Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
09-05-2013
In mei legt elke terrorist een bom?
In mei legt elke terrorist een bom?
In de nacht van 26 april 1986 vond een ontploffing plaats in de kerncentrale van Tsjernobyl waarbij in de directe omgeving onmiddellijk 31 mensen het leven verloren. Pas op 27 april kwam een evacuatie op gang van mensen die vlakbij de centrale woonden en het duurde nog eens tien dagen vooraleer men inzag dat iedereen in een straal van 30 km geëvacueerd moest worden in totaal 135.000 mensen. Dat 90 percent van de 3500 bewoners die weigerden om te verhuizen intussen gestorven zijn, bewijst dat het evacuatiegebied zeker niet te groot was. Zoals intussen algemeen bekend treffen de gevolgen van de ramp overigens de bewoners van heel West-Europa tot vandaag de dag met in hoofdzaak kanker.1
Anderhalf jaar eerder, in de nacht van 3 december 1984, vond in het bedrijf Union Carbide India Limited in het Indische Bhopal een giframp plaats: veertig ton methylisocyanaat kwam vrij een basisstof voor pesticiden en plastics, zeer vluchtig en brandbaar, en omdat zij twee keer zwaarder is dan lucht, blijft de stof lang ter plekke hangen, of eerder kruipen, en in contact met water komt een carbamidezuur vrij dat de longen aantast. Er vielen direct 2000 doden en het gif maakte naar schatting een half miljoen mensen ziek waarvan er intussen nog eens meer dan 9000 bezweken. Onderzoek in 2004 twintig jaar na de ramp wees uit dat het gif schade bleef veroorzaken, dat het grondwater nog steeds vervuild was en dat bodemsanering een onoverzichtelijke en ook uiterst dure aangelegenheid werd.2 De CEO van Union Carbides bleef buiten schot, zeven verantwoordelijke werknemers kregen twee jaar cel en zestienhonderd euro boete maar zij kwamen op borgtocht vrij.3
Op zaterdag 4 mei 2013 om twee uur in de vroege ochtend werd menigeen hier wakker door het aanhoudende lawaai als van een hele colonne vliegtuigen hoog in de lucht een lawaai dat alvast al wie aan slapeloosheid lijden zich zullen herinneren van januari 1991 toen in de golfoorlog vanuit Engeland bommenwerpers vertrokken naar het Midden-Oosten. Het is het lawaai dat een gasbrander maakt en dat lawaai ging in crescendo, hield langer dan een uur aan, en ging dan weer in decrescendo totdat het uiteindelijk helemaal stil werd. Het was donker, er was geen lichtje te bespeuren, niets.
Die ochtend, nog voor zeven uur, toen het klaar werd, stond ik op, kwam naar beneden en zag door het keukenraam in de verte slierten zwarte rook opstijgen, er stond heel duidelijk iets in brand en het was niet eens zo ver weg. Was er een verband met de al dan niet vermeende vliegtuigen van de afgelopen nacht? Dit konden toch zeker geen bombardementen zijn!? In het nieuws van internet was niet meteen iets te vinden over vliegtuigen en bommen, maar er bleek die nacht omstreeks twee uur het tijdstip waarop dat lawaai zich manifesteerde wel een goederentrein ontspoord tussen de stations van Schellebelle en Wetteren, op anderhalve kilometer van de plek waar ik me bevond. Het bericht vermeldde dat de wagons acrylonitril (C3H3N) en blauwzuur (HCN) bevatten. In feite produceert het eerste in contact met water het laatste.
C3H3N is uiterst giftig en kankerverwekkend maar bovendien is het een zeer ontvlambaar oplosmiddel. Het werd aanvankelijk gebruikt als pesticide, niet onbekend bij de Wetterse boomkwekers de 'planteurs' trouwens evenals de 'planteursziekte', zoals de ziekte van Kahler hier wel wordt genoemd en dat is een bijzonder kwaadaardige botkanker. Behalve voor de productie van pesticiden wordt C3H3N ook gebruikt voor de productie van plastics: de behuizing van computers en steeds meer kledij bestaan uit deze stof.4
In contact met water bruist uit dit gif een gas op: blauwzuurgas of waterstofcyanide (HCN). Blauwzuur is een chemisch wapen, het is zowat het ergste vergif op aarde, meer dan een miljoen joden werden er door het naziregime mee vergast. Blauwzuur is in feite een vluchtige vloeistof zoals ether die al op 25,7° Celsius kookt, waarna het dus verandert in een gas; het is oplosbaar in water. 5
Dit vergif, in zijn eigenschappen goed vergelijkbaar met het vergif van Bhopal, zorgde ingevolge het bluswerk voor een vlammenzee die zich uitstrekte over een afstand van een paar honderd meter. Driehonderd ton van het goedje kwam in het milieu terecht tien keer meer dus dan in Bhopal. (*) De duivels die zich in deze hel van chemische reacties hebben ontbonden, zullen wij vermoedelijk pas goed leren kennen in de toekomst.
"Er is geen gevaar voor de volksgezondheid", zo blokten de berichten eigenaardig genoeg en pas tegen het middagnieuws van enen zou dat veranderen in een verbod op politiebevel om de woonst te verlaten of de deuren of vensters te openen. Het had inderdaad iets 'Tsjernobylachtig', zoals iemand het verwoordde, hierbij verwijzend naar het verschijnsel waarbij de ergste rampen op het ogenblik zelf door de betrokkenen tot een fait-divers worden geminimaliseerd.
Het lawaai dat men had toegeschreven aan vliegtuigcolonnes keerde terug in de loop van de voormiddag en het werd zo oorverdovend dat men elkaar buitenshuis niet meer kon verstaan als men met de normale stemsterkte converseerde. Dat lawaai hield aan tot de middag en verdween dan volledig. Men zou het warempel spontaan toeschrijven aan de motoren van de pompen bij de bluswerkzaamheden op een afstand van anderhalve kilometer, ware het niet dat men het die nacht ook had kunnen horen, anderhalf uur lang, waarna het vele uren naeen stil was, om in de voormiddag te herbeginnen voor de duur van een paar uur. Maar met die pompen kon het niets te maken hebben: het kwam duidelijk uit de lucht en het verplaatste zich hoorbaar in tegengestelde richting van die morgen, wat deed vermoeden dat het de vliegtuigen waren... die nu terugkeerden.
Hoe lang waren ze onderweg geweest? Met welke snelheid vlogen ze? Hoe ver ligt Syrië hier vandaan? En een klein rekensommetje wees uit dat het best allemaal kon kloppen, want bommenwerpers vliegen misschien wel tegen duizend kilometer per uur, drie tot vierduizend kilometer heen en nog eens even ver terug, wat dan zes tot acht uur in beslag moet hebben genomen vooraleer ze hierboven opnieuw te horen waren.
En kijk, op CNN werd over bombardementen bericht: luchtaanvallen, vermoedelijk afkomstig vanuit Israëlische vliegtuigen, al wilden de Israëli er zelf niets over kwijt. De Amerikanen hadden beloofd een eigen koers te zullen varen, zij wilden geen aanval, tenzij inderdaad zou blijken dat de Syrische regering gifaanvallen uitvoerde, want dat zou de spelregels veranderen, zo zegde president Obama het wat zoveel betekende als zeggen dat de gedane niet-aanvalsbeloften voorwaardelijk waren.6
Aanvallen met gifgas, gepleegd door Asad? Maar zou men niet veeleer geloven dat fundamentalistische moslims daartoe in staat waren? Vorige week nog bezocht een VTM-reporter die fameuze sjeik die mede de aanslag beraamde op de Londense metro in 2005, en die zegde dat België "met vuur speelde" door de sharia4Belgium-plannen in de weg te staan en door de hoofddoek voor ambtenaren te verbieden.8
In juni 2011 gingen in Gent een aantal milieu- en vredesactivisten op de sporen liggen omdat daar al voor de zoveelste keer een goederentrein geladen met radio-actief afval door de stad reed, over een traject vanuit Borssele in Nederland, doorheen Antwerpen en Gent, met bestemming de opwerkingsfabriek in La Hague, Frankrijk. Zij verklaarden aan de pers dat hun actie allerminst overbodig was, rekening houdend met het feit dat het land in verhoogde staat van paraatheid verkeert inzake mogelijke aanvallen vanwege bijvoorbeeld islamfundamentalisten: die terroristen, zo zegden de actievoerders, hebben hun bommen al klaar op de sporen lopen, in ons land alleen al honderden per dag, zij hoeven slechts op de gewenste plaats en op het gewenste ogenblik de lont aan het kruitvat te steken. Zelfs zonder die terroristen mag het al een mirakel heten dat er al niet meer rampen te tellen waren.
Zou men niet eerder geloven dat het ging om een verloren bom uit een van die al dan niet vermeende vliegtuigen, misschien wel B2's: ze mogen dan al hun eigen gewicht in goud waard zijn zo'n toestel kost per stuk een slordige 2,2 miljard dollar elk luchtvaartuig in oorlogstijd verliest wel eens een bom en die zal onvermijdelijk érgens vallen. En kijk, een ooggetuige brengt verslag uit: hij zag het gebeuren, was ter plekke en overschouwde daar van twee tot vijf die nacht het helse tafereel, de vlammenzee, de bluswerken.
Eerst was er een steekvlam, zegt hij, dan een harde knal, en het ging gepaard met een luchtverplaatsing die letterlijk tegen de borst stootte, dra gevolgd door de brand, de vuurzee. Kort daarop een tweede ontploffing. De machinist een Nederlander en hij bestuurde godbetert een Duitse trein vertelde dat hij plotseling in de mot had dat er iets niet okee was en daarop koppelde hij zijn vracht los en ging er alleen met de lokomotief vandoor, terwijl achter hem de hel losbarstte, het was een zaak van lijfbehoud.
De simpelste verklaring luidde evenwel dat een spoorwissel niet was onderhouden de huidige spoorbaas neemt het kennelijk met meer zaken niet zo nauw. En verder werd wellicht de maximumsnelheid van veertig kilometer per uur door de bestuurder in de wind geslagen. De zwarte doos zou alras uitwijzen dat waarschijnlijk een bruusk remmaneuver de wagons had doen ontsporen.
CNN blokletterde zaterdag al dat er luchtaanvallen zouden zijn geweest in Syrië, wellicht vanwege Israël, al zwijgt die staat in alle talen. En ook in de nacht van zaterdag op zondag zouden raketaanvallen Damascus getroffen hebben, maar opnieuw zwijgen de Israëli totdat een van hun woordvoerders zegt dat het Syrische conflict Israël helemaal niet interesseert: het gaat hun enkel om hun veiligheid, en die is niet langer gegarandeerd wanneer Damascus volgepropt wordt met Iraanse raketten met bestemming de Libanese Hezbollah. 6
In Libanon is het dat zich de terrorist Omar Bakri Mohammed verschuilt, de leider van de antisemitische Hizb ut-Tahrir die op 7 juli 2005 bevel gaf aan zelfmoordterroristen om de aanslagen in de Londense metro te plegen. De organisatie heeft duizenden medewerkers over de hele wereld.8 Aanslagen?
Alvast werken Belgische militairen sinds kort in verhoogde staat van paraatheid.9 En het toeval wil dat amper vijf dagen na de ramp in Wetteren, in de nacht van 9 mei 2013, ook in Rusland een giftrein in een dichte woonwijk ontspoort en in brand vliegt onmiddellijk worden 3000 omwonenden geëvacueerd...10
Vandaag gevonden: de eerste meikever. Morsdood? (Op een afstand van net geen 2000 meter van de treinramp vandaan). Alles in de wijde omtrek blijkt besmet met acrylonitril, 300 ton in totaal. Bij contact met water komt er blauwzuur vrij. Volgens het KMI zal het hier vandaag wellicht regenen, misschien wel onweren... Zal het een Auschwitz worden of zullen wij, misschien zoals deze meikever, alleen maar slapen?
Op 2 mei verscheen via een link in de kranten een open brief ("Open brief/ petitie De burger is vrij. Aan het loket noch God noch partij"), gedateerd op 30 april, van de hand van Jurgen Slembrouck van de Vrijzinnige Dienst van de Universiteit Antwerpen, mede ondertekend door een aantal anderen.
Terzijde gelaten de spelfouten (de derde persoon enkelvoud van het werkwoord 'dringen' mist een 't') welke doen vermoeden dat de auteurs hun geschrift niet herlezen hebben, alsook het eenzijdig karakter van de reactiemogelijkheden op een petitie, die immers evenmin als een betoging neutraal is omdat zij enkel het aantal van de gelijkgestemden verzamelt terwijl zowel het aantal van de terzake andersdenkenden alsmede hun argumenten in het ongewisse blijven, kan over de tekst zelf (http://neutraliteit.blogspot.be/ ) het volgende worden opgemerkt.
Dit pleidooi voor de ideologische onherkenbaarheid van overheidsambtenaren tijdens hun diensturen, is om te beginnen alles behalve neutraal: het is het product van een agent van de vrijzinnigheid, welke een ideologie is zoals een andere. De neiging van de vrijzinnigheid om zich boven alle andere ideologieën te positioneren, deelt zij met een vrijwel ontelbaar aantal andere ideologieën, overigens samen met een jammerlijk onvermogen tot zelfrelativering dat in de huidige precaire politieke constellatie best gemist kan worden. Zij vormt een etatisme dat herinnert aan de theocratieën uit de middeleeuwen. Alleen al haar gekleurd karakter maakt het pleidooi ongeloofwaardig, maar afgezien daarvan zijn er nog andere bezwaren. Voor dit opzet volstaat het ons tot het volgende te beperken.
Reeds de allereerste zin etaleert de aanleiding tot dit geschrift: de Gentenaren staan op het punt om in hun stad het hoofddoekenverbod op te heffen. En om meer dan één reden hebben zij gelijk, want zo'n verbod is het equivalent van de erkenning door allen van de hoofddoek als ideologisch symbool, waardoor hij als kledingstuk wordt ontstolen aan alwie deze ideologie níet delen. Het verbod geeft met andere woorden toe aan het beladen van tot heden doodgewone gebruiksvoorwerpen en dingen met een ideologische vracht, wat feitelijk elkeen verplicht om zich voortdurend daaromtrent te gaan informeren, wil men immers niet bestempeld worden als aanhanger van overtuigingen waarvan men zelfs het bestaan niet kent. Toegeven aan de druk tot ideologische belading van neutrale dingen (!) is de neutraliteit verminken in plaats van haar te waarborgen.
Verder is de 'uitleg' in het geschrift in filosofisch opzicht bijzonder oppervlakkig, eenzijdig en ontgoochelend. Bedenkingen hierbij worden gereserveerd voor een verhaal apart.
(Jan Bauwens, 2 mei 2013)
27-04-2013
Hoe men met de mensen de zot blijft houden
Hoe men met de mensen de zot blijft houden
Op 17 april 2013 lezen wij in de krant dat coca-cola de strijd aanbindt met obesitas. (1) Op 27 april blokletteren de nieuwsberichten dat de vakgroep psychiatrie van de Katholieke Universiteit Leuven het fysiek en psychisch geweld in de katholieke instellingen wetenschappelijk gaat onderzoeken. (2) Doet dit alles niet een beetje denken aan die anecdote van de op heterdaad betrapte dief die meesmuilt dat hij net van plan was om het gestolen goed terug te leggen? Overigens wordt over de buit die hij intussen thuis heeft opgeslagen met geen woord meer gerept, trouwens evenmin als over zijn volstrekt ongewijzigde agenda.
Het sexueel misbruik door clerici is jammerlijk verjaard ofwel door procedurefouten even jammerlijk onvervolgbaar en derhalve onbestrafbaar geworden en de slachtoffers moeten er maar leren mee leven dat de bisschop in kwestie via de ambassade van het Vaticaan ontsnapt is aan het gerecht terwijl zijn overste die de zaak toedekte om het gezicht te redden van het instituut, bij de recente pausverkiezing godbetert voor het oog van de hele wereld eervol schitterde op het balkon. In de volksmond heet het dat men de zot houdt met de mensen. Men lapt de waarheid aan zijn laars.
Terwijl katholieken de vranke mond vol hebben van de bestrijding van psychisch en fysiek geweld gepleegd in eigen instituten, houdt de aartsbisschop die deze instituten vertegenwoordigt, er niet mee op de wetenschap te logenstraffen en tegelijk tegen te spreken wat zijn medewerkers beweren te doen: hij wijst de homo's met de vinger - zij zijn immers ziek en minderwaardig, zij dienen te leven zoals wassen beelden en doen zij dat niet dan wacht hen het vuur van de hel.
Of die veroordeling dan psychisch of fysiek gewelddadig is? Zoals iedereen weet die kennis neemt van de zelfmoordcijfers ter zake, maakt elk invloedrijk persoon die dergelijke veroordelingen uit, zich zonder meer schuldig aan massamoord.
Dat deze volstrekt gewetenloze schurken ongestraft blijven, is één zaak, maar vooreerst is er de vraag wanneer de maatschappij eindelijk zal ophouden om hun voor wat zij aanrichten op de koop toe grote wedden uit te keren. In de volksmond heet het dat men met de mensen de vloer aanveegt.
Zendtijd voor criminelen? â Over televisie, vrije meningsuiting, sensatie, kijkcijfers en macht
Zendtijd voor criminelen? Over televisie, vrije meningsuiting, sensatie, kijkcijfers en macht
Het is amper te geloven maar eigenlijk weten wij allang dat, eenmaal ten top gedreven, alle dingen in hun tegendeel verkeren. Dat is niet anders inzake de vrijheid en de vrije meningsuiting: de stoutste monden worden alras gesnoerd vaak vanuit onverwachte hoek.
Zo berichten vrijwel alle Vlaamse kranten van 23 april 2013 over een VTM-interview van daags voordien met de zogenaamde sharia-wereldleider, sjeik Omar Bakri Mohammed. Nu is 'sjeik' de titel in Arabië gegeven aan personen met aanzien op wereldlijk of religieus vlak en in dit geval blijkt deze in 1958 geboren Syriër zijn sporen te hebben verdiend als 'terrorist'.
Omar Bakri Mohammed verbleef in Groot-Brittannië waar hij een afdeling van de soennitische pan-islamitische groep Hizb ut-Tahrir (HUT)vestigde. Het gaat om een in 1953 gestichte antisemitische beweging welke middels ideologische strijd een islamitische eenheidsstaat met moslimwetten wil heroprichten het zogenaamde kalifaat. De vereniging met zetel in Jordanië telt twee miljoen leden en wordt vanuit Londen bestuurd.
Omdat niets zozeer verenigt als gemeenschappelijke vijanden, terwijl het kapitalisme en de democratie als vertegenwoordigers der goddeloosheid de grootste rivalen van de HUT zijn, wordt gezegd dat deze beweging zaken doet met het communisme... dat paradoxaal genoeg bekend staat als bastion der goddeloosheid. Alvast de vrije markt (het kapitalisme) en de vrije meningsuiting (de democratie en de mensenrechten) worden zowel door communisten als door panislamisten geviseerd die beiden voorstander zijn van een sociaal model door een elite opgelegd, wat wil zeggen: het goede voor het volk maar nimmer door het volk, wat in de praktijk neerkomt op een dictatuur.
Uiteraard is het allemaal niet zo simpel als in twee woorden kan worden gezegd, maar het ideaal dat communisme en panislamisme nastreven, houdt in feite de (uiteraard dikwijls miskende) overtuiging in dat het volk uit zichzelf de waarheid niet bezit en tevens onbekwaam is om te handelen. En er is ook flink wat te zeggen voor die onderliggende kritiek op wat men misschien wel kan samenvatten als 'het westen'. De oppermacht van het gouden kalf de ongeremde hebzucht, het egoïsme en de concurrentie is immers mét de overproductie en de verspilling verantwoordelijk voor de vernietiging van de planeet, terwijl ook niemand kan ontkennen dat de mening van een meerderheid slechts zelden de waarheid benadert het tegendeel blijkt en zo moeten progressieve mensen in de regel het spreken van de waarheid bekopen met hun leven omdat de massa waanideeën blijft aanbidden. Maar is dat laatste dan niet het geval waar regimes vastroesten in een of andere ideologie of in een religie? En ligt de oplossing derhalve niet in het zoeken naar het goede evenwicht en in het houden van maat, in plaats van in het zich verliezen in ongeacht welk fanatisme?
Want zijn de beginselen voor een goed bestuur dan niet gefundeerd op de wil van de 'domme massa' waar het een theocratie betreft of een economie geleid door een horde van partijspecialisten, dan zijn ook bij de alternatieven niet geringe kanttekeningen te maken: een theocratie geleid door een of ander heilig geschrift dat nota bene danig vaag blijft dat de interpretatie van een priesterklasse nodig is, geeft uiteraard vrij spel aan volksverlakkers welke ogen als geleerde en goedmenende herders van hun kudde, en in een socialistisch bestuur zetelen misschien wel mensen die zichzelf voor goden houden, wat uiteraard gevaarlijk is omdat goden zich niet eens kunnen vergissen.
Sjeik Omar Bakri Mohammed maakte deel uit van de aan Al Qaeda gelinkte organisatie die op 7 juli 2005 in Londen zelfmoordaanslagen pleegde. Hijzelf behoorde uiteraard niet tot diegenen die zich opbliezen: hij vluchtte naar Tripoli in Libanon (niet het Tripoli of Taraboeloes dat de hoofdstad is van Libië); in die veilige haven was het dat hij een journalist van VTM ontving om zich hier in Vlaanderen andermaal via bedreigingen (cf. de 'waarschuwing': "België speelt met vuur!") in het centrum van de belangstelling te positioneren.
Dit ziekelijke gedrag zal sommigen herinneren aan de jammerlijke gebeurtenissen rond figuren zoals Kim De Gelder en Anders Breivik: lui die maatschappelijk niets te bieden hebben terwijl zij toch mee willen tellen, rest helaas niet veel anders meer om zich mee naar voren te werken dan de dreiging met het ontnemen van geluk aan de gemeenschap bij uitstek door (massa)moord. En sommigen van die criminelen verwerven dankzij hun bangmakerij waarmee zij een schijnbare volksverering afdwingen, het statuut van religieus of wereldlijk leider.
Omar Bakri Mohammed is ook de man die de fatwa op Salman Rushdie heeft vernieuwd hij heeft zowaar zijn bendeleden opgeroepen om de schrijver te blijven achtervolgen tot het einde van zijn dagen. De zoveel miljard westerlingen die hiervan kennis nemen, hoeven nu niet te denken dat het slechts die ene ongelukkige is die zij de dood injagen want mét Rushdie vervolgen zij tot de dood elkéén die vrij zijn mening uit over een terrorisme waarvan de wereld de draagwijdte nog niet heeft begrepen. Zolang allen de andere kant opkijken telkenmale als de duivel toeslaat, zolang ook blijft hij over allen heersen en is elk door de vingers zien van zijn wandaden voor hem niets minder dan een eerbetoon of een applaus.
Sjeik Omar is een zeer geleerd man: hij kreeg islam-onderricht, onder meer in de al-Kutaab scholen waar men de koran uit het hoofd leert en onderwezen wordt in de leer van de profeet en zijn volgelingen (Hadith), de islamfilosofie (Fiqh) en de biografie van Mohammed (Seerah). Hij studeerde aan het Shariah Instituut van de universiteit van Damaskus , aan de Imaam Uzaie Universiteit van Beirut in Libanon, aan de Al-Azhar Universiteit van Caïro in Egypte en ook nog in Saoedi-Arabië. Het zal de islam geen goed doen dat uitgerekend een figuur met zijn opleiding een weg opgaat die slechts afschuw kan wekken.
Maar haatpredikers die kinderen hersenspoelen en hen vervolgens engageren als frontsoldaten in een heuse oorlog zoals toentertijd ook de anticommunistische preken van katholieke pastoors mensen naar het oostfront dreven vinden geen bijval als zij niet tenminste een vorm van status kunnen bemachtigen naast deze die ze zich toe-eigenen door anderen angst aan te jagen, en dat gebeurt bij uitstek door zich te profileren via de media welke vreemde gezichten vertrouwd maakt zodat allen gaan denken dat zij goede mensen zijn of zelfs dat zij tot hun eigen familie behoren.
Vandaar ook moet het ondoordacht worden genoemd wanneer de media, belust op sensatie want afhankelijk van reclame-inkomsten en derhalve van kijkcijfers, zich geen verdere vragen stellen bij het feit dat interviews met misdadigers aan deze te wantrouwen lieden het aanzien geven van vertrouwelingen.
Het is zelfs niet ondoordacht wanneer de media aldus handelen, want zij doen dat allerminst zonder erbij na te denken, zij doen het daarentegen héél doordacht: zij weten als geen ander dat een massamoordenaar die levenslang gekregen heeft en thuishoort in een cel, op de buis op vrije voet, volhardend in het boze, de internationale wetten tartend en met de mensenrechten spelend, voor winst zal zorgen voor de zender die het klaarspeelt om bij hem te gast te zijn: kijkcijfers verzekerd, gigantische reclame-inkomsten van cola, chips en tandpasta en dus een rinkelende kassa.
Zijn media die zich hieraan bezondigen zonder meer schuldig aan het verstrekken van soms reusachtige faciliteiten aan misdadigers? Maken zij zich medeplichtig aan die misdaden? Het is hoe dan ook onmogelijk dat zij niet beseffen wat zij doen want zij spinnen er aardig garen bij. Na de beruchte aanslagen op de Twin Towers, intussen bijna twaalf jaar geleden, kreeg superterrorist Bin Laden zoveel zendtijd ter beschikking als zelfs de allerrijkste wereldburgers in nog geen honderd jaar in staat waren te financieren. De kostprijs voor slechts de drukinkt die moest vloeien voor zijn portret doet toppolitici en mega-sterren duizelen. De aandacht die de crimineel ontving zou, uitgedrukt in tijd, miljoenen mensenlevens beslaan. Nieuwsgierigheid zal in dezer weliswaar een rol spelen, maar het is toch vooral de angst die mensen die zich immers niet langer helemaal veilig weten, doet uitkijken naar informatie over wie hen bedreigen. Angst wordt door onwetendheid gevoed en dat de media met het oog op winst desnoods desinformeren, willen wij in tijden van nood aan waarheid dan maar liever niet geloven.
Dat de greep van de terreur op de wereld mettertijd groter wordt, is wellicht te wijten aan de 'constructie' van de werkelijkheid zelf, die immers tot in zijn allerkleinste partikels twee componenten blijkt te hebben: het deeltje en zijn lading. Het deeltje is het zichtbare en tastbare aspect van iets, het is de massa die volume heeft, gewicht en kleur; de lading daarentegen kunnen wij niet zien, maar het effect ervan kan geen zinnig mens ontkennen. De belastingcontroleur heeft een massa en hij is zichtbaar maar hij houdt steekproeven en of hij derhalve ook echt langs komt, blijft in het ongewisse. Dat hij langs kán komen, zorgt ervoor dat elk voorzichtig mens handelt alsof hij dat inderdaad zal doen en derhalve is het niet zijn zichtbare en tastbare aanwezigheid die mensen ertoe aanzet om belastingen te betalen, maar wel de dreiging, de mogelijkheid dat hij komt, de invloed welke van hem uitgaat precies doordat elkeen onwetend en derhalve ook onzeker blijft over zijn daadwerkelijke komst. De belastingcontroleur heeft naast zijn tastbare aanwezigheid dus ook een invloed of een lading welke bij de gratie der onwetendheid wat tastbaar is aan hem vermenigvuldigt. Ook al bezoekt hij slechts één mens op tien, dan zullen ook de negen die hem nooit te zien krijgen, hun plicht vervullen alsof hij hen daadwerkelijk bezocht.
Uitgerekend dat aspect van onze werkelijkheid, die lading of die dreiging is het welke ervoor zorgt dat de terreur, die immers uit onze onwetendheid zijn macht haalt, fors toeneemt omdat ook onze hele wereld minder tastbaar wordt, onvaster en onzekerder. De wereld houdt nooit op met groeien, enkelingen zijn gedoemd tot specialismen, over steeds meer dingen weten steeds meer mensen minder af, en zo ook neemt voor eenieder de onwetendheid en de onzekerheid toe. Onze onderlinge afhankelijkheid is gigantisch geworden en het vertrouwen dat noodzakelijk is voor de complexe samenwerking in een maatschappij is en blijft bijzonder broos. Terreur heeft het gemunt op de ondermijning van het intermenselijk vertrouwen omdat eenmaal het fundamentele weefsel is aangetast, het einde van de wereld niet lang meer op zich zal laten wachten. Het laffe en misdadige karakter van terreur alsook zijn vernietigende uitwerking worden nog altijd bijzonder schromelijk onderschat.
Wanneer vernietigende energieën zich niet langer richten op de materie, op het zichtbare of op de massa, maar veeleer doelen op de lading en de invloedssfeer der dingen, om niet te zeggen op de geest, is de destructie des te groter, omdat het is vanuit de geest dat de dingen bestaan, zich bestendigen, groeien en zich vermenigvuldigen. Terreur doelt op het verdonkeremanen van de waarheid en op het verspreiden van de leugen door de dreiging. Voor een dwingeland buigt men in het openbaar het hoofd, niet omdat men de crimineel wil eren maar omdat men hem vreest. Maar zodoende liegt men niet alleen jegens de boosdoener die men alleen maar wilde verschalken maar tevens laat men het ook voor zijn medemensen uitschijnen dat men de dwingeland bijtreedt, dat men zijn wandaden goedkeurt en dat men hem zijn steun verleent. En door die valse schijn vergroot men effectief de invloed van de dwingeland want voor derden lijkt het dan wel alsof hij vele aanhangers heeft en medewerkers. En wanneer tenslotte puntje bij paaltje komt, zullen al diegenen die aanvankelijk gedaan hebben alsóf zij de dictator eer betoonden, dat ook daadwerkelijk gaan doen: zij kunnen dan niet meer terug, zij zullen meewerken met hem, zijn blinde instrumenten worden en ook anderen aanzetten tot navolging, want allen zullen dan handelen uit angst, de ene aapt de andere na uit vrees om iets verkeerds te doen en om een fout te maken waarvoor men met zijn leven moet betalen.
Een wereld onder het juk van die gigantische leugen waarin criminelen regeren en waarin elkeen voortdurend welbewust moet liegen, is beslist de straf die elke maatschappij te wachten staat die toegeeft aan angst, aan dreiging en aan druk, die vrij spel geeft aan de leugen en die opgehouden heeft de leugen te veroordelen en de waarheid te vertellen. Het zou overigens niet de eerste keer zijn dat het Westen een dergelijke slavernij moest torsen; ten tijde van de concentratiekampen was de toestand immers eender en overal ter wereld waar nog dictaturen heersen, kan men zich vergewissen van het jammerlijke van een dergelijk toneel.
Vrije meningsuiting is daarom niet zomaar een recht en het is zeker geen recht dat men van zijn heersers moet ontvangen: het is daarentegen een plicht die elkeen heeft jegens zichzelf, jegens zijn kinderen en jegens alle wereldburgers van alle tijden. De trukendoos van de duivel wil helaas dat uitgerekend daar waar onze vrijheid wordt bedreigd, de dreiging zelf zich steeds vaker gaat beroepen op het goed dat zij naar het leven staat. Zo verrijzen steeds vaker entiteiten die het recht opeisen om te liegen, het recht om te bedriegen, het recht om te stelen en het recht om te doden, denk maar aan wat de reclame doet, denk aan het bedrog van drugs, de overdaad, de moordpartijen van het gouden kalf. Het recht van de sterkste is dan teruggekeerd een recht dat geen recht kan zijn maar dat een onrecht is, een afwezigheid van recht, een signaal dat de beschaving op haar laatste benen loopt.
Moederkoren is een schimmel die de plaats inneemt van de graankorrels in de aren: het heeft de vorm van de graankorrel maar het verraadt zich door zijn zwarte kleur en in plaats van voedzaam is het giftig, het veroorzaakt hallucinaties. Bij tijden is het een plaag en mensen die er in vroegere eeuwen te grote hoeveelheden van naar binnen kregen, werden uitzinnig en belandden niet zelden op de brandstapel na de beschuldiging van hekserij. De schimmel doet het korenveld helemaal niet verdwijnen, hij heeft het nodig, hij teert erop en alles blijft eruit zien als voorheen alleen is het voortaan niet langer als voorheen: gestaag verdwijnt het voedzame koren, de aren bergen steeds vaker de zwarte, giftige schimmel en men moet zich hoeden ervan te eten.
Op een gelijkaardige manier zal een maatschappij die ten onder gaat, er blijven uitzien als voorheen althans voor een zekere tijd, zodat de ondergang de gelegenheid krijgt om zich te onttrekken aan het oog. Verantwoordelijke posities zullen worden ingenomen door onverantwoordelijke actoren. Vriendjespolitiek, corruptie, chantage en alle andere vormen van leugen zullen de vervalsingen opvoeren totdat aan de top van de kudde niet langer een herder zal staan doch een wolf. En de geschiedenis leert dat, eenmaal een dictatuur gevestigd, zij vaker stand houdt voor een bijzonder lange periode en zij niet wijkt dan door een wrede en bloeddorstige strijd.
Wij weten dat de media in handen zijn van enkelingen die de machthebbers ter plekke dienen, maar wat ons vandaag op televisie wordt voorgeschoteld aan internationale politiek tart werkelijk elke beschrijving en inzake het probleem Korea is dat niet anders: wat wij te zien en te horen krijgen is misschien wel oorlogspropaganda, maar zeker weten doen wij dat nooit.
Om te beginnen zíjn er geen twee noodlottig onderling rivaliserende Korea's, en het bewijs daarvan is dat Korea in 2006 met één en dezelfde ploeg van zes Noord-Koreanen en veertig Zuid-Koreanen verscheen op de Olympische Winterspelen van Turijn. (1) Korea is één, van meet af aan, sinds vele duizenden jaren, maar ergens spinnen caesars garen bij het verdeel en heersprincipe en zij breken meer landen wereldwijd in twee. Wie herinnert zich bijvoorbeeld niet de tragedie van Noord- en Zuid-Vietnam? Het verdeelde Loas en Cambodja? De talloze conflicten in de landen van het Latijns-Amerikaanse continent en ga zo maar door? Bovendien zijn Koreanen allerminst schurken en de geschiedenis toont dat aan met overschot. Die geschiedenis in het kort overlopen is alles wat wij kunnen doen - de toekomst is koffiedik.
Het schiereiland dat België zes keer kan bevatten, is op zijn minst al achttienduizend jaar bewoond. De godmens Dangun stichtte er de cultuur en dit werd het wereldcentrum van de zijdehandel en van de goudsmederij waar lang vóór Gutenberg boeken van de persen rolden - vanaf 1443 in het Hangul, het Koreaanse alfabet bedacht door koning Sejong de Grote. Het Hangul is een fonetisch schrift (in fonogrammen of uitspraaktekens) en hoewel het 1000 A.X. al bestond in het Middellandse Zeegebied, was het in Azië bijzonder revolutionair vergeleken bij de Chinese karakters die pictogrammen en ideogrammen zijn: afbeeldingen, zoals ook in het Sumerische spijkerschrift en in de Egyptische hiërogliefen.
De geschiedenis leert ons dat Korea zijn naam dankt aan de Goryeodynastie (918-1392) tijdens welke het land (in 1231) door de Mongolen werd veroverd. In de zestiende eeuw viel Japan Korea meermaals aan. Ook ontdekkingsreizigers van bij ons voeren er herhaaldelijk heen doch zij keerden nimmer weder. Het allereerste nieuws uit Korea kwam van de Nederlandse zeevaarder Hendrik Hamel die er in 1666 ontsnapte na een gevangenschap van 13 jaar... en vandaag wordt deze man in Korea nog steeds als nationale held gevierd... omdat hij het land bekendheid gaf in het Westen! De schuchtere Koreanen sloten zich ook in de negentiende eeuw nog van de rest van de wereld af en zo kregen zij de naam van Kluizenaars Koninkrijk. Zij hebben zelfs een eigen tijdrekening. (Zie ook voetnoot (2)).
Het 'steekspel' begon in 1871 wanneer Korea in aanvaring kwam met het zich uitbreidende imperium van de V.S., maar dat was niks vergeleken bij het in het Oosten dominante keizerrijk Japan dat in 1876 Korea dwong tot handelsbetrekkingen, waarna het oorlog voerde met achtereenvolgens China (1894-'95) en Rusland (1904-'05), en dan Korea definitief annexeerde in 1910. Dat bleef zo totdat in 1945 de Tweede Wereldoorlog werd beslecht: op Hirosjima en op Nagasaki vielen atoombommen en Japan moest Korea aan de geallieerden afstaan, die (de band tussen Noord- en Zuid-Koreanen ten spijt) het schiereiland in 1948 onder elkaar verdeelden met een simpele streep op de kaart ter hoogte van de achtendertigste breedtegraad: het Zuiden ging naar de V.S. en verwesterde tot de Republiek Korea, het Noorden ging naar de U.S.S.R. (dat bij de Oostzeekust een klein stukje aan Rusland [Siberië] grenst terwijl het voor de rest door bergketens van China [Mantsjoerije] gescheiden wordt) en het werd de Democratische Volksrepubliek Korea - een dictatuur die zelfbedruipend wil zijn.
De Koreanen zijn getekend door het Japanse juk waaronder zij 35 jaar lang leefden en dat hun vele vrijheden ontnam, hun principe van gemeenschappelijk grondbezit verwierp, de boeren hun land ontnam en hun tevens verbood om handel te drijven. Op 1 mei 1919 hielden twee miljoen Koreanen een vreedzaam protest maar het werd door de Japanse overheersers neergeslagen met bruut geweld: er vielen 7500 doden en 16000 gewonden. Tien jaar later protesteerden de studenten maar er volgde opnieuw slechts wrede verdrukking: honderdduizenden Koreanen werden als dwangarbeiders gedeporteerd naar Japan - mijnwerkers en frontstrijders - en de Koreaanse vrouwen werden gedwongen tot prostitutiedienst in het Japanse leger. De Koreaanse regering in ballingschap verbleef in China waar ze in 1941 de oorlog verklaarde aan Japan en met haar vrijheidsleger mee streed met de geallieerden.
Na de Tweede Wereldoorlog dan, in 1945-'49, streden tienduizenden Koreanen in de Chinese burgeroorlog mee aan de zijde van de (overwinnende) communist Mao en bij de terugkeer naar hun land brachten ze uiteraard die invloed mee. In het Zuiden werd Syngman Rhee president, in het Noorden Kim Il-sung.
De aanval in 1950 van Noord-Korea op het Zuiden werd in feite gepleegd door de aldaar geïnstaleerde communisten in conflict met het democratische Zuiden. Bij de wapenstilstand in 1953 had de Koreaanse Oorlog aan twee miljoen mensen het leven gekost maar het conflict duurt nog steeds voort. Toen in 1986 Michail Gorbatsjof met zijn glasnost en perestrojka het einde van de Sovjet-Unie inluidde, waarna de Oostbloklanden zich van de Sovjets afscheurden, in 1989 ook de Berlijnse muur werd gesloopt en in 1991 de Sovjet-Unie overging in het GOS (het gemenebest van Onafhankelijke Staten waarin de ex-Sovjetstaten zich verenigden), verviel het geïsoleerde Noord-Korea in armoede terwijl in het verwesterde en democratische Zuiden de economie bloeide.
In de jaren zeventig daalde de prijs van de ertsen die Noord-Korea exporteerde, in de jaren tachtig moest dit land zijn internationale schulden vereffenen, in de jaren negentig dunde een hongersnood de bevolking fel uit. In 1994 overleed Kim Il-sung en er volgden drie jaren van nationale rouw vooraleer hij werd opgevolgd door zoon Kim Jong-il die met zijn vaders Juche of staatsideologie (onvoorwaardelijke trouw aan de leider en autarkie voor het land) evenmin het tij kon keren en intussen stuurde het Zuiden voedselhulp naar het Noorden. (2)
In 1991 werden de beide Korea's lid van de V.N., een jaar later voegden zij zich naar de afspraken van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (waarbij de Amerikaanse kernwapens uit Zuid-Korea werden verwijderd) maar weer een jaar later schond Noord-Korea die al door inspectie te weigeren en het werd er alras door de CIA van verdacht een atoombom te hebben. In 1995 ruilde Noord-Korea zijn kernwapenfabrieken voor kernenergiefabrieken en dat was nodig want in dat decennium verhongerden 2 tot 3 miljoen Noord-Koreanen en het voedseltekort houdt nog steeds aan. Vluchtelingen die naar China trekken worden daar echter niet erkend en keren zij terug, dan wacht hen in hun land het werkkamp of de doodstraf, maar niettemin werden in 2007 nog een kwart miljoen Noord-Koreanen door Chinezen opgevangen. Het westen probeert het land uit zijn isolement te halen, onder meer door culturele mega-activiteiten zoals concerten.
Maar Noord-Korea blijkt iets onbetrouwbaars en onuitstaanbaars te hebben, er heerst feitelijke godsdienstvervolging en vooreerst christenenvervolging en bezitters van een bijbel worden opgesloten in concentratiekampen (bijvoorbeeld in Yodok en in Hoeryong) met dwangarbeid en marteling - één percent van de bevolking zou er opgesloten zitten maar de overheid ontkent het bestaan ervan. Er is geen internet, enkel een binnenlands intranet en minder dan de helft van de burgers hebben TV. Kenners spreken over helemaal geen communistisch systeem maar een paranoïde nazi-dictatuur geleid door de grootvader van de huidige leider... de overleden Kim Il-sung! Er is feitelijk kapitalisme en er is ook een grote zwarte markt.
George W. Bush begon Noord-Korea te beschuldigen van terrorisme; hij rekende het land tot wat hij noemde "de as van het kwaad" en hij noemde een oorlog een reële optie. In 2005 gaf Noord-Korea toe kernwapens te hebben en het jaar daarop testte het lange-afstandsraketten (met de V.S. in bereik). Ondanks de waarschuwingen van de V.S. voerde Noord-Korea op 9 oktober 2006 een kernproef uit. In 2007 ruilde het zijn nucleaire activiteit met het westen voor aardolie en in 2008 werd een inspectieteam toegelaten. Toen in 2009 Noord-Korea een raket lanceerde met een satelliet, dreigde de V.S. met nieuwe sancties maar Noord-Korea zette de inspecteurs aan de deur en hervatte het kernprogramma. Op 25 mei 2009 volgde een tweede, nu veel krachtiger kernproef alsook tests met korte-afstandsraketten en de V.S. brachten hun troepen in hoge staat van paraatheid.
In 2010 doet een Noord-Koreaanse torpedo een Zuid-Koreaans oorlogsschip zinken en het belooft een kernoorlog in geval van sancties hiertegen, waarna Zuid-Korea aanklopt bij de Veiligheidsraad. Na een legeroefening van de V.S. (met achtduizend manschappen) dreigt Noord-Korea weer met kernbommen en het valt een Zuid-Koreaans eiland aan. In maart 2012 ruilt Noord-Korea zijn kernproeven voor 240 ton Amerikaans voedsel maar in december lanceert het weer een raket. Op 12 februari volgt een derde, opnieuw krachtigere (ondergrondse) kernproef waarna op 7 maart nieuwe sancties volgen en de grensovergang tussen Noord en Zuid gesloten wordt. Noord-Korea bedreigt de V.S. nu met een atoomaanval. Op 28 maart zet Noord-Korea zijn raketten startensklaar en op 9 april maant het Zuid-Korea aan de buitenlanders uit het land te zetten. Japan richt zijn antiraketsysteem, de Zuid-Koreanen mogen weer in Noord-Korea werken.
Noord-Korea heeft met 1,2 miljoen soldaten en 5 miljoen paramilitairen (samen 5 percent van de bevolking) de vierde grootste strijdmacht ter wereld.
(J.B., 11 april 2013)
Noten:
(1) Dat de eenheid van een land met zekerheid blijkt uit het feit dat men samen deelneemt aan sportieve manifestaties staat buiten kijf. Zo bijvoorbeeld reden na de Turkse overwinning van een voetbalwedstrijd België-Turkije, de reeds vierde generatie Belgen van Turkse komaf met luid autogetoeter door de straten van Belgische steden om hun overwinning te vieren.
(2) In Noord-Korea wordt de Juche-kalender gebruikt: de jaartelling begint in 1912, het geboortejaar van Kim Il-sung. Heden zijn we daar dus in het jaar 102.
Kuddegeest is een mooi ding als het gaat om wilde dieren die daarmee zo goed als mogelijk het voortbestaan van de soort willen verzekeren, maar het is uiteindelijk exclusief voor beesten omdat het blind is en zeker niet de heldhaftigheid tot motor heeft doch de bekrompen angst. Wie met de kudde meehollen, denken allang niet meer na: zij lopen omdat zij in paniek zijn en zij volgen slaafs de kuddeleider die met hen doet wat hij wil. Bange mensen immers beslissen niet zelf over wat zij doen; zij geven hun verantwoordelijkheid aan een ander af in ruil voor bescherming of, veel vaker nog, in ruil voor de illusie daarvan. De paradox is dat bangheid het eigen kleine ik betreft, terwijl de kudde allerminst om enkelingen geeft doch slechts het soortbehoud beoogt. De kudde benut met andere woorden het egoïsme van haar leden om zichzelf te handhaven als groep... ten koste van de enkelingen. De natuur rekent immers niet met personen doch met aantallen, en dat doen ook veldheren wanneer zij soldaten rekruteren, en predikers, wanneer zij volgelingen willen maken. De groep is enkel groter dan de enkeling waar gefocust wordt op kwantiteit maar kwalitatief is een kudde even ver verwijderd van een persoon als een steen verschillend is van een levend wezen.
Kudden, meutes of groepen bestaan bij de gratie van de angstvalligheid van al hun leden, om niet te zeggen dat zij hun bestaan uitsluitend aan de lafheid danken van al de enkelingen die er deel van uitmaken. Het is een bekend gegeven in de sociologie dat een leider zijn macht ook aan die zwakheid van zijn ondergeschikten dankt, en vooraleer hij hen tot willoze en volgzame instrumenten maakt, zal hij hen ook eerst breken. Een persoon breken is relatief gemakkelijk voor wie én de middelen hebben die dat mogelijk maken én het geweten missen die dat in de weg staat: het volstaat om het slachtoffer te brengen tot zelfverraad en exemplarisch is in dit verband de uitwerking op burgers van een verblijf in kamer 101 in Orwell's 1984. De aldaar beschreven dystopie transformeert burgers in willoze instrumenten die blind gehoorzamen aan de leider nadat zij er eerst toe gebracht werden om onder de dreiging van het allerverschrikkelijkste, datgene wat hun het liefste is op aarde, teniet te doen. De totale overgave van het slachtoffer aan de folteraar wordt verzekerd door de wet van het lijfbehoud en slechts helden kunnen hieraan weerstaan - per definitie zullen helden derhalve allerminst in kudden te vinden zijn want helden volgen nimmer leiders, zij hebben zichzelf in de hand.
Christus was geen christen en Marx was geen marxist en op dezelfde wijze behoort een leider nimmer tot zijn kudde: men volgt hem niet na door in de kudde te gaan lopen doch door zélf het leiderschap op zich te nemen en meer bepaald het leiderschap over zichzelf. Een mens kan de natuur niet beheersen als hij niet eerst meester over zijn eigen natuur leert te zijn, precies zoals niemand zonder vijanden kan zijn als hij niet eerst de vijand die hij voor zichzelf is, onderwerpt. Zo hebben de natuurwetenschappen helemaal niet toevallig hoge toppen kunnen scheren uitgerekend in het gekerstende gedeelte van de wereld, want kerstening of christianisering vereist vooreerst de onderwerping van de eigenste natuur en meer bepaald de onderwerping van de eigen natuur aan de ziel die op haar beurt gehoorzaamt aan hogere, ethische wetten waaraan zij haar bestaan dankt. En verder dan dat kan een mens niet komen daar hij slechts een mens is en geen god, wat men ook moge zeggen over het diepste der gedachten.
De dingen verbergen zich bij voorkeur onder hun tegendeel en zelfs de meest primitieve natuur verwerft het meesterschap in die gedaante der verschalking - de mimicry of camouflage, de komedie, het toneel, de verkleedpartij, de goede manieren, het vernis of wat zichzelf de naam geeft van beschaving. Zo ook verbergt de lafheid zich bij voorkeur onder de in vele winden wapperende vlaggen van heldhaftigheid, terwijl helden zich door de band verbergen teneinde zich ongestoord te kunnen wijden aan de taak waarmee zij zich immers vereenzelvigen. Alleen wie van hun eigen werkzaamheden onderscheiden zijn, behoeven daarvoor op de koop toe ook nog een loon en van zodra zij dat hebben opgestreken, verlaten zij hun werk dat derhalve niet het hunne is - zij gehoorzamen aan wetten waarvan zij zelf de zin niet zien. Een mens is niet elders dan waar zijn hart is.
Of het nu gaat om bendes op lawaaierige motoren, een losgeslagen massa van supporters, geheim doende verenigingen van communisten, islamitische fundamentalisten, aanhangers van Opus Dei, sekteleden, belegen logebroeders of nog andere megalomanen - het is eender: van zodra personen zich verdoven kopje onder in een kudde, bestaan zij als mens allang niet meer en kunnen zij ook niet langer menselijk handelen, zij hebben hun verantwoordelijkheid uit handen gegeven aan een vreemde en in wezen hebben zij zichzelf aldus vernederd tot de kwalijkste slavernij. In dergelijke kuddes gaan persoonlijkheden voorgoed ten onder, verzuipen door de versnippering de verantwoordelijkheid en mét de plicht tot verantwoording ook de redelijkheid, het gezond verstand en de morele gevoeligheden die de mensheid onderscheiden van de beesten en ook van de beestachtigheid die men als het ware ruiken kan waar uniformen opdagen en waar vlaggen waaien. Vaak is het zonde om de naam der beesten in dat kader te gebruiken.
Op 10 april 2013 komen berichten in het nieuws dat intussen een twaalftal kindsoldaten van hier ten lande zijn gesneuveld in het verre Syrië, hier ter plekke voor het moorden warm gemaakt door lieden die beweren dat het God zelf is die zij aldus dienen. De ouders van de jongeren van wie de hersenen werden bewerkt zoals hoger aangegeven, zijn in diepe wanhoop, maar de slavendrijvers zijn en blijven op vrije voet, zij wanen zich echt onaantastbaar, mede door de angst die zij inboezemen bij de massa sinds de elfde september 2001. Alle vernietiging verbergt zich immers achter een valse grootsheid daar zij een geweld laat zien dat ook het eigen leven nemen kan: het is niet een grootsheid die doet buigen maar de vrees voor het verlies van de enige echte grootsheid die deze van het leven is. Eén aardbeving volstaat om een heel volk te verzwelgen dat miljoenen jaren nodig had om uit de aarde op te staan, maar dat maakt een beving nog niet groot, zij brengt immers helemaal niets in de plaats van wat zij zomaar deed verdwijnen. De grootste sukkelaar bezit de macht zichzelf te doden maar één enkele cel tot leven roepen kan zelfs de meest geniale wetenschapper niet.
Het is geen kunst om mee te drijven met de stroom, zelfs niet als deze enkel de verdrinkingsdood belooft - zelfs wrakhout drijft. Zwemmen daarentegen, zich bewegen in een richting die men zelf kiest, is een heel andere prestatie. Soldaten worden gerekruteerd, hetzij onder lijfelijke dwang, hetzij door zogenaamde overreding, maar als de middelen waarmee men dan die redelijke strijd voert, ongelijk zijn, omdat een ongeschoold kind zich nu eenmaal niet verweren kan tegen een geoefend redenaar, dan wordt dit spel heel vals en laf gespeeld. Als dit geen moord met voorbedachten rade is, dan telt dit ondermaanse tranendal geen moordenaars. Vergeten wij ook niet dat leiders die hun kudde horen te beschermen terwijl zij zelfs verzaken aan de plicht om de weerlozen onder hen te behoeden voor de boze wolf, dezelfde vreselijke misdaad delen, zoals onlangs nog werd gezegd over de bisschoppen die kindermoordenaars bedekten met wat zij in hun camouflagetaaltjes de mantel der liefde noemden.
De mantel der liefde is het ook waaronder diegenen zich verbergen die met de godsdienstvrijheid zwaaien wanneer het brigades betreft, eskaders die middels de terreur de rationaliteit verlammen en zo ook de fysieke kracht, en die er op die slinkse wijze zelfs in slagen om ongehinderd onder de vlag van een religie de haven van een beschaving in te varen: niet om die met ongekende vruchten te verrijken maar om ze gewoon op te blazen.
In feite gaat het om de mantel van angst, het kleed van lafheid en van zwijgen, want het is nimmermeer een kunst om machtigen te aanbidden, om de groten der aarde onder zijn vrienden te rekenen en om allerlei geschenken neer te leggen aan de voeten van wie rijker zijn: die gebaren camoufleren slechts de afgunst, de smeekbede om in de gunst te komen, desnoods tegen elke mogelijke prijs, van lui die handelen naar willekeur. Het spreekwoord van If you can't beat them, join them, is daarom slechts vanuit puur natuurlijk oogpunt redelijk te noemen, zoals ook het recht van de sterkste, waarvoor zij capituleren die deze spreuk op de lippen hebben.
(J.B., 10 april 2013)
09-04-2013
Aan welke ziekte lijdt het geld?
Aan welke ziekte lijdt het geld?
Banken zijn privé-instellingen die het geld en de schulden van hun klanten beheren. Het geld is een ruilmiddel dat zijn waarde enkel ontleent aan afspraken onder diegenen die bezittingen met elkander ruilen. Het geldwezen geeft aan al wie ruilen het bijzondere profijt dat zij niet voortdurend van her naar der met hun goederen moeten zeulen. Banken spelen derhalve een belangrijke rol in de bijzondere rentabiliteit welke voortspruit uit het gebruik van het geld. Aangezien het geld zijn wezen en dus zijn functie uitsluitend dankt aan afspraken onder zijn gebruikers, steunt de waarde van geld enkel en alleen op de trouw aan die afspraken. En de gebruikers van het ruilmiddel zijn aan het ruilmiddel trouw omdat zij trouw zijn aan het principe van het privaatbezit: Jedem dasz seine, zoals het in smeedijzeren letters prijkt op het hek bij de entree van het concentratiekamp van Buchenwald. (1)
In fel contrast met het beginsel van het recht dat in wezen het beginsel is van de wraak, uit het jodendom bekend als Een oog voor een oog en een tand voor een tand, staat het christelijke principe dat misschien nog het beste verwoord wordt in het motto: Draagt elkanders lasten. Dit motto dat ons aanspoort om elkaar te bevrijden, beantwoordt avant-la-lettre het in Huis clos in literaire vorm gegoten pessimistische existentialisme van Jean-Paul Sartre die met de oneliner van l'enfer c'est les autres stelt dat mensen elkaars vrijheid beperken.
Het christelijke principe is en blijft revolutionair te meer omdat dit het recht overstijgt door zijn vorm die geen wettelijke verplichting oplegt welke dan door sancties wordt afgedwongen, doch een aansporing is tot een handelwijze die zijn eigen beloning in zich heeft of is en die derhalve getuigt van authenticiteit, van waarheid en van een hogere orde van rechtvaardigheid. Het motto van Jedem dasz seine dat de poort naar het kamp van Buchenwald moet opfleuren, illustreert eveneens de poort naar de hel die de kapitalistische wereld tenslotte geworden is. De tekst die Dante Alighieri in zijn Commedia toedichtte aan het opschrift van de hellepoort - Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt! - verwijst inderdaad naar de wanhoop eigen aan alle werelden die van het christendom gespeend zijn. De kerstening van de wereld is daarom onvermijdelijk een aanvaring met uitgerekend die principes die niet alleen de bijzondere orde in de concentratiekampen maar tevens de orde in de wereld van de bouwers ervan kenmerkt.
Het dragen van elkanders lasten is datgene waartoe in het christendom wordt aangespoord, maar het kan uiteraard aan niemand worden opgelegd zonder dat het tegelijk de kracht verliest die het rechtvaardigt als verheven boven het principe van de wraak. Immers, wie ertoe gedwongen wordt om het goede te doen, doet het niet langer uit zichzelf en zal derhalve ook niet het loon ervaren dat uit die handelwijze voortspruit: hij wordt dan door de plicht tot het goede geïnstrumentaliseerd en mist derhalve de kans om er bewust aan deel te nemen. De verplichting tot het goede is echter wat zich in de eindtijd aan de wereld opdringt, evenals de verplichting tot het ware: het non posse peccare [het niet (meer) kunnen zondigen of dus de totale onvrijheid] is een toestand welke in de eindtijd volgt op die van het non posse non peccare [het niet kunnen niet zondigen] van na de zondeval, die op zijn beurt wordt voorafgegaan door de toestand van het posse peccare [het kunnen zondigen of de vrijheid]uit het Aards Paradijs. (2) In deze verplichting die uit het wezen van de tijd voortspruit, ligt het laatste oordeel zelf dat zonder weerga is. Niemand kan de stelling van Pythagoras nog loochenen omdat zij waar is en haar waarheid in het volle licht staat van de openbaarheid. Maar zoals de scholastici al wisten: ens et bonum convertuntur - wat (waar) is, valt ook samen met het goede - en derhalve zal bij de voleinding van de tijden ook het goede volstrekt onloochenbaar geworden zijn. Wie goed doen, zullen dan met de waarheid overeenstemmen maar wie het kwade willen, zullen met de waarheid vloeken, wat betekent dat zij buiten de werkelijkheid zullen vallen of dus niet meer echt zullen bestaan.
Het is vaak zeer de vraag in hoeverre wereldse gebeurtenissen zich al dan niet gewild of zelfs bewust voltrekken, maar hoe dan ook dwingen de traagheid van de dingen en de onomkeerbaarheid van de tijd zelf tot evoluties in een welbepaalde richting die op den duur niemand meer ontkennen kan. Het gouden kalf dat vanwege zijn aanbidders absolute trouw eist, komt zelf die trouw niet na en deze paradoxale ontwikkelingen die heden schering en inslag zijn geworden, verspreiden zich op elk maatschappelijk terrein. Dat banken in plaats van het bezit van hun kliënten te bewaren, hen bestelen, vormt helemaal geen uitzondering op het algemeen klimaat van bedrog, het is er alleen maar de ultieme bevestiging van. Waar ooit de dieven nachtelijk en via kelders of daken in andermans huizen inbraken, doen zij dat nu in het volle daglicht langs de voordeur en in de gedaante van beschermengelen die ons bijvoorbeeld peperdure alarminstallaties tégen diefstal weten aan te smeren, een belegging of een rekening waarin wij zonder nadenken ons hele hebben en houden investeren, terwijl dat kapitaal door de inners ervan onmiddellijk wordt opgemaakt omdat de wet de banken tot slechts enkele percenten kernkapitaal verplicht. Banken weten sinds oudsher via corrupte politici ook hele staten aan zich te binden middels megaleningen tegen huizenhoge interesten die tot in de eeuwigheid zullen moeten worden afbetaald - de zogenaamde staatsschuld - en op de koop toe laten brave burgers zich er ook nog toe verleiden om deze schulden via de aanschaf van staatsbons godbetert op te kopen.
Omdat zoals hoger gezegd het geld zijn waarde uiteindelijk ontleent aan afspraken onder diegenen die zich van het monetair systeem bedienen, terwijl de naleving van afspraken wordt afgedwongen door de rechtsstaat, zal de onbestrafte overtreding van die afspraken onvermijdelijk de val van de rechtsstaat tot gevolg hebben. Te geloven dat hieruit een samenleving zou resulteren waarin niet langer het wraakprincipe heerst doch het beginsel waarbij men al dan niet gedwongen elkanders lasten dient te dragen, ware echter al te voortvarend. Indien er al een nieuwe sociale orde uit de oude voortkwam, dan zou het zeer zeker een orde zijn met dwang, zoals in de literaire beschrijvingen der dystopieën - Wij van Zamjatin, Huxley's Brave New World, 1984 van Orwell - maar het is uiteraard zo goed als zeker dat de nieuwste orde een verschrikkelijke dictatuur wordt welke de wellicht korte periode van chaos, volgend op de instorting van het huidige systeem, zou beëindigen.
De ziekte waaraan het geld lijdt, heet megalomanie of grootheidswaanzin: het geld acht zichzelf meer dan het is, en dat betekent véél meer, want het geld is slechts een middel en het waant zich een doel. Het geld heeft uit zichzelf geen wezen, het werd mét zijn functie een ziel toegekend door mensen die de handel makkelijker wilden maken. Het geld ontleent zijn waarde aan de trouw en waar dit beginsel van de trouw met de voeten wordt getreden - zo dikwijls omwille ván het geldelijk gewin, o paradox! - zal onvermijdelijk ook het geld zelf in het niets verzinken. De apostel zegde het in zijn brieven al, dat er zonder de liefde niets kan zijn - de liefde of de trouw; zelfs niet het allermachtigste fortuin.
(J.B., 9 april 2013)
Noten:
(1) Jedem dasz seine of elk het zijne, aan elkeen wat hij verdient, is een spreuk verwijzend naar het Latijnse motto suum cuique alsook naar het Griekse beginsel in De staat van Plato en in de Nikomacheïsche Ethiek van Aristoteles waarmee de rechtsstaat ter bescherming van het privaat bezit gegrondvest wordt. Ook Cicero en Justinianus benadrukten dit beginsel dat het motto werd van onder meer de Hoher Orden vom Schwarzen Adler in het Pruisische koninkrijk.
"Belastingen zijn de prijs die we betalen om in een beschaafde maatschappij te leven", aldus de Keniaan Alvin Mosiona die zich engageert voor Tax Justice Network Africa. Wat in Afrika gebeurt, is schrijnend. Veel (westerse) bedrijven hebben er een dubbele boekhouding: op papier lijden ze verlies en dus betalen ze geen cent belastingen, maar in werkelijkheid boeken ze gigantische winsten en ze vluchten daarmee naar de zogenaamde belastingparadijzen in Zwitserland, Jersey of op de Caymaneilanden. Intussen verkommert het land waar de winsten werden gemaakt, bij gebrek aan inkomsten en wordt het afhankelijk van buitenlandse hulp. Het gaat om zowat 900 miljard dollar aan gestolen Afrikaans geld in de afgelopen veertig jaar. "Het zijn centen die [de mensen] anders hadden kunnen gebruiken om het schoolgeld te betalen voor hun kinderen of voor werken aan hun huis", aldus Mosiona. (1)
De Amerikaanse ontwikkelingseconoom Jeffrey Sachs klaagt aan dat niet alleen het overbekende Zwitserland, de Caymaneilanden en Monaco belastingparadijzen zijn: het allerergste bedrog gebeurt door de rijke OESO-landen (waarvan de Vlaming Yves Leterme sinds 2011 plaatsvervangend secretaris-generaal is) welke onder elkaar beginnen te concurreren in het scheppen van mogelijkheden voor bedrijven om er de belastingen te ontduiken teneinde zo kapitaal aan te trekken, zoals ook ons land dat doet met de zgn. 'notionele intrestaftrek'. Het kapitaal dat via de belastingen aan het volk toekomt, verdwijnt in de zwarte kas van de bedrijven die daarom feitelijk criminele organisaties zijn die de betrokken landen financieel uithollen. (2)
Bedrijven zoals Google en Microsoft gebruiken alle kostbare maatschappelijke voorzieningen, boeken gigantische winsten, maar laten het betalen van belastingen over aan de kleintjes op wie zij feitelijk parasiteren. Die plundering der armsten gebeurt volgens Nicholas Saxson met de medewerking van grote banken. Derde wereldlanden gaan leningen aan bij westerse landen maar het geleende geld verdwijnt in de zakken van plaatselijke dictators en grote banken zorgen voor het versluizen van die criminele fortuinen. Zoals vroeger tientallen miljoenen slaven uit de derde wereld naar het westen werden verscheept, zo gebeurt dat nu met de kapitalen: de armen worden armer, de rijken incluis de zogenaamde filantropen worden rijker en het westen specialiseert zich in het faciliteren van die megaplunderingen. (3)
Tennissters, wielrenners, zangers, acteurs en andere vedetten ontduiken sinds jaar en dag belastingen middels optrekjes in bijvoorbeeld Monaco of Rusland en zo geven ze alles behalve het goede voorbeeld voor de plichtsgetrouwe medeburgers terwijl zij dikwijls tegelijk functioneren als ambassadeur voor het land. Zo zou rockster Bono, inmiddels bekend als filantroop, zelf aardig sjoemelen met zijn belastinggelden: wat hij via de voordeur weggeeft, sast hij via de achterdeur dubbel naar binnen. Hij heeft nu onderdak in Nederland dat aan artiesten fiscale supervoordelen biedt via allerlei constructies en hij zou hierin al voorafgegaan zijn door de Rolling Stones. (4)
In de afgelopen jaren hebben de rijke OESO-landen aan hun burgers meermaals de gelegenheid gegeven om hun zwart geld wit te wassen: wie het aangaf, kreeg amnestie en een voordeeltarief. Sinds zij op papier in de regel zijn, kunnen OESO-landen geen belastingparadijzen meer genoemd worden terwijl ze dat wel degelijk zijn voor de allergrootste firma's die bijvoorbeeld in Frankrijk 8 percent betalen, waar kleine bedrijven worden getaxeerd met 28 percent. (5)
Kers op de taart is misschien wel het Europees Noodfonds dat zich verheft boven alle wetgevingen en dat onder het voorwendsel van noodhulp aan slabakkende economieën, het zuur verdiende belastinggeld van de modale burger, dankzij de mist van de internationalisering, versast naar de bankrekeningen van de rijken. Zo betaalden via dat noodfonds alle Europese belastingbetalers mee aan het dekken van de waardeloos geworden Griekse staatsbons, terwijl de rijkste Grieken geen belastingen betalen omdat zij hun fortuinen parkeren op belastingparadijs Cyprus. Europa kon er tenslotte niet aan uit om die fortuinen aldaar te gaan aanspreken, maar zoals verwacht kon worden, werden de superrijken tijdig gewaarschuwd en trof de maatregel alleen de armere Cyprioten die terecht klagen dat zij in Europa leven onder een dictatuur. Het zijn inderdaad de rijke en spitsvondige belastingontduikers die over de landsgrenzen heen en met steeds vernieuwde kanalen, de arme bevolking steeds weer weten te pluimen.
Twaalf percent werklozen telt de EU begin april 2013, en dat betekent niets anders dan dat onze politici er maar niet in slagen om aan alle burgers werk te verschaffen. Uiteraard is het de taak van de politici om voor eenieder een job te voorzien en de cijfers vertellen ons onomwonden dat zij falen. Edoch, volgens een oude, beproefde methode wordt die mislukking geschoven in de schoenen van... de slachtoffers: uitgerekend diegenen aan wie de politici geen job kunnen aanbieden, krijgen behalve het nadeel ook nog eens de schuld wanneer men over hen zegt dat zij "niet willen werken".
Het blijkt vaker een even trefzekere als bedrieglijke tactiek om aan de slachtoffers de schuld te geven en die dan toch bijzonder laffe werkwijze heeft zijn wortels in een bepaald religieus denken en meer bepaald in de overtuiging dat elkeen naar verdienste wordt verloond. Door het lot of door de misdaad benadeelden worden alras geboekstaafd als bestraften en van bevoordeelden zegt men algauw dat ook zij het loon ontvangen dat ze hebben verdiend. Mensen met een gehandicapt kind moesten toentertijd ook hier de uitleg aanhoren dat zij aldus door god zelf voor hun zonden werden gestraft, terwijl welvarenden konden rekenen op nog meer bijval. Dat volgens dezelfde religie de wereldlijke macht des duivels was, vergat men onmiddellijk als dit zo in het eigen kraampje paste.
De slachtoffers krijgen de schuld: geen mens die het zo bekijkt, kon het geloven, maar een geoefend redenaar kan deze zaken altijd wel zodanig draaien dat de massa er geheel achteloos intrapt. Neem nu die werklozen van wie dan gezegd wordt dat zij "niet willen werken": politici die deze stelling kracht bijzetten - en vandaag gaan steeds meer politici die laffe toer op - rekenen in hun kwade trouw op bijval bij diegenen die alsnog aan het werk zijn en zij hopen dat zij dezen in het harnas kunnen jagen tegen diegenen met wie zij solidair zijn. Gelukkig is het 'werkvolk' niet zo dom als sommige politici dat kennelijk verhopen en bestaat daar niet zo'n giftige graad van concurrentie als dat vaak het geval is bij de prominenten, maar soms legt het principe van 'verdeel en heers' de caesars allerminst windeieren.
Slachtoffers die de schuld krijgen, men vindt die mensonwaardige aanpak zelfs bij welbekende professoren ethica die zich opwerpen als helden terwijl zij ervoor pleiten om in het kader van de zogenaamde overbevolking, armen in de derde wereld met een ecologische voetafdruk van welhaast nul-komma-nul onvruchtbaar te maken en dan nog door omkoping. Als er al een overbevolkingsprobleem bestaat, dan is dat zoals elkeen weet een probleem van verbruik per kop. In de wetenschap dat een rijke westerling zowat het duizendvoudige verteert van een arme Haïtiaan, zal het terugdringen van die arme bevolkingsgroepen het gestelde probleem alleen nog groter maken. Hoewel te gek om los te lopen, wil dit voorstel vanwege zelfverklaarde ethici zich op de koop toe realiseren door aan bijvoorbeeld straatarme Haïtiaanse moeders in ruil voor hun sterilisatie 50 euro aan te bieden.
Het herinnert aan de nazi-propaganda met zijn oorlogslogica: in de jaren dertig liet Himmler reusachtige affiches ophangen met daarop afgebeeld een schamele krankzinnige zittend op een stoel en achter hem een breedgeschouderde en gezonde verpleger, voorzien van de tekst: "5000 Duitse Mark per jaar kost deze zieke aan de staat; burgers, het is uw geld!" En deze slachtoffers kregen ook de schuld en zij werden kort daarop met miljoenen tegelijk gedeporteerd in niet minder dan veertig duizend concentratiekampen verspreid over geheel Europa - velen van hen werden vergast, velen crepeerden door uithongering in dwangarbeid. De ganse Europese bevolking was op de hoogte van de wantoestanden maar vrijwel iedereen zweeg, de clerici incluis, uit angst hetzelfde lot te zullen moeten ondergaan.
In zijn redevoeringen stelde Hitler dat het toch niet zijn kon dat de sterkste en gezondste burgers moesten sneuvelen aan het front om de zieken en de zwaksten aan het thuisfront in leven te houden en de massa trad hem hierin bij - niet omdat zij overtuigd was maar omdat de dictator het gezegd had. Dat men een volk niet gezonder maakt door de zieken uit te moorden en dat men de ziekten moet aanpakken, zal elke mens die over een minimum aan intelligentie beschikt, onmiddellijk verstaan, maar als een prominent figuur het tegendeel uitbraakt, dan dicteert de kuddegeest aan de kudde om dit zonder meer te accepteren. Wie alsnog denken dat deze waanzin voorgoed tot het verleden behoort, dient zich eens te bezinnen over de abortus- en euthanasieklinieken die gestaag de plaats innemen van de klinieken waar nog geneeskunde wordt beoefend. Terwijl de laatst genoemde instellingen nog altijd ziekten pogen uit te roeien teneinde aldus zieken gezond te kunnen maken, zijn de eerst genoemde erop gericht om de zieken zelf uit te roeien. Dat zij zich desondanks en de eed van Hippocrates ten spijt onder de medische koepel kunnen scharen, is wel bijzonder onheilspellend.
De slachtoffers krijgen de schuld en moeten boeten, de daders gaan vrijuit: dit is de zuiverste toepassing van het recht van de sterkste - de ontbinding van onze beschaving.
(J.B., 2 april 2013)
01-04-2013
Een nieuwe ijstijd?
Een nieuwe ijstijd?
In zijn laatste levensjaren heeft de beroemde weerman Armand Pien het nog voor de televisie opgebiecht: onder druk van de politiek moest hij ter gelegenheid van de kernramp te Tsernobyl in 1986 liegen over de dramatische toestand hier ten lande en over de gevaarlijke hoeveelheid radio-activiteit in de lucht; hij moest zowaar zijn weerbericht wijzigen... omwille van wat men de sociale vrede noemt. De sociale vrede, de angst voor de angst. En is het ook nu weer omwille van die sociale vrede dat de stilte wordt bewaard omtrent een fenomeen dat zo mogelijk nog dramatischer gevolgen zal hebben, met name het aanhouden van de vrieskou?
Het is algemeen bekend dat wij in West-Europa zonder de invloed van de warme Golfstroom, echt Russische winters zouden hebben, winters zoals in het Russische binnenland waar de temperende invloed van die zeestroming vanuit de Golf van Mexico ontbreekt. Maar sinds enkele decennia neemt de Golfstroom af in kracht en pas in de laatste paar jaren is die verslapping van die aard dat zelfs jaarlijks migrerende visscholen niet meer op hun bestemming geraken en dat in de lente van 2013 in Duitsland werd vastgesteld dat arriverende trekvogels rechtsomkeert maken.
De motor van de Golfstroom ligt bij de Noordpool, waar het aan de oppervlakte aangevoerde warme water tegen het ijs botst en bevriest, waarna het resterende zoute water, dat veel zwaarder is, zinkt en in tegengestelde richting onder de aangevoerde stroming door naar de Golf terugkeert. Het is een beweging zoals van een immense rupsband: aan de oppervlakte een Noord-Oostwaartse stroming met warm water en onderzee een Zuid-Westwaartse met afgekoeld water retour. Edoch, het poolijs smelt, zozeer zelfs dat de ijsberen verdrinken...
De West-Europese bevolking blijft hopen op de lente en op het wegblijven van de vorst, maar het is inmiddels april geworden, de dagtemperaturen liggen een achttal graden onder het gemiddelde, kouderecords sneuvelen en er is geen beterschap in zicht. Dat onze hoop misschien wel ijdel is en dat het nog heel lang koud kan blijven, dat het misschien helemaal geen zomer meer wordt, gaat men wellicht vrezen als men een blik werpt op de grafiek van de zeewatertemperaturen aan de Noordzee. En het is heus geen aprilvis: de grafiek naar welke onderstaande link verwijst, toont de zeewatertemperatuur van de laatste zes jaren in telkenmale een andere kleur. Men kan zien hoe het zeewater reeds in de tweede helft van februari stijgt, behalve in het jaar 2013 dat wordt weergegeven met de zwarte lijn: tien dagen na de aanvang van de lente is het zeewater maar eventjes vier graden kouder dan normaal en de watertemperatuur zakt nog steeds verder de dieperik in:
Wij zijn zozeer gewoontedieren dat wij de dingen die wij voor het eerst te zien krijgen, voor droombeelden houden: wij kunnen ons het beeld dat ons te beurt valt niet herinneren en daarom ook houden we het voor onecht; we geloven dat het niet van buiten komt doch van binnen, recht uit onze fantasie. Om gelijkaardige redenen kijken wij over de zaken die wij zoeken heen: wij houden het stuk kaas in onze gedachten terwijl wij de inhoud van de koelkast afspeuren en valt het gezochte in onze blik, dan houden wij het voor het beeld dat van binnenuit komt en dat wordt vastgehouden op het netvlies. Zo zijn wij blind voor wat ons vreemd is maar evenzeer voor alles wat we kennen omdat we daaraan wennen.
Wij zijn zozeer gewend geraakt aan het voorhanden zijn van lucht, voedsel en water, dat wij pas merken hoe afhankelijk wij van onze contreien zijn eenmaal wij dorst en honger lijden of in ademnood verkeren. Vaak duurt het tot dat kritieke moment dat wij ons realiseren hoe wonderlijk het is dat wij dagelijks levend voedsel tot ons moeten nemen teneinde zelf in leven te kunnen blijven: op het ogenblik dat wij ermee ophouden om leven uit onze omgeving tot ons te nemen, houden wij zelf met leven op. We zien dan dat wij ons eigenste leven niet uit onszelf halen, doch dat wij het danken aan een gestage toevoer van leven dat buiten ons om bestaat. En ons voedsel is inderdaad van andere levende wezens afkomstig; evenmin als die levende wezens, is het voedsel dat zij geven, maakbaar. Wij zijn niet gemaakt, wij zijn geschapen en ook datgene wat ons elke dag in leven houdt, is van levende schepselen afkomstig. Wij zijn ontstaan uit een levende bron, die immers onze moeder is, en ons voedsel is aan diezelfde bron ontsproten en herinnert ons zodoende dagelijks aan haar: indien wij ophielden met putten uit die bron van leven, dan zou alras het leven wegvlieden uit onze leden.
Maar zoals wij dagelijks voedsel uit de levensbron tot ons moeten nemen om fysiek te kunnen blijven bestaan, zo ook is ons geestelijk bestaan afhankelijk van een voortdurende toevoer van geestelijk voedsel uit een geestelijke bron. Zoals ons dagelijks brood ons het dagelijks leven schenkt, zo ook bestaat er brood voor de ziel dat wij niet kunnen missen als wij ook geestelijk verder wensen te bestaan. Zoals het dagelijks brood tot leven opwekt, zo ook is er brood dat voor de ziel bestemd is en dat ons kan opwekken tot geestelijk bestaan. Over dat brood wordt ons gezegd dat het de doden uit de graven opwekt tot een bestaan in eeuwigheid tot de onsterfelijkheid.
In meer religies is er sprake van een eucharistisch brood, een manna uit de hemel of een levenselixir, een toverdrank waarmee het kwaad van de dood wordt overwonnen. Op de keper beschouwd is zelfs de hele medische wetenschap in de ban van een vooralsnog onvolkomen kennis die uiteindelijk mét de overwinning aller ziekten, aan de mens de eeuwigheid kon schenken, zo mogelijk in de vorm van één simpele witte pil.
Uiteraard is dat alles slechts wensdenken en fantasie: zoals gezondheid veeleer de vrucht is van onverdroten inspanningen terwijl de idee van een pil slechts de ziekmakende luiheid goedpraat, zo ook staan de hostie, het manna of het levenselixir symbool voor een dagelijkse omzichtige bedrijvigheid op een niveau dat het puur fysieke overstijgt en dat te maken heeft met intermenselijke relaties, zorgen en gedachten die in wezen zorgen zijn welke wij dragen voor elkaar. De dan beloofde eeuwigheid ligt in het zich bevrijden van de individuele sterfelijkheid via identificatie met soortgenoten: de leeftijd van de soort zal alvast die van de enkelingen overtreffen en met een korrel zout genomen betekent hij de eeuwigheid.
Wie alsnog willen kunnen hopen op een eigen voortbestaan over de grenzen van de dood, die hangen misschien nog al te zeer vast aan uitgerekend datgene wat zij moeten laten varen om de dood te kunnen overwinnen, en dat is het eigen ik. Want is het dan niet zo dat wie zijn ik heeft overwonnen, niet langer naar die vorm van onsterfelijkheid zál verlangen aangezien het ik van wie het overwon ook niet meer leeft?
Op die manier is Pasen zeker niet dat feest van superegoïsten die niet genoeg hebben aan een bestaan op aarde voor zichzelf en die aan dat eigen ik ook nog tot in de eeuwigheden geketend willen zijn. Veeleer slaat de verrijzenis van 't vlees op een loslaten ervan, in de overtuiging dat men niet meer verliezen kan wat men reeds weggaf voor het heil van anderen noodzakelijkerwijze via de heilige weg van het kruis. Ook mieren doen dat en verder alle dieren, alle schepselen van God. Wij zien alleen niet altijd meer dat wijzelf het zijn als wij onze soortgenoten ontwaren, omdat wij blind geworden zijn. En het weze herhaald, dat wij blind zijn voor de dingen die ons onbekend zijn én voor de dingen die wij kennen, maar misschien nog het meest voor die dingen waarvan wij denken dat wij ze kennen.
(J.B., Stille Zaterdag 2013)
28-03-2013
Het zwijgen, de repressie en de opstanding
Het zwijgen, de repressie en
de opstanding
Men herinnert zich het
spreekverbod in de kloosters van weleer, en niet alleen de
zwijgplicht van de broeders en de nonnen maar evenzeer het bevel om
de mond te houden aan het adres van bijvoorbeeld ongehuwde moeders
die toentertijd omwille van familieschandekwesties in tehuizen werden
ondergebracht. En waarom moesten leerlingen in allerlei internaten,
kazernes en gestichten, hun mond houden? Waarom dan leerde men aan
het volk dat spreken zilver is doch zwijgen goud? Waarom wordt het
'onschuldige' babbelen, samenscholen en konkelfoezen van
ondergeschikten door hun meerderen immer zo buitensporig zwaar
bestraft? En het antwoord op die vraag brengt ons naar wat de
zwijgers uit de Nazi-tijd nadien vertelden over het tragische
gebeuren van de deportaties naar de alles samen meer dan
veertigduizend kampen in Europa waar men dan toch niet naast kon
kijken: "Wir haben es nicht gewuszt"!
Want beslist is het niet zo dat
geen mens er lucht van kreeg, in wat er toen op grote schaal aan
wreedheden gebeurde het tegendeel is waar: geen mens was er die
het níet wist. Maar de grote stilte omheen het dramatische gebeuren,
het taboe, het spreekverbod, de schaamte, de lafheid en de angst,
kortom het zwijgen deed de huizenhoge leugen heersen dat al
datgene wat niet waar mócht zijn, ook niet gebeurde. Hoe wreed het
ook was, het werd door de vingers gezien, alleen al omdat het
getuigenis van het kwaad ook medeplichtig maakt: wie erover praat,
heeft het gezien en die heeft dan ook niets gedaan tenzij gepraat,
terwijl diegenen die alleen maar zwijgen, het voordeel genieten van
de twijfel, want mogelijkerwijze hébben zij ook niets gezien.
Een volk overheersen is een
volk het zwijgen opleggen; een volk de vrijheid ontnemen is
het verbieden om te spreken. En het spreekverbod is zo schrikbarend
efficiënt omdat wat niet gezegd wordt, ook niet of nauwelijks in het
bewustzijn kan verschijnen: het verzwegene is op den duur zoals een
kwade droom, een nachtmerrie, het lijkt wel louter uit gedachtestof
gevormd te zijn en dus uit de stof waaruit ook de verbeelding
opgebouwd is of, erger nog, de inbeelding.
Niet alleen de waarheid wordt in
tijden van grote misdaden verzwegen maar ook het zwijgen zelf wordt
dan gecamoufleerd en wel met een leugenachtig gepraat dat zelfs aan
de kinderen opgedrongen wordt: zij moeten het namelijk leren nazeggen
en dan nog het liefst zonder erbij na te denken, teneinde de
geestelijke pijn welke uit de wetenschap dat wat men zeggen moet
onwaar is, voortspruit, draaglijker te maken. Het zwijgen wordt
verkapt met leugens en wie zwijgen, worden dan ook tot liegen
gedwongen zodat hun medeplichtigheid aan de misdaden die verborgen
moeten blijven, manifest wordt, wat het onderspitten van de
wreedheden dan ook perfectioneert. De totale vernietiging van de
waarheid kan op den duur alleen nog worden ontmaskerd door mensen die
nog geen zwijgen kennen omdat zij ook nog geen woorden kennen, geen
taboes en schande, en dat zijn de mensen die nog maar pas op aarde
aanbeland zijn: onze kinderen. Zij worden geflankeerd door diegenen
die de woorden welke zij geleerd hebben alweer vergaten omdat er
gaten in hun hersenen vallen ingevolge ziekte of ouderdom en daarom
ook zijn onze oudjes de beste maatjes met de kleinsten, terwijl beide
partijen in allerijl onttrokken worden aan de maatschappij en
weggestopt in scholen en gestichten. Daar worden hun hersentjes
gekneed in de gewenste richting, met lering of met pillen, en aan
allen die de leugen niet of niet meer dienen kunnen, prijst men de
zogenaamde 'goede dood' aan, zoals men de moord is gaan noemen die
euthanasie tenslotte is.
Over de waarheid dient te worden
gezwegen, het zwijgen wordt op zijn beurt verbloemd met leugens en
vandaar ook die gigantische macht van de media in een wereld waarin
de waarheid niet langer vanzelf spreekt maar waar daarentegen de
leugen heerst, koning is en God zelf naar de kroon steekt omdat de
waarheid tenslotte met het goddelijke samenvalt. Wie het volk wil
onderdrukken, moet de waarheid de das omdoen; hij dient derhalve het
zwijgen te verplichten ofwel de leugen die de camouflage van het
zwijgen is, in de ether te laten weerklinken. Wie het volk onder de
knoet wil houden, die moet de media beheersen: de kranten, de radio-
en televisiekanalen, het internet, het onderwijs en alle andere
publicaties en bekendmakingen. Immers, zolang de waarheid niet gezegd
wordt, kan de schijn worden gewekt dat zij zichzelf niet is, dat zij
niet bestaat, dat haar bestaan een hersenschim is of een droom, een
inbeelding, iets waarover slechts gekken het hebben. Warempel
volstaat het spreken van de waarheid in de wereld van heden reeds om
iemand als krankzinnig te bestempelen, en uiteraard zullen allen die
hiervan getuige zijn, er strikt het zwijgen toe doen teneinde er ook
zelf niet van verdacht te worden dat zij de grote leugen die over
deze wereld heerst, verraden.
En die realiteit ligt misschien
wel openlijk te kijk in het passieverhaal dat daarom zo aangrijpend
is en dat in deze bijzonder leugenachtige tijden des te dieper graaft
in de weinige harten die nog overschieten. Maar dit verhaal, hoe
schrijnend ook, wordt tenslotte vervuld met niets dan blijheid, en
wel hierom dat de waarheid uiteindelijk het pleit zal winnen
precies omdat zij vanzelf spreekt en dat ook zal blijven doen wanneer
de tijd daar zal zijn dat alle monden voorgoed verstommen.
(J.B., Witte Donderdag 2013)
23-03-2013
Het materialisme, een kind van de religie
Het materialisme, een kind van de religie
Het materialisme in twee woorden de theorie volgens welke alles wat echt bestaat, opgebouwd is uit materie is zoals algemeen geweten een bijzonder eenzijdige, simplistische en al geruime tijd volstrekt voorbijgestreefde opvatting van de werkelijkheid, al was het slechts omdat het begrip 'materie' mee geëvolueerd is met de hedendaagse fysica terwijl de maatstaven die wij hanteren om iets al dan niet te erkennen als zijnde 'echt', nog steeds veranderen en helemaal niet zomaar in een consensus resulteren. Maar wat misschien heel even onze aandacht waard is omdat het anders misverstanden in het leven houdt die echt niet hoeven, is de kwestie dat het materialisme helemaal niet tegenover religieuze wereldbeelden staat maar daarentegen zijn oorsprong erin vindt.
Zelfverklaarde materialisten stellen zich nogal eens op als tegenstrevers van diegenen die geloven in meer 'geestelijke' zaken en dit fenomeen is niet alleen absurd omdat de begrippen 'materie' en 'geest' intussen achterhaald zijn: het is zelfs opzienbarend omdat het materialisme ook in zijn meest recente en geëvolueerde betekenissen zijn grondslagen uitgerekend in het religieuze denken vindt.
Het nieuwste materialisme herleidt onze 'levende' realiteit immers tot een constructie, en dat is een maaksel, en het doet dat in analogie met de opvatting dat ook de wereld een maaksel is, meer bepaald een goddelijk maaksel of een schepping. God zelf is in die visie op zijn beurt een menselijk maaksel. Derhalve volgt de overtuiging dat alles principieel gemaakt is en dus na-maakbaar en maakbaar, inbegrepen al wat nog in het verschiet ligt van datgene wat er heden is.
Het evolutionisme de opvatting dat alles evolueert of groeit, een opvatting die een exponent vindt in het darwinisme of de evolutieleer heeft in die zin ofschoon zogezegd ontstaan in weerwil van het godsgeloof in feite wel een bijzonder religieus karakter, daar het de dingen niet zomaar gemaakt acht zoals ook wij, mensen, dingen maken, doch buiten onze kennis en kunde om gegroeid, wat inhoudt dat het wezen van de dingen, ons eigen zijn incluis, ons volkomen te boven gaat.
Wat groeit, wordt immers allerminst gemaakt: het lijkt zichzelf te maken maar ook dat is niet het geval zoals wij aan den lijve kunnen ondervinden, want onze groei houden wij niet tegen en dat zien wij als ook een gezwel zijn gang gaat tegen wil en dank. De groei wordt nimmer van buitenaf opgelegd: hij blijkt het wezen zelf van al datgene wat hij verhindert om zichzelf te zijn omdat hij alles dwingt zich in een voortdurende verandering van zichzelf te distantiëren.
Met hun groei wordt aan de dingen het verbod opgelegd om te rusten in zichzelf en tevens de verplichting om zich te transformeren in iets of iemand anders, zodat de groei de dingen sowieso uit hun materialiteit verjaagt en neerzet op een pad waar zij dan samenvallen met hun evolutie, hun geschiedenis, die een begin kent en een eind.
Het wezen van alle dingen strekt zich krachtens de alles en allen beheersende groei voortaan uit in de tijd: wij hebben een verleden en een toekomst, wij waren en wij zullen zijn en dat lot deelt met ons de hele schepping die zodoende nimmer maakbaar is omdat zij immer aan de gang is. En zoals Aurelius Augustinus al meer dan duizend jaar geleden opmerkte, kan er van geschiedenis geen sprake zijn zonder het bestaan van een geheugen dat zich zaken kan herinneren en zonder het vermogen tot het koesteren van verwachtingen. Er is derhalve helemaal geen schepping mogelijk zonder een geest en uitgerekend dit gelovige inzicht volgt uit onderzoek dat sinds zijn begin als ongelovig van de hand gedaan wordt.
Warempel, niet de duivel maar de godsdienst blijkt de moeder van het materialisme en niet een ketterij ligt aan de oorsprong van de evolutieleer doch het bevroeden van een diepere zin in onze werkelijkheid die meer vertegenwoordigt dan een louter maaksel.
(J.B., 23 maart 2013)
Noot: voor meer commentaar bij het hedendaagse materialisme (en in het bijzonder het fysicalisme) zie de bijlage.
Benedictus XVI is het Vaticaan nog niet uit of in een
terugblik op zijn pontificaat spreken de meest vooraanstaande
katholieken al over acht verloren jaren. Als de nieuwe paus
getroond wordt, dan zitten daar op de eerste rij de machtigen der
aarde die volgens de Heilige Schrift zelf in handen van de duivel
is en ook de meest omstreden dictators ontbreken niet op het
appel ter ere van misschien wel Petrus Romanus.
De natrap aan het adres van Ratzinger vanwege zijn
'partijgenoten' is om meer redenen ongegrond, maar in de eerste
plaats wordt aldus niet alleen de kleinburgerlijke mentaliteit der
prominenten geëtaleerd maar ook en vooral de huidige algemene
intellectuele ontoereikendheid van de kerkgezinden.
Kennelijk hebben de laatst genoemden geen flauw benul
van de problemen van deze tijd die de Duitse filosoof en theoloog in
kwestie detecteerde en beantwoordde in menigvuldige trefzekere
traktaten van een voordien zelden gezien niveau. Afgezien van het
feit dat zijn geschriften uiteindelijk worden ingezet om de macht van
de kerk te dienen, is het tegelijk onloochenbaar dat zij heel wat
waarheid in zich hebben, vooral dan met betrekking tot een
gigantische leugen die deze tijd beheerst.
In Relativism: The Central Problem for Faith today
(Guadalajara, Mexico, mei 1996) beschouwt Joseph Ratzinger het
relativisme als het centrale geloofsprobleem vandaag.
Vooraf moet echter opgemerkt worden dat Ratzingers
veroordeling van de bevrijdingstheologie onterecht is omdat hij zegt
dat zij in haar strijd tegen leed en onrecht wil dat het christendom
ethisch en politiek de structuren van het onrecht bevecht middels het
marxisme dat het geloof vervangt door de wetenschap en z'n praxis,
wat zijn inziens moet mislukken omdat het marxisme de menselijke
vrijheid miskent en enkel het nihilisme en het relativisme
justifieert, dat zich beroept op tolerantie en op kennis, terwijl het
zelf elke waarheid als basis voor die kennis ontbeert, en met de
democratie de vrijheid als hoogste waarde huldigt. Maar Ratzinger
vergeet hierbij dat het marxisme inzake de absolute fundering van
waarden wezenlijk niet verschilt van de leer van de kerk: in het
heiligende martelaarschap wordt de bereidheid tot het dragen van leed
erkend als een geldige getuigenis van de waarheid omdat uiteindelijk
het leed zelf bij de fundering van de ultieme waarheid betrokken is,
en in het marxisme is dat niet anders: de wil om het menselijk leed
structureel uit te roeien impliceert zelf een offer en derhalve
leed in functie van het recht dat een funderende werkelijkheid
draagt welke zich boven die van leed en lust verheft. Net zoals de
kerk erkent dat het leed wordt overwonnen door wie het willen
ondergaan als losprijs voor een hoger doel, net zo staat het offer
van een structurele aanpak van het onrecht in het marxisme garant
voor een overstijging van het loutere recht van de sterkste. Het
geloof is met andere woorden niet in strijd met de wetenschap (en
haar praxis) die immers volstrekt waardeloos wordt van zodra zij niet
langer bereid is om van de waarheid getuigenis af te leggen, zoals
bijvoorbeeld onlangs nog geïllustreerd met bedrog inzake
wetenschappelijk onderzoek naar de werking van medicijnen.
Verder mag het (absolutisme van het) relativisme dan al
een kwaad zijn: de democratische waarden van tolerantie, vrijheid en
dialoog impliceren helemaal niet het opgeven van de absolute
waarheid, zoals Ratzinger dat meent, maar zij zijn er daarentegen op
gefundeerd en zo ook doet een maximale samenwerking tussen de
religies niets van de waarheid af maar zal zij die daarentegen
bevorderen precies omdat de waarheid het licht zoekt dat in het woord
van elke authentieke dialoog wel móet verschijnen.
Dat er kwaad schuilt in het relativisme staat
daarentegen als een paal boven water en terecht waarschuwt Ratzinger
voor het anti-rationalisme, bijvoorbeeld in de New Age, die
het Absolute zijns inziens niet wil geloven doch ervaren als een
(door de muziek en de menigte verwekte extatische) onpersoonlijk
goddelijke energie, een harmonie van mens en kosmos, welke bereikt
wordt door zelfvernietiging. Ratzinger: in feite willen mensen hier
zelf (voor een poosje) goden worden in een roes, welke een vlucht is.
Maar Ratzinger verwijt dan aan de bevrijdingstheologie
dat zij de democratie looft en dat zij die ook in de kerk wil
introduceren, terwijl hij de wil van de meerderheid onverenigbaar
acht met de wil van God die de waarheid is. Edoch, in die
stellingname getuigt hij jammerlijk van een fundamenteel wantrouwen
in de medemens, wat strijdig is met de vertrouwen schenkende liefde
die hij verondersteld wordt te verkondigen. Het geloof mag dan tot
ons komen vanwege God, zijn kerk en de sacramenten, en aldus vanuit
een absolute macht en niet vanuit een meerderheidsbeslissing: die
opvatting is strijdig met de verkondiging zelf van het getuigenis van
de volstrekt machteloze God van het christendom die alle macht en zo
ook alle rede overstijgt.
Het leed is weliswaar niet het criterium voor geluk en
ongeluk zoals het door Ratzinger bestreden sentiëntisme
voorhoudt maar het is ook niet niets, geen mens kan er
onverschillig tegenover staan en ook het christendom houdt voor dat
men het zijn naaste niet mag aandoen. Maar dat laatste heeft dan wel
vooral te maken met het sublieme dat immers wordt beschermd middels
onze pijngevoeligheid of ons vermogen om te lijden: het evangelie
gebiedt de mens zijn naaste te beminnen zoals zichzelf terwijl men
zelf best mag kiezen voor het leed als dit tenminste toelaat om zo te
getuigen van de liefde die de werkelijkheid van lust en leed te boven
gaat. Onze pijn is ons enige zintuig dat gevoelig is voor de
werkelijkheid als zodanig omdat, om het te zeggen met de woorden van
Johannes-Paulus II in zijn Apostolic Letter Salvifici Doloris
(Roma 1984:2), de pijn ons dwingt onszelf te overtreffen: "(...)
[suffering] is one of those points in which man is in a certain sense
'destined' to go beyond himself ( )". In die zin is de
kritiek van Ratzinger op het sentiëntisme dat vandaag de westerse
agenda bepaalt niet alleen terecht maar tevens absoluut noodzakelijk
voor het voortbestaan van onze beschaving zelf.
Aanvankelijk overgeleverd aan het geweld van de natuur,
heeft de mens als zelfbewust en daarom naar vrijheid hunkerend
schepsel, dit natuurlijke gegeven ethisch geïnterpreteerd: hij
beschouwt het natuurgeweld als een onrecht. Zijn verzet liet hem geen
andere keuze dan de aanvaarding van wat wij de vrijheidsparadox (1)
noemen: de vrijwillige maar bevrijdende vrijheidsbeperking, welke
gestalte kreeg in een cultuur van recht en orde. Macht volgt uit
eendracht, die op haar beurt vanwege alle deelnemers aan de macht
specifieke beperkingen vereist, welke gecreëerd en aanvaard worden
vanuit het inzicht in hun zin. Cultuur is wezenlijk zelfbeperking met
het oog op bevrijding. Die bevrijding is recht evenredig met de
vereiste offerbereidheid, en dus ook met het inzicht dat aan die
offerbereidheid ten grondslag ligt. 'Arbeid maakt vrij' - voor wie de
zin van z'n arbeid begrijpt en beleeft: de zelfbeperking met het oog
op de zelfbevrijding. Dit inzicht maakt ook dat deze zelfbeperking
ervaren wordt als zelfontplooiing. Op dit vlak nu, heeft de westerse
cultuur een grote voorsprong ontwikkeld op de rest van de wereld. Ons
inziens heeft dit alles te maken met de aanwezigheid van het
christendom, dat ons de ultieme zin van die offerbereidheid
openbaart. Problematisch is nu dat onze voorsprong zich wat eenzijdig
manifesteert in een relatieve welvaart, want het ware onjuist om het
christendom exclusief daarmee te identificeren. In de alles
omvattende mondialisering welke vandaag de meest uiteenlopende
volkeren en beschavingen met elkaar confronteert, staart men zich
nogal eens blind op deze welvaart, zonder zijn fundament te
begrijpen. Dat fundament ligt in een relatieve natuurbeheersing,
welke in de eerste plaats de beheersing van de eigen menselijke
natuur - de zelfbeheersing - vooronderstelt. Het westen heeft zijn
rijkdom niet te danken aan de onderdrukking van anderen, maar wel aan
de beteugeling of de beheersing van de natuur - in de eerste plaats
in de menselijke persoon. (2) Het ongeluk wil nu dat het uitdragen
van deze waarheid door onderontwikkelden vaak geïnterpreteerd wordt
als verknechting. Net zoals aan kinderen van nature het inzicht
ontbreekt in de zin van de ouderlijke normen, net zo missen
primitieve culturen vaak het inzicht in de zin van de arbeidsethiek.
Een goed begrip wordt bovendien bemoeilijkt door het nooit uit te
sluiten machtsmisbruik vanwege onbekwamen die zodoende het westen in
diskrediet brengen.
In zijn onbegrip richt zich de kritiek van de
ongekerstende wereld tegen deze 'tol' van de zelfbeperking die de
zelfbevrijding nu eenmaal eist: hij miskent de hoger beschreven
'vrijheidsparadox', maar in feite belemmert hij aldus de eigen
zelfontplooiing. (3)
(J.B.,
22 maart 2013)
Noten:
(1) Kant gebruikt het begrip "paradox van de
vrijheid", namelijk als de schijnbare tegenspraak tussen onze
natuurlijke gedetermineerdheid en onze transcendentale vrijheid als
morele subjecten (- zie: Scruton 2000: 96-97). Wat wij willen
benadrukken is de positiviteit van ons vermogen tot het creëren en
het doen toenemen van onze (morele) vrijheid (- een act die tegelijk
in vrijheid ontspringt en naar vrijheid leidt) door onze vrijwillige
inperking van onze natuurlijke vrijheid; in dit licht wordt, ons
inziens, de illusie van een tegenstelling volledig ontkracht.
(2) Dat arbeid vooreerst zelfoverwinning vergt, blijkt
uit Genesis, 3:19: "Gij zult uw brood eten in het zweet van uw
aanschijn". In de encycliek Laborem Exercens (1981)
typeert Johannes-Paulus II de arbeid als "a 'transitive
activity' (...) an activity beginning in the human subject and
directed toward an external object (...)" (o.c., §4.3). "The
proper subject of work continues to be man" (o.c., §5.3). De
arbeider is "a subject that decides about himself" (o.c.,
§6.3). Waar daarentegen het object van de arbeid de bovenhand haalt,
dreigt de mens de slaaf te worden van zijn eigen werk, aldus
Johannes- Paulus II. De zelfverloochening ter overwinning van de
zonde wordt ook gepredikt door de H. Ambrosius: "Wie zijn
lichaam onderwerpt en zichzelf beheerst zonder zijn ziel door
hartstochten te laten overweldigen, die kan terecht koning genoemd
worden (...) hij zal niet verstrikt raken in schuld en zich hals over
kop storten in de zonde" (K, §908). Zie ook: Thomas van Aquino
(1947: I, Q96, A2): "Man in a certain sense contains alle
things; and so according as he is master of what is within himself,
in the same way he can have mastership over other things".
(3) Bron: J. Bauwens, 2003: 18-19.
20-03-2013
Waar vandaan die koude winters?
Waar vandaan die koude
winters?
De aarde is een bol bedekt met
schollen land en water, een bol die om zijn eigen as draait, die in
een baan loopt om de zon, en die bestraald wordt door de zon en
aangetrokken door de zon, de maan en al de sterren.
Alleen al door het draaien om de
eigen as gaat het water dat tenslotte los over de aardbodem zwalpt,
nog meer bewegen, want de snelheid van de watermassa's is aan de
evenaar uiteraard veel groter dan aan de polen: het aardoppervlak aan
de evenaar draait met een snelheid van één aardomtrek per dag, en
dat is 40.000 km, terwijl het aan de polen vrijwel stilstaat.
Diezelfde aardrotatie
veroorzaakt beurtelings een dag met zon en derhalve opwarming
en een nacht met afkoeling: een wisseling om het etmaal.
Maar verder is er ook zo'n
jaarlijkse wisseling, namelijk doordat de aardas schuin tegenover de
zon staat terwijl de aarde eens per jaar omheen de zon roteert. Dat
maakt immers dat de invalshoek van de zonnestralen op de aarde zich
naar gelang de tijd van 't jaar wijzigt: hoe schuiner de stralen op
de aarde neervallen, hoe geringer de bestraling per vaste oppervlakte
en hoe kouder; hoe rechter de stralen invallen, hoe groter de
bestraling en hoe warmer.
Warm water stijgt, koud water
zakt, de zeebodem is bergachtig en zo is het onmogelijk dat al het
water op de bol waarop wij leven, stilstaat. Maar bovendien: omdat al
de genoemde temperatuurschommelingen periodisch zijn, moet er ook een
regelmaat terug te vinden zijn in de bewegingen van het water die
door de periodieke warmteschommelingen worden veroorzaakt. Op die
manier vormen zich in de wereldzeeën min of meer vaste stromingen of
kanalen. Een gelijkaardig fenomeen doet zich bovendien ook voor in de
lagen van de luchten en uiteraard werken de winden en de zeeën ook
nog op elkaar in een bijzonder complex gebeuren.
Wat betreft het water worden
over de hele wereld vaste zeestromingen waargenomen
[http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/c/cc/Ocean_surface_currents.jpg
] en de warme golfstroom die het klimaat in onze streken beïnvloedt,
is er een van. Het is een warmwaterstroom die begint in de Golf van
Mexico waarna hij de Atlantische oceaan oversteekt, passeert aan de
Noordzee en stroomt tot aan de Noordelijke IJszee waar hij bevriest.
Het resterende water is daardoor zouter, zwaarder ook, en het duikt
naar beneden en keert terug in tegengestelde richting, zodat de
Golfstroom beweegt zoals een reusachtige transportband, een rupsband.
Hij wordt benut door de vissen zoals de luchttransportbanden
benut worden door de trekvogels maar hij wordt ook benut door
scheepvaarders die er hun routes op afstellen.
Het effect van de warme
golfstroom op ons klimaat is gigantisch: zonder hem zouden wij
winters hebben zoals in streken op onze breedtegraad die niet door de
golfstroom worden getemperd en dat is heel wat kouder.
Edoch, er is wat aan de hand met
de golfstroom. Sinds enkele decennia zou hij fors in kracht zijn
afgenomen tot ongeveer een derde van zijn oorspronkelijke
capaciteit, en dit kon volgens sommigen wel eens mede de oorzaak zijn
van de grillen van ons weer in de jongste jaren. De opwarming van de
aarde wordt dan weer als oorzaak van die ingrijpende verandering
genoemd en op zijn beurt zou de mens die opwarming veroorzaken.
Of dat ook zo is, kan
uiteindelijk maar moeilijk worden uitgemaakt, aangezien de systemen
waar het om gaat bijzonder wanordelijk zijn. In zijn hunker naar
betekenis en zin, durft de mens zijn eigen invloed nogal eens
overschatten, want uiteindelijk is die maar miniem vergeleken bij de
vlammendansjes aan de oppervlakte van de zon, de werking der vulkanen
en de vele aan het oog onttrokken borrelingen in de kern van onze
aarde waar wij wellicht ook in de komende duizend jaren het raden
zullen naar hebben.
(J.B., Prima Vera 2013)
19-03-2013
Massahypnose
Massahypnose
"Alwie een door hem zelven of door anderen gehypnotiseerd persoon in schouwspel heeft gegeven, wordt gestraft met gevangenzetting van vijftien dagen of zes maanden en met boete van zes en twintig frank tot duizend frank" aldus luidt het eerste van een reeks nog steeds van kracht zijnde wetsartikelen uit 1892 ter beteugeling van bedrog gepleegd middels hypnose.
Onder meer de gerenommeerde wijsgeer Noam Chomsky [http://www.chomsky.info/ ] van het Massachusetts Institute of Technology heeft zich bezig gehouden met het ontmaskeren van die bedrieglijke praktijken in onze huidige samenleving en zijn bevindingen zeggen ons eigenlijk dat de genoemde wet voortdurend overtreden wordt zodat wij de facto nooit ontwaken uit de dromen die ons te allen kante onafgebroken worden ingelepeld.
Het is bovendien onthutsend om vast te stellen hoe weinig een mens nodig heeft om in een trance te geraken zodat de tovenaar in kwestie hem helemaal kaal kan plukken.
Dat gegeven zegt meteen iets over de wanhoop waarin wij kennelijk vrijwel allemaal verkeren, want wij blijken vaak bereid om alle redelijkheid en vertrouwdheid van onze eigen omgeving op te geven voor de illusie van een doordeweeks bedrieger. Stel dat het eens waar was! is een verzuchting zoals: stel dat ik die loterij eens won! en zij etaleert de gokker in ons, het volstrekt onredelijke dier dat wij blijken te zijn, het wezen dat nog liever in een onmogelijke droom gelooft dan in de zichtbare en tastbare realiteit. Ijdel is derhalve het spreekwoord van liever één vogel in de hand dan tien in de lucht. Mensen leggen alles in de waagschaal in ruil voor al was het maar een enkel ogenblik van de allergoedkoopste waan.
De eenentwintigste eeuw, het derde millennium lijkt nu al het tijdperk van de absolute waanzin in te luiden en om te beginnen is er het internet, de digitale wereld, die bijna geheel onstoffelijke wereld naast het echte leven, die vooral het hoofd van jongeren zozeer op hol brengt dat zij de wereld van vlees en bloed erbij vergeten. Zelfs kleine kinderen worden vandaag en masse bij allerlei specialisten binnengebracht met tot nog toe onbekende fysieke, psychische en sociale uitputtingskwalen en misvormingen die rechtstreeks volgen uit een leven dat herleid werd tot het vrijwel bewegingloze zitten of liggen voor een dom computerscherm. De mens beweegt zich voortaan in een andere wereld en die is even onecht als zijn bewegingen aldaar.
Maar beperken we ons in dit opzet tot enkele actuele seances, zoals het zogezegd ééngemaakte Europa, de ethische banken en de arme paus. De cijfers zelf laten niet de geringste twijfel over de trefzekerheid van al die toverij: het blijkt te volstaan dat een bank, ook al heeft zij zopas nog van haar hele cliënteel de zakken leeggeschud, haar eigen naam verandert en zichzelf het masker opzet van een fan van klassieke muziek die elkeen een goede televisie-avond wenst, opdat zij als een vriend zou worden aanzien. En kijk, het gros der mensen overhandigt beleefd de nieuwe zuur verdiende spaarpot aan de dief van gisteren. Een verwittigd man? Het maakt kennelijk niets uit eens hij onder hypnose is!
Maar de lof die elkeen sinds tweeduizend jaren toezwaait aan de paus van Rome klopt wel alle records met Petrus Romanus, zoals onheilsprofeten de zogezegd laatste paus zijn gaan noemen: de man die aan de genade van de bloeddorstige Argentijnse junta een politieke topcarrière heeft te danken, heeft zichzelf de naam gegeven van de heilige der armen, en dit aan zichzelf toegediende doopsel blijkt afdoende om de massa ook te doen geloven dat de rondborstige keizer, daar hoog tronend op het balkon van zijn fluwelen namaakhemel, de middeleeuwse bedelaar is van wie hij de naam stal. Zal het de naam van Sint-Franciscus vergaan zoals de veertigste symfonie van Mozart die eveneens om de commercie herleid werd tot een slijpsteen? Andermaal: "Alwie een door hem zelven of door anderen gehypnotiseerd persoon in schouwspel heeft gegeven, wordt gestraft met gevangenzetting van vijftien dagen of zes maanden en met boete van zes en twintig frank tot duizend frank"
(J.B., 19 maart 2013)
16-03-2013
De arme paus, Europa en de oorlog...
De arme paus, Europa en de oorlog...
De naam van zijn thuisland Argentinië is afgeleid van het Latijnse argentum, dat zilver betekent: het Zuid-Amerikaanse land der zilvermijnen was drie eeuwen lang en tot aan zijn onafhankelijkheid in 1816 een goudmijn voor de Spaanse kolonialen.
Maar het land is ons nog het beste bekend van de Falklandoorlog: de Falklandeilanden (of Malvinas) die sinds 1833 onder Britse vlag stonden, werden in 1981 bezet door de Argentijnse dictator Leopoldo Galtieri die vermoedde dat de Britten dit ongemoeid zouden laten. Edoch, in 1982 begon premier Thatcher een heuse oorlog om de eilanden (die immers al van pas kwamen als legerbasis tijdens de eerste wereldoorlog) met zowat duizend doden. Die oorlog beëindigde meteen de Argentijnse dictatuur de junta en bezorgde Thatcher een verkiezingsoverwinning.
In de negentiende eeuw voerde Argentinië bloedige oorlogen met zijn buren waarbij vrijwel alle zwarte slaven sneuvelden die immers verplicht naar het front werden gestuurd. Daarna volgde een grote immigratie en in 1920 was Argentinië net zoals de V.S. een der rijkste landen ter wereld... om na de tweede wereldoorlog weer achteruit te boeren onder een hele resem corrupte regimes.
Er was vooreerst Juan Peron. Peron was in zijn jonge jaren militair waarnemer in Italië onder de fascistische dictatuur van Mussolini (1922-'45), de evenknie van Hitler en, voor wie het nog niet wist, de man die aan de paus het soevereine Vaticaan schonk in ruil voor de medewerking van de katholieken aan zijn regime, dat er niet voor terugschrok om tegenstanders zoals Matteotti te liquideren. Peron zat achter de militaire staatsgreep van 1943 in Argentinië maar hij was populair en werd tot president gekozen in 1946, hij bleef president totdat hij in 1955 door de Kerk geëxcommuniceerd werd en hij werd herverkozen in 1973 en bleef president tot 1974.
Tussenin van 1955 tot 1973 was de macht voor soms periodes van slechts enkele dagen aan achtereenvolgens militair dictator José Domingo Molina Gómez (1955), katholiek nationalist Eduardo Lonardi (1955), de moordzuchtige generaal Pedro Eugenio Aramburu (1955-'58), Arturo Frondizi (1958-'62), José María Guido (1962-'63), Arturo Umberto Illia (1963-'66) en dan volgden nog zes jaren van militaire dictatuur met Juan Carlos Onganía (1966-'70), Roberto M. Levingston (1970-'71), Alejandro Agustín Lanusse (1971-'73), Héctor José Cámpora (1973) en Raúl Alberto Lastiri (1973).
Van 1974 tot 1976 regeerde Isabel Martínez de Peron de derde vrouw van Juan Peron en zij werd in 1976 verdreven door dictator Jorge Videla die regeerde tot 1981. Hij werd opgevolgd door dictator Roberto Viola (1981). Na hem regeerden dictator Carlos Lacoste (11 dagen lang) en vervolgens dictator Leopoldo Galtieri (1981-'82) met zijn beruchte 'bataljon 601' dat hij opdroeg om zogenaamd 'subversieve' burgers op te pakken zoals de SS dat deden in de nazi-tijd. Onder Galtieri werden zoals hoger uitgelegd de Falklands bezet maar door Thatcher heroverd en de dictator moest aftreden. Het dictatoriale regime de junta is verantwoordelijk voor zowat 40.000 burgerdoden, vaak kinderen.
In de jaren tachtig kende Argentinië nog een economische opstoot met de regeringen van Alfredo Saint Jean (1982), dictator Reynaldo Bignone (1982-'83), vervolgens de start van de democratie met Raúl Alfonsin (1983-'89), Carlos Menem (1989-'99), Fernando de la Rúa (1999-'2001), Adolfo Rodríguez Saá (2001). Maar dan kwam het debacle. Er waren nog de regeringen van Eduardo Duhalde (2002-'03), Néstor Kirchner (2003-'07), die de wandaden aan de kaak ging stellen en die in 2007 werd opgevolgd door zijn vrouw Cristina Fernández de Kirchner.
40.000 doden is niet niks maar iedereen zweeg. In El Salvador durfde aartsbisschop Óscar Romero (de facto de grondlegger van de bevrijdingstheologie) gelijkaardige moordpartijen (met aldaar 75.000 slachtoffers) vanwege het regime aan te klagen en hij moest dit verzet in 1980 bekopen met zijn leven. Romero vond geen navolging bij zijn ambtsgenoot in Argentinië zeer integendeel deed de kerk er daar maar al te vaak het zwijgen toe en de bevrijdingstheologie werd door Rome de pas afgesneden, zogezegd omdat zij op marxistische leest geschoeid was en dus atheïstisch was van aard. Maar de eigenlijke reden is wellicht elders te zoeken: sinds zij haar macht kreeg van de keizer, zorgt de kerk er in een wederdienst ook voor dat die keizer niets tekort komt, en zij gebiedt het volk de gehoorzaamheid aan zijn uitbuiters [zie: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=2157422 ].
Het is weliswaar teleurstellend dat kardinalen die zich kleden in het rood ten teken van de bereidheid om naar Christus' voorbeeld met het eigen leven borg te staan voor het geloof, meewerken met de onderdrukkers tégen het volk dat zijn vertrouwen in hen stelt. Maar dat niet alle kardinalen helden zijn, is best door iedereen te vatten, en verder is het onvermijdelijk zo dat wie de heldendood gestorven zijn, zoals de Argentijnse bisschop Enrique Angelelli die omwille van zijn verzet tegen het onrecht in 1976 werd vermoord, voor het pausschap bezwaarlijk nog in aanmerking kunnen komen. (1) Pas dertig jaar na zijn dood werd Angelelli door Jorge Bergoglio als martelaar gehuldigd. Deze aarde is en blijft ontegensprekelijk en per definitie van heilige martelaren gespeend, eenvoudigweg omdat het echte heldendom beloond wordt met de eeuwigheid.
Maar met welk recht dan die veroordelingen, uitgerekend uit de monden van de 'mislukte heiligen', om het zo oneerbiedig uit te drukken, aan het adres van geheel pretentieloze mensen die helemaal buiten de eigen wil en wens zijn wie zij natuurlijkerwijze zijn? Kunnen die potentaten dan echt op generlei wijze hun handen afhouden van wie hen helemaal niet toebehoren? En vragen zij zodoende niet om nog maar eens een Franse Revolutie met alles erop en eraan?
Eens te meer blijkt de geïnstitutionaliseerde religie niets anders dan een verlengstuk aan de tentakels van de wereldlijke macht die immers niet kan kijken tot in het hart der burgers: zondigen zij tegen de staat, bijvoorbeeld door belastingen te ontduiken, dan verneemt de staat dit wel van de kerk die immers biecht hoort en zo vormen zij samen een echte big brother.
Intussen begint het ondanks alle monopolievorming bij de media dan toch te dagen dat Europa een constructie is die enkel dienen moet om te zorgen dat de belastingen der werklieden via het zogenaamde Europese Noodfonds terecht komen op de bankrekeningen van de rijken die ze dan onverwijld opsouperen: de Frankfurter Allgemeine Zeitung brengt op 15 maart 2013 bijzonder gedetailleerde rapporten aan het licht waaruit blijkt dat de Duitse gezinnen die nu de broeksriem moeten aantrekken om dat fonds te kunnen spijzen, uitgerekend half zo rijk zijn als de Italianen die aan dat fonds zitten te melken. Hetzelfde verwijt treft Griekenland met zijn steenrijke reders die de belastingen ontduiken met de meest doorzichtige methoden met name door onder Cypriotische vlag te gaan varen.
De toestand is zorgwekkend maar de soldaat in ons slaapt nog, hij wordt pas wakker wanneer de honger hem gaat kwellen. Zoals de ervaring leert, zal een (Europese) oorlog zolang ook uitblijven. Maar er zijn signalen dat er reeds vandejaar een graantekort zal zijn op wereldschaal en de recessie heeft haar dieptepunt nog niet bereikt. Zeker is dat die burgers die hun broeksriem moeten aantrekken niet werkeloos zullen toezien hoe anderen met hun spaargeld in de zon gaan liggen. Dat alsnog wordt gepoogd om dit gegeven uit de media te houden, is tegelijk onmogelijk en noodzakelijk en zo zullen ongetwijfeld een flink part van de wakkeren onder ons de overweging maken of het dan misschien toch niet beter was om die dan toch pacificerende invloed van de religie haar werk te laten doen. Of wat een godsdienst voorhoudt, ook nog waar is en rechtvaardig, is één kwestie; een andere is de vraag of wat zij voorhoudt, wordt geloofd. Een geloof is immers meermaals in staat gebleken om een heel volk om de tuin te leiden, te verheffen of gewoonweg kalm te houden. Vraag het maar aan Gandhi die er toch ook voor zorgen kon dat het Verenigd Koninkrijk over het reusachtige Indië kon blijven heersen toentertijd. Gandhi was een vernuftige constructie van de Britten; of paus Franciscus ook maar in zijn buurt komt, is vooralsnog zeer de vraag.
Paus Benedictus XVI is afgetreden maar insiders weten dat zijn koers verder zal gevaren worden: reeds tijdens het pontificaat van Joannes-Paulus II was het kardinaal Joseph Ratzinger die als voorzitter van de geloofscongregatie de scepter zwaaide. Ratzinger zette zijn 'politiek' tijdens het pontificaat van Benedictus XVI voort en hij zal dat ook blijven doen tijdens het pontificaat van zijn opvolger. Maar wat precies is de koers welke Ratzinger de kerk wil laten varen in de eerste decennia van het derde millennium?
De politiek van de kerk was tot voor kort nog die van de bevrijdingstheologie. De zogenaamde bevrijdingstheologie ontstond waar christenen - en bij uitstek missionarissen - werden geconfronteerd met de schande van de armoede en dan vooral met de tegenstelling tussen het rijke noorden en het arme zuiden. Immers, na het tijdperk van de kolonisaties werden door het rijke westen in de derde wereld dictaturen in het leven geroepen die tot doel hadden de plundering van bodemschatten alsook de uitbuiting van hele bevolkingsgroepen op een verkapte manier te continueren: derde wereldlanden werden dan zogezegd niet langer door het Westen gepluimd maar door hun eigen dictators. De bevrijdingstheologie is een aanpak van dat onrecht welke niet vies is van politiek engagement en in de praktijk betekende dat een marxistische benadering van de wantoestanden. Uiteraard marxistisch, want het waren Friedrich Engels en Karl Marx die ten tijde van de industriële revolutie de uitgebuite werkende klasse in het Westen weerbaar maakten tegen de bezittende klasse en dat unieke verzet stond uiteraard model bij de (christelijke) pogingen om nu ook de derde wereld te bevrijden.
Eendracht maakt macht en Marx' devies luidde dan ook: arbeiders aller landen verenigt u! Maar de wetenschap dat eendracht macht maakt, is niet het monopolie van slechts één sociale klasse: ook de bezittende klasse vormt één blok. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat reeds bij de aanvang van de politieke engagementen die ontsproten aan de bevrijdingstheologie, de machthebbers uit de derde wereld, de Romeinse curie tot de orde riepen met het dringende verzoek om de missionarissen te doen ophouden met het opstoken van hun werkvolk tegen hen. Ondergeschikten zijn immers gehoorzaamheid verschuldigd aan hun oversten omdat alle macht van boven komt - zo staat het in de bijbel en dat is Gods eigen woord: koning David heerste in Gods naam en in zijn spoor doet elke gekerstende koning dat. Het opruien van werklieden tegen hun patroons is equivalent met het opruien van kinderen tegen hun ouders; dat is het opruien van de mens tegen God, het atheïsme of de goddeloosheid: de mens die zijn eigen god wil zijn!
De verkapte samenzwering tussen de onderdrukkers in de derde wereld en de heersers in de kerk die immers tweeduizend jaar geleden hun macht van het Romeinse Rijk ontvingen, krijgt dankzij het werk van Ratzinger het aanschijn van een dringende geloofskwestie en meer bepaald van een strijd tegen het atheïsme, tegen de zelfverheerlijking van de mens, tegen het humanisme en tegen het relativisme. Uiteindelijk moet een zoveelste slavenopstand worden onderdrukt - een opstand die ontstond in de schoot van rebellerende christenen aan de basis en die door christelijke gezagsdragers in de kiem werd gesmoord. Wat er op wijst dat uiteindelijk de klassentegenstellingen alle andere categorieën overstijgen, met andere woorden dat zij ons bestaan funderen.
Ratzinger verwijt het aan de bevrijdingstheologie dat zij in haar strijd tegen leed en onrecht, het geloof vervangt door wetenschap en actie, en dit vanuit de marxistische invalshoek. Maar dat moet mislukken, zo houdt Ratzinger ons voor, omdat het marxisme de menselijke vrijheid miskent en verknecht in plaats van te bevrijden: het marxisme zou het nihilisme, het relativisme en het pluralisme verabsoluteren terwijl de absolute waarheid zou verketterd worden tot een louter fanatisme.
Het is bekend maar het blijft verbazen met hoeveel gemak geoefende redenaars met wat getheoretiseer hun toehoorders compleet van de wijs kunnen brengen. De bevrijdingstheologie is volledig gericht op de bevrijding der verdrukten, maar kijk: Ratzinger noemt de bevrijdingstheologie marxistisch en derhalve verknechtend, en die onzin gaat er kennelijk in als zoete koek. Er valt ontegensprekelijk heel wat te zeggen over de verhouding tussen geloof en rede, maar daar heeft een kind met een waterbuikje allerminst een boodschap aan: dat kind heeft nood aan brood en derhalve recht op brood, maar omdat het niets krijgt, moet het zijn brood leren opeisen. En wie dan predikt dat dit opruiïng of diefstal is, is boven elke twijfel verheven allesbehalve een vader voor dat kind.
(J.B., 4 maart 2013)
(1) Voor een beknopt overzicht van de standpunten van Joseph Ratzinger inzake de koers van de kerk, zie bijvoorbeeld: RATZINGER, J., Europas Kultur und ihre Krise, Leicht gekürzte Fassung des Vortrags am 28. November 2000 in der Bayerischen Vertretung im Berlin (in der Reihe 'Reden über Europa'), Die Zeit 50-2000 en RATZINGER, J., Relativism: The Central Problem for Faith today, Guadalajara, Mexico, mei 1996.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: