Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
10-12-2017
Verborgen massamoord (deel 6)
Verborgen
massamoord (deel 6)
Massamoordpartijen
gebeuren onttrokken aan het oog van de burger in speciaal daartoe
opgerichte compartimenten die fysiek bestaan ofwel virtueel de
concentratiekampen met de onzichtbare muren en in dat laatste
geval is de misdaad veel moeilijker te detecteren, hij is zeer lastig
te bestrijden en maakt om die reden nog veel meer slachtoffers. Tot
die slachtoffers behoren in de eerste plaats de dertigduizend
hongerdoden per dag omdat zij de kinderen zijn van slaven die immers,
teneinde hun oude dag te verzekeren, geen andere keuze hadden en
hebben dan een zo groot mogelijk kroost. Dertigduizend hongerdoden
per dag, dat zijn er jaarlijks een slordige elf miljoen of per eeuw
zowat een miljard en dat is het dertigvoudige van het aantal
oorlogsslachtoffers in dezelfde tijdspanne.
In
het rijke noorden krijgen wij ze niet te zien, de hongerdoden, tenzij
nu en dan in een of andere show met inzamelacties en luid applaus
voor ons, heldhaftige gulle schenkers, die alweer een nieuw record
gaan vestigen. Evenmin krijgen wij de slaven te zien die de ouders
zijn van deze hongerdoden: ook zij leven of sterven ver van
ons bed, ofschoon daarin nu toch verandering dreigt te komen met de
massale volksverhuizing een verplaatsing dus van het probleem
naar de plek van oorsprong, naar de spreekwoordelijke vleespotten van
Egypte, een boemerangeffect, en het moet gezegd: wat wij daarvan tot
nog toe meemaakten, is slechts het prille begin de apocalyps zal
geen jaren op zich laten wachten.
De
slaven leefden, stierven, maar vooral: werkten in het voorbije
millennium op veilige afstand van hun uitbuiters en zowel hun
aantallen als de routes van de trafieken werden minutieus in kaart
gebracht. Vooral vanuit de westelijke kusten van Afrika en vanuit
Mozambique werden zij met miljoenen verscheept deels naar Europa
maar vooral naar de plantages op het Amerikaanse continent waar
producten zoals koffie, katoen, suiker en tabak werden geteeld
een buit die dan verscheept werd naar de thuislanden van de
slavendrijvers en waarmee dezen dan hun profijt deden.
En
nog doen, want de werkkampen in eigendom van rijke noorderlingen
situeren zich nog altijd in ontwikkelingslanden ver hier vandaan,
slavernij en kinderarbeid garanderen een heel zacht prijsje en een
royale winstmarge. In 2014 telt India 14,3 miljoen slaven, in 2015:
18,4 miljoen of 1,4 percent van de bevolking, China telt er 3,2
miljoen, Pakistan 2 miljoen, Oezbekistan 1,2 miljoen, voor het
merendeel dwangarbeiders in de katoenindustrie, in Rusland telt men
onder de migranten 1 miljoen dwangarbeiders, in Nigeria verrichten
834 duizend kinderen gedwongen arbeid, in Congo-Kinshasa 763 duizend,
in Indonesië 714 duizend, Bangladesh 681 duizend, Thailand 475
duizend ziedaar de wereldtop tien. Verder in de lijst staan
landen waar wij graag onze vakantie doorbrengen zoals Egypte (394
duizend slaven), Algerije (188 duizend), Marokko (158 duizend) en
Haïti (238 duizend, vooral kinderen). In Mauretanië, waar de
slavernij al duizend jaar bestaat, is 4 percent van de bevolking
slaaf (156 duizend), gevolgd door Congo-Kinshasa, Sudan en noem maar
op. In Noord-Korea bestaan geen wetten tegen de slavernij en is er op
grote schaal dwangarbeid door het regime (1,1 miljoen slaven) en
hetzelfde liedje in Iran, Syrië, Eritrea enzovoort.
Dichter
bij de deur in de gewezen Oostbloklanden worden goedkope werkkrachten
gerekruteerd of te werk gesteld in westerse fabrieken aan een
hongerloon; er bestaat vaak geen sociale bescherming en de quasi
afwezigheid van milieuwetten maakt de winstmarges voor gewetenloze
uitbuiters nog groter. Deze laatsten werken de zo moeizame evolutie
van de humaniteit vierkant tegen: in plaats van sociale wetten te
introduceren in de bewuste ontwikkelingslanden, profiteren ze van de
afwezigheid ervan en bewerkstelligen zij zodoende een scheefgetrokken
concurrentie die resulteert in het verdwijnen van de minimumlonen en
de stelselmatige ondermijning van de sociale wetten in de eigen
thuislanden in het westen.
Wereldwijd
leven vandaag 46 miljoen mensen in slavernij en een vierde van hen
zijn minderjarig. In India worden werknemers verleid met een vals
voorschot dat zij onmogelijk kunnen terugbetalen, hoe lang ze ook
werken. Wie zich proberen te onttrekken aan de bedrieglijke
praktijken, worden achternagezeten en fysiek en psychisch mishandeld.
In feite is het westerse model voor het ketenen van arbeiders op een
gelijkaardige leest geschoeid het hele circus van leningen en
afbetalingen zodat de echte slavernij ook hier bij ons niet veraf
kan zijn van zodra het sociale zekerheidsstelsel ingevolge de
uitbuiting van de derde en de vierde wereld instort.
(Wordt
vervolgd)
J.B.,
10 december 2017
Verwijzingen:
Heirman,
Mark, 1000
jaar slaaf. De vloek van Zwart-Afrika,
Houtekiet 2016.
geschiedenis-van-hongaarse-slavenarbeid/
met een verwijzing naar: Rozett,
Robert. Conscripted
Slaves: Hungarian Jewish Forced Laborers On The Eastern Front during
the Second World War.
Jerusalem: Yad Vashem Publications, 2014.
Genocide
komt nooit uit de lucht vallen: in een maatschappij ontstaat
polarisatie van de eigen groep tegenover de anderen, vervolgens
worden de anderen gedemoniseerd of geïdentificeerd met het kwaad
zelf zodat tenslotte hun opruiming een must is voor het
welzijn van iedereen. Er worden speciale compartimenten opgericht
waar men de 'veroordeelden' naartoe kan brengen en waar ze,
onttrokken aan het zicht van allen, vernietigd kunnen worden. De
massamoord is een publiek geheim, er wordt over gezwegen, het is een
lastig karwei dat nu eenmaal geklaard moet worden en de uitvoerders
hebben er nadien kennelijk helemaal geen moeite mee: ze doen alsof er
niets gebeurd is en zullen mogelijke beschuldigingen in alle
toonaarden ontkennen. (1)
Maar
er wordt ook massamoord gepleegd op andere manieren dan zoals door
sociologen zoals de Swaan gesteld middels deportatie naar
concentratiekampen en gaskamers: er zijn ook compartimenten die men
vrijwel niet kan ontwaren en daden die men slechts moeilijk als
massamoord kan duiden en deze onzichtbare concentratiekampen en
moordpartijen zijn daarom ook de allergevaarlijkste want de meest
succesrijke en zij maken veruit de meeste slachtoffers.
Misdaden
die gepleegd worden in de openbaarheid en met getuigen, worden aldus
spontaan als zodanig erkend en hun slachtoffers zijn slechts één
keer slachtoffers, hun daders worden berecht, recht geschiedt,
straffen worden uitgevoerd en genoegdoening volgt in de mate van het
mogelijke. Dit alles wordt een stuk moeilijker wanneer in een
genocide de massa medeplichtig wordt gemaakt door gedwongen toe te
kijken of deel te nemen aan de moorden, zodat alle getuigen die niet
werden vermoord, tot daders werden en derhalve zwijgen. Maar
massamoord kan zich afspelen in een nog veel grotere duisternis en
vrijwel onttrokken aan het oog van allen zodat zij volledig wordt
miskend en men zich van haar bestaan pas heel laattijdig in de
geschiedenis of gebeurlijk nooit ofte nimmer bewust zal worden.
Ook
op microniveau zijn er vormen van misdaad en van moord die bijzonder
moeilijk als zodanig te detecteren zijn en men kan hier denken aan
gevallen van moord waarbij de daders zich hebben ingespannen om hun
misdaad op zelfmoord te doen gelijken, hetzij door het ensceneren van
een suïcide, hetzij door het in de hand werken van een zelfmoord
middels doorgedreven pesterijen. In dat laatste geval wordt aan de
slachtoffers twee keer kwaad berokkend omdat naast het kwaad van de
eigenlijke misdaad, de daders er tevens voor zorgen dat de zaak niet
aan het licht kan komen en dat het geschieden van recht zal
uitblijven. Het pesten op zich is reeds zeer lastig te bewijzen omdat
zich daar sowieso de laffe crimineel verbergt door het scheppen van
virtuele maar effectieve compartimenten waarbij het kwaad kan
geschieden wars van mogelijke getuigen en zelfs met de al dan niet
bewuste of gewilde hulp van de slachtoffers zelf.
Zo
bijvoorbeeld bestaat de meest elementaire maar ook meest drastische
vorm van uitsluiting uit de groep in het negeren van welbepaalde
anderen, waarbij getuigenissen vrijwel uitgesloten zijn omdat het
hier niet zozeer het stellen van daden betreft maar wel het nalaten
ervan, zoals bij het niet groeten van welbepaalde anderen, het
niet meetellen, het niet vernoemen, het vergeten, het
niet opmerken en zo verder. Gebeuren deze 'ondaden'
systematisch en vormen de daders tevens een groep terwijl het
slachtoffer een enkeling is of, in geval van meer slachtoffers, dezen
geen onderling contact hebben, dan is het impact maximaal. Ook neemt
het impact toe in de mate dat de sociale druk tot het voldoen aan
allerlei plichtplegingen groter is en zo bijvoorbeeld ziet men niet
toevallig een stijging van het aantal zelfdodingen ten tijde van
allerlei feestdagen.
Eender
inzake massamoorden hebben zich sinds oudsher quasi niet te
bestrijden manieren van compartimentering gevormd welke het mogelijk
maken dat enorme delen van de bevolking quasi onopgemerkt doch
genadeloos worden uitgeroeid. Een sinds relatief korte tijd
(gedeeltelijk) aan het licht gebracht voorbeeld is dat van de
hardnekkig aanhoudende en geïnstitutionaliseerde veroordeling van
mensen op grond van hun seksuele voorkeur door de uitoefening van
druk vanwege religieuze, politieke of nog andere machten. In een
maatschappij waarin homofilie taboe is, kunnen in het
godsdienstonderwijs aan schoolkinderen, homo's bestempeld worden als
'handlangers van de duivel' zonder dat zij beschikken over
mogelijkheden om daartegen te reageren: opvoedelingen die per
definitie openstaan voor de autoriteit van de 'pedagogen' aan wie zij
werden toevertrouwd, slikken het verwijt dat zich transformeert tot
een zelfverwijt en in hun onmacht om de eigen aard te veranderen,
ontstaat een toenemende frustratie waarin zij zichzelf beschuldigen,
veroordelen en tenslotte ook bestraffen, zodat zelfs in het westen
een op de vier homo's een zelfmoordpoging ondernemen. In een xenofobe
maatschappij waarin hoogwaardigheidsbekleders vrijelijk communiceren
over het 'opruimen' van asielzoekers en tegelijk in functie kunnen
blijven alsof er niets gebeurd was, worden de bewuste slachtoffers
veroordeeld en gestraft op een manier die zich quasi perfect onttrekt
aan het oog van alle anderen omdat de anderen nu eenmaal niet
geviseerd worden zodat hun empathisch vermogen in de slaapmodus
blijft verkeren. In een maatschappij waarin men het normaal gaat
vinden dat voor automobilisten allerlei voorzieningen worden
getroffen terwijl aan de veiligheid van fietsers en voetgangers
nauwelijks aandacht wordt besteed om maar te zwijgen over de
ontoegankelijkheid van de openbare weg voor bijvoorbeeld
rolstoelgebruikers hebben al deze zwakke weggebruikers behalve
met de fysieke bedreigingen en gevaren ook nog eens af te rekenen met
de vernedering in een barbaarse pikorde en met het onbestraft blijven
van het navenante onrecht. In een maatschappij waarin aan ouderen
euthanasie wordt opgedrongen met de smoes dat het om een ultieme
pijnstiller gaat, dreigen massa's mensen geslachtofferd te worden aan
het krankzinnige mensbeeld van een kapitalistische dystopie. In een
wereld die de slavernij als eigenlijke oorzaak van de hongerdood van
dagelijks twintigduizend mensen miskent en die deze oorzaak op
malafide wijze verwisselt met religie vanwege het verbod aldaar op
voorbehoedsmiddelen, worden alle slaven een tweede keer gestraft
omdat zij niet alleen worden uitgebuit maar ook nog eens beroofd van
de hoop op een beëindiging van het onrecht van de slavernij.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
8 december 2017)
Verwijzingen:
(1)
Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and
their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten
van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014).
06-12-2017
Verborgen massamoord (deel 4)
Verborgen
massamoord (deel 4)
Mensen
zoeken bescherming voor de dreiging die het regime met zo veel succes
heeft opgeroepen, en eisen dus drastische maatregelen tegen de
boosdoeners die het regime zelf heeft aangewezen. (de Swaan, 134)
Een
staat behoudt zich het alleenrecht op geweldsmiddelen of wapens, wat
de binnenlandse vrede in de hand werkt en ontwikkeling en
beschaving mogelijk maakt maar ook de onderdrukking van de eigen
bevolking en uiteraard vergroot dan de dreiging tussen de staten
onderling. De staat maakt de reikwijdte van insluiting en uitsluiting
groter. Massavernietiging komt in de 19de en 20ste eeuw meer voor in
sterk gecompartimentaliseerde samenlevingen. Geweld tegen weerlozen
geschiedt meestal in de schaduw van een oorlog door reeds afgestompte
soldaten die zinnen op wraak en die de 'rotte appels' uit de mand
willen verwijderen. Staatsvorming beschermt de burgers maar sluit
tegelijk hele categorieën van burgers van bescherming uit: die
doelgroep wordt geregistreerd, geïsoleerd en ontmenselijkt en de
rest wordt tegen ze opgezet middels desidentificering door
propaganda, provocaties, vernederingen en beschuldigingen, zoals in
de schijnprocessen onder Hitler en Stalin. Meer compartimentalisatie
betekent meer onverschilligheid tegenover de doelgroep en ook
demonisering en buitensluiting via institutionalisering
'apartheid'. Deportatie, onderbrenging in kampen, verwijdering uit
het oog van de overige bevolking en tenslotte marteling en
uitroeiing. Dat alles is publiek geheim, er wordt over gezwegen uit
angst. Voorbeelden zijn nazi-Duitsland, Indonesië en Rwanda. Omdat
een beschaafd volk geweld verafschuwt, moet het aan het zicht
onttrokken worden door compartimentalisatie. Het lot van de
gedeporteerde joden werd geheim gehouden en bij de bevrijding
trachtte men de sporen van de genocide alsnog uit te wissen. In
Rwanda daarentegen werden omstaanders betrokken in geïmproviseerde
compartimenten ter plekke: het was mee moorden ofwel vermoord worden.
Alle andere burgers kijken de andere kant op en blijven onaangeraakt.
Getuigen van de Bosnische genocide hebben het over verkrachtingen,
massa-executies en verminkingen onder invloed van alcohol het
gaat om een decivilisatie door het regime ingekapseld in speciale
compartimenten met bovendien gecompartimentaliseerd gedrag: stapt men
een ander compartiment binnen, dan neemt men een ander gedrag aan
alsof er niets gebeurd was. (1) De
consument van varkensvlees weet hoe er gekweekt en geslacht wordt
maar slaagt erin om dat tijdens de maaltijd te vergeten. Abattoirs,
prostitutiehuizen, gevangenissen en andere gestichten vormen aparte
compartimenten. (2)
Angst
kan agressie veel effectiever legitimeren dan haat, als de
tegenstander niet als slachtoffer maar als dreiging afgeschilderd
wordt. De daders presenteren zich graag als de slachtoffers van hun
slachtoffers. (3) Mensen zoeken
bescherming voor de dreiging die het regime met zo veel succes heeft
opgeroepen, en eisen dus drastische maatregelen tegen de boosdoeners
die het regime zelf heeft aangewezen. (4) De doelgroep
wordt voortdurend belast, het regime en zijn aanhangers profiteren
daarvan en zo bijvoorbeeld palmden de Turken de gronden in van de
door hen uitgeroeide Armeniërs. (5) de
vernedering van de doelgroep vermaakt en verheft de mensen van het
regime. (6) Het lijkt voor hen dan alsof zij werken aan een
betere wereld en daartoe zijn de helden tot alles bereid, zelfs tot
het beëindigen van het leven uiteraard het leven van ánderen.
In de 20ste eeuw kreeg deze waanzin het wetenschappelijk omhulsel van
een waanzinnige rationaliteit. (7)
In
zijn boek over genocide beschrijft de Swaan vier vormen van
massavernietiging: de razernij van de
veroveraars, de heerschappij door terreur (schrikbewind), de triomf
van de verliezers, en de razernij van de menigtes (megapogroms).
(8) In alle gevallen is het regime betrokken. (9) Ten slotte volgt
het laatste hoofdstuk Genocidale regimes en
de compartimentalisering van de persoonlijkheid (10) de
auteur concludeert. Genocidale daders
functioneren in een sociale en fysieke omgeving die ze niet zelf
gemaakt hebben, maar die het genocidale regime voor hen heeft
opgezet. Zij doen hun werk met alle steun, zelf onder dwang van de
omgeving. (11) Het regime stuurt de genocide, er is een
collectieve mentaliteit en ook de individuen hebben een aandeel. Dat
is een heel andere conclusie dan die van Hannah Arendt en Stanley
Milgram, die echter algemeen aanvaard worden. De nadruk moet volgens
de Swaan meer liggen op die minderheid die weigert om mee te
doen met massamoord. Modern is niet de
massamoord maar de schaamte erover (12) maar dat kennen
de genocidairs zelf niet: zij hebben een gebrek aan empathie en
verliezen zich in fantasieën van almacht. (13) Het
meeste wat over massavernietiging bekend is komt uit rechtszaken.
Voor hun rechters ontkenden de genocidairs de beschuldigingen waar
mogelijk en als de feiten onweerlegbaar waren, wezen zij de
verantwoordelijkheid voor hun daden af en deden zichzelf zo
onbeduidend, nietszeggend en passief voor als ze konden.
(14)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
6 december 2017)
Verwijzingen:
(1)
Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and
their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten
van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014), 129.
(2)
Ibidem, 118-132.
(3)
Ibidem, 134.
(4)
Ibidem, 134.
(5)
Ibidem, 135.
(6)
Ibidem, 135.
(7)
Ibidem, 136-137.
(8)
Ibidem, 137.
(9)
Ibidem, 145-200.
(10)
Ibidem, 200-247
(11)
Ibidem, 248
(12)
Ibidem, 254
(13)
Ibidem, 263
(14)
Ibidem, 258-259
04-12-2017
Verborgen massamoord (deel 3)
Verborgen
massamoord (deel 3)
De
tientallen miljoenen in de oorlog gesneuvelde soldaten wegen niet op
tegen de minstens 100 miljoen burgerslachtoffers van door onze
regimes zelf geplande en geheim gehouden massamoordpartijen (1)
door onder meer uithongering honger wordt ingezet als
oorlogswapen. (2)
Er is meer dan genoeg voedsel maar het komt niet terecht. (3) Door de
slavernij het ontbreken van sociale rechten proberen derde
wereldarbeiders hun toekomst te verzekeren met een groot gezin (zij
schuwen dus sterilisatie en voorbehoedsmiddelen) en zo ontstaat
honger uit honger. Naast honger is ook sterilisatie een wapen om de
slavernij te bestendigen. (4)
In
zijn Compartimentering
en vernietiging schrijft
sociologieprofessor de Swaan: De
geleerden zijn vrijwel unaniem van mening een zeldzaamheid in de
menswetenschappen dat niets in de persoonlijkheid van de daders
hen méér dan anderen voorbestemt om hun wandaden te begaan ( ):
de daders zijn 'gewone zelfs doodgewone mensen'.
(5) Anders dan Hannah Arendt gelooft de Swaan niet dat
nazi-kopstukken zoals Adolf Eichmann onder deze noemer vallen: bij
hen was het kwaad niet zomaar een kwestie van banaliteit ('Befehl ist
Befehl') ofschoon het aldus wel door Eichmann's advokaat Servatius in
diens verdediging werd gebanaliseerd. (6)
Uit
Milgram's gehoorzaamheidsexperiment, opgezet vanuit de ontzetting
voor de realiteit van het kwaad, blijkt dat twee derden van de mensen
gehoorzamen zonder geweten, maar de Swaan benadrukt dat Milgram
evenzeer bewees dat alle anderen óngehoorzaam zijn of zich dus
verzetten. (7) Het al dan niet moorddadige gedrag blijkt tenslotte
afhankelijk van omstandigheden zoals sociale druk en nabijheid van de
bevelhebbers en van de slachtoffers. (8) In dezelfde lijn is het
Stanford Gevangenisexperiment van Philip Zimbardo een open vraag
gebleven, al lijkt het ook aan te tonen dat het impact van de
situatie op ons gedrag groot is. (9) Edoch, situaties die van gewone
burgers beulen maken, werden gecreëerd door genocidale regimes en de
vraag luidt hoe die dan konden ontstaan: gaat het om een terugval in
de barbarij of daarentegen om een gevolg van de moderniteit? De Swaan
laat Michael Mann aan het woord: Moorddadige
zuivering is modern omdat het de duistere kant van de democratie is.
(9a) Met hun populisme scheppen politici verdeeldheid maar anderzijds
blijken de moordpartijen in dictatoriale regimes onovertroffen. Ook
komen dictaturen vaak uit democratieën voort. Er
is iets aan de moderniteit dat dit bijzondere kwaad op een massale
schaal los maakt. (10)
Hoe
ontstaat polarisatie? Een genocidaal regime
kiest een bepaalde volksgroep uit als voorwerp van massahaat
gevolgd door een intensieve haatcampagne aansluitend op reeds
bestaande meningen en gevoelens. (11) Maar het 'wij-zij'-denken
gebeurt altijd in een dynamiek van
concurrentie: emoties veronderstellen belangen en
vergezellen ze, zegt Nico Frijda. En Freud had het over 'projectieve
identificatie': men loochent zijn gevoelens en men projecteert
ze (middels 'geruchten' cf. D.L. Horowitz) op de ander en aldus
wordt het slachtoffer als dader afgeschilderd. H.F. Stein spreekt
over 'antagonistische symbiose': het
vijandsbeeld versterkt de cohesie van de eigen groep. (12)
Volgens
J. Huizinga kunnen de emoties van een volk zich in een bepaalde
richting ontwikkelen. Norbert Elias toont aan hoe beschaving volgt
uit historische processen gespreid over 500 jaar waarbij een terugval
in barbarij mogelijk blijft, zoals in het nazisme en waarbij
onderlinge afhankelijkheid voor eendracht zorgt. Het begint met
verwantschap en nabijheid maar met de vorming van staten worden de
groepen ('wij' en 'zij') groter. Identificatie en desidentificatie of
dus polarisatie komt in de plaats van een nog grotere barbarij,
namelijk die van de onwetendheid en de onverschilligheid. (13)
De
moderniteit heeft wellicht genocides gecombineerd met nieuwe
ideologieën of met nieuwe technologieën, maar het fenomeen zelf is
waarschijnlijk zo oud als de beschaving zelf. (14)
De geschiedschrijvers in Oudheid en Middeleeuwen verhaalden met
wellust over de massaslachtingen van onder meer de Kruisvaarders en
de Mongolen, zij bezongen de heldendaden van de massamoordenaars en
monumenten werden voor hen opgericht. De Azteken hadden geen verweer
tegen het bloedbad dat de Spaanse veroveraars aanrichtten met
miljoenen doden. In Afrika werden tien miljoen zwarten als slaven
verkocht voor de Amerikaanse plantages maar dit gold als uitbuiting,
niet als genocide, al was er ook (ongeremde en ongestrafte) genocide
op 'minderwaardigen' door kolonialen (ver van huis!) zoals de Duitse
Keizer in Namibië en Kenia, de Tsaar in Centraal-Azië en de
Kaukasus en Leopold II in de Congo. Er waren boerenopstanden zoals in
1850-1864 in de Taiping-opstand in Zuid-China waar 20 miljoen doden
vielen en de daarop volgende plunderingen zorgden voor hongersnood.
Administratieve
capaciteit, logistieke middelen, militaire technologie en propaganda
hebben het potentieel van de staat voor het uitvoeren van genocidale
campagnes enorm vergroot (15)
De staat is de grootste mensendoder in de moderne wereld maar zij
wist de sporen van haar vernietiging samen met haar documenten uit.
( ) De meeste slachtoffers ( ) zijn ongewapende burgers met
als doelgroepen ras, etnie, geloof, nationaliteit, klasse of
politieke overtuiging ofwel werd lukraak terreur gezaaid. (16) Staan
we even stil bij de exemplarische Rwandese genocide.
De
massavernietiging van Tutsi's (T) (aristocraten) en verdachte Hutu's
(H) (boeren) door de Hutu-Power-beweging in Rwanda in het voorjaar
van 1994 (voorafgegaan door wederzijdse slachtingen in 1959 [door H
op T] en in 1962 [door T op H]) gebeurde met machetes maar bleek
zorgvuldig voorbereid. De VN onttrok zich aan haar
beschermingsplicht. H en T werden door de kolonisten bestempeld als
verschillende rassen een puur verzinsel. (17) (...)
de fanatiekste voorstanders van een erfelijk onderscheid tussen T en
H waren geobsedeerd door de mogelijkheid dat T zich als H konden
voordoen om zo verwarring en verdeeldheid te zaaien (18)
de referenties zijn identiteitskaarten... waarmee mogelijkerwijze
geknoeid werd en er zijn ook veel gemengde huwelijken. Toch
doodden de Hutu-Power-moordcommando's talloze Rwandezen puur op
verdenking van Tutsi-herkomst of connecties, of enkel vanwege
veronderstelde loyauteit aan Tutsi's. (19)
Uiterlijke Kenmerken zoals lichaamslengte hebben aanvankelijk
niets met ras te maken, wel met rijkdom, met al dan niet doorvoed
zijn. Op gelijkaardige wijze werd foutief een onderscheid
verondersteld tussen Khmer en Vietnamezen en tussen zuivere Ariërs
en andere Duitsers.
In
Rwanda leidde de strijd tussen vermeend andere rassen in 1994 tot een
genocide met tot een miljoen Tutsi-slachtoffers. H mogen geen
medelijden hebben met T die 'kakkerlakken' worden genoemd zij
vertegenwoordigen het absolute kwaad en haat wordt emotieloze
vernietigingsdrang (desidentificatie); H moeten andere H als broeders
beschouwen (identificatie) deze berichten worden onophoudelijk
via de radio onder de H verspreid. Een radicalisering van deze aldus
reeds
bestaande gevoelens
leidde uiteindelijk tot de genocide van 1994 met als startsein de
dood van de Rwandese president Habyarimana na de aanslag op het
vliegtuig waarop ook de Burundese president zat. De T van het
Rwandees Patriottisch Front (RPF) werden geholpen door de Fransen die
vruchteloos probeerden het moorden te voorkomen. De T vielen
Oost-Congo binnen en Mobutu werd er vervangen door Kabila, waarna
burgertwisten 20 jaar lang miljoenen slachtoffers maakten terwijl de
wereld toekeek. De
doelbevolking van een genocidale haatcampagne hoeft niet een 'reële'
dreiging te vormen: dat was niet zo in het geval van de joden in
Duitsland; de Koelakken in de Sovjet-Unie hadden onteigend kunnen
worden in plaats van uitgeroeid; en het is moeilijk voor te stellen
dat de slachtoffers van de Culturele Revolutie in China een
bedreiging waren voor het Chinese communistische regime. In dit
opzicht wordt de betrekkelijke autonomie van de collectieve fantasie
nog eens bevestigd, vooral als die aangewakkerd wordt door de
propaganda van het regime.
(19) Binnenlandse instabiliteit, onzekere internationale relaties,
economische recessie, tekort aan landbouwgrond, bevolkingsexplosie en
navenante concurrentie maakten de toestand explosief. De moordenaars
werden door de overheid heimelijk gesteund maar de polarisatie was
allang voorbereid. Velen
werden gedwongen mee te doen om niet vermoord te worden. (20)(het
was dus mee moorden met de medestanders of door hen vermoord worden)
Er waren 100.000 tot 200.000 daders, de moordpartijen gebeurden in
een
sfeer van afschuw en opwinding maar ook van een wreedaardig
carnaval.
(21) Alles
was erop gericht de kring van medeplichtigen uit te breiden
(22) De
doelstellingen van het genocidale regime: een schoolvoorbeeld van
collectieve regressie in dienst van het regime
(23) De
Rwandese genocide was een geval van autodestructieve destructie,
omdat de genocidairs druk waren met het uitmoorden van ongewapende en
ongeorganiseerde Tutsi's, maar nauwelijks verzet boden aan het zwaar
bewapende en goed georganiseerde RPF dat naar Kigali optrok: 'Wij
waren geen partij voor voor de RPF soldaten. Wij vochten alleen tegen
mensen die we wel aankonden' (24)
Het was een
delirium van vernietiging [aangemoedigd
via de radio]
in het aanzicht van de militaire nederlaag. (25)
En de Rwandese genocide is in dit opzicht niet uniek. De
moordenaars creëerden gezamenlijk een mobiel, tijdelijk
moordcompartiment waarin alles geoorloofd was, waar morele geboden
niet meer golden, en waarin zij elkaar opzweepten tot een razernij
die ze tot doden dreef, tot de moord die hun razernij nog weer verder
opstookte. Aan het eind van de dag gingen de moordenaars naar huis en
hielden zich bezig met de dingen van alledag. De volgende dag konden
ze evengoed weer meegaan in de koortsige opwinding van de moordbende.
( ) Hierin lijken ze op sportfans die, gezamenlijk en tamelijk
onschuldig, een sfeer van extase en overgave creëren. ( ) Ze
opereerden ( ) binnen een compartiment van woeste wreedheid dat zij
zelf hadden opgetrokken op instigatie en onder dwang van het
heersende regime.
(26)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
4 december 2017)
Verwijzingen:
(1)
Abram de Swaan, The
Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators,
2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten
van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014), 9-13.
(5)
de Swaan, 26. Dit evenwel onder voorbehoud dat, zoals de Swaan
vermeldt, 3 percent van de (Amerikaanse) mannen en 1 percent van de
vrouwen een totaal gebrek aan empathie vertonen. (de Swaan, 26 en
266)
(6)
Ibidem, 27-29. Arendt bedoelde eigenlijk de banaliteit van de dadersvan
het kwaad. (de Swaan, 29-30)
(7)
Ibidem, 31-32.
(8)
Ibidem, 33.
(9)
Ibidem, 38-39.
(9a)
Ibidem, 50.
(10)
Ibidem, 46-53.
(11)
Ibidem, 56-57.
(12)
Ibidem, 57-59.
(13)
Ibidem, 73-75.
(14)
Ibidem, 82.
(15)
Ibidem, 83-88.
(16)
Ibidem, 89-92.
(17)
Ibidem 93-100.
(18)
Ibidem, 100.
(19)
Ibidem, 100.
(20)
Ibidem, 111.
(21)
Ibidem, 114.
(22)
Ibidem, 114.
(23)
Ibidem, 115.
(24)
Ibidem, 115.
(25)
Ibidem, 115.
(26)
Ibidem, 117.
30-11-2017
Verborgen massamoord (deel 2): Honger is een aanslag, geen tegenslag (honger als oorlogswapen)
Verborgen
massamoord (deel 2):
Honger
is een aanslag, geen tegenslag (honger als oorlogswapen)
Erger
dan de terreur en de tientallen miljoenen gesneuvelden van de
oorlogen zijn de minstens 100 miljoen burgerslachtoffers van door
onze regimes zelf geplande en geheim gehouden massamoordpartijen
waarvan uithongering
een bijzondere vorm is.In China verhongerden
onder Mao's collectivisering van de landbouw in de jaren '50
tientallen miljoenen boeren en tien jaar later nog eens 1 miljoen; de
Britten hongerden rond 1840 massaal de Ieren uit en rond 1900 ook de
Indiërs, met tientallen miljoenen doden; ook onder Stalin en in
Noord-Korea verhongerden tientallen miljoenen burgers na de in
beslagname van het voedsel door het regime. (Cf: de Swaan, 9-13) (1)
"Anders
dan meestal wordt aangenomen, is het aantal directe slachtoffers van
gevechten doorgaans relatief klein in oorlogsgebied. De meeste mensen
komen om door honger en ziekte" -
aldus Hilal Elver in een nieuw rapport van de VN. Deze misdaden tegen
de mensheid betreffen momenteel tientallen miljoenen slachtoffers
het totaal benadert het cijfer van 1 miljard. Een actueel voorbeeld
van een dergelijke humanitaire catastrofe is Jemen dat door
Saoudi-Arabië wordt uitgehongerd. Honger
volgt meestal niet uit tegenslagen zoals de klimaatcrisis of
misoogsten: Honger
wordt gebruikt als genocidaal wapen" honger
is een aanslag. (2) Bovendien wordt het
onrecht van de honger geïnstitutionaliseerd.
In
2016 werden recordopbrengsten opgetekend voor heel wat graangewassen.
We produceren vandaag
wereldwijd meer dan voldoende voedsel om iedereen te voeden,
zegt Katelijne Suetens van Broederlijk Delen: (...)
De hamvragen zijn wie het voedsel produceert, waar en voor wie.
(3)
Er
is een vicieuze cirkel die doorbroken moet worden alsook een paradox.
In de toekomst dreigt namelijk een mogelijke bevolkingsexplosie een
bijkomende factor te worden voor nog meer honger en de oorzaak
daarvan is paradoxaal genoeg de honger zelf. Immers, door het
ontbreken van sociale rechten en in het bijzonder pensioenrechten,
werken derde wereldburgers in slavernij en zo dreigen zij te
verhongeren; in een poging om aan de hongerdood te ontsnappen, kopen
zij zoveel mogelijk kinderen waarvan zij hopen dat die hen in hun
oude dag zullen onderhouden. Van deze mensen kan men uiteraard niet
verlangen dat zij de hun door het westen opgedrongen
voorbehoedsmiddelen en sterilisatieprogramma's zullen toejuichen.
Naast de uithongering is het onvruchtbaar maken van de autochtone
bevolking in derdewereldlanden een tactiek van het rijke noorden om
de macht te bestendigen. (4)
(J.B.,
30 november 2017)
Verwijzingen:
(1) Abram
de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and their
perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van
vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014).
De
Nederlandse socioloog Abram de Swaan beschrijft in zijn
Compartimenten van vernietiging de realiteit van onze angst
voor moordenaars. Wij vrezen namelijk de vandaag veel besproken
terreurdaden en wij gedenken de tientallen miljoenen omgekomen
militairen uit de oorlogen van de voorbije eeuw, maar veel
schrikwekkender is dat er in de voorbije honderd jaar ook tenminste
100 miljoen ongewapende burgers werden gedood in door onze regimes
zelf geplande, goed georganiseerde en geheim gehouden
massamoordpartijen. (Cf.: de Swaan, 9-10)
Terwijl de oorlogen in
de vorige eeuw 35 miljoen doden maakten, viel een veelvoud daarvan in
georganiseerde massamoorden waarvan de meeste in de vergetelheid of
in de doofpot zijn geraakt. Vaak moeten we het doen met slechts de
getuigenissen van enkele slachtoffers die het overleefden terwijl de
meestal ongestraft gebleven beulen alles bleven ontkennen of het
bagatelliseerden. Ziehier enkele van deze feiten uit de voorbije
eeuw.
De Duitsers moordden de
Herero's in Namibië uit met 80.000
doden; 12 miljoen Congolezen kwamen om in de Congo-Vrijstaat
van Leopold II; in de Mexicaanse revolutie (1910-'20) vielen 2
miljoen slachtoffers waaronder veel burgers; in WO I hebben de
Turken 1 miljoen Armeniërs uitgemoord; Stalin maakte
miljoenen slachtoffers en de Japanners slachtten miljoenen
Chinezen af; in WO II brachten de nazi's 6 miljoen burgers om,
voornamelijk joden; in Hirosjima en Nagasaki kwamen 3/4 miljoen
burgers om; na de oorlog werden 1 miljoen achtergebleven
Duitse burgers gedood en 10 miljoen werden verjaagd; na WO II
vielen bij de onafhankelijkheid van India en de afsplitsing van
Pakistan 1 miljoen doden en 10 miljoen werden
verdreven; in China verhongerden onder Mao in de collectivisering van
de landbouw in de jaren '50 tientallen miljoenen boeren en
tien jaar later vielen daar in de Culturele Revolutie opnieuw 1
miljoen doden; tegelijk werden, in 1965, 1 miljoen
Indonesische zogenaamde communisten vermoord; in 1973 vermoordden de
Rode Khmer in Cambodja 1,7 miljoen mensen; in Pakistan doodde
het leger honderdduizenden Oost-Pakistanen; in 1968 werden in
Guatemala 80.000 opstandelingen vermoord; de Serviërs
vermoordden 10.000 Bosnische moslims; in 1995 slachtten de
Hutu's 1 miljoen Tutsi's af. Ook ingevolge georganiseerde
hongersnood vielen miljoenen slachtoffers: de Britten lieten in 1840
en de daarop volgende jaren massaal de Ieren verhongeren en
hetzelfde deden ze met de Indiërs op het eind van die eeuw, met
tientallen miljoenen slachtoffers; ook onder Stalin, onder Mao
en in Noord-Korea verhongerden tientallen miljoenen burgers na
de in beslagname van het voedsel door het regime. (Cf: de Swaan,
10-13)
Elk regime, elke macht
is in de kiem moorddadig omdat het tegenstanders heeft van wie het
een vijandsbeeld creëert dat in alle stilte gaat behoren tot de
'mentaliteit'. (Cf.: de Swaan, 16) Zo bijvoorbeeld spreekt in een op
relletjes uitgelopen betoging
tegen slavernij in de Europese hoofdstad de betrokken minister
Jan Jambon over 'crapuleus
gedrag', 'de uitwassen van een kanker' en 'een
netwerk achter de rellen', wat dan naar zijn zeggen een 'harde
aanpak' vereist: het geweld tegen burgers die zich verzetten
tegen onrecht vanwege het regime wordt gelegitimeerd en de allochtone
bevolking wordt andermaal gestigmatiseerd. Een andere minister
Theo Francken heeft het over het 'opkuisen
van het Maximiliaanpark' waar het een groep oorlogsvluchtelingen
betreft die in geduldige afwachting van de behandeling van hun
asielaanzoek samen met hun kinderen in erbarmelijke omstandigheden
buiten slapen: de slachtoffers van bombardementen worden aldus ook
nog eens tot vijand van het tot asielverschaffing verplichte land
gebombardeerd en inderdaad 'opgekuist'. In Mein Kampf nam
Hitler deel aan de stigmatisering van het Jodendom dat hij omschreef
als "kiem
der ontbinding in volkeren en rassen en (...) de vernietiger der
menselijke cultuur en vervolgens kon hij hen kritiekloos
uitroeien: zes miljoen joden werden vergast. "Macrosociale
transformaties (...) hebben hun uitwerking op de alledaagse omgang,
ook in een genocidale situatie. Het regime bemiddelt (...) tussen
deze twee niveaus door (...) [een] mentaliteit te selecteren (...)
[en] door de constructie van een vijandbeeld (...). Al evenzeer van
belang is de rechtvaardiging door het regime van geweldsgebruik onder
verwijzing naar de beschikbare morele argumenten." (de
Swaan, 17)
Met de daarop volgende
zin karakteriseert de Swaan het thema van het boek 'over
genocidale regimes' en deze zin stemt tot nadenken, ook en vooral
omdat de gelaakte praktijken bij nader toezien alles behalve een
ver-van-mijn-bed-show blijken: "Wezenlijk
zijn de inspanningen van het regime om de moordenaars te rekruteren,
om compartimenten van vernietiging te creëren en de doelgroep te
isoleren." (de Swaan, 17)
Vijandschap volgt uit
groepsvorming omdat identificatie met sommigen ook uitsluiting van
anderen meebrengt. Vijandschap kan uitmonden in collectief geweld,
exploderend in massavernietiging. Deze wordt mogelijk door de creatie
door het regime van "compartimenten waar
gewelddaden konden en moesten worden begaan met volle overgave en in
volkomen straffeloosheid. (...) De daders beschouwen het als een
smerig karwei dat geklaard moest worden." (de Swaan,
17-18) Daarbij "wordt de doelgroep in alle
opzichten steeds verder afgescheiden van de mensen van het regime"
uiteindelijk worden zij uitgeroeid. "De
ver doorgevoerde compartimentalisatie maakt het mogelijk dat mensen
in andere domeinen van de samenleving kunnen blijven functioneren
alsof er niets gebeurd is. (...)
[zij] doen alsof er niets
gebeurd was." (de Swaan,
19-23) Helaas is uit de experimenten van Stanley Milgram gebleken dat
een meerderheid van alle mensen hiertoe in staat is. "Zodra
er een eind kwam aan de genocidale episode, probeerden het regime en
zijn daders te verbergen wat er was voorgevallen, alle bewijs te
vernietigen, een algeheel stilzwijgen te handhaven en elke aanzet tot
onthulling van de feiten te voorkomen". (de Swaan, 25)
Andermaal: wij vrezen
terreurdaden en wij gedenken de tientallen miljoenen gesneuvelde
soldaten uit de voorbije eeuw maar veel
schrikwekkender zijn de goed georganiseerde en geheim gehouden
massamoordpartijen door onze regimes op tenminste 100 miljoen
ongewapende burgers.
(J.B., 29.11.2017)
Verwijzingen:
Abram de Swaan, The
Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators,
2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van vernietiging.
Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014).
25-11-2017
Over de blinde ijver van de geboortebeperkers â (deel 4): geboortebeperking en slavernij
Over
de blinde ijver van de geboortebeperkers
(deel
4): geboortebeperking en slavernij
De vraag
hoe het dan in godsnaam mogelijk is dat de slavernij in de wereld van
het derde millennium nog steeds niet uitgeroeid werd en bovendien nog
dreigt toe te nemen, blijkt niet zo gemakkelijk te beantwoorden en de
reden voor dat kennelijke onvermogen ligt veelal in het feit dat niet
alleen de slavernij onzichtbaar werd gemaakt maar dat bovendien de
maatregelen om haar een halt te roepen de pas afgesneden worden.
Slaven zijn
mensen die hun leven danken aan de gehoorzaamheid die zij bieden aan
hun uitbuiters tot wiens lijfeigenen ze aldus gereduceerd werden.
Slaven leven maar zij zijn niet vrij, zij leven in onvrijheid en dat
houdt in dat ze hun leven aan deze onvrijheid danken: een slaaf die
beslist om niet langer onvrij te zijn en dus om niet langer te
gehoorzamen, wordt door zijn uitbuiter gestraft, gemarteld en indien
hij weerbarstig blijft, uiteindelijk ook gedood. Voor een slaaf
betekent onvrijheid, leven en staat vrijheid gelijk met de dood.
Het
archetypische verhaal dat de mens situeert als een fundamenteel
onvrij wezen, vindt men terug in de mythe van de zondeval: in het
paradijs wordt aan Adam en Eva verboden om te eten van één enkele
boom, en de gebruikmaking van de vrijheid om dat alsnog te doen,
gebeurt op straffe van de dood. Met deze mythe wordt de mens eens en
voorgoed als slaaf gebrandmerkt.
Omdat voor
een slaaf onvrijheid gelijkstaat met leven, en vrijheid met de dood,
leven al degenen in slavernij die moeten werken om in leven te kunnen
blijven en dus zij die om den brode werken en die verder
helemaal niets meer ontvangen: niets voor diegenen met wie zij leven
vrouw en kinderen en ook niets waarmee zij in het eigen
onderhoud moeten voorzien in geval van ziekte of werkonbekwaamheid
door een hoge ouderdom. Het interesseert hun uitbuiter immers niet
wat er met zijn slaven gebeurt als zij niet langer bruikbaar zijn en,
áls zij al een gezin hebben, hoe dat gezin dan wel zal overleven. In
wat andere bewoordingen, leven al diegenen in slavernij die moeten
werken om den brode zonder dat aan hen sociale rechten worden
toegekend zoals een ziekte-, ongevals- en
werkloosheidsverzekering en pensioenrechten.
Het zich
niet verzetten tegen de rechteloosheid die van de arbeid slavernij
maakt, betekent het goedkeuren ervan; het is de instemming met de
slavernij en het zich mede schuldig maken daaraan.
Wanneer
mensen die leven in slavernij en die derhalve geen sociale rechten
genieten, veel kinderen kopen in de hoop om aldus enkele wrede
gevolgen van dit euvel enigszins te kunnen compenseren, handelen zij
op grond van een natuurrecht dat zich vertaalt in het recht op daden
die het zelfbehoud bewerkstelligen. Zij handelen net zoals mensen die
stelen omdat zij anders van honger omkomen.
Het dwingen
van mensen tot geboortebeperking met het argument dat zij dreigen het
soortbehoud in het gedrang te brengen (door het vermeend veroorzaken
van in casu overbevolking in plaats van onderbevolking) terwijl zij in
wezen handelen zoals zij handelen met het oog op zelfbehoud, is
ongeoorloofd.
Het is
ongeoorloofd om twee redenen. Vooreerst is er het argument dat reeds
ter sprake kwam, namelijk het feit dat er feitelijk helemaal geen
overbevolking is er is wél een voedseldistributieprobleem
dat geïnduceerd wordt door potentaten of slavendrijvers. Maar ten
tweede is het opdringen van geboortebeperking ongeoorloofd omdat bij
de slachtoffers het recht op zelfverdediging aan de orde is en
dus níet, zoals het uitschijnt, het recht op het krijgen van
kinderen maar het recht op zélfbehoud.
De
capitulatie voor het onrecht van de slavernij waaraan de
geboortebeperkers zich schuldig maken door de remediëring van het
probleem te gaan zoeken bij gedwongen of afgedwongen sterilisatie,
kan op geen enkele moreel verantwoorde wijze worden verdedigd.
Bijkomend
is er het probleem van het dubbele lijden bij de slachtoffers
van deze vorm van wat een misdaad tegen de mensheid moet heten, want
naast het leed van de slavernij als zodanig waaraan de slachtoffers
door een dergelijke bejegening onderworpen worden, is er bovendien
het leed dat volgt uit de quasi onmogelijkheid tot verzet daartegen
omdat het gaat om een misdaad welke gepleegd wordt in een bijzonder
moeilijk aan het licht te brengen verkapping. Bedoeld wordt de
verkapping waarbij de geboortebeperkers of dus de daders van de
misdaad voortaan worden beschouwd als agenten van de menslievendheid
terwijl de slachtoffers de slaven de schuld in de schoenen
krijgen voor de hongerdoden die zouden kunnen vallen onder hun
kroost. Het verwisselen van daders en slachtoffers is een bekende
tactiek in de wereld van de misdaad waarmee criminelen zeer dikwijls
met groot succes weten weg te komen.
Deze niets
ontziende tactiek zorgt bij de slachtoffers uiteraard voor een
frustratie die niet zelden leidt tot een totaal verlies van
levenslust en van zin, met de gekende gevolgen van dien. Het is
dezelfde frustratie die de slachtoffers van pesten kenmerkt omdat de
essentie van het pesten ligt in het zich verbergen van de misdaad of
in de onmogelijkheid van het slachtoffer om zichzelf als slachtoffer
te profileren om uiteenlopende redenen welke door de dader goed
worden voorzien en dat zijn onder meer de volgende drie. In eerste
instantie zijn er dan geen getuigen omdat de misdaad gebeurt met de
dader(s) en het slachtoffer als enige getuigen; ten tweede wordt een
ongeloofwaardig slachtoffer uitgekozen (een zwak iemand, een
ouderling, een gehandicapte...) ofwel wordt het slachtoffer
ongeloofwaardig (monddood) gemaakt (of er wordt op het slachtoffer
karaktermoord gepleegd); ten derde heeft de dader een al te grote
geloofwaardigheid (bijvoorbeeld omdat hij een vooraanstaand persoon
is zoals een pastoor of iemand die zijn feitelijke misdaad
professioneel bestrijdt, zoals een politieagent).
In het
geval van geboortebeperking gepland door een organisatie zoals de VN
een vertegenwoordiging van zo goed als alle landen ter wereld
is het bijgevolg quasi onmogelijk om deze 'pesterij' als zodanig aan
het licht te brengen. De slavernij blijkt aldus met een werkelijk
onnavolgbaar succes geïnstitutionaliseerd te worden in de wereld van
het derde millennium.
(Jan
Bauwens, 25 november 2017)
22-11-2017
Over de blinde ijver van de geboortebeperkers (deel 3)
Over
de blinde ijver van de geboortebeperkers (deel 3)
De
plannen van sommigen om in de derde wereld de honger te gaan
bestrijden middels sterilisatie en andere geboortebeperkende
middelen, gaan uit van de vooronderstelling dat het beter is om
mensen hetzij tegen hun wil, hetzij op een corrupte manier steriel te
maken (in het tweede geval in casu door aan de hongerlijders
in ruil voor deze vorm van zelfverminking een bonus te beloven) dan
hen kinderen te laten krijgen die bij het ongewijzigd blijven van
de huidige onrechtvaardige wereldpolitiek een grote kans lopen om
te verhongeren.
De
immoraliteit van de geboortebeperkers ligt niet in het feit dat zij
het steriel maken van mensen verkiezen boven het moeten toekijken op
hun verhongerende kinderen want hongersnood is nu eenmaal niet
onvermijdelijk. De immoraliteit bestaat erin dat de geboortebeperkers
zich a priori hebben neergelegd bij de huidige politiek welke
aan arbeiders een billijk loon en een pensioen onthoudt (waardoor zij
uit wanhoop met betrekking tot hun oude dag, kinderen kopen die zij
niet voeden kunnen). Immoreel is dat de geboortebeperkers zich tegen
dit onrecht niet verzetten, dat zij voor dit onrecht onverschillig
blijven en dit de klacht ten spijt van Primo Lévi die de
onverschilligheid ontmaskert als een erger kwaad dan de genocide.
Door
aan mensen de hoop te ontnemen dat zij ooit kinderen zullen kunnen
krijgen, ontneemt men hun de eigen toekomst en de zin van hun leven.
Aan mensen de zin van hun leven te ontnemen, staat gelijk aan moord
omdat de zin de enige drager is van het zijn: in een zinloos bestaan
heeft men zichzelf overleefd.
(J.B.,
22 november 2017)
19-11-2017
Over de blinde ijver van de geboortebeperkers (deel 2): Gesprek tussen dokter Malthitus, Mama Mumba en Papa
Over
de blinde ijver van de geboortebeperkers
(deel 2):
Gesprek
tussen dokter Malthitus (T), Mama Mumba (M) en Papa (P)
T:
Goedenavond, mevrouw, mag ik mij voorstellen? Dokter Malthitus, maar
zeg gerust Thitus. Aangenaam! En met wie heb ik de eer?
M: Dag dokter. Ik ben
mama Mumba, aangenaam. En dit zijn mijn vier kinderen: Anna, onze
oudste dochter, zij is zes jaar en zij helpt al goed in het
huishouden; Karel, vijf jaar oud, Frans, vier en Katrien, twee. We
zijn nu in blijde verwachting van het vijfde. En dat daar is mijn
betovergrootje, wij noemen hem Papa (P)... (Ze wijst naar een
stokoude man die gehurkt neerzit in de schaduw van de hut; hij heeft
geen handen.)
P:
Mmmm!
T:
Hallo, allemaal!
M: Maar... kinderen!
Laat de dokter eens met rust, jullie bevuilen zijn pak! Excuseert u
mij, dokter, ze zijn wild, ze zijn altijd zo als ze een blanke zien;
de paters, weet u wel, brengen soms kadootjes mee, vandaar... Maar
wat kan ik voor u doen, dokter?
T:
Wel, hebt u een klein ogenblikje, dan leg ik u uit wat wij voor ú
kunnen doen.
M: Vertel maar,
dokter, maar neem me niet kwalijk dat ik intussen gewoon doorga met
het stampen van manjok, ik moet nog water halen ook vandaag.
T:
Geen probleem. Wel, ik heb hier een doosje meegebracht...
M: Toch geen
inspuitingen, dokter? Kijk, de kinderen lopen al weg, ze zijn bang
voor injectienaalden...
T:
Neen, geen naalden!
M: Inentingen dan?
T:
Ook niet, wees maar niet bang, het zijn gewoon pillen. Kleine,
onschuldige, blinkende pilletjes!
M: Ja? En tegen welke
ziekten zijn ze werkzaam? En hoeveel kosten ze?
T:
Ze zijn volledig gratis en zelfs meer dan dat: als u ze inneemt, hebt
u ook nog recht op een bonus van 200 dollar!
M: 200 dollar!? Maar
dat bedrag verdienen wij niet in een heel jaar! Maar zegt u eerst
eens waartoe die pillen dienen, dokter, want wij hebben hier helemaal
geen zieken en als dit geen inentingen zijn, wat zijn het dan wel?
T:
Wel, het zijn een soort van preventieve medicamenten!
M: Hemeltje! Maar dan
worden wij bedreigd! En mogen wij ook weten door welke kwaal of
kwalen wij bedreigd worden?
T:
Wel, eerlijk gezegd is het de dood die jullie hier bedreigt.
M: De dood!? Hoezo,
de dood!?
T:
Jammer genoeg wel: jullie worden hier bedreigd door een massale
sterfte, zo moet ik het zeggen als ik rechtuit spreek.
M: Een massale
sterfte? Erger nog dan aids?
T:
Erger nog, ja, het spijt mij. Maar... als u deze pillen neemt, dan
voorkomt u al dat onheil en daarom ook ben ik naar hier gekomen en is
dat geen goed nieuws?
M: Ik moet zeggen dat
dit een beetje klinkt zoals van een leurder, neemt u mij niet kwalijk
dat ik het zo zeg, dokter, het kwam gewoon bij me op... Maar vertelt
u verder!
T:
Wees gerust, ik zei toch dat het allemaal gratis is en dat er
bovendien een bonus aan vasthangt. Wees niet bang, ik ben geen
leurder, ik ben een dokter en ik werk samen met de plaatselijke
authoriteiten. Kijk, dit zijn mijn papieren, mijn portret hangt hier
uit aan het gemeentehuis.
M: Hemeltje! Ik ben
er nog niet van bekomen... massale sterfte... een nieuw virus dan
toch? Een epidemie?
T:
Ja, een epidemie... euh, neen... het is te zeggen...
M: Spreek rechtuit,
dokter, het is een epidemie, nietwaar?
T:
Eerlijk gezegd wel, ja.
M: Een virus dus?
T:
Geen virus...
M: Wat dan wel? Een
bacterie?
T:
Neen, neen...
M: Groter dan een
bacterie dus! Ratten? Zijn het ratten?
T:
Welneen...
M: Nog groter dus dan
ratten? Knaagdieren? Is het een epidemie van knaagdieren? Uw
stilzwijgen maakt ons bang, dokter, spreek dus rechtuit, wij hebben
recht op de waarheid! Welke beesten bedreigen ons? Zeg het!
T:
Wel, eerlijk gezegd, het is een epidemie van...
M: Van wat?
T:
Wel, eigenlijk... van mensen.
M: Wat!? Maar wat
bedoelt u? Is er een inval? Dreigt er oorlog? En wat kunnen pillen
daar dan aan verhelpen? Maar u spreekt onbegrijpelijk taal!
T:
Kijk, in deze doosjes zitten sterilisatiepillen.
M: Wablieft!? Maar u
komt ons toch niet vragen dat wij dit vergif innemen? Maar dan kunnen
wij geen kinderen meer krijgen!? En dan moeten wij verhongeren van
zodra wij niet meer kunnen werken! U weet toch dat wij hier geen
pensioen genieten!?
T:
Als gij kinderen krijgt dan moeten zij verhongeren en uitgerekend dat
willen wij voorkomen, ziet u? Op die manier willen wij hier de
hongersnood bestrijden.
M: Maar hebt ge dat
ooit al gehoord! U komt hier de honger bestrijden door ons van onze
kinderen te beroven!?
T:
U moet het positief bekijken...
M: Uiteraard zullen
onze kinderen niet verhongeren als wij er geen hebben, maar wat voor
logica is me dat!? En wijzelf zullen dan zeker en vast verhongeren!
Ons volk zal uitsterven!
P:
Houw!
M: Wat is er papa?
Luister, papa wil iets zeggen...
P:
Zie je wel, Mama: zei ik het niet? Jullie komen ons uitroeien en dan
kunnen jullie dit land hier bezetten en het verder plunderen!
M: Maar is dat waar!?
En u noemt zich een dokter?!
P:
Ik noem u een handlanger van de westerse potentaten. Of denk u
misschien dat wij jullie nog niet kennen?
(Hij
toont zijn stompjes).
Meer
dan honderd jaar geleden kwamen jullie naar hier om ons te bekeren
tot de ware god en in het spoor van uw paters en nonnen volgden
gouverneurs die ons volk te werk stelden op de rubber- en de
suikerrietplantages. Twintig miljoen mensen telde ons land toen nog
en twintig jaar later waren dat er nog acht miljoen. Twaalf miljoen
landgenoten vonden de dood nadat ze wegens ondermaats presteren in
slavernij het hoofd of de handen werden afgehakt. En nu bent u daar
terug, dit keer niet met geweren en met messen maar met pillen, de
nieuwste wapens van de blanke man. Tweehonderd dollar, zei u? Maar
meneer, bent u niet beschaamd? (*)
Er is heisa
omtrent een priester die zou hebben verzuimd om hulp te bieden
aan een burger in nood, meer specifiek zou hij geen hulp geboden
hebben aan een man die hem zijn zelfmoordplannen (telefonisch) kenbaar
zou hebben gemaakt en ter verdediging beroept de priester zich op het
biechtgeheim.
Gesteld dat
het niet bieden van hulp vanwege een persoon aan wie iemand zijn
zelfmoordplannen heeft kenbaar gemaakt, gelijkstaat aan schuldig
verzuim, dan rijst uiteraard onmiddellijk de vraag naar de schuld van
personen van wie de hulp aan mensen welke aan hen hun wil tot
zelfmoord kenbaar hebben gemaakt, bestaat uit het aanreiken van
zelfmoordmiddelen of het bieden van hulp bij het voltrekken van de
zelfmoord.
In wat
andere bewoordingen: als iemand die niets onderneemt om een ander van
zijn zelfmoordplannen af te brengen, schuldig verzuim pleegt, wat dan
gezegd van mensen die het niet alleen verzuimen om een ander van zijn
zelfmoordplannen af te brengen, maar die hem op de koop toe helpen om
die daad te voltrekken?
Nu is
euthanasie niets anders dan een wat andere benaming voor moord in de
in wezen onmogelijke vorm van 'hulp bij zelfmoord'. Zij wordt
gepleegd door de helpers van de zelfmoordenaar, zij het op diens
verzoek, wat euthanasie maakt tot een vorm van moord op verzoek. De
plegers van euthanasie zijn niet gebonden aan het biechtgeheim daar
zij per definitie geen priester kunnen zijn omdat het katholicisme de
praktijk van de euthanasie laakt; zij zijn leken. In de onderhavige
context plegen deze leken niet alleen schuldig verzuim maar bovendien
maken zij zich schuldig aan moord met voorbedachte rade.
Eveneens
waar medici hulp bieden bij het ombrengen van een ongeboren kind, is
niet alleen sprake van schuldig verzuim wegens meer specifiek het
niet bieden van hulp aan een ongeboren kind dat in levensgevaar
verkeert maar tevens is ook daar sprake van het bieden van hulp bij
moord andermaal met voorbedachte rade. Tenzij men ervan uit gaat
dat ongeboren mensen geen recht op leven hebben en dat zij dat recht
pas ontvangen eenmaal zij niet slechts mens maar ook nog eens burger
zijn. In dat laatste geval wordt het mens-zijn beschouwd als een
subcategorie van het burgerschap in plaats van andersom een
perversiteit die als consequentie heeft dat principieel ook aan
(onder meer) dieren een burgerlijk statuut kan worden toegekend dat
hun het recht verschaft op leven... terwijl ongeboren mensen dat
recht dan maar moeten missen.
Deze twee
vormen van moord euthanasie en abortus werden weliswaar
anders dan met de term 'moord' benoemd en ook kregen zij om
onbegrijpelijke redenen een legaal statuut gekenmerkt door volstrekte
straffeloosheid, maar zij vallen in wezen daadwerkelijk samen met
moord.
Oordeelt de
rechter dat de priester in kwestie schuldig verzuim heeft gepleegd,
betekent deze veroordeling dan niet meteen de veroordeling van alle
medewerkers aan alle gevallen van euthanasie en abortus en dit
met terugwerkende kracht?
(Jan
Bauwens, 16 november 2017)
15-11-2017
Over de hardnekkige blinde ijver van de geboortebeperkers â (deel 1): een interview met Omsk Van Togenbirger
Over
de hardnekkige blinde ijver van de geboortebeperkers
( deel 1): een interview met Omsk Van Togenbirger
OVT
(Omsk Van Togenbirger): Onlangs interpelleerde mij een heer, een
geleerde heer, over het thema van de geboortebeperking zoals u
weet, een onderwerp waarover steeds meer wordt gesproken terwijl men
er niet omheen kan dat al die gesprekken allerminst een verheldering
van de problematiek tot gevolg lijken te hebben en het is zelfs mijn
zeer sterke indruk, al kan ik mij uiteraard ook schromelijk
vergissen, dat wij hier omtrent een ware processie van Echternach
meemaken. Maar wat zeg ik? Het is nog erger dan een
Sint-Willibrordusprocessie want in die ommegang geraakt men
uiteindelijk nog op zijn bestemming, terwijl men in de onderhavige
discussie allerminst kan vorderen aangezien aldaar twee stappen
voorwaarts telkenmale worden gevolgd door drie achterwaarts. Het is
mij een raadsel hoe men er inderdaad niet in slaagt om over dit
onderwerp de voorhanden zijnde feiten zodanig met elkaar te verbinden
dat men met de logica, die ons sinds een paar duizend jaar bij het
denken behulpzaam is, daaruit de juiste conclusies kan trekken. Maar
waar was ik alweer gebleven?
U
had het over een geleerde heer die u interpelleerde...
OVT:
Inzake de zogenaamde
overbevolking, inderdaad: wij moeten dringend aan geboortebeperking
doen, zo stelde hij, niet alleen hier in het westen maar ook en
vooral in de rest van de wereld, in de derde wereld, zo zei hij...
En
u bent het met hem niet eens?
OVT:
Alvast heb ik hem onmiddellijk
gevraagd of hij de nieuwsberichten een beetje volgt, want bij mijn
beste weten heeft men het nu welhaast dagelijks over de Europese nood
aan immigranten: als wij niet dringend en massaal mensen naar hier
halen, dan kunnen we morgen onze pensioenen niet meer betalen en
zitten we binnen de kortste keren met een enorm tekort aan
werkkrachten en dan vooral met een tekort aan hoog opgeleide mensen.
U weet toch ook dat het gemiddeld aantal kinderen per gezin geslonken
is tot een bijzonder bedroevend cijfer, ik geloof dat er in bepaalde
regio's geen twee meer zijn, met een ongeziene vergrijzing en een
haast niet te dragen massa aan zorgbehoevenden tot gevolg. Maar
misschien heb ik dat gedroomd, verbetert u mij alstublieft indien ik
dingen zou vertellen die niet met de waarheid stroken: is hier
momenteel geen tekort aan mensen in plaats van een teveel?
Er
wordt inderdaad geregeld bericht dat er een tekort dreigt ofschoon er
werkloosheid is, maar men heeft het dan wel vooral over hoog
opgeleide werknemers en uiteraard niet over zorgbehoevenden.
OVT:
Jaja, dat dacht ik al en sta mij
toe dat ik uw welkome opmerking in stapjes beantwoord, te beginnen
met de werkloosheid.
Ga
uw gang!
OVT:
Men heeft nood aan sterke, jonge mensen, aan vaklui die ons werk
willen komen doen en niet aan zorgbehoevenden: economische
vluchtelingen, kinderen, mensen die om asiel vragen zoals
oorlogsvluchtelingen of personen die in hun land van herkomst
mishandeld worden terwijl zij helemaal geen criminelen zijn, kunnen
wij hier missen als de pest zo klinkt het steeds vaker in de
politieke middens en dan vooral in rechtse kringen en onder de meer
gegoeden.
Wat
begrijpelijk is.
OVT:
Begrijpelijk weliswaar maar daarom nog niet goed te praten omdat
er, zoals u zeker weten zult, ook afspraken gemaakt zijn binnen de VN
omtrent de rechten van de mens. En echt ergerlijk wordt het waar
sommigen geloven te kunnen argumenteren dat het beter is om de
armlastigen te weren in deze contekst dan door hen van voldoende
voorbehoedsmiddelen te voorzien en door de invloed van religies die
het gebruik ervan verbieden, te beperken.
Maar
u kunt toch niet loochenen dat het verbod op voorbehoedsmiddelen geen
goede zaak kan zijn?
OVT:
Maar zegt u mij eerst eens, mijn
waarde heer: waar vandaan die irrationele en kennelijk onstuitbare
drang of zelfs dwang van sommigen om nu ineens de geboortes te gaan
beperken?
Overbevolking!
OVT:
Niet te geloven!
Malthus!
OVT:
Maar dat kunt u niet menen! Dit gaat werkelijk alle verbeelding
te boven!
Wat
bedoelt u? Is het dan niet zo dat er dagelijks twintig- tot
dertigduizend kinderen sterven ingevolge ondervoeding?
OVT:
Jazeker! Maar wat heeft het bevolkingsaantal daarmee te maken?!
Maken
wij dan niet de zogenaamde Malthusiaanse catastrofe mee? De toestand
waarbij er voedseltekort is doordat de bevolking exponentieel
aangroeit terwijl de voedselproductie haar niet kan bijbenen omdat
zij lineair en dus lang niet zo sterk toeneemt?
OVT:
Dat is inderdaad wat Malthus vreesde, maar een vrees is lang nog
geen wetenschap en de geschiedenis heeft Malthus overigens in het
ongelijk gesteld.
Maar
is dat zo?
OVT:
Malthus vreesde het zich voltrekken van de naar hem genoemde
catastrofe nog tijdens zijn leven en hij leefde van 1766 tot 1834 en
dus ten tijde van de industriële revolutie die omstreeks 1750 een
aanvang nam. Malthus voorzag echter niet dat intussentijd door de
massaproductie niet alleen het aantal Europeanen bijna verdubbelde:
ook hun levensmiddelen verveelvoudigden zich. Het gevolg was dat de
door hem en door zijn volgelingen gevreesde catastrofe uitbleef.
Malthus had zich vergist, hij had helemaal geen rekening gehouden met
de onvoorspelbaarheid van de geschiedenis. En deze fout begaan de
Malthusianisten vandaag nog steeds: zij blijven vrezen dat ook
vandaag nog een Malthusiaanse ramp zich dreigt te voltrekken. Dit
terwijl even goed het tegendeel zou kunnen gebeuren, zoals trouwens
meermaals werd opgemerkt door de geleerde heer die mij over het
onderwerp interpelleerde en die medicus is en als geen ander kennis
heeft van de gevaren van antibiotische stoffen en allerlei
bestrijdingsmiddelen, welke immers resistentie uitlokken, met als
gevolg de dreiging van een rampzalige terúgloop van de
wereldbevolking! U hebt toch ook al gehoord over superbacteries en
ziekenhuisbacteries?
Mja...
Een
terugloop, inderdaad, en die kan ook nog in gang worden gezet door
vele andere zaken zoals een nucleaire catastrofe, een kernoorlog, een
natuurramp of een epidemie. Hoe dan ook is er momenteel geen sprake
van dat de wereld overbevolkt zou zijn en de trieste cijfers over de
hongerdoden hebben helemaal geen uitstaans met een vermeend
voedseltekort en nog veel minder met een vermeend teveel aan mensen
op deze aardbol.
Hoezo?!
Honger heeft toch te maken met voedseltekort!?
OVT:
Honger heeft te maken met voedsel maar niet met voedselproductie. Er
wordt genoeg voedsel geproduceerd om iedereen twee keer te voeden en
die productiecapaciteit kan reeds vandaag met een factor tien worden
opgedreven. Met de productie van voedsel is er helemaal niets mis,
het is de voedseldistributie welke mank loopt! De verdeling van
voedsel wordt gestoord door oorlog en dan in het bijzonder door
economische oorlog. U weet dat de honger is voor de machthebbers wat
het aambeeld en de hamer zijn voor de smid: de honger is het werktuig
bij uitstek van de potentaat. De honger helpt de rijken hun
machtspositie te behouden omdat alleen door de instandhouding van de
honger, het afschrikmiddel van de hongerloners werkzaam is en zo
blijft de slavernij bestaan. We mogen hier meteen het onderwerp van
de werkloosheid bij te pas brengen omdat het werkloosheidscijfer door
de werkgevers kunstmatig hoog gehouden wordt en dit met geen andere
bedoeling dan om op die manier de marktwaarde van de werkbehoevenden
minimaal te houden, zoals reeds Karl Marx heeft opgemerkt in het
eerste hoofdstuk van Das Kapital.
Maar
zegt u dat nu eens in eenvoudige bewoordingen!
Zolang
er meer werkzoekenden zijn dan jobs, zijn het niet de werkzoekenden
maar wel de jobs die begeerd worden. De paradox waar onze jonge
werkkrachten heden tegenaan kijken is deze, dat het bijna zo is, dat
jobs onbetaalbaar zijn geworden.
Maar
dat klinkt wel heel vreemd!
OVT:
Een bijzonder vreemde paradox, zoals u ziet, die onbetaalbare jobs,
want jobs horen werktuigen te zijn om geld mee te verdienen. In feite
delen zij steeds meer met andere werktuigen de eigenschap dat men ze
eerst moet kunnen aanschaffen vooraleer men er munt kan uit slaan.
Mensen die helemaal niets bezitten, moeten dus eerst geld gaan lenen
om een job te kunnen bekostigen vooraleer ze ook effectief aan de
slag kunnen en kunnen beginnen met het terugverdienen van het
geleende geld én de interesten op die lening.
U
bedoelt dat de jobs te duur zijn voor de armen?
Ja,
jobs zijn dure dingen en om die reden kunnen de armlastigen ze niet
bekostigen: de studies, om te beginnen, de nodige sociale relaties,
de machtsposities, het kost allemaal handenvol geld. En we hebben het
nog niet gehad over die jobs waar men zich in feite moet in kopen, de
prestigejobs en de sleutelposities in het machtsspel... Neen, de
zaken zo voorstellen alsof een job nog steeds een werk is dat gedaan
moet worden en dat dan gecompenseerd wordt met een loon, is vals
spelen want dat is uit de tijd: vandaag zijn de zaken een beetje
complexer geworden...
U
beweert dus dat er van overbevolking geen sprake is...
OVT:
Sprake wel, er wordt over
gesproken maar er wordt ook gesproken over het omgekeerde: een
terugloop van de bevolking. Maar dat gebeurt helemaal niet omdat er
een probleem zou zijn met de bevolkingsdichtheid, het gebeurt slechts
omdat men vréést dat de bevolkingsdichtheid wel eens problematisch
zou kunnen worden en dat in eender welke zin. En omdat men niet weet
in wélke zin zich problemen zouden kunnen voordoen, kan men er ook
niet op anticiperen. Enfin, het heeft geen enkele zin om er over te
praten!
Maar
wat is dan het probleem?
OVT:
Het probleem, mijn beste, is
zoals ik reeds zei de eigenaardige toestand welke gekenmerkt wordt
door het feit dat steeds meer mensen geloven dat men dringend aan
geboortebeperking moet gaan doen terwijl daarvoor geen enkele goede
reden bestaat! En zeg nu zelf: is dát geen gigantisch probleem? Waar
men ook gaat of staat, loopt men mensen tegen het lijf die spandoeken
dragen waarop zij het vrij gebruik van voorbehoedsmiddelen propageren
en waarop het spookbeeld van de overbevolking in de verf wordt gezet!
Mensen die gesprekken aangaan met anderen over het thema van de
overbevolking alsof dit een onbetwistbaar feit was! Kunt u zich iets
ergerlijkers voor de geest halen dan dat? Want wat is ergerlijker dan
iemand die u aanspreekt over de nood om dringend naar oplossingen te
gaan zoeken voor een probleem dat niet eens bestaat? "Mijnheer,
mevrouw, morgen betogen wij tegen de overbevolking, mogen wij rekenen
op uw aanwezigheid?" Ze houden u staande midden op straat:
"Mijnheer, u wordt vriendelijk uitgenodigd morgenavond om acht
uur in de grote aula waar de vooraanstaande professor Stephanos in
debat zal gaan met andere prominente filosofen over mogelijke
oplossingen aangaande het prangende probleem van de overbevolking!"
U antwoordt: "Mijn waarde heer, ik dank u voor de uitnodiging,
maar het moet dringend worden gezegd dat er verduiveld helemaal geen
sprake is van overbevolking!" Onmiddellijk moet men dan de
bijzonder ergerlijke repliek aanhoren: "Bent u dan nog niet op
de hoogte, waarde heer? Dan moet u zeker en vast komen: elke dag
immers sterven dertigduizend kinderen door ondervoeding, wist u dat
dan nog niet?" En antwoordt u dan: "Excuseert u mij, maar
het hongerprobleem heeft helemaal niets te maken met een te geringe
voedselproductie, het is een zaak van voedseldistributie, een gevolg
van economische oorlog: de honger is een wapen in de handen van de
potentaat waarmee hij zich van zijn machtspositie verzekert",
dan weerklinkt prompt het antwoord: "Honger is een feit en
willen wij de honger uit de wereld helpen, dan moeten wij op staande
voet werk gaan maken van geboorteregeling".
De
geleerde heer die mij onlangs in dit verband interpelleerde, gaf mij
ten antwoord dat het hoe dan ook raadzaam is om de bevolking in te
perken en wel hierom, en ik citeer: "Hoe minder mensen er zijn,
hoe minder slachtoffers van ondervoeding!" En ziet u welk
verkapt criterium hier gehanteerd wordt?
De
ideale toestand is deze waarin zo weinig mogelijk mensen moeten
lijden?
Inderdaad:
als er tien mensen zijn, dan kunnen er tien buikpijn krijgen; zijn er
maar vijf, dan wordt het lijden gehalveerd en het ideaal laat zich
algauw raden: waar helemaal géén leven is, is er ook geen lijden!
En was het niet dat wat gepropageerd werd in het Derde Rijk destijds?
De rotte appels moeten uit de mand want ze maken de hele mand ziek en
dus vergassen wij wie ons inziens niet deugen! Geen geneeskunde, geen
opvoeding met hoogopgeleide artsen en leraren om mensen gezond en
wijs te maken: wég met al die inspanningen want beulen volstaan om
de zwakken te elimineren! Inderdaad, de natuur kent alleen het recht
van de sterkste en wat is er mis mee als wij de natuur een handje
helpen? Men noemt deze barbarij vandaag de exclusieve
samenleving zij staat tegenover de inclusieve samenleving of de
verzorgingsstaat. "Moeten wij dan onze jonge en gezonde krachten
laten sneuvelen aan het front om de oude en zieke thuisblijvers in
leven te houden?" het zijn de woorden van massamoordenaar
Adolf Hitler in zijn waanzinnige toespraken en hij genoot heel wat
bijval. Op grote affiches van het propagandaministerie stond een
zieke in rolstoel afgebeeld, geflankeerd door een medicus, met
daarbij de tekst: "50.000 Rijksmark kost deze zieke jaarlijks
aan de staat en dit is úw geld, volksgenoten!" Met dit
zogenaamde euthanasieprogramma hebben de nazi's geschiedenis
geschreven: in luttele jaren tijd werden zes miljoen volksgenoten op
gruwelijke wijze omgebracht. In camions waarop de misleidende tekst
'Kaisers Kaffee' werden ze naar hun plaats van executie gebracht,
eigenhandig dolven zij hun graf. En bij de bevrijding werden de
lijken nog rap uit de massagraven opgedolven om in ovens verbrand te
worden en zo nog alle sporen uit te kunnen wissen.
Ik
stel voor dat wij het hierbij laten...
OVT:
Zoals u verkiest. Maar onthoudt
dan dit: het zijn niet de mensen die moeten uitgeroeid worden, het is
de oorlog!
Wordt er veel onzin
verteld over de zaken die wij kunnen zien en horen en over welke wij
iets kunnen weten en vernemen, dan wordt er nog veel meer onzin
verteld over de zintuiglijk onwaarneembare en de verstandelijk niet
benaderbare dingen met dan helemaal vooraan in het lijstje het
item van de dood die omstreeks dit jaargetij in de gedachten komt van
al wie in staat zijn zich enigerlei vormen en gestalten, incluis
gestalten van gedachten, te verbeelden.
Normaliter wordt de dood
van oudsher vergeleken met de slaap de dood zou namelijk een
exponent zijn van de slaap en als Shakespeare het bij het rechte eind
heeft waar hij zegt dat de slaap het tweede, ja, het hoofdgerecht
des levens dis is, dan
zou in dit licht de dood warempel het summum van het leven wezen: de
eeuwige slaap, de altijd durende rust, requiem aeternam.
Edoch, het zou wel eens
best kunnen dat deze opvatting, doorheen de eeuwen uitgegroeid tot
een gigantische idée fixe, er helemaal maar dan ook helemaal naast
is en tal van feiten wijzen bovendien ook in die richting. Dat wij er
niettemin blind voor blijven, mag zonder meer worden toegeschreven
aan het feit dat deze feiten, zoals alle ware en levende dingen,
incluis de ware gedachten, te kampen hebben met een of andere vorm
van de wet der traagheid, in casu de wet der gewoonte of
kortweg de gewenning: wij zijn zo gewoon geworden aan zekere leugens
dat wij de waarheid a priori als onrealistisch van de hand
wijzen.
Herinneren wij er om te
beginnen aan dat geleerden erachter gekomen zijn dat gedurende de
slaap onze hersenen veel sterker doorbloed worden dan in de
waaktoestand. Op zich zegt zulks weliswaar niet veel over het
bewustzijn als zodanig maar misschien zegt het ons wel iets over het
leven zelf, in die zin dat het ons ervoor waarschuwt om een toestand
van bewusteloosheid zomaar te identificeren met een toestand van
'minder levend' zijn. Het is ons overigens bekend en niemand zal
dat kunnen tegenspreken dat een optimaal functionerend organisme,
extatisch is wat wil zeggen: 'buiten zichzelf staand' en dat
het met andere woorden zichzelf helemaal niet of niet meer gewaar
wordt wat zeker niet gezegd kan worden van wie aan een of andere
ziekte lijden. Een orgaan dat zich laat voelen, is ziek
aldus een vaststaand feit zoals neergeschreven in de boeken van de
medische wetenschappen: deze waarheid betekent simpelweg dat optimaal
functionerende organen helemaal niet in ons bewustzijn verschijnen
en dat hóeven ze ook niet te doen wat met zich meebrengt dat wij
met betrekking tot onze gezonde organen in de waan verkeren dat wij
ze helemaal niet hebben. In dit onontwijkbare perspectief lijken,
enerzijds, optimaal leven en, anderzijds, bewustzijn elkaar zelfs
helemaal uit te sluiten. Ik word me pas bewust van het krijt
waarmee ik schrijf, op het ogenblik dat het breekt, zo schrijft
de grote Duitse wijsgeer Martin Heidegger en de onlangs overleden
artiest en ziener, Leonard Cohen, dicht het hem na: There is a
crack in everything that's how the light gets in.
Het leven waarin wij zo
spontaan bewegen, lijkt de normale gang van zaken terwijl het in
werkelijkheid een uitzonderingstoestand is en in de hoogdagen van de
natuurkunde en de biologie hebben zowaar tonnen inkt gevloeid om die
grote waarheid te illustreren. Tegelijk zijn wij dermate aan ons
bestaan gewend geraakt dat wij, geheel in ondankbaarheid verkrampt,
niet meer beseffen hoeveel geluk wij hebben om gedurende enkele
omwentelingen van de aarde om de zon, hier als levende schepselen te
mogen vertoeven.
Grote natuurkundigen en
filosofen hebben in geuren en kleuren uitgelegd hoe donker en hoe
onbetreedbaar de ganse kosmos is; zelfs miljarden lichtjaren ver is
geen levende ziel te bespeuren op deze kleine aarde na. Bevriezen
doet men terstond als men zich amper één enkele seconde lang
onbeschermd uit de dampkring van de aarde begeeft dat
flinterdunne vliesje dat omheen de aarde spant en uiteenspatten
doet men dan, men verbrijzelt onmiddellijk tot minder nog dan niets.
Hetzelfde geldt met
betrekking tot ons levende lichaam: onze gezondheid is een bijzonder
broos evenwicht de zogenaamde homeostase waaruit bij de
geringste schommeling zonder pardon en eens en voorgoed alle leven
wijkt.
Het leven is de
uitzondering, de dood is de regel. Maar leven en bewustzijn gaan niet
zomaar samen; het bovenstaande in acht genomen, lijken zij elkaar
zelfs uit te sluiten: het bewustzijn ontstaat namelijk waar pijn is
en pijn zegt dat er iets schort, ongemak is een signaal voor ziekte.
Zolang alles perst en klopt en schuimt zoals het hoort, kunnen wij op
twee oren slapen; pas van zodra iets fout loopt, worden wij 'het'
gewaar: het komt in ons bewustzijn en tegelijk is het daar dan
het bewustzijn zelf en zijn wij ons ineens bewust; wij
zijn bewust. Voordien wisten wij als het ware niet dat wij er
waren, het was alsof wij sliepen, alsof wij er helemaal níet waren.
Edoch, het was niet
alsof wij dood waren, aangezien het er de schijn van heeft dat leven
en bewustzijn elkaars complimenten zijn: een organisme in optimale
conditie, voelt zichzelf niet; pas een ziek lichaam, voelt dat het er
is, is zich bewust, doet het bewustzijn geboren worden:
"There is a
crack A crack in everything That's how the light gets in"
En als het zo is dat pas
het ongemak en de ziekte in ons bewustzijn verschijnen of, anders
gezegd, dat pas mét of via de ziekte het bewustzijn ín ons komt,
alsof ons bestaan pas dán een aanvang nam wat moeten wij in
diezelfde lijn dan besluiten met betrekking tot de dood welke
tenslotte het toppunt van het ziek-zijn is? Hebben wij er hoger
immers niet op gewezen dat de vergelijking van de dood met de slaap
op zijn zachtste gezegd misplaats is en dat het ongerepte leven en
het bewustzijn wel elkaars rivalen lijken? Mogen wij dan met
betrekking tot het vormen van enigerlei voorstelling van de dood, hem
nog langer vergelijken met de slaap? Het ziet er daarentegen veeleer
naar uit dat het stilaan de hoogste tijd wordt om die idée fixe te
laten varen en om eens te gaan denken aan het tegendeel, zoals
overigens reeds door meerdere zieners uitgesproken, onder wie de
grote Nederlandse psychiater en schrijver Frederik van Eeden die naar
aanleiding van de dood van zijn kind een boek schreef dat luistert
naar de titel Paul's ontwaken. De
dood kan gewis geen exponent zijn van de slaap, veeleer lijkt het
erop dat hij een exponent is van het leven, een ontwaken binnen het
ontwaken, een wakker worden in een wereld die nog echter is dan deze
waarin wij ons steeds zo wakker hebben gewaand.
(Jan Bauwens,
30 oktober 2017)
18-10-2017
Arbeidsethiek en de schuld van de zwaksten
Arbeidsethiek
en de schuld van de zwaksten
In functie van het
bepalen van de pensioenleeftijd, staat het dezer dagen opnieuw ter
discussie welke dan de zogenaamd zware beroepen zijn en daarbij komt
naast de fysieke belasting ook de psychische belasting of de stress
ter sprake: niet alleen bouwvakkers verslijten rapper aldus onze
BV's in de media maar bijvoorbeeld ook politiemensen,
verpleegkundigen en leraren.
Er moet nu echter op
gewezen worden dat in het hele verhaal telkenmale een welbepaalde
categorie wordt vergeten, ofschoon deze groep almaar aangroeit en
getuige de zelfmoordcijfers nog veel meer dan alle andere groepen
te lijden heeft onder stress en uitputting: de groep van de
werkzoekenden.
Om te beginnen wordt aan
werklozen de schuld gegeven voor het feit dat zij zonder werk zijn,
terwijl de werkvoorziening niet hun verantwoordelijkheid is maar die
van de regering. Een vakman moet weliswaar zijn vak kennen, maar het
is niet zijn vak om er voor te zorgen dat hij zijn beroep kan
uitoefenen: dat is de taak van de minister van werkgelegenheid en
zijn instrument daartoe is de RVA of, voluit, de Rijksdienst Voor
Arbeidsvoorziening zoals de naam zelf het zegt: een dienst van de
staat welke er moet voor zorgen dat er werk is voor iedereen.
Nochtans wordt niet de
RVA doch de werkloze ervoor gestraft als hij geen job krijgt en wel
op meer dan één manier. Vooreerst wordt hem verhinderd om het vak
dat hij geleerd heeft, uit te oefenen. Vervolgens wordt hij
financiëel gestraft met een geringe uitkering, met alle gevolgen
vandien met betrekking tot zijn bestaansmogelijkheden en deze van
zijn familie. Ten derde kan hij geschrapt worden als werkzoekende en
doorverwezen worden naar de bijstand. Ten vierde wordt hij helemaal
niet vernoemd in de lijst van de zware beroepen en kan hij dus niet
vervroegd met pensioen. Dit terwijl hij wel minder lang leeft
zowat tien jaren! ingevolge de hoge stress en de tekorten vanwege
de navenante armoede.
Last but not least
worden door de band deze feiten op de koop toe helemaal niet ernstig
genomen en zijn ze ook heel vaak onderwerp van spot. En de reden
hiervan moet gezocht worden in het miskleum van onze arbeidsethiek
zelf: werken wordt nog steeds gezien als een 'straf' welke
gecompenseerd moet worden met een loon. Dit terwijl in een gezonde
arbeidsethiek mensen ernaar verlangen om in hun job het beste van
zichzelf te geven, met of zonder loon. En voor een werk dat men heel
graag doet, is men indien mogelijk zelfs bereid om te betalen.
(J.B., 18 oktober
2017)
08-10-2017
Catalonië en de 'tekenen des tijds'
Catalonië en de 'tekenen des tijds'
In
de continentendrift van tientallen miljoenen jaren geleden verschoven
Zuidelijke aardkorsten noordwaarts, ze botsten tegen het
Euraziatische vasteland aan en vormden zo een serie bergketens de
Alpiene gordel. Eén van die korsten was het huidige Iberië (niet te
verwarren met het gelijknamige middeleeuwse koninkrijk in de
Kaukasus), dat zich aldus nog gauw bij Europa voegde een smak die
het ontstaan gaf aan de Pyreneeën. Het huidige Iberisch schiereiland
bevat Spanje en Portugal plus dwergstaat en belastingparadijs
Andorra, een klein stukje van Zuid-Frankrijk en het sinds 1704 Britse
Gibraltar, aan de zuilen van Herakles de Fenicische Melqart
waar de held de melk van Hera morste die hem goddelijk had moeten
maken en die de Melkweg vormde.
De
oudste beschaving aldaar zou de Minoïsche geweest zijn die in de
nieuwe steentijd en de bronstijd zowat dertien duizend jaar terug in
Kreta aanving de Minoïers stichtten in het huidige Andalusië de
stad Tartessos vanwaar men een uitzicht moet gehad hebben op het
verzonken Atlantis waarover Plato in zijn Timaeus en in zijn
Critias schrijft dat het groter was dan Libië en Azië samen.
De Carthagers vielen Iberië binnen en noemden het Hispania; na hun
plundertocht door Rome onder Alarik I in 410 kwamen de Visigoten
binnenvallen en in de achtste eeuw namen de Moren hun plaats in. Pas
in 1492 heroverden de Christenen Spanje de Inquisitie was toen
begonnen, het Andalusische Sevilla zou het decor vormen van
Dostojevski's latere monoloog over de grootinquisiteur in zijn De
gebroeders Karamazov. Vanaf die tijd werden Spanje en Portugal
grote koloniale mogendheden maar ze geraakten slaags in een reeks
oorlogen met de Ottomanen, de Italianen, de Nederlanders, de
Engelsen, in de negentiende eeuw met Napoleon en in 1898 tenslotte
met de V.S. die hun kolonies afpakte: Cuba, de Filipijnen, Puerto
Rico en Guam momenteel in het nieuws wegens bedreigingen vanwege
Noord-Korea. In 1931 dwong men koning Alfons XIII af te treden en
werd Spanje een republiek. Na de bloedige burgeroorlog van 1936-1939
kwam de verschrikkelijke dictatuur van generaal Franco en na diens
dood in 1975 werd met Juan Carlos de monarchie hersteld (sinds 2014
koning Filipe); in 1978 werd het land gedemocratiseerd en bij die
gelegenheid verdeeld in zeventien autonome regio's waarvan Catalonië
er eentje is, gelegen in het Noord-Oosten van Spanje, bezuiden de
Pyreneeën en aan de Middellandse Zee.
Naar
Europese normen is Spanje met 50 miljoen inwoners en 85 inwoners per
vierkante kilometer eerder dunbevolkt: behalve de centraal gelegen
regio Madrid met zijn zes miljoen Madrilenen de zevende grootste
Europese metropool en dus groter dan Parijs of Rome zijn alleen
de kuststreken dichter bevolkt met aan de top de regio Catalonië met
Barcelona als tweede grootste metropool van het land er zijn vijf
en een kwart miljoen Barcelonezen. De overige autonome regio's (niet
te verwarren met de 52 provincies) zijn Andalusië, Aragón, Murcia,
Cantabrië, Navarra, La Rioja, Extremadura, Baskenland (of: Euskadi),
Valencia, Castilië-La Mancha, Castilië en Leon, Galicië, Asturië,
de Balearen en de Canarische eilanden. Er zijn tevens twee autonome
steden: Ceuta en Melilla.
De
wens tot onafhankelijkheid bij een deel van de Catalanen en de
hardhandige aanpak van hun volksraadpleging door de Spaanse regering,
worden door buitenstaanders kennelijk vaak onbewust doch geheel
onterecht vergelijkbaar geacht met de vrijheidsstrijd van
bijvoorbeeld de Basken. Onterecht: de Basken vormen een volk apart,
wonen gedeeltelijk in Frankrijk en hebben een taal die geen enkel
verband heeft met het Spaans terwijl de Catalanen met hun door Spanje
erkende landstaal, in wezen Spanjaarden zijn en dan ook nog rijke
Spanjaarden, met in hoofdzaak wellicht economische motieven voor hun
onafhankelijkheidsstreven. Zoals ook elders in Europa het geval is
met de jongste algemene verrechtsing, gaat het gebeurlijk vooral om
een slinkende bereidheid bij rijkere bevolkingsgroepen om nog langer
enige solidariteit te betonen met de minder gegoede regio's. Het
onafhankelijkheidsstreven van sommige Catalanen heeft met andere
woorden motieven die bezwaarlijk op veel sympathie kunnen rekenen
de meest welstellenden hebben hun (wellicht zeer tijdelijke) aanhang
dan alleen maar te danken aan een tekort aan kennis ter zake en dan
vooral aan een onwetendheid bij sommige buitenlanders. Maar aan
desinformatie dezer dagen geen tekort en vandaar wellicht de
vooralsnog hardnekkig aanhoudende opschudding. Het misverstand is des
te schrijnender daar het huidige Spanje in wezen een bijzonder
gastvrij land is: terwijl andere Europese landen alom muren bouwen om
zich te onttrekken aan de humane plicht om asiel te verschaffen aan
oorlogsvluchtelingen, vinden bijna 40 percent van alle Europese
immigranten uit Zuid-Amerika, Afrika en het Oostblok een verblijf in
Spanje.
Maar
kijk, de feiten zelf van vandaag 8 oktober 2017 laten er geen twijfel
over bestaan: kennelijk veel meer Catalanen komen in Barcelona op
straat tégen onafhankelijkheid en meteen ziet de rest van Europa een
gelijkenis met wat er in het eigen land gaande is. Vluchtelingen
kosten volgens nieuw rechts teveel geld, de solidariteit is zoek, de
eigen volk eerst-slogan weerklinkt alom en de Catalanen die
zich willen afscheuren, worden nu eindelijk niet langer gezien als
een verdrukt volk dat naar onafhankelijkheid streeft: het komt aan
het licht dat hun zusterpartijen in het buitenland luisteren naar
namen zoals Vlaams Blok (Be), PVV van Wilders (Nl), Liga Nord (It),
de partij van Le Pen (Fr) en noem ze maar op, de groeperingen van wie
verdelen maar niet willen delen.
(J.B.,
8 oktober 2017)
Addendum: D.d. 23 oktober meldt de media dat nu ook in Italië de rijke noordelijke regio (met de Liga Nord) voor meer onafhankelijkheid heeft gestemd (en de rij zal beslist nog aangevuld worden, de verbrokkeling is begonnen...):
Omsk Van Togenbirger over het rechts extremisme en het moslimfundamentalisme (delen 1-4)
Omsk
Van Togenbirger over het rechts extremisme en het
moslimfundamentalisme (delen 1-4)
1.
Omsk
Van Togenbirger (OVT), het lijkt er op dat zich een algemene vrees
verspreidt voor een mogelijke teleurgang van onze westerse cultuur,
hetzij onder de invloed van verregaande verrechtsing welke doet
denken aan het Derde Rijk, hetzij door het moslimfundamentalisme. Is
deze vrees terecht? Is onze cultuur in gevaar?
OVT:Mijn
beste, wat een eigenaardige vragen stelt u daar! Maar u bent beslist
niet de enige, ik heb dergelijke zaken nog gehoord en vaak zelfs, en
ik begrijp maar niet hoe men dit zo zeggen kan! Hebt u thuis een
tuintje? Ja? Een groentetuintje, zegt u? En wat cultiveert u in dat
tuintje, als ik dat vragen mag? Een groentetuin komt immers niet
vanzelf tot stand, men moet hem cultiveren, zo is dat toch? U teelt
tomaten, zegt u? En hoe gaat dat dan, het cultiveren van tomaten? De
natuur zorgt ervoor dat ze groeien, maar toch moet men ze cultiveren,
is het niet? Eerst zijn dat zaadjes, of vergis ik me? Ja, zegt u,
zaadjes, en men moet die in goede aarde zaaien, met vetstoffen,
genoeg water en zo. En dan worden het plantjes? Inderdaad, zegt u: de
zaadjes ontkiemen en worden plantjes, tomatenplantjes. En op die
plantjes, die planten worden, komen bloemen, nietwaar? Ja, zegt u, en
men moet de planten van de overtollige bloesems ontdoen en men moet
ook alles warm houden. En die bloesems worden bevrucht en dan pas
ziet men kleine groene bolletjes ontstaan op die bloemetjes, is het
niet? En dat worden dan uiteindelijk tomaten? Inderdaad, zegt u. En
als ze de plaag niet krijgen, kunnen we er lustig van eten: een
tomaatje uit het vuistjes in de serre met wat peper en wat zout...
heerlijk! En begrijpt u nu waarom ik dit vertel, mijn beste? Ik
vermoed het wel, nietwaar: de cultuur van in dit geval tomaten is een
heel proces, een natuurlijk proces, maar ook een hele onderneming!
Het start met bijna niets, wat zaadjes, er komen kleine plantjes te
voorschijn, ze groeien, krijgen bloesems en met de gepaste dagelijkse
zorg worden dat uiteindelijk tomaten. Ze hebben hun tijd en rotten
dan weg. Maar u ziet het zelf: een cultuur is een proces, een teelt
is een hele onderneming, wat men cultiveert is in voortdurende
verandering, er is een opgang en een ondergang, niets blijft wat het
is, alles vergaat, eerst verschijnt het, dan verdwijnt het weer.
Tomaten, zegt u, maar het zijn eerst zaadjes, dan plantjes, bloesems,
knobbeltjes, tomaten... en als die niet worden geoogst, rotten ze
weer weg, ze geven zaadjes die geoogst worden voor weer een volgende
cyclus. Natuur en cultuur: het laatste probeert het eerste in banen
te leiden, cultiveert het. De tomaat als zodanig is slechts één
fase, één kortstondige fase, de fase die ons, mensen, interesseert
uiteraard, en daarom cultiveren we de plant in functie van die fase,
maar het is slechts één fase in die onophoudelijke verandering!
Cultuur is nu eenmaal in verandering, in voortdurende verandering. En
was er stilstand, dan was er van cultuur geen sprake! De natuur is
onderhevig aan voortdurende verandering maar ook de cultuur verandert
omdat ze onlosmakelijk verbonden is met de natuur. Er zijn zelfs
filosofen die stellen dat ook onze cultuurproducten moeten gerekend
worden tot de natuur: als zij bijvoorbeeld met een satellietbeeld
vanuit de ruimte de verlichte steden op aarde zien, dan noemen zij
dit prompt een natuurverschijnsel! En nu vertelt u mij dat er
gevreesd wordt voor een teleurgang van de westerse cultuur? Maar u
bedoelt wellicht dat er gevreesd wordt voor verandering, nietwaar?
Wel, laat ik het nogmaals herhalen: cultuur isverandering
omdat cultuur te maken heeft met natuur en de natuur leeft! Stagnatie
zou niets minder betekenen dan het verdwijnen van de cultuur! En dat
geldt heus niet alleen voor het cultiveren van tomaten: ook onze
muziek, de literatuur en de andere kunsten, de wetenschappen en de
techniek evolueren tot in de eeuwen der eeuwen, amen.
Maar
ik bedoel dat men vreest voor een verandering ten kwade: onze
westerse cultuur heeft ontegenzeggelijk bepaalde verworvenheden,
waarden, dingen die ons na aan het hart liggen en die we niet graag
opgeven, zoals onze vrijheid! Een verrechtsing of een radicale islam
zou ons die waarden ontnemen en daar vrezen wij voor, heel terecht,
geloof ik, en bent u het daar dan niet mee eens? Gelooft u dan niet
dat wij voor onze vrijheid moeten blijven vechten of dat we hem
anders dreigen te verliezen?
OVT:
Hemeltje,
hemeltje! Maar wat zegt u toch allemaal? Vrijheid! Westerse vrijheid!
U neemt zo te horen blindelings aan dat het westen synoniem is voor
vrijheid? Niet te geloven! Hebt u er dan nooit bij stilgestaan dat
het westen sinds oudsher alom het werkkamp van de wereld wordt
genoemd? Weet u dan niet dat hier ter plekke twee wereldoorlogen
werden uitgevochten met vele miljoenen slachtoffers zodat elke
familie foto's van gesneuvelden op de kast heeft staan? En hebt u dan
echt nooit gehoord over massamanipulatie en over het laboratorium van
de wereld waarin uitgerekend wij hier in het westen als proefkonijnen
figureren? Want wat verstaat u dan onder de westerse vrijheid? De
dagelijkse fabrieksarbeid met zijn drie weken jaarlijks verlof, het
weekend niet te vergeten en het pensioen op zevenenzestig? Is men
hier dan niet onderworpen aan levenslange dwangarbeid? Om vier uur
opstaan, om tien, elf uur het bed weer in en dat een leven lang voor
de bekostiging van een huis, en dan mag het nog geen groot huis zijn.
En u weet toch wel dat hier ten lande de arbeiders moeten boeten voor
het werkverzuim van wie regeren? Niet de arbeiders maar de regering
is verantwoordelijk voor de werkgelegenheid en toch worden de
arbeiders gestraft met een lager pensioen als de werkgelegenheid
ontoereikend is! Vrijheid, zo zegt u, en bedoelt u dan
bewegingsvrijheid? De vrijheid om te gaan en te staan waar men wil?
Helaas, mijn beste: quasi alles in het westen is geprivatiseerd,
alleen de straten schieten over en begeeft men zich daarin, dan is
men onderhevig aan een karrenvracht aan reglementen en riskeert men
bovendien gewis zijn leven. En ik vergat de magazijnen, waar men
alles kopen kan wat het hartje lust. Of is het ook u al opgevallen
dat men niets degelijks meer kopen kan? Dat vijfennegentig percent
van alle koopwaar verfoeilijke plastics zijn? En tijd dan? Wat gezegd
over tijd? Die hebben we in het westen niet! Energie? Onze economie
is gericht op een zo hoog mogelijk verbruik, met enorme afvalbergen
tot gevolg! Geluk? Is hier een zaak van sociale vergelijking
geworden, concurrentie dus, of strijd! Gezondheid? Wel, ook de
geneeskunde is kapitalistisch en dat wil zeggen dat zij er alleen
maar bij gebaat is als zoveel mogelijk mensen ziek zijn want aan
gezonde mensen verkoopt men nu eenmaal geen pillen tegen hoofdpijn of
obesitas! En wat voor vrijheden schieten nu nog over? Men is vrij om
te trouwen met wie men maar wil, zegt u? Was dat maar waar! Hebt u
het ooit meegemaakt dat een prinses naar de hand dong van een
schooier? Onder de rijken hebben huwelijken altijd al gefunctioneerd
om fortuinen veilig te stellen en als u het mij vraagt is dat nog
steeds het geval; trouwen doet men overigens ook onder de minder
gegoeden allang niet meer als het niet rendeert. De persvrijheid dan?
Helaas zijn onze media in handen van een steeds kleiner wordend
clubje, radio en televisie zijn een éénrichtingsverkeer en het
internet en alle andere communicatie wordt strikt gecontroleerd en
aan banden gelegd. Waar men ook gaat of staat, wordt men gefilmd,
elke PC en elke Tv heeft een alziend oog waarmee de autoriteiten bij
ons thuis naar binnen kijken als zij dat wensen, dankzij de moderne
betaalmiddelen en de klantenkaarten kennen zij heel gedetailleerd ons
koopgedrag, zij weten waar we ons ophouden, met wie we spreken en wat
we zeggen, zij kunnen ons aanhouden en opsluiten als hun dat schikt
en zij hebben ook inzage vanbinnen in onze lijven en weten aldus
dingen over ons waarvan wijzelf geen benul hebben, zij beschikken
namelijk over onze medische dossiers. En u kent toch zeker wel het
effect van dat alles op de psyche van een mens? U weet toch dat wie
in de gaten worden gehouden, zich spontaan gaan schikken naar wat zij
vermoeden dat de wensen zijn van wie hen afluisteren en bespieden?
Maar het is nog schrikwekkender dan hier voorgesteld, mijn beste, het
zou ons alleen veel te ver leiden om hier nog over door te bomen. Ik
pleit dus helemaal niet voor het afschaffen van onze vrijheden: ik
wens alleen maar dat een kat, een kat genoemd wordt, ik wil er
slechts op wijzen dat de meeste zaken die hier voor vrijheden
doorgaan, in feite compleet illusoir zijn! En u wenst toch zeker niet
de westerse illusies in stand te houden? Wilt u dan hen die u
bedriegen onder uw hoede nemen zodat ze daar ongestoord kunnen mee
doorgaan? Of is men aan dat onnoemelijke bedrog misschien al
verslaafd geworden zoals men verslaafd kan zijn aan het bedrog van
drugs? Vreest u dan voor het onzalige ogenblik dat de schellen u van
de ogen vallen en dat u moet inzien hoe die zogenaamde vrijheden in
werkelijkheid niets anders zijn dan kettingen welke verhinderen dat u
de slavernij ooit achter zich kunt laten?
2.
Omsk
Van Togenbirger, wij stellen vast dat velen vrezen voor het verlies
van verworven rechten en vrijheden en dan antwoordt u daarop dat zij
die vrezen van hun vrijheden beroofd te zullen worden, alleen maar
vrezen bevrijd te zullen worden van illusies: zij vrezen derhalve
niet voor het verlies van vrijheid maar voor de vrijheid zelf die de
verlossing van illusies tot resultaat heeft?
OVT:
In
vele gevallen is dat inderdaad zo, ja. En het is omdat heel wat
mensen voor de vrijheid vrezen, dat zij het verkiezen om te bestaan
in slavernij. Slavernij is makkelijker dan vrijheid omdat een slaaf
geen verantwoordelijkheid draagt, hij heeft immers geen meesterschap
over zichzelf en over wat hij doet. Heel wat mensen zijn verslaafd
aan hun werk, zij willen de staat dienen, of de kerk, de wetenschap,
hun kinderen, de voetbalclub, een maîtresse of een baas, vaak
splitsen ze zichzelf op in een meester en een slaaf, waarbij de slaaf
zich een week lang onderwerpt aan hard labeur om dan de meester te
kunnen dienen die hij tijdens het weekend is. Vaak is men zijn leven
lang de slaaf van wie men als gepensioneerde hoopt te zijn. Het hele
verzekeringswezen is in zekere zin gebaseerd op dit principe of de
verzekerde wordt er alvast mee gemanipuleerd: Werkt en betaalt, nu
gij nog kunt, voor de hulpbehoevende die gij morgen zult geworden
zijn en laat die vooral niet in de steek! Het is een vorm van
slavernij welke mensen wordt aangepraat middels sociale druk de
dreigende beschuldiging van lafheid en aan een dergelijke
manipulatietechniek kan men nog bijzonder moeilijk weerstand bieden.
Komt daarbij dat diegenen die geld vragen voor het op zich nemen van
verantwoordelijkheid of dus voor het verslaven van wie hun
verantwoordelijkheid willen ontvluchten, dikwijls en zelfs in het
merendeel van de gevallen malafide lieden zijn, heren of dames die
als puntje bij paaltje komt, alleen geïnteresseerd blijken in het
geld terwijl zij nooit verantwoording afleggen en alleen maar
uitvluchten verzinnen voor wat ze doen en laten: zij schuiven met
andere woorden de verantwoordelijkheid waarvoor ze betaald worden op
de schouders van het blinde lot terwijl ze het buit gemaakte geld
onverminderd innen.
En
toch kan men niet ontkennen dat mensen niet louter arbeiden om te
arbeiden maar bijvoorbeeld omwille van het loon, want geld is
vrijheid!
OVT:
Wel,
dat hebben we zopas uitgelegd: de mens splitst zichzelf op in een
slaaf die geld verdient waarmee hij zich een weekend lang vrij kan
kopen. U begrijpt toch zeker wel dat in een ideale wereld mensen
arbeiden om te arbeiden?
Maar
dat zou dan complete slavernij zijn!?
OVT:
Integendeel!
De arbeid als doel op zich is het ideaal voor elke mens, het is de
zelfverwerkelijking van de mens, zijn deelgenootschap aan de
schepping!
Dat
begrijp ik niet...
OVT:
In
wezen werken alle mensen graag, zoals ook kinderen graag spelen: wij
werken weliswaar om in leven te blijven maar wat zouden we anders ook
doen? Wat kunnen we beter doen? Werken is zichzelf verwerkelijken of
dat zou het moeten zijn, een mens die iets maakt, moet daar trots
kunnen op zijn, maar vandaag hier in het westen is men van zijn werk
vervreemd en dit sinds ongeveer tweehonderd jaar, toen de
stoommachine uitgevonden werd en fabrieken opgestart werden. De
ambachten verdwenen omdat alle vaklui die wilden overleven, verplicht
waren om andermans machines te gaan bedienen in fabrieken met
massaproductie. Vanaf dat ogenblik werkt men niet langer voor
zichzelf, men moet tevreden zijn met een hongerloon, vaak weet men
helemaal niet meer wat men dan wel fabriceert, denk maar aan Modern
Times van
Charlie Chaplin, waar een bandwerker met sleutels moeren vastdraait
totdat hij er niet meer mee ophouden kan, en die onwetendheid komt de
fabrieksbazen ook goed uit. De vaklui van weleer zijn bandwerkers
geworden, zij werken niet meer om iets voort te brengen, zij maken
alleen nog gekke bewegingen omwille van een loon zonder hetwelk hen
de hongerdood wacht. Hun motief is niet langer positief, het is niet
langer hun bedoeling iets te maken, hun beweegreden is negatief
geworden, het is de bedoeling om voor iets te vluchten en op die
manier arbeidt men niet meer uit eigen beweging met werklust en omdat
men iets tot stand wil brengen of omdat men wil participeren aan de
schepping: men doet alleen nog wat gevraagd wordt, eender wat, omdat
men niet anders meer kan want wie niet gehoorzamen, moeten
verhongeren. De arbeid werd geperverteerd, de mens gefrustreerd. De
producten zelf lijden uiteraard onder het feit dat zij niet meer met
trots tot stand worden gebracht maar nog slechts onder dwang en zo is
het niet te verwonderen dat zij niet meer deugen, de fabrikant heeft
vaak alleen nog winst voor ogen: hij wil zo weinig mogelijk geven en
in ruil zoveel mogelijk krijgen. Iedereen kan inzien dat dit
uiteindelijk fataal moet aflopen. Oerdegelijke producten verdwijnen
gestaag, nepartikelen worden de nieuwe standaard en omdat onze wereld
opgebouwd wordt met het werk van onze handen, zal deze negatieve
spiraal ervoor zorgen dat alles op den duur instort: de bruggen, de
gebouwen, de politiek, de economie, alles.
Maar
als het waar is wat u beweert, dan bestaat de ganse maatschappij uit
niets dan slaven!?
OVT:
Wel,
het gaat in zekere zin om een vrijwillige slavernij, ziet u? Er is
namelijk een hemelsbreed verschil tussen onvrijwillige en vrijwillige
slavernij en in feite verdient alleen de onvrijwillige slavernij de
benaming van slavernij terwijl de zogenaamde vrijwillige slavernij
een beetje een contradictio
in terminis
is. De vraag blijft echter in welke mate er nog vrije wil in het spel
is waar mensen bandwerk moeten verrichten voor de kost. Met andere
woorden is die kwestie te herleiden tot de vraag hoe vrij men is waar
men te kiezen heeft tussen bandwerk en de hongerdood. Andermaal: het
ziet er in het westen allemaal uit als vrijheid maar in feite worden
de vrije keuzes waarover men de mond vol heeft, altijd door anderen
gemaakt. Nog het meest van al worden onze zogenaamd persoonlijke
keuzes door anderen gemaakt waar wij beslissingen nemen onder sociale
druk. En sociale druk, dat weet u wel, is een heel listig fabricaat
van de overheid...
En
toch kunt u niet ontkennen dat er een hemelsbreed en ook fundamenteel
verschil blijft bestaan tussen het leven in onze democratie en het
bestaan in een dictatuur. Zelfs als men de democratische verkiezingen
als een illusie van keuzevrijheid zou beschouwen, dan nog geloof ik
dat ze verkieslijker blijven dan de éénpartijstaat! Er bestaat geen
grotere verschrikking dan de dictatuur!
OVT:
Uiteraard
is dictatuur het laatste waar men moet naar streven, de vraag is
alleen of een maatschappij op de lange duur niet spontaan naar de
dictatuur evolueert. U kent het voorbeeld uit de economie van de
monopolievorming: aanvankelijk is er diversiteit, elkeen participeert
aan de productie, er zijn ontelbare bedrijven en bedrijfjes, heel
gezellig allemaal, maar om dat alles goed draaiende en renderend te
houden, blijkt concurrentie een ideale motor; alleen leidt
concurrentie op den duur naar monopolievorming, een strijd wil immers
altijd beslecht worden, er moet een winnaar uit de bus komen, één
absolute winnaar, en dan pas kan een zekere rust terugkeren, althans
bij de monopoliehouders, want eenmaal de prijzenslag voorbij, draait
de consument voor alle kosten op en vraagt men voor zijn producten
wat men maar wil. Zo gaat dat in de economie en de uiteindelijke
monopoliehouder is in feite een dictator.
En iets
gelijkaardigs gebeurt in de politiek?
OVT:
Inderdaad:
een democratie kent ontelbare partijtjes maar na verloop van tijd
vallen er steeds meer af totdat uiteindelijk één partij of één
coalitie met in feite nog één programma, overschiet. En dat heeft
uiteraard ook te maken met het feit dat politiek en economie zo nauw
samenhangen: politici komen pas aan de macht dankzij het
grootkapitaal en dat zijn... de monopoliehouders.
Maar
dat is nog steeds geen dictatuur! In Saoedi-Arabië mogen vrouwen
niet alleen de straat op; in het Turkije van Erdogan worden kranten
die het regime niet steunen, opgedoekt; in het Stalinistische Rusland
werden mensen gearresteerd door beroepsarrestanten die ervoor moesten
zorgen dat ze op het eind van de maand hun quota haalden en de
beschrijvingen daarvan in het eerste hoofdstuk van Solzjenitsyn's
Goelag Archipel zijn zonder meer hallucinant; in het Roemenië van
Ceaușescu werden alle telefoons door staatstelefoons vervangen,
uitgerust met afluisterapparatuur en in het Derde Rijk werden alle
ongewenste burgers 's nachts thuis opgepakt, naar kampen gebracht en
aldaar vergast in totaal zes miljoen!
OVT:
En
ik zal de laatste zijn om dat niet te veroordelen, alleen wil ik er
op wijzen dat de huidige realiteit van de westerse samenleving George
Orwell's dystopische roman 1984
naar
de kroon steekt, als haar verschrikkingen deze uit de fictie al niet
hebben ingehaald. En ik herhaal hierbij de vraag wat dan erger is:
bewust onvrij zijn ofwel in de illusie verkeren dat men vrij is en
met andere woorden onvrij zijn en het alleen niet weten of niet
voelen? De democratie als een dictatuur met pijnstiller of de
dictatuur verkleed als democratie, de wolf in schapenvacht.
Toch
lijkt de feitelijke dictatuur mij nog steeds veel erger!
OVT:
Wel,
om te beginnen vertelt een dictator aan de burgers niet dat hij een
dictator is en dat het land een totalitaire staat werd: Stalin werd
'vadertje Stalin' genoemd, zoals u weet werd na zijn dood in 1953
zijn lijk gebalsemd en vandaag staan de Russen nog steeds in de rij
voor zijn mausoleum om hem een groet te brengen; hij wordt
verantwoordelijk geacht voor de dood van naar schatting 20 tot 45
miljoen mensen. Onder Mao, de grote leider van de zogenaamde
'Culturele revolutie', vielen 40 tot 72 miljoen slachtoffers; Hitler,
de 'Führer', bracht 17 miljoen mensen om, de Duitsers 'wisten niet'
van de concentratiekampen; de Belgische koning Leopold II slachtte
minstens 10 miljoen Congolezen af, het werd kennelijk aanvaard dat
hij de handen van talloze kinderen afhakte als zij niet genoeg rubber
produceerden maar hij ging de geschiedenis in als een 'groot
staatsman' met standbeelden alom; de dictator uit 1984
heet 'grote broer'; het hoofd van de alleenzaligmakende katholieke
kerk met het enige ware geloof, laat zich 'Zijne Heiligheid' noemen
en alle gelovigen trappen in die leugens, de ketters worden van
oudsher levend verbrand, verbannen of gebroodroofd. De Italiaanse
fascist Mussolini werd vereerd als 'il Duce'. De huidige inwoners van
de V.S. waren inwijkelingen in Noord-Amerika, veroveraars die quasi
alle autochtonen, de zogenaamde Indianen, uitgemoord hebben of hen in
reservaten opsloten maar de Amerikanen geloven dat zij wereldwijd
geroemd worden als de 'verdedigers van de vrede en de vrijheid'.
Dictators werden gelyncht en verfoeid maar dat gebeurde pas nadat ze
de macht verloren: zolang zij het voor het zeggen hadden, werden zij
vereerd en geprezen.
Ik wil maar zeggen: de onderdanen van dictatoriale regimes willen
meestal niet weten dat zij in een totalitaire staat leven en als wij
willen weten of wij in een totalitaire staat leven, dan moeten we
eerst de proef op de som nemen!
De
proef op de som?
OVT:
Probeer
hier vandaag in het westen maar eens te verkondigen dat Darwin's
evolutietheorie een verhaaltje is zoals een ander: geen schijn van
kans dat u ooit nog aan een universiteit te werk gesteld zult worden!
Probeer als veearts hier ten lande maar eens een handelaar in
verboden hormonen te beboeten: Karel Van Noppen kweet zich van die
plicht jegens ons, burgers, en bekocht het met zijn leven, hij heeft
geen enkele navolger meer gehad, tweeëntwintig jaar lang niet, en
alom staan de koeien in de weilanden op springen. En ik wil het nog
niet hebben over de onaantastbaarheid van de kerk in zeer recente
tijden. We hebben trouwens stof genoeg met wat wij vandaag allemaal
moeten slikken. Maar wat baten kaars en bril?
3.
In
feite beweert u, mijnheer Van Togenbirger, dat onze vrijheden
illusies zijn, dat wij in een dictatuur leven of dat ook een
democratische maatschappij onvermijdelijk uitmondt in de dictatuur.
Maar is het niet evident dat het juk van de sharia of de
verschrikkingen van het fascisme van een nog heel ander kaliber zijn
dan die enkele kleine nadelen van onze westerse democratieën?
OVT:
Om
te beginnen heb ik nooit beweerd dat onze vrijheden illusies zijn;
wat ik echter wél beweer, is dat een aantal verknechtingen aan ons
als vrijheden worden voorgesteld en dat wij ook geloven dat het
vrijheden zijn en zo bijvoorbeeld heeft Ivan Illich aangetoond dat de
slogan mijn auto, mijn vrijheid dit mooi illustreert. Dat een
democratie zoals de onze uitmondt in een dictatuur, heb ik al
uitgelegd en de achterliggende oorzaak is vanzelfsprekend de religie
van het geld: het geld is geëvolueerd van een ruilmiddel tot de ene
ware god. U bent wat u hebt, en dat wil nota bene zeggen: u bent dus
nog slechts
wat
u hebt! Derhalve: verliest u uw bezit, dan bestaat u niet meer! En
dit is de essentie van het geloof in de Mammon. Het erge van de hele
zaak is nu, en luistert goed: de Mammon dringt zich op, de geldgod is
een dictator, niemand kan hem nog negeren, wie hem niet aanbidden,
doen dat op straffe van algehele bezitsloosheid en in een wereld waar
ook voor voedsel betaald moet worden, betekent dat de hongerdood; in
een wereld waar de grond geprivatiseerd werd, betekent het dat men
nergens meer kan staan, dat men overal verjaagd zal worden, dat men
geen steen heeft om zijn hoofd daarop te rusten te leggen. Vertel mij
nu eens: welke god is zo wreed? Is niet elke god beter dan deze
god-dictator? Maar de menselijke blindheid blijkt onbegrensd
wellicht ingevolge het egoïsme zodat men pas oog krijgt voor
deze gruwelijke realiteit als men zélf gaat behoren tot de
sans-papiers, als men door tegenslag zijn job, zijn gezin en zijn
huis verliest en schulden torst in plaats van bezittingen. Niemand
staat dan klaar om bij te springen, want hulp bieden, betekent: zijn
bezit verminderen en zichzelf ontgoddelijken, anderen bijstaan is dus
blasfemie! In de religie van de mammon is naastenliefde de reinste
ketterij! En de eerlijkheid gebiedt ons te erkennen dat onder de
sharia daarentegen elkeen verplicht is om een deel van zijn bezit weg
te schenken aan de armen; onze sociale zekerheid is trouwens een
implantaat in de staat van de armenzorg uit de religies!
Wat
wij in het westen als onze vrijheid ervaren, is niets anders dan het
cijfer op onze bankrekening en dat is het allerergste kwaad dat ons
hier in zijn greep houdt en betovert: wij geloven het op de koop toe,
dat wij zijn wat we hebben, dat ons wezen samenvalt met onze
geldbeurs en dat onze persoonlijke waarde toeneemt in de mate dat
onze bankrekening groter wordt, ja, dat wij in die mate het
goddelijke steeds dichter benaderen en dat kunnen de rijken ook
ondervinden, zij worden benijd en verafgood.
Gelukkig
kunnen wij er ook makkelijk achter komen dat de religie van het geld
bedrog is: onsterfelijkheid koopt men niet met geld, ziekte en pijn
worden niet afgekocht met geld, kanker spaart de rijken onder ons
niet, geluk is niet te koop voor geld en vaak is het tegendeel het
geval en betaalt men zoals Faust met zijn geluk, met zijn ziel of met
de eeuwigheid voor zijn wereldse rijkdom.
Maar
men heeft geld nodig om te leven!
OVT:
Het
doet mij leed dat u dat zegt! Hebt u dan van mijn hele uitleg
werkelijk niets begrepen? Maar goed, mijn uitleg zal niet gedeugd
hebben, ik probeer het nog eens opnieuw. Van geld kan niemand leven,
geld is niet voedzaam, en dat verstaat u toch, geloof ik?
Ja,
maar...
OVT:
Neen,
geen maren: u verstaat dat geld niet voedzaam is?
Ja...
OVT:
Goed.
Waarom dan kan men hier in het westen zonder geld niet leven? Heel
eenvoudig omdat men moet betalen voor voedsel. En dat men moet
betalen voor voedsel, komt hierdoor, namelijk dat het toegelaten is
om voedsel in zijn bezit te nemen, ziet u? Maar ons voedsel is
goddelijk, zonder voedsel kunnen wij niet leven en god is het leven
zelf, anders gezegd: het leven is goddelijk: Ik ben de weg, de
waarheid en het leven, zegt hij, en bij het laatste avondmaal
toont hij het brood en zegt: Neemt en eet, dit is mijn lichaam.
En nu vraag ik u: kan een mens god bezitten? Heeft een mens het recht
om het leven, dat alleen door god geschonken wordt, aan anderen te
onthouden? Neen, zegt u, natuurlijk niet! Dus mag ook niemand het
voedsel als zijn bezit beschouwen, niemand heeft het recht om voedsel
te verkopen, het voedsel komt toe aan wie het nodig hebben om te
leven want god gunt het leven aan al zijn schepselen, anders zou hij
hun het leven niet geschonken hebben. Waar voedsel verkocht wordt,
wordt het onthouden aan de bezitslozen, aan hen die weigeren de
mammon te dienen. Vandaar zegt Christus ook: Niemand kan twee
heren dienen, niet god en de mammon.
Moeten
wij dan van honger omkomen?
OVT:
Wel,
dat is inderdaad wat ik al de hele tijd probeer aan te tonen: dat de
god van het geld die het westen regeert, een dictator is; dat wie hem
weigeren te dienen, omgebracht worden. En zeg nu zelf: gaat het hier
om enkele kleine nadelen van onze westerse democratieën of is hier
inderdaad sprake van een wrede en echt moorddadige god?
4.
Omsk
Van Togenbirger, nu hebben we het nog altijd niet gehad over het
moslimextremisme en het islamfundamentalisme en ik herhaal de vraag:
vrezen wij niet terecht voor een teleurgang van onze westerse
cultuur, hetzij onder de invloed van verregaande verrechtsing welke
doet denken aan het Derde Rijk, hetzij door het
moslimfundamentalisme?
OVT:
Mijn
beste, ik zal uw vraag meteen kort en bondig beantwoorden met het
geliefkoosde voorbeeld van mijn tuintjes en ik stel u maar meteen de
vraag: wat baat het een grote tuin te hebben als hij er verwilderd
bij ligt? Een tuin dient onderhouden te worden, anders wordt hij
onbegaanbaar, meer zelfs: er groeien distels die op den duur het huis
naar binnen kruipen zodat men beter af is zónder tuin, begrijpt u?
Niet
helemaal... of helemaal niet, eigenlijk.
OVT:
U
hebt geluk dat ik beschik over engelengeduld! Wel, wat ik wil
duidelijk maken is dit: een tuin is nooit een verworvenheid, zoals
ook een cultuur nooit een verworvenheid is of een bezit, of
gezondheid, leven, of eender wat. De dingen die men bezit en waarop
men boogt, moeten onderhouden worden, elke dag weer, anders slijten
ze heel vlug weg en gaan ze op de koop toe alras in het eigen nadeel
spelen. Een staat binnen welke het goed leven is, dient op zijn hoede
te zijn en te blijven voor allerhande soorten van waanzin, waaronder
inderdaad het moslimfundamentalisme en het rechts extremisme, maar
ook de verloedering van het milieu: de vuile lucht, het ondrinkbare
grondwater, de microplastics waarvan reeds alles doordrongen is en
noem maar op. Ook voor overdreven optimisme vanwege de wetenschappen
en de techniek dient gewaarschuwd te worden, voor het té sterk
worden van het leger, voor een te voortvarende economie en een te
grote welvaart die ons immers lui maken en verzwakken, voor te weinig
maar ook voor te veel veiligheid welke uiteindelijk met vrijheid
betaald moet worden. Het is niet zo dat wij over een ideale westerse
cultuur beschikken die tegen elke prijs bescherming verdient tegen
invloeden van buitenaf; het is onjuist om a
priori te
stellen dat alle andere culturen en opvattingen vijandig zijn en
geweerd moeten worden; er bestaat op de keper beschouwd niet zoiets
als een kampioen van alle culturen welke het dan zou verdienen om
zich koste wat het kost te blijven handhaven voor eeuwig en drie
dagen. Alles verandert, wat vandaag goed is, is morgen misschien
verwerpelijk en wat nu wordt nagestreefd, kan heel binnenkort te
duchten zijn. Het leven zelf bestaat bij de gratie van een subtiel
evenwicht, bijna een wonder, zo zeggen de geleerden. Het heelal is
oneindig groot maar tot nog toe blijkt de aarde de enige plek waar
leven is, in deze flinterdunne atmosfeer waar gassen en andere
levensnoodzakelijke stoffen in precies gepaste concentraties aanwezig
zijn en, beschouwd vanuit de eeuwigheid, misschien maar voor heel
eventjes. De natuur kent dit broze evenwicht maar ook de organisatie
van de mensensoort binnen staten en in de hele wereldgemeenschap,
balanceert gelijk een evenwichtskunstenaar boven een diepe afgrond.
Wetten mogen onze vrijheid niet te zeer beperken maar tegelijk
schenken zij ons veiligheid én vrijheid; zonder wetten gingen wij
gebukt onder wetteloosheid, chaos, burgeroorlog, moord en brand,
honger en bittere ellende. En ik herhaal het: moslimfundamentalisme
en rechts extremisme zijn te duchten euvels maar ik geloof niet dat
zij het zullen zijn die ons uiteindelijk de das zullen omdoen, ik
vrees veeleer voor de verwaarlozing van onze natuurlijke
bestaanscondities, dat gevaar is mijns inziens onvergelijkelijk veel
groter. Hebt u al gemerkt dat sinds langer dan een maand alle merels
hier verdwenen zijn? Dat is niet gebeurd door een of ander
extremisme, het is een gevolg van ziekte, men heeft het over een
virus maar de onderliggende oorzaak ligt voorwaar bij een verzwakte
resistentie tegen ziekten ingevolge de vervuiling. Op die manier
verdwijnen de soorten nu in versneld tempo en er komen er geen nieuwe
bij. De algemene stilte hier rond verraadt een onthutsende
onverschilligheid bij veel mensen en het is vooral die
onverschilligheid waarvoor wij op onze hoede moeten zijn.
En
wat overtuigt u er dan van dat wij veeleer moeten vrezen voor een
milieuramp dan voor ongewenste regimes?
OVT:
Heel
eenvoudig het feit dat niets in staat is om mensen zozeer te
verenigen dan het hebben van gemeenschappelijke vijanden. Op het
ogenblik dat wij niet langer kunnen ademhalen, dat al het water
ondrinkbaar is geworden, dat een nieuwe pest uitbreekt en wereldwijd
de soorten, inclusief onze eigen soort, bij miljoenen of miljarden
worden weggemaaid op dat ogenblik zal de solidariteit onder de
soort even rap terugkeren als zij verdwenen is. Men zegt dat een
soort zich tegen zichzelf richt van zodra het milieu onleefbaar wordt
door overbevolking of vervuiling, men ziet dat bij bepaalde
vissoorten in een te klein geworden aquarium: ze gaan een gif
produceren om soortgenoten uit te roeien en het duurt totdat de
populatie voldoende gezakt is. Om exact dezelfde reden namelijk
het op peil brengen van de populatie smeden soortgenoten samen en
helpen zij elkaar. In het eerste geval is de populatie te groot en
moorden soortgenoten elkaar uit, in het tweede geval dreigt de soort
uit te sterven en trekt men aan hetzelfde zeel.
Maar
was u niet van mening dat er helemaal niet teveel mensen op aarde
leven?
OVT:
Maar
ik ben nog steeds van mening dat de aarde veel meer mensen kan dragen
dan nu het geval is, als men maar minder gaat verbruiken en
vervuilen. En dan zou ook de kans op oorlog slinken. Het zijn
allemaal zaken die hand in hand gaan.
(J.B.,
20-24 september 2017)
09-09-2017
Herhaling ter gelegenheid van de 11 september-herdenking:
Herhaling
(*) ter gelegenheid van de 11 september-herdenking:
Geen
onrecht zonder leugens
Over selectieve verontwaardiging
Met
de terreuraanslag van 7 januari 2015 kregen de twaalf dode Parijse
spotprententekenaars de helft van de wereld achter zich; Charlie
Hebdo herhaaldelijk verboden toen het blad nog Hara-Kiri
heette zag zijn verkoopcijfers stijgen van twintig duizend
naar vijf miljoen; resterende cartoonisten beeldden de ene zijn dood
af als de andere zijn brood...
Tegenover
die twaalf slachtoffers van wraak wegens spot worden dagelijks niet
minder dan dertig duizend geheel onschuldige hongerdoden (1)
doodgezwegen en ook nog eens verwenst door toonaangevende edellieden
zoals sir David Attenborough die ons de 'mensenplaag' wil aanpraten
en die nota bene aan de armen
het recht op leven wil ontzeggen terwijl uitgerekend zij een
verwaarloosbare ecologische voetafdruk hebben. (2)
Bij
de aanslag op de Twin Towers stierven zowat drieduizend mensen over
wie wel eens gezegd werd dat zij als werknemers van het WTC(World Trade Center of Wereld
Handels Centrum) ijverden voor
de instandhouding van een moorddadige wereldeconomie en ook
zij kregen en krijgen zestien jaar na datum nog steeds gigantisch
veel meer aandacht dan diegenen die dan hun slachtoffers zouden
moeten heten, met name de anoniemehongerdoden en, andermaal, dat zijn er geen drieduizend doch
dertigduizend, nota bene elke dag opnieuw.
Waarom
spreekt men trouwens ook inzake honger niet van een aanslag dochvan een tegenslag, als het niet was om de misdaad in de
schoenen van het noodlot te kunnen schuiven, om de gedachte aan
daders in de kiem te smoren en om de feitelijke criminelen buiten
schot te houden?
In
een wereld die steeds meer om koele cijfers draait getuige de
berekeningen waaruit besloten wordt dat de planeet overbevolkt is
is het derhalve te verwonderen dat men helemaal geen oog blijkt te
hebben voor de genoemde wanverhoudingen welke behalve bijzonder
onlogisch ook en vooral bijzonder immoreel moeten worden genoemd.
Immoreel
zijn ook de maatstaven gehanteerd bij de vele calculaties inzake het
zogenaamde overbevolkingsprobleem waar zij uitgerekend die mensen het
veld willen zien ruimen die het minst verbruiken en vervuilen, met
name de armen. Op onze aarde kunnen immers onnoemelijk veel armen
leven maar dat gaat helaas niet op voor superrijken: indien zulks ook
maar mogelijk was, dan ware de planeet met een handvol Rockefellers
of Bill Gatesen al meer dan volzet.
Waarom
blijven al die leugens duren? zo moet men zich op den duur toch
afvragen. Maar zoals er geen rechtspraak en geen recht denkbaar zijn
zonder de waarheid, zo ook kan het onrecht onmogelijk standhouden als
niet een massa leugenaars het been stijf houden.
In
de jaren zeventig van de voorgaande eeuw publiceerde de
Oostenrijks-Amerikaans-Mexicaans-Duitse jezuïet en filosoof Ivan
Illich een aantal markante werken over een onderwerp dat ook het
thema was van de Helleense tragedie, met name de contrateleologie of
de menselijke contraproductiviteit die als een vloek op al ons doen
en laten rust. Meteen betekende dit werk uiteraard een felle kritiek
op het blinde vooruitgangsgeloof waarvoor voordien onder meer Herbert
Marcuse waarschuwde in het licht van de nefaste werking welke het
ongebreidelde kapitalisme krijgt in zijn interactie met wetenschap en
techniek. Een van de meest sprekende voorbeelden in de
uiteenzettingen van Illich is dat van de auto die ons tijd kost
en dit zeer in tegenstelling tot het vermoeden van tijdbesparing
waarmee dit snelle voertuig ons fopt. Maar een nog belangrijker
gevolg is het feit dat de auto pas rendabel is voor mensen die hem
makkelijk kunnen betalen zij hoeven immers minder tijd te
investeren in het verdienen van de kostprijs ervan en zo houden zij
er uiteindelijk tijdwinst aan over. En dit betekent dat de auto niet
in de eerste plaats een voertuig is maar wel een instrument dat de
(vrije) tijd (of de vrijheid) aan de armen ontneemt om ze de rijken
toe te stoppen. En dat doet niet alleen de auto, dat doen talloze
moderne consumptiegoederen. Aldus werd onze huidige economie een
instrument in handen van een elite die daarmee een massa van
onwetenden op een even verkapte als efficiënte manier plundert.
De
effectiviteit van deze plundering is uiteraard groter naarmate er
meer geconsumeerd wordt en het aanzetten van het volk tot een
maximale consumptie gebeurt slechts ogenschijnlijk via de reclame en
het voorbeeldgedrag want op een dieper niveau wordt de
consumptiemotor rechtstreeks aangezwengeld met de geluksbelofte daar
het geluk voor de massa verworden is tot een zaak van sociale
vergelijking. Correcter gesteld bestaat de consumptiedwang door het
afschrikmiddel van het ongeluk in zijn meest pregnante vorm van de
sociale uitsluiting. In eenvoudiger bewoordingen kan men zeggen dat
wie in deze cultuur niets bezitten, ook niet bestaan omdat men er
slechts is wat men heeft
of
dat is althans wat men het volk wil laten geloven.
Maar
om mensen ertoe aan te zetten allerlei zaken te gaan kopen, is een
krachtige stimulus nodig omdat consumptiegoederen geld kosten terwijl
geld arbeid of inspanningen vertegenwoordigt. De prikkel die doet
kopen moet derhalve sterker zijn dan de afschrikking van de
inspanningen welke in de arbeid geleverd worden en dat kan pas het
geval zijn als deze prikkel eveneens een afschrikking is en wel een
afschrikking die feller is dan deze die uitgaat van te leveren
inspanningen. Nu wordt in de hedendaagse theologie de hel niet zomaar
omschreven als een toestand waarin men van alle anderen afgesneden
is, want dit blijkt voor de ruime meerderheid van alle mensen de
afschrikking bij uitstek en het is alvast een afschrikking die groter
is dan het schrikbeeld van de inspanning: sociale uitsluiting blijkt
slechts een andere benaming voor de hel.
Maar
waar dan geschiedt de fabricage van gelukkigen en ongelukkigen? Waar
situeert zich de dorsvloer waar het kaf van het koren wordt
gescheiden? Waar precies voltrekt zich de ultieme afschrikking, de
hel van de sociale uitsluiting? En het antwoord klinkt verbijsterend
genoeg dat deze dorsvloer gecreëerd wordt samen met de sociale dwang
welke mensen ertoe verplicht om met de regelmaat van de klok
zogenaamde feesten te gaan vieren. Op vaste tijdstippen wordt men
gedwongen om te tafelen met al dan niet bekenden. Dat wij na het
drinken van een glas spontaan gaan pochen en elkaar met het etaleren
van onze bezittingen proberen te overtroeven, illustreert niet alleen
de frustraties waarmee wij werden opgezadeld maar dient tevens
perfect de belangen van wie ons manipuleren door aldus het beest in
de mens te bespelen. Aan de feestdis immers geldt de
concurrentiecultuur met het wijsje van ieder-voor-zich ons via de
media en de opvoeding als vanzelfsprekend ingelepeld om
overeenkomstig het verdeel- en heersprincipe de hebbers van de
niet-hebbers te scheiden, waarbij de hebbers zich manifesteren door
de niet-hebbers in het zand te doen bijten in plaats van hen te
helpen.
Feesten
of samenkomsten onder mensen dienen in de huidige cultuur derhalve
niet om het samen-zijn en het samen-werken te bevorderen dat is
slechts het misleidende uithangbord: sociale evenementen beogen
daarentegen exact het tegenovergestelde, namelijk het bevredigen van
een manifestatiedrang waarbij eigenaars zich onderscheiden of
distantiëren van bezitslozen en waarbij deze laatsten geïsoleerd
worden of dus in de hel worden gedropt.
Het
hoeft geen betoog dat derhalve aan een dergelijke feestdis slechts
ogenschijnlijk kip aan het spit wordt gegeten: in werkelijkheid staan
op het menu onze soortgenoten die naar de principes van een
opgedrongen pikorde het onderspit delven. De ware betekenis van onze
westerse feesten onder het juk van de mammon, is kannibalisme.
2.
Niemand
is in staat om nog voedsel naar binnen te werken nadat verzadiging is
opgetreden en wie geen gehoor geven aan deze natuurlijke
vanzelfsprekendheid, schaden hun gezondheid. Er zijn wel
alternatieven zoals reeds in het oude Rome het uitlokken van
braakpartijen om daarna met vreten te kunnen herbeginnen maar vandaag
verkiest men zich veeleer te vermeien met exquise gerechten in dure
restaurants. Op de keper beschouwd is alles wat te maken heeft met
oververzadiging ook verspilling en zo is de spilzucht aan de
vraatzucht verwant omdat het gooien met geld en het zich volproppen
met spijs en drank dezelfde functie vervullen van het zich
manifesteren, het is de zelfbevrediging der potentaten. Eten is
andere wezens aan zich onderwerpen door ze op te eten en met betalen
doet men hetzelfde maar dan anders: men beveelt en onderwerpt
soortgenoten door ze het geld dat ze nodig hebben om te leven te
onthouden als zij gehoorzaamheid durven te weigeren.
Eten
is het degraderen van wie men eet tot eiwitten en andere bouw- en
brandstoffen voor de huishouding van het eigen lijf. Gaat het om het
verorberen van planten en dieren, dan rechtvaardigt men zich door te
stellen dat het doden van ander leven levensnoodzakelijk is voor het
eigen voortbestaan maar voor het naar binnen werken van soortgenoten
bestaat pas een excuus als de hongerdood dreigt terwijl geen enkel
alternatief nog voorhanden is. De middeleeuwse franciscaner monnik en
pauselijke gezant Willem Van Rubroeck beschrijft in zijn dagboeken
langs de zijderoute op weg naar de Mongoolse hoofdstad Karakoroem in
1253-1255 herhaaldelijk de vondst van knekels in uitgedoofde as van
kampvuurtjes het betrof meer bepaald teenkootjes van kinderen.
Vandaag verorbert men zijn soortgenoten op een meer gesofisticeerde
wijze door hen naast nog andere bestaansmiddelen ook het voedsel te
onthouden dat zij nodig hebben voor hun voortbestaan. Exemplarisch is
het Europese schandaal van het terugsturen van economische en
oorlogsvluchtelingen van wie er de afgelopen jaren vele duizenden als
drenkelingen de dood vonden op zee. Zij liepen weg voor de oorlog in
de ergste dictatuur van de hedendaagse tijd en vonden geen asiel bij
de Verenigde Naties die na de holocaust of de moord op zes miljoen
mensen nochtans afgesproken hadden om onderdak te zullen verlenen aan
al wie bij het verschijnen van een nieuwe Hitler moeten hollen voor
hun leven. Het obese Westen weigert aan hongerige vluchtelingen
onderdak en voedsel, uitgerekend omdat het vreest dat de hongerigen
er eigenlijk op uit zijn om onze hoofden af te hakken en ons op te
eten.
Anderzijds
is het verorberen van medemensen sinds de oudste tijden een sacrale
daad, en vormt deze niet de kern van de Heilige Mis waar de Heiland
zelf zijn lichaam offert in de vorm van brood en wijn? Met de
allerarmsten namelijk heeft Christus zichzelf geïdentificeerd, met
'de minsten van de mijnen', zoals Hijzelf het zegde, en aldus
voltrekt zich in de Europese genocide andermaal de kruisdood en de
consecratie of de Mis ge-expandeerd doorheen de tijden in de wijde
wereld.
3.
Zoals
hoger aangestipt, zijn de spilzucht en de vraatzucht verwanten daar
zij beiden de machtsdrang ventileren: het aanzitten aan de feesttafel
en de pocherij zijn twee handen op één buik. In zijn Eros
and Civilization
uit 1955 heeft Herbert Marcuse beschreven hoe machtswellust en meer
algemeen destructieve krachten spontaan opwellen waar de
levensdriften geremd worden.
In
de lijn van Plato stelt Freud dat de seksuele driften, de
levensdriften zelf zijn, dezelfde driften die ons ertoe aanzetten om
de natuur te beheersen in functie van de bevrediging van onze vitale
behoeften: de wil tot zelfhandhaving is niet het eindeloze gevecht
tegen de dood maar wel de strijd om plezier het lustprincipe
gelegen in het uitstel van de onmiddellijke bevrediging van de
verlangens en uitgerekend dat is cultuur het realiteitsprincipe.
De zelfbeheersing en de repressie zijn een noodzaak omdat lust
onmogelijk is zonder arbeid: beschaving is de kanalisering van
instincten en zo moeten de mensen zich maar opofferen aan de
vooruitgang. Onjuist, zo oordeelt Marcuse: arbeid stamt inderdaad uit
het lustprincipe zelf, alleen is het plezier eraf ingevolge het
vervreemdende kapitalisme, wat wil zeggen dat de schaarste door de
heersende klasse gemanipuleerd wordt. Neem de vervreemdende arbeid
weg uit de maatschappij en repressie is niet langer nodig voor de
sublimatie van de lusten.
In
een heel andere benadering is geweld het enig resterende alternatief
waar de dialoog onmogelijk is geworden en dat wil dus zeggen dat
geweld ontstaat waar de logos zelf verdeeld is, waar de rede in
oorlog is met zichzelf of dus daar waar er niet langer één waarheid
is. En wat betekent dat?
Een
wiskundevraagstuk heeft slechts één correcte oplossing en duldt
geen tweede; waar zich voor zo'n vraagstuk twee oplossingen
aanbieden, moet tenminste één van de twee fout zijn. De waarheid is
één, geen waarheid duldt een tweede naast zich omdat een tweede
waarheid ook de eerste ongedaan zou maken. Daarom kan de rede in
oorlog met zichzelf niet langer de rede zijn: waar twee waarden
onderling strijden, gaat het veeleer om belangen, meningen of nog
andere zaken welke de waarheid in hun schaduw willen stellen. Edoch,
zonder de logos, is er ook geen dialoog mogelijk. De oorlog
verplaatst
zich dan van de schil van de rede naar de fysieke schil en zo
ontstaat geweld. Bij geweld eet de ene de andere op om weer één te
kunnen zijn en de schijn van waarheid op te kunnen houden. Zo staat
de oorlog weer in functie van een zekere vrede of dan tenminste toch
een schijn daarvan.
Maar
misschien moet hier andersom worden geredeneerd en moeten wij
erkennen dat het verhaal van de ene waarheid een groteske leugen is
en ook een gevaarlijke, daar het niet slechts spontaan maar tevens
noodzakelijk in de strijd uitmondt omdat strijd redding belooft daar
in de strijd slechts één winnaar geduld kan worden. Misschien
moeten wij het verhaal van de ene waarheid opofferen aan de vrede,
wat uiteraard meebrengt dat wij erkennen dat er in onze werkelijkheid
helemaal geen waarheid in de zin van een absolute waarheid kan
bestaan. En moeten wij dan op deze wijze het erbarmelijke van onze
toestand niet leren accepteren teneinde hem niet nog ondraaglijker te
maken? Moeten wij de idee van de ene, ware, goede god niet leren
beschouwen als een contradictio
in terminis?
Moeten wij niet leren aanvaarden dat de wiskunde ons altijd heeft
misleid en dat deze zo vaste en sluitende 'wetenschap' ons met haar
eeuwige waarheden een rad voor de ogen heeft gedraaid, veel te mooi
om ooit waar te kunnen zijn? Leert zij ons niet tenminste als wij
geen verzet blijven bieden tegen het verstaan dat de
waarheidswaarde van stellingen en beweringen omgekeerd evenredig is
met hun werkelijkheidswaarde en dat dit ook niet anders mogelijk is
omdat de werkelijkheid zelf verdeeld is, gefragmenteerd en altijd
veranderlijk, en dat zij bestaat uit zich eindeloos
vermenigvuldigende entiteiten? Want het lijkt er wel heel sterk op
dat het godsgeloof en het geloof in de ándere wereld, het leven in
de húidige wereld lelijk in de weg staat en dat het ons tot
kannibalisme veroordeelt.
4.
Helaas
worden al deze verzuchtingen weggeblazen als gevaarlijke vormen van
simplisme op het ogenblik dat zich het relativisme pas echt goed
doorzet want wie kan bijvoorbeeld het oordeel nog langer beamen dat
racisten ook mensen zijn in het licht van de ontelbare
slachtoffers van deze moordende ideologie? Gedachtenexperimenten zijn
toelaatbaar zoals ook fictie en fantasie en die Gedanken sind
frei maar bij het in de praktijk brengen van de eigen opvattingen
dient men er rekening mee te houden dat men aldus het domein van de
loutere opvattingen, overtuigingen en gedachten verlaat om het domein
van de werkelijkheid zelf te betreden een domein waar zich
anderen bevinden met niet noodzakelijk dezelfde opvattingen. Wél
deelt men met al deze anderen onmiskenbaar enkele gemeenschappelijke
waarden en in de eerste plaats is er de waarde van het leven zelf,
want iedereen wil leven: elkeen wil voldoende te eten hebben, wil
kunnen wonen, wil zichzelf en de zijnen kunnen verzorgen en hoe men
het ook draait of keert: deze waarden zijn onmiskenbaar universeel en
daarom absoluut en objectief. Wég met de idee van elk zijn waarheid
van zodra deze waarheid er ook aanspraak op maakt om in de praktijk
gebracht te worden! Miskent men de genoemde gemeenschappelijke
waarden en belangen alsnog of maakt men ze ondergeschikt aan een
ideologie die deze zaken aan bepaalde categorieën van mensen
ontzegt, dan pleegt men zelfverraad, verraad aan de eigen soort en
verraad aan de rede.
Tot
1971 werden zelfs in het zogenaamde vrije Nederland homoseksuelen
naar de Sint-Willibrordusinstelling in Heiloo gebracht waar een arts
van Vlaamse komaf, dr. Aimé Wijffels, hen castreerde. Pas na
protesten van onder andere de schrijver Gerard Reve werd het
betreffende wetsartikel uit 1911 dat daartoe aanzette, afgeschaft.
(1) De genocide op onder meer homoseksuelen stamt niet uit het
nazitijdperk en werd na de Tweede Wereldoorlog ook niet stopgezet.
Het bekendste slachtoffer van castratie op homo's is de Engelse
wiskundige Alan Turing die de Duitse geheime code brak en aan wie wij
derhalve de overwinning op nazi-Duitsland danken hij stierf door
moord of zelfmoord in 1954 en pas in 2009 gaf de Britse premier Brown
hem eerherstel. Homoseksualiteit bleef in Engeland strafbaar tot
1967. Overmorgen, 5 september 2017, bestaat het homomonument in
Amsterdam 30 jaar pás dertig jaar. In de kampen van de nazi's
werden ongeveer 10.000 homo's omgebracht, naast de genocide op joden,
Roma-zigeuners en andere weerloze bevolkingsgroepen deze
volkerenmoord telde zes miljoen slachtoffers.
De
internationaal geaccepteerde definitie van genocide indachtig, welke
bepaalt dat ook maatregelen bedoeld om geboorten binnen de geviseerde
groep te voorkomen als genocide moeten bestempeld worden (2), kijken
wij vandaag aan tegen de uitlatingen van hooggeleerde heren zoals
moraalfilosoof Etienne Vermeersch die via specifieke
geboortebeperking zijn ideaal wenst te verwezenlijken van een wereld
zonder gehandicapten, zoals hij ook een wereld zonder honger wenst te
bekomen door de hongerigen over te laten aan hun bittere lot. Hiermee
praat hij de prominente Sir David Attenborough naar de mond, van wie
de in de kranten gepubliceerde veroordeling aan het adres van de
hongerlijders: Let them starve!. Zij kunnen alvast rekenen op
enige bijval van eugenetici en wereldverbeteraars in het zog van
Thomas Malthus, over wie literatuurprofessor David Paroissien
schrijft dat de wereldberoemde auteur en tijdgenoot van Malthus,
Charles Dickens, hem middels zijn misantrope vrek Ebenezer Scrooge
een veeg uit de pan geeft: in A
Christmas Carol weigert
Scrooge aalmoezen aan de bedelaars met het argument dat ze maar beter
verhongeren omdat ze aldus nog meehelpen in de strijd tegen de
overbevolking. Dickens haatte kennelijk deze utilitaristen, vaak van
hogere komaf en zonder voeling met het volk, zoals Malthus, Bentham
en Mill en in romans zoals Hard
Times
klaagt hij ze ook aan als onrechtplegers en onmensen. (3) Het gaat
daar in feite om de verdedigers van het inhumane kapitalisme ten
tijde van de industriële revolutie in ellendige fabriekssteden zoals
Manchester toestanden welke Friedrich Engels tot zijn sociaal
engagement dreven.
Of
hoe beroemdheden met de uitstraling van wereldverbeteraars en
filantropen in feite menseneters zijn.
5.
Het
reeds aangehaalde boek van Erik Thys gaat in feite over de zelfmoord
van de mensheid, gelet op het feit dat, zoals Thys schrijft,
creativiteit zo dikwijls samengaat met schizofrenie als autisme
samengaat met betrouwbaarheid, precisie en een superieur geheugen:
Deze
mensen [schizofrenen] verdienen het niet om op deze manier verbannen
te worden naar het verdomhoekje, zeker niet als blijkt dat zij ook de
dragers zijn van creativiteit en op die manier verbonden zijn met de
nobelste verwezenlijkingen van de mensheid. (4)
Hier
wordt verwezen naar het vierde hoofdstuk van het boek, waar
beschreven wordt hoe artistieke gevoeligheid en psychische
kwetsbaarheid twee zijden van hetzelfde muntstuk kunnen zijn. (5)
In
de massamoord op de door Adolf Hitler als 'ontaard' gestigmatiseerde
kunstenaars, dreigt zich de mensheid inderdaad te zelfmoorden. Dit
gevaarlijke fascisme, zozeer gekenmerkt door onnadenkendheid verkapt
zich ironisch genoeg onder een pseudo-geleerdheid die zich bedient
van de superlatieven en de decibels waarmee ook de marktkramers hun
publiek proberen te imponeren.
Deze
kleverige terreur komt vandaag opnieuw aan de macht maar dit keer
verspreid over de hele wereld. In zijn boek vermeldt Thys de verdoken
eugenetische praktijken en niet alleen in Peru waar omstreeks 1990
zowat 300.000 vrouwen ongeïnformeerd gesteriliseerd werden maar ook
de sterilisaties van immigrerende Ethiopische joden door de
Israëlische regering in 2013 en de praktijken in de V.S. jegens
gedetineerden: in 2013 bleken alleen al in Californische
vrouwengevangenissen in de voorafgaande paar jaren 148 vrouwen
onvruchtbaar gemaakt te zijn.
Onverantwoordelijk
handelen en onverschilligheid, ook en vooral vanwege professionele
hulpverleners en naaste familie, blijken de regel en de auteur drukt
erop: Het aantal slachtoffers is groot, klein is het aantal
veroordeelde daders. (6) Dat de moordenaars vaak aan het langste
eind trekken, volgt uit het simpele feit dat na de misdaad de
slachtoffers uiteraard al het zwijgen zijn opgelegd; zij zullen niet
rechtop gaan zitten in hun graf en roepen: Mogen wij alstublieft
ook eens iets zeggen!? Vandaar de dringende nood aan eerherstel in
naam van de talloze vermoorden, de nood aan monumenten en de grote
nood aan boeken en andere informatiebronnen over een zaak waarvan de
laatste getuigen nu zo goed als helemaal verdwenen zijn. Hitler
immers blijkt vandaag verrezen en, als men de kranten mag geloven,
wel honderdduizendvoudig.
(J.B.,
10 augustus 2017 4
september 2017)
Verwijzingen:
(1)
E. Thys, Psychogenocide,
EPO, Berchem, 2015, p. 246.
Enkele weken voor het begin van de Kosovaarse oorlog,
verdwenen alle vogels uit die streek, het leek alsof ze een
voorgevoel hadden, zoals ook de bijen een voorgevoel hebben voor
aardbevingen.
Zowat honderdzestig jaar geleden sprak het
indianenopperhoofd Seattle in zijn beroemde toespraak tot de
Amerikaanse president over de dood van de dieren:
"(...)
Wij zullen dus uw aanbod ons land te kopen in overweging nemen. Als
wij besluiten het aanbod aan te nemen wil ik éen voorwaarde stellen:
de blanke man moet de dieren van dit land beschouwen als zijn
broeders.
Ik
ben maar een wilde en ik begrijp het niet. Ik zag duizenden rottende
buffels op de prairie, achtergelaten door de blanke man die ze
neerschoot vanuit een rijdende trein.
Ik
ben maar een wilde, en ik kan niet begrijpen hoe het rokende ijzeren
paard belangrijker kan zijn dan de buffel, die wij alleen maar doden
om in leven te blijven.
Wat
is de mens zonder dieren? Als alle dieren weg zijn, zal de mens
sterven aan een gevoel van grote eenzaamheid. Want wat er gebeurt met
de dieren gebeurt spoedig met de mens. Alle dingen hangen samen.
Wat er met de aarde
gebeurt, gebeurt met de kinderen van de aarde."
Omsk Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 7)
Omsk
Van Togenbirger over de toestand in de wereld (deel 7)
Twee
jaar geleden publiceerde de Vlaamse psychiater, kunstenaar en musicus
Erik Thys het boek Psychogenocide, over de massamoord op
psychiatrische patiënten en kunstenaars onder de nazi's. Ik vermeld
het boek omdat het een hoogst noodzakelijk werk is want in deze
tijden ziet men andermaal precies hetzelfde gebeuren. Moord is één
zaak, maar de verantwoording ervan door erop te wijzen dat de
slachtoffers mensen zonder maatschappelijk nut zijn, is een tergend
teken van een schromelijke ontoereikendheid van het empathische
vermogen. Abortus mag als het om gehandicapten gaat, euthanasie mag
voor zieken en geesteszieken en men liegt zichzelf dan voor dat het
goed is voor deze mensen als wij er voor zorgen dat zij niet of niet
langer hoeven te leven zij zouden immers teveel lijden. Bovendien
is de eigenlijke reden anders zoals ook blijkt uit de
selectiecriteria van de nazi's om over te gaan tot uitroeiing: de
gevangenen werden pas vergast op het ogenblik dat zij niet meer
nuttig waren. De veroordeling van een arts die abortus weigert bij
een kind dat eenmaal volwassenen de bewuste arts voor de rechter
sleept, schept een precedent dat vanaf dat ogenblik artsen dwingt tot
deze beschamende vorm van discriminatie het aborteren van
gehandicapten en zo zijn wij de weg van de nazi's opgegaan. Adolf
Hitler is terug; God is dood maar de duivel is verrezen!
De
aanstokers van de holocaust hebben nooit beweerd dat zij moordden om
te moorden, zij geloofden daarentegen een edel motief te hebben met
de eugenetica waar ook vandaag zoveel rond te doen is: de verbetering
van het ras, de modellering van een supermens, de versterking van de
volksgezondheid en de staat, de eliminatie van nuttelozen en
lastposten. En ook toen was de idee niet nieuw, onder meer Thomas
Malthus was er ruim een eeuw voordien al van bezeten, u kent hem wel,
die misantrope predikant, de vader van het sprookje over de
catastrofale overbevolking. Hij was van mening dat men de armen maar
beter aan hun lot kon overlaten: hun van voedsel voorzien kan er toch
alleen maar voor zorgen dat zij zich vermenigvuldigen, zo meende hij.
Vandaag zegt sir David Attenbourough hem weer letterlijk na en zijn
echo weerklinkt uit de mond van allerlei moraalprofessoren. Dit
gebrek aan elementair verstand is de gruwel van deze tijd!
Het
Malthusianisme is in zekere zin toch wel verdedigbaar? Heel wat
geleerden hangen het aan...
Daar
hebben we het weer! Maar nu moet u eens goed opletten, want wat
opvalt, zijn de middelen die worden ingezet om dat doel te bereiken
en die getuigen van een extreme onnadenkendheid. Iedereen weet dat er
twee manieren bestaan om een maatschappij te verkrijgen zonder
bijvoorbeeld zieke mensen. De eerste manier vergt studie, toewijding
en arbeid en bestaat erin dat men poogt de zieken te genezen en
daarbij doet men een beroep op dokters en andere hooggeschoolde
gezondheidswerkers. De tweede manier echter gaat veel sneller, zij is
veel goedkoper en ook efficiënter en dokters en andere
hoogopgeleiden komen er al helemaal niet aan te pas: men roeit de
zieken gewoon uit en daartoe volstaan ordinaire moordenaars. Maar het
doel heiligt de middelen, zegt u? Wie zo denken, zouden verplicht een
bezoek aan het kamp van Auschwitz moeten brengen en zij zouden de
aantekeningen moeten lezen van Primo Levi en andere slachtoffers uit
die tijd. Ik zeg u: de mens leert kennelijk niets bij, hij kent zijn
geschiedenis niet en hij kijkt niet verder dan zijn neus lang is want
dit dreigt vandaag allemaal opnieuw te gebeuren, hier en over de hele
wereld, het is al aan de gang en wat wij verkrijgen is een veelvoud
van de gruwel van toentertijd.
Moet
men de maatschappij gezonder maken door de zieken te doden of door
hen te genezen? Maakt men het land geleerder door de analfabeten te
doden of door hen te leren lezen? Maakt men het land rijker door de
armen uit te hongeren, zoals Malthus voorstelde, of door scholen voor
hen te bouwen? Ik zei het al en het weze herhaald: om het
levensonderhoud en de luxe van één welstellende westerling te
garanderen, zijn vijftig slaven nodig in de derde of de vierde
wereld. Het probleem van de armoede oplossen door de armen uit te
roeien, ware alleen al om die reden volstrekt contraproductief. Maar
vooral hierom zijn de Malthusiaanse maatregelen geheel ondoordacht:
als er ooit sprake is van overbevolking, dan vormt die een probleem
op grond van wat men de ecologische voetafdruk is gaan noemen, met
andere woorden het verteer en de vervuiling per persoon. Als u nu
weet dat een welgestelde westerling dikwijls het duizendvoudige
verbruikt van dat waarvan een Indische paria leeft, dan ware het
welgeteld duizend keer doeltreffender om de rijken uit te hongeren!
Maar wellicht...
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: