pandemiewet' staat immers te lezen:
"In
dit verband verwijst de afdeling Wetgeving van de Raad van State in
haar advies naar de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de
EU, waarin wordt gesteld dat dit beginsel (...) impliceert [dat er]: "47. (...) bij onzekerheid
over het bestaan en de omvang van risicos
voor de menselijke gezondheid beschermendemaatregelen
kunnen worden genomen zonder
dat hoeft te worden gewacht totdat de realiteit en de ernst van deze
risicos volledig zijn aangetoond.
Wanneer het
bestaan of de omvang van het gestelde risico niet met zekerheid kan
worden bepaald omdat de resultaten van de verrichte onderzoeken niet
concludent zijn, maar
reële schade voor de volksgezondheid waarschijnlijk
blijft ingeval het risico intreedt, rechtvaardigt
het voorzorgsbeginsel dat beperkendemaatregelen
worden getroffen.""
(1)
Door
het tot wet worden van de zogenaamde pandemie-maatregelen
manifesteert zich nu uiteraard de overgang van 'totalitaire
organisatie' naar 'totalitaire staat', met andere woorden: het
effectief aan de macht komen van een totalitair regime. Die fase
behandelt Hannah Arendt in het derde hoofdstuk van haar
Totalitarianism
en in de inleiding tot hun vertaling schrijven Remi Peeters en Dirk
De Schutter daarover: "De
taak van de geheime politie bestaat er niet in misdaden op te
helderen of mensen met 'gevaarlijke gedachten' te ontmaskeren. Ze
moet beschikbaar zijn wanneer de leider beslist heeft om een bepaalde
categorie van mensen te liquideren. De noties van 'vermoedelijke
vijand' en 'vermoedelijk misdrijf' worden vervangen door die van
'objectieve vijand' en 'mogelijke misdaad' - noties die, afhankelijk
van de grillen van de leider, telkens anders kunnen worden ingevuld."
(2)
Zoals
hoger gezegd eist de wet dat de burger een zekere fictie voor waar
aanneemt en voor de slechte verstaander volgt hier de uitleg waarom
de achterliggende bedoeling niets kan te maken hebben met de
volksgezondheid maar wel alles met de import van totale willekeur.
Afgezien
van het feit dat het coronavirus tot op heden helemaal niet
significant gevaarlijker is gebleken dan ongeacht welk jaarlijks
griepvirus én afgezien van het feit dat heel wat maatregelen de
gezondheid effectief ondermijnen, wordt men hier tegen wil en dank
geconfronteerd met een wel bijzonder selectief ogende bezorgdheid
over de gezondheid en het leven van de burger. Immers, gelet op het
uit de 'pandemiewet' geciteerde tekstfragment handelend over de
rechtvaardiging van vrijheidsbeperkende maatregelen op grond van
slechts vermoedens van gevaar (i.e.: "Wanneer het
bestaan of de omvang van het gestelde risico niet met zekerheid kan
worden bepaald ( ) [, wanneer] reële
schade voor de volksgezondheid waarschijnlijk
blijft ingeval het risico intreedt, rechtvaardigt
het voorzorgsbeginsel dat beperkendemaatregelen
worden getroffen."),
zou men ook mogen verwachten dat in geval van aangetoond
risico en dan ook zeker en vast in geval van feitelijkeschade,
beperkende maatregelen worden getroffen, of vergissen wij ons hier?
Tabak
en alcohol worden nog steeds vrij verkocht en door de regering
gepromootaangezien
zij taksen heft op de verkoop van deze verslavende en moordende
harddrugs. Het is zelfs zo dat de Belgische pandemieregelgeving van
2020 een uitzondering maakte voor rokers en drinkers inzake de
verplichting voor het dragen van het mondmasker. Voetgangers die aan
zebrapaden aanstalten maken om een gevaarlijke weg over te steken
moeten vaststellen dat eerst negen automobilisten doorrijden
vooraleer een tiende hen voorrang verleent. Geregeld worden ouderen
maar ook kinderen aan zebrapaden doodgereden maar een controle op het
gedrag van automobilisten wordt onnodig geacht. Haast dagelijks
worden fietsers door auto's aangereden ingevolge het ontbreken van
fietspaden maar tijdens de pandemie leest men uitgerekend in de buurt
van scholen waar druk autoverkeer is en geen fietspad te bespeuren
is, de op de straat geverfde tekst: "Blijven fietsen allemaal".
Vormen dergelijke aperte inbreuken tegen de geest van het eigen
beleid dan niet het sluitend bewijs dat het huidige regime niet de veiligheid en de
gezondheid van de burger tot eerste zorg hebben?
Eens
te meer is de volksgezondheid allerminst het doel doch het beproefde
voorwendsel om de burgerlijke vrijheden aan banden te kunnen leggen
en die middeldoelomkering is tekenend voor de hypocrisie welke de
politiek kenmerkt, die behalve de economie en de industrie nu ook de
zogenaamde wetenschappen corrumpeert dat het niet schoon meer is.
(2)
Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage
2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters
en Dirk De Schutter, pag. 20. Oorspronkelijk: Totalitarianism,
deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat
negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the
Nation-State and the End of the Rights of Man.
Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 6. Over het over het hoofd geziene religieus totalitarisme
Enkele
bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
6.
Over het over het hoofd geziene religieus totalitarisme
De
geest van het totalitaire regime is verwant aan dat van de paranoïcus
die vanuit een vastgeroeste premisse alleen nog de stringente
logische conclusies daaruit volgt zonder verder nog rekening te
houden met de zich altijd vernieuwende realiteit van zijn ervaringen.
Arendt schrijft: "Alles volgt op een begrijpelijke en zelfs
dwingende manier uit een eens aanvaarde premisse." (1) Die
premissen enten zich bovendien op de bijzonder gammele stellingen dat
de menselijke cultuur zich een voorbeeld moet nemen aan de natuur
(bij de nazi's) of aan de geschiedenis (inzake het Stalinisme)
waarbij men zich tevens niet lijkt te realiseren dat het gaat om
specifieke opvattingen over natuur en geschiedenis die men daarbij
als vanzelfsprekend hanteert. Voeg daarbij nog de megalomanie van de
mens die voor god speelt en die in zijn heerszucht de hele wereld
onder zich wil en die allen wil herleiden tot gewillige tentakels van
een Führer en het totalitarisme is compleet.
Vervangt
men nu in dit stramien de premisse van Hitler (de natuur als
voorbeeld voor het menselijk handelen) of die van Stalin (de te
versnellen gang van de geschiedenis) door bijvoorbeeld de dictaten
uit de bijbel, dan verkrijgt men een theocratie of een staat waarin
de geestelijke leider het voor het zeggen heeft. Dat de paus voor god
speelt, verbergt hij zelf niet, hij is immers onfeilbaar, en het
principieel onbeperkt karakter van zijn machtsstreven blijkt eveneens
uit de geschiedenis. (2) De godsdienst is derhalve in potentie een
totalitarisme dat zich overigens doorheen de hele geschiedenis
voortdurend als zodanig manifesteert. Opvallend genoeg blijkt het
tevens zo te zijn dat dictaturen zich makkelijk koppelen aan het
katholicisme of aan eender welke religie met een imperialistisch
karakter.
De
overeenkomst van de twee door Arendt genoemde totalitarismen met het
katholieke gaat zelfs nog veel verder omdat bij uitstek in de kerk de
interiorisering van de wet zich heeft doorgezet, zodat de
slachtoffers van ook het religieuze systeem niet alleen aan externe
wetten gehoorzaamheid bieden maar ook nog eens van binnenuit worden
gestuurd, met name middels een in een specifieke richting gevormd
geweten dat bovendien voortdurend wordt bijgestuurd, niet alleen door
de propaganda (waaraan men via zekere opvoedingssystemen van
kindsbeen af wordt blootgesteld) en de conditionering middels
beloningen en straffen maar ook nog eens door de biechtpraktijk. (3)
De
folteringen van de kerk zijn bovendien nog veel meer gesofisticeerd
dan die van de seculiere totalitarismen, daar zij psychosociaal van
aard zijn. Niet alleen de dreiging met het hellevuur is daar een
voorbeeld van maar ook de tactiek van de chantage waarbij men ouders
verantwoordelijk stelt voor het eeuwige lot van hun kinderen die zij
al dan niet laten dopen, gecombineerd met de psychische stress,
uitgaande van de inductie van volstrekt irrationele causale verbanden
tussen enerzijds het ongeluk van bijvoorbeeld handicaps, ziekten en
tegenslagen en anderzijds de zondigheid waaronder dan verstaan moet
worden de ongehoorzaamheid aan de in het systeem geldende wetten.
Paradoxaal genoeg staan deze stellingen diametraal op de essentie van
het christendom dat in deze wereld een lastige navolging van
Christus voorspelt en een geluk dat zich in een heel andere
wereld manifesteert.
Naast
de onzichtbare maar alziende goddelijke bestraffer die in deze
kerkelijke stellingen werkzaam wordt geacht, is er tevens de sociale
controle die aanvankelijk of natuurlijkerwijze in dienst staat van de
bevordering van de goede communicatie maar die hier wordt aangewend
voor een daaraan tegengesteld doeleinde, met name als beproefd middel
voor de onderlinge isolering van de individuen, omdat zij de vrijheid
en de spontaniteit van de betrokkenen in de weg staat. In een religie
praten de gelovigen hun religieuze leiders immers naar de mond en zij
kijken erop toe dat hun medegelovigen hetzelfde doen; het is daarbij
vrijwel geheel onmogelijk om nog kritiek te uiten op de van hogerhand
opgelegde en dikwijls oneerlijke en zelfs absurde opvattingen en
gedragscodes zonder onmiddellijk te worden gedemoniseerd en uit de
gemeenschap gebannen. Ofwel wordt men ervan beschuldigd bezeten te
zijn, kwaadaardig en zondig, ofwel wordt men weggezet als ziek of als
afwijkend in zijn gedrag of in zijn denkbeelden, met de ook in andere
totalitarismen gangbare remedie als resultaat: sociale uitsluiting,
al dan niet fysieke quarantaine en stigmatisering, gevangenzetting,
internering en zelfs specifieke medicalisering waarbij pillen en
spuiten geheel onzichtbaar hetzelfde werk doen als kettingen,
knuppels en gevangenismuren. Wat allemaal neerkomt op dezelfde
'Endlösung' ('oplossing') die ook in nazi-Duitsland gold en onder
Stalin, met name: liquidatie.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
28 juni 2021)
Verwijzingen:
(1)
Totalitarisme, p. 289.
(2)
Zie het hoofdstuk, getiteld: "Fundeert het katholicisme onze
beschaving", in: Panopticum Corona pp. 290v.:
Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 5. Over 'overbodige mensen'
Enkele
bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
5.
Over 'overbodige mensen'
De
term 'overbodigheid' ontleent zijn betekenis aan de term 'nut': iets
is overbodig als het gemist kan worden, als het niet of niet meer
nuttig is en dat nut staat uiteraard in functie van een welbepaald
doel. Als wij met zijn allen een toren bouwen en wij doen dat met
zoveel manschappen dat we elkaar onder de voet lopen, dan is ons
aantal te groot in functie van de efficiëntie: wij zouden ons doel
veel sneller bereiken indien wij ons aantal bijvoorbeeld zouden
halveren en dus is de helft van onze manschappen overbodig en niet
alleen overbodig maar ook nog eens hinderlijk bij de bouw van de
toren.
Waar
men het nu heeft over overbodige mensen, wordt meestal bedoeld dat
zij overbodig zijn in functie van de economie omdat de economie in de
huidige wereld een positie verworven heeft die haar helemaal niet
toekomt: zij wordt namelijk belangrijker geacht dan de mens van wie
ze oorspronkelijk een instrument of een werktuig is. Maar neen: ook
hier werden middel en doel onderling verwisseld en beschouwt men met
steeds meer gemak de mens als een werktuig dat dient om de economie
draaiende te houden. De mens is gedegradeerd tot de bedienaar van een
machine, de machine produceert goederen voor de markt en die worden
verkocht en gekocht en dat is de economie waarvan de mens in dienst
staat en is hij niet meer rendabel dan kan hij ook nog eens perfect
vervangen worden. En waar de mens als zodanig verengd wordt tot zijn
economische functie, is hij inderdaad niet meer dan een vervangbaar
machine-onderdeel, alleen rest de vraag of men hier de trappers niet
is kwijtgespeeld.
Uiteraard
is die vreemde perversiteit een implicatie van de hebzucht en meer
bepaald van de geldzucht: de hebzucht domineert mensen dermate dat
zij te allen prijze rijkdom willen vergaren, ook al gaat dat
uiteindelijk ten koste van mensenlevens met inbegrip van het eigen
leven, bijvoorbeeld daar waar men zich dood werkt. Edoch, wie rijk
sterven, moeten alles wat zij hier vergaard hebben achterlaten, het
Indische spreekwoord indachtig dat al wat niet gegeven werd, verloren
is.
Mensen
kunnen pas als overbodig worden beschouwd als men hen ziet als
ondergeschikt aan de economie waarin zij functioneren en als men hen
tevens tot die functie verengt. Vandaar zou men in feite moeten
spreken over overbodige arbeidskracht: niet de mensen zij
overbodig maar deze of gene foute aanwending van hun arbeidskracht.
In dat geval treft de overbodigheid niet de mensen zelf die tot deze
arbeid in staat zijn maar brengt zij hetzij de ondeskundigheid hetzij
het bedrog aan het licht van diegenen die instaan voor de verdeling
van de arbeidskrachten, met name de politici. Met stellige zekerheid
kan immers worden gezegd dat het perfect mogelijk is om aan iedereen
werk te verschaffen en wel door simpelweg de hoeveelheid arbeid te
verdelen over alle kandidaat-arbeiders zonder ook maar iemand tot
uitsluiting van de arbeidsmarkt te veroordelen. Maar dat is nu
precies wat gebeurt en tevens gebeurt dit niet onopzettelijk:
politici veroorloven zich om een zeker volume aan werklozen te
behouden teneinde de werkenden middels die dreiging van de
werkloosheid danig onder druk te kunnen zetten dat zij zich
letterlijk uit de naad werken zodat de rentabiliteit van het geheel
dan stukken groter wordt dan in het geval waarbij allen aan de
slag waren.
Uiteraard
is het kunstmatig opdrijven van de rentabiliteit middels de dreiging
met werkloosheid te wijten aan het afschrikwekkende ongeluk dat
gepaard gaat met de situatie van de werkloosheid. Niets immers kan
een mens zozeer slaan met depressie en met gevoelens van zinloosheid
en overbodigheid dan het aan hem op slinkse wijze onthouden van het
recht om een persoonlijke maatschappelijke bijdrage te leveren.
Arbeid immers is niet in de eerste plaats een plicht doch een recht.
Hannah Arendt spreekt hier over het veroordelen van mensen tot een
toestand van verlatenheid: "Afzondering [die zelfs nodig is om
te arbeiden] wordt ( ) ondraaglijk, wanneer de meest elementaire
vorm van menselijke creativiteit, namelijk het vermogen om iets van
zichzelf aan de gemeenschappelijke wereld toe te voegen, vernietigd
wordt." (1) "Op dat moment wordt afzondering
verlatenheid". (2) Ook de privésfeer is dan vernietigd.
Afzondering is verwant met ontworteling ("geen plaats in de
wereld hebben die door anderen erkend en gewaarborgd wordt" (3))
en met overbodigheid ("helemaal niet tot de wereld behoren"
(4)).
Arendt
spreekt hier over de concentratiekampen waarin overbodig geachte
mensen worden opgesloten met de bedoeling vernietigd te worden maar
zij waarschuwt dat die kampen evengoed bestaan in het dagdagelijkse
maatschappelijke leven en vandaag misschien bij uitstek in de
realiteit van de werkloosheid die vandaag nog aangezwengeld wordt en
die tot gevolg heeft dat mensen worden veroordeeld tot de
verlatenheid die veel erger nog is dan de eenzaamheid. Immers: "Verlatenheid is geen eenzaamheid [want] laat zich het scherpst
voelen in gezelschap met anderen." (5) Arendt verwijst naar
Epictetus in wiens visie "de verlaten mens zich omringd weet
door anderen met wie hij niet in contact kan treden en aan de
vijandigheid van wie hij is blootgesteld. De eenzame mens daarentegen
is alleen en kan daarom 'samenzijn met zichzelf' aangezien mensen
over het vermogen beschikken om 'met zichzelf te spreken'."
In
de verlatenheid, aldus Hannah Arendt, verliest een mens zijn
zelfvertrouwen en zijn vertrouwen in de wereld, het vermogen om te
denken en om te ervaren: "Wat
mensen in de niet-totalitaire wereld klaar stoomt voor de totale
overheersing, is het feit dat de verlatenheid, die ooit een
grenservaring was, meestal ondergaan in bepaalde marginale sociale
situaties zoals de oude dag, voor de steeds groeiende massa's in onze
eeuw een alledaagse ervaring geworden is." (6)
De verlaten mens voelt zich overbodig en aan het slachtoffer zelf
wordt de schuld gegeven voor zijn toestand. Het totalitaire regime
slaagt er echter in om slachtoffers te laten geloven dat zij zelf
verantwoordelijk zijn voor het kwaad dat hen wordt aangedaan. En zo
komt het ook dat mensen tot levende doden worden die zich zonder
verzet naar de slachtbank laten leiden.
Het
weze herhaald: de
vernietiging van de individualiteit "[verklaart] waarom
miljoenen menselijke wezens zich zonder weerstand naar de gaskamers
hebben laten leiden." (7) Wat
overbleef waren "marionetten met een menselijk gelaat,
die zich allen gedragen als de hond van Pavlovs experimenten ( ).
Dit is de ware triomf van het systeem [dat erin slaagt] zijn
slachtoffer te vernietigen vooraleer het het schavot bestijgt." (8)
Aldus toont zich de macht van de meesters." (9) "De 'modelburger' van de totalitaire staat is de hond van
Pavlov." (10) "Het
ligt in de ware natuur van totalitaire regimes om onbeperkte macht op
te eisen. Een dergelijke macht kan alleen verzekerd worden wanneer
letterlijk alle mensen, in elk aspect van hun leven afdoende
gedomineerd worden." (11)
Totalitarisme streeft geen despotische heerschappij over
mensen na, maar een systeem waarin mensen overbodig zijn."
(12) "De poging om mensen overbodig te maken weerspiegelt
de ervaring van de moderne massa's, die zich overbodig voelen op een
overbevolkte aarde." (13)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
27 juni 2021)
Verwijzingen:
(1)
Totalitarisme,
pp. 343-344.
(2)
Totalitarisme,
p. 344.
(3)
Totalitarisme,
pp. 344-345.
(4) Ib.
(5)
Totalitarisme,
p. 345.
(6)
Totalitarisme,
pp. 348-349.
(7)
Totalitarisme, p. 285.
(8) Ib.
(9) Ib.
(10)
Totalitarisme, p. 286.
(11)
Totalitarisme, p. 287.
(12)
Totalitarisme, p. 287.
(13)
Totalitarisme, p. 288.
26-06-2021
Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 4. Over de atomisering van leden van minderheden
Enkele
bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
4.
Over de atomisering van leden van minderheden
Dat
mensen pas overheerst kunnen worden wanneer zij eerst geatomiseerd
werden, houdt in dat (vrije) communicatie met anderen een voorwaarde
is voor het vrijwaren van de individuele zelfstandigheid. Met andere
woorden zullen mensen aan wie verhinderd wordt zich bij anderen te
informeren omtrent toestanden en indrukken waarmee zij te maken
krijgen, blootgesteld worden aan de beroving van hun zelfstandigheid
en van hun vrijheid en zullen zij makkelijke prooien worden voor
allerlei vormen van overheersing welke zich dan bovendien vaak
voordoen als paternalisme, bescherming en zorg. Op die manier worden
steeds vaker allerlei minderheidsgroepen quasi onopgemerkt uit de
samenleving gebannen en een actuele poging daartoe is de nieuwe
Hongaarse wet die homofilie op slinkse wijze linkt aan pedofilie waar
zij insinueert dat het achterhouden van informatie over homofilie aan
kinderen, hen zou beschermen tegen pedofilie, terwijl uiteraard het
tegenovergestelde het geval is omdat de vervolging van homofilie,
cryptohomofilie stimuleert, een wantoestand waarvan pedofielen
gebruik maken om zich te verschansen omdat de praktijk van de
pedofilie vrij spel kan krijgen ingevolge homofobie, zoals Frédérick
Martel dat heeft uitgelegd aangaande de desbetreffende situatie in
het Vaticaan in zijn Sodoma uit 2019. (1)
Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 3. Over de opruiming van mensen
Enkele
bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
3.
Over de opruiming van mensen
Massavorming
geschiedt middels de isolering van de individuen maar uiteraard
gebeurt zulks bijzonder selectief, in die zin dat niet iedereen tot
massamens veroordeeld wordt: ontmenselijkt worden alleen diegenen die
men weg wil uit de maatschappij en zo vangt men twee vliegen in één
klap: men hoeft de ongelukkigen niet te doden en derhalve kan geen
sprake zijn van misdaad, laat staan van moord of genocide maar tevens
verkrijgt men uit elk ontmenselijkt individu een bijzonder bruikbare
restant die makkelijk geconditioneerd kan worden omdat elke weerstand
daartegen via de voorafgaande atomisering werd teniet gedaan.
De
mensen die geselecteerd worden om ontmenselijkt te worden, kennen wij
van oudsher als de slachtoffers van discriminatie en de bewegingen
tegen allerlei vormen van discriminatie bewerken vaak het tegendeel
van wat zij voorhouden na te streven omdat de leugen nu eenmaal voor
de waarheid vlucht in zevenmijlslaarsen. In een wereld die geregeerd
wordt door het gouden kalf en waarin geld belangrijker is dan de
mensen omdat de slachtoffers van het geld daarvan overtuigd kunnen
worden dat geld een levensnoodzakelijk goed is waarvan niemand een
euro teveel kan hebben terwijl zijzelf overbodig zijn omdat zij ook
geloven dat er nu eenmaal teveel mensen zijn, worden allen geacht
dienaren van het gouden kalf te zijn: zij moeten renderen, geld in
het laatje brengen, en vanaf het ogenblik dat zij dat niet langer
doen en dat zij daarentegen geld gaan kosten, kunnen zij in deze
ideologie worden beschouwd als nutteloos of als schadelijk, zodat de
oplossing voor dit probleem slechts kan bestaan in hun liquidatie.
Abortus
of de moord op mensen nog vooraleer zij geboren zijn, kan massaal
ongestraft gebeuren omdat, zoals rechters dat in hun wijsheid reeds
lang hebben beslist, burgerrechten pas na de geboorte aan mensen
kunnen worden toegekend. Euthanasie, sinds vele jaren toegepast op
ouderlingen en op zieken, heeft zich vandaag een weg naar de
legaliteit gebaand en wordt, als toppunt van cynisme, door haar
slachtoffers zelf geconsumeerd en dan nog wel alsof het een medische
behandeling betrof, want de geneeskunde is allang vervreemd van wat
Hippocrates daar onder verstond omdat de mens niet langer een
eindwaarde is en de gezondheid niet langer heilig, evenmin als de
veiligheid en al die andere waarden, stammend uit een tijdperk dat
voorgoed voorbij lijkt.
Er
bestaat vandaag een heuse handel in lijken die immers beschouwd
worden als bruikbaar afval met recupereerbare onderdelen, zoals dat
het geval is met auto's en met andere instrumenten en zoals
instrumenten die niet meer werken voor de volle honderd percent alras
naar het containerpark verhuizen omdat men er sowieso genoeg van
heeft, zo gebeurt dat ook met mensen die te kampen krijgen met
gezondheidsproblemen: zij worden probleemloos opgeruimd en men komt
even probleemloos weg met de verklaring dat zij onnuttig zijn
geworden en alleen nog geld gaan kosten aan de maatschappij.
Gewis,
de slachtoffers van de algemene opruiming gaan zelf geloven dat zij
asociaal zijn wanneer zij niet instemmen met hun eigen
nietigverklaring. En ziedaar het bewijs van de aan de gang zijnde
activiteit van het totalitarisme waarover Hannah Arendt schrijft dat
aan de mens zijn eigen dood ontnomen wordt. Bovendien: "Door
omstandigheden in het leven te roepen waarin ( ) het volstrekt
onmogelijk is om goed te doen, worden in het totalitaire regime de
slachtoffers mededaders." (1)
Zo ook blijkt een totalitair regime erin te slagen "haar
slachtoffers te overtuigen van hun schuld aan misdaden die ze nooit
gepleegd hebben. ( )In
een situatie waarin de scheidingslijn tussen fictie en werkelijkheid
uitgewist wordt door de monsterachtigheid en de innerlijke
consistentie van de beschuldiging, is niet alleen een sterk karakter
vereist om te weerstaan aan de voortdurende bedreigingen, maar ook
een groot vertrouwen in medemensen - kennissen, vrienden, buren, die
'het verhaal' nooit zullen geloven - zodat men niet zwicht voor de
puur abstracte mogelijkheid van schuld. Zeker, dit toppunt van een
kunstmatig gefabriceerde waanzin kan alleen in een totalitaire wereld
bereikt worden." (2) Het volk belandt aldus in "de
griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld." (2)
Maar niet
alleen de 'nuttelozen' worden opgeruimd: de totalitaire maatschappij
ruimt ook haar potentiële redders op, met name waar zij al diegenen
die de waarheid aan het licht pogen te brengen, genadeloos ombrengt.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
25 juni 2021)
Verwijzingen:
(1)
Totalitarisme, pp.
281-282.
(2)
Totalitarisme, pp.
141-142.
24-06-2021
Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme - 2. Over de zonde tegen het lichaam
Enkele
bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
2.
Over de zonde tegen het lichaam
Het
atomiseren van mensen teneinde hen te kunnen reduceren tot de
partikels van een massa die vervolgens kan worden uitgebaat gebeurt,
zoals Hannah Arendt beschrijft, door hen van elkaar te isoleren en
dus door hun onderlinge communicatie te bemoeilijken of zelfs
onmogelijk te maken. Dat kan middels gevangenzetting en afzondering,
zoals dat vandaag wereldwijd gebeurt in het kader van de zogenaamde
pandemie, maar het is ook mogelijk om dit doel te bereiken met alleen
maar een psychosociaal en politiek instrumentarium dat zich dan
vertaalt in een aantal voorschriften welke verplicht moeten worden
nageleefd en waarvan de zwijgplicht of het spreekverbod niet alleen
als de omerta onder misdadigers wordt toegepast maar ook de regel is
in kloostergemeenschappen en in nog tal van andere al dan niet
geheime genootschappen, politieke verenigingen, holdings en
industrieën en wel in die mate dat het zich bezondigen aan spreken
er beschouwd zal worden als verraad, vals spel of spionage.
Naast
het spreekverbod, kunnen ook het lees- en schrijfverbod genoemd
worden of eerder nog het bevorderen van zaken zoals het analfabetisme
en de onderontwikkeling in het algemeen: alle hebben zij tot doel de
waarheid te doden en hem te vervangen door elkaar overstelpende
leugenachtigheden.
Ook
het onderling verdelen van de individuen om te vermijden dat zij
vriendschappelijke banden zouden smeden en dat zij zich zouden
verenigen, is een beproefde methode lang voorafgaand aan het in voege
treden van het Latijnse gezegde: Divide et impera! Dat gezegde
drukt in feite kort en bondig uit wat Hannah Arendt zo gedocumenteerd
doceert in haar Totalitarianism: de isolering van mensen welke
hun eendracht breekt en daardoor ook hun weerstand tegen vreemde
overheersers.
Mensen
die behoren tot dezelfde groep staan van nature helemaal niet
vijandig tegenover elkaar omdat hun bezit evenals hun werk een zaak
is van de gemeenschap maar de installatie van het privaatbezit
gecombineerd met het schaars houden van de goederen die men in bezit
kan nemen, verdelen de oorspronkelijke gemeenschap in allemaal
individuen die dan niet langer samen werken maar die plotseling een
bijzonder onnatuurlijk gedrag gaan vertonen: zij proberen elk
afzonderlijk zoveel mogelijk bezit naar zich toe trekken, vandaag
meestal in de vorm van geld, waarmee ze bij de overheid of althans
bij de door de overheid bestuurde en gecontroleerde organen zaken
kunnen aanschaffen waarmee ze hun individuele noden kunnen lenigen.
Het concurrentiële karakter van de economie is een alom ingeburgerde
hefboom welke de gezagsdragers faciliteert in het geatomiseerd houden
van de massa's die dan als menselijk vee tot hun beschikking staan.
De
methodes om de productie van massamensen op te drijven zijn legio.
Het aan mensen ontnemen van hun moedertaal en de verplichting tot het
gebruik van een vreemde taal die zij echter nooit voldoende zullen
kunnen beheersen om zich in alle spontaniteit uit te drukken, maakt
de communicatie danig gebrekkig dat men er vanzelf van afziet
teneinde de frustraties die dergelijke folteringen meebrengen, te
kunnen ontlopen.
Het
induceren van allerlei tegennatuurlijke plichtplegingen,
beleefdheidsregels en protocollen of juist het afschaffen of het
verbieden ervan kan de communicatie stremmen en zelfs stopzetten,
zoals dat het geval is na de invoer van de nieuwste
hoogtechnologische 'communicatiemiddelen' die beschouwd moeten worden
als een vooruitgang terwijl zij precies het tegendeel bewerken
aangezien zij directe gesprekken van mens tot mens in de vlotste taal
en ondersteund door spontane mimiek en gebaren, vervangen door sterk
vertraagde, vervormde en gecodeerde mededelingen via instrumenten
welke bediend worden door een klavier dat pas middels bijzonder
tegennatuurlijke en ziekmakende bewegingen te bespelen valt. In wezen
gaat het hier allerminst om communicatiemiddelen maar wel om precies
het tegendeel: isoleringsmiddelen.
De
persoonlijkheid wordt weggewist mét het lichaam, het natuurlijke
communicatie-instrument bij uitstek waarin de mededeling en de
mededeler in een perfecte harmonie coëxisteren. De stem, het gelaat,
de mimiek, de gebaren, de bewegingen en de uitingen van het hele
lichaam dat daar waar communicatie aan de orde is, vereist wordt,
doch de grote afwezige is.
De
stemverheffingen zijn voortaan onhoorbaar en daarmee wordt ook niet
langer de ernst van het gezegde aan de lijve ondervonden; het
gefluister dat als een saus over de geheimen lag en dat ons de oren
deed spitsen in het verlangen naar een weten dat voor ons de
toegangspoorten tot de wereld opende, behoort al tot een ver
verleden. De productie van onpersoonlijke standaardlettertekens via
het getik op een standaardklavier is de doodsteek aan het handschrift
dat naast betekenisdrager ook tekening was of persoonlijke
illustratie, dat kanttekeningen toeliet, vergissingen en
verschrijvingen.
Naar
het geslacht van de gespreksgenoot moet voortaan expliciet worden
gevraagd, hij of zij kan de ander voor de gek houden, de leeftijd
blijft verborgen, de bibber of de vaste hand, de stemming, het
karakter, de voorzichtigheid of de hoogdringendheid, de schaamte, het
gevaar: alle persoonlijke nuances worden opgeofferd aan een
standaardtype waartoe elke mens herleid wordt.
De
belediging van het lichaam en die van het gevoel is moordend en van
de mens schiet niets meer over dan een afgietsel van een
standaardvorm dat dan ook vervangbaar is en derhalve overbodig. Het
zal worden teruggebracht tot een beheersbaar getal dat zo nodig
vermenigvuldigd kan worden ofwel gedecimeerd. De vraag rest echter:
waartoe bestaat het dan nog allemaal? Zal wat overschiet van wat eens
mensen waren, in die eindeloze ellende van zichzelf beroofd, dan niet
streven naar een spoedig einde aan het on-leven waarin het hopeloos
gevangen zit?
Het
volstaat om zich een ogenblik te bezinnen over het wonder van het
menselijk lichaam om zonder de geringste twijfel te kunnen inzien dat
de vervanging en derhalve de uitschakeling ervan door middel van
instrumenten die men de mensen doet begeren en waarvoor zij moeten
werken totdat zij er hun gezondheid bij inschieten en hun geluk,
zonde is. Steeds groter wordt de massa van degenen die het helemaal
niet erg meer vinden om in het eigen lichaamsvet gevangen te zitten
als zij maar de beschikking hebben over een Porsche om zich mee te
verplaatsen en te vertonen.
De
auto, de machine, het instrument dat gemak belooft maar wel in ruil
voor dikwijls onomkeerbare verminking, verblindt en vermoordt de mens
als zodanig en wat rest van de mens van voorheen is, paradoxaal
genoeg, een louter instrument, een ding, een onderdeeltje van de
massa die gehoor geeft aan een vreemd bevel, die zich in huiver
schikt naar de hem voorgeschreven regels, die zelfs niet meer van
vrijheid dromen kan omdat hij zich niet langer onderscheidt van de
werktuigen die hij hanteert met precisie volgens de voorschriften van
vreemde heersers. Hij is verdwenen 'zoals een gelaat in het zand aan
de grens van de zee'.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
24 juni 2021)
23-06-2021
Enkele bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme 1. Over de hybris
Enkele
bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
1. Over de hybris
Het
totalitarisme, eerst in de literatuur in beeld gebracht door George
Orwell met zijn 1984 dat dateert van 1948 en vervolgens in de
filosofie beschreven en voor het eerst als zodanig benoemd door
Hannah Arendt met The Origins of Totalitarianism (1)
dat verscheen in 1951, is in wezen de heerschappij (middels
haar logica) van een aanbeden idee (een ideologie) over een tot een
massa herleide mensenmenigte die oorspronkelijk bestond uit stammen,
volkeren, klassen, families maar ook en vooral uit mensen,
waarbij de omvorming van de menigte (dit zijn: mensen met elk hun
eigenheid en kwaliteit) tot een massa (dit is: een loutere
kwantiteit ontdaan van elke andere individuele kwaliteit dan deze die
de massa met telkenmale één eenheid groter maakt) het gevolg is van
de ontmenselijking van de individuen en waarbij die
ontmenselijking zich vooral voltrekt ingevolge de isolering
van alle mensen die aldus van hun menselijke relaties en daarmee ook
van hun mens-zijn zelf (waarvoor de intermenselijke relaties -
en/of gebeurlijk de relatie met god - een voorwaarde vormen) beroofd
worden.
Hannah
Arendt wijst erop dat het inzake totalitarisme niet gaat om tirannie
of dus om de heerschappij van een mens over anderen maar wel
over de heerschappij van een ideologie en dat is een niet-mens
over mensen: een totalitarisme
onderwerpt mensen aan een niet-mens.
Neemt men
nu aan dat er een god bestaat, dan betekent het totalitarisme de
(alleen)heerschappij van een afgod of een onmens die
zelfs niet door een welbepaald menselijk individu vertegenwoordigd
wordt. Zo bijvoorbeeld is het kapitalisme een totalitarisme in die
zin dat daar de afgod van het gouden kalf of het geld, dat niet meer
verdient dan een louter ruilmiddel te zijn of een kwantiteit en meer
bepaald die kwantiteit welke per definitie van elke specifieke
kwaliteit ontdaan is (waardoor het voor een aantal zaken geruild kan
worden), zich boven zichzelf verheven lijkt te hebben - maar in feite
is het de mens die het geld verheven heeft tot god en die het aldus
tot zijn afgod heeft gemaakt, namelijk door het te gaan aanbidden,
wat uiteraard pas mogelijk is (en misschien zelfs noodzakelijk) nadat
eerst god als zodanig werd verworpen omdat per slot van rekening
niemand twee heren dienen kan.
Maar ook
indien men het bestaan van god verwerpt, blijft het totalitarisme in
kwestie een toestand waarbij mensen worden onderworpen (of zichzelf
onderwerpen) aan een ding - in dit geval een ideologie maar in
vroegere tijden betrof het bijvoorbeeld ook heel letterlijk een
beeld, een afgodsbeeld zoals de moloch, aan wie - andermaal heel
letterlijk - mensenoffers werden gebracht.
Dat wij
leven in een tijdperk van afgoderij of idolatrie is overduidelijk en
de kloof tussen het idool (in het geval van Stalin en Hitler: de tiran
die het centrum was van een personencultus) en de ideologie is niet
zo groot als men wel eens kon wensen omdat ook idolen wezenlijk
'ontmenst' zijn door de eigen identificatie met iets wat zij niet
kunnen zijn en waarvan de schijn (of de 'fictie' zoals Arendt die
noemt) moet opgehouden worden door de constant afgedwongen aanbidding
van hun 'persona' in de authentieke betekenis van 'masker'. Arendt is
overigens ook onduidelijk over de zaak wanneer zij nu eens spreekt
over de personencultus omtrent de Führer terwijl zij ons dan weer
bezweert dat het gaat om de ideologie - de verafgoding van de natuur
bij de nazi's en van de geschiedenis in het Stalinisme, of alvast het
concept dat men dan heeft over de natuur en over de geschiedenis,
want als men bijvoorbeeld gelooft de natuur een handje te moeten
helpen, dan verklaart men uiteraard eerst wat men zijns inziens onder
die natuur dient te verstaan en analoog pretendeert men eveneens te
weten waar de geschiedenis naartoe wil als men meent dat men haar
gang dient te bespoedigen.
Wat er in
feite aan de gang is waar mensen zich onderwerpen of onderworpen
worden aan niet-mensen, is niets anders dan de verwisseling van de
werkelijkheid met een spel: elke niet-menselijke heerschappij
manifesteert zich immers middels regels - spelregels - die gevolgd
moeten worden en die ernaar streven om de natuurwetten (de regels die
de werkelijkheid zelf ons oplegt en die wij respecteren op straffe
van uiteindelijk de dood) in hun schaduw te stellen. Zo streeft het
kapitaal ernaar om de natuurlijke vruchtbaarheid na te bootsen en die
uiteindelijk te overtroeven waar het bijvoorbeeld maakt dat voedsel
weggegooid wordt wanneer de verspilling winst oplevert. In de
reductie van de werkelijkheid tot een spel (of althans in de poging
daartoe) tracht de mens zich tot god te verheffen. En uitgerekend in
de godsdienst waarin hij god zijn vader noemt, acht hij zichzelf geen
schepsel doch een zoon van god, een erfgenaam van de goddelijkheid,
en dus god zelf, wat de Oude Grieken toeschreven aan de hybris:
de overmoed of de grootheidswaan welke een ongebreidelde heerszucht
is die de goden nimmer onbestraft hebben gelaten, zoals men kan lezen
in de Griekse mythologie. (2)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
24 juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Hannah
Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021
(eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en
Dirk De Schutter.
Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
(2)
Voor een volledige, correcte en vlot leesbare Nederlandstalige
weergave van de Griekse mythologie, zie:
Kris Vansteenbrugge, Uit
het schuim van de zee. De Griekse mythologie in 136 verhalen.
22-06-2021
Dirk De Schutter over zijn boek 'Het catastrofale' (2014)
Dirk De Schutter over zijn boek 'Het catastrofale' (2014):
21-06-2021
Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 14: De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie en tussen waar en onwaar niet langer bestaat
Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering
14: De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is de mens
voor wie het onderscheid tussen feit en fictie en tussen waar en
onwaar niet langer bestaat
Het totalitarisme is
nieuw en onderscheidt zich van tirannie doordat het alle sociale,
wettelijke en politieke tradities vernietigt, klassen tot massa's
omvormt en mikt op wereldheerschappij. Met de dood van Hitler en
Stalin zal het echter niet verdwijnen. Het totalitarisme staat buiten
de tweedeling van legaliteit en wetteloosheid omdat het "pretendeert
strikt en ondubbelzinnig te gehoorzamen aan die wetten van de natuur
of de geschiedenis, waaraan alle positieve wetten zogezegd
ontspringen." (1) Het houdt zichzelf voor "een hogere vorm
van legitimiteit, die de bekrompen wettelijkheid naast zich neer kan
leggen, omdat ze zich laat inspireren door de bronnen zelf. De
totalitaire wettelijkheid beweert dat ze een manier gevonden heeft om
de rechtvaardigheid op aarde te laten zegevieren (...)."(2) "( ) omdat [ze] beweert de mensheid zelf tot belichaming van
de wet te maken." (3) "[Ze] voert de wet van de
geschiedenis of de natuur uit, zonder die wet te vertalen in normen
die bepalen wat juist en verkeerd is voor individueel gedrag." (4) "Als de wet van de natuur of de wet van de geschiedenis correct
uitgevoerd wordt, dan kan men verwachten dat ze de mensheid als haar
eindproduct produceert, en deze verwachting ligt ten grondslag aan de
aanspraak van alle totalitaire regeringen op planetaire
heerschappij." (5)
"Het totalitarisme
interpreteert alle wetten als bewegingswetten." (6) Centraal
staat het ontwikkelingsbegrip, zowel in de natuur (Darwinisme) als in
de geschiedenis (historisch materialisme) en de dingen zijn slechts
fasen in een evolutieproces. Uit de totalitaire ideologie volgt een
totalitaire politiek. Zegt de natuurwet dat al het schadelijke
geëlimineerd moet worden en zegt de historische wet dat de
klassenstrijd zekere klassen elimineert, dan moet ook in de politiek
het elimineren of doden een (blijvende) wet zijn, anders zouden de
natuur en de geschiedenis zelf eindigen. Zoals wetten garanderen dat
regeringen niet tiranniek zijn, zo garandeert terreur de totalitaire
overheersing. Met terreur wil het totalitarisme de natuur en de
geschiedenis een handje helpen: het natuurlijke of historische proces
is goed; alles wat het in de weg staat, is kwaad; het enige recht is
dat van de sterkste; het individu moet opgeofferd worden aan de
soort.
"[De totale
terreur] vervangt de ( ) communicatiekanalen tussen individuele
mensen door een ijzeren band, die hen zo dicht op elkaar perst dat
hun pluraliteit als het ware opgelost wordt in één mens van
gigantische afmetingen. Het slopen van de omheiningen die de wetten
tussen de mensen optrekken, berooft de mens - zoals in een tirannie -
van zijn vrijheden en vernietigt zijn vrijheid als levende politieke
realiteit." (7)
Het instrument waarvan
een totalitair regime zich bedient, is de ideologie. "Ideologieën
staan bekend om hun wetenschappelijk karakter: ze combineren de
wetenschappelijke benadering met resultaten van filosofisch belang en
pretenderen wetenschappelijke filosofie te zijn." (8) Een
ideologie pretendeert onterecht dat de werkelijkheid volgens de
logica van haar idee verloopt, alsof de realiteit een afgeleide was
van die idee, zoals bijvoorbeeld in het racisme en in het deïsme
maar ook in de dialectische logica van het marxisme die aldus
feitelijke contradicties wegredeneert. Zo wordt "de vrijheid,
inherent aan het menselijk vermogen om te denken [ingeruild] voor de
dwangbuis van de logica, waarmee de mens zichzelf haast even
gewelddadig kan dwingen als wanneer hij gedwongen wordt door een of
andere uitwendige macht." (9)
Pas in een totalitair
regime komt de ware natuur van een ideologie aan het licht. Ten
eerste maken ideologieën aanspraak op een totale verklaring en
derhalve op een verklaring van de geschiedenis van de dingen. Ten
tweede zetten ze daardoor de ervaring buiten spel: de ideologie komt
los van de realiteit omdat ze het zintuiglijke verwerpt en alleen
steunt op haar idee (een premisse) waaruit alles 'logisch'
voortvloeit, wat "ideologische indoctrinatie" is. (10) "De
propaganda van de totalitaire beweging ( ) streeft er altijd naar
om in elke publieke en tastbare gebeurtenis een geheime betekenis in
te spuiten en achter elke publieke, politieke daad een geheime inhoud
te vermoeden. Zodra de bewegingen aan de macht gekomen zijn, beginnen
ze de werkelijkheid te wijzigen, tot ze overeenstemt met hun
ideologische beweringen." (11)
"Het begrijpen
wordt gerealiseerd, doordat de geest, hetzij op een logische hetzij
op een dialectische manier, de wetten van de 'wetenschappelijk'
vastgesteld bewegingen imiteert; de geest integreert deze processen
door ze te imiteren." (12) "De kunstgreep die beide
totalitaire heersers [Stalin en Hitler] gebruikten om hun respectieve
ideologieën om te smeden tot wapens, waarmee elk van hun onderdanen
zichzelf kon dwingen om gelijke tred te houden met de
terreurbeweging, was bedrieglijk eenvoudig en onopvallend: zij namen
hun ideologieën doodernstig [en trokken ze door tot] de uitersten
van logische consistentie (...)", (13) zijnde de uitroeiing van
bijvoorbeeld zogenaamd niet levensvatbare klassen. "Het ligt in
de aard zelf van een ideologische politiek ( ) dat de werkelijke
inhoud van de ideologie ( ) waaruit de 'idee' ( ) oorspronkelijk
ontstaan is, verteerd wordt door de logica waarmee de 'idee' wordt
uitgevoerd." (14) Het argument van zowel Stalin als Hitler
luidt: "Je kan niet A zeggen zonder B en C te zeggen, enzovoort,
het rijtje af tot aan het einde van het moorddadige alfabet."(15) Deze tirannie van de logiciteit creëert een innerlijke dwang in
dienst van de totalitaire heersers en zij maakt ons onvrij.
"De dwang van de
totale terreur perst ( ) massa's geïsoleerde mensen samen en
ondersteunt ze in een wereld die voor hen een wildernis geworden is;
de dwingende kracht van de logische deductie stoomt elk individu
klaar om in verlatenheid en afzondering, weg van alle anderen, te
leven; (...)" (16) "Juist zoals de terreur ( ) alle
verhoudingen tussen mensen kapot maakt, zo maakt de dwang van het
ideologische denken elke verhouding tot de werkelijkheid kapot."
(17) Arendt besluit deze paragraaf met een bijzonder belangrijke
conclusie nadat zij vastgesteld heeft dat mensen het vermogen om te
ervaren en om te denken verliezen samen met het verlies van de
contacten met de medemensen en met de werkelijkheid: "De ideale
onderdaan van een totalitaire heerschappij is niet de overtuigde nazi
noch de overtuigde communist, maar de mens voor wie het onderscheid
tussen feit en fictie (dat wil zeggen de werkelijkheid en de
ervaring) en het onderscheid tussen waar en onwaar (dat wil zeggen de
normen van het denken) niet langer bestaan." (18)
De isolering van de
individuen bewerkt hun onmacht en is daarom de ideale voedingsbodem
voor het totalitarisme en zeker het gevolg ervan. Terwijl de tirannie
de privésfeer nog intact laat, fnuikt het totalitarisme deze
eveneens. (19) "Afzondering [die zelfs nodig is om te arbeiden]
wordt ( ) ondraaglijk, wanneer de meest elementaire vorm van
menselijke creativiteit, namelijk het vermogen om iets van zichzelf
aan de gemeenschappelijke wereld toe te voegen, vernietigd wordt."
(20) "Op dat moment wordt afzondering verlatenheid". (21)
Ook de privésfeer is dan vernietigd.
Afzondering is verwant
met ontworteling ("geen plaats in de wereld hebben die door
anderen erkend en gewaarborgd wordt" (22)) en met overbodigheid
("helemaal niet tot de wereld behoren" (23)). "Verlatenheid is geen eenzaamheid [want] laat zich het scherpst
voelen in gezelschap met anderen." (24) Arendt verwijst naar
Epictetus in wiens visie "de verlaten mens zich omringd weet
door anderen met wie hij niet in contact kan treden en aan de
vijandigheid van wie hij is blootgesteld. De eenzame mens daarentegen
is alleen en kan daarom 'samenzijn met zichzelf' aangezien mensen
over het vermogen beschikken om 'met zichzelf te spreken'."
(25) Toch is het contact met anderen onmisbaar teneinde de eenzame "te redden uit de dialoog van het denken waarin iemand altijd
gespleten blijft (...)" (26) en die verlatenheid is. Daarin
verliest een mens zijn zelfvertrouwen en zijn vertrouwen in de
wereld, het vermogen om te denken en om te ervaren. Alleen de
bekwaamheid tot logisch redeneren vanuit een vanzelfsprekende
premisse blijft intact. "Maar deze waarheid is 'leeg', of beter
gezegd, het is helemaal geen waarheid, omdat ze niets openbaart."
(27) Arendt voegt hier aan toe: "(De stelling dat consistentie
waarheid is, die sommige moderne logici verdedigen, betekent dat men
het bestaan van de waarheid ontkent.)" (28)
"Wat mensen in de
niet-totalitaire wereld klaar stoomt voor de totale overheersing, is
het feit dat de verlatenheid, die ooit een grenservaring was, meestal
ondergaan in bepaalde marginale sociale situaties zoals de oude dag,
voor de steeds groeiende massa's in onze eeuw een alledaagse ervaring
geworden is. Het meedogenloze proces waarin het totalitarisme de
massa's drijft en organiseert, lijkt op een suïcidale ontsnapping
uit deze werkelijkheid. Het 'ijskoude redeneren' ( ) verschijnt als
de laatste steun in een wereld waar niemand betrouwbaar is ( )."
(29) De georganiseerde verlatenheid van het totalitarisme kan onze
wereld verwoesten en dit gevaar blijft aanwezig.
(J.B., 21 juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Hannah Arendt,
Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021 (eerste
druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en Dirk De
Schutter, p. 321. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
(2) Totalitarisme,
p. 322.
(3) Totalitarisme,
p. 323.
(4) Totalitarisme,
p. 322.
(5) Totalitarisme,
pp. 322-323.
(6) Totalitarisme,
p. 324.
(7) Totalitarisme,
p. 328.
(8) Totalitarisme,
p. 333.
(9) Totalitarisme,
p. 335.
(10) Totalitarisme,
p. 337.
(11) Ib.
(12) Totalitarisme,
pp. 337-338.
(13) Totalitarisme,
p. 338.
(14) Totalitarisme,
pp. 339-340.
(15) Totalitarisme,
p. 340.
(16) Totalitarisme,
p. 341.
(17) Totalitarisme,
p. 342.
(18) Ib.
(19) Totalitarisme,
p. 343.
(20) Totalitarisme,
pp. 343-344.
(21) Totalitarisme,
p. 344.
(22) Totalitarisme,
pp. 344-345.
(23) Ib.
(24) Totalitarisme,
p. 345.
(25) Totalitarisme,
p. 346.
(26) Ib.
(27) Totalitarisme,
p. 348.
(28) Ib.
(29) Totalitarisme,
pp. 348-349.
18-06-2021
Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 13: De levende dode, de triomf van het totalitaire systeem
Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering 13: De
levende dode, de triomf van het totalitaire systeem
Wellicht
onderscheidt niets de moderne massa's radicaler van de massa's uit
vorige eeuwen dan het verlies van het geloof in het Laatste Oordeel:
de slechtsten hebben hun vrees verloren, de besten hun hoop. (1)
Hun rest de belofte dat de hemel
en de hel door de mens gemaakt kunnen worden. De concentratiekampen
worden nog het beste benaderd door de middeleeuwse beelden van de
hel, die geen mens ooit kan verdiend hebben. De groteske willekeur
waarmee mensen worden geliquideerd maakt duidelijk dat allen
'overbodig' zijn. Het doel van een arbitrair systeem is
de burgerrechten van de hele bevolking te vernietigen (...). (2)
Eerst wordt de juridische
persoon in de mens gedood: de wetteloosheid eist erkenning, mensen
worden 'preventief' veroordeeld, het wordt hun duidelijk gemaakt dat
zij nu alle reden hebben om de gemeenste dief of
moordenaar te benijden. (3)De groepen onschuldigen die
gearresteerd worden, lenen zich het best voor diepgaande
experimenten inzake beroving van rechten en vernietiging van de
juridische persoon. ( ) [Zij vormen] ( ) de meest essentiële
categorie van de kampbevolking. (4)
De volgende beslissende stap in het klaarstomen van
levende lijken is de moord op de morele persoon in de mens. ( ) Dit
gebeurt ( ) door het martelaarschap onmogelijk te maken: (...)
wanneer er geen getuigen overblijven, kan er geen getuigenis zijn.
(5) Het gaat om georganiseerde
vergetelheid. (6)
Smart en herinnering zijn verboden. (7)
Door de dood anoniem te maken ( ) beroofden de
concentratiekampen de dood van haar betekenis als einde van een
vervuld leven. In zekere zin ontnamen ze het individu zijn eigen dood
( ). Zijn dood bezegelt alleen het feit dat hij nooit werkelijk
bestaan heeft. Het menselijk geweten zou nog altijd weerstand hebben
kunnen bieden aan deze aanval op de morele persoon, omdat het hem
vertelt dat het beter is te sterven als slachtoffer dan te leven als
een bureaucraat en een moordenaar. De totalitaire terreur haalde haar
meest verschrikkelijke triomf op het moment dat ze erin slaagde de
persoon van deze individualistische ontsnapping af te snijden en de
beslissingen van het geweten absoluut twijfelachtig en dubbelzinnig
te maken. (8) Door omstandigheden in het leven te roepen waarin
( ) het volstrekt onmogelijk is om goed te doen, worden in het
totalitaire regime de slachtoffers mededaders. (9) De
scheidslijn tussen moordenaar en slachtoffer wordt voortdurend
verdoezeld. Ten derde wordt de unieke identiteit in de mens gedood,
wat van mensen beesten maakt. Het begint bij het transport van de
opeengepakte naakte mensenhoop naar de kampen, het scheren van het
hoofd, het uniform, het nummer, de folteringen. En dan
maakte de oude spontane beestachtigheid plaats voor een absoluut
koude en systematische vernietiging van menselijke lichamen, erop
berekend om de menselijke waardigheid te vernietigen; de dood werd
vermeden of voor onbepaalde tijd uitgesteld. (10)
De vernietiging van de individualiteit [verklaart]
waarom miljoenen menselijke wezens zich zonder weerstand naar de
gaskamers hebben laten leiden. (11)
Wat overbleef waren marionetten met een menselijk
gelaat, die zich allen gedragen als de hond van Pavlovs experimenten
( ). Dit is de ware triomf van het systeem [dat erin slaagt] zijn
slachtoffer te vernietigen vooraleer het het schavot bestijgt.
(12) Aldus toont zich de
macht van de meesters. (13)
De 'modelburger' van de totalitaire staat is de hond
van Pavlov. (14) Het ligt in de ware natuur van totalitaire
regimes om onbeperkte macht op te eisen. Een dergelijke macht kan
alleen verzekerd worden wanneer letterlijk alle mensen, in elk aspect
van hun leven afdoende gedomineerd worden. (15) Totalitarisme
streeft geen despotische heerschappij over mensen na, maar een
systeem waarin mensen overbodig zijn. (16) De poging om
mensen overbodig te maken weerspiegelt de ervaring van de moderne
massa's, die zich overbodig voelen op een overbevolkte aarde.
(17) Die waanzin is tegelijk de koele logica van de totalitaire
ideologie welke gelijkenis vertoont met de systemen van paranoïci
waarin alles op een begrijpelijke en zelfs dwingende manier
volgt uit een eens aanvaarde premisse. (18) Het totalitarisme
heeft ideologische motieven: het wil de wereld consistent maken.
Alles moet voorspelbaar en maakbaar zijn en alle mensen aldus
vervangbaar en overbodig. (19)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
18 juni 2021)
Verwijzingen:
(1)
Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage
2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters
en Dirk De Schutter, p. 273. Oorspronkelijk: Totalitarianism,
deel III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat
negende hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the
Nation-State and the End of the Rights of Man.
(2)
Totalitarisme, p. 279.
(3)
Totalitarisme, p. 276.
(4)
Totalitarisme, p. 277.
(5)
Totalitarisme, pp. 280-281.
(6)
Totalitarisme, p. 281.
(7)
Ib.
(8)
Totalitarisme, pp. 281-282.
(9)
Totalitarisme, p. 282.
(10)
Totalitarisme, p. 284.
(11)
Totalitarisme, p. 285.
(12)
Ib.
(13)
Ib.
(14)
Totalitarisme, p. 286.
(15)
Totalitarisme, p. 287.
(16)
Totalitarisme, p. 287.
(17)
Totalitarisme, p. 288.
(18)
Totalitarisme, p. 289.
(19)
Totalitarisme, p. 290-292.
17-06-2021
Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 12: Totale overheersing
Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering
12: Totale overheersing
"De
concentratie- en uitroeiingskampen van de totalitaire regimes doen
dienst als de laboratoria, waarin het fundamentele geloof van het
totalitarisme dat alles mogelijk is, geverifieerd wordt." (1)
Het gaat erom "iets te produceren dat niet bestaat", (2)
met name een mensensoort die gelijkt op andere diersoorten en die,
als hij al niet uitgeroeid wordt, middels indoctrinatie en terreur
ontdaan is van elke spontaniteit: de menselijke persoonlijkheid moet
omgevormd worden tot een louter ding, volledig geconditioneerd zoals
de hond van Pavlov, een geperverteerd dier. (3) "(...) hoe
onwaarschijnlijk het immers ook moge klinken, deze kampen zijn de
ware en centrale institutie van de totalitaire organisatorische
macht" (4) De verslagen erover gaan het menselijk verstand en
de ervaring te boven. "(...) iedereen die [erover] spreekt of
schrijft, wordt nog altijd als verdacht beschouwd ( ) en vaak wordt
hij zelf bestormd door twijfels over zijn eigen waarachtigheid, als
had hij een nachtmerrie voor werkelijkheid gehouden." (5) De
nazi's wisten dat het raadzaam is om misdaden op een onwaarschijnlijk
reusachtige schaal te plegen omdat hun ontkenningen dan makkelijker
geloofd worden dan wat hun slachtoffers naar waarheid vertellen. "Hitler liet miljoenen kopieën van zijn boek circuleren, waarin
hij stelde dat een leugen kolossaal dient te zijn, wil ze succesvol
zijn." (6)
Vanaf
een zeker punt wordt het middel doel en dient terreur niet langer als
middel om mensen af te schrikken: de terreur tegen de ander houdt aan
nadat die zich allang gewonnen gegeven heeft; overwonnenen worden
afgeslacht; de kolonisering ging eeuwenlang gepaard met de uitroeiing
van inheemsen. Het nihilistische principe van totalitaristen luidt
dat alles geoorloofd is maar "het gezond verstand en 'normale
mensen' weigeren te geloven dat alles mogelijk is." (7) "Wat
betekent het begrip moord nog, wanneer we geconfronteerd worden met
de massaproductie van lijken? Wij proberen het gedrag van gevangenen
in concentratiekampen en van ss'ers psychologisch te begrijpen,
terwijl we ons eigenlijk zouden moeten realiseren dat de psyche kan
worden vernietigd, ook als men de fysische mens intact laat ( ).
Het eindresultaat bestaat in elk geval uit onbezielde mensen, dat wil
zeggen mensen die men niet langer psychologisch kan verstaan ( )."
(8)
Alle
pogingen om over te brengen wat er in wezen in de kampen gebeurde,
zijn mislukt. "Vandaag weten wij dat moord slechts een beperkt
kwaad is. De moordenaar ( ) beweegt zich nog altijd binnen het ons
vertrouwde domein van leven en dood. ( ) De moordenaar laat een
lijk achter en wendt niet voor dat zijn slachtoffer nooit bestaan
heeft." (9)
"De
werkelijke verschrikking van de concentratie- en vernietigingskampen
ligt in het feit dat de gevangenen, ook al blijven ze toevallig in
leven, effectiever van de wereld van de levenden worden afgesneden
dan wanneer ze waren gestorven, omdat terreur dwingt tot vergeten."
(10) "Er bestaan geen parallellen voor het leven in de
concentratiekampen. De verschrikking ervan kan nooit volledig door de
verbeelding gevat worden, om de eenvoudige reden dat die
verschrikking zich buiten het leven en de dood ophoudt. ( ) omdat
de overlevende terugkeert naar de wereld van de levenden - die het
hem onmogelijk maakt volledig geloof te hechten aan zijn voorbije
ervaringen." (11)
De
kampen hadden geen economische functie, de vernietigingsfabrieken
waren peperduur, de kampen bestonden omwille van zichzelf. De
kampgevangen "worden behandeld alsof ze niet meer bestonden,
alsof wat er met hen gebeurde voor niemand nog belang had, alsof ze
reeds dood waren en alsof een of andere krankzinnige geest zichzelf
amuseerde door ze voor een poos tussen leven en dood op te houden,
vooraleer ze toe te laten tot de eeuwige vrede." (12)
De
kampen zijn een plek waar mensen gefolterd en afgemaakt worden
terwijl niemand in staat is zich te realiseren dat dit gebeuren meer
is dan een absurde droom. "Het gezond verstand reageerde op de
verschrikkingen ( ) [met]: 'Wat voor misdaad moeten deze mensen
begaan hebben, dat hen zulke dingen worden aangedaan!" (13)
Mensen blijken "hun helse fantasieën te kunnen realiseren
zonder dat de hemel naar beneden valt of de aarde openscheurt."
(14)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
18 juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Hannah
Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021
(eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en
Dirk De Schutter, p. 261.
Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
(2)
Totalitarisme, p. 262.
(3) Ib.
(4)
Totalitarisme, p. 263.
(5) Ib.
(6) Ib.
(7)
Totalitarisme, p. 265.
(8)
Totalitarisme, pp.
265-266.
(9)
Totalitarisme, p. 268.
(10)
Totalitarisme, p. 269.
(11)
Totalitarisme, p. 270.
(12)
Totalitarisme, p. 272.
(13)
Totalitarisme, p. 273.
(14) Ib.
16-06-2021
Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 11: De geheime politie en facebook, experimenten en liquidaties
Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering
11: De geheime politie en facebook, experimenten en liquidaties
Komt
de totalitaire beweging aan de macht, dan bemannen haar handlangers
de regering zodat de totalitaristen in feite de staat gebruiken als
niet-totalitaire façade waarachter zijzelf geheel verborgen
totalitair regeren. Daarbij moeten zij hun fictie kunnen blijven
beschermen tegen de feiten en voor de buitenwereld een schijn van
normaliteit kunnen ophouden: "Boven de staat en achter de
façades van de ogenschijnlijke macht, in een doolhof van
menigvuldige diensten, aan de basis van alle gezagsverschuivingen en
temidden van een chaos van inefficiëntie, ligt de machtskern van het
land: de superefficiënte en supercompetente diensten van de geheime
politie [GP]." (1)
Op de keper
beschouwd wordt het leger in een totalitaire staat contradictorisch
omdat het zich richt tegen buitenlandse vijanden die er in feite niet
zijn omdat het totalitarisme internationalistisch is en daarom wordt
het beter vervangen door internationale filialen van de GP die het
buitenland eigenlijk inpalmen. In de beginfase worden wie weerstand
bieden geliquideerd en pas nadat de uitroeiing van vijanden een feit
is, komen de terreur en de totale overheersing. "Praktisch
gesproken gaat de totalitaire heerser te werk als een man die
hardnekkig iemand anders beledigt, tot iedereen weet dat de laatste
zijn vijand is, zodat hij met een zekere geloofwaardigheid zijn gang
kan gaan en hem kan doden uit zelfverdediging. Dit is bepaald grof,
maar het werkt - zoals iedereen weet die ooit heeft gadegeslagen hoe
succesvolle carrièrejagers mededingers elimineren." (2)
Totalitaristen
spreken ook over 'objectieve vijanden' die ideologisch gedefinieerd
worden. De GP, gedefinieerd als 'een staat in de staat', ontleent
haar macht aan de geheime informatie waarover zij beschikt en zij is
onderworpen aan de wil van de leider, die de te liquideren vijanden
aanduidt en die de GP ["bemand door agenten die elkaar niet
kennen" (3)] daarom als enige vertrouwt. De GP wordt verdubbeld
omwille van de flexibiliteit: "dit maakt wijzigingen op het
laatste nippertje mogelijk, zodat één afdeling de voorbereidingen
treft om de fabrieksdirecteur de Orde van Lenin uit te reiken,
terwijl een andere schikkingen treft voor zijn arrestatie." (4)
De GP voert geheel blindelings haar opdrachten uit; blindelings, want "de voor het totalitarisme centrale veronderstelling dat alles
mogelijk is, leidt ( ) tot de absurde en vreselijke consequentie
dat elke misdaad die de heersers kunnen bedenken, bestraft moet
worden, ongeacht of die misdaad al dan niet gepleegd werd." (5)
"Onder
totalitaire regimes wordt provocatie - vroeger alleen de specialiteit
van de geheime politie - een methode om met zijn buurman om te gaan,
en iedereen wordt er, gewild of ongewild, toe gedwongen deze methode
te gebruiken. Iedereen is in zekere zin de agent
provocateur van ieder ander ( )." (6) "In een
systeem van alomtegenwoordige spionage, waar iedereen politieagent
kan zijn en elk individu zich constant geobserveerd voelt - in
omstandigheden bovendien waar carrières uiterst onzeker zijn en waar
het dagelijkse kost is dat iemands ster op de meest spectaculaire
wijze rijst, om morgen alweer te vallen -, wordt elk woord
dubbelzinnig en vatbaar voor retrospectieve 'interpretatie'."
(7)
Carrières
en massale tewerkstelling zijn te danken aan navenante zuiveringen:
Stalin gaf trots werk aan een half miljoen bolsjevisten na de
reusachtige zuivering van 1939 en ook in Duitsland zorgde de massale
opruiming van de joden voor nieuwe banen. En dat de tewerkgestelden
aldus aan deze misdaden medeplichtig werden, garandeerde hun
loyauteit jegens het regime. (8)
Het
totalitarisme creëerde ook de psychologie van de dubbelagent, "bereid de prijs van een kort leven te betalen voor het
opwindende bestaan van enkele jaren aan de top", (9) wat ook de
levensfilosofie werd voor het hele volk. 'Objectieve vijanden' zoals
Joden en Polen werd lukrake slachtoffers, hetzij als beschuldigden,
hetzij als niet-levensvatbaar verklaarden en 'ongewensten' (zoals
geesteszieken): de quota moesten nu eenmaal worden volgemaakt. (10)
De moeilijkste taak van de GP bestaat erin de sporen te laten
verdwijnen van de door hen geliquideerden.
De Ochrana
vond een klasseersysteem uit met de namen van principieel alle
burgers waarbij middels speciale tekens hun onderlinge relaties
aanschouwelijk werden: vriendschapsrelaties, vijanden, kennissen,
enzovoort. [En ziedaar de voorloper van 'facebook', dat op dat vlak
vandaag aan zijn beheerders uiteraard quasi eindeloze mogelijkheden
biedt.] Arendt zegt erover dat als zo'n perfecte kaart ooit bestond,
ze het "wellicht mogelijk zou maken om mensen zonder enig spoor
uit te wissen, alsof ze helemaal niet hadden bestaan." (11)
Dat laatste
is dan ook de grootste zorg van de GP nadat ze hun slachtoffers
hebben laten verdwijnen. "Het enige strikt bewaarde geheim in
een totalitair land ( ) betreft de operaties van de politie en de
omstandigheden in de concentratiekampen." (12) De grootste
misdaad bestaat erin over die geheimen te spreken. Edoch, "aangezien
een mens voor zijn kennis afhankelijk is van de bevestiging en het
begrip van zijn medemensen, verliest deze algemeen gedeelde, maar
individueel bewaarde, deze nooit besproken informatie haar
werkelijkheidskarakter, en wordt ze een pure nachtmerrie. Alleen zij
die in het bezit zijn van [die] strikt geheime kennis ( ) zijn in
staat met elkaar te communiceren over wat in feite de werkelijkheid
van allen uitmaakt. Dat is hun geheim, en om dit geheim te bewaren
vormen ze een geheime organisatie (...)" (13) Het geheime
genootschap wordt opgericht "met de bedoeling om het
onfatsoenlijke experimentele onderzoek naar de grenzen van het
mogelijke te kunnen uitvoeren." (14) Arendt besluit dit
hoofdstuk als volgt: "(...) het is haast onmogelijk om te weten
hoeveel van deze mensen, wanneer ze verder blootgesteld worden aan
( ) werkloosheid, blij zullen berusten in een 'bevolkingsbeleid'
dat bestaat in een regelmatige eliminatie van het surplus aan mensen,
en hoeveel onder hen, wanneer ze hun groeiend onvermogen ervaren om
de lasten van het moderne leven te dragen, zich blij zullen
conformeren aan een systeem dat, samen met hun spontaniteit, hun
verantwoordelijkheid elimineert. Met andere woorden ( ) weten we
niet hoe goed ( ) het geheim van deze GP tegemoet komt aan de
geheime verlangens en de geheime medeplichtigheden van de massa's in
onze tijd." (15)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
16 juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Hannah
Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021
(eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en
Dirk De Schutter, p. 238.
Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
(2)
Totalitarisme, p. 243.
(3)
Totalitarisme, p. 245.
(4) Ib.
(5)
Totalitarisme, p. 247.
(6)
Totalitarisme, pp.
250-251.
(7)
Totalitarisme, p. 251.
(8)
Totalitarisme, pp.
252-253.
(9)
Totalitarisme, p. 253.
(10)
Totalitarisme, pp.
253-254.
(11)
Totalitarisme, pp.
255-256.
(12)
Totalitarisme, p. 258.
(13) Ib.
(14)
Totalitarisme, p. 259.
(15)
Totalitarisme, p. 261.
14-06-2021
Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 10: De totalitaire staat
Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering
10: De totalitaire staat
Wanneer
een totalitaire beweging aan de macht komt, wordt zij uiteraard
geconfronteerd met de werkelijkheid die helemaal niet overeenstemt
met de fictie welke zij aan de massa wil opdringen en het kost haar
dan heel wat inspanningen om de belijdenis van haar leugens te
blijven afdwingen. Zoals gezegd bestaat het prijskaartje voor het
ophouden van de schijnwereld in de liquidatie van wie die leugens
verwerpen en deze getuigen van de waarheid zijn dan de tegenstanders
van het regime, de zogenaamde dissidenten. (1) Grote zuiveringen en
liquidaties worden dan uiteraard onvermijdelijk.
Opzettelijk
worden vormloosheid en verwarring geschapen met een vermenigvuldiging
van diensten en divisies en met een onoverzichtelijk ingewikkelde
bureaucratie teneinde in de totalitaire dictatuur te allen tijde
willekeur mogelijk te maken. Het centrum van de macht verplaatst zich
voortdurend, het wordt ongrijpbaar en het verbergt zich, gehoorzamend
aan de regel: "(...) hoe zichtbaarder de regeringsinstanties,
hoe minder macht ze dragen, en hoe minder van het bestaan van een
institutie bekend is, hoe machtiger ze uiteindelijk zal blijken te
zijn. ( ) De werkelijke macht begint waar de geheimhouding begint."
(2)
Een
totalitaire regering is geen heerschappij van een kliek: de
atomisering van de individuen treft evenzeer de elite als de massa en
zo werd "monsterachtige trouweloosheid door getuigen in haast
identieke termen de meest opvallende karaktertrek van Hitler en
Stalin genoemd." (3)
Bij het
uitbreken van de oorlog begon de radicalisering en werden soldaten
verplicht tot deelname aan massamoorden en deportaties zoals "de
uitroeiing van het Poolse en Oekraïense volk, de uitroeiing van
honderdzeventig miljoen Russen (zoals in één plan vermeld), van de
intelligentsia van West-Europa, zoals het Nederlandse volk en de
volken van de Elzas en Lotharingen, evenals van al die Duitsers die
gediskwalificeerd zouden worden door de prospectieve
rijksgezondheidsverklaring of door de geplande 'wet op de
gemeenschapsvreemden' (...)" bij de nazi's en bij de
bolsjevisten het vijfjarenplan van 1929 "waarin alle logische
regels en economische principes op hun kop werden gezet." (4)
Totalitaire
heersers zagen zichzelf niet als leiders van een volk (zoals ze dat
aan het volk voorlogen) maar zij ambieerden een "internationale
beweging, op weg naar de verovering van de wereld." (5) en wel
onder de heerschappij van een toekomstige elite, een meesterras dat,
naar de woorden van Himmler en Hitler, "in elk geval nog eeuwen
verwijderd was" (6).
"Het
systematisch beliegen van de hele wereld is alleen ongestraft vol te
houden onder de voorwaarde van een totalitaire heerschappij, waarin
het fictieve karakter van de alledaagse werkelijkheid de propaganda
grotendeels overbodig maakt. ( ) Zolang echter de mogelijkheid
aanwezig is om Joden uit te roeien als wandluizen, met name door
gifgas, is het niet langer noodzakelijk te propageren dat Joden
wandluizen zijn." (7) De paradox ontstaat "dat de 'geheime
samenleving bij klaarlichte dag' qua karakter en methodes pas echt op
een samenzwering gaat lijken vanaf het moment waarop ze beschouwd
wordt als een volwaardig lid van de beschaafde vereniging der
naties." (8) "Hoe openlijker de macht van het
totalitarisme, des te geheimer zijn ware doeleinden." (9)
Omdat
totalitaire regimes tot doel hebben de ganse aardbol te veroveren,
zien zij geen enkel land als buitenland: "elk land zien ze als
hun potentieel territorium." (10) "Elke uiting of daad
tegen het Derde Rijk werd bestraft als hoogverraad." (11) "Als
de totalitaire veroveraar zich overal gedraagt alsof hij thuis was,
dan moet hij tegenover zijn eigen volk evenzeer optreden als een
vreemde veroveraar." (12) En zo werd "de
uitroeiingspolitiek [van de nazi's] uitgebreid tot de rangen van
'radicaal niet levensvatbare' Duitsers."
(13) Ook de Sovjet-Unie gedroeg zich agressief tegen het eigen volk.
Eerder
dan machtswellust en nationalisme, vertonen totalitaire regimes een
verontrustend idealisme en het onwankelbaar geloof in een fictieve
wereld. Stalin geloofde dat de politie het kostbaarste was van zijn
rijk en Hitler zag het grootse van zijn beweging in de uniformiteit
van de massa, in het feit "dat zelfs hun
gelaatsuitdrukking haast identiek is."
(14) "Welke band macht in de geest van de westerse mens
ook mag gehad hebben met aardse bezittingen, welvaart, schatten en
rijkdommen, deze band is opgelost tot een soort van
gedematerialiseerd mechanisme, waarvan elke beweging macht genereert,
juist zoals wrijving of galvanische stromen elektriciteit genereren."
(15) "Een totalitaire staat wordt gekenmerkt door
structuurloosheid, door verwaarlozing van materiële belangen, door
emancipatie ten overstaan van het winstmotief en door niet-utilitaire
houdingen in het algemeen"
(16), waardoor ze onvoorspelbaar wordt.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
14 juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Vandaag
weten we dat dissidenten of mensen die niet langer bereid zijn om de
leugens en de misdaden van het (totalitaire) regime te beamen en die
zich (geweldloos) verzetten, hetzij als criminelen, hetzij als
krankzinnigen werden weggezet, als ze niet al massaal werden
vermoord, zowel in de voormalige Sovjet-Unie (denk aan het
Serbski-instituut in Moskou waar dissidenten gediagnostiseerd als
schizofrenen werden ondergebracht) als in Nazi-Duitsland. En dat is
vandaag niet anders, ook in tal van regimes die terwijl zij aan de
macht zijn uiteraard doorgaan voor normale democratieën.
(2) Hannah
Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021
(eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en
Dirk De Schutter, p. 218.
Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
(3)
Totalitarisme, p. 223.
(4)
Totalitarisme, p. 227.
(5) Ib.
(6)
Totalitarisme, pp.
227-228.
(7)
Totalitarisme, pp.
229-230.
(8)
Totalitarisme, p. 230.
(9) Ib.
(10)
Totalitarisme, p. 231.
(11)
Totalitarisme, p. 232.
(12)
Totalitarisme, p. 233.
(13) Ib.
(14)
Totalitarisme, p. 235.
(15) Ib.
(16)
Totalitarisme, p. 236.
12-06-2021
Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 9: Totalitarisme, de verwisseling van fictie en werkelijkheid en het prijskaartje daarvan.
Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering
9: Totalitarisme, de verwisseling van fictie en werkelijkheid en het
prijskaartje daarvan.
De
totalitaire organisatie moet propagandaleugens omzetten in
functionerende werkelijkheid; ze moet "een samenleving opbouwen
waarin de leden ageren en reageren in overeenstemming met de regels
van een fictieve wereld." (1) In het totalitaire regime is de
wil van de leider wet in die zin dat allen functionarissen zijn die
zijn wil blindelings uitvoeren terwijl hij het monopolie heeft op
alle verantwoordelijkheid. [Men zou hier kunnen denken aan de
organisatie van de katholieke kerk waarin eveneens alle priesters
functionarissen zijn van hun geestelijke leider, Christus, of liever:
van zijn plaatsvervanger op aarde, de paus, die nota bene over
wereldlijke macht beschikt.]
De
leider van de totalitaire organisatie verbergt zich in de kern,
omgeven door een kring van ingewijden met daarrond weer een kring van
semi-ingewijden, die hem afschermen van de buitenwereld en die er ook
een brug naartoe zijn. De leider schept voortdurend intriges, de kern
hernieuwt zich onophoudelijk door de vorming van steeds radicalere
eliteformaties. De totalitaire organisatie maakt ook duplicaten van
politieke beroepsverenigingen: een vals leger, een duplicaat van het
lerarenkorps, van de advocaten, de technici, de arbeiders, kortom:
van alle niet-totalitaire beroepsverenigingen. Die duplicaten werken
paraprofessioneel en ondermijnen van binnenuit de officiële organen
die ze vernietigen om zo een perfecte schijnwereld te scheppen. [Men
kan hier bijvoorbeeld denken aan de zogenaamde 'burgerwachten'
waarvoor men nooit alert genoeg kan zijn]. Bij de nazi's "werden
ze georganiseerd naar het model van gangsterbenden en ingezet voor
georganiseerde moord." (2)
Zoals
ook de leden van gangsterbenden, gehoorzamen de leden van totalitaire
organisaties hun leider en niet de wet, omdat de (totalitaire) bende
strenger optreedt dan de (staats)wet. "Het werkelijke mysterie
van de totalitaire leider ligt in een organisatie, die het hem
mogelijk maakt de totale verantwoordelijkheid voor alle misdaden,
begaan door de eliteformaties van de beweging, op zich te nemen en
tegelijk aanspraak te maken op de eerlijke, onschuldige
eerbaarheid van de meest naïeve meeloper." (3)
Totalitaire
systemen hebben dat gemeen met geheime genootschappen (waarvan zowel
Hitler als Stalin ooit lid waren voordat ze in de politiek gingen)
dat ze ingewijden strikt onderscheiden van outsiders tegen wie zij
uiterst vijandig staan en dit volgens het ook in het christendom
geldende, esoterische principe: 'Wie niet voor mij is, is
tegen mij' en wie niet
uitgesloten worden, zien aldus hun insluiting door de uitsluiting van
anderen andermaal bevestigd. (4) Partijzuivering, rituelen,
ceremonieën, idolatrie, symbolen en geheimen kenmerken zowel
totalitaire systemen als geheime genootschappen. Arendt verklaart: "De gelijkenissen zijn tot op zekere hoogte het
natuurlijke gevolg van de samenzweringsfictie van het totalitarisme:
de totalitaire organisaties zijn vermoedelijk gesticht om geheime
genootschappen te neutraliseren"
(5), alleen opereren totalitarismen op klaarlichte dag.
Een
totalitaire organisatie wordt pas echt gevaarlijk als zij naar
politiek leiderschap grijpt, zoals ook het leger gevaarlijk wordt als
het aan het muiten slaat. Het slachtofferen van onschuldigen is een
onderdeel van een voor de buitenwereld onbegrijpelijk ritueel,
opgezet middels "processen, gebaseerd op absurde
bekentenissen" (6) Maar
totalitarismen bezitten bovenal "het onovertroffen
vermogen om door consistente leugens een fictieve wereld op te
richten en in stand te houden ( ) [in een] eigenaardige mengeling
van lichtgelovigheid en cynisme ( )."
(7) "De massapropaganda ontdekte dat haar gehoor ten
allen tijde bereid was het slechtste te geloven, ongeacht hoe absurd
het was, en dat het er nauwelijks bezwaar tegen had om misleid te
worden, aangezien het elke bewering toch als een leugen beschouwde."
(8) "In plaats van leiders afvallig te worden, zouden [de
mensen] opwerpen dat ze de hele tijd al geweten hadden dat de
bewering [waarvan de onwaarheid bewezen was] een leugen was, en
zouden ze de leiders bewonderen voor hun superieure tactische
schranderheid." (9) "De
leider stelt altijd de juiste daden, en aangezien deze daden gepland
zijn met het oog op de komende eeuwen, is de ultieme test van wat hij
doet onttrokken aan de ervaring van zijn tijdgenoten."
(10) Met andere woorden: beloften kunnen onmogelijk gelogenstraft
worden op het ogenblik dat zij worden afgelegd. Hitlers eed van
wettelijkheid was een cynisch bedrog waarom hij op de koop toe nog
geëerd werd; zelfs de lichtgelovigheid van zijn sympathisanten was
gespeeld. Worden totalitaristen betrapt op leugens waarvan ze eisen
dat allen ze onvoorwaardelijk geloven, dan blijken ze daar volkomen
immuun voor. (11) Arendt vertelt hoe totalitaristen "een
algemene training [kregen] in opperste minachting voor elk feit en
voor elke realiteit" (12) De
meest gekoesterde deugd van de totalitaire elite is "trouw
aan de leider, de talisman die de uiteindelijke overwinning van de
leugen en de fictie op de waarheid en de werkelijkheid verzekert."
(13) Zo bijvoorbeeld werd het
racisme door de nazi's in een wetenschappelijk kleedje gestoken maar "het was verzekerd, onafhankelijk van de
wetenschappelijkheid van de propaganda (...)."
(14)
Het
geloof van totalitaristen dat alles geoorloofd is, berust op de vaste
overtuiging dat alles mogelijk is. De werkelijkheid is voor hen
slechts een obstakel dat zij in staat zijn op te ruimen. Bovendien
geloven ze dat uiteindelijk niet echt "maar zij gebruiken
die fictie slechts als een organisatorische kunstgreep".
Ze zijn helemaal niet geïnteresseerd in de waarheid, alleen in hun
eigen fictie, ook al weten ze dat die bedrog is. (15) De opruiming
van het obstakel van de werkelijkheid voltrekt zich uiteraard middels
moord en massamoord. Totalitaristen geloven de werkelijkheid te
kunnen opruimen maar in feite ruimen zij de getuigen
van de waarheid op.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
12 juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Hannah
Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021
(eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en
Dirk De Schutter, p. 155.
Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
(2)
Totalitarisme, p. 164.
(3)
Totalitarisme, p. 168.
(4)
Totalitarisme, pp.
168-170 en p. 174.
(5)
Totalitarisme, p. 170.
(6)
Totalitarisme, pp.
174-175.
(7)
Totalitarisme, p. 175.
(8)
Totalitarisme, p. 176.
(9) Ib.
(10)
Totalitarisme, p. 177.
(11)
Totalitarisme, p.
178-179. Men zou hier kunnen denken aan wat Michel Foucault
schrijft over de manier waarop macht zich doet gelden. In twee
woorden: macht manifesteert zich waar men een ander kan doen belijden
dat hij de aperte leugens die men hem vertelt, gelooft.
(12)
Totalitarisme, p. 180.
(13) Ib.
(14)
Totalitarisme, p. 181.
(15)
Totalitarisme, pp.
182-184. Men zou hier ook kunnen denken aan wat Dostojevski
schrijft over de bekentenis van de kerkleiders in zijn raamvertelling
over de grootinquisiteur van Sevilla in De gebroeders Karamazov.
10-06-2021
Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 8: Totalitaire propaganda en de beperkte houdbaarheid van leugens
Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering
8: Totalitaire propaganda en de beperkte houdbaarheid van leugens
"Alleen
terreur kan zich volledig op pure fictie verlaten" (1) en die
m.b.t. de joodse samenzwering was de meest efficiënte van de
nazipropaganda maar paradoxaal en vreemd genoeg nam Hitler voor zijn
bestemming van het Duitse volk als wereldheerser een voorbeeld aan
het verzinsel van de Protocollen van de wijzen van Zion ("die
hij vanbuiten had geleerd" (2)):
het uitverkoren volk der joden stond model voor het uitverkoren
Germaanse ras. De NSDAP van Hitler verhief zich boven
alle andere partijen (- zij pretendeerde, andermaal paradoxaal
genoeg, zowel socialistisch als nationalistisch te zijn -) want
totalitaire bewegingen (destijds zowel het nazisme als het
bolsjewisme) gebruiken de staat slechts als instrument om hun doel te
bereiken. Totalitaire leiders creëren trefzeker mét een fictieve
vijand (de Protocollen, de trotskistische samenzwering...) een eigen
aanhang; hun fictieve wereld wedijvert met de realiteit die lijdt aan
een gebrek aan logica, samenhang en organisatie. (3) "(...) het
punt was dat de nazi's handelden
alsof de wereld door de joden gedomineerd werd en alsof ze zich
moesten verdedigen door er hun eigen samenzwering tegenover te
stellen." (4) Onder de nazi's "zou de betwisting van de geldigheid van racisme en
antisemitisme geleken hebben op een ontkenning van de wereld."
(5) Maar overtuigde nazi's bleken na de oorlog onvindbaar: de
fictieve wereld is slechts houdbaar totdat de leugen aan het licht
komt met het in elkaar storten van de totalitaire beweging en dan "keren de massa's terug naar hun oude status van
geïsoleerde individuen ( ), hun oude, wanhopige overbodigheid".
(6)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
10 juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Hannah
Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021
(eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en
Dirk De Schutter, p. 143.
Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
(2)
Totalitarisme, p. 150.
(3)
Totalitarisme, pp.
151-152.
(4)
Totalitarisme, p. 152.
(5)
Totalitarisme, p. 153.
(6)
Totalitarisme, pp.
153-154.
09-06-2021
Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 7: De griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld
Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering
7: De griezelige rust van een volkomen imaginaire wereld
De massa
wordt gewonnen door propaganda én terreur en zo stelde Stalin zich
niet tevreden met het herschrijven van de geschiedenis en met het
vernietigen van de oude boeken: hij roeide ook hun auteurs en hun
lezers uit. (1) Propaganda is deel van psychologische oorlogsvoering
maar zij wordt overbodig waar een totaal onderworpen bevolking
geterroriseerd wordt zoals in de concentratiekampen. Het maakte
indruk op het volk dat de nazi's politieke moorden openlijk toegaven "omdat ze [zoals de
Amerikaanse gangsterorganisaties] geen ijdele praat
verkochten, zoals de andere partijen." (2) Daarnaast zijn er
ook de versluierde bedreigingen tegen wie de totalitaire leer niet
ernstig nemen.
In haar
reclame zwaait het totalitarisme met 'wetenschappelijkheid' en Stalin
bezweert: "Hoe meer inzicht we hebben in het dialectisch
materialisme, hoe groter ons succes zal zijn." (3) Anders dan
alle andere regimes wil het totalitarisme de natuur zelf van de mens
omvormen. (4) Welvaart, belang en zelfbehoud laten het totalitaire
systeem volslagen onverschillig en zo bijvoorbeeld was het helemaal
niet om economische redenen dat Hitler de geesteszieken uitmoordde. "Het fanatisme bij leden van totalitaire bewegingen is van een
totaal andere orde ( ); het wordt voortgebracht door het gebrek aan
eigenbelang bij de massa's, die daarom bereid zijn zichzelf op te
offeren. De nazi's hebben bewezen dat men een heel volk in een oorlog
kan storten met de slogan 'want anders gaan we ten onder.' (...)"
(5) en op het einde van de oorlog troostten de nazi's de bevolking
dat de Führer "'in zijn wijsheid voor het Duitse volk in geval
van een nederlaag een gemakkelijke dood voorzien had, met name
vergassing.'" (6) Een leider van de massa's dient onfeilbaar te
zijn en de toekomst te kunnen voorspellen: als Hitler de joden
uitroeit, is dat dan slechts de uitkomst van een voorspelling (in
casu gedaan in zijn toespraak d.d. Januari 1939) (7) en als Stalin de
afvalligen uitmoordt, heeft hij voorspeld dat het ging om
vertegenwoordigers van 'uitstervende klassen'. (8) "Pas nadat ze
de macht gegrepen hebben, zijn massaleiders in staat om de
werkelijkheid aan hun leugens aan te passen; voordien leggen ze in
hun propaganda al een extreme minachting voor de feiten als zodanig
aan de dag, want in hun opvatting hangen feiten volledig af van de
macht van diegene die de feiten kan fabriceren. ( ) Met andere
woorden ( ) verraadt deze methode van onfeilbare voorspelling het
ultieme doel - wereldverovering -, aangezien de totalitaire heerser
zijn leugens slechts kan verwezenlijken en zijn voorspellingen
slechts kan doen uitkomen wanneer hij de hele wereld onder controle
heeft." (9) Geheimzinnigheid, complotten, bijgeloof, legenden
(over vrijmetselaars, jezuïeten, joden), wereldsamenzweringen (van
bijvoorbeeld de zgn. 'driehonderd families'), Geheime Diensten: de
massa's nemen deze ficties voor werkelijkheid terwijl ze hun eigen
oren en ogen wantrouwen. "Massa's worden niet overtuigd door
feiten, zelfs niet door verzonnen feiten, maar uitsluitend door de
consistentie van het systeem waarvan ze deel menen uit te maken."
(10) "Wat de massa's weigeren te erkennen, is de toevalligheid
die de werkelijkheid doordringt. Ze zijn vatbaar voor ideologieën,
omdat ideologieën feiten uitleggen als loutere illustraties van
wetten en omdat ze elke samenloop van omstandigheden elimineren,
dankzij het verzinsel van een alomvattende almacht, die geacht wordt
de oorsprong te zijn van elke gebeurtenis. Om te kunnen gedijen, moet
de totalitaire propaganda ontsnappen uit de werkelijkheid en haar
toevlucht nemen tot fictie, het toeval vervangen door consistentie."
(11) Het geloof vervangt het gezond verstand. De onthutsend grote
impact van de propaganda op de geïsoleerde massamens bewezen de
bolsjewisten: "De geheime politie in de Sovjet Unie, die erop
uit is haar slachtoffers te overtuigen van hun schuld aan misdaden
die ze nooit gepleegd hebben, en die ze in veel gevallen onmogelijk
kunnen hebben gepleegd, isoleert en vernietigt volledig alle
werkelijke factoren, zodat de eigenlijke logica, de eigenlijke
consistentie van het 'verhaal', dat in de klaargestoomde bekentenis
vervat ligt, verpletterd wordt. In een situatie waarin de
scheidingslijn tussen fictie en werkelijkheid uitgewist wordt door de
monsterachtigheid en de innerlijke consistentie van de beschuldiging,
is niet alleen een sterk karakter vereist om te weerstaan aan de
voortdurende bedreigingen, maar ook een groot vertrouwen in
medemensen - kennissen, vrienden, buren, die 'het verhaal' nooit
zullen geloven - zodat men niet zwicht voor de puur abstracte
mogelijkheid van schuld. Zeker, dit toppunt van een kunstmatig
gefabriceerde waanzin kan alleen in een totalitaire wereld bereikt
worden." (12) Het volk belandt aldus in "de griezelige
rust van een volkomen imaginaire wereld." (13)
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 9
juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Hannah
Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021
(eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en
Dirk De Schutter, p. 128.
Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
(2)
Totalitarisme, p. 131.
(3)
Totalitarisme, p. 133.
(4)
Totalitarisme, p. 134.
(5)
Totalitarisme, p. 135.
(6)
Totalitarisme, p. 136.
(7) Ib.
(8)
Totalitarisme, p. 137.
(9)
Totalitarisme, pp.
137-138.
(10)
Totalitarisme, pp.
139-140.
(11)
Totalitarisme, p. 140.
(12)
Totalitarisme, pp.
141-142.
(13)
Totalitarisme, p. 142.
07-06-2021
Hannah Arendt over Totalitarisme - Aflevering 6: De fabricatie van mensen die ernaar verlangen nummers te zijn
Hannah
Arendt over Totalitarisme
Aflevering
6: De fabricatie van mensen die ernaar verlangen nummers te zijn
Verontrustend
is, aldus Hannah Arendt, dat totalitaire regimes niet alleen het
gepeupel aantrekken maar ook de elite want ook de elite is tuk op de
massa's die de totalitaire regimes voortbrengen. De oorlog werd
overigens verwelkomd als een grote zuivering, men walgde van de
algemene hypocrisie, men was bereid offers te brengen, men verlangde
naar een edele zaak om voor te sterven. "Niets ontziende
destructie, chaos en ondergang verkregen de waardigheid van verheven
waarden." (1) "De overlevenden van de loopgraven waren
geen pacifisten." (2) "Deze generatie herinnerde zich de
oorlog als het grote voorspel op de instorting van de klassen en hun
omvorming tot massa's. ( ) het symbool voor de dood, de 'grote
gelijkmaker' en daarom de ware vader van een nieuwe wereldorde."
(3) Men verlangde ernaar een nummer te zijn, een anoniem radertje,
liever dan een hypocriet type. "De oorlog was ervaren als de
'machtigste massa-actie ooit', die alle individuele verschillen
uitwiste." (4) Het lotgenootschap was belangrijker dan de natie
en wreedheid werd de hoofddeugd "omdat wreedheid in tegenspraak
is met de humanitaire en liberale hypocrisie van de samenleving."
(5) "Deze generatie [was] diep gekwetst door de hypocrisie ( ).
Er was geen uitweg ( ) uit de makheid, de frustratie en de wrok,
opgesmukt door een valse cultuur en geleerde praat: deze combinatie
deed hen steeds meer walgen ( )." (6) Vandaar de hang naar
geweld in de pre-totalitaire atmosfeer. "Deze mensen voelden
zich aangetrokken tot het uitgesproken activisme van de totalitaire
bewegingen ( )". (7) Het kwam er op aan actie te ondernemen
en men was bereid daarvoor te betalen met zijn leven. De elite
geloofde dat de geschiedenis hoe dan ook een vervalsing was. "(...)
de verschrikkelijke demonische fascinatie ( ) die uitging van de
mogelijkheid dat gigantische leugens en monsterlijke onwaarheden
uiteindelijk tot onbetwistbare feiten kunnen worden omgetoverd, ( )
dat het verschil tussen waarheid en onwaarheid wel eens zijn
objectiviteit zou kunnen verliezen, om te ontaarden tot een pure
kwestie van macht en slimheid, pressie en eindeloze herhaling."
(8) Hitler en Stalin konden "de massa's organiseren tot een
collectieve eenheid die hun leugens met luister omgaf." (9)
Met de
slotzin van Arendts eerste hoofdstuk verklaart zij waarom het
totalitarisme alle intellect bant: "Het feit dat de nieuwe
massaleiders consistent elke vorm van hogere intellectuele activiteit
vervolgden, ontspringt niet alleen aan hun natuurlijke wrok jegens
alles wat ze niet kunnen begrijpen. Totale overheersing kan het vrije
initiatief - in welk domein van het leven ook - volstrekt niet
dulden, geen enkele activiteit die niet helemaal voorspelbaar is. Het
totalitarisme aan de macht vervangt onveranderlijk alle talenten van
eerste rang, ongeacht hun sympathieën, door charlatans en gekken,
wier gebrek aan intelligentie en creativiteit nog altijd de beste
waarborg is voor hun loyauteit." (10)
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 7
juni 2021)
Verwijzingen:
(1) Hannah
Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage 2021
(eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters en
Dirk De Schutter, p. 98.
Oorspronkelijk: Totalitarianisme, deel III,
alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: