Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
02-12-2023
Gevaren van extreemrechts (4) Enkele fragmenten uit âHet grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereldâ Tweede fragment: pp. 435-442
Gevaren
van extreemrechts (4)
Enkele
fragmenten uit Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en
andere teksten over de totalitaire wereld
Tweede
fragment: pp. 435-442:
Verdoken
massamoord
Het
begrip 'euthanasie' dat normaliter te maken heeft met
stervensbegeleiding krijgt een heel andere betekenis wanneer het in
verband gebracht wordt met eugenetica en erfelijke ziekten, aldus
begint het derde hoofdstuk van het document Nazi
Mass Murder.
De darwinistische 'struggle for life' indachtig, geloofden de nazi's
met Adolf Hitler dat zij de natuur een handje moesten helpen in het
elimineren van de zwaksten, bijvoorbeeld door hen te steriliseren. Er
werd daarbij gedacht aan alcoholici, epileptici, psychopaten,
zwervers, criminelen, prostituees, invaliden, geesteszieken,
kreupelen en ongeneeslijk zieken. Gerenommeerde wetenschappers hadden
het in de media dan over 'menselijk ballast', 'schijnmensen',
'defecte mensen', 'mentaal doden', 'lege hulzen van wat ooit mensen
waren' en zij bespraken ook wettelijke regelingen over de manier
waarop mensen behorend tot deze categorieën moesten worden
omgebracht.1
De waarde van een mensenleven werd schaamteloos uitgedrukt middels
een kosten-batenanalyse, precies zoals dat vandaag opnieuw het geval
is waar sommigen via de media de stelling verdedigen dat men inzake
de strijd tegen corona niet moet streven naar het redden van zoveel
mogelijk mensenlevens maar wel levensjaren. De moordpropaganda
beperkte zich niet tot de media maar drong zelfs door tot in de
schoolboeken en zo leest men in een wiskundeboek met vraagstukjes:
De bouw van een psychiatrisch ziekenhuis kost zes miljoen Mark.
Hoeveel nieuwe huizen van 15.000 Mark kan men voor dat bedrag
bouwen? De nazi's vreesden echter dat de concrete moordplannen die
reeds in 1938 klaar waren, het grote publiek niet langer zouden
afschrikken eenmaal de oorlog begon omdat dan de waarde van een
mensenleven sowieso fors gerelativeerd wordt.2
Reeds
in 1939 maakte Hitler duidelijk dat het 'levensonwaardig leven' van
geesteszieken moest beëindigd worden. In datzelfde jaar werd aan de
bevolking gevraagd om misvormde kinderen te rapporteren bij de
overheid: zij werden afgezonderd en gedood met injecties met morfine,
scopolamine en luminal ofwel liet men hen gewoon verhongeren. Ook
verordende Hitler deskundige artsen om volwassenen met mentale
achterstand in het geheim om te brengen, de ziekenhuisbedden moesten
immers vrijgemaakt worden met het oog op de komende oorlog.34
Millgram
In
1939 liet Hitler een lijst samenstellen met vooraanstaande medici,
onder wie professoren aan de universiteiten van Halle, Heidelberg en
Würzburg, die uitgenodigd werden op samenkomsten in Berlijn waar de
massamoordmethodes besproken werden. Alles gebeurde in het strikte
geheim en aan alle medewerkers werd verzekerd dat zij niet vervolgd
zouden worden. Desalniettemin eisten dezen een schriftelijke
bevestiging hiervan van Hitler die instemde. Hitler gebruikte de term
'genadedood' in plaats van 'moord'. Later wensten verschillende van
deze medewerkers de genadedood of euthanasie te legaliseren maar
Hitler verhinderde dat uit angst voor vijandige reacties.5
Omdat
de gruwel danig ongelooflijk was, trachtte Stanley Milgram in 1963
die onvoorstelbare feiten te weerleggen maar zij werden daarentegen
bevestigd door zijn zogenaamd 'gehoorzaamheidsexperiment'. De
oververtegenwoordiging van sociopaten onder politici en
leidinggevende figuren in het algemeen alsook het gemak waarmee
hoogwaardigheidsbekleders het volk misleiden onder het mom van hogere
doelen zijn allang geen geheim meer. In het licht van de openbaringen
in het zog van de Tweede Wereldoorlog en van de onophoudelijke stroom
aan onthullingen van machtsmisbruik door politici, lijkt ook en
vooral de algemene secularisering niet zozeer een gevolg van een
toenemende immoraliteit dan wel een consequentie van het inzicht in
de banale feitelijkheid dat alle goden en godmensen door hun
zelfverklaarde vertegenwoordigers gewoon werden verzonnen met het oog
op macht en heerschappij over alles en iedereen. Een van de
machtigste politieke groepen ooit is de katholieke kerk en er gaan
gewis enkele generaties overheen om te wennen aan de idee dat er
nooit ofte nimmer een andere Messias heeft bestaan dan het sluwe
verzinsel van de machtige beheerders van de kerk. Maar de ene bende
is nog niet opgedoekt of een andere, nog driester dan de eerste, is
reeds aan de macht.6
Malthus
In
oktober 1939, nadat Hitler de schriftelijke toelating had gegeven
voor de massamoordpartijen, ging de operatie van start waarbij de
bewoners van Duitse sanatoria en zorgcentra werden geëlimineerd.7De
codenaam hiervoor was 'Aktion T4', verwijzend naar het adres
'Tiergartenstrasse nr. 4'. Alle medewerkers waren gehoorzame
vrijwilligers die de partij-ideologie genegen waren en zij beloofden
het geheim te bewaren. Er werd hen ook verteld dat er sowieso een
euthanasiewet in de maak was. Niemand werd gedwongen maar bijna
niemand weigerde de job.8
Vandaag
bestaat bij velen nog steeds het misverstand dat Hitlers medewerkers
- zeg maar beulen - criminelen waren, mentaal zieken of sadisten maar
dat blijkt na grondig onderzoek helemaal niet het geval en Stanley
Milgrams onderzoek bevestigde dit ook. Hitlers moordenaars waren
doodnormale mensen, zeer vaak hoger opgeleiden, artsen en vermaarde
professoren, gezagsgetrouw en gehoorzaam, vlijtig en betrouwbaar: zij
vertrouwden hun oversten ofschoon zij schriftelijke garanties eisten
van de beloftes dat zij niet zouden vervolgd worden en zij voerden de
bevelen uit zoals goede werknemers dat doen. De slagzin 'Befehl ist
Befehl' heeft sindsdien overigens ook een bijzondere connotatie.
In
het licht van deze feiten moet dan ook met dwingende kracht worden
geconcludeerd dat een herhaling van de gruwel niet alleen mogelijk is
maar zich ook zal voordoen telkenmale machthebbers oordelen dat er
gegronde redenen bestaan om massa's mensen uit te roeien. En het
verschrikkelijke aan de hele historie is nu wel dat die machthebbers
bestaan en dat zij heden mee de wereld regeren.
Het
Mathusianisme is vandaag immers een door heel wat vooraanstaande
wetenschapslui, politici en in hun zog ook influencers aangehangen
stroming: de zogenaamd 'wetenschappelijke' theorie welke twee zaken
propageert, waarvan de eerste luidt dat overbevolking rampzalig is
voor het voortbestaan van de planeet en de tweede dat de planeet
momenteel overbevolkt is. Wie deze twee stellingen slikt
(bijvoorbeeld omdat zij als wetenschap worden verkocht), zal ook
bereid zijn om op grond van deze ideologie mee te werken aan
programma's die de acht miljard mensen tot een half miljard pogen
terug te brengen.
Wij
noemen die stellingen allerminst wetenschap maar wel een ideologie,
vooreerst omdat het niet zo is dat overbevolking als zodanig
rampzalig is voor de planeet aangezien het begrip afhankelijk is van
de zogenaamde ecologische voetafdruk. Want met een zuinig verbruik
(door onder meer energiebesparende maatregelen en minder
vleesconsumptie) en een beperking van de afvalproductie (door onder
meer recyclage) kunnen heel wat meer mensen op aarde leven zonder dat
van overbevolking sprake hoeft te zijn. Zo kan een wereldbevolking
van één miljoen mensen de aarde in een mum van tijd om zeep helpen
als zij maar genoeg verspillen en vervuilen, terwijl een leven met
respect voor de planeet geheel probleemloos een vertienvoudiging van
de huidige wereldbevolking aankan. Dit feit volgt uit het gegeven dat
één westerling, wiens levensstandaard mogelijk gemaakt wordt door
veertig tot vijftig slaven in de derde en de vierde wereld, door de
band tot het honderd- of duizendvoudige of meer verbruikt én
vervuilt van een paria in Indië. Wat ook de tweede stelling van de
Malthusianisten naar de prullenbak verwijst. Maar grote namen zoals
'natuurliefhebber' Sir David Attenborough, laten uitspraken als deze
blokletteren in vooraanstaande kranten: 'Let them starve!' ('Laat ze
verhongeren' - de armen welteverstaan, anders verdubbelt hun aantal
telkenjare).
Het
toverwoord 'wetenschap' maakt de gruwel mee mogelijk, zoals dat ook
het geval was in het Derde Rijk met zijn als wetenschap verkochte
ideologie van het Arische superras en zijn als wetenschap
voorgestelde eugenetica welke het uitzicht gaf van een groots opgezet
plan ten bate van de volksgezondheid. Ja, ook toentertijd draaide het
zogezegd allemaal om volksgezondheid... 9
1Nazi
Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition
1993 by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). p. 13.
5Nazi
Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition
1993 by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). pp. 15-16.
7Nazi
Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited
by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition
1993 by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983). p. 16, eigen
vertaling.
Gevaren van extreemrechts (3) Enkele fragmenten uit âHet grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereldâ Eerste fragment: pp. 427-434
Gevaren
van extreemrechts (3)
Enkele
fragmenten uit Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en
andere teksten over de totalitaire wereld
Eerste
fragment: pp. 427-434:
Onder
de dictatuur van Adolf Hitler gold de 'wetenschappelijke' theorie van
het superras der Ariërs waarvoor ruimte - Lebensraum
- moest worden vrijgemaakt door zogenaamde zuiveringsoperaties die in
feite massamoorden waren op de bewoners van door de Duitsers in te
palmen gebieden en zo zal de geschiedenis er nooit in slagen om voor
de gruwel gepleegd door de nazi's in onder meer Wit-Rusland enige
verantwoording te vinden.1
Ook
het eigen land diende gezuiverd te worden van zekere categorieën van
mensen die men eerst 'profiteurs' en 'ballast' en vervolgens 'rotte
appels' en 'ratten' is gaan noemen om de misdaad als een weldaad aan
de man te kunnen brengen en met dat doel voor ogen werden kampen
gebouwd waarheen het zogenaamde 'levensonwaardige' volk diende
versluisd te worden om daar op industriële wijze te kunnen worden
omgebracht, meer bepaald met het gifgas Zyklon-B, een pesticide
massaal geproduceerd door grote Duitse chemische bedrijven.
Aanvankelijk
werd het gifgas in concentratiekampen aangewend voor ontluizing van
kleren en tegen tyfus maar alras kwam men op het idee om er ook
mensen mee te doden. De eerste experimenten vonden in Auschwitz
plaats in september 1941 met gifgas zonder waarschuwende geurstof en
deze manier om massaal niets vermoedende en weerloze mensen te
'vernietigen' werd meteen ook in andere kampen aangewend.
De
massamoord met Zyklon-B door de Nationaal Socialisten werd
gecamoufleerd door het code-woord 'euthanasie'. Pas na de bevrijding
verschenen vele verschillende rapporten, fragmenten, over de
concentratiekampen en het duurde heel lang vooraleer het tot de
mensen doordrong wat er in feite gebeurd was en dat er gaskamers
waren. In 1983 werd een speciaal historisch document gemaakt waarin
de gruwelijke feiten eens en voorgoed werden vastgelegd, precies
omdat herhaaldelijk gebleken is dat mensen vaak niet in staat zijn om
zich in te denken dat deze wandaden daarwerkelijk hebben
plaatsgevonden, zodat zij de historische verslagen overdrijvingen
noemen ofwel gaan zij de feiten zelfs helemaal ontkennen, wat
uiteraard het gevaar dat zo'n tragedie opnieuw gebeurt alleen maar
kan doen toenemen.2
"Wie
zou ooit in staat zijn om zich in te denken",
zo leest men in het bewuste document, "dat
zo'n verschrikkelijke daden konden worden uitgebroed in het Centraal
Europa van de twintigste eeuw? Of dat een goed georganiseerde moderne
staat daarvoor verantwoordelijk had kunnen zijn?"3Gaan
wij er niet al te makkelijk vanuit dat Europa de beschaafde wereld is
en dat ordentelijke staten in de twintigste en eenentwintigste eeuw
onmogelijk van dergelijke beestachtigheden beschuldigd kunnen worden?
De
moordenaars communiceerden over de moorden in onschuldig klinkende
code-woorden, zodat verborgen bleef wat er eigenlijk gebeurde.
"Sonderbehandlung" ("Speciale behandeling", in de
correspondentie vaak afgekort als "SB" betekende
bijvoorbeeld: executie) of "Endlösung der Jugendfrage"
("de uiteindelijke oplossing voor het jodenprobleem") stond
voor (massa)moord. Het systeem was zo georganiseerd dat de werkelijke
bedoelingen verborgen bleven.
Maar
de goedgeorganiseerde moderne staat weet dus heel goed wat hij doet
en dat wat hij doet, moord is en heel fout. Vandaar dat bij de
bevrijding Hitler nog rap alle lijken wilde vernietigen door ze weer
op te graven uit de massagraven en ze in ovens te verbranden.
Maar
er is meer: Nazi-Duitsland is geen uniek geval inzake wandaden en de
verdoezeling ervan door de staat. Neem bijvoorbeeld België. In 1955
werd in België een wet ingevoerd, de zogenaamde 'archiefwet', en die
zegt dat de burger de archieven pas mag raadplegen na verloop van 100
jaar.4
Toen de Vlaamse historicus Maurice De Wilde onderzoek deed naar de
collaboratie in WOII, werden hij en zijn medewerkers door de
Staatsveiligheid prompt aan de deur gezet.5
Ze kregen de gezochte info wél van Duitsland.6
Het onderzoek betrof onder meer het Duitsvriendelijke fascistische
Verdinaso (Verbond
van Dietsche
Nationaal-Solidaristen)
van van Severen waarin bekende namen zoals Léon Bekaert
(industrieel), Pierre d'Ydewalle (West-Vlaams gouverneur), Hendrik De
Man, Philip Van Isacker... Na 1934 kwam het VNV (Vlaams Nationaal
Verbond) onder Staf De Clercq (en ook Rex van Léon Degrelle) en die
werden financieel gesteund door de Duitsers. De zogenaamde Vlaamse
idealisten gingen alras op Duitse financiële steun azen en laten we
dit nu wat concreter maken.
Walther
Reusch van het Verdinaso vroeg in april 1933 zo'n 20.000 Reichsmark
per jaar, geld dat via Nederland gestord moest worden. Het VNV kreeg,
zogezegd 'voor de kas van het blad Volk
en Staat', in
1937 per maand 9600 BF, wat volgens de auteurs overkomt met 120.000
BF in 1982 en in 1939 werd dat bedrag vervijfvoudigd tot 4000 RM of
45.000 BF, wat overeenstemt met een bedrag van 580.000 BF in 1982. In
juni 1939 ging het over een bedrag overeenkomend met 6 miljoen BF in
1982.
Dit
om maar een idee te geven van de enorme geldbedragen die werden
toegestopt aan collaborateurs met de nazi's hier ten lande: zij gaven
zich uit voor helden maar zij bleken opportunistische politici zonder
meer.7
In zijn onderzoek noemt Maurice De Wilde ook de namen van de
betrokkenen die, zoals de feiten getuigen, voor hun activiteiten
allerminst werden gestraft: sommigen van hen werden verheven in de
adelstand, bekleedden hoge functies, kregen standbeelden en straten
en pleinen naar hen genoemd.
Overigens
ontkwamen ook de nazibeulen zelf na WOII aan hun straf en wel met de
hulp van het Vaticaan via de zogenaamde Rattenlijn die voor hen de
vlucht mogelijk maakte naar vooral Zuid-Amerika waar sommigen in de
dictaturen aldaar nog jaren doorgingen met folteren. Moet men zich er
nog over verwonderen dat, zoals in de nieuwsberichten bleek, paus
Franciscus onlangs een CD ging kopen in een Romeinse platenzaak
waarvan de zaakvoerster voor de camera verklapte dat de heilige vader
een fan is van de muziek van Richard Wagner?8
Maar
wat mogelijk was onder Hitler, is ook niet onmogelijk in ongeacht
welke andere dictatuur. Daarenboven zegt een dictatuur ook niet over
zichzelf dat hij een dictatuur is. Dictaturen kenmerken zich door
zekere verordeningen en gebeurtenissen die burgers zelf dienen te
ontdekken en zij moeten die ook durven te ontdekken. Macht werkt nu
eenmaal verlammend en de grote meerderheid bezwijkt ervoor en kan
zeer moeilijk tot andere gedachten worden gebracht. Wie daarentegen
weerstand bieden, dragen daarvan ook de gevolgen; zij moeten roeien
tegen de stroom in, wat betekent dat zij geen 'loon' ontvangen omdat
dit de betekenis heeft van omkoopgeld, aanzien, jobs, relaties... als
zij al niet gestraft worden. De zin van het verzet toont zich pas
eerst als geschiedenis, als een voorbeeld dat men zich zal herinneren
na de kentering, na het aan het licht komen van de misdaden. Want zo
is macht, dat zij de meest verschrikkelijke misdaden het aanzien kan
geven van weldaden en ook andersom.
Er
zijn stoute tongen die beweren dat corona en de vaccinaties een
hedendaagse versie zijn van Zyklon-B: met immer nieuwe varianten zou
men dan proberen om stelselmatig de maatschappij te bevrijden van
ouderlingen en zieken of kortom van alle mogelijke lastpakken. Zij
beweren immers dat WOIII op til is, wat men ook kan opmaken uit de
inflatie: het geld wordt aan het volk onttrokken voor
bewapeningsdoeleinden, zoals dat telkenmale moet gebeuren voor de
strijd aanvangt. Stoute tongen moeten echter worden genegeerd; zoals
wij weten brengt alleen de officiële versie ons de waarheid.9
Niets
nieuws onder de zon
Gisteren
vertelde Omsk Van Togenbirger mij dat hij op straat werd aangesproken
door een onbekende die kennelijk zijn jongste blogtekst had gelezen.
Meneer, zo zei de lezer: waarom houdt u zich bezig met de nazi's, met
de concentratiekampen en met die dingen? Dat is toch allemaal
verleden tijd? Bovendien: de mensen zijn nu heel depressief geworden
door de pandemie: waarom schrijf je niet wat dingen die een beetje
kunnen opvrolijken? Dat behept zijn met die onfrisse praktijken uit
het verleden waar geen mens nu nog aan denkt, heeft toch geen enkele
zin? De vrede eist overigens amnestie, wij moeten immers vooruit!
Ik
trachtte de man duidelijk te maken, zo vervolgde de heer Van
Togenbirger zijn verhaal, dat het mij helemaal niet om die nazi's te
doen was maar om wat er vandaag allemaal op tafel ligt in de
naziwereld, of moet ik zeggen: in de internaziwereld, want het gaat
niet om nationaal maar om internationaal socialisme, is het niet? En
ik vertelde mijn lezer dus dat alles erop wijst wij vandaag te maken
hebben met een wereldwijd totalitair systeem terwijl van zodra iemand
ons met de neus op de feiten drukt, quasi iedereen het nog steeds
over complotdenken heeft. De brave Europeanen van straks een eeuw
geleden zullen wellicht ook gedacht hebben dat klokkenluiders die het
over uitroeiingskampen hadden, aan paranoïa leden. Pas na de
bevrijding en na de ontdekking van de massagraven, de gaskamers en de
geheime staatsdocumenten vielen hen de schellen van de ogen. Er zijn
overigens nog steeds mensen die er met hun verstand niet bij kunnen
dat die gruwel echt heeft plaatsgevonden en zij blijven dat ook
allemaal betwijfelen. Ik vertel mijn lezer dus dat het wél mogelijk
is en zelfs heel waarschijnlijk dat wij opnieuw gebukt gaan onder een
totalitair regime dat massaal mensen aan het uitmoorden is: het is
mogelijk want het is al een keer gebeurd. Eén keer? In de afgelopen
honderd jaar al talloze keren!
Omsk
Van Togenbirger toonde mij daarop het boek in kwestie uit 1983 dat
als een historisch document voor eens en voor altijd de welomschreven
feiten samenvat om alle twijfels weg te nemen.
2"Only
when the next generation came of age in the two countries - a
generation that did not have to justify its behaviour during the
period prior to 1945 - could one finally apprehend the horryfiing
facts that came to light in the trial of Adolf Eichmann in Jerusalem
(from April to December 1961), in the great Auschwitz trial in
Frankfurt (from December 1963 toAugust 1965), and in other German
judicial proceedings. The proof was so conclusive that during the
trials not one of the accused or their lawyers contested the
existence of the gas chambers."
(Uit de inleiding tot het historisch document daarover uit 1983:
Nazi
Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poicon Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale
University Press, New Haven and London, English-language edition
1993 by Yale University. Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation,
by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983).
3"Who
could imagine
that such terrible acts could have been perpetrated in central
Europe in the twentieth century? Or that
a well-organised modern state could have been responsible for them?"
(Ib.)
4Maurice
De Wilde, De
Nieuwe Orde (in:
België
in de Tweede Wereldoorlog,
deel 3.) Uitgeverij De Nederlandse Boekhandel, Antwerpen/Amsterdam,
1982, p. 5.
7
Men
herinnere zich het verhaal
van de jood die geplaagd werden door kinderen die bellekentrek
deden: hij gaf aan de kinderen eerst tien frank, daarna nog negen,
dan acht, en zo verder. Toen hij nog amper vijf frank schonk, dropen
de kinderen het af omdat zij vonden dat zij het voor die prijs niet
meer konden doen. Dezelfde truc gebruiken politici die invloed
willen krijgen over groepen, in dit geval de nazi's over het VNV: ze
beginnen hen te betalen zodat die lieden op den duur niet meer
activeren voor hun eigen doel maar voor het geld dat ze krijgen. Op
die manier kunnen wie betalen uiteindelijk de beloonden ook beginnen
te sturen in de richting die zij willen.
8
De
componist was een notoir antisemiet en ook de muzikale held van
Hitler.
Extreemrechts
maar ook andere vormen van vlucht uit de werkelijkheid zoals het
religieus fundamentalisme en de overgave aan verslavingen steken de
kop op van zodra het leven tegenvalt, zoals bijvoorbeeld in tijden
van economische achteruitgang. Als tekorten dreigen, wordt het
territoriaal instinct gewekt omdat overleven ook een zaak is van
fysiek territorium, jachtgebied, landbouwgebied. Voedselschaarste
wakkert territorialiteitsgevoelens aan en het gemeenschappelijk bezit
moet inboeten ten koste van het privaatbezit, de concurrentie wordt
op de spits gedreven met de bedoeling dat er meer 'afvallers' zijn,
wat uiteraard uiteindelijk ook aanleiding geeft tot fysieke strijd,
incluis de fysieke uitschakeling van de zwakkeren.
Principieel
lijkt er geen enkel bezwaar denkbaar tegen de wil van mensen om
sterker te worden, in het bijzonder wanneer schaarste en verzwakking
dreigen maar waar deze wil zich omzet in daden, zoals dat
bijvoorbeeld het geval is met de aanwending van de geneeskunde en nu
bij uitstek de eugenetica, verschuift zich het probleem in de
richting van de vraag naar het al dan niet geoorloofd zijn van de
middelen waarmee dat resultaat wordt beoogd. De zorg voor de
zwakkeren is een bijzonder lastige en tijdrovende activiteit die haar
kracht haalt bij de sterkeren: het zich beijveren in de studie van de
geneeskunde en de inzet voor de zieken, lijken ten koste te gaan van
de sterkte van de maatschappij omdat die zorg veel tijd en energie
vergt vanwege de sterken die zichzelf aldus lijken te verzwakken
omdat zij er hun beste krachten aan wijden. Edoch, dat te geloven,
leidt tot catastrofen zoals deze die ons allen bekend zijn van het
nazi-regime in Duitsland, waar men geloofde dat men de gezondheid van
het volk als zodanig ten koste kon laten gaan van die van de
enkelingen.
Het
verwijderen van alle rotte appelen uit de mand lijkt de mand
weliswaar gezonder te maken in die zin dat men dan minder rotte
appelen overhoudt maar wie deze logica doortrekken, zullen op den
duur helemaal géén appelen meer overhouden omdat aldus de appelen
in de mand zichzelf helemaal kapot concurreren zoals ook bedrijven
doen in de wedren naar monopolievorming. Evenals geluk is gezondheid
uiteindelijk een kwestie van (sociale) vergelijking en na de veldslag
tussen de gezonde mensen en de zieken, met als 'Endlösung' de
'Gnadentod' voor de zieken, zal zich de concurrentie verplaatsen en
onder de sterkeren zal een andere veldslag ontstaan, namelijk die
tussen de allersterksten en de minder sterken en op die manier wordt
een trend in gang gezet die principieel niet zal eindigen totdat één
finale 'winnaar' overschiet die alle anderen zal verslagen hebben. De
maatschappij zal dan uiteraard niet langer een samenleving zijn welke
zich in stand houdt dankzij samenwerking doch een dictatuur waarin
alle elementen geslachtofferd werden aan één grote slokop -
tenminste indien dan nog sprake kon zijn van een maatschappij.
Zo
verkondigde ten tijde van de catastrofale aardverschuiving in Haïti
alhier een ethicus dat men nu maar eens werk moest maken van de
sterilisatie van de armen, wat er meteen zou voor zorgen, zo meende
de geleerde, dat er aldus alleen nog rijken zouden overschieten. Het
gegeven dat mensen hun hoge levensstandaard vooral te danken hebben
aan de slavernij in allerlei vormen waarbij, concreet berekend, voor
elke westerling zowat veertig werkenden in de derde en de vierde
wereld moeten opdraaien, leek de uitvinder van de reddende maatregel
helemaal te ontgaan. De welvaart is een eindige koek en vandaar eten
wie te veel hebben, het stuk op van degenen die honger lijden, toch?
Maar
vooral is het pertinent onjuist dat de inzet voor de zwakkeren de
sterken minder sterk zou maken: het tegendeel is het geval. Een
samenleving die zich niet verkijkt op de sterkte van de groep doch
die zich het lot behartigt van de zwakkeren, versterkt zichzelf
zodoende middels de inspanningen die haar sterkeren leveren en
waardoor zij nog sterker worden dan voorheen. In de genezing van haar
zieken, ontwikkelt zij de wetenschap van de geneeskunde en in het
onderrichten van haar onwetenden, ontwikkelt zij een krachtige
pedagogie; in het van voedsel voorzien van haar hongerigen, leert zij
de vruchtbaarheid van de akkers en van de veestapel te maximaliseren,
kortom: middels de hulp aan anderen helpt zij op de best mogelijke
manier zichzelf.
Maar
als het koesteren van de zwakkeren, de vreemdelingen en alle andere
groepen die nood hebben aan vormen van bijstand een maatschappij niet
verzwakt maar daarentegen sterker maakt, dan vormt inclusie de
sleutel tot succes. En deze leefregel wordt dan ook sinds oudsher
toegepast door de opperste elite, zeg maar de vorsten: zij rekruteren
het gezamenlijke volk, aan de verstandigen en de helden kennen zij
eretekens toe, de werkenden voorzien zij van spijs, onderdak en
kledij en op ogenblikken dat zijzelf aan het feesten gaan, vergeten
zij zelfs de criminelen niet en schenken zij aan de gevangenen
gratie. Indien het volk al was het slechts een heel klein stukje van
de sluwheid van zijn vorsten bezat, dan was inclusie even
vanzelfsprekend als respect, mensenrechten en gastvrijheid, alleen
gaat het vandaag met de genoemde waarden niet opperbest omdat
economische stagnatie het populisme wind in de zeilen geeft en het
kortetermijndenken en het kortzichtige egoïsme aanmoedigt.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
30 november 2023)
29-11-2023
Gevaren van extreemrechts (1)
Gevaren
van extreemrechts (1)
Onmiddellijk
na het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog stichtte de avonturier
Adam Glauer die zich verrijkt had in de Balkanoorlogen van 1912-1913
en die zich naar zijn adoptievader Rudolf Freiherr
von
Sebottendorf liet noemen, in München een occult genootschap rond het
geloof dat de Duitsers behoren tot een superieur ras, de Ariërs,
afkomstig uit de Himalaya, meer bepaald uit Tibet, dat geassocieerd
werd met Xanadu, een dertiende-eeuws zomerverblijf van een kleinkind
van Dzjengis Khan, de in Karakorum residerende Mongoolse krijger en
Chinese keizer Kublai Khan. In de schoot van het Thule-Gesellschaft,
zoals zij zich noemden naar de Ultima Thule, wat wil zeggen het
Uiterste Noorden (van de hyperboreaanse volkeren), werd de Deutsche
Arbeiterpartei (DAP) gesticht waaruit Hitlers NSDAP
(Nationalsozialistische DAP)
ontsproot met als inspirerende krant de Völkische Beobachter.
De
voorgeschiedenis van de genoemde loge die stamt uit de Germanenorden
Walvater
van de Heilige Graal,
en met als embleem het hakenkruis of de swastika, (het 'geluksteken'
dat zowel voorkomt in de Indusbeschaving als bij de Amerikaanse
Indianen, de Vikingen, de Romeinen en de Grieken maar dat onder de
nazi's een van de oorspronkelijke betekenis afwijkende en aan racisme
en fascisme gelieerde betekenis kreeg), is ingewikkeld maar wat hen
samenhield, was de volstrekt onwetenschappelijke overtuiging dat er
mensenrassen bestaan (een waangedachte die mede aan de basis ligt van
discriminatie, slavernij, apartheid, kolonialisme en meer van dat
fraais) en dat het eigen ras, zeg maar de Germanen of de Duitsers,
superieur is en derhalve het recht en zelfs de plicht heeft om de
andere rassen te onderwerpen. De rassentheorie is afkomstig van
figuren zoals de Franse politicus en diplomaat Arthur de Gobineau met
zijn Essai
sur l'inégalité des races humaines uit
1853-1855 waarin hij drie rassen onderscheidt: het superieure blanke
ras (de Ariërs met hun Indo-Europese cultuur) en de inferieure
negroïde en Mongoolse rassen (maar ook de Arabieren en de Joden) die
bij vermenging de menselijke soort zouden doen degenereren.
Raszuiverheid was de boodschap en men vond die zijns inziens ten
Noorden van de rivier de Seine.
Het
boek van Gobineau werd naar het Duits vertaald op verzoek van Cosima
Wagner, dochter van Franz Lizst en echtgenote van de antisemiet
Richard Wagner, de componist van onder meer Der
Ring des Nibelungen, een
muzikaal theaterwerk over de machtsstrijd van oppergod Wotan,
verwijzend naar de Germaanse en Noordse oppergoden Wodan en Odin.
Misschien het vermelden waard is dat Wagner aanving met zijn aan de
Germaanse mythologie geïnspireerde opera nadat hij zijn plannen voor
composities over de christelijke mythologie (namelijk over
Barbarossa, keizer van het Heilig Roomse Rijk en over Jezus van
Nazareth) had geschrapt: hij zal hierbij wellicht geïnspireerd zijn
door een pleitbezorger van het genoemde occulte genootschap, Guido
von List (1848-1919), die immers het Germaanse heidendom ging
aanhangen nadat hij het Christendom vaarwel zegde. von List stichtte
met onder meer de vader van de Orde van de Nieuwe Tempelieren, de
Oostenrijkse racist Jörg Lanz von Liebenfels (1874-1954), de
Völkische Bewegung en de ariosofie, een pseudowetenschappelijk
allegaartje van esoterie, theosofie, antropologie, archeologie,
poleontologie en eugenetica waarrond in 1926 de Ariosophische
Sociëteit ontstond, in 1931 de Ariosophische Kulturzentrale genoemd.
Volgens
de geschriften van von List waren enerzijds de godenmensen of de
Germanen afstammelingen van Theozoa of interstellaire goden die zich
zouden voortplanten middels elektriciteit (sic!) en anderzijds de
lagere rassen, Anthropozoa, nakomelingen van Eva nadat zij door een
demon was bezwangerd alsook kruisingen tussen mensen en aapmensen.
Dit onderscheid gaat terug op de Geheime Leer uit 1888 van spiritiste
Helena Blavatsky die (zoals aangetoond bedrieglijke) seances hield
die toentertijd modieus waren en waarop ook figuren zoals de
antroposoof Rudolf Steiner en Nobelprijswinnares voor de Natuurkunde
Marie Curie aanwezig waren.
In
het occultisme van de ariosofie is ook het runengeloof van de partij:
runen zijn Germaanse tekens die een alfabet vormen dat in de Noordse
mythologie ook in verband staat met waarzeggerij of met het oproepen
van magische krachten. De nazi's gebruikten onder meer de sig-rune of
dubbele bliksemschicht als teken voor de SS en ook neonazi's en
skinheads gebruiken runetekens die daarom vaak bij wet verboden
worden en de linguïst en fictie-auteur J.R.R. Tolkien speelt in zijn
In de
ban van de ring met
naar hem genoemde 'Tolkienrunen'.
En
daarmee is het woord 'spel' gevallen, wat hier van belang is omdat
het geloof in magie terecht doet denken aan het kinderlijke spel
waarbij de spelers zodanig opgaan in hun eigen werkelijkheid dat
zij extatisch worden. Edoch, terwijl kinderen bijvoorbeeld bij
etenstijd uit hun spel kunnen gewekt worden door volwassenen, kunnen
volwassenen die in gelijkaardige spelvormen opgaan, dikwijls zelfs
niet door rechters worden gewekt nadat hun 'spel' in moord of in
genocide ontaardde.
Het
gevaar dat principieel schuilt in elke denkbare religie die ruimte
wil verschaffen aan zekere verzuchtingen binnen de primitieve mens
die wij voor een groot stuk misschien wel altijd zullen blijven,
bestaat in het al te ernstig nemen van aannamen gemaakt wars van het
verlichte verstand alsook in het gevaar dat die 'overgave' (want dat
is de betekenis van 'religie') ontaardt in het verlies van de
controle over een realiteit die zich niet door wensen laat dicteren.
Godsdienstbeoefening
kan verzanden in dat gevaar waar fundamentalisme de kop opsteekt maar
evenzeer is dat het geval met allerlei geheimdoenerijen waartoe
vooral die mensen hun toevlucht blijken te zoeken die in het moderne
openbare leven niet aan hun trekken komen. Hoe harder het leven,
bijvoorbeeld in gevolge economische recessie, hoe groter het gevaar
voor depressie en des te groter ook de neiging om zich voor de
realiteit af te schermen, wat dan kan gebeuren middels drankzucht of
verslaving aan medicatie, middels godsdienstbeoefening (omdat
godsdienst 'opium voor het volk' is) maar ook middels het zich
ingraven in fantasiewerelden en clubs waarin de harde wetten van de
(sociale) realiteit met veel aantrekkelijkere spelregels worden
verdoezeld. Als het oorlog wordt, lopen de kerken weer vol maar dan
gaan tevens occulte genootschappen floreren en ook de achterdocht
neemt toe, samen met het zoeken naar zondebokken.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
29 november 2023)
27-11-2023
Volksgezondheidszorg versus gezondheidszorg - een bedenking
Volksgezondheidszorg
versus gezondheidszorg - een bedenking
Het
kan paradoxaal klinken maar er bestaat zoiets als gezondheid omdat
niemand in staat is om de realiteit van ziekten te loochenen en dat
men ziek is, weet men dikwijls omdat men pijn heeft: het bestaan van
de werkelijkheid van de gezondheid treedt pas ons bewustzijn naar
binnen na de ervaring van de afwezigheid daarvan en in dat verband
spreekt men over la présence de l' absent, de voelbare
afwezigheid van het pijnvrij zijn of van het gezond zijn. Wie gezond
zijn, voelen namelijk helemaal niets en zij neigen er ook van uit het
gaan dat deze toestand een natuurlijk gegeven is, als het ware iets
neutraals. Hetzelfde kon men veronderstellen over het bestaan als
zodanig en niet gering is het aantal filosofen die het 'zijn' als
uitgangspunt nemen waarbij zij dan argumenteren dat het hemd nader is
dan de rok: de bestaanservaring of het bestaansbewustzijn, zo zeggen
zij, staat dichter bij mezelf dan het bestaan als zodanig, of het
leven, en is derhalve meer fundamenteel. Bij uitstek in het idealisme
van George Berkeley vindt men die neiging en zij zou weliswaar
vergeeflijk zijn ware het niet dat zij ons opscheept met het
vraagstuk van de pijn. Als wij de realiteit van het lijden en de dood
ernstig nemen, dan moeten wij ook erkennen dat gezondheid niet
vanzelfsprekend is en dat het leven geen abstract 'zijn' is maar een
complexe toestand, samenhangend met een quasi ondoorgrondelijke
ontstaansgeschiedenis, waaraan niets mag ontbreken, en waarbij een
levend organisme tot op zekere hoogte vergelijkbaar is met een
uurwerk of met een andere ingewikkelde machine die het immers begeeft
van zodra één onderdeel kapot is. Het is de veelheid aan bestaande
ziekten die het onmiddellijke bewijst levert van de complexiteit van
het levende organisme. De studie van het levende organisme is dan ook
de basis van de gezondheidszorg en omwille van de uiteindelijk
ondoorgrondelijke ingewikkeldheid van wat of wie leven, is die studie
dan ook principieel onvoltooibaar, onaf en altijd op zoek naar nieuwe
en meer omvattende inzichten.
Gezondheid
lijkt een term die verwant is aan volksgezondheid en weliswaar hebben
de twee een en ander met elkaar gemeen maar wie het inzicht missen
dat het hier om twee uiteindelijk totaal verschillende disciplines
gaat, dreigen te verzanden in pure waanzin. Gezondheidszorg betreft
immers de zorg voor levende organismen terwijl de instellingen die de
volksgezondheid in het oog houden zorg moeten dragen voor een volk:
een volk bestaat weliswaar uit mensen die vanuit een welbepaald
perspectief levende organismen zijn maar een volk zelf is helemaal
geen levend organisme doch een sociaal geheel waarvan de cellen
levende wezens zijn. Ik schreef bijna dat een levend organisme zich
verhoudt tot een volk zoals een cel zich verhoudt tot een levend
organisme maar dit is pertinent een trompe l'oeil omdat het
cement dat mensen tot een volk maakt niet organisch van aard is maar
bestaat uit wetten, overeenkomsten of dus afspraken met een dwingend
karakter, tot stand gekomen door verstandelijk overleg. Dat de
genoemde verwarring tot foute oordelen kan leiden, mag bijvoorbeeld
blijken uit het volgende.
Men
zou kunnen geloven dat een gezond volk een volk is dat weinig zieken
telt, en dit in analogie met een gezonde mens die men zou kunnen
definiëren als iemand die zelden ziek is of die weinig of geen
ziekten te verduren heeft. Edoch, mocht die vergelijking terecht
zijn, dan volstond het om uit het volk alle 'ongezonde' mensen te
verwijderen teneinde een gezonder volk te bekomen en dat was
inderdaad wat bijvoorbeeld Adolf Hitler deed toen hij streefde naar
de veredeling van zijn geliefkoosd, Germaanse 'ras' dat met geweld
ontdaan werd van zieken en van mensen die naar zijn 'inzichten'
ongezond waren en die in de terminologie van de nazi's werden
bestempeld als lebensunwertes
Leben:
gehandicapten, ouderen, joden, Roma-zigeuners, homo's, prostituées,
gevangenen, mensen met besmettelijke ziekten en noem maar op. Voor de
nazi's bestond de uitnemende remedie voor de optimalisatie van de
volksgezondheid in het euthanaseren van alle mensen die de gezondheid
van de gemiddelde burger naar beneden halen, waarbij in de eerste
plaats dient opgemerkt te worden dat de gemiddelde burger uitsluitend
bestaat als een wiskundige grootheid waaraan mogelijkerwijze geen
enkele echt bestaande man of vrouw uit het volk beantwoordt. Maar
bovendien bestaat er geen enkele echt levende man of vrouw in het
volk wiens persoonlijke gezondheidstoestand ook maar enige baat
ondervindt vanwege de volksgezondheid als zodanig, precies zoals geen
enkele concrete man of vrouw ook maar één cent rijker wordt van een
zogenaamd 'gezonde' economie. Het euvel dat hier speelt, is uiteraard
dat van de middeldoelomkering waarbij via allerlei bedrieglijke
kanalen de zaken zo voorgesteld worden als zou de mens in dienst of
in functie staan van de economie in plaats van andersom en deze
waanzin gaat dermate ver dat de neiging ontstaat om ermee in te
stemmen dat mensen die niet langer economisch nuttig geacht worden,
een economische last zijn en derhalve maar beter kunnen ophouden met
bestaan. Zijn instrumenten zijn meester geworden over de mens die ze
uitvond om zijn heerschappij te maximaliseren. Zijn
overmeesteringswerktuigen hebben de mens overmeesterd. De mens is een
werktuig van zijn werktuigen geworden, wat een vorm van suïcide is
omdat onze werktuigen niets anders zijn dan verlengstukken van onze
handen. Zo aanbidt men het werktuig geld, stelt men zichzelf in
dienst daarvan en wordt men er uiteindelijk door omgebracht. Op
precies dezelfde manier fnuikt de volksgezondheidszorg niet zelden de
gezondheid van de mensen.
Economische
vooruitgang heeft nooit geresulteerd in een toename van het aantal
rijken en in een terugdringen van de armoede maar wel in het groter
worden van de kloof tussen arm en rijk, precies zoals de uitvinding
van de auto niet geresulteerd heeft in meer snelheid en derhalve in
tijdswinst voor iedereen maar wel in het groter worden van de
afstanden en in een toename van de opdeling van het mensdom in
enerzijds wie baat hebben bij een auto en anderzijds wie er de slaaf
van zijn, met andere woorden heeft die uitvinding, andermaal,
geresulteerd in het groter worden van de kloof tussen arm en rijk.
Het door elkaar haspelen van enerzijds de studie van de mens of van
het menselijk organisme en anderzijds de studie van het volk of van
een specifiek facet daarvan, resulteert in vormen van waanzin die de
waanzinnige als zodanig in de waan laten dat hij goed bezig is, dat
zijn redeneringen hout snijden en dat er helemaal niets aan de hand
is met zijn theorieën. De bewering dat wat goed is voor de
volksgezondheid ook de gezondheid van elke mens afzonderlijk ten goede
komt, is een redenering die evenmin steekhoudend is als deze die zegt
dat Socrates past in deze koffer omdat hij ook past in zijn pak dat
op zijn beurt in deze koffer past.
Vulkanengeroffel IJsland hoorbaar op 24 november 2023 om 22 uur
Vulkanengeroffel
IJsland hoorbaar op 24 november 2023 om 22 uur
Wie
gisterenavond rond 22 uur 's avonds buiten was, kon het gehoord
hebben: IJslands vulkanengeroffel dat amper enkele seconden of
minuten aanhield. Een zeer onregelmatig geroffel dat misschien deed
denken aan een kermis in de buurt of aan vrachtwagens maar de
onregelmatige cadans hoort men op Tv in natuur-uitzendingen en de
gelijkenis met het vulkanengebrul was uiteraard treffend. En de wind
diende: Noord, Noord-West. Op de actuele IJslandse meteorologische
seismografische dienst op het internet (zie het screenshot in de
bijlage) ziet men een piek van de bevingen rond 21 uur Ijslandse
tijd, dat is hier exact één uur later. Er zit dan nog een verschil
op van enkele minuten maar dat is te wijten aan het feit dat het
geluid zich verplaatst met een snelheid van 300 meter per seconde. Is
dit dan zo ver hoorbaar? Wel, in 1883 is de Krakatau uitgebarsten, op
Indonesië was dat, en toen bleek het lawaai hoorbaar tot in
Australië, dus 5000 km verder. Welnu, Reykjavik ligt op ongeveer
2100 km van hier... Zie de screenshot van die IJslandse
seismografische dienst hierbij: een piek gisteren rond 21 uur
IJslandse tijd. Zie ook ons artikel over de uitbarsting van de
Krakatau in 1886 op Tisallemaiet:
Een zesde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
Een
zesde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De
sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
Althans
volgens de joods-christelijke mythologie die samen met de Griekse
mede aan de basis ligt van onze westerse cultuur was de mens
oorspronkelijk een goddelijk want naar
Gods beeld en gelijkenis geschapen1
wezen dat echter verleid werd door de duivel om tegen de Schepper in
opstand te komen, waarna het viel, zijn goddelijkheid verloor en
sterfelijk werd. Sinds dat ogenblik regeert de duivel over de mens en
zijn wereld en een parabel uit het Nieuwe Testament verhaalt hoe
naast de mens ook nog de Godmens door de duivel werd verleid: na een
vastenperiode van veertig dagen en nachten bracht Lucifer Christus
naar de woestijn: Als
u de Zoon van God bent, beveel dan die stenen in broden te
veranderen., zo gebood hij Hem maar Jezus
weigerde: Er staat geschreven: De
mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit
de mond van God.
Vervolgens nam de duivel Hem mee naar het hoogste punt van de tempel:
Als u
de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat
geschreven: Zijn engelen zal hij opdracht geven om u op hun handen
te dragen, zodat u uw voet niet zult stoten aan een steen.
Maar Hij weerstond ook deze tweede verzoeking: Er
staat ook geschreven: Stel de Heer, uw God, niet op de proef.
Dan nam de duivel hem mee naar een hoge berg en toonde hem alle
koninkrijken van de wereld in al hun pracht: Dit
alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt.
Daarop zei Jezus tegen hem: Ga
weg, Satan! Want er staat geschreven: Aanbid de Heer, uw God,
vereer alleen hem.2
Later
geeft Christus aan de apostel Petrus, samen met de macht om zonden te
vergeven, de macht over de toegang tot het paradijs: Gij
zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen ( ) Ik
zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen (...). (Mt.
16, 13-19)
Wanneer
Fjodor Dostojevski in 1879-'80 in zijn parabel, De
grootinquisiteur van Sevilla,
een raamvertelling in zijn De
Gebroeders Karamazov,
Christus andermaal ten tonele laat verschijnen, herinnert hij aan
deze teksten en voert aan dat de katholieke kerk het werk van
Christus gelooft te hebben verbeterd vanuit de wetenschap dat
misschien wel een kleine groep van uitverkorenen maar niet de hele
mensheid waartoe zij zich richt, in staat is om in de voetsporen van
de Heiland te treden: de kerk plooit voor de wil van Lucifer, geeft
aan de mens zijn dagelijks brood, zegt wat hij moet en laten en
regeert de wereld. En Christus heeft zich daarmee niet meer te
bemoeien daar Hij aan de kerk zijn macht uit handen gegeven heeft;
niemand kan derhalve wereldse macht verwerven zonder de knieval voor
het kwaad. Het kwaad chanteert het mensdom.
Mythen
zijn verhalen maar zoals de levenservaring ons diets maakt, overklast
hun fictie vaker alle feiten omdat zij de genen van de geschiedenis
zelf blijken te zijn: de kern, gevat in een schijnbaar sprookje, dat
alleen maar ontplooien kan op de wijze zoals het werd geprogrammeerd,
zoals ook elk levend wezen zijn genetisch programma uitvoert tegen
wil en dank - Ge kunt van
een ezel geen koerspeerd maken, aldus
verantwoordt zich de vertegenwoordiger van de paus van Rome jegens de
teruggekeerde Heiland die Hij vervolgens verjaagt onder de bedreiging
Hem anders andermaal te zullen kruisigen.
Het geluk van
de bozen
is een realiteit, de wereld is aan de durvers, wie geen bloed aan de
handen willen, zullen het aardse rijk niet beërven, de pikorde is
een piramide met aan de top de massamoordenaars, aan de basis vindt
men alleen maar de 'onnozelen' in de betekenis van 'onschuldigen',
zij die niet (willen) weten of beamen dat het kwaad regeert in de
'civitas terenna'.
De
katholieke theologen maken zich sterk met de woorden die Jezus richt
tot Nicodemus:Zozeer
heeft God de wereld liefgehad dat hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven
heeft om ons te verlossen3
maar zij lijken de verzen te vergeten die daar op volgen en die
herinneren aan de proloog4
van het Johannesevangelie: Het
licht is in de wereld gekomen, maar de mensen beminden de duisternis
meer dan het licht, omdat hun daden slecht waren ( ) uit vrees dat
(hun) werken openbaar gemaakt worden. (...)5
En valt uit deze woorden dan niet af te leiden dat het kerkelijke
devies tot het nastreven van aards geluk de mens opsluit in een grote
duisternis en dat derhalve een leer van blind geloof en devotie een
dwaalleer is?
Wat
mensen missen is de moed van Sysiphus, in het oorlogsjaar 1942 zo
treffend beschreven door Albert Camus6
- de moed om de steen telkens weer naar boven te rollen: het absurde
of grondeloze karakter van het bestaan moet ons niet tot wanhoop
drijven maar tot verzet.7
Ce qui
compte n'est pas de vivre le mieux, mais de vivre le plus,
aldus Camus. Sysiphus (...) (n'a pas d'espoir mais) il
n'est pas de destin qui ne se surmonte par le mépris. Sisyphus'
overwinning schuilt in de aanvaarding
van de absurditeit die hem niet langer verhindert nog iets te
ondernemen. La
lutte elle-même vers les sommets suffit à remplir un cur d'homme.
Il faut imaginer Sisyphe heureux.
Het is waar dat alle menselijke ondernemingen tot mislukken zijn
gedoemd maar als men de moed opbrengt om zich daarbij neer te leggen,
kan men het geluk ervaren dat Sisyphus alsnog te beurt valt. Die
grote wijsheid van een atheïst lijkt te raken aan de boodschap tot
volharding en tot vertrouwensvolle berusting in het lot uit menige
religieuze cultuur die roemt wie in staat zijn om te leven zonder ook
maar enig tastbaar houvast, zoals bij uitstek Job.
4Zie:
Joh. 1:1-18. Een fragment: In
het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was
God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en
buiten Hem om is er niets ontstaan. ( ) Het ware licht was er, dat
elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de
wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft
Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen
mensen hebben Hem niet opgenomen. (...)
(Willibrord-vertaling, 1995 ).
6Albert
Camus, Le Mythe de Sisyphe ,
1942, ook reeds besproken in zijn L'étranger (1942) en verder
uitgewerkt in zijn L'Homme
révolté (1951).
7In
Wikipedia wordt de kern van het probleem als volgt samengevat:
Prendre l'absurde au sérieux signifie reconnaître la
contradiction entre le désir de la raison humaine et le monde
déraisonnable. Le suicide, alors, doit également être rejeté:
sans l'homme, l'absurde ne peut pas exister. La contradiction doit
être vécue; la raison et ses limites doivent être reconnues, sans
faux espoir. Cependant, l'absurde ne pourra jamais être accepté:
il exige une confrontation et une révolte constantes. Zie:
https://fr.wikipedia.org/wiki/Le_Mythe_de_Sisyphe
22-11-2023
Een vijfde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
Een
vijfde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: De
moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
Op
14 november l.l. kon men in het VRT-nieuws lezen: In Mexico is
Jesús Ociel Baena, de eerste openlijk non-binaire magistraat in
Latijns-Amerika, thuis do od teruggevonden. Baena was een belangrijke
voorvechter van LGBTQ-rechten op het hele continent. De doodsoorzaak
wordt nog onderzocht.1
Het gebeurt steeds vaker, mensen die vermoord worden omdat zij
opkomen voor hun rechten en de oorzaak is haat - in dit geval:
homohaat en homofobie.
Het
is een feit maar het wordt vaak uitsluitend door de slachtoffers
ervaren: LGBTQ-mensen worden gepest en vervolgd. Al te vaak is
homohaat een consequentie van fanatiek geloof: heel wat moreel in de
steek gelaten burgers hebben nood aan een houvast en eenmaal zij die
denken te hebben, is dat hun heilige zaak die derhalve tot elke prijs
zal worden verdedigd. Godsdienstwaanzin biedt een zeker comfort aan
de waanzinnigen zelf maar is tegelijk een gevaar voor alle 'ketters'.
Er
is een tijd van vrede en er is een tijd van oorlog, aldus
citeerde onlangs de Israëlische president Benjamin Netanyahu de
Bijbel om het geweld jegens de Palestijnen te verantwoorden. En met
Genesis 1:27 - Man en vrouw schiep Hij hen -
worden homo's wereldwijd gedemoniseerd, wat dan homofobie en ook
homohaat niet alleen mogelijk maar tevens noodzakelijk maakt want
waar ruimte gegeven wordt aan homoseksuelen, zo gelooft men althans,
geven zij een voorbeeld dat vloekt met het woord Gods, zouden deze
'handlangers van de duivel' wel eens navolging kunnen krijgen en
worden derhalve de zielen van anderen in gevaar gebracht.
Dat
een van de belangrijkste bronnen van homohaat de katholieke kerk is,
leidt geen twijfel en al haar recente en zeer plaatselijke
gebarenmakerij in het ijle om haar vel te redden ten spijt, blijkt
haar genadeloosheid tegenover holebi's bijvoorbeeld al van zeven
eeuwen geleden uit de verzen 24 tot en met 42 van de Veertiende Zang
van de Hel (Inferno) van het allegorische
epos van Dante Alleghieri
(1265-1321): De
Goddelijke Komedie2:
Weer
andren liepen zonder ooit te rusten. ( ) En traagzaam dwarrelde
over heel de vlakte/ een zee van vuur, in grote en dichte vlokken,/
(...) dat op de grond nog gloeide,/ (...) zo daalde hier deze eeuwge
vlammenregen,/waardoor het zand als tonder onder vuurslag/ ontvlamde,
om dus het lijden te verdubblen./ En nimmer was er rust voor 't
razend dansen/ der arme handen, die nu hier, dan ginder/ het vuur dat
nimmer uitdooft van zich sloegen.3
De
Florentijn Dante hield zich overigens ook in met de politiek in het
Italië van zijn tijd, onder meer maakte hij daar deel uit van het
bestuur van een volkspartij, de Capitano
del Popolo. In
1302 werd hij door zijn politieke tegenstanders veroordeeld, De
Goddelijke Komedie schreef
hij in ballingschap (1307-1321). De weldoener werd verraden en
verguisd omdat hij met kop en schouders boven de massa uit stak en zo
deelde hij het lot van vele groten voor en na hem, van Socrates, die
tot de gifbeker veroordeeld werd op beschuldiging van heiligschennis
en jeugdbederf, tot de Gekruisigde van Nazareth, door zijn apostelen
verraden, Nelson Mandela, Aleksej Navalny en noem maar
op: Nihil novi sub sole...
Zoals
Dante's werk getuigt, is de katholieke kerk hier sinds oudsher de
motor achter de demonisering en de vervolging van homo's maar
religies zijn niet de enige bron van homohaat: naast het geloof is er
ook nog het bijgeloof en behalve de religies zijn er ook nog de niet
te tellen ideologieën met hun belachelijke stereotypen die de
complexe realiteit simplificeren met niet alleen lachwekkende maar
vaak ook dramatische gevolgen voor zowel aanhangers als verwerpers
van de theorieën in kwestie. Mensen neigen ertoe zich te wapenen
tegen de realiteit door pogingen te ondernemen om die naar hun hand
te zetten. Soms lukt dat wel tot op zekere hoogte en dan spreekt men
over wetenschap en techniek maar waar men onwetenschappelijk te werk
gaat, komt het magische denken ten tonele en gaat men vlotjes over
tot het excommuniceren van zekere sociale categorieën, bij voorkeur
minderheden, zondebokken voor zowat alles wat niet naar wens
verloopt. Op die manier ontstond de nu exemplarische geschiedenis van
de 'heksen van Salem' waarbij onschuldigen werden veroordeeld en
gedood omdat een wat achterlijke, bijgelovige dorpsgemeenschap hen
omwille van uiterlijke, fysieke kenmerken voor 'heksen' hield.
Wij
leven weliswaar niet meer in de middeleeuwen maar (onder meer) op het
internet bieden allerlei vormen van bijgeloof alsook velerlei
ideologieën een houvast aan vooral jongeren wiens hunker daarnaar
vaak door sociaal miserabele omstandigheden maar even vaak door een
overmaat aan welvaart onbevredigd blijft. En in feite bestaan hier
geen onschuldige vormen van bijgeloof en van magie omdat leugens
sowieso altijd gevaarlijk zijn: toentertijd gingen armelui met hun
zieke kinderen bij de eerwaarde om die door hem te laten 'belezen' en
vandaag vraagt een vrouw met kanker raad aan een handlezer die haar
vertelt dat zij in uitstekende gezondheid verkeert, waardoor zij een
tijdig bezoek aan de dokter mist.
Nu
de laatste getuigen van de holocaust dood zijn, verhindert de door de
opsluiting van de ouderen in de hand gewerkte, vaak volstrekte
afwezigheid van het langetermijngeheugen dat de alarmbel gaat
rinkelen wanneer steeds grotere groepen mensen zich gaan vermeien in
een mentaliteit die polarisering bevordert en het huldigen van
stereotypen. Nog erger wordt het waar zij overgaat tot het opnieuw
aanbidden van uitgerekend die demonen die luttele generaties geleden
van de wereld een hel maakten door de natuur een handje te
helpen, wat neerkwam op brute genocide op basis van
pseudowetenschap en verkapt als 'zuivering'. De opmars van het
neonazisme en het identitair denken is een vaak totaal onderschat
kwaad met een doortastend werkelijkheidsgehalte waarvan in een wereld
van vereenzaming en egoïsme behalve de daders, vaak enkel de
slachtoffers weet hebben en daar ook moeten voor vrezen, vooral dan
als zij tot zekere 'risicogroepen' behoren.
Het
is een bekend gegeven uit de psychopathologie dat pesters er voor
zorgen dat zij niet worden betrapt en dat hun slachtoffers worden
beroofd van elke mogelijkheid om het geweld tegen hen (op een
geloofwaardige manier) kenbaar te maken, waardoor zij tot een quasi
volkomen hulpeloosheid veroordeeld zijn. Vaak weten de slachtoffers
door wie ze gepest worden maar zij beschikken niet de mogelijkheid om
daar bewijzen van te leveren; ze vertellen niet wat er aan de hand is
uit angst niet geloofd te worden en hun angst is terecht omdat de
pesters sowieso meer zelfzekerheid hebben dan hun slachtoffers en
derhalve als geloofwaardiger overkomen in geval de zaak ter sprake
zou komen.
Het
behoort niet tot de leefwereld van buitenstaanders en daarom ook
begrijpen zij niet wat het betekent om te moeten leven in de
voortdurende angst voor pesterijen. Dat geldt echter in een nog veel
grotere mate voor wie doodsbedreigingen ontvangen omdat de lafhartige
daders zich daar sowieso verborgen houden: wie met de dood worden
bedreigd moeten ongeacht wie beschouwen als hun mogelijke moordenaars
en de uiteraard prioritaire bezigheid van de eigen beveiliging (vaak
zonder hoop op hulp van derden) slorpt alle energie en aandacht op
zodat het leven tot een louter overleven wordt herleid met als enige
zekerheid het uitzicht op een gewisse totale uitputting,
ogenschijnlijk al te dikwijls uitmondend in zware ziekte of
zelfmoord.
2
Dante's naam wordt ook wel geschreven als Dante Alighieri.La Commedia, later ook Divina Commedia
genoemd en in het Nederlands vertaald als De Goddelijke
Komedie.
Quella che giva ntorno era più molta, e
quella men che giacëa al tormento, ma più al duolo avea la
lingua sciolta.
Sovra tutto l sabbion, dun cader
lento, piovean di foco dilatate falde, come di neve in alpe
sanza vento.
Quali Alessandro in quelle parti calde dIndïa
vide sopra l süo stuolo fiamme cadere infino a terra salde,
per chei provide a scalpitar lo suolo con
le sue schiere, acciò che lo vapore mei si stingueva mentre
chera solo:
tale scendeva letternale ardore; onde la
rena saccendea, com esca sotto focile, a doppiar lo dolore.
Sanza riposo mai era la tresca de le misere
mani, or quindi or quinci escotendo da sé larsura fresca.
20-11-2023
Een vierde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: âNon posse peccareâ
Een
vierde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: Non posse peccare
Het
effect van het alziend oog op het gedrag van wie er door in de gaten
worden gehouden is ons niet alleen welbekend uit George Orwells 1984
maar ook vanuit wetenschappelijk oogpunt: mensen neigen ertoe om hun
gedrag aan te passen aan de wensen van degenen door wie zij
gecontroleerd worden omdat controle en manipulatie een en hetzelfde
zijn. Manipulatie is er niet zozeer in de verordening of in het
opleggen van regels, wat in dat spel uiteraard een onmisbare factor
is, maar veeleer in de controle uitgeoefend met het oog op de
naleving van die regels alsook in het bestaan van afdoende sancties.
Dit is zo omdat machthebbers helemaal niet geïnteresseerd zijn in
wat mensen geloven maar wél in wat zij belijden. De
geloofsbelijdenis maakt een katholiek tot wie hij is en uiteraard
doet hij nooit wat hij zegt maar daartoe dient dan ook de biecht die
hem uiteindelijk binnen de kerk houdt en die ervoor zorgt dat zij
haar leden niet verliest. Machtig zijn degenen die in staat zijn om
anderen ertoe te dwingen te belijden dat de leugens die zij hen
vertellen, de waarheid zijn. Controleren is gebieden en zij die
werkelijk gecontroleerd worden, gehoorzamen dan ook aan hun
bevelhebbers. Tenzij zij revolteren.
Nu
miskijkt menigeen zich alras op het plaatje want de controle die op
Rousseau wordt uitgeoefend is niet zozeer die van de bodycams der
flikken maar deze van wie de man met de dood bedreigen. Het is immers
een heet hangijzer en een publiek geheim dat de straffen van de
maffia deze van de wetten van het land waar die zich heeft genesteld,
in hun schaduw stellen. Het slachtoffer gehoorzaamt met andere
woorden aan de allerstrengste controleur, hierbij in de eerste plaats
gehoor verlenend aan een wat andere vorm van de aloude spreuk dat men
het woord spreekt van hem wiens brood men eet: iemand spreekt het
woord van degene die zijn leven in de hand houdt want bedreigt. Aan
deze waarheid geeft Rousseau al dan niet bewust uiting door de
bodycams waarmee de wetsbewaarders hem te lijf gaan, te negeren. Er
zijn nog een meute controleurs van een heel ander kaliber aan de
slag, zo zou zijn gedrag hen duidelijk moeten maken maar zij hebben
er geen oren naar, zij negeren het kwaad en zij beschuldigen veel
liever het slachtoffer, wat in dit soort zaken altijd de tactiek is
omdat dit de weg is van de geringste weerstand.
De
controleurs van het andere kaliber werken niet met waarschuwingen en
boetes, vraag dat maar eens aan Karel Van Noppen, of is die
doodeerlijke man dan voor helemaal niets gesneuveld? Zo moeilijk is
het om in het voetspoor van helden te treden, dat ook vandaag nog
alle koeien in alle weiden van dit land aan bodybuilding lijken te
doen. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen, zo zeggen sommigen
maar waar haalt men dan het recht om een man te stenigen die er niet
direct in slaagt om het summum van het heldendom te evenaren en die
zich daar bovendien ook nog eens uitgebreid en herhaaldelijk voor
excuseert? Want het gaat hier meer bepaald en ontegensprekelijk over
een dreiging die ook in de jaren dertig van de voorbije eeuw aan de
orde was en die nu weer gans Europa in de tang heeft en misschien wel
de hele wereld, kijk maar naar de koers die Rusland vaart en Indië,
weldra het meest bevolkte land op aarde.
Met
de hete adem in de nek van neonazi's en kortstondig maar zeer zeker
levensreddend vluchtend in een roes en zich de angst negerend alsnog
begevend in de open wereld waar men door het allergrootste gevaar van
heden vogelvrij verklaard werd en derhalve in de kijker loopt van een
geweer dat onafwendbaar aan het lot van de genoemde, gewetensvolle
vee-artskeurder herinnert, doet men allicht een kleine toegeving aan
het adres van de belagers en zegt men, misschien alleen maar om zijn
vel te redden, dronken in het duister van een nachtelijke kroeg:
inderdaad, die en gene lieden zijn hier vreemd, zij moeten worden
beteugeld want zij zien er schrikbarend bedreigend uit - en nog
enkele van die uitlatingen die aan elkeen zullen duidelijk maken dat
men het helemaal niet menen kan. Alleen zij hebben er geen oren naar:
zij die allang zaten te azen op de kop van de man die hen op één
been voorbij spurt in de wedloop die alras van wal zal steken om de
strijd te beslechten die nu voor de deur staat: de strijd tussen de
toekomst en de middeleeuwen.
(Jan
Bauwens, 20 november 2023)
Een derde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: âAlles van waarde is weerloosâ
Een
derde bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: Alles van waarde is
weerloos
Achtenzestig
jaar geleden overtrad in een toen nog onvrij werelddeel een zwarte
vrouw de wet en met deze 'misdaad' veranderde zij de wereld: in 1955
pleegde Rosa Parks verzet door de weigering haar zitplaats op de bus
aan een blanke af te staan en aldus herschiep zij mede een
apartheidsstaat tot het Amerika van de gelijke rechten. Toentertijd
schreven velen de authentieke politica een criminele inborst toe maar
binnen de kortste keren werd zij geroemd om het revolterende karakter
dat voor staatslui onontbeerlijk is. Vandaag is daarvan nog heel
weinig te zien: het gros van de politiekers blijken ordinaire
windhanen die zoals Pilatus de voor onze toekomst broodnodige
uitzonderingen op de regel geheel onterecht doch prompt en
gewetenloos veroordelen.
Wie
een tekst schrijft, maakt eerst een kladwerk met potlood en gom en
het papier wordt quasi onleesbaar van de vele doorhalingen en
verbeteringen van taal- en andere fouten. En dat voorbereidend werk
is een privézaak: een schilder verdraagt geen publiek totdat
zijn doek helemaal af is, een auteur laakt lieden die azen op zijn
recept en een chef-kok laat niet in zijn potten kijken. Hoe
omvangrijker en belangrijker de te leveren prestatie, des te groter
de ruimte vereist voor prospecties, probeersels en proeven. Vaklui
schuwen pottenkijkers als de pest maar in hun blinde na-ijver vallen
bemoeials vandaag de laboratoria van de meest creatieve mensen
binnen, gewapend met domme camera's: veiligheid eerst, zo schreeuwen
zij het als helden uit en de meest elementaire vrijheid,
onontbeerlijk voor de scheppende geest, moet het bekopen; het genie
wordt opgeofferd aan de middelmaat, alles van waarde is
weerloos.
Dit
eeuwig kersverse vers van Lucebert betekent vandaag dat de mens wordt
omgebracht op het altaar van het gouden kalf. Straks herstart in het
mondaine Parijs het megacircus van de Olympische Spelen waarbij alle
kinderrechten ten spijt, een onschuldige jeugd andermaal massaal
wordt geofferd aan de vlaggen van de naties: enkelingen schitteren op
het schavot in de muziek der sferen waartoe hun volkslied door de
gelegenheid wordt verheven maar een meerderheid belandt in diepe
depressies, gegraven door een veeleisende doch inerte massa.
Kind-atleten moeten de eerzucht van hun presidenten bevredigen en de
economische belangen van hun natie - brood en spelen - zoals
kindsoldaten, naar het front gedreven onder een bangelijk
getrompetter en het vervloekte nationalisme van een slappe vlag. Een
moedige doch veel te vroeg uit de zandbak weggerukte en tot krijgers
herleide jeugd betekent dwangarbeid voor kinderen en doet denken de
slachtoffers van pooiers, het hoofd op hol gebracht met drugs om te
kunnen renderen. De oude krokodillen, belust op jong bloed, dat hun
als masker moet dienen om stemmen te trekken en fortuin te maken:
goudhaantjes, zo heten zij hun 'beschermelingen' met wiens leven zij
spelen - hun geluk zal hen worst wezen.
Het
weze herhaald: als Conner Rousseau een racist is, dan kunnen wij met
zijn allen aanspraak maken op de titel van paus van Rome.
(Jan Bauwens, 20
november 2023)
19-11-2023
Een tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
Een
tweede bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau: grove nalatigheden
vanwege de rechtsstaat
In Antisemitism
(1948),het eerste
deel van haar 'trilogie', getiteld: The Origins of
Totalitarianism uit 19511,
besteedt Hannah Arendt
uitgebreid aandacht aan de zaak Dreyfus. Alfred Dreyfus was een
Frans-joodse legerofficier die in 1894 valselijk beschuldigd werd van
spionage voor de Duitsers en gestraft met degradatie en deportatie
naar het Duivelseiland. Twee jaar later toonde luitenant-kolonel
Picquart aan dat de bewijzen tegen Dreyfus vervalsingen waren en dat
de echte spion een legercommandant was. Edoch, een antisemitische
militaire overheid verwierp Dreyfus zijn onschuld. Mede onder invloed
van J'accuse van
Emile Zola die Dreyfus verdedigde, brak een schandaal uit dat de
Fransen polariseerde. In een nieuw proces werd Dreyfus tot tien jaar
gevangenisstraf veroordeeld en pas in 1906 werd de zaak als een
gerechtelijke dwaling erkend. In 1908 werd nog een aanslag gepleegd
op hem door een antisemiet die door de jury prompt werd
vrijgesproken. Later noemde president Chirac het proces een poging
tot het aanwakkeren van de Jodenhaat.
Joden, Roma en
homoseksuelen zijn de meest in het oog springende voorbeelden van
gehate en derhalve vervolgde en benadeelde minderheidsgroepen.
Minderheden worden sowieso gediscrimineerd maar vanaf het ogenblik
dat een hatende massa haar gelijkgestemde politici in het zadel heeft
gehesen, verschijnt daar ineens ook nog het mandaat om het
leven van de meest kwetsbaren ook met wettelijke middelen onmogelijk
te maken: de massa hijst haar Führer in het zadel en de reeds
middels demonisering ontmenselijkte mensen worden voortaan door de
politie opgepakt en nu ook fysiek massaal omgebracht in
zogenaamde concentratiekampen.
Het antisemitisme, de
vreemdelingenhaat en de intolerantie tegenover holebi's is nu terug
van 'weggeweest', wat hier uiteraard betekent weg uit de wet
want met semi-legale en legale middelen worden heden opnieuw
campagnes opgestart tegen de aloude zondebokken. Ook in de 'zaak'
Conner Rousseau glipt de wapenstok het toneel naar binnen, hier in de
gedaante van de verborgen camera, de bodycam van een gemeentelijk
politiekorps dat een door het 'gewone volk' op handen gedragen
politicus, uiteraard gevreesd door de gesettelde potentaten, op de
hielen volgt zoals inderdaad gebeurt met opgejaagd wild: zij volgen
hem tot net niet in de slaapkamer om dan te doen waarop het strengste
verbod geldt: in de openbaarheid gooien wat privé is.
Toegegeven, het is niet
helemaal privé wat men in zijn vrije tijd op café vertelt maar
mocht men alle mensen in de nog resterende volkse
communicatiegelegenheden die de kroegen tenslotte zijn, met camera's
op de hielen zitten, dan kon de complete bevolking van dit land in
gedwongen therapie en moesten alle openbare gebouwen herschapen
worden tot Dossin-kazernes. Bovendien kan men niet gaan keuvelen in
de kroeg zonder te consumeren; men kan daar ook water drinken, dat is
waar, op smaak gebracht met chocoladerepen.
Tenslotte is alcohol een
harddrug en dat het goedje alsnog door de wet kan worden toegelaten
op café, is te danken aan een bijkomende wet die mensen alsnog tegen
de drankduivel beschermt door de cafébazen te verplichten om er op
toe te zien dat de klanten niet dronken worden, of tenminste: dat zij
zich niet in die mate bezatten dat zij niet meer weten wat zij doen
want dan vormen zij een gevaar voor zichzelf en ook voor anderen.
Waar de waard zich kennelijk niet kwijt van deze plicht, zijn er
gebeurlijk alsnog agenten van de politie aanwezig om dit vast te
stellen en in het geval van de 'zaak' Conner Rousseau bewijzen zij
middels de opnamen van hun eigen bodycam niet zozeer dat de politicus
zatteklap vertelt maar in de eerste plaats dat zij het in weerwil van
hun plicht hebben nagelaten om een dronken man in bescherming te
nemen tegen het gevaar dat hij voor zichzelf is en mogelijkerwijze
ook voor anderen.
De situatie herinnert
aan de Dreyfus-affaire omdat zij exemplarisch is voor de
hardnekkigheid waarmee een aan de macht zijnde overheid, hiertoe
aangezet door haat, haar ongelijk verdedigt tegen beter weten in.
Niet alleen de gemeentelijke politie is betrokken maar ook het
gerecht, de politici, de media en de ganse bevolking, zelfs bijna in
de mate waarin de hele wereld betrokken werd in de pandemie-affaire
(ironisch genoeg zozeer verdedigd door de mentor van de hier
besproken politicus) welke een hypocriete miljardenfraude verkapt
waarvan het bedrieglijke karakter uiteraard pas binnen vele jaren het
licht zal mogen zien.
(Wordt vervolgd)
(Jan Bauwens, 19
november 2023)
1
Hannah Arendt, The Origins of Totalitarianism (1951).
Voor de zaak Dreyfus, zie de Nederlandse vertaling van het eerste
deel Antisemitisme (2021) door Willem Visser, uitgeverij
Boom, Amsterdam, 2021, pp. 149-190.
18-11-2023
Het Boek (J.B., 2007)
Het Boek (J.B., 2007)
16-11-2023
Wie brandmerkt wie en waarom? - Een bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
Wie
brandmerkt wie en waarom?
Een
bedenking bij de 'zaak' Conner Rousseau
Het
brandmerken van een dier of een mens is het aanbrengen met een
gloeiende staaf van een merkteken op de huid van het dier of de mens
met de bedoeling dat het blijvend is en voor iedereen zichtbaar. Zo
kan men een paard brandmerken om het dier te kunnen identificeren als
eigendom van een zekere persoon. Slaven krijgen vaak een brandmerk en
auto's krijgen voor hun registratie een onuitwisbaar nummer in het
staal van het chassis. De identiteitskaart is in feite een brandmerk
dat evenwel niet op iemands huid of aangezicht geplakt wordt maar dan
toch op een afbeelding (een foto) van het aangezicht, waardoor de
persoon geïdentificeerd wordt met een naam, een geboortedatum en
-plaats, een adres, een geslacht, een rijksregisternummer en het
burgerschap van een zeker land. Het doopsel in het katholicisme, dat
volgens de kerkelijke leer een exorcisme is en dat, zoals de
catechismus het zegt, een onuitwisbaar merkteken nalaat in de ziel
van de dopeling, heeft de bedoeling iemand (en dan meestal nog
buiten diens medeweten en wil) te brandmerken als lid van de
katholieke kerk. De schandpaal identificeert publiekelijk en derhalve
eveneens op een onuitwisbare manier een misdadiger met zijn misdaad.
Vaak
mag het volk zijn woede kwijt op de geschandaliseerde die
bijvoorbeeld in het geval van het vergrijp van homoseksualiteit de
aanvallen dikwijls niet overleeft, wat per definitie gebeurt bij
steniging of kruisiging waarbij men aldus voor eeuwig tot zijn
misdaad wordt herleid en vandaag kent men de zogenaamde digitale
schandpaal die kan leiden tot moord of zelfmoord van de
gebrandmerkte.
In
de bovenstaande gevallen is sprake van het brandmerken van individuen
of personen en uiteraard is de impact daarvan onvergelijkbaar veel
groter dan in het geval waar eerder grote groepen of volkeren een
naam opgeplakt krijgen door een enkeling. Correcter uitgedrukt: een
enkeling is helemaal niet
in staat om een volk te
brandmerken en zo hij dit ogenschijnlijk alsnog doet, is zijn opzet
tot mislukken gedoemd, beseft hij dat ook heel goed en kan zijn
uithaal alleen maar gelabeld worden als een vorm van gekscheren. Zo
kunnen de Hollanders er glimlachend hun schouders bij ophalen wanneer
zij er door bijvoorbeeld een cursiefjesschrijver spottend aan
herinnerd worden dat zij gierigaards zijn, al zal men het
voorzichtigheidshalve wel hebben over zuinigheid. Daarentegen: waar
een welbepaald persoon, een enkeling, wordt opgezadeld met het stigma
van vrek en aldus te kijk gezet wordt ten aanschouwe van de hele
wereld, is uiteraard sprake van een misdaad van een heel andere orde.
In
het eerste geval gaat het om een 'aanval' van een enkeling op een
(grote) groep waartegen hij sowieso niet opgewassen is en waarbij die
enkeling eerder als dapper dan als misdadig zal bestempeld worden
terwijl in het laatste geval een hele groep de aanval richt op één
persoon, die daardoor even weerloos wordt als de man aan de
schandpaal. De massa die een enkeling aan de schandpaal ketent,
straalt geen dapperheid uit maar veeleer lafheid.
De
aanval van een enkeling op een groep krijgt echter een wat ander
karakter wanneer die enkeling een politicus is die zich tot een grote
menigte richt, zoals in het geval waar Adolf Hitler het Duitse volk
toespreekt. In huiselijk verband hoeft de politicus dan weer niet
meer zo voorzichtig te zijn als bij de uitoefening van zijn job omdat
hij zich daar helemaal niet richt tot een menigte van burgers maar
eerder tot familieleden, vrienden of collega's van wie overigens
bekend is dat zij om zich te 'ontspannen' al eens grappen over zaken
waar eigenlijk helemaal niet mee te lachen valt, zoals leraren,
zorgverleners of toppolitici doen wanneer zij geconfronteerd worden
met quasi hopeloze gevallen die alsnog remediëring vereisen:
uitspraken in dat verband zijn uiteraard niet gemeend maar vrienden
zullen elkaar nooit pakken op hun woorden en die gevallen zijn
veeleer verwant met zelfspot dan met spot of stigmatisering.
Conner
Rousseau verklapte eerder in een interview dat hij zich opgejaagd
wild voelde en te oordelen naar de situatie waarin hij
gemanoeuvreerd werd en geblokkeerd geraakte, is hij dat
ontegensprekelijk: hij zit in een hoek gejaagd en moet de voor een
politicus bijzonder pijnlijke vernederingen slikken van zowat
iedereen, gaande van zijn 'slachtoffers' (de Roma), wat weliswaar
begrijpelijk is (zolang geen sprake is van 'ziektegewin'), over zijn
collega's (die hem veroordelen, maar dan vooral, zoals destijds
Pilatus die zijn handen in onschuld waste, om zelf buiten schot te
blijven), tot zijn rechters die hem andermaal vernederen met
enerzijds de therapie die zij hem zelf opleggen - de confrontatie met
de genocide van de Roma - en die een beetje doet denken aan de
bestrijding van een mug met een canonbal en anderzijds de
verplichting om in therapie te gaan bij misschien wel een psychiater
waardoor zij hem nillens willens brandmerken als ziek of gestoord. De
associatie van gestoordheid met een van de norm afwijkende
seksualiteit is gauw gemaakt door een publiek dat het nog minder nauw
neemt met de feiten dan de rechters doen.
Waarmee
helemaal niet gezegd is dat het publiekelijk stigmatiseren van mensen
geen misdaad zou zijn maar er is een verschil tussen het bewust en
gepland toespreken van een publiek en het gekscheren onder vrienden
dat publiek gemaakt wordt door met een verborgen camera gewapende
lieden die iemands woorden uit de context rukken en die ze bovendien
tegen diens wil op straat gaan uitbazuinen. Is het dan niet wettelijk
verboden om in een publieke ruimte een mens herkenbaar te
fotograferen en zijn foto dan publiek te maken? En geldt hetzelfde
dan niet met betrekking tot wat iemand in eigen kring en niet voor
het publiek bedoeld, zegt? Een kroeg is uiteraard geen slaapkamer
maar het is nog veel minder een Tv-studio en wat men er ook van zegt:
uitgerekend dat hebben zekere lieden daarvan gemaakt. Het is
overigens duidelijk wie de daders zijn van deze wel bijzonder gemene
en moordende list waarmee ze er alvast in geslaagd blijken om hun
slachtoffer helemaal van streek te maken en het is ook duidelijk wat
hun motivatie zijn mag, in acht genomen het feit dat sinds de opkomst
van de politicus in kwestie bij het volk de overtuiging is gaan leven
dat Conner Rousseau binnen de kortste keren wel eens onze jongste
premier ooit zou kunnen zijn.
(Jan
Bauwens, 16 november 2023)
15-11-2023
Over het jodendom - Aflevering 6: Der Judenstaat
Over
het jodendom
Aflevering
6: Der Judenstaat
De
oorspronkelijk titel van Herzls Der
Judenstaat luidt:
Gericht aan de familie
Rothschild maar de
Rothschilds verwierpen Herzls plan. Het pamflet is een basistekst van
het Zionisme en betreft de stichting van een onafhankelijke joodse
staat in de twintigste eeuw in Palestina waar de joden vandaan komen.
Dit vanuit de noodzaak om aan de joden die dat wensen een thuisland
te geven waar zij in vrijheid en vrede kunnen leven op hun eigen
grond in plaats van in Europese ghetto's, wat niet anders kan in gevolge
het antisemitisme. Maar Herzl voorzag dat het inplanten van een
joodse kolonie weerstand zou oproepen bij de autochtone bevolking van
Palestina en achtte het daarom noodzakelijk om deze onderneming te
laten plaatsgrijpen onder Europees protectoraat teneinde de
soevereiniteit van het joodse volk te kunnen verzekeren. De Engelsen
wilden zich inzetten om de stichting van Israël te steunen, wat
vastgelegd werd in de Balfour Declaration van 1926, waarin
staatssecretaris Arthur Balfour zijn steun betuigt aan Lord
Rothschild van de Brits-Joodse Gemeenschap. Nadat zich in de jaren
dertig al joden waren gaan vestigen in Palestina met inderdaad de
voorziene Arabische revolte van 1936-'39 tot gevolg, moesten de
Britten de verdere instroom van joden afremmen. Na de Tweede
Wereldoorlog, in 1948 volgde de daadwerkelijke stichting van de staat
Israël.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
15 november 2023)
14-11-2023
Over het jodendom - Aflevering 5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de âProtocollen van de wijzen van Sionâollen van de wijzen van Sionâ
Over
het jodendom
Aflevering
5: Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de
geschiedenis van de Protocollen van de wijzen van Sion1
In
West-Europa werden de joden vervolgd en zij vluchtten naar Rusland
waar zij (geregelde vervolgingen ten spijt) thuis waren van in de
vroege middeleeuwen en wel in die mate dat in de elfde en twaalfde
eeuw een wijk van Kiev de joodse stad werd genoemd. Edoch in
1881 werden zij valselijk beschuldigd van de moord op tsaar Alexander
II waarna zij vervolgd werden: hun huizen werden platgebrand, zij
werden vermoord, niet toegelaten tot scholen en hogere beroepen, in
1886 uit Kiev verbannen, in 1891 uit Moskou verbannen en in 1892
kregen zij ook nog verbod op verkiezingsdeelname. Toen de
communistische revolutie broedde, gebruikte de geheime politie van de
tsaren, de ochrana, met de bijstand van de Russisch-Orthodoxe kerk,
het antisemitisme als wapen tegen de revolutionairen die zij
ervan beschuldigden een complot te smeden tegen de christenen en dat
trachtten ze te bewijzen middels een geschrift, de zogenaamde
Protocollen van de wijzen van Sion.
Het gaat om een fictief
verslag van een vergadering in Bazel in 1897 van complotterende
zionisten die het christendom zouden willen vervangen door de joodse
wereldheerschappij.
Het jaar voordien, in
1896 publiceerde de zionist Herzl inderdaad zijn essay Der
Judenstaat en daar omtrent plande hij ook vergaderingen met
gelijkgezinden maar dat handelde helemaal niet over een joodse
wereldheerschappij doch over de zoektocht naar een joods thuisland
teneinde eindelijk komaf te kunnen maken met de (in de voorgaande
aflevering van deze reeks vermelde) lange geschiedenis van
wereldwijde vervolging.
Dat de Protocollen een
vervalsing waren, bleek vrijwel onmiddellijk: iedereen kan nagaan dat
zij een quasi letterlijk plagiaat zijn van een oudere tekst gericht
tegen Napoleon III waarin deze keizer werd vervangen door 'de joden'
en Frankrijk door 'de wereld'. De vervalsing gebeurde door de
ochrana, de geheime politie van de tsaren.
De hocus pocus of hoax
zat, meer in detail, als volgt in elkaar. De oudere tekst waarvan zij
geplagieerd werden, dateert van 1864 en is van de hand van Maurice
Joly (1829-1878). Volgens Umberto Eco is die tekst op zijn beurt een
afschrijfsel van een werk van Eugène Sue (1804-1857) dat tevens
andermaal geplagieerd en aangepast werd, namelijk in 1868 door Herman
Goedsche. Over de authenticiteit van deze ontmaskerende bronnen kan
men overigens alle info vinden op het internet.
Niettemin ging deze
tekst een eigen leven leiden en werd hij wijd en zijd vertaald en
uitgegeven door antisemieten, vooral Islamieten en zo bijvoorbeeld
wordt ernaar verwezen als naar een 'historisch document' in het
handvest van de Palestijnse terreurbeweging Hamas. De Duitse uitgave
van 1922 kwam Hitler en zijn NSDAP goed van pas en vanaf 1967
verspreidden onder meer antisemitische islamitische fundamentalisten
zoals Faëz Ajjaz in Libanon, Syrië en Saoedi-Arabië de tekst om de
Jodenhaat aan te wakkeren. Faëz Ajjaz zou ook banden hebben met
extreemrechts in Vlaanderen, waar in 1941 Lannoo in Tielt de
Protocollen uitgaf.
De vervalsing wordt
tevens benut in de New Age-beweging door de fantast-evangelist Robin
De Ruiter met onder meer zijn in 2017 verschenen trilogie De 13
satanische bloedlijnen: de oorzaak van veel ellende en kwaad op
aarde, een fantasie over de Illuminati of de op wereldmacht
beluste, complotterende joden en vrijmetselaars, veelvuldig vertaald
in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Turks en Russisch. Zij worden
vaker geïdentificeerd met de bankiersfamilie Rotschild die Hitler
nog zou hebben geholpen met zijn Holocaust. Naar deze potentaten werd
ook verwezen in de zogenaamde complottheorieën naar aanleiding van
de politieke perikelen omtrent de coronapandemie.
Over het jodendom - Aflevering 4: âDer Judenstaatâ (1896) van Theodor Herzl
Over
het jodendom
Aflevering
4: Der Judenstaat
(1896) van Theodor Herzl1
De
ondertitel van Herzls opstel luidt: Versuch
einer modernen Lösung der Judenfrage - in
vertaling: Poging
tot een moderne oplossing voor het jodenprobleem. Het
was ongetwijfeld deze verzuchting die Hitler spottend parafraseerde
met het gebruik van de term 'Endlösung'
of 'Finale
oplossing' waarmee
hij niets minder bedoelde dan de 'Vernichtung'
of de 'uitroeiing'
van de joden.
Toen
Herzl zijn essay schreef, was de Holocaust nog ver af maar de joden
die toentertijd vooral in tsaristisch Rusland verbleven, waren
(tussen 1881 en 1905) slachtoffer van de zogenaamde pogroms of een
soort van vervolgingen of razzia waarbij bijvoorbeeld de huizen
platgebrand werden, zoals ook gebeurde met de woningen van de
zwarten, meer bepaald om hen te onderwerpen, ten tijde van het ivoor-
en rubberschandaal in de Congo onder Leopold II.
In
Rusland (vooral in Oekraïne) stierven duizenden joden en ook na de
Oktoberrevolutie van 1917 werden in de Russische burgeroorlog
honderdduizend joden vermoord door de anticommunisten - de 'Witten',
namelijk de grootgrondbezitters en de adel die hun privileges niet
wilden afstaan, precies zoals dat gebeurde in het verzet tegen de
abolitionisten in de Amerikaanse burgeroorlog van 1861 tot 1865.
Berucht is de pogrom van 1905 in Jekaterinoslav waarbij vele joodse
kinderen werden omgebracht. Honderdduizenden joden emigreerden daarop
naar de V.S.
De
geschiedenis staat echter bol van de massamoorden op de joden:
tijdens de Babylonische ballingschap vanaf 597 voor Christus werden
de joden uitgemoord, in 1011 moorden de Moren hen uit in Córdoba, in
1033 en ook in 1276 in Fez in Marokko, in 1066 in Granada alsook
tijdens de Kruistochten, in 1291 in Bagdad, in 1309 in het
Nederlandse Born, tijdens de pestepidemie van 1348-'49 werden zij
vals beschuldigd de pest te verspreiden met navenante vervolgingen in
heel Europa (ook in Brussel), in 1465 werden àlle joden in Fez
vermoord, in 1506 was er in Lissabon een pogrom tegen joden op bevel
van Dominicanen met duizenden doden, in 1679 maakte een pogrom in
Jemen tienduizend doden (de joden werden daar in de woestijn
gedreven), in 1790 in Tétouan in Marokko, in 1819 in Duitsland,
daarna in Odessa door Grieken en Russen, in 1834 in Safed in
Palestina, in 1881-'84 in Rusland, in 1888 in Iran, in 1903 tot 1906
opnieuw in Rusland, onder meer in Odessa waarvan de latere
Israëlische premier Golda Meïr als klein meisje een trauma opliep,
in 1907 in Casablanca in Marokko, in 1910 in Iran, in 1912 in Fez, in
1919 in Catalonië en verder in Oekraïne (1919-1920), Palestina
(1929), Turkije (1934), Duitsland (de Reichskristallnacht
van 1938), de beruchte moordpartij op joden die met metalen staven de
schedel werden ingeslagen in Litouwen (1941), Bagdad (1941), Polen
(1946), talloze pogroms in de Arabische wereld na het uitroepen van
de joodse staat van 1948 tot 1954. De verzuchting van Herzl, het
verlangen naar een thuisland en een veilige haven, is meer dan
begrijpelijk.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
13 november 2023)
1Voor
de oorspronkelijke tekst, zie: THEODOR HERZL, DOCTOR DER RECHTE, DER
JUDENSTAAT. VERSUCH EINER MODERNEN LÖSUNG DER JUDENFRAGE,
LEIPZIG UND WIEN 1896, M. BREITENSTEINS VERLAGSBUCHHANDLUNG,
WIEN, IX., WÄHRINGERSTRASSE 5:
https://de.wikisource.org/wiki/Der_Judenstaat
12-11-2023
Over het jodendom - Aflevering 3: Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
Over
het jodendom
Aflevering
3: Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
(Jeroen Bosch, De hooiwagen (middenpaneel) 1515, kopie: J.B.)
Men zou het joodse volk
doorheen de geschiedenis kunnen vergelijken met een thuisloos kind
dat gedoemd is om op straat te leven, rond te zwerven en te leven van
allerlei klusjes her en der waardoor het weliswaar behendig en
zelfredzaam werd en heel wat kennis verzamelde over de vele plekken
waar het geweest is maar tegelijk bleef kampen met een diepe heimwee.
Het werd uiteindelijk door een rechter toegewezen aan een pleeggezin
dat het stiefmoederlijk behandelde, of eerder nog: een placebo-thuis
waarmee het in de clinch ging toen de jaren van volwassenheid het
naar onafhankelijkheid en vrijheid deed verlangen.
Er zijn volkeren die van
nature nomaden zijn en die ook niet liever willen dan rond te
trekken, zoals bijvoorbeeld de Roma, de 'bohemiens' (i.e.: van
Bohemen) die eertijds 'zigeuners' werden genoemd, trekkers van dorp
naar dorp, begaafde muzikanten met huizen op wielen die tot voor kort
als foorkramers onze kermissen opluisterden - nu stilaan overgenomen
door grote bedrijven. Interessant is hier dat het woord 'zigeuner'
verwant blijkt met het Engelse 'gipsy' en het Spaanse 'gitano',
verwijzend naar het woord 'Egyptisch', waaruit etymologen afleiden
dat de Roma wellicht verwant zijn met de (zeshonderdduizend of
volgens de Bijbel twee miljoen) joden die in 1313 voor Christus na
hun Exodus of uittocht uit Egypte (waar ze gedurende vier eeuwen
gevangen waren) veertig jaar lang ronddoolden in de woestijn, op zoek
naar het hun door Jahweh 'beloofde land'. De twee vrouwen met de
witte hoofddoek ('bern' genoemd) links onderaan op het middenpaneel
van 'De hooiwagen' van Jeroen Bosch uit 1515 (die daarmee Jesaja
40:6-7 illustreert) zijn Roma-vrouwen. Links naast de hooiwagen,
achter de hoogmoed symboliserende paus en de keizer te paard, zijn
overigens ook joden afgebeeld met in hun midden de Antichrist:
ofschoon hij vereenzelvigd werd met de Romeinse keizer Nero, die
'zwanger was van een worm', geloofde men dat hij een jood moest zijn.
Samen met de joden werden de Roma die het transport naar Polen misten
waar zij als slaven werden ingezet, door Hitler in concentratiekampen
in Bełżec,
Sobibór en Treblinkauitgemoord. Dat lot deelden allen die niet
beantwoordden aan het racistische ideaalbeeld van een waanzinnige
utopie die aan zes miljoen onschuldige mensen het leven kostte.
De daadwerkelijke
verwezenlijking van een (politieke, religieuze of nog andersoortige)
utopie blijkt overigens doorheen de hele geschiedenis het recept bij
uitstek voor het welslagen van gigantische catastrofen met in hun zog
onnoemelijk menselijk leed, oorlogen en genocides maar kennelijk kan
de mens het in zijn hoogmoed niet laten om aan de werkelijkheid zoals
zij is, zijn waanzin op te dringen. De katholieke kerk met haar
'heilige' missies die het kolonialisme moesten verkappen en de door
megalomanie gedreven rooftochten in alle continenten, sinds haar
bestaan doorheen de ganse geschiedenis met als voorbeeld uit de eigen
historie de droom van de door grootheidswaan gedreven vorst Leopold
II met een Afrikaans land waarvan hij de bevolking decimeerde om zich
eerst met ivoor en vervolgens met rubber persoonlijk onnoemelijk te
verrijken; de moordenaars van de autochtone bevolking van het
Amerikaanse continent in het zog van Christoffel Columbus; de
fundamentalistische islam met haar zending die de onderwerping wil
van alle mensen...
Plato's Republiek
of ideale staat was een aristocratie - de ganse werkelijkheid was in
zijn opvatting een schaduw van volmaakte (na te volgen)
ideaalbeelden, een onderneming die uiteraard tot mislukking is
gedoemd. Bij Plato gaat het om de verwezenlijking van een
verstandelijk gepland ideaal zoals onder meer het communistische. In
de vierde eeuw beschreef Augustinus' de ideale aardse staat (civitas
terrena) naar het model van de godsstaat
(Civitas Dei). Thomas
Morus' Utopia uit 1516
is een fantasie van een collectivistisch ideaal land in de
verwezenlijking waarvan hij uiteindelijk zelf niet geloofde. De
utopieën die de revue passeren zijn niet te tellen, de dystopieën
daarentegen verwezenlijken zich kennelijk met een verbluffende
voorspelbaarheid - het best gekende voorbeeld is uiteraard George
Orwells 1984. Maar we
moeten bij het onderwerp blijven: ook Israël is een poging tot
verwezenlijking van een utopie, zoals geformuleerd door Theodor
Herzl, eerst in zijn essay Der Jodenstaat van
1896 en vervolgens in zijn roman Altneuland
van 1902, geschriften die in het licht van de huidige opflakkering
van de Israëlische kwestie enige aandacht verdienen.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: