Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
24-01-2023
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 25: De hardnekkigheid van het kwaad: kersverse doofpotoperaties in de eenentwintigste eeuw
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
25: De hardnekkigheid van het kwaad: kersverse doofpotoperaties in de
eenentwintigste eeuw
Congo-Vrijstaat,
de Congo als persoonlijk bezit van Leopold II, bestond van 1885 tot
1908. Leopold 'schonk' zijn persoonlijk bezit aan België en Belgisch
Congo bestond van 1908 tot 1960. In 1960 werd Congo onafhankelijk -
zogezegd, want de democratisch verkozen eerste premier van de Congo,
Patrice Lumumba, werd vermoord en met steun van het westen kwam via
een staatsgreep Mobutu aan de macht om gedurende nog eens ruim dertig
jaar (van 1965 tot 1997) de westerse (Europese en Amerikaanse)
belangen in hun 'goudmijn' Midden-Afrika te verdedigen. Het was de
Vlaamse socioloog Ludo De Witte die in 1999 bij Van Halewyck De
moord op Lumumba publiceerde waarin hij beschrijft hoe deze moord
(op 17 of 18 januari 1961) gebeurde met de steun van de
leidinggevende Belgische kringen. In het Belgische parlement werd
naar aanleiding daarvan een onderzoekscommissie opgericht en in juli
2002 gaven de Verenigde Staten documenten vrij waarin de rol van de
CIA in deze moord werd onthuld.
Maar
plotseling - in 2010 - wordt de bijzonder rijk gedocumenteerde
publicatie uit 1998 van de Amerikaanse historicus Adam Hochschild,
King
Leopold's Ghost: A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial
Africa,
afgeschilderd als 'eenzijdig' door een aantal figuren met een rechtse
signatuur in het zog van publicist David Van Reybrouck met zijn boek:Congo:
een geschiedenis.
Dat boek werd de hemel ingeprezen door Andy Morgan in de
rijkeluiskrant The
Independent, het
kreeg
tal van onderscheidingen en werd een kassucces. Het doet warempel
denken aan de witwasoperaties van koning Leopolds bedrieglijke
onderzoekscommissie (2) nadat Roger Casement en andere
mensenrechtenactivisten de moorddadigheid van dit regime aan het
licht hadden gebracht. Over Van Reybroucks boek merkt de auteur van
De
moord op Lumumba,
Ludo De Witte, op: "Bladzijden
die de Belgische autoriteiten in een kwaad daglicht kunnen plaatsen,
lijken wel uit het boek gescheurd."
(2) De verwijzing naar mondelinge bronnen wordt terecht als ongegrond
beschouwd, er wordt immers verwezen naar informanten en analyses van
auteurs die
het neokoloniale perspectief genegen zijn.
(2) Van Reybrouck zijn werk zou aldus kaderen in het nieuw soort
geschiedschrijving dat een kritische kijk op kolonialisme en
neokolonialisme negativistisch acht, onproductief en al te links. (2)
Opgemerkt
moet echter worden dat de nieuwe geschiedschrijving door opmerkelijk
rechts
gekleurde figuren wordt gevoerd. David Van Reybrouck heeft katholieke
wortels en is de zoon van een medewerker aan de Congolese
spoorwegmaatschappij Bas-Congo-Katanga in het toenmalige Jadotstad
(heden: Likasi). Van Reybrouck veegt de kritiek op de
misdaad welke begaan werd in de Congo door koning Leopold van België
en zijn volgelingen als de grootste die ooit werd opgetekend in de
annalen van het mensdom (3)van
tafel als postkoloniale
zelfkastijding (2).
Wat hij aldus doet wordt exact verwoord door Adam Hochschild waar hij
schrijft dat de dader zich gaat verweren door in de slachtofferrol te
kruipen: Terwijl
de ovens laaiden in Brussel, gingen er bevelen uit van het paleis
naar de Congo om opdracht te geven tot vernietiging van de stukken
daar. ( ) Hetzelfde soort opzettelijk vergeten vond plaats in de
gedachten van de mannen die gestalte gaven aan het regime. Het
vergeten van je eigen deelname aan massamoord is niet iets passiefs;
het is een actieve daad. Wanneer we kijken naar de opgetekende
herinneringen van de vroege blanke veroveraars in Afrika, kunnen we
soms getuige zijn van de daad van vergeten op het moment dat deze
plaatsvindt. Het is niet het moment waarop hij wordt uitgewist maar
waarop de zaken op hun kop worden gezet, het merkwaardige omdraaien,
waarbij degene die slachtoffers heeft gemaakt zichzelf geestelijk
verandert in slachtoffer. (4)
Hetzelfde
gebeurt overigens door de medeplichtigen aan de actuele massamoord op
de ouderen in zogenaamde zorginstellingen, uitnemend geïllustreerd
in de Finse opera Covid
fan Tutti
naar aanleiding van de recente pandemie: de burgers die hun oudjes in
deze instellingen hebben opgesloten, klagen dat ze hen nu van voor
het venster buiten in de regen moeten staan toewuiven. In deze
'linkse' opera wordt de
hypocrisie aan de kaak gesteld waarbij onze weggegooide bejaarden
plotseling blijken te kunnen worden gebruikt in een toneel waarbij
zij worden opgevoerd als de te sparen zwakkeren omwille van wiens
welzijn een vreemde reeks autoritaire en onsamenhangende
volksgezondheidsmaatregelen opgelegd worden die in een mum van tijd
de wereldeconomie ondermijnen zoals geen enkele oorlog dat tot nog
toe vermocht te bewerken. Echter, de op het eerste gezicht
ontzagwekkende empathie met de ouderlingen staat in fel contrast met
de egoïstische samenleving die almaar driester de zwakkeren uitsluit
terwijl zij meedogenloos het recht van de sterkste huldigt.
Geconfronteerd met een dergelijk grotesk voorwendsel kan het gewoon
niet verwonderen dat het volk beweert wel degelijk gegronde redenen
te hebben om haar leiders te wantrouwen. Dit volstrekt gegronde
wantrouwen gekoppeld aan de natuurlijke zelfzorg - de
verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor de naaste medemensen -
ligt aan de basis van de algemene neiging tot ongehoorzaamheid aan
een gezag dat zich niet langer het algemeen welzijn behartigt maar
nog slechts de eigen macht welke met dwangmaatregelen wordt
uitgeoefend tot het zich voltrekken van een fascistisch regime.
(5)
Over dit grotesk voorwendsel andermaal Arthur Conan Doyle in 1909:
(...)nooit
voordien is er zo'n mengeling geweest van grootschalige plunderingen
en grootschalige moordpartijen die zich allemaal voltrokken hebben
met de meest platvloerse commerciële motieven onder de verfoeilijke
dekmantel van menslievendheid. Het gemene van de hele affaire
gekoppeld aan die vettige schijnheiligheid maakt dat de horror van
deze misdaad zijn gelijke niet kent.
(3)
(J.B.,
24 januari 2023)
Verwijzingen:
(1)
Zie: De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910. Aflevering
18: De Commissie van Onderzoek en de dood van de koning. Zie:
(4)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), pp. 295-296.
Arthur Conan Doyle, Woord Vooraf tot The Crime of the Congo, aanvang en oorspronkelijke integrale tekst
Aldus
begint Arthur Conan Doyle zijn Woord Vooraf tot het
boek The Crime of the Congo uit
1909:
"Velen
onder ons in Engeland beschouwen de misdaad welke begaan werd in de
Congo door koning Leopold van België en zijn volgelingen als de
grootste die ooit werd opgetekend in de annalen van het mensdom.
Persoonlijk is dat ook mijn eigen stellige overtuiging. Ooit zijn er
grote plunderingen geweest zoals die van de Noormannen in Engeland of
die van de Engelsen in Ierland. Er werden volkeren afgeslacht zoals
de Zuid-Amerikanen door de Spanjaarden of de naties die door de
Turken zijn onderworpen. Maar nooit voordien is er zo'n mengeling
geweest van grootschalige plunderingen en grootschalige moordpartijen
die zich allemaal voltrokken hebben met de meest platvloerse
commerciële motieven onder de verfoeilijke dekmantel van
menslievendheid. Het gemene van de hele affaire gekoppeld aan die
vettige schijnheiligheid maakt dat de horror van deze misdaad zijn
gelijke niet kent.
De
getuigen van die misdaad zijn van alle nationaliteiten en de feiten
kunnen niet in twijfel getrokken worden. (...)"
LEES HIER DE OORSPRONKELIJKE INTEGRALE TEKST:
A. Conan Doyle, The Crime of the Congo
21-01-2023
A. Conan Doyle
A. Conan Doyle
20-01-2023
Joseph Conrad
Joseph Conrad
Vooruitgang
Vooruitgang
België
heeft het dichtste spoorwegennet ter wereld en qua autowegen kan de
dichtheid van het verkeersnet ook wel tellen. Het klinkt ongelooflijk
maar niet langer dan een enkele eeuw bleek nodig om de hele wereld
met een dicht autowegennet te overspannen: de meest ijverige spinnen
zouden er gewis jaloers om worden. Volgens recente tellingen bedraagt
het aantal auto's op de wereld momenteel zowat anderhalf miljard (1)
en zeer in tegenstelling tot vogels en gepote dieren kunnen mensen
met van wielen voorziene voertuigen zich maar moeilijk ofwel helemaal
niet voortbewegen over moerassen en akkers en doorheen wouden. Vissen
dan hebben alleen maar water nodig maar auto's behoeven speciaal
verharde wegen en dat zijn meestal dijken in het met grachten
geïrrigeerde moeras.
Een groot
probleem met het autowegennet is dat dit netwerk dat bedoeld is om
verplaatsingen te vergemakkelijken of dus om de ruimte te beheersen,
in feite in het tegendeel van dit oogmerk uitmondt. Autowegen zijn
immers zoals muren omdat men er evenmin overheen kan zonder
gebruikmaking van speciale tuigen. Over muren heen klauteren doet men
met ladders en autowegen dienen met bruggen te worden overspannen om
de hinder die zij veroorzaken enigszins te reduceren. Bruggen,
tunnels, verkeerslichten die het verkeer dan weer ophouden, rotondes
en veel meer kan men momenteel blijkbaar niet bedenken. Maar het
autoverkeer brengt nog veel andere problemen mee.
Naast het
versnipperen van de ruimte en het daadwerkelijk ontoegankelijk maken
van de hele wereld, brengen auto's die bedoeld zijn om het leven
stukken aangenamer te maken, elke dag weer een massa doden mee en
overlevenden van aanrijdingen en ongevallen wiens lot vergelijkbaar
is met dat van frontsoldaten die nipt een oorlog hebben overleefd en
die zich voortaan op wielen moeten voortbewegen of met behulp
van krukken. Mensen wiens ledematen werden afgerukt, die brandwonden
opliepen die hen onherkenbaar maken, die voortaan door het leven
moeten met een witte stok of ook nog doof en noem maar op. Wij
schuwen oorlogen met explosieven en raketten maar als wij er zelf mee
rond razen als dwazen, gebaren wij eensgezind allemaal van
krommenaas. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie sterven elke dag
weer drieduizendenvijfhonderd mensen in het verkeer (2) en overlijdt
aldus één mens op tweehonderd aan de gevolgen van een
verkeersongeval (3) waarvan 30 percent automobilisten en maar liefst
43 percent zwakke weggebruikers - fietsers en voetgangers. (4) Het
aantal gewonden, vaak met blijvend letsel of handicap, is daar
uiteraard een veelvoud van.
Wel te
verstaan zijn de calamiteiten die sinds de uitvinding van de auto het
gebruik van dit voertuig begeleid hebben en die het in feite hebben
getransformeerd tot een van de meest effectieve moordwapens ooit,
louter bijwerkingen zoals ook alle andere vruchten van de vooruitgang
deze onvermijdelijk met zich meebrengen, waaronder luchtvervuiling en
alle ziekten die daarmee gepaard gaan en de snelle uitputting van
zowat alle grondstoffen. Edoch, bijwerkingen zijn niet meer dan
normaal en zij zijn uiteraard de laatste zaken aan welke men kan
toestaan dat zij roet in het eten gooien. Het kan nooit de bedoeling
zijn dat de menselijke grootsheid die zich met het wonder van de
vooruitgang tooit, zich ooit zou laten kortwieken door
onvolmaaktheden en wel omdat de perfectie nu eenmaal niet van deze
wereld is.
Zij is een
begaafde pianiste en haar naam is juffrouw X. Reeds op heel jonge
leeftijd bleek zij talentvol en haar ouders stuurden haar naar een
muziekschool waar zij haar gaven tot volle ontwikkeling kon brengen.
Sinds kort treedt zij ook op in zalen waar zij klassieke stukken
uitvoert voor steeds meer mensen. De mensen zijn verstandiger
geworden, zo zegt men, en zij nemen geen vrede meer met tijdverdrijf
zoals televisiekijken en naar voetbalmatchen gaan. Juffrouw X wordt
gevierd en men zegt dat het een goede zaak was mocht de regering
inspanningen doen om er voor te zorgen dat er meer juffrouwen waren
zoals zij en uiteraard ook jongeheren. Helaas is er iets misgelopen:
bij een routinecontrole van de gezondheidsinspectiedienst werd bij de
juffrouw in kwestie een bijzondere afwijking vastgesteld. Niet
alarmerend, zo susten experten de bezorgde ouders, maar toch ook niet
om helemaal niet naar om te zien. Geen paniek, zo zegden de doktoren
in het hospitaal, want dankzij de geneeskunde die in het zog van de
snelle vaart van de computers en het internet in de jongste jaren
zevensmijlslaarzen heeft gekregen, kan de zaak omzeggens in een
handomdraai worden genormaliseerd. Bij navraag naar de afwijking als
zodanig werd gewag gemaakt van een abnormaliteit en kreeg ik een
onverstaanbare want blijkbaar Latijnse term voorgeschoteld die, als
ik mij niet vergis, als volgt luidt: Abnormalitas Longitudinis
brachiorum. In het Nederlands: een Abnormaliteit inzake de Lengte
van de Armen. De afwijking van juffrouw X bestaat erin dat de lengte
van haar beide armen nogal afwijkend is van de normale armlengte bij
juffers van haar leeftijd en gestalte. De juffrouw in kwestie gelooft
weliswaar zelf geen last te hebben van haar kwaal maar zij brengt
kennelijk niet in rekening dat het nu eenmaal zo is dat ongeacht
welke abnormaliteit een mens ook buiten diens medeweten en stoutste
vermoeden aardig parten kan spelen in het latere leven. Het kwam er
dan vooreerst op aan, aldus de specialisten, om juffrouw X bewust te
maken van het feit dat zij een niet te veronachtzamen kwaal te pakken
had en dat een ingreep absoluut noodzakelijk was indien zij niet
wilde dat haar leven helemaal overhoop gegooid zou worden. Met de
welwillende medewerking van de ouders die middels de juiste
psychiatrische begeleiding op haar hebben ingepraat, heeft de
juffrouw uiteindelijk zonder veel morren een behandeling aanvaard
waarvan de experten haar verzekerd hebben dat het de allerbeste van
het ogenblik is en zij werd dan ook briljant uitgevoerd zonder
complicaties en met alle succes. Toch was er wat kritiek vanwege de
patiënte die wat overreageerde op de bijwerkingen waar omtrent wij
haar hebben trachten te overtuigen dat die absoluut normaal zijn
omdat er nu eenmaal geen behandelingen zonder bijwerkingen bestaan,
zoals ook een medaille zonder keerzijde alleen in sprookjesland
mogelijk is. Integendeel ware een behandeling zonder
bijwerkingen een abnormaliteit. Verder hebben wij de juf geïnformeerd
over het gewisse feit dat het wennen aan de bijwerkingen louter een
kwestie is van tijd. Een esthetisch chirurg, en niet de minste, heeft
er verder voor gezorgd dat niet meer het geringste litteken zichtbaar
is. De misnoegdheid van de patiënte over haar behandeling kan
overigens helemaal niets te maken hebben met resterende
onvolkomenheden omdat de armen van de juffrouw nu perfect even lang
zijn als de armen van de gemiddelde jongedame van haar leeftijd en om
rechtszaken te voorkomen werden van de bewuste ledematen beelden
genomen van 'voor' en 'na' waarbij de arm gefotografeerd werd naast
een meetlat die elke mogelijke twijfel omtrent de armlengtes voor en
na de behandeling uitsluit. De misnoegdheid betreft kennelijk enkel
en alleen de dan toch wat overtrokken vrees van de juffrouw met
betrekking tot haar pianospel. Omdat zij beweert dat zij het vak
waarvoor zij gestudeerd heeft niet langer kan uitoefenen, hebben wij
voor haar een overigens kosteloze psychologische begeleiding geregeld
van één uur wekelijks en dat gedurende zeven weken, met het oogmerk
haar van die nare en irrationele angsten te bevrijden. Bovendien zal
zij ook worden overtuigd van het feit dat mensen hun tijd zonder de
minste problemen evengoed kunnen doorbrengen met televisiekijken en
met het bijwonen van voetbalmatchen dan met het zitten op harde
stoelen in een zaal in afwachting dat het nare getingel dat door een
zeker type van afwijkelingen bestempeld wordt als kunst, eindelijk
wil ophouden. Ik vertelde u zeker al dat ook juffrouw X nu de
draagster is van twee armen van perfect normale lengte, zoals
iedereen en dit ingevolge een chirurgisch hoogstandje waarbij de
beide armen werden ingekort tot aan de polsen.
(J.B.,
20 januari 2023)
Bijwerkingen
Bijwerkingen
19-01-2023
Mevrouw X
Mevrouw
X
Intussen
enkele jaren geleden kreeg de tachtigjarige mevrouw X van de
toenmalige huisarts te horen dat haar bloeddruk van 150/70 die zij al
sinds haar kindertijd had, volgens de algemene normen te hoog
was.
Zij
wierp tegen dat zij zich niet alleen perfect gezond voelde maar dat
zij dat bovendien ook was, tenminste wanneer het klopt dat het
fysieke prestatievermogen een goede parameter voor de gezondheid is:
zij kon niet alleen moeiteloos al haar werk doen maar bovendien
fietste zij vrijwel dagelijks enkele uren, tot vaak 70 km, louter
voor het plezier.
De
behandelende arts waarschuwde echter dat men een hoge bloeddruk niet
kan voelen en dat die precies daarom een 'stille doder' wordt
genoemd: als mevrouw X medicatie weigerde, zou dit voor haar ernstige
risico's meebrengen, zoals hartinfarct en hersenbloeding.
Mevrouw
X kreeg een medicijn voorgeschreven dat de kringspieren die rond de
bloedvaten zitten, een beetje verlamt, wat begrijpelijkerwijze
resulteert in een verlaging van de bloeddruk.
De
aanvankelijke hoeveelheid van het medicijn (10 mg Coversyl) diende al
na enkele dagen gehalveerd te worden omdat die resulteerde in een
veel te lage bloeddruk met als gevolg totale futloosheid.
Het
lichaam vecht tegen spierverlammers door de prikkeldrempel te
verlagen en de spieren kweken een intensere bezenuwing in een poging
om de verlamming te compenseren. Immers, na korte tijd had het middel
geen enkel effect meer. De teruggekeerde bloeddrukwaarden 150/70
werden voortaan beschouwd als bevredigend.
Maar
kennelijk bleef het lichaam zich verzetten, het overreageerde en de
bloeddruk klom boven de waarden 150/70.
Daarop
werden bijkomende medicijnen voorgesteld, zoals plaspillen en
bètablokkers.
Het
lichaam reageert tegen de bètablokkers middels de aanmaak van meer
receptoren. Die conclusie moet men immers trekken als men kan
vaststellen dat mettertijd het effect van het medicijn verzwakt.
De
plaspillen verkleinen het bloedvolume en daardoor uiteraard ook de
bloeddruk omdat het zoutbinders zijn: zij voeren de
(vochtaantrekkende) zouten af die echter anderzijds noodzakelijk zijn
voor de goede werking van de zenuwen want zij zijn de essentie van de
zogenaamde natriumkaliumpomp. De prikkelgeleiding wordt verstoord, in
de spieren en derhalve ook in de hartspier.
De
ganse 'aanpassing' wordt automatisch geregeld door de hersenen die
spontaan reageren tegen het tekort aan zuurstof dat een gevolg is van
de door de bewuste medicamenten geforceerde verlaging van de
bloeddruk.
(Het
ten berde brengen van de steeds vaker geopperde kritiek van
specialisten dat ouderen eigenlijk een wat hogere bloeddruk mogen
hebben ter spontane, door de hersenen geregelde compensatie van de
vaak wat minder doordringbare bloedvaten, wordt vaak niet
geapprecieerd.)
Spierverlammers,
bètablokkers en plaspillen lijken te hebben geresulteerd in een
paniekerige, plotse en dus ongeordende aanmaak van meer zenuwen in de
spieren en in een verstoring van de prikkelgeleiding. Kweekt de
hartspier ongecontroleerd zenuwen en slaat dan het hartritme op hol?
Cardioversie,
bloedverdunners, Cordarone: het wordt dan uiteraard een moeilijke
puzzel en de vraag rijst of men zo nodig aan iemand die zich goed
voelt en die ook goed presteert, medicamenten moet opdringen, louter
en alleen omdat de bloeddruk van die persoon een beetje afwijkt van
de bloeddruk van de doorsneemens. Wordt er in de behandeling wel
voldoende rekening gehouden met de eigen aard van elk individu? En
bloeddruk is weliswaar één zaak maar consumptiedruk is nog een
andere.
Mensen
met een hogere bloeddruk hebben een groter risico op zekere
aandoeningen maar misschien is niet de bloeddruk daarvoor
verantwoordelijk doch een verborgen factor waarvan de bloeddruk
slechts een symptoom is of, godbetert, een poging om die factor wat
te milderen?
De
bloeddruk van mevrouw X is nu in orde maar de patiënte voelt zich
moe en is tot niets meer in staat. Maar dat resultaat wordt nu
bevredigend genoemd.
Het
lijkt er sterk op dat, in luttele jaren, zogenaamde preventieve
therapieën gezonde mensen zoals mevrouw X doodziek maken. En
farmareuzen steenrijk.
(J.B.,
2 november 2022)
18-01-2023
Meneer X
Meneer X
Meneer X is een
krachtpatser, hij kan met gemak een zak cement van 50 kilogram boven
zijn hoofd steken en dat kan hij zelfs verschillende keren naeen. Hij
is ermee geboren en het brengt hem ook geluk want zijn uitzonderlijke
fysieke kracht gekoppeld aan zijn hulpvaardigheid maakt hem overal
tot een graag geziene gast. Maar een tijd geleden vernam ik van een
vriend dat meneer X werd opgenomen in een ziekenhuis. Bij een
routine-onderzoek zou zijn gebleken dat X een afwijking vertoonde, en
op zijn zachtst gezegd geen kleine. De abnormaliteit is danig
uitgesproken dat overleg gepleegd moest worden onder specialisten om
een manier te bedenken die het mogelijk zou maken om de gevonden
afwijking te reduceren tot normaal of dan toch tot een benadering van
het normale. De geneeskunde is vandaag de dag tot heel veel in staat
en de specialisten hebben zich dan ook bijzonder hoopgevend
uitgesproken over het lot van meneer X. Een reeks van operaties
gekoppeld aan een specifieke medicamenteuze behandeling zou alles
alsnog in acceptabele banen kunnen leiden. De abnormaliteit zou
weliswaar niet geheel gespeend van littekens en restverschijnselen
alsnog tot zeer aanvaardbare proporties kunnen worden teruggebracht.
Ik was bovendien zo vrij om te informeren naar de aard van de
afwijking in kwestie die de opname en de behandeling van meneer X
noodzakelijk maakte en men heeft mij gezegd dat het zou gaan om een
zekere spierziekte: de skeletspieren van meneer X zouden zowat het
drievoudige volume hebben van de spieren van een normaal of gezond
persoon. Om er enigszins normaal uit te zien, werd gekozen voor een
behandeling waarbij de grootte van meneer X zijn skeletspieren tot
ongeveer de helft zou worden teruggebracht. Intussen zijn die
operaties achter de rug en zij bleken zo succesvol dat de
medikamenteuze behandeling beperkt zou kunnen gehouden worden. Dat is
ook wenselijk omdat zich reeds een aantal overigens geheel
onverwachte bijwerkingen hebben voorgedaan, waarvan de meest in het
oog springende de afname is van de fysieke kracht van meneer X. Die
bijwerking mag wel bijzonder vervelend heten in het licht van de
wetenschap dat uitgerekend deze eigenschap van meneer X een alom
graag geziene man maakte. De hulpvaardigheid van meneer X heeft
weliswaar standgehouden maar zij levert hem nog weinig op nu het hem
geheel ontbreekt aan de fysieke kracht van weleer. Zo kost het de
heer X nu heel veel moeite om een halve emmer water van de grond te
tillen. Al bij al concluderen de behandelende artsen dat het
resultaat van hun chirurgische hoogstandjes zeer bevredigend mag
heten aangezien het beoogde resultaat met brio werd bereikt: het
volume van de skeletspieren van meneer X verschilt nu nog nauwelijks
van dat van de gemiddelde man. Terecht is meneer X zijn geneesheren
dankbaar en over de weldaad van de wetenschappen hoort men hem alleen
maar spreken in superlatieven. Een goede bekende van mij die zelf in
de paramedische sector werkzaam is, heeft mij overigens verteld dat
men tegenwoordig niet alleen afwijkingen van de skeletspieren
corrigeert: met hetzelfde succes laat men mensen met een afwijkend
hersenvolume hun intrede doen in de wereld van de normaliteit. Mensen
met een veel te scherp gehoor, mensen met een abnormaal sterk
gezichtszintuig, mensen met een exuberante tastzin, al te gevoelige
mensen, mensen met een afwijkende intelligentie en noem maar op: geen
van hen allen hoeft voortaan nog onbehandeld te blijven. Ja, de
toekomst van de geneeskundige wetenschappen is er kennelijk eentje om
u tegen te zeggen. Dankzij de snelle evolutie van onze kennis
verwachten wij reeds in de zeer nabije toekomst elke mogelijke
abnormaliteit te zullen mogen beschouwen als behorend tot de voltooid
verleden tijd. De gelijkheid onder alle mensen wordt een feit.
(J.B., 18 januari
2023)
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 24: Mensenrechten bedreigen de gevestigde orde
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
24: Mensenrechten bedreigen de gevestigde orde
Verslag
uitbrengen over wantoestanden in verre landen of in lang vervlogen
tijden is weliswaar noodzakelijk maar het is tevens al te gemakkelijk
om daar vrede mee te nemen: de uitdaging is het aanklagen van
misbruik en slavernij bij de deur.
Joseph
Conrad klaagde de horror in de Congo aan, Roger Casement en Edmund
Morel sloten zich samen met andere activisten bij hem aan, Conrad
weigerde dan weer zich aan te sluiten bij de intellectuelen die voor
de vrijlating van Casement ijverden toen die opgehangen zou worden
omdat deze naar zijn mening niet uit grootsheid maar uit ijdelheid
zou gehandeld hebben, (1) Jules Marchal was van 1948 tot 1960
koloniaal in Belgisch Congo en als districtscommissaris in Lisala
bracht hij nog zelf zweepslagen toe aan de zwarten maar hij beweerde
tot de jaren zeventig niet op de hoogte te zijn geweest van de
misbruiken, waarna hij zelf de wantoestanden ging aanklagen in zijn
geschriften. (2) Nog vele anderen spelen voor mensenrechtenactivist
vanuit vet betaalde jobs bij staatsinstellingen die alleen al door te
bestaan de wantoestanden camoufleren. En zo willen allen helden zijn
daar waar zij helemaal niks te verliezen hebben doch er in tegendeel
nog grof geld aan verdienen. De aangehaalde slotzin van Adam
Hochschild in zijn Congoboek illustreert het probleem van het vrije
woord: Ten
tijde van de Congocontroverse honderd jaar geleden vormde het idee
van volledige - politieke, sociale en economische - mensenrechten een
ernstige bedreiging voor de gevestigde orde van de meeste landen op
aarde. En dat is vandaag de dag nog steeds zo.
(3)
De
gevestigde orde weet zich bedreigd door wie opkomen voor de
mensenrechten en om die reden kunnen mensenrechtenactivisten de
gevestigde orde niet anders opvatten dan als een bedreiging - die aan
velen van hen het leven blijft kosten. Maar wat is de gevestigde
orde?
Het
voorbeeld bij uitstek hier te lande is de moord op veearts-keurder
Karel Van Noppen: omwille van het correct uitvoeren van zijn job werd
de man op 20 februari 1995 nabij zijn woning in Wechelderzande met
drie geweerschoten om het leven gebracht en op één na werden de
vier verdachten intussen allemaal weer vrijgelaten. (4)
De
gevestigde orde of het establishment
zijn degenen die de
factum de
macht hebben - over anderen uiteraard - en dat zijn in het hier
gegeven voorbeeld zogenaamde maffiosi (de 'hormonenmaffia') of
criminelen maar niet alleen in het hier gegeven voorbeeld is dat zo.
Men moet immers opmerken dat met de gevestigde orde niet het
staatsapparaat bedoeld wordt want het staatsapparaat trekt aan het
kortste eind waar machtsmisbruik eerst mogelijk en vervolgens
feitelijk is. Inzake de moord op Karel Van Noppen moet onder de
gevestigde worden verstaan: de vier schurken die de veearts-keurder
bedreigd hebben om hem daarna koelbloedig te vermoorden en die
handelden als vertegenwoordigers van een niet te tellen aantal
bandieten die in eigen kringen doorgaan voor eerbare lui die hun
vermeende rechten en die van hun medestanders (degenen met wie zij
samenzweren) verdedigen - rechten, die in feite gestolen voorrechten
zijn waarmee zij op louche wijze anderen benadelen en beschadigen.
Het gaat om een criminele orde die ondergronds gevestigd is en die
haar vestiging bestendigt middels dreigementen en, als die niet
helpen, door het voltrekken van moorden, waarbij zij de hele staat
het zwijgen oplegt middels het doden van een of meer van haar
agenten.
Omdat
het kwaad zich van het goede onderscheidt in zijn bijzondere
eigenschap van lichtschuwheid, moet hierbij eerst opgemerkt worden
dat daar waar de gevestigde orde gevreesd moet worden, zij zich per
definitie ophoudt in de duisternis terwijl aan het werk van
mensenrechtenactivisten geen enkel motief kan toebedacht worden om
zich aan het daglicht te onttrekken, het voltrekt zich immers in het
belang van ongeacht welke mens aan wie immers van nature uitgerekend
die rechten toekomen waarvan het bezit door de bewuste activisten
wordt verdedigd.
In
zijn Hart
der Duisternis maakt
Joseph Conrad duidelijk dat mensen gedreven worden door een
irrationaliteit met een afgrijselijk gezicht welke ook maakt dat
beschaving niet anders dan hypocriet kan zijn. De beschaving toont
een orde die op de keper slechts een schijnorde is omdat zij in het
verborgene gefnuikt wordt door een feitelijke macht die zich er
echter voor hoedt in het voetlicht te treden. Hormonenhandelaars
opereren ondergronds en nemen daar ook vrede mee omdat zij aldus
alsnog hun wil doordrijven en hun profijt doen terwijl de in feite
door hen beheerste politiek de andere kant op kijkt. Vooraleer het
Derde Rijk zich in alle openbaarheid vestigde, traden de agenten
ervan reeds op in den duik en gingen zij hun gangen, aldus de staat
in feite ondermijnend, hetzij binnen de perken van de legaliteit,
hetzij op andere ongeziene of niet te bestraffen manieren. Schurken
zijn in de regel tevreden met de verborgenheid waarin zij hun
handeltje kunnen voeren en daarom streven zij ook niet naar openbare
politieke macht die sowieso de eigenlijke motieven van hun
handelwijze aan het licht zou brengen (en die op de keper beschouwd
ook nog een mogelijkheidsvoorwaarde vormt voor de criminaliteit en
derhalve voor hun winsten). Edoch, onder de invloed van zekere
omstandigheden gebeurt zulks alsnog, wat altijd catastrofaal zal
uitdraaien voor een beschaving omdat dan, paradoxaal genoeg, de
voordien verborgen want criminele ondergronds gevestigde orde als
zodanig in de openbaarheid treedt daar het daarna niet langer
onwettig is om er bepaalde ideeën en praktijken op na te houden. De
voordien verborgen gevestigde orde gaat zich politiek manifesteren,
wat wil zeggen dat zij in de openbaarheid treedt nadat een nieuwe
ideologie haar praktijken heeft gewettigd. Zolang iedereen gelijk is
voor de wet, worden de joden alleen maar gepest maar hypocrisie is
niet langer nodig waar iedereen het er krachtens nieuwe ideeën en
navenante wetten over eens geworden is dat de joden ratten zijn en
dat zij dienen uitgeroeid te worden in het teken van het algemeen
welzijn. Wettige bestraffing neemt de plaats in van de pesterijen van
weleer en de pesters worden nu functionarissen van de staat die de
massamoorden voltrekken met het gevoel van comfort dat het volbrengen
van de burgerplicht begeleidt. En dat is uiteindelijk ook de
betekenis van de immer aangehaalde beruchte uitvlucht welke de vlucht
voor verantwoordelijkheid betekent: "Befehl
ist Befehl!"
Wij moorden net zoals voorheen maar dan met dat cruciale verschil dat
we dat nu in alle openbaarheid (kunnen) doen: wij worden er niet
langer scheef voor bekeken, laat staan gestraft; wij worden er voor
geëerd en betaald. Allen
willen helden zijn daar waar zij helemaal niks te verliezen hebben
doch er in tegendeel nog grof geld aan verdienen en eer voor
opstrijken maar ook
andersom
achten zij die carrière maken en eerbewijzen in de wacht slepen
zichzelf helden, ook al is het moorden wat zij doen.
Mensenrechtenactivisten
bedreigen de verborgen gevestigde orde, die de feitelijke macht is,
doordat ze het aan het licht komen van haar malafide praktijken
forceren. Karel
Van Noppen handelde in de legaliteit, zijn moordenaars handelden in
de illegaliteit en dat doen zij vandaag nog steeds: zij oefenen macht
uit over de legaliteit en die macht continueert zich quasi
onverstoord, getuige het opgeblazen vee in het weiland alom.
Veekeurders moeten dansen naar de pijpen van de hormonenmaffia zolang
de dreiging van de laatst genoemden reëel is en die realiteit wordt
geconstitueerd door het feit dat de bestraffingen die maffioso
opleggen om hun willetje door te drijven, afschrikwekkender zijn dan
deze die de wet hanteert om de misdaad in te perken - veekeurders en
ook alle andere agenten wiens job het is ervoor te zorgen dat de
wetten worden nageleefd. Bij uitstek mensenrechtenactivisten ijveren
ervoor dat die wetten worden nageleefd waarvan elk weldenkend mens
wenst dat zij door allen nageleefde wetten zijn of zouden worden.
Mensen
daarop attent maken dat zij de wetten dienen na te leven is sowieso
mensen (bij uitstek op heterdaad) betrappen op wetsovertredingen of
deze aan het licht brengen en criminelen weten dat zijn hun gangetje
kunnen gaan zolang zij niet betrapt worden, zodat zij er een sport
van maken om hen door wie zij vrezen betrapt te worden, uit te
schakelen. En waar niet zomaar rechten doch mensenrechten in het
geding zijn, jagen criminelen die immers vaak binnen de perken van de
wet ageren doch niets ontziend de mensenrechten schenden, met des te
meer furie op hun tegenstrevers.
Dat
mensenrechten de gevestigde orde bedreigen betekent tevens niets
anders dan dat de mens een bedreiging vormt voor de mammon (en
uiteraard ook omgekeerd). Mens en geld - die twee sluiten elkaar uit
omdat zij gedoemd zijn om te vechten om de heerschappij: ofwel moet
het geld in dienst staan van de mens - het is tenslotte bedoeld als
werkmiddel - ofwel staat de mens in dienst van het geld. Is dat
laatste het geval, dan moet hij maar verdwijnen waar hij de economie
niet langer tot nut is. En dat is het lot van een wereld waarin het
wilde kapitalisme heerst want zo'n wereld is de duisternis waarover
meer dan honderd jaar geleden de Oekraïner Joseph Conrad schreef dat
zij niet alleen de duisternis is die zich openbaart in de brousse
maar tevens die welke zich verbergt in het hart van de beschaafde
mens. En uitgerekend haar verborgenheid maakt van haar een ongeziene
en niet in te schatten bedreiging.
(J.B.,
18 januari 2023)
Verwijzingen:
(1)
In Het Parool van 4 september 1998 schrijft Kees Tamboer:
Casement wilde de wereld wakker schudden en zocht (in 1896)
voor zijn campagne (tegen de misbruiken in de Congo) steun bij
Conrad. ( ) Toen Casement in 1916 (...) opgehangen zou worden,
weigerde Conrad een campagne van intellectuelen voor zijn vrijlating
te ondersteunen. Een man die zich puur door emoties laat leiden,
oordeelde hij, een tragische figuur, geen spoor van grootsheid,
allemaal ijdelheid. En Conrad brengt Casement onder bij de
'beschavingszeloten'. Zie:
https://web.archive.org/web/20010311151142/http://www.parool.nl/boeken/100/34mooi.html
(3)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 307.
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 Aflevering 23: Hart der Duisternis
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
23: Hart der Duisternis
In
zijn nawoord vat de vertaler de roman samen in één zin: Marlow, aan
boord van de Nellie op de Theems, vertelt aan zijn gezelschap over
zijn tocht per stoomboot op de Congo om de ontspoorde handelsagent
Kurtz te vinden. Conrad schrijft in zijn dagboek, aldus Bas Heijne:
Het is ervaring die vergeleken bij de feitelijke gebeurtenis
iets is aangedikt (en maar een klein beetje), met het naar mijn
mening volledig gerechtvaardigde oogmerk het goed tot het hart en het
hoofd van de lezer te laten doordringen. (1) Het gaat om de
duisternis van Afrika maar tevens om de duistere leegte van het hart,
zegt Heijne, en die is afschrikwekkend omdat wij onszelf erin
herkennen. (p. 154) Op het einde van de roman blijkt Kurtz een
erudiet ambtenaar die naar de brousse werd gestuurd om voor de
overheid een rapport te maken over de Onderdrukking van de Barbaarse
Praktijken. Maar hij blijkt een ivoorverzamelaar, de meest
succesrijke van allemaal, dankzij zijn onmenselijkheid. Volgt hier
het verhaal.
Varend
in de avond op de monding van de Theems, die uitgeeft op de
grootste en voornaamste stad ter wereld (2), zoals Conrad het
Londen van 1899 typeert en waarover Marlow zegt: ook dit is een
van de duistere oorden op aarde geweest (3), denkt hij aan de
komst van de Romeinen in het barbaarse land van de wilden dat
Engeland lang geleden was. Het gaat om het veroveren van de
aarde, wat meestal betekent dat ze wordt afgenomen van mensen met een
andere huidskleur of met iets plattere neuzen dan wij. (4)
Marlow vertelt hoe hij als kind ontdekkingsreiziger wilde worden en
vooral de Congo trok hem aan. Als jongeman stak hij dan het Kanaal
over en arriveerde in een stad die me altijd aan een
gepleisterd graf doet denken. (5) Hij begaf zich naar de
kantoren van de Compagnie: Ze gingen een overzees rijk
bestieren en bergen geld verdienen aan handel. (6) Marlow
tekent een contract waarin hij zich akkoord verklaart geen
handelsgeheimen te zullen prijsgeven, een arts neemt zijn pols en
meet zijn schedel op. (7)
Wat
later vaart hij mee op een kleine zeestomer. Iemand heeft zich
verhangen en mensen, naak en zwart, lopen af en aan als mieren
wanneer ze arriveren bij een handelspost van de compagnie waar ze een
spoorweg aan het aanleggen zijn. Een licht gerinkel achter mij
deed me omkijken. Zes zwarte mannen kwamen in een rij zwoegend het
pad op. Ze liepen traag en rechtop, volle mandjes aarde op hun hoofd
balancerend, en het gerinkel hield maat met hun tred. ( ) Ik kon
hun ribben tellen, hun gewrichten waren als knopen in een touw. Elk
van hen droeg een ijzeren halsband om hun nek en ze zaten allemaal om
elkaar vast met een ketting die ritmisch rinkelend tussen hen heen en
weer zwaaide. ( ) Ze liepen rakelings langs mij heen, zonder opzij
te kijken, met die volslagen doodse onverschilligheid van ongelukkige
wilden. (8) Wat verderop:Zwarte gedaanten kropen, lagen,
zaten tussen de bomen ( ) En hier was de plek waar een aantal
knechten zich had teruggetrokken om te sterven. (...) Vanuit alle
uithoeken ( ) hier naartoe gebracht met alle wettigheid van een
tijdelijk arbeidscontract, verloren in een wezensvreemde omgeving,
gevoed met onbekende kost, waren zij ziek en onbruikbaar geworden en
mochten zij vervolgens wegkruipen en rusten. Deze stervende schimmen
waren zo vrij als lucht - en bijna zo dun. (9) Aan de
handelspost ontmoet Marlow de boekhouder, een elegante blanke heer.
Zeker, hij zag eruit als een pop in een kapperszaak, maar te
midden van de algehele ontaarding in dit land bleef hij zijn
uiterlijk verzorgen. Dat getuigt van ruggengraat. ( ) Bovendien
was hij vreselijk aan zijn boeken gehecht, die piekfijn in orde waren
( ) Al het andere in de handelspost was ontregeld. (...) Een stroom
fabrieksgoederen, voddige katoentjes, kralen en koperdraad verdween
de diepste duisternis in en in ruil daarvoor sijpelde kostbaar ivoor
binnen. (10) Op een dag zei hij zonder op te kijken: 'In
het binnenland zult u ongetwijfeld meneer Kurtz ontmoeten - een
voortreffelijk agent. ( ) Stuurt hier evenveel ivoor naartoe als
alle anderen bij elkaar. (11) O, hij zal het daar ver
schoppen, heel ver. ( ) Zij daarboven - de Raad van Beheer in
Europa, weet u - hebben dat met hem voor. (12)
De
volgende dag vertrekt Marlow voor een voettocht van tweehonderd mijl.
Ze lopen door een verlatenheid, iedereen is op de loop voor de
gewapende nikkers die zwarten oppakken om hen als dragers te laten
werken. Ook de huizen zijn verdwenen. Marlow, met achter hem de
karavaan: Kamp opslaan, slapen, opbreken, lopen. Zo nu en dan
een dode drager, gestorven in het harnas, te rusten gelegd in het
hoge gras bij het pad, met naast hem een lege kalebas en zijn lange
staf. (13) Op zijn pad het lichaam van een neger van
middelbare leeftijd met een kogelgat in zijn hoofd. (14)
Op
een gegeven ogenblik is er averij aan de stomer, Marlow ontmoet de
administrateur. Er gingen geruchten dat een heel belangrijke
post gevaar liep, en dat het hoofd, meneer Kurtz, ziek was.
(15) Op die plek zwierven ze rond met hun absurd lange stokken
in hun hand als een stel ongelovige pelgrims, die door hekserij
binnen een verrotte omheining werden gehouden. Het woord 'ivoor' hing
in de lucht. ( ) Alles daar was doortrokken van imbeciele hebzucht,
als van een lijkenlucht. (16) Een schuur met katoentjes en
kralen brandde uit, er werd een neger afgetuigd, de stomer wordt
gerepareerd in ruil voor enkele manden kralen. Een neef van de
administrateur heeft de Expeditie ter Exploratie van Eldorado
opgezet. (17)
De
stomer vaart weer de jungle in. Het opvaren van de rivier was
als een reis naar het vroegste begin van de wereld, toen planten de
aarde overwoekerden en grote bomen koningen waren. (18) Op de
stomer werkt een neger waarover Marlow zegt: Eigenlijk had hij
op de oever moeten staan klappen met zijn handen en stampen met zijn
voeten (zoals de wilde stammen die ze passeerden) maar in
plaats daarvan was hij hard aan het werk, een slaaf van vreemde
toverij, vervuld van verheffende kennis. Hij was nuttig omdat hij was
onderwezen. (19)
Onderweg
worden ze beschoten met pijlen. Marlow realiseert zich dat hij deze
hele reis maakt, alleen om meneer Kurtz te vinden, die bergen ivoor
verzamelt: Alles behoorde hem toe ( ) maar het ging erom te
weten waartoe hij behoorde, hoeveel machten der duisternis hem
opeisten als de hunne. (20) Eenzaam in de wildernis is men
alleen en moet men terugvallen op de eigen innerlijke kracht, op het
eigen vermogen trouw te blijven aan zichzelf. Kurtz was een erudiet
en Marlow vertelt: Heel Europa had bijgedragen aan de wording
van de heer Kurtz en na verloop van tijd kwam ik te weten dat,
toepasselijk genoeg, het Internationale Genootschap ter Onderdrukking
van Barbaarse Praktijken hem had opgedragen een rapport te schrijven
als leidraad voor toekomstig beleid. (21) Het begon met
de stelling dat wij blanken, gezien het peil dat onze ontwikkeling
bereikt had, 'hun (de wilden) noodzakelijkerwijs wel moest voorkomen
als waren wij bovennatuurlijke wezens ( ). 'Door eenvoudig
wilsvertoon kunnen wij een praktisch onbeperkte macht ten goede
uitoefenen.' ( ) Het slotbetoog was schitterend. ( ) Dit was de
onbegrensde macht der welsprekendheid. ( ) aan het eind van dat
ontroerende appel ( ): 'Uitroeien die beesten!' (22)
De
stomer arriveert bij de handelspost van Kurtz. Vlakbij het huis
stond nog een zestal dunne palen op een rij, ruw bewerkt en vanboven
versierd met ronde, van houtsneewerk voorziene bollen. (23)
Een knecht van Kurtz wenkt en zegt dat hij daarboven is en dat hij er
slecht aan toe is. Wanneer Marlow nogmaals met de verrekijker de hut
in ogenschouw neemt, ziet hij dat op de palen geen houten bollen
staan maar uitgedroogde mensenhoofden. Hoofden van rebellen. (24)
Dan
ontmoet Marlow meneer Kurz, hij ligt op een veldbed, ziek, quasi
stervende. Marlow: Ik zag het onvoorstelbare raadsel van een
ziel die geen enkele beteugeling kende, geen geloof, en geen angst,
en die niettemin blind met zichzelf worstelde. (25) Kurtz
laatste gedachten gaan uit naar zijn 'aanstaande', zijn handelspost,
zijn carrière, zijn ideeën. Hij verlangde bij zijn terugkomst
uit een of ander afschuwelijk Niemandsland, waar hij grootse dingen
zou verrichten, op het treinstation opgewacht te worden door
koningen. 'Je toont hun dat je iets in je hebt dat hen werkelijks
iets oplevert, en dan kent hun erkentelijkheid voor je capaciteiten
geen grenzen meer', placht hij te zeggen. (26) Kurtz sterft,
kortstondig aanschouwt hij de waarheid en zijn laatste woorden zijn:
Afgrijselijk! Zo afgrijselijk!
Terug
in de dodenstad ergert Marlow zich aan de aanblik van de mensen
die zich door de straten haastten om elkaar wat geld af te gaan
troggelen, om hun afschuwelijk eten te verorberen, om hun ongezonde
bier naar binnen te gieten, om hun onbeduidende en onnozele dromen te
dromen. (27) Marlow gaat bij de commissie het rapport indienen
van meneer Kurz die daar door iedereen wordt geloofd maar hij
herinnert zich alleen een schaduw met een onvoorstelbare dorst
naar schone schijn. (28) Tenslotte ontmoet Marlow Kurtz'
aanstaande, wiens familie haar toentertijd verhinderde met hem te
huwen om financiële redenen, en als zij hem naar de laatste woorden
van haar geliefde vraagt, ziet Marlow zich genoodzaakt haar in haar
illusie te laten en hij antwoordt: Het laatste woord dat hij
uitbracht, was - uw naam. (29)
Ten
slotte
Nog
niet zo heel lang geleden was het zo dat het oerwoud met zijn eigen
wetten, de wetten van de natuur, de wetten van de jungle of kortom de
wetteloosheid, zich uitstrekte over de hele aardbol. Alleen was er
hier en daar een enclave, een nederzetting van mensen, een beschaving
waarin wetten golden die tegen de wetten van de jungle in gingen
omdat deze 'onmenselijk' werden geacht. Het wilde oerwoud van de
wetteloosheid met daarin hier en daar een tamme of een door
mensenwetten geregelde stad.
De
mens lijkt op zijn minst 'niet zonder meer natuurlijk', om niet te
zeggen 'onnatuurlijk', 'tegennatuurlijk' of 'bovennatuurlijk': hij
voert wetten in waar er voorheen geen waren. Hij legt zichzelf
beperkingen op. Op de keper beschouwd doen ook meer ontwikkelde
dieren dat. Men betreedt het territorium van een ander niet omdat men
kan anticiperen op een reactie die het eigen leven in het gedrang
brengt. Wetten hebben te maken met anticipatievermogen en
anticipatievermogen is denkkracht. Wetten zijn producten van
groepswezens die beschikken over denkkracht. En denkkracht heeft te
maken met de grote hersenen. Zoals de grote hersenen de kleine
overwoekerd hebben, zo overwoekerden de beschavingen het oerwoud van
weleer.
Vandaag
wordt de hele aardbol overwoekerd met zogenaamd beschaafd volkeren en
het oerwoud van weleer werd gereduceerd tot hier en daar nog een
kleine enclave - een museum - middenin een volledig geciviliseerde
wereld.
Edoch,
wij weten hoe die strijd meestal verloopt in oorlogen en
veroveringen: het sterkere land onderwerpt het zwakkere maar al te
vaak blijkt de cultuur van het zwakkere sterker en wordt zij door het
land dat is gaan heersen, overgenomen. Kennelijk is precies hetzelfde
gebeurd in de genoemde evolutie: het oerwoud heeft zijn plaats
afgestaan aan de beschaafde stad maar die beschaafde stad wordt nu op
haar beurt overheerst door de cultuur van de jungle. Wij zijn met
andere woorden beland in een beschaving van wetteloosheid.
De
grote hersenen triomferen over de hersenstam waar het gemoed zich
situeert en de instincten maar op de een of andere manier hebben de
instincten op hun beurt de grote hersenen voor zich weten te winnen
en stellen zij het denken in hun dienst. De beschaving heeft de aarde
overwoekerd, zij heeft vrijwel alle plekken ingenomen die eertijds
toebehoorden aan het oerwoud of de jungle maar in het hart van de
beschaving heerst voortaan de wet van de jungle.
De
oerinstincten uit de hersenstam van weleer regeren over de
rationaliteit van de overwoekerende grote hersenen. En dat zij dat
doen, blijkt uit het ontstaan van een bijzondere discrepantie, met
name de kloof tussen redenen en drijfveren. Dat onze
beschaving hypocriet is, betekent dat zij zich voordoet als menselijk
terwijl zij dat allerminst is: haar rationaliteit heeft volstrekt
irrationele gronden. En de nieuwe jungle waarin wij heden beland
zijn, blijkt afgrijselijker dan het oerwoud van weleer.
Wellicht
ligt daar de betekenis van de slotzin in het nawoord van Bas Heijne,
de vertaler van Conrad's Heart of Darkness naar het
Nederlands: Als hij (Joseph Conrad) ons in Hart der
Duisternis iets verteld heeft, is het dat ze diep in onszelf
ligt. (30)
(J.B.,
16 januari 2023)
Verwijzingen:
(1)
Joseph Conrad, Hart der Duisternis, L.J. Veen Klassiek, Atlas
Contact Amsterdam/Antwerpen (dertiende druk) 2021 (1994), p. 153-154.
(Oorspronkelijk: Heart of Darkness, Blackwood's Magazine,
London/Edinburgh1899 (in drie delen verschenen) en in 1902
gepubliceerd in boekvorm.
(2)
O.c., p. 5.
(3)
O.c., p. 9.
(4)
O.c., p. 12.
(5)
O.c., pp. 17-18.
(6)
O.c., p. 18.
(7)
O.c., p. 25.
(8)
O.c., p. 29.
(9)
O.c., pp. 31-32.
(10)
O.c., pp. 33-34.
(11)
O.c., p. 35.
(12)
O.c., p. 36.
(13)
O.c., p. 37.
(14)
O.c., p. 38.
(15)
O.c., p. 42.
(16)
O.c., p. 44.
(17)
O.c., p. 58.
(18)
O.c., pp. 64-65.
(19)
O.c., p. 71.
(20)
O.c., p. 94.
(21)
O.c., p. 96.
(22)
O.c., p. 97.
(23)
O.c., p. 101.
(24)
O.c., p. 114.
(25)
O.c., pp. 129-130.
(26)
O.c., p. 133.
(27)
O.c., p. 138.
(28)
O.c., p. 142.
(28)
O.c., p. 150.
(30)
O.c., p. 157.
15-01-2023
Joseph Conrad: Hart der Duisternis
Joseph Conrad: Hart der Duisternis
12-01-2023
The Long History of Russian Brutality - by Adam Hochschild
(Om te lezen: kopieer en plak de link in het zoekvenster)
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 22: Addendum 2: Zo brengt de nar de wereld in een stupor
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
22: Addendum 2: Zo brengt de nar de wereld in een stupor
Wanneer
een haas op de vlucht geen uitweg meer ziet, probeert hij alsnog zijn
belagers te verschalken met zijn laatste redmiddel: hij brengt
zichzelf in een toestand van 'stupor': hij laat zich vallen, trekt
zijn rug krom en beweegt niet meer, zodat het eruitziet alsof hij
dood is, waarvandaan de uitdrukking: 'zich van krommenaas gebaren'.
Wie zich van krommenaas gebaren, doen alsof zij even niet bestaan;
zij weigeren halsstarrig te zien of te horen wat er van de kwestie
is, zij houden zich voor dood, zij willen er niet bij zijn, zij pogen
zich aan hun verantwoordelijkheid te onttrekken. En dat kan heel ver
gaan. Bij de publicatie van Frédéric Martels schandaalboek over het
Vaticaan, getiteld: Sodoma. Het geheim van het Vaticaan, (1)
publiceerde Kerk en Leven, alias het parochieblad, een bespreking van
het boek en bovendien kon het werk van Martel aldaar worden besteld,
zodat het leek alsof de kerk helemaal niets te maken had met haar
schandalen. (2) Overigens typeert het moordenaars dat zij hun misdaad
nooit bekennen. Nazi's volharden in het kwaad en houden het been
stijf, zij houden voet bij stuk dat ze niets anders deden dan hun
plicht, waar vandaan het beruchte gezegde: Befehl ist Befehl.
Tijl Uylenspiegel liet een hele hofhouding applaudisseren voor een
leeg doek en ook de nieuwe kleren van de keizer illustreren de kramp
waarin de hypocrieten zichzelf brengen om te ontsnappen aan
schuldbekentenis, spijtbetuiging, excuus, schadeloosstelling en
straf.
Met
de gelijkluidende titel van het slothoofdstuk van zijn King
Leopold's Ghost (3) merkt Adam Hochschild op dat het grote
vergeten met betrekking tot het Belgische koloniale verleden
de verdoezeling zijn genocidaal bewind door Stalin nog wordt
overtroffen. De Belgische monarchie en het land België gebaren alsof
er over haar vroegere kolonie die de Congo is, helemaal niets te
vertellen valt dat haar in een kwaad daglicht kon plaatsen. Het
Tervurense museum met zijn twintig zalen rept met geen woord over de
massamoord op twaalf miljoen Congolezen in de periode van pakweg 1890
tot 1910.
De
gruwelijke geschiedenis wordt verteld door Joseph Conrad die daar op
reis ging, die alle calamiteiten minutieus optekende en ze in 1899 in
romanvorm publiceerde met zijn Heart of Darkness (4) alsof het
over een fictief land ging.
In feite is hij de hoofdfiguur van zijn roman en worden zijn
werkelijke ervaringen nauwgezet beschreven. Op de zesde pagina van
het eerste deel steekt hij het Kanaal over en komt in een niet nader
genoemde stad die hem doet denken aan een witgekalkt graf.
Witgekalkte graven, zo worden de farizeeën genoemd door Christus,
die daarmee hun hypocrisie aan het licht wil brengen. Hij bezoekt
daar de kantoren van de 'compagnie' waar men niet naast kan kijken
omdat ze gigantische bouwwerken zijn, een compagnie die handel drijft
met een overzees gebied dat leeggeroofd zal worden:
I
flew around like mad to get ready, and before forty-eight hours I was
crossing the Channel to show myself to my employers, and sign the
contract. In a very few hours I arrived in a city that always makes
me think of a whited sepulchre. Prejudice no doubt. I had no
difficulty in finding the Companys offices. It was the biggest
thing in the town, and everybody I met was full of it. They were
going to run an over-sea empire, and make no end of coin by trade.
(Joseph Conrad, Heart
Of Darkness, deel I, pag 6).
Conrad
is het Kanaal overgevaren, de stad die hem altijd doet denken aan een
witgekalkt graf, is onmiskenbaar Brussel; de Compagnie waarvan sprake
is de Congo-compagnie van Leopold II, waarvan de kantoren gehuisvest
zijn in één van de gigantische bouwwerken van de megalomane koning;
het niet nader genoemde overzeese rijk is uiteraard de Congo en de
handel die gedreven wordt is, zoals E.D. Morel, toentertijd werkzaam
als klerk in de Antwerpse haven, opmerkte, helemaal geen handel doch
roof middels dwangarbeid, slavernij, gruwelijke martelingen en
massamoord.
Die
'handel' heeft uiteindelijk aan twaalf miljoen zwarten het leven
gekost, Conrad trof hun vergane lijken aan langs zijn pad overgroeid
met mos ofwel werden zij gedumpt in massagraven. Met de opbrengsten
van die handel bouwde de grootheidswaanzinnige vorst onder meer het
groteske Jubelpark in de Europese hoofdstad, met monumentale
beeldhouwwerken, die Emile Vandervelde in 1905 aan de kaak stelde in
het Belgische parlement:
Monumentale
bogen die men op een dag de Bogen van de Afgehakte Handen zal
noemen. (5)
De
geschiedenis gaat haar gang, wandaden worden in de doofpot gestopt
maar 'al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel'
en zij doet dat middels haar goede bondgenoot die de zotskap is of de
artiest, de nar die onder goddelijke bescherming altijd onbestrafbaar
blijven zal. Verwijzend naar het 'fictief land' van Joseph Conrad
wordt bij de aanvang van de videoclip Fils de Joie van Stromae
aangekondigd:
Dans
un pays imaginaire, l' état organise les funerailles d'une
travailleuse de sexe défunte (6)
Want
op uitgerekend die plek in de 'grafstad' laat Stromae, in zijn
nummer, een 'fils de joie' zijn moeder begraven die, net zoals de
minnares van Leopold, sekswerkster was. De kunstenaar zelf is de zoon
van een Belgische moeder en een afwezige zwarte vader die omkwam in
de Rwandese genocide en naar wie verwezen wordt in het nummer
Papaoutai ('Papa ou t' es?'). Rwanda is een voormalige Duitse
kolonie die evenwel in 1916 door de Force Publique van Belgisch-Congo
werd gecontroleerd en waar de vorst ook aandelen had voor de winning
van rubber. In 1994 vond in het deels door België gecontroleerde
land een genocide plaats in een (volgens het principe divide et
impera) opgezette strijd tussen Hutu's en Tutsi's. (7)
Kennelijk
werd ook deze nar, ja, zeg maar kunstenaar, geen strobreed in de weg
gelegd om te onthullen wat niemand ooit wil zien en wat derhalve
iedereen slaat met de blindheid eigen aan de hoger beschreven
verkramping. De artiest kreeg alle faciliteiten van de Belgische
overheden om zijn ding te doen en inderdaad niemand legde expliciet
de link met het gruwelijke koloniale verleden van het land. De
ontmenselijkte mens die zowat twaalf miljoen mensen met een
gelijkaardig lot vertegenwoordigt, krijgt een eeuw na datum een
staatsbegrafenis in het monumentale 'witgekalkte graf' - Christus'
typering van de farizeeërs - dat overigens, cynisch genoeg, tegen
heug en meug door henzelf werd bekostigd.
Het
westen gebaart zich unaniem van krommenaas, geen samenzwering onder
misdadigers mag immers worden verklapt, daar immers geldt de strenge
omerta, de zwijgplicht die het ondenkbare mogelijk maakt. Maar de nar
spreekt, hij zingt, hij buldert het uit. En alle krommenaas ten spijt
staan de raketten uit het oosten reeds klaar voor de kers op deze
wansmakelijke taart, door de bakkers zelf te verorberen, zoals ooit
de buitenechtelijke Henry
Morton Stanley aan
zijn hond de eigen staart van het beest te verslinden gaf.
(J.B.,
12 januari 2023)
Verwijzingen:
(1)
Frédéric Martel, Sodoma.
Het geheim van het Vaticaan,
Balans 2019. (Oorspr.: Sodoma.
Enquête au cur du
Vatican,
Editions Robert Laffont, Paris 2019.)
(3)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998).
(7)
Zie: Abram de Swaan, Compartimenten
van vernietiging,
in: Jan Bauwens, Verborgen
massamoord, deel
3:330786.pdf
(bloggen.be) . In twee woorden:
De massavernietiging van Tutsi's (T) (aristocraten) en verdachte
Hutu's (H) (boeren) door de Hutu-Power-beweging in Rwanda in het
voorjaar van 1994 (voorafgegaan door wederzijdse slachtingen in 1959
[door H op T] en in 1962 [door T op H]) gebeurde met machetes maar
bleek zorgvuldig voorbereid. De VN onttrok zich aan haar
beschermingsplicht. H en T werden door de kolonisten bestempeld als
verschillende rassen een puur verzinsel.( ) Dit leidde
uiteindelijk tot de genocide van 1994 met als startsein de dood van
de Rwandese president Habyarimana na de aanslag op het vliegtuig
waarop ook de Burundese president zat. De T van het Rwandees
Patriottisch Front (RPF) werden geholpen door de Fransen die
vruchteloos probeerden het moorden te voorkomen. De T vielen
Oost-Congo binnen en Mobutu werd er vervangen door Kabila, waarna
burgertwisten 20 jaar lang miljoenen slachtoffers maakten terwijl de
wereld toekeek. Zie ook: Abram de Swaan, o.c.,
93v.
11-01-2023
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 21: Addendum: Over het goochelen met contexten. (In het kader van het tijdperk van de leugen).
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
21: Addendum: Over het goochelen met contexten. (In het kader van het
tijdperk van de leugen).
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 20 (slot): Het verleden wordt uitgewist, de gruwel gaat door
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
20 (slot): Het verleden wordt uitgewist, de gruwel gaat door
Het
grote vergeten, aldus luidt de titel van het slothoofdstuk uit
Adam Hochschilds boek over de Congo van Leopold II. Het Moskouse
Museum van de Revolutie toont honderden foto's en schilderijen van
revolutionairen maar niet één prent van de 20 miljoen Sovjetburgers
die stierven in executiekelders, kunstmatige hongersnoden en de
goelag. Inzake het uitwissen van het verleden wordt Stalin alleen nog
overtroffen door Leopold II van België: (...) in geen van de
twintig grote toonzalen van het (Tervurense) museum (voor Afrikaanse
kunst) is er de minste of geringste aanwijzing dat miljoenen
Congolezen op onnatuurlijke wijze aan hun einde zijn gekomen. Er zijn
nergens in Brussel aanwijzingen hiervoor (1), aldus Adam
Hochschild. En men zou hier andermaal kunnen aan toevoegen dat de
Congocommissie het een eeuw na de aanvang van de gruwel in alle ernst
heeft over haar hoop op een 'eervol slotakkoord'. (2)
Een
deel van de skyline van de stad wordt gedomineerd door de meest
grandioze met Congowinsten gefinancierde extravagantie van allemaal,
de reusachtige Jubelboog, overladen met heroïsche beeldhouwwerken;
hij ziet eruit als een opgeblazen combinatie van de Arc de Triomphe
en de Branderburger Poort, met gebogen vleugels eraan toegevoegd. De
compacte stenen en betonnen massa van de boog doet denken aan Conrads
beschrijving van de niet nader genoemde Europese hoofdstad in Heart
of Darkness als 'de grafstad'. Maar van de miljoenen Afrikanen
wier inspanningen voor dit alles hebben betaald en die als gevolg
daarvan in een graf van ongemarkeerde aarde zijn terechtgekomen,
ontbreekt ieder spoor. (3) Maar Leopolds Congo is
slechts één van die stiltes in de geschiedenis. (4)
In
Brussel brandden de ovens acht dagen na elkaar, zodat het
grootste deel van de overheidsstukken van de Congo tot as en rook in
de lucht boven Brussel werd veranderd. (5) Leopold zei: 'Ze
hebben niet het recht om te weten wat ik daar heb gedaan'? (6)
De koning beval om ook de stukken in de Congo ter plekke te
vernietigen. Dat gebeurde naar het zeggen van Kolonel Strauch
omwille van overwegingen van een hogere orde. (7)
Hetzelfde
soort opzettelijke vergeten vond plaats in de gedachten van de mannen
die gestalte gaven aan het regime. Het vergeten van je eigen deelname
aan massamoord is niet iets passiefs; het is een actieve daad.
(8) De daad van vergeten is niet het moment waarop hij wordt
uitgewist maar waarop de zaken op hun kop worden gezet, het
merkwaardige omdraaien, waarbij degene die slachtoffers heeft gemaakt
zichzelf geestelijk verandert in slachtoffer. (9)
In
heel Afrika schreven de kolonialen de schoolboeken; gecombineerd met
de wijd verspreide praktijk van het verbieden van boeken en van de
perscensuur zorgde dit voor vergetelheid van het geschreven woord.
(10)
Tientallen
jaren na Leopolds dood dachten de zwarten dat de koning
gereïncarneerd was in Jean de Hemptinne, de Belgische aartsbisschop
van Elisabethville: hij was een schimmige figuur achter de
schermen, die de politie bevel gaf het vuur te openen op stakende
mijnwerkers ( ) of een rechter opdroeg streng te zijn (voor een
aangeklaagde gevangene). (11)
De
belangrijkste erfenis uit het koloniale tijdperk die Europa Afrika
naliet, was niet democratie ( ) het was autoritair bewind en roof.
(12)
In
1959 kwamen in de Congo massabetogingen die bloedig onderdrukt werden
door de Force Publique. Koning Boudewijn van België kwam naar
Leopoldville om de Congo, officieel en paternalistisch, zijn vrijheid
te verlenen. Hij zei: 'Het is nu aan u, heren, te laten zien dat u
ons vertrouwen waardig bent.' (13) Er volgde een boze reactie
door Lumumba die een maand eerder democratisch tot premier verkozen
was. Lumumba wilde niet alleen politieke maar ook economische
onafhankelijkheid maar Belgische, Britse en Amerikaanse bedrijven met
grote investeringen in de Congolese industrieën (koper,
kobalt,diamanten, goud, tin, mangaan, zink...) vreesden voor hun
gigantische winsten en zij negeerden Lumumba, die dan maar
aansluiting zocht bij de Sovjet-Unie.
Minder
dan twee maanden nadat hij was aangesteld als de eerste democratisch
verkozen premier van de Congo gaf het subcomité voor geheime
operaties van de Nationale Veiligheidsraad van de Verenigde Staten
( ) toestemming voor een moordaanslag op Lumumba. (14) De
baas van de CIA zei later dat de president het liever anders had
aangepakt. Alternatieven ( ) werden overwogen, waaronder
vergif (waarvan een voorraadje naar het hoofd van de CIA-post in
Leopoldville werd gestuurd), een lange afstandsgeweer en
huurmoordenaars. (15) Ze lieten de klus uiteindelijk klaren
door Lumumba's politieke vijanden onder leiding van de toen jonge
Mobutu, stafchef van het leger en oud gediende bij de Force Publique
die de westerse belangen in de Congo zou behartigen.
In
januari 1961 werd Lumumba gearresteerd, mishandeld en in het geheim
doodgeschoten in Elisabethville. Uiteindelijk zou een CIA-agent
door de stad rondrijden met het lichaam van Lumumba in zijn
kofferbak, op zoek naar een plaats waar hij zich ervan kon ontdoen.
( ) Net als miljoenen Congolezen voor hem eindigde hij gedumpt in
een anoniem graf. (16)
Het
westen zette haar dictatuur voort in de persoon van Mobutu die in
1963 van president Kennedy een privévliegtuig cadeau kreeg bemand
door leden van de Amerikaanse luchtmacht. Aangemoedigd door de
Verenigde Staten voerde Mobutu in 1965 een staatsgreep uit waardoor
hij de dictator van het land werd. (17) Tot 1997. Van de V.S.
alsook van Europese mogendheden ontving hij ruim een miljard dollar.
In de media werd hij de gids en de messias genoemd. De presidenten
Reagan en G. Bush ontvingen hem met eer. Zijn persoonlijk vermogen
werd geschat op vier miljard dollar. Hij kreeg aandelen in elk
westers bedrijf in de Congo en beschouwde het bezit van het land als
het zijne.
Adam
Hochschild benadrukt twee wapenfeiten van de beweging ter hervorming
van de Congo onder Morel, Casement en hun medestanders: de noodzaak
om de waarheid vast te leggen en het vermogen tot verontwaardiging.
Het hele verhaal gaat om mensenrechten als rechten waarop alle mensen
van bij hun geboorte aanspraak kunnen maken. De slotzin van het boek
luidt: Ten tijde van de Congocontroverse honderd jaar geleden
vormde het idee van volledige - politieke, sociale en economische -
mensenrechten een ernstige bedreiging voor de gevestigde orde van de
meeste landen op aarde. En dat is vandaag de dag nog steeds zo.
(18)
(J.B.,
10 januari 2023)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 294.
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 19: Martelaarschap, het lot der helden
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
19: Martelaarschap, het lot der helden
Leopold
was dood maar zijn geest bleef bestaan, vooreerst waar hij dicteerde
wat er met de rest van zijn fortuin, dat werd geschat op veertig
miljard Belgische frank, moest gebeuren: het zou via de regering
vooral geïnvesteerd worden in bouwwerken; zijn dochters ontvingen
niets.
De
beweging voor de hervorming van de Congo wierp uiteindelijk maar
weinig vruchten af. Het afhakken van handen leek te stoppen maar dat
kwam enerzijds omdat nu met gecultiveerde rubber werd gewerkt en
anderzijds omdat de dwangarbeid bleef, en zij nu enkel op een andere
methode berustte: belastingheffing dwong mensen te gaan werken
op de plantages of te helpen bij het oogsten van katoen, palmolie en
andere producten - en bleek eveneens een doelmatige manier om het
verzamelen van de nodige wilde rubber voort te zetten. (1) En
tijdens de eerste wereldoorlog werd dwangarbeid met geweld ingevoerd
door de Force Publique in Duits Oost-Afrika (nu: Tanzania). Enorme
aantallen Congolezen werden ingelijfd als soldaten en dragers (die)
werden gedwongen zich dood te werken of stierven aan ziekte. Er
heersten hongersnoden. ( ) De jaren na de oorlog zagen een groei
van de koper-, goud- en tinwinning. Als altijd vloeiden de winsten
het gebied uit. (2) Uit archieven blijkt dat in de eerste
helft van 1920 aan de bovenloop van de Uele 26.579 zweepslagen werden
uitgedeeld, dat is 9 per Afrikaan per dag. Het ronselen van
mijnslaven gebeurde zoals ten tijde van Leopold: Het opperhoofd
( ) stuurde hen aan elkaar gebonden bij de nek naar de
bestuurspost. Daarvandaan werden ze in ketenen naar het hoofdkantoor
van het district gestuurd. ( ) Opperhoofden kregen tien frank
betaald voor iedere rekruut. Als een arbeider op de vlucht sloeg, kon
een lid van zijn gezin gevangen genomen worden (...). (3) In
de kopermijnen en smelterijen in Kartanga kwamen duizenden slaven om
het leven. Het aantal doden bij de heraanleg met dwangarbeid van de
spoorwegen tussen 1921 en 1931 overtrof dat van de jaren 1890 en dat
liep nog op in W.O.II. Meer dan tachtig procent van het uranium
in de bommen die werden uitgeworpen boven Hiroshima en Nagasaki kwam
uit de zwaar bewaakte Congolese mijn in Shinkolobwe. (4) Er
was ook meer rubber nodig voor de militaire voertuigen.
Met
tien miljoenen doden lijkt de Congo de meest moorddadige plek in de
Europese strijd om Afrika maar dit is helaas niet erger dan wat
zich in de buurlanden heeft afgespeeld. (5) Quasi eenzelfde
onmenselijke plundering met een bevolkingsverlies van telkens meer
dan 50 percent speelde zich af in de kolonies van Frankrijk (ten
noodwesten van de Congo), Portugal (Angola) en Duitsland (Kameroen),
tot grote tevredenheid van de effectenmakelaars. Grafieken tonen hoe
in Salanga tussen 1904 en 1907 de maandelijkse stijging en
daling van de rubberproductie bijna volkomen evenredig was aan de
stijging en daling van het aantal kogels dat werd gebruikt door
'wachters' van het bedrijf - bijna vierhonderd in een drukke maand.
(6) Ook de Franse kolonialen bleken niet vies van gruweldaden en zij
wisten even ijverig de sporen ervan uit. In het Duitse
Zuidwest-Afrika (nu: Namibië) was sprake van regelrechte
volkerenmoord door Lothar von Trotha op de Herero's die rebelleerden
in 1904. Van de ( ) 80.000 Herero's ( ) waren er in 1906
minder dan 20.000 ( ) overgebleven. De overigen waren de woestijn
ingejaagd om van dorst om te komen (de Duitsers hadden de waterpoelen
vergiftigd), doodgeschoten of - om kogels te besparen - met
bajonetten of geweerkolven afgemaakt. (7) Daarover alleen
internationale stilte. Leopold II bleek overigens een belangrijke
aandeelhouder te zijn van de Franse Congo alsook van het Duitse
Kameroen. Tegelijkertijd decimeerden de V.S. de Amerikaanse Indianen
en voerden zij een bloedige contraguerrilla in de Filipijnen waarbij
gemarteld werd en dorpen werden platgebrand (met 20.000 doden) en
evenmin kregen de Engelsen kritiek voor het uitmoorden van de
Aboriginals in Australië. (8) Conrad zei het 't best: 'Alle
Europeanen hebben bijgedragen aan het maken van Kurtz.' (9)
In
1913 nam mensenrechtenactivist Roger Casement ontslag als Brits
consul, hij streed voortaan voor de vrijheid van zijn Ierland.
Tijdens W.O.I leunde hij voor bewapening aan bij de Duitsers die
Ierland's onafhankelijkheid voorstonden maar hij werd opgepakt,
beschuldigd van hoogverraad en opgesloten. In zijn beroemde
redevoering verklaarde hij: 'Zelfbestuur is ons recht. Iets wat
bij onze geboorte in ons is geboren; iets wat evenmin aan ons kan
worden toebedeeld of van ons afgenomen door andere mensen als het
recht op leven zelf - als het recht de zon te voelen of de bloemen te
ruiken, of van onze medemens te houden. ( ) Wanneer mannen met
ingehouden adem moeten smeken om het recht in hun eigen land te
leven, hun eigen gedachten te denken, hun eigen liederen te zingen,
de vruchten van hun eigen inspanningen te plukken ( ) dan is het
stellig een dapperder, verstandiger en waarachtiger iets om rebel te
zijn. (...) (10) Casement kreeg eenzame opsluiting in de
Pentonvillegevangenis in Londen. Men vond zijn dagboeken met
aantekeningen over zijn (toen verboden) homoseksualiteit en men
maakte die openbaar zodat de kritiek achterwege bleef tot hij op 3
augustus 1916 werd opgeknoopt.
Intussen
voerde Morel een soort pacifistische verzetsstrijd tegen de waanzin
van de oorlog (die achteneenhalf miljoen doden maakte) en hij werd
afgeluisterd en belaagd. In 1917 werd hij gearresteerd voor
het overtreden van een obscure wet die het sturen van
antioorlogsliteratuur naar neutrale landen verbood
(11) en veroordeeld tot zes maanden dwangarbeid. (12) Geheel
ondervoed stortte hij na zijn vrijlating in, hij kreeg hartaanvallen,
ging alsnog in de politiek maar stierf op 12 november 1924,
eenenvijftig jaar oud. (13)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
10 januari 2023)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 279.
(2)
O.c., p. 279.
(3)
Ib., p. 280.
(4)
Ib., p. 280.
(5)
Ib., p. 281.
(6)
Ib., p. 281.
(7)
Ib., p. 283.
(8)
Ib., pp. 283-284.
(9)
Ib., p. 284.
(10)
Ib., p. 287.
(11)
Ib., p. 290.
(12)
Ib., p. 290.
(13)
Ib., pp. 291-292.
09-01-2023
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 18: De Commissie van Onderzoek en de dood van de koning
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
18: De Commissie van Onderzoek en de dood van de koning
Omdat
het werken met een commissie reeds bevredigend was gebleken voor
Leopold, vormde hij een nieuwe commissie, de Commissie van Onderzoek,
ter plekke in de Congo. Edoch, bedoeld als een schijnvertoning om
zijn naam te zuiveren, draaide alles uit op een echt onderzoek waarin
de aantijgingen zoals geformuleerd door Casement en Morel punt na
punt werden herhaald. Om ook dit te camoufleren, (...) kregen
alle belangrijke kranten in Engeland een document met een
begeleidende brief waarin werd uitgelegd dat dit een 'volledige en
authentieke samenvatting van het rapport' betrof. Deze ( ) werd
geleverd door de West-Afrikaanse Missievereniging, wat zonder meer
betrouwbaar klonk. ( ) in het Engels. (1) Weken na
publicatie van de samenvatting in Engeland en in de V.S. werd
duidelijk dat de zogenaamde samenvatting weinig had uit te staan met
het rapport. Telkens werden belangrijke punten in het rapport eruit
gelicht en 'samengevat' tot er niets meer overbleef. (2) En de
West-Afrikaanse Missievereniging... bleek een uit één vertrek
bestaand kantoor ( ) met een pas geverfd bord op de deur. De enige
persoon daarin was een portier. (3)
De
Commissie van onderzoek, die maakte dat een gouverneur-generaal zich
met een scheermes de keel doorsneed en die een rechter in tranen deed
uitbarsten, (4) stond bol van getuigenissen van de ergst denkbare
gruweldaden bij honderden ( ) de stemmen van de Congolezen
zelf. (5) Niemand las ze echter. Ondanks de kritische
conclusies van het rapport, werden de verklaringen van de Afrikaanse
getuigen nooit rechtstreeks geciteerd. Het rapport van de Commissie
verwoordde algemeenheden. De verhalen werden niet afzonderlijk
gepubliceerd en evenmin mochten ze door derden worden ingezien. Ze
kwamen terecht in de gesloten afdeling van het staatsarchief in
Brussel. Pas in de jaren tachtig van deze eeuw (i.e. de
twintigste eeuw) mochten mensen ze uiteindelijk vrij lezen en
kopiëren. (6) Leopold zou de Congo nog tijdens zijn leven als
kolonie aan België overlaten, of beter: verkopen, en voor veel geld.
Geld dat uit de Congo zelf zou worden gehaald.
Intussen
echter stelden de zwarte Amerikaanse missionaris William Sheppard en
de blanke dominee William Morrison de wreedheden in de Congo verder
aan de kaak en er kwam rebellie maar de aanklagers werden in
Leopoldville berecht voor smaad. Morel zorgde ervoor dat zij met brio
verdedigd werden door de Belgische socialist Emile Vandervelde. Maar
een spitsvondige rechterlijke uitspraak maakte dat Sheppard
onschuldig werd bevonden, zonder dat de Compagnie du Kasai (de
geweldplegers in kwestie) schuldig werd bevonden. (7)
In
december 1909, minder dan twee maanden na de rechtszaak tegen
Sheppard, werd de vierenzeventigjarige koning ernstig ziek.
(8) Leopold
huwde nog met zijn minnares en kort na een darmoperatie stierf hij, nadat hij zijn fortuin aan
zijn Caroline had nagelaten en binnen het jaar hertrouwde zij met
haar pooier van weleer. (9)
Roger
Casement vergeleek de onderdrukking van zijn Ierland door de Engelsen
met deze in de Congo. Hij werd naar het Putumayogebied in Peru
gestuurd waar hij een gelijkaardig onderzoek voerde naar de
wreedheden tegen de Indianen door functionarissen van de Peruviaanse
Amazone Rubbercompagnie. (10) Hij vernam dat hij geridderd zou worden
(...)maar toen de dag van de feitelijke ceremonie - die van hem
zou hebben verlangd dat hij knielde voor de Britse koning - aanbrak,
gaf hij voor ziek te zijn. (11)
Intussen
ijverde Morel verder voor de zaak van de mensenrechten. In
1909, tientallen jaren zijn tijd vooruit en in scherpe tegenstelling
tot de zelfgenoegzame stemming om hem heen, schreef hij een
scherpzinnige waarschuwing voor de 'verstrekkende gevolgen voor de
algemene lotsbestemming, niet alleen van Zuid-Afrika maar van heel
zwart Afrika' die zouden voortkomen uit het feit dat Groot-Brittannië
de nieuwe, onafhankelijke Unie van Zuid-Afrika had opgezet met een
uitsluitend uit blanken bestaande volksvertegenwoordiging.
(12)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
9 januari 2023)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 252.
(2)
O.c., p. 252.
(3)
Ib., p. 253.
(4)
Ib., p. 251.
(5)
Ib., pp. 254v.
(6)
Ib., p. 256.
(7)
Ib., p. 266.
(8)
Ib., p. 266.
(9)
Ib., pp. 266-267.
(10)
Ib., pp. 268-270.
(11)
Ib., p. 271.
(12)
Ib., p. 274.
04-01-2023
De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910 - Aflevering 17: De koning-omkoper
De
plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering
17: De koning-omkoper
De
titel van het zestiende hoofdstuk in Hochschilds Congoboek,
'Journalisten geven u geen kwitanties', verwijst uiteraard
naar het ontbreken van betalingsbewijzen voor ontvangen
steekpenningen.
(...)
Stanley was ongelukkig over de gruwelkamer die de Congo was geworden
maar hij bleef Leopold verdedigen. Zijn gezondheid ging achteruit,
waarschijnlijk verergerd door de drommen al te enthousiaste doktoren
die hun beroemde patiënt maar al te graag de allernieuwste
behandelingen lieten ondergaan: strychnine-injecties, ammonia, ether
en elektrische schokken. (1) Hij stierf in 1904 en werd
drieënzestig. Leopold werd nu langs alle kanten aangevallen en hij
beschouwde Morel, Casement en hun aanhangers als leden van een
internationale samenzwering tegen hem. Daarop lanceerde hij een
geheime missie naar Brits Afrika om onderzoek te doen naar misstanden
die overeenkwamen met degene die Casement in de Congo had ontdekt.
(2) Hij kocht kranten- en tijdschriftenredacteuren om: zij schreven
stukken zoals 'De opium in Brits-India' ( ), geselingen in
Zuid-Afrika, mensenoffers in Nigeria ( ). (3) Hij chanteerde
sir Alfred Jones om de Britse kritiek te temperen: deze stuurde twee
reizigers voor 3000 £ naar de Congo die er dan positief over
schreven: in 1906 schreef burggraaf William Mountmorres in zijn
Congoboek over een goede en humane regering aldaar: 'Het is een
bijzondere ervaring getuige te zijn van de oprechte ijver waarmee de
ambtenaren ( ) zich aan hun werk wijden. (4) De reisauteur
Mary French Sheldon kreeg alleen het aantrekkelijke van het land te
zien en zij schreef: 'Ik ben getuige geweest van meer
wreedheden in de straten van London dan ik ooit in de Congo heb
gezien' (5) De koning zette haar vervolgens bij hem op
de loonlijst voor 1500 frank per maand ( ) om te lobbyen onder
parlementsleden. (6) Hij maakte ook gebruik van
tussenpersonen om zijn sporen uit te wissen. (7)
Leopolds public relations-campagne werd uitgevoerd door een
uitgebreide staf. (8) Binnen een jaar of twee rolden er
nieuwe pro-Leopoldboeken van de persen. Het persbureau (van
Leopold (9)) subsidieerde in het geheim verscheidene Belgische
kranten en een in Edingburgh verschijnend tijdschrift genaamd New
Afrika - The Truth on the Congo Free State. (10) Het
persbureau werkte ondergronds met smeergeld. De agenten ervan
overhandigden in het geheim contanten aan redacteuren en
verslaggevers in alle delen van Europa; rond 1907 ontvingen de
correspondenten in Brussel van zowel de Times of London als de
Duitse Kölnischer Zeitung steekpenningen. Twee redacteuren
( ) ontvingen de tegenwaarde van wat nu (i.e.: in 1998)
140.000 gulden zou zijn (11) De krant Corriere della
Sera weigerde een groot omkoopbedrag en stelde in plaats daarvan
een onderzoek in. (12) Een aanvankelijk kritische Duitse krant
schetste een enthousiast portret van een welvarende Congo: In
1907 werd de hoofdredacteur gedecoreerd door de koning. (13)
Maar: Lezers merkten soortgelijke mysterieuze koerswijzigingen
op in andere Duitse kranten. (14)
Morel
wees nu ook de V.S. op hun verantwoordelijkheid daar ze de Congo als
eerste hadden erkend. (15) en op uitnodiging van president Roosevelt
sprak hij op een mensenrechtenconferentie in Boston wat leidde tot de
oprichting van de Amerikaanse Vereniging voor de Hervorming van de
Congo waarvan Mark Twain een van de voortrekkers was en die schreef
aan Morel: (...) dat de zaak van de Congohervorming in de
Verenigde Staten een 'gigantische onderneming was ( ) (die) een
organisatie als U.S. Steel vereist. (16) Zijn pamflet uit
1905, King Leopold's Soliloquy, is een denkbeeldige monoloog
door Leopold waarin hij geërgerd zegt: In deze twintig jaar
heb ik miljoenen uitgegeven om de pers van de twee halfronden stil te
houden en toch blijven er dingen uitlekken. (17) Zijn
'kodak', zo klaagt hij, is de enige getuige ( )
die ik niet kon omkopen. (18)
Leopolds
propagandamachine reageert met An Answer to Mark Twain. (19)
Leopold engageerde sprekers tegen Morel en richtte zich tot onder
meer (...) senator Nelson W. Aldrich van Rhode Island, ( )
een multimiljonair, kaartpartner van J. Pierpont Morgan, de
schoonvader van John D. Rockefeller jr. ( ) een grootmeester in
machtsspelletjes. (20) Aan allen beloofde hij een aandeel in
de buit. (21) Zijn strategie blijkt uit een adviesbrief van en van
zijn Amerikaanse agenten: 'Stel een strook land dwars door de
Congo ( ) open ten gunste van Amerikaans kapitaal. Grijp de huidige
concessionairs zo nodig bij de keel en dwing hen hun privileges met
de Amerikanen te delen. Op deze manier zult u een Amerikaans belang
tot stand brengen in de Congo dat het gekef van de Engelse opruiers
en de Belgische socialisten vergeefs zal maken.' (22) Leopold
deed een schenking van meer dan drieduizend kunstwerken aan het
Amerikaans Museum voor Natuurlijke Historie waarvan J.P. Morgan
bestuurslid was, wat de gewenste uitwerking had. (23) Leopold speelde
ook de slachtofferrol van de (door protestanten) vervolgde katholiek
en het Vaticaan steunde hem via kardinaal Gibbons die luidruchtig
voor Leopold pleitte en dan van hem het Grootkruis van de Orde van de
Kroon ontving. (24) Via zijn lobbyisten gelukte het de koning een
nieuw Engelstalig tijdschrift over de Congo te stichten en Frederick
Starr van de universiteit van Chicago, overtuigd van de
minderwaardigheid van primitieve volkeren, schreef vijftien lovende
artikelen over Congo in de Chicago Daily Tribune (ook verschenen als
boek, getiteld Waarheid over de Congo Vrijstaat) in ruil voor
talloze medailles en een door Leopold betaalde rondreis van een jaar
in de Congo. (25) Ook Henry W. Wack, jurist bij een bedrijf in
gepatenteerde geneesmiddelen, schreef een vleiend Congo-boek dat in
alle bibliotheken te vinden was. De instructies vanuit Brussel
luidden dat Wack 'moest doen alsof hij niet in dienst van de Staat
was, maar louter een onafhankelijke publicist'. (26)
(Wordt vervolgd)
(J.B.,
4 januari 2023)
Verwijzingen:
(1)
Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering
van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse
vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's
Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa,
Adam Hochschild 1998), p. 236.
(2)
O.c., pp. 237-238.
(3)
Ib., p. 238.
(4)
Ib., p. 238.
(5)
Ib., pp. 238-239.
(6)
Ib., p. 239. Het bedrag komt overeen met 300.000 Belgische frank in
1998.
(7)
Ib., p. 239.
(8)
Ib., p. 239.
(9)
Ib., p. 239.
(10)
Ib., p. 240.
(11)
Ib., p. 240.
(12)
Ib., p. 240.
(13)
Ib., p. 241.
(14)
Ib., p. 241.
(15)
Ib., p. 242.
(16)
Ib., p. 242. U.S. Steel of de
United States Steel Corporation werd opgericht in 1901 door John
Pierpont Morgan.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: