Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
30-10-2017
De barst (tekst n.a.v. Allerzielen 2017)
De barst
(tekst n.a.v. Allerzielen
2017)
Wordt er veel onzin
verteld over de zaken die wij kunnen zien en horen en over welke wij
iets kunnen weten en vernemen, dan wordt er nog veel meer onzin
verteld over de zintuiglijk onwaarneembare en de verstandelijk niet
benaderbare dingen met dan helemaal vooraan in het lijstje het
item van de dood die omstreeks dit jaargetij in de gedachten komt van
al wie in staat zijn zich enigerlei vormen en gestalten, incluis
gestalten van gedachten, te verbeelden.
Normaliter wordt de dood
van oudsher vergeleken met de slaap de dood zou namelijk een
exponent zijn van de slaap en als Shakespeare het bij het rechte eind
heeft waar hij zegt dat de slaap het tweede, ja, het hoofdgerecht
des levens dis is, dan
zou in dit licht de dood warempel het summum van het leven wezen: de
eeuwige slaap, de altijd durende rust, requiem aeternam.
Edoch, het zou wel eens
best kunnen dat deze opvatting, doorheen de eeuwen uitgegroeid tot
een gigantische idée fixe, er helemaal maar dan ook helemaal naast
is en tal van feiten wijzen bovendien ook in die richting. Dat wij er
niettemin blind voor blijven, mag zonder meer worden toegeschreven
aan het feit dat deze feiten, zoals alle ware en levende dingen,
incluis de ware gedachten, te kampen hebben met een of andere vorm
van de wet der traagheid, in casu de wet der gewoonte of
kortweg de gewenning: wij zijn zo gewoon geworden aan zekere leugens
dat wij de waarheid a priori als onrealistisch van de hand
wijzen.
Herinneren wij er om te
beginnen aan dat geleerden erachter gekomen zijn dat gedurende de
slaap onze hersenen veel sterker doorbloed worden dan in de
waaktoestand. Op zich zegt zulks weliswaar niet veel over het
bewustzijn als zodanig maar misschien zegt het ons wel iets over het
leven zelf, in die zin dat het ons ervoor waarschuwt om een toestand
van bewusteloosheid zomaar te identificeren met een toestand van
'minder levend' zijn. Het is ons overigens bekend en niemand zal
dat kunnen tegenspreken dat een optimaal functionerend organisme,
extatisch is wat wil zeggen: 'buiten zichzelf staand' en dat
het met andere woorden zichzelf helemaal niet of niet meer gewaar
wordt wat zeker niet gezegd kan worden van wie aan een of andere
ziekte lijden. Een orgaan dat zich laat voelen, is ziek
aldus een vaststaand feit zoals neergeschreven in de boeken van de
medische wetenschappen: deze waarheid betekent simpelweg dat optimaal
functionerende organen helemaal niet in ons bewustzijn verschijnen
en dat hóeven ze ook niet te doen wat met zich meebrengt dat wij
met betrekking tot onze gezonde organen in de waan verkeren dat wij
ze helemaal niet hebben. In dit onontwijkbare perspectief lijken,
enerzijds, optimaal leven en, anderzijds, bewustzijn elkaar zelfs
helemaal uit te sluiten. Ik word me pas bewust van het krijt
waarmee ik schrijf, op het ogenblik dat het breekt, zo schrijft
de grote Duitse wijsgeer Martin Heidegger en de onlangs overleden
artiest en ziener, Leonard Cohen, dicht het hem na: There is a
crack in everything that's how the light gets in.
Het leven waarin wij zo
spontaan bewegen, lijkt de normale gang van zaken terwijl het in
werkelijkheid een uitzonderingstoestand is en in de hoogdagen van de
natuurkunde en de biologie hebben zowaar tonnen inkt gevloeid om die
grote waarheid te illustreren. Tegelijk zijn wij dermate aan ons
bestaan gewend geraakt dat wij, geheel in ondankbaarheid verkrampt,
niet meer beseffen hoeveel geluk wij hebben om gedurende enkele
omwentelingen van de aarde om de zon, hier als levende schepselen te
mogen vertoeven.
Grote natuurkundigen en
filosofen hebben in geuren en kleuren uitgelegd hoe donker en hoe
onbetreedbaar de ganse kosmos is; zelfs miljarden lichtjaren ver is
geen levende ziel te bespeuren op deze kleine aarde na. Bevriezen
doet men terstond als men zich amper één enkele seconde lang
onbeschermd uit de dampkring van de aarde begeeft dat
flinterdunne vliesje dat omheen de aarde spant en uiteenspatten
doet men dan, men verbrijzelt onmiddellijk tot minder nog dan niets.
Hetzelfde geldt met
betrekking tot ons levende lichaam: onze gezondheid is een bijzonder
broos evenwicht de zogenaamde homeostase waaruit bij de
geringste schommeling zonder pardon en eens en voorgoed alle leven
wijkt.
Het leven is de
uitzondering, de dood is de regel. Maar leven en bewustzijn gaan niet
zomaar samen; het bovenstaande in acht genomen, lijken zij elkaar
zelfs uit te sluiten: het bewustzijn ontstaat namelijk waar pijn is
en pijn zegt dat er iets schort, ongemak is een signaal voor ziekte.
Zolang alles perst en klopt en schuimt zoals het hoort, kunnen wij op
twee oren slapen; pas van zodra iets fout loopt, worden wij 'het'
gewaar: het komt in ons bewustzijn en tegelijk is het daar dan
het bewustzijn zelf en zijn wij ons ineens bewust; wij
zijn bewust. Voordien wisten wij als het ware niet dat wij er
waren, het was alsof wij sliepen, alsof wij er helemaal níet waren.
Edoch, het was niet
alsof wij dood waren, aangezien het er de schijn van heeft dat leven
en bewustzijn elkaars complimenten zijn: een organisme in optimale
conditie, voelt zichzelf niet; pas een ziek lichaam, voelt dat het er
is, is zich bewust, doet het bewustzijn geboren worden:
"There is a
crack A crack in everything That's how the light gets in"
En als het zo is dat pas
het ongemak en de ziekte in ons bewustzijn verschijnen of, anders
gezegd, dat pas mét of via de ziekte het bewustzijn ín ons komt,
alsof ons bestaan pas dán een aanvang nam wat moeten wij in
diezelfde lijn dan besluiten met betrekking tot de dood welke
tenslotte het toppunt van het ziek-zijn is? Hebben wij er hoger
immers niet op gewezen dat de vergelijking van de dood met de slaap
op zijn zachtste gezegd misplaats is en dat het ongerepte leven en
het bewustzijn wel elkaars rivalen lijken? Mogen wij dan met
betrekking tot het vormen van enigerlei voorstelling van de dood, hem
nog langer vergelijken met de slaap? Het ziet er daarentegen veeleer
naar uit dat het stilaan de hoogste tijd wordt om die idée fixe te
laten varen en om eens te gaan denken aan het tegendeel, zoals
overigens reeds door meerdere zieners uitgesproken, onder wie de
grote Nederlandse psychiater en schrijver Frederik van Eeden die naar
aanleiding van de dood van zijn kind een boek schreef dat luistert
naar de titel Paul's ontwaken. De
dood kan gewis geen exponent zijn van de slaap, veeleer lijkt het
erop dat hij een exponent is van het leven, een ontwaken binnen het
ontwaken, een wakker worden in een wereld die nog echter is dan deze
waarin wij ons steeds zo wakker hebben gewaand.
(Jan Bauwens,
30 oktober 2017)
18-10-2017
Arbeidsethiek en de schuld van de zwaksten
Arbeidsethiek
en de schuld van de zwaksten
In functie van het
bepalen van de pensioenleeftijd, staat het dezer dagen opnieuw ter
discussie welke dan de zogenaamd zware beroepen zijn en daarbij komt
naast de fysieke belasting ook de psychische belasting of de stress
ter sprake: niet alleen bouwvakkers verslijten rapper aldus onze
BV's in de media maar bijvoorbeeld ook politiemensen,
verpleegkundigen en leraren.
Er moet nu echter op
gewezen worden dat in het hele verhaal telkenmale een welbepaalde
categorie wordt vergeten, ofschoon deze groep almaar aangroeit en
getuige de zelfmoordcijfers nog veel meer dan alle andere groepen
te lijden heeft onder stress en uitputting: de groep van de
werkzoekenden.
Om te beginnen wordt aan
werklozen de schuld gegeven voor het feit dat zij zonder werk zijn,
terwijl de werkvoorziening niet hun verantwoordelijkheid is maar die
van de regering. Een vakman moet weliswaar zijn vak kennen, maar het
is niet zijn vak om er voor te zorgen dat hij zijn beroep kan
uitoefenen: dat is de taak van de minister van werkgelegenheid en
zijn instrument daartoe is de RVA of, voluit, de Rijksdienst Voor
Arbeidsvoorziening zoals de naam zelf het zegt: een dienst van de
staat welke er moet voor zorgen dat er werk is voor iedereen.
Nochtans wordt niet de
RVA doch de werkloze ervoor gestraft als hij geen job krijgt en wel
op meer dan één manier. Vooreerst wordt hem verhinderd om het vak
dat hij geleerd heeft, uit te oefenen. Vervolgens wordt hij
financiëel gestraft met een geringe uitkering, met alle gevolgen
vandien met betrekking tot zijn bestaansmogelijkheden en deze van
zijn familie. Ten derde kan hij geschrapt worden als werkzoekende en
doorverwezen worden naar de bijstand. Ten vierde wordt hij helemaal
niet vernoemd in de lijst van de zware beroepen en kan hij dus niet
vervroegd met pensioen. Dit terwijl hij wel minder lang leeft
zowat tien jaren! ingevolge de hoge stress en de tekorten vanwege
de navenante armoede.
Last but not least
worden door de band deze feiten op de koop toe helemaal niet ernstig
genomen en zijn ze ook heel vaak onderwerp van spot. En de reden
hiervan moet gezocht worden in het miskleum van onze arbeidsethiek
zelf: werken wordt nog steeds gezien als een 'straf' welke
gecompenseerd moet worden met een loon. Dit terwijl in een gezonde
arbeidsethiek mensen ernaar verlangen om in hun job het beste van
zichzelf te geven, met of zonder loon. En voor een werk dat men heel
graag doet, is men indien mogelijk zelfs bereid om te betalen.
(J.B., 18 oktober
2017)
08-10-2017
Catalonië en de 'tekenen des tijds'
Catalonië en de 'tekenen des tijds'
In
de continentendrift van tientallen miljoenen jaren geleden verschoven
Zuidelijke aardkorsten noordwaarts, ze botsten tegen het
Euraziatische vasteland aan en vormden zo een serie bergketens de
Alpiene gordel. Eén van die korsten was het huidige Iberië (niet te
verwarren met het gelijknamige middeleeuwse koninkrijk in de
Kaukasus), dat zich aldus nog gauw bij Europa voegde een smak die
het ontstaan gaf aan de Pyreneeën. Het huidige Iberisch schiereiland
bevat Spanje en Portugal plus dwergstaat en belastingparadijs
Andorra, een klein stukje van Zuid-Frankrijk en het sinds 1704 Britse
Gibraltar, aan de zuilen van Herakles de Fenicische Melqart
waar de held de melk van Hera morste die hem goddelijk had moeten
maken en die de Melkweg vormde.
De
oudste beschaving aldaar zou de Minoïsche geweest zijn die in de
nieuwe steentijd en de bronstijd zowat dertien duizend jaar terug in
Kreta aanving de Minoïers stichtten in het huidige Andalusië de
stad Tartessos vanwaar men een uitzicht moet gehad hebben op het
verzonken Atlantis waarover Plato in zijn Timaeus en in zijn
Critias schrijft dat het groter was dan Libië en Azië samen.
De Carthagers vielen Iberië binnen en noemden het Hispania; na hun
plundertocht door Rome onder Alarik I in 410 kwamen de Visigoten
binnenvallen en in de achtste eeuw namen de Moren hun plaats in. Pas
in 1492 heroverden de Christenen Spanje de Inquisitie was toen
begonnen, het Andalusische Sevilla zou het decor vormen van
Dostojevski's latere monoloog over de grootinquisiteur in zijn De
gebroeders Karamazov. Vanaf die tijd werden Spanje en Portugal
grote koloniale mogendheden maar ze geraakten slaags in een reeks
oorlogen met de Ottomanen, de Italianen, de Nederlanders, de
Engelsen, in de negentiende eeuw met Napoleon en in 1898 tenslotte
met de V.S. die hun kolonies afpakte: Cuba, de Filipijnen, Puerto
Rico en Guam momenteel in het nieuws wegens bedreigingen vanwege
Noord-Korea. In 1931 dwong men koning Alfons XIII af te treden en
werd Spanje een republiek. Na de bloedige burgeroorlog van 1936-1939
kwam de verschrikkelijke dictatuur van generaal Franco en na diens
dood in 1975 werd met Juan Carlos de monarchie hersteld (sinds 2014
koning Filipe); in 1978 werd het land gedemocratiseerd en bij die
gelegenheid verdeeld in zeventien autonome regio's waarvan Catalonië
er eentje is, gelegen in het Noord-Oosten van Spanje, bezuiden de
Pyreneeën en aan de Middellandse Zee.
Naar
Europese normen is Spanje met 50 miljoen inwoners en 85 inwoners per
vierkante kilometer eerder dunbevolkt: behalve de centraal gelegen
regio Madrid met zijn zes miljoen Madrilenen de zevende grootste
Europese metropool en dus groter dan Parijs of Rome zijn alleen
de kuststreken dichter bevolkt met aan de top de regio Catalonië met
Barcelona als tweede grootste metropool van het land er zijn vijf
en een kwart miljoen Barcelonezen. De overige autonome regio's (niet
te verwarren met de 52 provincies) zijn Andalusië, Aragón, Murcia,
Cantabrië, Navarra, La Rioja, Extremadura, Baskenland (of: Euskadi),
Valencia, Castilië-La Mancha, Castilië en Leon, Galicië, Asturië,
de Balearen en de Canarische eilanden. Er zijn tevens twee autonome
steden: Ceuta en Melilla.
De
wens tot onafhankelijkheid bij een deel van de Catalanen en de
hardhandige aanpak van hun volksraadpleging door de Spaanse regering,
worden door buitenstaanders kennelijk vaak onbewust doch geheel
onterecht vergelijkbaar geacht met de vrijheidsstrijd van
bijvoorbeeld de Basken. Onterecht: de Basken vormen een volk apart,
wonen gedeeltelijk in Frankrijk en hebben een taal die geen enkel
verband heeft met het Spaans terwijl de Catalanen met hun door Spanje
erkende landstaal, in wezen Spanjaarden zijn en dan ook nog rijke
Spanjaarden, met in hoofdzaak wellicht economische motieven voor hun
onafhankelijkheidsstreven. Zoals ook elders in Europa het geval is
met de jongste algemene verrechtsing, gaat het gebeurlijk vooral om
een slinkende bereidheid bij rijkere bevolkingsgroepen om nog langer
enige solidariteit te betonen met de minder gegoede regio's. Het
onafhankelijkheidsstreven van sommige Catalanen heeft met andere
woorden motieven die bezwaarlijk op veel sympathie kunnen rekenen
de meest welstellenden hebben hun (wellicht zeer tijdelijke) aanhang
dan alleen maar te danken aan een tekort aan kennis ter zake en dan
vooral aan een onwetendheid bij sommige buitenlanders. Maar aan
desinformatie dezer dagen geen tekort en vandaar wellicht de
vooralsnog hardnekkig aanhoudende opschudding. Het misverstand is des
te schrijnender daar het huidige Spanje in wezen een bijzonder
gastvrij land is: terwijl andere Europese landen alom muren bouwen om
zich te onttrekken aan de humane plicht om asiel te verschaffen aan
oorlogsvluchtelingen, vinden bijna 40 percent van alle Europese
immigranten uit Zuid-Amerika, Afrika en het Oostblok een verblijf in
Spanje.
Maar
kijk, de feiten zelf van vandaag 8 oktober 2017 laten er geen twijfel
over bestaan: kennelijk veel meer Catalanen komen in Barcelona op
straat tégen onafhankelijkheid en meteen ziet de rest van Europa een
gelijkenis met wat er in het eigen land gaande is. Vluchtelingen
kosten volgens nieuw rechts teveel geld, de solidariteit is zoek, de
eigen volk eerst-slogan weerklinkt alom en de Catalanen die
zich willen afscheuren, worden nu eindelijk niet langer gezien als
een verdrukt volk dat naar onafhankelijkheid streeft: het komt aan
het licht dat hun zusterpartijen in het buitenland luisteren naar
namen zoals Vlaams Blok (Be), PVV van Wilders (Nl), Liga Nord (It),
de partij van Le Pen (Fr) en noem ze maar op, de groeperingen van wie
verdelen maar niet willen delen.
(J.B.,
8 oktober 2017)
Addendum: D.d. 23 oktober meldt de media dat nu ook in Italië de rijke noordelijke regio (met de Liga Nord) voor meer onafhankelijkheid heeft gestemd (en de rij zal beslist nog aangevuld worden, de verbrokkeling is begonnen...):
Omsk Van Togenbirger over het rechts extremisme en het moslimfundamentalisme (delen 1-4)
Omsk
Van Togenbirger over het rechts extremisme en het
moslimfundamentalisme (delen 1-4)
1.
Omsk
Van Togenbirger (OVT), het lijkt er op dat zich een algemene vrees
verspreidt voor een mogelijke teleurgang van onze westerse cultuur,
hetzij onder de invloed van verregaande verrechtsing welke doet
denken aan het Derde Rijk, hetzij door het moslimfundamentalisme. Is
deze vrees terecht? Is onze cultuur in gevaar?
OVT:Mijn
beste, wat een eigenaardige vragen stelt u daar! Maar u bent beslist
niet de enige, ik heb dergelijke zaken nog gehoord en vaak zelfs, en
ik begrijp maar niet hoe men dit zo zeggen kan! Hebt u thuis een
tuintje? Ja? Een groentetuintje, zegt u? En wat cultiveert u in dat
tuintje, als ik dat vragen mag? Een groentetuin komt immers niet
vanzelf tot stand, men moet hem cultiveren, zo is dat toch? U teelt
tomaten, zegt u? En hoe gaat dat dan, het cultiveren van tomaten? De
natuur zorgt ervoor dat ze groeien, maar toch moet men ze cultiveren,
is het niet? Eerst zijn dat zaadjes, of vergis ik me? Ja, zegt u,
zaadjes, en men moet die in goede aarde zaaien, met vetstoffen,
genoeg water en zo. En dan worden het plantjes? Inderdaad, zegt u: de
zaadjes ontkiemen en worden plantjes, tomatenplantjes. En op die
plantjes, die planten worden, komen bloemen, nietwaar? Ja, zegt u, en
men moet de planten van de overtollige bloesems ontdoen en men moet
ook alles warm houden. En die bloesems worden bevrucht en dan pas
ziet men kleine groene bolletjes ontstaan op die bloemetjes, is het
niet? En dat worden dan uiteindelijk tomaten? Inderdaad, zegt u. En
als ze de plaag niet krijgen, kunnen we er lustig van eten: een
tomaatje uit het vuistjes in de serre met wat peper en wat zout...
heerlijk! En begrijpt u nu waarom ik dit vertel, mijn beste? Ik
vermoed het wel, nietwaar: de cultuur van in dit geval tomaten is een
heel proces, een natuurlijk proces, maar ook een hele onderneming!
Het start met bijna niets, wat zaadjes, er komen kleine plantjes te
voorschijn, ze groeien, krijgen bloesems en met de gepaste dagelijkse
zorg worden dat uiteindelijk tomaten. Ze hebben hun tijd en rotten
dan weg. Maar u ziet het zelf: een cultuur is een proces, een teelt
is een hele onderneming, wat men cultiveert is in voortdurende
verandering, er is een opgang en een ondergang, niets blijft wat het
is, alles vergaat, eerst verschijnt het, dan verdwijnt het weer.
Tomaten, zegt u, maar het zijn eerst zaadjes, dan plantjes, bloesems,
knobbeltjes, tomaten... en als die niet worden geoogst, rotten ze
weer weg, ze geven zaadjes die geoogst worden voor weer een volgende
cyclus. Natuur en cultuur: het laatste probeert het eerste in banen
te leiden, cultiveert het. De tomaat als zodanig is slechts één
fase, één kortstondige fase, de fase die ons, mensen, interesseert
uiteraard, en daarom cultiveren we de plant in functie van die fase,
maar het is slechts één fase in die onophoudelijke verandering!
Cultuur is nu eenmaal in verandering, in voortdurende verandering. En
was er stilstand, dan was er van cultuur geen sprake! De natuur is
onderhevig aan voortdurende verandering maar ook de cultuur verandert
omdat ze onlosmakelijk verbonden is met de natuur. Er zijn zelfs
filosofen die stellen dat ook onze cultuurproducten moeten gerekend
worden tot de natuur: als zij bijvoorbeeld met een satellietbeeld
vanuit de ruimte de verlichte steden op aarde zien, dan noemen zij
dit prompt een natuurverschijnsel! En nu vertelt u mij dat er
gevreesd wordt voor een teleurgang van de westerse cultuur? Maar u
bedoelt wellicht dat er gevreesd wordt voor verandering, nietwaar?
Wel, laat ik het nogmaals herhalen: cultuur isverandering
omdat cultuur te maken heeft met natuur en de natuur leeft! Stagnatie
zou niets minder betekenen dan het verdwijnen van de cultuur! En dat
geldt heus niet alleen voor het cultiveren van tomaten: ook onze
muziek, de literatuur en de andere kunsten, de wetenschappen en de
techniek evolueren tot in de eeuwen der eeuwen, amen.
Maar
ik bedoel dat men vreest voor een verandering ten kwade: onze
westerse cultuur heeft ontegenzeggelijk bepaalde verworvenheden,
waarden, dingen die ons na aan het hart liggen en die we niet graag
opgeven, zoals onze vrijheid! Een verrechtsing of een radicale islam
zou ons die waarden ontnemen en daar vrezen wij voor, heel terecht,
geloof ik, en bent u het daar dan niet mee eens? Gelooft u dan niet
dat wij voor onze vrijheid moeten blijven vechten of dat we hem
anders dreigen te verliezen?
OVT:
Hemeltje,
hemeltje! Maar wat zegt u toch allemaal? Vrijheid! Westerse vrijheid!
U neemt zo te horen blindelings aan dat het westen synoniem is voor
vrijheid? Niet te geloven! Hebt u er dan nooit bij stilgestaan dat
het westen sinds oudsher alom het werkkamp van de wereld wordt
genoemd? Weet u dan niet dat hier ter plekke twee wereldoorlogen
werden uitgevochten met vele miljoenen slachtoffers zodat elke
familie foto's van gesneuvelden op de kast heeft staan? En hebt u dan
echt nooit gehoord over massamanipulatie en over het laboratorium van
de wereld waarin uitgerekend wij hier in het westen als proefkonijnen
figureren? Want wat verstaat u dan onder de westerse vrijheid? De
dagelijkse fabrieksarbeid met zijn drie weken jaarlijks verlof, het
weekend niet te vergeten en het pensioen op zevenenzestig? Is men
hier dan niet onderworpen aan levenslange dwangarbeid? Om vier uur
opstaan, om tien, elf uur het bed weer in en dat een leven lang voor
de bekostiging van een huis, en dan mag het nog geen groot huis zijn.
En u weet toch wel dat hier ten lande de arbeiders moeten boeten voor
het werkverzuim van wie regeren? Niet de arbeiders maar de regering
is verantwoordelijk voor de werkgelegenheid en toch worden de
arbeiders gestraft met een lager pensioen als de werkgelegenheid
ontoereikend is! Vrijheid, zo zegt u, en bedoelt u dan
bewegingsvrijheid? De vrijheid om te gaan en te staan waar men wil?
Helaas, mijn beste: quasi alles in het westen is geprivatiseerd,
alleen de straten schieten over en begeeft men zich daarin, dan is
men onderhevig aan een karrenvracht aan reglementen en riskeert men
bovendien gewis zijn leven. En ik vergat de magazijnen, waar men
alles kopen kan wat het hartje lust. Of is het ook u al opgevallen
dat men niets degelijks meer kopen kan? Dat vijfennegentig percent
van alle koopwaar verfoeilijke plastics zijn? En tijd dan? Wat gezegd
over tijd? Die hebben we in het westen niet! Energie? Onze economie
is gericht op een zo hoog mogelijk verbruik, met enorme afvalbergen
tot gevolg! Geluk? Is hier een zaak van sociale vergelijking
geworden, concurrentie dus, of strijd! Gezondheid? Wel, ook de
geneeskunde is kapitalistisch en dat wil zeggen dat zij er alleen
maar bij gebaat is als zoveel mogelijk mensen ziek zijn want aan
gezonde mensen verkoopt men nu eenmaal geen pillen tegen hoofdpijn of
obesitas! En wat voor vrijheden schieten nu nog over? Men is vrij om
te trouwen met wie men maar wil, zegt u? Was dat maar waar! Hebt u
het ooit meegemaakt dat een prinses naar de hand dong van een
schooier? Onder de rijken hebben huwelijken altijd al gefunctioneerd
om fortuinen veilig te stellen en als u het mij vraagt is dat nog
steeds het geval; trouwen doet men overigens ook onder de minder
gegoeden allang niet meer als het niet rendeert. De persvrijheid dan?
Helaas zijn onze media in handen van een steeds kleiner wordend
clubje, radio en televisie zijn een éénrichtingsverkeer en het
internet en alle andere communicatie wordt strikt gecontroleerd en
aan banden gelegd. Waar men ook gaat of staat, wordt men gefilmd,
elke PC en elke Tv heeft een alziend oog waarmee de autoriteiten bij
ons thuis naar binnen kijken als zij dat wensen, dankzij de moderne
betaalmiddelen en de klantenkaarten kennen zij heel gedetailleerd ons
koopgedrag, zij weten waar we ons ophouden, met wie we spreken en wat
we zeggen, zij kunnen ons aanhouden en opsluiten als hun dat schikt
en zij hebben ook inzage vanbinnen in onze lijven en weten aldus
dingen over ons waarvan wijzelf geen benul hebben, zij beschikken
namelijk over onze medische dossiers. En u kent toch zeker wel het
effect van dat alles op de psyche van een mens? U weet toch dat wie
in de gaten worden gehouden, zich spontaan gaan schikken naar wat zij
vermoeden dat de wensen zijn van wie hen afluisteren en bespieden?
Maar het is nog schrikwekkender dan hier voorgesteld, mijn beste, het
zou ons alleen veel te ver leiden om hier nog over door te bomen. Ik
pleit dus helemaal niet voor het afschaffen van onze vrijheden: ik
wens alleen maar dat een kat, een kat genoemd wordt, ik wil er
slechts op wijzen dat de meeste zaken die hier voor vrijheden
doorgaan, in feite compleet illusoir zijn! En u wenst toch zeker niet
de westerse illusies in stand te houden? Wilt u dan hen die u
bedriegen onder uw hoede nemen zodat ze daar ongestoord kunnen mee
doorgaan? Of is men aan dat onnoemelijke bedrog misschien al
verslaafd geworden zoals men verslaafd kan zijn aan het bedrog van
drugs? Vreest u dan voor het onzalige ogenblik dat de schellen u van
de ogen vallen en dat u moet inzien hoe die zogenaamde vrijheden in
werkelijkheid niets anders zijn dan kettingen welke verhinderen dat u
de slavernij ooit achter zich kunt laten?
2.
Omsk
Van Togenbirger, wij stellen vast dat velen vrezen voor het verlies
van verworven rechten en vrijheden en dan antwoordt u daarop dat zij
die vrezen van hun vrijheden beroofd te zullen worden, alleen maar
vrezen bevrijd te zullen worden van illusies: zij vrezen derhalve
niet voor het verlies van vrijheid maar voor de vrijheid zelf die de
verlossing van illusies tot resultaat heeft?
OVT:
In
vele gevallen is dat inderdaad zo, ja. En het is omdat heel wat
mensen voor de vrijheid vrezen, dat zij het verkiezen om te bestaan
in slavernij. Slavernij is makkelijker dan vrijheid omdat een slaaf
geen verantwoordelijkheid draagt, hij heeft immers geen meesterschap
over zichzelf en over wat hij doet. Heel wat mensen zijn verslaafd
aan hun werk, zij willen de staat dienen, of de kerk, de wetenschap,
hun kinderen, de voetbalclub, een maîtresse of een baas, vaak
splitsen ze zichzelf op in een meester en een slaaf, waarbij de slaaf
zich een week lang onderwerpt aan hard labeur om dan de meester te
kunnen dienen die hij tijdens het weekend is. Vaak is men zijn leven
lang de slaaf van wie men als gepensioneerde hoopt te zijn. Het hele
verzekeringswezen is in zekere zin gebaseerd op dit principe of de
verzekerde wordt er alvast mee gemanipuleerd: Werkt en betaalt, nu
gij nog kunt, voor de hulpbehoevende die gij morgen zult geworden
zijn en laat die vooral niet in de steek! Het is een vorm van
slavernij welke mensen wordt aangepraat middels sociale druk de
dreigende beschuldiging van lafheid en aan een dergelijke
manipulatietechniek kan men nog bijzonder moeilijk weerstand bieden.
Komt daarbij dat diegenen die geld vragen voor het op zich nemen van
verantwoordelijkheid of dus voor het verslaven van wie hun
verantwoordelijkheid willen ontvluchten, dikwijls en zelfs in het
merendeel van de gevallen malafide lieden zijn, heren of dames die
als puntje bij paaltje komt, alleen geïnteresseerd blijken in het
geld terwijl zij nooit verantwoording afleggen en alleen maar
uitvluchten verzinnen voor wat ze doen en laten: zij schuiven met
andere woorden de verantwoordelijkheid waarvoor ze betaald worden op
de schouders van het blinde lot terwijl ze het buit gemaakte geld
onverminderd innen.
En
toch kan men niet ontkennen dat mensen niet louter arbeiden om te
arbeiden maar bijvoorbeeld omwille van het loon, want geld is
vrijheid!
OVT:
Wel,
dat hebben we zopas uitgelegd: de mens splitst zichzelf op in een
slaaf die geld verdient waarmee hij zich een weekend lang vrij kan
kopen. U begrijpt toch zeker wel dat in een ideale wereld mensen
arbeiden om te arbeiden?
Maar
dat zou dan complete slavernij zijn!?
OVT:
Integendeel!
De arbeid als doel op zich is het ideaal voor elke mens, het is de
zelfverwerkelijking van de mens, zijn deelgenootschap aan de
schepping!
Dat
begrijp ik niet...
OVT:
In
wezen werken alle mensen graag, zoals ook kinderen graag spelen: wij
werken weliswaar om in leven te blijven maar wat zouden we anders ook
doen? Wat kunnen we beter doen? Werken is zichzelf verwerkelijken of
dat zou het moeten zijn, een mens die iets maakt, moet daar trots
kunnen op zijn, maar vandaag hier in het westen is men van zijn werk
vervreemd en dit sinds ongeveer tweehonderd jaar, toen de
stoommachine uitgevonden werd en fabrieken opgestart werden. De
ambachten verdwenen omdat alle vaklui die wilden overleven, verplicht
waren om andermans machines te gaan bedienen in fabrieken met
massaproductie. Vanaf dat ogenblik werkt men niet langer voor
zichzelf, men moet tevreden zijn met een hongerloon, vaak weet men
helemaal niet meer wat men dan wel fabriceert, denk maar aan Modern
Times van
Charlie Chaplin, waar een bandwerker met sleutels moeren vastdraait
totdat hij er niet meer mee ophouden kan, en die onwetendheid komt de
fabrieksbazen ook goed uit. De vaklui van weleer zijn bandwerkers
geworden, zij werken niet meer om iets voort te brengen, zij maken
alleen nog gekke bewegingen omwille van een loon zonder hetwelk hen
de hongerdood wacht. Hun motief is niet langer positief, het is niet
langer hun bedoeling iets te maken, hun beweegreden is negatief
geworden, het is de bedoeling om voor iets te vluchten en op die
manier arbeidt men niet meer uit eigen beweging met werklust en omdat
men iets tot stand wil brengen of omdat men wil participeren aan de
schepping: men doet alleen nog wat gevraagd wordt, eender wat, omdat
men niet anders meer kan want wie niet gehoorzamen, moeten
verhongeren. De arbeid werd geperverteerd, de mens gefrustreerd. De
producten zelf lijden uiteraard onder het feit dat zij niet meer met
trots tot stand worden gebracht maar nog slechts onder dwang en zo is
het niet te verwonderen dat zij niet meer deugen, de fabrikant heeft
vaak alleen nog winst voor ogen: hij wil zo weinig mogelijk geven en
in ruil zoveel mogelijk krijgen. Iedereen kan inzien dat dit
uiteindelijk fataal moet aflopen. Oerdegelijke producten verdwijnen
gestaag, nepartikelen worden de nieuwe standaard en omdat onze wereld
opgebouwd wordt met het werk van onze handen, zal deze negatieve
spiraal ervoor zorgen dat alles op den duur instort: de bruggen, de
gebouwen, de politiek, de economie, alles.
Maar
als het waar is wat u beweert, dan bestaat de ganse maatschappij uit
niets dan slaven!?
OVT:
Wel,
het gaat in zekere zin om een vrijwillige slavernij, ziet u? Er is
namelijk een hemelsbreed verschil tussen onvrijwillige en vrijwillige
slavernij en in feite verdient alleen de onvrijwillige slavernij de
benaming van slavernij terwijl de zogenaamde vrijwillige slavernij
een beetje een contradictio
in terminis
is. De vraag blijft echter in welke mate er nog vrije wil in het spel
is waar mensen bandwerk moeten verrichten voor de kost. Met andere
woorden is die kwestie te herleiden tot de vraag hoe vrij men is waar
men te kiezen heeft tussen bandwerk en de hongerdood. Andermaal: het
ziet er in het westen allemaal uit als vrijheid maar in feite worden
de vrije keuzes waarover men de mond vol heeft, altijd door anderen
gemaakt. Nog het meest van al worden onze zogenaamd persoonlijke
keuzes door anderen gemaakt waar wij beslissingen nemen onder sociale
druk. En sociale druk, dat weet u wel, is een heel listig fabricaat
van de overheid...
En
toch kunt u niet ontkennen dat er een hemelsbreed en ook fundamenteel
verschil blijft bestaan tussen het leven in onze democratie en het
bestaan in een dictatuur. Zelfs als men de democratische verkiezingen
als een illusie van keuzevrijheid zou beschouwen, dan nog geloof ik
dat ze verkieslijker blijven dan de éénpartijstaat! Er bestaat geen
grotere verschrikking dan de dictatuur!
OVT:
Uiteraard
is dictatuur het laatste waar men moet naar streven, de vraag is
alleen of een maatschappij op de lange duur niet spontaan naar de
dictatuur evolueert. U kent het voorbeeld uit de economie van de
monopolievorming: aanvankelijk is er diversiteit, elkeen participeert
aan de productie, er zijn ontelbare bedrijven en bedrijfjes, heel
gezellig allemaal, maar om dat alles goed draaiende en renderend te
houden, blijkt concurrentie een ideale motor; alleen leidt
concurrentie op den duur naar monopolievorming, een strijd wil immers
altijd beslecht worden, er moet een winnaar uit de bus komen, één
absolute winnaar, en dan pas kan een zekere rust terugkeren, althans
bij de monopoliehouders, want eenmaal de prijzenslag voorbij, draait
de consument voor alle kosten op en vraagt men voor zijn producten
wat men maar wil. Zo gaat dat in de economie en de uiteindelijke
monopoliehouder is in feite een dictator.
En iets
gelijkaardigs gebeurt in de politiek?
OVT:
Inderdaad:
een democratie kent ontelbare partijtjes maar na verloop van tijd
vallen er steeds meer af totdat uiteindelijk één partij of één
coalitie met in feite nog één programma, overschiet. En dat heeft
uiteraard ook te maken met het feit dat politiek en economie zo nauw
samenhangen: politici komen pas aan de macht dankzij het
grootkapitaal en dat zijn... de monopoliehouders.
Maar
dat is nog steeds geen dictatuur! In Saoedi-Arabië mogen vrouwen
niet alleen de straat op; in het Turkije van Erdogan worden kranten
die het regime niet steunen, opgedoekt; in het Stalinistische Rusland
werden mensen gearresteerd door beroepsarrestanten die ervoor moesten
zorgen dat ze op het eind van de maand hun quota haalden en de
beschrijvingen daarvan in het eerste hoofdstuk van Solzjenitsyn's
Goelag Archipel zijn zonder meer hallucinant; in het Roemenië van
Ceaușescu werden alle telefoons door staatstelefoons vervangen,
uitgerust met afluisterapparatuur en in het Derde Rijk werden alle
ongewenste burgers 's nachts thuis opgepakt, naar kampen gebracht en
aldaar vergast in totaal zes miljoen!
OVT:
En
ik zal de laatste zijn om dat niet te veroordelen, alleen wil ik er
op wijzen dat de huidige realiteit van de westerse samenleving George
Orwell's dystopische roman 1984
naar
de kroon steekt, als haar verschrikkingen deze uit de fictie al niet
hebben ingehaald. En ik herhaal hierbij de vraag wat dan erger is:
bewust onvrij zijn ofwel in de illusie verkeren dat men vrij is en
met andere woorden onvrij zijn en het alleen niet weten of niet
voelen? De democratie als een dictatuur met pijnstiller of de
dictatuur verkleed als democratie, de wolf in schapenvacht.
Toch
lijkt de feitelijke dictatuur mij nog steeds veel erger!
OVT:
Wel,
om te beginnen vertelt een dictator aan de burgers niet dat hij een
dictator is en dat het land een totalitaire staat werd: Stalin werd
'vadertje Stalin' genoemd, zoals u weet werd na zijn dood in 1953
zijn lijk gebalsemd en vandaag staan de Russen nog steeds in de rij
voor zijn mausoleum om hem een groet te brengen; hij wordt
verantwoordelijk geacht voor de dood van naar schatting 20 tot 45
miljoen mensen. Onder Mao, de grote leider van de zogenaamde
'Culturele revolutie', vielen 40 tot 72 miljoen slachtoffers; Hitler,
de 'Führer', bracht 17 miljoen mensen om, de Duitsers 'wisten niet'
van de concentratiekampen; de Belgische koning Leopold II slachtte
minstens 10 miljoen Congolezen af, het werd kennelijk aanvaard dat
hij de handen van talloze kinderen afhakte als zij niet genoeg rubber
produceerden maar hij ging de geschiedenis in als een 'groot
staatsman' met standbeelden alom; de dictator uit 1984
heet 'grote broer'; het hoofd van de alleenzaligmakende katholieke
kerk met het enige ware geloof, laat zich 'Zijne Heiligheid' noemen
en alle gelovigen trappen in die leugens, de ketters worden van
oudsher levend verbrand, verbannen of gebroodroofd. De Italiaanse
fascist Mussolini werd vereerd als 'il Duce'. De huidige inwoners van
de V.S. waren inwijkelingen in Noord-Amerika, veroveraars die quasi
alle autochtonen, de zogenaamde Indianen, uitgemoord hebben of hen in
reservaten opsloten maar de Amerikanen geloven dat zij wereldwijd
geroemd worden als de 'verdedigers van de vrede en de vrijheid'.
Dictators werden gelyncht en verfoeid maar dat gebeurde pas nadat ze
de macht verloren: zolang zij het voor het zeggen hadden, werden zij
vereerd en geprezen.
Ik wil maar zeggen: de onderdanen van dictatoriale regimes willen
meestal niet weten dat zij in een totalitaire staat leven en als wij
willen weten of wij in een totalitaire staat leven, dan moeten we
eerst de proef op de som nemen!
De
proef op de som?
OVT:
Probeer
hier vandaag in het westen maar eens te verkondigen dat Darwin's
evolutietheorie een verhaaltje is zoals een ander: geen schijn van
kans dat u ooit nog aan een universiteit te werk gesteld zult worden!
Probeer als veearts hier ten lande maar eens een handelaar in
verboden hormonen te beboeten: Karel Van Noppen kweet zich van die
plicht jegens ons, burgers, en bekocht het met zijn leven, hij heeft
geen enkele navolger meer gehad, tweeëntwintig jaar lang niet, en
alom staan de koeien in de weilanden op springen. En ik wil het nog
niet hebben over de onaantastbaarheid van de kerk in zeer recente
tijden. We hebben trouwens stof genoeg met wat wij vandaag allemaal
moeten slikken. Maar wat baten kaars en bril?
3.
In
feite beweert u, mijnheer Van Togenbirger, dat onze vrijheden
illusies zijn, dat wij in een dictatuur leven of dat ook een
democratische maatschappij onvermijdelijk uitmondt in de dictatuur.
Maar is het niet evident dat het juk van de sharia of de
verschrikkingen van het fascisme van een nog heel ander kaliber zijn
dan die enkele kleine nadelen van onze westerse democratieën?
OVT:
Om
te beginnen heb ik nooit beweerd dat onze vrijheden illusies zijn;
wat ik echter wél beweer, is dat een aantal verknechtingen aan ons
als vrijheden worden voorgesteld en dat wij ook geloven dat het
vrijheden zijn en zo bijvoorbeeld heeft Ivan Illich aangetoond dat de
slogan mijn auto, mijn vrijheid dit mooi illustreert. Dat een
democratie zoals de onze uitmondt in een dictatuur, heb ik al
uitgelegd en de achterliggende oorzaak is vanzelfsprekend de religie
van het geld: het geld is geëvolueerd van een ruilmiddel tot de ene
ware god. U bent wat u hebt, en dat wil nota bene zeggen: u bent dus
nog slechts
wat
u hebt! Derhalve: verliest u uw bezit, dan bestaat u niet meer! En
dit is de essentie van het geloof in de Mammon. Het erge van de hele
zaak is nu, en luistert goed: de Mammon dringt zich op, de geldgod is
een dictator, niemand kan hem nog negeren, wie hem niet aanbidden,
doen dat op straffe van algehele bezitsloosheid en in een wereld waar
ook voor voedsel betaald moet worden, betekent dat de hongerdood; in
een wereld waar de grond geprivatiseerd werd, betekent het dat men
nergens meer kan staan, dat men overal verjaagd zal worden, dat men
geen steen heeft om zijn hoofd daarop te rusten te leggen. Vertel mij
nu eens: welke god is zo wreed? Is niet elke god beter dan deze
god-dictator? Maar de menselijke blindheid blijkt onbegrensd
wellicht ingevolge het egoïsme zodat men pas oog krijgt voor
deze gruwelijke realiteit als men zélf gaat behoren tot de
sans-papiers, als men door tegenslag zijn job, zijn gezin en zijn
huis verliest en schulden torst in plaats van bezittingen. Niemand
staat dan klaar om bij te springen, want hulp bieden, betekent: zijn
bezit verminderen en zichzelf ontgoddelijken, anderen bijstaan is dus
blasfemie! In de religie van de mammon is naastenliefde de reinste
ketterij! En de eerlijkheid gebiedt ons te erkennen dat onder de
sharia daarentegen elkeen verplicht is om een deel van zijn bezit weg
te schenken aan de armen; onze sociale zekerheid is trouwens een
implantaat in de staat van de armenzorg uit de religies!
Wat
wij in het westen als onze vrijheid ervaren, is niets anders dan het
cijfer op onze bankrekening en dat is het allerergste kwaad dat ons
hier in zijn greep houdt en betovert: wij geloven het op de koop toe,
dat wij zijn wat we hebben, dat ons wezen samenvalt met onze
geldbeurs en dat onze persoonlijke waarde toeneemt in de mate dat
onze bankrekening groter wordt, ja, dat wij in die mate het
goddelijke steeds dichter benaderen en dat kunnen de rijken ook
ondervinden, zij worden benijd en verafgood.
Gelukkig
kunnen wij er ook makkelijk achter komen dat de religie van het geld
bedrog is: onsterfelijkheid koopt men niet met geld, ziekte en pijn
worden niet afgekocht met geld, kanker spaart de rijken onder ons
niet, geluk is niet te koop voor geld en vaak is het tegendeel het
geval en betaalt men zoals Faust met zijn geluk, met zijn ziel of met
de eeuwigheid voor zijn wereldse rijkdom.
Maar
men heeft geld nodig om te leven!
OVT:
Het
doet mij leed dat u dat zegt! Hebt u dan van mijn hele uitleg
werkelijk niets begrepen? Maar goed, mijn uitleg zal niet gedeugd
hebben, ik probeer het nog eens opnieuw. Van geld kan niemand leven,
geld is niet voedzaam, en dat verstaat u toch, geloof ik?
Ja,
maar...
OVT:
Neen,
geen maren: u verstaat dat geld niet voedzaam is?
Ja...
OVT:
Goed.
Waarom dan kan men hier in het westen zonder geld niet leven? Heel
eenvoudig omdat men moet betalen voor voedsel. En dat men moet
betalen voor voedsel, komt hierdoor, namelijk dat het toegelaten is
om voedsel in zijn bezit te nemen, ziet u? Maar ons voedsel is
goddelijk, zonder voedsel kunnen wij niet leven en god is het leven
zelf, anders gezegd: het leven is goddelijk: Ik ben de weg, de
waarheid en het leven, zegt hij, en bij het laatste avondmaal
toont hij het brood en zegt: Neemt en eet, dit is mijn lichaam.
En nu vraag ik u: kan een mens god bezitten? Heeft een mens het recht
om het leven, dat alleen door god geschonken wordt, aan anderen te
onthouden? Neen, zegt u, natuurlijk niet! Dus mag ook niemand het
voedsel als zijn bezit beschouwen, niemand heeft het recht om voedsel
te verkopen, het voedsel komt toe aan wie het nodig hebben om te
leven want god gunt het leven aan al zijn schepselen, anders zou hij
hun het leven niet geschonken hebben. Waar voedsel verkocht wordt,
wordt het onthouden aan de bezitslozen, aan hen die weigeren de
mammon te dienen. Vandaar zegt Christus ook: Niemand kan twee
heren dienen, niet god en de mammon.
Moeten
wij dan van honger omkomen?
OVT:
Wel,
dat is inderdaad wat ik al de hele tijd probeer aan te tonen: dat de
god van het geld die het westen regeert, een dictator is; dat wie hem
weigeren te dienen, omgebracht worden. En zeg nu zelf: gaat het hier
om enkele kleine nadelen van onze westerse democratieën of is hier
inderdaad sprake van een wrede en echt moorddadige god?
4.
Omsk
Van Togenbirger, nu hebben we het nog altijd niet gehad over het
moslimextremisme en het islamfundamentalisme en ik herhaal de vraag:
vrezen wij niet terecht voor een teleurgang van onze westerse
cultuur, hetzij onder de invloed van verregaande verrechtsing welke
doet denken aan het Derde Rijk, hetzij door het
moslimfundamentalisme?
OVT:
Mijn
beste, ik zal uw vraag meteen kort en bondig beantwoorden met het
geliefkoosde voorbeeld van mijn tuintjes en ik stel u maar meteen de
vraag: wat baat het een grote tuin te hebben als hij er verwilderd
bij ligt? Een tuin dient onderhouden te worden, anders wordt hij
onbegaanbaar, meer zelfs: er groeien distels die op den duur het huis
naar binnen kruipen zodat men beter af is zónder tuin, begrijpt u?
Niet
helemaal... of helemaal niet, eigenlijk.
OVT:
U
hebt geluk dat ik beschik over engelengeduld! Wel, wat ik wil
duidelijk maken is dit: een tuin is nooit een verworvenheid, zoals
ook een cultuur nooit een verworvenheid is of een bezit, of
gezondheid, leven, of eender wat. De dingen die men bezit en waarop
men boogt, moeten onderhouden worden, elke dag weer, anders slijten
ze heel vlug weg en gaan ze op de koop toe alras in het eigen nadeel
spelen. Een staat binnen welke het goed leven is, dient op zijn hoede
te zijn en te blijven voor allerhande soorten van waanzin, waaronder
inderdaad het moslimfundamentalisme en het rechts extremisme, maar
ook de verloedering van het milieu: de vuile lucht, het ondrinkbare
grondwater, de microplastics waarvan reeds alles doordrongen is en
noem maar op. Ook voor overdreven optimisme vanwege de wetenschappen
en de techniek dient gewaarschuwd te worden, voor het té sterk
worden van het leger, voor een te voortvarende economie en een te
grote welvaart die ons immers lui maken en verzwakken, voor te weinig
maar ook voor te veel veiligheid welke uiteindelijk met vrijheid
betaald moet worden. Het is niet zo dat wij over een ideale westerse
cultuur beschikken die tegen elke prijs bescherming verdient tegen
invloeden van buitenaf; het is onjuist om a
priori te
stellen dat alle andere culturen en opvattingen vijandig zijn en
geweerd moeten worden; er bestaat op de keper beschouwd niet zoiets
als een kampioen van alle culturen welke het dan zou verdienen om
zich koste wat het kost te blijven handhaven voor eeuwig en drie
dagen. Alles verandert, wat vandaag goed is, is morgen misschien
verwerpelijk en wat nu wordt nagestreefd, kan heel binnenkort te
duchten zijn. Het leven zelf bestaat bij de gratie van een subtiel
evenwicht, bijna een wonder, zo zeggen de geleerden. Het heelal is
oneindig groot maar tot nog toe blijkt de aarde de enige plek waar
leven is, in deze flinterdunne atmosfeer waar gassen en andere
levensnoodzakelijke stoffen in precies gepaste concentraties aanwezig
zijn en, beschouwd vanuit de eeuwigheid, misschien maar voor heel
eventjes. De natuur kent dit broze evenwicht maar ook de organisatie
van de mensensoort binnen staten en in de hele wereldgemeenschap,
balanceert gelijk een evenwichtskunstenaar boven een diepe afgrond.
Wetten mogen onze vrijheid niet te zeer beperken maar tegelijk
schenken zij ons veiligheid én vrijheid; zonder wetten gingen wij
gebukt onder wetteloosheid, chaos, burgeroorlog, moord en brand,
honger en bittere ellende. En ik herhaal het: moslimfundamentalisme
en rechts extremisme zijn te duchten euvels maar ik geloof niet dat
zij het zullen zijn die ons uiteindelijk de das zullen omdoen, ik
vrees veeleer voor de verwaarlozing van onze natuurlijke
bestaanscondities, dat gevaar is mijns inziens onvergelijkelijk veel
groter. Hebt u al gemerkt dat sinds langer dan een maand alle merels
hier verdwenen zijn? Dat is niet gebeurd door een of ander
extremisme, het is een gevolg van ziekte, men heeft het over een
virus maar de onderliggende oorzaak ligt voorwaar bij een verzwakte
resistentie tegen ziekten ingevolge de vervuiling. Op die manier
verdwijnen de soorten nu in versneld tempo en er komen er geen nieuwe
bij. De algemene stilte hier rond verraadt een onthutsende
onverschilligheid bij veel mensen en het is vooral die
onverschilligheid waarvoor wij op onze hoede moeten zijn.
En
wat overtuigt u er dan van dat wij veeleer moeten vrezen voor een
milieuramp dan voor ongewenste regimes?
OVT:
Heel
eenvoudig het feit dat niets in staat is om mensen zozeer te
verenigen dan het hebben van gemeenschappelijke vijanden. Op het
ogenblik dat wij niet langer kunnen ademhalen, dat al het water
ondrinkbaar is geworden, dat een nieuwe pest uitbreekt en wereldwijd
de soorten, inclusief onze eigen soort, bij miljoenen of miljarden
worden weggemaaid op dat ogenblik zal de solidariteit onder de
soort even rap terugkeren als zij verdwenen is. Men zegt dat een
soort zich tegen zichzelf richt van zodra het milieu onleefbaar wordt
door overbevolking of vervuiling, men ziet dat bij bepaalde
vissoorten in een te klein geworden aquarium: ze gaan een gif
produceren om soortgenoten uit te roeien en het duurt totdat de
populatie voldoende gezakt is. Om exact dezelfde reden namelijk
het op peil brengen van de populatie smeden soortgenoten samen en
helpen zij elkaar. In het eerste geval is de populatie te groot en
moorden soortgenoten elkaar uit, in het tweede geval dreigt de soort
uit te sterven en trekt men aan hetzelfde zeel.
Maar
was u niet van mening dat er helemaal niet teveel mensen op aarde
leven?
OVT:
Maar
ik ben nog steeds van mening dat de aarde veel meer mensen kan dragen
dan nu het geval is, als men maar minder gaat verbruiken en
vervuilen. En dan zou ook de kans op oorlog slinken. Het zijn
allemaal zaken die hand in hand gaan.
(J.B.,
20-24 september 2017)
09-09-2017
Herhaling ter gelegenheid van de 11 september-herdenking:
Herhaling
(*) ter gelegenheid van de 11 september-herdenking:
Geen
onrecht zonder leugens
Over selectieve verontwaardiging
Met
de terreuraanslag van 7 januari 2015 kregen de twaalf dode Parijse
spotprententekenaars de helft van de wereld achter zich; Charlie
Hebdo herhaaldelijk verboden toen het blad nog Hara-Kiri
heette zag zijn verkoopcijfers stijgen van twintig duizend
naar vijf miljoen; resterende cartoonisten beeldden de ene zijn dood
af als de andere zijn brood...
Tegenover
die twaalf slachtoffers van wraak wegens spot worden dagelijks niet
minder dan dertig duizend geheel onschuldige hongerdoden (1)
doodgezwegen en ook nog eens verwenst door toonaangevende edellieden
zoals sir David Attenborough die ons de 'mensenplaag' wil aanpraten
en die nota bene aan de armen
het recht op leven wil ontzeggen terwijl uitgerekend zij een
verwaarloosbare ecologische voetafdruk hebben. (2)
Bij
de aanslag op de Twin Towers stierven zowat drieduizend mensen over
wie wel eens gezegd werd dat zij als werknemers van het WTC(World Trade Center of Wereld
Handels Centrum) ijverden voor
de instandhouding van een moorddadige wereldeconomie en ook
zij kregen en krijgen zestien jaar na datum nog steeds gigantisch
veel meer aandacht dan diegenen die dan hun slachtoffers zouden
moeten heten, met name de anoniemehongerdoden en, andermaal, dat zijn er geen drieduizend doch
dertigduizend, nota bene elke dag opnieuw.
Waarom
spreekt men trouwens ook inzake honger niet van een aanslag dochvan een tegenslag, als het niet was om de misdaad in de
schoenen van het noodlot te kunnen schuiven, om de gedachte aan
daders in de kiem te smoren en om de feitelijke criminelen buiten
schot te houden?
In
een wereld die steeds meer om koele cijfers draait getuige de
berekeningen waaruit besloten wordt dat de planeet overbevolkt is
is het derhalve te verwonderen dat men helemaal geen oog blijkt te
hebben voor de genoemde wanverhoudingen welke behalve bijzonder
onlogisch ook en vooral bijzonder immoreel moeten worden genoemd.
Immoreel
zijn ook de maatstaven gehanteerd bij de vele calculaties inzake het
zogenaamde overbevolkingsprobleem waar zij uitgerekend die mensen het
veld willen zien ruimen die het minst verbruiken en vervuilen, met
name de armen. Op onze aarde kunnen immers onnoemelijk veel armen
leven maar dat gaat helaas niet op voor superrijken: indien zulks ook
maar mogelijk was, dan ware de planeet met een handvol Rockefellers
of Bill Gatesen al meer dan volzet.
Waarom
blijven al die leugens duren? zo moet men zich op den duur toch
afvragen. Maar zoals er geen rechtspraak en geen recht denkbaar zijn
zonder de waarheid, zo ook kan het onrecht onmogelijk standhouden als
niet een massa leugenaars het been stijf houden.
In
de jaren zeventig van de voorgaande eeuw publiceerde de
Oostenrijks-Amerikaans-Mexicaans-Duitse jezuïet en filosoof Ivan
Illich een aantal markante werken over een onderwerp dat ook het
thema was van de Helleense tragedie, met name de contrateleologie of
de menselijke contraproductiviteit die als een vloek op al ons doen
en laten rust. Meteen betekende dit werk uiteraard een felle kritiek
op het blinde vooruitgangsgeloof waarvoor voordien onder meer Herbert
Marcuse waarschuwde in het licht van de nefaste werking welke het
ongebreidelde kapitalisme krijgt in zijn interactie met wetenschap en
techniek. Een van de meest sprekende voorbeelden in de
uiteenzettingen van Illich is dat van de auto die ons tijd kost
en dit zeer in tegenstelling tot het vermoeden van tijdbesparing
waarmee dit snelle voertuig ons fopt. Maar een nog belangrijker
gevolg is het feit dat de auto pas rendabel is voor mensen die hem
makkelijk kunnen betalen zij hoeven immers minder tijd te
investeren in het verdienen van de kostprijs ervan en zo houden zij
er uiteindelijk tijdwinst aan over. En dit betekent dat de auto niet
in de eerste plaats een voertuig is maar wel een instrument dat de
(vrije) tijd (of de vrijheid) aan de armen ontneemt om ze de rijken
toe te stoppen. En dat doet niet alleen de auto, dat doen talloze
moderne consumptiegoederen. Aldus werd onze huidige economie een
instrument in handen van een elite die daarmee een massa van
onwetenden op een even verkapte als efficiënte manier plundert.
De
effectiviteit van deze plundering is uiteraard groter naarmate er
meer geconsumeerd wordt en het aanzetten van het volk tot een
maximale consumptie gebeurt slechts ogenschijnlijk via de reclame en
het voorbeeldgedrag want op een dieper niveau wordt de
consumptiemotor rechtstreeks aangezwengeld met de geluksbelofte daar
het geluk voor de massa verworden is tot een zaak van sociale
vergelijking. Correcter gesteld bestaat de consumptiedwang door het
afschrikmiddel van het ongeluk in zijn meest pregnante vorm van de
sociale uitsluiting. In eenvoudiger bewoordingen kan men zeggen dat
wie in deze cultuur niets bezitten, ook niet bestaan omdat men er
slechts is wat men heeft
of
dat is althans wat men het volk wil laten geloven.
Maar
om mensen ertoe aan te zetten allerlei zaken te gaan kopen, is een
krachtige stimulus nodig omdat consumptiegoederen geld kosten terwijl
geld arbeid of inspanningen vertegenwoordigt. De prikkel die doet
kopen moet derhalve sterker zijn dan de afschrikking van de
inspanningen welke in de arbeid geleverd worden en dat kan pas het
geval zijn als deze prikkel eveneens een afschrikking is en wel een
afschrikking die feller is dan deze die uitgaat van te leveren
inspanningen. Nu wordt in de hedendaagse theologie de hel niet zomaar
omschreven als een toestand waarin men van alle anderen afgesneden
is, want dit blijkt voor de ruime meerderheid van alle mensen de
afschrikking bij uitstek en het is alvast een afschrikking die groter
is dan het schrikbeeld van de inspanning: sociale uitsluiting blijkt
slechts een andere benaming voor de hel.
Maar
waar dan geschiedt de fabricage van gelukkigen en ongelukkigen? Waar
situeert zich de dorsvloer waar het kaf van het koren wordt
gescheiden? Waar precies voltrekt zich de ultieme afschrikking, de
hel van de sociale uitsluiting? En het antwoord klinkt verbijsterend
genoeg dat deze dorsvloer gecreëerd wordt samen met de sociale dwang
welke mensen ertoe verplicht om met de regelmaat van de klok
zogenaamde feesten te gaan vieren. Op vaste tijdstippen wordt men
gedwongen om te tafelen met al dan niet bekenden. Dat wij na het
drinken van een glas spontaan gaan pochen en elkaar met het etaleren
van onze bezittingen proberen te overtroeven, illustreert niet alleen
de frustraties waarmee wij werden opgezadeld maar dient tevens
perfect de belangen van wie ons manipuleren door aldus het beest in
de mens te bespelen. Aan de feestdis immers geldt de
concurrentiecultuur met het wijsje van ieder-voor-zich ons via de
media en de opvoeding als vanzelfsprekend ingelepeld om
overeenkomstig het verdeel- en heersprincipe de hebbers van de
niet-hebbers te scheiden, waarbij de hebbers zich manifesteren door
de niet-hebbers in het zand te doen bijten in plaats van hen te
helpen.
Feesten
of samenkomsten onder mensen dienen in de huidige cultuur derhalve
niet om het samen-zijn en het samen-werken te bevorderen dat is
slechts het misleidende uithangbord: sociale evenementen beogen
daarentegen exact het tegenovergestelde, namelijk het bevredigen van
een manifestatiedrang waarbij eigenaars zich onderscheiden of
distantiëren van bezitslozen en waarbij deze laatsten geïsoleerd
worden of dus in de hel worden gedropt.
Het
hoeft geen betoog dat derhalve aan een dergelijke feestdis slechts
ogenschijnlijk kip aan het spit wordt gegeten: in werkelijkheid staan
op het menu onze soortgenoten die naar de principes van een
opgedrongen pikorde het onderspit delven. De ware betekenis van onze
westerse feesten onder het juk van de mammon, is kannibalisme.
2.
Niemand
is in staat om nog voedsel naar binnen te werken nadat verzadiging is
opgetreden en wie geen gehoor geven aan deze natuurlijke
vanzelfsprekendheid, schaden hun gezondheid. Er zijn wel
alternatieven zoals reeds in het oude Rome het uitlokken van
braakpartijen om daarna met vreten te kunnen herbeginnen maar vandaag
verkiest men zich veeleer te vermeien met exquise gerechten in dure
restaurants. Op de keper beschouwd is alles wat te maken heeft met
oververzadiging ook verspilling en zo is de spilzucht aan de
vraatzucht verwant omdat het gooien met geld en het zich volproppen
met spijs en drank dezelfde functie vervullen van het zich
manifesteren, het is de zelfbevrediging der potentaten. Eten is
andere wezens aan zich onderwerpen door ze op te eten en met betalen
doet men hetzelfde maar dan anders: men beveelt en onderwerpt
soortgenoten door ze het geld dat ze nodig hebben om te leven te
onthouden als zij gehoorzaamheid durven te weigeren.
Eten
is het degraderen van wie men eet tot eiwitten en andere bouw- en
brandstoffen voor de huishouding van het eigen lijf. Gaat het om het
verorberen van planten en dieren, dan rechtvaardigt men zich door te
stellen dat het doden van ander leven levensnoodzakelijk is voor het
eigen voortbestaan maar voor het naar binnen werken van soortgenoten
bestaat pas een excuus als de hongerdood dreigt terwijl geen enkel
alternatief nog voorhanden is. De middeleeuwse franciscaner monnik en
pauselijke gezant Willem Van Rubroeck beschrijft in zijn dagboeken
langs de zijderoute op weg naar de Mongoolse hoofdstad Karakoroem in
1253-1255 herhaaldelijk de vondst van knekels in uitgedoofde as van
kampvuurtjes het betrof meer bepaald teenkootjes van kinderen.
Vandaag verorbert men zijn soortgenoten op een meer gesofisticeerde
wijze door hen naast nog andere bestaansmiddelen ook het voedsel te
onthouden dat zij nodig hebben voor hun voortbestaan. Exemplarisch is
het Europese schandaal van het terugsturen van economische en
oorlogsvluchtelingen van wie er de afgelopen jaren vele duizenden als
drenkelingen de dood vonden op zee. Zij liepen weg voor de oorlog in
de ergste dictatuur van de hedendaagse tijd en vonden geen asiel bij
de Verenigde Naties die na de holocaust of de moord op zes miljoen
mensen nochtans afgesproken hadden om onderdak te zullen verlenen aan
al wie bij het verschijnen van een nieuwe Hitler moeten hollen voor
hun leven. Het obese Westen weigert aan hongerige vluchtelingen
onderdak en voedsel, uitgerekend omdat het vreest dat de hongerigen
er eigenlijk op uit zijn om onze hoofden af te hakken en ons op te
eten.
Anderzijds
is het verorberen van medemensen sinds de oudste tijden een sacrale
daad, en vormt deze niet de kern van de Heilige Mis waar de Heiland
zelf zijn lichaam offert in de vorm van brood en wijn? Met de
allerarmsten namelijk heeft Christus zichzelf geïdentificeerd, met
'de minsten van de mijnen', zoals Hijzelf het zegde, en aldus
voltrekt zich in de Europese genocide andermaal de kruisdood en de
consecratie of de Mis ge-expandeerd doorheen de tijden in de wijde
wereld.
3.
Zoals
hoger aangestipt, zijn de spilzucht en de vraatzucht verwanten daar
zij beiden de machtsdrang ventileren: het aanzitten aan de feesttafel
en de pocherij zijn twee handen op één buik. In zijn Eros
and Civilization
uit 1955 heeft Herbert Marcuse beschreven hoe machtswellust en meer
algemeen destructieve krachten spontaan opwellen waar de
levensdriften geremd worden.
In
de lijn van Plato stelt Freud dat de seksuele driften, de
levensdriften zelf zijn, dezelfde driften die ons ertoe aanzetten om
de natuur te beheersen in functie van de bevrediging van onze vitale
behoeften: de wil tot zelfhandhaving is niet het eindeloze gevecht
tegen de dood maar wel de strijd om plezier het lustprincipe
gelegen in het uitstel van de onmiddellijke bevrediging van de
verlangens en uitgerekend dat is cultuur het realiteitsprincipe.
De zelfbeheersing en de repressie zijn een noodzaak omdat lust
onmogelijk is zonder arbeid: beschaving is de kanalisering van
instincten en zo moeten de mensen zich maar opofferen aan de
vooruitgang. Onjuist, zo oordeelt Marcuse: arbeid stamt inderdaad uit
het lustprincipe zelf, alleen is het plezier eraf ingevolge het
vervreemdende kapitalisme, wat wil zeggen dat de schaarste door de
heersende klasse gemanipuleerd wordt. Neem de vervreemdende arbeid
weg uit de maatschappij en repressie is niet langer nodig voor de
sublimatie van de lusten.
In
een heel andere benadering is geweld het enig resterende alternatief
waar de dialoog onmogelijk is geworden en dat wil dus zeggen dat
geweld ontstaat waar de logos zelf verdeeld is, waar de rede in
oorlog is met zichzelf of dus daar waar er niet langer één waarheid
is. En wat betekent dat?
Een
wiskundevraagstuk heeft slechts één correcte oplossing en duldt
geen tweede; waar zich voor zo'n vraagstuk twee oplossingen
aanbieden, moet tenminste één van de twee fout zijn. De waarheid is
één, geen waarheid duldt een tweede naast zich omdat een tweede
waarheid ook de eerste ongedaan zou maken. Daarom kan de rede in
oorlog met zichzelf niet langer de rede zijn: waar twee waarden
onderling strijden, gaat het veeleer om belangen, meningen of nog
andere zaken welke de waarheid in hun schaduw willen stellen. Edoch,
zonder de logos, is er ook geen dialoog mogelijk. De oorlog
verplaatst
zich dan van de schil van de rede naar de fysieke schil en zo
ontstaat geweld. Bij geweld eet de ene de andere op om weer één te
kunnen zijn en de schijn van waarheid op te kunnen houden. Zo staat
de oorlog weer in functie van een zekere vrede of dan tenminste toch
een schijn daarvan.
Maar
misschien moet hier andersom worden geredeneerd en moeten wij
erkennen dat het verhaal van de ene waarheid een groteske leugen is
en ook een gevaarlijke, daar het niet slechts spontaan maar tevens
noodzakelijk in de strijd uitmondt omdat strijd redding belooft daar
in de strijd slechts één winnaar geduld kan worden. Misschien
moeten wij het verhaal van de ene waarheid opofferen aan de vrede,
wat uiteraard meebrengt dat wij erkennen dat er in onze werkelijkheid
helemaal geen waarheid in de zin van een absolute waarheid kan
bestaan. En moeten wij dan op deze wijze het erbarmelijke van onze
toestand niet leren accepteren teneinde hem niet nog ondraaglijker te
maken? Moeten wij de idee van de ene, ware, goede god niet leren
beschouwen als een contradictio
in terminis?
Moeten wij niet leren aanvaarden dat de wiskunde ons altijd heeft
misleid en dat deze zo vaste en sluitende 'wetenschap' ons met haar
eeuwige waarheden een rad voor de ogen heeft gedraaid, veel te mooi
om ooit waar te kunnen zijn? Leert zij ons niet tenminste als wij
geen verzet blijven bieden tegen het verstaan dat de
waarheidswaarde van stellingen en beweringen omgekeerd evenredig is
met hun werkelijkheidswaarde en dat dit ook niet anders mogelijk is
omdat de werkelijkheid zelf verdeeld is, gefragmenteerd en altijd
veranderlijk, en dat zij bestaat uit zich eindeloos
vermenigvuldigende entiteiten? Want het lijkt er wel heel sterk op
dat het godsgeloof en het geloof in de ándere wereld, het leven in
de húidige wereld lelijk in de weg staat en dat het ons tot
kannibalisme veroordeelt.
4.
Helaas
worden al deze verzuchtingen weggeblazen als gevaarlijke vormen van
simplisme op het ogenblik dat zich het relativisme pas echt goed
doorzet want wie kan bijvoorbeeld het oordeel nog langer beamen dat
racisten ook mensen zijn in het licht van de ontelbare
slachtoffers van deze moordende ideologie? Gedachtenexperimenten zijn
toelaatbaar zoals ook fictie en fantasie en die Gedanken sind
frei maar bij het in de praktijk brengen van de eigen opvattingen
dient men er rekening mee te houden dat men aldus het domein van de
loutere opvattingen, overtuigingen en gedachten verlaat om het domein
van de werkelijkheid zelf te betreden een domein waar zich
anderen bevinden met niet noodzakelijk dezelfde opvattingen. Wél
deelt men met al deze anderen onmiskenbaar enkele gemeenschappelijke
waarden en in de eerste plaats is er de waarde van het leven zelf,
want iedereen wil leven: elkeen wil voldoende te eten hebben, wil
kunnen wonen, wil zichzelf en de zijnen kunnen verzorgen en hoe men
het ook draait of keert: deze waarden zijn onmiskenbaar universeel en
daarom absoluut en objectief. Wég met de idee van elk zijn waarheid
van zodra deze waarheid er ook aanspraak op maakt om in de praktijk
gebracht te worden! Miskent men de genoemde gemeenschappelijke
waarden en belangen alsnog of maakt men ze ondergeschikt aan een
ideologie die deze zaken aan bepaalde categorieën van mensen
ontzegt, dan pleegt men zelfverraad, verraad aan de eigen soort en
verraad aan de rede.
Tot
1971 werden zelfs in het zogenaamde vrije Nederland homoseksuelen
naar de Sint-Willibrordusinstelling in Heiloo gebracht waar een arts
van Vlaamse komaf, dr. Aimé Wijffels, hen castreerde. Pas na
protesten van onder andere de schrijver Gerard Reve werd het
betreffende wetsartikel uit 1911 dat daartoe aanzette, afgeschaft.
(1) De genocide op onder meer homoseksuelen stamt niet uit het
nazitijdperk en werd na de Tweede Wereldoorlog ook niet stopgezet.
Het bekendste slachtoffer van castratie op homo's is de Engelse
wiskundige Alan Turing die de Duitse geheime code brak en aan wie wij
derhalve de overwinning op nazi-Duitsland danken hij stierf door
moord of zelfmoord in 1954 en pas in 2009 gaf de Britse premier Brown
hem eerherstel. Homoseksualiteit bleef in Engeland strafbaar tot
1967. Overmorgen, 5 september 2017, bestaat het homomonument in
Amsterdam 30 jaar pás dertig jaar. In de kampen van de nazi's
werden ongeveer 10.000 homo's omgebracht, naast de genocide op joden,
Roma-zigeuners en andere weerloze bevolkingsgroepen deze
volkerenmoord telde zes miljoen slachtoffers.
De
internationaal geaccepteerde definitie van genocide indachtig, welke
bepaalt dat ook maatregelen bedoeld om geboorten binnen de geviseerde
groep te voorkomen als genocide moeten bestempeld worden (2), kijken
wij vandaag aan tegen de uitlatingen van hooggeleerde heren zoals
moraalfilosoof Etienne Vermeersch die via specifieke
geboortebeperking zijn ideaal wenst te verwezenlijken van een wereld
zonder gehandicapten, zoals hij ook een wereld zonder honger wenst te
bekomen door de hongerigen over te laten aan hun bittere lot. Hiermee
praat hij de prominente Sir David Attenborough naar de mond, van wie
de in de kranten gepubliceerde veroordeling aan het adres van de
hongerlijders: Let them starve!. Zij kunnen alvast rekenen op
enige bijval van eugenetici en wereldverbeteraars in het zog van
Thomas Malthus, over wie literatuurprofessor David Paroissien
schrijft dat de wereldberoemde auteur en tijdgenoot van Malthus,
Charles Dickens, hem middels zijn misantrope vrek Ebenezer Scrooge
een veeg uit de pan geeft: in A
Christmas Carol weigert
Scrooge aalmoezen aan de bedelaars met het argument dat ze maar beter
verhongeren omdat ze aldus nog meehelpen in de strijd tegen de
overbevolking. Dickens haatte kennelijk deze utilitaristen, vaak van
hogere komaf en zonder voeling met het volk, zoals Malthus, Bentham
en Mill en in romans zoals Hard
Times
klaagt hij ze ook aan als onrechtplegers en onmensen. (3) Het gaat
daar in feite om de verdedigers van het inhumane kapitalisme ten
tijde van de industriële revolutie in ellendige fabriekssteden zoals
Manchester toestanden welke Friedrich Engels tot zijn sociaal
engagement dreven.
Of
hoe beroemdheden met de uitstraling van wereldverbeteraars en
filantropen in feite menseneters zijn.
5.
Het
reeds aangehaalde boek van Erik Thys gaat in feite over de zelfmoord
van de mensheid, gelet op het feit dat, zoals Thys schrijft,
creativiteit zo dikwijls samengaat met schizofrenie als autisme
samengaat met betrouwbaarheid, precisie en een superieur geheugen:
Deze
mensen [schizofrenen] verdienen het niet om op deze manier verbannen
te worden naar het verdomhoekje, zeker niet als blijkt dat zij ook de
dragers zijn van creativiteit en op die manier verbonden zijn met de
nobelste verwezenlijkingen van de mensheid. (4)
Hier
wordt verwezen naar het vierde hoofdstuk van het boek, waar
beschreven wordt hoe artistieke gevoeligheid en psychische
kwetsbaarheid twee zijden van hetzelfde muntstuk kunnen zijn. (5)
In
de massamoord op de door Adolf Hitler als 'ontaard' gestigmatiseerde
kunstenaars, dreigt zich de mensheid inderdaad te zelfmoorden. Dit
gevaarlijke fascisme, zozeer gekenmerkt door onnadenkendheid verkapt
zich ironisch genoeg onder een pseudo-geleerdheid die zich bedient
van de superlatieven en de decibels waarmee ook de marktkramers hun
publiek proberen te imponeren.
Deze
kleverige terreur komt vandaag opnieuw aan de macht maar dit keer
verspreid over de hele wereld. In zijn boek vermeldt Thys de verdoken
eugenetische praktijken en niet alleen in Peru waar omstreeks 1990
zowat 300.000 vrouwen ongeïnformeerd gesteriliseerd werden maar ook
de sterilisaties van immigrerende Ethiopische joden door de
Israëlische regering in 2013 en de praktijken in de V.S. jegens
gedetineerden: in 2013 bleken alleen al in Californische
vrouwengevangenissen in de voorafgaande paar jaren 148 vrouwen
onvruchtbaar gemaakt te zijn.
Onverantwoordelijk
handelen en onverschilligheid, ook en vooral vanwege professionele
hulpverleners en naaste familie, blijken de regel en de auteur drukt
erop: Het aantal slachtoffers is groot, klein is het aantal
veroordeelde daders. (6) Dat de moordenaars vaak aan het langste
eind trekken, volgt uit het simpele feit dat na de misdaad de
slachtoffers uiteraard al het zwijgen zijn opgelegd; zij zullen niet
rechtop gaan zitten in hun graf en roepen: Mogen wij alstublieft
ook eens iets zeggen!? Vandaar de dringende nood aan eerherstel in
naam van de talloze vermoorden, de nood aan monumenten en de grote
nood aan boeken en andere informatiebronnen over een zaak waarvan de
laatste getuigen nu zo goed als helemaal verdwenen zijn. Hitler
immers blijkt vandaag verrezen en, als men de kranten mag geloven,
wel honderdduizendvoudig.
(J.B.,
10 augustus 2017 4
september 2017)
Verwijzingen:
(1)
E. Thys, Psychogenocide,
EPO, Berchem, 2015, p. 246.
Enkele weken voor het begin van de Kosovaarse oorlog,
verdwenen alle vogels uit die streek, het leek alsof ze een
voorgevoel hadden, zoals ook de bijen een voorgevoel hebben voor
aardbevingen.
Zowat honderdzestig jaar geleden sprak het
indianenopperhoofd Seattle in zijn beroemde toespraak tot de
Amerikaanse president over de dood van de dieren:
"(...)
Wij zullen dus uw aanbod ons land te kopen in overweging nemen. Als
wij besluiten het aanbod aan te nemen wil ik éen voorwaarde stellen:
de blanke man moet de dieren van dit land beschouwen als zijn
broeders.
Ik
ben maar een wilde en ik begrijp het niet. Ik zag duizenden rottende
buffels op de prairie, achtergelaten door de blanke man die ze
neerschoot vanuit een rijdende trein.
Ik
ben maar een wilde, en ik kan niet begrijpen hoe het rokende ijzeren
paard belangrijker kan zijn dan de buffel, die wij alleen maar doden
om in leven te blijven.
Wat
is de mens zonder dieren? Als alle dieren weg zijn, zal de mens
sterven aan een gevoel van grote eenzaamheid. Want wat er gebeurt met
de dieren gebeurt spoedig met de mens. Alle dingen hangen samen.
Wat er met de aarde
gebeurt, gebeurt met de kinderen van de aarde."
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 7)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 7)
Twee
jaar geleden publiceerde de Vlaamse psychiater, kunstenaar en musicus
Erik Thys het boek Psychogenocide, over de massamoord op
psychiatrische patiënten en kunstenaars onder de nazi's. Ik vermeld
het boek omdat het een hoogst noodzakelijk werk is want in deze
tijden ziet men andermaal precies hetzelfde gebeuren. Moord is één
zaak, maar de verantwoording ervan door erop te wijzen dat de
slachtoffers mensen zonder maatschappelijk nut zijn, is een tergend
teken van een schromelijke ontoereikendheid van het empathische
vermogen. Abortus mag als het om gehandicapten gaat, euthanasie mag
voor zieken en geesteszieken en men liegt zichzelf dan voor dat het
goed is voor deze mensen als wij er voor zorgen dat zij niet of niet
langer hoeven te leven zij zouden immers teveel lijden. Bovendien
is de eigenlijke reden anders zoals ook blijkt uit de
selectiecriteria van de nazi's om over te gaan tot uitroeiing: de
gevangenen werden pas vergast op het ogenblik dat zij niet meer
nuttig waren. De veroordeling van een arts die abortus weigert bij
een kind dat eenmaal volwassenen de bewuste arts voor de rechter
sleept, schept een precedent dat vanaf dat ogenblik artsen dwingt tot
deze beschamende vorm van discriminatie het aborteren van
gehandicapten en zo zijn wij de weg van de nazi's opgegaan. Adolf
Hitler is terug; God is dood maar de duivel is verrezen!
De
aanstokers van de holocaust hebben nooit beweerd dat zij moordden om
te moorden, zij geloofden daarentegen een edel motief te hebben met
de eugenetica waar ook vandaag zoveel rond te doen is: de verbetering
van het ras, de modellering van een supermens, de versterking van de
volksgezondheid en de staat, de eliminatie van nuttelozen en
lastposten. En ook toen was de idee niet nieuw, onder meer Thomas
Malthus was er ruim een eeuw voordien al van bezeten, u kent hem wel,
die misantrope predikant, de vader van het sprookje over de
catastrofale overbevolking. Hij was van mening dat men de armen maar
beter aan hun lot kon overlaten: hun van voedsel voorzien kan er toch
alleen maar voor zorgen dat zij zich vermenigvuldigen, zo meende hij.
Vandaag zegt sir David Attenbourough hem weer letterlijk na en zijn
echo weerklinkt uit de mond van allerlei moraalprofessoren. Dit
gebrek aan elementair verstand is de gruwel van deze tijd!
Het
Malthusianisme is in zekere zin toch wel verdedigbaar? Heel wat
geleerden hangen het aan...
Daar
hebben we het weer! Maar nu moet u eens goed opletten, want wat
opvalt, zijn de middelen die worden ingezet om dat doel te bereiken
en die getuigen van een extreme onnadenkendheid. Iedereen weet dat er
twee manieren bestaan om een maatschappij te verkrijgen zonder
bijvoorbeeld zieke mensen. De eerste manier vergt studie, toewijding
en arbeid en bestaat erin dat men poogt de zieken te genezen en
daarbij doet men een beroep op dokters en andere hooggeschoolde
gezondheidswerkers. De tweede manier echter gaat veel sneller, zij is
veel goedkoper en ook efficiënter en dokters en andere
hoogopgeleiden komen er al helemaal niet aan te pas: men roeit de
zieken gewoon uit en daartoe volstaan ordinaire moordenaars. Maar het
doel heiligt de middelen, zegt u? Wie zo denken, zouden verplicht een
bezoek aan het kamp van Auschwitz moeten brengen en zij zouden de
aantekeningen moeten lezen van Primo Levi en andere slachtoffers uit
die tijd. Ik zeg u: de mens leert kennelijk niets bij, hij kent zijn
geschiedenis niet en hij kijkt niet verder dan zijn neus lang is want
dit dreigt vandaag allemaal opnieuw te gebeuren, hier en over de hele
wereld, het is al aan de gang en wat wij verkrijgen is een veelvoud
van de gruwel van toentertijd.
Moet
men de maatschappij gezonder maken door de zieken te doden of door
hen te genezen? Maakt men het land geleerder door de analfabeten te
doden of door hen te leren lezen? Maakt men het land rijker door de
armen uit te hongeren, zoals Malthus voorstelde, of door scholen voor
hen te bouwen? Ik zei het al en het weze herhaald: om het
levensonderhoud en de luxe van één welstellende westerling te
garanderen, zijn vijftig slaven nodig in de derde of de vierde
wereld. Het probleem van de armoede oplossen door de armen uit te
roeien, ware alleen al om die reden volstrekt contraproductief. Maar
vooral hierom zijn de Malthusiaanse maatregelen geheel ondoordacht:
als er ooit sprake is van overbevolking, dan vormt die een probleem
op grond van wat men de ecologische voetafdruk is gaan noemen, met
andere woorden het verteer en de vervuiling per persoon. Als u nu
weet dat een welgestelde westerling dikwijls het duizendvoudige
verbruikt van dat waarvan een Indische paria leeft, dan ware het
welgeteld duizend keer doeltreffender om de rijken uit te hongeren!
Maar wellicht...
Wellicht
wat?
Wellicht
eten de rijken zich dood...
(J.B.,
31 juli 2017)
02-08-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 6)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 6)
En
ik heb het nog helemaal niet gehad over de ontwikkelingen van de
jongste tijd, mijn beste... hoe is uw naam alweer? Maar doet het er
ook toe? Want die ontwikkelingen maken koekjes van ons allemaal, dat
begrijpt u toch zeker wel, of niet?
Koekjes!?
Koekjes,
zei ik, of zeep, ja, zeep maar dit keer zullen het koekjes zijn,
geloof ik, om voor de hand liggende redenen trouwens. Ik wil maar
zeggen dat wat er in de jongste jaren gebeurt, een herhaling is van
wat wij hebben meegemaakt in de jaren dertig van de voorgaande eeuw,
maar dat zult u beslist nog gehoord hebben?
Bepaalde
kranten staan er vol van, ja.
Men
vult de nieuwsberichten met terreuraanslagen en vervolgens gaat men
in het teken van de veiligheid, de vrijheid aan banden leggen en de
controle op de burgers opvoeren. En hoe ver gaat men daarin? Hebt u
het onlangs gehoord, dat men de wielertoeristen wil verplichten om
hun kilometers te gaan malen in speciaal daartoe aangelegde circuits?
Men gaat of staat niet langer waar men wil, de openbare weg is
voorbehouden aan de agressieve automobilist. Dit is de zo gevreesde
terugkeer van het recht van de sterkste! Veiligheid? Laat mij niet
lachen! Als men fietspaden aanlegt zodat de kinderen op weg naar
school niet hoeven doodgereden te worden, zal ik geloven dat het de
politici om onze veiligheid te doen is maar niet eerder! De terugkeer
van het recht van de sterkste, dat is het waarover ik mij zorgen
maak: daarbij vergeleken verdwijnt al de rest in het niets.
Waar
vandaan dan die kentering?
Ik
vermoed dat het alles te maken heeft met het wegebben van het
christendom. In de mens zit een beest, kennelijk is alleen de religie
bij machte om het in toom te houden. Weet u wat er gebeurd is in het
zogenaamde Derde Rijk? Want men praat erover alsof het eeuwen geleden
is, in een vreemde, verre streek, onder een handvol criminelen, een
uitzonderingstoestand, een ongelukkig toeval haast. En niets is
minder waar dan dat, conferatur Stanley Milgram!
U
bedoelt het nazisme in Duitsland?
Ik
bedoel de grootheidswaanzin waaraan de mens ten prooi is van zodra
hij niet langer bereid is het hoofd te buigen voor zijn Schepper. U
moet weten dat er mensen bestaan die willen heersen over alle
anderen, en over de hele aarde, alsof zij god zelf waren. Binnen een
evenwichtige maatschappij kunnen zij zich nauwelijks manifesteren
maar eenmaal de tijden bepaalde kentekenen gaan vertonen, zien zij
hun kans schoon en slaan ze toe: de potentaten. In wezen gaat het om
brutale moordenaars; die zijn er altijd al geweest maar de cultuur
zorgt ervoor dat zij hun diepste verlangens sublimeren en de
godsdienst veroordeelt hun daden als zij nog in het stadium van
gedachten zijn. Hun bestaan is tot mislukken gedoemd, tenzij zij
ineens de dekmantel der dekmantels ontdekken: zij gaan namelijk de
natuur zelf een handje helpen en in tijden van een uitgesproken
liefde voor de natuur, klinkt dat niet eens zo onaardig en op die
manier krijgen zij tenslotte in een ogenblik van onoplettendheid de
wind in de zeilen en in een mum van tijd is het hek van de dam.
Kunt
u wat concreter zijn?
Een
exponent van deze misvatting vindt men daar waar sommigen in de
natuur de wet van het recht van de sterkste geloven te ontwaren,
waarna ze opmerken dat wat mensen en in het bijzonder christenen
doen, daar jammerlijk tegenin gaat. Jammerlijk, zo geloven zij, zoals
blijkt uit de toespraken van bijvoorbeeld Adolf Hitler die het
betreurde dat aan het front jonge en gezonde mensen moesten gaan
sneuvelen om de zieken en de bejaarden thuis in leven te houden.
Hitler betreurde de naastenliefde omdat zij de natuurwet dwarszit en
hij vond dat wij er uiteraard beter aan doen om de natuur een handje
te helpen: door het recht van de sterkste worden de zwakken
geëlimineerd, laten wij dus werk maken van het opruimen van de
zwakken want zij verzwakken de staat dat was de basis van zijn
pleidooi. De executie van dit 'inzicht' dat bijzonder weldenkend of
tenminste toch logisch lijkt, vindt men in de praktijk van de
holocaust: de moord op zo maar eventjes zes miljoen mensen. En nu
moet men weten dat deze industrialisering van de genocide volstrekt
in koelen bloede gebeurde en met de medewerking van talloze medici
ja, het was een medicalisering van de massamoord. Vrijwel geen verzet
daartegen, zij die zich verzetten werden immers op staande voet
geëxecuteerd. Er zijn er zelfs die geloven aan hun perverse
handelwijze een filosofische grondvesting te kunnen verlenen door te
verwijzen naar de grote doch krankzinnige dichter Friedrich Wilhelm
Nietzsche. Ik wil echter andermaal opmerken dat deze lieden
criminelen zijn, dat hun theorie een uitvlucht is en dat zij verdomd
goed weten waarmee zij bezig zijn: het transport van de joden naar
hun eigenhandig gedolven graf, gebeurde in gesloten gaswagens waarop
ter misleiding van het eigen volk geschilderd was: Kaisers
Kaffee. En toen Hitler inzag dat hij de oorlog aan het verliezen
was, liet hij de lijken uit de massagraven opdelven en verbranden, in
de hoop nog gauw alle sporen van de onbeschrijflijke gruwel te kunnen
uitwissen.
U
overdrijft...
Ach,
Shakespeare wist het al: de werkelijkheid is erger dan uw stoutste
fantasie. Maar over de exponent van de holocaust zullen we het straks
nog hebben. Wat ik hier eerst en vooral wil aanhalen in verband met
de menselijke eigenwijsheid of is dat dan geen grootheidswaan?
is de onwaarschijnlijke en aperte onnadenkendheid welke spreekt uit
de uitvluchten om te kunnen moorden, want daar gaat het in wezen om
waar potentaten mogelijkheden ontwaren om zich uit te leven de
nazi's, de nationalisten en de racisten in naam van volk, staat en
ras; de clerici in naam van het zielenheil; de uitwassen van de
medische wereld in naam van de gezondheid en de volksgezondheid, al
wordt de eed van Hippocrates in deze tijden door velen allang niet
meer ernstig genomen. Hebt u al gehoord over de schoonheidschirurgie
en nu heb ik het niet over een kind met een hazenlip of iemand
die verminkt uit een brand komt... ook in de geneeskunde hoort men
steeds vaker het wijsje van u vraagt, wij draaien...
Uitwassen
zullen er altijd zijn...
Om
te beginnen vinden lieden die van oordeel zijn dat ze de natuur een
handje moeten helpen, dat zij zelf geen deel uitmaken van de natuur.
Het is zo klaar als een klontje: mensen die vinden dat de mens als
zodanig deel uitmaakt van de natuur, kunnen ook het menselijke in de
mens niet tegennatuurlijk noemen. Zij die dat wel doen, zijn
uiteraard van oordeel dat de mens zelf tegennatuurlijk is. Edoch, als
zij dat geloven, dan moeten ze meteen ook aannemen dat hun wil om
alle zwakkeren uit te moorden, eveneens tegennatuurlijk is. Derhalve
kunnen ze met hun standpunt geen enkele kant op, wat zij verkondigen
snijdt geen hout, is het nep, het is een rookgordijn dat zij proberen
op te trekken om aan hun moordlust een schijn van waardigheid te
geven. En ze zouden dit nooit kunnen doen zonder de vastberadenheid
waarmee zij hun critici het zwijgen opleggen: deze lui zijn
terroristen zonder meer.
Vervolgens
dient hier op gewezen te worden: om de natuur een handje te kunnen
helpen, moet men de natuur eerst door en door kennen, men moet weten
wat de natuur wil en men moet het ook beter weten dan de natuur zelf,
wil men in staat zijn om hem te helpen. Wel, dan moet men mij eerst
en vooral eens uitleggen hoe zoiets mogelijk zou kunnen zijn. Want
ook hier moet men er dan van uit gaan dat men zelf buiten de natuur
staat en tevens moet men ervan overtuigd zijn dat men het als
buitenstaander beter weet dan de natuur zelf die het doet. Ik wens er
niet verder over uit te weiden, het is te gek om los te lopen. Maar
men dient op zijn hoede te zijn voor lui die met het mensdom deze weg
op willen: zij zijn gevaarlijk zonder meer, zij schuwen beschaving en
cultuur, zij willen de oorlog en de vernietiging en zij verwachten
daarvan alle heil... voor zichzelf! En vandaag komen deze lieden
overal ter wereld aan de macht: zal ik van Noord tot Zuid en van Oost
tot West hun namen spellen of is het verstandiger om dat niet te
doen, daar wij ons zeker geen illusies moeten maken over hun
vastberadenheid?
U
weet dat twee jaar geleden paus Franciscus, Oscar Romero zalig
verklaard heeft: de gewezen aartsbisschop van El Salvador verdiende
zijn sporen door tijdens een mis zijn mond open te doen over de
vijfenzeventigduizend burgerdoden, vaak kinderen, onder de militaire
junta. Daarop verleende de Katholieke Universiteit van Leuven hem een
eredoctoraat maar een week later, op 24 maart 1980, werd hij door het
regime vermoord. Paus Franciscus was zijn toenmalige ambtsgenoot in
buurland Argentinië waar een vergelijkbare dictatuur veertigduizend
slachtoffers maakte. Maar de toekomstige Franciscus had niets te
vrezen: hij beweert over de toestand in Argentinië niet op de hoogte
geweest te zijn. De katholieke kerk zelf weigerde toentertijd om
Romero heilig te verklaren begrijpelijk, daar zij de dictatoriale
Latijns-Amerikaanse regimes steunde; niemand immers kan twee heren
dienen. En van deze verhalen staat de geschiedenis bol. Vandaag
explodeert een bom van dictatoriale regimes over de gehele wereld met
vaak als enige antwoord een algemene onverschilligheid. En grote
mensen hebben herhaaldelijk gewaarschuwd dat dit het ergste is: de
onverschilligheid!
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
29 juli 2017)
31-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 5)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 5)
Omsk
Van Togenbirger, uit uw betoog over de huidige toestand in de
wereld...
Maar
daarover moeten we het nog hebben!
Akkoord,
maar nu reeds blijkt daaruit alvast dat u grote twijfels koestert
over de vooruitgang en dat u het been stijf houdt waar wij opmerken
dat toch niet alles overboord gegooid kan worden: heeft de huidige
toestand van de wereld hiermee dan te maken?
De
huidige toestand in de wereld heeft te maken met het feit dat ontkend
wordt dat er geen vooruitgang is en daardoor gaat men op zijn
lauweren rusten en zet zich een beweging in tegengestelde richting
in: achteruitgang! En wel met rasse schreden!
Heb
je van je leven...
Kijk,
kennelijk merkt u niet eens dat er achteruitgang dreigt en dat is het
allerergste. Wij staren ons blind op heel oppervlakkige zaken zoals
technologische snufjes en allerlei kermisattracties, alsof zij
belangrijker waren dan de uitvinding of de ontdekking van het vuur,
het wiel, de algebra, de taal. Een van de grootste ontwikkelingen in
de jongste geschiedenis is die van het Christendom: het inzicht dat
alle mensen als mens gelijk zijn en de eis dat zij ook allemaal als
zodanig behandeld worden, het inzicht dat wij allemaal kinderen zijn
van een en dezelfde god en, meer nog dan dat: het besef dat de naaste
god zelf is. Dat inzicht contrasteert fel met het geloof van voordien
in allerlei afgoden, beelden, amuletten of natuurverschijnselen aan
wie mensenoffers gebracht moesten worden om hen te paaien. Het
christelijke beginsel maakt dat mensen gaan samenwerken en het gaat
dan in principe om alle mensen zonder één enkele uitzondering, het
is het ontstaan van de mensheid. Dat inzicht is zo illuster dat het
door velen nog steeds niet gevat wordt zodat wij vandaag beroemde
en toonaangevende mensen zien verschijnen die er blijk van geven niet
wijzer te zijn dan Hitler, Stalin of Franco. Criminele potentaten
gebruiken hun macht om corrupte clowns in de schijnwerpers te
positioneren: een hele maskerade zorgt ervoor dat zij de plaats
innemen van helden en wijzen die van het wereldtoneel worden
weggeplukt omdat gevreesd wordt dat ook de machthebbers zullen delen
in de klappen als zij de waarheid verkondigen en recht spreken. De
stichter zelf van de levenshouding die wij naar hem het Christendom
zijn gaan noemen, werd op gruwelijke wijze omgebracht door de
Romeinse keizer en vervangen door zijn geranten die er vatte wie
kan tot op de dag van heden aanspraak op maken Christus zelf te
vertegenwoordigen. De dwang van de macht maakt dat het volk
intussen een paar miljard mensen deze aperte verknechting ook na
tweeduizend jaar nog blijft accepteren. Allen die sindsdien in
dezelfde levenshouding hun bestaan wijden aan deze grote waarheid,
delen in de klappen. De plaatsvervangers van de martelaren maken het
intussen zo bont dat de wereld is gaan gelijken op een reusachtig
pretpark, want het plezier is een noodzaak ter verdoezeling van de
teleurgang van het geluk dat samen met de waarheidsgetrouwen steeds
opnieuw verbannen wordt. Dertig
jaar na de kruisiging van Jezus Christus kwamen de joden in opstand
tegen de Romeinse bezetter en bij de onderdrukking van die opstand
werd Jeruzalem verwoest en geplunderd en de zogenaamde Tweede
Tempel in brand gestoken u weet dat van die tempel nog een muur
overeind staat, zij is bekend als de klaagmuur. In de volgende acht
jaren werd met de buit van die plundering van Jeruzalem in het
centrum van Rome het grootste circus ter wereld gebouwd, het
Colosseum, voor het vermaak van het Romeinse volk. De grote
satiredichter Juvenalis die het wangedrag van de rijke Romeinen aan
de kaak stelde en die sympathiseerde met de armen op wiens kap zij
grote sier maakten, spreekt in dat verband over panem
et circenses
brood
en spelen.
Het circus heeft zich over de ganse wereld vermenigvuldigd in de vorm
van allerlei arena's en zo werd voor het jongste wereldkampioenschap
voetbal de
luxueuze massacontainer van het Maracaña- stadion gebouwd naast de
krottenwijken in het Braziliaanse Rio de Janeiro. Als dit vooruitgang
is, dan moet u mij daar toch eens een tekeningetje bij maken want ik
versta het niet.
Bekijkt
u het allemaal niet te zwartgallig? Sport is cultuur en wat is daar
mis mee? Er zullen altijd aberraties zijn maar...
Het
is opvallend: telkens iemand wijst op de ernst van de toestand, wordt
hij beschuldigd van zwartgalligheid, alsof de waarschuwingen helemaal
niet ter zake waren. Maar uitgerekend die onverschilligheid is
rampzalig! Het gemak waarmee de wandaden van deze tijd onder de mat
worden geveegd tart elke beschrijving. Heb ik u dan niet al eens
verteld over de fameuze zeven uitvindingen die als vooruitgang
geboekstaafd staan maar die in wezen een grote ramp zijn voor de
wereld? De bekendste is de auto, die de lucht verontreinigt,
hoofdoorzaak van hart- en vaatziekten, allerlei kankers en
verkeersdoden, alleen in ons land jaarlijks achthonderd. Nog gezwegen
over het feit dat de auto als voertuig contraproductief is, zoals in
de zeventiger jaren van de vorige eeuw de cultuurfilosoof Ivan Illich
overtuigend aantoonde. Want bedoeld om ons tijd te laten besparen,
blijken de kosten van de gemiddelde automobilist meer tijd te eisen
dan ze hem kunnen doen besparen en hetzelfde geldt voor talloze
andere automaten. Het landschap werd door de auto herschapen tot een
dicht netwerk van straten, vaak enkel toegankelijk voor gemotoriseerd
verkeer en verstoken van voetpaden of fietspaden. De hele wereld is
een autowegenweb geworden. Alle mensen leven in huizen die aan deze
levensgevaarlijke straten palen; wij moeten ze betreden om in ons
levensonderhoud te kunnen voorzien terwijl wij dat onmogelijk kunnen
doen zonder het risico om gewond te raken of om te komen, wat vandaag
het lot is van zowat 40 percent van ons. En wat gedacht van de
uitvinding van het geld dat het onrecht in de wereld brengt, de
hebzucht voedt, de middel-doelomkering in de hand werkt en het
rampzalige tijdperk van het kapitalisme ingeluid heeft? Wat gezegd
van de massamedia die de mens vereenzamen om niet te zeggen dat ze
hem uitwissen? En de uitvinding van de democratie die maakt dat men
nu ook gaat belijden dat de meerderheid het recht heeft om te
beslissen wat waar is en wat niet? De uitvinding van de plastics
waarin de aarde versmacht: met een onverminderde productie van
driehonderd miljoen ton jaarlijks vormen zij in de Stille Oceaan een
drijvende vuilnisbelt met momenteel een oppervlakte van zowat vijftig
keer die van ons land. De magen van vogels en vissen zitten er vol
van en zij sterven er massaal aan, intussen vinden we ze als
microkorrels ook in ons eigen lijf terug, in onze lichaamscellen,
waar zij meedogenloze kankers doen uitbreken waaraan straks de helft
van ons voortijdig overlijden en u vertelt mij dat ik het allemaal
wat te zwartgallig zie? Moet ik nog eens het boekje opendoen over het
kernafval waarmee niemand blijf weet en dat steeds grotere gebieden
op aarde besmet en voorgoed ontoegankelijk maakt? Of dat van het
sproeisel? Een van mijn critici, de zeer vermaarde arts en schrijver
Christianus de Pierpontus, voorspelde bijna een halve eeuw geleden
dat de mensheid ten onder zou gaan aan resistentie van bacteriën
tegen antibiotica en vandaag is het zo ver: de strafste pillen kunnen
niet meer baten, de eens zo hooghartige geneeskunde probeert haar
bankroet uit te stellen maar de mensen sneuvelen bij bosjes, het kan
niet langer verdoezeld worden en u vertelt mij dat ik overdrijf?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
28 juli 2017)
29-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 4)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 4)
Omsk
Van Togenbirger, we zijn van het onderwerp afgedwaald: laten we eens
terugkeren naar de kern van de zaak, de huidige toestand in de
wereld...
Maar
zoals ik al zei, is die toestand onlosmakelijk verbonden met wat wij
denken en doen: er bestaat niet iets op zichzelf en los van ons
bewustzijn of buiten ons leven. En hebben we daarbij niet opgemerkt
dat wat wij voor waarheden houden, dikwijls helemaal geen waarheden
zijn maar wel meningen die worden aangehangen door meerderheden? En
dat ons vermeende weten vaak geen weten is maar bijvoorbeeld een
vermoeden, een veronderstelling of een vrees? Komt daarbij dat reeds
lang geleden aan het licht werd gebracht dat ook zaken zoals
winstbejag de waarheid vertekenen en het bedrog in de hand werken,
zodanig zelfs dat onze wetenschappen zelf aangetast worden: zij zijn
niet langer onafhankelijk en wringen zich in allerlei bochten om voor
wetenschap te kunnen blijven doorgaan terwijl zij tegelijk het bedrog
dienen. Maar de waarheid duldt geen corruptie en interne tegenspraken
brengen dat bedrog ook uit. Kijk wat ik hier lees: Vooraleer dit
middel te gebruiken, lees deze bijsluiter aandachtig! Niet zomaar
lezen doch aandachtig lezen: uiterst belangrijk dus! Edoch, het staat
er in volstrekt onleesbare lettertjes. En nu zou u kunnen opwerpen
dat drukinkt en papier duur zijn? Wel, wist u dan dat aan de
architectuur van het doosje en de pillen fortuinen worden besteed,
zoals insiders getuigen: meer dan negentig percent van de kostprijs
van een medicijn gaat naar artiesten die met een betoverende
vormgeving aan al die prutsen een schijn van echtheid moeten
verlenen. En zeg mij: is dit geen mooie illustratie van de toestand?
Samen met de middel-doelomkering die alles op zijn kop zet? Onze
wereld is hypocriet, de waarheid is de waarheid niet, wij wandelen op
kelderijs en wat het allerergste is: geen haan die er naar kraait
de onverschilligheid!
Wel,
gesteld dat u het bij het rechte eind hebt: hoe zou het dan wél
moeten volgens u? Want het is makkelijk om kritiek te leveren als men
zich tegelijk niet genoopt voelt om een alternatief aan te reiken...
De
waarheid blijft de waarheid en de wegen om de waarheid te vinden,
blijven open liggen, alleen wordt het leven van wie deze wegen
betreden er niet makkelijker op. Maar dat mensen alle tegenstand ten
spijt de zo moeilijke weg van de waarheid blijven verkiezen boven het
makkelijke pad van het bedrog dat bergafwaarts en gewis recht de
helletrechter in duikt, laat iets van de glorie van de waarheid zien.
In het licht van de waarheid immers, verdwijnt alles dat werd bekomen
door corruptie en bedrog zoals sneeuw voor de zon. De waarheid zelf
brengt niet alleen de onwaarheid van de leugen aan het licht zoals
een correcte berekening eerdere foutieve berekeningen afstraft: zij
overstijgt de loutere calculus door het gebeuren op te tillen naar
het niveau van de komedie, zodat nu ook het belachelijke van de
leugen aan het licht komt, wat haar voor iedereen zichtbaar maakt in
één enkele oogopslag, evenzeer voor de analfabeet als voor de
beslagen intellectueel.
En
dus beweert u dat het alternatief zich situeert...
In
de marge, inderdaad, in de tegencultuur. Kent u Hegel?
U
bedoelt de filosoof?
Georg
Wilhelm Friedrich Hegel, hij leefde tweehonderd jaar geleden. Niets
kan uitgroeien tot iets beters zonder zich eerst te confronteren met
een tegenstander en het is die strijd welke ook nu moet uitgevochten
worden; onze wereld zal niet beter worden door het bestaande te
sofisticeren, pas na een strijd van het bestaande met zijn
tegenstander, komt er eventueel iets nieuws uit de bus. Maar als we
hier aan voortborduren, kunnen wel wel héél erg ver afdwalen van
ons onderwerp...
Maar
wat houdt die zogenaamde waarheid dan concreet in, als ik vragen mag?
U moet toch ook weten dat waarheid een zeer beladen begrip is, dat
vandaag gesproken wordt in termen van waarschijnlijkheid en zo
bijvoorbeeld wordt ook medisch advies verstrekt op grond van
statistische bevindingen: wat is er mis mee als men op die manier aan
een groot percentage van de mensen een langer en gezonder leven kan
schenken? Inderdaad, de adviezen zijn niet perfect en de verkondigde
waarheid is er een bij benadering maar wij zijn toch mensen?
Ik
heb nooit verkondigd dat statistiek onzin is; wat ik wel beweer is
dat zij evenals alle andere vormen van inductief bekomen kennis met
de nodige voorzichtigheid dient aangewend te worden, vooral waar zij
direct wordt toegepast op mensen. Wij springen immers al te losjes om
met werkmethoden die vol gaten zitten en waarvan de imperfectie met
mensenlevens bekocht moet worden. Wat bijvoorbeeld te zeggen over de
verborgen calculi inzake verkeersveiligheid waar berekend wordt
hoeveel verkeersslachtoffers bepaalde investeringen waard zijn?
Kunt
u misschien wat duidelijker zijn?
Kijk,
hier wat verderop werd enkele jaren geleden een zebrapad aangelegd
zodat voetgangers er kunnen oversteken. Beter gezegd: als zij daar
oversteken en zij worden aangereden, dan zijn ze in hun recht. Het
resultaat van dat zebrapad is nu dat daar meer voetgangers
verongelukken dan voorheen. Sommige mensen geloven immers dat van
zodra zij het recht hebben om veilig de straat over te steken, zij
ook beschikken over de mogelijkheid om dat te doen. En dat is, zoals
u ook wel ziet, een redeneerfout aangezien een recht niet garandeert
dat de plicht die daar tegenover staat ook wordt nageleefd: die
plicht is niet in handen van de rechthebbenden. Nu kan men op
dezelfde plek ook verkeerslichten installeren maar dat kost geld: de
installatie en het onderhoud kosten geld maar ook het tijdverlies bij
automobilisten vertegenwoordigt een aardige som. Welnu, bij de
overweging of men al dan niet overgaat tot het plaatsen van
stoplichten, wordt een berekening gemaakt met als factoren het aantal
verkeersslachtoffers per tijdseenheid en de genoemde kosten. Met
andere woorden: een mensenleven is in die nutscalculus helemaal niet
onbetaalbaar. Wij leven in een wereld waarin mensen nog louter dingen
zijn. Vandaag kunnen bekende moraalfilosofen op televisie weer zonder
blikken of blozen beweren dat een wereld zonder mensen met het
Downsyndroom of zonder andersvaliden tout-court, een betere wereld
is: de jaren dertig van de vorige eeuw zijn helemaal terug, de
concentratiekampen loeren om de hoek, euthanasie wordt met zachte
dwang gepropageerd en met lede ogen en plaatsvervangende schaamte
kijkt men toe hoe zichzelf als topdokters en gangmakers presenterende
euthanasiepropagandisten hierover congressen houden in uitgerekend
Auschwitz.
Het
is mij nog steeds niet duidelijk waarom u de vooruitgang loochent.
Men moet toch erkennen dat wij bijvoorbeeld met de medische
wetenschap gebaat zijn, we hebben heel wat ziekten overwonnen, we
leven langer... Het lijkt mij kwade wil om vol te houden dat wij er
in de middeleeuwen beter aan toe waren.
Gelooft
u echt dat de vooruitgang te danken is aan de mens als zodanig? Als
er al vooruitgang is, dan danken wij die aan het voortschrijden van
de tijd! Hoe meer tijd voorbijgaat, des te meer ervaring hebben wij
en ervaring, experiment, is één van de twee peilers van de ware
kennis. Het systematiseren van ervaring noemen wij wetenschap maar in
feite is dat slechts een vaak betoverende benaming, als ging het om
een bijzondere activiteit voor ingewijden: de wetenschap als
geheimzinnigheid bestaat niet, het is niets anders dan ervaring en
systematiseren is nu eenmaal eigen aan de mens. Het is de tijd zelf
die het weten voorbrengt, niet de mens; de mens is onderhevig aan de
tijd én aan het weten, beide zijn ze immers onomkeerbaar. Hoe meer
tijd er verstrijkt, hoe minder er van onszelf overblijft en hetzelfde
geldt uiteraard voor de kennis die mettertijd onze hoofden in bezit
neemt of bezet houdt: het weten vreet aan ons, beperkt ons doen en
laten omdat het een voorzichtigheid is, totdat wij op een dag
helemaal niets meer ondernemen. Wie de kennis als een verworvenheid
beschouwen, spannen de kar voor de paarden: de zogenaamde wetenschap
wordt een hocus-pocus, zij meet zich een air aan, verhult haar kennis
in een specifiek jargon, werkt met ingewijden die zich privileges
toe-eigenen en ontplooit methoden welke ons zand in de ogen strooien
zoals dat bij uitstek in de geneeskunde met het geloof in pillen het
geval is: dat is geen wetenschap maar pure religie of tovenarij.
Wat
is er dan mis met pillen?
Bent
u katholiek? Dan weet u beslist dat de kern van de heilige mis de
consecratie is, waar de transsubstantiatie plaatsheeft, de
verandering van het brood in het lichaam van de heiland en de
verandering van de wijn in zijn bloed. Men bekomt dan een heilige
hostie, principieel eindeloos vermenigvuldigbaar, het archetype van
de pil. Het is de redding geconcentreerd in een minuscuul wit
schijfje of bolletje maar het kan ook een groen half maantje zijn of
een roos-blauwe capsule: het levenselixir, de essentie of de kern,
het wezen, de ziel, het beginsel. En wie wil niet graag geloven dat
dit product van de heilige wetenschap aan elkeen die het inzwelgt,
gezondheid schenkt en kracht, eeuwige jeugd en straks ook eeuwig
leven?
Maar
wat is het alternatief?
Artsen
zouden ook aan hun patiënten kunnen zeggen: eet wat minder en beweeg
wat meer, onthoud u van alcohol en tabak, laat geen haat toe in uw
hart, draag zorg voor de vrede maar maak u geen zorgen over dingen
die geen mens veranderen kan, wees tevreden met weinig en biedt hulp
waar gij kunt, behandel anderen zoals ook gij wilt dat zij u
behandelen.
Maar
dan gaan artsen gelijken op profeten!
Inderdaad,
maar zo horen genezers ook te zijn, zo waren zij oorspronkelijk.
Vandaag zijn ze helaas verworden tot winkeliers, wat zeg ik? Tot
handlangers van de meest rendabele industrie ooit: de industrie die
teert op de angst voor pijn en de dood. En is deze industrie niet
sterk verwant met haar voorgangster welke eeuwenlang munt sloeg uit
de angst voor de folteringen van het hellevuur?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
26 juli 2017)
27-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 3)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 3)
Omsk
Van Togenbirger, u had het met betrekking tot de medische
wetenschappen over kennis die voorgewend wordt zonder dat het kennis
is...
Uiteraard
zegt men niet dat men het niet weet of dat er tegen uw plaag geen
kruid gewassen is: probeer dit eens, zo zegt men want de winkel moet
draaien!
Het
is dus goed voor de economie...
Daar
zegt u het: de economie. Pillen maar ook ontelbare andere dingen die,
als ze niet baten, ook niet schaden: het zijn prutsen, het is
allemaal brol maar het wordt geduld want het heeft alsnog een goede
kant, het is immers goed voor de economie: wij leven in een
economocentrisch bestel!
En
wat is daar mis mee?
Andermaal:
de economie moet in dienst staan van de mens en niet andersom. Waar
de eindwaarde niet langer de mens is maar de economie, schort er
flink wat met de geestelijke gezondheid van onze soort. De economie
moet draaien, zo zeggen onze politici en wat betekent dat? Niets doet
de economie zozeer draaien als de wegwerpcultuur: verbruiken om te
verbruiken, produceren om te produceren. Recycleren wordt derhalve
beschouwd als zondig en zodoende wordt de natuur zelf, die immers
alles recycleert, het toonbeeld van hoe het niet moet... wat zeg ik?
De natuur wordt het toonbeeld van hoe het niet mag. Aldus werd onze
economie de meest tegennatuurlijke activiteit onder de zon!
Maar
de mensen moeten toch een job hebben?
Kijk,
daar heb je het weer: wij vinden wat pervers is inmiddels heel
vanzelfsprekend!
Hoezo?!
En
wij beseffen het niet eens! Luister nu maar eens goed hier: mijn
eigenste grootvaders hebben zich letterlijk doodgewerkt. Er werd hen
een toekomst beloofd van automatisering van de arbeid en een
luilekkerland, een tijd waarin machines en robots al het werk zouden
doen en mensen alleen nog zouden hoeven te sturen. Voor velen is dit
nu werkelijkheid geworden. De veertigurenweek, het pensioen, het
ouderschapsverlof, de werkloosheidsvergoedingen, de verbeterde
werkomstandigheden, de afschaffing van de slavernij en de
minimumlonen. Maar wat zien we nu? De job blijkt vandaag het meest
begeerde product op de markt! Heb je van je leven!
En
hoe is zoiets dan mogelijk?
U
kent wellicht de wet van de vrije markt: wat schaars is, is kostbaar.
Uiteraard heeft men gedacht: dit mag dan gelden voor heel wat
producten maar het zal zeker niet gelden voor de arbeid! Maar wat
zien we? De arbeid wordt schaars en iedereen wil werk!
Wel,
iedereen wil geld verdienen...
Neen,
neen en nog eens neen: kijk eens naar de lonen, de lonen zakken naar
een dieptepunt, de meeste mensen verdienen nauwelijks meer dan het
levensminimum eenmaal men ook de algemene kosten verrekent verbonden
met de arbeid: verplaatsing, voeding, kledij, hygiëne, sociale
contacten, noem maar op. Wie leven van een bestaansminimum, overleven
weliswaar maar meer dan overleven doen mensen die een salaris trekken
ook niet! En velen die geen job vinden, bieden zich aan voor
vrijwilligerswerk of maken zich anderszins nuttig, zelfs als dit niet
alleen onverloond gebeurt maar tevens supplementaire kosten
meebrengt. Iedereen wil actief zijn, en dat betekent meedraaien, ook
al houdt dit in dat men gewoon rondjes draait, dat men kaartspel na
kaartspel op touw zet, dat men zijn kilometers maalt met de fiets,
dat men deelneemt aan het kampioenschap bollen, boogschieten of
eieren eten, het is eender: activiteit moet er zijn, het rendement is
bijzaak geworden, het wordt zelfs verfoeid nu overproductie de
prijzenmarkten over de hele wereld doet instorten...
Onze
economie is niet gezond?
Zij
is een doel op zich geworden, een einddoel, precies zoals het geld.
Maar terwijl het geldbezit dodelijk is, is het rollende geld nog
dodelijker.
Dat
begrijp ik niet...
Geld
is een middel, geen einddoel; waar geld het einddoel werd, werden wij
het middel: wij werken ons dan de dieperik in, we putten ons uit om
een hoop geld op de bank te laten aangroeien, we sparen ons rijk en
rijkdom betekent dan niet zijn
of doen maar hebben.
Maar geld devalueert, het moet geïnvesteerd worden in allerlei
levendige activiteiten om zijn waarde te kunnen behouden, wat wil
zeggen dat het in de economie geïnjecteerd moet worden. Maar dan
rijst de vraag: als wij geld injecteren in de economie en als
resultaat daarvan komt er meer geld uit, waar komt die winst dan
vandaan?
Ja,
dat heb ik mij ook al afgevraagd...
Men
kan het hebben over lenen en uitlenen, interesten en afpersing, maar
dat is allemaal illusoir: de waarheid is dat wij helemaal geen winst
maken!
Hoezo?
Iemand die duizend euro belegt en na een tijdje tweeduizend euro
terugkrijgt, heeft toch zeker wel duizend euro winst gemaakt!?
Haha!
En die duizend euro noemen wij winst? Maar wij weten toch zeker wel
dat geld papier is, nietwaar?
Met
geld kan men allerlei zaken kopen, zoals voedsel!
Jazeker,
met het levensminimum kan men dat, maar eenmaal de basisbehoeften
bevredigd zijn en misschien ook een minimum aan luxebehoeften, wordt,
althans voor de beleggers onder ons, het overschot opzij gezet en
eventueel opnieuw belegd, nietwaar?
Zo
is dat, uiteraard...
Goed,
en dan vraag ik u: wat is dat geldbezit?
Het
is een bezit, potverdorie! Het is van mij en van niemand anders! Ik
zou er een eigendom kunnen mee kopen, een kasteel bijvoorbeeld of een
schip... eender wat!
U
zou uw bezit kunnen concretiseren, zegt u, maar hoeveel beleggers
doen dat uiteindelijk, denkt u? Of beter: hoeveel percent van het
kapitaal wordt uiteindelijk geconcretiseerd door zijn bezitters?
Daar
heb ik geen flauw idee van. Waarom is dat dan van belang?
Heel
eenvoudig omdat geld voor de bezitter en meer specifiek voor de
belegger, louter papier is of gewoon een getal op een bankrekening.
Geld dat niet geconcretiseerd wordt, is immers helemaal niets!
Wat
u nu beweert!
U
zegt het zelf: u zou
er dit en dat kunnen mee kopen... maar dat doet u niet want dan bent
u het kwijt, nietwaar? Wel, zo redeneert elke belegger. De meeste
geldbezitters verkeren dus in de waan dat ze iets bezitten, maar als
het zo is dat zij helemaal geen gebruik maken van hun kapitaal om er
iets anders mee te doen dan het telkens opnieuw te beleggen, dan is
het in feite eender of zij ook werkelijk iets bezitten of niet. En
dat betekent dat zij in werkelijkheid zo arm zijn als Job!
Maar
dat is onzin!
Wel,
kijk dan maar eens wat er gebeurt in crisistijden, op het ogenblik
dat iedereen naar de bank rent om zijn geld af te halen: dan blijkt
er helemaal geen geld meer te zijn. Na de grote crisis van enkele
jaren geleden werd het verplichte voorradige kapitaal in banken
opgetrokken van zeven naar vijftien percent, maar de rest van het
geld van de beleggers is wég, mijn beste: het bestaat niet meer, het
werd door anderen allang verkwist!
Maar
wat u nu zegt!
Zolang
alles goed gaat, haalt niemand zijn geld van de banken en komt men er
dus ook niet achter dat zijn bezit een illusie is. En nu kunt u
zeggen: wel, ik heb een miljoen op de bank en als ik het morgen ga
halen, dan héb ik het, punt uit, en daar staat u met uw onzin!
Gelijk hebt u en zolang slechts hier en daar iemand zijn geld gaat
afhalen, gebeurt er ook helemaal niets. Het gaat immers om de som van
alle kapitalen. Want het is de banken uiteraard eender of van alle
beleggers één man zijn tien miljoen afhaalt ofwel of duizend
beleggers tienduizend euro afhalen: in geen geval maakt dat een
verschil uit voor het voorradige kapitaal en voor de som die er niet
is. De realiteit is dat op slechts een bijna verwaarloosbaar deel van
het geld aanspraak gemaakt wordt en dus hoeft het binnengebrachte
kapitaal er ook niet te zijn: het mag gerust direct opgemaakt worden!
Omsk
Van Togenbirger, nu bent u aardig aan het fantaseren!
Die
Gedanken sind frei, mijn beste en andermaal:
ga het maar eens na in de geschiedenis; als de mensen en
masse hun geld gaan afhalen, sluiten de
banken. Is er geen houden meer aan, dan devalueert de munt dat het
niet meer schoon is en zo trok men in tijden van crisis met
kruiwagens vol bankbiljetten naar de bakker om daarmee één
wittebrood te kopen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
25 juli 2017)
25-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 2)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 2)
Omsk
Van Togenbirger, u had het daar over een vrouw van negentig die zich
een proefkonijn voelt omdat verschillende artsen haar voor hoge
bloeddruk verschillende behandelingen aanprijzen maar nu heb ik een
arts aan de lijn gehad die mij vertelde dat dit de normaalste zaak
ter wereld is: er zullen altijd
tegengestelde opvattingen zijn tussen de experts als het gaat om niet
exacte wetenschappen, zo zei hij, en tot die niet exacte
wetenschappen behoort nu eenmaal de geneeskunde... die men daarom
somtijds ook geneeskunst noemt.
Jaja,
en vindt u dan ook niet dat de uitdrukking "niet exacte
wetenschappen" in feite een beetje doet denken aan een
contradictio in terminis?
U
bedoelt dat niet exact weten geen weten is?
Gelooft
u dan dat er een soort van tussen-weten bestaat tussen weten en
niet-weten?
Wat
bedoelt u?
Als
u een wiskundevraagstuk moet oplossen, bestaat daar volgens u dan
zoiets als een niet exacte oplossing voor?
Uiteraard
niet, ha!
Inderdaad,
er bestaat slechts één exacte oplossing. Een niet exacte oplossing
is een foute oplossing zonder meer, het is zelfs helemaal geen
oplossing, het is een ding dat het vraagstuk onopgelost laat terwijl
het de valse schijn schept van een oplossing. Het is altijd een zaak
van weten of niet weten, er is geen tussenterrein omdat er ook geen
tussen-weten is. Wat men statistieken noemt en waarschijnlijkheid is
geen weten, het is een gebied verwant aan zaken zoals de
roddelpraatjes en de schijn. Het vermoeden van Goldbach is geen
weten, het is een vermoeden en het zou pas een stelling worden nadat
het bewijs ervan gegeven zou zijn. Een vermoeden is geen kennis, vaak
integendeel is het een hiaat in de kennis, een vraagteken, een
onzekerheid. Een verdachtmaking is geen bewijs: Socrates kwam in
opspraak, werd ervan verdacht de jeugd te bederven maar hij was
helemaal geen misdadiger, integendeel. Een hypothese is een
veronderstelling, zij kan correct blijken maar evenzeer geheel fout
en zo bijvoorbeeld is en blijft het darwinisme een veronderstelling,
een hypothese en volgens hen die zich niet storen aan innerlijke
tegenspraken, een wetenschappelijke hypothese. Ook een vrees is geen
weten: de vrees dat de aarde overbevolkt zal raken of dat de
temperatuur hier zal oplopen totdat we allemaal gestoomd worden, de
vrees dat vluchtelingen beslag zullen komen leggen op ons voedsel:
het zijn geen zaken die wij weten, wij vrezen ze alleen maar.
Telkenmale wij het weten of de wetenschappen verwisselen met
vermoedens, vrees, veronderstellingen, waarschijnlijkheden en noem
maar op, werken wij de waanzin in de hand en scheppen wij duisternis
in plaats van licht...
Maar
verduiveld! Wat u nu zegt! Dat kan toch zeker helemaal niet waar
zijn!?
Wat
aan uitspraken een wetenschappelijk karakter geeft, is een specifieke
methode van kennisvergaring om tot die uitspraken te komen, namelijk
de wetenschappelijke methode. Die steunt op twee peilers: enerzijds
is er de ondervinding en bij uitbreiding het experiment op
grond waarvan men uitspraken doet en anderzijds moet men zich strikt
houden aan de logica als men uit de aldus bekomen waarheden zaken
afleidt, willen die eveneens kunnen doorgaan voor waar. Doet men dit,
dan verkrijgt men een consistente theorie, wat wil zeggen dat er
binnen die theorie geen onderlinge tegenspraken kunnen zijn. En ziet
u nu waar ik naartoe wil?
Niet
echt...
Uit
de definitie van wetenschappelijke waarheid volgt dat daar waar men
in een theorie onderlinge tegenspraken vindt, er per definitie iets
niet pluis is met het wetenschappelijk karakter van de methode op
grond waarvan die uitspraken bekomen worden. Met andere woorden: het
bestaan van tegengestelde meningen onder zogenaamde wetenschappers,
verraadt dat die meningen helemaal niet zo wetenschappelijk gedragen
zijn als zij het graag zouden laten uitschijnen, ziet u? Waar
tegengestelde meningen bestaan, gaat het helemaal niet om waarheden
maar bijvoorbeeld om vermoedens, om zaken die men vreest, verhoopt,
gelooft en zo voort.
Maar
vandaar toch de benaming niet exacte wetenschappen!?
En
dat is uiteraard het reinste bedrog! Want door aan een dergelijk
gedrocht een statuut toe te kennen dat is immers de bedoeling van
het invoeren van een dergelijke benaming kan men blijven doen
alsof het om een wetenschap gaat, terwijl men tegelijk een excuus
gelooft te hebben voor de interne contradicties welke zich binnen die
zogenaamde wetenschap voordoen in de vorm van tegengestelde meningen.
En merk ook op dat met het gebruik van het woord 'meningen' andermaal
gepoogd wordt om de dans te ontspringen want men spreekt nu
eenmaal niet over objectieve waarheden doch over meningen en die zijn
sowieso subjectief en dus hoeven ze van dientwege ook niet overeen te
komen met de meningen van andere zogenaamd niet exacte
wetenschappers.
Maar
heel wat wetenschappen hebben toch een inductief karakter!? Beweert u
nu dat de biologie geen wetenschap is omdat zij veralgemeent in een
mooie theorie wat zij allemaal verzameld heeft door nauwkeurige
waarnemingen en experimenten?
Ik
heb helemaal geen kritiek op de inductieve methode waar zij zich
bewust blijft van haar beperkingen. Als alle raven die wij onderzocht
hebben, zwart blijken te zijn, dan kan men zijn kennis weliswaar
veralgemenen tot de theorie dat alle raven zwart zijn. De zaak is dat
van zodra wij één witte raaf tegenkomen, wij ook de eerlijkheid
moeten aan de dag leggen om onze theorie te herzien of tenminste te
relativeren. Om die reden mag een dokter aan zijn patiënt
bijvoorbeeld geen antihypertensiva opdringen: hij moet hem zeggen dat
die pillen voor heel wat mensen in hetzelfde geval werken maar niet
voor iedereen en misschien ook niet voor hem. En als de patiënt naar
cijfers vraagt, dan moet hij die ook op tafel kunnen leggen, samen
met alle andere factoren in het spel. Mijnheer, mevrouw, zo moet hij
zeggen: u hebt een bloeddruk die afwijkt van de norm, maar misschien
is die bloeddruk optimaal voor u persoonlijk, aangezien iedereen een
ander gestel heeft en er in feite geen 'normaal gestel' bestaat. Of
uw bloeddruk optimaal is voor u persoonlijk, weet ik niet en dat kan
ook geen enkele arts u vertellen omdat onze medische wetenschap
vandaag nog niet zo ver gevorderd is. Gesteld dat uw bloeddruk voor u
te hoog is, dan betekent zulks dat u met een lagere bloeddruk
gezonder en langer zou leven. Maar, ik herhaal: het is ook mogelijk
dat uw gestel een wat hogere bloeddruk vereist en dat u best helemaal
niets tegen uw bloeddruk onderneemt; het is dan zelfs waarschijnlijk
dat pillen de bloeddruk die voor u persoonlijk ideaal is, om zeep
zouden helpen, waardoor u ziek zou worden of minder lang zou leven.
En dan zijn er uiteraard ook nog die nevenwerkingen...
En
patiënten krijgen die informatie niet?
Blijkbaar
gedragen sommige artsen zich tegenover hun patiënten vrij
paternalistisch: ik ben de dokter, gij zijt de patiënt! Ik heb ooit
een arts geconsulteerd die, toen ik hem vroeg naar de diagnose,
prompt antwoordde: dat hoeft gij niet te weten, ik weet het en dat is
genoeg! Of wilt gij misschien zelf doktertje gaan spelen? Ik bemoei
mij toch ook niet met uw job!?
Dat
is dan wel het andere uiterste...
Waar
er ter zake geen eensgezindheid bestaat terwijl men toch moet
handelen, moet men de patiënt hierover inlichten en hem of haar
bijvoorbeeld zeggen dat hij als proefkonijn fungeert als hij akkoord
gaat met een verdere behandeling. Vaak houdt men zijn twijfels
verborgen of neemt men niet de moeite of treedt men paternalistisch
op en dat zijn uiteraard de middeleeuwen.
En
hoe loopt het dan fout?
Waar
die zogenaamde niet exacte wetenschapslui het over bepaalde zaken
niet eens kunnen worden, lijkt het mij aannemelijk dat er wat schort
aan tenminste één van de twee genoemde peilers in de methode van
kennisverwerving. Ofwel trekt men conclusies wars van elke logica,
ofwel schort er wat aan de waarnemingen en de experimenten. Wat
betreft de geneeskunde wijzen heel wat critici erop dat de
experimenten daar steeds vaker fel vertekend worden door een vreemde
eend in de wetenschappelijke bijt, een eend die luistert naar de naam
winstbejag! En nu keren we terug naar onze stelling van de vorige
keer: Marcuse zegt dat niet de wetenschappen en de technologie als
zodanig ons in de ellende storten maar wel hun werking binnen het
kapitalisme: farmaceutische firma's hebben er financieel voordeel bij
als zoveel mogelijk mensen pillen slikken. Daartoe moeten zoveel
mogelijk mensen ofwel ziek zijn ofwel geloven dat zij ziek zijn. Nu
zou men kunnen denken dat het laatst genoemde geval minder erg is dan
het eerste, maar de bijwerkingen van allerlei pillen in acht genomen,
worden de mensen die geloven dat zij ziek zijn, door een onnodige
behandeling uiteindelijk ook ziek. En is dat geen zonde? Het
winstbejag is er ook de oorzaak van dat heel wat artsen, onder druk
van de farmaceutische industrie, hun patiënten zoveel mogelijk in
het ongewisse laten over de effectiviteit van de aangeprezen pillen.
Die industrie heeft er alle baat bij om de geneeskunde als een exacte
wetenschap voor te stellen en in alle talen te zwijgen over
onzekerheden en risico's... die ze dan anderzijds wel uitgebreid op de bijsluiter vermelden maar dat doen ze dan weer om zich in te dekken tegen te verwachten klachten. En zo ontstaat die haast komische toestand met enerzijds de strenge waarschuwingen tegen de ontelbare bijwerkingen op de bijsluiter en anderzijds de minuscule lettertjes waarin die waarschuwingen worden afgedrukt alsook het smalend afwimpelen van elke door patiënten geuite vrees inzake de bijwerkingen. Dat het stellen van de diagnose in wezen een soort gokspel is,
weliswaar te rechtvaardigen binnen zekere grenzen, wordt al helemaal
niet meer gezegd. Kansen, statistieken, percentages...
Daarover
had u het al, ja...
Wel,
wat het geval is met de medische wetenschap is nu ook het geval met
elke andere wetenschap en, meer algemeen, met elke menselijke
activiteit: in een kapitalistische wereld worden alle menselijke
activiteiten door het principe van het winstbejag geperverteerd. Het
doel wordt middel, het middel wordt doel en deze middel-doelomkering
maakt van de hele wereld een hel zoals reeds de tweehonderd jaar
geleden geboren Karl Marx en Friedrich Engels dat hebben
aangetoond...
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
24 juli 2017)
23-07-2017
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 1)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 1)
Omsk
Van Togenbirger, het ziet er niet goed uit in de wereld; mogen wij u
nogmaals interpelleren over de huidige toestand?
Ach, de toestand... de
wereld... wat is dat eigenlijk, weet u dat?
Het
gebeuren...
Ja, het gebeuren... maar
dat staat niet los van het gebeuren dat wij zelf zijn, nietwaar?
Begrijpt u wat ik bedoel?
Niet
helemaal...
Sta mij toe een
vergelijking te maken: laten wij de wereld vergelijken met de ruimte.
Een vereenvoudiging dus, want ruimte is een eenvoudiger begrip dan
wereld. Er zijn namelijk zaken aan te merken op het ene die evenzeer
gelden voor het andere en wellicht kan op die manier duidelijker
worden wat men moet verstaan onder het gezegde dat 'het gebeuren'
samenhangt met wat wij zelf zijn.
Oké,
wij luisteren!
Laat ik als eerste
voorbeeld van de ruimte een tuin beschouwen, een tuintje zoals vele
mensen er eentje hebben omheen of voor of achter het huis. En wat
zien we dan? We kunnen de tuintjes indelen in twee soorten, nietwaar?
Tuintjes
die onderhouden zijn en verwilderde tuintjes.
Precies! Verwilderde
tuintjes zijn er steeds meer, want de mensen hebben steeds minder
tijd. Onderhouden tuintjes vragen niet geringe inspanningen. Maar
waarom dienen tuintjes onderhouden te worden?
Omdat
ze mooier zijn.
Dat is niet de eerste
reden, mijn beste: onderhouden tuintjes ogen inderdaad mooier maar de
meest dringende reden waarom men zijn tuintje onderhoudt, is het
simpele feit dat een niet onderhouden tuintje geen tuintje is, men
kan er immers niet in! Er is geen ruimte! Alle ruimte wordt ingenomen
door distels en netels, de bodem is onbegaanbaar modderig en ligt vol
met putten, stokken en stenen, zodat wie het durven te betreden
riskeren hun schoenen en broek vuil te maken en hun benen te breken.
Kortom: men kan zich in een verwilderde tuin helemaal niet begeven,
een verwilderde tuin is gewoon géén tuin, het is een onbetreedbare
ruimte, een onruimte, een niet-ruimte, geen plaats maar een
plaatsgebrek en dat is zonde, ziet u?
Jazeker...
Ruimte is niet zomaar
ruimte, ruimte is wat ruimte is voor ons: wij hebben ruimte
ter beschikking als wij ons in die ruimte kunnen bewegen, ruimte is
een mogelijkheidsvoorwaarde voor beweging of verplaatsing en als zich
in die ruimte obstakels bevinden die het ons fysiek onmogelijk maken
om ons daarin te verplaatsen, dan kunnen we met die ruimte helemaal
niets meer aanvangen, het is dan ook geen ruimte meer voor ons. U
kent het probleem van de groeiende afvalbergen of, beter nog, dat van
het radiactief afval?
Jawel.
Dan weet u beslist dat
dit afval immense ruimten onbetreedbaar maakt en ze dus als ruimte
vernietigt. Ruimten die wij om welke reden dan ook niet kunnen
betreden want bijvoorbeeld ook het privaatbezit beperkt onze
bewegingsvrijheid zijn geen ruimten voor ons en zelfs meer dan
dat zijn het obstakels op zich, het zijn immers gevaren, zoals ook
scherpschutters gevaren zijn. Het begrip 'ruimte' heeft geen enkele
betekenis los van de mogelijkheden die het aan ons fysieke bestaan te
bieden heeft en waar die mogelijkheden geblokkeerd worden, is er
zonder meer geen ruimte.
Het
heelal is oneindig groot...
Ja, dat denkt u alleen
maar en de idee die u oppert schenkt aan velen een gevoel van grote
vrijheid maar dat is een verschrikkelijke illusie. De werkelijkheid
is namelijk dat wij niet beschikken over vleugels, we hebben alleen
benen en die laten ons slechts toe dat wij ons voortbewegen in de
luchtlaag tot pakweg twee meter boven de grond, tenzij daar waar
trappen ons toelaten om een volgende verdieping te betreden of daar
waar ons budget ons toestaat om een lijnvlucht te nemen naar de
Balearen, om maar iets te zeggen. Maar in feite verplaatst men zich
dan niet, men wordt verplaatst terwijl men verblijft in een
niet al te luxueuze aluminium koker voor de duur van de vlucht. De
verplaatsing als zodanig is de resultante van een groot aantal
complexe overeenkomsten en compromissen tussen mens en natuur en
tussen mensen onderling, gespreid over vele jaren, en van vrijheid is
maar weinig sprake meer daar het lot van de reiziger afhankelijk is
van duizend en één externe factoren. We hebben dus de begane grond
waarop we ons zoals alle andere kruipdieren kunnen voortbewegen
totdat we moe zijn of totdat het donker wordt, en dan alleen nog daar
waar het ons toegelaten is om te gaan en te staan, waar geen wilde
dieren op ons jagen, waar geen dieven ons belagen, waar geen zee of
woestijn ons de doorgang belet en zo verder en zo voort. Voor het
luchtruim en de zee zijn we dus aangewezen op kanalen van derden en
worden wij beperkt door ons budget, door het weer, door gevaren en
door nog duizend andere dingen. De maan is allang niet meer voor ons:
we kunnen ze wel zien en men zegt dat er ooit enkele mensen hebben
rondgelopen maar wijzelf komen er beslist nooit. De zon is veel te
ver en was ze dat niet, dan was ze onbenaderbaar want veel te warm.
En de maximale snelheid waarmee wij ons doorheen de ruimte kunnen
begeven is veel te klein om ook maar ergens anders te kunnen geraken
binnen de duur van ons korte bestaan. Interstellaire afstanden
drukken zich in lichtjaren uit en ontnemen ons a priori elke
hoop om de illusie van die fantastisch grote ruimte nog te kunnen
koesteren. In wezen is die zogenaamde ruimte vol met zogenaamde
sterren voor ons precies hetzelfde als een eindeloos grote betonblok
die al net boven onze hoofden begint met, zoals gezegd, hier en daar
een pijp waar doorheen zich vliegtuigen boren ofwel boten. De ruimte,
mijn beste, is een illusie: er is pas ruimte waar wij erin kunnen,
waar wij ons fysiek kunnen verplaatsen. En dan hebben we het nog niet
gehad over onze atmosfeer, want u weet toch wel dat buiten dat
flinterdunne vliesje de omstandigheden van die aard zijn dat ze
helemaal geen leven toelaten tenzij dan zeer tijdelijk in stalen
kokers of raketten die een stukje van die atmosfeer meenemen voor de
duur van een vlucht? Zo koud is het in die zogenaamde ruimte, dat men
er onmiddellijk morsdood vriest, de druk is zo dat men uit elkaar
spat, in feite zitten wij gevangen en wij kunnen niet ontsnappen
omdat onze gevangenis meteen ons leven mogelijk maakt...
En
wat is dan het verband met de wereld?
We
zullen dadelijk de analogie maken maar laat ik u eerst nog
herinneren aan een tweede voorbeeld inzake de ruimte, het voorbeeld
van de ouderling in zijn piepkleine kamertje in de zorginstelling. Ik
vertelde u geloof ik al dat men iemand op twee totaal verschillende
manieren kreupel kan maken?
Ik
herinner mij daar wel iets van, ja...
Een eerste manier is hem
de benen af te hakken en een tweede, minder wreedaardige doch even
efficiënte manier bestaat erin dat men hem in een stoel deponeert in
een piepklein kamertje waar rondlopen onmogelijk is: binnen de
kortste keren sterven zijn beenspieren af omdat ze niet meer gebruikt
worden en kan hij zelfs niet meer rechtop staan. Als men iemand zijn
bewegingsruimte ontneemt, verliest hij meteen zijn benen, ziet u?
Ziet u het verband tussen iemands ruimte en de toestand van zijn
beenspieren? Het verband tussen iemands ruimte en hoe zijn lichaam is
en functioneert?
Ja,
ik zie het verband tussen de ruimte en ons lichaam. Maar de wereld is
meer dan de ruimte...
Zeer zeker. Maar laten
we niet van stapel lopen en eerst eens kijken naar de tijd. Is de
tijd een oneindig reservoir, zoals men somtijds hoort beweren?
Dat
lijkt mij wel zo te zijn, ja...
Wel, dat is dan nog een
illusie want de tijd die wij ter beschikking hebben is pas iets van
zodra we er ook iets mee doen. Zolang wij nietsen, de tijd verdrijven
of onze tijd verliezen, is de tijd slechts iets dat aan ons eigen
wezen vreet, iets dat ons bestaan weergaloos verslindt. Pas als wij
de tijd gaan gebruiken, krijgt hij voor ons betekenis en wordt hij
ook kostbaar.
Om te beginnen gaat de
tijd in slechts één richting en wij moeten mee, we kunnen niet
terug. De tijd blijkt ook een zeker tempo vol te houden, we kunnen
niet terug maar we kunnen evenmin blijven stilstaan in de tijd. En
onze tijd is eindig: we hebben een begin en over de tijd voor onze
geboorte weten we uit eigen ondervinding niets; over de tijd na onze
dood kunnen we evenmin iets weten. We zitten gevangen in de
tijdspanne van ons leven maar tegelijk hebben we die tijdspanne ook
nodig om te kunnen bestaan.
Maar
is er niet zoiets als tijd-ruimte en kunnen wij dan niet meer tijd en
ook meer ruimte winnen door de snelheid waarmee we handelen, op te
drijven? Kunnen we ons in die zin niet bevrijden van de beperkingen
van de tijd?
U bedoelt dat wij
sneller en efficiënter kunnen werken zodat we steeds grotere
afstanden kunnen overbruggen en tijd kunnen besparen?
Precies,
dat bedoel ik.
Wel, ook dat blijkt een
kostelijke illusie. Als wij onze snelheid opdrijven dan kunnen wij
inderdaad in een kortere tijdspanne grotere afstanden overbruggen
maar heeft Ivan Illich intussen een halve eeuw geleden niet
aangetoond dat wij zo doende ook afstanden creëren? We verplaatsen
ons sneller naar onze vrienden maar tegelijk maken wij ook vrienden
verder van huis. Er is een zekere groei mogelijk maar er zijn grenzen
aan die groei en eenmaal die grenzen voorbij, boeren we jammer genoeg
weer achteruit. De toren van Babel! Maar we wijken af! We moeten het
hebben over de wereld, nietwaar? De toestand in de wereld! Een
toestand die samenhangt met onze eigen toestand! Want de wereld is
voor een groot stuk wat wij doen!
Dat
lijkt mij logisch, ja... Maar wat betekent dat concreet? Neem
bijvoorbeeld het probleem van de overbevolking, momenteel toch een
van de grootste wereldproblemen?
Kijk, daar hebben we het
weer! Daar hebben we het weer! Waarom spreekt u over de
overbevolking?
Omdat
dit nu eenmaal een enorm probleem is...
Hazo? En waar komt die
bewering dan vandaan als ik mag vragen?
Maar
dat wordt al jaren gezegd, in geleerde boeken, op radio en televisie,
aan universiteiten...
En u gelooft klakkeloos
wat men zegt van zodra het gedrukt staat, op televisie getoond wordt,
door heel veel mensen beweerd wordt of aan universiteiten verkondigd
wordt?
Dat
lijkt mij toch... weldenkend?
Dat wordt als de huidige
definitie van weldenkendheid beschouwd, bedoelt u? Ja, dan is het
uiteraard waar wat u zegt, maar denkt u echt dat het terecht is om
voor weldenkend en voor waar aan te nemen wat velen beweren?
Wij
leven in een democratie...
Precies, een democratie:
wie de meeste stemmen vergaren, die hebben het voor het zeggen. En zo
zouden we op den duur inderdaad gaan geloven dat niet alleen onze
leiders het resultaat zijn van meerderheidsbeslissingen maar evenzeer
de waarheid! Vindt de meerderheid dat de aarde overbevolkt is met
mensen, dan is het ook zo, punt. Nietwaar?
Wel...
Maar dat is wat u zopas
beweerd hebt!
De
universiteiten...
Politici worden verkozen
volgens het meerderheidsbeginsel en in vrijwel alle specialiteiten
bestaan meningen die diametraal tegenover elkaar staan. Tel daarbij
op dat het professoraat een politieke benoeming is om tot de slotsom
te komen dat hetgeen moet doorgaan voor de waarheid, iets is dat
gemaakt wordt door de meerderheid! Als u denkt dat ik mij ergens
vergis, dan moet u het zeggen.
De
stelling van Pythagoras bestaat toch...
Onafhankelijk van een
meerderheidsbeslissing?
Zeker!
Akkoord, maar dat is dan
ook wiskunde en de wiskundige waarheid heeft een bijzonder statuut,
wiskunde onttrekt zich in zekere zin aan de stoffelijke
werkelijkheid, dat is een onderwerp apart, ik wil het wel eens
aansnijden maar hier zou ons dat veel en veel te ver brengen. Maar
neem bijvoorbeeld de hypothese van Darwin, een onbewezen stelling
dus: die gaat door voor de waarheid zonder meer en wie twijfelen aan
Darwin zijn onweldenkend... omdat onze politici en dus ook onze
professoren aan onze universiteiten dat vinden. Dat het niet zo is,
wordt bewezen door het simpele feit dat enkele jaren geleden aan de
Gentse universiteit een aanzienlijk geldbedrag werd toegekend aan een
filosofieprofessor die met behulp daarvan het darwinisme onder de
bevolking aannemelijker moest maken. Er zijn namelijk heel wat mensen
die vinden dat het niet zo vanzelfsprekend is om aan te nemen dat
iets zomaar kan ontstaan uit niets, en naar mijn bescheiden mening
hebben zij niet eens ongelijk en ik voeg eraan toe dat zich onder hen
heel wat geleerden bevinden, ook mensen met geleerheid terzake, zoals
evolutiebiologen. Dat geleerden die twijfelen aan de evolutietheorie
van Darwin niet benoemd worden aan onze universiteiten, heeft
uiteraard te maken met een zaak die ik zopas vernoemd heb:
professoren worden benoemd door politici en politici dienen te dansen
naar de pijpen van wie hen aan de macht hielpen. In dit geval is het
niet moeilijk om in te zien dat zij gehoor geven aan de bende die
momenteel de wereld in handen heeft en die sinds kort sinds
enkele eeuwen een heel nieuwe religie propageert, zoals u
wellicht weet: de religie van de wetenschappen, de technologie en het
geld. Misschien weet u ook dat intussen een halve eeuw geleden ene
Herbert Marcuse erop gehamerd heeft dat de combinatie van deze drie
wetenschap, techniek en kapitalisme, het zogenaamde WTK-bestel
rampzalig is voor de toekomst van deze wereld. Die idee werd
overigens gretig en niet altijd met duidelijke verwijzingen te baat
genomen door alwetende Vlaamse geleerden zoals de grote professor
Stephanos... Hoe dan ook heb ik nog nooit geweten dat men een
universitair team subsidieert om de stelling van Pythagoras
aannemelijker te maken bij de bredere lagen van de bevolking of wat
zou u ervan denken mocht men dit doen?
Tja,
een wiskundige stelling is waar als ze bewijsbaar is en eenmaal het
bewijs geleverd, kan geen mens dit nog ongedaan maken, niet nu en ook
niet binnen tienduizend jaar...
Zo is dat, mijn beste
vriend, maar de stelling van Darwin werd nog door geen sterveling
bewezen en daarom ook spreken wij over een hypothese. Er zijn
geleerden die erin geloven en er zijn er evenveel andere die dat niet
doen. Let op, het is geen misdaad om in het darwinisme te geloven:
velen noemen het zelfs een heel plausibele hypothese. Maar het is hun
probleemloze overstap van waarschijnlijkheid naar zekerheid die de
pseudowetenschappers verraadt: zij weten niets, zij geloven slechts.
Vaak is hun zelfbedrog zo groot dat zij geloven dat zij de kennis die
zij aldus voorwenden, ook nog bezitten. Kenmerkend voor deze lieden
is begrijpelijkerwijze het proselitisme: zij kunnen niet weerstaan
aan de behoefte of de drang om iedereen van hun gelijk te overtuigen.
En uiteraard staat hun daarvoor enkel geld ter beschikking, want
argumenten hebben ze niet.
U
geeft het voorbeeld van het darwinisme, maar is dat geen
uitzondering?
Wel, willen we het eens
hebben over de medische wetenschap? Kort geleden komt bij mij een
vrouw van negentig op bezoek met de klacht dat zij als een
proefkonijn behandeld wordt door haar artsen. Als een proefkonijn,
mevrouw, zo vraag ik haar: maar dan moet u toch eerst wel een
verklaring getekend hebben waarin u zegt dat u ermee akkoord gaat om
deel te nemen aan een proef? Welneen, zo antwoordt zij, en dat is het
nu precies! Maar wat is er dan gebeurd? Wel, zo legt ze uit, ik ga op
consultatie bij mijn huisarts en die zegt dat mijn bloeddruk te hoog
is en dat ik pillen moet nemen want statistieken kennen aan mensen
met een lagere bloeddruk een hogere levensverwachting toe. U weet dat
ik niet graag pillen neem, zo legt de dame in kwestie mij uit, en dus
ga ik op zoek naar een tweede mening: ik raadpleeg een andere arts en
die zegt prompt dat ik helemaal geen pillen nodig heb en dat het
zelfs tegendoelmatig zou zijn om bloeddrukpillen te gaan nemen. De
hele uitleg daarbij bespaar ik u, zo zegde ze, maar twee artsen,
alletwee afgestudeerd in de geneeskunde aan onze Vlaamse
universiteiten en met tegengestelde meningen: zegt dat niet iets over
de medische wetenschap zelf? Ik kan er alleen maar uit verstaan dat
ze er naar slaan zoals een blinde naar een ei: wij zijn
proefkonijnen, niets meer en niets minder! En zeg nu zelf: heeft deze
dame ongelijk?
Ik
weet het niet...
U bent kennelijk nog
niet overtuigd? Wel, ik ben zelf op zoek gegaan naar
wetenschappelijke artikels over hoge bloeddruk en de behandeling
ervan en kijk, ik heb ze voor u meegebracht: twee stapeltjes. Het
eerste stapeltje verdedigt het gebruik van antihypertensiva met een
uitgebreide wetenschappelijke uitleg erbij en het tweede stapeltje
artikels, eveneens door wetenschapslui geschreven, pleit tegen het
gebruik ervan. Wat moet een leek hier nu over denken?
Dat
ze het niet weten...
Inderdaad. Maar de zaak
wordt nog meer vertroebeld als men naast de wetenschappelijke en de
technologische factor ook nog eens de factor van het kapitalisme in
rekening brengt en misschien ziet u al meteen wat daarmee bedoeld
wordt?
De
farmaceutische industrie?
Precies: de handel in
pillen. Men ziet bijvoorbeeld dat men de normen voor hypertensie
onlangs nog strenger heeft gemaakt, zo streng zelfs dat als resultaat
daarvan zowat de helft van de wereldbevolking hypertensiepatiënt is
geworden. In feite moeten als gevolg van die verstrenging de helft
van alle mensen nu antihypertensiva nemen. Zal ik nog een voorbeeld
geven of zullen we nu overgaan naar de kwestie van de overbevolking?
Maar ik geloof dat ik u op die vraag al een antwoord gegeven heb,
enkele jaren geleden, en het is nog steeds geldig. (°) En die andere
wereldproblemen... zijn als u het mij niet kwalijk neemt voor een
volgende keer, ik moet nu rennen voor mijn trein, neemt u mij niet
kwalijk alstublieft, tot kijk en het beste!
Naar een betere wereld met moraalfilosoof Etienne Vermeersch?
Naar
een betere wereld met moraalfilosoof Etienne Vermeersch?
D.d.
6 juni 2017 verklaarde Etienne Vermeersch voor de VRT dat alle
weldenkende mensen de wens koesteren op een wereld zonder mensen die
lijden aan het Downsyndroom. Tot groot ongenoegen van enkele van zijn
gespreksgenoten scheerde hij daar zieken en ziekten over dezelfde
kam. Een van zijn gespreksgenoten hielp de professor uiteindelijk aan
het excuus van een 'ongelukkig gekozen zin', maar de werkelijkheid is
heel anders: Vermeersch maakt sinds vele decennia helemaal geen
onderscheid tussen zieken en ziekten of tussen plagen en geplaagden.
Zo verklaart hij samen met David Attenborough berucht om zijn
publieke uitspraak Let them starve! dat men de
hongerlijdende Afrikanen niet van voedsel moet voorzien omdat door
die tegemoetkoming het aantal hongerlijders nog zal toenemen. In
dezelfde lijn situeert zich zijn mening aangaande het
vluchtelingenbeleid waar hij zich schaart achter wie zich inzake
asielverlening bedienen van de termen 'aanzuigeffect' en
'ontradingspolitiek'. Een exponent van deze kennelijke
ontoereikendheid van het bevattingsvermogen vindt men terug in
nazi-Duitsland waar men een logica volgde waarin men het wenselijk
achtte om het leven van enkelingen zieken op te offeren aan
de volksgezondheid als zodanig opvattingen die overigens dateren
van lang voor het bestaan van het Derde Rijk. Het plan om via abortus
en euthanasie het lijden uit de wereld te helpen is danig lomp en
pervers: zieken wegwerken is geen kunst, elke moordenaar kan
het; ziekten bestrijden daarentegen vergt hoogwaardige en
doorheen de eeuwen opgebouwde wetenschap, kennis, studie, discipline,
training en oefening. De vergelijking van een maatschappij met een
mand appelen waaruit de rotte verwijderd dienen te worden, komt in
geen geval uit de mond van mensen met kennis van zaken. Maar een
zekere groep van mensen blijken erin geslaagd te zijn om hun perverse
opvattingen door te drukken: abortus wordt geassocieerd met
'geboorteregeling' alsof het alleen maar een variant was van de
aloude anticonceptiva, en euthanasie wordt benoemd als de 'milde
dood' alsof het ging om een onderdeel van de palliatieve
zorgverstrekking. Ze lijken het nieuwe broertje en zusje in de
hedendaagse geneeskunde: de ene heet bijna 'de goede geboorte', de
andere heet effectief 'het goede sterven'. Deze vriendelijk klinkende
nomenclatuur zou ons, geïnfantiliseerde burgers, totaal doen
vergeten dat het in beide gevallen gaat om niets minder dan het doden
van medemensen. Abortus is het doden van een kind vooraleer het de
baarmoeder verlaat; euthanasie is het doden van een mens die het
burgerschap reeds bekomen heeft.
"Er
bestaat een romantisch misverstand als zou terreur per definitie
spectaculair zijn. Nochtans is dat in het echte leven zelden het
geval. Zoals Czeslaw Milosz het op schitterende wijze verwoordt in
The Native Realm "Is
terreur niet monumentaal; zij is verachtelijk en stiekem, zij
vernietigt het weefsel van de menselijke samenleving en verandert de
relaties van miljoenen mensen in chantagekanalen".
Terreur kan middelmatig zijn, zelfs achterlijk, en toch
alomtegenwoordig. Terreur kan vreselijk lomp zijn, alles behalve
romantisch, en toch nooit-eindigend. Van terreur is sprake als de
geheime politie uw beste vriend ervan overtuigt om inlichtingen te
geven over u; als zich tijdens uw afwezigheid in uw kamer voorwerpen
gaan verplaatsen; als na een lange dag van ondervraging door de
geheime politie, deze u vertelt, net vooraleer u het politiebureau
verlaat, "dat er nu eenmaal ongelukken gebeuren" of wanneer
uw vrienden slecht geënsceneerde zelfmoord plegen."
(...)
(In
verband met het werk van Herta Müller over terreur schrijft
Bradatan:)
"En
dat is waarom Herta Millers werk zo belangrijk is: met de precisie
van een chirurg brengt zij dit middelmatig maar sinister gezicht van
het Europese totalitarisme in kaart (...) In haar novellen
beschrijft zij de angsten van een wereld op zijn kop; de geheime
politie zal misschien niet altijd moorden maar weet wel het leven van
mensen danig in de war te sturen dat zij er gek van worden".(Eigen
vertaling)
(Oorspronkelijke tekst:)
"There
is a Romantic misconception that terror (...) is nothing if it is not
spectacular. However, that's rarely the case in real life. As Czeslaw
Milosz excellently put it in The
Native Realm,
"Terror
is not monumental; it is abject, it has a furtive glance, it
destroys the fabric of human society and changes the relationships of
millions of individuals into channels for blackmail."
Terror can be mediocre, even idiotic, yet omnipresent. Terror can be
terribly banal, utterly un-Romantic, but never-ending. Terror is when
the secret police persuade your best friend to inform on you; when
objects start moving around your room in your absence; when the
secret police interrogator tells you, right before you leave his
office after a day-long interrogation, that "accidents do
happen," or when your friends start committing (poorly) staged
suicides."
(...)
"That's
why Herta Müller's work is so important: It maps out, with surgical
precision, this mediocre yet sinister face of European
totalitarianism, which is something that has been largely unaccounted
for. Her novels document the oppressive fears and anxieties of a
world turned upside-down, a world where the secret police do not
necessarily kill you, but mess up your life enough to make you lose
your mind."
Bron:
From
Saturday's Books section: The evil of banality - Reviewed by Costica
Bradatan
The
Globe and Mail - Published Thursday, Feb. 11, 2010 3:21PM EST - Last
updated Thursday, Aug. 23, 2012 1:40PM EDT
"Zeg mij na", zo beval men de verdachte:
"schild en vriend!" En wie antwoordde: "Skild en
friend", werd schuldig bevonden en meteen uitgeschakeld. Zo
eenvoudig kon destijds zelfs jan met de pet met een simpele sjibbolet
de vijand ontmaskeren en verslaan. De hedendaagse vijand daarentegen
werd volstrekt onzichtbaar en zo ook zijn moordwapen: enkele
ogenblikken voor de aanslag was hij nog een nette reiziger, zijn
wapen een lijnbus. Om maar iets te zeggen, want hij kon om het even
wie zijn, zijn wapen om het even wat: waar terreur dreigt, is
iedereen en alles verdacht. En niet in het minst de verdachtmaker
zelf.
De geschiedenis van de communistische staten en bij
uitstek deze van het Stalinistische Roemenië van na de Tweede
Wereldoorlog zijn uitnemende illustraties van terreur door de
verdachtmaker. Onder het repressieve beleid van Nicolae Ceaușescu
(1967-'89) werden burgers ingezet door de geheime staatspolitie onder
de feitelijke leiding van diens vrouw Elena en deze klikspanen
zorgden ervoor dat de dictator binnenskamers meeluisterde, overigens
samen met de van afluisterapparatuur voorziene nieuwe
telefoontoestellen, teneinde mensen die het
oneens waren met het regime te kunnen
opsporen, oppakken en uitschakelen. (1) Ofschoon vandaag mensen alles
sowieso op facebook deponeren, wordt ook bij ons in het westen alsnog
werk gemaakt van afluisterpraktijken via de nieuwste
televisietoestellen welke, zoals intussen iedereen weet, van oren en
ogen zijn voorzien. (2)
Niet het
verbod van geweld tegen het regime maakt van dat regime een
dictatuur: een verbod op het gebruik van geweld kan in ongeacht welk
regime legitiem zijn. Wat van een regime een dictatuur maakt, is het
verbod op geweldloze kritiek, het verbod om het oneens te zijn met
dat regime, het verbod op een eigen mening en een eigen partij, het
verbod op een andere mening dan die van de dictator of dus de
afwezigheid van democratie.
Een regime
is ondemocratisch van zodra het principe van de scheiding der machten
niet langer geëerbiedigd wordt: de wetgevende, de uitvoerende en de
rechterlijke macht concentreren zich dan in een en dezelfde
instantie, wat wil zeggen dat de gezagsdragers recht spreken over
zichzelf. Uiteraard kunnen zij dat niet geloofwaardig doen, wat wil
zeggen dat er van recht geen sprake kan zijn. In feite vindt men een
gelijkaardige perversie waar de controleur en de gecontroleerde niet
onderling onderscheiden zijn want precies zoals niemand geloofwaardig
recht kan spreken over zichzelf, kan ook niemand zichzelf
controleren.
Miljoenen mensen die de Roemeense dictatuur meemaakten,
zijn nu nog in leven en zij kunnen getuigen van de verschrikkingen
ingevolge die geïnstitutionaliseerde argwaan, de algemene paranoïa
en de absolute onmogelijkheid van intermenselijk vertrouwen onder de
repressie van Ceaușescu. Bij uitstek de Roemeens-Amerikaanse
filosoof Costica Bradatan heeft over deze problematiek diepgaande en
waardevolle artikels en boeken gepubliceerd, alsook de dissidente
Nobelprijswinnares voor de Literatuur 2009, Herta Müller, afkomstig
uit het Banaat. (3)
Roemenië,
de Sovjet-Unie, het regime van Nazi-Duitsland: geen zinnig mens wenst
een herhaling van deze door wantrouwen onleefbare maatschappijvormen,
onmachtig tot regeren en daardoor contraproductief vanuit een
wereldvreemde zelfingenomenheid en onbekwaamheid. Edoch, uitgerekend
deze ondeugden hebben samen met het populisme vandaag ook het westen
besmet en reeds kijken we aan tegen exact hetzelfde onverstand waar
ministers van bij ons het hebben over mensen die het niet goed
menen met onze gemeenschap (4) en dus mensen die niet akkoord zijn
met onze maatschappijvorm. Andermaal: niet het verbod van geweld
tegen het regime maakt van dat regime een dictatuur maar wel het
verbod op geweldloze kritiek, het verbod om het oneens te zijn met
dat regime.
De
uitstoting van ouderlingen door de rest van de maatschappij is een
symptoom van een ernstige ziekte die het westen in de jongste
decennia in een wurggreep houdt. Wie de stelling dat ouderlingen
uitgestoten worden, geïllustreerd wil zien, hoeft maar eens een
zogenaamd zorgcentrum voor ouderen binnen te stappen. Hij zal zich
daar kunnen vergewissen van twee zaken die op het eerste gezicht
elkaar lijken tegen te spreken doch die bij nader toezien evengoed
samengaan als de hypocriete beleefdheidsregels dat doen met de
pikorde.
Een
eerste vaststelling is uiteraard het feit dat de ouderen alles
hebben wat ze nodig hebben waaronder dient verstaan te worden:
alles wat nodig is om te overleven. Maar een tweede feit
een zaak die echter heel wat moeilijker vaststelbaar is verraadt
dat het eerste feit eigenlijk slechts een dekmantel is voor het
ongeluk waaraan kennelijk vrijwel alle ouderen ten prooi zijn. Hun
wordt immers gezegd dat ze alles hebben wat ze nodig hebben terwijl
ze zelf maar tot de ontdekking moeten komen van het weinig
benijdenswaardige van deze toestand welke best vergelijkbaar is met
de situatie van wie levenslang moeten zitten voor moord met
voorbedachte rade.
Mensen
die beroepshalve in zorginstellingen voor ouderen werken, kunnen
getuigen dat slechts uitzonderingen in staat zijn om te berusten in
de wetenschap dat zij door de samenleving veroordeeld werden, want
veroordeling is de enige term die in staat is om de betekenis van
sociale uitstoting enigszins weer te geven. Quasi alle ouderen in
zorginstellingen hebben een leven van hard labeur achter de rug en
dankzij die zelfopoffering zijn hun kinderen vaak bijzonder
welstellend. De ouderen vragen zich dan ook af of het dan een misdaad
is zo hard gewerkt te hebben, daar zij zich dan toch gestraft weten
met dit bizarre levenseinde, want als zij dit pand verlaten, gaat het
richting ziekenhuis, zo niet onmiddellijk richting laatste
rustplaats.
Het
antwoord op de vraag wat zij dan misdaan hebben om voor het merendeel
van de tijd heel alleen in een kamertje opgesloten te moeten zitten
wachten op de dood, luidt dat zij er in hun leven niet in geslaagd
zijn om de wereld rechtvaardig te maken. Onrecht immers maakt dat zij
gestraft worden voor een kwaad dat door anderen wordt begaan. Een
kwaad, of is het een ziekte?
Het
is een bekend gegeven of is het alleen maar een geloof? dat
alle dieren zorg dragen voor hun jongen terwijl alleen mensen ook nog
zorg dragen voor hun ouders wanneer die behoeftig worden of
althans blijken zij daartoe in staat. Maar niet alleen voor ouderen
wordt zorg gedragen, ook mensen die om andere redenen dan de ouderdom
behoeftig zijn, genieten van wat men een zekere solidariteit zou
kunnen noemen. En nu komt de kat op de koord, want de solidariteit
die ons van de dieren lijkt te onderscheiden, is geen gevolg van de
goede inborst die sommigen wel eens toeschrijven aan het zogezegd
moreel superieure wezen mens zij is een loutere uitbreiding van
de egoïstische zorg voor zichzelf, zij is als het ware een kind van
het verzekeringswezen dat men bedacht heeft om zich te kunnen redden
in geval van pech: ikzelf, jij, ongeacht wie en dus elke burger.
Het
zal intussen duidelijk wezen dat hetgeen waartegen men zich verzekerd
heeft, de hongerdood is of het overlijden ingevolge nog een ander
kwaad dat voortkomt uit de ouderdom, en dat is inderdaad heel wat.
Maar het mag even klaar zijn dat van het verzekeringswezen dan ook
niets meer verwacht kan worden dan die tegemoetkoming aan elementaire
behoeften of dus de mogelijkheid tot overleven. Tegen eenzaamheid
verzekert men zich nimmer, erkenning kan niemand kopen, het gratuite
gesprek met een vriend is niet inbegrepen in de prijs van het
logement en waar dankzij de eigen hoge sponsoring alsnog aan deze
behoeften wordt voldaan, beseft men heel goed dat de aandacht welke
men ontvangt, niet meer dan koopwaar is.
De
ernstige ziekte die het westen in de jongste decennia in een
wurggreep houdt, is de illusie dat met geld alles te koop is. Het is
de vergissing van wie geloven dat de ganse werkelijkheid stoffelijk
is en derhalve in bezit kan worden genomen. Het is de hardnekkige
blindheid voor het feit dat in wezen niets van waarde, koopwaar kan
zijn én dat het herleiden van al het waardevolle tot koopwaar, de
doodsteek is voor al wat leeft. Die waanzin in kwestie zorgt er ook
voor dat wij geloven dat wij ons met geld kunnen ontdoen van mensen
die niet langer renderen, zonder dat dit moord hoeft te heten. Maar
tot spijt van wie het benijdt: het is moord, het is erger nog
dan moord, het is immers de doodstraf al werd zij ook hier
omgezet tot levenslang.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: