Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
28-09-2016
Een exclusieve disjunctie: godsdienstvrijheid of menselijke vrijheid
Een
exclusieve disjunctie: godsdienstvrijheid of menselijke vrijheid
We
kennen de beelden van op televisie: de tweede wereldoorlog is voorbij
en in onze contreien begaan de verzetsstrijders gruweldaden jegens
gewezen collaborateurs; vrouwen worden uitgejouwd en kaalgeschoren,
mensen worden ondersteboven opgehangen, te pletter gegooid, verminkt,
geëxecuteerd. Ook in een rechtsstaat blijkt niet veel nodig voor een
toestand van volstrekte straffeloosheid: het volstaat kennelijk dat
een meerderheid haar woede wil koelen en kiest voor de wraak, en de
ordehandhavers kijken de andere kant op voor de duur van wat men dan
de 'genoegdoening' noemt. Oog om oog, tand om tand: het is een
principe dat ook in sinds oudsher gekerstende streken op alle begrip
kan rekenen. Tenslotte steunt het hele rechtssysteem erop want het is
de logica van schuld en boete, loon naar werk of voor wat
hoort wat de logica waarbij alle burgers zweren die zich
hebben neergelegd bij het systeem van kopen en betalen dat onze
levens regelt van voor de geboorte tot in het graf.
In
een democratie ligt de wetgevende macht bij (de koning en) het volk
dat zich laat vertegenwoordigen door het parlement, de uitvoerende
macht is in handen van (de koning en) de ministers (en
staatssecretarissen) en de rechterlijke macht ligt bij de
magistratuur ( de hoven en rechtbanken). Het verlichte principe
van Montesqieu zegt dat deze machten gescheiden moeten blijven:
regeerders mogen zichzelf niet berechten want dat ware dictatuur.
Maar alleen straffen garanderen de gehoorzaamheid aan de wetten: de
geschiedenis leert ons dat zonder straffen, wetten belachelijke
voorschriften worden en dat dan quasi alle burgers despotische
trekken krijgen.
Edoch,
de ordehandhaving faalt waar straffen niet langer afschrikken omdat
zij niet kunnen tippen aan de gruwel van outlaws die hun eigen wetten
opleggen. Criminele bendes danken hun succes aan het feit dat hun
leden hun leiders gehoorzamen in weerwil van de wet omdat zij die
leiders meer vrezen dan de arm der wet. Door hun meedogenloze
vergeldingen maken misdadigers burgers tot hun handlangers en trekken
zij zodoende de macht die de staat over de burgers uitoefent naar
zich toe; zij nemen in het leven van de burgers de plaats in die
toekomt aan de staat en het brave burgerschap dat geconstitueerd werd
door middels sancties bekrachtigde wetten, maakt plaats voor het
trouwe lidmaatschap aan de bende, samen met een onverschilligheid
tegenover de staat en haar wetten. Het gedrag van de burger wordt
niet langer gestuurd door de wet van de staat: het is de wet van de
bende die bepaalt wat de gewezen brave burger voortaan verlangt, wil,
denkt en doet.
We
kennen de recente histories van leden van criminele motorbendes die
op het matje geroepen worden maar die zwijgen als vermoord omdat zij
effectief vermoord worden door hun leider als zij het aandurven om te
spreken wat immers wordt bestempeld als verraad. En op geen
andere manier verwerven criminele bendes die zich Islamitische Staat
noemen, Al Nusra of Boko Haram, hun macht over mensen die ooit
burgers waren zoals u en ik: zij dwingen mensen middels
afschrikwekkende straffen tot blinde gehoorzaamheid en zo
instrumentaliseren zij hun slachtoffers, zo ontmenselijken zij hen.
Het
moet gezegd dat ook de staat het gedrag van haar burgers stuurt maar
dan wel met onder meer dit grote verschil dat althans in een
democratie de wetten principieel door de burgers zelf worden gemaakt
terwijl het denken en doen binnen de criminele bendes afgedwongen
wordt met chantage door gewetenloze potentaten die sluw uit het
vizier blijven.
Een
staat die niet ten dode wil opgeschreven zijn, moet derhalve tot elke
prijs vermijden dat zich groepen gaan vormen rond al dan niet
geschreven regels of wetten welke met reële sancties bekrachtigd
worden; zo niet laat zij toe dat de effectiviteit van de eigen wetten
ondermijnd wordt. Dat immers is het geval waar bijvoorbeeld de sharia
heerst of bendes die hun leden in het gareel houden middels geweld.
Het is al erg genoeg dat bepaalde sekten erin slagen om staten te
ondermijnen door met fantastische sancties het gedrag van hun
'gelovigen' te conditioneren. Tot die fantastische sancties behoren
bijvoorbeeld de dreiging van de hel voor hen die zich niet aan de
religieuze geboden houden: de straffen die deze sekten uitvoeren om
hun wil door te drukken, omzeilen als het ware het verbod op het
gebruik van fysiek geweld omdat het op de keper beschouwd niet gaat
om lichamelijke folteringen. Religieuze leiders kunnen zich in
extremis immers verdedigen met het argument dat hun leden tenslotte
vrij zijn om hun verhalen over de hemel en de hel al dan niet te
geloven en als zij ervoor kiezen om dat wél te doen, dan handelen
zij in feite op dezelfde manier als dezen die zich onderwerpen aan de
regels van het gokken of van eender welk ander spel.
Een
aanpassing van de wet dringt zich in deze tijden op omdat het effect
van niet-fysieke druk, marteling of straf niet langer kan
gelijkgesteld worden met een irreële, onbestaande of ingebeelde
straf: het is met zekerheid bekend dat psychische en sociale
drukmechanismen zelfs meer effect kunnen sorteren dan lichamelijk
martelingen, terwijl de wet op de godsdienstvrijheid deze
noodzakelijke aanpassingen in de weg staat. De feitelijkheid vandaag
is zo, dat despoten van allerlei allooi achter de zogenaamde wet van
de godsdienstvrijheid dekking zoeken om ongestoord leden te kunnen
werven en behouden; zij slagen er wonderwel in om die burgers af te
snoepen van de staat, welke gevoeliger zijn voor psycho-sociale
martelingen dan voor fysieke folteringen. Het sluiten van de ogen
voor deze actuele problematiek of het onvermogen om deze gang van
zaken te onderkennen, is fataal voor het voortbestaan van de staat
waarvan de wetten tenslotte de ultieme garantie vormen voor de
menselijke vrijheid.
(J.B.,
28 september 2016)
03-09-2016
Opvoeding, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en charlatanerie
Opvoeding,
eerlijkheid, verantwoordelijkheid en charlatanerie
Een beknopte beschouwing bij
de aanvang van het nieuwe schooljaar
Op
15 juni 2016 berichtten de kranten dat paus Franciscus uit de handen
van de Argentijnse president Macri de gulle gift van 1.666.000
Argentijnse pesos (ca. 1 miljoen euro) ten gunste van de noodlijdende
Scholas Occurentes weigert te ontvangen met het argument dat hij niet
van het getal 666 houdt. Voor leken: 666 is het Bijbelse 'getal van
het beest', sinds oudsher bron van allerlei fantastische speculaties,
paranoia en bijgeloof. (*)
Op
24 augustus 2016 vernemen wij via de kranten dat Peter Malfliet van
het bisdom Gent ons over het 'mirakel van de bloedende hostie' te
Aalst prompt de uitleg verschaft dat het hier gaat om delicate
zaken waarover we nog te weinig weten om er iets zinnigs over te
zeggen. (**) Dit terwijl op grond van wetenschappelijk onderzoek
bij gelijkaardige gevallen sinds jaar en dag bekend is dat zo'n
verkleuring wordt veroorzaakt door een biochemische reactie ingevolge
de bacterie Serratia marcescens, de schimmel Monilia steophila of de
schimmel Oidium. (***)
Wat
betreft dit laatste rijst de vraag of de 'pedagogen', gezagsdragers
en woordvoerders van de katholieke kerk zich kunnen beroepen op
onwetendheid omtrent zaken waarover uitgerekend zij een goede kennis
horen te bezitten. Beslist niet: zulke 'onwetendheid' is onmiskenbaar
geveinsd en dit kan derhalve niet anders worden bestempeld dan als
schaamteloos immoreel. Nog erger is de (bovendien uiteraard bijzonder
onverstandige) poging om het publiek alsnog voor te liegen dat men
ook nog in naam van de wetenschap spreekt, want wat anders doet
iemand die beweert: Wij weten momenteel nog te weinig om hierover
iets zinnigs te kunnen zeggen?
Op
1 september 2016 ging het nieuwe schooljaar van start. Het katholieke
onderwijsnet is veruit het grootste van Vlaanderen en de vraag dringt
zich op of het anno 2016 nog wel verantwoord is om de opvoeding van
sowieso weerloze en goedgelovige kinderen toe te vertrouwen aan lui
die lichtzinnig omspringen met de plicht om aan de aan hen
toevertrouwde kinderen de waarheid te vertellen? Is het subsidiëren
van lieden die onder het mom van opvoeding de jeugd indoctrineren om
aldus de macht van de eigen zuil te kunnen bestendigen nog wel van
deze tijd?
De
zaak is dermate ernstig dat zij moeilijk overschat kan worden omdat
de uitspraken die hier aan de orde zijn, getuigen van een volstrekt
gemis aan verantwoordelijkheidszin en dan nog bij dezen die zichzelf
als de goede voorbeelden bij uitstek profileren en die daarvoor ook
nog eens fikse weddes opstrijken. Laat de mondig geachte burger zich
dan in die mate voor de gek houden dat hij het verderf van het eigen
kroost ook nog zelf financiert? Of wensen wij onze kinderen dan zo op
te voeden dat zij bij elke confrontatie met drie zessen hysterisch
worden? En wat moeten zij denken over hun leraren als duidelijk wordt
dat zij hen voorgelogen hebben? Is er dan niets grondig mis met een
mensheid die via een vermeende 'opvoeding' in feite gegijzeld blijft
door charlatans?
Bij
ons valt niemand uit de boot!, zo bazuint de baas van het
katholieke onderwijsnet het uit, maar wat gezegd over de niet
aflatende discriminatie van jongeren met een 'abnormale' geaardheid?
Is het geen daad van lafheid, begaan door alle aanhangers van de
religies van het Boek, om de schuld voor hun moordende veroordelingen
te gaan schuiven in de schoenen van het zogenaamde Oude Testament,
alsof teksten aftandse griezelverhalen in staat waren om
verantwoordelijkheid te dragen?
Kinderen
verdienen beter dan leugens en opvoeding is vooreerst een zaak van
eerlijkheid. Maar zolang de staat sekten financiert om opvoedelingen
op te zadelen met waanzinnige angsten en wensdromen die
schuldcomplexen, uitsluiting, racisme, depressies, suïcidale
neigingen en nog meer van die ellende teweegbrengen, is het dweilen
met de kraan open.
De Olympische Spelen en de ondergang van de cultuur
De Olympische
Spelen en de ondergang van de cultuur
Birmingham is Engelands
tweede grootste stad, gelegen in Shorpshire in het graafschap West
Midlands. Zij ontleent haar bijnaam van 'Black Country' of 'Zwarte
Stad' aan de rokende fabrieksschoorstenen van de metaalindustrie uit
de tijd van de Industriële Revolutie. Het was een tijd van
stinkend rijke edellieden die het grootkapitaal beheerden en die de
straatarme fabrieksarbeiders uitbuitten. Kinderarbeid, verdrukking,
honger en tering naast riante kastelen en blasé barons op zoek naar
een exotisch tijdverdrijf in de exquise Engelse tuinen. Het is deze
ellende die Friedrich Engels zo verschrikkelijk vond dat hij er
(samen met Karl Marx) zijn levenswerk van maakte om ze te bestrijden:
in 1845 publiceerde hij Toestand van de arbeidersklasse in
Engeland in 1844 het Communistisch Manifest verscheen
in 1848.
Op amper dertig mijl van
Birmingham ligt Much Wenlock en daar was het dat ene dokter William
Penny Brookes voor de fabrieksarbeiders naast een soort van
leerschool (de Wenlock Agricultural Reading Society
WARS in 1841) ook de zogenaamde Wenlock Olympian Class (in
1850) oprichtte met wedstrijden: de Wenlock Olympian Society Annual
Games. Brookes kwam in contact met de gelijkgestemde Franse baron de
Coubertin, die in 1894 het Internationaal Olympisch Comité stichtte,
waaruit in 1896 de eerste moderne Olympische Spelen, gehouden op hun
plaats van oorsprong in Athene.
De Helleense Olympische
Spelen bestonden gedurende meer dan duizend jaar van 776 voor
Christus tot 394 na Christus, toen keizer Theodosius II ze verbood
omdat de christelijke staatsgodsdienst ze als heidens beschouwde.
Alle hoogdravende verantwoordingen ten spijt waren ze een
tegemoetkoming aan de pronkzucht van naakt strijdende vrije
jongemannen omzeggens 'hogere burgerij' want slaven en
vreemdelingen hadden geen toegang tot de Spelen. Evenmin als vrouwen
die zelfs niet tot het publiek werden toegelaten, op uitzondering van
de ongehuwde maagden. Het klinkt wellicht oneerbiedig om te spreken
over hanengevechten voor de menselijke soort, maar competitie is nu
eenmaal het mechanisme achter de 'survival of the fittest'.
Chauvinisme, omkoperij
en geldgewin waren schering en inslag, getuige het relaas van
geschiedschrijver Pausanias (VI 3.11) over de Kauloniaanse
loopvedette Dikon die geld kreeg aangeboden om het publiek voor te
liegen dat hij uit Syracuse afkomstig was. Ook geweld werd niet
geschuwd en zo had de gevreesde vechtkampioen Sostratus de bijnaam
van 'Vingerbreker'. (Pausanias VI 4.1)
Of de geest van de
moderne Olympische Spelen veel verschilt van die van toentertijd,
valt alle propaganda ten spijt heel sterk te betwijfelen. Om te
beginnen gaat het nog steeds om een bijzonder duur vermaak waaraan
sowieso geen arme drommels kunnen deelnemen. Het plebs wordt
gewapenderhand verjaagd van de plekken waar de stadions en de
amfitheaters voor het miljardenfestijn van de wereldtop bovenop
platgewalste favella's worden gebouwd voor eenmalig gebruik
daarna is het vaak niet meer dan schroot.
De Spelen van 1936 in
Berlijn werden voor de kar van de nazi's gespannen maar de zwarte
viervoudige gouden medaillewinnaar Jesse Owens ontkrachtte Hitler's
krankzinnige rassentheorieën in één klap. De weigering van de
Führer om de zwarte topatleet te feliciteren situeert het historisch
record van onsportiviteit binnen de Olympische Spelen. Uit protest
tegen dit fascisme organiseerde het Spaanse Volksfront in Barcelona
als alternatieve spelen de Olympiade van het Volk. Meer dan 6000
atleten uit 22 landen schreven zich in maar net voor het begin van de
Spelen brak de Spaanse burgeroorlog uit meer dan 200 buitenlandse
atleten bleven in Spanje om mee te vechten voor de republiek.
Er waren boycots van de
Spelen in Melbourne 1956, München 1972, Montreal 1976, Moskou 1980,
Los Angeles 1984 en Peking 2008. In Peking werden sloppenwijken
opgeofferd aan de luxeterreinen die amper enkele weken dienst doen en
ook voor de Winterspelen in Sotsji 2012 werden plaatselijke bewoners
voorgoed uit hun huizen verjaagd. Rio kreeg van hetzelfde laken een
broek: de superrijken kwamen de grote jan uithangen pal naast de
krottenwijken.
We hebben het nog niet
gehad over het druggebruik dat Olympisch goud moet garanderen; de
gesofisticeerde doping waarvan elke ingewijde weet dat het zónder
niet meer kan: de topsport als laboratorium voor het uitproberen van
superdrugs. Want we weten dat in de topsport niet de atleten met
elkaar wedijveren maar wel de naties. Maar bovendien heeft het er
alle schijn van dat de naties dat helemaal niet meer doen middels
atleten, die nog slechts gebruiksvoorwerpen zijn en uithangborden: de
eigenlijke wedstrijd zou een competitie zijn onder de topdokters van
de deelnemende landen. Alvast is het een feit dat de farmaceutische
industrie schatrijk wordt als leverancier van 'sportieve'
overwinningen.
Uiteraard wordt dat
spokerige spektakel keer op keer betaald door Jan met de pet. De op 2 juli laatstleden overleden Elie Wiesel die de concentratiekampen overleefde, benadrukte dat het allerergste van de genocide ligt in de onverschilligheid: "Er zijn momenten dat we onrecht niet kunnen voorkomen, maar er mag nooit een moment zijn dat we er niet tegen protesteren." Jammer genoeg is het steeds vaker die alle cultuur met de voeten tredende onverschilligheid welke de Olympische Spelen bij uitstek tentoonspreiden en propageren.
Het
is waar dat maatschappijen evolueren of zich ontwikkelen, maar het is
niet vanzelfsprekend dat dit gebeurt in de gewenste richting en dus
naar een steeds hogere, een meer verfijnde of een edeler vorm van
samenleven. Een cruciale voorwaarde voor een goede maatschappelijke
ontwikkeling heeft te maken met het simpele feit dat een maatschappij
als zodanig niet anders bestaat dan als de som en het product van
enkelingen, waarbij dan vooreerst de sterfelijkheid van deze
enkelingen bijzondere aandacht verdient. Dit houdt vooral in dat het
sociale, morele, politieke, wetenschappelijk-technische niveau van
een samenleving nooit eens en voorgoed bereikt wordt: het dient
daarentegen te worden in stand gehouden door het onderwerpen
van alle enkelingen die er deel van uitmaken aan een niet aflatende
opvoeding.
Onder
de 'opvoeding' van kinderen wordt meestal verstaan het aan hen
doorgeven (door opvoeders) van de maatschappelijke normen en waarden
met het oog op hun participatie aan de samenleving. Vandaag komt in
de zich moreel neutraal wanende westerse samenlevingen al te zeer de
nadruk te liggen op het doorgeven van technische vaardigheden veeleer
dan op het zich eigen maken van normen en waarden, en wel in die mate
dat het aanleren van vaardigheden de enig resterende norm wordt
de prestatie is de ultieme waarde.
Maar
het mag meteen duidelijk zijn dat wat men eerst als moreel neutraal
beschouwde, in feite neerkomt op een alles monopoliserend
utilitarisme: de eigen bruikbaarheid of het eigen nut wordt het enig
resterende zinvol gegeven. De mens wordt herleid tot een
gebruiksvoorwerp. Edoch, omdat de gebruiker zelf van alle nuttige
individuen geen persoon is maar een machinerie de maatschappij
zijn mensen nog slechts nuttige machine-onderdelen. Uiteindelijk zal
een welbepaalde elite zich onbezorgd van deze machine weten te
bedienen.
Dat
mensen aldus herleid worden tot nuttige machine-onderdelen betekent
onder meer dat aan wie niet of niet meer naar behoren functioneren,
geen zin en dus ook geen bestaansreden meer kan worden toegekend. En
in een moderne rechtsstaat waarin men zich in de eerste plaats moet
kunnen verantwoorden, betekent een waardesysteem met slechts het nut
als eindwaarde, de doodsteek voor wie anderen tot last zijn.
De
paradox van het hele verhaal wordt apert waar in de eerste plaats
kinderen kunnen worden bestempeld als onnuttig, lastig of zelfs
overbodig bijvoorbeeld in het licht van een voorgewende
overbevolking. Verder ook al degenen die niet langer nuttig zijn en
uiteraard ook zij die nooit enig nut hadden of zullen hebben.
Nu
is nut een volstrekt zinledig begrip als niet tegelijk gegeven is in
functie waarvan dat nut dan wel staat. Bovendien dient men voor ogen
te houden dat van het nut in kwestie uiteindelijk dient genoten
te kunnen worden, wat uiteraard vereist dat de genieter een persoon
is. Zo bijvoorbeeld kan men bezwaarlijk zeggen dat de creatie van
jobs nuttig is voor de economie, als men daarbij niet meteen de
opmerking maakt dat de economie in dienst moet staan van de mensen
een stellingname die niet helemaal gespeend is van problemen, in acht
genomen het gegeven dat in onze economie mensen per definitie lui
zijn aangezien zij door de band een maximale winst beogen in een
minimale tijdspanne: luiheid verlangt immers niet naar meer werk maar
daarentegen naar minder.
Maar
waar luiheid nagestreefd wordt, kan men bezwaarlijk degenen die er
sowieso reeds van genieten, veroordelen: zij die om de een of andere
reden niet of niet langer nuttig zijn, zijn gedoemd tot dezelfde
luiheid die door de werkenden wordt nagestreefd en die door hen
uiteindelijk ook wordt bekomen, hetzij via het bereiken van een
pensioengerechtigde leeftijd, hetzij door een of andere vorm van
invaliditeit waarvan de oude dag de meest voor de hand liggende is.
Edoch,
na een grondige analyse blijkt de 'luiaard' niet zozeer de inspanning
als zodanig te schuwen: de grond van het verlangen om zo weinig
mogelijk te werken (voor hetzelfde geld), ligt in de drang naar
autonomie. Niet de inspanningen worden geschuwd maar wel de
onderworpenheid aan andermans wil, het voltooien van andermans
projecten, het brengen van offers aan werkzaamheden waarvan
uiteindelijk volslagen onbekenden de vruchten plukken. En nu is het
uitgerekend de taak van de opvoeding om mensen dermate te vormen of
misschien veeleer om te vormen, dat zij in staat zijn tot het
prijsgeven van hun autonomie: zonder veel weerstand te bieden,
blijken welopgevoede mensen in staat om zich aan de wil van een ander
te onderwerpen.
Waar
het algemeen belang prevaleert, valt er zeker en vast wat te zeggen
voor wat men in deze context een goede opvoeding mag heten, omdat het
ondergeschikt maken van het eigenbelang aan het belang van de
gemeenschap veeleer als een overwinning op het egoïsme wordt gezien
dan als een prijsgeven van de autonomie, en een Spinozistische rede
helpt ons alvast om wat noodzakelijk is ook als onvermijdelijk te
gaan beschouwen en om het bijgevolg te aanvaarden. Echter, waar het
algemeen belang met de voeten wordt getreden, zoals dat pertinent het
geval is in een kapitalistisch bestel, spant de sluwe deugniet de
domme goedzak voor zijn kar en kan ook de opvoeding als zodanig niet
langer beschouwd worden als ondubbelzinnig goed en wenselijk omdat
zij, zoals gezegd, voor een flink deel een training is in altruïsme,
in dienstbaarheid of in de bereidheid tot het zichzelf beperken tot
zijn functionaliteit of nut.
Het
verloningssysteem zorgt weliswaar voor zekere compensaties maar al
bij al blijft men geconfronteerd worden met een pijnlijke heteronomie
omdat de vergoedingen voor de gebrachte offers geen andere gedaante
aannemen dan die van geld, wat betekent dat men slechts gecompenseerd
wordt met koopwaar. En wij weten allemaal heel goed dat de
belangrijkste dingen niet voor geld te koop zijn: in de arbeid offert
men zijn tijd op en zijn jeugdige kracht maar met het verdiende geld
kan men tijd noch jeugd noch gezondheid terugkopen hooguit kan
men een vakantie bekostigen, een vals gebit of een pruik. Andermaal:
dit ware allemaal nog niet zo erg indien de gebrachte offers ook ten
goede kwamen aan zaken waarin men ook kon geloven zoals het
algemeen belang maar in de westerse samenleving dient men
bijvoorbeeld het belang van Coca-Cola, terwijl dat niet eens een
belang kan zijn omdat het de overconsumptie van suiker in de hand
werkt.
Waar
opvoeding een bijzonder problematische zaak wordt omdat zij de
instrumentalisering van de massa in functie van spoken bevordert
terwijl zij tegelijk volstrekt onmisbaar is voor het voortbestaan van
de samenleving als zodanig, staat deze maatschappij voor een immens
dilemma. Het lijkt wel onvermijdelijk dat zij in fragmenten uiteen
zal vallen.
(J.B.,
17 augustus 2016)
04-08-2016
De terugkeer van de Nazoreeër
De terugkeer van de
Nazoreeër
Ludo
Noens, De terugkeer van de Nazoreeër. Fabuleuze lotsbestemming
van een bliksemsjamaan, Aspekt, Soesterberg 2016, ISBN
8789461539960.
Middenin
een wereldomvattende islamterreur verklaart paus Franciscus I dat een
wereldoorlog gaande is maar dat het in geen geval om een
godsdienstoorlog gaat (1) (2): "Coca-cola bindt de strijd aan
met obesitas"! En uitgerekend in het licht van zoveel
absurditeit is het meest recente boekwerk van de onafhankelijke
Vlaamse onderzoeker Ludo Noens warempel een 'godsgeschenk': in een
bijzonder goed gedocumenteerde studie van 260 bladzijden schetst hij
een aantal historische, psycho-sociale, religieuze en
wetenschappelijke contexten welke de centrale figuur van het nog
steeds de hele wereld dominerende christendom eens en voorgoed
ontdoen van zijn kerkelijke omhullingen en vervalsingen om hem dan
geheel gerelativeerd tot zijn recht te laten komen weliswaar van
zijn aloude voetstuk gehaald maar tevens als een veel geloofwaardiger
beeld opnieuw neergezet.
We zijn er intussen
bijna aan gewoon geraakt: leugens die zichzelf even ostentatief als
onbeschaamd tegenspreken doch van geen wijken willen weten op het
wereldtoneel, die het been stijf houden en die prompt doorgaan met
het ons door het strot rammen van steeds meer absurde onzin in
deze tijd blijkt wel alles te zijn herleid tot botweg domme reclame.
Maar eenmaal de gewenning een zekere drempel overschrijdt, blijken
haar slachtoffers zelfs volslagen blind geworden voor het meest
aperte bedrog. (3) Toen het rebellerende christendom na vele bloedige
opstanden uiteindelijk een plaats kreeg in het Romeinse Rijk, werd
deze religie aan het wereldse rijk dermate aangepast dat zij niet
alleen onschadelijk werd maar bovendien geheel in dienst gesteld van
de wereldse machten. Mensen geloven nu eenmaal in het bovenzinnelijke
en misschien hebben zij niet eens ongelijk.
Jezus,
de zoon van god, is na zijn dood verrezen en de verrezen heer zou
menigmaal verschenen zijn, zoals vele bronnen getuigen. En dat
gegeven trekt Ludo Noens ook helemaal niet in twijfel, alleen blijken
de doden vaker aan hun nabestaanden te verschijnen en menig strenge
wetenschapper heeft daarvan getuigd, ofschoon niemand daarvoor ooit
een bevredigende verklaring vond. Maar dat is geen bezwaar, zo blijkt
immers uit het feit dat ook het leven zelf, dat onderwerp is van de
biologie en van menige andere wetenschap, het met slechts
beschrijvingen moet doen terwijl de grondvraag naar wat het leven is
en hoe het dan überhaupt mogelijk is, uiteindelijk onbeantwoord
blijft.
Het christendom is een
mysteriegodsdienst, maar het is lang niet de eerste en evenmin de
enige: over de mysterieculten licht ons dit boek uitgebreid in maar
ook over de daarmee samenhangende problematiek van de
Bijna-Dood-Ervaringen (BDE) die een empirische grond geven voor het
geloof in wat het louter stoffelijke en het tijdelijke te boven gaat.
De geschiedenis staat bol van sekten, geschriften en getuigenissen
afkomstig uit alle hoeken van de wereld waarin sprake is over steeds
weer hetzelfde fenomeen dat wij ook in het ons min of meer vertrouwde
christendom ontwaren, alleen blijkt het bijzonder verhelderend om
zich te realiseren dat naast de door de kerken erkende geschriften en
documenten, nog andere bronnen bestaan: teksten die verdonkeremaand
werden omdat zij de potentaten niet in de kaarten speelden maar die
onontbeerlijk zijn om de waarheid dichterbij te komen omtrent in
dit geval de Nazoreeër.
Noens' nauwgezette
duiding van het sjamanisme laat er geen twijfel over bestaan dat ook
de Nazoreeër in deze groep thuishoort een groep van bijzondere
figuren die de link verzorgen met de wereld aan gene zijde zonder
welke ons bestaan aan deze zijde uiteindelijk belofteloos blijft.
Waren de goden
buitenaardse kosmonauten? Wat leert ons het onderzoek naar Ufo's
daarover? En zijn de wonderen die de bijbel mediamiek maken dan geen
spiritistische verschijnselen zoals alle andere, ook als de jaloerse
Bijbelse god die voor zichzelf opeist en tovenarij van elke andere
oorsprong veroordeelt, ja zelfs aanzet tot moord op de aanbidders van
andere goden? Een en ander suggereert dat in de oudheid meer
rivaliserende goden en geesten de wereld bevolkten goden op zoek
naar geschikte mediums om hun wil kenbaar te maken aan de mens die
toen, zoals J. Jaynes stelt, zijn gedachten nog niet van externe
stemmen onderscheidde maar uit het onderzoek van ene professor
Bennett bleek evenwel dat de stemmen van het medium Leslie Flint
alsnog van externe oorsprong waren...
Onze hoogtechnologische
wereld ontspruit aan de verbeeldingswereld van enkelingen, zo stelt
Ludo Noens met Jules Verne vast, maar valt ons huidige wereldbeeld
dan met de werkelijkheid zelf samen of is het niet veeleer zo dat
elke tijd niet alleen zijn eigen wereldbeeld heeft maar ook zijn
eigen wereld? En de auteur maakt hier een uitstapje naar de
filosofie, de culturele antropologie en de linguïstiek, opmerkend
met onder meer Paul Feyerabend dat iemands wereldbeeld zijn
moedertaal weerspiegelt.
Jaloerse goden: het
lijkt wel alsof hun bestaan van het geloof zelf afhangt en volgens de
Vlaamse jeugdschijver John Flanders begonnen de Griekse goden prompt
uit te sterven toen de mensen aan hun bestaan gingen twijfelen. Het
zijn zaken die te denken geven in het licht van de kwantumtheorie,
aldus de auteur, die dit ook toepast op de Bijbelse personages.
De Bijbelse profeten, de
apostelen en tenslotte ook Jezus baden in het paranormale. Evenals
bij Homeros wordt in de bijbel verhaald over de dodenbezwering en
zoals in vele andere culturen is ook in de heilige schrift sprake van
de magie van 'tafeltje-dek-je', de opwekking van doden, exorcisme,
het uitlokken van natuurfenomenen, de verdwijntruc en vele andere
wonderen zoals de nederdaling van de heilige geest over de apostelen
die terstond alle talen gaan spreken en de vele genezingen
fenomenen die echter vaak worden voorzien van wetenschappelijke
verklaringen (natuurfenomenen, epilepsie...) zelfs de
'neurotheologie' wordt erbij gehaald. Met een bijzondere aandacht en
een fenomenaal geheugen voor deze zaken verzamelt Noens ze en hij
verbindt ze bijzonder verhelderend met vergelijkbare feiten elders in
het wereldgebeuren.
(...)
Wat men in onze alsmaar rationeler wordende samenleving meer en meer
onder de mat schuift, zal de essentie van Jezus' betekenis blijken te
zijn.
Deze paranormale doener
van zowat veertig gerapporteerde (en dankzij de kracht van de heilige
geest verrichte) wonderen, zegt dat in principe iedereen kan doen wat
de messias doet, mits zijn geloof maar sterk genoeg is en zo deed Don
Bosco in 1860 de vermenigvuldiging van de broden nog eens over. Dit
geloof zou immers ook een rol spelen in zogenaamd strikt
wetenschappelijke experimenten. Het paranormale blijkt inherent aan
de werkelijkheid, zoals Noens laat verstaan met een treffend citaat
van Kenneth Bacheldor: Het is alsof het
universum nu en dan psi fenomenen toelaat, redelijk vlot en snel, op
voorwaarde dat zij accidenteel gebeuren en niet onder bewuste
controle. Wellicht zou bij een andere gang van zaken de realiteit te
onstabiel zijn. (p. 171) Er wordt verhaald hoe de
zestiende-eeuwse Filippus Romolo Neri door een bol van vuur een
bolbliksem? die zijn mond in vliegt en zich in zijn hart nestelt,
geheiligd wordt. Exorcisme, transfiguraties, reanimaties: het blijken
sjamanistische praktijken, evenals het doorgeven van de levenskracht
door het eten van het vlees van de sjamaan en het drinken van zijn
bloed de eucharistie blijkt allerminst een uniek gebeuren.
In het negende en
laatste hoofdstuk over de terugkeer van de Nazoreeër, volgt eerst
een uitgebreide behandeling van de BDE als zeer ingrijpende
gebeurtenis die het leven verandert zoals ook wel gebeurt bij
blikseminslag in het lichaam door natuurvolkeren beschouwd als
sjamanistische roeping, zoals wellicht bij Paulus die op weg naar
Damascus van zijn paard gebliksemd (?) werd en die zich als gevolg
daarvan bekeerde. Ook de Nazoreeër vertoont alle gedragskenmerken
van de bliksemsjamaan en van de BDEr waarover vooral de apocriefe
teksten het hebben, zoals Filippus voor wie de ziende en de blinde
slechts in het donker gelijken zijn. (p. 229)
De waarheid blijft
verborgen voor de verstandigen en wordt slechts aan de eenvoudigen
onthuld; het koninkrijk Gods is slechts voor wie bereid zijn al het
wereldse achter te laten. Is de verrijzenis van Christus als een
eenmalig gebeuren voorgoed achterhaald? Het lijkt erop dat het
biologische sowieso bestemd is om uit het leven een post-biologische
ziel te laten geboren worden...
(2) Er valt wat te
zeggen voor de stelling dat alle oorlogen in wezen godsdienstoorlogen
zijn of oorlogen gevoerd omwille van het geloof. De gruwelijkste
oorlog aller tijden, de Tweede Wereldoorlog met zijn pakweg 75
miljoen doden, draaide om de nazi-ideologie: het geloof in een
zichzelf verheerlijkend superras aan hetwelke de wereldheerschappij
zou toekomen en dat daarom alle andere rassen maar ook alle
rivaliserende ideologieën en geloofssystemen aan zich onderwierp met
alle middelen, tot en met koelbloedige massamoord. Op de tweede
plaats met veertigduizend slachtoffers staat de dertiende-eeuwse
Mongoolse invasie onder Gengis Kahn, met een gelijkaardige gezindheid
als die van het nazisme. (°) Op nummer drie staat de Tweede
Chinees-Japanse oorlog (voor en tijdens WOII en daarmee samenhangend)
met 35 miljoen doden en op nummer vier de zogenaamde Taiping Rebellie
(1850-1864) met 20 miljoen doden, ontketend door Hong Yiuquan die
beweerde de broer van Jezus te zijn. Ons nu het meest bekend zijn de
godsdienstoorlogen in het Midden-Oosten , te beginnen bij de
kruistochten, de vervolgingen ten tijde van de inquisitie en de
strijd tussen katholieken en protestanten, zowel in de middeleeuwen
als in het Ierland aan het eind van de twintigste en aan het begin
van de eenentwintigste eeuw. (°°)
(3) De trouw aan een
liefhebbende en barmhartige god wordt verwisseld met moord voor geld,
invloed en macht en zij die geloven te feesten, drinken het bloed en
eten het vlees van hun dode messias; zij beweren praktisch ingesteld
te zijn als zij omheen hun stad een ijzerdraad of 'heilige eroev'
spannen teneinde aldus een religieuze wet te kunnen omzeilen. [Zie:
http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2904790
]
24-07-2016
Geld, slavernij en vrijheid
Geld,
slavernij en vrijheid
In een wereld waarin
geld het afdwingmiddel bij uitstek is omdat er niets kan bekomen
worden tenzij met geld, zodat zelfs de voortzetting van het eigen
leven van geldbezit afhankelijk is, is men slaaf in zoverre men
andermans werk moet doen om zelf in leven te kunnen blijven en is men
vrij in de mate waarin men in staat is om onbezoldigde arbeid te
verrichten.
Waar men vrijheid identificeert met geldbezit en derhalve met de mogelijkheid om anderen onder dwang te zetten, blijft men gevangen in de slavernij van de geldeconomie.
Vrijheid manifesteert
zich in het opnieuw tot leven wekken van de eenvoudige samenwerking welke vanzelfsprekend was in het tijdperk dat aan het geldtijdperk voorafging. Daar worden iemands rechten niet bepaald door wat hij
presteert maar wel door wat hij nodig heeft, en iemands
plichten worden er niet zozeer bepaald door zijn schulden maar wel door zijn
talenten.
Het aanzien van
prestaties als voortbrengers van rechten kadert immers uitsluitend in
een economie waarin het werk wordt ervaren als een straf die
compensaties vereist een economie die derhalve steunt op
dwangarbeid, enkel passend in een wereld waarin arbeidsvreugde
onbestaande is. In een wereld waarin de arbeidsvreugde als het enige
en eigenlijke loon van het werk wordt beschouwd, zijn het uiteraard
iemands talenten die hem ertoe nopen om ze tot ontwikkeling te
brengen en dus om te werken en in die wereld bestaat uiteraard
geen slavernij.
(J.B., 24 juli 2016)
13-07-2016
Als de waan tot wet wordt
Als
de waan tot wet wordt
Zoals
iedereen weet mag volgens de joodse wet op zondag (Sabbat) niet
gewerkt worden maar de joden nemen hun wetten wel heel letterlijk en
zo bijvoorbeeld mogen zij buitenshuis geen voorwerpen meedragen (want
ook dat is werken) behalve dan hun eigen kledij. Maar daarop hebben
zij iets gevonden: iets dat hen toelaat om vrij met valiezen rond te
zeulen zonder in overtreding te zijn. De Sinaïsche wetgeving van
1312 staat namelijk toe dat zij als 'binnenshuis' mogen beschouwen
wat zich binnen de stadsmuren bevindt en die muren kunnen ook
symbolisch worden opgetrokken met bijvoorbeeld een ijzerdraad, de
heilige eroev genaamd. Zo loopt er al sinds 1902 een ijzerdraad rond
de stad Antwerpen en ook Amsterdam, Londen, New York en Straatsburg
hebben hun eroev. De joden vinden het beslist heel praktisch.
Niet-joden
halen er hooguit de schouders bij op maar stel eens dat een
enkeling een dergelijke onderneming zou starten het spannen van
een ijzerdraad omheen zijn stad met als uitleg dat zijn religie hem
pas toelaat om voorwerpen te verplaatsen binnen het gebied dat door
die draad wordt afgebakend dan zou hij steevast beschouwd worden
als dwangneuroticus. En worden de Antwerpse joden beschouwd als
geesteszieken? Daar is uiteraard geen denken aan, en de reden ligt
hierin dat 'waanzin', van zodra zij een relatief grote groep mensen
in haar greep heeft, niet langer als waanzin wordt bestempeld:
iedereen denkt en doet het en dus is het oké.
Onfatsoenlijk
zou het wezen om alleen de joden te beschuldigen van zaken die in
alle religies schering en inslag zijn want geloven bijvoorbeeld
katholieken niet in de verkwikkende kracht van het eten van
mensenvlees? In de consecratie tijdens de heilige mis wordt het brood
veranderd in het lichaam van Christus dat vervolgens door de
gelovigen genuttigd wordt en het Vierde Lateraans Concilie uit 1215
dat het letterlijk te nemen transsubstantiatie-dogma instelt, maakt
aldus dat alle gelovigen kannibalen zijn. Nota bene werden op
datzelfde concilie (krachtens de canons 78 en 79) joden en moslims
verplicht om uiterlijke herkenningstekens te dragen zoals een gele
insigne en de jodenhoed Hitler voerde met de jodenster dit
brandmerken van mensen weer in.
Opnieuw:
niet-katholieken zullen hooguit de schouders ophalen, maar mocht een
enkeling zich ledig houden met het consacreren van brood en wijn tot
vlees en bloed, hij werd meteen als een krankzinnige menseneter
beschouwd en geïnterneerd. Dat men de katholieken ongemoeid laat,
komt alleen hierdoor, dat zij in groep handelen.
Beoefend
in groep wordt de waanzin 'vrijheid' genoemd in de hierboven
beschreven gevallen meer specifiek 'godsdienstvrijheid'. En dat is nu
precies de macht van de meerderheid en de logica van de democratie:
niet een of andere wetenschappelijke waarheid maar een macht
onderscheidt wat gezond is en wat als waanzin moet bestempeld worden.
Als de meerderheid rechtshandig is, dan is de linkerhand de manu
sinistra of de hand van de duivel.
Als
iedereen het doet, dan mág het niet alleen maar dan zal het op den
duur ook móeten. Zo is moord verwerpelijk en wordt alom zwaar
bestraft, maar in geval van collectieve moordpartijen, wordt de
enkeling die deserteert, bestraft en wel met de dood door de kogel.
Waanzin en gezondheid worden onderscheiden door een brute macht en
hetzelfde geldt voor goed en kwaad: het persoonlijke geweten moet
buigen voor de wetten van een meerderheid die zich handhaven door mét
de persoon ook het persoonlijke geweten te kortwieken: zij maken
overtredingen onmogelijk door de overtreder van zijn vrijheid te
beroven ofwel van zijn leven.
Om
die griezelige reden en derhalve 'dankzij' de democratie worden
vandaag vluchtelingen die krachtens de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens uit 1948 asielrecht verdienen, niet gered met een
bevrijdende eroev maar wel met prikkeldraad belemmerd om Europa
binnen te komen en zij worden naar hun land van herkomst
teruggestuurd waar zij vergast worden op bombardementen, hongersnood
en koppensnellers. En deze collectieve waanzin werd niet alleen tot
vrijheid verheven maar tevens tot wet.
Er
was een tijd waarin met geweren gewapende Westerlingen en nog anderen
naar (bij voorkeur) Afrika trokken om aldaar mensen te vangen zoals
men wilde dieren vangt, ze met schepen over te brengen naar plantages
en ze daar in gevangenschap gratis te laten werken tot hun dood.
Maar
dat zijn uiteraard lang voorbijgestreefde methodes: vandaag maakt men
slaven op een heel andere en veel doeltreffender manier.
De
geweren zijn vervangen door bommenwerpers die hun ding doen boven
landen die zich niet te best verdedigen kunnen en aldaar slaan dan
miljoenen mensen op de vlucht: jongemannen meestal, want vrouwen,
kinderen en ouderlingen kunnen helemaal niet vluchten.
De
overscheping dan, gebeurt geheel op kosten van de vluchtelingen zelf
en zij reizen illegaal naar landen waar zij zogezegd niet welkom
zijn.
Zogezegd,
want in feite worden zij, alle barricades ten spijt, oogluikend
toegelaten, wat uiteraard tot gevolg heeft dat hun verblijf volstrekt
ondergedoken dient te verlopen: de legale mensen met hun
mensenrechten worden aan de grens gestopt en alleen hun fysieke
component, de lichamen dus, treden naar binnen.
Die
lichamen echter hebben zoals alle andere lichamen honger en dus nood
aan geld, dat zij echter alleen in het verborgene verdienen kunnen
want zij zijn daar illegaal, niemand mag hen zien.
En
ziedaar hoe vernuftig de slavenfabriek geworden is: enkele
bommenwerpers volstaan en de slaven komen uit eigen beweging naar de
rijke landen toe zoals vliegen naar een spinnenweb; ze verbergen zich
alsof ze helemaal niet bestonden en verzekeren aldus hun uitbuiters
tegen alle mogelijke aantijgingen.
(J.B.,
2 juli 2016)
25-06-2016
Europa: terug naar af!
Europa:
terug naar af!
Nu
met de Brexit-perikelen de vrees toeneemt dat de EU uit elkaar zal
vallen, dient men zich te bezinnen over het feit dat de eigenlijke
reden voor de oprichting van de Unie (na de Tweede Wereldoorlog)
gelegen is in het feit dat men een dam wilde opwerpen tegen het
nationalisme.
Met
het nazi-Duitsland van Hitler was een wel bijzonder gruwelijke vorm
daarvan tot ontwikkeling gekomen, waarbij het volk zichzelf als 'ras'
verafgoodde, het land ongebreidelde gebiedsuitbreiding op het oog had
en minderheden als slaven werden ingezet en/of vergast: in
concentratiekampen werden zes miljoen Joden, Roma, maar bijvoorbeeld
ook invaliden, prostituees en homo's omgebracht.
Het
is geen geheim dat oorlogen in een mum van tijd alle betrokkenen
verarmen of vernietigen en het Europese project (dat in 1950 vorm
kreeg in het Schuman-plan, genoemd naar de toenmalige Franse
economieminister en premier) verving als het ware de onderlinge
concurrentie van de BeNeLux, Italië, Frankrijk en Duitsland door hun
samenwerking. Vooreerst economisch, wat uiteraard de welvaart in de
hand werkte. De culturele en de politieke samenwerking zouden
spontaan volgen...
Deze
evolutie geschiedde aldus: in 1952 werd de Europese Gemeenschap van
Kolen en Staal opgericht, in 1958 volgden de samenwerking inzake
economie (de Europese Economische Gemeenschap) en atoomenergie
(Euratom), in 1967 kwam er één Europese raad en commissie (het
Fusieverdrag), in 1987 kwam er Europese politieke samenwerking alsook
gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (de Europese
Akte). De eigenlijke Europese Unie werd opgericht met de verdragen
van Maastricht (het EU-Verdrag, 1993), Amsterdam (1999), Nice (1993)
en Lissabon (2009) voor samenwerking inzake justitie, binnenlandse
zaken en strafzaken. Zo telt de EU vandaag 28 lidstaten na de
Brexit dus nog 27 en een verdere afbrokkeling dreigt.
Een
verdere afbrokkeling en dus ook een verdere opkomst van het
nationalisme staan voor de deur: het opschorten van de onderlinge
samenwerking en het herinvoeren van onderlinge concurrentie, strijd
en eventueel oorlog alsook de verarming en alle andere ellende die
daar onvermijdelijk uit volgen. Bovendien wordt Europa nu een
makkelijke prooi voor Rusland, de Verenigde Staten en nog andere
grootmachten: monetair, economisch, cultureel en militair...
Waar
vandaan toch die haat tegen het westen? zo vragen de leiders
alhier zich in de media af. Maar zij doen slechts alsof hun neus
bloedt want dienen zij niet te weten dat de aanslagen in Maalbeek en
in Zaventem alsook de geplande aanslagen op het Rogierplein beraamd
werden onder de inspiratie van medegevangenen van IS-leider Al
Bhagdadi "in een gevangenis in Irak", zoals de krant HLN
schrijft (1) waaronder uiteraard verstaan moet worden: de Abu
Ghraib gevangenis. (2) Ter opfrissing van wat voorgoed in het
collectieve geheugen van de mensheid gegrift staat, de volgende
documentaire, getiteld: Abu Ghraib Prison. Barbaric torture and
abuse of Iraqi prisoners by the American's:
Past de paus in de kast? â Over de tragedie in Orlando â
-
Past
de paus in de kast?
Over
de tragedie in Orlando
"Wij hopen
allen dat de oorzaken van dit afschuwelijke en absurde geweld, die
het verlangen naar vrede van het Amerikaanse volk en de hele mensheid
zo diep verstoort, kunnen worden aangewezen en doeltreffend en snel
bestreden kunnen worden", aldus
paus Franciscus I volgens de (verder anonieme) 'Kerknet-redactie' in
Kerknet van 12 juni 2016 (met een verwijzing naar de Vatican
Information Service)
(1).
Misschien
kan Zijne Heiligheid zijn licht eens opsteken bij de Telegraph
van 14 juni laatstleden, waar verschillende mensen, onder wie de
waard van de homoclub waar de afslachting plaatsgreep, ervan getuigen
dat de massamoordenaar wellicht een crypto-homo was iemand die
zijn geaardheid angstvallig voor anderen verbergt. (2)
In
diezelfde krant bevestigen verschillende getuigenissen in dat verband
andermaal de onomstotelijke resultaten van het wetenschappelijk
onderzoek daaromtrent: openlijke tegenstanders van homofilie zijn
vaak verborgen homoseksuelen die (vruchteloos) geloven dat hun luide
tegenstem de mogelijke argwaan omtrent hun eigen geaardheid in de
kiem kan smoren.
Uiteraard
verbergen mensen hun geaardheid omdat zij vrezen voor
'onvriendelijke' reacties vanuit hun omgeving: homo's worden zoals
overigens vele andere minderheidsgroepen genegeerd, bedreigd, gepest,
fysiek aangevallen en vermoord door mensen die daartoe worden
aangezet door vijandige denkbeelden welke de wereld ingestuurd worden
door potentaten die geloven de waarheid in pacht te hebben. En wie
durft het vandaag nog tegenspreken dat de katholieke kerk hier altijd
de toon heeft aangegeven maar zich ook hier weer van de domme houdt?
Europa
verbiedt de toetreding van Turkije tot de Unie omdat het land een al
dan niet vermeende genocide miskent?
Er
bestaat doodslag, moord met voorbedachten rade en er is ook nog moord
door schuldig verzuim. In het laatst genoemde geval verzuimt men
opzettelijk om hulp te bieden aan iemand in grote nood
bijvoorbeeld iemand die in levensgevaar verkeert en wiens
uiteindelijke overlijden dan eigenlijk toe te schrijven is aan dat
verzuim. In wezen weegt moord door schuldig verzuim zwaarder dan
doodslag omdat bij doodslag niet gehandeld wordt met voorbedachten
rade. Bij schuldig verzuim is per definitie sprake van voorbedachten
rade.
Genocide
of volkerenmoord is erger nog dan moord omdat het daar gaat om een
moord op een gans volk, het gaat om massamoord, het gaat om het doden
van vele mensen met voorbedachten rade.
Maar
wat dan gezegd van moord door schuldig verzuim op een gans volk? En
wat gezegd van een steeds opnieuw herhaalde moord door schuldig
verzuim op een hele massa mensen een volkerenmoord door schuldig
verzuim die zich maar blijft herhalen? En hoe bestaat het dat zulks
kan en dat het ongestraft gebeuren kan? Of is de volstrekte
straffeloosheid waarvan hier sprake dan misschien de ultieme stimulus
die de moord transformeert tot een soort van perpetuum mobile?
De
wet omtrent het schuldig verzuim maakt van een moreel gebod dat ons
door ons geweten wordt ingegeven, een burgerplicht, wat wil zeggen
dat schuldig verzuim een misdaad is. Gaat het om schuldig verzuim met
de dood van velen tot gevolg, bovendien herhaaldelijk begaan
gedurende vele jaren, dan is er zonder twijfel sprake van massamoord
met voorbedachten rade uiteraard én kennelijk met volledige
afwezigheid van schuldbesef.
Die
laatste toevoeging nu, wijst op het totaal ontbreken van medeleven
met de slachtoffers, het onvermogen als het ware tot ook maar enige
vorm van empathie: zij verraadt niets minder dan psychopathie.
Dat
de genoemde misdaad de moordende waanzin niet alleen mogelijk
is maar bovendien feitelijk, actueel en ook nog eens de regel in
plaats van de uitzondering, om niet te zeggen schering en inslag, in
onze eigen wereld vandaag, spreekt vanzelf uit alle feiten aangaande
de houding van de Europeanen jegens de vluchtelingen uit het Oosten.
De
hele zaak wordt nog driester, in acht genomen het feit dat na de
Tweede Wereldoorlog alle zich beschaafd achtende landen ter wereld
de zogenaamde Verenigde Naties overeengekomen zijn om bij een
herhaling van een oorlogskatastrofe zoals die zich voordeed ten tijde
van het nazisme, de vluchtelingen op te vangen.
Vraagt
men zich nu af hoe die massamoord dan mogelijk is, dan belandt men
uiteraard bij het gegeven van het banditisme, wat wil zeggen de
bendevorming of het handelen in groep, in casu: het plegen van
misdaden moorden, massamoorden in groep. Het plegen van een
misdaad wordt immers 'vergemakkelijkt' door een aantal factoren,
waaronder de gedeelde schuld: in de massa blijken personen afwezig,
zij maken plaats voor onmensen. Daarnaast is er nog de factor van de
afstand (in ruimte en in tijd) tussen dader en slachtoffer: naarmate
die afstand toeneemt, gaat het slachtoffer als het ware
depersonaliseren of er veeleer uitzien als een ding dan als een
persoon. Ook de demonisering van het slachtoffer en het onterecht
afschilderen van het slachtoffer als een dader het slachtoffer
wordt bijvoorbeeld beschouwd als levensbedreigend voor de dader
blijkt moord 'toegankelijker' te maken.
Op
de koop toe krijgt hier de massamoord een legitiem karakter om
niet te zeggen dat moord zich weet te verheffen tot een wettelijke
plicht zo huiveringwekkend werd onze eigen hedendaagse
geschiedenis. De democratie laat immers toe dat een misdadige massa
het gros der Europeanen politici aan de macht brengt die zich
ertoe lenen om in ruil voor politieke macht, de criminele wil van een
gewetenloze, psychopatische meerderheid door te voeren.
En zo
verschilt de EU in helemaal niets meer van het nazi-Duitsland van
Adolf Hitler dat zes miljoen mensen in de gaskamers ombracht. Van
dezelfde orde van grootte dreigt het huidige aantal slachtoffers te
worden onder de vluchtelingen die men opnieuw eensgezind laat
stikken.
Een
Duitse komiek heeft de Turkse premier beledigd en deze laatste spant
een rechtszaak aan tegen zijn boosdoener, die zich echter beroept op
de vrijheid van meningsuiting. De Duitse premier vindt dat hier
sprake is van belediging van een bevriend staatshoofd en derhalve
vindt zij Erdogans reactie terecht. Maar vanwege rechts en extreem
rechts klinkt het dat Erdogan een despoot is en als dit niet meer mag
gezegd worden, is het afgelopen met onze democratie en met onze
vrijheid. De Antwerpse burgemeester en N-VA-voorzitter Bart De Wever
vreest bovendien dat Turkije misbruik maakt van de macht die het land
van Europa kreeg in het kader van de vluchtelingencrisis...
Het
stukje getiteld Het
boontje van loontjeverscheen
intussen bijna twee jaar geleden als antwoord op een klacht van ene
Luckas Van Der Taelen over niet-geïntegreerde vreemdelingen in Vorst
die naar zijn eigen zeggen zijn dochter uitschelden op straat en die
hem aldaar beschouwen als een indringer op hun privéterrein en de
recente klacht van N-VA-kopstuk en minister van binnenlandse zaken
Jan Jambon, namelijk dat de helft van de allochtonen als reactie op
de aanslagen van 22 maart 2016 dansten, kan eender beantwoord worden:
politici blijken de eigen geschiedenis helemaal niet meer te kennen.
Van
Der Taelen, De Wever, Jambon en met hen alle rechtse en
extreem-rechtse politici wensen dat
wij aan de allochtonen onze normen en waarden zouden opleggen maar
het weze herhaald de vraag luidt dan wat zij nu precies op het
oog hebben: bedoelen zij onze werkelijke
normen en waarden ofwel de voorgewende?
Want inzake onze werkelijke
normen en waarden doet alvast de geschiedenis er geen doekjes om,
tenminste als men zijn licht gaat opsteken bij de echte
geschiedschrijvers. Of weten deze politici dan niet hoe wij,
Europeanen, aan de vreemdelingen onze normen en waarden reeds
metterdaad diets hebben gemaakt in het gastarbeiderstijdperk dat zij
toch zelf nog hebben beleefd? Is de bestseller Ganz
Unten
(in het Nederlands verschenen onder de titel Ik,
Ali)
uit 1985 van de allereerste undercover-journalist Günther Wallraff
dan aan hun neus voorbijgegaan? Het boek zou voor minder een
bestseller wezen, want elkeen weet dat het niet niks was wat Wallraff
aan het licht bracht: onze feitelijke
normen en waarden. Iedereen weet intussen wel wat de zogenaamde
dubbele
moraal
betekent maar het behoort uiteraard ook tot de essentie van die
'moraal' om niet uit de biecht te klappen en al liegende het been
stokstijf te houden. In de dubbele moraal wordt gezworen bij
hoogstaande principes... terwijl het eerste feitelijke
principe de meineed is. Het Victoriaanse tijdperk geldt als het
schoolvoorbeeld voor deze feesten van de hypocrisie, ons evenmin
onbekend van (bij uitstek strenge) godsdiensten, van totalitaire
politieke regimes en uiteraard van de eindeloze rij financiële
schandalen waarin onze 'leiders' zelf betrokken zijn.
Voor
wie het nog mochten hebben gemist: de moedige Duitse journalist
Günter Wallraff (°1942) werkte (voor Bild)
vermomd als Turkse gastarbeider en tekende de feitelijk
gehanteerde
normen en waarden van onze voorgewend
christelijke
samenleving op, meer bepaald: de mensonwaardige behandeling en
werkomstandigheden van gastarbeiders in de industrie.
De
zaak is uiteraard deze: wie gelooft te mogen verwachten van de
kinderen en de kleinkinderen van de door Wallraff beschreven hier
uitgebuite gastarbeiders dat zij onze dubbele moraal kunnen
appreciëren, is ofwel niet goed snik, ofwel is hij een struisvogel,
ofwel kent hij de geschiedenis niet. Overigens is het trieste feit
dat men er van overheidswege kennelijk niet meer in slaagt om overal
te lande de orde te handhaven, een rechtstreeks gevolg van dezelfde
hypocrisie en meer bepaald een gevolg van algemene onbekwaamheid
welke uiteraard de nasleep is van een wijd verbreid nepotisme van
politiek despotisme, uitgerekend hetgeen men Turkije nu wil
aansmeren.
Of
is het eerder zo dat Europa het feit niet kan verteren dat het arme
gastarbeidersland Turkije aan enkele miljoenen vluchtelingen asiel
verleent, terwijl het rijke Europa de sukkelaars achter de
prikkeldraad van nieuwe concentratiekampen steekt, alle afspraken
over asielrecht uit de na-oorlogse mensenrechtenconventie aan de
laars lappend? En waarheen met die miljoenen vluchtelingen indien ook Turkije een prikkeldraaddemocratie was geweest?
(Jan
Bauwens, 16 april 2016)
09-04-2016
Tophypocrieten
Tophypocrieten
Het
tart werkelijk alle beschrijvingen maar de katholieke kerk slaagt er
blijkbaar in om de massa instemmend te laten knikken op het ogenblik
dat zij zich bij monde van haar paus bereid verklaart om een beetje
meer vergevensgezindheid te vertonen tegenover homo's, lesbiennes en
uit de echt gescheiden mensen.
En
wij die dachten dat het ogenblik was aangebroken waarop die kerk
vergiffenis zou vragen voor de intussen dan toch niet meer te
tellen doden vaak door zelfmoord maar ook door moord
ingevolge haar meedogenloze veroordelingen van deze
minderheidsgroepen! Voorwaar, eens te meer doet de dader zich als
slachtoffer voor en belaadt prompt het slachtoffer met alle schuld...
en dit kennelijk zonder dat iemand dit boerenbedrog opmerkt.
Anderzijds
echter is een komedie van de bovenste plank ook alles behalve
zeldzaam in kringen die zichzelf 'hoger' achten: de WikiLeaks, de
LuxLeaks en nu ook de Panama Papers laten hier omtrent niet de minste
twijfel bestaan. En het verhaal van de blinde massa is evenmin
nieuws.
Maar
het moet nog eens worden herhaald: de kerk spant de kroon en zij
blijft verrassen. Een dikke proficiat daarvoor!
(J.B.,
8 april 2016)
30-03-2016
Over het katholicisme, het kannibalisme, de Waarheid en het Leven â ter aanvulling op het voorgaande
Over
het katholicisme, het kannibalisme, de Waarheid en het Leven ter
aanvulling op het voorgaande
De katholieke kerk zegt
over zichzelf het mystieke lichaam te zijn van de verrezen Heer wiens
lichaam en bloed zij naar eigen zeggen telkens opnieuw tijdens de
consecratie de kern van de heilige mis uit brood en wijn te
voorschijn brengt. Edoch, men moet opmerken dat in geen van de vier
erkende evangeliën sprake is van een transsubstantiatie of van een
wezens-verandering: tijdens het laatste avondmaal, dat model
staat voor de mis, wordt gezegd dat het brood en de wijn, het lichaam
en het bloed van Christus zijn. Andermaal: er wordt niet
beweerd dat het brood en de wijn veranderen in het lichaam en
het bloed van Christus, er wordt wél gezegd dat zij het lichaam en
het bloed van Christus zijn.
Niet onlogisch, wetende
dat Christus over zichzelf zegt het Leven te zijn "Ik ben de
weg, de Waarheid en het Leven" terwijl wij ook dagelijks
mogen ondervinden dat wij pas in leven kunnen blijven als wij
ononderbroken voedsel leven tot ons nemen, en dat leven is
goddelijk: het is Leven. Niet het katholicisme doch het christendom
zelf is kannibalistisch het Leven is kannibalistisch om de
eenvoudige reden dat een correcte lezing van de woorden bij het
laatste avondmaal ons leert dat het voedsel dat wij dagelijks tot ons
moeten nemen om in leven te kunnen blijven, geen ding
is of geen levenloze zaak, maar het Leven zelf, de bron
van het leven, en dat is, naar zijn eigen woorden, de persoon van de
verrezen Heer: het Leven dat zich, nota bene, offert aan nieuw leven
dat bij de gratie van dit offer voor eeuwig blijft bestaan. Primo
vere, het eerste groen, de altijd terugkerende lente.
Maar meteen volgt daar
ook uit dat het mystieke lichaam van de verrezen Heer niet zomaar
samenvalt met de kerk, laat staan met het politieke instituut dat
zich de kerk noemt, maar dat het in de eerste plaats samenvalt met
het Leven zelf, en dat is wat men kan verstaan onder de
natuur. Wat overigens helemaal niet betekent dat God met de natuur
samenvalt zoals in bepaalde oppervlakkige interpretaties van
Spinoza's "Deus sive natura", waarbij Spinoza er slechts op
wijst dat de natuur door Gods kracht bestaat, want God is ook nog de
Weg en de Waarheid en dat zijn zaken die het natuurlijke (zoals dat
bijvoorbeeld in de wetenschappen wordt opgevat) te boven gaan.
(J.B., 30 maart 2016)
28-03-2016
Twee waarheden over IS
Twee waarheden over
IS
Op grond van wat over
terreurgroepen bekend is, zou de actuele aanpak daarvan door de
bedreigde mogendheden er in feite heel anders mogen uitzien en dat
dit niet het geval is, kan slechts te wijten zijn aan het jammerlijke
feit dat, vooral ingevolge vriendjespolitiek, de macht al te vaak in
verkeerde handen is wat overigens een vorm is van terreur.
Om te beginnen wordt een
terreurbende nooit bezield door heldhaftige idealen: die verkappen
namelijk iets heel anders, namelijk de angst voor de bendeleider.
Meteen is hiermee gezegd dat terreurbendes draaien om een bendeleider
en dat is één spilfiguur weliswaar omringd door handlangers en
tenslotte ook door aanhangers. Zo ziet men bijvoorbeeld bij
motorbendes dat zij hun sterkte halen uit het feit dat de angst van
de bendeleden voor de wet verdwijnt in het licht van hun angst voor
de vertegenwoordiger van de wet van hun bende. Hetzelfde geldt in
dictaturen, die immers dreigen te verdwijnen van zodra de dictator
verdwijnt. Per definitie duldt een dictator geen tweede naast zich en
uiteraard geldt hetzelfde voor een bendeleider, zodat de opvolging
wel altijd een probleem is, vaak vergezeld van lynchpartijen.
Vervolgens is hetgeen de
leider dicteert van secundair belang, om niet te zeggen geheel zónder
belang: van tel is slechts dát hij het beveelt en dat het nagevolgd
wordt. Doorheen de geschiedenis verkondigden leiders theorieën te
gek om los te lopen maar telkens weer heeft men kunnen vaststellen
hoe hun volgelingen deze klakkeloos hebben geloofd en nagevolgd. Dit
instinct tot volstrekt kritiekloze gehoorzaamheid aan het gezag is zo
sterk dat de betrokkenen, ongeacht hun intelligentie, zich diep
verontwaardigd voelen wanneer men hen op die geestelijke blindheid
wijst. Katholieken dulden niet dat men hun kannibalisme verwijt
terwijl zij toch geloven dat zij tijdens de heilige mis het lichaam
van hun leider eten en zijn bloed drinken. (*) De gelovigen van de
zogenaamde 'religies van het boek' het jodendom, het christendom
en de islam stellen zich geen vragen bij het feit dat hun
aartsvader Abraham geenszins aarzelde om het bevel van zijn god op te
volgen om zijn zoon op het altaar de keel over te snijden. En zo mag
het ook niet verwonderen dat leiders die het bevel geven om te doden,
prompt gehoorzaamd worden.
Toegepast op IS
betekent dit dat het terrorisme aldaar niets kan te maken hebben met
de religie die de betrokkenen beweren aan te hangen: hun zogenaamd
geloof verkapt slechts de angst voor hun wrede leider, zodat de
doelloosheid van de hele beweging verdoezeld wordt. Angst is immers
geen beweging naar een doel toe doch een vlucht wég van hetgeen men
vreest. Door alles met religie te omgeven, krijgt het laffe weglopen
het bedrieglijke uitzicht van een reis naar een doel toe. De
buitenstaander wordt misleid en eventueel in de val gelokt wanneer
hij zich op zijn beurt gaat aansluiten bij de bende.
Een terreurgroep kan men
evenmin als een dictatuur uitroeien door de leden ervan te doden
omdat de terreurgroep wezenlijk onaangetast blijft zolang hij een
leider heeft die gevreesd wordt door de bendeleden. Meestal ziet men
dat wel in, echter geheel in tegenstelling tot een tweede waarheid,
met name deze dat men een terroristische groep niet kan vernietigen
door aan te tonen dat de theorie of het geloof die de leden
aanhangen, helemaal geen hout snijdt. Zoals gezegd doet de inhoud van
de ideologie of het geloof er helemaal niet toe: die worden per
definitie niet in vraag gesteld, evenmin als bijvoorbeeld de inhoud
van de kennis na het eten van de verboden vrucht in de tuin van Eden.
Wil de aanpak van IS
slagen, dan moet die zich derhalve zeker niet richten op het geloof
van de betrokkenen of op het decimeren van de bende. Zoals
Nazi-Duitsland viel met de dood van de persoon van Hitler, zo zal IS
pas uitgeschakeld worden op het ogenblik dat haar leider verdwijnt.
Maar uiteraard is daarmee nog altijd niets gezegd over de oorsprong
van dergelijke verschijnselen...
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: