Foto
Foto
Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres:

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto


"Trans-atheïsme"

Download dit boek als PDF:

Jan Bauwens - Transatheïsme.pdf (3.6 MB)   

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto



Download dit boek als PDF:

"Het einde der tijden"



Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Tisallemaiet
Alle rechten voorbehouden
Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
13-01-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lucifer, le génie du mal

Lucifer, le génie du mal (1)


Een blikopener is een wonderbaarlijk instrument maar je moet wel weten hoe hij werkt, anders kon je met het instrument en de sardines bij de hand warempel omkomen van honger. Je moet weten hoe precies het mechaniekje werkt, want alles daaraan heeft zijn functie; geen haak, geen tandwieltje is overbodig.

Hetzelfde geldt voor alle werktuigen waarmee wij onze handelingen kracht bijzetten: trektangen en hamers, gemotoriseerde voertuigen en mixers, medicijnen, fabrieken, economieën, religies, ideologieën, wetenschappen en ga zo maar lustig door.

Edoch, geen door mensen gemaakte mechaniek, hoe complex ook, kan de door God geschapen 'mechaniek' van de simpelste levende wezens evenaren. Geen echt geschapen kat die muizen vangt, werd ooit door mensen nagemaakt; geen honingbij, geen amoebe, geen bacterie en geen virus. Zelfs niet het voedsel dat ons de dode dieren en planten verschaffen, kunnen wij maken: geen eiwit, geen suikerboon, geen graantje tarwe, geen korrel rijst.

Er zijn wel geleerden in labs die het proberen, en nu en dan ontdekken ze dat je een beestje kan doen manken door het een pootje af te breken. Dat je een hond kan doen bijten als je die met voedsel africht. Dat, zoals door Dickens werd beschreven, je een kind onder dwang kan doen werken, stelen, branden en zelfs moorden. Een kind, een bende en een voltallige klasse, een halve maatschappij.

Levende wezens, laat staan mensen, mogen niemands instrumenten zijn, maar er zijn geen criminelen die een boodschap hebben aan ethiek en zo moet men op den duur van zijn gelijken 't ergste vrezen: de mens als werktuig van een sluwe slechterik; de medemens als instrument van een corrupte politiek; de wetenschapper als handlanger van een oorlogsmechaniek in handen van een waanzinnige.

Misdadigers dienen wel eerst te weten hoe het beestje werkt vooraleer ze het naar hun pijpen kunnen doen dansen. Geen nood, want ook geleerden die al die hendeltjes weten te bedienen, kunnen op hun beurt in het gespan worden gezet. Theoretisch kan de ganse maatschappij, en waarom ook niet de hele wereld, draaien zoals de duivel zelf dat wil als hij zijn zaak maar goed beheert, want alle wezens hebben honger en bijna alle wezens spreken het woord van wie ze het brood eten. En volstaat de honger niet als dwang, dan zijn er nog die vele andere noden waarvan wij ons nauwelijks bewust zijn omdat ze nooit onbevredigd bleven. En vergeten we niet de talloze aangekweekte noden die, ofschoon geheel overbodig, onecht en zelfs schadelijk, ons vaker folteren met een dorst die de natuurlijke overtreft.

Maar wie zegt dat die gevreesde griezeltoestand niet het geval is? Wie durft te beweren dat het niet de duivel is die aan de touwtjes trekt sinds het begin van de wereld? Dat staat aldus alvast in Genesis beschreven: de gevallen mens is ten prooi aan de gevallen engel die door zijn zonde én die van de mens, over hem en over zijn ganse wereld heerst.

Dat dit geen fabeltje is, verzekeren ons veel recentere en ook goed bewaarde teksten die het leven van de Verlosser zelf beschrijven. Op een keer wordt Jezus meegenomen door de satan naar een hoge berg met panorama op de hele wereld. Kniel voor mij, zo probeert de duivel Christus te verleiden, en ik schenk u alles wat gij ziet! Christus verzaakt aan die bekoring, zoals we allen weten, maar wat aan de aandacht van menigeen ontsnapt in dit verhaal, is wel het feit dat de Zoon Gods niet tornt aan de bewering van de gevallen engel dat hij het is - de satan - die over de rijkdommen van de wereld heerst.

Kniel voor mij, dan geef ik u toegang tot de wereld: betekent dit niet dat al wie níet knielen, bij de duivel in ongenade zullen vallen en dreigen afgeslacht te worden zoals het onschuldig Lam door wiens bloed wij worden verlost? En betekent dit niet dat onze wereldse rijkdom ook het ultieme bewijs zal zijn van onze schuld aan deze slachtingen? Wonderwel zouden al die puzzelstukjes passen als inderdaad bleek dat aan het hoofd van de wereld een monster stond met een engelentronie. Maar wie zal ontkennen dat onze wereld van manipulatie of handlangerij aaneenhangt? Moet hij niet ziende blind zijn die beweert dat recht en orde heersen onder de zon, de maan en alle sterren?

(J.B., 13 januari 2012)

Noot:

(1) Le génie du mal is de titel van het marmeren beeld van Guillaume Geefs dat sinds 1848 in de Luikse kathedraal prijkt. Dat beeld vervangt l'Ange du mal uit 1842 van Joseph Geefs, de jongere broer van Guillaume, een beeld dat toentertijd "te naakt" werd bevonden.






11-01-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paranormale heiligen

Paranormale heiligen

De eeuwen waarop wij heden drijven, zijn veel te wreed om nog een fantastiek te kunnen dulden die hen naar de kroon steekt. Verzinsels klinken oervervelend als zij voor de werkelijkheid moeten onderdoen. Elkeen weet dat heden talloze luchtspiegelingen zich verkopen als de waarheid. Maar veel minder bekend zijn die facetten van het echte leven die onterecht doch bijzonder hardnekkig voor fabels blijven doorgaan. Dat is heel jammer want aldus blijven zich de diepten van de wereld aan ons oog onttrekken, terwijl wij al tijden balen van een oppervlakkigheid die ons versmacht. Het jongste boek van Ludo Noens bewandelt daar nog onontdekte paden welke ons om die reden desoriënteren. De lezer van Paranormale heiligen begint achteloos aan de lektuur van wat in wezen een deur is op een zolderkamer waar wij nooit eerder kwamen. Daar liggen kostbaarheden uit een ver verleden, maar er is ook een venstertje waarvan het vergezicht ons kippevel bezorgt. Vaarwel nu, valse rust waarin wij ons vermeiden, onbewust van de wankelheid der hedendaagse zekerheden! Wij weten toch al lang dat oordelen die niet uit twijfel zijn ontstaan, geen waarde kunnen hebben? En welke grote dichter noemde ooit de zekerheid het deel der dwazen? Of was het de pythia die aldus sprak in raadsels? Noens ontsluiert ons wat nochtans in het daglicht lag: de grootste kerk ooit leeft van haar heiligen sinds twee millennia, en allen hebben die zich onderscheiden door mirakels. Geheel onterecht belanden ze maar al te vaak tesamen met de Hollywoodproducties die ons het strot uitkomen, na consummatie bij het afval.

Het mystieke lichaam van Christus, zoals de kerk ook heet, geeft zeer te denken als vandaag bij het betrachten van een kortgeding inzake machtsmisbruik aldaar, blijkt dat dit in feite niet bestaat in onze stoffelijke wereld. Zoals de Handelingen der Apostelen het zeggen, gaat het in het strijdperk van de wereld ook helemaal niet om mensen, doch om onderling strijdende Machten, waaronder Engelenscharen worden verstaan. En hier bevinden wij ons in een laag van de realiteit die weliswaar onstoffelijk is maar daarom niet minder echt, want goed en kwaad zijn krachten die de stof eronder houden eenmaal zij tekeer gaan. De ruimte en de tijd hebben in zich dimensies die wij met het mensenbrein niet vatten kunnen terwijl zij toch geheel ongedroomd zijn daar zij ons bestaan zelf schragen. Dat moest ons in feite daarvan kunnen verzekeren dat deze voor ons onbereikbare ideeën, in andere en hogere geesten worden bespiegeld en gedacht.

Pas in het licht van de heilige strijd tussen goed en kwaad die ons een leven lang geboeid houdt en misschien nog langer, krijgt de idee van een Verlosser en van een door Hem gebaande weg naar heiligheid gestalte. Pas in die geheel immateriële context krijgen alle dingen vorm en worden zij ook onderworpen aan een oordeel dat van koning Salomon kon zijn. True is what works, zo zeggen de pragmatisch aangelegde filosofen en misschien beseffen zij nog niet hoezeer zij hiermee hard maken dat enkel in het licht van de geheel onstoffelijke werken, daden, engelen of geesten, alle atomen van het stoffelijke heelal bestaan. Enkel in het licht van de geest bestaat de wereld, zoals ook enkel in het licht van onze droom zijn beelden kunnen verschijnen. Uitgerekend dat wat voor de materialist bizar lijkt of verzonnen, dwingt hem zichzelf als een verzinsel te gaan zien, en zal hem zo uitnodigen tot een verruiming. Welbepaalde waarnemingen passen misschien niet in het kraam van welbepaalde breinen, maar men kan ze niet eeuwig ongestraft tussen haakjes blijven zetten - op den duur komt men warempel haakjes tekort. Misschien verdienen sommige theorieën, vertelsels of verdrongen herinneringen het wel om eens te worden herbekeken. Is het overigens niet opmerkelijk dat paranormale eigenaardigheden, alle kritiek ten spijt, bijzondere, zich voortdurend herhalende, gemeenschappelijke kenmerken vertonen? En wordt het mysterie van het biologische leven, anders dan het wonder van de geest, dan opgelost door de loutere beschrijvingen van zijn processen waartoe de wetenschappen tenslotte in essentie te herleiden zijn?

In ruim tweehonderd gevleugelde bladzijden neemt Ludo Noens ons mee doorheen een nog recente geschiedenis van elf excentrieke mensenlevens die helemaal niet zonder reden geboekstaafd staan als wonderbaarlijk en waarvan talloze getuigenissen ons wijzen op een surplus dat wij vergaten terwijl wij het ook dagelijks nog missen. Catharina van Siena, de bloedheilige genaamd, herinnert ons aan de ernst van het mysterie van de transsubstantiatie dat de kern uitmaakt van de mis en van het christelijk geloof, dat niet alleen een zaak is van de geest maar ook een diep verhaal van echt vleselijk lijden en van offervaardig bloed waarmee de Heiland onze zielen afkocht en ze redde van het eeuwig hellevuur. In dat verband getuigt ook menigeen over de jongeman die sprak vanuit 't hiernamaals tot 'de rattenvanger van Turijn' en zijn omgeving. Hildegard von Bingen, Lydwina van Schiedam, Theresa van Avila: wat is deze maagden overkomen en wat bezielde hen, wat maakte dat wij ook vandaag nog wereldwijd hun namen eren? En dan zijn er de bizarre geschiedenissen van 'de stuiptrekkers van Saint-Médard' of die over de patroonheilige der parochiepriesters, het heilig pastoorke van Ars dat met de duivel vocht. De wonderen rond Catherine Labouré, de moord op Maria Goretti, het zonnewonder van Fatima dat in 1917 vele duizenden mensen hebben gezien en de heilige uit onze tijd, pater Pio, van wie nu nog getuigen zeggen dat hij op meer plaatsen tegelijk aanwezig was.

"In onze samenleving is het sacrale fundamenteel aangetast" - met die kerngedachte van theoloog Gabriël Spileers, begint Ludo Noens zijn gedurfd maar overtuigend boek, en het is zijn verdienste dat hij erin slaagt om de lezer via de weg van het verhaal opnieuw ontvankelijk te maken voor wat het doodgewone dat soms echt dodelijk is, verre overstijgt, zodat een zin voor het sacrale wordt herboren. Noens is een rasverteller, soms wordt men door hem op het verkeerde been gezet, ofwel heeft men slechts die indruk, maar zeker is dat hij de grens tussen het feitelijke en de fantasie weet weg te spoelen. De lezer mag dan pootje baden aan een strand, de grens tussen de vaste grond en 't zo beweeglijk water van een uitgestrekte oceaan waarvan de bodem diep genoeg is om alles wat ooit 't licht aanschouwde te herbergen, aan 't oog van bijna elk wezen onttrokken. Een boek, tenslotte ook, om van te snoepen!

Ludo Noens, Paranormale heiligen, Zilverspoor/Books of Fantasy, november 2011.


(J.B., 10 januari 2012)

 


06-01-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genosuïcide in de opmars?
 

Genosuïcide in de opmars?



In oktober 1939 gaf Adolf Hitler het bevel om alle burgers die niet langer winstgevend waren maar daarentegen geld kostten aan de staat omdat zij ziek waren of tenminste aldus stonden geboekstaafd, om te brengen. Dit moest gebeuren voor hun eigen bestwil, zo luidde het voorwendsel, want aldus werd hen een onwaardig bestaan bespaard. Hitler schuwde het niet om aan zijn bevolking deze massamoord op (in 1941 reeds) 200.000 mensen te verkopen middels affiches waarop een door een verpleger geflankeerde zieke was afgebeeld, voorzien van de volgende tekst: "60.000 Mark betaalt de maatschappij om deze zieke in leven te houden!" En dan in grote letters: "Medeburgers, dit is ook uw geld!" (1) De massamoord op de 'onnuttigen' gebeurde (nog voor de eigenlijke shoa plaatshad) in verschillende Duitse klinieken, door vergassing, verstikking, injecties, vergiftiging, verhongering en overdoses medicijnen. In de praktijk doodde men koelbloedig de in een afgesloten ruimte opgesloten mensen met de gassen uit de uitlaat van een vrachtwagen. Deze moordpartijen voltrokken zich met de medewerking van artsen, psychiaters en andere wetenschapslui die eerst gruwelijke experimenten uitvoerden op de slachtoffers waarvan ze na de dood de hersenen voor verder onderzoek apart hielden. (2)

'Genosuïcide' of het ombrengen van de eigen burgerbevolking beperkt zich niet tot de bekende concentratiekampen van de Tweede Wereldoorlog; Nazi-Duitsland is helaas geen unicum in de wereldgeschiedenis. De wreedheden tegen het eigen volk worden naar de kroon gestoken door talloze gelijkaardige slachtingen alom ter wereld, reeds van voor de twintigste eeuw. Maar heel bijzonder is wel dat soort van genosuïcide waarvan men gelooft dat zij noodzakelijk is en in het teken staat van het algemeen welzijn: het is de paradox van de gruwelijkste moord verkapt met de edelste bedoelingen.

Om tot een beter begrip te kunnen komen van hoe deze wreedheden dan mogelijk zijn, gaat bijvoorbeeld de Vlaamse ethicus en geschiedkundige Gie van den Berghe in de schoenen van de daders staan - een perspectief dat hem overigens niet door iedereen in dank wordt afgenomen. In zijn boek De mens voorbij (3) documenteert hij uitvoerig de stelling dat genocides 'voor het goede doel' schering en inslag zijn in de geschiedenis van mens en maatschappij. Maar als "man van de Verlichting" legt hij de verantwoordelijkheid daarvoor níet bij de zelfoverschatting van een voor god spelende mens, terwijl het voor vele anderen overduidelijk is dat hybris aan de grondslag ligt van dergelijke onvergeeflijke 'vergissingen' zoals men ze kon noemen indien zij niet de ernst en de omvang hadden die zij feitelijk hebben en die ons alleen maar doen verstommen.

In wezen gaat het om een 'natuurlijke logica' die echter van elke menselijkheid gespeend blijkt. Het drama speelt zich niet af op het cognitieve vlak maar op het vlak van de ethiek: het gaat niet om vergissingen, het gaat werkelijk om het kwaad in de morele zin, en dat kwaad blijkt ook mogelijk, paradoxaal genoeg omdat het uiteindelijk door zijn daders wordt miskend: zij herleiden geheel verkeerdelijk elk kwaad tot een hiaat in de kennis of dus tot een vergissing. Maar dat houdt vanzelfsprekend ook in dat men zal volharden in het kwaad zolang men zijn 'vergissing' niet heeft ingezien, terwijl het heel goed mogelijk is dat mensen bepaalde vergissingen blijven begaan, er tegelijk heilig van overtuigd dat ze het beste doen.

Beschouw bijvoorbeeld maar eens die misleidende propagandistische oneliner van het Nazi-regime die het recht op leven van zieke mensen ter discussie stelt door zich op een verontwaardigde toon uit te laten over het feit dat de gezondste krachten onder de burgers moeten sneuvelen aan het front om de zieken te kunnen beschermen en in leven te kunnen houden. Of denk aan de hoger vermelde affiche die inspeelt op het brute egoïsme. Dat moordende populisme herhaalt zich bij ons vandaag in de recente veroordeling van een arts tot het betalen van een schadevergoeding van 100.000 euro aan de ouders van een kind dat "door zijn toedoen" ter wereld kwam. Het kind was meer bepaald gehandicapt. Gynecologen zullen in het vervolg wel twee keer nadenken als zij ook maar de geringste twijfel koesteren over de gezondheidstoestand van een ongeboren kind. Ook als de kans op zo'n fikse schadevergoeding slechts 5 percent bedraagt, zullen zij zeker willen spelen. De moraal van dit verhaal is en blijft het fiat aan een volstrekt immorele maatschappij, die aan mensen die niet voldoen aan haar arbitraire eisen, het leven op aarde ontzeggen wil. En zich verdedigen kunnen ongeborenen in Europa niet, zoals intussen reeds een vijftal jaren geleden haar rechters beslisten toen zij een vrouw die abortus pleegde, in het gelijk stelden op grond van de regel dat wie nog niet geboren zijn, geen burgerrechten hebben!

Met de genoemde veroordeling van een gewetensvolle arts, werd een juridisch precedent geschapen en wordt de reeds aan gang zijnde genosuïcide fors aangezwengeld. Tegelijk werden op sluikse wijze volstrekt immorele impliciete uitgangspunten zonder enige tussenkomst van het parlement de facto tot wet. Het betreft meer bepaald de vooronderstelling dat iemands recht op leven afhankelijk is van zijn gezondheidstoestand en, vervolgens, ook de vooronderstelling dat iemands recht om te moorden vooreerst afhangt van het feit of zijn of haar slachtoffer al dan niet een burger is. Tevens werd het begrip van de levenskwaliteit (wat voordien 'geluk' heette) aldus verengd tot gezondheid of, veeleer nog, tot een kwestie van leed (en genot). Een maatschappij die wetten in het leven roept die het mens-zijn tot het burgerschap reduceren, miskent op de koop toe het aandeel van de natuur in de tot standkoming en in de handhaving van haar populatie, waardoor zij in feite haar eigen waanzin bevestigt. Voorhouden dat buiten het toedoen van een welbepaalde kuddevorming geen mens-zijn mogelijk is, berust op een arbitrair en meer bepaald specifiek communistisch mensbeeld dat het mens-zijn herleidt tot de kuddegeest, die ook eigen is aan, bijvoorbeeld, ratten of mieren.

Overigens kan men opmerken dat ratten en mieren meer solidariteit aan de dag leggen dan de propagandisten van het hoger gelaakte sentiëntisme (4) welke immers tevens de beleidsvoerders zijn die het solidariteitsprincipe uithollen door een steeds verder doorgedreven individualisering ervan, wat zich vertaalt in een solidariteit van bijvoorbeeld de overproductieve jonge mens met alleen maar zichzelf als behoeftige ouderling. Maar men vergist zich schromelijk als men gelooft dat dit principe van het egoïsme hiermee vrede zal nemen en dat de sterkeren zullen dulden dat de zwakkeren zich te goed doen aan hun opgebouwde reserves, zoals reeds blijkt uit de plotse commercialisering van de rust- en verzorgingstehuizen, om maar niet te reppen van het bedrog van pensioenspaarkassen en andere verzekeringsformules. Net zoals aartsvijanden elkaars boezemvrienden worden van zodra zij gemeenschappelijke belagers ontwaren, net zo zullen zij ook onverwijld eendrachtig de handen in elkaar slaan voor de incassering van een makkelijk te bekomen gemeenschappelijke buit, in casu het bezit der zwakkeren. De beide gevallen illustreren immers slechts hetzelfde 'recht van de sterkste'.

Dat men burgers moet vermoorden voor het welzijn van de maatschappij is een stellingname die op zijn minst alle leden van die maatschappij met een panische angst zal slaan, daar elkeen in leven wil blijven terwijl men als kind en als ouderling nillens willens 'ten laste' van anderen is. Ziet men dan over het hoofd dat ouders ervoor kiezen om kinderen 'ten laste' te hebben, dat mensen geheel vrijwillig hun ouders thuis houden en verzorgen of dat het merendeel van ons niets liever verlangt dan medemensen bij te kunnen staan? Zijn de onmenselijke vooronderstellingen over last en leed niet drastisch en dramatisch scheefgetrokken door de religie van het gouden kalf dat immers arbeid afschildert als een te vergoeden last in een universum van louter schuld en boete? Kunnen mensen die nog geheel ongeperverteerd werken omwille van de vruchten van hun arbeid zelf dan geheel straffeloos weggekegeld worden, alleen omdat zij in het perverse strafkamp van de mammon niet passen? Staat het leven dan echt ten dienste van het geld en is dan ook het ultieme doel dat wij toch zijn, verworden tot een louter middel - niet een middel voor anderen, zoals dat het geval is in de slavernij, maar een middel voor iets dat welbeschouwd helemaal niet bestaat? Of kon men dan zeggen van het geld dat dit een leven leidt en dat dit leven kwalitatief zo hoogstaand is dat het ons terecht tot zijn dienaren herleidt?

Maar dit is wat men heden van bovenuit met de mensen doet: men laat ons geloven dat wij schuld hebben bij de banken, dat wij moeten sneuvelen om die banken te redden, en dat alleen de redding van de banken ook onze redding kan zijn. Het is pure waanzin die ons dit in de oren blaast, maar het getuigt van een nog veel grotere waanzin dit ook nog allemaal te willen pikken.

(Jan Bauwens, Driekoningen 2012)

Noten:

(1) Ten slotte stond onderaan op de affiche ook nog de verwijzing: "Lees 'Nieuw volk', het maandblad van de rassenpolitiek van de NSDAP!"

(2) Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Aktion_T-4 . In de Nazi-concentratiekampen die nadien speciaal voor uitroeiing werden opgetrokken, werden aldus miljoenen mensen omgebracht en niet alleen zogenaamde nuttelozen maar ook mensen van 'vreemde' rassen, religies, geaardheden en levensovertuigingen. Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vernietigingskamp .

(3) Gie van den Berghe, De mens voorbij, Meulenhoff/Manteau 2008. Zie: http://www.serendib.be/boeken/De-mens-voorbij.htm  
(4) De opvatting die, ruw uitgedrukt, het geluk identificeert met het genot en het ongeluk met het leed.


03-01-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vatte wie het vatten kan!

Vatte wie het vatten kan!

Ingevolge hebzucht, onbekwaamheid en gokverslaving van bankiers, stonden drie jaar geleden wereldwijd alle banken op de rand van het faillissement. Zij werden zowaar van het bankroet gered door jan met de pet, dat wil zeggen door de staat en door de burgers. Vandaag slagen diezelfde banken er blijkbaar in om jan met de pet ervan te overtuigen dat hij het is die in het krijt staat bij hen: hij moet zijn broeksriem aantrekken om zijn schulden aan de banken te kunnen afbetalen!

(J.B., 3 januari 2012)


30-12-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwjaar 2012

Nieuwjaar 2012

Toen eind 2011 de Noord-Koreaanse dictator stierf, leek gans het volk gedompeld in een diepe rouw. De nieuwslezeres kon het bericht niet over haar lippen krijgen en stortte voor het oog van de camera in van verdriet. En zo ook jammerden alle burgers: tijdens de begrafenisplechtigheid moesten ze zowaar door gewapende soldaten tegen zichzelf worden beschermd. Dit deed denken aan de dood van koning Boudewijn in 1993. Het riep ook herinneringen op aan de gijzeling in Stockholm in augustus 1973. De mensen die daar na een bankoverval gedurende vijf dagen werden vastgehouden, gingen sympathiseren met hun gijzelnemers en dit opmerkelijk psychologisch gedrag kreeg de naam 'Stockholm-syndroom'.

Mensen vereren diegenen die macht hebben over hun leven, en zo ontstond wellicht de godsdienst. Niet de goeden worden vereerd, niet de zachtaardigen en zij die geven, niet de ouders van wie men verwacht dat zij alles voor hun kinderen doen. Neen, alle eer gaat exclusief naar hen die een bedreiging vormen, naar diegenen uit wiens handen men moet eten en die bijgevolg ook de macht bezitten om ons van honger om te laten komen. Eer en roem bedelen wij toe aan wie de loop van het geweer op ons richten omdat, zoals Mao in zijn 'rode boekje' schreef, alle macht komt uit de loop van een geweer. En omdat wij ook de massa moeten vrezen, volgen wij de massa, ongeacht in welke richting zij zich begeeft.

Hysterie betekent zoveel als tot paniek leidende twijfel en dit geleerd klinkende woord kennen wij nog uit de theorie van Sigmund Freud (1856-1939), een der stichters van de dieptepsychologie - de psychologie van het onbewuste en het onderbewuste - en van de psycho-analyse. In zijn case-studies voerde Freud enkele hysterische dames ten tonele, patiënten die niet in staat bleken om verantwoordelijk te zijn voor de eigen keuzes en die op een ziekelijke manier naar afhankelijkheid streefden en naar een vorm van veiligheid die de gezonde vrijheid in de weg staat. Massahysterie is de twijfel die opduikt wanneer wij ons bevinden in een (al dan niet lijfelijk aanwezige) menigte: de druk van de massa maakt dat wij ons onzeker voelen, dat wij in het volk kopje onder willen gaan, dat we het te allen prijze vermijden om op te vallen en dat we de meerderheid nadoen en zelfs na-apen, wat in feite inhoudt dat wij onze eigen identiteit of persoonlijkheid prijsgeven om aldus het vege lijf te redden. Massahysterie is de geestesziekte die maakt dat wij wenen als alle anderen wenen, dat wij juichen als ook alle anderen dat doen, dat wij 'love' en 'peace' scanderen samen met de massa, maar evengoed dat wij met anderen mee aan het moorden gaan in oorlogstijd. Men zal het met nieuwjaar niet graag horen, maar het is massahysterie die er voor zorgt dat wij op Sint-Silvester vuurwerk afsteken en dat wij op de eerste januari aan iedereen het beste wensen. Het is de angst om er niet meer bij te horen die maakt dat wij op nieuwjaarsdag gezellig feesten.

Een paradox warempel als men vast moet stellen dat gezellig feesten een direct gevolg van angst kan zijn, en dat zegt heel wat over de aard van het sociale wezen dat de mens is - het kuddedier met andere woorden. Op school werden wij ooit als 'asociaal' bestempeld toen wij weigerden om mee te doen met de klas wanneer zij lachte met een achterblijver. Sociaal gedrag kan inderdaad bijzonder moordend zijn en dat men het asociaal-zijn steeds vaker identificeert met psychopathie zonder meer, toont slechts aan hoe groot het taboe is dat rust op een mogelijke ontmaskering van het ware karakter van de kuddegeest. Kuddegeest verheft de groep boven het individu en legt zodoende mét de persoonlijkheid ook alle menselijkheid het zwijgen op. Waar een kudde tegenover een andere kudde staat, is er oorlog. Waar zij staat tegenover een eigen lid, sluit zij het uit en doodt zij het op die manier te langen leste evenzeer. Elk lid moet derhalve de eigen kudde vrezen, meer nog dan het vrezen moet voor vreemden uit wiens handen het tenslotte niet moet eten. Het zich schikken naar de normen van de groep verloopt derhalve onder een nog veel grotere dwang dan het ten strijde trekken naar het front. Geen gedrag is zo oneigenlijk als het gedrag dat wij vertonen als wij feesten. Geen gedrag is zo onpersoonlijk en zo onmenselijk als het gedrag dat door de kudde afgedwongen wordt. Feestvieren is bezwijken onder groepsdruk, het is het menszijn opofferen aan het deel uitmaken van een bende - dat laatste wordt ook wel eens bestempeld als 'banditisme'.

Uiteraard is de maatschappij en het lidmaatschap ervan een mes dat aan twee kanten snijden kan: samen vieren kan ook menselijk en persoonlijk zijn van kleur als het in vrijheid plaatsheeft, wat wil zeggen bewust, want vrijheid vereist bewustzijn en pas onwetendheid kan tot verknechting leiden. Het is alleen soms zeer de vraag of mensen weten wat ze doen als zij zich bezatten en als zij brassen aan een al te uitgesponnen dis terwijl vaak achter de eigen feestgevel op straat, daklozen verkleumen in de sneeuw. Vijftigduizend telt ons landje er vandaag en het zijn allen mensen die door medemensen uitgesloten zijn, personen die om de een of andere reden weggeduwd worden uit de groep om in de kou op straat, heel vaak na vele jaren strijd, tenslotte om te komen. En is een groep die dit met enkelingen doet geen bende? Is hier de benaming 'banditisme' echt te ver gezocht? Moet men niet zeggen dat dit sociaal gedrag echt psychopatisch is en werkelijk waanzinnig? En dat de feestvarkens steeds vaker hun naam hebben verdiend?

Steeds groter wordt de groep van mensen die zich tegen deze boosheid keren, verontwaardigd zijn en indignados heten. Zonder twijfel en geheel terecht zullen zij over nieuwjaar zeggen dat dit het kapitalistische feest bij uitstek is, en derhalve het feest van de verspilling. Want op een andere manier dan middels maximale verspilling kan zich de winnaar van de moordende concurrentie in het systeem van geld en macht niet manifesteren. Tegen het licht van deze waarheid krijgt het spetterendste vuurwerk dan ook een schijn van duisternis. Verspilling immers is ook ontvreemding van middelen bij noodlijdenden, en is derhalve doodslag, want wat de ene teveel heeft, is uitgerekend wat een ander mist. De kloppen van het buskruit van het nieuwjaarsvuurwerk gaan daarom jaar na jaar steeds meer gelijkenis vertonen met de kloppen van oorlogsbommen en granaten. Maar laten wij hopen dat dit vreselijke scenario slechts het kwalijke gevolg is van een misvallen portie oesters!

(J.B., 30 december 2011)


25-12-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstdag 2011

Kerstdag 2011

De "struggle for life" met zijn "recht van de sterkste" heerst in het ganse dierenrijk waartoe ook de mens behoort, die net zoals alle andere dieren moet eten om in leven te kunnen blijven. Voor de slechte verstaander: niet één diersoort, en dus ook niet de mens, kan zich met stenen voeden of met zand of alleen maar met water. Ook de mens dient ander leven op te eten en per definitie is de opgegetene zwakker dan zijn opeter want slechts wie zich niet verweren kunnen, laten zich verorberen.

Het kannibalisme bij mensen is - enkele uitzonderlijke culturen niet te na gesproken - uit de tijd. Maar dat men zijn soortgenoten niet verorbert, volgt slechts schijnbaar uit het feit dat men dit nu al te wreedaardig vindt. Of bant men dan wreedheden zoals de verkeersslachtingen, de oorlog en de honger? Van honger alleen komen vandaag nog dagelijks twintigduizend kinderen om. Neen, de eigenlijke reden waarom mensen hun soortgenoten niet langer koken, braden of inpekelen, blijkt veeleer economisch van aard. Een varkentje biedt immers evenveel eiwitten als een mens, terwijl een levende mens die men voor zich laat werken, vaak dágelijks de waarde van zijn eigen vlees in het laatje brengt. Logischerwijze zou men zich uitsluitend nog met onproductieven mogen voeden. En men stelt ook vast dat zij vandaag naar de slachtbank worden gebracht.

Dat de opgegetene per definitie zwakker is dan zijn opeter, geldt weliswaar voor het individu maar beslist níet voor de soort: een beer zal evenmin aarzelen om een ongewapende man te verslinden, als een gewapende man zal aarzelen om een beer neer te schieten. Mensen eten vandaag volop vissen, vogels, varkens en vele andere soorten, maar vanzelfsprekend is het uitgerekend om die en geen andere reden gewoon onmogelijk dat de mens alle andere soorten zou overleven. In het kannibalisme - het opeten van soortgenoten - toont zich nog het best van al dat het enkelingen zijn die tegenover enkelingen staan en niet soorten tegenover soorten.

Al moet hier volledigheidshalve wel aan toegevoegd worden dat een soort, en bij uitstek de mensensoort, blijkt te bestaan uit verschillende sociale lagen of kasten die zich - anders dan klassen - vrij rechteloos tegenover elkaar gedragen. In India bijvoorbeeld is er de kaste van de zogenaamde 'onaanraakbaren', en ook hier in het Westen lijkt zich een heel nieuwe groep te vormen, welke zichzelf heeft gedoopt met de naam 'indignado's'. Niet toevallig op Kerstavond heeft de Katholieke Kerk zich hier te lande bij monde van haar aartsbisschop achter deze groep van verontwaardigden geschaard.

Anders dan de onaanraakbaren - evenals prinsen speelballen van het lot - hebben de indignado's zelf beslist om een groep apart te gaan vormen. Zij vertonen dan ook veel gelijkenis met de groep van de Christenen die, exact tweeduizend jaar geleden bij monde van hun stichter die toen de leeftijd van twaalf jaar bereikte en optrad voor de schriftgeleerden in de tempel, zijn verontwaardiging uitte over het feitelijke ongeloof achter alle woorden, wetten en machten van die tijd. De net niet politieke tegenbeweging welke deze uitzonderlijk verstandige man teweeg bracht, echoot door tot in deze tijd, wellicht ook omdat zoals nooit voordien vandaag alom verwaande Herodessen, Nero's en andere mensenmoordenaars zich dronken dansen rond het beeld van de mammon. Eenmaal volwassen, richtte Jezus zich tot de religieuze gezagsdragers van zijn tijd, de witgekalkte graven of de handelaars in de tempel van zijn Vader.

Het lijkt er vandaag wel heel sterk op dat in deze vreselijke tijden de koopwaar waarop keizer en paus zijn gaan bieden, het volk zelf is, en dat zijn wij. O, gouden kalf! De keizer zwaait met zijn sociale zekerheid, die naderhand een luchtbel blijkt; de paus scandeert de caritas, het vernis over het machtsmisbruik. En de Mens staat nu geheel verweesd terzijde, zonder vader of moeder, zonder dak of bed. Op Kerstdag.

(J.B., 25 december 2011)


22-12-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Staakt begot!

Staakt begot!

Amper een paar jaar geleden bleek wereldwijd dat hebzuchtige én onbekwame bankiers de zuurverdiende spaarcenten van de brave burgers hadden vergokt. Het faillissement der banken diende zich aan, maar alom bleken politici ineens 'medelijden' te hebben met de getroffen rijkaards en zij beslisten het gelag te laten betalen door de armen, die immers verplicht de broeksriem aantrokken om de spaarrekeningen van de rijken aan te zuiveren. Wellicht de stoutste verwachtingen der sluwe rijkaards verre overtreffend, verliep die operatie klaarblijkelijk zonder het minste protest, wat ongetwijfeld een inspiratiebron zal zijn geweest om nog meer stappen in die stoutmoedige richting te gaan zetten. En het gaat er heel sterk op gelijken dat de bezittende klasse nu zelfs denkt te mogen geloven dat de dappere werkmens het niet eens door heeft dat zij, op hoge hakken paraderend met die neerbuigende verhaaltjes over studeren en met pensioen zijn op de kosten van de staat, de schuld voor het hele debacle in zijn versleten schoenen schuiven. Het slachtoffer krijgt de schuld, een cynischer scenario is zowaar volstrekt ondenkbaar.

De armen worden à volonté leeggemolken: niet één keer, niet twee keer, doch om de haverklap opnieuw. Om te beginnen gaan corrupte politici, in de naam van nochtans spaarzame burgers, handenvol geld lenen bij de banken, in ruil voor verkiezingssteun. Iedereen weet immers dat het kapitaal pas groeien kan als leengeld aan de armen dat van hen dubbel en dik wordt teruggeëist. En willen de armen niet lenen, dan doen politici dat buiten hun medeweten wel in hun plaats, zodat wie hard werken en niets bezitten, meervoudig worden bestolen en bedrogen. Door dictators omgekochte verkozenen persen hun kiezers het bloed onder de nagels uit in opdracht van een vampierenkaste die zich eraan bezat.

Een land dat op zijn gat zit door overdadige en bijgevolg niet meer af te betalen leningen door haar corrupte politici bij de banken, gaat failliet en is derhalve een schrikbeeld voor bankiers alom ter wereld: een failliet land bestaat immers niet langer en zal de banken naar hun intrest laten fluiten. Maar daarop anticipeerden die sluwe rijkaards al met wat zij ons verkochten, verkapt als 'éénmaking' en 'solidariteit': zij hebben ons Europa door de strot geramd alsof wij leverganzen waren. Europa waarborgt immers dat de afbetalingen aan de banken doorgaan, want geheel verarmde landen worden voortaan in het spijzen van de rijken bijgesprongen door vooralsnog niet geheel verarmde, zij het dat de laatst genoemden aldus onvermijdelijk mee de afgrond ingetrokken worden.

Het cynisme, andermaal, viert feest. Het slachtoffer krijgt warempel de schuld voor de misdaad in de schoenen geschoven. En om het hondse spektakel compleet te maken, haalt de uitbuitende klasse haar aloude truuk nog eens uit de doos. "Verdeel en heers", zei Caesar, en zij krijgen zowaar dat deel van de armen op hun hand dat kennelijk over geen enkele weerstand meer beschikt, en zij zetten die op tegen de andere helft die staken. Met het beschuldigende verhaal, godbetert, dat het de armen zijn die de staat bestelen en die maar eens langer zouden moeten werken! Aan elkeen een zalige Kerst!

(J.B., 22 december 2011)


17-12-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het vat der Danaïden en onze wrede wereld
 

Het vat der Danaïden en onze wrede wereld


Iedereen weet intussen wel dat de Griekse mythologie allerminst een verzameling van verzinsels is. Wat de genen zijn voor een soort, dat zijn de memen voor een cultuur, en de Griekse mythologie vormt dan de memetische code van de mensheid. In twee woorden wil dat zeggen dat het patroon van alles wat het mensdom ooit zal overkomen in zijn meest elementaire vorm reeds in de mythen wordt verhaald.


De Griekse mythen, zo beweren sommigen, geven een bijzonder pessimistische kijk op het bestaan. Bij nader toezien echter blijkt dat oordeel overhaast: qua wreedheid blijkt de werkelijkheid de mythen aardig bij te benen.


Voor de volledige en oorspronkelijke geschiedenis van de Danaïden, conferatur Kris Vansteenbrugge 2011. (1) Daar wordt verteld hoe negenenveertig van Danaos' vijftig dochters ertoe kwamen om hun echtgenoten te vermoorden. In de onderwereld beland, werden ze daarvoor gestraft met de onuitvoerbare opdracht om een bodemloos vat met water te vullen.


Menig grafisch kunstenaar heeft het vat der Danaïden uitgebeeld. Op elk van die taferelen ziet men hoe jonge vrouwen met kruiken geladen water aandragen en het dan uitgieten in een reusachtig vat dat lekt. Het water loopt onderaan uit het reuzenvat en vormt aldus de beek waaruit zij het eeuwig putten.


De aandachtige toeschouwer van dergelijke, vaak idyllische taferelen zal zich misschien wel de bedenking maken dat de aard van de opdracht waarmee de moordlustige Danaïden in de Tartaros werden gestraft, in wezen niet verschilt van de taken die aan álle mensen worden toebedeeld tijdens hun verblijf op aarde. Opdrachten waarvan het einde zoek is, vindt men immers makkelijk terug in alle obligate menselijke bezigheden, die er immers op gericht zijn om het leven te bestendigen. Het harde labeur van het zaaien en maaien herneemt telkenjare en kan nimmer beëindigd worden dan op straffe van de hongerdood. Wij leven nooit voor eens en voor altijd, wij moeten elke dag opnieuw voedsel tot ons nemen om in leven te kunnen blijven en op die manier huren we als het ware ons bestaan dat niet het onze blijkt en dat wij evenmin middels een koop tot het onze konden maken. Eten om te kunnen leven is in feite dweilen met de kraan open, en dat doen wij ook als wij dagelijks fysiek strijden tegen de aftakeling die ons hoe dan ook op zekere dag zal hebben ingehaald.


De Danaïden in de Tartaros zijn er op de keper beschouwd zelfs helemaal niet slechter aan toe dan wij, tijdens ons verblijf op aarde. Als men de schilderachtige decors in ogenschouw neemt – het geliefkoosd biotoop waarin zij door de vele schilders worden geplaatst – dan zou men hun bezigheid zelfs gaan benijden: dat hun taak onvoltooibaar is, wil ten langen leste alleen maar zeggen dat hij tenminste niet wordt afgebroken door de dood. Dat het allemaal blijft duren, blijkt in aardse ogen allerminst een foltering: de onvoltooibaarheid van de opdracht constitueert daarentegen het eeuwig leven zonder meer, en wat kan men dan nog meer verlangen?


(J.B., 17 december 2011)


Noten:


(1) Kris Vansteenbrugge, Uit het schuim van de zee. De Griekse Mythologie in 136 verhalen, uitgeverij Zookie 2011: http://www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=1422198 




11-12-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oedipus ten voeten uit

Oedipus ten voeten uit



Het leven is fundamenteel rampzalig, want elk levend wezen wordt door zijn geboorte zelf ter dood veroordeeld. En het menselijk leven is nog het rampzaligste van allemaal, daar waarschijnlijk alleen de mens zich van die ramp terdege bewust is en dan nog op elk ogenblik van zijn bestaan. Het menselijk bestaan is derhalve niet alleen omwille van zijn eindigheid rampzalig, maar tevens vanwege het besef daarvan, wat ervoor zorgt dat de ramp van de dood in zijn verschrikkelijkheid wordt overtroffen door het leven zelf dat hier noodgedwongen onophoudelijk aan denkt. Aldus ziet men de dood niet zelden als een verlossing, daar hij een eind maakt aan dat ondraaglijke besef, wat het bestaan geeft aan de grootste perversie aller tijden: in de idee dat de dood de mens verlost van zijn leven, worden de rollen omgedraaid en voltrekt zich het allerondenkbaarste noodlot: het leven krijgt de betekenis van de dood, en de dood gaat eruit zien als het leven.

Heel wat perversies zijn voorafgegaan aan de hoger geschetste, en zij laten zich benoemen als gevallen van tegendoelmatigheid of contraproductiviteit. Het gegeven is zo oud als de beschaving zelf en uitgerekend in de Helleense cultuur, die de Westerse schraagt, vormt zij de permanente en solide grondslag van de tragedie. De mens die zijn noodlot wil ontlopen, loopt het in de armen. In zijn hardnekkigste verzet blijkt hij zijn ondergang slechts te bespoedigen. Zijn wil is niet alleen krachteloos maar keert zich tegen hem en doet hem de das om. Ons het meest bekend is de mythe van Oedipus.

"Wees blij dat gij geen kinderen hebt, zo sprak het orakel [tot koning Laos van Thebe], want indien uw vrouw [Iokaste] een zoon baart, zal hij, eenmaal groot geworden, zijn vader van het leven beroven." (1) De ouders doen al het mogelijke om geen kind te krijgen, wat mislukt. Vervolgens verminken ze hun zoon aan zijn voeten en ze verbergen hem ver weg, maar als hij opgroeit, op zijn beurt het orakel raadpleegt en verneemt dat hij zijn vader doden zal en met zijn moeder huwen, vlucht hij weg om dat ongeluk alsnog af te wenden. Onderweg geraakt hij slaags met een tegenligger die hij doodt. Verderop bij de stadsmuren van Thebe verspert de sfinx hem de weg: zij laat de voorbijgangers pas gaan als dezen haar raadsel kunnen oplossen, zoniet stort zij hen in de afgrond. Oedipus lost als eerste het raadsel op en de sfinx stort zichzelf in de afgrond. Maar met deze tweede overwinning bezegelt Oedipus andermaal zijn ondergang. Als held wordt hij aan Iokaste uitgehuwelijkt en zij schenkt hem vier kinderen. Onheil komt over Thebe en het orakel spreekt over de nog ongewroken moord op koning Laios, waarop de blinde ziener Teiresias geraadpleegd wordt. Deze wijst Oedipus aan als de moordenaar van zijn vader en Iokaste verhangt zich. "Oidipous stak zichzelf de ogen uit en verliet de stad. Zijn oudste dochter, Antigone, had medelijden met hem. Dolend trokken de blinde Oidipous en Antigone, als bedelaars door het land" (2) Bij Athene aangekomen, geeft koning Theseus hen de toegang tot een heilig woud, gewijd aan de Schikgodinnen. "Daar scheurde de aarde open onder de voeten van Oidipous en hij betrad het rijk der doden: de goden hadden zich ontfermd over deze ongelukkige held, de misdadiger buiten zijn eigen wil, die als geen ander de speelbal van het Noodlot was geweest". (3)

Als geen ander de speelbal van het noodlot is de mens die in het leven slechts de dood kan zien en in de dood de verlossing van het leven. Hij gaat de dood najagen zoals Sigmund Freud dat heeft ontsluierd, en het doodsverlangen of de Thanatos staat lijnrecht tegenover Eros. Zo ontwaart het meest succesvolle geloof op aarde het eigenlijke leven aan de overzijde van de dood en die religie doet ook allen naar Thanatos verlangen, terwijl het mét de Eros het aardse leven afzweert en veracht. Oedipus is derhalve helemaal geen mythe en evenmin is hij uitzonderlijk of deviant. Oedipus verbeeldt het mensdom zonder meer, hij staat voor elk van ons en wij allen delen zijn verschrikkelijke noodlot waar wij de Eros en het leven terzijde leggen, overwinnen, transcenderen, of hoe men het ook noemen wil, terwijl wij onze eigenlijke bestemming situeren in het volstrekt onbekende land achter de dood.

(J.B., 11 december 2011)

Noten:

(1) Kris Vansteenbrugge, Uit het schuim van de zee. De Griekse Mythologie in 136 verhalen, Uitgeverij Zookie 2011, p. 75. Zie: http://www.bloggen.be/dzeus/archief.php?ID=1422198 

(2) Ibidem, p. 81.

(3) Ibidem, p. 81.






06-12-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarheid en waarschijnlijkheid, het leven en de dood

Waarheid en waarschijnlijkheid, het leven en de dood

Niets is ooit helemaal waar of onwaar, alles is altijd meer of minder waarschijnlijk. Het lijkt een onmogelijke stelling, maar middels het goede perfectief wint zij aardig aan overtuigingskracht, aldus in hoogst eigen wezen illustrerend wat zij beweert.

We weten niet of we vandejaar de inspecteur van de belastingen over de vloer zullen krijgen en derhalve gedragen we ons alsof hij inderdaad komen zal: we betalen alle verschuldigde bedragen tot de laatste cent en ook als de inspecteur niet langs kwam zullen we die stellingname niet betreuren omdat zij ons voordeel biedt en beschermt voor de eeuwigheid.

Die laatste zekerheid verwerven wij pas door met het waarschijnlijke helemaal geen rekening te houden en dus door te doen alsof er zekerheid bestond. Maar precies dit handelen binnen een sfeer van verbeelde zekerheid, verandert de zekerheid van een ijl spook in een hard granieten beeld.

Wij weten nooit of de inspecteur van de belastingen zal komen en het is zelfs mogelijk dat wij hem nooit zullen moeten begroeten, maar als wij desondanks telkenjare handelen alsof hij komt, dan weten wij meteen zeker dat hij ons nooit zal kunnen bestraffen.

Op die manier - en dus middels ons theaterspel - maken wij van onzekerheden, mogelijkheden en vervolgens maken wij van mogelijkheden, onmogelijkheden en tenslotte zekerheden. We zijn immers onzeker over de komst van de controleur omdat het mogelijk is dat hij komt, maar als wij altijd doen alsóf hij komt, dan weten wij zeker dat wij nimmer tegen de lamp zullen lopen. En het is dat theater waarmee wij de aanvankelijke onzekerheid bezweren, onschadelijk maken en omzetten in iets dat de werkelijkheid waarvan wij wel moesten geloven dat zij wezenlijk onzeker was, boven zichzelf uittilt en omzet in een realiteit van ware zekerheid.

Edoch, wat we hier hebben bestempeld als zekerheid mag dan al positief in onze oren klinken: het gaat in wezen allerminst om een levendige werkelijkheid. Zekerheid immers is per slot van rekening een eufemisme voor determinisme of bepaaldheid. En dat wij ons gedetermineerd weten, betekent ten slotte dat er van onze vrijheid niets meer overschiet. Zekerheid is onvrijheid en onvrijheid is wat bij uitstek tekenend is voor de dood; het leven daarentegen wordt vooreerst gekenmerkt door de vrijheid, en vrijheid is wezenlijk onzekerheid.

Het leven wordt pas eerst door de onzekerheid mogelijk gemaakt en derhalve door een afwezigheid van kennis, want kennis is in feite een andere benaming voor wat wij beschouwen als het gedetermineerde, datgene wat vastligt, niet meer verandert en derhalve ook onherroepelijk dood is. Het leven staat tegenover de kennis, het bewustzijn en de geest, zodat wat wij sinds oudsher beschouwen als begerenswaardig, in feite één is met de dood. Om te kunnen leven, dienen wij de geest achter ons te laten, moeten wij afstand doen van onze begeerte naar weten en zullen wij ons overgeven aan de roes die het onbewuste kenmerkt maar tegelijk het leven. Het nastreven van kennis door de levende is feitelijk niets anders dan zijn doodsverlangen en hij zou zich hiervan ten stelligste onthouden indien hij dit ook wist. Dat kennis van de kennis een volstrekte onmogelijkheid is voor de levenden, spreekt nu vanzelf, en wie zich in het bezit weten van deze metakennis, die leven eigenlijk niet meer zoals de echte levenden dit doen: zij zijn zich in hun bewustzijn slechts bewust van wat niet leeft, van wat niet is of van de dood.

Gedachten onderscheiden zich van levende organismen in het feit dat zij niet leven of dus dood zijn. Maar tegelijk verschijnt hiermee de werkelijkheid van de dood ook als niet niets. Gedachten immers zijn niet niets, zij kunnen immers bezit nemen van de levenden, precies zoals de dood die, ofschoon hij helemaal niet leeft, wel degelijk bestaat. Alles wat níet is, bestaat derhalve toch naast al het levende, zoals de schaduwen der dingen in het licht van zon en maan, of zoals het tekort aan het goede dat immers samenvalt met het kwaad.

Het leven is de roes, derhalve: het heeft van zichzelf geen weet omdat het dan ook wérkelijk bestaat. Het denkproces dat zich in gang zet binnenin de wezens, is niet een zich verheffen in de torens van het Zijn: het is een ziekte en zowaar is het dan ook een proces van verrotting of ontbinding. Het is in dat licht dan ook wellicht de schromelijkste vergissing van het menselijk bestaan om te geloven dat het cultiveren van de rede of de geest ons kon verheffen. Alleen de roes geeft de extase waarin wat leeft gedijen kan zonder te worden aangetast door dode dingen zoals gedachten, ideologieën en systemen. Ver zijn wij vandaag verwijderd van die pure waarheid welke het niet-weten in wezen is. Wat de mensheid nodig heeft, is derhalve de teugelloosheid van de droom, de afwezigheid van elke systematiek en de losbandigheid waarin een nieuwe extase kiemen kan zoals in de oersoep van het begin der tijden.

(J.B., 6 december 2011)


08-11-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Illustratie 1 bij Over de geldcrisis
Illustratie 1 bij "Over de geldcrisis"


07-11-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de geldcrisis - Een interview met Omsk Van Togenbirger De Waelekens

Over de geldcrisis

Een interview met Omsk Van Togenbirger De Waelekens

Eerste deel

- Omsk Van Togenbirger, er is naar men zegt een financiële crisis gaande met niet te overziene gevolgen: wat moeten we nu beginnen?

O.V.T.: - Lees Mattheüs, hoofdstuk zes, verzen negentien en twintig!

- Mattheüs?

O.V.T.: - "Verzamel geen schatten op aarde, waar mot of houtworm ze aantast, en waar dieven inbreken om ze te stelen. Maar verzamel schatten in de hemel, waar mot noch houtworm ze aantasten, en waar geen dieven inbreken om ze te stelen."

- Tja, daar zegt u wat... en dat is evangelie?

O.V.T.: - Inderdaad. De mot zit erin, in het geld, ziet u? Geld is een stoffelijk goed en alle stof is vergankelijk. Waar geld is, zijn er ook dieven, nietwaar?

- Maar we hebben geld nodig om te leven...

O.V.T.: - Dat geloof ik niet, ik denk niet dat er eetbaar of drinkbaar geld bestaat.

- Neen, maar we hebben geld nodig om aan voedsel te komen.

O.V.T.: - Dat is iets heel anders! Is het u trouwens al opgevallen dat de vogelen des velds dat níet nodig hebben? Geld is een menselijk fabrikaat, het is een product van het kwaad in de mens.

- Een product van het kwaad? Is geld dan geen praktisch goed? Een ruilmiddel?

O.V.T.: - Tja, met de ruil is het kwaad eigenlijk al geschied, nietwaar? Men ruilt waren van gelijke waarde tegen elkaar in: een oog voor een oog en een tand voor een tand, ziet u? De ruil is het wezen van het geld, en het wezen van de ruil is de wraak, het betalen met gelijke munt.

- Maar er moet toch orde zijn?

O.V.T.: - Inzake de wraak, die u associeert met orde, staan rechten centraal. Door het kwaad hebben zij de plaats ingenomen van noden. De natuur kent slechts het recht van de sterkste, en de wraak is daarvan een verlengstuk. Dat zijn dan de wetten van schuld en boete. Er is geen gratie en nood is van geen tel, begrijpt u?

- Eerlijk gezegd niet, neen...

O.V.T.: - Waar de rechten de bovenhand hebben op de noden, kan iemand het brood dat een ander nodig heeft om in leven te blijven, opkopen en vernietigen.

- Is dat zo?

O.V.T.: - Uiteraard! En hij doet daarmee niets strafbaars, ook niet als die ander moet verhongeren!

- Ja, dat lijkt me níet rechtvaardig...

O.V.T.: - Het is moord! En waar de noden voorrang krijgen, heet dat ook moord, want de nood schept het recht.

- De nood schept het recht?

O.V.T.: - Wie honger heeft, heeft recht op voedsel, het is al eender of hij daar nu voor betaalt.

- Maar wilt u het geld dan afschaffen?

O.V.T.: - Geld op zich kan nooit volstaan om voedingswaren op te kunnen kopen, men moet eerst nood hebben aan voedsel, en dat is honger.

- Is dat niet een tikkeltje té idyllisch?

O.V.T.: - In deze wereld verhongeren nog elke dag opnieuw twintigduizend kinderen!

- Lieve hemel, maar dat zijn er tien keer meer dan het aantal slachtoffers van elf september tweeduizendéén, toen die twee torens van het centrum voor de wereldhandel in New York instortten, toch!?

O.V.T.: - U vergist zich, het zijn er dágelijks tien keer meer! En nu u het hebt over elf september: u weet toch zeker wel dat het diezelfde wereldhandel is die verantwoordelijk is voor die twintigduizend dode kinderen per dag?

- En het is nog waar ook...

O.V.T.: - Een vooraanstaand Vlaams dramaturg was op de jongste elf september hier te lande in een supermarkt aanwezig toen men het publiek aldaar om een minuut stilte verzocht voor de tweeduizend slachtoffers van elf september, exact tien jaar geleden.

- Ja, en?

O.V.T.: - De mensen bleven stokstijf staan terwijl onze schrijver zich blijkbaar niet aan de oproep stoorde: hij ging gewoon door met winkelen!

- Foei!

O.V.T.: - Hij werd door een gerant op de vingers getikt.

- Uiteraard!

O.V.T.: - Klaarblijkelijk vond hij de hele bedoening een zaak van massahysterie...

- Andermaal foei!

O.V.T.: - Hij diende de ander flink van antwoord!

- Driewerf foei!

O.V.T.: - Hielden ze een tijdje geleden een minuut stilte voor de veertigduizend doden van de aardbeving in Peru?

- Dat heb ik nooit gehoord, neen...

O.V.T.: - Als ze het daar meenden, dan moesten ze ook voor de hongerdoden tien minuten stilte inlassen, nota bene voor élke dág dat er twintigduizend kinderen zijn verhongerd. En dat zijn er sinds ettelijke jaren nog elke dag twintigduizend, tot vandaag!

- Tja, dan kunnen ze hun zaak maar beter meteen sluiten. Maar is het geld dan zo'n groot kwaad?

O.V.T.: - Geld is wraak. Maar in ons banksysteem is het nog meer dan dat, nog érger, en dat noemen wij het Mattheüs-effect.

- Mattheüs hoofdstuk zes...

O.V.T.: - Neen, neen! Het Mattheüs-effect verwijst naar een andere passage. In hoofdstuk vijfentwintig, vers negenentwintig, staat geschreven: "Wie heeft, aan hem zal gegeven worden, en wie niet heeft, het weinige dat hij bezit zal hem nog worden afgenomen."

- Dat lijkt me hoe dan ook geen al te christelijke stelling!

O.V.T.: - In het kapitalisme brengt geld nog meer geld voort, zodat het geld daar een bijzondere gelijkenis gaat vertonen met de levende wezens: het lijkt erop dat het zich voortplant, of tenminste dat het zichzelf vermeerdert, dat het zich voedt, en groeit.

- Wat griezelig!

O.V.T.: - Zeg dat wel. Het volstaat dat ik een kapitaal bezit opdat ik steeds meer geld in het laatje zou krijgen. Het geld werkt als het ware in mijn plaats.

- En wat doet het geld dan wel?

O.V.T.: - Het brengt rente op als iemand het leent. En is dat geen triestige historie?

- Het rentenieren?

O.V.T.: - Welja.

- Waarom?

O.V.T.: - Een mens die aanklopt om te lenen, is in feite een mens in nood. Hij vraagt wat geld voor levensmiddelen, hij bedelt eigenlijk.

- Maar hij is geen echte bedelaar, toch?

O.V.T.: - Hij bedelt maar hij belooft het geld terug te zullen geven. Maar dat volstaat niet. De uitlener eist meer terug dan hetgeen hij gegeven heeft.

- Dat lijkt mij inderdaad niet zo rechtvaardig. Temeer omdat die uitlener dat geld toch niet mist...

O.V.T.: - Wel, dat is inderdaad zo. De uitlener maakt misbruik van de nood van die ander die komt lenen. Het zou veel menselijker zijn indien hij zei: goed, ik geef u wat en ik scheld u uw schuld kwijt. Of: ik leen u wel wat, en brengt het maar terug als ge het weer kunt missen, want iedereen kan al eens in nood verkeren. Maar dat doet hij nu precies niet. Hij maakt in feite misbruik van de situatie. Hij perst de noodlijdende geld af. Hij leent hem een som, op voorwaarde dat de ander hem een grotere som belooft terug te zullen brengen. En hij eist dat, ook al heeft hij zelf geen nood. In feite haalt hij voordeel uit de nood van de ander. Hij vermeerdert de feitelijke schuld van de schuldenaar. En dat is bijzonder onvriendelijk, want op die manier moet hij eigenlijk hopen dat anderen tekorten lijden.

- Inderdaad, dat lijkt mij een beetje pervers...

O.V.T.: - Menselijkerwijze zou men ter compensatie van de terugbetaling van een schuld, een schuldvermíndering mogen verwachten, en dat is het tegenovergestelde van rente.

- U bedoelt dat wie hun schuld inlossen... een schuldreductie zouden moeten krijgen?

O.V.T.: - Dat lijkt mij niet alleen menselijker maar ook veel logischer dan een rente of een vermeerdering van de schuld!

- Menselijker, logischer of natuurlijker?

- Menselijker en menselijkerwijze ook logischer maar niet natuurlijker, neen, integendeel zelfs. De natuur - ook de menselijke natuur - kent geen gratie. Ge weet toch dat een koe die zich door mensen leeg laat melken, hiervoor allerminst beloond wordt? Geeft zij niet langer melk, dan schiet zij er bovendien het leven bij in want dan wordt zij... als teken van dank, zo gij wilt... ook nog opgegeten! Een paard dat niet langer sterk genoeg is om de kar te trekken, wordt geslacht! En dat is iets heel anders dan een beloning, nietwaar? Een mens dénkt er niet aan om de koe of het paard te belonen. En hij denkt er niet aan omdat hij van die beesten helemaal niets te vrezen heeft!

- Hoe verschrikkelijk!

O.V.T.: - Inderdaad, maar het is niet anders. Goedheid in de betekenis van bereidheid tot het geven van beloningen vindt zijn reden van bestaan in niets anders dan in de vrees. De heerser die door zijn volk geliefd wil worden en die dus met goedheid wil bejegend worden, moet er vooreerst voor zorgen dat hij gevreesd wordt. Dat zijn niet mijn woorden maar wel die van Niccolò Machiavelli die vijfhonderd jaar geleden met zijn befaamde boekje Il Principe aan de vorst instructies gaf over de kunst van het leiderschap. Het Machiavellisme wordt dan ook terecht cynisch genoemd, en dat betekent honds. De leider zet het volk onder bedreiging naar zijn hand. Het geldsysteem is in feite even cynisch of honds.

- Ik moet zeggen dat ik het toch nog niet te best begrijp.

O.V.T.: - Stel dat ge op reis gaat naar een vreemd land.

- Ja?

O.V.T.: - Het wordt avond, ge zijt vermoeid en ge hebt honger en ge zoekt een slaapplaats.

- Ja, veronderstel.

O.V.T.: - Er is een tijd geweest dat gastvrijheid een heilige plicht was. Dan kondt ge kloppen aan iemands deur, vertellen dat ge uit een vreemd land afkomstig waart en dat ge een slaapplaats zocht. En dan was het de plicht van de ander om, als dat in zijn mogelijkheden lag, u een slaapplaats aan te bieden, en voedsel, en al het nodige comfort. De gastheer moest u ontvangen alsof gij een koning waart, hij moest uw dienstknecht zijn.

- Is dat zo? Dat is vandaag dan toch niet meer het geval, me dunkt!

O.V.T.: - Maar let op, ge moet wel het hele plaatje bekijken: de gast diende om hulp te vragen en hij had ook geleerd om zijn dankbaarheid te betuigen jegens zijn gastheer!

- Tja, dat is dan misschien ook wel veranderd, vandaag...

O.V.T.: - Vandaag gaat men op reis en men klopt aan bij een hotel. Dat is een instantie die als het ware gastvrijheid verkoopt, ziet ge?

- Ik vrees dat ik het nog steeds niet snap...

O.V.T.: - Klinkt dat dan ook in uw oren niet vals, als ge hoort dat gastvrijheid tot een koopwaar werd?

- Nu gij het zegt, inderdaad, het lijkt mij een vorm van... prostitutie?

O.V.T.: - Kan men liefde te koop aanbieden of kopen?

- Dat geloof ik niet, neen, maar misschien denkt niet iedereen daar zo over.

O.V.T.: - Kan liefde die niet onvoorwaardelijk is, nog langer liefde zijn?

- Neen, inderdaad niet: als iemand pas begint te beminnen als die persoon daar geld voor krijgt, dan lijkt me dat slechts een toneel.

O.V.T.: - En gastvrijheid dan? Kan iemand uw gastheer worden op voorwaarde dat gij hem daarvoor betaalt?

- Dat lijkt mij evenmin mogelijk: iemand die gastvrijheid aanbiedt tegen betaling, is niet echt gastvrij, want gastvrijheid is een heilige plicht voor allen die erin geloven. Zo iemand spéélt alleen maar gastheer, me dunkt.

O.V.T.: - En weet ge dat zeker?

- Ik geloof het wel. Als ge aanklopt bij een hotel en ge hebt helemaal geen geld, dan zal men u waarschijnlijk ook niet binnenlaten.

O.V.T.: - En het werk dat gij doet? Wat is overigens uw beroep?

- Ik geef lering.

O.V.T.: - Het leraarschap is voorwaar een mooi beroep. Maar wat is uw bedoeling ermee?

- Ik probeer mensen iets bij te brengen.

O.V.T.: - En verder? Verdient gij daar ook geld mee?

- Weinig, moet ik zeggen...

O.V.T.: - Ge wordt er niet voor betaald, maar kennelijk weerhoudt u dat er niet van om door te gaan met het geven van lering?

- Zeker niet!

O.V.T.: - Maar stel nu eens dat gij er niets meer zoudt mee verdienen, zoudt gij er dan nog mee doorgaan?

- Ik zou misschien helemaal niet meer kunnen, want ik moet toch ook eten?

O.V.T.: - Inderdaad, en dat is nu juist het corrupte van het geldsysteem. Het gouden kalf probeert uw leven van geld afhankelijk te maken, zodat het ook bij machte is om u uw lesgeving te ontnemen, of om u tot liegen te brengen.

- Louter theoretisch dan?

O.V.T.: - Theoretisch zegt gij? Weet gij dan niet dat wie lering geven tegen betaling, bijvoorbeeld in een school van de staat, zich moeten onderwerpen aan een vooraf bepaald programma?

- Is een leerplan dan geen vanzelfsprekende zaak?

O.V.T.: - Maar ik heb het over de inhoud! Weet gij dan niet dat wie les geven tegen betaling in een staatsschool, bepaalde opvattingen moeten promoten? Dat zij bepaalde waarheden moeten verzwijgen? Dat zij bepaalde leugens moeten verspreiden?

- Zoals?

O.V.T.: - Ik hoorde onlangs van een leraar dat een schooldirectie van haar leerkrachten verlangde dat ze aan de leerlingen niet langer studie-eisen zouden stellen.

- Dat lijkt mij bijzonder onwaarschijnlijk.

O.V.T.: - De achterliggende redenering was deze, dat de leerlingen niet meer komen om iets bij te leren maar om het diploma te bemachtigen. Scholen waar het diploma makkelijk te krijgen is, hebben succes. Ge weet toch dat vandaag de scholen een soort van winkels geworden zijn, met de leerlingen als klanten? Dat is alvast wat de schooldirectie in kwestie impliciet aan het licht bracht toen ze haar leerkrachten er meende te moeten aan herinneren dat elke leerling anderhalf lesuur waard is!

- En dat werd zomaar in het openbaar gezegd?

O.V.T.: - Welneen, het werd allemaal medegedeeld op een leerkrachtenvergadering, en wat daar besproken wordt, moet volgens de directie strikt geheim worden gehouden.

- Wat een chantage!

O.V.T.: - Inderdaad, en dat is wat ik ook zeggen wil: het gouden kalf probeert zichzelf centraal te stellen. Geld zou een ruilmiddel moeten zijn. Afgezien van het feit dat dit op zich al problematisch is, maakt het middel zichzelf op de koop toe tot doel.

- En het doel geraakt op de achtergrond?

O.V.T.: - Het doel geraakt niet alleen uit het zicht, het wordt ook nog geperverteerd. De scholen waarover ik het zonet had, hebben niet langer tot doel om aan hun leerlingen iets bij te brengen. In feite verhíndert het winstbejag dat er nog les gegeven wordt!

- Het lijkt me dat er wel altijd misbruiken zullen zijn...

O.V.T.: - Wat ik u vertelde, is helemaal geen uitzonderlijk geval. Onlangs kon men in het nieuws lezen over een onderzoekster aan een universiteit hier ten lande, die prompt ontslagen werd omdat zij kritiek had, en ook zeer terechte kritiek, op een te voeren onderzoek. Dat onderzoek werd namelijk gesponsord door een firma en het was die sponsor die dat ontslag eiste.

- Het lijkt mij toch logisch dat de sponsor medezeggenschap heeft in de bemanning van het onderzoek; hij betaalt tenslotte de werkkrachten.

O.V.T.: - Tja, daar zit inderdaad een logica in, maar het is dan wel een logica die de waarheid met de voeten treedt. De logica moet ten dienste van de waarheid staan, en niet andersom.

- Het klinkt mij allemaal nogal vaag in de oren...

O.V.T.: - Ik zal concreet zijn. Het betreft hier een onderzoekster aan de K.U.L., in een project van een chemiereus die werkt aan de veredeling van landbouwgewassen, meer bepaald op het terrein van de eugenetica. In dit geval probeerde men aardappelen genetisch te manipuleren, zogezegd om bestand te zijn tegen allerlei plagen.

- Dat lijkt mij nog steeds een edel doel.

O.V.T.: - Jazeker, maar er is een minder edel bijverschijnsel aan dat onderzoek. De nieuwsoortige gewassen worden eigendom van de chemiereus, die er immers patenten op neemt. De oude, natuurlijke gewassen zijn gedoemd om te verdwijnen en zo ook de boeren. Willen zij nog langer hun beroep uitoefenen, dan kunnen zij dat alleen nog doen in dienst van de chemiereus, want zij zullen aldaar hun zaden inkopen aan woekerprijzen. De gewassen die zij telen, worden in dat zogenaamde veredelingsproces praktisch onvruchtbaar gemaakt. Elk jaar opnieuw dienen de boeren bij de machtige petrochemische bedrijven hun zaden aan te kopen, want wat zijzelf nog kunnen voortbrengen, is zo goed als steriel. Die zogenaamde eugenetica veredelt de gewassen niet, ze maakt ze alleen onbruikbaar voor de landbouwer, ze neemt ze in beslag. De ultieme productiemiddelen worden in beslag genomen door het grootkapitaal. Het leven zelf moet eten uit de handen van het gouden kalf.

 

Tweede deel

- Omsk Van Togenbirger, laat mij eerst eens samenvatten... we hebben immers ernstige vragen over de geldcrisis... Gij verwijst wel naar de vogelen des velds, maar het kwaad is listig, het gouden kalf maakt zich onmisbaar, is het niet zo?

O.V.T.: - Het kwaad chanteert het goede, dat is een feit. Door het kwaad kunnen wij straks helemaal niet meer handelen tenzij middels geld. Alles wat mensen doen, wordt beschouwd als arbeid, en alle arbeid dient wettelijk geregeld, wat hier op neerkomt, dat er moet voor betaald worden en dat op die financiële transactie belasting wordt geheven. In de praktijk houdt de handelende mens amper genoeg over om in leven te kunnen blijven, en waar er volgens de maatstaven van het kalf sowieso teveel mensen zijn, spaart die uitbuiting ook hun leven niet.

- Het lijkt er alvast heel sterk op dat de mensen uitgeperst worden, maar wie doet dat eigenlijk? Wie zit daar achter? En met welk doel gebeurt dat?

O.V.T.: - Dat is inderdaad een bijzonder belangrijke vraag, en ik moet u tevens zeggen dat het antwoord op die vraag onthutsend is. Want vroeger had men het over de uitbuiting van mensen door mensen. Men zegde dat de hogere klassen de lagere uitbuitten, precies zoals de mensen de dieren uitmelken. Dat werd een heikel onderwerp ten tijde van de ellende die veroorzaakt werd door de industriële revolutie, in de zogenaamde klassenstrijd. Het was Friedrich Engels, de zoon van zo'n uitbuiter, die deze wantoestanden aan de kaak stelde, en die daar samen met Karl Marx paal en perk wilde aan stellen door de verdrukten eendrachtig en aldus ook weerbaar te maken. Maar vandaag heeft dat soort van uitbuiting een zodanige vlucht genomen, dat geen zinnig mens daar nog iets kan bij winnen. Het komt er dan op neer dat de schepping, aanvankelijk een paradijs, wordt uitgebuit door de duivel, zodat zij in een hel verkeert.

- Dat begrijp ik eerlijk gezegd niet...

O.V.T.: - Ja, ik moet inderdaad toegeven dat dit ook enige uitleg vergt... Een voorbeeld dan maar om mee te beginnen. Stel dat iemand in nood u om hulp vraagt.

- Ja?

O.V.T.: - Wat gij dan voor de hulpbehoevende doet, wordt beschouwd als arbeid.

- Ja, en dan?

O.V.T.: - Gij zijt verplicht om er geld voor te vragen want alle arbeid wordt belast.

- Maar dat betekent dat ge iemand die om hulp vraagt, iemand die tekort heeft, niet eens kúnt helpen, want ge wordt verplicht om aan diegene die u iets vraagt, geld te vragen, terwijl hij het was die u vroeg om aan hem iets te geven?

O.V.T.: - Ik zou niet zeggen dat ge niet langer aan iemand iets kunt geven, maar het wordt wel een dure zaak om dat te doen, het wordt zeer sterk ontmoedigd. Als iemand mij vraagt om een buis in een keuken te herstellen, en ik vraag daar helemaal geen geld voor, dan werk ik niet alleen gratis, maar dan betaal ik ook nog eens een forse belasting op een som die ik helemaal niet ontvang. Ge begrijpt dat ge u op die manier in geen tijd straatarm kunt helpen!

- Dat lijkt mij inderdaad te kloppen.

O.V.T.: - De hulpbehoevenden bijstaan wordt welhaast onmogelijk gemaakt, waardoor het geheel onvermijdelijk wordt dat zij nog meer verarmen.

- Het tweede luik van het Mattheüseffect?

O.V.T.: - Dat hebt gij goed gezien: "Wie niet heeft, het weinige wat hij heeft, zal hem nog worden ontnomen". Het gouden kalf verhindert dat de sterkeren de zwakkeren nog langer helpen en het herbevestigt op die manier het recht van de sterkste, dat eigenlijk geen recht is maar wel het brute geweld of de strijd.

- Maar om nu eerst terug te keren naar de uitbuiting: hoe voltrekt zich die feitelijk, hier in Europa?

O.V.T.: - Wel, daar bestaan inderdaad veel misverstanden over, en het zijn de uitbuiters die er alles bij te winnen hebben om de gang van zaken zo duister mogelijk te houden. Want kijk maar eens hoe de aanzuiveringen van de banken door de corrupte politici met gelden van arme belastingbetalers worden voorgesteld als reddingsacties ten bate van jan met de pet. De uitgebuite wordt in alle media voorgesteld als diegene die bevoordeligd wordt en die gered wordt en de mensen blijken dat ook allemaal te slikken want het wordt hen door gezaghebbers ingelepeld.

- De mensen denken niet na?

O.V.T.: - Dat is een zeer vreemd verschijnsel: de massa die zich laat leiden slikt de propaganda van haar leiders volslagen kritiekloos.

- En hoe zit de vork aan de steel inzake die uitbuiting?

O.V.T.: - Ik geloof dat ik dat al eens heb uiteengezet, maar ik zal het hier eens beknopt herhalen.

- Zo gij wilt...

O.V.T.: - Het gaat om afpersing en uitpersing door de rijken van de armen met de medewerking van corrupte politici.

- Doet gij aldus geen onbezonnen uitspraak? Dit is tamelijk beschuldigend!

O.V.T.: - Maar het gaat hier ook om schuld, nietwaar? Wat is een beschuldiging in vergelijking met werkelijke schuld ten bedrage van duizenden miljarden euro? We mogen toch zeker wel proberen om de waarheid te achterhalen wanneer wij zo te kakken gezet worden?

- Oké dan...

O.V.T.: - De zaken worden om te beginnen heel anders voorgesteld dan ze in feite zijn. Om te beginnen spreekt men over de schuld van de landen en men stelt de zaken zo voor alsof het de burgers zijn die grote schulden maken en die er dus moeten voor boeten.

- En is dat dan niet het geval?

O.V.T.: - Maar natuurlijk niet! Het zijn de burgers niet die schulden maken, het zijn de politici die dat doen. De politici beheren het geld van het land waar zij regeren en zij maken schulden bij de banken. Niet uit noodzaak, maar omdat ze daar door de banken toe aangezet worden!

- Is dat dan het geval?

O.V.T.: - Ge weet dat de banken er alle belang bij hebben als mensen leningen bij hen aangaan?

- Uiteraard. Het geleende wordt immers tegen woekerintresten afbetaald.

O.V.T.: - Welnu, politici kunnen ervoor zorgen dat een gans land gaat lenen bij een bank, want zij beheren het geld van miljoenen burgers.

- Ja, het lijkt mij dat op die manier de banken superzaken doen!

O.V.T.: - Hier te lande hebben zowat tien miljoen burgers bij de banken elk een schuld van een vele duizenden euro! Elke Belg leent op die manier eigenlijk zijn burgerschap en hij betaalt het af: eindeloos, als het van de banken afhing! En dat is niet alleen bij ons zo, het is overal hetzelfde liedje. De verstandige burger wil helemaal geen schulden, hij weet dat schulden maken een veel te dure zaak is. Maar de politici maken die schulden in zijn plaats en in ruil daarvoor krijgen ze van de banken de middelen om aan de macht te blijven.

- En wat is er dan gaande in de huidige crisis? Men zegt dat er bespaard moet worden en dat de landen solidair moeten zijn met elkaar...

O.V.T.: - Niet van stapel lopen! Niet te snel! Stap voor stap!

- Oké...

O.V.T.: - Vandaag zijn er landen wiens schuld zo hoog opgelopen is, dat de banken bij wie hun politici leningen hebben aangegaan, vrezen dat ze die nooit zullen terugbetaald krijgen.

- Dat is dan pech voor die banken...

O.V.T.: - Tja, als een land failliet gaat, dan kunnen de schuldeisers, en dat zijn de banken, inderdaad fluiten naar hun centen! Maar banken zouden geen banken zijn als zij zulk een scenario's niet allang voorzien hadden!

- Hebben de banken dat dan voorzien?

O.V.T.: - Maar natuurlijk. Vandaar dan ook Europa!

- Dat begrijp ik niet!

O.V.T.: - Hebt gij om Europa gevraagd?

- Begot neen! En geen mens die ik ken, geloof ik.

O.V.T.: - Inderdaad, de politici hebben Europa er bij de mensen ingeramd!

- En waarom dan wel?

O.V.T.: - Denk eens goed na!

- Ik weet het niet!

O.V.T.: - Wie heeft voordeel bij Europa? Waartoe dient Europa? Denk aan de huidige crisis!

- Omwille van de solidariteit?

O.V.T.: - Prachtig! Maar let op: het gaat helemaal niet om een solidariteit tussen de Europese landen! Dat is slechts schijn!

- Hoezo, schijn?

O.V.T.: - Politici stellen het andermaal zo voor alsof Europese landen onderling solidair moeten zijn, maar herinner u dat het hier gaat om de afbetaling van schulden aan de banken. Als een land failliet gaat, dan kunnen de banken fluiten naar hun centen. Tenzij...

- Tenzij andere landen die schulden overnemen!

O.V.T.: - Maar natuurlijk! De banken hebben de politici ertoe aangezet om Europa te creëren met de enige bedoeling zichzelf aldus te verzekeren tegen faillissementen van naties!

- Maar zijt ge daar wel zeker van?

O.V.T.: - Wie bestuurt Europa?

- Het Europees parlement, de Europarlementariërs...

O.V.T.: - En wanneer verkiest gij die?

- Ik euh... Ik geloof dat ik nog nooit heb moeten stemmen voor de Europarlementariërs...

O.V.T.: - Ge hebt nog nooit mogen stemmen voor Europa, dat klopt. Het Europese parlement wordt niet verkozen door de Europese burgers. En daarom is Europa helemaal geen democratie, Europa is een dictatuur, en het is een dictatuur van de banken, een dictatuur van het gouden kalf!

- Maar hebt ge van uw leven!

 

Derde deel


- Omsk Van Togenbirger, als ik u goed begrijp, dan verkondigt gij nu die linkse stelling daar, dat Europa een dictatuur is van de banken, want dat lijkt mij in twee woorden wat gij ons daar allemaal komt te vertellen. Maar dan stel ik u de vraag: waar komt al die welstand dan vandaan, als we, zoals gij immers beweert, leven in een dictatuur? Want kijk eens rondom u, hier in de straat: dit zijn geen huizen meer! Dit zijn kastelen, kathedralen zijn het! Twee of zelfs drie garageboxen telt men hier per woning. De kostprijs van die huizen - het lijken echt woningen voor reuzen - moet rond het miljoen schommelen en het gaat er in sommige gevallen beslist boven! Van armoede kan hier toch geen sprake zijn?

O.V.T.: - Niet te hard van stapel lopen, andermaal! Het is een zeer correcte vaststelling die gij daar doet: die nieuwe huizen in de geringste straatjes van de kleinste dorpjes gelijken inderdaad meer op kastelen, kathedralen of vestingen voor reuzen. Bovendien is het ook waar dat ze als paddenstoelen uit de grond rijzen. En ze kosten inderdaad fortuinen.

- Daarmee zijt gij het dus wel eens?

O.V.T.: - Vanzelfsprekend, dat zijn heel correcte vaststellingen. Maar uw conclusies zijn niet altijd correct.

- Neen dan?

O.V.T.: - Ziet ge die villa hier recht tegenover?

- Ja?

O.V.T.: - Met zijn brede oprijlaan en de achtertuin met de stallingen... enfin, stallingen... dat is klaarblijkelijk een verwarmd zwembad ginder achter...

- Ja, en?

O.V.T.: - Op diezelfde oppervlakte bouwt men in de randstad een wolkenkrabber met een honderdtal zogenaamde sociale appartementen, snapt ge? Die villa's vallen inderdaad op, maar het is een kleine minderheid van de bevolking die dergelijke gigantische ruimten bewoont, een meerderheid zit quasi gevangen gelijk de kippen in de rennen. En dat is juist een gevolg van de dictatuur der banken: een slinkende minderheid aan rijken wordt almaar rijker, een steeds toenemende meerderheid aan armen wordt almaar armer.

- Zou dat wel waar zijn?

O.V.T.: - En of. Maar om dat te kunnen inzien, is het vooreerst nodig om te weten wat banken precies zijn!

- En wat is een bank dan wel?

O.V.T.: - Kent ge een mosselbank?

- Ja, een mosselbank... is een... ding... waarop mossels vastzitten.

O.V.T.: - Precies, een bank is niet een of ander gebouw, het is een zaak waarop zaken kunnen neergezet of vastgezet worden, en in dit geval gaat het uiteraard over geld. Maar wat is geld?

- Geld? Een betaalmiddel, zou ik zeggen...

O.V.T.: - Geld vertegenwoordigt waarde, en de waarde waar het hier om gaat is heel specifiek.

- Het is niet elke mogelijke waarde?

O.V.T.: - Welneen, want er zijn zaken die onbetaalbaar zijn.

- Liefde bijvoorbeeld.

O.V.T.: - Uiteraard, maar ook andere zaken, zoals grondstoffen!

- Grondstoffen? Goud, ijzer, koper?

O.V.T.: - En nog veel meer. Maar ook bijvoorbeeld de vruchten des velds, onze eetwaren!

- Onbetaalbaar?! Maar een gram tweeëntwintig karaats goud kost vandaag 33,93 euro netto, heb ik zopas nog gelezen op het internet. En ook alle andere ertsen zijn betaalbaar, me dunkt! En zo ook alle eetwaren! Wat probeert gij ons allemaal op de mouw te spelden!?

O.V.T.: - Mijn beste vriend, al die zaken zijn principieel volstrekt onbetaalbaar! Dat wij ze alsnog beschouwen als betaalbaar, en dat we ze kopen en verkopen, komt alleen doordat ze de illusie hebben van de onuitputtelijkheid. Maar de grondstoffen zijn eindig en het voedsel is beperkt. Als de vraag naar die dingen stijgt, dan stijgt ook de prijs. Als de eindigheid ervan in het zicht komt, dan evolueert de prijs richting oneindig. Als er een brood is voor één persoon en er zijn pakweg tien kopers voor dat brood terwijl het al dan niet hebben van dat brood een zaak geworden is van leven of dood, dan is dat brood gewoonweg onbetaalbaar. En ga het maar na: alle dingen zijn eindig, alleen beseffen we dat niet goed. Alle dingen zijn derhalve onbetaalbaar. Het gebruik van geld gaat terug op een illusie.

- Wat vertegenwoordigt geld dan wel? Wélke specifieke waarden, als het niet de waarde is van grondstoffen of van eetwaren of van meer van die dingen?

O.V.T.: - Arbeid.

- Arbeid?

O.V.T.: - Tarwe groeit vanzelf, maar het kost arbeid om te zaaien en te maaien. Ertsen hoeven niet gemaakt te worden, ze zitten her en der in de bodem, maar het kost arbeid om ze eruit te halen. Alle dingen zijn gratis, ze zijn er al, of dan tenminste toch de grondstoffen. Maar hun waarde wordt bepaald door de arbeid die nodig is om ze te bemachtigen.

- De waarde van de dingen wordt bepaald door de arbeid die nodig is om ze te bemachtigen?

O.V.T.: - Inderdaad. Geld vertegenwoordigt arbeid, menselijke arbeid. Maar dan wel die specifieke vorm van arbeid die nodig is om de dingen te bemachtigen die wij nodig hebben om te leven. Die dingen zijn gratis, maar ze zijn ook eindig. Alleen geld is er principieel oneindig veel, maar dat maakt het dan ook uiteindelijk volstrekt waardeloos. De grote fout die wij maken, en dat is een kostelijke illusie, is dat wij geloven dat ook de waarde van geld bepaald wordt door de arbeid die nodig is om het te bemachtigen. En daar draait het systeem zot, ziet ge?

- Neen, dat zie ik niet.

O.V.T.: - Alle dingen die wij nodig hebben om te leven, zijn er al, onder een of andere vorm, akkoord?

- Uiteraard zijn ze er, waar zouden ze immers vandaan moeten komen als ze er niet waren?

O.V.T.: - Goed. En al die levensnoodzakelijke dingen zijn principieel onbetaalbaar, nietwaar?

- Als ik het goed begrijp, zijn ze eindig. En omdat ze eindig zijn, terwijl ze levensnoodzakelijk zijn, zouden wij er élke som voor neertellen als ons leven ervan afhing.

O.V.T.: - Precies. Wat we uiteindelijk taxeren, is de arbeid die nodig is om die dingen in ons bezit te krijgen, akkoord?

- Akkoord.

O.V.T.: - Maar dat kan uiteraard niet waar zijn met betrekking tot het geld, begrijpt u?

- Neen, dat begrijp ik nu net niet.

O.V.T.: - Het geld heeft op zich immers helemaal geen waarde: men kan het niet eten, men kan er geen huizen mee bouwen... het zijn op de keper beschouwd slechts getallen die ergens vast staan, het zijn afspraken die vastliggen en die beschermd worden. En ze worden beschermd door de sterkste machten die er bestaan, dat begrijpt ge toch?

- Neen, ik begrijp het nog steeds niet.

O.V.T.: - Ik zal het met nog andere woorden zeggen: het geld is een middel, het kan nooit een doel zijn. De illusie waar ik het over heb, is de zogenaamde middel-doelomkering, de waanzin die bijvoorbeeld maakt dat mensen eetwaren gaan gebruiken als middel om aan meer geld te komen in plaats van andersom. Want aanvankelijk gingen wij naar de markt met eieren, we kregen geld voor onze eieren en we kochten daarmee dan aardappelen, dat vergemakkelijkte namelijk de ruil. We gingen naar de markt met een bepaald levensmiddel, en we kwamen met een ander levensmiddel terug naar huis, en geld was een ruilmiddel. Maar vandaag gaat men naar de markt met geld, men koopt daarvoor een lot eieren, men verkoopt dat lot eieren op diezelfde markt voor een hogere prijs en men keert huiswaarts met geld, en wel met winst. De levensmiddelen, de eieren, zijn ruilmiddel geworden en het geld werd doel. Het geld lijkt op die manier bovendien aan te groeien, alsof het een levend organisme was. En dat is uiteraard een direct gevolg van die middel-doelomkering: de levensnoodzakelijkheid van de eetwaren en de intrinsieke waarde ervan wordt genegeerd terwijl het geld opgewaardeerd wordt tot een eindwaarde. Door die leugen lijkt de levenskracht van het voedsel in het geld zelf te zijn overgegaan. Dat gebeurt uiteraard niet fysiek, maar het gebeurt niettemin écht voor zover iedereen nu eenmaal de waarde van het geld erkent.

- Maar dat is magie?!

O.V.T.: - Het is magie, inderdaad. En het is ook zwarte magie, om in datzelfde jargon te blijven. De levenskracht van de levende dingen wordt miskend en aan het geld wordt eer gebracht alsof het waarde had op zich. Meer nog: alsof het een persoon was. Wat zeg ik? Alsof het dé persoon bij uitstek was! God!

- Maar dat is griezelig!

O.V.T.: - Zeg dat wel. Want op die manier ontstaat een wel bijzonder perverse logica. Een logica die het mogelijk maakt dat de vruchten des velds vernietigd worden om hun marktprijs op te drijven. Volgens diezelfde logica kunnen wie geld bezitten, het voedsel dat verhongerende kinderen nodig hebben, opkopen en het daarna straffeloos vernietigen. En het is uiteindelijk ook die waanzinnige logica die maakt dat geld gekocht en verkocht wordt alsof het een waardevolle zaak betrof, een levend wezen!

- Geld, een levend wezen?

O.V.T.: - Hoe dikwijls wordt er niet een prijs gezet op iemands hoofd? Een mens is wat hij doet, hij werkt, hij wordt voor zijn werk betaald en hij wordt ook gedwongen om te werken: verkoopt hij op die manier niet een groot deel van zijn levenstijd, alsof die betaalbaar was, koopbaar en verkoopbaar? Meer zelfs: wij mensen worden door het grootkapitaal gekocht en weer verkocht op de arbeidsmarkt, en op die manier zijn wij zelf het die als ruilmiddel worden gebruikt, als middel om sommen geld te doen aangroeien tot nog grotere sommen. Ziet gij hoe men de levenskracht van ons, mensen, aldus wil overhevelen naar een volstrekt levenloze en zielloze zaak, een getal op een bankrekening... dat niets anders vertegenwoordigt dan de arbeid die nodig is om échte, levende dingen te bemachtigen?

- Vreemd, inderdaad...

O.V.T.: - De zaak is nu deze. Geld vertegenwoordigt de arbeid die nodig is om écht waardevolle dingen te bemachtigen, en geld doet dat op grond van afspraken... die op hun beurt gehouden worden op grond van mogelijk fysiek geweld.

- Ja?

O.V.T.: - Geld vertegenwoordigt die arbeid... maar niet die zaken zelf, begrijpt u?

- Tja, dat lijkt me wel duidelijk. Gij bedoelt dus dat het op zich waardeloze geld alleen maar waardevolle dingen vertegenwoordigt op grond van afspraak, terwijl die afspraak uiteindelijk pas waarde heeft als geweld gebruikt kan worden om de naleving ervan af te dwingen?

O.V.T.: - Precies, maar dat is nog niet alles. Want stel eens dat de bezitter van het geld op een gegeven ogenblik geen waar krijgt voor zijn geld, zodat hij geweld móet gebruiken. En stel bovendien eens dat zijn tegenstander blut is, zodat hij hem helemaal niets meer af kan dwingen!

- Tja, men kan een kei het vel niet afdoen, dat is waar...

O.V.T.: - En wat betekent dan die geldelijke rijkdom nog? Wat anders nog tenzij het 'recht'... althans volgens de hier reeds besproken perverse logica... het recht om de ander te doden?

- Tja...

O.V.T.: - En in de praktijk is dat oorlog. En in de oorlogspraktijk doodt men zijn tegenstander niet: sinds oudsher spaart men zijn leven; men neemt hem gevangen en omzeggens 'uit dank' stemt hij ermee in om de lijfeigene van zijn overwinnaar te zijn, want alleen op die manier kan hij voor hem nog een meerwaarde betekenen.

- Maar als dat de gang van zaken is... dan is de verliezer in feite altijd al de lijfeigene van zijn overwinnaar gewéést?

O.V.T.: - Dat hebt gij goed gezien. Men zegt dat de oorlog het verlengstuk is van de economie, maar eigenlijk doet de oorlog niets anders dan aan het licht brengen wat het wezen van de economie in feite is. Een economie is geen bedrijvigheid die resulteert in overwinnaars en in verliezers zoals dat het geval is in een loopwedstrijd, welneen: in de economie ligt de overwinnaar bij voorbaat vast, hij is immers diegene die zijn verliezer - en eigenlijk moet men hier spreken over een slachtoffer - het mes op de keel zet, afdreigt en afperst.

- Ja, nu gij het zegt, daar zit wel iets in...

Vierde deel

- Omsk Van Togenbirger, gij hebt ons nu een en ander verteld over het geld, maar wij tasten nog altijd in het duister als het gaat over de banken en over hun rol in dat dan toch bijzonder duistere spel dat heden aan de gang blijkt over de ganse aardbol. Banken zijn instellingen waar geld wordt vastgezet, en geld is zwarte kunst, zo beweert gij: het heeft niets anders om het lijf dan...

O.V.T.: - Geloof!

- Geloof?

O.V.T.: - Tja, het geld op zich is hoogstens bedrukt papier. Geld is in wezen niets meer dan een aan een persoon rechtstreeks of onrechtstreeks verankerd getal, en die band tussen het getal en zijn bezitter wordt beschermd. Iedereen gelooft dat zo'n getal een bijzondere waarde vertegenwoordigt.

- Geld vertegenwoordigt de arbeid nodig om levensmiddelen te bemachtigen, en dit op grond van afspraken die standhouden dankzij gewelddreiging.

O.V.T.: - Dat hebt gij goed onthouden! Wij geloven in het geld omdat wij vrezen voor geweld.

- Terecht!

O.V.T.: - Onze vrees is uiteraard terecht, want wij zijn bijzonder kwetsbaar. Men kan zelfs ten stelligste beweren dat het geld zijn macht haalt uit onze kwetsbaarheid. Nog correcter uitgedrukt: indien de mens onkwetsbaar was, dan had het geld geen enkele macht, het had niet eens kunnen bestaan. Het geld deed zijn intrede in de wereld tegelijk met de val van de mens, die hem kwetsbaar maakte. Vandaar vertegenwoordigt het geld niet zómaar een macht: het geld representeert de macht van het kwaad. En als men vaststelt dat mensen het geld aanbidden alsof het een persoon was of een god, dan mag men dat kwaad gerust personifiëren, en kan men met recht en rede zeggen dat het geld de duivel zelf vertegenwoordigt.

- De duivel?

O.V.T.: - De personificatie van de onmens!

- En die leeft dus bij de gratie van ons geloof?

O.V.T.: - Uiteraard, want op zichzelf is hij helemaal niets! De heilige Augustinus zegt in dat verband dat het kwaad geen positieve werkelijkheid is, doch 'slechts' een leemte, een tekort, een afwezigheid van het goede. Maar die afwezigheid is dus een werkelijkheid, en het is een moordende werkelijkheid, een echte moordenaar.

- De duivel?

O.V.T.: - Tja.

- Maar nu wijken we weer af van ons onderwerp: de banken! Dat zijn plaatsen waar geld wordt vastgezet, zegt gij. Maar wat doen zij dan? Wat hebben zij te maken met de verdeling van de rijkdom? En wat is die bankencrisis eigenlijk?

O.V.T.: - Zoals al gezegd is dat een bijzonder heikel artikel. Er zijn er die beweren dat zónder het geld de wereld weldra zou ten onder gaan, onder meer ingevolge luiheid.

- Gij bedoelt dat zij geloven dat geld de mensen dóet werken?

O.V.T.: - Hebzucht is voor velen een drijfveer om te werken, zo geloven zij.

- En is dat ook zo?

O.V.T.: - Tuurlijk niet! Hebzucht of bezitsdrang is een drijfveer om anderen te bestelen, ja! En over de arbeid kan men toch zeker niet zeggen dat zij diefstal is? Integendeel! De arbeid is een schenkende activiteit! Neen, neen, neen: hebzucht zal er veeleer voor zorgen dat men anderen voor zích laat werken. De hebzuchtige is tevens de luiaard, me dunkt. Of zijn er dan mensen die tegelijk hebzuchtig zijn én ijverig? Gij begrijpt toch zeker wel dat het onderliggend motief voor de hebzucht, de luiheid zelf is?

- Dat zie ik toch niet zo direct...

O.V.T.: - Waarom is iemand hebzuchtig, denkt gij?

- Omdat hij ervan houdt om veel te bezitten, veronderstel ik.

O.V.T.: - Juist, ja. Maar waarom wil iemand veel bezitten?

- Inderdaad, ja: klaarblijkelijk om niet meer hoeven te werken...

O.V.T.: - Heel wat mensen streven een fortuin na omdat zij geloven dat een fortuin hen zal toelaten om op hun lauweren te rusten. Uit luiheid dus.

- Wie hebzuchtig is, is ook lui?

O.V.T.: - Hebzucht gaat vaak met luiheid samen! Maar er moet aan toegevoegd worden dat niet allen die bezit nastreven, ditzelfde oogmerk hebben. Er zijn er ook die onafhankelijkheid nastreven, mensen die willen vermijden dat zij ten prooi vallen aan uitbuiting en slavernij. Want wat wij verstaan onder 'werk', is vaak niets anders dan een vorm van slavernij. Met dat verschil dat de dwang vandaag dikwijls een positief karakter heeft gekregen.

- Een positief karakter?

O.V.T.: - Wel, ik wil alleen maar zeggen dat in vroeger tijden de slaven geen keuze hadden want als zij weigerden te werken, dan kregen zij van de zweep. Vandaag zijn stokslagen uit den boze en wordt er positief gesanctioneerd: wie werkt, krijgt een loon maar wie niet werkt, krijgt géén geld. Maar uiteraard komt dat vaak op hetzelfde neer, tenminste daar waar sociale zekerheid ontbreekt of waar mensen moeten leven in de illegaliteit. Wie geen geld heeft, moet immers honger lijden en hij kan zijn kinderen niet voeden, en dat is mij dunkt al even erg als stokslagen te verduren krijgen. Weet ge trouwens dat de huidige crisis ertoe geleid heeft dat de minimumlonen in het hoogontwikkelde West-Europese Duitsland, dat in zekere zin de bakermat is van de moderne sociale zekerheid, feitelijk werden afgeschaft? Dat is namelijk de hele moordende logica van het geldsysteem: de slavernij van ooit is er nu écht terug.

- Omsk Van Togenbirger, dat klinkt allemaal heel interessant, maar mag ik om al te grote uitweidingen te vermijden, terugkeren naar ons onderwerp?

O.V.T.: - En waar waren wij dan gebleven?

- Bij de opwerping van hen die beweren dat geld noodzakelijk is om de mensen te doen werken...

O.V.T.: - Wel, die opwerping is mijns inziens onterecht. Ik herhaal dat de mensen niet werken uit hebzucht, integendeel. Wat wél waar is, is dat geld een zeer welkom middel is in de moderne versie van de slavernij: het geld vervangt daar dus de zweep, en nogmaals: dat is vooral zo, waar het sociaal vangnet ontbreekt, want pas daar betekent geldgebrek ook honger, zodat mensen er door schurken toe gedwongen kunnen worden om zich uit te sloven voor een hongerloon. De arbeider is in het geldsysteem een louter middel en de allergoedkoopste middelen worden ingezet om het kapitaal te dienen. Het is wáár dat daar een klein aantal mensen schatrijk van worden, maar er is dus nog een vergeten, diepere dimensie aan die zaak, want waar mensen herleid werden tot arbeidsmiddelen of tot instrumenten van het geld, daar voedt zich letterlijk de onmens met de mensen!

- De duivel vreet de mensen op. Er bestaat trouwens een afbeelding daarvan. Het is een van de illustraties bij Dante's reis met Vergilius door de hel, één van de honderd gravures bij de Venetiaanse uitgave van zijn Goddelijke Komedie in 1757.

O.V.T.: - Ge ziet dus dat wat ik vertel, zeker niet nieuw is. De voorstellingen van het kwaad doorheen de ganse geschiedenis zijn allerminst fantastisch, zij zijn daarentegen bijzonder accuraat!

- Ge jaagt mij zowaar de daver op het lijf!

O.V.T.: - Een verwittigd man is er twee waard. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Maar inzake de huidige crisis, lijkt alles erop te wijzen dat het hier gaat om een kwaad waar geen kruid tegen gewassen is. Ik vrees dat wij het zullen moeten ondergaan.

- Wat is er dan loos?

O.V.T.: - Wel, nu we er een idee van hebben wat geld is, en wat banken in feite zijn, kunnen we ons afvragen wat zij eigenlijk doen.

- De banken?

O.V.T.: - Ja, de banken. Want ge ziet dat banken bestuurd worden door grote mijnheren die, van zodra zij versleten zijn, door andere en betere vervangen worden. Het zijn de banken die hun directeurs kiezen, aanstellen, afdanken, overleven, omkopen en zo voort. De bezitter of de beheerder van een bank doet dus niet zomaar wat hij wil; ook hij is een gevangene van de logica van het geldwezen. Toch wel een bijzonder geslaagde benaming, vindt gij dat ook niet?

- Wat dan?

O.V.T.: - Het geldwezen. Dat vertegenwoordigt dus het absolute kwaad of de duivel. En ge kent die passage wel, uit het evangelie, waar de duivel Onze-Lieve-Heer meeneemt naar een hoge bergtop, waar hij Hem de wereld toont?

- Volgens Mattheüs zegt de duivel aan Jezus dat Hij van hem de ganse aarde kan krijgen. Volgens Lucas zegt de duivel dat hij in het bezit is van alle wereldse macht en dat hij die bijgevolg kan schenken aan wie hij maar wil.

O.V.T.: - Wie de wereld wil bezitten, hoeft alleen maar te knielen voor de duivel!

- En wat betekent dat dan concreet?

O.V.T.: - Zondigen uiteraard: stelen, liegen, bedriegen, echtbreuk plegen, moorden, noem maar op. Het zijn uitgerekend de zonden die aan de zondaar wereldse macht verlenen. Wie anderen naar het leven staan, worden gevreesd en bijgevolg geacht, denk maar aan wat Niccolò Machiavelli in zijn Il Principe verkondigde. Mensen smeken misdadigers hun leven te willen sparen en daarom proberen zij bij hen in de gunst te komen en vergasten zij hen op allerlei geschenken, voordelen en attenties. Criminelen zetten hun medemensen op allerlei manieren het mes op de keel, en vaak wordt het misdadige zelfs niet opgemerkt, door de vingers gezien of zelfs gepromoot. Men knijpt alras een oogje dicht voor al wie men moet vrezen omdat men boven alles zijn eigen leven veilig probeert te stellen. Jazeker, wie zichzelf wat gunnen wil, die probeert voorwaar een machtig man te vriend te hebben, en is de duivel dan geen machtig man? Gewis is hij de machtigste op aarde!

- En wat is macht dan wel?

O.V.T.: - Dat varieert. Men kan macht hebben over de natuur, en die bekomt men niet zonder eerst aan de wetten van de natuur te gehoorzamen, en dat kan men pas doen als men de natuurwetten kent. Op dezelfde manier kan men ook macht hebben over andere mensen, maar die heeft men uiteraard pas als men aan de natuur van de mens gehoorzaamt, en dus moet men die ook eerst grondig kennen.

- En is daar dan iets fout mee?

O.V.T.: - Met kennis op zich niet, neen. Maar het is zeer de vraag of men wel echte kennis kan verkrijgen. Onze kennis zal altijd onvolkomen zijn en de uitoefening ervan brengt een grote zorg en verantwoordelijkheid mee, het is hoe dan ook geen sinecure. Men kan pas kennis uitoefenen als men ingrijpt in de gang van de dingen en het blijft de vraag of men daar altijd goed mee doet. In de geneeskunde bijvoorbeeld geeft men aan mensen bloeddrukregelaars omdat men een verband ziet tussen bloeddruk en levensverwachting, maar misschien zijn de regels die nu gehanteerd worden helemaal niet zo algemeengeldig als eerst gedacht, en ondervinden meer mensen meer kwaad dan goed door die behandeling - wie zal het zeggen? Het geneesmiddel Softenon zorgde toentertijd voor miskramen en gehandicapte kinderen; Aacifemine, de algemeen voorgeschreven jonghouder voor vrouwen, bleek borstkanker te stimuleren; antidepressiva lokken bij heel wat mensen suïcidaal gedrag uit, en ga zo maar door: vaak geloven wij kennis te hebben maar nadien blijkt dat wij ons hebben vergist. Bekijk het verkeersprobleem, de uitvindingen van de auto, de kernenergie, de genetica: wat ooit zo veelbelovend was, dreigt ons uiteindelijk de das om te doen. Het vooruitgangsenthousiasme is amper enkele generaties oud of wij moeten voor het eerst in onze geschiedenis van vele miljoenen jaren gaan vrezen dat wij op het punt staan om het leven helemáál uit te roeien.

- Dat is een feit. Als ik dat zo hoor, dan zou ik haast gaan geloven dat de wereld vervloekt is.

O.V.T.: - En volgens de bijbel is dat ook zo. Of het waar is, weet ik niet, maar alvast is het zo dat er sinds oudsher meer mensen geweest zijn die deze indruk hadden. De tegendoelmatigheid strooit alom roet in het eten, ze vormt de essentie van de Oud-Griekse tragedie en ze heeft onze beschaving altijd zeer grondig getekend. Zo ook lijken kennis en macht althans op het eerste gezicht bijzonder begerenswaardige dingen, maar wie ze nastreven, moeten helaas ondervinden dat zij pas door het kwaad verkregen kunnen worden.

- Moet men dan een pakt sluiten met de duivel om het goede te bekomen?

O.V.T.: - Om het goede hier op aarde te bekomen misschien wel. Of correcter uitgedrukt: om de aardse goederen te bekomen. Herinner u dat in de evangeliën Jezus de duivel helemaal niet tegenspreekt waar die gewag maakt van zijn heerschappij over de aarde. Maar het lijkt er tevens op dat de aardse goederen, de hemelse helemaal in de weg staan.

- Is dat dan zo?

O.V.T.: - Het is moeilijker voor een rijke om het rijk der hemelen binnen te gaan dan voor een kameel om door het oog van de naald te kruipen.

- Is dat dan niet wat overdreven?

O.V.T.: - Toegegeven: het oog van de naald is, als ik het goed heb, een benaming voor de stadspoort van Jeruzalem ten tijde van Jezus; kamelen dienden te knielen teneinde er onderdoor te kunnen, en waren zij geladen met goederen, dan geraakten zij er vast en zeker niet doorheen. Maar elders wordt gezegd dat niemand twee heren kan dienen: niet God én de mammon. Men kan niet én God dienen én de wereld te vriend hebben.

- En toch moeten wij kunnen eten om in leven te blijven. Het leven wordt toch zeker niet versmaad door Christus, die zichzelf trouwens de levensbron genoemd heeft? "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven"!

O.V.T.: - Wellicht heeft Christus het over een ander dan dit stoffelijke, wereldse leven.

- Het eeuwig Leven?

O.V.T.: - Dat denk ik, ja.

- En wat is dat dan wel?

O.V.T.: - Dat is klaarblijkelijk datgene waarmee ge met dit aardse leven moet betalen om het te bemachtigen.

- Niet te geloven!


 

Vijfde en laatste deel

- Omsk Van Togenbirger, we zitten heden met een financiële crisis van enorme proporties. Enerzijds zegt u dat men geen vergankelijke schatten moet vergaren, maar anderzijds moet u dan toch erkennen dat wij zonder ons stoffelijke voedsel helemaal niet kunnen leven. Ook als wij voor een zogenaamd geestelijk leven zouden kiezen, dan nog dienen wij eerst aan ons lichaam zijn gading te geven, en dus heeft de duivel die heerst over de stoffelijke wereld, vat op ons: het gouden kalf is bij machte om het bestaan van al de hemelen die wij ons kunnen dromen, afhankelijk te maken van zijn eigen grillen en het zal ook niet nalaten dat te zijner tijd te doen; het lijkt er zelfs op dat dit de bron bij uitstek is van zijn allergrootste plezier. Temeer, mijn beste heer Van Togenbirger, er een volstrekt onontwarbare paradox schuilt in het hart van het leven, want als wij moeten eten om te kunnen leven en derhalve om gelukkig en ook góed te kunnen zijn, dan moeten wij dat voedsel eerst bemachtigen, terwijl het gouden kalf er beslag heeft op gelegd en van ons eisen kan dat wij ons eerst bezondigen aan het kwaad. Wie hier het been stijf houdt, mag dan een martelaar worden genoemd: de wereld wordt allerminst met martelaren bevolkt, zij zijn veeleer allang vergeten rariteiten die intussen overigens over dezelfde kam worden geschoren met die niets ontziende moordenaars die her en der met buskruit om hun lenden op weg denken te zijn naar een of ander maagdenparadijs.

O.V.T.: - Helaas spreekt gij de waarheid, al moet ik tevens opmerken dat het niet de stof is in het stoffelijke voedsel waarmede wij ons voeden als wij spijzen tot ons nemen en ook drank. Want is het u al opgevallen dat het voedsel dat wij nodig hebben om te leven, afkomstig is van ander leven? En dat geen mens in staat is en ook nimmer in staat zal zijn om voedzaam voedsel voort te brengen uit de dode stof? Neen, geen mens kan dat en zal dat ooit kunnen, evenmin als er een mens zou bestaan die in staat was om een ander levend wezen voort te brengen tenzij een soortgenoot en dan nog via de door God daartoe voorziene weg van de geslachtelijke voortplanting die wij, op de keper beschouwd, louter ondergaan. Voedsel is pas voedzaam door de sporen van het leven die daarin getrokken zijn en die ons bijstaan om ons leven voort te zetten. Alle leven komt van ander leven voort: het is er het kind van of de verorberaar. En alle leven geeft zichzelf weer door aan ander leven, hetzij door ander leven voort te brengen en zich daaraan op te offeren zoals het een goede ouder past, hetzij door met zijn vlees als voedsel dienst te doen. Het is dus niet de stof die wij broodnodig hebben om te leven, het is het leven zelf, dat helaas aan de stof verankerd lijkt te liggen.

- Lijkt dat dan alleen maar zo? Is de verankering van het leven aan de stof alleen maar schijn? Is de dood slechts een illusie? En de honger? En het lijden in het algemeen?

O.V.T.: - Dat is een bijzonder netelige vraag. Ge ziet het al, dat wij hier in een cirkel dreigen te belanden die ons nimmer meer loslaten zal als wij niet tijdig weer een stap terug doen. Het is veeleer nog een spiraal ofwel een opeenvolging van concentrische kringen zoals die ook terug te vinden zijn in de architectuur van de hel, of in de banen van de hemellichamen in de zwarte kosmos die volgens sommigen wel moet samenvallen met de hel, aangezien Lucifer zelf er sinds het begin der tijden de orde handhaaft.

- Andermaal keer ik terug tot de vraag: is de stof slechts een illusie? En het leed? En de dood?

O.V.T.: - Weet dat gij hier die vragen weer opnieuw stelt die de mensheid sinds 't begin der tijden in een net gevangen houden, een net waarvan men zegt dat 't onontwarbaar is, verstrikkend en compromitterend. Maar laat ik u alvast één waarheid verklappen die wij alsnog bevatten kunnen. De voorstelling die wij ons maken van de stof is even verkeerd als de voorstelling die wij ons maken van het geld. Geen van die twee zaken immers heeft een positieve werkelijkheidswaarde; zij bestaan - zowel het geld als de stof - omdat en in de mate dat zij erin slagen om ons ertoe te brengen in hun bestaan te geloven. Maar op de keper zijn zij even onecht als de droom. Als zij ons in hun macht hebben en als zij ons begoochelen, dan doen zij dat alleen maar omdat wij de leugens die zij ons voorhouden, aanbidden. En daarmee zult ge het voorlopig moeten doen, want men roept mij, ik moet er als de bliksem vandoor! Tot kijk!

Zie ook nog het artikel Politiek georganiseerde afpersing: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1271976  

(J.B., 31 oktober - 7 november 2011)


06-11-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Illustratie 2 bij Over de geldcrisis
Illustratie 2 bij "Over de geldcrisis"
Vrij naar een oude gravure in de Venetiaanse Dante-uitgave van 1757:
Lucifer die zoals een worm aan het hart der aarde vreet.


15-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de ambiguïteit van getuigenis en martelaarschap
 

Over de ambiguïteit van getuigenis en martelaarschap



1.


"De prijs van het graan is uw geld; de prijs van een stuk land is uw zilver; de prijs van een parel is uw grond; maar de prijs van de naastenliefde zijt gijzelf". (1)


Aldus Etienne Gilson over Augustinus' leer van de caritas die gefundeerd is op de menselijke gelijkwaardigheid en die daarom eenmakend is en ook mateloos, zodat zij resulteert in paradoxen: “pas door zijn ziel te verliezen, wordt zij gered” (2) en “uw Schepper eist alles van u”. (3) God is de caritas of het mateloze offer van zichzelf en wie dit hoogste goed bezit (dit is: het wegschenken van zichzelf), bezit alles, want iets is zoveel waard als gij ervoor moet betalen, en het meest waardevolle is derhalve datgene waarvoor ge met uw eigen leven betaalt.


Een openbaring, maar geen makkelijke, en dat bewijst het feit dat zelfs de meest prominente hedendaagse filosofen daarmee worstelen, zoals bijvoorbeeld Costica Bradatan in zijn essay: A light for the Future: On the Political Uses of a Dying Body. (4) Een complex probleem, want dat het meest waardevolle datgene is waarvoor men met zichzelf betaalt, betekent uiteraard geenszins dat men dat sublieme ook voor zichzelf zou kunnen opeisen met die munt van het eigen leven. Alleen wie de logica met de voeten treden, kunnen geloven dat zij de gegeven implicatie zomaar kunnen omdraaien. Voor wie inzicht hebben, is het evident dat men het allerhoogste nooit zal bereiken als men niet eerst bereid is om daarvoor te betalen met die allerhoogste prijs van zichzelf: nooit heeft een mens iets schoons gemaakt waarvoor hij niet zijn heetste hartebloed gegeven heeft, zei Adema Van Scheltema. Maar te geloven dat het betalen van die prijs volstond om in het bezit te komen van het hoogste goed, ware wel bijzonder naïef. Edoch, er is nog een veel belangrijker punt in deze discussie – het punt waar het ons hier eigenlijk om te doen is.


De kern van de zaak is dat de betaling waarvan hier sprake – namelijk de betaling van de allerhoogste prijs of dus de betaling met het eigen leven – allerminst kan bestaan in het doden van zichzelf. Hoe dit gegeven zal belicht worden in het werk van de hoger genoemde wijsgeer, valt nog af te wachten, want de schrijver werkt momenteel nog aan een beloftevol boek over de martelaren-filosofen.


Alvast is het zo dat het betalen van de allerhoogste prijs nimmer kan bestaan uit het doden van zichzelf, want wie zichzelf doodt, vernietigt zijn betaalmiddel en kan daarmee uiteraard helemaal niet meer betalen. Wat dan van hem overschiet, is nog slechts een stoffelijk overschot waarmee alleen nog aasgieren hun voordeel kunnen doen. “Betalen met zichzelf” kan derhalve nimmer betekenen: “betalen met de eigen dood”; het kan daarentegen vanzelfsprekend slechts betekenen: “betalen met het eigen leven”. En dat eigen leven mag niet worden gedood maar moet uiteraard worden geleefd. De munt waarmee men betaalt mag bij de betaling niet ontwaard worden, terwijl uitgerekend dát toch het geval is als men het betaalmiddel van zijn eigen leven bij de betaling zelf ombrengt.


Meer nog: indien het voor het bereiken van het hoogste goed volstond om zichzelf in brand te steken, dan konden ook een stuk hout, een stuk steenkool of een berg afval het koninkrijk der hemelen verwerven en misschien nog rapper dan een mens dit kon, want wat men ook zegt over de brandbaarheid van mensenvlees: er zijn beslist heel wat dingen die nog véél beter branden dan vlees.


In een 'Intermezzo' in het genoemde artikel heeft Costica Bradatan het een poos over de beeldspraak van het vuur, want vuur spreekt tot de verbeelding, het geeft warmte en licht op het soms duistere pad van de mensheid, en daarom ook wordt het vuur vaak met de hoop geassocieerd. Maar andermaal ontwaardt een mens ook hier zichzelf als hij gaat branden op de manier waarop een tak brandt of een stuk steenkool of een berg afval, want de mens heeft een heel eigen manier van verbranding, hij heeft een veel hoger en ook een veel waardevoller vuur waarmee hij zijn levenskrachten, die veel meer zijn dan louter brandstof, transformeert in licht, dat geen gewoon licht is maar vooral inzicht, en warmte, die menselijke warmte is of liefde. Een mens die zich overgeeft aan de vlammen, reduceert zichzelf tot brandhout, terwijl hij met de gift van zijn menselijk lichaam – dat ondoorgrondelijk wonder van de goddelijke schepping – zo oneindig veel meer had kunnen doen.


Wat een verspilling! – dat is wel het minste wat men er kan op zeggen als iemand zichzelf verbrandt. Wat een vergissing! – dat is het minste wat men kan zeggen als iemand die zichzelf doodt, gelooft dat hij zijn leven heeft gegeven. Door te doden immers kan iemand nimmer getuigenis afleggen van iets dat het leven overtreft of overstijgt, want doden is misprijzen en te geloven dat het de moordenaars waren die ons het rijk Gods zouden openbaren, ware wel wat teveel gevraagd.


Fakirs die zichzelf kwellen op nagelbedden, bewijzen niet dat zij onaantastbaar zijn of bovenmenselijk: de natuurwetten gelden voor alle levende wezens en dus ook voor hen, en waar zij dat ontkennen, dragen zij daarvan de gevolgen zoals ieder ander. Ook profeten die verhalen over paradijzen die al het aardse in hun schaduw stellen, liegen als zij daarmee niet bedoelen dat men dit aardse eerst verdienen moet teneinde daarvan te kunnen genieten.


Daarom ook zal de mens zijn brood vooralsnog eten in het zweet zijns aanschijns en zo snijdt het wel degelijk hout om te beweren dat wij onze stoffelijkheid niet mogen loochenen en dat wij onze lichamelijkheid eerst moeten erkennen teneinde die dan gebeurlijk te kunnen overstijgen. Er zijn geen resultaten mogelijk zonder de overeenkomstige inspanningen die zij vergen; er is geen geluk zonder de onverdroten arbeid, geen vrede en geen rust zonder eerst de rusteloze zorgen en de niet aflatende ijver. En reeds inzake het louter fysieke van ons menselijk bestaan, geldt dat wij ons zonder zweet en tranen niet handhaven kunnen, zoals uit het omvangrijke werk van dokter Kris Vansteenbrugge zo overduidelijk blijkt, en dat daar waar wij geloven het gemak te mogen kiezen, alleen ziekte en dood hun opwachting maken, als ware onze rust voorgoed vervloekt.


Tegenover de vele fantastische culturen die op ontelbare manieren het onmogelijke in het vaandel voeren onder allerlei modieuze namen en slogans, staat de eerder realistische en ook wetenschappelijk gegrondveste gezondheidscultuur (5) met haar ijzeren wet dat alleen training en afzien het lichaam sterk en gezond kunnen houden en hetzelfde geldt voor de vorming van het karakter en van de geest. Wie geen slappeling wil zijn, mag geen misprijzen hebben voor een zekere dosis dril omdat de biologie nu eenmaal gehoorzaamt aan primitieve wetten die geen mededogen kennen en waaraan al wie leven hoe dan ook gehoorzaamheid verschuldigd
zijn. Wie zijn denkkracht bij wil schaven, dient zich aan soms slopende geheugentraining te onderwerpen en moet zich talloze, soms oervervelende lessen moeizaam eigen maken en ook beschikken over parate kennis, en hetzelfde geldt voor allerlei kundigheden, vaardigheden en ook kunsten. Achter de makkelijk in de hand liggende computer schuilen gesofistikeerde wiskundige formules, bekomen middels ontelbare jaren van noeste arbeid, zweet en tranen, competitie, ongezien leed en engelengeduld. Kortom: de hemel wordt niet en nooit in een handomdraai bereikt en alleen indien dat wél zo was, konden de hongerstaker en, rapper nog, de zich tot een toorts omtoverende held er in een wip geraken. Alleen aasgieren hebben baat bij deze soms wel heel vergeeflijke menselijke drama's, en misschien spreekt Bradatan in dat verband dan ook over het politieke gebruik dat wordt gemaakt van het stoffelijke overschot van dan toch de slachtoffers bij uitstek van verschrikkelijke wantoestanden. Door hen tot held uit te roepen, kan de misdaad die hen de dood injoeg, jammer genoeg niet ongedaan worden gemaakt, en misschien geldt dat zelfs in zekere zin ook voor de kruisdood van de Heer.


2.


Iets is voor iemand zoveel waard als hij bereid is om daarvoor neer tellen, en zo is het meest waardevolle ook het meest kostbare of datgene wat het grootste offer vergt. Omdat niemand ooit meer kan betalen dan met zijn eigen leven, is het meest waardevolle voor een mens dan ook het equivalent van zijn leven zelf. Het eigen leven is met andere woorden het meest waardevolle voor een mens en de naastenliefde maakt dat ook het leven van de naasten wordt bemind alsof dit het eigen leven zelf was. In feite is het dankzij de naastenliefde dat mensen een zekere vorm van onsterfelijkheid bereiken, aangezien het leven dat wordt weggeschonken aan een ander nimmer meer ontvreemdbaar is of dus gered. Het bewijs voor iemands onsterfelijkheid ligt in feite in zijn bereidheid zelf tot naastenliefde, waarvan hij getuigenis aflegt door een dagelijkse, christelijk charitatieve levenswijze. Het getuigenis op zijn beurt maakt dat de dingen waarvan men aanvankelijk het bestaan slechts kon vermoeden, tot werkelijkheid worden: door getuigenis af te leggen of dus door te leven voor bepaalde zaken, brengt iemand deze zaken in de werkelijkheid naar binnen. Voordien waren zij slechts ideeën, mogelijkheden of kansen. Gezondheid is een kapitaal dat slechts wordt aangeboord door training, en dat is gehoorzaamheid aan koele natuurkundige wetten. Zo ook is menselijk geluk een kans die men niet realiseren kan dan door haar te ontplooien binnen de geëigende kanalen en die houden uiteraard veel meer in dan het pad des doods en de vlammen die in één ogenblik alles wat wij zijn tot as herleiden.


Alles wat bestaat, vergaat. Alle dingen en ook alle wezens hebben een eigen wijze van vergaan en van verbranding en dit vergaan is meteen hun leven en hun bestaan omdat het leven nu eenmaal een langzaam sterven is. Het voor een mens geschikte opbranden of offeren van zijn leven gebeurt door onzichtbare vlammen, evenwel in een heus verbrandingsproces middels zuurstof en brandstoffen in de juiste proporties. Dat proces wordt in goede banen geleid door geschikte menselijke activiteiten en zo geven het goede en het gezonde elkaar in zekere zin de hand waar de specifiek menselijke verbranding 'afvalstoffen' oplevert die zich heel duidelijk onderscheiden van alleen maar excrementen zoals urine en zweet: wij, mensen, brengen immers ook cultuur voort, schoonheid, waarheid en nog andere zaken als we hard ons best doen. Gezondheid is een van die allerbelangrijkste voortbrengselen van een cultuur die aardt in waarheid en die met zorg tot stand gebracht werd, steunend op ondervinding en op vele eeuwen mythisch en ook wetenschappelijk zoeken.


De van gezondheid blakende atleten – mannen en vrouwen – die in het oude Hellas deelnamen aan de Spelen welke ter ere van de mythische godheden gehouden werden, getuigen allen van een zeer ontwikkelde cultuur en zij stralen die ook uit, zij duikelen niet de dood in of de oorlog die het leven zo abrupt beëindigt, maar zij scheppen kunst en zij veranderen zelfs zichzelf in kunstwerken waar zij zich aan de regels van de wedloop onderwerpen, het speerwerpen, het worstelen. Zij hielden wedstrijden in dichtkunst en in de welsprekendheid en zij eerden ook hún oude poëten door zich hun welluidende verzen eigen te maken ten bate van het nageslacht en ze zodoende te vereeuwigen. En in die verzen wikkelden zij hun inzichten aangaande het mysterie van het leven, in de mythen dichtten zij wat eigenlijk geen mens kan vatten tot een groot verhaal dat vol beloften is en dus vol leven. En de menige helden in die sagen sterven nooit zómaar: als zij de dood ontmoeten, gebeurt dat immer tegen wil en dank en enkel en alleen omdat het kostbare leven waarvan zij de ultieme getuigen zijn, niet wijken wilde voor de obstakels van wie het tegenstaan.


Iets is voor iemand zoveel waard als hij bereid is om daarvoor neer tellen, en zo komt het ook dat wij bereid zijn om voor ons leven, dat immers álles voor ons is, ook álles neer te tellen: waar het om het leven gaat, daar geven wij het leven, misschien wel net zoals men in de wraak een oog neemt voor een oog en een tand voor een tand. Het leven schenkt zich aan nieuw leven en als dat nieuwe leven eenmaal opgestaan is en zich op eigen benen een weg baant door de wereld, legt het oude met een gerust hart zijn kopke neer en sterft. Maar niet voordien. Vandaar dat waar een man zichzelf vernietigt uit protest, hij daarmee misschien aangeeft dat hij eerst een kind gebaard heeft – weliswaar een geesteskind: het sterven zelf in alle overgave bevestigt immers heel waarschijnlijk de geboorte van dat kind dat wellicht precies daardoor tot leven komt – wie zal het zeggen?


(J.B., 14 oktober 2011)

Noten:


(1) Etienne Gilson, Introduction à l'étude de Saint-Augustin, Paris, Vrin, 1929, pp. 173v. Context: de naastenliefde steunt op de menselijke gelijkwaardigheid, en zij maakt daarom één.

(2) “Perdre son âme c' est le sauver”.

(3) Totum exigit te, qui fecit te".

(4) Zie: http://www.dissentmagazine.org/online.php?id=479

(5) Zie: Kris Vansteenbrugge, Kanker en hartinfarct moeten niet zijn, e.a. werken.


10-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geweldloos verzet
Geweldloos verzet




Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geweldloos verzet?

Geweldloos verzet?

Mahatma Gandhi of de 'Grote Ziel' Gandhi, was een Indiaas politicus die leefde van 1869 tot 1948. Hij staat bekend als charismatisch leider en voorbeeldige figuur in het geweldloos verzet of de 'satyagraha' als bijzonder wapen in de revolutie. In het essay getiteld
"Light for the future: On the Political Uses of a Dying Body" (1) noemt de Roemeens-Amerikaanse filosoof Costica Bradatan hem de man die tegenover de wrede 'kunst van het doden', de vreedzaam geachte 'kunst van het sterven' in de vorm van de hongerstaking heeft geperfectioneerd. Maar de vraag rijst of die nieuwe vorm van vreedzaam geacht verzet in werkelijkheid wel vreedzaam is.

Plato zegde dat het beter is om kwaad te ondergaan dan om het te doen, maar in het geval van vreedzaam verzet in de vorm van hongerstaking, gaat het wel degelijk om een kwaad, met name een kwaad dat men zichzelf aandoet. En aangezien Gandhi een voorbeeldfunctie waarnam, kon men ook zeggen dat hij anderen tot hongerstaking aanzette en derhalve tot het plegen van geweld tegen zichzelf. Zo wordt hier niet het geweld geopponeerd aan de geweldloosheid maar veeleer worden twee vormen van geweld misschien wel al te onkritisch tegenover elkaar geplaatst: het geweld tegen derden en dat tegen zichzelf dat, indien het gebruikt werd door iemand met een voorbeeldfunctie, eveneens als een geweld tegen derden beschouwd kon worden. In wezen gaat het hier eigenlijk over de oppositie van het geweld van de moord aan dat van de zelfmoord of over het vraagstuk van het recht op zelfmoord.

Zelfmoord is verwerpelijk in het licht van het christendom, maar ook op zuiver logische gronden moet zelfmoord verworpen worden als strijdig met het gezond verstand, en de redenen zijn telkenmale overtuigend. In christelijk perspectief vloekt de zelfmoord met het christelijke gebod zichzelf te beminnen. Dat gebod kan worden afgeleid uit drie premissen, met name het gebod van Christus aan zijn apostelen om anderen te beminnen zoals Hij hen heeft bemind, het goddelijke gebod zijn naaste te beminnen zoals zichzelf en het feit dat de godheid nimmer met zichzelf in tegenspraak kan zijn. Uit deze drie premissen volgt uiteraard en met dwingende kracht de logische conclusie dat men zichzelf moet beminnen, zodat de zelfmoord in de christelijke opvatting ongeoorloofd en gewelddadig is.

Maar ook geheel los van het christendom snijdt de verdediging van de hongerstaking, en bij uitstek die van de zelfmoord, geen hout. Sommigen trachten het kwaad dat men zichzelf aandoet, uit te leggen met de stelling dat men zichzelf kan haten terwijl men anderen bemint. Dit is echter een onmogelijkheid om de eenvoudige reden dat het beminnen van een ander niets anders kan betekenen dan dat men zich jegens die ander opstelt zoals tegenover zichzelf. En indien het mogelijk was dat men zichzelf zou haten én de ander beminnen, dan verdween vanzelfsprekend het onderscheid tussen liefde en haat.

De heden wijdverspreide mening dat zelfmoord een menselijk recht zou zijn, verwant aan het recht op zelfbeschikking, heeft zijn wortels in de misvatting dat de mens zichzelf zou bezitten en derhalve vrij zou zijn om met zichzelf te doen wat hij maar wilde. Een bijzonder surrealistische misvatting uiteraard om te stellen dat een mens met zichzelf mág doen wat hij maar wil, alleen al omdat een mens met zichzelf niet eens kán doen wat hij wil: zijn dood maar ook reeds zijn eigen leven heeft hij tegen heug en meug te ondergaan. Alle beperkingen die ons ten deel vallen, maar ook alle vrijheden die wij genieten, worden allerminst door onszelf bepaald. Alle gekregen mogelijkheden zijn niets dan genaden en het gebruik van geweld staat lijnrecht daartegenover. De mens bezit zichzelf evenmin als hij een ander bezit. Waar iemand gelooft dat hij een ander bezit, miskent hij die ander en berokkent hij hem aldus kwaad, en hetzelfde is het geval waar hij gelooft zichzelf te bezitten: daar miskent hij zichzelf, daar houdt hij zichzelf voor een ander dan hij werkelijk is.

In het berokkenen van kwaad aan zichzelf ter gelegenheid van bijvoorbeeld een hongerstaking, wordt in wezen een tweevoudige chantage gepleegd. Vooreerst gebruikt men zichzelf en berokkent men kwaad aan het eigen lichaam. Maar tegelijk instrumentaliseert men anderen door hen op een gesofisticeerde manier van hun vrijheid te beroven. Men dwingt hen immers om keuzes te maken die zij nimmer uit zichzelf zouden maken maar die zij niet laten kunnen omdat die keuzes door de gijzelnemers op een fatale manier aan door hen bepaalde voorwaarden verbonden worden. De hongerstaker laat anderen geloven dat zij het zijn die hem tot de hongerdood kunnen dwingen én ook dwingen, terwijl het op de keper beschouwd net andersom is en het de hongerstaker zelf is die dwang uitoefent op die anderen.

Rest de vraag wat er in feite gebeurt waar men zijn dood of die van een ander aanwendt voor politieke doeleinden. Een schitterende anatomie daarvan vindt men in het hoger genoemde artikel van Costica Bradatan. (1)

(J.B., 9 oktober 2011)

(1) Costica Bradatan, "Light for the future: On the Political Uses of a Dying Body", d.d. 23 mei 2011, in: http://www.dissentmagazine.org/online_articles/a-light-for-the-future-on-the-political-uses-of-a-dying-body  .


02-10-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De job en de ziel

De job en de ziel

In een Delhaizewinkel in het Antwerpse ontstond ter hoogte van de kassa's een dezer enige ophef naar aanleiding van de luidruchtige en merkwaardige uitlatingen van een klant die net zijn boodschappen had gedaan en aan wie men wilde aanleren om zelf de eigen waren in te scannen. Dat is namelijk een proces dat al aan de gang is in de grotere magazijnen en ook de kleinere supermarkten blijken nu dat voorbeeld te zullen volgen. Het is namelijk de bedoeling dat de klant het gekochte product zelf intikt of scant, betaalt en andermaal scant teneinde de afdeling te kunnen verlaten. "Dat is de eerste maar meteen ook de laatste keer dat ik dit traject heb afgelegd!", riep de klant in kwestie: "de volgende keer ga ik terug langs de kassa!" En dan, nog luider: "Begrijpen jullie dan niet dat ze jullie hier buiten willen? Meer automatisme, minder jobs!" Tenslotte met klinkende stem, hoorbaar doorheen gans het gebouw waar intussen al een belangstellende stilte was gaan heersen: "Jullie denken toch niet dat ik hier kassier kom spelen? En dan nog voor niks zeker! Jullie laten je eigen job afpakken!" (1)

De klant in kwestie was een van onze minst bekende doch tevens een van onze grootste bekende Vlamingen. Wat eerst komisch leek, was bij nader toezien werkelijk tragisch, want de opmerking liet niets aan de verbeelding over, het was de naakte waarheid, iedereen kende die maar tegelijk werd zij ook door iedereen verzwegen. En waar de commercie de waarheid verraadde, verraadde de artiest op zijn beurt nu de leugen.

Automatisering is een proces dat al aan de gang is sinds de alleroudste tijden maar sinds de industriële revolutie heeft zij een wel heel snelle vlucht genomen en sinds de nieuwste technologieën is er echt geen houden meer aan. Op zich geen probleem, het is immers de bedoeling dat door het automatiseren van handelingen die aandacht vereisen, die aandacht vrijgemaakt kan worden voor andere en belangrijkere zaken. Wie aandacht zegt, zegt mensen, en wie volhoudt dat bijvoorbeeld het intikken van cijfercodes een interessante bezigheid is voor de mens, is uiteraard niet goed snik. Maar stilaan lijkt mét de automatisering een wel heel onverwachte bijwerking te dagen aan de horizon, want in plaats van de nagestreefde bevrijding van allerlei vervelende technische taken, valt ons iets heel anders ten deel: straks blijkt de hele mensheid van bij het ochtendkrieken tot een stuk in de nacht voor een scherm te zitten, aan een klavier, om daar niets anders meer te dóen dan codes in te tikken!

Het verband lijkt spoorloos omdat het resultaat zo radicaal in tegenspraak is met het nagestreefde, maar wie niet blind is, zal tegen wil en dank moeten vaststellen dat, enerzijds, de ver doorgedreven automatisering van alle menselijke handelingen en, anderzijds, het spenderen van tijd aan de bediening van de automaat bij uitstek die de pc tenslotte is, twee zaken zijn die paralel evolueren. Om het enigszins anders uit te drukken: het proces van automatisering lijkt alleen maar de aandacht te bevrijden van allerlei taken, terwijl die aandacht in werkelijkheid opnieuw wordt opgeëist, maar dan wel met dubbele kracht en bovendien voor taken die nog vervelender zijn dan de reeds geautomatiseerde. Komt daar nog bij dat zowel onze lichamelijke als onze psycho-sociale conditie helemaal niet voorbereid is en ook niet voorbereid kán worden op die plotselinge en ingrijpende transformaties van onze agenda.

De illustratie bij uitstek van het laatst genoemde probleem is het opduiken van de zogenaamde beschavingsziekten ingevolge de zittende beroepen. Stress, hoge bloeddruk en infarcten allerhande zouden immers wegblijven indien de kantoorbediende die van zijn baas een uitbrander krijgt, de kans had om zich fysiek af te reageren zoals dat het geval was in de oertijd bij vechtpartijen en in de jacht. Wij kunnen weliswaar ons gedrag aanpassen aan het proces van automatisering, maar onze constitutie blijft wat ze is want ze ligt verankerd in ons vlees zelf dat, in dit geval, gaat hunkeren naar sport teneinde dit levensbelangrijke tekort enigszins te kunnen compenseren.

En zo zijn we uiteraard weer beland bij het begin, want kijk: was het niet de bedoeling van machines dat ze ons bevrijdden van het werk van onze handen en van de arbeid van ons hele lijf - het werk dat wij gedoemd zijn te verrichten in het zweet van ons aanschijn sinds wij in dit tranendal vertoeven? Voor dat labeur immers zijn wij gemaakt zoals we nu eenmaal gemaakt zijn: met pezen en met spieren die bloed nodig hebben en zuurstof, beweging en ritme, cadans, dag en nacht, zomer en winter en al het werk dat hoort bij de getijden, de opgang en de ondergang, het komen en het gaan, het eeuwigdurend rad. Hoe komisch wordt de mens niet die weigert om te zweten en die gelooft dat het veel beter is als hij zijn pezen en zijn spieren niet langer moet aanspreken? Wat voor een afschuwelijke vergissing begaan wij niet waar wij geloven een slag thuis te halen als wij in een luie zetel kunnen blijven liggen met de voeten in de hoogte, bier drinkend in plaats van water, en de prikkelende rook van tabak verkiezend boven de zuurstof van de heldere lucht? En willen wij meer eten dan wij in onze dagelijkse arbeid verbranden kunnen, dan zal men dat aan ons figuur ook weldra kunnen zien, en ongemakken allerhande zullen ons de vrede ontnemen die de handenarbeid ons anders had geschonken.

De automaat die de mens bedoeld had als zijn knecht, is baas geworden over hem en op die wijze heeft zich andermaal de vloek herhaald waarvan de oudste legenden verhalen: de mens heeft zijn Schepper God willen overtroeven door voor zichzelf schepselen te fabriceren die hem met hun arbeid eren moesten maar die schepselen, helaas, worden naar zijn eigen voorbeeld ongehoorzaam aan hun maker en op hun beurt onderwerpen zij hem aan zich. Warempel, in de machine die de mens verknecht, openbaart zich de wrok van God. En de code tot welke de mens alle dingen wil herleiden teneinde hen eens en voorgoed te kunnen bezitten, keert zich tegen hem. De mens wordt nu gedecodeerd, vervolgens wordt hij herleid tot zijn code, tenslotte wordt hij nietig verklaard want in het licht van de heerschappij van de code is hij niet langer uniek, is hij reproduceerbaar, maakbaar, construeerbaar uit het niets.

"Help!", zo roepen ineens enkele nog niet geheel afgestompte creaturen: "Help! Waar is mijn ziel?!"

(J.B., 2 oktober 2011)

Noten:

(1) Zie het oeuvre van de Vlaamse dramaturg en romancier Dirk Biddeloo.






27-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit het schuim van de zee - een recensie
 

Een cultuurkanjer ziet het levenslicht:

Uit het schuim van de zee

– De Griekse Mythologie in 136 verhalen –

door Kris Vansteenbrugge







 

Dit is het! Dit, hier, is het boek dat ik al in mijn jeugd koortsachtig zocht tot in de rommeligste boekenwinkels, op gezellige oude markten en hoog in het gebinte van ontelbare bibliotheken. Gij zult het niet vinden! zo klonk het t' allen kante: het boek dat gij zoekt, moet immers nog geschreven worden, en wie zal dat doen? Een groot geleerde met pensioen?

Dit hier is die ene, vaak vergeten peiler van de twee pilaren waarop de ganse westerse beschaving rust. Want naast het monotheïstische christendom dat sinds tweeduizend jaar de wereld overspoelde, is dit die andere en nog veel oudere bron, met wel duizend goden en evenveel verhalen: mysterieus en meer dan sprookjesachtig, maar o zo verklarend als wij díe vragen áchter de vragen stellen zoals bij uitstek kinderen dat doen: hoe zijn wij uit de chaos voortgekomen? Waarom verbeeldt onze achillespees de kwetsbaarheid? Kan een man een kind baren uit zijn hoofd of uit een van zijn dijen?

De woorden van de wetenschap zijn niet zomaar uit het Oud Grieks gewonnen: in Hellas ligt de oorsprong der begrippen, de kiem van de rede die ons de moderne wereld schonk. Want het begin der tijden reikt de einder van de toekomst de hand in de beloften van de nanotechnologie, de eugenetica, de megapsyche van het mensdom en Andromeda.

Uit het schuim van de zee, zo luidt het antwoord op de vraag van een oude man die alle leed en lusten heeft gekend: het wonderbare wezen dat uitgerekend door de broosheid die haar schoonheid geeft, moeiteloos alle krachten van de kosmos aan zich onderwerpt om ze dan eindeloos opnieuw te baren, werd zelf geboren uit het schuim der zee:

"Kronos hieuw Ouranos de geslachtsorganen af en wierp ze ver weg in de zee. En waar het zaad van Ouranos zich vermengde met het zeewater begon dit laatste te schuimen en uit het schuim kwam een onbeschrijflijk mooi en lieftallig wezen te voorschijn, Aphrodite, de godin van de liefde, een kind van de hemel en de zee." (p. 14)



Dit is een boek dat weidse velden behoeft met narcissen bezaaid, glooiende dalen vol boterbloemen en koele meertjes in de zon langs wier zanderige oevers een voltallig koor van nimfen danst, scanderend in een heilige vervoering:

"Toen ze met Zeus in het huwelijk trad

kreeg Hera als bruidscadeau van haar grootmoeder Gaia

een gouden appelboom.

Ze plantte de boom in haar eigen tuin,

die zich bevond op de hellingen van het Atlasgebergte,

dat is aan de westelijke kant van de wereld,

waar 's avonds de door paarden getrokken zonnewagen

van de god Helios op de aarde nederdaalt

en waar de weiden zich bevinden

waar de onmetelijke kudden koeien en schapen van Atlas grazen." (p. 19-20)

En dan krijgt dit verhaal een wending die wat herinnert aan de boom des levens uit de joodse heilige schrift: op een dag stelen de Hesperiden de gouden vruchten, en Hera laat de boom bewaken door de honderdkoppige draak Ladon - later nog door redder Herakles geveld.

Edoch, ware redding in het Grieks klinkt wel verrassend anders: toen op een dag de twee zonen van Hera's priesteres de plaats innamen van de zieke ossen die haar kar voorttrokken naar haar heiligdom, vroeg zij aan de godin een beloning voor hen beide. En ziet: Hera liet de twee terstond dood neervallen ter aarde: "Want, zo sprak de godin, de dood is het mooiste geschenk dat een mens kan te beurt vallen!" (p. 21)

Wie weet overigens dat de godin Hera een tempel had "op de heilige grond van Olympia (...) ouder nog dan die van Zeus? Te harer ere werden daar Spelen gehouden, de Heraiën, uitsluitend bestemd voor vrouwen. Maagden, naar men zegt." (p. 21)

Ooit nam Hera wraak op haar ontrouwe echtgenoot door bij zichzelf en zonder tussenkomst van een man, een zoon te verwekken, Hephaistos, die zo lelijk was dat zij hem maar meteen in zee wierp, waar nimfen hem voedden; een dwerg bracht hem later de smeedkunst bij. Uit wraak jegens zijn moeder smeedde Hephaistos haar een gouden zetel die zich om haar heen klemde en die haar zo gevangen zette. In ruil voor haar bevrijding eiste de lelijkaard Aphrodite als gemalin. Uiteraard was zij hem ontrouw en zo werd hij de 'hoorndrager'. (pp. 22-23)

Onder Zeus' kinderen waren de oorlogsgod Ares en ook Athena: zij was een bastaard, haar vader verorberde haar moeder maar kon haar niet verteren. "En ziet: uit het hoofd van Zeus steeg een volwassen vrouwspersoon op, fier en rechtop, gehelmd en geharnast, met lans en schild". (pp. 28-29)

Het verhaal over Erichthonios verklaart waarom Athena de kraai, haar lievelingsvogel, vervloekte en inruilde voor de uil; hij was het immers die haar meldde dat de bewaaksters van baby Erichthonios het verbod hadden overtreden om hem te bekijken: hij was geboren met een kronkelend slangenlichaam. Wie zijn bewaaksters waren, waarom het kind misvormd was en hoe het Erichthonios verder verging, staat allemaal nog in dezelfde paragraaf, compact én vloeiend. (p. 30-32)

Ook de maagdelijke wijsheidsgodin Athena had haar zwakheden. Zo maakte zij blind wie haar naaktheid aanschouwde. Zij leerde Arachne weven doch duldde niet dat haar leerlinge zich beter achtte dan Athena zelf van wie zij de lering loochende. Na een weefduel verhing Arachne zich, Athena kreeg spijt en veranderde de dode in een spin aan wie zij beval eeuwig te weven. (pp. 33-34)

Dan komt het verhaal van Poseidon met zijn burcht op de zeebodem, met zijn drietand en zijn gouden paardenkoets waarmee hij stormen bedwong tijdens zijn tochten over de oceanen. Wie wist dat zijn zoon Triton een 'zeemeerman' was? (pp. 36-38)

Hoe goden het aan boord legden om hun escapades te onttrekken aan het oog van hun jaloerse echtgenote, wordt onder meer verteld in het verhaal van Leto die door Zeus werd bezwangerd. "Sommigen beweren dat Zeus haar en zichzelf tijdens de paring veranderde in een kwartel (...)" (p. 39) Maar wie gelooft dat zij zich zo makkelijk liet verschalken, heeft het mis. Het vervolg van dat verhaal verklaart onder meer hoe de Egeïsche zee aan haar naam kwam, waar zich het middelpunt van de wereld bevindt en hoe de Pythische Spelen van Delphi zijn ontstaan.

Hermes dan, werd amper één dag na de bevruchting geboren en tegen de avond van zijn eerste levensdag weidde hij al de koeien van Apollo in 't gebergte. Uit de darmen van die koeien en uit het schild van een schildpad maakte hij de eerste lier. Hij bestal Apollo maar wist zich voor 't gerecht van Zeus zo geliefd te maken met zijn lier dat hij opgenomen werd als twaalfde god en benoemd tot goddelijke bode alsook tot god van de handel. (pp. 41-43)

Het verhaal van Io, de dienstmaagd van Hera die echter met haar echtgenoot Zeus aanpapte, is betoverend mooi. In een raamvertelling daarin verhaalt een fluitspelende Hermes aan de door Argos bewaakte Io die door Hera in een koe veranderd was, het verhaal van de fluit - andermaal een metamorfose, dit keer van de door Pan op de hielen gezeten nimf Syrinx die de goden om bescherming smeekte. Syrinx' bede werd aanhoord, zij werd veranderd in een rietstengel, waaruit Pan zijn fluit sneed. Hermes hakte nu een ingedutte Argos het hoofd af om Io te bevrijden, maar Hera stuurde een horzel op haar af zodat zij vluchtte en zich in zee stortte - de Ionische Zee. Maar hiermee is het verhaal opnieuw nog lang niet verteld. (p. 44-46)

Verliefd op de koningsdochter Europa, begaf Zeus zich in stierengedaante tussen haar vee en nodigde haar uit om plaats te nemen op zijn rug om haar vervolgens te ontvoeren alover de Middellandse Zee tot op Kreta waar hij weer zichzelf werd en zich met Europa verenigde. Europa kreeg drie zonen, waaronder Minos van Knossos, stamvader van de Minoïsche cultuur. Europa's ongeruste vader stuurde zijn zonen vruchteloos naar haar op zoek. Een van hen was Kadmos, die het orakel van Delphi raadpleegde. Het verdict luidde dat Zeus zelf het spoor verborg en dat hij met zijn mannen een koe moest volgen en een burcht bouwen waar ze strandde. Daar wilden zijn makkers drinken aan een bron, bewaakt door een monsterslang die hen verslond. Maar Kadmos versloeg de slang en Athena voorspelde hem dat hij als slang zou sterven nadat hij eerst een roemrijke stad had gesticht met de hulp van krijgers opgeschoten uit de tanden van de slang die hij op Athena's bevel daar zaaide. Die krijgers moordden elkaar uit, behalve vijf: de Sparti, met wie hij Thebe stichtte. (pp. 47-49)

Kadmos kreeg vier dochters, onder wie Semele, en ook met haar verenigde Zeus zich in de gedaante van een knappe jongeman. Toen hij zich bekend maakte, wilde zij de godheid zien en hij beloofde het haar ook ofschoon hij wist dat niemand god kon zien en blijven leven. Toen hij aan haar verscheen, brandde Semele op, en Zeus riep Hermes ter hulp om met een keizersnede nog gauw haar vrucht te redden en die in te planten in zijn eigen dij, en zo werd Dionysos geboren. (pp. 50-52)

In het verhaal van Ino wordt de oorsprong van de Isthmische Spelen verklaard: zij herdachten Ino en haar zoontje die tragisch om het leven kwamen. En even tragisch verging het haar zuster, Agave. Dionysos werd door vijf nimfen opgevoed, hij maakte wijn, leefde uitbundig en telde onder zijn volgelingen maenaden alsook saters, onder wie Pan. Na omzwervingen terug in Thebe organiseerde hij daar een orgie waarop Agave te gast was. Bedwelmd door de wijn aanzag zij haar zoon voor een wild dier, doodde hem en at van zijn vlees. Toen sprak Kadmos de beroemde woorden: "Prijst nooit iemand gelukkig voor hij zijn laatste dag heeft geleefd". (pp. 56-58)

En ook de zuster Autonoë verging het slecht. Haar zoon Aktaion zag op een keer Artemis naakt baden, waarop deze hem in een hert veranderde, zodat zijn honden hem verscheurden. Zeus bezwangerde de koningsdochter Kallisto - een tempeldienares van Artemis die geslachtsbetrekkingen verbood - en toen Artemis het merkte, veranderde ze haar prompt in een berin, die Arkas baarde, die op beren jaagde. Toen die op het punt stond om zijn moeder te doden, veranderde Zeus ook hem in een beer en van de twee maakte hij de sterrenbeelden Grote en Kleine Beer. (pp. 59-60)

Toen Demeter's dochter Persephone verdween, was zij uitzinnig van verdriet en prins Triptolemos vertelde haar "dat op een naburige weide een meisje was geschaakt door een geweldenaar in een door vurige zwarte paarden getrokken wagen. Daarna was de aarde opengescheurd en had het hele gespan verzwolgen [in het zogenaamde 'hol van Pluto (of Hades)']". Helios, de zonnegod die alles ziet, bevestigde dat Hades de dader der ontvoering was. Zeus werd ter hulp geroepen doch kon niets meer doen aangezien Persephone reeds gegeten had van de granaatappel die een terugkeer uit de onderwereld onmogelijk maakt. Van droefheid verdorde toen de ganse natuur en zo werd een compromis gesloten: een deel van het jaar mocht Persephone bij haar moeder, dan werd de natuur blij en ontlook de lente; het andere deel moest zij bij Hades in de onderwereld leven, dan verdorde alles en werd het winter. Hier rond werden de Eleusische mysteriën gesticht, uitbundige feesten over de levenscyclus. (pp. 61-63)

Betoverd door een jaloerse Aphrodite, deelde de koningsdochter Myrrha met een list het bed met haar vader. Toen die haar herkende, vluchtte zij naar Arabië maar toen zij zwanger bleek, schaamde ze zich zozeer dat ze niets meer wenste te zijn, noch levend noch dood. De goden veranderden haar in een myrrheboom die uit zijn bast welriekende gomhars weent om de verloren eer. Uit de schors werd Adonis geboren, een kind zo schoon dat Aphrodite hem adopteerde die het aan Persephone ter bescherming gaf. Ze kregen ruzie over het kind, en Zeus besloot dat het gedurende een derde van het jaar bij Persephone zou verblijven en een derde bij Aphrodite. Over het laatste derde besliste hij zelf en hij koos voor Aphrodite. Aphrodite werd verliefd op Adonis en de jaloerse Ares, in de gedaante van een ever, doodde hem. Adonis' bloed kleurde een beek rood die via de Styx naar de onderwereld stroomde. Waar het bloed van Adonis de aarde doodrenkte, ontsproten alom anemonen. (pp. 64-65)

Dan is er het verhaal van Tantalos die het allemaal voor de wind ging totdat hij de alwetendheid van de goden op de proef wilde stellen. Hij nodigde hen bij hem aan tafel uit en schotelde hen zijn eigen zoon Pelops voor. Alleen de nog in rouw verkerende Persephone at een stuk van zijn schouder, de andere goden doorzagen en verafschuwden de daad. Tantalos belandde in de Tartaros, de diepste hel, gefolterd door een eindeloze kwelling: staande in het water komt hij om van de dorst en onder altijd wijkende vruchten verhongert hij. Zeus liet de stukken van Pelops lichaam weer samenstellen, alleen het opgegeten stuk schouder ontbrak, het werd vervangen door ivoor. Poseidon werd verliefd op Pelops en schonk hem een stel paarden en een renwagen. (pp. 66-68)

De kunst van het paardenrennen kwam Pelops ten goede toen zijn oog viel op Onomaios' mooie dochter Hippodameia. Onomaios immers daagde elke huwelijkskandidaat uit tot een renwagenwedstrijd en boven de paleispoort hingen de dertien hoofden van Pelops' voorgangers tentoon. Hippodameia echter werd verliefd op Pelops en beraamde het plan om haar vader's wagenmenner Myrtillos om te kopen en zijn wagen te saboteren. Zijn loon: de helft van het rijk en de eerste huwelijksnacht met Hippodameia. Pelops won maar misgunde Myrtillos zijn loon en duwde hem van een rots naar beneden. Myrtillos kon Pelops en diens nageslacht nog net vervloeken. Om voor zijn misdaad vergeving te bekomen van zijn vader Hermes en van de andere goden, stichtte Myrtillos de Olympische Spelen. (pp. 69-71)



Maar hiermee werd de beknopte inhoud van slechts de eerste eenentwintig van de in totaal honderdzesendertig verhalen weergegeven. Ze bestrijken een kleine vierhonderd bladzijden en worden aangevuld met een vooral voor oningewijden bijzonder welkome, overzichtelijke genealogie en ook een uitgebreid trefwoordenregister. De tekst wordt verlucht met grappige pentekeningen van de grafische kunstenaar en cartoonist Kurt Vangheluwe. Het boek ligt vlot in de hand met zijn plooibare doch stevige kaft, de bladspiegel oogt fraai en ook lettertype en lettergrootte komen de leesbaarheid zeer ten goede. Een kanjer dan toch, een unicum in de Nederlandse taal en niet van de eerste de beste, een onschatbare rijkdom aan culturele bagage met eeuwigheidswaarde. Binnen pakweg driehonderd jaar zal men dit boek nog lezen in Vlaanderen en in Nederland, en zonder te overdrijven: als een boek het verdient om vertaald te worden, dan wel deze prachtige parel.



Nog iets over mythologie als ware kennis

Wie de oude, zangerige verzen leest waarin gewag gemaakt wordt van de mythologische oorsprong van de dingen, kan zich niet van de indruk ontdoen dat hij te maken heeft met metaforen verweven met welluidende vertelsels, veeleer dan met wat wij vandaag ‘overtuigingen’ zouden noemen. De Griekse oorsprongsmythen treffen wij vandaag meestal aan in een of andere moderne taal en in de vorm van een haast redelijk verslag, terwijl ze eigenlijk gebaseerd zijn op de verzen van, in dit geval, vooral, een van de meesterwerken van een groot dichter, namelijk de Theogonia van Hesiodos: een muzikaal gedicht van meer dan duizend verzen dat er geen twijfel laat over bestaan dat hier vooral de menselijke fantasie van eeuwen aan het werk is geweest, vanuit het opzet om in een symfonische vorm het grote verhaal van het ontstaan van de wereld zo indrukwekkend, zo beeldend en zo volledig mogelijk te vertellen ten behoeve van het kind dat zich verwonderd afvraagt waar wij dan vandaan komen. Geen mens is er die zich die vraag niet heeft gesteld, en er is ook geen mens die de vraag van het kind onbeantwoord kan laten. En het dichterlijke antwoord is ook rijk en mistig genoeg om niet ontkracht te kunnen worden, om de fantasie veeleer te voeden dan ze in te tomen, en om zodoende hoop te schenken aan de mens die zich per slot van rekening verloren weet in de oneindige uitspansels van de ruimte en de tijd. Diezelfde rijkdom en mistigheid die onze vragen weliswaar niet onbeantwoord laten, maar die ze tevens verveelvoudigen, vindt men trouwens ook terug in de zogenaamd wetenschappelijke benaderingen van ten slotte exact dezelfde problemen, die nimmer wijken, doch die terugkeren, telkenmale met hernieuwde kracht geladen en met steeds weer onverwachte verrassingen. Het is daarom beslist niet zo, dat mythen “prewetenschappelijke verklaringen” zouden zijn; veel beter kunnen wij onze wetenschappen als “neomythische verhalen” bestempelen.

De Grieks-Romeinse oorsprongsmythen zijn ons het beste bekend, maar misschien eerder nog de Joods-Christelijke, en het verwondert ons dan ook terecht wanneer wij vaststellen dat, in tegenstelling tot de Helleense, de Joodse ontstaansverhalen bij velen van ons niet eens in strijd worden geacht met wat de moderne wetenschappen ons leren. Wij noemen de Griekse mythen moeiteloos pre-wetenschappelijk, en als wij zelf aan wetenschap doen, dan beschouwen we het zelfs geheel onbewust als een vanzelfsprekendheid dat wij geloof hechten aan wat de wetenschappen ons aangaande de oorsprong van de dingen leren, terwijl wij de mythologie als een folklore beschouwen. Anders blijkt het gesteld, althans bij velen, wanneer het wetenschappelijke arsenaal aan kennis naast de Joods-christelijke mythologie wordt gelegd. Deze laatste geldt immers zeer vaak als ‘geloof’, en ze blijft een eigen bestaan leiden naast het huidige ‘spel’ van de wetenschappen.

Niettemin gebeurt zulks niet onterecht. Immers, de vragen die aan de basis liggen van de mythen, en deze die de wetenschappen hebben doen ontstaan, zijn in de grond dezelfde. Het wetenschappelijke denken is complex geworden en wegens zijn vele, hoge specialisaties uitgelopen op bijna louter technische aangelegenheden, wat het nadeel met zich brengt dat de oorspronkelijke vragen soms geheel uit het gezichtsveld verdwijnen. In de oude mythen daarentegen, blijven die vragen zelf uitdrukkelijk aanwezig en kunnen de prachtige metaforen principieel zelfs bij volslagen leken onmiddellijk de bijzondere gevoelens losmaken die eigen zijn aan de verwondering waarin het ganse opzet van de grote zoektocht naar verklaringen duidelijk wordt. Scholieren die met louter wetenschappelijke gegevens worden volgepropt zonder eerst terdege kennis gemaakt te hebben met het wonder van de mythen, dreigt het daarom te vergaan zoals de reizigers in de karavaan, uit de nachtmerrie van Kaspar Hauser in Werner Herzog’s gelijknamige filmdrama: zij trekken door de leegte van een woestijn, echter zonder kop of staart, zonder oorsprong en geheel onwetend omtrent enig doel. Het schrikbeeld van de volslagen stuurloosheid is ongetwijfeld de allerzwaarste last waarmee de jonge generaties, welke uiteindelijk de toekomst van de mensheid vertegenwoordigen, worden opgezadeld wanneer men hen de schoonheid en de verwondering, zoals deze bij uitstek in de mythen spreekt, onthoudt. En die stuurloosheid is niet alleen een zware last: zij is op de keper beschouwd moordend en onhoudbaar, zowel voor de wetenschappen zelf als voor hun beoefenaars. Immers, de wetenschappelijke bedrijvigheid zelf lijdt er zwaar onder wanneer zij haar beginselen, die haar ziel zelf zijn, moet ontberen, en zo mag het dan ook niemand nog verwonderen dat er ‘wetenschappen’ ontstaan, of althans bedrijvigheden, die, geheel losgekoppeld van enige oorsprong of enig doel, alleen nog technische complexen zijn die niet alleen geen aarde aan de dijk brengen, maar die bovendien, met een knipoog naar de — mythologische — toren van Babel, nog slechts energie en tijd verspillen die men dan elders tekort komt, zodat zij verworden tot een alles verslindend, louter ‘spel’. De doelen zijn dan middel geworden en het middel werd tot doel verheven, om het te zeggen met de auteur van de toren van Babel, met Christus, met Augustinus, met Marx, met Illich en ook met de postmodernen. Het zijn de mythe van de eeuwige Sisyphus, de Tantaloskwelling, de draad van Ariadne. De zaak is nu dat pas deze oerlegenden ons het licht schenken waarin wij ons bewust kunnen worden van waar we aan toe zijn. (1)

OVER DE AUTEUR

Kris Vansteenbrugge
(°Grijsloke, 1940) is arts (chirurg) van beroep, net zoals Tsjechov, Slauerhoff en vele andere getalenteerde schrijvers. Hij is dramaturg, romanschrijver, essayist, dichter en marathonloper. In het spoor van zijn naamgenoot Chrisolius, een Armeense missionaris en martelaar die in de derde eeuw de Vlamingen in Grijsloke tot het Christendom kwam bekeren, bekeerde dokter Kris Vansteenbrugge onze gewesten tot de helende loopcultuur als stichter van Vlaanderen's mooiste loopkoers, Dwars door Grijsloke, die in augustus 2011 aan zijn eenendertigste uitgave toe was. Kris Vansteenbrugge is tevens een kenner van de literatuur en in het bijzonder van de Griekse Mythologie. Met Uit het schuim van de zee - de Griekse mythologie in 136 verhalen - komt hij tegemoet aan een aloude vraag naar een volledige, authentieke en overzichtelijke weergave van de verhalen die de basis uitmaken van de bakermat van de westerse cultuur - een unicum in de Vlaamse letteren, met een gezwinde pen en in een vlekkeloos hedendaags Nederlands. Kris Vansteenbrugge publiceerde eerder onder meer "Dwars door Grijsloke - Kanker en hartinfarct moeten niet zijn", over de nieuwe gezondheidsleer, "De mens... een loopdier - De heksen van Grijsloke", "Grijsloke's Olympiade", over de mythologische oorsprong van de verschillende Antieke Spelen" (Grijsloke 2000), "O jerum jerum jerum" (2006), een autobiografie, en nog een aantal toneelstukken. Voor meer info, zie:
www.bloggen.be/pierpont  & www.bloggen.be/kris  & www.bloggen.be/dzeus .

 



(J.B., 27 september 2011)

Noten

(1) Zie: J. Bauwens, Over het ontstaan, in: http://www.bloggen.be/ontstaansvraag/






22-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ag2
Klik op de afbeelding om de link te volgen -

21-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet mee met de tijd -
 

Niet mee met de tijd

Het is gangbaar om te zeggen dat de jeugd het voortouw neemt en dat men met het ouder worden onherroepelijk achterop gaat hinken en niet meer mee kan met zijn tijd. De daar achter liggende opvatting houdt in dat de tijd vergelijkbaar is met een karavaan die almaar voort raast en die alleen door jonge en snelvoetige mensen bij te houden is. Ouderen komen achterop te liggen zoals een peloton dat hopeloos in de mist verdwijnt - de mist van het verleden: vijftigplussers zijn niet meer bij de tijd, zestigers zijn reddeloos, zeventigers zijn afgeschreven en tachtigers zijn allang niet meer van deze wereld. De conclusie luidt dat de wereld aan de jongeren is, die immers de toekomst vertegenwoordigen, en oud worden heeft reeds de betekenis van het in levenden lijve wegdeemsteren, het vergaan tot een schaduw van zichzelf of, erger nog, het wegkwijnen in de vergeetput.

Het beeld van de vergeetput lijkt wel overdreven maar het is dat allerminst. Vergeetputten hebben echt bestaan en voor wie er in belandden, was er geen genade. Men werd letterlijk door iedereen aan zijn lot overgelaten en vergeten. Wie het begrip 'vergeetput' leert kennen, probeert zich allicht een keertje in te denken wat het wezen moet om moederziel alleen in zo'n put te belanden tot men door de dood zelf uit zijn lijden wordt verlost. Want zo erg is het leed der verstotelingen, dat zij op den duur de dood met open armen als hun ultieme verlosser ontvangen.

Er zijn vergeetputten van steen, gegraven in de diepten van de kerkers, maar er zijn ook vergeetputten van woorden, of beter nog: van onwoorden of van een zwijgen dat een doodzwijgen is. Maar de allerergste vergeetputten zijn misschien wel de monumenten, daar deze zelfs vergeetachtigen dwingen te herinneren aan hen die niet vergeten willen worden en die er ook fortuinen aan besteden om zich aan andermans herinneringen op te dringen. Zo worden alom ten lande maar ook op allerlei feestdagen het hele jaar door, koningen, kardinalen, prinsbisschoppen, pausen, edellieden en presidenten herdacht door heel plichtsbewuste mensen die er niet bij stilstaan dat er aldus geen plaatsen en geen dagen meer overschieten waarop zij hun bloedeigen grootouders en ouders kunnen gedenken.

Maar het beeld van de voortrazende tijd die alleen jongeren in staat zijn te volgen terwijl ouderen achterop moeten blijven, is allesbehalve waarheidsgetrouw. Meer nog: iedereen weet heel goed dat het in werkelijkheid helemaal niet de ouderen zijn die achterop hinken en die van de jongeren te leren hebben - dat ware immers de wereld op zijn kop! Sinds oudsher zijn het de jongeren die door de ouderen worden geschoold om bij de tijd te kunnen zijn! De afzichtelijkheid van een op zijn kop gezette wereld toont zich misschien nog het beste in de perverse ijver van de oudere die zich jonger wil voordoen dan hij is. Het zijn inderdaad de jongeren die de ouderen moeten navolgen en wie het anders verkiezen te doen, verheerlijken de onwetendheid en lopen hun eigen ongeluk in de armen.

De hedendaagse neiging - of is het een dwang - om de kinderen baas te laten en als voorbeeld te stellen, is zeer zeker verwant aan de opvatting dat de pure natuur het beste voor ons allen is en dat de beschaving niets dan leugens brengt. Daar is iets van, want onze 'beschaving', als zij die naam nog waard is, heeft met onverdroten corruptie en met noest bedrog zichzelf in discrediet gebracht. En zeer waarschijnlijk ligt de oorzaak van die jammerlijke aberraties in de verwisseling van interne door externe drijfveren onder de druk van het gouden kalf: het goede dat men doet vanwege een daartoe bewegende liefde, werd de weg versperd door regelgevingen van buitenaf die zich verbinden met beloning en met straf. Conditionering heeft de mens van zijn eigen ziel beroofd, of beter: wie zijn doen en laten aan externe voorwaarden heeft laten koppelen, die heeft zijn ziel verkocht - het kostbaarste wat een mens bezit omdat hij daarmee samenvalt en omdat er niets meer van hem rest dan dode stof waar zij verkwanseld is. Zo'n lege huls heeft monumenten nodig, uiteraard, want iets anders heeft zij niet meer. Een mens die niet meer is, heeft bezit nodig om dat gat van on-zijn mee op te vullen, alleen is er dan niemand meer om zich die goederen toe te eigenen, daar een zielloze er slechts door bezeten worden kan. Daarentegen behoeft een mens mét een ziel helemaal niet te nemen, doch te geven.

Het offer is het wezen zelf van het levende bestaan, en dat houdt heel eenvoudig in dat niets kan leven zonder 't eigen leven door te geven. Wie leeft, wil van nature al het leven dat hij in zich draagt, verspreiden, en dit gehoorzaam aan de wet dat het leven zich vermeerdert waar het zich uitdeelt, en dit zeer in tegenstelling tot het dode. In het dodenrijk bestaat geen vruchtbaarheid en daarom ook willen allen die dood zijn, nemen en bezitten - geheel vruchteloos helaas.

Maar dat niets kan leven zonder 't eigen leven door te geven, betekent ook dat niemand leven kan zonder zijn leven eerst uit de handen van een ander te ontvangen. Jongeren dienen alles wat zij zijn, van ouderen te krijgen die het op hun beurt ontvingen van hun voorzaten. Voeding in de eerste plaats, maar uiteraard ook opvoeding: kennis, levenskunst, tactiek, techniek, methode en geschiedenis. En alleen die jongeren die bij de ouderen in de leer gegaan zijn, zijn ook bij de tijd; de ongeschoolden daarentegen (en men kan zich uiteraard evenzeer buiten de schoolmuren scholen) leven in een onbeschaafd verleden. En tot die groep behoren uiteraard diegenen die geloven dat zij mee zijn met de tijd alleen maar omdát zij jong zijn. Zij vergissen zich in niet geringe mate, want in feite zijn ze - zij het veelal niet door eigen schuld - exemplaren in een steeds gulziger om zich heen grijpend museum van de menselijke soort dat zich op een onverwachte en haast surrealistische manier steeds zichtbaarder met de huidige samenleving vermengt.

(J.B., 21 september 2011)








Foto

Foto


Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Kerststal 2021

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Zo zweeft de wereld

Van ruilmiddel tot god




Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto



Foto

Foto

Foto

Foto

Koningin Elisabethwedstrijd
 2013
voor Piano:
http://www.cmireb.be/nl/ 


Foto

 

http://fieldliberation.wordpress.com/ 
http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 

Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie:

http://naturalsociety.com/safety-group-blows-lid-on-secret-virus-hidden-in-gmo-crops/ 





Foto

Foto

Foto

Foto

Inhoud blog
  • Over de dood - Aflevering 2.
  • Over de dood
  • Dovemansgesprekken - Aflevering 2.
  • Dovemansgesprekken
  • De leer van Augustinus - Aflevering 6.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 5.
  • De tijd
  • De leer van Augustinus - Aflevering 4.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 3.
  • José Mujica en Leo XIV
  • De leer van Augustinus - Aflevering 2.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 1.
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 3
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 2
  • Over de illusie van kennis
  • Werkplekken Leo 14
  • De pausverkiezing en de kippen zonder kop
  • https://queenelisabethcompetition.be/en/competitions-details-watch-listen/events/piano-2025/
  • https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/nieuws/volg-pianowedstrijd-vanaf-eerste-ronde-live/
  • competitie
  • Macht en geweld
  • Herdenking: 12 jaar na de milieuramp van 4 mei 2013
  • Struisvogelpolitiek in Wetteren (d.d. mei 2013)
  • sv bespr pdf
  • Blasfemie
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 6
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 5
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 4
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 3
  • Shostakovich: Strijkkwartetten en Pianokwintet
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 2
  • De gevaarlijke kerk
  • De mot in het geloof - Aflevering 6. Martelaarschap en hypocrisie
  • De mot in het geloof - Aflevering 5. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 2)
  • De mot in het geloof - Aflevering 4. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 1)
  • De mot in het geloof - Aflevering 3. Costica Bradatan over sterven voor een idee
  • De mot in het geloof - Aflevering 2.
  • De mot in het geloof
  • De alerte lezer: het schrikkeljaar van Stijn Streuvels
  • De aanbidding der wijzen, c.1455 (eiken paneel) (The Adoration of the Magi, c.1455 (oak panel)) Rogier van der Weyden
  • Mattheuspassie Bach
  • Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)
  • Trump en Harvard
  • Hedendaagse kunst: Dirk D'Hulster: De geboorte van de oorlog
  • Audio-visuele installatie
  • Cryptofascisme
  • Verschijnt binnenkort-
  • De transformatie van de wereld
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 9: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg 2 en slotwoord)
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 8: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg: de derde filter)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 7: Het propagandamodel en zijn vijf filters
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 6: Het voorwoord van de auteurs
  • MANUFACTURING CONSENT vandaag in de praktijk:
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 5: Actualisering van de casestudies (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 4: Actualisering van de casestudies
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 3: Actualisering van het propagandamodel
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 2: Inleiding (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 1: Inleiding
  • Een synthese van: Noam Chomsky & Edward Herman:
  • Sergej Prokofieff, Symfonie nr. 5 ('Oorlogssymfonie')
  • Gounod, Faust, soldats
  • Gounod: Faust - Le veau d'or
  • Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, achterflap
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 18: Strategie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 17: Orde
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 Aflevering 16: Ideologie en ethiek
  • Jaap Kruithof, citaat
  • Jaap Kruithof
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 15: Televisie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 14: Entertainment
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 13: Individualisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 12: Veiligheid
  • Requiem for the American Dream with Noam Chomsky
  • Tempus fugit (duo Menguy-Le Pennec)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 11: Deportatie, apartheid of pluralisme
  • psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 10: Het fort Europa, apartheid en fascisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 9: Nationalisme
  • Spielt auf nun zum Tanz! (Andermaal Van Togenbirger)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 8: De nieuwe politieke cultuur
  • Jaap Kruithof--
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 7: Democratie
  • Kruithof, Jaap -
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 6: De jungle versus de overheid
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 5: Privatisering
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 4: De economische dictatuur
  • Het lezen waard:
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 2: Een veranderende economie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 1: De opmars van het kapitalisme
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 3: Het alternatief is de muur
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 2: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”
  • Satyagraha
  • De wet, zijn letter en zijn geest
  • Het lezen waard: DWM, lezersbrief van S. De Meulder
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”
  • “Vrijwillige legerdienst”!?
  • De fraude en de dood - Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • "Kom op tegen fraude"
  • De waarden van de windhaan
  • Oorlogavond
  • Kaos
  • Kaos ( Paolo Taviani & Vittorio Taviani, 1984) Vose 1
  • Superbia - Over een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem
  • Het nieuwe verhaal
  • George Orwell
  • Homeros: Odysseus (film 1997)
  • Sisyphus en Simone Weil
  • De mythe van Sisyphus van Albert Camus
  • Over wolven en schapen
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 11. Over het lot van activisten
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 10. Mensenrechtenactivisme, een bedreiging voor de gevestigde orde
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 9: De dwingende conclusie
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 8: De arts, zijn Orde en de WHO
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 7: Een vurig protest tegen de omerta
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 6: Een ontmaskering van het totalitarisme
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 5: Over heldenmoed
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 4
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 3
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 2
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte)
  • Schuldig verzuim 1
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 2. Intermezzo
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 1. De wereldoorlog, de kwantumtheorie en het Mystieke Lam
  • De splijtzwam en het schip der dwazen
  • God en de oorlog
  • Het fascisme, gisteren en vandaag
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-maga-granny-weigert-trumps-gratie-voor-bestorming-capitool-we-zijn-die-dag-in-de-fout-gegaan~a032fdd8/
  • https://www.hln.be/buitenland/een-dag-na-trumps-inauguratie-beloven-rusland-en-china-relaties-naar-hoger-niveau-te-tillen~a9450138/
  • https://www.hln.be/buitenland/achttien-staten-vechten-trumps-afschaffing-van-geboorterecht-aan-hij-kan-grondwet-niet-zomaar-aan-de-kant-schuiven~aca34aac/
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-bisschop-haalt-uit-naar-trump-tijdens-dienst-en-het-staat-nieuwe-president-duidelijk-niet-aan~a3e91958/
  • Executies
  • Een gigantische opstand in het verschiet?
  • Democratie en immoraliteit
  • Ongewenste mensen
  • p p5
  • Niet Trump komt aan de macht maar Mammon
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 5.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 4.
  • Trump
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 3.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 2.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 1.
  • Pieter Brueghel de Oude, De parabel van de blinden (1568)
  • De mens en zijn maskers
  • Informatie en Big Brother
  • Sibelius Vioolconcerto
  • Over het lot van de mens - 21. 28 december
  • Over het lot van de mens - 20. Opstand
  • Over het lot van de mens - 19. Het lot, het doel en de onbestemdheid
  • Over het lot van de mens - 18. De waarheid in pacht hebben
  • Het ingebeelde universum (Ludo Noens)
  • Moreels
  • Over het lot van de mens - paragraaf 17 (12)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 16 (11)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 15 (10)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 14 (9)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 13 (8)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 12 (7)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 11 (6)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 10 (5)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 9 (4)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 8 (3)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 7 (2)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 6 (1)
  • Krieg und Leichen
  • Over het lot van de mens - paragraaf 5
  • Over het lot van de mens - paragraaf 4
  • http://www.dirkdhulster.org/
  • Over het lot van de mens - paragraaf 3
  • Over het lot van de mens - paragraaf 2
  • Over het lot van de mens - paragraaf 1
  • LGBTQIA+, geen minderheid?
  • Euthanasie, sedatie en menswaardigheid
  • Pijnstillers
  • De hergeboorte van de kwakzalverij
  • Hoog in een kuuroord
  • De zwarte paus - Zo werkt extreemrechts (artikel d.d. 8 juni 2020)
  • En liegt de laatste paus dan niet? (een artikel d.d. 29 juli 2013)
  • Fundeert het katholicisme onze beschaving? (10-22 november 2019)
  • Wereldbeeld en diagnose
  • jp c f m
  • dein Geld-
  • Verkapte euthanasie
  • Tijdelijkheid
  • Oh dichosa ventura
  • De 'goede moord'
  • Jan Vingerhoets: Het smeulende gevaar van de nieuwe censuurwet:
  • Verweerschrift huisarts Jan Vingerhoets
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 3)
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 2)
  • Bericht aan de lezer
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie
  • Rach 2
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 5)
  • Met ijzeren staven
  • toren
  • Ludo Noens, Het ingebeelde universum. De ontregelende confrontatie met het onmogelijke. Enkele beschouwingen.

    Archief per week
  • 19/05-25/05 2025
  • 12/05-18/05 2025
  • 05/05-11/05 2025
  • 28/04-04/05 2025
  • 21/04-27/04 2025
  • 14/04-20/04 2025
  • 07/04-13/04 2025
  • 31/03-06/04 2025
  • 24/03-30/03 2025
  • 17/03-23/03 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 24/02-02/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 10/02-16/02 2025
  • 03/02-09/02 2025
  • 27/01-02/02 2025
  • 20/01-26/01 2025
  • 13/01-19/01 2025
  • 06/01-12/01 2025
  • 30/12-05/01 2025
  • 23/12-29/12 2024
  • 16/12-22/12 2024
  • 09/12-15/12 2024
  • 02/12-08/12 2024
  • 11/11-17/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 14/10-20/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 26/08-01/09 2024
  • 12/08-18/08 2024
  • 05/08-11/08 2024
  • 29/07-04/08 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 08/07-14/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 10/06-16/06 2024
  • 03/06-09/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 13/05-19/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 12/09-18/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 11/12-17/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 26/09-02/10 2005
  • 27/11-03/12 2000
  • 06/11-12/11 2000
  • 25/09-01/10 2000
  • 29/05-04/06 2000
  • 22/05-28/05 2000
  • 24/04-30/04 2000
  • 31/01-06/02 2000
  • 25/10-31/10 1999
  • 28/02-06/03 1994
  • 19/03-25/03 1990
  • 12/03-18/03 1990
  • 05/02-11/02 1990
  • 30/04-06/05 1984
  • 02/04-08/04 1984
  • 12/03-18/03 1984
  • 21/09-27/09 1981
  • 29/06-05/07 1981
  • 30/03-05/04 1981
  • 02/02-08/02 1981
  • 08/12-14/12 1980
  • 24/11-30/11 1980
  • 17/11-23/11 1980
  • 10/11-16/11 1980
  • 03/11-09/11 1980
  • 08/09-14/09 1980
  • 19/05-25/05 1980
  • 10/03-16/03 1980
  • 18/02-24/02 1980
  • 04/02-10/02 1980
  • 28/01-03/02 1980
  • 10/12-16/12 1979
  • 19/11-25/11 1979
  • 15/10-21/10 1979
  • 17/09-23/09 1979
  • 06/08-12/08 1979
  • 12/03-18/03 1979
  • 27/02-05/03 1978
  • 06/02-12/02 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 25/12-31/12 1978
  • 12/12-18/12 1977
  • 05/12-11/12 1977
  • 03/10-09/10 1977
  • 30/05-05/06 1977
  • 02/05-08/05 1977
  • 14/02-20/02 1977
  • 15/11-21/11 1976
  • 12/01-18/01 1976
  • 08/12-14/12 1975
  • 10/11-16/11 1975
  • 07/07-13/07 1975

    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto


    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2000
  • 1999
  • 1994
  • 1990
  • 1984
  • 1981
  • 1980
  • 1979
  • 1978
  • 1977
  • 1976
  • 1975





    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs