Foto
Foto
Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres:

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto


"Trans-atheïsme"

Download dit boek als PDF:

Jan Bauwens - Transatheïsme.pdf (3.6 MB)   

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto



Download dit boek als PDF:

"Het einde der tijden"



Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Tisallemaiet
Alle rechten voorbehouden
Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
23-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wij waren (muziekvideo)

Wij waren (muziekvideo)

Wij waren from JB on Vimeo.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genghis Kahn en Donald Duck - Een interview met Omsk Van Togenbirger

 

 

Genghis Kahn en Donald Duck

Een interview met Omsk Van Togenbirger

Omsk Van Togenbirger, u hier te zien, in de wind en uit de zon...

Ook een goede dag! Toch niet voor een interview?

Hoe kunt u het raden...

Val dan met de deur in huis, het is veel te warm om rond de pot te draaien! Iran, veronderstel ik?

Tja, het gaat allemaal heel snel...

Zeker en vast en de snelheid zal nog opgedreven worden, dat is nu eenmaal het ten einde lopen van de tijden. Je kent de paradoxen van Zeno toch?

Van gehoord...

Je geraakt nooit aan de eindstreep omdat je telkens de helft van de afstand overbrugt, waarna er altijd nog een helft overblijft. En zo gaat het ook met de tijd.

Nu vertelt men wel dat dit niet klopt...

Ja, dat is een soort van vereenvoudigde fysica, maar die gaat in tegen de ervaring.

De subjectieve ervaring?

Sowieso subjectief maar niettemin ervaring. Maar stel nu gauw uw vraag!

Wat is er gaande in de wereld? Een derde wereldoorlog is van start gegaan, toch?

Elke kind wil een naam maar er is niets nieuws onder de zon.

Hoezo niets nieuws?

Genghis Khan ken je wel?

Zeker...

Bouwde hoge piramides met mensenhoofden en vroeg dan beleefd de vastgestelde taksen te betalen. Men betaalde zonder slag of stoot. De man en zijn volk, zijn leger dus, hoefde niet te werken, hij was een afperser, zoals men dat noemt. Ben je online met je telefoon?

Jazeker...

Lees dan eens wat er op Wikipedia gezegd wordt over afpersing: lees het voor, luid en duidelijk!

– “Afpersing is een bijzondere vorm van diefstal met geweld of bedreigingen. Het onderscheid bestaat erin dat de dader van dit misdrijf de goederen niet wegneemt maar doet afgeven, als gevolg van geweld of bedreiging.”

Slecht Nederlands maar goed, dat wordt nu algemeen aanvaard en het is ook een vorm van afpersing maar begrijp je waar ik naartoe wil?

We worden bestolen?

Zeer zeker maar je mag het niet zeggen, je moet er over zwijgen, er is immers dat geweld of die bedreiging en dat is niet niks: B2-bommenwerpers geladen met raketten die tot 90 meter diep gaan in de grond, Tomahawk-raketten, onderzeeërs geladen met atoombommen: ze vliegen buiten het gezichtsbereik en dat van de radars in de smetteloos blauwe luchten en ze liggen onder het wateroppervlak van zowat elke plas op deze aarde, allemaal geladen met bommen die men 'vuil' noemt omdat ze na hun ontploffing die sowieso al ontelbare doden maakt, ook nog eens tot in de eeuwigheid uitgestrekte gebieden geheel onzichtbaar radioactief besmetten, wat wil zeggen onleefbaar: onwetende passanten voelen op de bewuste plek helemaal niets maar verdwijnen jaren later met helse kankers in een ziekenhuiskamertje en zij verhuizen van daaruit dan naar het mortuarium. Of lig jij daar niet van wakker?

Toch wel...

Bedenk dan dat ze het ook niet schuwen om die wapens in te zetten: als bedreigingen niet onmiddellijk resultaten boeken, volgt geweld en nog veel rapper dan men kan vermoeden: massa's mensen gaan het hoekje om zonder dat ze het ook maar merken, of vergis ik mij?

Ik geloof het niet...

Het enig mogelijke alternatief is vijf percent van de geproduceerde rijkdom en heb je een idee over hoeveel geld het gaat?

Dat zullen wel enkele miljarden zijn?

Vorig jaar bedroeg het bbp voor België 614,5 miljard euro en vijf percent daarvan is 31,225 miljard euro. Om aan dat bedrag te komen, moet elke Belg, zowel de werkende als de werkloze, zowel de oudere als het kind, zowel de gezonde als de zieke, jaarlijks meer dan 3000 euro ophoesten, laten we zeggen 300 euro maandelijks, wat de prijs is van een huishuur. In de EU gaat het om vijf percent van zowat 17 biljoen euro en dat is uitgerekend 850 miljard euro of bijna 1 biljoen dollar. Dat is het bedrag dat de regering Trump Europa jaarlijks afhandig wil maken. Maar het ergste is: wat je ervoor in de plaats krijgt, is geheel onduidelijk.

Is dat zo?

Een straatbende valt je aan en vraagt een zeker bedrag voor 'bescherming', zoals zij dat dan heten, maar dat houdt gewoon in dat ze je niet meer hoeven aan te vallen als je hen meteen en zonder slag of stoot je hele geldbeurs overhandigt, begrijp je? Gezien de bedragen waarover het gaat, komt het hier op neer dat je hen jouw betaalkaartje geeft. Kunnen ze trouwens ook nog eens mee in het rood gaan.

De beschermer en de agressor zijn een en dezelfde?

Donald Duck, Zelensky, Google: het zijn allemaal Hollywood-producties, Je weet toch wat er op het bordje staat bij het verlaten van Disneyland?

"Here ends Disneyland and begins Disney World."

Precies en het is ook nog dubbelzinnig: het verwijst zowel naar onze door de Amerikaanse fictie omgetoverde wereld als naar Disney World in Florida, waar ook die andere Donald zijn optrekje heeft. Ze ontnemen je niet alleen je geld, mijn beste, maar ook nog eens je leven en je krijgt er een fictief bestaan voor in de plaats! Lees misschien nog eens die definitie van zoëven voor!

– “Afpersing is een bijzondere vorm van diefstal met geweld of bedreigingen. Het onderscheid bestaat erin dat de dader van dit misdrijf de goederen niet wegneemt maar doet afgeven, als gevolg van geweld of bedreiging.”

(J.B., 23 juni 2025)


22-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noam Chomsky en Iran

 

 

Noam Chomsky en Iran

Bij verschillende gelegenheden werd aan Noam Chomsky de vraag gesteld of Iran, dat Israël openlijk zou bedreigen, niet moet tegengehouden worden van de aanmaak van nucleaire wapens maar hij beantwoordde de opwerping met de retorische vraag wat dan gedaan met de vele landen die reeds over nucleaire wapens beschikken. De kwestie zich te houden aan de verdragen ter zake is echter veel belangrijker.

Het moet vooraf gezegd dat Iran voorstander is van een tweestatenoplossing waar Israël de Palestijnen wil verdrijven en dit met argumenten die helemaal geen hout snijden. Zoals heden overduidelijk blijkt, eisen de Israëli voor zichzelf op wat ze de Palestijnen niet gunnen.

Overigens schrijven waarnemers met kennis van zaken dat Iran wel gek zou moeten zijn als het géén kernwapen aanmaakte. De militaire investeringen van Iran zijn veel beperkter dan die van hun buurlanden en menigeen is het er over eens dat het Iraanse regime een paradijs is vergeleken bij dat van bijvoorbeeld Saoedi-Arabië. Meteen moet gezegd worden dat niet zozeer Israël een bedreiging vormt maar wel het zionisme.

En wat betreft de mogelijke en sinds afgelopen nacht ook reële militaire tussenkomsten van andere mogendheden zoals de V.S. in Iran, dient men zich te herinneren dat in 2003 Irak werd aangevallen zonder dat daar ook maar enige geldige reden toe bestond: Irak werd ervan verdacht kernwapens het hebben ontwikkeld, wat een leugen was om daar een oorlog te kunnen beginnen. Onder meer Turkije weigerde daar om de inval van de V.S. te steunen omdat 95 percent van zijn bevolking daar tegen was, wat aantoont dat Turkije een land is dat rekening houdt met de stem van zijn volk, terwijl van goede democraten verwacht wordt dat zij zich niet verzetten, zwijgen en braaf de bevelen van Uncle Sam uitvoeren. Brazilië werd om dezelfde reden aan de kant geduwd. Chomsky: als de Amerikanen invloed trachten uit te oefenen in een regio, heet dat 'stabilisatie' maar als landen zoals Iran dat doen, heeft men het over 'destabilisatie', waarmee hij impliciet verwijst naar het onderzoek dat hij in 1988 voerde samen met Edward Herman inzake politiek gestuurde desinformatie.

(J.B., 22 juni 2025)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kijk 'Noam Chomsky - Is Iran a Threat?' op YouTube

-

Kijk 'Noam Chomsky - Is Iran a Threat?' op YouTube


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Isfahan en het sprookje van de kernbom

 

 

Isfahan en het sprookje van de kernbom

klik: 

https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208127199.pdf

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het beest uit de Apocalyps

 

 

Het beest uit de Apocalyps

De mens die vaststelt dat hij een plaat is die blijft hangen, weet hoe laat het is. Nota bene: met een 'plaat' wordt een 'grammofoonplaat' bedoeld waarvan de muziek gelezen wordt met een naald die een concentrisch geschikt spoor volgt dat bij beschadiging als het ware in een cirkelgang belandt waardoor steeds hetzelfde fragment zich blijft herhalen.

Van een mens van wie de plaat blijft hangen, zijn het meestal anderen die dat vaststellen - zou men dat van zichzelf vaststellen, dan zou men de herhaling verbreken. De problematiek van de zelfreferentie is analoog en zo ook is de bewustzijnsproblematiek.

Hetzelfde geldt voor andere gevallen waarbij het verstand het laat afweten want de plaat blijft draaien, zij het in steeds hetzelfde kringetje, omdat de mechaniek nog werkt: de naald is kaduuk alsook de groeven maar de motor werkt door en wordt blijvend gevoed met elektrische stroom.

Van hen die in herhaling vallen, werkt de stem nog en ook een deel van het verstand, maar zekere groepen zenuwcellen verantwoordelijk voor het kortetermijngeheugen zijn beschadigd ofwel dood en de spreker merkt het niet. Het grovere deel van de platendraaier is intact maar de fijnere technologie laat het afweten. En dat is meestal ook zo omdat de meest gesofisticeerde onderdelen ook de gevoeligste zijn, de meest kwetsbare.

Een tragedie ontstaat nu waar het meest kwetsbare dat ook het meest gesofisticeerde is, het begeeft terwijl het grovere, dat robuuster is, blijft doorwerken, want dan krijgt het grovere ook de leiding over al de rest. Het werktuig over zijn meester, het beest over de mens of beide gevallen tegelijk.

Een auto is een verfijnd instrument maar vergeleken bij zijn chauffeur blijft het een lomp ding: laat de bestuurder voor de duur van amper één seconde in slaap vallen en het tuig veroorzaakt een ongeluk met onbeschrijflijk menselijk leed. En dat is het geval voor elk instrument dat de leiding van zijn bestuurder overneemt.

Een kip zonder kop rent met een nek als een bloedfontein over het erf vooraleer zij neer stuikt en dood blijft liggen. Een auto zonder bestuurder knalt tegen een boom. Een onbewaakt huis wordt leeggeroofd. Een kind zonder ouders wordt een prooi voor criminelen. Een land zonder leider wordt aangevallen, zijn bevolking sterft of belandt in slavernij. Een mens zonder verstand begaat baldadigheden.

Soms gebeurt het dat een regering niet gevormd wordt door verstandelijk overleg maar door het noodlot of door een dom succes. Zij die kennis hebben, vormen uiteraard een minderheid maar belangrijke beslissingen worden genomen door een onwetende meerderheid. Zoals in het narrenschip van Plato komen dan lieden aan de macht die helemaal niet weten over wie en wat zij heersen, laat staan dat zij ook maar iets zouden afweten van bestuurskunde, maar heersen doen zij onverminderd.

Zij heersen over de massa die hen verkozen heeft maar ook over elke persoon afzonderlijk en dat is heel naargeestig. De massa immers is niet de optelsom van alle personen: de massa ontstaat pas nadat en doordat het bestaan van personen werd ontkend.

Personen hebben namelijk iets te vertellen als zij spreken; zij bedienen zich van de rede, die voor iedereen dezelfde is en goed verstaanbaar. Wat zij zeggen, wordt door iedereen gehoord en met ons gezond verstand kunnen we allemaal uitmaken of de waarheid wordt gesproken ofwel of de leugen haar kans aan het wagen is. De massa daarentegen produceert slechts een weliswaar luid maar compleet onverstaanbaar gebrul zoals dat opstijgt uit de buik van een wild dier en waarvoor men alleen maar op de loop kan gaan.

Een regering die niet gevormd werd door personen maar door een anonieme massa, kan derhalve ook niet uit personen bestaan: zij kan hooguit een spreekbuis zijn van de massa die haar in het zadel hees. Dat zadel ligt op de rug van een dol paard waarmee uiteraard geen land te bezeilen valt. Een regering die hooguit een spreekbuis van een massa is, kan ook helemaal niets te vertellen hebben, zij kan alleen brullen, zoals wilde dieren brullen.

Men moet dan ook niet proberen om te luisteren naar wat zij zegt, laat staan naar wat zij bedoelt, want zij kan helemaal niets te zeggen hebben omdat zij ook niet spreekt daar zij de rede missen moet die aan al wat anoniem is, vreemd is. Als zij haar muil opent, bestaat de enige zinvolle reactie hierop dat men zich zo rap als mogelijk uit de voeten maakt want trumpetteren is het enige wat zij kan presteren en dat voorspelt niets goeds.

Ja, een wild dier is zij: als het niet slaapt, dan wordt het gevaarlijk want het wil een prooi. En dit wilde beest is werkelijk onverzadigbaar, daar het een junkie is. Daar het voor god wil spelen, is het verslaafd aan geld en macht, het heeft reeds alles maar het voelt dat dit niets is en het wil daarom altijd meer. Op advies van de markies de Sade kan het dat alleen maar krijgen door te gaan vernietigen.

Ja, vlucht nu maar, want het maakt de dief niets uit wie hij besteelt: iederéén is doelwit.

(J.B., 22 juni 2025)


20-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Markies de Sade

 

 

Markies de Sade

Het soort blasé personen dat oorlog voert, maken er een spelletje van. Als kind kregen deze vetgesnoepte verwende lui van de sint oorlogsspelletjes cadeau om af te draaien met de pc op groot scherm maar die zijn ze nu uiteraard ontgroeid: kinderen wiens papa's en mama's immobiliën beheren, ziekenhuizen, politieke partijen, mediaconcerns en universiteiten, nemen geen vrede met tinnen soldaatjes, dat is speelgoed voor arme drommels. Gefortuneerden hebben andere verplichtingen jegens het kroost dat zich immers moet voorbereiden op leidinggevende functies en dat brengt ook verplichtingen mee inzake de aard van het speelgoed. Eenmaal zestien, een sportauto? Laat ons niet lachen, dat is gemeengoed voor jan met de pet: deze kinderen willen, eenmaal groot, speelgoed aangepast aan hun stand en weet je wat dat dezer dagen betekent? de Sade wist het al en schreef dat vanaf het moment dat men alles heeft wat men verlangen kan en men schijnbaar niet gelukkiger meer kan worden (of misschien is pret een betere term) er alsnog een vergrotende trap bestaat, om het zo te zeggen, en die houdt in dat eenmaal gekomen aan het plafond, en de wet indachtig dat geluk een kwestie van sociale vergelijking is, men zich nog verbeteren kan door al de anderen naar beneden te duwen.

Logisch toch? En ja, het werkt: wie alles hebben, verkrijgen nog meer door anderen alles te ontnemen, en dan gaat het uiteraard niet over speelgoed, want dat hebben ze al in overvloed: het gaat over het kostbaarste bezit van die anderen. Ja, je raadt het al: men wil die anderen het leven zelf ontnemen. En, neen, denk nu niet dat doden volstaat: een kogel jagen door het hart van een mens en gedaan, is helemaal niet leuk, vraag dat maar aan de kat die zich rot amuseert met de muis. Als het weerloze wezentje buiten adem is, laat onze kat haar weer op adem komen zodat ze kan herbeginnen, want het plezier moet worden gerekt, zij wil het laatste uit de kan vol pret, onze kat, die Trump heet, en zij houdt van spelen, spelen met muizen, en geen andere kat legt haar een haarbreed in de weg.

(J.B., 20 juni 2025)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huizinga over “Het spel van de wereld”

 

 

Uittreksel uit “Panopticum Corona”1, pp. 490-493:

Het coronaspel en het spel van de wereld”.

De aard van de oorspronkelijke werkelijkheid is chaos of leegte, een toestand zonder enig houvast, noch iets noch niets. Die toestand is onhoudbaar en smeekt om orde. In alle mythologieën ontstaat uit de chaos, orde doordat uit het Ene de tegenstellingen geboren worden: er komt licht en daardoor de tegenstelling licht en duisternis. Of in het begin is er het Woord waaruit alles voortkomt: het bevel of het gebod, de wet die goed van kwaad onderscheidt en die de regels bepaalt van het spel waarin de chaos getransformeerd wordt. De werkelijkheid is in wezen een spel. In zijn Homo ludens uit 19382 schrijft Johan Huizinga:

"Het is al een oude gedachte die getuigt, dat bij doordenken tot den bodem van ons kennen alle menschelijk handelen slechts een spelen schijnt. Wie aan deze metaphysische conclusie genoeg heeft, moet dit boek niet lezen. Mij schijnt zij geen reden, om de onderscheiding van het spel als een eigen factor in al wat in de wereld is, te laten varen. Sinds langen tijd ben ik steeds stelliger tot de overtuiging gekomen, dat menschelijke beschaving opkomt en zich ontplooit in spel, als spel."3

En over de aard en betekenis van het spel als cultuurverschijnsel schrijft Huizinga verder:

"Men kan bijna al het abstracte loochenen: recht, schoonheid, waarheid, goedheid, geest, God. Men kan den ernst loochenen. Het spel niet. Maar met het spel erkent men, of men wil of niet, den geest, (...). Het doorbreekt, reeds in de dierenwereld, de grenzen van het physisch bestaande. Het is ten opzichte van een gedetermineerd gedachte wereld van louter krachtwerkingen in den volsten zin des woords een superabundans, een overtolligheid. (...) Het bestaan van het spel bevestigt voortdurend, en in den hoogsten zin, het supralogisch karakter van onze situatie in den kosmos. (...) Wij spelen, en weten, dat wij spelen, dus wij zijn meer dan enkel redelijke wezens, want het spel is onredelijk."4

Deze tijd is onmiskenbaar een kantelpunt in de geschiedenis van de wereldcultuur. Tot op heden is de religie van cruciaal belang geweest voor de beschaving: zij was het toonaangevende spel. Maar sinds enige tijd lijkt het geloof te hebben afgedaan. De kerken lopen leeg als een van de resultaten van een lange strijd. Een strijd waarin beslecht wordt wat het spel van de nieuwe wereld zal worden. De wetenschappen, ooit zozeer bevochten door de kerk, werden pas heilig verklaard toen de kerk hun waarde niet langer kon loochenen. Aanvankelijk werden zij nog ondergebracht binnen de kerk, zij het ondergeschikt aan de theologie als hoogste vorm van kennis. Nog een geruime tijd werd het geloof door de sciëntisten geduld maar vandaag hebben zij zich radicaal tegen de religie gekeerd: zij verwerpen de spelregels van Rome - zij verbieden ze. De mensen vrezen niet langer de hel en hebben de hemel van het hiernamaals ingeruild tegen een aards-paradijs in het hiernumaals. Het spel van de mysteriegodsdiensten blijkt immers niet in staat om de honger te lenigen en de pijn te verlichten. En de vermommingen, eigen aan elk spel, wekken de lachlust: mijters en kazuifels, het onverstaanbare Kerklatijn, de groteske gebaren en de exuberante wonderverhalen blijken leugens die het niet langer doen in deze tijd. Een nieuw spel dringt zich op aan het toneel van de wereld en de spelers strooien met klinkende munt en met tastbare bewijzen het ontgoochelde publiek van weleer nieuw zand in de ogen. Politici, economen, fysici, fysiologen: zij steken de bisschoppen van weleer naar de kroon en creëren een nieuw theater. Niet langer de pastoor staat aan de wieg en aan het graf doch de dokter met zijn inentingen en verklaringen, de staat met haar paperassen en haar rechten en de banken met hun leuze van 'je bent wat je hebt'. Niemand kan er nog omheen hoe in deze coronapsychose de wereldbevolking massaal gehoorzaamheid biedt aan de WHO, de Wereld Gezondheids Organisatie, die het mensdom met haar inentingen zal beschermen tegen de hel van de pandemieën, terwijl met het Hoogfeest van Pasen de belangrijkste dag van het kerkelijk jaar zonder meer van tafel wordt geveegd, genegeerd wordt, ja, de viering wordt zowaar voor het eerst sinds haar tweeduizendjarig bestaan verboden en niet langer het altaar van de heilige mis staat centraal doch dat van het panel der virologen en politici. En dat op grond van een nieuw geloofspunt dat gammel blijkt omdat ook virologen niet in staat blijken om een pandemie een halt toe te roepen. Hun dagelijkse bezweringen van het nieuwe kwaad dat het hiernumaals bedreigt, hypnotiseren de massa's voor de televisieschermen niet langer want de mensen worden de loze beloften moe, zij vermoeden een bedrog, nog goedkoper en nog omvangrijker dan het godsdienstcarrousel van destijds, met nieuwe systemen van heropvoeding en conditionering, regeltjes die samenscholing moeten sanctioneren, communicatie aan banden moeten leggen en met harde straffen het nieuwe geweten van de wereld moeten vormen, dat alleen luistert naar de wetten van het gouden kalf. Nu reeds hoort men op de achtergrond het geruzie over patenten en remedies die al fel worden gegeerd door een hysterische wereldbevolking, men heeft het gewis over een gigantische miljardenbusiness. En op spelbrekerij staat derhalve zonder enige twijfel de doodstraf. Huizinga schrijft:

"Ieder spel heeft zijn regels. Zij bepalen, wat er binnen de tijdelijke wereld, die het heeft afgebakend, gelden zal. De regels van een spel zijn volstrekt bindend en onbetwijfelbaar. Paul Valéry heeft het terloops eens gezegd, en het is een gedachte van ongemeen verre strekking: ten opzichte van de regels van een spel is geen scepticisme mogelijk. (...) De speler, die zich tegen de regels verzet, of zich eraan onttrekt, is spelbreker. (...) De spelbreker is heel iets anders dan de valsche speler. Deze laatste (...) blijft den tooverkring van het spel in schijn erkennen. De gemeenschap van het spel vergeeft hem zijn zonde lichter dan den spelbreker, want deze laatste breekt hun wereld zelf. (...) Hij ontneemt aan het spel de illusie, inlusio, letterlijk ‘inspeling’, woord zwaar van beteekenis. Daarom moet hij vernietigd worden, want hij bedreigt het bestaan der spelgemeenschap. (...) De spelbreker breekt hun tooverwereld, daarom is hij laf en wordt uitgestooten. Ook in de wereld van den hoogen ernst hebben de valsche spelers, de huichelaars en bedriegers, het altijd gemakkelijker gehad dan de spelbrekers (...) De club hoort bij het spel als de hoed bij het hoofd. (...) De uitzonderlijkheid en afzonderlijkheid van het spel neemt haar treffendsten vorm aan in het geheim, waarmee het zich gaarne omringt. Reeds kleine kinderen verhoogen de bekoring van hun spel door er een ‘geheimpje’ van te maken. (...) Het anders-zijn en het geheim van het spel zijn samen zichtbaar uitgedrukt in de vermomming. Hierin wordt de ‘ongewoonheid’ van het spel volkomen. De vermomde of gemaskerde ‘speelt’ een ander wezen. Hij ‘is’ een ander wezen! Kinderlijke schrik, uitgelaten vermaak, heilige ritus en mystische verbeelding gaan in alles wat masker en vermomming is onoplosbaar dooreen."5 6

1Jan Bauwens, Panopticum Corona, Serskamp 2021. Cf: https://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170161.pdf

2 Eigenlijk sinds 1903 en vooral in zijn oratio uit 1933: "Over de grenzen van spel en ernst in de cultuur" (Haarlem, Tjeenk Willink, 1933. [Verzamelde werken V, p. 3 vg.]).

3 Huizinga, Johan (1950). Homo ludens. Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur, [In: Johan Huizinga, Verzamelde werken V. Cultuurgeschiedenis III (ed. L. Brummel et al.). H.D. Tjeenk Willink & Zoon N.V., Haarlem 1950, p. 26-246.]), pp. 26.

4 Huizinga, Johan. (1950), pp. 31.

5 Huizinga, Johan. (1950). pp. 40-41.

6 Tekst d.d. 19 april 2020.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huizinga over “Het geestelijk lijden van onzen tijd”

 

 

Uittreksel uit “Panopticum Corona”1, pp. 912-917:

“Het geestelijk lijden van onzen tijd”

Huizinga

Wij leven in een bezeten wereld. En wij weten het. Het zou voor niemand onverwacht komen, als de waanzin eensklaps uitbrak in een razernij, waaruit deze arme Europeesche menschheid achterbleef in verstomping en verdwazing, de motoren nog draaiende en de vlaggen nog wapperende, maar de geest geweken."2 Dit is de openingszin uit een in 1935 verschenen boek van de Nederlandse historicus Johan Huizinga, getiteld: In de schaduwen van morgen. Een diagnose van het geestelijk lijden van onzen tijd. Wat verderop lezen wij: "De feiten overstelpen ons. Wij zien voor oogen, hoe bijna alle dingen, die eenmaal vast en heilig schenen, wankel zijn geworden: waarheid en menschelijkheid, rede en recht. Wij zien staatsvormen, die niet meer functioneeren, productiestelsels, die op bezwijken staan. Wij zien maatschappelijke krachten, die in het dolzinnige doorwerken. De dreunende machine van dezen geweldigen tijd schijnt op het punt om vast te loopen."3

Er zijn wel degelijk gelijkenissen tussen de crisis van de jaren dertig van de voorgaande eeuw en de huidige tijd. Het boek van Huizinga situeert zich middenin dezelfde crisis die ook Spengler tot cultuurpessimisme dreef en zij delen het wantrouwen in het vooruitgangsgeloof terwijl Huizinga elk optimisme aan onwetendheid wijdt: "Thans is het besef van midden in een hevige en met ondergang dreigende cultuurcrisis te leven tot in breede lagen doorgedrongen. Spengler’s Untergang des Abendlandes is voor talloozen in de geheele wereld het alarmsein geweest. Dit beteekent niet, dat al de lezers van het beroemde boek zich tot de daar geboden inzichten hebben bekeerd. Maar het heeft hen vertrouwd gemaakt met de gedachte aan mogelijkheid van daling der huidige cultuur, waar zij te voren nog bevangen waren in een onberedeneerd vooruitgangsgeloof. Een ongeschokt cultuuroptimisme is voorloopig enkel meer weggelegd voor hen, die of door gebrek aan inzicht niet kunnen beseffen, wat er aan de cultuur ontbreekt, dus zelf door het vervalsproces zijn aangetast, of voor hen, die in hun maatschappelijke of politieke heilsleer de komende beschaving reeds in den zak meenen te hebben, om haar aanstonds over de misdeelde menschheid uit te schudden."4

Het gaat Huizinga niet alleen om de economische crisis van die tijd want die is een teken van een cultuurcrisis: "Al is er geen terug, het verleden kan toch leering behelzen, ons ter oriënteering dienen. Zijn er historische gevallen aan te wijzen, waarin de beschaving van een volk, een rijk, een werelddeel, door even zware weeën ging als onze tijd?" 5

De economische crisis van de jaren dertig was tevens een cultuurcrisis en hij is uitgemond in de tweede wereldoorlog. Het gaat om kenteringen die ook nu weer op til zijn en die zich in alle sectoren laten voelen. Huizinga bekijkt de geschiedenis. Ook vroeger hebben schokkende gebeurtenissen plaatsgehad, zo stelt hij, maar de huidige zijn van een heel andere orde: "Zie eerst naar 1500. De veranderingen zijn geweldig: de aarde ontdekt, de wereldbouw ontraadseld, de Kerk gespleten, de drukpers in werking om het woord in oneindig gestegen veelvuldigheid voort te telen, de middelen tot den krijg versterkt, credietwezen en geldverkeer uitbundig groeiende, het Grieksch hervonden, de oude bouwkunst versmaad, de kunst ontplooid in titanische kracht. Zie vervolgens naar 1789—'1815. Opnieuw klinkt ’s werelds gebeuren met het geluid van den donder. (...) In beide tijdperken schijnt op den eersten blik de seismograaf der historie even heftig bewogen als thans. (...) Peilt men echter dieper, dan blijkt toch spoedig, dat zoowel in het tijdperk van renaissance en hervorming als in dat van revolutie en Napoleon de grondslagen der samenleving minder zijn geschokt dan thans het geval is. En vooral: in de beide oudere kritieke tijdperken blijven hoop en idealen de algemeene cultuurstemming sterker domineeren dan thans het geval schijnt. (...) De grondslagen der samenleving, zeiden wij, omstreeks 1500 en omstreeks 1800, minder geschokt dan thans."6

Huizinga verwijst dan naar het opkomende atheïsme, naar de Eerste Wereldoorlog, naar de klassenstrijd, naar de beurscrash en naar de totale instorting van de economie en deze ontwrichting treft ook de kunst en het geestesleven: stevenen wij net zoals de Romeinen af op de barbarij?7 Huizinga: "Wij weten het ten stelligste: willen wij cultuur behouden, dan moeten wij voortgaan met cultuur te scheppen."8

Cultuur heeft te maken met een evenwicht tussen geestelijke en stoffelijke goederen maar is vooreerst een zaak van ethiek, zo zegt Huizinga. Vervolgens richt cultuur zich op een gemeenschappelijk ideaal of heil. Maar vooral is cultuur het beheersen van natuur9: "[De mens] heeft zich een stuk natuur dienstbaar gemaakt. Hij beheerscht de natuur, de vijandige en de schenkende. Hij heeft gereedschap verworven, hij is homo faber geworden. Hij gebruikt die krachten tot verwerven, van een levensbehoefte, tot vervaardigen, van een werktuig, tot beschutten, van zich en de zijnen, tot vernietigen, van jachtdier, roofdier of vijand. Voortaan verandert hij den loop van het natuurleven, want al de gevolgen, met zijn werktuig teweeggebracht, zouden zonder die macht niet zijn ingetreden."10 Toch kan men bij dieren niet spreken over cultuur, want er is nog iets nodig en dat is het vrije plichtsbesef en de dienstbaarheid. Immers, "de ontworteling van het dienstbegrip in den volksgeest is de meest verwoestende actie van het oppervlakkig rationalisme der achttiende eeuw geweest."11 "Dan volgt nu de vraag: zijn in het tijdperk dat wij beleven de grondvoorwaarden van cultuur vervuld?"12

Huizinga stelt vast dat er wel beheersing is van de stoffelijke natuur maar niet van de menselijke. Bovendien ontbreekt ook het gemeenschappelijke streven: elkeen streeft slechts het eigen heil na. Alleen welstand, macht en veiligheid worden gemeenschappelijk nagestreefd: "(...) voortvloeiend uit het natuurinstinct, onveredeld door den geest.Reeds de holbewoner kende deze idealen."13 Er is een overproductie van zaken die eigenlijk niemand wenst te hebben, die overbodig zijn, en dit terwijl er nood is en werkloosheid; kunst wordt commercieel en ook het gezinsleven is ontwricht.14 De cultuur is met andere woorden inderdaad in verval.15

Vooruitgang?

Vervolgens bezint Huizinga zich over het problematische van de vooruitgang en laten wij hem hier zelf aan het woord [de boektekst werd hier sterk ingekort]: "Vooruitgang immers duidt op zichzelf enkel een richting aan, en laat in het midden, of aan het eindpunt van dien gang heil of verderf staat. Wij vergeten doorgaans, dat enkel het oppervlakkig optimisme onzer vaderen uit de achttiende en negentiende eeuw aan dat louter geometrische begrip ‘vooruit' de verzekering van het bigger and better heeft verbonden. De verwachting, dat elke nieuwe vinding of perfectie van de gegeven middelen de belofte moet inhouden van hooger waarde of meer geluk, is een uiterst naïef denkbeeld, erfstuk uit die bekoorlijke eeuw van intellectueel, moreel en sentimenteel optimisme, de achttiende. Het is volstrekt niet paradoxaal, te beweren, dat een cultuur aan een zeer wezenlijken en onbetwijf elbaren vooruitgang zeer wel te gronde kan gaan. Vooruitgang is een hachelijk ding en een dubbelzinnig begrip. Het kan immers zijn, dat er ietwat verder op het pad een brug is ingestort of een aardspleet ontstaan."16 Vooruitgang is er ontegenzeggelijk wel in de wetenschappen17 maar het is helemaal niet evident dat dit ook maatschappelijke vooruitgang en een steeds groter geluk zou betekenen. Is de wereld wijzer geworden? "Wij weten beter. Dwaasheid in al haar gedaanten, de beuzelachtige en belachelijke, de booze en verderfelijke, heeft nooit zulke orgieen over de wereld gevierd als heden ten dage."18 "In een maatschappij met algemeen volksonderwijs, algemeene en onmiddellijke publiciteit van het dagelijksch gebeuren, en ver doorgevoerde arbeidsverdeeling, geraakt de gemiddelde mensch minder en minder aangewezen op eigen denken en eigen uitdrukking."19 "De moderne organisatie van kennisverspreiding leidt maar al te zeer tot verlies van de heilzame uitwerking van zoodanige geestelijke beperkingen. (...) Enkel een drift tot eigen cultuur, op welk gebied ook en met welke voorkennis of middelen nagejaagd, kan hem boven dit niveau verheffen."20 "De opdringing en weerlooze aanvaarding van kennis en oordeel beperkt zich niet tot het intellectueele gebied in engeren zin. (...) Daarbij komt nog een ander bedenkelijk en onontkoombaar feit. In oudere en engere gemeenschapsvormen schept en bedrijft het volk zelf zijn vermaak: in zang, dans, spel en athletiek. Men zingt, danst, speelt samen. In de moderne cultuur heeft zich dit alles voor het overgroote deel verschoven tot een: men laat voor zich zingen, dansen, spelen. (...) het passieve element neemt voortdurend toe in vergelijking met het actieve. Zelfs ten opzichte van de sport, dien machtigen modernen cultuurfactor, is het steeds meer geworden de massa, die voor zich laat spelen. (...) In dit alles ligt een zekere ontzieling en verzwakking van cultuur. Dit geldt van de filmkunst in het bijzonder (...) De kunst van het toeschouwen wordt omgeschakeld tot een vaardigheid in snel waarnemen en begrijpen van voortdurend wisselende visueele beelden. De jeugd heeft dien cinematischen blik verworven in een graad, die den oudere verbaast. Met dat al beteekent deze veranderde geestelijke ‘Einstellung’ een buiten werking treden van heele reeksen van intellectueele functies. (...) wat tot verzwakking van het oordeelsvermogen moet bijdragen. (...) De inkeer en de wijding ontbreken. Inkeer nu tot het diepste in hem zelf en wijding van het oogenblik zijn dingen, die de mensch om cultuur te bezitten volstrekt noodig heeft. De gereede visueele suggestibiliteit is het punt, waarop de reclame den modernen mensch aangrijpt en hem in zijn zwak van verminderde oordeelskracht tast. (...) 'Nog moeilijker te omschrijven is de werking der politieke reclame. (...) Zeker is, dat de reclame, in al haar vormen, speculeert op een verzwakt oordeel, en door haar buitensporige uitbreiding en nadrukkelijkheid de verzwakking zelf in de hand werkt. Onze tijd staat derhalve voor het benauwende feit, dat twee groote cultuurwinsten, waarop men bij uitstek prat ging: het algemeen onderwijs en de moderne publiciteit, in plaats van regelrecht tot verhooging van het peil der cultuur te leiden, integendeel in hun doorwerking zekere verschijnselen van ontaarding en verzwakking met zich brengen. (...) Onderwijs maakt onder-wijs. Het is een afschuwelijke woordspeling, maar zij bevat helaas diepen zin. Zal de samenleving aan dit proces van geestelijke vervlakking hopeloos overgeleverd blijven? Zal het nog steeds verder gaan? Of komt er een punt, waar bij volledige doorwerking het euvel zichzelf opheft? (...)"21 22

1Jan Bauwens, Panopticum Corona, Serskamp 2021. Cf: https://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170161.pdf

2 Huizinga, Johan. (1936). In de schaduwen van morgen. Een diagnose van het geestelijk lijden van onzen tijd. Vijfde druk 1936, H.D. Tjeen Willink & zoon n.v., Haarlem.). p. 1.

3 Huizinga, Johan. (1936). pp. 1-2.

4 Huizinga, Johan. (1936), pp. 4-5.

5 Huizinga, Johan. (1936), p. 13.

6 Huizinga, Johan. (1936), pp. 15-16.

7 Huizinga, Johan. (1936), pp. 17-21.

8 Huizinga, Johan. (1936), p. 24.

9 Huizinga, Johan. (1936), pp. 25-30.

10 Huizinga, Johan. (1936), pp. 30-31.

11 Huizinga, Johan. (1936), pp. 30-31.

12 Huizinga, Johan. (1936), p. 33.

13 Huizinga, Johan. (1936), pp. 35-36.

14 Huizinga, Johan. (1936), p. 37.

15 Tekst d.d. 8 januari 2021.

16 Huizinga, Johan. (1936), pp. 38-42.

17 Huizinga, Johan. (1936), pp. 43-54.

18 Huizinga, Johan. (1936), pp. 55-57.

19 Huizinga, Johan. (1936), pp. 57-58.

20 Huizinga, Johan. (1936), p. 59.

21 Huizinga, Johan. (1936), pp. 60-65.

22 Tekst d.d. 9 januari 2021.


18-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/pink-triangles/2023/pink-triangles/

-

https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/pink-triangles/2023/pink-triangles/




17-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verkoop van oorlogen aan het volk: desinformatie en nepbeelden

 

 

De verkoop van oorlogen aan het volk: desinformatie en nepbeelden

Manufacturing Consent1 van Noam Chomsky en Edward S. Herman is een verslag uit 1988 met betrekking tot een onderzoek van de auteurs naar de methodes gebruikt door de machthebbers (de staat, maar in wezen: het geld of de multinationals) om via de massamedia oorlogen te verkopen aan het volk. Oorlogen zijn enorm duur, door, de wapenlobby gecompromitteerde regeringen kopen die met ons geld en vertellen ons dat ze noodzakelijk zijn voor onze veiligheid.

In feite is de benaming 'machthebbers' hier onterecht, rekening houdend met Hannah Arendts bedenkingen hieromtrent want oorlogen hebben te maken met geweld en men zoekt zijn toevlucht tot geweld pas wanneer de macht kwijnt om dan alsnog gehoorzaamheid te kunnen afdwingen. Geweld exposeert getaande macht en zoekt daarom naar een rechtvaardiging die de instemming van het volk zou kunnen wegdragen met een sowieso leugenachtige retoriek die met gepaai en snoepjes tracht te bekomen dat men bij het vertoon van onrecht met zijn allen prompt de andere kant op kijkt.

In deze verkorte weergave n.a.v. de grove medialeugens van de agressor die heden de ronde doen, kunnen we zeggen dat de media als propagandamachine de instemming met het beleid fabrikeert met wat een elite beslist die het volk minacht en het daarom beliegt. De censuur gebeurt middels filtering van de informatie op vijf niveaus zodat men zonder argwaan slechts afkooksels en verdraaiingen van feiten verneemt: overheidspropaganda. Zonder openlijke dwang weliswaar maar onderhevig aan de wetten van de markt wordt men opgevoed om zichzelf te censureren. Het dictatorschap in handen van de megasystemen waarover Jaap Kruithof schrijft in zijn boek over het neoliberalisme.2

De tactiek wordt geïllustreerd met onder meer de Vietnamoorlog die ons verkocht werd als een democratiseringsproces terwijl het ging om genocide. Hetzelfde gebeurt vandaag maar de betrokken potentaten hebben als troefkaart het ongemak dat gepaard gaat met de kennisname van de feiten achter de leugens die de massa dan maar verkiest boven de bittere waarheid.3

De media “verlenen diensten aan de machtige belangengroepen door wie ze gecontroleerd en gefinancierd worden om hun propaganda te verspreiden.”4 “Er wordt personeel met de juiste signatuur geselecteerd” en er wordt gedefinieerd wat al dan niet nieuwswaardig is. 'Deskundigen' bevestigen de 'officiële visie' en de dominante ideologie. Van journalistieke vrijheid is geen sprake meer. “Het mooie van het systeem is dat (…) tegengeluiden en storende informatie beperkt en marginaal blijven.”5

(...) Ruim twintig bedrijven bezitten vrijwel alle media waar de meeste mensen in de VS hun nieuws halen.”6 De rol van het individu lijkt uitgespeeld. De bedrijven die het nieuws maken distribueren het ook via de volkscultuurgiganten, geïnteresseerd in entertainment met hoge kijkcijfers. Mede door de explosie van nieuwe technieken is de mondialisering geëxplodeerd. “Beleidsmaatregelen van de overheid en de consolidatie van de neoliberale ideologie hebben ook een bijdrage geleverd. (…) De neoliberale ideologie vormt de intellectuele grondslag voor beleidsmaatregelen die het voor particuliere transnationale beleggers mogelijk maken om omroepen en kabel- en satellietbedrijven te kopen.”7

Inzake cultuur en ideologie gaat het om lifestyle en consumptie, commercialisering en sensatienieuws. Publieke omroepen vallen zonder geld en moeten ofwel commercialiseren ofwel verdwijnen. Het internet als democratisch medium wordt aan banden gelegd.8 “(...) Nieuws over oorlogen in het buitenland of hervorming van de welzijnszorg wordt verwaarloosd of zelfs genegeerd.”9. “En zo is een wereld ontstaan van virtuele gemeenschappen die door de adverteerders zijn gecreëerd. (…) Deze op consumptie en stijl gebaseerde clusters vormen een schrijnend contrast met fysieke gemeenschappen die een sociaal leven en gemeenschappelijke belangen delen, en participeren aan een democratische orde. De virtuele gemeenschappen dienen om goederen te kopen en te verkopen, niet om een publieke sfeer te creëren of te ondersteunen.”10

Alles wordt entertainment en “entertainment (…) is ook een effectief middel om verborgen ideologische boodschappen te brengen”11 en politieke apathie op te wekken ter handhaving van de status quo.12 Het lijkt alsof het publiek vrijwillig voor entertainment kiest maar “de burgers in de VS hebben nooit de kans gekregen om zich uit te spreken over de grootschalige overdracht van uitzendrechten aan commerciële bedrijven in 1934.”13 14

Bij het verslaan van de oorlogen in Indochina (Vietnam, Laos en Cambodja) worden, om het beleid te kunnen voortzetten, slachtoffers van de VS en bondgenoten worden zoveel mogelijk verzwegen terwijl door de vijand gemaakte Amerikaanse en Amerikaans gezinde slachtoffers in de verf worden gezet. Er wordt gegoocheld met woorden en zo veroorzaakten de 'massavernietigingssancties van de VS in Irak (1991-1998) de dood van een half miljoen kinderen maar minister Madeleine Albright zei op de televisie dat die kinderdoden 'het waard waren' zodat het woord 'genocide' hier niet van toepassing was.15

De mainstream media accepteren leugens met een verbazingwekkende goedgelovigheid.”16 17 Komt het bedrog alsnog aan het licht, dan volgden geen excuses en de zaak gaat in de doofpot. Een voorbeeld. Na W.O.II steunden de VS tegen de wil van de bevolking in (en dus als agressor) een (anticommunistische) regering in het Zuiden van de toenmalige Franse kolonie Vietnam. “De media accepteerden probleemloos dat we bescherming boden aan 'Zuid-Vietnam' - een maaksel van de VS, met aan het hoofd een rechtstreeks uit de VS geïmporteerde dictator - tegen de agressie van een andere partij, waarbij die agressor soms Noord-Vietnam, soms de Sovjet-Unie of China was, of het verzet in Zuid-Vietnam zelf, dat 'interne agressie' pleegde!”18 De media hadden het echter nooit over Amerikaanse agressie. De oorlog (in 1975 gevolgd door een nog 18 jaar lange boycot) telde 3 miljoen Vietnamese doden, 4,4 miljoen gewonden en miljoenen vergiftigden door chemische wapens. “Niettemin bleef de visie van Amerikaanse functionarissen en de mainstream media dat de VS goed werk hadden gedaan in de oorlog en het slachtoffer [!] waren geweest van agressie”19 en in 1992 verklaarde president George Bush niet met vergelding te zullen dreigen!20 De dader-slachtofferrollen werden in de media gewoon omgedraaid.

Over wie zich kritisch uitlaten over de Vietnamoorlog wordt gezegd dat ze lijden aan het 'Vietnamsyndroom' en dat ze met hun onredelijk afwijzen van geweld (in de jaren zestig) de democratie schaden. De media die de elite vertolken noemen die jaren zestig 'een donker tijdperk' en ze blijven de VS verschonen, vooral als strijd (aldus The Washington Post d.d. 30 april 2000) tegen de opmars van het communisme.21 De VS mochten de Zuid-Vietnamezen niet in de steek laten. (!?)22 Edoch, zoals reeds gezegd, is 'Zuid-Vietnam' een louter bedenksel van de VS. De omkering van daders en slachtoffers gebeurt middels de media. De meeste publiciteit kreeg het boek van McNamara maar “hij komt niet met morele bespiegelingen of verontschuldigingen voor het feit dat zijn land Vietnam is binnengevallen, genadeloos heeft gebombardeerd en totaal verwoest, en miljoenen onschuldige mensen in een kleine verafgelegen samenleving van boeren heeft gedood en verwond om zijn eigen politieke doelen na te streven.”23 Nixon kwam bovendien aandraven met de leugen dat Vietnam vermiste Amerikanen krijgsgevangen hielden om de oorlog voort te kunnen zetten en dat alles werd de wereld ook nog eens opgedrongen in films (The Deer Hunter, Uncommon Valor, P.O.W.: The Escape en Missing in Action) “waarin Rambo-achtige helden kwaadaardige Vietnamezen afslachten, en onze verraden en gemartelde krijgsgevangenen redden. In deze films wordt de geschiedenis op haar kop gezet.”24 Echte foto's van afgeslachte Vietnamezen maken plaats voor gesimuleerde beelden van Amerikanen in de handen van wrede communisten.25 Die leugens rechtvaardigden na de oorlog nog eens achttien jaar economische oorlog tegen Vietnam. Vietnam and other American Fantasies van H. Bruce Franklin kwam nauwelijks aan bod in de pers; The Necessary War van Michael Lind daarentegen veroverde alle media. Ofschoon Vietnamoorloghistoricus Lloyd Gardner alle argumenten van Lind kelderde, bleef het boek overeind omdat het de versie van de elite weergaf.26

Omdat Nixon en Kissinger moeilijk hun bommenwerpers aan de grond konden laten staan, gooiden zij op het in de oorlog onbetekenende kleine landbouwstaatje Laos twee miljoen ton bommen die 353 dorpen wegvaagden, duizenden burgers doodden en de antipersoonswapens doden nog jaarlijks tot twintigduizend mensen of verminken hen, meestal kinderen.27

Het besluit luidt dat het propagandamodel nog steeds even actueel is als in 1988 (toen het boek daarover verscheen).28 De massamedia verzwijgen of accentueren, berichten met wisselende aandacht en toon volgens een zeker patroon; er wordt een vijandbeeld geconstrueerd dat het eigen geweld legitimeert, onder de dekmantel van een nobel streven.29 Wat de media verzwijgen, weet het publiek uiteraard niet.30 Er zijn vijf filters die bepalen wat nieuws is en die elkaar versterken: kapitaal, reclame, steekpenningen, censuur en demonisering (bijvoorbeeld onder invloed van anticommunisme). De vijf filters selecteren wat groot nieuws kan worden en de media aanvaarden dit zonder meer. Dissidente meningen gaan door voor ongeloofwaardig, ze zijn 'niet nieuwswaardig'.31

We onthouden de politieke terreur van de VS, de meedogenloosheid waarmee zich een politieke logica voltrekt die zich in de toekomst alleen maar lijkt te zullen bestendigen als een fatale 'vrucht' van een niets en niemand ontziend, blind kapitalisme. De actuele ontwikkelingen in de richting van een regelrecht totalitarisme en fascisme laten niets aan de verbeelding over. De oorlog wordt voorgesteld als een bevrijding door de staat Israël van door hun Islamitisch regime onderdrukte Iraniërs maar vandaag nog, 17 juni 2025, bericht de VRT dat onder meer de beelden die in de media circuleren over feestende Iraniërs, vals zijn.32 Zij dienen om de oorlog tegen het Iraanse regime te rechtvaardigen nu ook de V.S. op het punt staan om eraan te participeren.

(J.B., 17 juni 2025)

1Noam Chomsky en Edward S. Herman, Manufacturing Consent. De politieke economie van de massamedia, vertaling naar het Nederlands door Jan Reyniers, Epo, Berchem 2025, pag. 9. (Oorspronkelijk: Manufacturing Consent. The Political Economy of the Mass Media, Pantheon Books, New York 1988.)

2Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000.

3Zoals wij eerder stelden, wordt het boek van Chomsky en Herman voorafgegaan door onder meer Propaganda (met als ondertitel: The public mind in the making, over wat hij noemde: the engineering of consent ) uit 1928 van Edward L. Bernays (1891-1995), vader van de Public Relations, wiens inzichten Hitlers propagandaminister Joseph Goebbels zich eigen maakte voor de uitbouw van het fascisme in het Derde Rijk. Bernays werkte voor de Amerikaanse oorlogspropagandamachine - iedereen kent de poster met de bevelende Uncle Sam: “I want you for the US army!” Hij staat bekend als 'the man who brainwashed America'. Nog een auteur is de beroemde journalist Walter Lippmann (1889-1974), met An Inquiry into the principles of the good society uit 1937-1938 met op het titelblad het veelzeggende citaat van John Milton: “But what more oft, in nations grown corrupt,/ And by their vices brought to servitude,/ Than to love bondage more than liberty -/ Bondage with ease than strenuous liberty.” Zijn meest bekende werk heet Public opinion uit 1922, handelend over het beïnvloeden van de publieke opinie door middel van propaganda. A Test of the News (1920) van dezelfde auteur laat zien hoe de media over de Russische Revolutie leugens vertelt. Lippmann was ook lid van het propagandabureau van president Wilson, het “Committee on public Informations” waarbij 'public information' naar Chomsky's woorden staat voor 'desinformation'.

4Noam Chomsky en Edward S. Herman, o.c., pag. 9.

5Ib., p. 10.

6Ib., p. 12.

7Ib., p. 13.

8Ib., p. 16.

9Ib., p. 17.

10Ib., p. 19.

11Ib., p. 20.

12Ib., p. 20.

13Ib., p. 20.

14Tekst d.d. 2 april 2025.

15Ib., p. 26.

16Ib., p. 34.

17Ib., pp. 34-35.

18Ib., p. 37.

19Ib., p. 37.

20Ib., p. 38.

21Ib., pp. 42-43.

22Ib., p. 44.

23Ib., p. 45.

24Ib., p. 45.

25Ib., pp. 45-46.

26Ib., p. 47.

27Ib., p. 47.

28Tekst d.d. 5 april 2025.

29Ib., pp. 74-75.

30Tekst d.d. 6 april 2025.

31Ib., pp. 117-118.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sibo Rugwiza Kanobana: "Lumumba's Droom"

Sibo Rugwiza Kanobana: "Lumumba's Droom"

https://www.mo.be/agenda/sibo-rugwiza-kanobana-lumumba-s-droom


16-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.minister-van-staat-etienne-davignon-mogelijk-vervolgd-voor-betrokkenheid-bij-moord-op-lumumba

https://www.standaard.be/binnenland/minister-van-staat-etienne-davignon-mogelijk-vervolgd-voor-betrokkenheid-bij-moord-op-lumumba/72187642.html




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adam Hochschild: De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Klik op de afbeelding om de link te volgen

https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208122348.pdf




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Getuigenis - Ludo De Witte Ludo De Witte: De bittere erfenis van de Lumumbacommissie, 2002-2022:

 

 

 

 

Getuigenis - Ludo De Witte

Ludo De Witte: De bittere erfenis van de Lumumbacommissie, 2002-2022:

https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2022/02/07/ludo-de-witte-de-bittere-erfenis-van-de-lumumbacommissie-2002-2022/

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opinie - Ludo De Witte Wanneer Etienne Davignon de geschiedenis van Congo herschrijft:

 

 

 

 

Opinie - Ludo De Witte

Wanneer Etienne Davignon de geschiedenis van Congo herschrijft:

https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2020/04/20/wanneer-etienne-davignon-de-geschiedenis-van-congo-herschrijft/

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zinzen, de tanden van Lumumba en de VRT-Congoberichtgeving:

 

 

 

 

Zinzen, de tanden van Lumumba en de VRT-Congoberichtgeving:

8 juli 2011 Ludo De Witte



https://www.apache.be/2011/07/08/zinzen-tanden-van-lumumba-en-vrt-congoberichtgeving

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CONGO : de Lumumba à Mobutu, quel est le rôle de la Belgique ?

CONGO : de Lumumba à Mobutu, quel est le rôle de la Belgique ?

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt: Over geweld - Aflevering 4.

 

 

Hannah Arendt: Over geweld1

Aflevering 4.

Vervolgens vestigt Hannah Arendt de aandacht op een punt dat de actualiteit in de VS maar ook die in onder meer Iran in een bijzonder licht stelt, aangezien parades waarop bij voorkeur door tirannen uitgepakt wordt met de nieuwste wapens van het allerzwaarste kaliber tot helemaal niets meer dienen van zodra het geweld niet langer gedragen wordt door macht en dus vanaf het ogenblik dat burgerlijke ongehoorzaamheid van de partij is en het volk revolteert. Over revoluties merkt Hannah Arendt op dat de staat weliswaar altijd beter bewapend is dan de opstandige burgers maar van zodra soldaten de bevelen aan hun laars lappen, gaan alras de wapens wisselen van drager.2 Als de draagkracht weg is bij het beleid, desintegreert de macht zelfs bij geweldloos verzet quasi onmiddellijk zoals ter gelegenheid van de studentenprotesten is gebleken. Geweld zonder macht rendeert alleen waar soldaten robots zijn.

Geweld is altijd instrumenteel, het doel van oorlog is vrede maar op de vraag wat het doel is van vrede, is geen antwoordt, zegt Arendt, en zo ook is macht een doel op zichzelf, zij behoeft geen rechtvaardiging maar wel legitimiteit. Arendt geeft het voorbeeld van “de confrontatie tussen geweld en macht in hun zuivere vorm” in “de frontale botsing tussen Russische tanks en het totaal geweldloze verzet van het Tsjecho-Slowaakse volk”3 De loop van een geweer dwingt gehoorzaamheid af maar getuigt niet van macht. “In politiek opzicht gaat het erom dat machtsverlies een verleiding inhoudt om macht te vervangen door geweld (…) en dat geweld zelf eindigt in onmacht.”4 Zo is terreur geweld zonder macht.5 “Het toppunt van terreur wordt bereikt als de politiestaat zijn eigen kinderen begint te verslinden, wanneer de beul van gisteren het slachtoffer van vandaag wordt. En dat is ook het moment waarop macht volledig verdwijnt.”6

Macht en geweld zijn dus tegengestelden. “Geweld verschijnt waar macht in gevaar is.”7 Waaruit volgt dat geweldloosheid niet het tegengestelde is van geweld. “Het is feitelijk pleonastisch om van geweldloze macht te spreken.”8 Geweld kan geen macht tot stand brengen. Het vertrouwen van Marx en Hegel in de dialectiek dat tegengestelden elkaar niet vernietigen maar in elkaar overgaan omdat contradicties de ontwikkeling bevorderen gaat terug op het oudere filosofische vooroordeel dat het kwaad een ontkennende modus is van het goede, m.a.w. “dat het goede uit het kwade kan voortkomen, (…) dat het kwaad slechts een tijdelijke manifestatie van een nog verborgen goed is.”9 Die opvattingen geven echter een verraderlijke hoop en zijn dus gevaarlijk, ze verjagen een legitieme angst. Om geweld te begrijpen, zegt Arendt, moeten we zijn wortels en zijn natuur onderzoeken.10

(Wordt vervolgd)

(J.B., 16 juni 2025)

1Hannah Arendt, Over geweld, Atlas Contact, 2009 (2004). (Oorspronkelijk: On violence, 1969 Harcourt.)

2Hannah Arendt, o.c., pp. 70-72.

3Hannah Arendt, o.c., pp. 75-76. Het betreft hier 'Operatie Doneau': de inval van de Russen en andere troepen van het Warschaupact in Tsjecho-Slowakije in de nacht van 20 op 21 augustus 1968, om de zgn. Praagse Lente te dwarsbomen.

4Hannah Arendt, o.c., pag. 77.

5Hannah Arendt, o.c., pag. 78.

6Hannah Arendt, o.c., pag. 79.

7Hannah Arendt, o.c., pag. 79.

8Hannah Arendt, o.c., pag. 79.

9Hannah Arendt, o.c., pag. 79.

10Hannah Arendt, o.c., pp. 79-80.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een godsdienstoorlog of toch niet?

 

 

Een godsdienstoorlog of toch niet?

Sommigen beweren dat alle oorlogen godsdienstoorlogen zijn en zij hebben een punt omdat in vele gevallen twisten te maken hebben met de pretentie de waarheid in pacht te hebben daar, eenmaal men erkend wordt als in het bezit zijnde van de waarheid, men alle macht, want goddelijke macht, kan uitoefenen over anderen. Vaak ontstaan (niet zelden bloedige) conflicten tussen totaal verschillende religies maar nog vaker betreft het innerlijke onenigheden binnen één en dezelfde godsdienst. Het christendom dat via de Romeinse overheersing het Westen ingepalmd heeft (en meteen zijn kolonies), heeft onder meer een katholieke, een orthodoxe en een protestantse vleugel, de islam is verdeeld tussen sjiieten en soennieten en ook bij de joden treft men allerlei variaties aan die te maken hebben met geloof zelf of met de relatie van de religie tot de politiek.

De oorlog tussen Israël en Iran zou een godsdienstoorlog kunnen genoemd worden en meer bepaald een strijd tussen religies die tot eenzelfde groep behoren - de 'religies van het Boek' - waarbij de joodse zweert bij de Thora, die ook wordt erkend door de christenen, en die twee zitten vervat in de islam die er bovendien Mohammed als profeet (bij uitstek) bij neemt. Edoch, het onderwerp van strijd is niet een of ander twistpunt inzake de dogmatiek, maar wel... de territorialiteit. Maar gevorderde historici begrijpen dat religie altijd al een instrument was van territorialiteit.

Nu is het zo dat het volk geen oorlog wil: het zijn de leiders die het met elkaar oneens zijn en zij gebruiken hun respectievelijke volkeren om elkaar te bekampen - ze spelen als het ware met het leven van hun onderdanen alsof dit hun eigen leven was maar ze zijn wel sluw genoeg om hun eigenlijke eigen leven niet in de waagschaal te gooien en derhalve houden ze het eigen vege lijf ver af van het oorlogsfront. Vandaar speelt het ook geen rol meer van betekenis dat de betrokken leiders quasi allemaal hoogbejaarden zijn, wat ook in de oorlog tussen Israël en Iran het geval blijkt: Benjamin Netanyahu van Israël is op zijn zesenzeventigste en Ali Khamenei is op zijn zevenentachtigste. Om er nog enkele te noemen die heden aan de touwtjes trekken en die wellicht betrokken zullen worden in de oorlog: Trump is sinds gisteren op zijn tachtigste (Biden regeerde tot zijn eenentachtigste), Poetin is op zijn drieënzeventigste, Erdogan is op zijn tweeënzeventigste en uitzonderlijk worden ze dit keer niet voorbijgestoken door de paus van Rome die pas negenenzestig is.

Maar daagt dan niet spontaan de opmerking van de door Hannah Arendt in haar On violence geciteerde Bertrand de Jouvenel, dat “een man zich [weer]1 meer mans voelt als hij zich als leider opwerpt en anderen tot instrumenten van zijn wil maakt?”2 Het verschaft hem “onvergelijkbaar genot”, aldus Jouvenel.

Wat ons hier aanbelangt, is de achtergrond van de 'spelers' in kwestie want, zoals gezegd, wenst het volk de vrede maar zijn het zijn leiders die oorlog willen. En als we de betrokkenen in ogenschouw nemen, valt het op dat zij hun leven lang al oorlog hebben gevoerd, ja, het kan wel niet anders of zij kampen met zware trauma's en met paranoia. Laten we daarom besluiten met een samenvatting van het curriculum vitae van zowel de Israëlische als de Iraanse leider.

Benjamin Netayahu die eerder al premier was (van 1996 tot 1999, van 2009 tot 2021 en van 2022 tot heden) en die tevens talloze ministerposten bekleedde, is een rechtse neoliberaal die net zoals zijn vader (een professor geschiedenis en een Zionist met groot wantrouwen jegens Arabieren die van geen Palestijnse staat wil weten en die daarom de VN-resolutie 181 (met het tweestatenplan) verwierp). Benjamin verloor in 1976 in Oeganda een broer die daar gegijzelden trachtte te bevrijden3 Hijzelf werkte voor het leger in het Matkal Commando, een antiterreureenheid die onder meer in de strijd tegen de PLO actief was en verder was hij ook consultant en ambassadeur bij de VN. Hij geraakte verwikkeld in strafzaken en in november 2024 vaardigde het Internationaal Strafhof in Den Haag een arrestatiebevel tegen hem uit voor oorlogsmisdaden in Gaza, toen bovendien bleek dat hij jarenlang zijn aanklagers bespioneerd en bedreigd had.

Ali Khamenei is als 'levende martelaar'4 staatshoofd in het voor 98 procent sjiitische Iran dat een theocratie werd (met een gecontroleerd parlement) sinds in 1979 sjah Pahlavi (van wat toen nog Perzië heette) werd verdreven in de Iraanse Revolutie onder de leiding van de antiwesterse Ayatollah Khomeini die de sjah jarenlang bestookte vanuit de heilige Iraakse stad Najaf (heilig vanwege het graf van Ali die volgens de sjiieten de enige legitieme opvolger is van de profeet) die de Amerikanen tijdens de Irakoorlog van 2003 weliswaar omsingelden maar niet durfden te betreden. Khomeini was de zoon van een vermoorde vader, hij zat tien maanden in de gevangenis en zwierf vanaf 1964 tot 1979 rond in Turkije, Irak en Frankrijk.

Als er geen tragedies met onschuldige mensenlevens mee gemoeid waren, men zou het warempel zielig noemen maar gaat het hier om een heuse godsdienstoorlog of moet men het veeleer gaan zoeken bij middels parades en oorlogen te compenseren aperte doch obligaat te verstoppen psychische en fysieke impotenties van lui die niet kunnen aanvaarden dat zij aan het eind van hun Latijn zijn?

(J.B., 15 juni 2025)

1Het woord tussen vierkante haken is uiteraard ons eigen toevoegsel.

2Hannah Arendt, Over geweld, Atlas Contact, 2009 (2004), pag. 60. (Oorspronkelijk: On violence, 1969 Harcourt.).

3'Operatie Entebbe'.

4Hij geraakte aan de rechterhand blijvend gewond bij een aanslag in 1981 die hij overleefde.


15-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt: Over geweld - Aflevering 3.

 

 

Hannah Arendt: Over geweld1

Aflevering 3.

J.S. Mill stelt dat met de gehoorzaamheid als kern van de beschaving enerzijds de wil om macht over anderen uit te oefenen en anderzijds de afkeer om die te ondergaan, ons domineren maar, aldus Hannah Arendt: “het onderwerpingsinstinct, een brandend verlangen om te gehoorzamen en door een sterke man overheerst te worden, neemt in de menselijke psychologie minstens zo'n grote plaats in als de wil tot macht, en is in politiek opzicht misschien wel relevanter.”2 Tirannie en onderwerpingsdrang gaan vaak samen, alsook de afkeer van die twee. En niet onbelangrijk: “In een vertegenwoordigende regeringsvorm wordt het volk verondersteld te heersen over degenen die hem besturen.”3 Maar ook een monarchie behoeft de volkssteun. “Zelfs de tiran, de ene die over alle andere heerst, heeft bij zijn gewelddaden helpers nodig, hoewel hun aantal beperkt kan zijn.”4 Zo zegt Montesquieu dat tirannie de meest gewelddadige en de minst machtige regeringsvorm is; macht heeft een meerderheid nodig, geweld niet, en “zo kan een democratie zonder constitutie de rechten van minderheden op geduchte wijze onderdrukken (…) zonder ook maar enige vorm van geweld te gebruiken.”5

De uiterste vorm van macht is allen tegen één, de uiterste vorm van geweld is één tegen allen. En dit laatste is nooit mogelijk zonder instrumenten.”6 Macht is pas mogelijk waar men gemachtigd is door een groep. “Het ligt in het karakter van een groep en haar macht besloten om zich tegen onafhankelijkheid, het kenmerk van individuele sterkte, te keren.”7 Autoriteit heeft geen dwang nodig, zij steunt op respect en wordt ondermijnd door minachting, “en de beste manier om haar te ondermijnen is gelach.”8 “Geweld onderscheidt zich tenslotte door zijn instrumentele karakter.”9 Geweld is een laatste redmiddel om macht in stand te houden.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 15 juni 2025)

1Hannah Arendt, Over geweld, Atlas Contact, 2009 (2004). (Oorspronkelijk: On violence, 1969 Harcourt.)

2Hannah Arendt, o.c., pag. 63.

3Hannah Arendt, o.c., pag. 64.

4Hannah Arendt, o.c., pag. 65.

5Hannah Arendt, o.c., pag. 65.

6Hannah Arendt, o.c., pag. 65.

7Hannah Arendt, o.c., pag. 67.

8Hannah Arendt, o.c., pp. 68-69.

9Hannah Arendt, o.c., pag. 69.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt: Over geweld - Aflevering 2

 

 

Hannah Arendt: Over geweld

Aflevering 2.

In het tweede deel van Hannah Arendts geschrift Over geweld1 merkt zij een bijzonder belangrijk feit op. Eerst heeft zij het over de relatie tussen macht en geweld waarbij zij aantoont dat talrijke uitspraken van filosofen van het ganse politieke spectrum eensluidend zijn en vervolgens wijst zij de bureaucreatie aan als de gevaarlijkste tirannie die uitmondt in oorlog.

Wat betreft het eerste punt verwijst zij naar Georges Sorel, C. Wright Mills, Max Weber, Karl Marx, Mao Tse-Tung, Bertrand de Jouvenel, Sartre, Voltaire, Clausewitz, Strausz-Hupé, Alexander Passerin d' Entrèves en nog anderen die het er eigenlijk al sinds de Oudheid allemaal over eens zijn dat geweld de manifestatie is van macht (en zo schrijft bijvoorbeeld Jouvenel “dat 'een man zichzelf meer mans voelt als hij zich als leider opwerpt en anderen tot instrumenten van zijn wil maakt', iets dat hem 'onvergelijkbaar genot' verschaft”2), om het dan te hebben over de nieuwe hedendaagse staatsvorm van de bureaucratie: “het bewind van een complex systeem van burelen waarin geen enkel mens, noch de eenling of de beste, noch de weinigen [elitarisme] of de meerderheid [democratie], verantwoordelijkheid draagt en dat terecht als niemandsbewind zou kunnen worden aangeduid.”3 En dan merkt Arendt op dat als tirannie een bewind is dat zich nimmer verantwoordt, een niemandsbewind wel de tirannie bij uitstek moet zijn. “Deze stand van zaken, die het onmogelijk maakt om de verantwoordelijken te lokaliseren en de vijand te benoemen, is een van de belangrijkste oorzaken van de huidige wereldwijde onrust, haar chaotische aard en haar gevaarlijke neiging om buiten haar oevers te treden en op onverantwoordelijke wijze tekeer te gaan.”4

Meteen weten wij hiermee, intussen meer dan een halve eeuw later - en wat betreft Sein und Zeit is dat welhaast een eeuw later! -, waar de huidige oorlog zijn wortels zou kunnen hebben. Het is immers duidelijk dat Arendt alludeert op 'das Mann' uit 'Sein und Zeit' uit 1927 van Martin Heidegger (1889–1976), haar leermeester met wie zij samenwerkte en goed bevriend was maar die zij in dit essay uit 1969 nergens citeert.5

(Wordt vervolgd)

(J.B., 15 juni 2025)

1Hannah Arendt, Over geweld, Atlas Contact, 2009 (2004). (Oorspronkelijk: On violence, 1969 Harcourt.)

2Hannah Arendt, o.c., pag. 60.

3Hannah Arendt, o.c., pp. 61-62.

4Hannah Arendt, o.c., pag. 62.

5Het moet gezegd dat Martin Heidegger zekere nazisympathieën had, dat hij misschien op de hoogte was van wat het toenmalige bewind van plan was met de joden en dat de 'verhouding' die Hannah Arendt met haar leermeester had er misschien ook een was van een joodse spionne die haar volk alsnog trachtte te beschermen maar daarover lijken om begrijpelijke redenen de meningen sterk uiteen te lopen.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over het jodendom (J.B., november 2023)

 

 

Over het jodendom

Aflevering 1: Beknopte historiek

Van oudsher hebben mensen zich gevestigd in vruchtbare gebieden, in streken waar water is en zon en zo ligt in de Oudheid, zo'n vier duizend jaar voor Christus, de wieg der beschavingen in drie stroomgebieden in het Midden-Oosten, de Levant of “het land van de opgaande zon”. Op de plek waar de delta van de Nijl gelegen is, situeert zich het oude Egypte. De Harappa of de Indusbeschaving ontwikkelde zich rond de Indus met zijn vele bijrivieren. En in het zogenaamde “land van melk en honing”, het tweestromenland of Mesopatamië waar de Tigris en de Eufraat lopen, was er de beschaving van Sumer of de Sumerische beschaving, de plek vanwaar de Joden stammen.

Volgens de Bijbelse ontstaansgeschiedenis van het jodendom schiep God Adam en Eva en zij hadden naast Kaïn en Abel nog een derde zoon, Set genaamd, die de vader werd van Methusalem, wiens zoon Lamech was en diens zoon was Noach. Naast Cham en Jafet was ook Sem een zoon van Noach - Sem zou zijn naam gegeven hebben aan de Semieten, zoals de Joden ook worden genoemd (ofschoon een andere uitleg aangeeft dat het Semitisch alleen maar naar een taalgroep verwijst). Sem was een voorvader van Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van Arabieren en Joden.

De Joden kennen een lange, bloedige voorgeschiedenis van machtsstrijd om de troonsopvolging, te beginnen bij het Verenigd Koninkrijk Israël of het Twaalfstammenrijk dat gesticht werd door Saul in Kanaän in 1030 voor Christus. De zoon van Saul, Isboset, verloor de troon aan een hofdienaar uit de stam Juda, die koning David werd. Diens zoon werd koning Salomo die het Tienstammenrijk regeerde. Uit de overige twee stammen, die van Juda en Benjamin, ontstond het koninkrijk Juda.

Tussen 79 en 94 na Christus schreef Flavius Josephus in het Grieks de volgens hemzelf complete Joodse Geschiedenis (Ioudaïkè Arkhailogia of Antiquitates Judaicae). De oorlogszuchtige Joden zouden rond Palestina geleefd hebben tussen tussen 536 voor en 73 na Christus en in Judaea (toentertijd een Romeinse provincie) vanaf 44 na Christus. Over de jaren daarna (van 66 tot 73) vertelt Flavius Josephus in een ander werk, getiteld: De Joodse oorlog tegen de Romeinen.1 Dat werk handelt over de verwoesting van Jeruzalem en van de tempel.

Vooraleer zij tempels bouwden, kwamen de Joden onder Gods hoede samen in een verplaatsbare ontmoetingstent, de tabernakel, gebouwd rond een heilige kist, de Ark van het Verbond, waarin de twee stenen platen met daarop de tien geboden, door Mozes van Jahweh zelf ontvangen op de Sinaï tijdens de uittocht der Joden uit Egypte, bewaard werden. Op die uittocht en gedurende hun oorlogen droegen de Joden Jahweh met zich mee (als een licht dat boven de ark zweefde) om die desnoods naar het front te sturen in de hoop aldus te zullen overwinnen. Edoch, de Filistijnen maakten de ark buit en ofschoon aangenomen werd dat de ark nadien in de tempel werd bewaard, is het onduidelijk wat er verder mee gebeurde.

De eerste tempel werd gebouwd door koning Salomo tussen 1000 en 900 voor Christus en hij werd verwoest door de Babylonische koning Nebucadonozor II in 586 voor Christus. De tweede tempel, de tempel van Herodes, werd gebouwd in 515 voor Christus door de stadhouder van Jehud, Zerubbabel; hij werd pas in 64 na Christus voltooid en amper zes jaar later, in 70 na Christus, verwoest door de Romeinse keizer Titus - een overblijfsel daarvan is de Westmuur of de Klaagmuur.

De eredienst werd voortaan in de synagogen gehouden en men gelooft dat de resten van de tempel zich bevinden onder het tempelplein op de tempelberg waarop nu twee moskeeën staan: de zevende-eeuwse Rotskoepel (waar Mohammeds hemelvaart plaatsvond) en de achtste-eeuwse Al-Aqsamoskee. De tempelberg werd in de oudheid bovenaan vlak gemaakt om gebruikt te worden als dorsvloer en dorsen betekent dat het kaf van het koren wordt gescheiden, wat op deze plek ook zou gebeurden met betrekking tot het mensdom, na het armageddon, op het einde der tijden.

De Joden en de Mohammedanen vechten om Jeruzalem, op de dorsvloer die de tempelberg is, waar aan het begin der tijden het kaf gescheiden werd van het koren en waar dat aan het einde der tijden opnieuw gebeuren zou met betrekking tot het mensdom. En dat verschrikkelijke bijgeloof heeft ervoor gezorgd dat die bloedige strijd ook vandaag in alle hevigheid blijft doorgaan en zelfs nog uitbreiding neemt met slechts het uitzicht op een nieuwe wereldoorlog.

(J.B., 8 november 2023)

Over het jodendom

Aflevering 2: De atoombom, de nieuwe Ark des Verbonds

De Ark van het Verbond slaat op het verbond dat Jahweh via Mozes sloot met zijn volk dat onder de goddelijke gratie zou vallen mits het de wet van Mozes zou naleven - nadat het ten tijde van Noach gestraft werd met een zondvloed die, als wij de klimatologen mogen geloven, heel binnenkort aan een heruitgave toe is. Edoch, een herhaling van die ramp zou in tegenspraak zijn met de belofte dat dit nooit meer zou gebeuren in het zog van de goddelijke vergeving ten teken waarvan toentertijd aan de hemel voor het eerst een regenboog verscheen, vandaag symbool van de verdraagzaamheid jegens de verscheidenheid onder de mensen.

Dat dit alles beslist louter bijgeloof is, kan blijken uit het feit dat dergelijke verzinsels in geen geval kunnen stroken met de werkelijkheid maar het geloof is hardleers en om bijvoorbeeld te kunnen verklaren waar Adams zonen hun vrouwen vandaan haalden, (men kan het niet gekker bedenken), ontwikkelde men de theorie van de preadamieten, de mensen die geleefd moeten hebben voor Adam - hun bestaan moet immers verklaren hoe de zonen van de eerste mensen aan hun vrouwen kwamen.2 Zo ook waren de hemelvaart van de Heer en die van zijn (immers onbevlekt ontvangen) moeder verklaringen waarom niemand op aarde deze onsterfelijke mensen ooit nog tegen het lijf is gelopen.3

Zoals oorlogende primitieve stammen hun totem met zich mee droegen om hun veiligheidsgevoel te garanderen, zo werd met de Ark des Verbonds gezeuld van strijdperk naar strijdperk omdat men geloofde dat Jahweh zelf er op zetelde, dat Hij aldus zijn dappere soldaten vergezelde en bijstond: de Ark garandeerde de zege over de meest gevreesde vijanden en zij was aldus het geheime en het meest krachtige wapen van het uitverkoren volk. Vandaag wil men nog altijd de tempelberg innemen en de verloren geraakte Ark onder het graniet van de rots vandaan halen maar in feite koestert men een heel ander wapen, diep onder de grond, in de kelders waar geen mens mag komen - het wapen mede verzonnen door een man van joodse komaf die luistert naar de naam van Albert Einstein.

Zoals men de naam van God niet ijdel mag gebruiken, zo ook zwijgt men in alle talen over de bom die, eenmaal gelanceerd, er zal voor zorgen dat de Vierde Wereldoorlog met stenen zal worden uitgevochten, zoals Einstein zelf het stelde. De geleerde was overigens pacifist, socialist en antizionist en hij bedankte voor de eer toen hem het presidentschap van Israël werd aangeboden na de dood van Chaim Weizmann.

Weizmann, de eerste Israëlische president, was wel een zionist. Het zionisme is als ideologie en nationale beweging ontstaan op het einde van de negentiende eeuw vanuit een heimwee van de Joden naar een thuisland sinds zij ballingen waren reeds ten tijde van de Babylonische overheersing: zij wilden zich gaan vestigen waar ooit de stammen van Juda en Israël leefden, namelijk bij Jahweh zelf, waar koning David zijn graf heeft, waar het Laatste Avondmaal plaatshad en waar Maria stierf, namelijk in Jeruzalem op de Tempelberg, ook de berg Sion of Zion genaamd.

De Zionistische Wereldorganisatie, gesticht door Theodor Herzl en Max Nordau, reageerde op het antisemitisme maar werkte het ook in de hand. Zij wilden een joodse staat oprichten en wat betreft de locatie dachten zij vooral aan “ons onvergetelijk historisch thuisland” Palestina en aan (het dun bevolkte) Argentinië. Herzl wilde de joodse huisvesting als een soort kolonie in een vreemd land omzichtig doen verlopen “want het komt regelmatig voor dat de regering, daartoe geprest door de zich bedreigd voelende bevolking, een verdere toevloed van joden verhindert.” Hij wilde het doen onder Europees protectoraat. "De Joden (…) zullen hun eigen staat krijgen (en) leven als vrije mensen op onze eigen grond, en vredig sterven in onze eigen woningen. De wereld zal bevrijd worden door onze vrijheid, verrijkt worden door onze rijkdom en versterkt worden door grootheid..."4

Met de 'utopische' roman Altneuland (1902) maakte Herzl het zionisme aannemelijk ("Wij zullen er voor Europa een bruggehoofd naar Azië vormen, een bolwerk van de Beschaving tegen de Barbarij"5) maar hij zag de autochtone Arabieren over het hoofd: "Men moet de plaatselijke bevolking geen werk geven" (tenzij:) "het droogleggen van moerassen en het uitroeien van slangen". (Daarna moet men ze) "ongemerkt over de grens zetten".6

Herzl kon Chamberlain winnen voor de idee om de joodse staat in Oeganda te vestigen maar hij overleed in 1904 en op zijn graf in Jeruzalem leest men: "Wenn ihr wollt, ist es kein Märchen". Het jaar daarop viel de keuze op het grondgebied Palestina dat in twee verdeeld werd. Maar sommige Joden veroordelen Herzl's droom als een dwarsbomen van Gods plannen met zijn uitverkoren volk.

Na het einde van W.O.II met de moord op zes miljoen Joden in de concentratiekampen en de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki op 6 en 9 augustus 1945 met een kwart miljoen doden en nog eens zoveel slachtoffers ingevolge de stralingsziekte, werd in 1948 Israël gesticht dat reeds in 1966 beschikte over atoombommen - vandaag zo'n negentig stuks. Momenteel positioneren zich naar aanleiding van de oorlog een aantal Amerikaanse vaartuigen in het oostelijk deel van de Middellandse Zee en dat zijn geen vissersboten.

(J.B., 8 november 2023)

Over het jodendom

Aflevering 3: Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid

Men zou het joodse volk doorheen de geschiedenis kunnen vergelijken met een thuisloos kind dat gedoemd is om op straat te leven, rond te zwerven en te leven van allerlei klusjes her en der waardoor het weliswaar behendig en zelfredzaam werd en heel wat kennis verzamelde over de vele plekken waar het geweest is maar tegelijk bleef kampen met een diepe heimwee. Het werd uiteindelijk door een rechter toegewezen aan een pleeggezin dat het stiefmoederlijk behandelde, of eerder nog: een placebo-thuis waarmee het in de clinch ging toen de jaren van volwassenheid het naar onafhankelijkheid en vrijheid deed verlangen.

Er zijn volkeren die van nature nomaden zijn en die ook niet liever willen dan rond te trekken, zoals bijvoorbeeld de Roma, de 'bohemiens' (i.e.: van Bohemen) die eertijds 'zigeuners' werden genoemd, trekkers van dorp naar dorp, begaafde muzikanten met huizen op wielen die tot voor kort als foorkramers onze kermissen opluisterden - nu stilaan overgenomen door grote bedrijven. Interessant is hier dat het woord 'zigeuner' verwant blijkt met het Engelse 'gipsy' en het Spaanse 'gitano', verwijzend naar het woord 'Egyptisch', waaruit etymologen afleiden dat de Roma wellicht verwant zijn met de (zeshonderdduizend of volgens de Bijbel twee miljoen) joden die in 1313 voor Christus na hun Exodus of uittocht uit Egypte (waar ze gedurende vier eeuwen gevangen waren) veertig jaar lang ronddoolden in de woestijn, op zoek naar het hun door Jahweh 'beloofde land'. De twee vrouwen met de witte hoofddoek ('bern' genoemd) links onderaan op het middenpaneel van 'De hooiwagen' van Jeroen Bosch uit 1515 (die daarmee Jesaja 40:6-7 illustreert) zijn Roma-vrouwen. Links naast de hooiwagen, achter de hoogmoed symboliserende paus en de keizer te paard, zijn overigens ook joden afgebeeld met in hun midden de Antichrist: ofschoon hij vereenzelvigd werd met de Romeinse keizer Nero, die 'zwanger was van een worm', geloofde men dat hij een jood moest zijn. Samen met de joden werden de Roma die het transport naar Polen misten waar zij als slaven werden ingezet, door Hitler in concentratiekampen in Bełżec, Sobibór en Treblinka uitgemoord. Dat lot deelden allen die niet beantwoordden aan het racistische ideaalbeeld van een waanzinnige utopie die aan zes miljoen onschuldige mensen het leven kostte.

De daadwerkelijke verwezenlijking van een (politieke, religieuze of nog andersoortige) utopie blijkt overigens doorheen de hele geschiedenis het recept bij uitstek voor het welslagen van gigantische catastrofen met in hun zog onnoemelijk menselijk leed, oorlogen en genocides maar kennelijk kan de mens het in zijn hoogmoed niet laten om aan de werkelijkheid zoals zij is, zijn waanzin op te dringen. De katholieke kerk met haar 'heilige' missies die het kolonialisme moesten verkappen en de door megalomanie gedreven rooftochten in alle continenten, sinds haar bestaan doorheen de ganse geschiedenis met als voorbeeld uit de eigen historie de droom van de door grootheidswaan gedreven vorst Leopold II met een Afrikaans land waarvan hij de bevolking decimeerde om zich eerst met ivoor en vervolgens met rubber persoonlijk onnoemelijk te verrijken; de moordenaars van de autochtone bevolking van het Amerikaanse continent in het zog van Christoffer Columbus; de fundamentalistische islam met haar zending die de onderwerping wil van alle mensen...

Plato's Republiek of ideale staat was een aristocratie - de ganse werkelijkheid was in zijn opvatting een schaduw van volmaakte (na te volgen) ideaalbeelden, een onderneming die uiteraard tot mislukking is gedoemd. Bij Plato gaat het om de verwezenlijking van een verstandelijk gepland ideaal zoals onder meer het communistische. In de vierde eeuw beschreef Augustinus' de ideale aardse staat (civitas terrena) naar het model van de godsstaat (Civitas Dei). Thomas Morus' Utopia uit 1516 is een fantasie van een collectivistisch ideaal land in de verwezenlijking waarvan hij uiteindelijk zelf niet geloofde. De utopieën die de revue passeren zijn niet te tellen, de dystopieën daarentegen verwezenlijken zich kennelijk met een verbluffende voorspelbaarheid - het best gekende voorbeeld is uiteraard George Orwells 1984. Maar we moeten bij het onderwerp blijven: ook Israël is een poging tot verwezenlijking van een utopie, zoals geformuleerd door Theodor Herzl, eerst in zijn essay Der Jodenstaat van 1896 en vervolgens in zijn roman Altneuland van 1902, geschriften die in het licht van de huidige opflakkering van de Israëlische kwestie enige aandacht verdienen.

(J.B., 13 november 2023)

Over het jodendom

Aflevering 4: “Der Judenstaat” (1896) van Theodor Herzl7

De ondertitel van Herzls opstel luidt: “Versuch einer modernen Lösung der Judenfrage” - in vertaling: “Poging tot een moderne oplossing voor het jodenprobleem.” Het was ongetwijfeld deze verzuchting die Hitler spottend parafraseerde met het gebruik van de term 'Endlösung' of 'Finale oplossing' waarmee hij niets minder bedoelde dan de 'Vernichtung' of de 'uitroeiing' van de joden.

Toen Herzl zijn essay schreef, was de Holocaust nog ver af maar de joden die toentertijd vooral in tsaristisch Rusland verbleven, waren (tussen 1881 en 1905) slachtoffer van de zogenaamde pogroms of een soort van vervolgingen of razzia waarbij bijvoorbeeld de huizen platgebrand werden, zoals ook gebeurde met de woningen van de zwarten, meer bepaald om hen te onderwerpen, ten tijde van het ivoor- en rubberschandaal in de Congo onder Leopold II.

In Rusland (vooral in Oekraïne) stierven duizenden joden en ook na de Oktoberrevolutie van 1917 werden in de Russische burgeroorlog honderdduizend joden vermoord door de anticommunisten - de 'Witten', namelijk de grootgrondbezitters en de adel die hun privileges niet wilden afstaan, precies zoals dat gebeurde in het verzet tegen de abolitionisten in de Amerikaanse burgeroorlog van 1861 tot 1865. Berucht is de pogrom van 1905 in Jekaterinoslav waarbij vele joodse kinderen werden omgebracht. Honderdduizenden joden emigreerden daarop naar de V.S.

De geschiedenis staat echter bol van de massamoorden op de joden: tijdens de Babylonische ballingschap vanaf 597 voor Christus werden de joden uitgemoord, in 1011 moorden de Moren hen uit in Córdoba, in 1033 en ook in 1276 in Fez in Marokko, in 1066 in Granada alsook tijdens de Kruistochten, in 1291 in Bagdad, in 1309 in het Nederlandse Born, tijdens de pestepidemie van 1348-'49 werden zij vals beschuldigd de pest te verspreiden met navenante vervolgingen in heel Europa (ook in Brussel), in 1465 werden àlle joden in Fez vermoord, in 1506 was er in Lissabon een pogrom tegen joden op bevel van Dominicanen met duizenden doden, in 1679 maakte een pogrom in Jemen tienduizend doden (de joden werden daar in de woestijn gedreven), in 1790 in Tétouan in Marokko, in 1819 in Duitsland, daarna in Odessa door Grieken en Russen, in 1834 in Safed in Palestina, in 1881-'84 in Rusland, in 1888 in Iran, in 1903 tot 1906 opnieuw in Rusland, onder meer in Odessa waarvan de latere Israëlische premier Golda Meïr als klein meisje een trauma opliep, in 1907 in Casablanca in Marokko, in 1910 in Iran, in 1912 in Fez, in 1919 in Catalonië en verder in Oekraïne (1919-1920), Palestina (1929), Turkije (1934), Duitsland (de Reichskristallnacht van 1938), de beruchte moordpartij op joden die met metalen staven de schedel werden ingeslagen in Litouwen (1941), Bagdad (1941), Polen (1946), talloze pogroms in de Arabische wereld na het uitroepen van de joodse staat van 1948 tot 1954. De verzuchting van Herzl, het verlangen naar een thuisland en een veilige haven, is meer dan begrijpelijk.

(J.B., 13 november 2023)

Over het jodendom

Aflevering 5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de “Protocollen van de wijzen van Sion”8

In West-Europa werden de joden vervolgd en zij vluchtten naar Rusland waar zij (geregelde vervolgingen ten spijt) thuis waren van in de vroege middeleeuwen en wel in die mate dat in de elfde en twaalfde eeuw een wijk van Kiev de “joodse stad” werd genoemd. Edoch in 1881 werden zij valselijk beschuldigd van de moord op tsaar Alexander II waarna zij vervolgd werden: hun huizen werden platgebrand, zij werden vermoord, niet toegelaten tot scholen en hogere beroepen, in 1886 uit Kiev verbannen, in 1891 uit Moskou verbannen en in 1892 kregen zij ook nog verbod op verkiezingsdeelname. Toen de communistische revolutie broedde, gebruikte de geheime politie van de tsaren, de ochrana, met de bijstand van de Russisch-Orthodoxe kerk, het antisemitisme als wapen tegen de revolutionairen die zij ervan beschuldigden een complot te smeden tegen de christenen en dat trachtten ze te bewijzen middels een geschrift, de zogenaamde “Protocollen van de wijzen van Sion”.

Het gaat om een fictief verslag van een vergadering in Bazel in 1897 van complotterende zionisten die het christendom zouden willen vervangen door de joodse wereldheerschappij.

Het jaar voordien, in 1896 publiceerde de zionist Herzl inderdaad zijn essay “Der Judenstaat” en daar omtrent plande hij ook vergaderingen met gelijkgezinden maar dat handelde helemaal niet over een joodse wereldheerschappij doch over de zoektocht naar een joods thuisland teneinde eindelijk komaf te kunnen maken met de (in de voorgaande aflevering van deze reeks vermelde) lange geschiedenis van wereldwijde vervolging.

Dat de Protocollen een vervalsing waren, bleek vrijwel onmiddellijk: iedereen kan nagaan dat zij een quasi letterlijk plagiaat zijn van een oudere tekst gericht tegen Napoleon III waarin deze keizer werd vervangen door 'de joden' en Frankrijk door 'de wereld'. De vervalsing gebeurde door de ochrana, de geheime politie van de tsaren.

De hocus pocus of hoax zat, meer in detail, als volgt in elkaar. De oudere tekst waarvan zij geplagieerd werden, dateert van 1864 en is van de hand van Maurice Joly (1829-1878). Volgens Umberto Eco is die tekst op zijn beurt een afschrijfsel van een werk van Eugène Sue (1804-1857) dat tevens andermaal geplagieerd en aangepast werd, namelijk in 1868 door Herman Goedsche. Over de authenticiteit van deze ontmaskerende bronnen kan men overigens alle info vinden op het internet.

Niettemin ging deze tekst een eigen leven leiden en werd hij wijd en zijd vertaald en uitgegeven door antisemieten, vooral Islamieten en zo bijvoorbeeld wordt ernaar verwezen als naar een 'historisch document' in het handvest van de Palestijnse terreurbeweging Hamas. De Duitse uitgave van 1922 kwam Hitler en zijn NSDAP goed van pas en vanaf 1967 verspreidden onder meer antisemitische islamitische fundamentalisten zoals Faëz Ajjaz in Libanon, Syrië en Saoedi-Arabië de tekst om de Jodenhaat aan te wakkeren. Faëz Ajjaz zou ook banden hebben met extreemrechts in Vlaanderen, waar in 1941 Lannoo in Tielt de Protocollen uitgaf.

De vervalsing wordt tevens benut in de New Age-beweging door de fantast-evangelist Robin De Ruiter met onder meer zijn in 2017 verschenen trilogie “De 13 satanische bloedlijnen: de oorzaak van veel ellende en kwaad op aarde”, een fantasie over de Illuminati of de op wereldmacht beluste, complotterende joden en vrijmetselaars, veelvuldig vertaald in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Turks en Russisch. Zij worden vaker geïdentificeerd met de bankiersfamilie Rotschild die Hitler nog zou hebben geholpen met zijn Holocaust. Naar deze potentaten werd ook verwezen in de zogenaamde complottheorieën naar aanleiding van de politieke perikelen omtrent de coronapandemie.

(J.B., 14 november 2023)

Over het jodendom

Aflevering 6: Der Judenstaat

De oorspronkelijk titel van Herzls “Der Judenstaat” luidt: “Gericht aan de familie Rothschild” maar de Rothschilds verwierpen Herzls plan. Het pamflet is een basistekst van het Zionisme en betreft de stichting van een onafhankelijke joodse staat in de twintigste eeuw in Palestina waar de joden vandaan komen. Dit vanuit de noodzaak om aan de joden die dat wensen een thuisland te geven waar zij in vrijheid en vrede kunnen leven op hun eigen grond in plaats van in Europese ghetto's, wat niet anders kan in gevolge het antisemitisme. Maar Herzl voorzag dat het inplanten van een joodse kolonie weerstand zou oproepen bij de autochtone bevolking van Palestina en achtte het daarom noodzakelijk om deze onderneming te laten plaatsgrijpen onder Europees protectoraat teneinde de soevereiniteit van het joodse volk te kunnen verzekeren. De Engelsen wilden zich inzetten om de stichting van Israël te steunen, wat vastgelegd werd in de “Balfour Declaration” van 1926, waarin staatssecretaris Arthur Balfour zijn steun betuigt aan Lord Rothschild van de Brits-Joodse Gemeenschap. Nadat zich in de jaren dertig al joden waren gaan vestigen in Palestina met inderdaad de voorziene Arabische revolte van 1936-'39 tot gevolg, moesten de Britten de verdere instroom van joden afremmen. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1948 volgde de daadwerkelijke stichting van de staat Israël.

(Jan Bauwens, 15 november 2023)



1De tekst van “De Joodse Oorlog” (waarbij de vier eerste boeken werden vertaald “in enigszins verkorte vorm”) vindt men hier: https://theologienet.nl/bestanden/flavius-oorlog-der-joden-levensbeschr-apion.pdf

2Deze theorie werd ontwikkeld door Bijbelcriticus en Hugenoot Isaac La Peyrère (1596-1676) die zich hiervoor baseerde op "Thesaurus temporum" van de Franse protestantse humanist Josephus Justus Scaliger (1540-1609).

3Dat Onze-Lieve-Vrouw onbevlekt ontvangen is, betekent dat immers zij niet bevlekt was met de erfzonde die volgens het eerste Bijbelboek Genesis de mens sterfelijk heeft gemaakt.

4Theodor Herzl, Der Judenstaat, 1895; https://nl.wikipedia.org/wiki/Theodor_Herzl

5Theodor Herzl, Complete Diaries (ed. R. Patai), New York, p. 45 (1960); https://nl.wikipedia.org/wiki/Theodor_Herzl

6Theodor Herzl, Gesammelte Zionistische Werke, Tel Aviv, 1934, T II, blz. 98 en 108-109; https://nl.wikipedia.org/wiki/Theodor_Herzl

7Voor de oorspronkelijke tekst, zie: THEODOR HERZL, DOCTOR DER RECHTE, DER JUDENSTAAT. VERSUCH EINER MODERNEN LÖSUNG DER JUDENFRAGE, LEIPZIG UND WIEN 1896, M. BREITENSTEIN’S VERLAGSBUCHHANDLUNG, WIEN, IX., WÄHRINGERSTRASSE 5: https://de.wikisource.org/wiki/Der_Judenstaat


14-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlog en angst

 

 

Oorlog en angst

In de afgelopen dagen heeft Israël (niet voor het eerst en ook niet als eerste) het gedrocht van de zogenaamde 'preventieve aanval' - vaker beschouwd als 'de beste verdediging' - uitgevoerd op het als zijn aartsvijand gebrandmerkte Iran en alras hebben talloze rechtsgeleerden in Iran maar ook in het Westen zich bijzonder afkeurend uitgelaten tegenover deze handelwijze van de agressor om de heel eenvoudige reden dat volgt uit tot de grondslagen van het recht dat het toestaan van vergeldingen van misdaden die niet eens werden begaan, ons op staande voet naar Absurdistan zou katapulteren: een preventieve aanval kan niets anders betekenen dan verkapte agressie.

Uiteraard zijn dit soort van absurditeiten vandaag schering en inslag maar als toegestaan wordt dat mensen, mensengroepen of volkeren bestraft worden vooraleer zij ook maar iets mispeuterd hebben en derhalve in casu alleen maar op grond van de vrees dat zij dit ooit wel eens zouden kunnen doen, dan is dat een vrijbrief voor ongeacht wie om naar eigen goeddunken alle anderen aan te vallen.

Ik heb meneer N. vergiftigd, aldus legt meneer P. aan de rechter uit, omdat ik ervoor vrees dat hij mij bij de volgende verkiezingen stemmen zal afsnoepen. Ik heb alle inwijkelingen het land uitgezet, aldus meneer T., omdat ik vrees dat zij ons, alle statistieken ten spijt, wel eens zouden kunnen aanvallen. De mensen moeten hun rechten worden afgepakt omdat gevreesd wordt dat zij er wel eens misbruik zouden kunnen van maken. We sluiten onze grenzen voor mensen afkomstig uit de helft van de wereld om aldus de kans dat we door mensen aangevallen worden, te halveren. We euthanaseren alle gehandicapten, geesteszieken en ouderen zodat zij het peil van onze volksgezondheid niet langer in gevaar brengen.

Apert absurd doch dagelijkse kost.

De wens om zich tegen onheil te verzekeren kan uiteraard bezwaarlijk worden veroordeeld maar als de middelen daartoe (bij anderen) onheil aanrichten, gaat het om een handelwijze die identiek is aan diefstal en in dit geval diefstal van het goed dat de naam 'veiligheid' draagt want men beveiligt dan zichzelf ten koste van andermans veiligheid en dit kan niet anders worden omschreven dan als diefstal, oneerlijkheid of lafheid.

De grootste industrie op aarde draait om een leugen en meer bepaald is het de industrie van de verzekeringen want zij dankt haar succes aan onze angst voor uitgerekend het minst betwijfelbare van alle dingen, zijnde de dood, wat wil zeggen dat zij gedijt op het slijten van een product dat niets anders inhoudt dan de valse hoop alsnog aan het aller zekerste lot te zullen ontsnappen.

Het verhaal van de straatbende die geld vraagt in ruil voor het aanbod van bescherming is niemand onbekend die ervaren heeft dat het afwijzen van dat voorstel een aanval van de would-be beschermers uitlokt want de beschermer is de bedreiger; de aanbieder of de gever van het product is de dief (van de winst); hij die (zichzelf) geeft (aan de ander), is dezelfde als hij die (de ander tot zich) neemt. En zo ook brengt de geboorte onherroepelijk de dood mee en de gezondheid de ziekte, de vriendschap de vijandigheid, de hoop de wanhoop, de verzadiging het tekort, de dag de nacht. Herakleitos, de allereerste wijsgeer en daarom ook de allerlaatste, zegde het al: de weg naar boven is de weg naar beneden.

(J.B., 14 juni 2025)


13-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over het jodendom:

 

 

Over het jodendom:

klik: 

https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208129666.pdf

 

Bijlagen:
Over het jodendom 13pp.pdf (107.2 KB)   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Israël, een beknopte geschiedenis:

 

 

Israël, een beknopte geschiedenis:

klik: 

 

https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/220655.pdf

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannah Arendt: Over geweld

 

 

Hannah Arendt: Over geweld

Het wordt heel vroeg zomer in het Westen en er komen hittegolven aan. Jaap Kruithof zegde toentertijd in zijn colleges dat wij blij zouden mogen zijn indien de wereld verging door een natuurramp, omwille van het geweten, want de opwarming der aarde die ook in 1990 al besproken werd, is wellicht een ramp van menselijke makelij, een uitvloeisel van de hebzucht en de navenante consumptiecapaciteit waarmee men zich onderscheidt van zijn concurrenten in de beruchte pikorde die gestalte kreeg in een genosuïcidaal1 kapitalisme. En alsof men bang is dat de milieuverloedering niet zal volstaan om de wereld om zeep te krijgen, wordt daar ook nog het spook van de oorlog uit de kast gehaald, want hij is het spreekwoordelijke verlengstuk van de economie in dit afschuwelijke systeem.

In het artikel “macht en geweld”2 werd reeds verwezen naar Hannah Arendts essay uit 1969, getiteld: Over geweld3, waarin zij opmerkt dat ingevolge de ontwikkeling van nieuwe wapens het niet langer zo is dat macht in termen van rijkdom gemeten kan worden.4 In dat licht werd de nucleaire wapenwedloop geproblematiseerd.5 De realiteit dreigt Arendts stelling te zullen illustreren daar de Israëlische aanval van afgelopen nacht van Israël op Iran, veroordeeld wordt door het arme buurland Pakistan... dat echter een kernmacht is...

We hebben te maken met een generatie die absoluut niet zeker is dat ze een toekomst heeft”, aldus citeert Hannah Arendt George Wald.6 De toekomst is een tijdbom en de nieuwe generatie zijn zij die het tikken horen, zo schrijft zij, verwijzend naar de dichter Stephen Spender7 ten tijde van de wereldwijde studentenopstanden in 1969. Niets nieuws onder de zon want toen reeds kon Arendt schrijven over “de belangelozen die door een hartstocht voor rechtvaardigheid werden gedreven”8 dat “het establishment (…) morele argumenten als 'emotionalisme' afdoet.9

Dat alles heeft volgens haar te maken met het vooruitgangsgeloof dat pas in de achttiende eeuw het licht zag en een eeuw later het grote dogma werd met “Lessings “Erziehung des Menschengeschlechts” waarvan het einde zou samenvallen met de volwassenwording van de mens”10 - een geloof zoals elk ander want de enige zekere toekomst is de dood.11

Bijzonder cynisch is wel dat Arendt moet vaststellen dat in deze wereld geweldloosheid gelijk is aan krankzinnigheid: toen tijdens onregelmatigheden in het volkspark in Berkeley de politie traangas inzette tegen ongewapende studenten en een agent zijn wapen neer wierp, roepende dat hij er niet meer tegen kon, werd dit uitgelegd als krankzinnigheid: “[de agent] werd aan een psychiatrisch onderzoek onderworpen en gediagnosticeerd als lijdend aan 'onderdrukte agressie.'”12

Het vooruitgangsgeloof is een bijgeloof en, heel anders dan gesteld in de Verlichting, lijkt de vooruitgang van de wetenschap af te steven op het einde van de mensheid.13 Dit terwijl het er bovendien sterk op lijkt dat het proces van de (destructieve) vooruitgang alleen met geweld kan onderbroken worden...14

(Wordt vervolgd)

(J.B., 13 juni 2025)

1Als het woord 'genosuïcide' nog niet bestond, dan bestaat het nu en uiteraard betekent het 'volkszelfmoord'.

2Zie:“Macht en geweld”, Tisallemaiet d.d. 5 mei 2025. Cf: https://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2652902

3Hannah Arendt, Over geweld, Atlas Contact, 2009 (2004). (Oorspronkelijk: On violence, 1969 Harcourt.)

4“Macht en geweld”, Tisallemaiet d.d. 5 mei 2025. “De hoeveelheid geweld die een bepaald land ter beschikking staat [zou binnenkort weleens niet langer] een betrouwbare garantie [zijn] tegen vernietiging door een aanmerkelijk kleinere en zwakkere mogendheid.” Hannah Arendt, o.c., pag. 36.

5Macht en geweld”, Tisallemaiet d.d. 5 mei 2025. “In 1949 doet Rusland zijn eerste kernproef, in 1952 volgt Engeland. In 1950 waren er op de wereld al 304 kernwapens. In 1956 (1960?) ontwikkelde Frankrijk een kernbom, Israël volgde in de jaren '60. In 1964 werd China een kernmacht. Toen Arendt On violence schreef (1969), waren er wereldwijd al meer dan 38.000 kernkoppen. India werd een kernmacht in 1974, Pakistan in de jaren '80, Noord-Korea in 2006. Het aantal kernwapens bereikte een piek in 1985 toen er 63.632 waren, waarna het arsenaal werd afgebouwd tot 12.121 in 2024. De Russen hebben momenteel 5500 kernkoppen, Amerika heeft er 5400, gestationeerd in de VS, Turkije, Italië, België, Duitsland en Nederland.

6George Wald (1906-1997) Nobelprijswinnaar Geneeskunde (1967) en activist tegen nucleaire wapenwedloop.

7Stephen Spender (1909-1995), Engels schrijver, in: Hannah Arendt, o.c., pag. 43.

8Hannah Arendt, o.c., pag. 48.

9Hannah Arendt, o.c., pag. 48.

10Hannah Arendt, o.c., pag. 50.

11Hannah Arendt, o.c., pag. 51.

12Hannah Arendt, o.c., pag. 53.

13Hannah Arendt, o.c., pag. 54.

14Hannah Arendt, o.c., pag. 55.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.isphahan20122023

isphahan20122023




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de aanval van 19 april 2024 van Israël op Iran

 

 

Over de aanval van 19 april 2024van Israël op Iran:

klik: 

https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208127199.pdf

 


12-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een imperium is een ziektesymptoom

 

 

Een imperium is een ziektesymptoom

Over Dick Harrisons Imperiernas fall1

Wanneer zullen we getuige zijn van de val van het Amerikaanse imperium?”2 De Zweedse historicus Dick Harrison werpt de vraag op in de inleiding tot zijn nieuwste boek, Gevallen grootmachten. Die inleiding heet 'Tekens aan de wand' en start met een profetisch verhaal uit het Bijbelboek Daniël; op een glamoureus feest van de Babylonische koning Belsassar verschijnt uit het niets een hand die vreemde tekens op een muur schrijft en die na ontcijfering het einde van het rijk aankondigen; diezelfde nacht wordt Belsassar vermoord.3 Gelijkaardig is het verhaal over de machtige Nebukadnessar die in een visioen te horen krijgt dat zijn rijk een kolos op lemen voeten is; de ondergang volgt spoedig op die droom.4

Ofschoon historisch zeer twijfelachtig blijft men die verhalen vertellen om zich ervan te verzekeren dat God zijn volk beschermt en dat de ondergang van een rijk morele gronden heeft. Maar men weet uiteindelijk niet waarom grote mogendheden gevallen zijn: het Romeinse Rijk, de Chinese keizerrijken, de islamitische kalifaten, de Indiase rijken, die van de Mongolen, het Heilig Roomse Rijk, de Sovjet-Unie en ooit valt ook het Amerikaanse imperium.

Echter, dat de ondergang van al die grootmachten morele gronden zou hebben, is een uitleg die Harrison afwijst wanneer hij lessen trekt uit het verleden in het laatste hoofdstuk5 van zijn boek: dat decadentie de ondergang van rijken wordt, zoals in Oswald Spenglers “Der Untergang des Abendlandes” uit 1918-1922, blijkt volgens de analyse van Harrison een romantische leugen: “Dit is allemaal verkeerd. Zowel de romantische visie op onheil als de imperialistische rechtvaardiging van oorlog en bezetting is een mistgordijn, het zijn valse aanwijzingen die onze gedachten verleidelijk in een dwaze richting leiden. (…) Zoals (…) geïllustreerd, werden imperiums gecreëerd, in stand gehouden en ten val gebracht tegen de achtergrond van militaire en machtspolitieke omstandigheden en redeneringen.”6

Om te overleven moeten rijken een gezonde economie hebben, zo betoogt Harrison, er moet geld zijn voor het militaire apparaat en voor het omkopen van functionarissen: “Geen berg zo steil of hoog, daar een ezel, met goud beladen, niet opklimt”, zo citeert hij uit de Moralia van Plutarchus m.b.t. de vader van Alexander de Grote, de bedrijver van 'realpolitik', koning Philippus II, die ook het 'verdeel en heers'-principe volgde. “Door gunsten te verspreiden en mensen verschillende uitlaatkleppen te geven voor klachten en initiatieven, leg je obstakels in de weg van collectieve protestacties.”7 Eigenlijk wordt de hele cultuur daartoe aangewend.

Een tweede les die Harrison aanhaalt: “De geschiedenis van rijken gaat vaak over individuen (…), hun lot werd vaak bepaald door een klein aantal mensen met dictatoriale macht”8 die maatschappelijk overleg en media buiten werking stelden. “Het ligt in de aard van imperiums dat ze precies het soort individuen aantrekken dat zich gemakkelijk ontwikkelt tot dictators, krijgers en moordenaars. Vanuit dat perspectief bezien is het imperium, zelfs als model, een latent ziektesymptoom in de menselijke samenleving.”9

Harrison besluit zijn boek met het benadrukken van de “surrealistische onvoorspelbaarheid van de geschiedenis van imperiums.”10 “Het is onmogelijk de(ze) [historische] kennis te gebruiken als een kristallen bol.”11

(J.B., 12 juni 2025).

1Dick Harrison, Gevallen grootmachten. Van het Akkadische Rijk tot de Verenigde Staten, Omniboek, Utrecht 2024. Oorspronkelijk: Imperiernas fall. Från Akkad till USA, Ordfront Förlag, Zweden 2022.

2Dick Harrison, o.c., pag. 16.

3Dick Harrison, o.c., pp. 11-12.

4Dick Harrison, o.c., pp. 12-15.

5Dick Harrison, o.c., pp. 361v.

6Dick Harrison, o.c., pp. 365-366.

7Dick Harrison, o.c., pp. 366-367.

8Dick Harrison, o.c., pag. 370.

9Dick Harrison, o.c., pag. 371.

10Dick Harrison, o.c., pag. 377.

11Dick Harrison, o.c., pag. 378.


09-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Grote Burgeroorlog

 

 

De Grote Burgeroorlog

Dort wo man Bücher verbrennt,

verbrennt man auch am Ende Menschen”

(Heinrich Heine, "Almansor", 1823)

De duale samenleving is werkelijkheid: arbeidenden en werklozen, participanten en uitgeslotenen staan tegenover elkaar.”

(Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, 2000)



De waarschuwing die de grote Duitse dichter op zesentwintigjarige leeftijd gaf naar aanleiding van de verbranding van allerlei ketters geachte geschriften waaronder de koran tijdens de Inquisitie in de tragedie Almansor1, moest in de jongste jaren jammer genoeg vaker geciteerd worden, wat een graadmeter mag heten voor toenemende onverdraagzaamheid.

Opvallend genoeg kentekent intolerantie niet zozeer de armen maar wel degenen die leven in overdaad, de zogenaamde welgestelden, zij die geen tekorten moeten lijden. En de onverdraagzaamheid blijkt de kop op te steken wanneer de rijken er gaan voor vrezen dat hun voorrechten op de helling komen te staan.

Vanzelfsprekend kan de welstand niet eeuwig blijven toenemen omdat nu eenmaal alles eindig en uitputtelijk is maar toch is het uitgerekend die waan welke de suïcidale economie van de ongeremde groei die het kapitalisme karakteriseert, op het oog heeft.

De verwende burger van het rijke Noorden heeft geen oren naar de waarheid dat welvaart fluctueert en van zodra de onverzadigbaren geconfronteerd worden met de grenzen aan de groei, schudden zij de schuld die zij daar wegens hun hebzucht aan hebben, van zich af en gaan zij duchtig op zoek naar zondebokken bij de zwaksten en de armsten in de samenleving omdat die nu eenmaal de gemakkelijkste prooien zijn.

Wij zien het gebeuren in de eigen contreien: voor economische stilstand, recessie en achteruitgang van de werkgelegenheid en de koopkracht, worden de eerste slachtoffers, die de werklozen zijn, beschuldigd en gestraft terwijl de schuldigen, degenen die verantwoordelijk zijn voor de werkgelegenheid die nota bene een mensenrecht is, niet alleen vrijuit gaan maar bovendien wegkomen met de rol van rechter die zij zich prompt aanmatigen.

Er zijn mensen die meetellen en er zijn er ook die helemaal niet van tel zijn”2: zo besluit Simone Weil (1909-1943) nadat ze in 1936 een jaar lang als fabrieksarbeidster aan de slag was geweest. Maar nog belangrijker is de geheel onverwachte en bittere levensles die zij moet trekken: “eenmaal de limiet voorbij, leidt verdrukking niet tot revolte maar tot een bijna onweerstaanbare neiging tot absolute onderwerping.”3 Het gaat om de toestand van versuffing of apathie waarin men tegen wil en dank gebracht wordt eenmaal men geen kant meer uit kan en het lijden eigenlijk lijkt opgehouden te hebben.4 Ook Jaap Kruithof wijst op deze apathie bij de slachtoffers van de werkloosheid als mondiaal probleem, een apathie die maakt dat slachtoffers zich tot daders laten brandmerken: “De structurele werkloosheid wordt (…) als onoverkomelijk aanvaard. De duale samenleving is werkelijkheid: arbeidenden en werklozen, participanten en uitgeslotenen staan tegenover elkaar.”5

In het Amerika van Donald Trump, representant bij uitstek van de verwende en verwaande burger uit het rijke Noorden worden, het vrijheidsbeeld in de baai van New York dat mensen van over de ganse wereld verwelkomen moet6 ten spijt, uitgerekend diegenen verjaagd die de States sinds de trafiek der slavenschepen7 met vele generaties van zweet, bloed en tranen zo welvarend maakten. De blasé generatie blijkt niet te beseffen dat zij aldus haar eigen rijkdom wegjaagt want het zijn de hekken die de slaven fabriceren daar zij al wie erover of eronder klauteren, tot 'illegalen' maken en derhalve tot hun geheel rechteloze medeburgers die voor hun levensonderhoud tot uitzichtloze slavernij gedoemd zijn om aldus ongewild de bankrekeningen van de rijken te spekken.

En sinds ook in Europa het kwaad van het nationalisme is gaan huishouden en het egoïsme de zwenking naar extreemrechts heeft bereid, aapt het onverstand dat onze regeringen treft, de oppermammon na en doet de ene knieval na de andere om, wars van alle grootspraak over moraliteit, de god van het geld ter wille te zijn. De schuld wordt gelegd op de schouders van wie te oud geworden zijn om nog te reageren en het moorddadige regime biedt hen, net zoals bijna een eeuw geleden, de Endlösung aan: de systematische vernietiging van het volk op een verkapt mechanisch-industriële wijze middels euthanasie als holocaust. "Holocaust", uit het Oudgriekse "holokauston" (ὁλόκαυστον) betekent "geheel verbrand" en verwees oorspronkelijk naar het brandoffer aan de godheid - vandaag de god van het geld, mammon.

En laten we het hierbij houden, enkel nog opmerkend dat de opstanden die het rijke Noorden treffen en die enkele dagen geleden van start gingen in L.A., exact dezelfde waarden in hun schild voeren als deze die de Amerikaanse Burgeroorlog ontketenden die vier jaar duurde, van 1861 tot 1865, en die een half miljoen doden maakte en evenveel gewonden. Een voorafspiegeling van het actuele scenario, dat echter de hele wereld overspant.

(J.B., Pinkstermaandag 2025)

1De tragedie loopt omstreeks 1500 in het toenmalige emiraat Grenada waar eeuwenlang moslims, christenen en joden in vrede samenleefden totdat de Inquisitie 5000 joodse en islamitische boeken liet verbranden, waaronder de koran. 500 jaar eerder liet in Andalusië een naamgenoot van Almansor antieke boeken verbranden, doch die gebeurtenissen hebben niets met het toneelstuk van Heine te maken. Zie: https://de.wikipedia.org/wiki/Almansor_(Heine)

2Costica Bradatan, Christ at the Assembly Line. How a year of factory work transformed Simone Weil, gepubliceerd in: In Praise of Failure: Four Lessons in Humility, Harvard University Press 2023 en weergegeven in: Commonweal Magazine d.d. 8 januari 2023, par. 34: “When Weil summarized her factory experience, she singled out two lessons she had learned. The first, “the bitterest and most unexpected,” was that oppression, beyond “a certain degree of intensity,” does not generate revolt, but “an almost irresistible tendency to the most complete submission.” The second was that “humanity is divided into two categories”: those “who count for something” and those “who count for nothing.” Both these lessons would stay with her for the rest of her life.” Zie: https://www.commonwealmagazine.org/simone-weil-slavery-capitalism-revolution-christ

Zie ook: Jan Bauwens, Cryptofascisme, Serskamp 2025, pp. 342-343.

3Costica Bradatan, o.c., par. 33: L’année d’usine allowed Weil to make some important observations about what happens to human beings as they are reduced to a cog in a social machine. “Nothing is more paralyzing to thought,” she would write in 1936, than “the sense of inferiority which is necessarily induced by the daily assault of poverty, subordination, and dependence.” If you happen to be assigned to a cog’s position, you eventually become a cog—not just in others’ eyes, but also in your own. The most difficult thing to retain in the factory, she discovered, was a sense of human dignity; everything there conspired to keep you in a “state of subhuman apathy.” Once you’ve surrendered to this state, anything can be done to you. You are no longer a person, but an object at anyone’s disposal.”

4Costica Bradatan, o.c., par. 31: ““After a few years, or even a year, one no longer suffers, although one remains in a sort of stupor.” [aldus deelde een medearbeidster van S. Weil aan haar mede] Weil found that intolerable. “This seems to me to be the lowest stage of degradation.”” Zie ook: Jan Bauwens, Cryptofascisme, Serskamp, 2025, pp. 342-343.

5Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, Epo, Berchem 2000, p. 66. Zie ook: Jan Bauwens, Cryptofascisme, Serskamp 2025, pp. 399.

6Zie: Wikipedia: “Vrijheidsbeeld (New York)”: “Het beeld staat symbool voor de vrijheid, een van de kernwaarden van de Verenigde Staten, en geldt bovendien als een teken van verwelkoming voor iedereen: terugkerende Amerikanen, gasten en immigranten.” Cf.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrijheidsbeeld_(New_York)

7Zie: Jan Bauwens, Hoe Europa groot en rijk werd, Serskamp 2020. Cf.: https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf


08-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De val van het rijke Noorden

 

 

De val van het rijke Noorden

De protesten tegen het verjagen van de immigranten in Los Angelos door de regering Trump zijn niet alleen slechts het prille begin van een opstand die zijn gelijke niet meer zal kennen maar ook en vooral zijn ze peanuts vergeleken bij wat er momenteel wereldwijd gaande is op het vlak van mensenrechten en dan moeten we het andermaal hebben over de hier doodgezwegen zwenking van de mondiale economie die het einde van het rijke Noorden binnen de kortste keren tot een onomkeerbaar feit zal maken.

De derde aflevering, getiteld De nieuwe wereldorde1 van onze driedelige tekst Over macht handelt over de zich gestaag vormende vereniging van alle eeuwenlang onderdrukte ontwikkelingsgebieden.2 Reeds op 30 november 2001 verscheen met het artikel Building Better Global Economic BRICs3 een studie van de hand van de Britse econoom Jim O'Neil van de investeringsbank Goldman Sachs, waarin de opkomst van het betrokken nieuw economisch blok werd aangekondigd en waarin meteen het einde van het monopolie van de G7 werd voorspeld, wat inmiddels een feit is, daar het grootste stuk van de wereldeconomie reeds aan de BRICS-landen toebehoort: 41 pct. van de wereldomzet in november 2024, vertegenwoordigd door zowat de helft van de wereldbevolking.4

De G7 wordt gevormd door de EU plus de zeven industrieel rijkste landen, zijnde de VS, Canada, het VK, Frankrijk, Duitsland, Italië en Japan.5 Van 2007 tot 2014 (de annexatie van de Krim) bevatte de groep ook Rusland dat nu deel uitmaakt van de BRICS-landen: Brazilië, Rusland, India, China en Suid-Afrika... intussen aangevuld met Iran, Egypte, Ethiopië, de Verenigde Arabische Emiraten en Indonesië. Argentinië was bijna lid van de BRICS maar heeft zich teruggetrokken sinds extreemrechts er aan de macht kwam en Saoedi-Arabië twijfelt nog. Verder staan nog veel meer landen op de wachtlijst voor toetreding, waaronder Maleisië, Bangladesh, Thailand, Mexico, Algerije, Azerbeidzjan en Turkije en de groep wordt ook gesteund door Bolivia, Wit-Rusland, Cuba, Kazachstan, Nigeria, Oeganda, Oezbekistan, Thailand en Vietnam.6

De Goldman Sachs Group kan het weten: anderhalve eeuw geleden opgericht, werken zij voor multinationals, voor regeringen wereldwijd en voor de allerrijkste families met vooraanstaanden zoals de gewezen Italiaanse premier en voorzitter van de ECB, Mario Draghi, wiens handtekening op de Europese bankbiljetten prijkt en wijlen de Nederlandse prins Friso.7

Aangezien winst het ultieme motief is in de wereld der bankiers en in de kapitalistische economie tout court, heeft de politiek zich te schikken naar de grillen van die markt en de overgang van G7 naar BRICS wordt heden bespoedigd middels een uitgekiende oorlogseconomie waaraan alle wereldleiders braaf gehoorzamen op straffe van hun eigen ondergang.

(J.B., 8 juni 2025)

1Zie de artikelenreeks Over macht, meer bepaald de derde aflevering, getiteld:

De nieuwe wereldorde (d.d. 13 juli 2022):

https://www.bloggen.be/Tisallemaiet/archief.php?ID=3320406

2Zie: J. Bauwens, Hoe Europa groot en rijk werd (Serskamp 2020):

http://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/168666.pdf


07-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Martelaarschap

 

 

Martelaarschap

Het voorwaardelijk karakter van de vriendschap tussen Donald Trump en Elon Musk blijkt pas op het ogenblik dat zij ter ziele gaat in het uitbreken van een ruzie die met die voorwaarden te maken heeft en dat lot delen alle op de proef gestelde kameraadschappelijkheden met uitzondering van de onvoorwaardelijke of de genadige band waarbij onvermijdelijk het kostbare bezit van het eigen leven de inzet is. Is dat niet het geval, dan wordt er beslist door alle betrokken partijen duchtig gerekend hoe ver men kan gaan, in acht genomen wat er allemaal op het spel staat en een voorbeeld daarvan zijn de huwelijken die zich voltrekken met het oog op de rechten en de plichten van de betrokken partners met inachtneming van wat de wetten daaromtrent bepalen.

De enige onvoorwaardelijke en genadige band waarbij aldus het kostbare bezit van het eigen leven de inzet is, is die tussen moeder en kind, en wel in de richting van moeder naar kind en dat geldt niet alleen voor de menselijke soort, al is wellicht exclusief daar deze band meestal voor het leven: het geldt ook voor de kattenmoeder en de hondenmoeder, het geldt voor de moedermuizen, de moedervliegen, de moedermuggen en ga zo maar door.

De vaders hebben met hun kroost lang niet dezelfde band, getuige al dan niet gewilde experimenten waaronder een voorval dat enkele jaren geleden het nieuws haalde: in een drive-in park met tijgers verlieten een niets vermoedend gezin bestaande uit een man, een vrouw en twee kinderen, de auto en toen na een poosje een van de tijgers naar de kinderen toe begon te sluipen, was het de moeder die zich 'vermande', het wilde dier verjoeg en haar kinderen in veiligheid bracht in de wagen waarin haar man al had plaatsgenomen. Het werkwoord 'zich vermoederen' ware meer op zijn plaats maar men begrijpt alras waarom ook de 'bemanning' van taalcommissies vaker gespeend blijft van leden van het zwakke geslacht. Ook de getuigenissen over de bemanning van de reddingssloepen bij het zinken van het Royal Mail Ship Titanic hebben zo mogelijk nog minder lof over de moed en het altruïsme van mannen, al gaat het daar vooral om 'heren' (mannen uit de 'eerste klas'). En in tijden van oorlog zouden waarschijnlijk maar bitter weinig frontsoldaten komen opdagen als, in weerwil van wat de opschriften op de monumenten der gesneuvelden ons willen laten geloven, desertie niet gesanctioneerd werd met enerzijds de schande en anderzijds de dood met de kogel. Al betreft het tekort in dezer niet zozeer moed doch verstand.

Dat moeders ook vaker beslissen om bij moeilijke geboorten met hun leven te betalen voor de redding van hun kind, is geen geheim maar men zou versteld staan als zij met heldendaden van een nog heel ander kaliber in het daglicht konden treden - men moet nog maar denken aan de mogelijke criminele uitbuiting van deze hechtste band op aarde. De in deze tijden toepasselijke oratorische vraag van Augustinus indachtig, namelijk of koninkrijken waarin het recht zoek is, nog een andere naam verdienen dan die van grote roversbenden1, hoeft men alleen maar na te gaan hoe in de meeste staten de vrouw door politici bejegend wordt - met op kop Vaticaanstad met zijn, laat ons niet lachen, mannelijke God. Al hult de clerus zich eendrachtig in vrouwengewaden om daar de schijn van het martelaarschap hoog te houden.

(J.B., 7 juni 2025)

1Aurelius Augustinus (375-430), De Civitate Dei, IV.4.: (Zonder de rechtvaardigheid), wat zijn koninkrijken anders dan grote roversbenden? Want ook roversbenden zelf, wat zijn ze anders dan kleine koninkrijken?”


06-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verschijnt binnenkort

verschijnt binnenkort

 







05-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/wedstrijden-details-multimedia/activiteiten/piano-2025/

https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/wedstrijden-details-multimedia/activiteiten/piano-2025/


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fijnstoffelijkheid

 

 

Fijnstoffelijkheid

In verscheidene culturen in alle uithoeken van de wereld spreekt (en schrijft) men al duizenden en duizenden jaren over fijnstoffelijke lichamen die de stoffelijke begeleiden en ervan scheiden bij de dood zonder zelf te moeten sterven maar de mensen van de wetenschap vertellen ons dat die dingen allemaal niet kunnen bestaan.

Het fijnstoffelijke dubbel van wie slapen en lucide dromen hebben gaat gelijk een veldleeuwerik of een torenvalk hangen boven het door het stoffelijke lichaam beslapen bed en in de vertrekken van de intensive care zijn zij kind aan huis bij reanimaties.

Enkele uitzonderingen zoals Pim Van Lommel en Raymond Moody niet te na gesproken, vinden artsen echter dat dit alles inbeelding moet zijn omdat wij die fijnstoffelijke lichamen en alles wat ermee samenhangt nu eenmaal helemaal niet kunnen zien.

Edoch, Marie Curie, die de met het oog onzichtbare elementen Polonium en Radium ontdekte, won honderdentweeëntwintig jaar geleden de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor haar onderzoek naar het fijnstoffelijke verschijnsel van de straling, waarvoor zij bovendien betaalde met haar leven, waardoor ook nog eens op wrede wijze de echtheid van het fenomeen werd onderstreept.

De genoemde wetenschapster bezocht seances waar geesten werden opgeroepen en waar zich fantomen openbaarden in de vorm van quasi-lichamen uit een melkachtige, plastische substantie die men betitelde als 'ectoplasma', een term uit de celbiologie. Ectoplasma wordt uitgescheiden door een medium - een midden tussen deze en de 'andere' wereld - voor de vorming van spoken en het daaraan verwante 'ideoplasma' slaat op het gevormde evenbeeld van het lichaam waardoor het wordt uitgescheiden.

De enige reden waarom wij geneigd zijn om dergelijke zaken als waanideeën van de hand te doen, ligt in het feit dat wij precies ingevolge waanzin (sic!) voor de werkelijkheid als zodanig stekeblind geworden zijn: ieder van ons, zonder uitzondering, kwam dit vermeend louter stoffelijke bestaan naar binnen als ideoplasma want als evenbeeld van het moederlichaam waardoor hij of zij gevormd en uitgescheiden werd.

(J.B., 4 juni 2025)


04-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bekwaamheid

 

 

Bekwaamheid

Met voertuigen van zwaar kaliber achtervolgen politiemensen minderjarige snelheidsduivels op de step maar zij slaan op de vlucht voor zware criminelen. Schooldirecties beschouwen de leerlingen als cliënteel dat zij geloven te kunnen werven met gemak in plaats van met kennis. Heel wat aanstaande leerkrachten halen de eindtermen voor het lager onderwijs niet meer, zo berichten vandaag vol schrijffouten de media. De betrokken ministers die geloven hun prestaties nog te kunnen verbeteren met de parlementaire harddrug alcohol, achtten zichzelf heel stichtend met schoolbezoeken in pyjama en heel grappig vinden ze eveneens hun analfabetisme: “the emmer is full”, aldus de arrivisten: zij arriveren niet bij de basiskennis van 's werelds voertaal maar gaan wel de NAVO leiden en de Derde Wereldoorlog en zij die op de thuisbasis worden weggefloten, kandideren prompt voor hoge postjes in het hol van Trump en compagnie die dansen naar de pijpen van wraakzuchtige mensenmassa's. De wereldeconomie stort in, de superrijken maken er een oorlogseconomie van en verveelvoudigen hun gigantische fortuinen.

In de middeleeuwen tot de achttiende eeuw (maar ook reeds bij de oud Romeinse collegia en, nog vroeger, bij de Vedische Shreni in India) werd door de gilden voor de uitoefening van ambachten een Proeve van Bekwaamheid vereist na een opleiding van negen jaar of langer bij een meester in het vak. Vandaag vindt men alras een job als wereldleider op grond van alleen maar de stem van de massa welke middels reclameleugens gekocht wordt met van armelui gestolen geld.

(J.B., 4 juni 2025)


03-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wreedheid van de dictator

 

 

De wreedheid van de dictator

Wie met vuur spelen, verbranden zich en via de projectie van de sociale conditionering op het natuurlijke gebeuren, zou men gaan geloven dat de natuur die straf uitdeelt om ons te leren (wat mag en wat niet), waarmee de zaken op hun kop worden gezet omdat sociale conditionering van het gedrag middels sanctionering het natuurlijke nabootst en niet andersom. De natuurwetten zijn onbuigzaam en het consequent met sancties afdwingen van gewenst gedrag zorgt ervoor dat de manipulator wordt gezien als even onbuigzaam en gevoelloos als de natuur, als even machtig, als goddelijk of dan toch als hoger geplaatst dan degenen die hij zodoende manipuleert.

Hij heeft het van de natuur geleerd om met het uitdelen van beloningen en straffen anderen aan zijn wil te onderwerpen maar de prijs die hij daarvoor betaalt, is van bij het begin zijn eigen ontmenselijking omdat zijn spel pas werkt waar hij onbuigzaam blijft. De onbuigzaamheid die hij voorwendt, wordt een deel van zijn wezen dat hij inruilt tegen macht; de meedogenloosheid die hem verhardt en ontmenselijkt, is de tol voor het daadwerkelijke doch tijdelijke voordeel dat hij haalt uit het onderwerpen van anderen aan zijn wil.

En die tol is niet gering, zij wordt pas geopenbaard aan de betrokkene van zodra die in de hel belandt, wat hier betekent: vanaf het ogenblik dat zijn daden onomkeerbaar zijn geworden, omdat hij dan moet inzien dat hij iemand is die wordt gevreesd, wat anderen ervan weerhield hem te beminnen, zodat een absolute eenzaamheid zijn deel wordt.

Bovendien maakt de macht die hij zich aldus toe-eigende hem verantwoordelijk voor het lot van wie hij aan zich onderworpen heeft, wat betekent dat hij verantwoording moet kunnen afleggen tegenover al wie hij aan zich onderschikt heeft gemaakt en die verantwoording zal van hem afgedwongen worden vanaf het ogenblik dat degenen die hij tot zijn minderen heeft gemaakt, sterker zijn geworden dan hem zelf, wat betekent: vanaf het moment dat hij verzwakt zal zijn en de nazaten van zijn onderdanen, die hun voorzaten eren, zich met hun vraag om uitleg boven hem verheffen.

Het lot van de dictator over wie wij het hier hebben, wordt bezegeld door de toekomst die hij zelf bereid heeft voor zijn slaven en daarom kan hij geen andere weg meer op dan die van de wreedheid, die van het monddood maken en vervolgens het fysieke moorden. Omdat de natuur genadeloos is, zit het in de aard van de mens verantwoording te eisen en waar degene die een antwoord geven moet, faalt, wordt hij ontmaskerd als een pseudo-God, wat wil zeggen: als de duivel zelf.

En wij weten het: terwijl ongeacht wie om genade kunnen smeken en die ook kunnen ontvangen, vormt alleen de duivel een uitzondering op deze regel en tevens zal ook omgekeerd iedereen voor de duivel een uitzondering maken: de duivel smeekt niet, hij smeekt ook niet om genade, en mocht hij dat alsnog doen, dan zou ook niemand die bij zijn zinnen is, hem die schenken omdat hij nu eenmaal de duivel is.

Uitgerekend dit wrede lot zorgt ervoor dat in de sterren geschreven staat dat een dictator nooit zal buigen. In deze wetenschap heeft men dan ook de heilige plicht om er rekening mee te houden dat voor een dictator nimmer een andere keuze rest dan zijn oorlogen door te drijven tot het bittere eind.

(J.B., 3 juni 2025)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Isfahan of het sprookje van de kernbom

Isfahan of het sprookje van de kernbom


Isfahan%20of het sprookje van de kernbom



">


01-06-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom de katholieke duivel een persoon is

 

 

Waarom de katholieke duivel een persoon is

Voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs werd op de Place de la Concorde de 33 meter hoge door Napoleon in Egypte begeerde en in 1830 aan Frankrijk geschonken obelisk van stellingen voorzien, wat de Franse Egyptoloog en professor aan de Sorbonne, Jean-Guillaume Olette-Pelletier, in staat stelde om de cryptografie te ontcijferen die hij daar wandelend tijdens de coronalockdown in 2020 had ontdekt en die kort daarop het volgende devies prijsgaf: “Kalmeer de energie van Amon” - wat volgens Egyptologen betekent dat men de goden met offers tevreden moet houden.1

De boodschap is van Ozymandias, de grootste onder de farao's en bekend als Ramses II (1300-1213 A.X.) van wiens reusachtig beeld een stuk in het British Museum tentoon staat en naar aanleiding waarvan de poëten Purcy Shelley en Horace Smith in 1818 elk een romantisch gedicht schreven over hoogmoed en vergankelijkheid, zoals door menigeen gesuggereerd werd: een lot waaraan ook Londen niet ontsnappen kan.2

Alle goden eisen offers en zo offerden de Azteken jaarlijks 20.000 mensen aan hun zonnegod3 terwijl de joodse Jahweh tot bij Abraham het leven eiste van de eerstgeborene uit elk gezin. Maar in de christelijke theologie plaatst met het Lam Gods de mensheid zich hoogmoedig boven de godheid. Immers, niet de mens brengt daar een offer aan God maar, geheel andersom, offert de god van het christendom zijn eniggeboren zoon, het Lam Gods, aan de mensheid.

De bedoeling van het offer is iets terug te krijgen: met betrekking tot de offers die de mensen aan hun goden brengen, is dat klaar maar wat kan dan de zin zijn van het goddelijke offer aan het mensdom? Volgens de theologie gaat het om een offer als genoegdoening aan de duivel waarmee de godheid de mensheid die door zijn zonde de onsterfelijkheid verloor, vrijkoopt. Maar wie dat aannemen voor waar, erkennen dat de duivel niet zomaar een abstractie is, een verpersoonlijking van het kwaad, dat volgens Augustinus alleen maar een tekort is aan het goede, maar een persoon met rechten en plichten.

(J.B., 1 juni 2025)


31-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Teamwork'

 

 

'Teamwork'

(Zonder de rechtvaardigheid), wat zijn koninkrijken anders dan grote roversbenden? Want ook roversbenden zelf, wat zijn ze anders dan kleine koninkrijken?”

Aurelius Augustinus (375-430), De Civitate Dei, IV.4.

'Teamwork' is een welluidend begrip (maar volgens sommigen een modewoord) met betrekking tot menselijke samenwerking, vooral in de (team)sport en in de zakenwereld en het feit dat de sport maar eveneens onze kapitalistische manier van handeldrijven verschijningsvormen zijn van de jacht, laat in dat begrip al meteen de dissonanten klinken.

Jacht is per definitie het opsporen van wilde dieren om die te doden maar ook op soortgenoten wordt jacht gemaakt, met name op de vogelvrij verklaarden, met andere woorden de 'wilden' onder ons, en het 'wilde' is het niet gecultiveerde, het niet gedomesticeerde, het ongetemde en derhalve datgene waarop men geen vat heeft, datgene waarmee men geen banden heeft, dat wat niet aan banden ligt, wat aan de greep van de groep ontsnapt en wat derhalve ongebonden is of vrij.

Reeds verschijnt hier de paradox in vol ornaat: 'teamwork' is gericht op de maximalisatie van efficiëntie en dus op het vergroten van de vrijheid, welke echter beknot wordt door 'kuddegeest', wat nota bene quasi een vertaling is van 'teamwork'. En uiteraard situeert zich het probleem bij de kwestie wiens vrijheid hier in het geding is.

Waar de vrijheid van enkelingen het voortbestaan van de groep bedreigt, verdient die slechts de betiteling van 'willekeur' maar steeds vaker zijn groepen (naties, unies...) verworden tot instrumenten van potentaten en waar aldus een groep de belangen van een elite dient, en dus de belangen van enkelingen, wordt de vrijheid van alle (niet-elitaire) enkelingen willekeurig beperkt.

In niet-democratische regimes is het probleem helder maar democratieën hebben nood aan dissidenten en aan figuren zoals Noam Chomsky om de onkiese gang van zaken aan het licht te brengen. Dat deze laatste nog geduld wordt, vindt zijn reden alleen hierin dat, wegens het intellectueel niveau van zijn protest, de getalsterkte van zijn publiek vooralsnog danig beperkt blijft dat zij in een democratie (waar de meerderheid beslist) voor de machthebbers geen direct gevaar kan betekenen.

De kwestie wie van de twee, de burger of de staat, de voorrang moet genieten, verdeelt niet alleen de partijpolitiek maar ook de wereld en het is allang niet meer zo duidelijk in welke maatschappijvormen de vrijheid triomfeert of, in wat andere bewoordingen, waar en hoe het cryptofascisme zijn slag thuis haalt.

Bibliotheken zijn reeds gevuld met de navenante problematiek en hier willen we slechts wijzen op een gedrag op microschaal waarbij groepen enkelingen viseren of er jacht op maken want dit gedrag neemt toe in gelijke tred waarmee de angst toeneemt om uit de toon te vallen, een angst waarvan de vreesachtigheid getuigt waarmee men zich paradoxaal genoeg vaak ten koste van zichzelf naar trends en modes schikt.

Wat eerst mondialisering en dan globalisering is gaan heten, verkapt in feite het gebrek aan sociale cohesie op microniveau, wat concreet inhoudt dat asociaal gedrag sowieso niet langer 'not done' is waar algemeen aanvaard wordt dat socialiteit door naties overkoepelende wetten wordt gegarandeerd. Ik hoef mijn buren niet langer uit de nood te helpen want de staat zorgt ervoor dat iedereen een uitkering krijgt, mensen moeten elkaar niet meer groeten want de 'social media' komen tegemoet aan ieders nood aan aandacht en op cultureel vlak is meewarigheid het gepaste antwoord op alle eigen initiatieven die immers verbleken in het licht van de megamanifestaties en de internationale culturele headlines. Kunst is wat als zodanig erkend wordt door Big Brother, ook als het een uitgestalde urinoir is of een strontmachine en romanschrijvers die niet moeten onderdoen voor Dostojevski blijven nitwits totdat een Nobelprijs ervoor zorgt dat zij door iedereen voor genieën zullen worden gehouden.

De kuddegeest berust op de angst om uit de groep gestoten te worden, een angst welke zoals bekend de doodsangst naar de kroon steekt als ze die al niet overtreft. Wie zich door hun gedrag van de groep distantiëren, vormen derhalve een wezenlijke bedreiging die door de kudde steeds feillozer wordt gedetecteerd en bestreden, vaak zonder vorm van proces of middels schijnprocessen, zoals ons bekend uit de geschiedenis van de heksen van Salem. Maar waar dit in de middeleeuwen gebeurde op microschaal, voltrekt de jacht op dissidenten zich vandaag op wereldvlak en in dezer wordt ook preventief te werk gegaan zodat een deel van de bevolking als 'potentieel dissident' zal gebrandmerkt worden en bijgevolg een veroordeling ondergaat waar geen rechters meer bij te pas komen omdat zij resulteert uit door algoritmen gestuurde automatismen en structuren.

Het volstaat voortaan dat de centrale macht een gedragscode ontwerpt en dat ze die via de media die zij bezit verspreidt middels influencers, opdat jan met de pet zich ten volle engageert om elk daarvan afwijkend gedrag op te sporen en te sanctioneren. Merk nu op dat zo doende de aangifte van het gedrag in kwestie, het onderzoek, het proces, de veroordeling en de bepaling van de strafmaat geheel overbodig worden: deze stappen die de rechtsstaat van weleer kenmerken, worden prompt overgeslagen en het lugubere van de hele zaak is dat geen haan er zal naar kraaien omdat wie kraaien, zichzelf veroordelen tot een vorm van medeplichtigheid waardoor zij zich eenzelfde lot toebedelen.

(J.B., 31 mei 2025)


28-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn oude grootmoeder (J.B., 2011)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Mijn oude grootmoeder (J.B., 2011)

https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/226459.pdf*



27-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Over de dood - Aflevering 7.

 

 

Over de dood

Aflevering 7.

Het geloof in de verrijzenis van het vlees kan niet zomaar afgedaan worden als onzin op grond van wat het zogenaamde 'gezond verstand' daarover te zeggen heeft waar dat 'gezond verstand' niets anders is dan de waan het bij het rechte eind te hebben vanwege het vanzelfsprekend geachte gelijk van een fysicalistisch wereldbeeld.

In het huidige westen zijn wij aan een fysicalistisch wereldbeeld gewend geraakt precies zoals Boeddhisten aan de idee van reïncarnatie of nationalisten aan de overtuiging dat het eigen volk beter is dan ongeacht welk ander. Zo vindt de egoïst het vanzelfsprekend dat hij voorrang krijgt, zo is de zwarte eraan gewoon dat hij voor de blanke een stap opzij zet, zo wijkt de vrouw spontaan voor de man, het kind voor de oudere, de homo voor de hetero, de gediscrimineerde voor de bevoorrechte, de vreemdeling voor de autochtoon, het dier voor de mens en aan een boom wordt niet gevraagd of hij omgezaagd wil worden.

Er zijn daarentegen culturen waar bomen en dieren vereerd worden als goden, waar gastvrijheid een heilige plicht is en vreemdelingen daarom voorrang krijgen op autochtonen; er zijn culturen die de vrouw vereren in plaats van haar opzij te duwen omdat zij ons het leven geeft en voedt en culturen die hun kinderen op handen dragen; culturen waarin homo's functioneren als tovenaars of priesters aan wie belangrijke taken van de gemeenschap worden toevertrouwd. Het 'gezond verstand' is een alles behalve gezonde fictie en wie zich erop beroepen, verkeren in de gevaarlijke wanen die het onverstand vergezellen.

Maar dat alles betekent uiteraard nog helemaal niet dat wie geloven in de verrijzenis van het vlees, het bij het rechte eind hebben. Het betekent alleen dat mensen het recht hebben op een eigen wereldbeeld zolang dat geloof geen schade toebrengt aan andermans belangen. Dat is echter wat het fysicalisme wél pleegt te doen van zodra het zich profileert als de waarheid zonder meer en dus als vanzelfsprekend of als gefundeerd op 'gezond verstand'. Het wordt dan een opgedrongen geloof, een geloof dat van ons een belijdenis vergt en handelingen die daarmee in overeenstemming zijn: het vergt dat wij ons gedrag laten dicteren door derden die ons manipuleren, ons van de vrijheid beroven, ons verknechten. Precies zoals dat het geval is in een theocratie.

Dat zich uit de dood nieuw leven ontwikkelt, zou veeleer vanzelfsprekend moeten klinken dan vreemd omdat het leven zelf ons onafgebroken met de neus op deze feiten duwt. Levende wezens vormen vaker vooraleer zij sterven vrijwel uit het niets verschillende evenbeelden van zichzelf die zij dan grootbrengen en die hen overleven, waardoor het leven zich vernieuwt en standhoudt en op die wijze alles doorgeeft wat van waarde is. Nog vooraleer zij sterven, worden levende lichamen in hun kroost herboren zodat het lijkt alsof de stammen die zij vormen, gewoon vervellen. Na een periode van zeven jaar is geen enkele cel van ongeacht welke man of vrouw nog in zijn of haar lichaam aanwezig en toch leven de betrokkenen door alsof er met hen helemaal niets gebeurd is en op dezelfde wijze vernieuwen zich de lichamen in de genen. Wat er met de geest gebeurt, ontsnapt vooralsnog aan onze blik maar de tekenen die pleiten voor zijn onsterfelijkheid zijn legio. Edoch, we moesten het hier hebben over de individuele dood en meer bepaald over de dood van de ander, in verband waarmee we tot de conclusie komen dat die in wezen de eigen dood betekent.

(J.B., 24 mei 2025)


26-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de dood - Aflevering 6.

 

 

Over de dood

Aflevering 6.

En laten we hier het voorbeeld van zoëven nog eens bekijken. Het Vermoeden van Goldbach is een algebraïsche 'stelling' die niet bewezen is en die derhalve vrede moet nemen met de titel van 'vermoeden'. Het Vermoeden werd neergeschreven door de wiskundige Christian Goldbach (1796-1860) uit Koningsbergen waarvan tussen haakjes ook Immanuel Kant afkomstig is - toen Kant stierf, was Goldbach acht jaar oud. De formulering is verraderlijk simpel en heeft al menig wiskundige op het verkeerde been gezet - ze luidt als volgt: “Elk even getal groter dan 2 kan geschreven worden als de som van twee priemgetallen.”

Naast pogingen om het tegendeel te bewijzen, heeft men ook de meest gesofisticeerde computers ingezet om na te gaan of er niet ergens een even getal te vinden is dat niet beantwoordt aan die eis maar tot vandaag geheel vergeefs en men vermoedt dat zo'n even getal ook niet bestaat. Toch heeft nog niemand kunnen bewijzen dat dit waar is.

Het lijkt er derhalve heel sterk op dat er waarheden bestaan die onbewijsbaar zijn. Meer nog: in acht genomen de definitie van 'bewijzen', is dat niet eens zo verwonderlijk. In de eerste paragrafen van zijn Topica definieerde de Helleense filosoof Aristoteles 'bewijzen' als het aanvaardbaar maken van nieuwe dingen door ze te plaatsen in een context van reeds aanvaarde dingen en wel op zo'n manier dat het aannemelijk wordt dat die nieuwe dingen uit de reeds aanvaarde voortvloeien. Nu bestaat een wiskundig systeem zoals de algebra op grond van enkele axiomata of dus vooropgezette stellingen die worden aanvaard zonder bewijs omdat men nu eenmaal stoot op zaken die men wel verplicht is om aan te nemen, wil men überhaupt tot stellingen kunnen komen. Trekt men nu het voorbeeld van de 'simpele' algebra open tot de gehele werkelijkheid, dan moet men niet lang zoeken om te vinden wat men dan wel zonder bewijs moet aanvaarden, aangezien het zich spontaan en onafwendbaar aan ons opdringt en dat is het 'banale' gegeven van de pijn.

Wij hebben immers helemaal geen behoefte om voor onszelf te kunnen bewijzen dat we pijn hebben als we die hebben omdat de overtuigingskracht van een rationeel bewijs zelfs niet in de buurt komt van de overtuigingskracht van pijn. Ik ben de pijn die ik heb omdat ik mij daarvan niet kan distantiëren. Zo simpel als dat. Wij stoten hier op de grens van alles wat bestaat, met name in het eigen levende lichaam. Voor onszelf wensen we de pijn die we hebben niet te bewijzen omdat we die onwillekeurig hebben maar tegenover anderen zouden we dat soms willen doen maar we kunnen het niet, we kunnen slechts vertrouwen hebben in het inlevingsvermogen van die anderen en in hun goede wil.

Meteen mag duidelijk worden hoe vreselijk een wereld is waarvan het de leiders ontbreekt aan het inzicht dat 'onmiddellijke waarheid' of empathie de voorrang verdient op bewijsbaarheid omdat het eerste het laatste fundeert en niet andersom. Dat soort leiders stellen de eis van de bewijsbaarheid voorop, alsof de waarheid van de dingen van hun bewijsbaarheid afhankelijk was, net zoals zij menen dat het mens-zijn een product is van het burgerschap en dat sans-papiers derhalve geen burgerrechten kunnen genieten en dus ook geen mensenrechten, zodat zij zonder meer vogelvrij kunnen worden verklaard, wat inhoudt dat men er mag op jagen zoals er gejaagd mag worden op wild.

En uiteraard ligt de hoogmoed van de cultuur waarin dit kwaad gedijt aan de bron van de navenante onbeschrijflijke ellende. Andermaal: de jammerlijke 'vergissing' situeert zich uitgerekend daar waar zich een misprijzen voordoet met betrekking tot de ware aard van de werkelijkheid, die men dan ziet als vergelijkbaar met de menselijke wereld en derhalve daardoor beheersbaar.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 24 mei 2025)


25-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meilied

Meilied

Meilied (muziekvideo)

Meilied from JB on Vimeo.

Voor piano, violen en celli
J. Bauwens, mei 2004.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Over de dood - Aflevering 5.

 

 

Over de dood

Aflevering 5.

De natuurwetenschap beschrijft de dingen van buitenaf en zij maakt daarbij abstractie van de onderzoeker zelf, de waarnemer of het subject: zij beschouwt hem als een deel van de natuur die hij aan zijn onderzoek onderwerpt. Maar waar hebben we dat nog gehoord? Herinneren we ons de volgende zin uit de eerste paragraaf van dit artikel:

De wereld in ons hoofd is niet dezelfde wereld waarin ons hoofd bestaat. Anders uitgedrukt: de wereld die een ding is in ons hoofd is niet dezelfde als de wereld waarin ons hoofd een ding is. Nog anders uitgedrukt: als A een deel is van B, dan kan B geen deel zijn van A, tenzij A gelijk is aan B. En dat laatste betekent dat de gedachte moet samenvallen met hetgeen gedacht wordt, wat onmogelijk is omdat gedachten aan dingen verschillen van die dingen zelf.”1 De dingen en de gedachten behoren elk tot een andere wereld.

Derhalve bekijkt de natuurwetenschap de dingen niet ten gronde: zij objectiveert omdat kennis nu eenmaal objectiveert; zij maakt de dingen tot een voorwerp van de kenner en de kenner is dan iemand die buiten de werkelijkheid zweeft; men moet eigenlijk doen alsof hij er niet is. Aan kennis en aan wetenschap is helemaal niets mis zolang men de genoemde beperking in rekening brengt. Doet men dat niet, dan beschrijft men een wereld die helemaal niet kan bestaan.

Het logisch positivisme zegt dat uitspraken pas zin hebben als een experiment ze kan verifiëren maar dan heeft het ook geen zin om nog te spreken over het aandeel van de beschrijver in de beschrijvingen die wij wetenschap noemen: metafysica wordt onmogelijk waar zij zichzelf moet verengen tot uitspraken die alleen in de fysica als zinvol worden beschouwd. Men doet dan alsof de (wetenschappelijke) beschrijvingen van de wereld in dezelfde wereld bestaan als de wereld zelf maar dat is uiteraard niet zo want de afbeeldingen van de dingen vallen helemaal niet met die dingen zelf samen. Inkt en papier maken deel uit van een totaal ander universum dan dat van de woord- en zinsbetekenissen. Wat in de natuurwetenschap miskend wordt, is de geest en dat is een paradox omdat natuurwetenschap pas door de geest tot stand komt. De pogingen om de geest te beschrijven als een onderdeel of een product van de stof (met name als een hersenwerking) zijn gedoemd om volkomen inconsistent te blijven.

Maar keren we nu terug tot ons onderwerp: de werkelijkheidsbeschrijving van de fysica (of: het fysicalisme) verengt de werkelijkheid tot dat gebied ervan dat onderzoeksonderwerp is van de fysica. Het is dan ook evident dat het onmogelijk is om binnen die perken ook maar iets te zeggen over wat buiten die perken ligt. En het is volkomen onterecht om dan te concluderen dat er buiten de perken van de fysica helemaal niets meer bestaat. Zo simpel als dat. Wie eisen dat wat bestaat aantoonbaar dient te zijn, identificeren wat is met wat bewijsbaar is, maar reeds de eenvoudige algebra toont de onzinnigheid van dat uitgangspunt aan - zo bijvoorbeeld in het Vermoeden van Goldbach dat immers onweerlegbaar is doch tevens onbewijsbaar. 

(Wordt vervolgd)

(J.B., 24 mei 2025)

1Zie: Over de dood, par. 1, d.d. 21 mei 2025: https://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2655289


24-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Over de dood - Aflevering 4.

 

 

Over de dood

Aflevering 4.

Als een piste het onderzoeken waard is, dan wel deze die belooft ons enige hoop te bieden en zodoende ook enig soelaas. Uiteraard moeten wij de dingen uiterst streng benaderen en van zodra in wat wij onderzoeken ook maar iets opduikt dat ruikt naar leugens of bedrog, moeten we ons te vierklauw uit de voeten maken.

Echter, dat is wat degenen allerminst doen die, schermend met hun 'gezond verstand', met de mond vol tanden staan als hun gevraagd wordt uit te leggen hoe het leven tot stand is kunnen komen als het luistert naar de wetten waarvan zij beweren dat het de natuurwetten zijn. Kennelijk strookt de beschrijving die zij van de werkelijkheid geven helemaal niet met de feiten, anders zouden zij in staat zijn om het leven te verklaren en ook na te maken maar zij blijken geen van beide taken tot een goed eind te kunnen brengen.

Zij geloven dan weg te kunnen komen met het antwoord dat het welslagen van hun project alleen een kwestie is van tijd. Geef ons nog een beetje krediet, zo zeggen zij: u zult zien, binnen de kortste keren bestaan er geen mysteries meer; wij, wetenschappers, staan daar borg voor. Maar de goede verstaander ziet direct dat daar waar deze klokken luiden, louter beloften in het geding zijn en wie geloof hechten aan die beloften, zoveel is zeker, zullen kunnen fluiten naar hun geld. Want lui die aan anderen beloften doen in ruil voor krediet, zijn van hetzelfde pluimage als de leugenaars: zij zullen nooit toegeven dat zij liegen en zij kunnen doorgaan met hun bedrog zolang van hen aanvaard wordt dat zij de dingen op de lange baan schuiven - het is immers geen geheim dat de massa wil bedrogen worden, zo groot is nu eenmaal de nood aan redding uit dit tranendal.

Uiteraard worden ernstige wetenschapsmensen hier niet geviseerd want het leeuwendeel onder hen weten best hun werk te relativeren. We hebben het alleen maar over lui die geloven dat de natuur in elkaar zit net zoals de wereld: zoals de wereld een constructie is van architecten allerhande, zo ook heeft een opperbouwmeester de natuur ineengezet - dat is wat zij bepleiten.

Hun kijk op de werkelijkheid heet microreductionistisch te zijn en dat wil zeggen dat zij denken dat alle dingen opgebouwd zijn en meer bepaald opgebouwd uit kleinere dingen - vandaar de term: 'micro-reductionisme', wat betekent: (het grotere) herleiden tot (een samenstelling van) het kleinere. Op die manier geloven zij immers dat zij op den duur stuiten op de allerkleinste want niet meer deelbare deeltjes waaruit de gehele werkelijkheid zou zijn opgebouwd. En eenmaal zij over die allerkleinste deeltjes beschikken - u raadt het al - kunnen ze daarmee àlles maken, ja, precies zoals God, de opperbouwmeester, het ooit deed. En wie zou geen krediet geven aan lieden die morgen, of dan toch overmorgen God zelf zullen geworden zijn?

Wie ervaring hebben met handeldrijven, zullen opmerken dat hier beslist winstgevende zaken worden gedaan en zij die zich aldus voordoen als de goden van morgen of dan toch van overmorgen, doen warempel denken aan de commerce van de clerus in de betere tijden van de kerk. Ja, hun aanpak lijkt wel op dezelfde leest geschoeid. Steun ons, zeggen zij, zo komt gij onder onze paraplu te zitten en het hoeft niet gezegd dat de menigte aan fans die dan zullen opduiken, gigantisch zal zijn.

Geef toe, het is zeker niet slecht gevonden: wij doen een greep in de grabbelton van de werkelijkheid, we houden een stuk daarvan in het vuistje en we begeven ons naar het laboratorium van professor Gobelijn. Aldaar delen we ons stukje werkelijkheid in kleinere stukjes en dan weer in nog kleinere stukjes, totdat we niet meer verder kunnen en dan zien we dat alles wat bestaat, bestaat uit allemaal dezelfde elementaire deeltjes, deeltjes die niet meer deelbaar zijn, atomen als het ware.

Uiteraard duiken zodoende allerlei problemen op: het mes waarmee wij kleinere stukjes maken, blijkt op den duur veel te grof; het vergrootglas waarvan we ons bedienen, is bestoft en wat al niet meer. Kortom: wijzelf blijken veel te groot en te lomp om ooit bij de verhoopte allerkleinste stukjes te kunnen komen en alsof dat nog niet erg genoeg was, blijken vanaf een zeker ogenblik de stukjes niet langer van stof te zijn. Ja, de minuscule deeltjes veranderen gedurende dit moeizame proces ook nog in louter veronderstellingen!

Wie beloften doen en dingen op de lange baan schuiven, zullen hun krediet verliezen als zij niet op tijd en stond met enig resultaat op de proppen komen en dat is wat die wetenschapslui ook doen. Zij publiceren met telescopen gemaakte foto's van het heelal zoals zij beweren dat het eruit ziet ver voorbij ons zonnestelsel en die foto's gaan de wereld rond maar eens de navenante subsidies buit gemaakt zijn, blijkt niet de kosmos op het lichtdrukmaal te staan maar wel een schijfje salami. De pret kan niet op, een mens mag ook al eens lachen en wie zou niet lachen: met de miljarden die het onderzoek gekost heeft, kunnen deze narren leven zoals heuse prinsen.

En nu we dan toch van het grootste naar het kleinste afdalen: een andere frats herinneren we ons van niet zo heel lang geleden uit de tijd dat men de hele wereldbevolking bang gemaakt heeft van een virus. Niemand kan een virus zien, men moet beschikken over heel speciale microscopen en nog zoveel meer. Om een lang verhaal kort te maken: men moet beschikken over een gigantisch kapitaal om dat vervolgens ook nog eens te kunnen verveelvoudigen. Een derde frats, en dan houden we ermee op: Krieg und Leichen, die letzste Hoffnung der Reichen. Men maakt het volk bang van de dood met de oorlog en het verandert prompt in de spreekwoordelijke ezel die aan de lopende band via zijn achterpoortje klinkende munten produceert. Dat maakt muziek, maar enkel voor de rijken - de ezel zelf transformeert meteen naar vel over been. 

(Wordt vervolgd)

(J.B., 23 mei 2025)


23-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Over de dood - Aflevering 3.

 

 

Over de dood

Aflevering 3.

Uiteraard rijst dan de vraag of hetzelfde gezegd mag worden over God: is ook God een knooppunt van relaties en verdwijnt ook Hij als Hij geen respons (meer) krijgt? Friedrich Nietzsche heeft gezegd dat God dood is, wat eigenlijk betekent dat deze wijsgeer wel erkent dat God ooit geleefd moet hebben. Een bijzonder netelige kwestie.

Het katholieke geloof dat hier sinds eeuwen werd verbreid, vertelt dat wij de dood heel ernstig moeten nemen. In tegenstelling tot de leer van Boeddha en die van de Veda's die de ziel zien verhuizen en ook geheel anders dan in de beschrijvingen van de Hades van de Hellenen die door schimmen wordt bevolkt, is er volgens het katholicisme in de periode dat wij dood zijn helemaal niets en kunnen wij slechts eenmaal leven en sterven (- de zogenaamde 'tweede dood' betreft de dood van de ziel, namelijk van degenen die zichzelf veroordeeld hebben tot de hel). De dood scheidt het lichaam van de ziel totdat bij de verrijzenis God de ziel opnieuw verenigt met - dit keer - een onvergankelijk lichaam, op voorwaarde dat wij in Gods genade zijn. Die leer is niet van Christus zelf afkomstig maar van de kerk die zich veel later heeft gevormd in samenspraak met de toenmalige politiek van de Romeinse keizers.

Veel dichter bij de waarheid staat wellicht de opvatting dat wij na onze dood tot schimmen worden: lichaamsloze geesten die, omdat zij het houvast van het lijf moeten missen, rondzweven en transparant zijn zoals gezegd wordt over de spoken uit de sagen van over de hele wereld.

De doden leven weliswaar niet meer maar ze zijn ook niet helemaal weg omdat zij echt geleefd hebben en een spoor nalaten in de herinnering van velen. Men kan altijd en overal aan de doden denken en vandaar lijken zij ook helemaal ongebonden aan een plaats of aan een tijdstip. In onze gedachten zijn zij ook niet even afgelijnd en duidelijk als toen zij nog in leven waren en echt aan ons verschenen. De doden gelijken daarom veeleer op degenen die aan ons verschijnen in een droom: als we ontwaken kunnen we ons hen herinneren als bijna echte wezens.

We kunnen dromen over de doden maar ook over hen die nog in leven zijn, wat ons kan doen vermoeden dat het de geest is die ons in de droom verschijnt, het bijna lichaamsloze dat nog een beeld weerspiegelt van het lichaam zoals een foto dat doet of een herinnering. Wanneer wij dromen, hebben we trouwens zelf ons lichaam achter ons gelaten want wij dromen met de geest nadat de slaap lichaam en ziel van elkaar ontkoppeld heeft, zoals ook de dood dat doet maar de slaap doet het omkeerbaar. In de droomwereld zijn geen lichamen maar wel bijna-lijven, verschijningen of beelden van mensen die echt hebben bestaan ofwel nog steeds bestaan.

De droomwereld is niet de echte wereld maar hij gelijkt erop, al is hij minder vast, minder betrouwbaar als het ware, plastischer ook en bijna helemaal onttrokken aan de wetten die de wereld van de wakkeren aan banden leggen. En zoals de droomwereld gevuld is met de geesten van zowel levenden als doden, zo is ook de schimmenwereld waar wij misschien heen gaan na de dood, gevuld met geesten van mensen nadat de dood die van hun lichaam heeft gescheiden.

De dodenwereld gelijkt een beetje op de wereld van de droom en de geesten daarin gelijken op de geesten die wij zien in onze dromen. Daarom ook kunnen wij zeggen dat de menselijke geest zowel tot de wereld van de levenden behoort als tot de wereld van de doden. Onze geest behoort tot drie werelden: tot de wakkere wereld, tot de wereld van de slapenden ofwel de droom en tot de wereld van de doden.

Als iemand overlijdt met wie wij nauw vervlochten waren, blijft er iets voortduren van die vlecht. Enerzijds trekt de overledene de ander een beetje naar de onderwereld toe en anderzijds trekt de levende de dode nog een tijdje in het leven met zich mee. Om die reden zegt men soms over stervenden dat ze met één been in het graf staan - met het andere nog in het leven.

Volgens de katholieke leer zal bij de verrijzenis niet alleen de geest herleven maar tevens zal het stoffelijke lichaam opnieuw tot leven worden gewekt en dan onsterfelijk zijn. Dat is niet het geval in het geloof van de Hellenen: de Hades is er voor altijd, de schimmen keren nimmer naar het licht terug.

Er valt iets te zeggen voor de katholieke leer van de verrijzenis van het vlees en het is niet min wat er voor te zeggen valt. In de meeste gevallen wordt het verrijzenisgeloof een beentje gelicht door het zogenaamde 'gezond verstand' dat ons zegt dat de tweede wet van de thermodynamica of de entropiewet, de wet van het verval, verbiedt dat wat tot stof en as vergaan is, weder zou keren naar zijn vroegere toestand van hoge orde die eigen is aan alle leven. Opdat dit zou kunnen lukken, moet beslist de tijd kunnen worden omgekeerd en, nogmaals, het 'gezond verstand' schiet in een lach als iemand met die zaken op de proppen komt. Maar daar staat tegenover dat het 'gezond verstand' wel aardig met de rug tegen de muur staat waar het geconfronteerd wordt met het feit dat alle leven zich geheel wars van de genoemde natuurwet een weg gebaand heeft van het niets dat wij, waarheen wij onze blik ook richten, alom in het heelal ontwaren, naar een bestaan dat ons onnoemelijk ter harte gaat en waarvan wij bezwaarlijk kunnen zeggen dat wij het alleen maar dromen. Of heeft het 'gezond verstand' dan een uitleg die hout snijdt voor het zich in een mum van tijd en bovendien triljoenen keren ontwikkelen van cellen tot wezens die kunnen wuiven naar elkaar en via die weg, kinderen krijgen, maar die elkaar ook kunnen doden?

(Wordt vervolgd)

(J.B., 23 mei 2025)


22-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Over de dood - Aflevering 2.

 

 

Over de dood

Aflevering 2.

Dat de dood van de ander niets anders is dan het eigen levenseinde is een realiteit die even moeilijk te bevatten is als waar.

De mens is een knooppunt van relaties, wat wil zeggen dat er bij het verdwijnen van die relaties helemaal niets meer overschiet. Nu heeft elke mens meerdere relaties maar door de band is er slechts één relatie die werkelijk van tel is voor het eigen bestaan: deze met degene met wie men zijn leven deelt.

Iemand kan door de massa op handen gedragen worden maar toch heel eenzaam zijn en een ander met 'slechts' één geliefde kan de ontelbare menigte van fans die een popster verafgoden missen als de pest: zolang zijn geliefde er is, kent hij geen eenzaamheid. Zo kan een monnik een relatie onderhouden met een al dan niet bestaande God en daardoor in het leven vast verankerd zijn. Of een miskend kunstenaar kan een band hebben met een onbestaand publiek waarvan hij hopen mag dat het tot stand zal komen in de toekomst, gebeurlijk na zijn eigen levenseinde - wie zal het hem verbieden?

Onze afhankelijkheid van anderen die bestaan, bestaan hebben, zullen bestaan of misschien (zullen) bestaan tekent ons eigen leven als een onzeker bestaan, een bestaan als louter mogelijkheid. Ons bestaan blijft onzeker totdat het 'vastgesteld' wordt, wat eigenlijk betekent: totdat het in een relatie staat. Een subject is nodig om dat vast te stellen en gebeurlijk is dat het eigen subject maar dat is in zijn bestaan dan weer afhankelijk van relaties.

De identiteit of het zichzelf-zijn volgt op het anders-zijn, het verschillen van de anderen. De aap die in de plas kijkt, weet pas dat hij daarin zijn eigen spiegelbeeld ontwaart nadat hij wat verderop een andere aap bemerkt bij een plas waarin deze weerspiegelt. Het eigenste denken volgt op het gesprek met anderen dat men nu gaat voeren in zichzelf en met zichzelf nadat men zich virtueel ontdubbeld heeft.

Wie het essentialisme aanhangen, vergeten dat het 'ik' het resultaat is van een proces, een gebeuren dat zich afspeelt in de tijd en dat zonder de activiteit van dat proces helemaal niet tot stand kan komen. Het 'ik' is niet maar het wordt tot stand gebracht, het wordt (met veel inspanningen) in leven gehouden en vergt aldus veel energie om zijn bestaan te kunnen bestendigen: van zodra die energie is opgebruikt, stort het 'ik' dan ook in. Zoals ook het leven zelf, dat op een bijzonder voorwaardelijke wijze, precair en broos, als het ware hangend aan een zijden draadje, zich zeer tijdelijk en evenzeer plaatselijk manifesteert in een samenloop van bijzonder toevallige omstandigheden, waaronder een uitgelezen plek in het heelal, het vlies van een atmosfeer omheen een planeet met de vereiste verhoudingen aan nodige stoffen, de juiste temperatuur en noem maar op.

Viel de context weg, dan bleef van het 'ik' in kwestie helemaal niets meer over. Wie zijn leven in dienst gesteld heeft van anderen, ziet de zin ervan vervluchtigen van zodra die anderen er niet langer zijn en dat is de tragedie van ouders die door hun kinderen gedumpt worden nadat die zijn opgegroeid en uithuizig werden.

Dat ons bestaan samenvalt met de zin ervan, betekent dat het ophoudt waar die zin vervalt en omdat die zin in betrekking staat tot anderen, betekent het verdwijnen van die anderen niets minder dan het eigen einde. Maar het gemis aan de ander is allerminst een door het verstand getrokken logische conclusie. Het gaat om een besluit dat ons voor is, dat zichzelf gevormd heeft nog vooraleer wij het vermoeden koesteren dat iets wezenlijk veranderd is. Het gemis is in de eerste plaats een pijn, geheel fysiek, ofschoon niet makkelijk aanwijsbaar zoals dat het geval is met een hand of met een been dat door een accident verloren ging. De pijn betreft het gehele lichaam dat men is en blijft daarom ook zo lastig om te detecteren.

Het gemis is het kwijt zijn van het gehele eigen lichaam en derhalve van zichzelf, het langzaam tot ons doordringen daarvan: dat wat wij zien en horen, voortaan nog slechts een schimmige versie zal zijn van wat het eenmaal was. Het geleidelijk en bijzonder lastig tot ons wezen komende besef dat wij zoals Orpheus na het onherroepelijke heengaan van zijn gade, voorgoed een schim zullen geworden zijn.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 22 mei 2025)


21-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de dood

 

 

Over de dood

In principe wordt hier niet de eigen dood beoogd omdat wij die sowieso niet kunnen ervaren maar wel die van anderen. Niet de dood van vreemden met wie wij geen of nauwelijks banden hebben maar die van degenen met wie wij verbonden zijn. En hun dood is voor ons bijzonder problematisch omdat de gedachte dat de scheiding die de dood teweeg brengt definitief is, een 'ondraaglijke' gedachte is.

Een oplossing van het probleem zou kunnen zijn dat we die gedachte dan maar niet meer moeten hebben, dat we ze moeten weren of ontkennen. Wat uiteraard geen oplossing is maar een vorm van zelfbedrog. Dat bedrog kunnen wij niet definitief realiseren maar wel zeer tijdelijk, bijvoorbeeld door te vluchten in dromen of in allerlei vormen van verdoving.

Een andere oplossing kon luiden dat we het beschreven lot dan maar moeten aanvaarden. Maar ook die oplossing kan niet ernstig worden genomen omdat zij van ons vraagt dat we iets aanvaarden wat we niet willen. Omdat aanvaarden, willen is, zouden we dan iets moeten willen wat we net niét willen en dat is onmogelijk. A en niet-A kunnen niet beiden het geval zijn, dat is nu eenmaal logica.

Berusten in een lot dat we niet willen, is een onmogelijke opgave maar het alternatief is dat we ons verzetten tegen iets dat werkelijk is. Echter, wat werkelijk is, kunnen we niet ontkennen. Het enige wat we dan nog kunnen doen, bestaat erin dat we onze toevlucht nemen tot het fenomeen van de vergissing. En dan moeten we geloven dat de werkelijkheid anders is dan we tot dan toe hadden gedacht. De scheiding is niet definitief, zo moeten we dan denken: het lijkt alleen maar zo.

Die uitweg echter is niet zo simpel. Want als de werkelijkheid schijn is, dan kan die schijn alleen maar worden verklaard door de oorzaak daarvan bij onszelf te leggen: de dingen zijn niet zoals we ze zien omdat we niet goed kijken; de dingen zijn niet zoals we denken dat ze zijn omdat we niet goed denken. Er is een kloof tussen onze gedachten en de werkelijkheid die wij overdenken.

Trouwens, de genoemde kloof kan geen mens ontkennen: de gedachte aan bijvoorbeeld een stoel, is immers geen stoel. En dat geldt voor alles wat we denken. De wereld in ons hoofd is niet dezelfde wereld waarin ons hoofd bestaat. Anders uitgedrukt: de wereld die een ding is in ons hoofd is niet dezelfde als de wereld waarin ons hoofd een ding is. Nog anders uitgedrukt: als A een deel is van B, dan kan B geen deel zijn van A, tenzij A gelijk is aan B. En dat laatste betekent dat de gedachte moet samenvallen met hetgeen gedacht wordt, wat onmogelijk is omdat gedachten aan dingen verschillen van die dingen zelf.

Rest dan nog die ene oplossing dat wij besluiten dat de scheiding niet ondraaglijk is: dat lijkt alleen maar zo. In werkelijkheid is de scheiding bijna ondraaglijk en zij wordt mettertijd, beetje bij beetje, wat draaglijker dan eerst gedacht.

In feite is ook de laatst genoemde oplossing er geen. Er bestaan immers mensen voor wie de scheiding die de dood teweeg brengt, echt ondraaglijk is: zij kunnen niet verder leven met die gedachte en als zij al niet onmiddellijk ophouden met leven, genezen zij er niet van, worden zij steeds zieker en zij sterven er ook aan. Maar de meeste mensen blijken mét de ondraaglijk lijkende gedachte verder te kunnen leven. Echter niet meer zoals voorheen.

Sinds oudsher wordt gezegd dat niemand zijn eigen dood kan ontmoeten: zolang ik er ben, is de dood er niet en van zodra de dood er is, ben ik er niet meer. Maar de toestand waarin men verder leeft met de bijna ondraaglijke gedachte (van de definitieve scheiding) is er een van voortdurend lijden. Nu is het leed per definitie datgene wat wij niet willen terwijl we er toch mee samenvallen: ik ben de pijn die ik heb omdat ik mij er niet kan van distantiëren daar zulks uiteraard mijn eigen einde zou betekenen. Maar dat wil niets anders zeggen dan dat de dood van de ander, hoe dan ook wezenlijk niets anders is dan het eigen levenseinde. Het lijkt er dan op dat wij alsnog verder kunnen leven maar dat leven is slechts schijn. Orpheus gelooft dat hij zijn Euridicè alsnog terughaalt uit de schimmenwereld maar van zodra zij in hetzelfde licht belanden, wordt hij de schim.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 21 mei 2025)


20-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dovemansgesprekken - Aflevering 2.

 

 

Dovemansgesprekken

Aflevering 2.

Het eindeloze gepalaver van de dovemansgesprekken dat dagelijks de hoofdpunten in de nieuwsberichten haalt en dat van elke burger de aandacht, de tijd en de gemoedsrust steelt, is de hedendaagse manifestatievorm van het maatschappelijke steekspel van de pikorde dat sinds het begin der tijden aan de gang is en dat zal doorgaan tot het bittere einde.

Het spel is een gevecht dat in de genen zit in alle levende wezens die op de een of andere manier in groep leven en het is gericht op de eigen soort met het oog op het elimineren van de zwakkeren in functie van het determineren van een leider omdat een kudde geen rust kan vinden totdat zij haar leider kent. Die bepaalt dan in de plaats van alle gemakzuchtige leden de koers en hij draagt de verantwoordelijkheid, in ruil waarvoor men hem gehoorzaamheid verschuldigd is en navolging.

Een geheel natuurlijke zaak, zo zou men oordelen, maar dan wel natuurlijk in de betekenis waarin ook het recht van de sterkste dat is. En zoals het recht van de sterkste vloekt met de mensenrechten, evenzo is het beschreven steekspel van de oorlog onverenigbaar met de humaniteit.

Wie daar anders over denken, richten een bloedbad aan met onoverzienbare gevolgen, zoals ook rijkelijk geïllustreerd wordt doorheen de hele geschiedenis van het mensdom. Hitler is het typevoorbeeld van de leider die de natuur een handje wilde helpen in het elimineren van de zwakkeren en met de ernst die de waanzin kenmerkt werden vanuit een logica waaruit a priori elk gevoel wordt gebannen, miljoenen onschuldigen op industriële wijze afgemaakt - naast het inpalmen van hun bezittingen, incluis schoenen en valse tanden, werden ook hun stoffelijke resten nog benut voor de fabricage van zeep, lampenkappen en noem maar op.

Hun geld verhuisde naar gerenommeerde Zwitserse banken die er decennia lang over zwegen totdat niet zo lang geleden nazaten het onverhoopt terugvorderden van de bandieten die nog steeds het schone weer maken en alom de lakens uitdelen. In het in 1990 verschenen boek La Suisse lave plus blanc beschrijft Jean Ziegler hoe Zwitserse banken met namen als klokken de jaarlijkse opbrengst van 300 tot 500 miljard dollar aan bloedgeld van onder meer de drugshandel prompt weten wit te wassen dankzij de omerta met de respectabele benaming van 'bankgeheim'.

We onthouden dat het beschreven spel vloekt met de mensenrechten. Maar men herinnert zich tevens de niet mis te verstane en ontnuchterende conclusies uit de massapsychologie: dat de kudde gehoor geeft aan de minst intelligente van haar leden. Het narrenschip van Plato is daarvan een verontrustend maar allerminst verwonderlijk en dwingend resultaat.

(J.B., 20 mei 2025.)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dovemansgesprekken

 

 

Dovemansgesprekken

Een dovemansgesprek wordt gedefinieerd als een gesprek waarbij de gesprekspartners elkaar niet willen of niet kunnen begrijpen. Als zij werkelijk doof zijn of als zij elkanders taal niet verstaan, dan is er sprake van niet kunnen maar als zij elkaar kunnen horen en elkaars taal wél verstaan, is er sprake van onwil.

Een bijzonder geval van een dovemansgesprek is een gesprek waarbij één van de partners gewillig is om te communiceren, zich verstaanbaar te maken en begrip op te brengen terwijl de andere bewust en dus met voorbedachten rade voor doveman speelt.

In dat bijzondere geval kunnen de motieven van degene die voor doveman speelt, legio zijn: hij kan de bedoeling hebben om de tijd te rekken, het gesprek te saboteren of zijn gesprekspartner voor de gek te houden, te irriteren of te pesten.

Omstandigheden kunnen zich ertoe lenen dat bepaalde mensen aldus langere tijd voor de gek gehouden worden en sommigen vinden er dan ook een sadistisch genoegen in om dezen te pesten en hen van de wijs te brengen.

Als de leden van een grotere groep samenzweren om een enkeling op die manier voor de gek te houden, kan het resultaat nefast zijn. Soms is de groepsgeest dermate verrot of gecorrumpeerd dat de genoemde vorm van pesten gedeeltelijk onbewust gebeurt maar met de vaste bedoeling om iemand volledig uit te schakelen.

Een historisch voorbeeld is de veroordeling van en de moord op de zogenaamde heksen van Salem die, elk apart, de ene na de andere, werden aangepakt door een substantieel deel van een gemeenschap, zo niet door de voltallige gemeenschap, nadat het slachtoffer telkenmale monddood werd gemaakt. De realiteit van de kuddegeest biedt de garantie dat de gruwel die een dergelijke aanpak wezenlijk is, zich zonder problemen kan voltrekken en ook onbestraft zal blijven.

In nog meer schrijnende gevallen wordt gespeeld met een paradox die erin bestaat dat de berekende redeloosheid van wie zich van de domme houden en aldus voor doveman spelen, tot doel hebben om een slachtoffer dat zich aan de rede vastklampt, van redeloosheid te kunnen beschuldigen en via die weg te kunnen uitschakelen. De redeloosheid triomfeert dan over de rede die zij in haar slachtoffers tot voorwerp maakt van spot.

Dovemansgesprekken worden systematisch gevoerd als een gesofisticeerde methode om mensen het zwijgen op te leggen maar tegelijk om de rede te doen verstommen en die methode wordt gretig aangewend in de politiek waar behalve de rivaliserende partijen ook nog een publiek aanwezig is waarbij de 'acteurs' of degenen die voor doveman spelen, niet alleen hun slachtoffer dat in het gesprek verwikkeld wordt, in de maling nemen maar ook het publiek.

Een actueel voorbeeld hiervan speelt zich af op het wereldtoneel waar enerzijds, in de schijnwerpers, de rivaliserende partijen optreden en acteren en anderzijds, het publiek van de quasi voltallige wereldgemeenschap - meestal via het televisiescherm - het spel van de demonstranten volgt zoals supporters een voetbalmatch volgen.

Want het gaat om een spel vergelijkbaar met het voetbal maar dan minder onschuldig, alles behalve sportief en geheel zonder vaste regels - een spel dat de aandacht moet weten te trekken en vast te houden en dat daarom grote middelen zal inzetten om het publiek erbij te betrekken. Meer bepaald door het spel dermate te organiseren dat daarbij het leven van allen die behoren tot het publiek, op het spel wordt gezet.

Wij noemen dat oorlog en we doen alsof we het niet willen terwijl in feite niemand nog kan willen dat het ophoudt. Elk spel immers is verslavend en dat is het ultieme spel van de oorlog des te meer. Maar tevens kan het spel niet worden gestopt omdat de essentie ervan ons blijkt te ontgaan.

Het spel deelt immers de mensen op in, enerzijds, degenen die op het theater paraderen en die niets liever willen dan dat allen vol belangstelling naar hen kijken en met spanning volgen wat ze zeggen en doen en, anderzijds, degenen die veroordeeld zijn om voor toeschouwer te spelen, te applaudisseren, aandacht te geven, toe te kijken en toe te horen, al hun zinnen daar op te zetten, zich angst te laten aanpraten ofwel sympathie, kortom: zich te laten bespelen, met als eindspel, het moordspel, waar zij zich uiteindelijk van het leven moeten laten benemen.

In het westen, de vertechniseerde wereld, werd het oorlogsspel, dat in wezen 'de ultieme show' is, decennia lang vervangen door de optredens op de wonderlijke televisie. Want veel beter dan op een slagveld kon de strijd tussen degenen die het voor het zeggen hebben daar rechtstreeks en door iedereen gevolgd worden. Op televisie zijn de machthebbers goden want alomtegenwoordig en almachtig. De kijkers zijn onderdanen die letterlijk niets te zeggen hebben en die alleen maar kunnen slikken wat hun voorgeschoteld wordt terwijl men er wel voor zorgt dat ze dat ook moeten doen. De belangrijkste reden waarom na een lange vredestijd de oorlog in het westen weer ten tonele verschijnt, ligt alleen hierin dat het medium van de televisie (en geef toe, het heeft héél lang mogen duren) nu zijn beste tijd gehad heeft.

Ja, het wonderlijke medium is versleten, het wonder is eraf, de pausen en de koningen lopen er voor spek en bonen bij, ze zijn impotent om nog langer de aandacht van de mensen te trekken, de fictie presteert beter dan het echte. Alleen de dovemansgesprekken van bommen en granaten kunnen de show nog stelen.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 19 mei 2025)


19-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De leer van Augustinus - Aflevering 6.

 

 

De leer van Augustinus

Aflevering 6.

Tussen 412 en 426 schreef Augustinus zijn De civitate Dei (Over de staat van God) ter weerlegging van beschuldigingen door ketters die de kerk de schuld gaven voor de verwoesting van Rome door Alarik en om de geloofstwijfel weg te nemen. Hij wil de crisis n.a.v. Eusebios' 'imperiale theologie' oplossen door aan de staat elke religieuze betekenis te onttrekken.1 Dit alles omvattende werk wordt vaak vergeleken met Plato's Politeia. De gewijde geschiedenis (m.b.t. 'civitas Dei', de inwendige mens en de liefde voor God) wordt van de seculiere (m.b.t. de 'civitas terrena', de uitwendige mens en de eigenliefde) onderscheiden (die niet duivels is maar neutraal). Augustinus' politieke theorie betreft de 'civitas terrena'. Met de komst van Christus is de eindtijd ingezet, het 'laatste uur' voor de Wederkomst.

Augustinus' politieke leer is bijzonder inconsistent. De Ordo Pacis (de wereldse vrede) is de politieke ordening. De gelovigen gebruiken het aardse zoals één die in den vreemde vertoeft2 en de orde van de wereld is derhalve relatief waardevol; Augustinus bejegent die tweeslachtig: met minachting én respect. Hij bekijkt de wereld vanuit de zondeval. De mens is van nature sociaal en geneigd om een gemeenschap te vormen maar door de zondigheid ontstaat tweedracht en is politieke ordening of politiek tout court noodzakelijk voor het lijfbehoud (en door de goddelijke voorzienigheid voorhanden). De wetten zijn noodzakelijk maar ze zijn een Ersatz van de 'lex aeterna', de 'eeuwige wet'. Maar Augustinus denkt dat de republiek nooit bestaan heeft omdat recht niet gerealiseerd kan worden op aarde. Vandaar: “(Wanneer die rechtvaardigheid derhalve weggenomen is), wat zijn koninkrijken anders dan grote roversbenden? Want ook roversbenden zelf, wat zijn ze anders dan kleine koninkrijken?”3

Dan verzacht Augustinus zijn eis inzake rechtvaardigheid en spreekt hij over gemeenschappelijke aardse belangen: “(God heeft aan de mensen geschonken:) de dingen die geschikt zijn voor dat aardse leven, te weten de tijdelijke vrede (pax temporalis) - naar de beperkte maat van het sterfelijke leven -, een vrede die bestaat in gezondheid, lijfsbehoud en gemeenschap (societas) met zijn soortgenoten, en alles wat noodzakelijk is om die vrede te bestendigen of te herwinnen.”4 Die vrede volgt uit de orde ('ordo pacis') of 'de kalmte van de orde' ('tranquillitas ordinis') en betreft zowat alles: de rust van het lichaam, de ziel, het huishouden, de burgers, de wereld ('pax terrena').

En dan komt de aap uit de mouw. Wat hier nog volgt moge een waarschuwing zijn aan het adres van wie geloven dat de nieuwe paus, die immers een Augustijn is, een pacifist zal zijn of een vechter tegen onrecht en voor vernieuwing. Want waar het evangelie het heeft over het aanbieden van de andere wang en over het beminnen van zijn vijanden, blijken die christelijke geboden nu plotseling verwereldlijkt. Wegens de noodzaak van de politieke orde, vindt Augustinus dat het rijk militair moet verdedigd worden: “(...) wanneer [Bonifatius] mede onder invloed van Augustinus' prediking het zwaard 'aan de haak' wil hangen, en monnik worden, probeert Augustinus hem van dat voornemen af te brengen: zoals er christenen moeten zijn die door hun gebed de 'onzichtbare vijanden' moeten afweren, zo moeten er ook zijn die door hun wapens de 'onzichtbare barbaren' bestrijden; ook hùn taak is verdienstelijk in Gods ogen.5 Het gaat erom conservatief te zijn: “het behoud van de bestaande orde te verdedigen”6 (“ordehandhaving”7) En waar wij de slavernij als een schending zien van de mensenrechten, spreekt Augustinus ook hier ondubbelzinnig een heel andere taal. Bij hem zal de slavernij, die een straf is ingevolge de erfzonde, evenals bij Paulus, goedgepraat worden. “Slaven (…) die zich trachten te onttrekken aan hun wreedaardige meesters, d.w.z. op de vlucht slaan, worden door [Augustinus] uitdrukkelijk als 'pessimi servi', 'allerslechtste slaven', gebrandmerkt”: justitie moet over hen recht spreken want ze zijn zondaars en dus schuldig terwijl de bestaande orde er is ter remediëring van die zondigheid...8

(J.B., 19 mei 2025)

1Herman De Ley, o.c., pp. 198-202.

2Herman De Ley, o.c., pag. 220.

3Herman De Ley, o.c., pag. 218.

4Herman De Ley, o.c., pp. 218-219, verwijzend naar De civitate Dei, XIX.13.2.

5Herman De Ley, o.c., pag. 224. Het gaat hier om Augustinus' brief (ep. 189) aan Bonifatius die de barbaren bestrijdt.

6Herman De Ley, o.c., pag. 224.

7Herman De Ley, o.c., pag. 226.

8Herman De Ley, o.c., pag. 226.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De leer van Augustinus - Aflevering 5.

 

 

De leer van Augustinus

Aflevering 5.

Hoe kan de mens de waarheid kennen? Augustinus zijn 'illuminatietheorie' is een toepassing van die van Plato: zoals de zon alles zichtbaar maakt voor onze ogen, zo maakt God alles kenbaar voor onze ziel. Alles begint met de eigen geest: twijfelt men, dan is men al zeker dat dit waar is.” (“Si fallor, sum.”) Daar we allen hetzelfde waarnemen, bestaat dit buiten ons en dat geldt ook voor de gedachten: “elke onveranderlijke waarheid die wij in onze (veranderlijke ) geesten ontdekken (bv. “2+2=4”), 'bewijst' dan het bestaan van God als de onveranderlijke Waarheid.”1 “De eeuwige waarheden waaraan de menselijke geest deelgenoot is, [worden vereenzelvigd] met de scheppende archetypische ideeën van de goddelijke geest”2 (...) “[en zij] worden dus door de mens ontdekt, in introspectie, in het eeuwige, onveranderlijke 'licht' dat hem, overeenkomstig zijn 'begaafdheid', altijd tegenwoordig is, en dat zijn 'natuurlijk' middel tot contact met de intelligibele wereld is.”3 Het betreft niet alleen dingen maar ook waardeoordelen ('morele illuminatie' of 'lumina virtitum'4). Tevens zijn Gods ideeën behalve kennisgronden ook de zijnsgronden van de geschapen wereld. Wat betreft de kennis of de 'geestelijke illuminatie': “de ultieme voorwaarde voor de mogelijkheid van rationele kennis is de (permanente) intieme tegenwoordigheid van God in de menselijke geest.”5 Daaruit volgt dan Augustinus' memoria-begrip.

De 'memoria' is de voorraadkamer van de geest waarin het goddelijk licht de apriori-waarheden kenbaar maakt. Augustinus tracht m.b.t. de zintuiglijke waarneming (die hij eveneens in de memoria situeert) de brug te maken tussen het lichaam (de stoffelijkheid) en de ziel: men 'ziet' het licht pas middels een (actieve) aandacht van de ziel (het 'kijken').6

De ziel bevat het zijn, het weten en het willen of het liefhebben en de eeuwige waarheden vallen met de eeuwige normen samen: het geluk is het genieten van God zoals het oog geniet van het licht: men moet handelen overeenkomstig de waarheid, de kosmische of de rationele orde; de deugd gehoorzaamt aan de rede vanuit de liefde daarvoor, die een wilsact is. Het willen komt van de mens, het kunnen komt van God. De mens is geschapen met een vrije wil (de wil maakt ons tot mens) maar door zijn ongehoorzaamheid kan hij alleen nog (tegen beter weten in) kiezen voor het kwaad. De (wils)vrijheid kan hij enkel nog terugkrijgen door de genade. In het paradijs zullen de uitverkorenen de vrijheid om te zondigen verloren hebben.7

De basis van Augustinus zijn visie op de geschiedenis en de politiek in zijn De civitate Dei (waarop zijn Retractationes correcties en aanvullingen zijn) is de overtuiging dat de hoogste politieke lering in de goddelijke openbaring ligt, in het leven en de dood van Christus. De geschiedenis is derhalve (reeds in het Judaïsme) een (teleologische) heilsgeschiedenis, in tegenstelling tot het cyclische geschiedenisconcept van de Hellenen. Augustinus geeft een filosofische onderbouw aan de (naïeve) christelijke eschatologie. De geschiedenis wordt voortaan gezien als een strijdperk tussen goed en kwaad (waarbij het kaf van het koren zal worden gescheiden). De civitate Dei ontstond n.a.v. de inval van Alarik in het Romeinse Rijk waardoor een grote vluchtelingenstroom ontstond. Men verwachte de redding bij de tweede komst van Christus met zijn 'duizendjarig rijk' via de kerk. Het wereldlijke daarentegen werd gezien als het 'beest'. Die scheiding tussen kerk (de spirituele samenleving) en staat (het beest) wordt opgeheven als in 312 Konstantijn zich laat dopen: het christendom wordt dan de rijksideologie: het Romeinse Rijk wordt christelijk maar tegelijk wordt het christendom wereldlijk. Een despotisme volgens de hemelse hiërarchie wordt gepropageerd door Eusebios van Kaisareia.8 De civitate Dei vergt nog een paragraaf apart.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 18 mei 2025)

1Herman De Ley, o.c., pag. 164.

2Herman De Ley, o.c., pag. 165.

3Herman De Ley, o.c., pag. 166.

4Herman De Ley, o.c., pag. 167.

5Herman De Ley, o.c., pp. 167-168.

6Herman De Ley, o.c., pp. 168-173.

7Herman De Ley, o.c., pp. 176-188b.

8Herman De Ley, o.c., pp. 189-198.


18-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De tijd

De tijd


https://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/168599.pdf

 


17-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De leer van Augustinus - Aflevering 4.

 

 

De leer van Augustinus

Aflevering 4.

Na een beknopte schets van zijn theologie en van zijn op de wijsgerige actualiteit te betrekken inzichten, zijn we via een vergelijking van de toenmalige crisis in het Romeinse Rijk met de hedendaagse wereldcrisis, beland bij de politieke filosofie van Augustinus zoals beschreven door Herman De Ley. Voor een goed begrip van die politieke theorie is het aangewezen Augustinus' leven en werk nog kort te belichten.

Het quasi totalitarisme na de crisis in het Romeinse Rijk bracht in de 'nieuwe orde' alsnog welstand voor de heersende klasse en ook een heropleving van het geestesleven, inbegrepen het christendom. De kerk onttrekt heel wat talent aan de staat met haar (met de huidige wereldleiders vergelijkbare) 'analfabeten-keizers'.1 Dankzij de offers van zijn ouders kon Augustinus studeren en was ook hij voorbestemd om het in de wereld te maken; hij werd lesgever retorica in Milaan maar koos uiteindelijk voor de 'onwereldse' filosofie: wijsheid in plaats van welsprekendheid. Zijn interesse verschoof van de klassieke auteurs (o.m. Cicero) naar het manicheïsme, een rationele versie van het christendom door Mani (215-276) die zichzelf zag als de parakleet (de beloofde H. Geest) geïnspireerd door Zoroaster, Boeddha en Christus, de latere katharen of ketters, met nadruk op ascese. Maar zijn moeder (de H. Monica) bracht Augustinus in contact met bisschop Ambrosius die hem de proloog van het (Plotinisch klinkende) Johannesevangelie openbaarde, waarna hij zich in 386 bekeerde tot het christendom dat hij zag als de 'ware filosofie'.2 Eerst rekende hij af met onder meer het Manicheïsme, het Donatisme en het Pelagianisme in een reeks 'filosofische dialogen'. Hij richtte een kloostergemeenschap op in Thagaste, werd in 391 aangesteld tot priester en alras tot bisschop van Hippo, een job die het merendeel van zijn tijd opslorpte terwijl hij toch een immens oeuvre creëerde, waaronder zijn belangrijkste theoretische werken: Confessiones (400), De Trinitate (399-422), De doctrina christiana (396-426), De civitate Dei (413-426) en Retractationes (426-427). Augustinus sterft in 430, net voor de verwoesting van Hippo.3

De kerk werkte samen met de staat (in de “Pax Catholica”) om de gemeenschappelijke vijand van onder meer het Donatisme (die de rede van de weliswaar heidense antieke filosofen verwierp) te kunnen verslaan. Augustinus hamerde op het belang van de rede door het geloof ofschoon hij niet twijfelde aan de geopenbaarde waarheden en hij erkende dat de uiteindelijke kennis pas met de visio Dei wordt verkregen; hij zag de filosofie als dienstmaagd van de theologie: “philosophia ancilla theologiae.”4

Augustinus is subjectivist en zoekt in de onrust van de wereld naar zelfintegratie (wat hij 'wijsheid' en 'kennis' noemt) en daartoe benut hij de filosofie van Plato en zijn volgeling Plotinos om een nieuw zelfbewustzijn te construeren. Plotinos ziet het Zijn als hiërarchisch gestructureerd: het kwaad, beneden, is afwezigheid van Zijn; het Zijn is het hogere, men vindt het door inkeer, via ascese, in de ziel: alles is binnenin. De geest staat tegenover het vlees, zoals bij Paulus. De innerlijke ruimte is de 'memoria': “de pleinen en ruime paleizen van het geheugen, waar de schatkamers zijn met ontelbare beelden.”5 Dat zelfbewustzijn hangt samen met een gecoördineerd, geünifieerd wereldbeeld.6

Augustinus introduceert de christelijke categorieën van de schepping en de genade, de wil en de tijd. Volgens de antieken verenigt de mens zich met God door de kennis van God maar volgens Augustinus komt verlossing door de genade van God die de ziel schiep. God staat boven de mens (die niet te willen heeft) zoals de keizer boven de burger staat. “De wil is een beweging van de ziel om, in afwezigheid van elke dwang, iets hetzij niet op te geven, hetzij te verwerven. (…) Men zondigt derhalve enkel door de wil.”7

Bijzonder is Augustinus' tijdsbegrip dat deels steunt op dat van Plotinus: wij bestaan niet in de tijd, zo zegt Plotinos, maar de tijd is een ingrediënt van de ziel. Het in-de-tijd zijn is een gevolg van de erfzonde en is een niet-zijn, een illusie, “een verbreken van het evenwicht dat de eeuwigheid kenmerkt.”8 De geschiedenis betreft de 'uitwendige mens' en staat los van het echte leven, de 'inwendige mens', die aan de tijd ontsnapt door contemplatie, zoals ook Augustinus bepleit.

Immers, de schepping heeft plaats buiten de tijd, die immers zelf geschapen is. De incarnatie (van Christus) is het binnenbreken van de eeuwigheid in de tijd en we moeten doorheen de tijd terugkeren naar God, die we zelf moeten zoeken in een eigen levensgeschiedenis. De tijd is het quasi-uitgerokken worden van de ziel, de uitgebreidheid van de geest zelf. Verleden, heden en toekomst komen overeen met respectievelijk herinnering (memoria), aanschouwing (intellectus) en verwachting (voluntas), de drie vermogens van de ziel. De waarheid moet in onszelf gemaakt worden, door de belijdenis, door de activiteit van het zoeken.9 De kennis en de kennis van het goede zullen dan uiteindelijk leiden tot Augustinus' politieke leer.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 17 mei 2025)

1Herman De Ley, o.c., pp. 110-111.

2Herman De Ley, o.c., pp. 111-117.

3Herman De Ley, o.c., pp. 117-125.

4Herman De Ley, o.c., pp. 125-129.

5Herman De Ley, o.c., pag. 135.

6Herman De Ley, o.c., pp. 129-138.

7Herman De Ley, o.c., pp. 148-149.

8Herman De Ley, o.c., pp. 149-150.

9Herman De Ley, o.c., pp. 150-158.


16-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De leer van Augustinus - Aflevering 3.

 

 

De leer van Augustinus

Aflevering 3.

In het eerste deel van dit artikel werd aan de hand van de grote Augustinusstudie van Etienne Gilson beknopt de theologie van de bisschop van Hippo geschetst en in het tweede deel kwam de wijsgerige betekenis van de katholieke heilige aan bod met betrekking tot de hedendaagse vormen van het materialisme. Maar om nog een andere reden is Augustinus actueel: de tijd waarin hij leefde (de overgang van de Oudheid naar de Middeleeuwen bij de plundering van Rome in 4101), werd gekenmerkt door een grote crisis van het Romeinse Rijk dat, zoals Herman De Ley het beschrijft in zijn ongeëvenaarde Geschiedenis van de Wijsbegeerte, uitmondde in totalitarisme.2

Diocletianus (284-305) had het rijk hervormd “met een leger dat geprofessionaliseerd was tot op de hoogste echelons, een gemilitariseerde en gehiërarchiseerde bureaucratie van een buitengewone complexiteit, een verpletterende fiscaliteit, quasi erfelijke kasten (mede met het oog op die fiscaliteit), een repressief rechterlijk apparaat en een geheime staatspolitie (“agentes in rebus” noemt Augustinus hen) [waardoor] dat nieuwe rijk de trekken aannam van een moderne totalitaire staat. Constantijn (306-337) sloot die hervormingen af en “door de adoptie van het christendom als rijksideologie (…) werd het imperium (…) een monarchie bij de gratie Gods.””3 Dit doet warempel denken aan de Spaanse dictator Francisco Franco (1892-1975) die zichzelf na het concordaat met de paus (1953) betitelde als “Caudillo de España por la Gracia de Dios” of dus: “leider van Spanje bij de Gratie Gods”, alsook aan de leiders van de V.S. die zich voor hun (al dan niet verkapte) oorlogen op de steun Gods beroepen, een tactiek die kennelijk van alle tijden is.

Het christendom vertolkte het nieuwe wereld- en mensbeeld met een individualisme gegrondvest in de messiascultus als onmisbare ideologische basis voor de nieuwe orde (wat ook zeer succesvol is gebleken in het Byzantijnse Rijk4) met Gratianus en Theodosius I (de “imperator Christianissimus”) die het christendom verhief tot de verplichte staatsgodsdienst. Het eind van de vierde eeuw toont overeenkomsten met onze tijd in de economische crisis en de sociale polarisatie, gepaard gaande met opstanden, in 378 de oorlog (met een Romeinse nederlaag) tegen de Gothen, de splitsing van het Rijk, de invallen van Vandalen, Sueben en Visigoten (Alarik) met de plundering van Rome in 410.5 Augustinus zal de terreur en het onrecht van de wereld laten contrasteren met de 'staat Gods' en als paus Leo XIV bij zijn initiatie de wereld vrede toewenst, is dit ongetwijfeld een verwijzing naar de 'Ordo pacis' in de Augustiniaanse politieke theorie.6

(Wordt vervolgd)

(J.B., 16 mei 2025)

1Herman De Ley, Geschiedenis van de Wijsbegeerte, band III: “Late Oudheid en Vroege Middeleeuwen”, deel 2: Augustinus, Rijksuniversiteit Gent, akademiejaar 1991-1992, hoofdstuk 4, paragraaf 2, pp. 108v.

2Herman De Ley, o.c., pag. 109.

3Herman De Ley, o.c., pag. 108.

4Herman De Ley, o.c., pp. 108-109.

5Herman De Ley, o.c., pag. 109.

6Herman De Ley, o.c., pp. 189v.


14-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.José Mujica en Leo XIV

 

 

José Mujica en Leo XIV

De BBC meldt vandaag het overlijden van de Uruguayaanse president José Mujica.1 Deze 'armste president ter wereld' stierf aan slokdarmkanker en werd 89. Hij zat alles samen meer dan 14 jaar in de cel en herinnert zich zijn vrijlating als de gelukkigste dag uit zijn leven vergeleken waarbij hij zijn verkiezing tot president betekenisloos acht.2 Ten onrechte wordt ik als arm beschouwd, zei hij: arm zijn degenen die nooit genoeg hebben.3 Dat iedereen het curieus vindt dat ik in een klein huisje woon en met een oude auto rij, wat normaal is, toont aan dat de wereld gek is.4 Alle staatshoofden ter wereld zouden aan deze man een voorbeeld moeten nemen en in de eerste plaats het staatshoofd van het Vaticaan.

(J.B., 14 mei 2025)

1“Uruguay's José Mujica, world's 'poorest president', dies”. Cf.: https://www.bbc.com/news/articles/c0j71402z58o

2O.c.: “The day he was freed was his happiest memory, he says: "Becoming president was insignificant compared to that."”

3O.c.: "They say I'm the poorest president. No, I'm not," he told me in a 2012 interview at his home. "Poor are those who want more [...] because they're in an endless race."

4O.c.: “"So what it is that catches the world's attention? That I live with very little, a simple house, that I drive around in an old car? Then this world is crazy because it's surprised by [what is] normal," he reflected before leaving office.”







Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De leer van Augustinus - Aflevering 2.

 

 

De leer van Augustinus

Aflevering 2.

In de verhandeling De fide et symbolo1 (Over het geloof en de geloofsbelijdenis) legt Augustinus uit hoe de ongelovige materialisten tot hun oneigenlijke opvatting van de werkelijkheid gekomen zijn. En kennelijk hebben zij die zeer vroege kritiek (uit de vierde en de vijfde eeuw) niet ernstig genomen want meer dan anderhalf millennium later blijkt het hedendaagse materialisme (nu in de gedaante van het fysicalisme met zijn microreductionistisch wereldbeeld) nog altijd aan dezelfde denkfout onderhevig.

Het materialisme ziet het wereldgebeuren als een grote, blinde en volledig gedetermineerde machinerie en wie dat accepteren, hoeven zich geen zorgen meer te maken over verantwoordelijkheid omdat zij al aangenomen hebben dat er geen vrije keuze bestaat - vandaar de aantrekkingskracht van dat wereldbeeld. Zoals Augustinus zegt, "(…) geraakt de mens meer in duisternis doordat hij het liefst volgt wat hem in zijn zwakte geduldig aanvaardt."2

Ook de Russische filosoof Nikolai Alexandrovich Berdyaev (1874-1948) merkt op dat alle historische pogingen tot het vestigen van een definitieve harmonie, de menselijke vrijheid fnuiken en aldus het geluk a priori in de weg staan.3

J. Maritain heeft het over de overgave van de atheïst aan een 'wereldse demiurg': zoekend naar absolute vrijheid en autonomie, wil de atheïst zich bevrijden van het transcendentiegeloof en zichzelf vergoddelijken. De inconsistentie van het atheïsme bestaat er dan in dat dit onvermijdelijk resulteert in een totale onderwerping aan de wereld en aan de natuur, een haast mystieke overgave.4

De hedendaagse verschijningsvorm van het materialisme bestaat uit de succesrijke stromingen van het neo-positivisme en het fysicalisme en het zijn deze stromingen die Augustinus in de vierde en vijfde eeuw (!) in zijn De fide et symbolo aan een fundamentele wijsgerige kritiek onderwerpt.

De ontsporing van het materialisme situeert zich daar waar mensen de primitieve natuur als maatstaf van hun handelen blijven beschouwen. Daar immers geloven zij dat het aan hen ondergeschikte (het primitief natuurlijke) hen tot leidraad kan en moet dienen. Zij begrijpen dan blijkbaar niet dat het hogere de richting van het lagere kan en moet bepalen in plaats van andersom. Ze gaan er van uit dat het hogere door het lagere bepaald wordt, maar tegelijk zien ze zodoende over het hoofd dat het zich handhaven en ontwikkelen van het hogere aldus onverklaarbaar wordt. Het ontgaat hen dat de stof een deel is van het leven in plaats van andersom. En dat het hogere zijn hoge orde dankt aan de restricties die het oplegt aan het lagere dat er deel van uitmaakt. Het hogere is wat in de toekomst ligt, en de tijd verbindt het lagere met het hogere in het leven, dat daarom hoger ontwikkelt naarmate er meer tijd verstrijkt, en dit tegen alle wetten van het lagere in, want zonder het hogere zou het lagere mettertijd slechts vervallen tot nog lager. Een bijzondere toepassing hiervan vindt men nu terug in de naïeve projectie die aan de basis ligt van het hedendaagse materialisme.

Het gaat meer bepaald om een specifieke, onterechte veralgemening waar de mens het denken dat uit zijn leefwereld stamt, roekeloos projecteert op de gehele werkelijkheid. In dat geval wordt de metafysische vraag naar de ultieme zijnsgrond van de werkelijkheid verengd tot de technische vraag naar haar ultieme bouwstenen. Ten onrechte, want de werkelijkheid is geen constructie.5 Kant wijst er op dat wij de natuur pas kunnen kennen in de mate dat wij in staat zijn om hem zelf te maken; waarmee hij in feite zegt dat wij de natuur niet kunnen kennen, want niet kunnen maken.6 En Spinoza onderscheidt, enerzijds, datgene wat zijn oorzaak in zichzelf heeft (God, de natuur) en, anderzijds, de dingen die hun oorzaak buiten zichzelf hebben.7 Ook Gödel wijst op het onderscheid tussen het scheppen van iets (uit niets) en het construeren van iets uit iets anders (uit iets dat reeds geschapen is).8 Ook Martin Heidegger wijst op het niet-geconstrueerde karakter van de werkelijkheid. Michael Inwood verwoordt het als volgt: "Het ingewikkelde is niet samengesteld: het is niet opgebouwd door eenvoudige elementen te combineren, en het kan niet worden geanalyseerd alsof dat wel zo is".9 In deze opmerkzaamheid werden zij allen nog voorafgegaan door Augustinus.



Aurelius Augustinus wijst op de denkfout in kwestie en verklaart ze meteen: in zijn De Fide et Symbolo bekritiseert hij ongelovigen die "vanuit hun vertrouwdheid met handenarbeiders, huizenbouwers en allerlei andere artisanen die niets kunnen tot stand brengen zonder grondstof", geloven dat ook God (een aan Hem externe) grondstof nodig had om alles te 'maken'. Maar zelfs indien God dingen tot stand bracht uit grondstof, dan werd ook die grondstof door Hem uit het niets geschapen, aldus Augustinus.10

Als we even abstractie mogen maken van kunst en ethiek, kunnen we zeggen dat alle door mensenhanden gemaakte dingen werktuigen zijn, verlengstukken van ons lichaam. Onze wereld is een instrument, hij is ons gemeenschappelijk, uitgebreid lichaam. De grondstof voor dat instrument rekruteren wij uit de natuur. Omdat onze wereld een constructie is van onze handen, neigen wij er toe om ook de natuur als een constructie op te vatten. Een bouwwerk dat wij afbreken om er het onze mee op te richten. Maar dat is een vergissing. De natuur is niet op zijn beurt opgebouwd uit grondstof die weer van elders komt. Waar wij dat geloven, achten wij onszelf potentiële natuurmakers of goden.

De betekenis van deze uitspraak mag niet worden onderschat: wij kunnen de natuur niet (na)maken, omdat de natuur geen maaksel is. Omdat al datgene wat wij met onze plannen en handen tot stand brengen, opgebouwd wordt uit elementen (die wij in de natuur aantreffen), hebben wij de neiging om te denken dat ook de natuur zelf het resultaat van zo’n bouwproces zou zijn. Geven wij aan deze neiging toe, dan bezondigen we ons aan inductie. Wanneer wij een boom materieel ontleden, vinden wij daarin stoffen zoals water, koolstof, en nog andere elementen. In wezen is die boom helemaal niet het resultaat van zo’n ‘samenstelling van elementen’, en een hersamenstelling zou ons dan ook geen boom opleveren. In onze analyse hebben we ons immers beperkt tot de materiële analyse van één specifieke boom. Wat daar boven uitstijgt, kan niet meer worden geanalyseerd, wat ‘namaak’ uitsluit.11

Maar vooral is ‘namaak’ onmogelijk omdat een boom, en in het algemeen de natuur, geen maakwerk is. Het is bijvoorbeeld mogelijk voor een papegaai om een menselijke uitspraak na te zeggen, maar de essentie van de uitspraak, namelijk zijn betekenis, kan door de papegaai niet worden gevat, wat zijn prestatie irrelevant maakt. In zijn overmoedig geloof inzake het namaken van de schepping, gelijkt de mens nu op zo’n sprekende ara, zich niet bewust van zijn potsierlijkheid. De mens met een mechanicistische wereldvisie is vergelijkbaar met de instrumentist die niet in staat is om ook maar het minste greintje gevoel te koesteren bij zijn eigen muzikale uitvoeringen, omdat hij doof is: voor hem is musiceren een harde labeur, iets zoals het sturen van een ingewikkelde machine. Nu geloven fysicalisten dat de natuur zo’n absurd orkest is zonder klank, alleen omdat zij niet in staat zijn te horen.12

Zo laken bepaalde richtingen, zich beroepend op Carnap, de metafysica omdat haar uitspraken niet experimenteel verifieerbaar zijn.13 Maar de eis van toepasbaarheid van dit beginsel op de ganse werkelijkheid verkapt eigenlijk de overtuiging van de (na-)maakbaarheid van de werkelijkheid.14 In het Logisch Positivisme, het fysicalisme en het microreductionisme, hebben we dus te maken met het gevaar van de misvatting waarvoor onder meer Augustinus, Kant, Spinoza en Gödel waarschuwen. Daar acht de mens zichzelf God. Hij is dat niet, zegt Spinoza, want hij is niet 'zijn eigen oorzaak' ('causa sui').

De materialist heeft naar de natuur gekeken en, in zijn wereld, iets van het bovenste kleed ervan nagemaakt. Het geloof in een werkelijkheidsbeeld dat geïnspireerd is op de eigen leefwereld, doet denken aan een natuur die zich op die namaak geïnspireerd zou hebben. Daar worden de zaken op hun kop gezet. Het materialisme heeft de waarschuwingen van de genoemde filosofen niet begrepen.15 16

(Wordt vervolgd)

(J.B., 14 mei 2025)

1AUGUSTINUS, Aurelius, A treatise on faith and the creed (De fide et symbolo), Christian Classics Ethereal Library, Calvin College, updated May 27, 1999.

2AUGUSTINUS, Aurelius, Over de vrije wilskeuze (De libero arbitrio), vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Olav J.L. Albers, Ambo, Baarn 1994, pag. 94.

3BERDYAEV, Nikolai Alexandrovitch, The bourgeois mind and other studies in modern life (1934a); Freedom and the spirit (1927-28), vertaald door O. Fielding Clarke; London: G. Bles, 1935; New York: Scribner's, 1935, The meaning of history (1923b), vertaald door G. Reavey, London: G. Bles, 1936; New York: Scribner's, 1936 en The truth of orthodoxy, The student world, july 1958, XXI: 249-263 (oorspronkelijk verschenen in: Journal Vestnik Russkogo Zapadno-Evropeiskogo Ekzarkhata, july 1952, n.s. N° 11: 4-10.

4MARITAIN, Jacques, On the meaning of Contemporary Atheism, in: The Review of Politics, Vol. 11, N° 3: 267-280, July 1949, pp. 267-280, en What is Man?, Jaques Maritain Center JM 5-02 What is man.htm.

N.v.d.a.: een overgave die men ook terugvindt in de New Age-beweging - zie M. Schooyans 1999, alsook: The Pontifical Council for Interreligious Dialogue, Jesus Christ, the Bearer of the Water of Life. A Christian reflection on the 'New Age', Rome 2003) welke, paradoxaal genoeg, resulteert in volstrekte heteronomie. Zie ook J. Bauwens, Trans-atheïsme, stelling 88.4. Zie ook: J. Maritain, What is Man?, §2: "[In Marxist materialism, man's salvation is] exclusively temporal, and must be accomplished without God, and even against God (...) This salvation demands the giving up of personality, and the organization of the collective man into one single body whose destiny is to gain supreme dominion over matter and human history. (...) Man is no longer the creature and image of God, a [free and responsible] personality (...) which possesses rights and is called to the conquest of freedom and to a self achievement consisting of love and charity. He is a particle of the social whole and lives by the collective conscience of the whole, and his happiness and liberty lies in serving the work of the whole. (...) [The] thirst for communion (...) is sought in economic activity, in pure productivity, which (...) is only a world of a beheaded reason, no longer made for truth, engulfed in a demiurgic task of fabrication and domination over things. The human person is sacrificed to industry's titanism, which is the god of the industrial community".

In de encycliek Encycliek Fides et Ratio van JOHANNES-PAULUS II, (in een Nederlandse vertaling van De Koer, Katholiek Nieuwsblad, 's-Hertogenbosch 1998 (Roma 1998), pp. 45-48, wordt het 'drama van de scheiding van geloof en rede', in de late middeleeuwen geanalyseerd, vanuit zowel een overdreven rationalisme als een wantrouwen tegenover de rede (scepticisme, agnosticisme). Toen het idealisme in de 19de eeuw het mysterie rationeel trachtte te vatten, ontstond als tegenbeweging het atheïstisch humanisme, de 'nieuwe mensenreligie' die totalitaire systemen voortbracht. Het positivisme vervangt de metafysica, de religie en zelfs de mens door de markt en de macht. Het nihilisme miskent elke aanspraak op absolute waarheid en verliest daardoor elke vorm van ethiek. Het zinzoeken wordt vervangen door het zoeken naar praktisch nut, genot en macht.

5 Zie hierover meer in: J. Bauwens, Trans-atheïsme, de paragrafen: I.2.B.1.; I.3.B.1.a.; I.3.B.5.a.; I.3.B.7.; I. Conclusies bij het eerste deel; II. Inleiding; stellingen 2.1.1.(1) en (4), 2.1.2.(1), 2.1.3.(4), 2.1.4.(1), 20, 46, 63, 72, 76; II.3.C.; stelling 102; III. Algemene conclusie.

6 H. de Vos, Kant als theoloog, Het Wereldvenster, Baarn 1968, pag. 63.

7SPINOZA, Benedictus, Ethica More Geometrico Demonstrata. Uit het latijn vertaald en van aantekeningen voorzien door Nico Van Suchtelen, Wereldbibliotheek, Amsterdam 1979.

8WANG, Hao, Logical Journey. From Gödel to philosophy, The MIT Press, Cambridge, Massachusetts 1996, pag.14: “Gödel distinguishes creation, in the sense of making something out of nothing, from construction or invention, in the sense of making something out of something else”.

9INWOOD, Michael, Heidegger, Lemniscaat 2000, vertaling: W. de Leeuw (O.U.P., Oxford 1997), pp. 110-111.

10AUGUSTINUS, Aurelius, A treatise on faith and the creed (De fide et symbolo), Christian Classics Ethereal Library, Calvin College, updated May 27, 1999, pag 322 (II:§2). Ziehier de Latijnse tekst:

AUGUSTINI DE FIDE ET SYMBOLO, Caput II, par. 2.: “Quod nulla fuerit natura coaeterna Deo, ex qua mundum fecerit. Quomodo mundus ex nihilo, si ex materia informi factus. Conati sunt enim quidam persuadere Deum Patrem non esse omnipotentem: non quia hoc dicere ausi sunt, sed in suis traditionibus hoc sentire et credere convincuntur. Cum enim dicunt esse naturam quam Deus omnipotens non creaverit, de qua tamen istum mundum fabricaverit, quam pulchre ordinatum esse concedunt, ita omnipotentem Deum negant, ut non eum credant mundum potuisse facere, nisi ad eum fabricandum alia natura, quae iam fuerat, et quam ipse non fecerat, uteretur: carnali scilicet consuetudine videndi fabros et domorum structuros et quoslibet opifices, qui nisi adiuvantur parata materia, ad affectum suae artis pervenire non possunt. Ita etiam intelligunt fabricatorem mundi non esse omnipotentem, si mundum fabricare non posset, nisi eum aliqua non ab illo fabricata natura tanquam materies, adiuvaret. Aut si omnipotentem Deum fabricatorem mundi esse concedunt, fateantur necesse est ex nihilo eum fecisse quae fecit. Non enim aliquid esse potest, cuius creator non esset, cum esset omnipotens. Quia etsi aliquid fecit ex aliquo, sicut hominem de limo, non utique fecit ex eo quod ipse non fecerat; quia terram unde limus est, ex nihilo fecerat. Et si ipsum colum et terram, id est, mundum et omnia quae in eo sunt, ex aliqua materia fecerat, sicut scriptum est, Qui fecisti mundum ex materia invisa (Sap. 11,18), vel etiam informi, sicut nonnulla exemplaria tenent; nullo modo credendum est illam ipsam materiam de qua factus est mundus, quamvis informem, quamvis invisam, quocumque modo esset, per se ipsam esse potuisse, tanquam coaeternam et coaevam Deo: sed quemlibet modum suum, quem habebat, ut quoquomodo esset, et distinctarum rerum formas posset accipere, non habebat nisi ab omnipotente Deo, cuius beneficio est res non solum quaecumque formata, sed etiam quaecumque formabilis. Inter formatum autem et formabile hoc interest, quod formatum iam accepit format, formabile autem potest accipere. Sed qui praestat rebus formam, ipse praestat etiam posse formari: quoniam de illo et in illo est omnium speciosissima species incommutabilis; et ideo ipse unus est qui cuilibet rei, non solum ut pulchra sit, sed etiam ut pulchra esse possit attribuit. Quapropter rectissime credimus omnia Deum fecisse de nihilo: quia etiam si de aliqua materia factus est mundus, eadem ipsa materia de nihilo facta est, ut ordinatissimo Dei munere prima capacitas formarum fieret, ac deinde formarentur quaecunque formata sunt. Hoc autem diximus, ne quis existimet contrarias sibi esse divinarum Scripturarum sententias, quoniam et omnia Deum fecisse de nihilo scriptum est, et mundum esse factum de informi materia.”

11 Uiteraard zijn ook tegenwerpingen vanuit andere gezichtshoeken mogelijk; een interessante bedenking geeft ons Rudolf Steiner in Die Philosophie der Freiheit (1970, pp. 78-92): "Het naïef realisme met zijn fundamentele stelling omtrent de werkelijkheid van al het waargenomene, wordt door de ervaring, welke leert dat de inhoud van de waarnemingen vergankelijk van aard is, weerlegd. De tulp die ik zie, is heden werkelijk; na een jaar zal deze tulp in het niet verdwenen zijn. Wat heeft standgehouden is de tulpensoort. Deze soort is echter voor het naïef realisme 'louter' een idee, geen werkelijkheid. Zo verkeert het naïef realisme in de situatie dat zij haar werkelijkheden ziet verschijnen en verdwijnen, terwijl het volgens haar opvatting onwerkelijke, in tegenstelling tot het werkelijke standhoudt." Eigenlijk wijst Steiner hiermee op het feit dat een door het denken aangeklede waarneming ons meer fundamentele aspecten van de werkelijkheid kan tonen dan een waarneming die zichzelf min of meer 'ongekleurd' acht. Zie ook: J. Bauwens, Trans-atheïsme, stelling 85.

12 Zoals de aandachtige lezer zal opmerken, wordt hier Rudolf Carnap's these - "Metaphysicians are musicians without musical ability" - mooi op z'n kop gezet. Cf.: A.J. Ayer (editor), Logical Positivism, Greenwood Press, Westport-Connecticut 1978 (The Free Press, Macmillan Publishing Co., Inc., 1959), pag. 80. (Language, Truth and Logic, Pinguin Books Ltd., Harmondsworth 1980. (1978).

13Zie: J. Bauwens, Trans-atheïsme, par. I.2., alsook: A.J. Ayer, o.c, 1978, pp. 60-81.

14 Zoals ook I. Verhack schrijft, is dit objectivisme gericht op zelfbeschikking ('Kontingenzbewältigung', 'beheersing van het contingente') waaraan wij onze vrijheid afmeten, in de zelfgeconcipieerde, ideale en verlangde beheersbare wereld die Augustinus de 'stad van de mens' noemt. Verhack wijst hier op de verraderlijke contraproductiviteit van dit verlangen: de onverzadigbare machtswil baart een 'nieuwe onbeheersbaarheid' - met de woorden van J. Rostand: "L' homme demain, va pouvoir plus qu' il ne voulait ou plustôt, il va pouvoir avant de savoir s' il eût voulu pouvoir" (VERHACK, Ignace, De mens en zijn onrust. Over het 'raadsel van de beweging', Acco, Leuven/ Leusden 2001 (2000), pag. 31.

15 Ook E. Vermeersch in: Epistemologische Inleiding tot een Wetenschap van de Mens, De Tempel, Brugge 1967; uitgave van de R.U.G., L&W, nr. 144 (van wiens werk een bespreking in J. Bauwens, Trans-atheïsme, par. I.3.) maakt deze fout, zoals onder meer blijkt op de pag. 200: (Vermeersch’) werkwijze is (...) van die aard dat alles wat gedefinieerd wordt, in principe geconstrueerd moet kunnen worden.” Max Wildiers wijst er op in zijn Kosmologie in de westerse cultuur. Historisch-kritisch essay (DNB / Pelckmans, Kapellen & Kok Agora, Kampen 1988) dat - samenvattend - omstreeks de zeventiende eeuw onze houding tegenover de natuur drastisch veranderde: het majestatisch, ontzagwekkende beeld van een hiërarchisch geordende natuur, veranderde vanaf Descartes in dat van een zielloze machine: vanuit de hunker naar vrijheid, maakten de principes van orde en gezag, met ruimte voor ethiek en esthetiek, plaats voor het principe van de macht (over de natuur), welke kon verworven worden via de natuurwetenschappen en de techniek.

16Voor een uitgebreide behandeling van het thema, zie: Jan Bauwens, Trans-atheïsme.


13-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De leer van Augustinus - Aflevering 1.

 

 

De leer van Augustinus

Aflevering 1.

De nieuwe paus Leo XIV is een augustijn en het is interessant om de leer van Augustinus van Hippo eens van naderbij te bekijken, temeer daar Aurelius Augustinus (354–430) behalve een theoloog, een kerkvader, een heilige in de katholieke kerk en de wegbereider van de theologie van Thomas Aquinas die met de 'Thomistische Wijsbegeerte' het katholicisme schraagt, ook een groot wijsgeer was. Zo werden een aantal filosofische aspecten van Augustinus' leer jarenlang gedoceerd door de classicus prof. dr. Herman De Ley (1940-1924) aan de (alvast toentertijd) allerminst paapsgezinde vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap binnen de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit van Gent. We bekijken hier beknopt de theologie van de sint zoals die werd gesynthetiseerd door Etienne Gilson in zijn werk Introduction à l'étude de Saint-Augustin1 en vervolgens werpen we een blik op Augustinus zijn kritiek op het hedendaagse fysicalisme avant-la-lettre in zijn werk De Fide et Symbolo2, wat deze Afrikaanse wijsgeer in een nog ander, onverwacht opzicht actueel maakt.

Hoewel geloofszaken een veel groter gebied bestrijken dan alleen maar het redelijke, kan een redelijke benadering van het geloof best nuttig zijn. Zo'n redelijke benadering van het geloof wordt ons reeds in de eerste eeuwen na Christus geboden door kerkvaders die gepoogd hebben om aan de christelijke leer gestalte te geven in een Grieks, filosofisch denkkader. Wellicht de grootste christelijke filosoof uit die vroegere periode, die de (periode van de) patristiek genoemd wordt (van het Latijnse woord pater dat betekent: vader, en dat hier betekent: kerkvader), is de in Noord-Afrika (Thagaste, nu: Souk Ahras, het centrum van de cultuur van de Berbers of de 'Barbaren', de 'brabbelaars' want in het toenmalige Numibië spraken ze geen Latijn) geboren Aurelius Augustinus, bisschop van Hippo (in het huidige Algerije; die stad heet nu Annaba). 

Augustinus noemde zijn eigen jeugd losbandig, en hij zocht naar een verklaring voor het kwaad. Eerst vond hij die bij de sekte van Mani (216-276/77), de zogenaamde manicheeërs, in hun uit christelijke en zoroastrische elementen opgebouwde theorie die stelt dat er zowel een goede als een kwade god bestaat; het kwaad zou alleen door ascese overwonnen kunnen worden. Op zijn drieëndertigste wordt Augustinus christen. Hij wil het Christendom in een filosofisch (Platoons en neo-Platoons) denkkader plaatsen. Hier volgen, heel summier, de kerngedachten van de grote Augustinus-studie van E. Gilson.

 

God is het goede, en de bron van alles wat is; de ware werkelijkheid is geestelijk en de ware gids tot geluk en kennis is de Heilige Schrift. De ziel is eeuwig, maar zij wordt al dan niet gered in de tijd. Religie speelt zich af tussen onze ziel, die geschapen is naar Gods beeld, en God zelf: zelfkennis is daarom een weg naar kennis van God - het doel van ons bestaan.

 

God is de schepper, maar Hij grijpt ook in de wereld in. Hij verlicht ons verstand om de waarheid te kennen. God wordt ons geopenbaard in de Schrift, maar ook in de orde en de schoonheid van de natuur. Ons verlangen naar geluk wordt pas bevredigd door onze vereniging met God.

 

Het kwaad is niet (door God) geschapen: het is slechts een tekort aan het goede, net zoals wanorde een gebrek aan orde is. God bedoelde de mens als medewerker in vrijheid, en de mogelijkheid tot misbruik van die vrijheid is een onvermijdelijk gevolg daarvan. De erfzonde deed de ganse mensheid vallen en maakte haar onderhevig aan verleidingen. Toch hebben verleidingen de zonde niet veroorzaakt: zij zijn alleen een gevolg ervan. Bovendien gaf God de mens de middelen om tot verlossing te komen: hij moet namelijk God aanvaarden.

 

Het is de overtuiging van Augustinus dat men eerst moet geloven om te kunnen begrijpen. Tevens is de rede de mogelijkheidsvoorwaarde tot het geloof. Naar het beeld van God geschapen, kunnen wij redelijk denken, maar het is pas door oefening dat wij intelligentie verwerven. Eerst is er dus rede, dan intelligentie of begrip, tenslotte geloof. Zoals Plato aantoonde in zijn Meno, is de rede in staat om te herkennen wat men haar toont: de slaaf Meno 'herinnert zich' het bewijs van de stelling van Pythagoras; het bewijs is een waarheid die reeds in zijn ziel aanwezig is, en die hem duidelijk wordt door de gerichte (zelf)ondervraging. De erfzonde heeft de onmacht van de rede veroorzaakt. Augustinus zegt: "Begrijp mijn woorden teneinde te kunnen geloven, maar om te begrijpen, geloof in het woord van God". Anders uitgedrukt: "Crede ut intelligas" ("Geloof opdat je zou (kunnen) begrijpen"). Eerst is er het geloof dat als het ware een vermoeden heeft van de waarheid: het geloof zoekt, en dit zoeken is noodzakelijk voor het vinden (van de waarheid): "Fides quaerit, intellectus invenit". Zo is het begrip de beloning voor het geloof ("Intellectus merces est fidei"). Wat is dan geloven? Geloven in God ("croire en Dieu") is leven zoals God het wil. Dit is iets anders dan geloven dat God bestaat ("croire à Dieu"), want dat doet ook de duivel. Om in God te geloven, moet men eerst God beminnen. Alleen de gelukzaligen weten wat wij slechts kunnen geloven. Als ge niet gelooft, zult ge niet vinden; zoekt en gij zult vinden; het zoeken verschilt van het vinden zoals het geloven verschilt van het begrijpen; het geloof zoekt, het verstand vindt; het geloof is een weg naar het kennen of het begrijpen. Want als het zo is dat het geloof zoekt en het verstand vindt, dan is Diegene die gevonden wordt zodanig dat, eenmaal Hij gevonden is, men Hem nog zoekt. Onze kennis van de tijdelijke én van de eeuwige zaken steunt op geloof en hoop: we kennen het verleden door geloof, de toekomst door hoop, het heden door geloof in getuigen; het onzichtbare (zoals de Rechtvaardigheid en de Wijsheid,…) geloven en hopen we ooit te zien, en 'zien' we nu reeds door het licht van de intelligentie, waarbij de rede even zeker is als datgene wat we door de rede kennen. Wat we zien met het verstand is zekerder dan wat we zien met de zintuigen. Altijd wordt het begrijpen, het denken, gedragen door de liefde voor de waarheid of de wijsheid (filo-sofie). Daarom is ware filosofie ook christelijke filosofie. Wat we zintuiglijk kennen is onzeker; wat we kennen met het verstand is zekerder; maar wat we kennen met het geloof (de liefde) is het zekerste, en die kennis overtreft alle argumenten; we ervaren dit in de liefdesverklaring van wie zegt: "Geloof me, dat ik van je hou".

 

We kunnen ons vergissen inzake zintuiglijke kennis, maar we weten wel zeker dat we 'iets' waarnemen: zelfs als we ons vergissen, mogen we besluiten dat we bestaan: "Si enim fallor, sum". René Descartes zal dit 1200 jaar later herhalen. Onze twijfel leidt tot een zekerheid: wij denken, wij hebben een ziel. Wat is de ziel?

 

De mens bestaat uit een lichaam en een ziel, zo stelt Augustinus. De ziel is reeds volmaakt en onsterfelijk; zij moet het lichaam leiden. De mens is een redelijke ziel die zich van het lichaam bedient (zoals de werkman een werktuig bedient) en die het lichaam begeestert. Hoe de twee verbonden zijn, is een groot mysterie. De ziel bezielt het lichaam zoals zijzelf bezield wordt door de goddelijke ideeën, en alleen zo blijft het lichaam in leven. Dat de ziel waarneemt, betekent dat zij een bepaald gebruik maakt van het lichaam. We kunnen niet gewaarworden zonder tegelijk te kennen (of waar te nemen): "sentire non est corporis sed animae per corpus". Het hogere veroorzaakt het lagere en niet andersom. Het is de ziel die het lichaam doet leven en doet voelen (ze 'bezielt' het lichaam) teneinde het deelachtig te maken aan het hogere: de ziel wil het lichaam laten leven en doen verrijzen. De pijn illustreert dit: het pijngevoel is een verhoogde aandacht van de (beschermende) ziel voor het lichaam dat in gevaar verkeert.

 

De analyse van de waarnemingskennis toont het bestaan van de ziel aan, en zo ook toont de analyse van de ziel het bestaan van God aan. Wij maken onze gedachten immers niet zelf. Ze komen tot ons via woorden, maar ze vallen er niet mee samen. Het bewijs: soms kan een toehoorder een woord beter begrijpen dan diegene die het uitspreekt. Men begrijpt een woord pas als men de betekenis ervan reeds kent. Waar komt die kennis dan vandaan? Men moet ze in zichzelf ontdekken, zo zegt Augustinus. Onze woorden en onze leraren kunnen ons slechts uitnodigen tot het raadplegen van de waarheid in onszelf. Die waarheid is niet ons eigen bezit, want zij wordt door allen gedeeld, net zoals het licht, dat geen product is van onze ogen. Dat licht is God, of Christus. Waarheid vinden is daarom God ontmoeten (het licht zien). Zoals de zon de dingen belicht voor het oog, zo belicht God de waarheid voor onze ziel. God is dus het licht van ons verstand. Wij kunnen zien wat verlicht wordt (het denken), maar wij kunnen ook het licht zelf zien (de mystiek). Zintuiglijke kennis dient slechts om ons naar binnen te doen kijken, namelijk naar de ideeën die aan de oorsprong liggen van de zintuiglijk waargenomen dingen. Het ganse universum is doordrongen van de goddelijke waarheid, en verkeert in een perfecte orde, die (afhankelijk van onze graad van volmaaktheid) gekend kan worden.

 

Omdat we moeten zoeken om te kunnen vinden, is ons vinden een herkennen van wat we al kenden, en van wat we ons herinneren. De ziel zoekt nu haar eigen natuur, die gelukzaligheid is, en die ze (door de erfzonde) vergat, te herkennen. De ziel zoekt spontaan het geluk (God) omdat ze het zich herinnert. Zich God herinneren betekent: aandacht hebben voor zijn voortdurende aanwezigheid (Alomtegenwoordigheid). God doet de ziel leven zoals de ziel het lichaam doet leven. Veeleer dan God te bewijzen, moeten we Hem vinden. Die wijsheid is het einddoel van onze kennis. Ons leven is een voorbereiding op de mystieke contemplatie van God; wijsheid is een overgave aan die contemplatie. Waar wij begeren, doen wij kwaad; het grootste kwaad van de mens is dat hij zichzelf als einddoel van Gods schepping beschouwt.

 

Wijsheid (geweten) en wetenschap (verstand) openbaren dezelfde waarheid, maar elk op een ander niveau, want eenzelfde licht verlicht het hogere en het lagere. De mens ondergaat de goddelijke orde maar hij kiest vrijwillig voor of tegen de morele orde. Anders gezegd: de morele orde vraagt de vrijwillige medewerking van de mens. Zoals alle lichamen geordend worden door hun zwaarte, zo ook worden de zielen geordend door de liefde, die hen naar hun natuurlijke plaats brengt: de mens wordt door zijn liefde bewogen (ook wanneer hij kwaad doet). De vraag luidt dus wat hij moet beminnen, met andere woorden: wat is de deugd? De deugd is: willen wat we moeten willen, beminnen wat we moeten beminnen. De liefde bepaalt de wil, de wil bepaalt de daad. Wanneer is een daad goed of slecht? Augustinus zegt dat er geen goede of kwade passies of voorwerpen zijn, wel zijn er goede en kwade intenties. Het hoogste goed is de liefde van een persoon voor een andere persoon. Dit is de 'liefdadigheid': de liefde waardoor men bemint wat men moet beminnen, en die is gericht op God. In de liefde tot de dingen, bemint men slechts zichzelf; personen bemint men daarentegen om henzelf (dit is: 'intrinsiek'). De naastenliefde steunt op de menselijke gelijkwaardigheid, en zij maakt daarom één. Deze liefde kent geen maat: "perdre son âme, c'est le sauver". Wie het hoogste goed bezit, bezit alles. Dit is: de liefde tot God, of: het mateloze geven van zichzelf ("Deus charitas est"). "De prijs van het graan is uw geld; de prijs van een stuk land is uw zilver; de prijs van een parel is uw grond; maar de prijs van de naastenliefde zijt gijzelf". Dat betekent: iets is zoveel waard als gij ervoor moet betalen, en het meest waardevolle is dus datgene waarmee ge met uzelf betaalt. "Uw schepper eist alles van u" ("Totum exigit te, qui fecit te"). "Bemin en doe wat je wil" ("Dilige, et quod vis fac"). Alle moraal vloeit vanzelf voort uit alles wat uitdrukking geeft aan de liefde van God.3

 

(Wordt vervolgd)

(J.B., 13 mei 2025)

1Etienne Gilson, Introduction à l'étude de Saint-Augustin, J. Vrin, Paris 1949.

2Aurelius Augustinus, A treatise on faith and the creed (De Fide et Symbolo), Christian Classics Ethereal Library, at Calvin College, updated 27 May 1999.

3Deze paragrafen werden eerder gepubliceerd in: J. Bauwens, Het goede zoeken, Serskamp 2003 (ISBN: 90-77532-05-6).












12-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de illusie van kennis - Aflevering 3

 

 

Over de illusie van kennis

Aflevering 3

De opvatting dat wij in ons hoofd een soort van bibliotheek zouden hebben die wij naar believen kunnen raadplegen om er ons profijt mee te doen, is een beetje Cartesiaans. René Descartes zag lichaam en geest als twee gescheiden zaken en de filosoof Daniel Dennett stak daar een beetje de draak mee en sprak in dat verband over het 'Cartesiaans theater' in onze hersenen, waar alle info die de zintuigen binnenbrengen wordt uitgestald en bekeken door een 'observator'. Die scheiding tussen geest en materie is er in werkelijkheid echter niet en de fenomenologie heeft zich beziggehouden met de beschrijving van de verstrengeling tussen die twee.

Men zou de verstrengeling van lichaam en geest ergens kunnen vergelijken met die van het woord en zijn betekenis maar ook die vergelijking is veel te simplistisch omdat daar abstractie wordt gemaakt van het subject zonder hetwelke die betekenis er niet kan zijn; het woord geeft zijn betekenis immers pas vrij van zodra het gehoord of gelezen wordt en de toehoorder of de lezer (en uiteraard ook de spreker of de schrijver) is dan een derde component naast het materiële woord (het beeld of de klank) en zijn betekenis. Het is die immateriële component die ook ontbreekt in de informatietheorie van de bekende Gentse filosoof Etienne Vermeersch1 welke een tendentieuze filosofie is met meer bepaald een fysicalistische werkelijkheidsopvatting: alles, incluis het bewustzijn, is volgens deze materialist reduceerbaar tot materie en energie. In Trans-atheïsme2 geven wij een analyse van dat mensbeeld alsook een kritiek.

De fenomenologie begrijpt dat het bewustzijn zelf onvatbaar is (door het bewustzijn) omdat het intentioneel is, altijd gericht op iets buiten zichzelf en zij wil dan ook die intentionaliteit zelf onderzoeken maar ook die weg lijkt te verzanden, ook dit denken stoot uiteindelijk op zijn onmacht om de werkelijkheid ten gronde te kennen. Om aan het solipsisme te ontkomen moet de sprong gemaakt worden van het behoudsgezinde denken naar een werkelijkheidsbenadering die de intersubjectiviteit centraal stelt, wat de erkenning van de ander vereist. In feite ligt hier dan een springplank naar de literatuur, de kunsten en de bewegingen van de geest waarvan gehoopt wordt dat zij het klassieke denken kunnen overstijgen en ons aldus op de een of andere wijze uit het slop kunnen halen.

(J.B., 11 mei 2025)

1Cf.: VERMEERSCH, Etienne, Epistemologische Inleiding tot een Wetenschap van de Mens, De Tempel, Brugge 1967. (Uitgave van de R.U.G., L&W, nr. 144).

2Jan Bauwens, Trans-atheïsme; de metafysica van het Lam. Een christelijk geïnspireerde verrijzenis uit het hedendaags materialisme, Serskamp 2003, ISBN 90-9017181-9. Voor een PDF van de tekst, cf.: https://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/168587.pdf


11-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de illusie van kennis - Aflevering 2

 

 

Over de illusie van kennis

Aflevering 2

Kennis is meer dan een hoeveelheid informatie die, omdat zij neergeschreven is in taal, al dan niet gedigitaliseerd verpakt kan worden of ook nog gememoriseerd, doorgegeven of achtergehouden omdat informatie pas betekenis krijgt bij de ontvanger daarvan die ze al dan niet begrijpt en die er al dan niet iets kan mee doen. Maar het begrip van die informatie of de kwestie of zij kennis bijbrengt, hangt mede af van het reservoir aan ervaringen van de ontvanger.

Iemand kan geschiedenis studeren, zich specialiseren in oorlogsgeschiedenis en historicus worden zonder dat hij ooit aan de lijve heeft moeten ondervinden wat oorlog is, honger, het verlies van geliefden, verminking en noem maar op. De persoon in kwestie kan dan uitpakken met een indrukwekkende geleerdheid maar in feite kent hij de inhoud of de betekenis van cruciale begrippen die hij gebruikt enkel via beschrijvingen of dus uit de tweede hand. De wereld waarover hij veel informatie heeft vergaard en waarover hij ook in staat is te spreken, is niet de wereld als zodanig doch een afbeelding daarvan in de taal, en die afbeelding werd aanvankelijk vervaardigd door mensen die de gebeurtenissen waarover zij kunnen vertellen wél aan de lijve ervaren hebben, die wél wisten waarover zij spraken.

De benaming 'praatbarakken' duidt nu precies diegenen aan die het hebben over afbeeldingen van de wereld die anderen geconstrueerd hebben en waarover zij weliswaar een en ander kunnen vertellen maar dan zonder uitputtend de betekenis te vatten van de begrippen die zij hanteren. Zij zijn tot op zekere hoogte vergelijkbaar met wie liederen kunnen zingen in een vreemde taal die ze zelf niet verstaan, met andere woorden met papegaaien. Deze vogels apen menselijke geluiden na maar mensen doen dat ook omdat zij kuddedieren zijn.

Praatbarakken zijn producten van kuddegedrag. Als zij samenzitten bieden zij tegen mekaar op, zo luid mogelijk, om hun 'kennis' aan het publiek te etaleren maar hoe omvangrijker die etalage, hoe geringer de inhoud van wat zij allemaal uitkramen. Zij doen denken aan de hedendaagse magazijnen waar men schijnbaar alles kan kopen voor weinig geld maar eenmaal thuisgekomen met de buit beseft men dat men aan de jacht alleen een hoop meestal waardeloze plastic prutsen overhoudt. Geleende kennis beklijft niet, zij is oppervlakkig en haar bezitter is nauwelijks meer dan de bezitter van de boeken waarin die 'kennis' gedrukt staat.

Men kan niet van alles ervaringsdeskundige zijn en de ervaringen van elk van ons zijn zeer beperkt maar precies om die reden zal het onevenwicht tussen enerzijds het altijd beperkt blijven van onze ervaringen en anderzijds het toenemen van geleerdheid onvermijdelijk resulteren in het almaar oppervlakkiger worden van die geleerdheid. De geleerdheid neemt toe ten koste van de diepgang en ten koste ook van de betekenis omdat de afstand tussen wat men zegt en wat men kent, steeds groter wordt.

Gelijkaardig is het probleem waarbij de afstand toeneemt tussen enerzijds datgene wat men doet en anderzijds de gevolgen daarvan, met andere woorden: het besef van wat men doet. Een voorbeeld daarvan is het besturen van dodelijk wapentuig van achter het pc-scherm of het afvuren van raketten vanop afstand middels een toetsenbord. De wreedheid van de menselijke handelingen neemt toe in de mate waarin de afstand tussen die handelingen en wat eruit volgt, groter wordt want die afstand zorgt ervoor dat de betekenis van wat men meent te weten of te doen, niet meer ten volle tot ons doordringt.

Dat is ook het geval met gedeelde verantwoordelijkheid en schuld, wat geïllustreerd wordt door de praktijk van het executiepeloton van een aantal scherpschutters onder wie één die met een losse flodder schiet zonder dat men van elkaar weet wie dat dan wel mag zijn. Gelijkaardig zijn de problemen die opduiken bij het delegeren van macht en bij het opvolgen van bevelen. Het euvel is evenwel reeds van de partij waar men zijn auto bestuurt of ongeacht welk ander werktuig dat men hanteert zonder te weten hoe het in feite werkt.

En analoog is het probleem dat opduikt bij het gebruik dat wij maken van taal, woorden, theorieën, ideologieën: kennis wordt oppervlakkig en abstract en soms in die mate dat praatbarakken massa's mensen betoveren met leugens of met onzin zonder dat ook maar iemand nog in staat is om dit als zodanig te zien.

Komt daarbij een portie hypocrisie waarbij men doet alsof men ingewikkelde uiteenzettingen verstaat, en men krijgt bijzonder tragie-komische toestanden, zoals in het experiment van de Amerikaanse natuurkundige Alan Sokal die erin slaagde om (in 1996) een pseudowetenschappelijk artikel vol onzin te laten publiceren in een gerenommeerd blad.1 Vijftien jaar later herhaalde Maarten Boudry de 'frats' met een pseudo-theologisch artikel dat de universiteiten van Amsterdam en die van Nottingham prompt publiceerden met inbegrip van de onbestaande namen van de auteur en van het instituut waar hij zogezegd werkzaam was. Beide zotskappen hebben verschillende bekende voorgangers onder wie Han van Meegeren, de imitator van Vermeer die kunstkenners voor schut zette maar dat met zijn leven moest bekopen en Tijl Uilenspiegel die erin slaagde om een eerbaar publiek te laten applaudisseren voor een leeg doek. Hans Christian Andersen schreef er een sprookje over: De nieuwe kleren van de keizer.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 10 mei 2025)


10-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de illusie van kennis

 

 

Over de illusie van kennis

Naast het feit dat wij gedesinformeerd worden, zoals bij uitstek beschreven in Manufacturing Consent van Chomsky en Hermann1, is er aan kennis als illusie nog een heel ander aspect dat niet te maken heeft met desinformatie of met het probleem van de waarheidswaarde van de verslaggeving over wat gebeurt maar wel met de onzichtbare en daarom bijzonder gevaarlijke en diepe kloof tussen de verslaggeving als zodanig en haar betekenis.

Informatie is namelijk een beetje verworden tot een geheel van pakketten van kennis welke in een bibliotheek kunnen geplaatst worden of op een harde schrijf, zonder dat men zich terdege realiseert dat die kennis nooit op zichzelf kan staan, dat ze ten eerste een ontvanger nodig heeft, dat er ten tweede zoveel ontvangers zijn als er mensen zijn en dat bijgevolg kennis, omdat zij haar betekenis mede ontleent aan wie ze ontvangen, niet eenduidig kan zijn en ook niet onveranderlijk, tenzij daar waar zij de zuivere wiskunde betreft alsook elk ander spel met eigen axiomata dat aldus abstractie maakt van de veronderstelde doch niet uitputtend te vatten wetten welke de werkelijkheid zouden constitueren.

De genoemde verwording van kennis heeft een bijzondere symptomatologie en tot het meest opvallende en veelzeggende kentekenen ervan behoren de explosie van de onderling rivaliserende praatbarakken, de alomvattendheid en up-to-date-heid pretenderende encyclopedieën en een onderwijssysteem dat neigt naar de volstrekte absurditeit omdat daarin de actoren geheel kritiekloos het onderricht geloven te kunnen delegeren aan hun werktuigen.

In dat laatste geval maken wij de geboorte mee van een heuse golem die zelf allerminst neutraal is daar hij strikte gehoorzaamheid biedt aan ultieme wetten die vandaag de wetten van de vrije markt zijn, waardoor hij als consumptiemiddel zijn eigen doel wordt, wat echter het einde van de mens inluidt omdat het in de huidige economie ten langen test het consumptiemiddel is dat de consument consumeert.

Het gebruik van hightech in scholen werd gemeengoed ingevolge een fascinatie voor technologie die een gevolg is van de jammerlijke menselijke zelfverheerlijking maar die de ondergang van het intellect meebrengt zoals de fascinatie voor de auto onze benen verslapt en, in het algemeen, zoals het gebruik van machines, bedoeld voor ons gemak, ons spierstelsel doet atrofiëren en ons ziek maakt.

Werktuigen op zich zijn pedalen en allerminst slecht maar wie de pedalen verliezen, zullen het geweten hebben. De noodzakelijke beheersing van zijn werktuigen is een onderdeel van de zelfbeheersing, die echter verstoord wordt van zodra de hoger genoemde ijdelheid van de zelfverheerlijking het voortouw neemt. Waar de middelen van de werkman met hem aan de haal gaan, wordt de kar voor het paard gespannen; de aandacht is dan niet langer gericht op het doel maar, hengelend naar succes, wordt er daarentegen met zelfvoldaanheid achterom gekeken naar wat men allemaal al bereikt heeft, zodat het lot dat ons dan ten deel valt, dat van de vrouw van Lot is die, omdat zij omkeek, in een zoutpilaar veranderde.2 Of dat van Orpheus die het verbod om achterom te kijken overtrad en aldus zijn geliefde Eurydice voorgoed verloor.3

(Wordt vervolgd)

(J.B., 10 mei 2025)

1Noam Chomsky en Edward S. Herman, Manufacturing Consent. De politieke economie van de massamedia, vertaling naar het Nederlands door Jan Reyniers, Epo, Berchem 2025. Oorspronkelijk: Manufacturing Consent. The Political Economy of the Mass Media, Pantheon Books, New York 1988.

2Genesis 19:26.

3Er bestaan twee versies van de Orpheusmythe: die van Vergilius (https://www.latijnengrieks.com/vertaling/vergilius/georgica_iv ) en die van Ovidius (https://www.koxkollum.nl/ovidius/metamorphoses/ovidiusmetamvert10.htm ). De beste navertelling van het verhaal vindt men in: Kris Vansteenbrugge, Uit het schuim van de zee. De Griekse mythologie in 136 boeiende verhalen, Zookie 2011, ofwel hier: https://www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=3168481 .

Als de link niet werkt, gebruik de link in hetzelfde artikel op Seniorennet hier:

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2653635

 


09-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werkplekken Leo 14

 

 

Dit zijn de plaatsen waar

paus Leo XIV (Robert F. Prevost)

werkzaam was:

Chiclayo, Trujillo, Callao

(Bron beelden: Google Earth Pro):





Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pausverkiezing en de kippen zonder kop

 

 

De pausverkiezing en de kippen zonder kop

Gustave Le Bon is een naam die men zich wel herinnert uit de coronatijd, toen klinisch psycholoog professor Mattias Desmet van Universiteit Gent ervan beschuldigd werd verouderde psychologie aan te wenden om zijn kritische standpunten inzake de aanpak van de coronacrisis kracht bij te zetten.1 De kritiek van Desmet was politiek incorrect en uiteraard zijn standpunten die massagedrag kritisch bekijken dat sowieso aangezien ook democratische politieke macht aan massagedrag wordt ontleend. Bedriegers wensen het weliswaar anders maar de inzichten van Le Bon mogen dan al honderddertig jaar oud zijn, de waarheden inzake het gedrag van massa's die hij ontdekt en beschreven heeft, kunnen evenmin uit de tijd zijn als de stelling van Pythagoras die tweeduizend vijfhonderd jaar oud is, omdat de waarheid nu eenmaal immer blijft wat ze is.

Le Bon schreef zijn inzichten in 1895 neer in La Psychologie des Foules en zesentwintig jaar later borduurde Sigmund Freud daar op voort in zijn Massenpsychologie und Ich-Analyse, waarin hij verwijst naar nog andere auteurs.2 Le Bon zijn inzichten omtrent massagedrag laten zich mooi samenvatten: eenmaal in de massa (en daarvan is al sprake bij een klein groepje) laat het individu zich niet langer leiden door verstand maar door primitieve, soms barbaarse emoties (opgeroepen door bijvoorbeeld vijandsbeelden) waarbij nota bene de minst intelligente leden de groep gaan leiden en waarbij anonimiteit en massapsychose ('besmettelijke emoties') onverantwoord gedrag meebrengen door tunnelvisie, impulsiviteit en criminaliteit.

Menig volksmenner maakte van die inzichten gebruik maar ze worden ook geheel onbewust toegepast. Het gedrag van voetbalsupporters valt hiermee te verklaren maar ook dat van menigten op meetings met politieke of religieuze idolen, popsterren en dies meer. En hierop vormen de samenkomsten van gelovigen op het Romeinse Sint-Pietersplein in Vaticaanstad ter gelegenheid van een pausverkiezing geen uitzondering.

Het feit dat kardinalen zichzelf indekken tegen kritiek door (alweer) een paus te verkiezen met medeplichtigheid aan de nog aanslepende schandalen, wordt compleet verdoezeld door de golf van waanzin die eensklaps wereldwijd meer dan een miljard zielen treft. Gelovigen maar ook ongelovigen worden hierin meegesleurd en de vele bekeerlingen die de kerk met de massamanifestatie buit zal maken, worden niet gedreven door inzicht maar louter door het effect van de massapsychose, waarmee gezegd is dat zij voor hetzelfde geld lid werden van de neonazi's (de huidige sympathisanten van de NSDAP van Adolf Hitler) of van de MAGA-beweging van Donald Trump.

Aangezien de genoemde bewegingen actueel zijn en zij er allemaal naar streven om iedereen voor zich te winnen, wordt meteen duidelijk hoe het tot onenigheid en tot oorlog komt. Het supporterschap van een club verenigt haar leden maar die unificatie botst op haar grenzen waar het supporterschap van elke club dat doet en zo komt het dat de verenigende krachten tegelijk de verdelende of de polariserende zijn.

Zolang dat redelijke inzicht er niet in slaagt om zich te manifesteren omdat de per definitie onverstandige kuddegeest verlangt dat de eigen groep de enig ware is, is men gedoemd om aan de wetten van het kuddegedrag onderhevig te blijven, zoals men ook blijft aanmodderen bij het moordende recht van de sterkste in de kapitalistische economie.

Jammer voor de vele supporters van dit of dat geloof maar ook voor hun tegenstanders: het tijdperk van het verstandelijk inzicht laat nog op zich wachten, we zitten nog volop in de donkere eeuwen van de kippen zonder kop.

(J.B., 9 mei 2025)

1cf. J. Bauwens, Panopticum Corona, Artikels Pasen 2018 - Pasen 2021, Serskamp 2021, pp. 935v en 984v (https://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170161.pdf ), alsook: Van libricide naar genocide. Over de uitbraak van W.O.III. Artikels van 6 maart 2022 tot 9 maart 2023, Serskamp 2023, pp. 196v en 506-579. (https://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/173542.pdf ) en J. Bauwens, Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld. Artikels d.d. 11 april 2021 tot 7 maart 2022 en andere teksten , Serskamp 2022, pp. 339v en pp. 460v. (https://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/173914.pdf )

2 Freud verwijst naar Scipio Sighele (o.m.: La folla delinquente: studio di psicologia collettiva, 1891), William McDougall (The Group Mind, 1920 [Voor de integrale tekst, zie: https://www.gutenberg.org/files/40826/40826-h/40826-h.htm ], Wilfred Trotter (Instincts of the Herd in Peace and War, 1916) en Gabriel Tarde (L'opinion et la foule, 1901).


06-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.https://queenelisabethcompetition.be/en/competitions-details-watch-listen/events/piano-2025/

https://queenelisabethcompetition.be/en/competitions-details-watch-listen/events/piano-2025/


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/nieuws/volg-pianowedstrijd-vanaf-eerste-ronde-live/

 

https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/nieuws/volg-pianowedstrijd-vanaf-eerste-ronde-live/


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.competitie
Klik op de afbeelding om de link te volgen

competitie




05-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Macht en geweld

 

 

Macht en geweld

In haar essay uit 1969, getiteld: Over geweld1, merkt Hannah Arendt op dat ingevolge de ontwikkeling van nieuwe wapens het niet langer zo is dat macht in termen van rijkdom gemeten kan worden. “De hoeveelheid geweld die een bepaald land ter beschikking staat [zou binnenkort weleens niet langer] een betrouwbare garantie [zijn] tegen vernietiging door een aanmerkelijk kleinere en zwakkere mogendheid.”2 Waar dit inzicht ontbreekt, brengt men uiteraard de hele natie in gevaar en dit is kennelijk het geval inzake de regering van menig land dat zich vandaag bij de 'grootmachten' rekent. Als Trump in 2025 uitbazuint dat de V.S. met voorsprong de militair sterkste natie ter wereld is, geeft hij zich geen rekening van de opmerking die de joodse filosofe driekwart eeuw geleden met betrekking daartoe gemaakt heeft, wat, het intellectueel peil van die regering in acht genomen, overigens niet verwonderlijk is.

In 1945 werden de eerste twee (Amerikaanse) kernbommen gedropt, een op Hiroshima op 6 augustus van dat jaar en drie dagen later een op Nagasaki, welke samen een kwart miljoen doden maakten (waarvan 100.000 onmiddellijk en de rest in de daaropvolgende jaren door stralingsziekte). In 1949 doet Rusland zijn eerste kernproef, in 1952 volgt Engeland. In 1950 waren er op de wereld al 304 kernwapens. In 1956 (1960?) ontwikkelde Frankrijk een kernbom, Israël volgde in de jaren '60. In 1964 werd China een kernmacht. Toen Arendt On violence schreef (1969), waren er wereldwijd al meer dan 38.000 kernkoppen. India werd een kernmacht in 1974, Pakistan in de jaren '80, Noord-Korea in 2006. Het aantal kernwapens bereikte een piek in 1985 toen er 63.632 waren, waarna het arsenaal werd afgebouwd tot 12.121 in 2024.3 De Russen hebben momenteel 5500 kernkoppen, Amerika heeft er 5400, gestationeerd in de VS, Turkije, Italië, België, Duitsland en Nederland. En in tussentijd werden wereldwijd meer dan 2000 kernproeven gedaan. Ook wordt er in alle talen gezwegen over de zwarte markt der nucleaire wapens, al komen er nu en dan wel zaken aan het licht, zoals het gebruik van het radioactieve isotoop polonium-210 om mensen om te brengen.4 Er is niet zo heel veel fantasie vereist om zich in te kunnen denken wat op dat vlak allemaal mogelijk is.

Naast nucleaire werden intussen ook bijzonder gevaarlijke chemische en biologische wapens geproduceerd en met betrekking tot het SARS-CoV-2-virus dat sinds eind 2019 de hele wereld in de ban heeft, insinueerde de toen negenentachtigjarige viroloog, ontdekker van het HIV, Nobelprijswinnaar Geneeskunde en professor aan het Pasteur instituut, Luc Montagnier, kort voor zijn dood de piste van het biologische wapen met de theorie die zogezegd nog verder onderzocht wordt, dat het virus in een labo zou gefabriceerd zijn.5

Behalve de wapens waarvoor de productie een gesofisticeerde infrastructuur vergt, zijn er uiteraard ook heel wat 'eenvoudiger' maar niet minder afschrikwekkende en dodelijke middelen te bedenken waarvoor zelfs geen naties vereist worden. Zo bijvoorbeeld vermag terreur in de vorm van gijzeling de meest vernietigende wapens samen met hun bedienaren in handen te krijgen, zoals ook gebeurt bij vliegtuigkapingen. Nog een stap verder is het theoretisch mogelijk om in vijandige naties een stroman aan de macht te brengen die het land van binnenuit onderuit haalt.

Opbouwen gebeurt met zweet en tranen maar voor vernieling hoeft men niet eens te kunnen lezen. Potentaten zijn door de band mensen met maar weinig talenten, die zich met alleen maar wind naar het voorplan kunnen werken en die daar dan hun status ontlenen aan de macht die zij hebben om het leven van anderen te bemoeilijken. Zij hebben geen gebrek aan soortgenoten voor wie zij niet rap genoeg kunnen verdwijnen omdat die allemaal op dezelfde geheel nutteloze maar vet betaalde postjes azen.

(J.B., 5 mei 2025)

1Hannah Arendt, Over geweld, Atlas Contact, 2009 (2004). (Oorspronkelijk: On violence, 1969 Harcourt.)

2O.c., p. 36.

3Number of nuclear warheads worldwide from 1945 to 2024; cf.:

https://www.statista.com/statistics/752508/number-of-nuclear-warheads-worldwide-overtime/

4De Russische dissident Aleksandr Litvinenko werd daarmee vergiftigd in 2006, hij overleed in

5Voor een uiteenzetting, zie: J. Bauwens, Panopticum Corona: https://blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/170161.pdf


04-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herdenking: 12 jaar na de milieuramp van 4 mei 2013

sv jpdc

https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208129523.pdf


https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208129523.pdf

https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208129523.pdf


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Struisvogelpolitiek in Wetteren (d.d. mei 2013)

Struisvogelpolitiek in Wetteren (d.d. mei 2013):

https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/226545.pdf







Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sv bespr pdf

sv bespr pdf

 

Bijlagen:
schuldig verzuim bespreking volledig 32 pp.pdf (222.9 KB)   


03-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blasfemie

 

 

Blasfemie

Met paardenmiddelen heeft het Europese continent alsnog kunnen verhinderen dat extreemrechts de les ging spellen aan het ontwikkelde deel van onze bevolking maar nu moeten we ons steeds vaker ergeren aan het belerende vingertje van de Amerikaanse bijna-fascisten in de richting van Europa, het continent waar deze volgelingen van Columbus vandaan komen die tegelijk de eigenaars waren van de plantages en van de slaven die daar drie eeuwen lang met cargoschepen vanuit het leeg te roven Afrika werden naartoe gebracht en die daar ook gecrepeerd zijn - acht tot veertien miljoen mensen.

Amerikaanse rechtsextremisten, tegenstanders van de abolitionisten, kapitalisten en onderdanen ook van de Romeinse opperbevelhebber, zijne heiligheid de paus: Europa beschermen doen ze niet langer, zo maken ze zich sterk, alsof ze, vanuit hun alsnog veilige plek, ooit iets anders deden dan het continent waar de avonturiers vandaan komen, voor hun kar spannen in een ongeremde veroveringsdrift of beter: in de onverdroten kolonisering van de beschaafde wereld en de onderwerping ervan aan het onbeschofte recht van de sterkste waarvoor de kapitalistische economie garant staat. Dat alles onder het mom van democratisering, een toneel waarvan de Vietnamoorlog het toonbeeld is, overtuigend beschreven door de alsnog overgebleven dissidenten Noam Chomsky en Edward Herman in hun beroemde publicatie van 1988 over de leugenfabriek van de oorlogszuchtige kapitalisten, Manufacturing Consent of: de fabricatie van de jaknikkers.1

Nee denken en ja knikken, dat is wat het huzarenstukje van het autoritarisme vermag te bekomen van het volk, het komt recht uit 1984 van George Orwell waar Big Brother baas is, die zijn onderdanen verplicht te liegen, nu in de gedaante van het gouden kalf, het gedrocht dat geen andere principes duldt dan dat van de grenzeloze winst, uiteraard ten koste van het leven. Rijk en dom is aan de macht en dat is de arrogantie of de superbia, de hoogmoed, de eerste hoofdzonde die zorgt voor de aanmaak van de voltallige bevolking van de hel.

Zoals altijd en overal zitten zij ook daar op de eerste rij, zij hebben er immers voor betaald, en van daaruit schuiven zij ongeduldig aan, de bezetters van de eerste rij, en alle andere rijen volgen, ja, zij drummen elkander weg zoals hongerlijders dat doen aan de plek van de soepbedeling, de eerste rij en alle volgende rijen volgen, richting het centrum van het theater, trapje-op, tot voor de voeten van hun meester, of liever: de poten, want Lucifer is een gedrocht, en in een ongelooflijk tempo plukt hij de ene na de andere van de planken en propt hen tussen de tanden in zijn muil, bloed spat in het rond en zij die opkomen, zien kennelijk niet wat er met hen gebeuren zal, zo blind heeft de hebzucht hen gemaakt, zozeer hongeren zij naar wat hun straf zal zijn, zij die de halve wereld aan de honger overleverden, toen er nog ruimschoots genoeg was voor iedereen. Verslonden worden de verslinders door de diabool.

De democratie heeft het volk tot koning uitgeroepen; de koning verhief zichzelf tot nar. Toen Christus ter dood werd veroordeeld, vroeg een verbouwereerde Pilatus naar het oordeel van zijn vrouw, die zegde geen schuld te vinden in de man en die hem aanraadde voorzichtig te zijn want zij had een kwade droom gehad over het hele gebeuren en vervolgens richtte hij zich tot het volk dat, onder druk van de jaloerse Schriftgeleerden, de onschuldige prompt liet kruisigen en met dat doel offerde het een moordenaar op.

De macht die Pilatus aan het volk gaf, was niet om het even welke macht, het was de macht om hun koning, de koning der joden, om te brengen, zo hoefde Pilatus dat zelf niet te doen, het is immers laf om een onschuldige te laten boeten. Door aan zichzelf voor die tijd de macht die hem toekwam te ontnemen, degradeerde Pilatus zichzelf tot nar en hij voltrok die machtsafstand middels het tafereel waarbij hij zijn handen in onschuld waste. Het koninklijke gezag dat de nar uithangt om aan de macht te kunnen blijven waar onschuldigen veroordeeld worden, wordt heden verbeeld in het spottende optreden van de Amerikaanse president in de gedaante van de te verkiezen paus.

In de kwestie die beslist binnen de kortste keren naar de voorgrond zal treden, namelijk of hier al dan niet sprake is van blasfemie of godslastering, zal onvermijdelijk en in alle ernst een andere kwestie aan het licht komen, met name de vraag of de paus voor de ogen van de hele wereld wel degelijk aanspraak mag maken op het goddelijke gezag.

Het hele toneel waarover wereldse potentaten altijd meewarig hebben gedaan, wordt door de spot van een niet onschuldige nu plotseling ernst, zodat de vraag zich klaar en duidelijk zal stellen en ook zal wachten totdat zij beantwoord werd. In die wachttijd zullen zich even onvermijdelijk krachten openbaren die zich tot op heden wisten te verschuilen in de aan de omerta verwante mist van wat onuitgesproken moet blijven terwijl dat nu niet langer mogelijk zal zijn, nu kleur bekend moet worden omdat met het lot van de wereld Russische roulette wordt gespeeld.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 3 mei 2025)

1Noam Chomsky en Edward S. Herman, Manufacturing Consent. De politieke economie van de massamedia, vertaling naar het Nederlands door Jan Reyniers, Epo, Berchem 2025. Oorspronkelijk: Manufacturing Consent. The Political Economy of the Mass Media, Pantheon Books, New York 1988.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gevaarlijke kerk - Aflevering 6

 

 

De gevaarlijke kerk

Aflevering 6

Waar emancipatie van de partij is, dreigen zekere categorieën van burgers hun voorrechten te verliezen en omdat iedereen het moeilijk heeft om te wennen aan welvaartsachteruitgang, kan men er donder op zeggen dat daar verzet van komt. Een mooi voorbeeld geeft de geschiedenis van de afschaffing van de slavernij in Noord-Amerika: de verdeeldheid ontstaan tussen voor- en tegenstanders leidde tot de Amerikaanse Burgeroorlog die tussen 1861 en 1865 meer dan zeshonderdduizend doden heeft gemaakt en evenveel gewonden. De geschiedenis is als volgt.

Eeuwen lang werden in grote zeilschepen gelijk ingeblikte sardientjes negerslaven uit Afrika ingevoerd in Noord-Amerika om daar de plantages van suikerriet, katoen, tabak en thee te bevolken.1 Zo werden in de negentiende eeuw 3.330.000 slaven uit West-Afrika (Loanga, Angola, Mozambique) geëxporteerd. Eind negentiende eeuw kwam er steeds meer protest, vooral vanwege de Quakers, een christelijke sekte wars van de kerk, die ontsnapte slaven hielpen. Een bekende biografie is Harriet Beecher Stowe's Uncle Tom's Cabin (De negerhut van oom Tom).

Amerika splitste in een noordelijk stuk dat slavernij verbood en een zuidelijk stuk waar de kapitalisten-grootgrondbezitters de slavernij uit alle macht in stand hielden. De blanke abolitionist John Brown ontketende een mislukte slavenopstand en werd in 1859 als terrorist opgehangen.2 Met zijn laatste woorden voorspelde hij de bloedige burgeroorlog die een goed jaar later een feit was. In Katholiek Nieuwsblad van 24 augustus 2024 schrijft Eric Van Teylingen: “De rol van de mondiale katholieke Kerk bij de slavernij is in geen enkel opzicht mooi; katholieken waren immers volop betrokken bij de handel in mensen. Denk daarbij aan katholieke landen als Portugal, Spanje en Frankrijk. En het is pas in 1888 dat de sociale paus Leo XIII zich – volgens velen als eerste paus – volmondig uitsprak tegen de slavernij in zijn encycliek In Plurimis, op 5 mei van dat jaar verschenen.”3 Op dat ogenblik waren in de Trans-Atlantische slavenhandel al drie eeuwen aan een stuk Afrikaanse negerslaven met vrachtschepen naar de Amerikaanse plantages verscheept - in totaal tussen de acht en de veertien miljoen mensen.

De rol van de kerk in het tot stand komen van een oorlog en derhalve ook met betrekking tot het Europees conflict is complex. Om te beginnen - een cruciaal punt voor elke machtsinstelling - wil de kerk zich ervan verzekeren een stem te zijn en ook te blijven, die iedereen over de hele wereld altijd horen zal en om dat te bereiken heeft zij immer alle registers opengetrokken. In wat volgt bekijken wij er twee van.

Vooreerst heeft de kerk altijd beleden en blijft zij ook belijden de stem van God zelf te vertolken en die boodschap is sinds twee millennia de wereld rondgegaan zodat men wel twee keer zal nadenken vooraleer men de oren daarvoor sluit: niet zozeer omdat men de mogelijkheid incalculeert dat de stem van de kerk inderdaad Gods stem zou kunnen zijn, maar omdat men rekening dient te houden met het feit dat alle acht miljard mensen daarover geïnformeerd zijn dat sinds tweeduizend jaar de stem van de kerk zichzelf als de stem van God profileert en dat twee miljard onder hen ook belijden dit te geloven. Er is een enorme capaciteit aan macht en aan geweld nodig om ervoor te zorgen dat iedereen op aarde zwijgt en kijkt in de richting van de bewuste spreker van zodra die zijn mond opendoet.

Geconfronteerd met het lijden en de dood in dit tranendal, vertelt men sinds oudsher het verhaal dat het ooit anders was én dat het geluk terug kan keren maar dan wel op voorwaarde dat men gehoor geeft aan de verteller. Hij zegt over zichzelf profeet te zijn, vertolker van het woord van de Schepper van hemel en aarde en wat heeft een bewoner van het tranendal nog te verliezen als hij door de 'erfzonde' reeds alles kwijtgespeeld is? Derhalve luistert hij, geeft hij het verhaal een kans en doet hij wat hem wordt opgedragen: hij gelooft het verhaal, het woord Gods, de Bijbel.

En uiteraard geeft hij krediet aan degenen die met het Boek der boeken op de proppen zijn gekomen: Mozes, om te beginnen, die als het ware vanuit de hemel van een berg nederdaalde, geladen met stenen tafels waarop in het handschrift van God zelf gebeiteld stond wat ons te doen staat. En dan volgen doorheen de eeuwen een hele reeks profeten met goddelijke geschriften, bevelen, verboden, zelfs voorschriften voor hygiëne, voeding en kledij plus het bevel aan elke man om zijn oudste zoon met een mes te doden en hem op een brandstapel te offeren aan de naar zijn eigen zeggen jaloerse God, als teken van trouw.

De profeten voorspellen dat God zijn eigen zoon naar het tranendal zal zenden om hier onze schuld op zich te nemen en uit te boeten, zodat het paradijs van weleer kan teruggewonnen worden. En warempel, op de plek waar de voorspelling gedaan werd, trekt op een keer een man rond die wonderen verricht, die de Schriftgeleerden onderricht en ook het volk en die geen stap opzij zet voor wie in hem niet God maar een godslasteraar zien. Hij wordt opgepakt, veroordeeld, gemarteld en gedood maar, zoals ook werd voorspeld door de profeten, verrijst hij uit zijn graf, verschijnt hij aan zijn volgelingen en wordt dan ten hemel opgenomen waar hij ook vandaan kwam.

Voor die tijd echter, heeft hij een opvolger aangeduid, zijn steenrots Petrus waarop hij zijn vertrouwen heeft gesteld, de eerste paus van zijn kerk, die zijn volgeling Paulus 'zijn verheerlijkt lichaam' noemt, dat geleid wordt door een heilige geest. Die dicteert dan verder aan de paus en aan zijn clerus wat wij allemaal moeten doen en laten om het verloren paradijs alsnog te verwerven.

Aldus werd een stem geconstrueerd die iedereen over de hele wereld altijd horen zal: het is de stem, naar haar eigen zeggen, die alles beval om te ontstaan, die het scheppende werk heeft verricht en die het ook herstellen zal als er gehoor wordt aan gegeven.

Een mooi voorbeeld van het zich op God beroepende woord is het zogenaamde 'requerimento' uit 1513. Na de ontdekking van Amerika door Christoffel Columbus zag het Westen brood in de 'Nieuwe Wereld' en stuurde paus Adrinanus VI een brief naar de inboorlingen (het beruchte 'requerimento') waarin hij duidelijk maakte dat hij het goddelijke gezag was op aarde en dat zij hem bijgevolg gehoorzaamheid verschuldigd waren en zich moesten laten dopen en onderdaan worden van de Spaanse vorst (onder wiens bevel Columbus opereerde), op straffe van verslaving en dood.

Uiteraard weten wij intussen dat het de bedoeling was om de hele bevolking van roodhuiden te laten werken op de plantages van de Europese kapitalisten. Toen de inheemsen verzet boden, dreigden zij allemaal te worden uitgemoord maar het merendeel kwam om ingevolge besmettingen met westerse ziektes. Nieuwe slaven werden dan maar geroofd in Afrika en met zeilschepen naar Amerika versast, drie eeuwen lang en, zoals hoger gezegd, werd dat het lot van naar schatting acht tot veertien miljoen (zwarte) mensen.4

De clerus zegt zoals de profeten het woord van God te spreken en verzekert zich aldus wereldwijd van haar gehoor maar zij doet dat ook nog op een zo mogelijk nog veel doortastender manier, namelijk door zich onze moeder te noemen - “onze moeder de Heilige Kerk” - en daarmee weet zij zich in de kern zelf van ons wezen te boren.

Louter fysiek beschouwd is onze moeder in feite onze God omdat zij het is die ons in haar schoot gevormd heeft naar haar eigen beeld en gelijkenis en reeds op die manier laat wat de kerk in dit verband over zichzelf beweert, ons niet onberoerd. Maar zij beroert ons ook nog op een dieper niveau. Onze moeder immers is het wezen dat ons op de wereld heeft gezet, wat betekent dat zij het is die voor ons de verantwoordelijkheid draagt. In de zin dat wij haar kinderen zijn, waakt zij dag en nacht over ons bestaan, zij voedt ons, hoedt ons tegen de kou en geeft ons alles wat wij nodig hebben om te leven. Maar ook in een nog andere betekenis kunnen wij onze moeder helemaal niet missen, ook al zijn wij voor onze zelfinstandhouding van haar onafhankelijk geworden en die betekenis wordt ons meestal pas duidelijk als het ogenblik gekomen is dat wij onze moeder moeten verliezen.

Zolang wij een moeder hebben, kunnen wij bij haar terecht met onze existentiële nood, waar die zich bij uitstek laat voelen in de vraag naar de zin van ons bestaan die ons kan overleveren aan de twijfel. In die ogenblikken zoeken wij onze moeder op en haar aanwezigheid alleen volstaat om onze onrust weg te nemen omdat wij weten dat zij het is die ons gewild heeft. Onze moeder staat garant voor het feit dat wij gewild zijn omdat zij het is door wie wij gewild zijn en in haar nabijheid valt de last van onze twijfel van ons af omdat wij ons ervan kunnen verzekeren dat onze moeder deze last voor ons draagt, zoals ze ons ook fysiek gedragen heeft en zoals zij ons in haar hart draagt, want moeders zijn bereid om voor hun kinderen te sterven.

Echter, eens onze moeder er niet meer is, bestaat er in de hele wereld principieel ook niemand meer die bereid zou zijn om zijn of haar leven voor ons op te offeren; de rust die onze moeder ons verschafte door haar aanwezigheid die de verzekering was dat ons bestaan gewild is, lijkt eensklaps verdwenen en ons rest dan een ongeborgenheid en een gevoel van verlatenheid dat zelfs het meest ontwikkelde sociale weefsel niet bij machte is om op te vangen. Wij vernemen vaker dat de geliefde onvervangbaar is maar dat geldt in een nog veel grotere mate voor de onvoorwaardelijk liefhebbende omdat wij slechts bestaan in de aandacht van de ander. Alleen de mensheid als zodanig mag kandideren om die unieke taak over te nemen.

De kerk echter, die een gat ziet in de markt, eigent zich die taak toe en speelt voor onze moeder. Maar dat zij vals speelt, blijkt algauw; geen moeder immers zal er ooit aan denken om haar kinderen naar het front te jagen. Het eerbetoon in de opschriften op de stenen graven op het kerkhof van de gesneuvelde oorlogshelden in de trant van “Hier liggen hun lijken als zaden in het zand, hoop op den Oogst O Vlaanderland”5, doen slechts denken aan de passage in Genesis waar alle jonge vaders worden belast met de opdracht hun oudste zonen als eerbetoon aan Jahweh om te brengen.

De auteur van het geciteerde vers was dan ook een priester-nazi die met donderpreken Vlaamse jonge vaders naar het oostfront stuurde met het 'Vlaams Legioen', om daar te gaan vechten tegen het Rode Leger van de 'goddeloze communisten' - slechts weinigen keerden ooit terug6; hijzelf koos het hazenpad naar Tirol waar hij op de leeftijd van vijfenzeventig jaar stierf. De geschiedenis herhaalt zich.

(J.B., 1 mei 2025)

1De geschiedenis van de slavernij werd beschreven door de historicus Dick Harrison in zijn boek, getiteld: De geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel, Uitgeverij

Omniboek, Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets historia, Historiska Media, Zweden 2015), Voor een synthese van het boekwerk, zie: J. Bauwens, Hoe Europa groot en rijk werd, Serskamp 2020. Cf.: https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf

2Te zijner ere werd het alom bekende lied “John Browns Body” geschreven, dat hier kan beluisterd worden: https://www.google.com/search?client=firefox-b-d&q=youtube+John+Brown%27s+Body#fpstate=ive&vld=cid:7a6603d1,vid:StFB2g0urhA,st:0

4Zie ook: “Hoe Europa groot en rijk werd”, par. 4: https://www.bloggen.be/Tisallemaiet/archief.php?ID=3196456 ; voor de volledige tekst, zie: J. Bauwens, Hoe Europa groot en rijk werd, Serskamp 2020. Cf.: https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf

5Het bekende vers uit 1916 is van de hand van de Alveringemse priester-dichter Cyriel Verschaeve en het prijkte op de eerste IJzertoren alsook op talloze andere oorlogsgedenktekens.

6De rekruten deden het deels uit avonturisme, omwille van het geld, uit Vlaams-nationalisme, uit bewondering voor Hitler maar ook uit geloofsovertuiging. (!)


02-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gevaarlijke kerk - Aflevering 5

 

 

De gevaarlijke kerk

Aflevering 5

De kwestie hoe en waarom oorlogen begonnen worden of blijven voortduren, is misschien te herleiden tot de vraag waarom de ene mens de andere doodt: wat stelt iemand in staat een ander om te brengen?

Nu kunnen mensen allerlei redenen daartoe bedenken omdat zij grote hersenen hebben maar kon men die vraag stellen aan de dieren, zij zouden zeggen: wij doden uit zelfbehoud, wij doden om te eten en deden wij dat niet, wij zouden omkomen. De natuur staat ons niet toe om lijdzaam toe te zien hoe wij aan ons einde komen, de drang tot zelfbehoud zit in ieder wezen ingebakken en het is volstrekt onmogelijk om er helemaal geen gevolg aan te geven. Met dat doel heeft de goede God ons ook tanden gegeven en klauwen, stekels, gifklieren, angels en wat niet meer? Ja, hersenen.

Inderdaad, de mensen doen dat ook, doden om te eten en dat zij soortgenoten doden, lijkt verband te houden met hetzelfde euvel: oorlog gaat om territoria, leefgebieden, en een tekort aan grond is honger, vandaar.

Het tekort doet zich niet voor totdat er in verhouding tot de beschikbare territoria teveel mensen zijn want dan bedreigen zij elkaar, gewoon omdat zij er zijn, zij moeten immers allemaal eten en een appel kan men niet twee keer opeten: als een ander hem opeet, heb ik niets en ga ik dood, dus moet ik de ander voor zijn.

Overbevolking dus, veroorzaakt oorlogen, zo zou men zeggen en dan rijst de vraag: waarom is er overbevolking? Waarom zijn er meer mensen dan dat er leefgebied voorradig is? En is er inderdaad een overschot aan mensen of is er alleen maar een tekort aan levensmiddelen, waartoe ook leefgebieden behoren?

Het antwoord luidt dat inderdaad honderden miljoenen mensen lijden onder een aanzienlijk tekort aan voedsel maar globaal gezien is er genoeg te eten voor iedereen: dat er honger is, heeft te maken met de verdeling van de beschikbare levensmiddelen en over die kwestie is iedereen het eens.

De VN noemen als de belangrijkste oorzaken van de honger, de oorlogen en een toenemende ongelijkheid.1 Het is allang bekend dat slechts enkele percenten van het mensdom bijna alles bezitten terwijl miljarden soortgenoten zo goed als niets hebben en derhalve honger moeten lijden. En terwijl men geneigd zou zijn om te besluiten dat oorlogen worden gevoerd om de honger tegen te gaan, blijkt net andersom de oorlog de allerbelangrijkste oorzaak van de honger. De oorlog en de ongelijkheid, zo zegt het rapport van de VN en ongelijkheid, zoals we allen weten, is de resultante van de economische oorlogsvoering. Het is geen geheim dat oorlog het verlengstuk is van de economie. Of althans van onze economie: de concurrentiële, de kapitalistische, voortvloeiend uit de combinatie van de arbeidsethiek en de slavenmoraal.

Tevens moet men erkennen dat het niet de armen zijn die oorlog voeren maar uitgerekend de superrijken en de gebieden die zij inpalmen, behoorden toe aan wie zich niet verdedigen konden en dat zijn per definitie armen.

Het is derhalve onwaar dat overbevolking oorlogen uitlokt. In het dierenrijk zou dit het geval kunnen zijn maar onder mensen spelen kennelijk nog andere factoren mee. En de ondeugd van de gulzigheid dringt zich op, het veroveren van leefgebieden als anticipatie op mogelijke toekomstige tekorten.

Edoch, ook dit argument blijkt geen hout te snijden, op hebzucht immers staat geen maat; de overvolle voorraadschuren worden in tijden van hongersnood uit het zicht gehouden en het surplus wordt pas vrijgegeven als de houdbaarheidsdatum geen andere keuze meer offreert dan weggooien of weggeven. Of het dan terecht komt bij de hongerigen, is nog een andere kwestie: warenhuizen blijken eerder geneigd om onverkochte spullen aan verminderde tarieven aan het eigen cliënteel te slijten en vermoedelijk is dat ook op grote schaal de gangbare manier van werken.

Niet de dreiging van de honger veroorzaakt oorlogen maar, net andersom, is oorlog de belangrijkste oorzaak van de honger. Blijft aldus de vraag wat oorlogen veroorzaakt. En denken we nu een ogenblik aan Pascal met zijn middeldoelomkering waar hij vertelt dat de jacht zich weliswaar probeert te legitimeren met het voorwendsel van de voedselvoorziening maar dat ook hier de zaken op hun kop worden gezet: mensen gaan niet jagen om te kunnen eten; de honger is slechts het voorwendsel om op jacht te kunnen gaan; het doel in dit hele toneel is het botvieren van het jachtinstinct, de moordlust!

En dit is geen goed nieuws voor wie zich beijveren voor de vrede. Oorlog laat zich niet met redelijke argumenten verklaren maar godbetert enkel met verborgen drijfveren en lusten. Het reilen en zeilen in de wereld blijkt geen resultante van rationele beslissingen maar de nooit te voorspellen uitkomst van een samenspel van onbestuurbare driften. Oorlog volgt uit het verstoken zijn van rationaliteit en uit de huldiging van het irrationele dat de mens moet vrijpleiten van zijn verantwoordelijkheid voor het botvieren van zijn driften. En, andermaal, het gaat hier nota bene niet over het gewone volk: jacht en oorlog vormen het vermaak van de elite; het volk is vee, proefkonijn of speelgoed. En de 'elite' geloven niet in God: zij voeren hem ten tonele; hij is hun handpop.

Mensen belijden dat er rassen zijn en dat zij tot een beter ras behoren, niet omdat zij daarvan overtuigd zijn maar om een reden te hebben die de onderdrukking van anderen rechtvaardigt. Op dezelfde manier wordt een geloof beleden, niet omdat men denkt dat het ook waar is maar om te kunnen overleven. In de twee gevallen echter gaat het om leugens die zich in allerlei bochten wringen om alsnog voor de waarheid te kunnen doorgaan. Totdat zij op hun grenzen botsen en de waarheid hen achterhaalt en aan het licht komt. De irrationaliteit wordt aangewend om te kunnen overheersen (en zo rechtvaardigt bijvoorbeeld het racisme de repressie) of om te kunnen overleven (de slavenmoraal als overlevingsstrategie). Met de godsdienst bemiddelt de clerus de potentaten om de onderdrukking te vrijwaren van elke tegenstand.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 30 april 2025)


01-05-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kruithof neoliberalisme synthese jb

kruithof neoliberalisme synthese jb

 

Bijlagen:
Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme bespreking JB 45pp-ill.pdf (1.2 MB)   


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gevaarlijke kerk - Aflevering 4

 

 

De gevaarlijke kerk

Aflevering 4

Deze oorlog is opnieuw een godsdienstoorlog en werd allang voorbereid door de getrouwen van enerzijds het conservatief katholicisme en anderzijds het kapitaalkrachtige extreemrechts, met andere woorden de unie van een dubbele slavendrijverij met aan de ene kant de dwang van het geld en aan de andere kant de zweep van het geloof, die beide onvrij maken of dus tot blinde gehoorzaamheid nopen.

Ten eerste het kapitaal, ontstaan uit enerzijds de arbeidsethiek en anderzijds de lustangst welke zich vertalen in hard werken en sparen, waarbij de arbeid en de versterving het deel zijn van de loonslaven terwijl het aldus tot stand komende kapitaal aan hun meesters ten goede komt en, ten tweede, het geloof dat de gehoorzaamheid verzekert van de slaven en ook de instandhouding van de twee klassen: de meesters die genieten en hun dienaren die ter wereld zijn gekomen om te lijden.

Want alles welbeschouwd lijkt het er wel op, zoals niemand kan ontkennen, dat er mensen zijn die werkelijk geboren worden om alleen maar af te zien en bovendien lijkt het er op dat het christendom werd uitgevonden om aan de lijdende klasse voldoende troost te bieden teneinde hen in het gareel te kunnen houden dat de leidinggevende klasse voor haar bedacht heeft of, zoals Karl Marx het verwoordde, lijkt het erop dat godsdienst opium is voor het volk. In die mening wordt hij eigenlijk voorafgegaan door Friedrich Nietzsche die de slavenmoraal zag als een overlevingsstrategie: de slaven hebben van de nood een deugd gemaakt.

De oorlog die zich momenteel ontwikkelt, vindt zijn oorsprong in de vrees van de heersende klasse om de macht te verliezen en die vrees is niet ongegrond. De heersers zijn weliswaar gebaat met goed opgeleide dienaren en gehoorzame loonslaven maar tegelijk beseffen zij heel goed dat als geen maat gehouden wordt in die ontwikkeling, de greep op de onderdanen dreigt te verdwijnen, wat gebeurt op dezelfde manier waarop mensen hun greep verliezen op hun werktuigen zodat die hen gaan overheersen en daarover gaat reeds het zeer oude verhaal van de golem, als het ware de verre voorouder van de artificiële intelligentie. Het volk is immers het instrument waarmee de elite zich van haar levensstandaard verzekert, precies zoals de veestapel ons, mensen, garandeert dat wij niet zullen verhongeren.

Tot grote verbijstering van de heersers, want eigenlijk onverwacht, is de ontwikkeling van het volk in de decennia volgend op de Tweede Wereldoorlog een beetje uit de hand gelopen, althans naar hun zin, om niet te zeggen dat een goed deel van de massa zich in korte tijd heeft weten te emanciperen, tot zelfbewustzijn is gekomen en de lusten ontdekt heeft die voordien het voorrecht waren van hun meesters en het gaat hier niet zozeer over de eetlust maar wel over de ontdekking van de kunsten en de ontwikkeling van het intellect. Het volk heeft de stap gezet van overleven naar leven. Alle mensen willen aan hun kinderen meer kunnen bieden dan de vaste job die door niemand nog begeerd wordt omdat de beloftes die daarrond gemaakt werden, leugenachtig en misleidend zijn gebleken. Het heeft de elite bijzonder veel listigheid gekost om massa's mensen te laten geloven dat het ideaal leven bestaat in opstaan om vijf uur in de ochtend om de trein te halen, te gaan werken en laat in de avond afgepeigerd thuis te komen, en dit elke dag tot op de leeftijd dat het echt niet meer gaat, waarna men alleen nog naar zijn einde toe strompelt en sterft.

Overleven kost geld en de draagkracht van de aarde om mensen te laten overleven is beperkt. Leven echter kost uiteraard nog veel meer geld dan louter overleven en dat geld is er niet om alle mensen die tot nog toe hebben weten te overleven, ook te laten leven zoals de beau monde dat doet. Laatst genoemden weten zich in hun levensstandaard bedreigd want de middelen zijn beperkt en het is nu eenmaal zo dat de bovenlaag niet zonder haar slaven kan blijven bestaan met de levensstandaard waaraan zij gewend geraakt is. Komt daarbij dat de beveiliging van de upper class tegen een uit de kluiten gewassen volk niet langer een sinecure is en zelfs meer middelen gaat opslorpen dan de instandhouding van haar welvaartspeil als zodanig.

Het tijdperk van de christianisatie onder het motto “Gaat en onderwijst alle volkeren!” is voorbij en zo wordt niet langer de ethiek van dienstbaarheid onder de massa verbreid maar heeft de slavenmoraal plaats geruimd voor een heel andere kijk op de wereld. Het gaat bovendien om een verschuiving die resulteert uit het verleden systeem van de uitbuiting zelf, dat hiermee ook op zijn grenzen botst. En precies zoals men niet ongedaan kan maken wat men weet, kan men ook niet meer achterwaarts inzake de levensstandaard die men gekend heeft: het is een probleem dat alleen opgelost kan worden door degenen die het belichamen, uit te schakelen of om te brengen. “Krieg und Leichen, die letzste Hoffnung der Reichen.”

(Wordt vervolgd)

(J.B., 30 april 2025)


30-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gevaarlijke kerk - Aflevering 3

 

 

De gevaarlijke kerk

Aflevering 3

De kerk is niet een gevaar dat zich in een ver verleden heeft afgespeeld en dat behoort tot een geschiedenis die zij nu samen met ons zou betreuren: haar praktijken zetten zich onverminderd voort en zij wordt er op de koop toe voor beloond met een immer toenemend aantal leden.

Over die ledenwerving dient overigens nog opgemerkt te worden dat zij gebeurt middels het doopsel van boorlingen die noch van toeten noch van van blazen weten en gemakshalve zullen zij er meestal niet aan denken om in de loop van hun verdere leven daar verzet tegen aan te tekenen omdat zulks gezien sociale druk, administratieve rompslomp en traditiegetrouwheid, allerlei ongewenste problemen met zich mee zou brengen.

Men dient hier ook rekening te houden met het feit dat het merendeel van de mensen nog steeds 'bijgelovig' zijn terwijl het doopsel in feite niets anders is dan een exorcisme, een duiveluitdrijving, welke gebeurt door een priester met de woorden: "Wij vragen U voor dit kind: laat de invloed van de Boze er geen vat op krijgen; maak het sterk om het kwaad te overwinnen, laat het door de kracht van Jezus' sterven en verrijzen ontkomen aan de macht van de erfzonde." Vroeger was het overigens zo dat doodgeboren of ongedoopte kinderen niet begraven mochten worden in gewijde aarde, wat nog steeds geldt voor niet-katholieken.

De ouders zijn in de wolken met de nieuw geborene maar de pastoor merkt op dat zij niet alleen verantwoordelijk zijn voor zijn voeding en opvoeding maar tevens voor zijn zielenheil en het naast zich neerleggen van de doopplicht zou derhalve tot gevolg hebben dat het kind na zijn dood voor eeuwig in de hel zou branden. Dan redeneert bijna iedereen met de volgende twee argumenten: wat de pastoor zegt, is niet onwaar omdat ik het niet begrijp: wie ben ik om de leer in twijfel te trekken van een instituut met twee miljard volgelingen en bestuurd door hooggeleerde geestelijken die het lichaam van Christus vertegenwoordigen en dat zich al tweeduizend jaar lang buigt over deze complexe problematiek? Vervolgens denkt men: baat het niet, het schaadt ook niet. En ten derde moet daaraan nog toegevoegd worden dat als één van de ouders het doopsel wil en de andere niet, er zeker en vast geen ruzie zal over gemaakt worden en dat, om zeer begrijpelijke redenen, degene die het doopsel wil, zijn of haar zin zal krijgen en dat zal waarschijnlijk ook het geval zijn waar de geïntimideerde een grootouder of overgrootouder betreft, zodat de gevallen waarbij in een katholieke familie helemaal niemand het doopsel wenst, quasi onbestaande zijn.

Maar om terug te keren naar het onderwerp: de kerk is en blijft er bijzonder gevaarlijke praktijken op na houden en zij worden geïllustreerd door haar optreden naar aanleiding van de hedendaagse politieke constellatie op wereldschaal. Het nazisme van Adolf Hitler is weliswaar taboe, al leggen neonazi's het verbod om daarmee nog te sympathiseren waar zij dat kunnen, naast zich neer, maar de in de Verenigde Staten van Amerika heden via populisme aan de macht gekomen extreemrechtse vleugel van de politiek, is opnieuw bekrompen nationalistisch, imperialistisch, racistisch, egocentrisch, narcistisch en egoïstisch. Zij is een vrucht van het kapitalisme of dus van de heerschappij van de geldgod, de megaconcerns, de vertegenwoordigers van de begeerte die even inhoudsloos is als het geld, die zich keert tegen de mens die zij in haar macht krijgt en die hem perverteert en verslaaft. Ook Rusland is in de greep van oligarchen en derhalve van dezelfde mammon, die net zoals de begeerte zelfdestructief is, zich keert tegen zichzelf, met name waar hij uit het niets een frontlijn in het leven roept, een plek waar hij zichzelf bestrijdt, de lichamen die hij in zijn bezit heeft, zijn oostelijke tegen zijn westelijke schare onderworpenen, daarbij aangespoord door enerzijds, aan oostelijke zijde, de orthodoxe patriarch die vanuit zijn malse zetel de ongelukkige troepen aanmaant geen angst te hebben voor de dood en anderzijds, aan westelijke zijde, de katholieke bisschoppen die in misvieringen met de angstige vrouwen en kinderen van de frontsoldaten, deze prijzen als voorbeelden van naastenliefde (de pas overleden paus had zoals bekend op zijn werktafel de bijbel van een Oekraïens gesneuvelde als aandenken).

(Wordt vervolgd)

(J.B., 29 april 2025)


29-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Shostakovich: Strijkkwartetten en Pianokwintet

Shostakovich: Strijkkwartetten en Pianokwintet

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gevaarlijke kerk - Aflevering 2

 

 

De gevaarlijke kerk

Aflevering 2

Men kan niet tegelijk én de lhbti+'ers én de discriminatie jegens de lhbti+'ers veroordelen, dat is zichzelf tegenspreken en ook en vooral is dat eten van twee walletjes, zoals het in de politiek heet en de geschiedenis toont aan dat de kerk, 'l'infâme', daarin nogal bedreven is. “Écrasez/Écraser l'infâme” is een uitroep van Voltaire en zij doelt op het misbruik van de religie door de kerk, niet op de religie als zodanig of op het christendom en zij is derhalve een veroordeling van pseudo-religiositeit en hypocrisie en een verdediging van de 'ware' religie.

In zekere zin analoog daarmee verdedigen de humanisten een ethiek die ook gehuldigd wordt in religies en ideologieën in en rond het christendom nadat die godsdienst door hen werd ontdaan van wat zij als bijgeloof beschouwen, al gaan zij wel zo ver dat zij meteen het godsbegrip op de helling zetten, al weten zij dat handig te vervangen door het concept van de natuur via een zekere (ons inziens oneigenlijke) interpretatie van Spinoza's “Deus sive natura” waaruit zij overhaaste consequenties trekken.1

Het protestantisme streefde al een 'zuivering' van het christendom na en mede ingevolge de resultaten van het onderzoek naar de historische figuur van Jezus van Nazareth, gaat het humanisme nog een stap verder, meer bepaald en in eenvoudige bewoordingen door de leer van alle goddelijkheid te ontdoen, waardoor het ophoudt een religie te zijn en verandert in een ethiek, weliswaar bijgewerkt of zelfs radicaal herschreven.

Dat de kerk volledig is afgeweken van haar eerste beginselen heeft uiteraard alles te maken met haar politieke ambities, haar machtswellust, sinds zij ermee akkoord ging de officiële religie van het Romeinse Rijk te worden. Sindsdien is sprake van een wereldwijde theocratie, waarbij niet God de leiding heeft en evenmin zijn woord, maar wel zijn zelfverklaarde vertegenwoordigers die tevens de wereldheersers waren ofwel nauw met hen samenwerkten.

Dat gebeurde tweeduizend jaar lang in een kerkgeschiedenis gekenmerkt door niet alleen woordenstrijd om het eigen gelijk en om de waarheid maar door steeds gruwelijkere oorlogen. De jongste grote samenzwering was deze waarbij de kerk de andere kant opkeek toen zes miljoen joden, Roma, homo's en nog andere 'Untermenschen' op industriële wijze werden omgebracht.2 De verantwoordelijkheid van de kerk in dezer werd overtuigend gedocumenteerd aangetoond door verschillende historici - in Vlaanderen door Dirk Verhofstadt in zijn werk, getiteld: “Pius XII en de vernietiging van de Joden. De morele schuldvraag van de kerk en de paus.”3

De kruistochten, de kolonisering van Amerika en andere werelddelen met in haar zog de slavenhandel gedurende verschillende eeuwen alsook de activiteiten van de inquisitie als zodanig laten niets aan de verbeelding over inzake de moorddadige politiek van een instituut dat desondanks zichzelf weet blijven te profileren als het toonaangevende morele geweten van de mensheid.

Dat laatste is een hoogstandje verwezenlijkt dankzij bijzonder verregaande en beproefde psychologische en sociologische inzichten en tactieken, bondig te omschrijven als het toneel van de wolf in schapenvacht. Wie immers zou het lef hebben om te denken dat zachtaardig ogende, bejaarde heren die op immer ingetogen toon minzame woorden debiteren - eigenlijk fluisteren en zingen -, die zich kleden in malse, sierlijke, witte en rode met kant omzoomde gewaden en die verblijven in paradijselijke paleizen, in staat zouden zijn om een vlieg kwaad te doen? Maar het kwaad verbergt zich, met haar toneel dompelt zij alle geesten onder in een fluwelen duisternis vol valstrikken, een labyrint waaruit nog weinigen de weg terug vinden.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 29 april 2025)

1Cf.: Jan Bauwens, Transatheïsme, Serskamp 2003 (https://blogimages.bloggen.be/transatheism/attach/564.pdf ), p. 206. (stelling 21, par. 2): “Onder meer Etienne Vermeersch geeft de volgende bijzondere maar ons inziens ongeoorloofde interpretatie aan Spinoza, waardoor hij hem ook naar zijn hand zet: “Een consequentie van het spinozisme die door Spinoza zelf niet werd getrokken is de volgende. Wanneer men stelt dat zowel de materiële als de geestelijke wereld volwaardige uitingen zijn van de godheid, dan suggereert men dat de godheid op een volledige wijze in de materiële wereld is uitgedrukt en daaruit kan de conclusie worden getrokken dat een ‘geestelijk’ attribuut overbodig is en dat men dus de werkelijkheid (de godheid) kan zien, als niets anders dan een oneindige materiële wereld” (E. Vermeersch, 1993: Geschiedenis van de Wijsbegeerte van de Hedendaagse Tijden, hoorcolleges en syllabus, Universiteit Gent, 1992-'93.)” Zie ook: “Over het katholicisme, het kannibalisme, de Waarheid en het Leven - ter aanvulling op het voorgaande” (in: Tisallemaiet d.d. 30.03.2016:

https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2868081 )

2Zie: J. Bauwens, Fundeert het katholicisme onze beschaving?, Serskamp 2019. Cf.: https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208096418.pdf alsook: J. Bauwens, Hoe Europa groot en rijk werd, Serskamp 2020. Cf.: https://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf

3Dirk Verhofstadt, “Pius XII en de vernietiging van de Joden. De morele schuldvraag van de kerk en de paus”, Atlas Contact, 2008. (University Press, Gent, 2010.)


27-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gevaarlijke kerk

 

 

De gevaarlijke kerk

De kerkelijke belijdenis (in de verklaring “Dignitas infinita” d.d. 25 maart 2024) dat men “elke vorm van onrechtvaardige discriminatie en in het bijzonder ook elke vorm van agressie en geweld [veroordeelt] voor ieder mens, ongeacht zijn seksuele geaardheid”1 is misleidend en hypocriet maar bovenal gevaarlijk.

De verklaring door de kerk is misleidend, omdat volgens de katholieke geloofsleer het respect voor de menselijke persoon voor iedereen zonder uitzondering geldt en dus ook voor lhbti+'ers, wat betekent dat het toevoegsel “ongeacht zijn seksuele geaardheid” volstrekt nietszeggend is. Men veinst een tegemoetkoming aan de lhbti+'ers maar die is er aldus helemaal niet. De daad in kwestie kan slechts het oppoetsen van het eigen blazoen beogen, meer niet.

Maar de genoemde belijdenis vanwege de kerkoversten is ook bijzonder hypocriet omdat het oordeel in de kerkelijke geloofsleer dat homoseksualiteit een zonde is, aan de oorsprong ligt van de discriminatie die men beweert te veroordelen. Door lhbti+'ers als zondaars te bestempelen, doet men alsof men er helemaal geen benul van heeft dat het brandmerken van de gemeenschap van de homo's tot een gemeenschap van zondaars, het oordeel en het gedrag van zowel gelovigen als ongelovigen beïnvloedt en wel in de pejoratieve zin: deze vorm van betutteling werkt in het bijzonder polariserend en is ook leugenachtig.

De creatie van een kamp van zondaars is meteen de creatie van een kamp van de niet-zondaars en krachtens de woorden van Christus zelf, bestaan er geen mensen die niet zondigen.2 De tweedeling lijkt abstract maar in de dagelijkse werkelijkheid worden effectief twee kampen gevormd waarbij het uiteraard zo zal zijn dat het ene kamp zich van het andere zal trachten te distantiëren. De kerk doet hier andermaal alsof haar neus bloedt en die houding is in dezer zeer hypocriet aangezien die stigmatisering reeds een oordeel inhoudt. Of ontkent de kerk dan het verband tussen oordeel en gedrag? In dat geval is de moraal van de katholieke kerk die immers het sturen van het gedrag beoogt, totaal absurd.

Vooral is de houding van de kerk tegenover de gemeenschap van de lhbti+'ers ook gevaarlijk. Zoals gezegd heeft het morele oordeel van de kerk een polariserend effect binnen het maatschappelijke gebeuren. Van zodra de pauselijke uitspraak dat homo's zondaars zijn, het nieuws haalt, worden principieel alle acht miljard mensen hiermee gebrainwasht. Zonde wordt uiteraard geassocieerd met het kwaad en waar het kwaad aanwezig is, is er onheil en in de eerste plaats straf.

De kerk beweert nu wel dat zij de gangbare criminalisering en bestraffing (tot en met marteling en doodstraf) van homoseksuelen in talloze landen veroordeelt maar tegelijk lanceert zij bij monde van de paus het begrip van de 'immanente rechtvaardigheid'. Daarmee wordt eigenlijk een geloof in de straffende hand van de almachtige God beleden, in het van Daele woordenboek der Nederlandse taal omschreven als een zich in het verloop van de geschiedenis noodzakelijke en onvermijdelijk openbarende gerechtigheid." Hiermee zegt de kerk in feite dat in landen waar homo's niet gecriminaliseerd worden, zij alsnog niet onbestraft zullen blijven door die God waarvan de paus belijdt dat hij almachtig is en dat hij Hem vertegenwoordigt.

1,378 miljard katholieken3 krijgen dit te slikken maar ook alle andersgelovigen en alle ongelovigen horen de pauselijke woorden en wat meer is: naar het geloof van de slachtoffers van die zieke hersenspinsels wordt door niemand gevraagd; ook al houden zij de paus voor een megalomane kwakzalver, zij krijgen wat de kerkvorst uitkraamt over zich heen in de vorm van discriminatie en fysiek geweld en steeds vaker betalen zij voor andermans godsdienstwaanzin met hun leven.

De geschetste gang van zaken, is helemaal niet abstract: de praktijk voegt zich quasi naadloos naar de theorie zoals het gehoor zich voegt naar het bevel en dit ingevolge de gekende toestand van de wereld. Verslaving aan drugs, aan macht en aan geld zijn niet langer de uitzondering doch de regel en de verslaafden doen alles wat in hun macht ligt om aan hun blinde driften tegemoet te kunnen komen.

Er zijn vooreerst de zeer goed georganiseerde legale roversbenden die handelen in levensmiddelen en in luxeproducten en die daartoe de vrije hand krijgen mits zij belastingen betalen aan de wereldheersers. Maar naast de economie die haar verlengstuk in de oorlog kent, is er nog het gestaag in omvang toenemende illegale en criminele circuit met tussenin een moerassige grijze zone.

De actoren in de genoemde zone genieten meer vrijheid dan deze die de legale instrumenten bespelen maar omdat zij ontsnappen aan controles zijn zij ook onderhevig aan meer gevaren. En in de vrijere maar gevaarlijkere zone waarin zij opereren, bevinden zich nu precies ook een heel ander soort van activiteiten die allerminst crimineel zijn maar daarentegen levensnoodzakelijk en daar gaat het, beknopt uitgedrukt, om het intermenselijke verkeer van de vrije kennismakingen, waarbij onder meer vrienden worden gemaakt en bijvoorbeeld ook verlovingen worden gesloten.

Daar worden geen contracten ondertekend, alles gebeurt daar min of meer in een sfeer van vertrouwen. Noch de politici noch de clerus hebben daar een zicht op en waar zij dat toch nastreven, opent zich een ongewenste, dystopische wereld waarvoor iedereen op de vlucht slaat omdat hij verband houdt met Big Brother, Brave New World, de theocratie of het totalitarisme.

In die grijze zone, die ons meer vrijheid biedt maar uiteraard ook minder veiligheid, zijn wie onvoldoende beschermd worden door sociale contacten, vogels voor de kat. Door haar misdadige belijdenissen in een bedrieglijk kleedje ontneemt de kerk aan allen die zij ongegrond terecht wijst, de natuurlijke bescherming van de sociale cohesie omdat zij haar zogenaamde 'zondaars' uit het sociale weefsel wegrukt en hen uit het midden van de maatschappij verbant.

Dit ten hemel schreiend onrecht start reeds waar de slachtoffers van de kerk nog kinderen zijn: in de puberteit worden zij op het matje geroepen en aangemaand zich te verzetten tegen hun 'tegennatuurlijke' aard. Op die manier worden zij in de kast gestopt, internaliseren zij de beschuldigingen die zij moeten slikken en blijven zij verstoken van de natuurlijke mogelijkheid om die sociale contacten te leggen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van hun persoonlijke integriteit en voor hun lijfelijk verweer.

Verneemt men dagelijks in het nieuws dat een lijk werd opgevist uit een vijver of dat een ouderling slachtoffer werd van roofmoord, dan gaat het vaak om mensen die hun weerloosheid te danken hebben aan de kerk, die immers hun omgeving tegen hen in het harnas heeft gejaagd. Het gebeurt zoals gezegd geheel onopvallend en onder de dekmantel van zorg en goede bedoelingen maar de gevolgen brengen de eigenlijke inborst achter dat alles overduidelijk aan het licht. De enige uitweg die lhbti+'ers hebben, is de door de kerk zelf aangeboden vluchtheuvel van het seminarie en de kloosters. In cellen, achter hoge muren, of in dienst van een eveneens megalomane vorst die onder de dekmantel van christianisatie zijn kolonies die hele continenten beslaan, berooft en uitmoordt.

(J.B., 27 april 2025)

1Dignitas Infinita, Rome 8 april 2024. Letterlijk: “De Kerk wil allereerst opnieuw bevestigen dat ieder mens, ongeacht zijn seksuele geaardheid, in zijn waardigheid moet worden gerespecteerd en met respect moet worden behandeld. Er moet zorg worden gedragen om elke vorm van onrechtvaardige discriminatie te vermijden, en in het bijzonder ook elke vorm van agressie en geweld.” Cf.: https://www.otheo.be/nieuws/katholieke-kerk-veroordeelt-alle-geweld-discriminatie-gericht-tegen-lhbtiers

2Indien zij wel bestonden, dan had Jezus van Nazareth nooit gezegd: “Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen”.

 


24-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mot in het geloof - Aflevering 6. Martelaarschap en hypocrisie

 

 

De mot in het geloof

Aflevering 6. Martelaarschap en hypocrisie

Minderheden moeten onrecht verduren dat vaak structureel is en zij zijn dankbare zondebokken in crisistijd: men wil daders om controle te krijgen, bij voorkeur weerlozen die tegen hun wil gemarteld worden. Het gemak waarmee zij beschuldigd worden, is even verbluffend als het vrijpleiten van tirannen: verraad voltrekt zich in samenzweringsverband en blijft zo onbestraft. Maar de sympathie voor tirannen wordt voorgewend, zoals ook het geloof: de belijdenis wendt het geloof voor zoals de lach voorafgaat aan de pret en krokodillentranen aan het verdriet.

Hetzelfde gebeurt met de extase: zij kan ontstaan bij heldendaden maar ook naar aanleiding van pure fictie. Voor wie extase zoeken, wordt de oorsprong ervan algauw bijzaak en uiteraard komen ook geloofszaken aldus op losse schroeven.

Tot de extase die heldendaden begeleidt, komen wie door idealen en derhalve via inzicht de natuurlijke levensdriften naast zich neerleggen: het waardevolle kan met het pijnlijke samengaan, wat in de pedagogie 'uitstel van bevrediging' heet. De extase zelf wordt verwekt door het vertrouwen, dat berekening en direct nut in haar schaduw stelt, wat echter taboe is in een wantrouwige wereld. Maar het trotseren van pijn en schade of zelfs de keuze voor de dood kunnen alsnog getuigen van een extatische 'heilige waanzin'.

In Sterven voor een idee1 van Costica Bradatan wordt de ultieme zelfopoffering bij een aantal filosofen onderzocht (ook religieus en politiek martelaarschap komen er aan bod), waar zij omwille van hun geloofwaardigheid de daad bij het woord voegen. Ook als zij de messias niet hebben gekend, gelijkt het bovenmenselijke van hun daden op het zoenoffer van Jezus Christus. Maar waar Bradatan uitvoerig uitweidt over het keurig in scène zetten van de marteldood met het oog op het slaan van maximale winst uit wat tenslotte zelfmoord is, rijzen spontaan vraagtekens die ons herinneren aan het bij de aanvang van onze bedenkingen opgeworpen probleem van de hypocrisie, met name waar het gevoel wordt uitgelokt door (aanvankelijk voorgewend) gedrag of zelfs door fictie en op dat punt kunnen wij Bradatan helemaal niet volgen.

Het schenken van vertrouwen kan het op wantrouwen berustende berekenende van het wereldlijke overstijgen maar die 'extase' kan evengoed worden uitgelokt door een (al dan niet aanwezig of zelfs geheel fictief) publiek dat immers kan supporteren, ondersteunen of verheffen. Want succes kan van mensen helden maken of hen althans het gevoel geven dat zij dat zijn. En daar wringt alweer het schoentje.

Om elke twijfel weg te nemen omtrent het mogelijk hypocriete in het martelaarschap, moet men maar denken aan het heldendom van frontsoldaten: zij begeven zich naar de loopgraven onder een tweevoudig verpletterend gewicht: enerzijds handelen zij onder sociale druk of plichtsgevoel en anderzijds onder de dreiging van de schande van desertie die als lafheid geldt, bestraft met de kogel of met sociale uitsluiting. Daarentegen rept het monument van de gesneuvelden op een bijzonder leugenachtige wijze enkel over idealen. Het feit dat de elite der hoogwaardigheidsbekleders die de oorlog regelt, er meestal niet aan denkt om mee te vechten, brengt de samenzwering in het vizier die middels een heimelijke omerta garandeert dat het aldaar toepasselijke verdict 'lafheid' nooit zal worden uitgesproken.

Met betrekking tot het Oekraïense oorlogsfront worden van oostelijke kant slachtoffers in de strijd geduwd door het devies van de orthodoxe patriarch die aanmaant tot vechten zonder angst voor de dood (!) terwijl aan westelijke zijde katholieke bisschoppen de heldendaden van westerse troepen bejubelen als daden van ultieme naastenliefde. Paus en patriarch onderonsen in tussentijd vriendschappelijk, ongetwijfeld aan een rijkelijke dis. John Heartfield, toch?

(J.B., 24 april 2025)

1Costica Bradatan, Sterven voor een idee. Filosoferen met gevaar voor eigen leven, Ten Have, Utrecht 2016. (Oorspronkelijk: Dying for ideas. The Dangerous Lives of the Philosophers, Bloomsbury Academic, 2015.)

 


23-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mot in het geloof - Aflevering 5. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 2)

 

 

De mot in het geloof

Aflevering 5. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 2)

Bradatan, beschrijft hoe Socrates zijn dood heel bewust kiest en aanwendt om er munt uit te slaan, omdat dit zijn stem krachtiger maakt, wat hem ook lukt.2 “'Ik sterf liever', zegt Socrates, 'dan dat ik in leven blijf door slaafs om een langer leven te vragen en daarmee, in ruil voor de dood, een veel slechter leven te winnen.'”3

Als volgend voorbeeld neemt hij de dood van Thomas More. Omdat hij, loyaal aan de katholieke kerk, in geweten weigerde met een eed te erkennen dat de koning kerkvorst kon zijn, werd More in 1534 van hoogverraad beschuldigd, waarop de doodstraf stond, en tot aan zijn gebeurlijke marteling en gewisse onthoofding zat hij 15 maanden lang opgesloten in de Tower waar hij ter zelfvertroosting en ter zelfversterking de allegorie A Dialogue of Comfort against Tribulation schreef dat hij bij stukjes en beetjes liet buiten smokkelen.

De lotgevallen van More gelijken op die van Boëtius (ca. 480-524 of 525) die, eveneens beschuldigd van hoogverraad en terechtgesteld, zijn De consolatione philosophiae schreef en waarin hij opwerpt wat hem nog meer dwars zit dan zijn lot: “als God (…) goed is, waarom bestaat het kwaad dan, en waarom gaan slechte mensen vrijuit? 'Want terwijl de slechtheid heerst en bloeit, blijft de deugd niet alleen onbeloond, maar ligt hij zelfs vertrapt onder de voeten van de boosdoeners' (...)”4

In zijn cel klaagt hij tot Vrouwe Filosofie dat hij op devies van Plato die de wijzen in het stadsbestuur wilde, politicus werd maar zij antwoordt hem dat hij een foute kijk heeft op de dingen: werelds en aards geluk (geld, eer, roem en genot) is wankel, verwijdert ons van het geluk en maakt ons dierlijk; men moet daarentegen gelukzaligheid nastreven, die “'zit van nature in de menselijke geest'”5 “[Slechte mensen] bestaan niet echt, en hun daden vormen hun straf. Uiteindelijk zijn 'de goeden machtig en de slechten zwak' (…) 'het geluk valt altijd de goeden ten deel en het ongeluk de slechten' (…).”6

More daarentegen ziet de zin van zijn lot pas in het licht van de 'vier laatste dingen' (de dood, het laatste oordeel, de hemel en de hel): de dood is in deze tijd nog onze grootste troost en zijn verschrikking is niets vergeleken bij die van de hel.7 Maar tegenover zijn “dodelijke angst voor de laatste dingen”8 staan de vele verzoekingen van het kwaad.9 “Deze wereld is waarlijk een slagveld”10 maar God treedt op als beschermer van de gelovige.11 Voor More is de wereld een gevangenis waaruit we niet weg kunnen met God als cipier. “Zelfs 'de grootste koning ter wereld', zo zegt hij, kan geen gratie krijgen en wordt 'door de ordinantie van God' gedwongen zijn straf uit te zitten in de gevangenis van de wereld 'waaruit niemand kan ontsnappen.'”12 “We zijn ter wereld gekomen om te sterven”13, is More's wrede inzicht dat hij deelt met tijdgenoot Jeroen Bosch; de wereld is voor hem een absurd toneel, een gevangenis waarvan de muren onze fysieke beperkingen zijn.14

Moore was overigens ook een mensenvervolger, hij joeg op ketters en eigenlijk was het martelaarschap voor hem een soort van 'oplossing'. Zijn medemensen kon hij voor de gek houden, God nimmer.15 Na zijn Dialogue schreef More teksten over de passie van Christus. Hij vertroost zich ermee, zijn geest is meester over zijn vlees.16

(Wordt vervolgd)

(J.B., 23 april 2025)

1Costica Bradatan, Sterven voor een idee. Filosoferen met gevaar voor eigen leven, Ten Have, Utrecht 2016. (Oorspronkelijk: Dying for ideas. The Dangerous Lives of the Philosophers, Bloomsbury Academic, 2015.)

2.O.c., pp. 181-196.

3.O.c., p. 193.

4.O.c., p. 203.

5.O.c., pp. 205-206.

6.O.c., p. 206.

7.O.c., pp. 207-208.

8.O.c., p. 209.

9.O.c., pp. 209-210.

10.O.c., p. 210.

11.O.c., p. 211.

12.O.c., p. 213.

13.O.c., pp. 213-214.

14.O.c., pp. 215-216.

15.O.c., p. 219.

16.O.c., p. 220-224.

 


22-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mot in het geloof - Aflevering 4. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 1)

 

 

De mot in het geloof

Aflevering 4. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 1)

De geest is onlosmakelijk met het vlees vervlochten en het denken veronderstelt het lichaam, zoals duidelijk wordt in de fenomenologie, maar de geest van de martelaar-filosoof richt zich tégen zijn lichaam en derhalve moeten zij “hun belichaming transcenderen. Hun lichaam is dan niet meer iets om mee te leven, maar iets om te overstijgen, een nieuwe betekenis te geven en tijdens dat proces te vernietigen.”2

Bradatan citeert Simone Weil: “'De mens is zo gemaakt dat degene die verplettert niets voelt; het is de verpletterde persoon die voelt wat er gebeurt'”3 Hij doet bewust wat hij doet en vastberaden en zo zegt Giordano Bruno tot zijn vervolgers: “'U bent ongetwijfeld banger om dit vonnis tegen mij uit te spreken dan ik om het te horen.'”4 Maar de betrokkene heeft geen andere keuze en omtrent “'de meest Socratische van de moderne filosofen'”5, Jan Patocka, merkt Havel op “dat hij zich er steeds meer van bewust werd dat er een beslissend moment zou aanbreken waarop hij 'zijn denken zou moeten testen door te handelen [...] dat hij dit niet kon vermijden of eeuwig voor zich uit kon schuiven, omdat het zijn filosofie uiteindelijk in twijfel zou trekken.'”6 Bradatan: “Dat moment kwam toen hij betrokken raakte bij de Charta-beweging.”7 Op dat moment kan iemand zijn geloofwaardigheid alleen behouden door ervoor te kiezen om te sterven.8

Bradatan verduidelijkt dit middels een personage uit Dostojevski's Duivels, namelijk Kirillov, die inziet dat onze doodsangst verbonden is met het heilige en dat is de zelftranscendentie, de vrijheid, de wil. De martelaar plaatst zichzelf buiten het begrijpelijke maar tegelijk ook buiten de menselijke samenleving (“hij gaat in tegen het overlevingsinstinct waarop het leven gebaseerd wordt”9) en veroorzaakt aldus fascinatie en afkeer (het fascinans et tremendum van het heilige sec. Rudolf Otto).10

Dat lot onderging ook Jan Palach die zichzelf in brand stak op de protesten tegen de inval van de Sovjets (Praag, 1969): zijn ontoegankelijkheid verschaft hem tevens “de mysterieuze macht die voortkomt uit het feit dat hij de dood nabij is.”11 Dat gebeurde ook met de hongerstakende Gandhi.12 Het offer maakt heilig: 'sacrifice' is een samenstelling uit 'sacrum' en 'facere'.13

Ook de filosofe en mystica Simone Weil kwam om doordat ze zich uithongerde: “Dat ze zich uit solidariteit met de onderdrukten van voedsel onthield, moet voor haar (…) een kwestie zijn geweest van trouw blijven aan zichzelf, ongeacht de gevolgen. Ze moet het zelfs als een opperste bevrijding hebben ervaren. Want de ware vrijheid (…) 'wordt niet bepaald door een relatie tussen begeerte en bevrediging daarvan, maar door een relatie tussen denken en handelen.'”14 “Zo is datgene wat hier het hardst nodig is en ons in leven houdt misschien wel de honger, niet het eten. Het eeuwige deel van de ziel, zo zegt Weil, 'voedt zich met honger.'”15 Maar het beste is “gegeten worden - verslonden worden door God.”16 Weil gaat daarin zo ver dat ze zegt: “(...) door te bestaan nemen we een plaats in die ons niet toekomt.”17 Weil: “'Moge dit alles (…) mij ontnomen worden (…) en te eten worden gegeven aan gekwelde mensen [die] elke voeding ontberen. (...)'”18

Betreft het godsdienstige martelaarschap betekent het Griekse 'Martys' 'getuige' maar tijdens vervolgingen kreeg het de betekenis van “iemand die gedood werd om zijn geloof[sgetuigenis]19, zo verklaart Bradatan. Het martelaarschap kan van alles betekenen, zelfs terrorisme. Jezus Christus promoot het: “'Niemand ontneemt mij [mijn leven], maar ik leg het uit mezelf af. (...)'”20 De navolging daarvan verenigt met de verrezen Christus.21 “In de kern is het martelaarschap een dematerialisatieproject”22, zo schrijft Bradatan en hij geeft het voorbeeld van Ignatius van Loyola die dronken wordt van het vooruitzicht op de martelaarsdood... “(...) als ik Jezus Christus maar bereik.”23 Zelfrealisatie vergt hier fysieke zelfvernietiging of dematerialisatie. In de islam is een martelaar wie sterf in de (gebeurlijk gewelddadige) strijd tegen ongelovigen (defensief of offensief24).

Godsdienstig martelaarschap voltrekt zich met het oog op een beloning in het hiernamaals.25 Het filosofisch martelaarschap daarentegen biedt geen garanties en is gericht op deze wereld.26 “Het is iets groots om voor God te sterven, maar het is misschien wel grootser om te sterven voor geen God.”27 Dat geldt ook voor het politiek martelaarschap, door onder meer de hongerdood, de zelfverbranding of de zelfmoordaanslag die door Bradatan worden besproken.

Voor Gandhi was hongerstaking geweldloos verzet of 'satyagraha' waarmee macht gegeven wordt aan de machtelozen en zo speelde hij vaker met paradoxen. “'Armoede is gezegender dan rijkdom'”28, zei hij en: “'elke mislukking is voor mij een duwtje in de rug geweest.'”29 Er zijn treffende gelijkenissen met Weil waar zij zegt: “'eeuwige gelukzaligheid is een staat waarin kijken eten is'”30, terwijl Gandhi zegt: “'vasten is voor de binnenwereld wat de ogen zijn voor de buitenwereld.'”31 Bradatan: “Wat de honger uiteindelijk onthult, is ons schepsel-zijn, en wat hij tot stand brengt is zelftranscendentie.”32

Zelfverbranding was het politieke wapen van Thích Quàng Dúc (Saigon, Vietnam, 1963), Jan Palach (Praag, 1969), Mohammed Bouazizi (Tunesië, 2010). “Op Palachs begrafenis merkte iemand op: 'In wat voor land leven we! Waar het brandende lichaam van een jongen het enige licht voor de toekomst is.'” In enkele jaren tijd (2009-2014) hebben 127 Tibetanen zichzelf in brand gestoken maar ze haalden het nieuws niet (meer)... 33

De “vreselijke, traumatische slachting”34 van zelfmoordaanslagen beogen de dood van anderen, in een “publiciteitsindustrie.”35 “Hun eerste doelwit zijn (…) de toeschouwers voor wie ze hun kunststukje opvoeren.”36 “De samenleving wordt geterroriseerd maar niet geroerd.”37 “Je kunt niet tegelijkertijd echte wapens gebruiken en van je lichaam een symbolisch wapen maken; het een doet het ander teniet.”38 Het is lafheid.39 Overigens is de religie (e.g. de islam) bij terreurdaden louter een dekmantel, betoogt Bradatan want in de Koran is daar nauwelijks iets over te vinden.40

(Wordt vervolgd)

(J.B., 22 april 2025)

1Costica Bradatan, Sterven voor een idee. Filosoferen met gevaar voor eigen leven, Ten Have, Utrecht 2016. (Oorspronkelijk: Dying for ideas. The Dangerous Lives of the Philosophers, Bloomsbury Academic, 2015.)

2.O.c., p. 128.

3.O.c., p. 129.

4.O.c., p. 136.

5.O.c., p. 141.

6.O.c., p. 141.

7.O.c., p. 141.

8.O.c., p. 143.

9.O.c., p. 146.

10.O.c., p. 145.

11.O.c., p. 147.

12.O.c., p. 9.

13.O.c., p. 148.

14.O.c., p. 152.

15.O.c., p. 153.

16.O.c., p. 153.

17.O.c., p. 154.

18.O.c., p. 156.

19.O.c., p. 157.

20.O.c., p. 159.

21.O.c., pp. 159-160.

22.O.c., p. 160.

23.O.c., p. 160.

24.O.c., p. 162.

25.O.c., pp. 160-161.

26.O.c., p. 163.

27.O.c., p. 164.

28.O.c., p. 166.

29.O.c., p. 166.

30.O.c., p. 168.

31.O.c., p. 169.

32.O.c., p. 169.

33.O.c., p. 173. Nota bene: het merendeel van dergelijke zelfmoordprotesten blijft echter geheel onopgemerkt ingevolge algemene onverschilligheid, wat laat vermoeden dat ze legio zijn en hetzelfde geldt voor de ontelbare slachtoffers van de 'ingeburgerde' aanslagen met onder meer auto's, vergiften, drugs en 'medicijnen'.

34.O.c., p. 177.

35.O.c., p. 176.

36.O.c., p. 176.

37.O.c., p. 177.

38.O.c., pp. 177-178.

39.O.c., pp. 177-178.

40.O.c., pp. 178-179.

 


21-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mot in het geloof - Aflevering 3. Costica Bradatan over sterven voor een idee

 

 

De mot in het geloof

Aflevering 3. Costica Bradatan over sterven voor een idee

Het trotseren van wereldlijk nadeel, fysieke pijn en schade tot en met het risico van om te komen, gedood te worden of zelfs het bewust kiezen voor de dood zijn niet slechts waanzin, zij getuigen van een 'heilige waanzin' welke gepaard gaat met extase. In Sterven voor een idee1 onderzoekt de Roemeense filosoof Costica Bradatan de ultieme zelfopoffering bij een aantal filosofen, meer bepaald waar dezen belanden op een punt waar zij hun geloofwaardigheid zouden verliezen als zij de beker (van het lijden) aan zich lieten voorbijgaan.

Het toonbeeld hier is uiteraard Socrates die zich in zijn verdedigingsrede aldus richtte tot het volk: “Schaamt u zich niet dat u zich bekommert om geld (…) en om aanzien en eer, zonder zorg of aandacht te hebben voor bezonnenheid en waarheid en voor uw ziel (…)?”2 Met het ledigen van de gifbeker vereeuwigde Socrates zijn filosofie: de dood in dienst van de onsterfelijkheid.

Een gelijkaardig lot deelden de Alexandrijnse heidense platoniste Hypatia wiens lichaam in 415 werd uiteen gereten door een knokploeg van het regime van patriarch Cyrillus, de Dominicaan Giordano Bruno die in 1600 als ketter op een Romeinse brandstapel belandde en de Tsjechische fenomenoloog en woordvoerder van de mensenrechtenbeweging Charta 77, Jan Patočka, die in 1977 bezweek aan een hersenbloeding ingevolge uitputtende politieverhoren.

De betrokkenen blijken 'gewogen' te worden en Bradatan spreekt inzake het doorstaan van de 'test'3 over zelfverwerkelijking (c.q. Hadot) en 'zelftranscendentie'4 maar ook over 'martelaarschap'5, (c.q. Girard) over 'sacralisatie' en 'sacrificatie'6 en (c.q. Patočka en Foucault) over de 'zorg voor de ziel'7 die tegelijk een zorg is voor de gemeenschap, waarbij filosofen (sec. Rilke, Marx en Hadot) uiteindelijk het leven en de wereld moeten veranderen.8 Het trotseren van de last van het leven vindt zijn kracht in het doel, de hoogten waarin [e.g. Friedrich Nietzsche] triomfeert over alle kwellingen en vertwijfeling.9

Filosofie is vleesgeworden woord”10, zo schrijft Bradatan. “Indien Socrates de Atheense rechtbank bijvoorbeeld om vergeving had gevraagd, zou dit (…) zijn gehele filosofische onderneming ondermijnd hebben.”11 Ook Montaigne vreest de dood niet: “'We moeten hem telkens weer voor ons geestesoog oproepen, in al zijn verschijningsvormen.'”12 Bradatan verwijst naar de gewoonte van de oude Egyptenaren om hun banketten te onderbreken met het te voorschijn halen van een menselijk skelet13 en naar het Zelfportret met knekelarm van Edvard Munch.14

Heidegger vergelijkt in zijn Sein und Zeit het leven als 'Sein-zum-Tode' met een rijpingsproces: “Een vrucht is niets tenzij hij rijp is, maar zodra hij zijn rijpheid nadert, is hij zo goed als dood.”15 Hij wijst erop dat het onpersoonlijke ('das Man') ons van de dood vervreemt ('Seinsvergessenheit') en Bradatan wijst op gelijkenissen met Leo Tolstoj in De dood van Ivan Iljitsj. Het hoofdpersonage uit die roman heeft geleefd volgens de eisen van het 'men' dat de dood verdoezelt alsof die gold voor iedereen behalve voor hem. “'Het 'sterven' wordt [in het licht van het 'men'] genivelleerd tot een voorval […] dat aan niemand in het bijzonder toebehoort.'”16, zo citeert Bradatan het commentaar van Heidegger. Tolstoj verhaalt “over de fundamentele leugen waarop de 'publieke opinie' is gebaseerd en de effecten die deze kan hebben op het leven. Het is het verhaal van de meesten van ons.”17 Met het onpersoonlijk maken ervan geloven wij de dood te beheersen maar “de dood ontsnapt ons (…) [terwijl] niemand van ons aan de dood ontsnapt.”18

En dan richt de auteur zich met het mysterie tot de christelijke denker Paul-Louis Landsberg die, in een reactie op Heidegger, de dood (van de ander) ziet als een mystieke ervaring. Op het doodsbed wordt de persoon geboren: “Ons vitale medelijden (…), wordt [bij het doodsbed, direct na het overlijden] vervangen door het diepe besef dat dit wezen, in al de uniciteit van zijn persoon, er niet meer is en niet langer in dit lichaam kan terugkeren.'”19 De plotse en onomkeerbare afwezigheid van de overledene brengt ineens de unieke persoon aan het licht. “We ontdekken dat ons bestaan een brug tussen twee werelden is.”20 Landsberg spreekt (met Plato) over een extatische ervaring en verwijst verder naar het mystieke christendom dat “geen godsdienst van het leven is, de conventionele zienswijze, maar een godsdienst van de dood - van de dood als toegangspoort tot het eeuwig leven.”21 In de dood ervaart de mysticus volgens Landsberg “'de anticipatie op de dood in extase.'”22

Zoals de stier de arena in stormt, onwetend over het gevecht en zijn gewisse dood, zo komt de boorling spelend “'in een lichte wereld die hem onwetend laat over zijn bestemming en over de gevaren ervan'”23, aldus citeert Bradatan Landsberg, wiens 'ontmoeting' met de dood (d.d. 1936) in Ingmar Bergmans Det sjunde inseglet (d.d. 1957 en geïnspireerd door de vijftiende-eeuwse Zweedse schilder Albertus Pictor) werd verfilmd. “Alvorens hem te vernietigen, 'speelt' de dood een tijdje met de mens - bij Bergman speelt hij schaak, bij Landsberg corrida; de mens speelt het spel wanhopig, hij blijft tegen beter weten in hopen dat hij op de een of andere manier een kans heeft (…) de dood behaalt uiteindelijk een verpletterende overwinning.”24

Nota bene: een indrukwekkende variatie op het thema waarbij schaak gespeeld wordt voor het leven (in de gedaante van de liefde) en waarbij de ingewanden van de dood het leven een voetje lijken te lichten, vindt men terug in Kris Vansteenbrugges meesterlijke vertelling, getiteld: “Pat, godverdomme”25.

In de beide verhalen primeert de waardigheid waarmee de dood tegemoet getreden wordt. “Het is de wijsheid van Sisiphus [verwijzend naar Albert Camus], aldus Bradatan: “Het absurde van de situatie, het feit dat er geen ontsnappen aan is, de onvermijdelijkheid van de afloop; uiteindelijk doet dit alles er niet toe. Wat ertoe doet, is de daad zelf [het gevecht]. De daad is zijn eigen beloning.”26

(Wordt vervolgd)

(J.B., 21 april 2025 - Paasmaandag)

1Costica Bradatan, Sterven voor een idee. Filosoferen met gevaar voor eigen leven, Ten Have, Utrecht 2016. (Oorspronkelijk: Dying for ideas. The Dangerous Lives of the Philosophers, Bloomsbury Academic, 2015.)

2O.c., p. 46, verwijzend naar: Plato, Apologie 29d-e.

3O.c., p. 17 en p. 141.

4O.c., p. 144.

5O.c., p. 20.

6O.c., pp. 21-22.

7O.c., p. 139 en pp. 35-36.

8O.c., pp. 37-38v.

9O.c., p. 48.

10 O.c., p. 50.

11.O.c., p. 50.

12.O.c., p. 67.

13.O.c., pp. 69-71.

14.O.c., pp. 74-79.

15.O.c., pp. 84-86.

16.O.c., pp. 95-96.

17.O.c., p. 97.

18.O.c., p. 99.

19.O.c., p. 103.

20.O.c., p. 104.

21.O.c., p. 107.

22.O.c., p. 109.

23.O.c., p. 112.

24.O.c., p. 114.

26Costica Bradatan, o.c., p. 121.

 


20-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De mot in het geloof - Aflevering 2.

 

 

De mot in het geloof

Aflevering 2.

De 'ek-stase' die heldendaden begeleidt, is zoals het woord het zegt een 'buiten-zichzelf-staan' maar dat is een toestand waartoe men gedwongen wordt van zodra men wordt gedreven door idealen die maken dat men de natuurlijke levensdriften naast zich neerlegt of tegenspreekt. Immers, geesteszieken buiten beschouwing gelaten is niemand in staat om zichzelf pijn te berokkenen of om te brengen als daar niets tegenover staat dat zo'n verregaande uitdaging van het fysieke verantwoordt en om die reden ook wordt heldendom vaak verkeerdelijk met geestesziekte verwisseld.

De mogelijkheid om aldus 'tegennatuurlijk' te handelen is er uiteraard bij de gratie van het menselijk verstand dat ons het inzicht kan verschaffen in het gebeurlijk onvermijdelijke samengaan van het waardevolle met het pijnlijke of zelfs in het onoverkomelijke coëxisteren van het waardevolle met wat het eigen lichaam kan schaden of vernietigen.

Het inzicht in de noodzaak is zoals Spinoza suggereert wat het ons mogelijk maakt om vrede te nemen met zekere beperkingen, waartoe ook deze behoren die wij onszelf opleggen, en dat zijn dan handelwijzen van morele aard: zij tillen ons boven het louter dierlijke deel van ons mens-zijn uit en brengen ons in de sociaal-morele sfeer waarin die daden een zekere vanzelfsprekendheid en wenselijkheid genieten. Van zodra de morele kwaliteit van een gemeenschap een zekere graad van rijpheid bereikt, wordt het voor de geassocieerden zelfs bijzonder ónvanzelfsprekend of zelfs onmogelijk om 'immoreel' te handelen, al is de term 'asociaal' hier verkieslijk.

De sociale dimensie van het mensdom wordt gedragen door het algemeen verbreide vermogen tot 'uitstel van bevrediging' dankzij de werking van het verstand en uiteraard ook van de opvoeding, zoals reeds lange tijd bekend in de psychologie. Het leed dat dit moreel gegronde 'uitstel' begeleidt, wordt aanvaardbaar in het licht van de maatschappelijke veroordeling in geval van immoraliteit maar de dreiging van de genoemde (en niet geringe) sociale bestraffing is een negatieve sanctionering terwijl daar waar authentieke ek-stase moreel hoogwaardig gedrag faciliteert, nog heel andere krachten aan het werk zijn waarvan het verstandelijke inzicht het meest voor de hand liggende maar niet het enige en ook niet het belangrijkste is. Men kan vrede nemen met uitstel van bevrediging omdat men anders sociaal gesanctioneerd wordt (en dan is sprake van een geconditioneerde vrede) maar ook omdat men inziet dat dit door elkeen gewenste gedrag ook loont (waarbij de instemming dan resulteert uit inzicht, wat neerkomt op zelfconditionering) maar de drijfveer kan ook vrijheid zijn en dan niet zozeer de individuele keuzevrijheid maar de menselijke vrijheid als zodanig waaraan men door het stellen van de morele handeling in kwestie, geloof schenkt.

De ek-stase waarvan sprake wordt nu precies verwekt door de genoemde schenking (van geloof) en ook andersom versterkt de ek-stase het faciliteren van de schenking van geloof en van vrijheid omdat zij de onzekerheid die gepaard gaat met het uit de hand geven van controle of dus met het schenken van vertrouwen, in haar schaduw stelt. Geloof, vrijheid, vertrouwen en ek-stase vallen samen in een daad waarvan de kwaliteit niet langer meetbaar is in termen van nut of van inzicht. Temeer daar die daad in het licht van de wetten die de huidige wereld beheersen, het leven eist van wie hem stellen en in dat licht ook 'waanzin' heet, daar het wereldlijke in de greep is van het kwaad.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 20 april 2025 - Pasen)



 


19-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mot in het geloof

 

 

De mot in het geloof

Het is een waarheid als een koe dat wie tot een minderheid behoren, onrecht worden aangedaan. Niet per definitie, soms per ongeluk en ook niet om de haverklap maar vaker genadeloos en tot het bittere eind omdat de pikorde een onmiskenbare maatschappelijke realiteit is. Soms zijn onrechtplegers zich niet bewust van wat zij doen omdat het onrecht dikwijls structureel van aard is. Een rolstoelgebruiker ervaart onrecht waar een trap hem de toegang tot een openbaar gebouw belet of waar anderszins gepaste infrastructuur ontbreekt. Onrecht wordt ervaren waar voorrechten ingeburgerd zijn of voor vanzelfsprekend worden gehouden en waar niet wordt opgetreden tegen discriminatie.

Komt daarbij dat minderheden dankbare zondebokken zijn terwijl de nood aan zondebokken toeneemt evenredig aan de aanwas en de ernst van maatschappelijke frustraties die altijd van de partij zijn in crisistijden, waaronder in de eerste plaats moet verstaan worden: tijden van laagconjunctuur of perioden van stijgende levensduurte, geringe koopkracht, toenemende onveiligheid, onzekerheid en vrijheidsbeperking. Waar leed is, wordt naar schuldigen gezocht want het geloof in heuse daders achter ongewenste toestanden volgt uit de wens om de situatie onder controle te krijgen: het volstaat dan om de vermeende daders te vatten teneinde verder leed te voorkomen of alvast die illusie op te kunnen hangen.

Opvallend daarbij is dat vermeende daders door de band helemaal niet op grond van feiten en middels rationeel onderzoek worden opgespoord, aangeduid en beschuldigd: die methode is alleen gangbaar bij professioneel opgeleide specialisten in gerechtszaken. In de goegemeente wordt het onheil, vaak zelfs als het veroorzaakt wordt door ontij of door plagen, direct aan daders toegeschreven en dan kijkt men in de eerste plaats in de richting van individuen die reeds met één been buiten de gemeenschap staan: verschoppelingen, vreemdelingen, mensen in wie men zich schaamt omwille van hun eigenaardigheden of lui die meestal onterecht gewantrouwd worden, kortom: minderheden.

Men doet dat ook heel bewust omdat men weet dat als men deze lieden iets aandoet, men van hen maar weinig te vrezen heeft, zij vormen immers een minderheid en uiteraard is hun weerbaarheid navenant. Het lijkt onlogisch en het is oneerlijk maar het zijn uitgerekend degenen die reeds onrecht te verduren hebben, die als zondebokken worden uitgekozen. De hypocrisie daarrond is mateloos, kijk maar hoe premier De Wever, nu men wenst dat werkloosheid zal beperkt worden in de tijd, zich haast om alsnog wie de dupe zijn van het onrechtvaardige arbeidsmarktsysteem de schuld daarvan te geven en laf na te trappen met de uitspraak dat België “zo goed als het laatste land ter wereld was waar inactief zijn een levenskeuze kon zijn.”1

Argumenten voor de beschuldigingen zijn er niet, of beter: de argumenten die worden opgedist, snijden geen hout, het zijn ofwel verzinsels waar spontaan iedereen geloof aan hecht om tot een 'oplossing' te kunnen komen (“We hebben de dader(s) gevat!”) ofwel hebben ze te maken met bijgeloof en zijn ze irrationeel (“Die lui zijn behekst!”). Het gemak waarmee onschuldigen die in de onmogelijkheid verkeren zich te verweren of die dat weigeren te doen, beschuldigd worden, is even verbluffend als de vrees om daders die zich bovenaan op de sociale ladder bevinden, met de vinger te wijzen.

Wie opkomen voor zekere rechten moeten bereid zijn om te werken aan het bijstellen van de voor het onrecht verantwoordelijke structuren. Daar het dan meer bepaald gaat om een actiebereidheid, kunnen wie helemaal niets ondernemen, zich nimmer vrijpleiten van schuld, ook niet als zij vredelievend zijn, pacifistisch, of zelfs behulpzaam. Een vreedzame toeschouwer van een valpartij is schuldig omdat hij toeschouwer is. De wet gebiedt hulp aan burgers in nood, alleen zijn nood alsook onrecht niet altijd even zichtbaar. En de meeste zaken zijn helemaal niet in wetten te verankeren.

Noch de 'camera obscura' van Hildebrand noch de hedendaagse niet te tellen onbemande camera's alom zijn in staat om vast te stellen dat iemand een ander negeert terwijl dit een gangbare vorm van pesten is. Niemand kan uitmaken of iemand met opzet op andermans tenen trapt. En soms verkapt een banaal ongeluk een aanslag met ernstige gevolgen zonder dat ook maar iemand het merkt, behalve de getroffenen. De mannen die vrouwen en kinderen lieten verdrinken op het schip dat zij eerder hadden uitgeroepen tot 'the unsinkable' waren voor immer onbesproken gebleven zonder de getuigenissen van overlevenden over de bemanning van de reddingssloepen en over het meedogenloze neerlaten van de hekken door passagiers van eerste klas. Dit verraad tekende zelfs de meest trouwe aanhangers van Christus in zijn doodstrijd, zoals de overleveringen getuigen en zij komen er allemaal mee weg, kennelijk geholpen door een vreemdsoortige solidariteit.

Dat Nero's, Napoleons, Trumpen en Poetins dag in dag uit mogen liegen en moorden terwijl zij kunnen blijven rekenen op sympathie en bijval van de massa, laat zien dat het wezen van de sympathie allerminst een authentiek gevoel is doch een toneel waarin de spelers zichzelf met voorgewende lofbetuigingen dermate voor de gek houden dat zij gaan geloven dat echte bewondering aan de oorsprong daarvan ligt. Precies hetzelfde gebeurt met geloofsbelijdenissen: door iets almaar te belijden, gaat men op den duur aan zijn bewering geloof hechten, precies zoals een aanvankelijk groene lach uiteindelijk vrolijk maakt en voorgewende tranen gaan bedroeven, zelfs als zij geplengd worden op de uitvaart van een dictator-massamoordenaar want mensen in de greep hebben, houdt in dat men hen kan doen liegen.

Componisten vertellen ons dat de beste muziek zichzelf schrijft en romanciers hebben het over personages die op den duur hun eigen gangetje gaan terwijl zij wie hun schepper is, prompt degraderen tot hun verslaggever. Het is niet per definitie zo dat blijheid ons doet lachen en droefenis tranen doet vloeien maar heel vaak andersom maakt zinloos lachen blij en wenen triestig. De verzinsels of verhalen gaan vooraf aan een authentieke vervoering in de ziel van wie ze aanhoren en of zij verzonnen zijn of waar, interesseert dan helemaal niemand meer omdat de extase die zij teweegbrengen niet wordt onderscheiden van de vervoering welke echte heldendaden begeleiden. En uitgerekend daar zit de mot in het geloof.

(J.B., 19 april 2025)




 


18-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De alerte lezer: het schrikkeljaar van Stijn Streuvels

 

 

De alerte lezer:

het schrikkeljaar van Stijn Streuvels:

 

 

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2650393

(Zie: "De voorleesclub")

 

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De aanbidding der wijzen, c.1455 (eiken paneel) (The Adoration of the Magi, c.1455 (oak panel)) Rogier van der Weyden

De aanbidding der wijzen, c.1455 (eiken paneel)

(The Adoration of the Magi, c.1455 (oak panel))


Rogier van der Weyden

 







Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mattheuspassie Bach

Mattheuspassie Bach


16-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)

Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)

Onze-Lieve-Vrouwetoren Nieuwpoort, 

25 april 2025 - 12 september 2025

Vrijdag 10-13u  Zaterdag 10-12 u

www.dirkdhulster.org 

Zie ook: "De geboorte van de oorlog":

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2649724 






Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trump en Harvard

 

 

Trump en Harvard

Trump en Harvard: de politiek die de wetenschappelijke waarheid stuurt. Tenminste, als het zo is dat er nog een wetenschappelijke waarheid bestaat. Kijk maar naar de coronacrisis die het kamp der wetenschappers in twee verdeelde, en welhaast fifty-fifty, aangezien de helft van de huisartsen eraan dachten om hun praktijk op te doeken. Alleen werd die politiek rebelse helft geweerd uit de media, die immers politiek bezit zijn.

Maar die malaise bestaat al langer, getuige de verdeeldheid omtrent onder meer het darwinisme. En dat aldaar de politiek de wetenschappelijke waarheid stuurt, mag ontegenzeggelijk blijken uit het pleidooi destijds van Johan Braeckman die van de politiek een subsidie in de wacht sleepte voor de promotie van het darwinisme, daarbij voorbijgaand aan het aperte onverstand waarvan die daad getuigd heeft want wie zou het in zijn hoofd halen om pakweg de stelling van Pythagoras te gaan promoten?

Komt daarbij dat deze overijverige lui de postjes bezetten die boven elke discussie verheven principieel voorbehouden zijn aan mensen die de universaliteit van de waarheid verdedigen en derhalve de open debatcultuur. Wat betreft dat laatste zorgde de genoemde 'wetenschapper' er ook al voor dat reuzen zoals Heinrich Heine en Voltaire zich omdraaiden in hun graf, met name door te pleiten voor een spreekverbod voor mensen met een visie die afwijkt van de 'politiek gestuurd wetenschappelijke' (!) die zich in de media (die de hare is) aanprees met het inmiddels beruchte devies, recht uit het dystopische universum van George Orwell: “Luister alleen naar het officiële nieuws!”

In het zog van Chomsky en Herman, incluis hun voorgangers uit het begin van de twintigste eeuw, en zij allen geruggensteund door Karl Marx, wijst Jaap Kruithof er in “Het neoliberalisme” op dat in een kapitalistisch bestel, gedreven door blinde hebzucht, uiteindelijk een suïcidale economie elke handel en wandel africht op de bodemloze put waarmee zij samenvalt.

Via de corrupte massa in het democratisch bestel dicteert het geld de wet en de waarheid. Zelfvoldane doch impotente politici mogen doen alsof zij het zijn die deze zaakjes regelen: dat is het overeengekomen loon dat zij ontvangen in ruil voor hun hoererij. Niet Trump is aan de macht, niet de politici: in het kapitalisme regeert de economie en wel als een heuse 'religie', wat 'overgave' betekent, want de hebzucht is zoals elke andere verslaving onverzadigbaar en zij wordt niet gestuurd door mensen doch door begeerte die, zoals wij allen heel goed weten, blind is. 

(J.B., 16 april 2025)




 


14-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hedendaagse kunst: Dirk D'Hulster: De geboorte van de oorlog

 

 

Hedendaagse kunst:

 

Dirk D'Hulster:

 

De Geboorte van de Oorlog

the Birth of War 

Les Entrailles de la Guerre

 

https://vimeo.com/1070757397 

 

(NB: Dit is een muziekvideo, gebruik de koptelefoon!)

 

 

 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Audio-visuele installatie

Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)

Onze-Lieve-Vrouwetoren Nieuwpoort, 

25 april 2025 - 12 september 2025

Vrijdag 10-13u  Zaterdag 10-12 u

www.dirkdhulster.org 

Zie ook: "De geboorte van de oorlog":

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2649724 






13-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cryptofascisme

 

 

Cryptofascisme

Slachtoffers zijn quasi onzichtbaar zoals de dode rat in het grint omdat het fascisme zelf zich verschuilt achter nepdoctrines.

In het woord fascisme zit het Latijnse 'fasces', wat wil zeggen 'roeden' of 'stokken' maar het kan ook 'bende' betekenen: fascisme is slaan of dwingen met geweld. In het Oud-Griekse woord 'crypto' zit het woord 'kruipen' of 'wegkruipen', 'zich verbergen'. Cryptofascisme is verborgen dwingelandij die maakt dat wij onvrij zijn terwijl we het niet eens weten omdat de ketenen die ons verankeren, aan het oog onttrokken blijven.

We verkeren dan in de illusie van vrijheid omdat we de dwang niet voelen, zoals in de hebzucht. We geloven dan dat we geld verwerven terwijl andersom het geld ons te grazen neemt.

Verhalen over moorddadige mensen, economie en politiek illustreren dit cryptofascisme. Ze tonen de leugen als dienstmaagd van de moord en hoe lastig verzet hiertegen is omdat het kwaad rondwaart in krochten.

In Schuldig verzuim van Jean-Paul De Corte wordt de andere kant op gekeken, in Het neoliberalisme van Jaap Kruithof verschuilt zich verknechting onder de vlag van 'libertas' (vrijheid) en in Manufacturing Consent van Noam Chomsky en Edward Herman blijken onze informatiekanalen geperverteerd, desinformatief.

Onder het voorwendsel van zelfverdediging besteelt een zelfverklaarde, verwaande elite het volk om de oorlogen te bekostigen die zij met dat doel in scène zet en maakt meteen korte metten met haar overschot aan levend speelgoed.

Zij voederde haar vee met de illusie van zelfbestuur en door het democratisch verkozen fascistisch bewind in de waan gebracht dat het zichzelf verdedigt, brengt het zichzelf nu om teneinde alsnog te ontkomen aan de schande van desertie. “Krieg und Leichen, die letzte Hoffnung der Reichen”.

(J.B., 13 april 2025)



 


10-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De transformatie van de wereld

 

 

De transformatie van de wereld

Ziet gij hoe de wereld nu veranderd is? Ik moet moeite doen om Van Togenbirger te kunnen verstaan en neig mij wat voorover. Op het tafeltje waaraan wij zitten, staan een waterkruik en twee volle glazen.

Ze hebben het eerst geprobeerd met de preekstoel, dan met onderwijs, met televisie, met de computers en tenslotte met de pandemie maar het sluitstuk is steeds weer de oorlog, dat is de oude beproefde methode om van alle mensen puppets on a string te maken. Je kent die hit toch nog?1

De preekstoel is de voorloper van de televisie en met de preekstoel wordt het gesprek van weleer, de dialoog die al uit de Oudheid stamt en waarmee Plato zich een plek heeft veroverd aan de sterrenhemel, eens en voorgoed verminkt: de tweespraak, de gedachtewisseling, die aan de oorsprong van ons denken ligt, wordt verarmd tot éénspraak, en als dat woord nog niet bestond, dan bestaat het nu en éénspraak betekent bevel, imperatief, woord van de imperator, de heerser over het imperium: hij spreekt en duldt geen wederwoord, geen tegenspraak, zijn woorden zijn bevel, de legerscharen luisteren en voeren uit wat hij dicteert, zij gehoorzamen met de monden dicht, hij heeft alle tongen afgehakt, alleen de zijne weergalmt over het strijdperk, alleen zijn taal telt.

De imperator heeft zich voorzien van duizenden tentakels, onderwijzers, schriftgeleerden, geleerden van zijn schrift, zijn heilige schrift, de enige, heilige algemene schrift en zij zijn zijn duizend echo's die zijn woord nabootsen, vermenigvuldigen, over alle strijdperken ter wereld laten galmen zodat iedereen gehoord heeft wat hij heeft bevolen en zodat iedereen gehoorzaamt en doet wat hij beval. Hij beveelt de massa zoals een hoofd van een lichaam de ledematen beveelt en zij gehoorzamen en voeren uit wat hij zegt, het lichaam onder het hoofd is a puppet on a string. Het onderwijs is geboren, de echo's van de imperator worden op hun beurt nagebootst door alle mensen als zij nog kinderen zijn die in blind vertrouwen na-apen wat hen wordt voorgezegd en voorgedaan.

En dan komen de radio en de televisie en met hun komst begint het allemaal een beetje toverachtig te worden: de mensen trachten naar de avond en zij eten snel om dan voor het kastje te gaan zitten, het testbeeld, eerst begeleid door een hoge la, een pieptoon die aanhoudt totdat het uur is aangebroken om dan over te gaan in muziek, want de Tv-zender heeft een orkest dat wijsjes speelt die de show inleiden. Er staan knoppen aan het kastje en door eraan te draaien krijgt men het testbeeld recht, de cirkels rond, de rechthoeken mooi vierkantig, de schakeringen van grijs tussen wit en zwart, zo alles op een rijtje, in afwachting van een presentatrice die toch zeker niet vervormd mag zijn daar zij een filmster is, de filmster immers wordt geboren met de komst van de Tv, zij is een machtig wapen, heeft gezag vanwege het feit van de toverij want allen kunnen wij haar zien, de duizenden kijkers in het ganse land en zij ziet ons niet, al krijgt men wel die verdomde illusie.

Ten tijde van de preekstoel was er ook eenrichtingsverkeer maar het was nog niet zo geperfectioneerd als in het begin van de voorgaande eeuw dat met de kijkbuis het geval werd: men werd geacht te zwijgen en te luisteren naar meneer pastoor en dat deed men ook, één enkele uitzondering niet te na gesproken, zij heette 'de blauwe madam' vanwege haar liberale overtuiging, en op een keer tijdens de preek veerde zij plots recht en riep waar gans de kerk het hoorde: “Waar er zo gelogen wordt, blijf ik niet!”, waarop zij prompt naar buiten stapte uit de kerk, een vreemde stilte nalatend van twee of drie seconden. Welnu, de televisie heeft de éénspraak geperfectioneerd: reageren is niet langer verboden, het is immers onmogelijk geworden om de dictator van antwoord te dienen. De kijkers kijken en als de filmster overschakelt van praten naar zingen, veranderen zij allemaal in kleuters en zij zingen gewoon mee.

Computers verbieden de antwoorden van de massa niet en zij maken ze ook niet onmogelijk want zij gaan nog een stapje verder: zij schenken, te nemen of te laten, de illusie dat iedereen antwoorden kan en gehoord wordt door de imperator, de imperator mundi, en als kers op de taart spotten ze ook nog eens met jan met de pet door hem in een onmogelijk keurslijf te dwingen: jan met de pet denkt te kunnen antwoorden en dat doet hij ook maar er wordt hem wel gevraagd dat hij zijn mond houdt als hij antwoordt; zijn stem telt immers helemaal niet mee, hij dient les te halen bij een instructrice, typeles zoals dat heet, om op een toetsenbord zijn krom gewerkte handen, zwijgend en alleen door norse vloeken onderbroken, wat hij zeggen wilde om te zetten in een getokkel vanjewelste totdat hij er de kramp van, krijgt. Ja, zo spotten ze andermaal met jan met de pet en met an met de pet.

En dat was nog niet genoeg, er moest dan ook nog een pandemie komen en wat niemand geloven kon, gebeurde, en nu zijn er nog mensen die niet geloven kunnen dat het effectief gebeurd is: iedereen, de wereld rond, werd letterlijk gemuilkorfd. Verboden uit uw kot te komen en wie het toch doet: duizend euro boete. Verboden nog op straat te lopen. Verboden elkaar te naderen op minder dan anderhalve meter. Verboden te praten. Verboden het masker af te zetten (uitgezonderd de rokers). En na, hoe lang heeft het geduurd, dat spel? Hoeveel doden heeft het gemaakt? Na dat spel een andere wereld, en dat wilde ik zopas zeggen maar niet zonder het eens op te rakelen omdat wonder boven wonder de meeste mensen het allang vergeten zijn. Maar zij vergaten ook, mijn beste, hoe het was voordien, en bijgevolg zien zij niet meer wat er veranderde, wat hen ontnomen werd, wat ons allemaal ontnomen werd. Hier en daar is er nog eentje die zegt: maar waar zijn allemaal die cafés naartoe? Als we met iemand willen praten, moeten we ons abonneren op hoe heet die provider ook weer? En moeten we achter een klavier gaan zitten, tikken, wat zeg ik? Tikken met een robot, ja, een robot staat ons nu te woord en het is net een mens, zo zegt men ons: gij zult het verschil niet eens merken! 

Bij die woorden slaat Van Togenbirger met een vuist op tafel, de twee glazen vallen om alsook de kruik, het drietal rolt van het tafelblad, wij doen geen moeite om de ramp te voorkomen, de glazen breken in stukken tegen de stenen vloer, het water maakt mijn broek nat en mijn mouwen en ook die van Van Togenbirger en hier be-eindigen wij dan ook het gesprek en gaan wij elk ons weegs om ons te gaan verversen en terwijl wij naar buiten lopen, horen wij de bommen ontploffen in de straten, op de pleinen en op het tuinpad van mijn vader.2

(J.B., 10 april 2025)


09-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 9: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg 2 en slotwoord)

 

 

Manufacturing Consent (Chomsky & Herman)

Over de leugenfabriek van de demon van het geld

Aflevering 9: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg 2 en slotwoord)

De vierde filter: Flak en de handhavers

Flak of negatieve reacties op mediazaken brengen schade toe (b.v. boycot) en moeten voorkomen worden. Hoe machtiger een organisatie, hoe groter het vermogen om flak te produceren en aldus linkse reacties te fnuiken, wat gebeurt middels gespecialiseerde bedrijven zoals AIM (Accuracy In Media): “AIM heeft als functie om de media lastig te vallen, en ze ertoe aan te zetten zich te houden aan de agenda van het bedrijfsleven en een onverzoenlijk, rechts buitenlands beleid te steunen.”1

De vijfde filter: anti-communisme als controlemechanisme

Anti-communisme is een ideologie waarmee het volk kan gemobiliseerd worden tegen ongeacht welke vijand. “Als de overwinning van het communisme het ergst denkbare resultaat is, kan de overheid de steun voor het fascisme elders in de wereld rechtvaardigen als het minste van twee kwaden.”2 Iedereen staat onder grote druk om te laten zien hoe anticommunistisch men wel is. Zo bijvoorbeeld pakte de regering van Juan Bosch op de Dominicaanse Republiek de corruptie aan, lanceerde massa-educatie en handhaafde burgerlijke vrijheden voor o.m. communisten en radicalen maar de VS onder Kennedy keerden zich van hem af en vielen de Dominicaanse Republiek binnen om te verhinderen dat hij opnieuw aan de macht kwam.3 Onder het voorwendsel van het anticommunisme vielen de VS binnen in Guatemala (1947-1954), in Brazilië (1964) en in Nicaragua (1981-1987). Als de haat groot genoeg is, worden bewijzen omtrent misstanden overbodig. Roddel neemt de plaats in van analyses.

Tweedeling en propagandacampagnes

De vijf filters selecteren wat groot nieuws kan worden en de media aanvaarden dit zonder meer. Dissidente meningen gaan door voor ongeloofwaardig, ze zijn 'niet nieuwswaardig'.4

Slotwoord

In de vijfhonderd pagina's die nog volgen, worden de (schokkende) gevalstudies (waarvan in de eerste afleveringen alhier reeds de actualiseringen bij de nieuwe uitgave van Manufacturing Consent aan bod kwamen) bijzonder gedetailleerd en gedocumenteerd behandeld. Zij zijn onderwerp per onderwerp afzonderlijke besprekingen waard doch hier moeilijk samen te vatten op een min of meer leesbare wijze aangezien het gaat om buitenlandse politiek uit het verleden waarmee wij hier niet zo vertrouwd zijn, meer bepaald de politieke terreur van de VS. We onthouden de meedogenloosheid waarmee zich een politieke logica voltrekt die zich in de toekomst alleen maar lijkt te zullen bestendigen als een fatale 'vrucht' van een niets en niemand ontziend, blind kapitalisme. De actuele ontwikkelingen in de VS maar ook in de overige staten in het 'Westen' in de richting van een regelrecht totalitarisme en fascisme laten niets aan de verbeelding over. De vuurlinie werd reeds gecreëerd en het aantal slachtoffers neemt gestadig toe, met gulzige teugen slorpt de bewapening de welvaart van weleer op: eerst de bijeen gespaarde miljarden, vervolgens de kinderen en alle toekomstdromen. Frappant maar helemaal niet verwonderlijk is wel dat de agressie van het westerse egocentrisme en egoïsme zich niet langer richt of kan richten op de uitgebuite werelddelen van weleer en derhalve suïcidaal of beter: genosuïcidaal is geworden. De Westen brengt zichzelf ten onder.

(J.B., 9 april 2025)

1Ib., p. 112.

2Ib., p. 115.

3Ib., pp. 115-116.

4Ib., pp. 117-118.


08-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 8: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg: de derde filter)

 

 

Manufacturing Consent (Chomsky & Herman)

Over de leugenfabriek van de demon van het geld

Aflevering 8: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg: de derde filter)

De derde filter: nieuwsgaring in de massamedia

De media hebben uiteraard niet het geld om overal reporters ter plekke te betalen: zij moeten kunnen rekenen op informatiebronnen, vooral te vinden in het Witte Huis, het Pentagon, de ministeries, het stadhuis en de politiekantoren alsook bij grote bedrijven. Journalisten zijn geneigd (ze kunnen moeilijk anders) om dat allemaal voor waar aan te nemen. “Overheidsorganen en grote bedrijven, de primaire nieuwsbronnen dus, investeren veel in publieksvoorlichting en krijgen daardoor een directe lijn naar de media. Zo heeft het Pentagon een afdeling voor informatie en voorlichting met vele duizenden werknemers en een budget van honderden miljoenen dollars per jaar. Daarbij vergeleken verzinken de middelen van een andersdenkende of een actiegroep in het niet.”1 “Alleen het bedrijfsleven heeft de middelen om openbare informatie en propaganda te produceren op dezelfde schaal als het Pentagon en andere overheidsinstanties.”2

Om hun positie als nieuwsbron te behouden doen zijn veel moeite om het de journalisten makkelijk te maken. “Persvoorlichters 'geven de journalisten op het juiste moment het materiaal dat door hun team in zijn eigen tempo is geproduceerd'”,3 wat neerkomt op subsidiëring maar wel met belastinggelden. “De burgers betalen er dus voor om te worden bestookt met propaganda in het belang van machtige groepen zoals militaire aannemers en andere sponsors van staatsterrorisme.”4

Het is erg moeilijk om autoriteiten waar je afhankelijk van bent voor het dagelijks nieuws leugenaars te noemen, ook als ze totale onzin verkopen.”5 Een van de talrijke voorbeelden van de auteurs: “Zo weigerde het ministerie van defensie om deel te nemen aan gesprekken over defensiekwesties op de nationale radio als er deskundigen van het Center for Defense Information in het programma zouden zitten.”6 “Ze slagen erin om met dreigementen de toegang tot een medium te monopoliseren.”7

Wars van het bestaan van uiterst respectabele bronnen die met veel gezag een afwijkende mening verkondigen, bieden overheid en bedrijven ook 'deskundigen' aan die worden ingehuurd. “Je koopt ze en zorgt er zo voor dat (…) het terrein van de opinievorming 'overspoeld wordt met diepgaande academische onderzoeken', voorzien van de gewenste conclusies.”8 “Door mensen die het gewenste standpunt verkondigen veel aan het woord te laten, verlenen de media ze een zekere status en worden ze vanzelf de eerste keuze als er een mening of analyse nodig is.”9 Een dankbare spreekbuis van het establishment zijn ook de overlopers die 'het licht hebben gezien'.10

(Wordt vervolgd)

(J.B., 7 april 2025)

1Ib., p. 101.

2Ib., p. 103.

3Ib., p. 104.

4Ib., p. 105.

5Ib., p. 105.

6Ib., p. 105.

7Ib., p. 105.

8Ib., p. 107.

9Ib., p. 108.

10Ib., p. 108-109.


07-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 7: Het propagandamodel en zijn vijf filters

 

 

Manufacturing Consent (Chomsky & Herman)

Over de leugenfabriek van de demon van het geld

Aflevering 7: Het propagandamodel en zijn vijf filters

In een wereld waarin de rijkdom ongelijk verdeeld is (…) moeten [de media] systematisch propaganda verspreiden om [hun] functie [amuseren, informeren, waarden en normen bijbrengen] te kunnen vervullen.”1 In een staatsbureaucratie is het makkelijk aan te tonen dat de media in dienst staan van de elite maar waar de media in particuliere handen zijn en er geen officiële censuur is, blijft “de gigantische ongelijkheid in middelen waarover diverse media beschikken”2 buiten beeld, alsook “de gevolgen voor de toegang tot [het] bestel (…) en voor het gedrag en functioneren daarvan.”3 Het propagandamodel laat zien hoe de macht het nieuws selecteert. Er zijn vijf filters die bepalen wat nieuws is en die elkaar versterken: “(1°) de omvang, de concentratie van eigendom en de winstgerichtheid bij de belangrijkste mediaondernemingen, en het kapitaal van de eigenaren; (2°) reclame als belangrijkste inkomstenbron van de massamedia; (3°) afhankelijkheid van de media van informatie verstrekt door de regering, bedrijven en 'experts' die gefinancierd en goedgekeurd zijn door deze primaire bronnen en machthebbers; (4°) flak4 als middel om de media te disciplineren en (5°) 'anticommunisme' als nationale geloofsleer en controlemechanisme.”5 Die censuur is “zodanig ingeburgerd (…) dat journalisten (…) zichzelf ervan kunnen overtuigen dat ze het nieuws 'objectief' (…) selecteren (…).”6 Pas in macroperspectief komen manipulatie en partijdigheid aan het licht.7

De eerste filter: omvang, eigenaren en winstgerichtheid van de massamedia

Het verwerven van media wordt belet door het grof geld. Een voorbeeld is de opkomst in het Engeland van de eerste helft van de negentiende eeuw van de radicale arbeiderspers: de elite beschouwde die als een bedreiging en drukte ze met allerlei dwangmaatregelen (o.m. belastingen) de kop in. Toen begin twintigste eeuw Labour opkwam, werd die partij door geen enkele krant gesteund wegens te hoge investeringskosten (o.m. in machines).8 De auteurs tonen met cijfermateriaal aan dat ook in de VS zelfs kleine kranten onbetaalbaar werden. De theorie van Ben Bagdikian dat een kleine groep mediabedrijven “'een nieuw particulier ministerie van Informatie en Cultuur', vormt dat de nationale agenda kan bepalen”9 strookt niet met de feiten die door de auteurs bij naam, nauwkeurig en cijfermatig worden beschreven: de 24 winstgerichte topmediabedrijven die 3 televisienetwerken, de grootste kranten en tijdschriften alsook de uitgeverijen van boeken in handen hebben, zijn gemiddeld 2,6 miljard dollar waard en hebben een gemiddelde nettowinst van 183 miljoen dollar. Ze zijn volledig geïntegreerd in de markt, staan onder druk van bankiers, speculanten en adverteerders en zijn derhalve volledig gecommercialiseerd of dus helemaal niet bezig met de waarheid doch slechts met de winst.10 Ze zijn ook technisch en juridisch afhankelijk van de overheid die hen via die weg disciplineert. Uit cijfers blijkt “dat 15 van de 95 externe bestuurders van tien grote mediaconcerns vroeger voor de overheid hebben gewerkt. (…) De draaideur - waarbij werknemers van de regelgever vertrokken naar de gereguleerde bedrijven en omgekeerd - was een gangbare praktijk in de periode waarin de oligopolistische structuur van de media en netwerken tot stand kwam.”11

De tweede filter: de financiering komt van de adverteerders

Adverteerders kregen de macht om kranten te maken of te breken, aangezien kranten zonder hun steun economisch niet langer levensvatbaar waren.”12 Niet de keuze van de koper maar die van de adverteerder stuurt de media die zich daardoor ook verder concentreert (grotere oplage, minder keuze). Adverteerders hebben minder belangstelling in armere lezers (die geen kopers zijn) zodat de komst van reclame de radicale kranten en de arbeiderspers benadeelt: de pers van het establishment slokt alles op en de Labourpartij verliest stemmen. Vandaar focussen de media ook op de 'kwaliteit' van hun lezers en kijkers: ze gaan na of ze koopkrachtig zijn (met de nieuwe salestool CAP of 'Client Audience Profile'.)13 “Het idee dat de massamedia 'democratisch' zijn omdat ze een groot publiek willen bereiken, krijgt hierdoor een stevige knauw. Ter vergelijking: de tegenhanger van dit systeem in de politiek zou een naar inkomen gewogen kiessysteem zijn.”14 Adverteerders programmeren televisie omdat zij de programma's kopen. “Bijgevolg concurreren de media met elkaar om adverteerders binnen te halen: ze leiden gespecialiseerd personeel op dat adverteerders benadert en zien zich verplicht om uit te leggen hoe hun programma's de behoeften van de adverteerders vervullen.”15 Concreet: “Voor een televisieomroep betekent en stijging of daling van de kijkcijfers met één procentpunt een verandering in de reclame-inkomsten van tachtig tot honderd miljoen dollar per jaar.”16 Zo leidde in 1985 de vertoning van Hungry for profit waarin kritiek geleverd werd op de activiteiten van multinationals in de derde wereld tot anticiperende zuivering van het programma en zware sancties. De uitzending werd 'antibusiness' en 'anti-Amerikaans' genoemd. Adverteerders zijn conservatief, steunen het establishment, zijn tegen milieukritiek, pro militaristisch en dictatoriaal. Zo werden geplande milieudocumentaires van NBC opgedoekt wegens gebrek aan sponsoring ingevolge kritiek op bedrijven. Intussen worden ze vrijwel onmogelijk.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 6 april 2025)

1Ib., p. 77.

2Ib., p. 77.

3Ib., p. 77.

4Flak is scherpe kritiek of tegenstand, oorspronkelijk: luchtafweergeschut (Flugabwehrkanone).

5Ib., p. 78.

6Ib., p. 78.

7Ib., pp. 78-79.

8Ib., p. 80.

9Ib., p. 81.

10Ib., pp. 82-85.

11Ib., pp. 92-93.

12Ib., p. 94.

13Ib., p. 96.

14Ib., p. 96.

15Ib., pp. 96-97.

16Ib., p. 97.


06-04-2025
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 6: Het voorwoord van de auteurs

 

 

Manufacturing Consent (Chomsky & Herman)

Over de leugenfabriek van de demon van het geld

Aflevering 6: Het voorwoord van de auteurs

Laten we maar meteen de auteurs citeren uit hun voorwoord tot de eigenlijke tekst: “In dit boek schetsen we een 'propagandamodel' en passen dat toe op het functioneren van de massamedia in de Verenigde Staten. Na vele jaren onderzoek naar de werking van de media zijn we er namelijk van overtuigd geraakt dat ze dienen om steun te werven voor de speciale belangengroepen die de staat en de privésector in handen hebben, en dat we vaak het beste kunnen begrijpen waarom de media bepaalde onderwerpen selecteren, benadrukken of juist verzwijgen, als we ze vanuit dat perspectief analyseren.”1 De media houden hun objectiviteit staande “en de meeste intellectuelen geloven dat.”2 Maar de machthebbers bepalen wat wij mogen weten, hun propaganda kneedt de publieke opinie en reeds Lippmann schreef over hoe een consensus wordt gefabriceerd.

Het eerste hoofdstuk geeft het propagandamodel, de volgende gaan over de toepassingen. Het is een uitvlucht van het establishment om dit weg te zetten als 'complottheorieën'.3 Meestal zorgen partijdigheid, rechtse ideeën, vooroordelen en kuddegedrag reeds voor de gewenste 'consensus'. Ongewenste opvattingen worden op voorhand uitgesloten uit de massamedia.

Een voorbeeld is de berichtgeving over Nicaragua dat door de VS werd aangevallen, zogezegd om het te democratiseren: de media verzwegen dat daartoe geen enkele reden was. Vergelijkbaar was de invasie van de VS in Guatemala in 1954 waar ze de staatsterreur steunden. De VS ondermijnden er daarentegen de democratie, alsook in o.m. Brazilië, Chili en de Filipijnen en lieten de media het tegendeel verkondigen. De bevolking kreeg een vertekend beeld van Midden-Amerika én van de bedoelingen van de VS. “De propagandist mag de ware intenties van zijn opdrachtgever uiteraard niet onthullen.”4

De massamedia verzwijgen of accentueren, berichten met wisselende aandacht en toon volgens een zeker patroon; er wordt een vijandbeeld geconstrueerd dat het eigen geweld legitimeert, onder de dekmantel van een nobel streven.5 Wat de media verzwijgen, weet het publiek uiteraard niet.

(Wordt vervolgd)

(J.B., 6 april 2025)

1Noam Chomsky en Edward S. Herman, Manufacturing Consent. De politieke economie van de massamedia, vertaling naar het Nederlands door Jan Reyniers, Epo, Berchem 2025, pag. 69. (Oorspronkelijk: Manufacturing Consent. The Political Economy of the Mass Media, Pantheon Books, New York 1988.)

2Ib., p. 69.

3Ib., p. 70.

4Ib., p. 73.

5Ib., pp. 74-75.




Foto

Foto


Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Kerststal 2021

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Zo zweeft de wereld

Van ruilmiddel tot god




Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto



Foto

Foto

Foto

Foto

Koningin Elisabethwedstrijd
 2013
voor Piano:
http://www.cmireb.be/nl/ 


Foto

 

http://fieldliberation.wordpress.com/ 
http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 

Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie:

http://naturalsociety.com/safety-group-blows-lid-on-secret-virus-hidden-in-gmo-crops/ 





Foto

Foto

Foto

Foto

Inhoud blog
  • Wij waren (muziekvideo)
  • Genghis Kahn en Donald Duck - Een interview met Omsk Van Togenbirger
  • Noam Chomsky en Iran
  • Kijk 'Noam Chomsky - Is Iran a Threat?' op YouTube
  • Isfahan en het sprookje van de kernbom
  • Het beest uit de Apocalyps
  • Markies de Sade
  • Huizinga over “Het spel van de wereld”
  • Huizinga over “Het geestelijk lijden van onzen tijd”
  • https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/pink-triangles/2023/pink-triangles/
  • De verkoop van oorlogen aan het volk: desinformatie en nepbeelden
  • Sibo Rugwiza Kanobana: "Lumumba's Droom"
  • minister-van-staat-etienne-davignon-mogelijk-vervolgd-voor-betrokkenheid-bij-moord-op-lumumba
  • Adam Hochschild: De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
  • Getuigenis - Ludo De Witte Ludo De Witte: De bittere erfenis van de Lumumbacommissie, 2002-2022:
  • Opinie - Ludo De Witte Wanneer Etienne Davignon de geschiedenis van Congo herschrijft:
  • Zinzen, de tanden van Lumumba en de VRT-Congoberichtgeving:
  • CONGO : de Lumumba à Mobutu, quel est le rôle de la Belgique ?
  • Hannah Arendt: Over geweld - Aflevering 4.
  • Een godsdienstoorlog of toch niet?
  • Hannah Arendt: Over geweld - Aflevering 3.
  • Hannah Arendt: Over geweld - Aflevering 2
  • Over het jodendom (J.B., november 2023)
  • Oorlog en angst
  • Over het jodendom:
  • Israël, een beknopte geschiedenis:
  • Hannah Arendt: Over geweld
  • isphahan20122023
  • Over de aanval van 19 april 2024 van Israël op Iran
  • Een imperium is een ziektesymptoom
  • De Grote Burgeroorlog
  • De val van het rijke Noorden
  • Martelaarschap
  • verschijnt binnenkort
  • https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/wedstrijden-details-multimedia/activiteiten/piano-2025/
  • Fijnstoffelijkheid
  • Bekwaamheid
  • De wreedheid van de dictator
  • Isfahan of het sprookje van de kernbom
  • Waarom de katholieke duivel een persoon is
  • 'Teamwork'
  • Mijn oude grootmoeder (J.B., 2011)
  • Over de dood - Aflevering 7.
  • Over de dood - Aflevering 6.
  • Meilied
  • Over de dood - Aflevering 5.
  • Over de dood - Aflevering 4.
  • Over de dood - Aflevering 3.
  • Over de dood - Aflevering 2.
  • Over de dood
  • Dovemansgesprekken - Aflevering 2.
  • Dovemansgesprekken
  • De leer van Augustinus - Aflevering 6.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 5.
  • De tijd
  • De leer van Augustinus - Aflevering 4.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 3.
  • José Mujica en Leo XIV
  • De leer van Augustinus - Aflevering 2.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 1.
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 3
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 2
  • Over de illusie van kennis
  • Werkplekken Leo 14
  • De pausverkiezing en de kippen zonder kop
  • https://queenelisabethcompetition.be/en/competitions-details-watch-listen/events/piano-2025/
  • https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/nieuws/volg-pianowedstrijd-vanaf-eerste-ronde-live/
  • competitie
  • Macht en geweld
  • Herdenking: 12 jaar na de milieuramp van 4 mei 2013
  • Struisvogelpolitiek in Wetteren (d.d. mei 2013)
  • sv bespr pdf
  • Blasfemie
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 6
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 5
  • kruithof neoliberalisme synthese jb
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 4
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 3
  • Shostakovich: Strijkkwartetten en Pianokwintet
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 2
  • De gevaarlijke kerk
  • De mot in het geloof - Aflevering 6. Martelaarschap en hypocrisie
  • De mot in het geloof - Aflevering 5. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 2)
  • De mot in het geloof - Aflevering 4. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 1)
  • De mot in het geloof - Aflevering 3. Costica Bradatan over sterven voor een idee
  • De mot in het geloof - Aflevering 2.
  • De mot in het geloof
  • De alerte lezer: het schrikkeljaar van Stijn Streuvels
  • De aanbidding der wijzen, c.1455 (eiken paneel) (The Adoration of the Magi, c.1455 (oak panel)) Rogier van der Weyden
  • Mattheuspassie Bach
  • Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)
  • Trump en Harvard
  • Hedendaagse kunst: Dirk D'Hulster: De geboorte van de oorlog
  • Audio-visuele installatie
  • Cryptofascisme
  • De transformatie van de wereld
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 9: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg 2 en slotwoord)
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 8: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg: de derde filter)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 7: Het propagandamodel en zijn vijf filters
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 6: Het voorwoord van de auteurs
  • MANUFACTURING CONSENT vandaag in de praktijk:
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 5: Actualisering van de casestudies (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 4: Actualisering van de casestudies
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 3: Actualisering van het propagandamodel
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 2: Inleiding (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 1: Inleiding
  • Een synthese van: Noam Chomsky & Edward Herman:
  • Sergej Prokofieff, Symfonie nr. 5 ('Oorlogssymfonie')
  • Gounod, Faust, soldats
  • Gounod: Faust - Le veau d'or
  • Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, achterflap
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 18: Strategie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 17: Orde
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 Aflevering 16: Ideologie en ethiek
  • Jaap Kruithof, citaat
  • Jaap Kruithof
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 15: Televisie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 14: Entertainment
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 13: Individualisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 12: Veiligheid
  • Requiem for the American Dream with Noam Chomsky
  • Tempus fugit (duo Menguy-Le Pennec)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 11: Deportatie, apartheid of pluralisme
  • psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 10: Het fort Europa, apartheid en fascisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 9: Nationalisme
  • Spielt auf nun zum Tanz! (Andermaal Van Togenbirger)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 8: De nieuwe politieke cultuur
  • Jaap Kruithof--
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 7: Democratie
  • Kruithof, Jaap -
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 6: De jungle versus de overheid
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 5: Privatisering
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 4: De economische dictatuur
  • Het lezen waard:
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 2: Een veranderende economie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 1: De opmars van het kapitalisme
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 3: Het alternatief is de muur
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 2: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”
  • Satyagraha
  • De wet, zijn letter en zijn geest
  • Het lezen waard: DWM, lezersbrief van S. De Meulder
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”
  • “Vrijwillige legerdienst”!?
  • De fraude en de dood - Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • "Kom op tegen fraude"
  • De waarden van de windhaan
  • Oorlogavond
  • Kaos
  • Kaos ( Paolo Taviani & Vittorio Taviani, 1984) Vose 1
  • Superbia - Over een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem
  • Het nieuwe verhaal
  • George Orwell
  • Homeros: Odysseus (film 1997)
  • Sisyphus en Simone Weil
  • De mythe van Sisyphus van Albert Camus
  • Over wolven en schapen
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 11. Over het lot van activisten
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 10. Mensenrechtenactivisme, een bedreiging voor de gevestigde orde
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 9: De dwingende conclusie
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 8: De arts, zijn Orde en de WHO
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 7: Een vurig protest tegen de omerta
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 6: Een ontmaskering van het totalitarisme
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 5: Over heldenmoed
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 4
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 3
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 2
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte)
  • Schuldig verzuim 1
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 2. Intermezzo
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 1. De wereldoorlog, de kwantumtheorie en het Mystieke Lam
  • De splijtzwam en het schip der dwazen
  • God en de oorlog
  • Het fascisme, gisteren en vandaag
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-maga-granny-weigert-trumps-gratie-voor-bestorming-capitool-we-zijn-die-dag-in-de-fout-gegaan~a032fdd8/
  • https://www.hln.be/buitenland/een-dag-na-trumps-inauguratie-beloven-rusland-en-china-relaties-naar-hoger-niveau-te-tillen~a9450138/
  • https://www.hln.be/buitenland/achttien-staten-vechten-trumps-afschaffing-van-geboorterecht-aan-hij-kan-grondwet-niet-zomaar-aan-de-kant-schuiven~aca34aac/
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-bisschop-haalt-uit-naar-trump-tijdens-dienst-en-het-staat-nieuwe-president-duidelijk-niet-aan~a3e91958/
  • Executies
  • Een gigantische opstand in het verschiet?
  • Democratie en immoraliteit
  • Ongewenste mensen
  • p p5
  • Niet Trump komt aan de macht maar Mammon
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 5.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 4.
  • Trump
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 3.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 2.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 1.
  • Pieter Brueghel de Oude, De parabel van de blinden (1568)
  • De mens en zijn maskers
  • Informatie en Big Brother
  • Sibelius Vioolconcerto
  • Over het lot van de mens - 21. 28 december
  • Over het lot van de mens - 20. Opstand
  • Over het lot van de mens - 19. Het lot, het doel en de onbestemdheid

    Archief per week
  • 23/06-29/06 2025
  • 16/06-22/06 2025
  • 09/06-15/06 2025
  • 02/06-08/06 2025
  • 26/05-01/06 2025
  • 19/05-25/05 2025
  • 12/05-18/05 2025
  • 05/05-11/05 2025
  • 28/04-04/05 2025
  • 21/04-27/04 2025
  • 14/04-20/04 2025
  • 07/04-13/04 2025
  • 31/03-06/04 2025
  • 24/03-30/03 2025
  • 17/03-23/03 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 24/02-02/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 10/02-16/02 2025
  • 03/02-09/02 2025
  • 27/01-02/02 2025
  • 20/01-26/01 2025
  • 13/01-19/01 2025
  • 06/01-12/01 2025
  • 30/12-05/01 2025
  • 23/12-29/12 2024
  • 16/12-22/12 2024
  • 09/12-15/12 2024
  • 02/12-08/12 2024
  • 11/11-17/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 14/10-20/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 26/08-01/09 2024
  • 12/08-18/08 2024
  • 05/08-11/08 2024
  • 29/07-04/08 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 08/07-14/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 10/06-16/06 2024
  • 03/06-09/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 13/05-19/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 12/09-18/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 11/12-17/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 26/09-02/10 2005
  • 27/11-03/12 2000
  • 06/11-12/11 2000
  • 25/09-01/10 2000
  • 29/05-04/06 2000
  • 22/05-28/05 2000
  • 24/04-30/04 2000
  • 31/01-06/02 2000
  • 25/10-31/10 1999
  • 28/02-06/03 1994
  • 19/03-25/03 1990
  • 12/03-18/03 1990
  • 05/02-11/02 1990
  • 30/04-06/05 1984
  • 02/04-08/04 1984
  • 12/03-18/03 1984
  • 21/09-27/09 1981
  • 29/06-05/07 1981
  • 30/03-05/04 1981
  • 02/02-08/02 1981
  • 08/12-14/12 1980
  • 24/11-30/11 1980
  • 17/11-23/11 1980
  • 10/11-16/11 1980
  • 03/11-09/11 1980
  • 08/09-14/09 1980
  • 19/05-25/05 1980
  • 10/03-16/03 1980
  • 18/02-24/02 1980
  • 04/02-10/02 1980
  • 28/01-03/02 1980
  • 10/12-16/12 1979
  • 19/11-25/11 1979
  • 15/10-21/10 1979
  • 17/09-23/09 1979
  • 06/08-12/08 1979
  • 12/03-18/03 1979
  • 27/02-05/03 1978
  • 06/02-12/02 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 25/12-31/12 1978
  • 12/12-18/12 1977
  • 05/12-11/12 1977
  • 03/10-09/10 1977
  • 30/05-05/06 1977
  • 02/05-08/05 1977
  • 14/02-20/02 1977
  • 15/11-21/11 1976
  • 12/01-18/01 1976
  • 08/12-14/12 1975
  • 10/11-16/11 1975
  • 07/07-13/07 1975

    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto


    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2000
  • 1999
  • 1994
  • 1990
  • 1984
  • 1981
  • 1980
  • 1979
  • 1978
  • 1977
  • 1976
  • 1975





    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs