Foto
Foto
Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres:

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto


"Trans-atheïsme"

Download dit boek als PDF:

Jan Bauwens - Transatheïsme.pdf (3.6 MB)   

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto



Download dit boek als PDF:

"Het einde der tijden"



Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Tisallemaiet
Alle rechten voorbehouden
Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
08-09-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elders zijn

Elders zijn

Achter de 'officiële' theorie dat bij dementie de hersenen afsterven ten gevolge waarvan de geest wordt vernietigd, gaat de opvatting schuil dat de geest slechts een bijverschijnsel is van de stof, en meer bepaald: dat hij niets anders is dan de werking van onze hersenen. Maar het feit dat bij het afsterven van de hersenmassa ook de geestelijke functies verdwijnen, bewijst de juistheid van die verborgen theorie in geen geval. Het kan immers evenzeer zo zijn dat de hersenwerking alleen maar de verbinding vormt tussen de in dat geval twee verschillende 'dingen' van lichaam en geest, en dan zou een beschadiging van de hersenen de geest als zodanig intact laten terwijl dan de band van de geest met het lichaam - en dus met de buitenwereld - zou worden verstoord. Die verstoring zou dan meebrengen dat, enerzijds, zintuiglijk opgedane informatie niet langer tot de geest doordrong terwijl, anderzijds, ook de fysieke uitvoering van wilsbesluiten bemoeilijkt werd. Deze andere opvatting is nu niet slechts een logische mogelijkheid: zij wordt ook bijzonder plausibel in het licht van de observaties die men kan doen bij Alzheimerpatiënten.

Het is niet zo dat Alzheimer-patiënten die aan afasie gaan lijden - wat wil zeggen dat zij de woorden niet meer vinden om zich uit te drukken, of dat zij de woorden die zij horen niet meer correct herkennen - het is niet zo dat deze afasiepatiënten helemaal geen gedachten meer zouden hebben en derhalve dat zij met een leeg hoofd zouden rondlopen en dat ze zich niet langer bewust zouden zijn van het feit dat ze leven. Het is helemaal niet zo dat deze zieken onbewust bestaan zoals men vaak ook veronderstelt dat comapatiënten zouden bestaan. Het snijdt veeleer hout om afasielijders te gaan vergelijken met mensen die verlamd zijn: zij kunnen wel nog willen bewegen, maar zij zijn niet meer in staat om die wil in bewegingen om te zetten. Op een vergelijkbare manier willen afasiepatiënten wel nog communiceren, maar zij vinden de woorden daartoe niet langer omdat de schakel tussen gedachten en woorden mank loopt. Ja, er is een essentieel verschil tussen, enerzijds, gedachten en, anderzijds, woorden, zoals er ook een wezenlijk onderscheid bestaat tussen, enerzijds, het stoffelijke lichaam en, anderzijds, de onstoffelijke geest.

En toch zijn de twee - geest en stof - zeer zeker innig onderling verbonden en de sterkte van hun band kan misschien wel het beste worden vergeleken met de in deze wereld onlosmakelijke band tussen materie en vorm. Er bestaat in deze wereld namelijk geen materie zonder vorm terwijl er evenmin vorm zonder materie is. In deze wereld wel te verstaan, want in onze gedachten kunnen wij vormen koesteren los van elk substraat, of kunnen wij aan materialen denken zonder dat wij een welbepaalde vorm op het oog hebben. Zo ook kunnen we aan iemand denken die afwezig is en ook aan een persoon die niet langer leeft, wat betekent dat hij niet langer bestaat in deze wereld. Een substraat om met een overleden persoon te communiceren is er weliswaar niet en zo blijft die persoon dan ook afwezig in deze wereld. Maar te beweren dat hij niet langer bestaat, is uiteraard een brug te ver.

In zijn Hersenschimmen laat de Nederlandse schrijver Bernlef een Alzheimerpatiënt een toespraak houden voor een publiek dat er niet is. De zieke spreekt alsof hij toehoorders heeft, en hij gelooft ze zelf ook te zien, terwijl ze er niet zijn. Hij kan dat doen omdat hij zich op dat ogenblik niet bewust is van het feit dat zij er helemaal niet zijn, want mocht hij ook zien dat ze er niet zijn, hij zou hen zeker en vast niet toespreken. In feite handelt hij zoals iemand die droomt, of eerder nog: zoals iemand die slaapwandelt. Gedurende de droom blijft het lichaam vrijwel onbeweeglijk, ook als wij dromen dat we bijvoorbeeld lopen, en dat komt doordat de band tussen onze hersenen en onze spieren werd verbroken: wie slaapt en droomt, heeft in feite zichzelf als het ware verlamd. Bij de slaapwandelaar is die verlamming gebrekkig of onvolledig. Bij de Alzheimerzieke kon men spreken over een verbroken schakel tussen de gedachten en de zintuigen.

Wie een toespraak geeft voor een onbestaand publiek, krijgt niet die informatie binnen dat niemand aanwezig is omdat hij helemaal géén informatie binnenkrijgt op dat moment. Zo ziet een blinde niet dat het nacht is omdat hij sowieso niet ziet, en wat hij in zijn gedachten heeft, is geen nachtzwarte duisternis en een volstrekte afwezigheid van licht doch veeleer een klare blauwe hemel. De man die een toespraak wil houden voor een publiek en die niet langer in staat is om zich ervan te vergewissen of er een publiek aanwezig is, mist de informatie dat er niemand is, als er niemand is terwijl hij gelooft of zelfs maar hoopt of vreest dat er iemand is, maar hij mist evenzeer de informatie dat er iemand is, als er iemand is terwijl hij gelooft of hoopt of vreest dat er niemand is. Is hij zich niet bewust van het feit dat hij geen informatie uit de buitenwereld binnen krijgt, dan droomt hij, zoals ook wij allen onze werkelijkheid bedromen, maar hij droomt dan wel ongeremd terwijl gezonde mensen vrijwel ononderbroken feed-back krijgen van hun zintuigen. Overigens duiden wij de gebeurlijke korte onderbrekingen van die feed-back bij gezonde doch vermoeide mensen aan met de onschuldige term 'verstrooidheid'. Men zou kunnen zeggen dat de zieke die een onbestaand publiek toespreekt, gewoon langdurig verstrooid is, eventueel zonder hoop op een terugkeer uit zijn verstrooidheid naar deze wereld.

Wie uit de psychische afwezigheid van een demente mens de conclusie trekt dat deze zieke nergens meer is, die redeneert even kort door de bocht als de peuter die immers gelooft dat zijn moeder weg is van zodra zij uit zijn gezichtsveld is verdwenen. Kleuters denken dat de wereld verdwijnt als zij met de handen de eigen ogen bedekken. En leugenaars geloven dat zij met hun eigen woorden de waarheid kunnen veranderen of dat zij hem dan toch een beetje kunnen bijvijlen. Maar er zit veel waarheid in die laatste overtuiging, gelet op het feit dat een groot stuk van onze werkelijkheid interpretatie is. Het gaat zelfs zo ver dat de leugen als zodanig bij machte is om het mensdom in zijn greep te houden en om een negatieve werkelijkheid van slechts schijn en toneel - althans tijdelijk - te laten zegevieren over het ware leven en de natuur.

Waar bijvoorbeeld de werkelijkheid van het geld, die de wraak tegenwoordig stelt, regeert, worden gastvrijheid, liefde en de leniging van alle andere noden gekocht en verkocht, echter irreëel en in schijnvormen. De toerist op hotel kan middels de bedrieglijk zachte dwang van het geld zijn gastheer ertoe brengen hem onderdak te geven en hem te voeden, terwijl hij daar zonder geld ongetwijfeld geen voet in huis kon zetten. Het geven en het nemen in eer en dankbaarheid werden gefnuikt door de ersatz van het kopen en het verkopen met het wapen achter de hand en het al dan niet gevoed worden is niet langer een zaak van noden maar van rechten die middels geld worden afgekocht of die bij gebrek aan geld aan de noodlijdende worden onthouden.

De waarheid wordt aldus verdraaid door een leugen die alles bepalend dreigt te worden, terwijl er slechts één waarheid is en de interpretatie ervan slechts een spel kan zijn. Maar de waarheid verdwijnt helemaal niet als wij hem loochenen, de moeder die buiten het gezichtsveld van de peuter valt, is helemaal niet in rook opgegaan en de in deze wereld afwezige psyche betekent helemaal niet dat de mens in kwestie nergens meer is. Wijzelf zijn toch ook nog altijd ergens en wij denken toch ook nog steeds aan bepaalde dingen wanneer wij een tijdlang hebben opgehouden met praten? Of beleven wij dan echt helemaal niets meer als wij onbeweeglijk neerliggen en slapen en in dromen verzonken zijn? Of is een ander dan niets meer dan alleen datgene wat wij van hem of haar kunnen voelen, horen en zien? Hoe aanmatigend zou het zijn om zulks zelfs maar te veronderstellen, zo hoor ik u morrelen, maar waarom dan neemt men wél aan dat een demente een mens is geheel zonder geest?

Er zal nog veel water door de zee vloeien vooraleer men eindelijk aanvaardt wat allang geschreven staat: wat uit stof is, is en blijft stof, en wat uit geest is, is geest. De geest en de stof hebben elk een eigen oorsprong en de wondere schepping van het leven verenigt die twee, zoals ook materie en vorm op wondere wijze zijn verenigd in de schepping van de 'levenloze' dingen. Zo ook zijn de ruimte en de tijd onderling onlosmakelijk verstrengeld, en ook de materie en de golf in de kleinste partikels, en nog ontelbare andere zaken die behoren tot het zichtbare of tot het onzichtbare. Wij mogen alvast nimmer zeggen dat al wat wij zelf niet zien, ook niet kan bestaan, want wij zien slechts wat wij mogen zien, ons zien is warempel gerantsoeneerd zoals ook de dingen die wij mogen eten en drinken, want de inhoud van de menselijke maag is zeer beperkt zoals ook de inhoud van de menselijke geest.

(J.B., 8 september 2011)


26-08-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welcome to the machine!
 

"Welcome to the machine!"



Het is een historische vergissing als men gelooft dat men het christendom uit de maatschappij kan wegsnijden terwijl men al de rest gewoon overhoudt. Een religie is niet een los element dat men door middel van een in wetteksten gegoten beslissing toelaat, installeert of verbiedt en een maakbaarheidsgeloof dat een dergelijke opvatting ondersteunt, moet wel bijzónder naïef zijn. Een religie is verbonden met een maatschappij zoals onze hersenstam vergroeid is met de rest van onze hersenen en van ons lijf en het verwijderen ervan heeft de dood van het ganse organisme tot gevolg. Deze zaken zijn te ingewikkeld om er haastig mee om te springen, maar toch kan en moet er gewezen worden op het feit dat het onmogelijk is om het christendom af te voeren en om tegelijk de christelijke principes te blijven handhaven alsof zij een voortbrengsel waren van mens en samenleving.

De wet der gewoonte maakt dat wij er niet meer bij stilstaan en dat we het ons niet meer realiseren, maar de principes van het christendom zijn allerminst natuurlijk: ze zijn uiteraard niet tegennatuurlijk maar wel bovennatuurlijk. De wet van de naastenliefde stamt niet uit een puur natuurlijke ontwikkeling en zij onderscheidt zich ook subtiel doch grondig van de solidariteit die zelfs eigen is aan kolonies van insekten of aan de zelfopoffering van ouders voor hun kinderen of van oudjes voor hun jongen, welke allemaal zuiver natuurlijke doeleinden dienen, zoals de handhaving van de soort. Dat kan niet worden gezegd over kinderen die zorg dragen voor hun bejaarde ouders of over mensen die de rechten van gehandicapten verdedigen en van niet ingeburgerd want hetzij papierenloos hetzij nog ongeboren leven. De waan dat de caritas en de liefde in het algemeen even natuurlijk zouden zijn als de wet van de sterkste, is een feit, en de veronachtzaming van dit feit verkapt het geleidelijk doch gestaag afglijden naar een toestand van algehele verdierlijking. Die toestand komt er sneller dan men voor mogelijk houdt en een terugkeer op zijn passen is dan wellicht alras uitgesloten.

De huidige secularisering in het Westen gaat gepaard met de opkomst van een hele reeks van welbepaalde ondoordachte meningen omtrent existentie en ethiek welke zich veeleer via reklametechnieken dan door redelijke overtuiging naar het voorplan werken en ingang vinden bij het volk, dat die denkbeelden dan huldigt - niet uit overtuiging maar uit angst om uit de pas te lopen. Die meningen ontspruiten aan een arrogantie welke zijn oorsprong vindt in een verlies van realiteitszin dat op zijn beurt door arrogantie wordt versterkt. Dit proces is niet nieuw waar het vandaag opduikt: met de regelmaat van de klok keert het terug in de loop van de geschiedenis van ons menszijn dat in wezen een wording is en telkenmale vormt het een bedreiging welke zich wapent met uitgerekend die middelen die voor het goede waren bedoeld.

Het Goede wordt namelijk onzichtbaar wanneer het van zijn bron werd afgesneden, zoals ook de Waarheid en de Schoonheid op de dool zijn waar hun schenker wiens wezen ermee samenvalt, verdwijnt. De Weg, de Waarheid en het Leven zijn immers allerminst objecten: zij vormen daarentegen een goddelijk persoon. Het beste realiseren wij ons dat we onze eigen bron niet kunnen zijn, waar we moeten ondervinden dat we pas in leven kunnen blijven mits het dagelijks tot ons nemen van ander leven dat, zoals de Christus zelf het zegt, met zijn bloed en met zijn lichaam samenvalt. Wat leeft, ontspruit nimmer uit zichzelf, het heeft een bron, een moeder die zich offert of een milde schenker en vandaar ontvangt het ook zichzelf op elk moment. Nooit kan een levende zeggen: en nu heb ik genoeg, dit is van mij, ik maak een hek om mijn reserve heen en voortaan ben ik zelfbedruipend en hoef ik niemand nog te danken of te eren! Niemand is ooit autonoom; al wie leeft, doet dat pas door deel te nemen aan de levensbron, door zich te laven aan het levenschenkend water.

Het goede en het leven dat wordt afgedwongen met de wet, kan nooit het goede of het leven zijn omdat wat goed is en wat leeft, uit zichzelf moet komen en nimmer wordt geboren uit de angst voor dreiging, leed en dood. Indien het goede of het leven wél afdwingbaar was, dan waren uiteraard het kwade en de dood de bron van 't goede en van 't leven, wat absurd was. Daarom kan een afgedwongen goed slechts namaak zijn: het is geen leven maar een pseudo-zijn dat het leven naar de kroon steekt omdat het nu eenmaal zonder zijn bron en helemaal op zichzelf zou willen bestaan. Andermaal: het leven en het goede kunnen afgesneden van hun bron niet zijn.

Waar men gelooft dat het alsnog doenbaar is om allerlei goeds te 'organiseren', daar tracht men hetzelfde te doen als wie proberen om een levend wezen te maken: niet door het te laten geboren worden uit een ander levend wezen of een moeder, maar door het op te bouwen met stenen en met slijk zoals men ook een huis opbouwt. Edoch, wat men dan bekomt, is warempel geen mens doch een golem: een machine, een organisatie, een in wezen levenloze struktuur waarvan niet de levenssappen de motor vormen maar wel de angst voor de sancties die al wie zich geen regels laten opleggen, bedreigen met vernietiging. Dat is immers alles wat de reglementen van een artificieel orgaan kunnen doen om het leven in de pas van het levenloze te laten lopen: het bedreigen met de dood. "Welcome to the machine!", zo klinkt welbekend sinds jaar en dag de kritiek van Pink Floyd. Wat de christenheid organiseert, is daarom geen levenloze regelgeving doch een superleven, met name de bron van het leven zelf.

Waar de Levensbron ontbreekt, is alles aan verval ten prooi en ten dode opgeschreven. Een afgedwongen caritas wordt alras geperverteerd door ons welbekende slogans zoals ze ook al een eeuw geleden weerklonken uit de monden van dictators. Hitler schreeuwde in het rond dat het ongehoord is dat de beste strijdkrachten moeten sneuvelen aan het front om bejaarden en zieken te beschermen. Het klinkt misschien nog vreemd in onze oren, maar op de keper beschouwd is het wars van het christendom inderdaad absurd als een maatschappij zichzelf op die manier verzwakt, daar zij louter van nature enkel streven kan naar de eigen handhaving en versterking. In puur natuurlijk opzicht en wars van elke moraal, zijn concentratiekampen waar de ballast van de maatschappij wordt omgebracht, rendabel en is het wreder om te dulden dat hongerlijders zich voortplanten dan om hen te steriliseren of zelfs af te maken. Edoch, de teleologie van die 'puur natuurlijke' aanpak kan niets anders zijn dan een dol draaiende molen, in hetzelfde bedje ziek als bijvoorbeeld de hebzucht. De sterkste immers is nooit sterk genoeg, de vijand moet tot minder nog dan niets worden herleid, het streven naar macht kent geen grenzen en het bestaan zelf verwordt dan tot een kankergezwel dat groeien blijft totdat het onder het eigen gewicht bezwijkt. Het natuurlijke is met andere woorden ten dode opgeschreven tenzij het uit de dood gered wordt door de bron van 't leven zelf, dat de natuur uitnodigt om zichzelf te overstijgen.

Geboren uit de naastenliefde, worden ouderlingentehuizen alras afgebroken waar zij niet langer rendabel zijn en men gelooft dan in die nieuwe rentabiliteit die veel rationeler zou zijn dan de oude die naar men zegt louter op emoties drijft. Emotie, dat is waartoe de naastenliefde wordt herleid door wie niet weten willen dat zij allerminst natuurlijk is. Zelfs plicht wordt door de zogenaamd verlichte geesten bij de dingen van 't gevoel gekatalogeerd als men die wil vervangen door verzuim verkapt door compromise en door pragmatiek. De nieuwe rede zegt dat zij bejaarden, zieken en gehandicapten wil verlossen uit hun leed met de genadedood, maar zij weet heel goed dat dit voorwendsel niets minder dan een uitvlucht voor die moord kan zijn. De onvoorwaardelijkheid en het gratuïete welke ooit het leven schonken, worden niet meer begrepen waar de liefde zelf ontbreekt, en zo verstrikken zich de mensen in een wirwar van argumenten zonder grond en wordt het doen en laten uiteindelijk weer door de kracht van de natuur gestroomlijnd zoals dat ook 't geval was vooraleer het christendom de wereld aandeed: het recht verdwijnt, alleen 't geweld schiet over, de wreedste onder de wreedaardigen regeren en herleiden al wie leven tot hun handlangers of werktuigen, de slavernij staat weer op, de uitbuiting, het eindeloze leed waarover bibliotheken van aangrijpende romans werden volgeschreven, de wereld wordt de hel en alle hoop is op nu ook de wil ontbreekt om 't anders aan te pakken.

Wat overschiet is inderdaad een golem, een levenloze namaakmens, een pop, een machine, een uit de hand gelopen organisatie die de mens voortaan regeren zal, verdrukken zal vooral en slechts het leven gunt om ook zichzelf te kunnen bestendigen. Het doel is middel geworden, het middel zielloos doel, en reeds de overmacht van het dode geld toont aan allen die nog niet helemaal blind zijn nu reeds het gelaat van die reusachtige onmens die het mensdom zal regeren, ketenen en ten gronde richten. Welcome to the machine:

(J.B., 26 augustus 2011)






31-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Non posse peccare - Over het Christendom, de Islam en de vermeende Derde Fase

"Non posse peccare" - Over het Christendom, de Islam en de vermeende Derde Fase

De tijd van de paradox

Hij wordt aangewend bij stoutmoedige pogingen om het godsbestaan te weerleggen - de zogenaamde paradox van de steen, die immers het begrip van de almacht aan het licht wil brengen als zijnde een volstrekte ondenkbaarheid, en mét dat exclusief goddelijke attribuut tevens het godsbegrip en God zelf. Kan God een steen maken die van die aard is dat Hij hem niet kan optillen? Als Hij hem niet kan optillen, dan is Hij God niet, en kan Hij hem wel optillen, dan missen wij hier de bedoelde steen. God en de onoptilbare steen sluiten elkaars bestaan uit. Tot daar de paradox. Men moet echter opmerken dat de paradox niet volgt uit het wezen van de steen of uit het wezen van God, maar wel uit de door ons gehanteerde definities met betrekking tot onze begrippen: we hebben te maken met begrippen die zo gedefinieerd werden dat, als iets in de werkelijkheid eraan beantwoordt, deze werkelijkheden elkaar uitsluiten. Onze begrippen zijn met andere woorden ontoereikend om zinvol over almacht te kunnen spreken. Almacht is een begrip dat wij in feite evenmin kunnen plaatsen als het godsbegrip. En dat zegt niets over een mogelijk wezen waarheen het godsbegrip tast, welhaast gelijk een blinde die tast naar het licht.

Een voor de hand liggende variant op de paradox van de steen betreft de kwestie dat de almachtige God - hier in de gedaante van zijn Zoon - niet in staat is om te zondigen. Maar opnieuw is hier een opmerking van kracht, met name de tegenwerping dat de onmogelijkheid tot handelen niets afdoet aan de almacht van zodra de handeling ook niet gewild wordt: God wil immers helemaal niet zondigen en dus is de kwestie of Hij het al dan niet kan volstrekt fictief of irrelevant. De hier gestelde vraag zal nooit aan bod komen omdat het willen primordiaal is op het kunnen. God mag dan almachtig zijn, Hij is niet alwillend.

Hiermee belanden we bij het non posse peccare of het niet kunnen zondigen dat wij op grond van Augustinus' theologie in een vroegere tekst bestempelden als de toestand van de mens onder de heerschappij van de islam. (1) In twee woorden: Augustinus kenschetste de toestand van vóór de zondeval als een waarin de mens vrij was om al dan niet te zondigen ("posse peccare" of het "kunnen zondigen"), terwijl hij na de zondeval die keuze verloor, daar hij reeds gezondigd had ("non posse non peccare" of het "niet kunnen niet zondigen"). Gesteld dat de sharia of de moslimwet na de mondiale islamisering de zonde fysiek onmogelijk maakt, dan treedt een derde fase in, namelijk die van het "non posse peccare" of het "niet (meer) kunnen zondigen". Niet onbelangrijk voegden wij daar nog het volgende aan toe: diegenen die niet willen zondigen - de heiligen - zouden dan door die nieuwste wet ook niet in hun vrijheid worden aangetast - overigens net zomin als Gods Zoon - terwijl dit voor alle anderen beslist een ware vrijheidsberoving of ketening zou betekenen.

De doem van de onvrijheid

Vooreerst enkele correcties hierbij. De vrijheid als zodanig kan niet zonder meer gedefinieerd worden als de mogelijkheid om te zondigen ("posse peccare"), aangezien ook God, die niet kán zondigen, als volstrekt vrij moet worden beschouwd. God is vrij maar Hij wil niet zondigen: zoals hoger gezegd is Hij niet alwillend, terwijl al datgene wat zijn wil Hem verbiedt te doen, niet als onkunde bestempeld kan worden. Van wie niet wil deelnemen aan een wedstrijd kan ook niet gezegd worden dat hij de wedstrijd niet kan winnen of verliezen; het kunnen wordt pas van kracht eenmaal het willen feitelijk is. Wat geldt voor de menselijk vrijheid, geldt niet voor de goddelijke, en hetzelfde is waar inzake de wil: Gods wil wordt bepaald door zijn eigen wet waarmee Hij immers samenvalt, terwijl de menselijke wil zich positioneert tegenover de goddelijke wet waaraan hij ondergeschikt is want niemand kan bijvoorbeeld vliegen tegen de natuurwet van de zwaartekracht in. De mens kan willen (in feite: wensen) wat de (goddelijke) wet verbiedt (en dat is zondigen, in casu "posse peccare") en hij kan zelfs willen (/wensen) om niet (meer) te zondigen; maar hij kan die wil (/die wens) niet volgen, zodat hij noodzakelijk zondigt ("non posse non peccare"). Bij de mens bestaat er een kloof tussen het willen (het wensen) en het kunnen: hij wil dingen die niet mogelijk zijn (de zondenloosheid) terwijl hij ook dingen doet die hij niet wil of niet wenst (zondigen). En dit is uiteraard het geval omdat de menselijk natuur sterker is dan zijn wil (/zijn wens). Sinds de zondeval is de menselijke natuur zelf niet meer in overeenstemming met de wil van God - en dat zou dan de erfzonde zijn. Een mens kan niet iets willen dat ingaat tegen zijn natuur. De mens is niet langer vrij om aan de zonde te verzaken, hij is gedoemd tot zondigen, en dit krachtens zijn eigen (gecorrumpeerde) natuur.

Dit laatste zou ons persoonlijk gerust moeten stellen aangezien het ons garandeert dat wij geen persoonlijke schuld hebben aan onze zondigheid. Wij volgen onze menselijke natuur die indruist tegen de goddelijke wet, maar we kunnen ook niet anders, ook al zouden we dat nog zo gaarne willen (/wensen). Maar omdat we niet anders kunnen dan wat we doen, treft ons geen schuld. Als mens daarentegen hebben wij geen enkele reden tot gerustheid, want ofschoon ons persoonlijk geen schuld treft, blijven wij als mens schuldig en worden wij ook als mens gestraft, en wel met de ergst denkbare straf: onze onoverkomelijke dood, het definitieve einde van ons bestaan. En bijna zou men dan de verzuchting slaken: werd de zonde ons maar onmogelijk gemaakt!

De nieuwe paradox: vrijheid door onderwerping?

Ergens zegt de Zoon van God zelf, die niet kan zondigen omdat Hij dat ook niet wil - zondigen zou immers niet stroken met zijn eigen wet of wil - dat het beter was voor een mens dat hij zijn handen afhakte en zijn ogen uitrukte als die hem tot zonde brachten. Het ware immers beter om zónder handen of ogen door het (eindige) leven te gaan dan het eeuwige hellevuur te moeten verduren. Maar als na de zondeval de mens niet langer in staat is om aan de zonde te verzaken omdat hij noodzakelijk zijn natuur volgt die sindsdien gecorrumpeerd is, dan rijst de vraag of hij niet beter af is met een toestand die hem het zondigen (fysiek) onmogelijk maakt, en dus een dwang, uitgerekend zoals deze die uitgaat van een zwaar bestraffende wet zoals bij uitstek de sharia er een is. Wordt op die manier door Christus zelf de dwang en de onderwerping - gebeurlijk in de historische realiteit van de islam - niet vooropgesteld als noodzaak voor ons heil?

Geen illusies

De kwestie is niet simpel, alleen al omdat naast de islam meer ideologieën kandideren voor die functie van ultieme heiland, om niet te zeggen dat ideologieën dat in feite allemáál doen, aangezien het christendom zowat de enige 'ideologie' is die niét dwingt, tenminste waar het haar boekje niet te buiten gaat in allerlei vreemde interpretaties en in de politiek der kerken. Het communisme probeert mensen solidair te maken door hen daartoe te dwingen en het kapitalisme doet in verkapte vormen slechts hetzelfde, zoals menig criticus ons dat aan het licht brengt. (2) De Oosterse religies beweren alle leed te overstijgen door het te miskennen, wat uiteraard slechts een puur suicidale 'oplossing' kan zijn die het kind met het badwater buitengooit. En zo trekken ze allen aan hetzelfde zeel van Christus wég, de ideologieën die wars van de menselijke natuur willen herorganiseren en herscheppen alsof dit ook maar denkbaar laat staan mogelijk zou zijn. Zij vormen een tegenpool van de lastige vrijheid die echter zonder die last niet de vrijheid kan zijn die aan de mens zijn menselijkheid schenkt. Zij vormen in feite een terugkeer naar het Jodendom waarover het christendom zegt dat het met zijn vele verplichtingen en wetten het heil belooft aan wie ze, alles ten spijt, vol scrupules volgen. Maar misschien is dat dan toch een derde fase en een eindfase: de terugkeer naar de plek van oorsprong, de mislukking van een deel der mensheid en de magere oogst van een handvol heiligen, het definitieve verlies van niet alleen de menselijke vrijheid maar tevens het weggewist worden van de menselijke natuur en van de ganse schepping die tenslotte van de mens in dienst staat. Zal ooit over al datgene wat ons vandaag het wondere leven schenkt, de spons worden gehaald zodat het ook verdwijnt alsof het er nooit was? Een droom zal ons bestaan dan zijn geweest, een vluchtige excentrieke gedachte in één kleine goddelijke hersencel door een kleine indigestie ingevolge het eindeloze hemelse tafelen. Wie zal het zeggen?

(J.B., 31 juli 2011)

Noten:

(1) Zie: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=7  

(2) Een schrijver heeft het over een Oost-Berlijner die in het Westen komt en die versteld staat van de netheid van de toiletten daar. Totdat hij zich in zo'n toilet opgesloten weet en merkt dat hij pas buiten kan als hij eerst de pot doorspoelt. De dwang lijkt slechts afwezig in het vrije Westen.


28-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Politiek georganiseerde afpersing
Politiek georganiseerde afpersing
 
Wat betreft de schuldencrisis in steeds meer landen, stellen sommigen als oplossing voor dat alle landen aan elkaar hun schulden gewoon kwijtschelden.
 
Edoch, het is niet jegens elkaar dat de landen schulden hebben, maar wel tegenover de (multinationale of van de landen onafhankelijke) banken.
 
De banken nu, dat zijn de rijken, de belangen van de rijken en hun rijkdom. De schuldencrisis is er geen van de landen jegens elkaar: het gaat om de schulden van de armen jegens de rijken.
 
Ingevolge het zogenaamde Mattheuseffect, moeten rijken almaar rijker worden en armen almaar armer, en dat gebeurt bij uitstek in een systeem waarbij rijken voor zichzelf winstgevende leningen aan armen 'toestaan'. Het werkwoord 'toestaan' staat hier tussen aanhalingstekens omdat de armen daar niet buiten kunnen: de rijken dwingen het van de armen af dat zij bij hen gaan lenen tegen woekerintresten.
 
Het resultaat is, uiteindelijk, dat de armen hun leningen bij de rijken niet meer kunnen afbetalen. Dat zien wij allang in het verhongerende, straatarme Afrika, waar zelfs geen straten zijn, en in het hele arme Zuiden, maar het breidt zich nu ook uit naar onze streken, naar het Noorden (Europa en Amerika).
 
De armste landen staan bij de banken in het krijt en dreigen falliet te gaan. Edoch, als zij failliet gaan, dan kunnen de banken fluiten naar hun geld. Dus zorgen de banken ervoor dat die landen niet failliet gaan: zij dwingen de politici tot een praktijk die zij bestempelen als een vorm van 'solidariteit', maar die in werkelijkheid afgedwongen wordt opdat zij zelf (de rijken) aan hun geld (hun rente) zouden geraken.
 
Het zijn inderdaad de rijken die Europa hebben gefabriceerd, wars van de wil van het volk, en geen enkele Europarlementariër werd dan ook in die functie door het volk verkozen. De europese solidariteit lijkt een onderlinge solidariteit tussen armere en rijkere landen maar dat is slechts kwalijke schijn: zij is in wezen een mechanisme waarmee de rijken de schulden van failliete armen overhevelen op de schouders van àndere armen (die vooralsnog niet failliet zijn), en dit enkel met het oog op hun eigen verrijking en de verdere verarming van de armen. Dit is niets meer en niets minder dan gemene afpersing.
 
Omdat de hebzucht een zucht is en omdat zuchten nooit bevredigd kunnen worden, zal de afpersing die heden de wereld in de ban heeft, nooit ophouden. Zij zal noodzakelijk uitmonden in de oorlog, die daarom door alle kenners terzake gekenschetst wordt als het verlengstuk van de economie.
 
(J.B., 28 juli 2011)
 
 

19-07-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geld heeft geen geweten

Geld heeft geen geweten

De grootste banken hebben de mond vol over ethisch verantwoord investeren terwijl wij allen heel goed weten dat geld geen geweten heeft en dat winst geen gevolg van liefdadigheid kan zijn. Daarentegen zijn de meest renderende investeringen ook de meest rampzalige: geen belegging is zo winstgevend als de handel in drugs, de wapentrafiek, het boren naar olie ten koste van mens en milieu of het onnadenkend neerpoten van kerncentrales. Het maximale winststreven en de misdaad zijn tweelingbroers; de slogan dat bezit diefstal is, kan niet zonder meer van tafel worden geveegd en de feiten liegen er niet om: een onderzoek door Netwerk Vlaanderen uit 2007 van de investeringspraktijken van onze grootste banken laat er geen twijfel over bestaan. Enkele voor zich sprekende voorbeelden samengevat:

Het Indische mijnbouwbedrijf Vedanta Resources werd herhaaldelijk veroordeeld voor milieurampen; het doet aan illegale kaalkap in Lanjigarh in Orissa en jaagt er de mensen uit hun huizen. Er wordt gewerkt met goedkope doch verouderde installaties die eerst in 2004 in Tamil Nadu, Indië, en dan in 2006, in Zambia, zorgden voor giframpen ingevolge de lozing van koper- en aluminiumafval. Het criminele bedrijf werkt met kapitaal van onder meer ABN Amro, AXA, Citibank, Fortis, Dexia, Deutsche Bank en ING die er in 2007 bedragen van 0,5 tot 39,7 miljoen dollar hadden belegd. (1)

AviChina is een bedrijf dat oorlogsmateriaal produceert en verkoopt aan landen waarop een wapenembargo van de VN rust, zoals China, Soedan (2006), Birma (Myanmar) (1999) maar ook Colombia, Egypte, Namibië, Pakistan, Sri Lanka en Zambia. In die landen worden de mensenrechten geschonden, er zijn dictaturen met kindsoldaten en er wordt gemarteld. Investeerders in AviChina zijn onder meer ING en ABN Amro. En een gelijkaardige geschiedenis geldt voor wapenproducent EADS die ook aan Nepal levert. EADS wordt mede gefinancierd door ABN Amro, Citibank, Deutsche Bank, Fortis en ING, telkens voor bedragen tussen 45 en 145 miljoen euro. Tot de aandeelhouders behoren ook AXA en KBC. (2)

Het sinds de jaren negentig volledig gedestabiliseerde Congo, dat sindsdien al 4 miljoen oorlogsslachtoffers telt, wordt van zijn natuurlijke rijkdommen beroofd door mijnbouwers zoals Anvil Mining en AngloGold Ashanti, die samenzweren met corrupte groeperingen die zich met hun winst bewapenen. De goudhandel is er een bijzonder bloedige aangelegenheid. Van AngloGold Ashanti bezitten ABN Amro, AXA, Citibank, Dexia, ING en KBC elk aandelen tussen 0,5 en 15,4 miljoen dollar. Onder meer Fortis leende miljoenen aan Anvil Mining en Deutsche Bank had er aandelen. (3)

De genoemde banken hadden ook aandelen in de bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de giframpen in Peru waar de goudkoorts woedt. Gif (cyanide, kwik...) is namelijk een onvermijdelijk bijproduct van de goudontginning uit het opgegraven gesteente. En de plaatselijke bevolking en het milieu moeten het bekopen. Er zijn massale miskramen en allerlei nieuwe kwalen, alleen al in 2002 stierven in Newmont 63.000 vissers door riviervervuiling met zware metalen. Maar de goudzoekerij breidde nog uit en wie zich ertegen verzette, werd vermoord, zoals bijvoorbeeld Edmundo Becerra Corina in november 2006. (4)

Dan is er de supermarktketen Wal-Mart (jaaromzet: 351 miljard dollar) die de rechten van haar werknemers met de voeten treedt. Onderbetaalde kassiersters zijn vandaag overigens ook hier ten lande aan de orde, maar wat Wal-Mart met haar arbeiders doet, tart de verbeelding: een ethische commissie uit Noorwegen spreekt van onder meer gevaarlijke, ongezonde en onderbetaalde kinderarbeid. Tot de aandeelhouders hier behoren alweer ABN Amro, AXA, Citibank, Deutsche Bank, Dexia, Fortis, ING en KBC. (5)

Vervolgens zijn er nog de milieurampen in Papua, de winning van gas door Total en Petrochina in Birma, de goudwinning ten koste van water in het Andesgebergte, de veronachtzaming van de plaatselijke bevolking bij de goudwinning in Guatemala, de oliewinning zonder scrupules in Tsjaad-Kameroen - bedrijvigheden gefinancierd door de vertrouwde banken die ons bij de ontbijtradio zo vriendelijk in de oren klinken... (6)

Er zijn er die zeggen dat het overdreven is om te stellen dat bezit diefstal is, maar het staat als een paal boven water dat wat de ene mens teveel heeft, het tekort is van een ander. Het gezond verstand zegt ons dat de hebzucht slachtoffers moet maken en dat zij om die reden sinds oudsher als een zonde wordt geboekstaafd. De hebzucht kan niet worden botgevierd tenzij ten koste van andermans leven en welzijn. Het principe zelf waarop onze banken teruggaan - het maximale winststreven - is crimineel van aard. Door diefstal komt men nu eenmaal veel sneller en ook veel makkelijker aan rijkdom dan door noeste arbeid. Beleggen in misdaad is daarom veel rendabeler dan beleggen in eerlijke activiteiten en onvermijdelijk zijn de grootste banken dan ook de meest misdadige. Dat zij zich tegelijk uitgeven voor instellingen met hoge ethische standaarden die wetenschappelijk onderzoek en ook kunst en schoonheid financieren, mag ons niet verwonderen eenmaal wij immers weten dat dieven tevens leugenaars en bedriegers zijn. En als zij 'kunst' al geld toestoppen, dan is het zwijggeld uiteraard: "Wiens brood men eet, diens woord men spreekt", vraag dat maar aan die moedige onderzoekster aan de K.U.Leuven die onlangs nog op staande voet ontslagen werd omdat zij een waarheid sprak die een sponsor van de universiteit niet zinde. (7)

(J.B., 19 juli 2011)

Bronnen:

(1) http://www.netwerkvlaanderen.be/shop/dossier/bankgeheimen , pag. 4-5.

(2) http://www.netwerkvlaanderen.be/shop/dossier/bankgeheimen , pag. 5-7.

(3) http://www.netwerkvlaanderen.be/shop/dossier/bankgeheimen , pag. 7-10.

(4) http://www.netwerkvlaanderen.be/shop/dossier/bankgeheimen , pag. 10-11.

(5) http://www.netwerkvlaanderen.be/shop/dossier/bankgeheimen , pag. 11-13.

(6) http://www.netwerkvlaanderen.be/shop/dossier/bankgeheimen , pag. 13-20.

(7) Zie het nieuws omtrent de heisa over het aardappelenveld met de genetisch gemanipuleerde vruchten van Monsanto, te Wetteren, in het voorjaar van 2011. Zie ook: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1209384  en http://fieldliberation.wordpress.com/ en http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 


19-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De dood geeft geen uitleg
 

De dood geeft geen uitleg



Een machtsinstelling die aan haar onderdanen begint uit te leggen wat ze allemaal aan het doen is en waarom, is een geheel verloren zaak. Men kan dit uit ondervinding weten of louter intuïtief, maar in feite is het niet anders mogelijk dan dat een gezag dat zich ertoe genoopt weet om zich tegenover haar volgelingen te verantwoorden, diep aangetast is in haar kern en in feite zichzelf zodoende alleen maar verder opheft. En hier vindt men dan ook de reden waarom bijvoorbeeld de religies als machtsinstellingen zo ongehoord hardnekkig zijn; zij leggen immers helemaal niets uit, ze lappen alle redelijke beschouwingen aan hun laarzen en zij beperken zich ertoe om bevelen uit te delen en dat te blijven doen. Het uitdelen van bevelen is overigens ook de enig mogelijke bestaansreden van machtsinstellingen.

Het is niet minder dan een historische vergissing vanwege een welbepaald type van zich verlicht achtende geesten, dat zij de uitleggerij die zij met de rede vereenzelvigden, zijn gaan beschouwen als de grondslag van het denken zelf, alsof gedachten zich ook maar iets lieten gelegen zijn aan verantwoordingen of aan toehoorders. Maar bij uitstek figuren in de geest van Voltaire en met hem een ganse schare zichzelf als intellectuelen bestempelende 'encyclopedisten' werden mede door de aanslag die zij pleegden op gevestigde machten enkel bekrachtigd in de zielige blindheid van la Raison - die in feite niet meer voorstelt dan een abstrahering van de arrogante gesprekken van een rentenierende burgerij met grootheidswaan.

Elke uitleggerij baadt sowieso in een zweem van leugens wegens de enorme discrepantie tussen, enerzijds, redenen en, anderzijds, beweegredenen of motieven, drijfveren: de eersten verkappen de laatsten in ruil voor de eer die de redenen dankzij de beweegredenen geheel onterecht kunnen blijven opstrijken: la Raison wordt gekoesterd door wie tuk zijn op uitgelezen wijn en dure spijzen met exquise gezellen en het is dan ook de fijnproeverij of het geheel redeloze genot dat aan la Raison zijn raison d' être schenkt - de maag als behoeder der gedachten en, uiteraard, vice versa want het ene plezier is het andere waard.

Maar naast die paradox speelt uiteraard vooreerst de taal, waar omheen alle dingen draaien zoals de planeten cirkelen rond de zon. Het bevel immers heeft geen redenen te geven - die zijn daar evenmin op hun plaats als argumenten dat waren ter staving van de schoonheid van de dingen. Anderzijds blijken redenen op hun beurt en noodzakelijk, uiteindelijk wél te moeten verwijzen naar de werkwoordsvorm die buiten zich geen diepere grond meer heeft, en dat is nu eenmaal het bevel dat men terugvindt in de stenen tafelen van wie heersen.

Wie beveelt, hoeft immers geen uitleg te geven aan zijn onderdanen, aangezien hij hen als geheel de zijne beschouwt, precies zoals de hersenen zonder meer het lichaam kunnen gebieden om bijvoorbeeld op de loop te gaan omdat het nu eenmaal de hersenen van dat lichaam zelf zijn. Uiteraard moet de heerser zijn onderdanen dan wel, zoals gezegd, effectief beschouwen als de zijne: zijn zorg voor hen moet dezelfde als zijn zelfzorg zijn en tussen hem en de zijnen moet altijd een volstrekt vertrouwen heersen. Valt dat eenmaal weg, dan is de eenheid zoek die ook de voorwaarde voor de samenwerking was en dan is er verder tot gehoorzaamheid geen enkele reden meer.

Alle uitleggerij is steeds en noodzakelijk een uitleggerij van feiten, terwijl feiten zaken zijn waaraan niemand kan ontkomen, wat hen dan ook op het talig niveau tot zuivere imperatieven maakt. Als het een feit is dat het regent, dan zeggen wij wel: "Het regent", alsof het ging om een daad van een instantie welke eventueel door een andere beïnvloedbaar was. Maar van beïnvloeding kan hier nimmer sprake zijn, alleen al omdat er geen instantie is die beïnvloed kon worden, en daarom is het feit dat het regent gelijk aan een bevel zonder meer: er valt niet aan te tornen want het is absoluut, het stamt uit een andere wereld die deze der gewone werkwoorden overstijgt.

Gewone werkwoorden worden bemand door individuele actoren zoals paarden worden bereden door ruiters: als men de naam van een ruiter roept, dan brengt die zijn paard tot stilstand en dan zal hij gebeurlijk rechtsomkeert maken. Maar bevelen worden niet op hun beurt door derden bestuurd omdat zij zelf het nu zijn die sturen. Waar wij bevelen ontvangen, zijn we immers zelf de paarden onder het juk der ruiters, en wat wij uitschreeuwden ten gehore van de andere paarden, zou ons toch niet baten want waren wij paarden dan spraken wij niet.

Waar instanties afgezakt zijn naar de uitleggerij, hebben zij hun onderdanen reeds voorgoed verloren, en het feit dat zij aan hen ook uitleggen wat zij doen en waarom dan wel, toont dit onmiddellijk aan. En in dat schuitje zitten nu eenmaal alle instellingen die zijn voortgekomen uit de Verlichting en uit het tijdperk van de rede: met de rede geloofden zij aanhangers te kunnen maken, en zo zijn zij reeds van bij hun prille begin ten prooi geweest aan het diepst mogelijke verval.

Dat machtsinstellingen mét macht zonder meer bevelen geven, betekent echter niet dat ze die activiteit niet kunnen verkappen: als zij niet van gisteren zijn, dan zullen ze dat ook doen, en niet in het minst onder de dekmantel van uitgerekend... uitleggingen allerhande! En het schoonste voorbeeld vinden we warempel hier bij ons, met name in ons gouden kalf, de Europese instellingen met aan het hoofd de banken. Europa functioneert ten langen leste als verzekeringsinstelling voor de banken: als een land, dat sowieso zichzelf moet lenen en eindeloos afbetaalt, in het failliet dreigt te belanden zodat de banken aan wie het zichzelf afbetaalt naar hun centen dreigen te zullen mogen fluiten, welnu, als de nood zo hoog wordt voor het kalf, dan springen de andere landen bij - ziedaar de ultieme bedoeling van de Europese Unie. Zij is een samenzwering, niet van landen maar van banken en dus van een anoniem en alles beheersend kapitaal. Geld, aanvankelijk een betaalmiddel, is doel geworden en meer dan dat: geld beveelt, geld vaardigt de wetten uit, geld is God.

In het welhaast ondraaglijke licht van de trieste waarheid van onze dappere nieuwe wereld staan alle uitleggingen dan ook ten dienste van die ene leugen van het geld die al het andere verteert. Waarheden spreken niet langer vanzelf: zij worden het zwijgen opgelegd en ándere waarheden worden met subsidies gepromoot. Dankzij subsidies worden nieuwe waarheden gescandeerd en dan herhaald, precies gelijk bevelen, immer zonder uitleg, en vraagt men uitleg, dan staat men nooit voor een muur van stilte doch wordt men steeds vergast op een orkaan van explicaties zonder einde.

Of dan toch mét een einde, want ook orkanen krijgen niet het laatste woord: na hen is er immers nog de dood. Want ook het feit bij uitstek waartegen geen verhaal is, is een imperatief. Is het niet hier dat alle andere machten hun mosterd halen?

(J.B., 19 juni 2011)


06-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schimmige kwalen en dure kuren

Schimmige kwalen en dure kuren

Nu een KUL-onderzoekster en verdedigster van de Wetterse actievoerders tegen de promotie van genetisch gemanipuleerde aardappelen ontslagen dreigde te worden na kritiek op de sponsor, wordt het tijd om aan te kondigen dat reeds op 31 maart 2011 de firma Monsanto door duizenden boeren, gegroepeerd in de Public Patent Foundation, in New York voor de rechtbank werd gedaagd: genetisch gemanipuleerde gewassen die in weerwil van hun beloften helemaal niet vruchtbaarder en sterker zijn dan voorheen en die bovendien mens en milieu vergiftigen, kunnen immers onmogelijk gepatenteerd worden. (1)

Dat genetisch gemanipuleerde gewassen ongezond zijn, mag blijken uit wetenschappelijk onderzoek naar bijvoorbeeld transgene maïs. (2) Maar dat onafhankelijk onderzoek systematisch door corrupte politici tegengehouden werd, is nog een ander paar mouwen. (3) Vervolgens blijkt er helemaal geen sprake van de beloofde verhoogde opbrengst van de genetisch gemanipuleerde gewassen tegen allerlei ziekten, evenmin als van een grotere resistentie tegen ziekmakers.

Monsanto, een chemiereus genoemd naar de vrouw van de stichter en patenteerder van honderden gewassen, startte in 1901 met de productie van de kunstzoetstof saccharine, die werd afgenomen door Coca-cola, en is tevens de producent van het kankerverwekkende ontbladeringsmiddel 'Agent Orange' dat in 1960 door de USA in de Vietnamoorlog werd ingezet en ten gevolge waarvan aldaar ook vandaag nog kinderen gehandicapt ter wereld komen, waaronder duizenden gevallen van de gevreesde open rug of ' spina bifida'. (4)(5) Het Amerikaanse bedrijf heeft ook in België fabrieken, met name in Gent, Antwerpen en Waver. Het is overigens niet het enige chemische bedrijf dat zich bezig houdt met gentechnologie; andere bekende firma's in dat genre zijn onder meer Nestlé, Bayer en BASF. En dat het hier gaat om bijzonder veel geld mag blijken uit het feit dat in de lijst van de koplopers met (alvast in onze contreien) de grootste jaaromzet de chemiereuzen (chemische plus farmaceutische industrie) nog torenhoog uitsteken boven hun opvolgers, zijnde de industrieën van de voeding, de bouw en de auto's. (6)

Of de genetische manipulatie van gewassen hun productie en kwaliteit kan verbeteren, is op zijn zachtst uitgedrukt nog zeer de vraag, en het ziet er naar uit dat dit probleem zich herhaalt in tal van andere sectoren welke zich aanbieden als verbeteraars van het leven in al zijn vormen en als bestrijders van kwaad en kwalen. Als men steeds vaker ziet dat garagisten uit winstbejag aan motoren gaan knoeien, en computerdeskundigen meehelpen aan het verspreiden van virussen, dan hoeft het ook niet te verwonderen dat de dichter bij ons lijf staande zorginstellingen op deze regel geen uitzondering vormen, zoals reeds Ivan Ilich dat aantoonde, inmiddels al een halve eeuw geleden. (7) Wij worden bestolen door de slijters van antidiefstalsystemen, we geraken ondervoed door de schuld van de voedingsindustrie, op school leren we het af om ons verstand te gebruiken en we worden ziek gemaakt door de geneeskunde.

Die laatst genoemde vaststelling komt niet uit de lucht vallen: dat de levensverwachting van geneesheren ettelijke jaren lager ligt dan die van de doorsneeburger, roept op zijn minst vragen op. Trouwens samen met de eigenaardige vaststelling dat in de buurt van nierklinieken meer nierpatiënten wonen en nabij hartklinieken, meer hartlijders. Gelijkaardige verbanden vindt men trouwens ook tussen locaties met ouderlingentehuizen en dementerende bejaarden of tussen verblijven van onbeholpen kinderen en locaties waar crèches en scholen gevestigd zijn: de hulp komt niet alleen de nood tegemoet maar zij voedt hem ook omdat zij de zelfredding dwarsboomt, en op die manier vragen mensen er uiteindelijk om, bedrogen te worden in de leniging van hun noden. Eenmaal het perverse handeltje een voet in huis heeft, is de stap naar de creaties van (mits fikse vergoedingen te lenigen) schijnnoden nog bijzonder klein, en hetzelfde geldt dan uiteraard voor de behandeling van schijnziekten.

De zeer sterk overtrokken heisa rond de zogenaamde Mexicaanse griep ligt ons nog vers in het geheugen, en nu dreigt men met de hersenkanker-verwekkende gsm-straling en de dure schijnremedies daartegen (zoals vorig jaar die kostelijke grap van Omega Pharma), ofschoon beweerd wordt dat de straling van de TV-antennes van weleer ontelbare keren sterker was dan deze die uitgaat van de huidige gsm-masten. Maar wat gezegd van enkele 'alternatieve' theorieën over werkelijk epidemische ziekten zoals aids en kanker? Zij stellen namelijk dat deze ziekten helemaal niet bestaan, of dan tenminste toch dat hun bestaan heel anders is dan aan het publiek wordt voorgehouden.

Zo schrijft de Vlaamse, in Colombia en Guatemala werkzame ingenieur Guy Denutte, lid van Rethinking Aids, dat Aids wellicht geen overdraagbare virusziekte is maar een immuniteitskwaal ingevolge heel andere oorzaken. Tevens zou het nu ook vaststaan dat de vroeger gebruikte aidsremmer AZT, het immuunsysteem ondermijnt in plaats van het te versterken. (8)

Deze theorie doet hoe dan ook heel sterk denken aan de eveneens het immuunsysteem vernietigende hedendaagse kankertherapieën met chemo en bestraling, welke volgen op een diagnose die de niets vermoedende patiënt die zich te goeder trouw aan een preventieve test heeft onderworpen, geheel van zijn stuk brengt: "Meneer, mevrouw, u hebt geluk dat we het misschien nog tijdig in de gaten kregen, maar u hebt kanker en u gaat dood, tenzij u nauwgezet onze behandeling volgt en dit met onmiddellijke ingang!" Doodsbenauwd laat vervolgens een zich zopas nog kerngezond voelende patiënt zich behandelen met gif dat hem doodziek maakt want het ondermijnt uitgerekend de afweer welke hij in feite broodnodig heeft tegen de kanker die men hem misschien alleen maar heeft aangepraat.

Maar radiologen op rust durven al eens uit de biecht te klappen en dan vertellen zij in allerlei weekbladen dat wij eigenlijk allemaal kankercellen in ons hebben, maar dat ons immuunsysteem het aantal daarvan binnen redelijke perken houdt. Overigens wéét men helemaal niet, zo verklappen zij ons, welke weg zelfs een kwaadaardige kankercel op zal gaan: zij kan immers ingekapseld worden of gewoon verdwijnen en worden afgevoerd; zij hoeft helemaal niet te ontwikkelen tot een dodelijk gezwel of uit te zaaien naar het hele lichaam; en dat hangt grotendeels af van de gezonde werking van... ons immuunsysteem. Bovendien, zo zeggen zij, kunnen wij op Röntgenfoto's eigenlijk maar weinig zien en moeten wij bijgevolg interpreteren, gegevens samenleggen, overleggen en beslissen of we een behandeling zullen overwegen. Het is allemaal niet zo zwart-wit hoor, zo zeggen zij: het is meer een zaak van statistische gegevens, percenten, kansen.

En dat is met meer ziekten het geval, maar dus ook met de grote hedendaagse killers zoals aids en kanker en dat maakt het natuurlijk allemaal wel heel luguber, aangezien het verschil tussen leven en dood zo vreselijk abrupt is, terwijl een diagnose een zaak blijkt van twijfel, wikken en wegen, en tenslotte een knoop doorhakken, wat eigenlijk een vorm is van blind gokken.

Eén grote zekerheid speelt door dit ganse verhaal en pas deze zekerheid die nimmer twijfel duldt, laat ons in deze geschiedenissen soms met een misselijk makende kater achter: de zekerheid namelijk dat de kosten voor de kuren, ook als zij niet helpen kunnen, tot de laatste eurocent aan de belovers van mogelijke genezing en van beterschap betaald zullen worden, door wie dan ook.

Overtrokken, zegt u? Onmogelijk dat mensen tot dit bedrog in staat zijn? Nog onmogelijker dat mensen zich in die mate zouden laten bedotten? Welnu, amper een halve eeuw geleden, toen hier nog niet de wetenschap maar wel de kerk het voortouw nam en heilig was, kon men het volgende in de biechtstoel horen: "Meneer, mevrouw, u hebt zeer zwaar gezondigd maar wat een geluk dat we het nog tijdig in de gaten kregen: uw ziel is er zeer erg aan toe en, als we de hel kunnen vermijden, wordt dit alvast een zeer langdurig vagevuur. Edoch, als de nood het hoogst is, is de redding nabij; u kunt namelijk aflaten kopen en dat scheelt direct een slok op de borrel!" En meneer of mevrouw die zich tot dan toe van geen kwaad bewust was, stond nu doodsangsten uit, omwille van die zwarte ziel, en haastte zich om gauw die schulden af te kopen die hem of haar misschien alleen maar waren aangepraat.

(J.B., 5 juni 2011)

Noten:

(1) Zie: http://www.dewereldmorgen.be/blog/guy-denutte/2011/04/04/monsanto-aangeklaagd-door-organische-boeren-in-de-vs  

(2) Zie bijvoorbeeld: http://www.biolsci.org/v05p0706.htm  

(3) Over Genetisch Gemodificeerde Organismen en politiek, zie: http://hertevreter.blogspot.com/2011/02/denktanks.html  
(4)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Monsanto_(multinational)  

(5) http://nl.wikipedia.org/wiki/Agent_Orange

(6) http://www.ambafrance-nl.org/spip.php?article133

(7) Zie o.m.: Medical Nemesis (1976) ISBN 0-394-71245-5 (In het Nederlands vertaald door D. L. Uyt den Bogaard en verschenen onder de titel: Grenzen aan de geneeskunde: het medisch bedrijf - een bedreiging voor de gezondheid? - Bussum, Wereldvenster, 1975 plus herdrukken).

(8) http://www.dewereldmorgen.be/blog/guy-denutte/2010/12/24/de-terreur-van-aids-en-de-korruptie-van-de-wetenschap  


31-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De duivel in de kiem

De duivel in de kiem

Heil Hitler!
- de groet aan de dictator aan wie alle heil wordt toegewenst, lijkt te behoren tot een ver verleden, maar bij nader toezien blijkt niets minder waar dan dat: allang immers hebben andere en meer verborgen dictaturen zijn plaats ingenomen - dictaturen die er even goed in slagen om van vrijwel alle onderdanen alvast in 't openbaar de volle steun en instemming af te dwingen en, zoals altijd, beseffen de onderdanen nauwelijks of helemaal niet dat het onder dwang is dat zij groeten, steun betuigen en desnoods de tegenstanders 'afmaken'. Het zal meer nieuwslezers opgevallen zijn dat de reacties op de acties in het Wetterse veld met genetisch gemanipuleerde aardappelen, bijzonder eendrachtig waren en ook even onnadenkend en zelfs plat. Maar wat meer is: wie oplette, kon ook zien hoe in de ochtend van 31 mei, kritische en doordachte lezersreacties gewoon van het net verdwenen zónder dat zij leugenachtig of beledigend waren.

We weten dat de media gemanipuleerd worden door de machthebbers. In 1990 noemde de - nota bene linkse! - filosoof Jaap Kruithof in zijn colleges Ethica het toen nog niet door het Vlaams Blok ingenomen 't Pallieterke "het enige onafhankelijke blad in Vlaanderen". Verworden tot een roddelblad, helaas, want ook daar circuleren slechts anonieme meningen; het anonieme waarbij men zelf immers niks risceert, heeft iets van het laffe terrorisme. Over de andere kranten, tijdschriften en radio- en TV-zenders weten wij sinds lang dat hun agenten in handen zijn van enkelingen die het kapitaal beheren en die de media dan ook in dienst daarvan stellen, wat in de praktijk neerkomt op desinformatie via het achterhouden van de waarheid en het verspreiden van leugens op manieren die de wet niet kan bestraffen. Het relatief nieuwe medium internet lijkt aan de informatievervalsing door potentaten vooralsnog te kunnen ontsnappen, maar een lang leven blijkt die nieuwe vrijheid jammer genoeg niet beschoren, als men ziet hoe de oude en gecontroleerde media hun best doen om dat nieuwe nieuwsveld te bezetten, de kritiek incluis, en dat zijn de lezersreacties, de vrije mening en tenslotte ook de waarheid. En ook inzake het bedrog der genetische manipulatie van planten, blijken de machthebbers hun uiterste best te doen om het debat in de kiem te smoren en, als dat niet lukt, om de waarheid daaromtrent te beletten aan het licht te komen.

"Quod est veritas?" - aldus wimpelde Pilatus Christus af toen deze zegde dat Hij gekomen was om van de Waarheid te getuigen, en blijkbaar begreep de vertegenwoordiger van de wereldse macht ook toen al niet dat de waarheid nergens anders zijn kracht kan halen dan precies uit het getuigenis dat men bereid is daarvoor af te leggen. Niet door terreur te zaaien maar daarentegen door alle kwaad ten spijt de waarheid aan het licht te laten komen - al is deze uitdrukking hier nog ontoereikend aangezien de waarheid het licht zélf is, en dus datgene wat de dingen tot hun recht laat komen.

De waarheid omtrent genetische manipulatie van landbouwgewassen is helemaal niet zo moeilijk te achterhalen, alleen zorgt corruptie, ook binnen de vooralsnog heilig gewaande wereld van de wetenschap ervoor dat feiten worden verdonkeremaand. Herinner u die geldgroep die metalen niemendalletjes ter grootte van een muntstuk voor de prijs van 50 euro via de apothekers op de markt wilde brengen: niemendalletjes die kwade gsm-straling zouden neutraliseren. Geen enkele apotheker protesteerde, geen enkele agent uit de medische sector kloeg de zoveelste op til zijnde volksplundering aan, totdat een Leuvense professor voor de camera voor jan met de pet in drie tellen aantoonde dat het inderdaad ging om puur bedrog. Als Milgram reeds in de zestiger jaren wetenschappelijk want experimenteel aantoonde dat driekwart van alle mensen zonder onderscheid van rang of stand bereid zijn om voor winst te moorden als zij niet zullen worden vervolgd, dan mag het ons eigenlijk niet meer verwonderen dat het overgrote deel der mensen met het oog op winst bereid zijn om anderen te bestelen waar zij dat kunnen. Als zij bovendien daartoe de naam van de wetenschappen gebruiken, dan brengen zij aan de wetenschap onnoemelijke schade toe.

Wie herinnert zich niet de zaak rond de Roemeense augurken die hier het nieuws haalde in april 2007, nadat Roemenië was toegetreden tot de Europese Unie? Die zaak van genetische manipulatie in politieke handen, zat als volgt in elkaar. De Roemeense boeren zijn - of waren - meesters in het kweken van augurken. Tot voor kort waren Roemeense augurken de meest smaakvolle ter wereld. Maar sinds dit land lid werd van Europa, kwam daar verandering in: de cultuur van de uiterlijke schijn herleidde de trots van de nieuwkomer nu tot een welgevormde doch smaakloze en fletse vrucht. Aan de boeren werd voortaan namelijk gemanipuleerd augurkenzaad opgedrongen dat dergelijke mooi ogende en dus goed verkopende doch waardeloze vruchten opleverde. Bovendien: het gemanipuleerde zaad leverde augurken op die zelf geen bruikbaar zaad meer voortbrachten, zodat de boeren telkenjare verplicht werden om het dure zaad her aan te kopen bij hun Europese leverancier. (1)

Wat er met de genetische manipulatie van aardappelen aan de hand is, is een vergelijkbaar euvel. Wetenschapslui die de techniek van de genetische manipulatie der gewassen verdedigen, beseffen vaak niet dat zij meehelpen aan een schromelijke misleiding van het publiek. Zij doen dat door het punt van discussie te verkappen met een geheel vals item, want dat de gentechnologie een forse (en noodzakelijke) verbetering van de landbouwgewassen kan betekenen, wordt door het merendeel van het publiek geloofd. Het punt van discussie is echter dat de door rijk én arm gefinancierde wetenschap in handen van de industrie en van de handel, andermaal zal resulteren in het groter worden van de kloof tussen rijk en arm.

En die kloof zal groeien omdat wij allemaal verplicht worden om genetisch gemanipuleerde gewassen te kweken - de oude gewassen kunnen immers niet concurreren met de nieuwe. Maar op de nieuwe moeten wel auteursrechten worden betaald aan wie aan de oorspronkelijke genen hebben gesleuteld. Dit alles, afgezien van het feit dat het hier gaat om onterechte rechten omdat sleutelen aan genen zeker niet betekent dat men iets schept. Er worden patenten toegekend die eigenlijk de plant zelf betreffen, alsof de manipulator inderdaad de schepper was. Deze behandeling van planten is vergelijkbaar met de huidige politieke behandeling van mensen: wij worden als mens ondergeschikt gemaakt aan ons burgerschap, aangezien wij niet eens als mens worden erkend als wij geen bewijzen van burgerschap kunnen voorleggen. Men herinnere zich het Europese strafhof dat nog niet zo lang geleden een vrouw die haar kind aborteerde in het gelijk kon stellen met het argument dat het kind nog niet geboren was en dus nog geen burgerrechten genoot. Niet het leven, doch het burgerschap wordt beschermd: de arrogantie van politici bestaat erin dat zij zich gedragen alsof het leven van het burgerschap afhankelijk was. Dat laatste proberen zij inderdaad te bereiken, al kunnen zij dat nooit doen op een scheppende manier, wel immer op een vernietigende manier, met name door het leven dat niet wil buigen voor het gouden kalf, om te brengen.

In twee woorden hebben bepaalde wetenschapslui het misschien wel goed voor met die aardappelen die zij moeten verbeteren, zeker met het uitblijven van een oplossing voor het probleem van de overbevolking in het vizier, en het publiek ziet ook wel in dat dit op zich geen kwaad kan zijn. Maar andermaal wordt blijkbaar noch in wetenschappelijke kringen noch daarbuiten goed beseft hoe gevaarlijk goede dingen in verkeerde handen kunnen zijn, of beter: hoe de goede dingen al bijna onherroepelijk in die verkeerde handen zijn terechtgekomen, aangezien het middel doel geworden is en het doel, middel.

Overigens is de middel-doelomkering allerminst de enige stelling van Karl Marx, die daarmee op zijn beurt voorafgegaan wordt door niemand minder dan Sint-Augustinus die dit euvel al meer dan duizend jaar eerder aankaartte: ook de stelling over de diefstal van de productiemiddelen is Marxistisch én niet nieuw. De stelling luidt summier dat uitbuiting bestaat waar niet de arbeider doch de bezitter der productiemiddelen de vruchten van het werk plukt. Ten tijde van Marx, en dus in de tijd der Industriële Revolutie, werden onder productiemiddelen de dure stoommachines verstaan, die de fabrieken deden draaien. Maar kijk, wie had ooit kunnen denken dat het meest eenvoudige en oorspronkelijke productiemiddel van de landbouwer hem zou kunnen worden ontvreemd: het zaad waarmee de boer zijn land bezaait?

(Jan Bauwens, 31 mei 2011)

Noten:

(1) Zie: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=39  : "Het geld en de bloemen des velds" d.d. 22 april 2007. Zie ook het beruchte Monsantoproces tegen onder meer Canadese landbouwers: http://nl.wikipedia.org/wiki/Monsanto_vs_Schmeiser  . Zie ook:
http://fieldliberation.wordpress.com/  en http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 






























14-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Quod est veritas
 

Quod est veritas?

¨[Vrij naar Nikolai Ge (1890)]

Van de hand van de Russische kunstschilder Nikolai Ge bestaat er een schilderij uit 1890 met daarop afgebeeld Christus voor Pilatus. Christus heeft zopas gezegd dat Hij komt om te getuigen van de Waarheid (Joh. 18, 37), waarop een gesticulerende Pilatus antwoordt: "Quod Est Veritas?" - "Wat Is (de) Waarheid?" (Joh. 18, 38).

De waarheid is een zaak die uitgesproken wordt, ze behoort tot de uitgesproken dingen. Ook leugens behoren tot de uitgesproken dingen maar met die twee zaken zijn niet alle uitgesproken dingen genoemd, er zijn immers ook nog de bevelen, de vragen, de aanzoeken en zo meer. Die laatste uitspraken zijn noch waar noch onwaar want het zijn veeleer daden en van daden kan men niet op een betekenisvolle manier zeggen dat ze waar of onwaar zijn. Maar misschien zijn ook ware en onware uitspraken daden?

Waarheden en leugens zijn niet zozeer uitspraken die al dan niet in overeenstemming zijn met datgene waarover iets gezegd wordt. Immers, werd de waarheid zo gedefinieerd, dan ging men ervan uit dat de toestand waarvan sprake, op zichzelf bestond en dus onafhankelijk van een waarnemer. Maar dat is nimmer het geval. Vandaar moeten de waarneming en de waarnemer betrokken worden in de definitie van de waarheid, en zij klinkt dan veeleer als volgt. Wie de waarheid spreekt, vertelt aan een ander datgene waarvan hij zélf gelooft dat het werkelijk is - behoudens wanneer hij zich vergist; wie daarentegen liegt, vertelt aan een ander iets anders dan datgene waarvan hijzelf gelooft dat het werkelijk is - al kan hij ook per vergissing en dus ongewild de waarheid spreken. En deze definitie relateert de waarheid, die steeds een uitgesproken zaak is, aan het vertrouwen dat men al dan niet kan hebben in diegene die de uitspraak doet.

Als men de waarheid (van een ander) moet vernemen - en dat is per definitie het geval aangezien de waarheid steeds een uitspraak ís - dan ként men hem uiteraard ook niet en dan rest slechts het vertrouwen in die ander. De waarheid brengt aldus onafwendbaar het vertrouwen mee, en zo ook de onzekerheid. Waarheid en zekerheid kunnen derhalve nooit samengaan. De waarheid is een uitspraak en dus een mededeling - per definitie door een derde, in wie men zijn vertrouwen dient te stellen. Edoch, als de waarheid uitspraken betreft over dingen die men onmogelijk zelf kan waarnemen, dan geeft zij samen met de onafwendbare onzekerheid ook kennis die men niet uit zichzelf kan opdoen.

Over datgene waarvan ik geloof dat ik het zelf kan vaststellen, hoef ik geen uitspraken te doen omdát ik het rechtstreeks kan ervaren. Als het regent, dan ervaar ik dat en dan hoef ik niet nog eens tot mezelf te zeggen dat het regent. Die ware uitspraak is pas nodig als ik aan een ander die dit niet zelf kan ervaren, wil mededelen dat het regent. Zolang er geen derden zijn aan wie de waarheid medegedeeld moet worden - derden die per definitie niet zelf kunnen ervaren dat het bijvoorbeeld regent - is de waarheid een volstrekt overbodige zaak. De waarheid betreft derhalve altijd de ervaringen van een ander, ervaringen welke worden medegedeeld.

Als ik de waarheid zoek, dan houdt dat in dat ik geïnteresseerd ben in ervaringen die ik zelf moet missen. Door over ervaringen die ik zelf moet missen, in uitspraken te vernemen, kan ik mij een idee vormen over die ervaringen bij anderen, en dus ook over die anderen. De waarheid is dan iets dat mij met die anderen, die hem spreken, verbindt.

Zeggen dat de waarheid een uitspraak is die in overeenstemming is met de realiteit, is beweren dat uitspraken buiten de realiteit staan. Het zogenaamde congruentiecriterium ter bepaling van wat waarheid is, is derhalve onzinnig. Waar immers zou men moeten gaan staan om vast te kunnen stellen of een reële zaak al dan niet overeenkomt met een zaak die buiten de realiteit stond? Andermaal: de waarheid is geen zaak van congruentie; de waarheid is een zaak van verbinding of van eenmaking van personen.

Als Christus van zichzelf zegt dat Hij de waarheid is, dan zegt Hij derhalve dat Hij de verbinding is tussen verschillende personen, de eenmaking van personen. Hij zegt dan van zichzelf dat Hij een (ware) uitspraak is die door een ander wordt gedaan. Zo wordt duidelijk wat het betekent dat het Woord Vlees geworden is: Jezus is het Woord (of de Naam) van God (de Vader). Om het met een analogie te zeggen: zoals een mens zijn woorden spreekt, zo spreekt God zijn schepselen.

Bekijken we andermaal het schilderij van Nikolai Ge, dan zien we een wereldse machthebber die geheel blind blijkt voor de Waarheid. Omdat hij in de Waarheid geen kwaad kan vinden, levert hij die over aan de massa welke hij vertegenwoordigt: zij immers kiest voor het bedrog, zij wil de Waarheid dood. Derhalve is de leugen datgene wat alle samenhang ontbindt. De waarheid is het leven, de leugen is de dood.


(J.B., 14 mei 2011)


03-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De macht van de lach

De macht van de lach

Op de eerste rij zitten politici die hier de commissie tegen kindermisbruik in de kerk hebben opgericht. Op de eerste rij bij de plechtigheid van de zaligverklaring. De zaligverklaring van de man die het kindermisbruik binnenskerks en uit de handen van het gerecht wilde houden. Zij zitten op de eerste rij, overigens geflankeerd door een ander staatshoofd dat voor gelijkaardige feiten wordt vervolgd en dat vooralsnog moet wachten op zijn zaligverklaring. Trouwens net zoals vadertje Stalin, met miljoenen doden op zijn geweten, wiens gebalsemde lijk nog dagelijks door tallozen wordt bezocht: men zegt dat hij als sint het tanende geloof wel eens uit het slop zou kunnen halen. En voor de slechte verstaanders nog dit. Met betrekking tot de zaligverklaarde gaat het overigens niet over valse beschuldigingen of insinuaties: in de Verenigde Staten hebben de slachtoffers van kindermisbruik het Vaticaan jaren geleden wegens verdoezeling van kindermisbruik voor de rechter gedaagd en gelijk gekregen, de kerk heeft miljarden dollars aan schadeclaims betaald, er is geen twijfel mogelijk.

Zo tart de plechtigheid van de dag werkelijk alle verbeelding en hier en daar vraagt men zich af hoe dit dan mogelijk is. Maar kijk, een reporter steekt de micro onder de neus van vier, vijf bezoekers uit de miljoenenmassa die daar samentroept in een onwereldse extase, en allen zeggen ze hetzelfde: "Sancto subito voor deze paus, want hij is sympathiek, hij lacht!" Vraagt dan de reporter of ze de huidige paus niet zien zitten. "Die hoeven wij niet, hij is immers een zuurpruim!", zo klinkt prompt de motivatie.

En ja, ook Stalin had een brede lach, en ook dat staatshoofd op de eerste rij daar lacht zijn tanden bloot.

We hoeven alvast niet langer te wachten op het tweede wonder, de heiligverklaring kan zo meteen van start gaan.

(J.B., 3 mei 2011)


20-04-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vijfde raadsel van de sfinx: Pasen

Een vijfde raadsel van de sfinx: Pasen

We weten al dat een kapitalistische economie gebouwd is op een asociaal concurrentiemodel dat veel meer verliezers creëert dan winnaars en dat het 'geluk' reduceert tot een kwestie van sociale vergelijking. En winnaars willen vooral tonen dat zij geen schooiers zijn, met andere woorden: dat zij bij anderen geen schulden hebben. Maar omdat de rijkdom een te verdelen taart is, zijn diegenen die overvloed kennen verantwoordelijk voor het tekort van de armen. De conclusie luidt dat uitgerekend zij die zonodig hun schuldenloosheid willen tonen, de eigenlijke schuldigen zijn. De vraag rijst uiteraard of deze paradox alleen betrekking heeft op louter financiële zaken, ofwel of ook in bredere zin sprake kan zijn van schuld en schuldenloosheid.

Om te beginnen krijgt de evangelische waarschuwing: "veroordeelt niet opdat gij niet veroordeeld wordt!", al even weinig navolging als het gebod: "bemint uw vijanden!" Maar over het principe van de vergeving dat in het christendom in de plaats zou treden van dat van de wraak, hebben wij eerder kunnen betogen dat dit beschaafde beginsel geenszins gratuït is. Christelijke vergeving is immers pas mogelijk in Christus' naam, en wel omdat de Heiland reeds met zijn bloed in onze plaats betaalde voor de menselijke zonden. De schuld wordt met andere woorden dus helemaal niet zomaar weggeveegd alsof ze er niet was; het tegendeel is waar: vergeving geschiedt uitdrukkelijk in de naam van het Lam dat de wraak immers al onderging.

In één adem echter wordt het geslachtofferde Lam genoemd met de onschuld, wat wil zeggen dat onrecht geschiedt ten bate van de schuldigen. Maar dit is uiteraard onmogelijk tenzij het allemaal uitgaat van ónschuldigen die uit vrije wil de schuld van anderen op zich nemen, dragen en betalen. Dat laatste doen uiteraard alleen zij die de schuldigen nog meer beminnen dan zichzelf; zij die geen onderscheid meer maken tussen zichzelf en hun beminden, en zij doen het ook graag omdat zij hierdoor tegelijk aan anderen de liefde die zij voelen, kunnen tonen.

Wie geloofden dat een veroordeelde die schuld aflost, ook schuldig en misdadig ís, kunnen zich dus flink vergissen. Immers, voor hetzelfde geld heeft wie aan 't kruis gaat hangen slechts hartstochtelijk de eigenlijke misdadigers lief. De veroordeling en de straf die in primitieve ogen enkel een teken waren van een wetsovertreding, blijken in werkelijkheid ook een signaal te kunnen zijn van een veel hoger staande wet die met die van schuld en boete helemaal geen uitstaans meer heeft. Is het dan onmogelijk dat in deze wereld de Messias die ons uitnodigde om Hem te volgen, intussen zoveel volgelingen heeft dat menig veroordeelde vandaag dat enkel is in schijn, terwijl hij wezenlijk een christen is die van die hogere wet getuigt door het Lam te volgen op dat moeilijke maar enig zaligmakende pad, dat echter geheel onzichtbaar blijven zal voor ogen die zich zonder schulden wanen?

(J.B., 20 april 2011)


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naar andere vormen van samenleven

Naar andere vormen van samenleven

 

De onmenselijkheid aan de winnende hand?

"De normale doorsneemens wenst zijn buurman niets kwaads toe. Hij verlangt rijkdom, welvaart. Hij verlangt echter geen armoede van zijn naaste. Desondanks schaadt hij zijn naaste voortdurend, want in de huidige organisatie betekent welvaart van de een altijd armoede van iemand anders. Wat de een wint moet de ander verliezen. Het streven van een ieder gaat niet naar gemeenschappelijke arbeid, maar naar persoonlijke winst", aldus Frederik van Eeden in paragraaf 13 van zijn De geestelijke verovering der wereld, een tekst uit 1933.

Op een duidelijkere manier kan men niet zeggen dat rijkdom is zoals een te verdelen taart. In een kapitalistische wereld die drijft op concurrentie wordt de taart niet verdeeld, maar ligt zij te grabbel voor wie er het rapste bij zijn. Concurrentie zou een gezonde onderlinge wedijver moeten zijn, zoals het voorvoegsel 'con' (van 'com') suggereert, dat immers 'samen' betekent: een wedijver met als doel het beste uit alle deelnemers te halen. Maar in de praktijk is concurrentie gewoon een ander woord voor het recht van de sterkste.

De uitdrukking 'recht van de sterkste' is in feite een contradictio in terminis omdat de wet van de sterkste geen andere rechten kent dan deze die men zich toe-eigent met geweld. Vandaar heeft de wedijver in een concurrentiële economie in wezen geen menselijk karakter en kan het doel dat haar zou moeten rechtvaardigen slechts een leugenachtig alibi zijn. Als menselijkheid wordt gekenmerkt door medemenselijkheid, dan brengt concurrentie niet het meest menselijke naar boven maar daarentegen datgene wat het eigen belang kan dienen.

Omdat de rijkdommen van de aarde beperkt zijn, zal wat de ene teveel heeft, het gebeurlijke tekort van de ander betekenen. In een humaan perspectief wil dat zeggen dat de verantwoordelijkheid voor de menselijke noden een gedeelde kwestie is: voor de nood van de ene moet de ander verantwoording afleggen; het recht van de ene is de plicht van de ander; het tekort van de ene is het teveel van de ander. Een systeem van concurrentie staat de menselijkheid a priori tegen omdat het nastreven van de eigen winst onvermijdelijk gepaard gaat met het zoeken van de nederlaag van de tegenstrever, wat bezwaarlijk kan harmoniëren met de wil om voor de ander zorg te dragen. Waar in een concurrentieel systeem sociale zekerheid wordt ingebouwd, kan het derhalve slechts de zorg betreffen om de aan gang zijnde concurrentie te continueren, wat iets heel anders is dan de naastenliefde. De arme wordt in stand gehouden omdat hij voor de rijke onontbeerlijk is.

Tot de beperkte rijkdommen van de aarde behoort onder meer en in feite in de allereerste plaats het nageslacht, en zo zegt en zingt men alom ook dat onze kinderen onze grootste rijkdom zijn, terwijl ook die rijkdom noodzakelijk beperkt zal wezen. Omdat humaniteit een eerlijke verdeling van de rijkdommen der aarde vereist, mag ook inzake het recht op een nageslacht niet gediscrimineerd worden.

Het systeem van onderlinge concurrentie tussen mensen is per definitie onbegrensd, en zo wordt het ook geïntroduceerd in wat men de wereld van de 'pre-mensen' kon noemen: het ene genetische materiaal gaat als het ware een wedloop aan met het andere, maar dan wel in wedstrijden waarvan de regels worden bepaald door een overkoepelende wereld waarin de maatstaven feitelijk onmenselijk zijn. De onmenselijkheid van het recht van de sterkste wordt dan als het ware in de genen van een volk of van de hele mensheid ingebouwd als ideaal, en wat niet beantwoordt aan het vereiste criterium, wordt de toegang tot het bestaan ontzegd, en dus al van voor er sprake kan zijn van daadwerkelijke wedijver.

Het recht van eenieder op een nageslacht kan niet worden gerespecteerd in een concurrentiële economie omdat verwacht wordt dat 'zwakkere' kinderen de levensnoodzakelijke winsten zullen kelderen. Onvermijdelijk zal zwakheid met menselijkheid worden geïdentificeerd, wat dan moet resulteren in de verdere marginalisering van het menselijke.

Deugdzame wedijver?

Het menselijke lijkt niet verenigbaar met het concurrentiële terwijl, anderzijds, het totaal verdwijnen van elke wedijver een lethargie voedt die aan het leven alle nieuwheid onttrekt, zoals in de steriele vormen van het socialisme. Er moet dus worden uitgekeken naar een methode welke toelaat dat die twee - menselijkheid en concurrentie - kunnen coëxisteren.

Tot dusverre bestáát die methode ook, zij het binnen de goed afgebakende grenzen van een spel, met name als datgene wat wij kennen als de sport. Tenminste daar waar het gaat om nog 'sportieve' takken van de sport: sporten die vooralsnog gevrijwaard bleven van de onmenselijke wedijver die uiteindelijk corrumpeert; spelen die nog echt 'sportief' zijn.

Het is niet zo eenvoudig om sportiviteit te definiëren maar nog veel moeilijker blijkt het om haar ingang te doen vinden in het maatschappelijke leven, vooral dan omdat sportiviteit niet te simplifiëren valt tot de bereidheid om zich aan afgesproken regels te houden. Sportief zijn omhelst het zich voegen naar afgesproken regels maar het is ook veel meer dan dat alleen, aangezien zelfs in een onmenselijk concurrentieel systeem regels moeten worden gevolgd, vaak tot in het absurde. Er is duidelijk een substantieel onderscheid tussen, enerzijds, sportiviteit en, anderzijds, wat mensen doen als zij bijvoorbeeld middels advocaten regels volgen en hanteren om de eigen rechten te vrijwaren. Paradoxaal genoeg heet het soms sportief als men tegen de regels ingaat, met name als die niet stroken met een 'gevoel' voor wat recht en krom is. En dan begint maar pas de discussie over de legitimiteit van dat rechtvaardigheidsgevoel, want net zoals het gevoel voor schoonheid, blijkt het onzelfstandig en intercultureel verschillend.

Het lijkt er dan sterk op dat het behoud van een gezonde portie wedijver en tegelijk het aan banden leggen daarvan, een evenwichtsoefening is welke doet denken aan de Helleense deugden: zij bevinden zich volgens de leer van Plato immers elk in het midden tussen twee extremen, zoals bijvoorbeeld de dapperheid die zich noch aan de lafheid noch aan de roekeloosheid bezondigt.

Het recht van het weerloze

Over rechten kan men pas spreken als men het zogenaamde recht van de sterkste laat varen en als men ruimte geeft aan andere troeven naast die van de sterkte. Brute kracht, als geweld, is één zaak, maar ook de schoonheid herbergt een kracht, subtieler doch niet per definitie krachtelozer dan de eerste, en soms veel sterker. De kracht van de waarheid kan het natuurgeweld overtreffen en er zit kracht in de kunst en in nog vele andere zaken die zich daarom niet direct laten benoemen. Maar ook in de zwakte huist een kracht, soms zo groot dat zij elk ander geweld met zijn grenzen confronteert, zoals de zwakte van een weerloos kind, of die van de oprechte goedheid. Al die krachten dienen te worden erkend, wil men het beste dat het leven te bieden heeft, niet fnuiken; zij wedijveren onderling immers niet, zij vullen elkaar aan omdat zij zo sterk verschillen. Als mensen er maar in slaagden om deze krachten bijvoorbeeld als engelen te beschouwen aan wie wij een voorbeeld konden nemen, dan was er misschien ergens enige hoop op een nieuwe en een meer humane vorm van samenwerking die de wedijver naar de middeleeuwen verwees.

De weg als doel

Misschien is het resultaatgerichte denken wel de grote oorzaak van de verwording van de menselijke samenwerking tot een wedloop welke uiteindelijk slechts één winnaar toelaat, wat betekent dat, op die ene na, allen daar verliezers zullen zijn. Dat resultaatgerichte denken is teleologisch, doelgericht en eigen aan een welbepaalde vorm van geloof, die o.i. echter niet verward mag worden met de oorspronkelijke christelijke ethiek. Het naar een eschaton gerichte denken dat alles in functie van een ultieme uitkomst beschouwt, is in hetzelfde bedje ziek als het historicisme in al die politieke systemen welke het geluk van alle generaties in feite opofferen aan dat van de allerlaatste die dan de hemel op aarde zal beleven. Het is immers allang een schromelijke illusie gebleken dat het zich opofferen van vele generaties aan een uiteindelijk ideaal nakomelingschap, op enige dankbaarheid of zelfs maar goedkeuring zou kunnen rekenen van diegenen die er door bevoordeligd worden. En stilaan lijkt ook het besef te groeien dat ontwikkeling een doel op zich kan zijn: niet het zaadje is het eindproduct van de boom, evenmin de bloesem of de appel, laat staan het geld dat hij opbrengt op de markt. Zaad, bloesem en appel zijn stadia in een cyclus die begin noch einde heeft. Niemand kan zinnig zeggen dat de kip er is omwille van het ei of omgekeerd, er bestaan slechts cycli met talloze stadia en daarmee moeten wij vrede leren te nemen. Het geloof in een eschaton, een uiteindelijke 'uitkomst', lijkt hoe langer hoe meer een bedrog waarvan de bittere smaak alleen aan de winnaar niet te beurt valt. De wil om persoonlijk de anderen te overwinnen is dan ook wat opgegeven dient te worden in functie van die andere aanpak, die misschien wel veel meer vervulling schenkt aan het bestaan.

(J.B., 10.03 en 17.04.2011)


19-04-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vierde raadsel van de Sfinx: schuldenloosheid als bewijs van schuld

Een vierde raadsel van de Sfinx: schuldenloosheid als bewijs van schuld

Er bestaat een extreem linkse organisatie die de slogan hanteert dat bezit diefstal is. Een beetje bij het haar getrokken, zo mag men wel zeggen en, in tegenstelling tot een mogelijke schijn, allerminst christelijk. Immers, het christendom zegt wel dat men zijn bezittingen met de armen moet delen, maar het zegt ook dat men niemands goed mag begeren, wat dus betekent dat daar wordt erkend dat men terecht aanspraak maakt op eigen bezittingen. Bezit is geen diefstal, maar in een christelijke en zelfs in een louter humanistische context kan ook worden gezegd dat wie tevéél bezitten, verantwoordelijk zijn voor wie tekorten lijden, heel eenvoudig omdat onze rijkdommen beperkt zijn.

Voedsel en ook alle andere goederen ter bevrediging van de menselijke noden zijn niet onuitputtelijk voorhanden: zij dienen eerlijk te worden verdeeld. Waar bepaalde mensen teveel hebben terwijl anderen gebrek lijden, is de kans groot dat de verdeelsleutel oneerlijk is, en dan lijkt het er wel op dat daar de rijken de armen bestelen. Hoe dan ook getuigt een overdreven luxueus bestaan in een land waar armoe troef is, niet van veel tact, om het op zijn allerzachtst te zeggen. Omdat inmiddels de wereld één groot dorp werd en omdat zowat de helft van de wereldbevolking nog steeds gebrek lijdt, zit er aan luxe sowieso een geurtje.

Dat rijkelui vandaag beschuldigd kunnen worden van oneerlijkheid, is in een heel ander daglicht eigenlijk een wat paradoxale situatie, want het aantrekkelijke van de rijkdom schuilt voor een groot deel precies in het kunnen etaleren van zijn schuldenloosheid, aangezien het recht dan toch verhindert dat niemand in een overvloed kan leven terwijl hij schulden heeft. Het kapitalistische bestel draait op basis van concurrentie en een vrije markt, en geldelijke winst staat in de navenante economie zowat het allerhoogste aangeschreven. Wie winst maakt, kan uiteraard goed leven en hij onderscheidt zich op dat vlak dan ook van de verliezers; meer bepaald doet hij zich opvallen door een meer dan gewoon verteer en hij koopt statussymbolen waaraan men zien kan dat hij rijk is en dus helemaal geen schulden heeft, wat hem als het ware tot een 'heilige' maakt volgens de normen van het gouden kalf.

De burger die goed boert, wil ook graag laten zien dat hij geen schooier is, en dat kan hij alleen door de tering naar de nering te zetten. Hij wordt verplicht om uit te geven wat hij heeft verdiend, alvast wanneer hij mét zijn verdiensten, zijn schuldenloosheid aan anderen wil kenbaar maken. Edoch, omdat in het heersende bestel verdiensten feitelijk bijna uitsluitend in de gedaante van geld of andere bezittingen zichtbaar worden, zal wie verdiensten heeft tegelijk diegene zijn die men met de vinger wijst waar zijn medeburgers armoe lijden. Moet men dan niet besluiten dat het heersende bestel iets bijzonder bedrieglijks heeft? Iets dat zozeer onwaar is dat het zelfs het redelijke denken daarover corrumpeert?

(J.B., 19 april 2011)


31-03-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een derde raadsel van de Sfinx: het kwaad.

Een derde raadsel van de Sfinx: het kwaad

De concentratiekampen van het Nazi-Duitsland zijn een verschrikking zonder weerga en zij blijven een smet op het ganse mensdom tot het einde der tijden. Tenminste, als zij niet in de schaduw worden gesteld van nog ergere zaken. Want dat erger dan onmogelijk is, mag men niet zeggen sinds het niet langer een geheim is dat de realiteit onze stoutste fantasie ver overtreffen kan.

Wij blijken inderdaad te lijden aan een tekort aan fantasie als het erop aan komt om de toekomst in beeld te brengen, en dan vooral de toekomst van het kwaad. De Vlaamse geschiedkundige en moraalfilosoof Gie van den Berghe wees erop dat wij het kwaad, dat zogezegd onze stoutste fantasie te boven gaat, misschien wel beter zouden begrijpen indien wij een poging ondernamen om het te gaan bekijken vanuit het oogpunt van de dader in plaats van te blijven focussen op de slachtoffers en hun leed. (1)

De zorg voor het slachtoffer van het kwaad is uiteraard primordiaal maar wie er door verblind worden, verliezen het volledige perspectief waartoe ook die daderspositie behoort. In het Nazi-Duitsland met zijn concentratiekampen was het misschien evenmin de bedoeling om te moorden als ten tijde van de katholieke inquisitie die immers het goede wilde redden door het kwaad te lijf te gaan en het met wortel en tak ook uit te roeien. Dwarsboomden immers de armoedzaaiers, de misvormden, de criminelen en nog vele andere soorten van sukkelaars de droom niet van de meest begoeden - die droom over een supermensenras, een held en zelfs een godmens? Stond de aarde niet de hemel in de weg?

Maar dat aldus het kwaad vermenigvuldigd werd, drong te laat door tot het besef. De zelfvergoddelijking volgde immers niet het voorbeeld van de nederige Christus, en dat mag spreken uit de zinnebeelden die ook in de kunst verschenen in tijden van de zogenaamde hubris of de overmoed.

Laten we er eens van uitgaan dat onze bedoelingen wel altijd goed zijn, zoals trouwens ook de Oude Grieken dat stelden bij monde van grote denkers zoals Socrates: geen mens doet opzettelijk kwaad om het kwaad, hij doet het altijd omwille van het goede daarin - ja, de mens doet kwaad, enkel en alleen omdat hij door een overvloed aan goeds wordt verblind! Een dief steelt niet omdat de diefstal laakbaar is; hij steelt omwille van de winst die daaruit voor zichzelf volgt. En de boze is dan als het ware diegene die al te gevoelig voor het goede blijkt: zijn prikkelbaarheid voor de goede dingen is danig groot dat hij het kwaad over het hoofd ziet. De boze gelijkt op de genotzuchtige die zozeer hunkert naar genietingen dat hij niet langer ziet hoe ze hem ondermijnen: de drugsverslaafde die de schaduw van zijn lust kent in zijn eigen ondergang en de hongerige die zich voedt maar dan wel mateloos zodat hij in zijn maaltijd stikt; de vrek, van zijn bezit bezeten. Maar met de levende die hoe dan ook de schaduw van het leven in de dood ontmoeten zal, ontkomt wel niemand aan het kwaad dat als een keerzijde aan 't goede is verankerd.

Wij leven niet om dan zelf dood te gaan en evenzo is er geen mens die steelt om aan een ander kwaad te doen: wij leven om de lust van 't leven zelf, de dood ten spijt, en wellicht steelt de dief alleen omwille van het hebben, de diefstal met zijn blaam ten spijt. Alleen stappen wij niet zelf het leven in, terwijl een dief wel steelt op zijn initiatief. Een hongerige eet ook te veel omdat hij dat nu eenmaal wil, en zo gedragen allen zich die geen maat kennen of geen regelmaat. De goede maat, de juiste regelmaat, het evenwicht, de dosis blijken veel voornamer nog dan dat wat wij genieten; zozeer zelfs dat een kleine mate van vergif, een lekkernij kan zijn of zelfs een levenschenkend medicijn, terwijl een overmaat aan goeds kan ziek maken en doden.

Een vorm van mateloosheid die wij blijkbaar moeilijk onderkennen is de overdrijving in de vorm van het perfectionisme. Het perspectief dat deze mateloosheid biedt, spreekt over een slechts voorlopige wereld en over een nog onaffe mens. Citius, altius, fortius, zo klinkt de leuze van de moderne Spelen op de hoge Olympos, want de mens van morgen wil altijd sneller, hoger, sterker zijn dan die van het verleden; hij wil niet van gisteren zijn, hij wil zijn afkomst met de voeten treden door zijn doel heel ver daar vandaan voorop te stellen, alsof hij redenen had om zich over zijn schamele komaf te schamen. Het is warempel daarom dat hij zo zijn best doet en zo hoog mikt: de vooruitgang is aan zijn kennelijk mateloze schaamte zelf te danken, die op die wijze wonderwel versmelt met eerzucht.

Men zegt dat het een kenmerk is van 't christendom: die wereld die nog groeiend is naar het punt Omega waaraan het allemaal moet opgeofferd worden zoals het lam aan onze zonden: de lusten van de wereld, het tijdverdrijf en het vermaak, de schoonheid der seizoenen en de liefde voor muziek. Het heden immers is voorlopig en het telt niet mee, het smelt als sneeuw voor onze ogen in het licht van wat moet komen, en zo ook herstelt de biecht 't verleden dat niet in de pas liep van het Eschaton, zodat wij alsnog opmarcheren kunnen naar de Troon waarop het Lam zal prijken dat daar dan voor eeuwig zal bezongen worden. Vandaag is daarom bijzaak, morgen pas komen wij echt tot leven; onze geboorte is een duistere vloek en pas de hergeboorte in de opstanding zal ons voorgoed verheffen uit de donkere krochten van de dood. En op die wijze laken wij het niet perfecte, verachten wij onszelf en streven wij naar wie wij niet zijn, wie wij worden willen, of tenminste wensen, want wat vertoeft in de sfeer der woorden staat meestal mijlenver van dat der daden.

De mateloosheid van 't perfectionisme is de grond van onze zelfverachting en zo ruilen wij het vlees en bloed van onze lijven voor een ijle streving ooit in verre en toekomstige visioenen die alleen op oude schilderijen leven, of althans versteend staan, en dan hopen wij dat wij het zijn die daar op prijken en dat op een dag die stenen tot ontdooiing zullen komen en dat ons hart - dit keer van supervlees - opnieuw aan 't kloppen gaat. De mens, hij was een wezen, ontevreden met het leven en voor immer hunkerend naar een of ander bovenaards bestaan. Het loopt nog slecht af, zo zeg ik u, dat hunkeren naar watten wolken en dat kolken in een of andere Latijnse brij van toverwoorden; dat wetenschappelijk gedoe met pillen en pastilles, witte kielen en Achilleshielen. Het zal zich nog ten kwade richten, dat stichten van een nieuwe mens en het begraven van de oude, 'k zeg het u: hij zal nog niet met aarde zijn bedekt of daar, verrekt, zal hij al uit zijn grafstee opstaan zoals een ochtendmens bij 't krieken van de dag zijn bedsponde verlaat, zich opricht en aan 't werk gaat. Achtervolgen zal hij u, uw Adam, tot het einde van de tijden; nimmer rusten zult gij doen en vluchten totdat hij u inhaalt, ja, gewis: totdat de kanibaal zijn harpoenen naar u uitwerpt en u tot buit maakt, kookt of braadt of stooft met uien, look en boter en u weer tot zich neemt, gij die tenslotte voortgekomen zijt uit hem.

Wij willen geen nieuwe mens, zo zal hij zeggen: wij willen blijven wie wij zijn en nimmer kijven om 't venijn daar in de staart. Wij willen dat de mens zichzelf bewaart! Geen zonen en geen dochters meer, die ons vermoorden met akkoorden welke enkel samenzweringen kunnen zijn. Wij willen daarentegen geheel kinderloos leven zoals ook de zaligen en de heiligen in de hemel. Wij willen voorgoed alle streven beëindigen want nu zijn wij eindelijk tevreden met wat en wie wij zijn!

Uiteraard kan dit niet. Uiteraard is dit de reinste onzin. Uiteraard zal niemand deze strofe zingen die nog bij zijn verstand is en ook bij zijn zinnen! Uiteraard! Tinnen soldaatjes ruilen wij alras voor echte strijders en zo trekken wij ten oorlog, ter bevechting van het kwaad. Het kwaad dat, zoals hoger werd gezegd, en wel in strijd met Augustinus, helemaal geen tekort is aan het goede maar dat veroorzaakt wordt door een tevéél aan goeds dat ons verblindt! Het kwaad is niets tenzij de overdaad, want onder de hemel van een goede God, dat wisten wij allang, kunnen er geen kwade dingen zijn: het goede is zo grenzeloos dat wij er somtijds in verdrinken. Precies zoals een man met eetlust in zijn al te rijke maaltijd stikt, een dorstige die zich aan frisser gerstnat laaft totdat hij doodgedronken neervalt als een blok op straat, een vrouw die door de liefde helemaal verblind, trouwt met de duivel of een koning Midas die al wat hij beroert, omzet in goud. Die overdaad, mijn beste lezer, willen wij: wij vinden pas in 't eindeloze snakken zelf voldoening voor ons reikhalzen en hunkeren. Wij kennen helemaal gaan maat omdat we nu eenmaal van geen ophouden weten: ophouden is immers stoppen, sterven en bijgevolg niet meer bestaan; het leven zelf is overtreffing van wat is of overmaat. Het leven zelf dat is de overvloed aan goeds, dat is het kwaad!

(J.B., 31 maart 2011)

Noten

(1) Gie van den Berghe, De mens voorbij, Meulenhof/Manteau, Antwerpen 2008.


25-03-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Biecht van Dirk Biddeloo
 

H E D E N D A A G S               T O N E E L

De Biecht van Dirk Biddeloo (°)




De tragie-komedie in een autodestructieve wereld

Van Plautus'
Amfitruo, over De ingebeelde zieke van Molière, tot De vagebond van Chaplin zijn de grote tragie-komedies te tellen op de vingers van twee handen. Na Chaplin lijkt het genre te verzanden in het absurdisme van Pinter, Becket en Ionesco. Maar er is ook werk dat aan die artistieke dodendans ontsnapt, en dan nog wel Vlaams werk. Dirk Biddeloo - de meester bij uitstek van de tragie-komedie - is een dramaturg van alle eeuwen maar tegelijk is hij bijzonder actueel, bij uitstek met zijn satirische thriller, De Biecht. De onomkeerbare situatie van een mensdom dat in staat is om zichzelf te vernietigen - afgrijslijk hoofdkenmerk van het huidige tijdperk - vormt zonder omwegen de kern van deze eenakter.

De tragie-komedie is zowat het allerdankbaarste maar tegelijk ook het allermoeilijkste genre in de literatuur. Zij is zo zeldzaam als een parel en de grote tragie-komische werken zijn even zeldzaam als grote parels. Het toneelwerk en de film lenen zich het best voor dit sublieme scheppingstype.

De Biecht
is geen China Syndrome, geen rampenstuk, geen bombastisch opgeblazen apocalyps of Armageddon waar de Hollywoodindustrieën bol van staan. De Biecht brengt niet langer de sensatie van het artificiële genot omtrent hetwelke Oscar Wilde in zijn The Picture of Dorian Gray nog kon zeggen: "Treur om Julia of om Euridice, want zij zijn échter dan dat lief van jou dat zich gezelfmoord heeft". De Biecht ontsnapt aan "het griezelige vermogen van onze cultuur om zelfs haar onverzoenlijkste tegenstanders in zich op te nemen en onschadelijk te maken (...), ten gevolge waarvan alle intellectuelen, die hun kritische functie serieus nemen, voor de steeds hardere uitdaging komen te staan, namelijk het vermogen van de cultuur om hun protest te smoren, te overtreffen", zoals Martin Jay verklaart. De door deze cultuurfilosoof gestelde uitdaging gaat Biddeloo onverschrokken aan. Met De Biecht treedt de kunstenaar binnen in de ziel van de toeschouwer; hij verleidt hem ertoe zich met zijn personages te identificeren en die identificaties komen het publiek soms duur te staan. Daarom ook is dit kunst die de haar consument daadwerkelijk voedt, waarbij voeding de betekenis heeft van verandering.

Van dit werk is de toeschouwer niet langer consument; hij is niet diegene die geniet van een gekocht vermaak. Men herinnere zich het oordeel van Bertolt Brecht, en met hem dat van de 'nieuwe wijzen', dat sinds de katastrofen van de tweede wereldoorlog, die zich vandaag blijven vermenigvuldigen, de kunst als louter vermaak of poëzie alleen maar de naam van barbarij verdient. Het 'schone' is immers allang niet meer het 'mooie'; een niet-geëngageerde kunst kan enkel nog escapisme zijn. De mens mag lachen en genieten van het leven dat maar even duurt, maar dit rechtvaardigt geenszins de struisvogelpolitiek van de verwende bourgeois.

Sartre's 'salaud' wordt hier in het nauw gedreven; hij kan zich niet verliezen in de massa die het medium consumeert. Het medium werpt hem op zichzelf terug, houdt hem een spiegel voor, en neemt hem de biecht af.

 

Iets over de auteur en zijn werk

Dirk Biddeloo, geboren in het voormalige Belgisch Kongo en werkzaam in België, schreef talloze novellen, toneelwerken en romans, waarvan de meest bekende publicaties: Van het Goede te Weinig (kortverhalen rond het thema van de ingeburgerde schizofrenie van deze 'samenleving'), De Broeders van het Vincentiusklooster (roman die het instituut van de kerk op een bijzonder vriendelijke wijze op z'n plaats zet), Hotel Los Machos (tragie-komedie over Latijns-Amerikaanse wantoestanden).

Het aanvankelijk absurdisme werd in Biddeloo's jongste werken door een indringend sociaal engagement geaccapareerd (zie bijvoorbeeld de novellebundel De Schaduw van het Gordijn). Aldus wordt Becket bij de kraag gevat en wordt het louter tragie-komische overstegen. Menig waardevol criticus vergeleek Biddeloo met niemand minder dan Chaplin. Zelf waardeert hij nog het meest (onbekende, maar niet onverdienstelijke) Russische auteurs, zoals Avertjenko, in wiens tragie-komisch werk een diepe weemoed schuilgaat. Zo verbindt Biddeloo nostalgie met tragie-komedie zoals die verschijnt in het lustige wijsje van een achteloze zuipschuit dat men opvangt bij het sterfbed van een Emma Bovary.



De Biecht: verhaallijn en thema

In een klein Italiaans restaurantje zitten Muller en Jaro te gekscheren bij het zoveelste glas. De corpulente Muller is manager van de chemiereus Prochimal. Hij is een smulpaap, sentimenteel, katholiek en hypocriet. Eigenlijk is hij een witteboordencrimineel. Muller heeft Jaro ontmoet rond zaken en ze zijn hier schijnbaar toevallig afgezakt. Voor Muller is Jaro een korte verpozing, een vrijblijvende, kortstondige en amusante 'compagnon de route'. Vittorio, een Zuiderse dertiger, verbitterd idealist, is de chef van de zaak. Z'n hulpje, Gianni, is eeuwig bezig in de keuken.

Muller houdt z'n beroep verborgen maar kent tegelijk dat van Jaro niet. Jaro, een cynische vrijbuiter, clownesk en labiel, is na een ellendige jeugd in de misdaadwereld terecht gekomen.

Jaro tapt moppen over de biecht. Met zachte dwang drijft hij Muller in het nauw; hij wil hem de biecht afnemen. Het wordt ernst wanneer Jaro aan Muller de foto toont van een hem onbekende man. Een gewezen arbeider in Mullers bedrijf, die daar een fatale kanker opliep en op sterven ligt. Maar de stervende arbeider wordt door diens broer gewroken. Jaro blijkt niemand minder dan de huurmoordenaar.

Muller doet een beroep op Jaro's eergevoel. Maar Jaro beschouwt zichzelf als een stipte, plichtbewust militair. Niet een militair in dienst van het vaderland: Jaro staat in dienst van de Gerechtigheid. Vandaar ook geeft hij Muller de kans om zich te rechtvaardigen. Muller probeert Jaro om te kopen, maar dat botst met Jaro's beroepsfierheid.

Nu eens lijkt het een kostelijke grap, dan weer lijkt het ernst. Als Muller tenslotte vergiftigd in elkaar stort, kan de toeschouwer onmogelijk medelijden opbrengen voor hem, want Jaro zegt ten afscheid aan Vittorio: "Het spijt me van je broer. Echt".

De tragiek, de tragie-komedie en De Biecht

Tragiek is zeldzaam omdat het tragisch karakter zo vaak wordt miskend. We hadden de tragedie van de Grieken met Aeschylos, Sophocles en Euripides; het Franse classicisme met Racine; in Engeland was er Shakespeare en dan in de twintigste eeuw het absurdisme van Becket. De tragiek berust in het failliet van een cultuur, ze offert een cultuurheld op. In het geval dat het heldendom niet meer volstaat om de cultuur te redden, breekt het absurde door: de algehele teloorgang van de zin, van de cultuur. Ze vindt haar hoogste uitingsvorm in de tragie-komedie.

In het bijzonder in de tragie-komedie verwijzen de esthetische categorieën op de meest pregnante wijze naar universele waarden. Eénmakende contrasten en het convergeren van vorm en inhoud resulteren middels een geslaagde uitbeelding in het kunstwerk zelf. Dit kunstwerk heeft, niettegenstaande cultuur-historisch gebonden expressies, een fundamentele structuur, een antropologisch-axiologische basis. Invalshoeken zijn historisch gebonden en brengen afwisselend andere categorieën op het voorplan. Zo verdringt vandaag het absurdisme de tragiek. Het traditionele kunstbegrip is failliet maar de esthetische categorieën blijven constanten doorheen de hele geschiedenis. De tragiek als actiestructuur is universeel, ontisch gefundeerd.

De held, die borg staat voor de tragiek, is vandaag gesneuveld. In De Biecht van Dirk Biddeloo is hij de koelbloedige moordenaar. En de moord op zich heeft er niet langer een tragisch karakter, want hij blijkt het laatste antidotum tegen de suicide van het mensdom zelf.

Uitgerekend het zo prangend en dringend karakter van de problematiek, maakt dat het tragische ook komisch klinkt. Maar hier is het komische niet langer onschuldig, zoals dat nog het geval was bij Molière: de wrek of de misantroop zijn slachtoffers, maar ze blijven enkelingen, en de komische noot zou volgens sommigen ontstaan uit het gevoel de dans te ontspringen: "Gij, niet ik!" Het lot van deze slachtoffers is vergelijkbaar met dat van de zelfmoordenaar die meestal geen gevoelens van medelijden wekt.

Maar vandaag tekent de algehele suicide van het mensdom zich af als een gebeuren waaraan zelfs de hardnekkigste struisvogel zich niet meer kan onttrekken. Het behouden of het creëren van een afstand tegenover de andere (het slachtoffer) is onmogelijk geworden omdat de toeschouwer het lot deelt van dat slachtoffer dat immers de hele mensheid is. En zo dwingt de zelfbehoudsdrang de toeschouwer om zich te vereenzelvigen met de moordenaar... die nu het karakter krijgt van een held. Hij is echter niet de held die redding brengt; hij brengt slechts de schamele troost van de wraak.

De vijand van de enkeling is het mensdom zelf geworden en tegelijk is de vijand van het mensdom de enkeling. Het mensdom is vijand als participant aan de uitwassen van een monstrueus kapitalisme. Maar deze participatie wordt geïndividualiseerd door vertegenwoordigers, managers die zich met het monster identificeren, corpulente smulpapen die hun ziel hebben verkocht aan het gouden kalf. Zo is de enkeling die zich gecorrumpeerd heeft met het moorddadige systeem, de vijand van het mensdom.

Maar de identificatie van de manager met het moorddadige systeem schreeuwt om een tegenpool. Dus identificeren zich de vertegenwoordigers van alle slachtoffers van het systeem met het mensdom als zodanig. In de wraak die voltrokken wordt door een Jaro, wreekt zich de mensheid die zich verzet tegen haar eigen suicidale tendenzen.

Waar ogenschijnlijk alleen maar de enkeling tegenover de enkeling optreedt, zijn het eigenlijk twee mensdommen die elkaar bevechten, met enerzijds het kapitalistische, waarvan de motor draait op mensenbloed en waarin de ene het bloed van de andere drinkt. Dit mensdom heeft zichzelf ten dode opgeschreven maar pleegt struisvogelpolitiek: zijn leden zijn sentimenteel, zelfs katholiek en gekant tegen moord: het zijn koelbloedige moordenaars die geen bloed kunnen zien.

Maar intussen vloeit het bloed van de verdrukten, de netjes omgebrachten volgens de regel van de wet, en uit het zaad van hun bloed ontspringt een ander mensdom: de doden verrijzen in het geweten van hun soortgenoten, en ze nemen wraak op de Mullers.

Mullers zullen vervangen worden door telkens weer nieuwe Mullers, zoals Muller in het stuk zelf argumenteert, maar zijn argument is niet van vlees en bloed. Het klinkt verachtelijk in de oren van diegene wiens bloed al heeft gevloeid. En de toeschouwer moét zich identificeren met de moordenaar, want hier heeft het Recht niet de Dood, maar het Leven overwonnen.

Het recht op moord op de enkeling die, zich corrumperend met een moordend systeem, het leven van allen in gevaar brengt. En de moord maakt duidelijk dat het systeem geen alibi kan zijn.

Geïnstitutionaliseerde misdaad, witteboordencriminaliteit, 'onzichtbare' moord, maar dit maakt moord niet minder erg, want dood is dood: "Het spijt me van je broer. Echt", zegt Jaro, Vittorio de hand schuddend ten afscheid.

De dode keert niet weer, het slachtoffer is afgeslacht, alleen in de solidariteit kan de laatste hoop in leven worden gehouden.

Wie kan nog treuren om een Muller!? Wie kan deze moord nog misdadig noemen zonder medeplichtig te worden aan het plegen van een inbreuk op de Gerechtigheid zelf die áchter het instituut van het (gecorrumpeerde) recht overeind blijft, zelfs over de grenzen van de dood heen, en dit dankzij de solidariteit?

Het komische in De Biecht

De lach als fysiologische reactie zal (uitgezonderd als gevolg van gekittel) uiting geven aan datgene wat de banaliteit transcendeert, zodat het banale het middel bij uitstek is om díe banaliteit te belichten waaraan wij gewend geraakt zijn. De kracht van de overdrijving schuilt in het accentueren van het 'normale' waardoor zijn banaal karakter aan het licht wordt gebracht. De ernst bij het afleggen van examens kan zichzelf dermate opschroeven, dat ze als banaal verschijnt, zodat ze het taboe van de lach (een taboe dat bestaat op straffe van het verlies van de ernst die nodig is om te slagen) (tijdelijk) ontkracht.

In De Biecht wordt in eerste instantie de uitermate grote spanning ingevolge de ernst van de zaak, benut in functie van het komische. Maar het gaat hier om een komisch element dat omzeggens 'ontmaagd' is, want het komische, hoe sterk het bij momenten ook op de voorgrond treedt, moet onderdoen voor de ernst van de zaak. De toeschouwer is zelfs niet in staat om z'n toevlucht te zoeken in de afstandelijkheid van weleer waar een publiek zich kon verzadigen met een lach en een traan, om na die verzadiging weer op z'n poten te vallen met een geruststellende zucht: "Het was toch maar toneel; het heeft deugd gedaan". Geen loutering hier: het publiek kan slechts voorwaardelijk een stap terug zetten. De toeschouwer blijft uiteindelijk met het gebeuren in z'n maag zitten, omdat het toneel waar hij zit naar te kijken, een toneel is waarvan hij persoonlijk deel uitmaakt. Op de scène speelt zich het toneel van de wereld zelf af, en in de wereld waartoe de toeschouwer behoort valt het doek niet vooraleer zijn eigen dood zijn intrede doet.

Biddeloo speelt met deze discrepantie tussen schijn en realiteit; een discrepantie die, paradoxaal genoeg, zelf schijn is. In de genese van het stuk wordt de toeschouwer beurtelings verleid tot de hoop dat alles nog terecht zal komen, dat een 'happy end' hem zal verlossen van de band die hij met de tragische personages is aangegaan. Een ijdele hoop, maar de mens is een meester in het zelfbedrog, en voedt zijn hoop alleen maar door te kiezen voor de lach van zodra de constellatie van de actiesequensen zich daartoe leent.

De ernst van de auteur toont zich hierin, dat hij weigert om zijn publiek die loutering van een "end good, all good" te laten ondergaan, want hiermee zou hij weliswaar de sentimenten van de gemoederen tevreden stellen, maar tevens zou hij aldus zijn publiek bedriegen. Aan een dergelijk bedrog verzaakt de auteur, en zijn stuk ontleent zijn geloofwaardigheid precies aan het feit dát hij hieraan verzaakt. Hij weet heel goed dat de consument gewend is om waar te krijgen voor zijn geld, maar de waar die hij zijn publiek aanbiedt is geen tranquillizer, geen geruststelling, geen gewetenssussing, maar een vermaning. Alleen hij die de waarde van de vermaning apprecieert boven het zoete bedrog, waarvan hij beseft dat het een bittere nasmaak heeft, zal in staat zijn het stuk te appreciëren.

Het werk van Biddeloo biedt weerstand aan de tijdsgeest van het zelfbederf. Vandaag is men er immers zozeer aan gewend geraakt dat men ten allen tijde zijn gelijk kan kopen, dat men gelooft een waarheid die het eigen ongelijk impliceert, te kunnen verwerpen. Het klant-is-koningprincipe moet onderdoen voor een werkelijkheid die het karakter van een absolute mogelijkheidsvoorwaarde heeft. Het consumentendom tracht ons ervan te overtuigen dat álles - en dus ook de waarheid - voor geld te koop is, en jammer genoeg werkt ook de kunstwereld aan de fabricage van deze kapitalistische leugen mee. De mens wil bedrogen worden. Maar nu het bedrog niet langer de enkeling aantast doch het hele mensdom dreigt te vernielen, wordt het werk van Dirk Biddeloo brandend actueel. Om voor de hand liggende redenen happen de sponsors niet toe: zij handelen niet strijdig met het marktprincipe dat het winstprincipe huldigt, dat buigt voor het gouden kalf, en zich corrumpeert met het algemeen bedrog. Maar nu zal het bedrog fataal zijn: niet zomaar 'een' cultuur gaat haar ondergang tegemoet; het verhaal toont overduidelijk dat heel het mensdom op het spel staat.

Biddeloo verkoopt de lach niet, hij gebruikt hem enkel in functie van een hoger doel dan het onmiddellijke genot van deze zelfbevrediging. Zijn tactiek bestaat er wellicht in het kwade ten goede aan te wenden: de genotzucht en de hunker naar de lach die nog resteren in onze afgestompte consumentenzielen worden aandewend voor een hoger doel, een waarschuwing en een terechtwijzing, een convocatie, een regelrechte strijd tegen de leugen. Dat deze tactiek getuigt van de moed der wanhoop, tekent de artiest als een aristocraat in de authentieke woordbetekenis. In tegenstelling tot de vroegere dramaturgen, die enkel hun personages op het schavot brachten, bindt hier de auteur zelf de strijd aan met de dreiging van de ondergang en zo valt hem het heldendom te beurt. Zoals dat het geval was bij de monarch van eertijds, verbinden zich in het werk van Dirk Biddeloo zijn job met zijn persoon. Niet het succes is hier de motor, maar de plicht, ook als die het succes dwarsboomt. De Biecht is daarom geen op maat gesneden stuk naar het recept waarop de massa tuk is; het is veeleer een schreeuw, een noodkreet en een profetie; de uitnodiging tot een confrontatie van de mens met zichzelf; geen vleierij maar een vermaning, een broodnodige kaakslag.

Dit alles staat niettemin het artistieke genot niet in de weg, want evenzeer als Chaplin dit doet, beheerst Biddeloo de gevoelens van zijn publiek. Hij gaat niet abrupt en onbezonnen tewerk. Hij doseert de lach en de ernst, laat het tragische komisch worden, het komische tragisch. Hij houdt de toeschouwer in zijn ban. Laat hem tenslotte vrij om al dan niet tot daadwerkelijk inzicht te komen, precies zoals ook de werkelijkheid van alledag, hoe tergend ook, geen mens ervan weerhoudt om geen 'salaud' te zijn. De toeschouwer is vrij te interpreteren en te selecteren. De schoentjes worden op de planken gezet en wie ze passen, trekken ze aan. Het publiek krijgt de kans om zonder gezichtsverlies te lijden, na te denken over het geheel, en zichzelf aldus bij te schaven in een duidelijk aangegeven en onweerlegbaar gestoelde richting. Dit aanbod uitgaande van de planken is een zeldzaamheid in deze tijd van postmodernistisch nihilisme en totaal relativisme dat enkel nog absurdisme meent te kunnen produceren. Biddeloo overschrijdt daadwerkelijk het absurdisme. En dat is uitgerekend wat vandaag zo nodig is, want het absurdisme sluit een lafheid in terwijl de tragie-komedie de moed bevat om die te overstijgen. De voorgestelde waarden zijn overtuigend op straffe van de aanname van de totale zelfvernietiging in een zichzelf verlammend defaitisme.

De Biecht spreekt de voor het eerst door Dante gepropageerde taal van het volk. Haar elitair karakter zit niet in de oppervlakkigheid van een complexiteit die enkel gepriviliseerde cultuurfreaks kunnen smaken, maar in de diepgang van haar boodschap. Zoals allen kunnen lachen en zich bezinnen over The Great Dictator, zo ook geldt dit betreft De Biecht. En vele lagen spelen door elkaar in een spel dat, zelf van in ontzaglijke complexiteit opgebouwd, in al zijn eenvoud, helder, duidelijk en ondubbelzinnig straalt.

TOEMAATJE:
Het Schone in De Biecht. Theorie, ethiek en esthetiek. Een benaderingspoging op grond van de esthetische theorie van Karel Boullart, gekoppeld aan het denken van Emmanuel Lévinas

Esthetische categorieën drukken eigenschappen of kenmerken van kunstwerken uit. Met Lévinas merken we nu op dat er dingen zijn die enkel attributen hebben in de gebiedende wijs, zoals de wet. (*) Als we nu zeggen dat een natuurwet 'schoon' is, in ethische zin, dan kan dit 'schone' onmogelijk rechtstreeks op die gebiedende attributen slaan. Waarom dit zo is, ligt voor de hand: het is irrelevant om geboden al dan niet te appreciëren - tenminste, als het om wetten gaat die tegelijk mogelijkheidsvoorwaarden zijn voor het handelen - en dus ook voor de vrijheid tot appreciatie. Zo bijvoorbeeld is het irrelevant om het feit dat de dingen naar beneden vallen, al dan niet positief te appreciëren (**). Het 'schone' in de uitspraak: "Deze natuurwet is schoon", slaat dus niet op de natuurwet maar op de appreciatie zelf. De schoonheid zit hem hier in de act van het-zich-neerleggen-bij, en dus in de 'wijsheid' van deze act, dit wil zeggen: in het niet-contradictorisch en dus in het harmonieus of het esthetisch karakter van deze act.

Met betrekking tot De Biecht geldt zodoende dat wanneer we zeggen dat De Biecht schoon is, deze schoonheid niet rechtstreeks slaat op (een eigenschap van) het toneelwerk als zodanig, maar op de auteur, namelijk daar waar hij samenvalt met zijn activiteit die in dit geval een engagement is.

Herinneren we er nu aan dat in De Biecht de held niet langer een personage is, doch de auteur zelf, dan betekent zulks dat in de (aangetoonde) verschuiving van personage naar auteur, er tegelijk een verschuiving plaatsvindt met betrekking tot het esthetische: waar dit vroeger in het kunstwerk zelf gesitueerd werd, moet het hier noodzakelijkerwijze gesitueerd worden in de menselijke activiteit (van de kunstenaar).

Met andere woorden: voorbij het absurdisme, heeft, (zoals eerst de ethiek dat deed - cf. Lévinas (***)), nu ook het esthetische zich als een basiscategorie van de werkelijkheid zelf bewezen. Analoog aan Lévinas kunnen we dus zeggen dat in het hier besproken werk van Biddeloo, het Schone niet een tweede kenbron is. In tegendeel: voor iedere theoretische uitspraak moet het ethische verondersteld worden en, op zijn beurt, moet voor het ethische het esthetische verondersteld worden.

J.B.

Noten

(°) Deze tekst is gebaseerd op: Jan Bauwens 1994: 1.24.1 waar gepoogd wordt om de stelling van professor K. Boullart aangaande het tragie-komische te illustreren aan de hand van het genoemde werk van Dirk Biddeloo.

(*) E. Lévinas, Een Godsdienst van Volwassenen, (voordracht van Lévinas in Tioumliline, Marokko), opgenomen in: E. Lévinas, Het Menselijk Gelaat, Ambo, Baarn, 1969, p.42: "De attributen van God zijn niet in de aantonende wijs maar in de gebiedende wijs gegeven". (Vertaling: Ad Peperzak). Merken we op dat hier met "God" de "Thora" of de "Wet" bedoeld wordt.

(**) In de "Indische Wijsheid" wordt dit uitgedrukt in de raadgeving van Brunton: "Betreur het onvermijdelijke niet".

(***) E. Lévinas, Het Ik en de Totaliteit, o.c., p. 128: "Geloof of vertrouwen betekent hier niet een tweede kenbron, maar wel iets dat door iedere theoretische uitspraak verondersteld wordt boven het zoete bedrog, waarvan hij beseft dat het een bittere nasmaak heeft."
-------------


22-03-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noam Chomsky
Noam Chomsky
op 8 maart 2011
over militaire interventie in Lybië



http://news.bbc.co.uk/2/hi/programmes/newsnight/9418922.stm 

16-03-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee raadsels van de Sfinx

Twee raadsels van de Sfinx

1. De straf van God: een vreemde contradictie

Zeer onlangs noemde de gouverneur van Tokio de aardbeving met de tsunami van afgelopen vrijdag, 11 maart 2011, een straf van God. Hij is niet alleen met zijn helderziende oordeel, want naarmate aan de wereld steeds vaker een apocalyptisch karakter wordt toegeschreven, duiken deze profeten in steeds groteren getale op.

Het is wezenlijk immoreel om de gedupeerde andermaal te raken door hem te beschuldigen, meer bepaald door het kwaad dat hem zonder aanwijsbare reden overkomt, te benoemen als een straf. Paradoxaal genoeg blijkt het een menselijke neiging te zijn die verbonden is met uitgerekend het religieuze denken welke ons tot de natrappers der vertrappelden maakt. We kennen het verschijnsel misschien wel het best in het vooral Aziatische reïncarnatiegeloof, dat verbonden is met het begrip karma of schuld. Wie geboren wordt als arme drommel kan niet over toeval spreken: hij moet de schuld daarvoor zoeken in zijn eigen vorig bestaan. De opvatting is wezenlijk immoreel omdat zij de mens verhindert zijn naaste in nood bij te staan, daar hij hem aldus van een mogelijk herstel door boete zou beroven.

Het immorele geloof dat ongelukken goddelijke bestraffingen zijn, ook al zijn de gedupeerden kleine kinderen die nog van de duivel geen kwaad weten, vindt zijn oorsprong vreemd genoeg in een diep verlangen naar rechtvaardigheid. De mens kan als het ware niet verdragen dat hij onschuldig wordt gestraft en dat een God, zo wreed dat hij zulks toeliet, onze schepper was. Als ons een groot ongeluk overkomt, dan vinden wij het blijkbaar minder erg dat dit een straf van God was voor begane zonden - ook al waren wij ons daarvan niet bewust - dan dat een onrecht ons te beurt kon vallen. De ontdekking dat wij buiten ons eigen besef zondigden, achten wij blijkbaar minder erg dan de ontdekking dat God onrechtvaardig was of dat Hij zelfs helemaal niet bestond. Beschuldig mij dan maar van het allerergste en straf mij met de dood, zo schreeuwt de religieuze mens, maar durf niet aan mijn God te raken!

Wij verlangen de bestraffing van het kwaad en de beloning van het goede, omdat wij naar rechtvaardigheid verlangen. Straffen dienen om het kwaad af te schrikken, beloningen moeten het goede aantrekken. Edoch, waar het rampen betreft, is het kwaad geheel onpersoonlijk en kán er van beoordelingen - laat staan van rechtvaardige beoordelingen - helemaal geen sprake zijn. De natuur is geen persoon, alleen in het primitieve denken dat klaarblijkelijk nog steeds diep in onze zielen huist, worden natuurkrachten gepersonifieerd, en hebben wij Thor, de god van de donder, of Neptunus, de god van de zee.

Andermaal: het vreemde is dat uitgerekend het rechtvaardigheidsverlangen de rechtvaardigheid zelf in de weg blijkt te staan, aangezien het geloof in de ramp als straf zijn oorsprong in dat rechtvaardigheidsverlangen vindt, terwijl het in se onrechtvaardig is om aan onschuldigen de blaam te geven. Maar het menselijk denken beukt wel vaker tegen de muur aan van de contradictie als het zijn perken te buiten wil gaan. En doet het dat niet waar het botst met feiten die geen oren hebben - laat staan oren naar redenen en argumenten?

2. Religie en goddeloosheid: tweemaal hetzelfde

Rampen worden beschouwd als goddelijke straffen opdat ook al de goede dingen als goddelijke beloningen zouden kunnen worden beschouwd. De mens kan blijkbaar niet zonder 'ouders'. Het kind staat ten opzichte van zijn ouders zoals de mens staat ten opzichte van zijn goden. Dat suggereren ons zelfs de tempels met poorten die ongetwijfeld voor reuzen zijn gemaakt. De mens blijft ook als volwassene ouders nodig hebben omdat hij de verantwoordelijkheid niet kan dragen voor zijn bestaan eenmaal hij zijn ouders moet missen. De oudere draagt natuurlijkerwijze verantwoordelijkheid of zorg voor zijn kinderen, maar hij kan - eveneens natuurlijkerwijze - niet zorgen voor zichzelf. Hij heeft dus religie nodig, ook ethisch: kinderen die voor hem gaan zorgen als hij oud is, doen dat als het ware onder toezicht van de goddelijke ouders (- en dat doen dieren niet die immers ook geen godsdienst beoefenen).

De mens beschikt blijkbaar over het bijzondere vermogen om schuld op zich te nemen; gaat er iets mis dan zal hij niet concluderen dat er geen beschermende God bestaat, hij zal wat fout gaat veeleer wijten aan zichzelf en als volgt besluiten: er bestaat een rechtvaardige God die mij nu straft, dus erken ik mijn schuld, ook al ken ik ze (nog) niet. De schuld die hij op zich neemt, is aldus feitelijk de tol waarmee hij de goddeloosheid afkoopt. Onze God kost met andere woorden precies zoveel als de schuld waarmee we onszelf moeten opzadelen als we Zijn bestaan erkennen. We betalen voor onze God met de aflossing van de schuld welke we op ons nemen wanneer we alles wat fout gaat aan onze eigen zonden wijten [- en is dat bovendien niet exact wat ook Christus doet?]. In wezen betekent dit dat godsdienst niets anders is dan een verschijningsvorm van het menslijke vermogen om schuld op te nemen en in te lossen en dus het vermogen om de wereld te verbeteren. En zo is godsdienst eigenlijk hetzelfde als zelf voor God spelen - wat goddeloosheid is.

(J.B., 15 en 16 maart 2011)


09-03-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ethiek?

Ethiek?

Het geeft te denken dat vooraanstaande ethici zich niet bewust blijken te zijn van het feit dat zij discrimineren en tot geweld aanzetten wanneer zij publiekelijk de sterilisatie van uitgerekend de armen aanprijzen als oplossing voor het probleem der overbevolking, waarbij zij dan ook nog eens de methodes van omkoping en afpersing aanbevelen, als zij suggereren dat die 1000 euro die voor noodhulp op Haïti is bestemd maar beter kan gegeven worden aan elke Haïtiaanse vrouw die zich wil laten steriliseren. (1)

Armen hebben honger en zij happen daarom vaker gretig toe om een eigen nier te verkopen, om voor een hen onbekende rijkaard een kind ter wereld te brengen of om gevaarlijk werk te doen in radioactieve installaties, in de prostitutie of in milieus van drugshandel en misdaad. De autosterilisatie tegen betaling past in exact hetzelfde plaatje en is daarom vanwege de aanbieder bijzonder immoreel.

Als deze aanbieder die uiteraard geen arme drommel zijn kan, zijn actie bovendien beschouwt als een stap in de goede richting inzake de overbevolkingsproblematiek, dan slaat hij de bal ook hier helemaal mis. Een simpele berekening volstaat immers om vast te stellen dat het verteer van een rijke westerling het duizendvoudige bedraagt van dat van een arme Haïtiaan, terwijl de overbevolking precies vanwege de verspilling zo problematisch is geworden, en die verspilling moet men nu eenmaal niet gaan zoeken bij kinderen met waterbuikjes die in plaats van school te lopen, dag in dag uit vijsjes en ijzerdraadjes sorteren op onze gigantische, stinkende vuilnisbelten.

De 'redenering' welke de genoemde, gruwelijke ingrepen wil rechtvaardigen en ingang wil doen vinden, en dan nog via democratische kanalen, getuigt niet alleen van een schromelijk tekort aan empathie: zij verraadt zonder meer een criminele inborst, en zij vindt haar gelijke enkel in de uitlatingen waarmee Hitler een onnadenkende massa intimideerde. Zoals dat verwijt aan het adres van het christendom, dat er zogezegd voor zorgt dat de beste krachten aan het front moeten sneuvelen om het leven te redden van thuisblijvende zieken en andere lastposten.

Er bestaat een bijzonder gevaarlijke kaste van 'wereldverbeteraars'. Volgens hun logica kan wat zijzelf 'mensonwaardig' achten, worden geëlimineerd, eenvoudigweg door alle naar hun maatstaven 'mensonwaardige mensen' te elimineren. Met concentratiekampen zal dat dit keer misschien niet meer lukken, maar wel met abortering en met euthanasie, en nog het liefst met sterilisatie, welke men immers van de armen af kan dwingen zoals men ook de slavenarbeid van hen af kan dwingen... met name middels geld - het geld vervangt de zweep van weleer. Het lijkt moreel verantwoord maar het is dat evenmin als het stilzwijgen van zogenaamde ethici over nog heel wat zaken die om een stem ten hemel schreeuwen.

(J.B., 9 maart 2011)

Noten:

(1) Etienne Vermeersch, in het vrt-programma Terzake d.d. 8 maart 2011, stelt voor dat het geld bestemd voor de noodhulp aan Haïti, besteed zou worden aan de 'vrijwillige' sterilisatie van arme Haïtiaanse vrouwen aan wie dan ter compensatie 1000 euro zou aangeboden worden. In feite wordt zodoende een aalmoes gesuggereerd in de plaats van de sociale zekerheid waar ook de armen recht op hebben. Volgens de antikapitalist wijlen Jaap Kruithof is het overbevolkingsprobleem vooral een derde wereldprobleem omdat daar de sociale zekerheid en vooral dan het pensioen ontbreekt.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kanker en de tijd

Kanker en de tijd

Kanker is de naam die wij geven aan allerlei ziekten welke gekenmerkt worden door het optreden van gezwellen die maar blijven woekeren, gebeurlijk tot de dood. Een kankergezwel doet denken aan een parasiet die zich vet vreet ten koste van zijn gastheer: de gastheer mergelt uit terwijl de ongenode gast steeds dikker wordt en zich op de koop toe vermenigvuldigt. Edoch, zeer in tegenstelling tot een parasiet, is een kanker niet zozeer iets dat wij er in ons lichaam bij krijgen, maar veeleer is het iets dat ons ontbreekt. In die zin gelijkt een kanker dan ook op het wezenlijke van het kwaad zoals bepaald door Augustinus: het kwaad heeft geen eigen identiteit, zo zegt de heilige: het is niets anders dan een tekort aan het goede. En kijk, kanker lijkt inderdaad geen indringer van buitenaf: het is immers een woekering van eigen lichaamscellen. En de oorzaak van die ongeremde groei ligt binnenin onszelf, in de kern van ons bestaan, in de kernen van de lichaamscellen die immers de breinen van de cellen zijn. Een gezwel lijkt een teveel maar is in feite een tekort binnen het celbrein, het is een tekort aan orde in de kern van de cel die dan niet langer naar behoren wordt bestuurd. Een eigen lichaamscel verwordt tot een kankercel van zodra zij haar verstand verliest. Zij blijkt dan vergeten wat haar eigen taak is in het grotere geheel van weefsels, van organen en tenslotte van het lichaam, en zij denkt nog slechts aan zichzelf, aan haar eigen groei en bloei. Een eigen lichaamscel verandert in een kankercel wanneer zij egoïstisch wordt of egocentrisch, wanneer zij niet meer weet dat zij in functie staat van wat haar allemaal omringt, wanneer zij blind werd voor het feit dat zij in dienst staat van iets anders en iets hogers. In feite is een kankercel een cel waarvan de groei horizontaal geworden is, een cel die nog slechts in de breedte groeit, die niets meer opbouwen kan dat groter is dan tot waar zij zelf kan reiken. Ofschoon zij zich heel gretig deelt, is een kankercel eigenlijk een asociale cel, een cel die geen gezag gehoorzaamt. Men zou ook kunnen spreken van een ketterse cel, een goddeloze cel, een cel die god noch gebod kent. En als er voor kanker al een behandeling voorhanden is, dan bestaat die enkel in het doden van al die eigenzinnige cellen, want iets anders dan ze uit te roeien valt er met gek geworden cellen vooralsnog niet te doen.

Uiteraard worden onze lichaamscellen niet zómaar gek, blind, egocentrisch, asociaal of goddeloos: als zij aldus gaan disfunctioneren, dan komt dat alleen doordat er op hen een aanslag werd gepleegd van buitenuit. Weliswaar is het kwaad een tekort aan goede dingen, zoals Aurelius Augustinus het zegde, maar de heilige was geen geneesheer en ook geen man van de wetenschap. Zijn theorieën hadden weinig voeling met de werkelijkheid van het leven, waarin het ene wezen ten prooi kan vallen aan het andere, alleen al omdat het zwakker is, terwijl het andere honger heeft en de enige natuurwet die is van de sterkste. Kanker wordt veroorzaakt door welbepaalde stoffen waarvan wij vermoeden dat zij kanker veroorzaken en die wij daarom ook kankerveroorzakers noemen - cancerogenen. Als kanker al een tekort was aan goede zaken, dan ontbrak het in de lichaamscellen van mensen, dieren of planten met kanker, feitelijk aan 'bestrijders' van cancerogenen, wat voor stoffen dat ook mogen zijn. Gebeurlijk beschikken wij wel over cancerogenenbestrijders, maar worden die op hun beurt verzwakt of zelfs omgebracht door nog andere vijanden, en zo kan die strijd wel eeuwig doorgaan en aldus verworden tot een pure woordenstrijd. Of het kwaad dan een bestaande vijand is ofwel gewoon een tekort aan goeds, is een vraag die dan evenmin hout kan snijden als die aloude kwestie van de kip en het ei.

Wat men wél over kanker kan zeggen, is dat het een ziekte is waarvan de kans om ze te krijgen, toeneemt met het ouder worden. Dat men het daarom heeft over een ouderdomskwaal, is echter niet zo vanzelfsprekend, in acht genomen het feit dat de krijgkansen van élke kwaal mettertijd slechts kunnen toenemen. Wie slechts één dag heeft geleefd, had een kans die 365 keer kleiner was dan wie een jaar oud werd - om kanker te krijgen. Maar zijn kans om ongeacht welke andere ziekte te krijgen was evenééns 365 keer geringer, en zo ook zijn kans om te verongelukken met de trein, zijn kans om het groot lot te winnen of zijn kans om een zondvloed, een zonsverduistering of gewoon een volle maan mee te maken. Als zij niet nul zijn, dan kunnen onze kansen mettertijd alleen maar toenemen, wat zij dan ook mogen betreffen - zo leren ons de meest eenvoudige berekeningen die men zich maar indenken kan. Zelfs voor doden kan de kans om te verrijzen alleen maar rijzen mettertijd, en exact hetzelfde geldt voor al diegenen die nog niet hebben bestaan. Als de tijd maar eindeloos blijft doorgaan, dan zal ooit alles gebeurd zijn wat men maar voor mogelijk kon houden, en zelfs het onmogelijke ontsnapte dan misschien niet aan die dans. En is dat niet waar allen naar verlangen die ooit kanker kregen bij zichzelf of bij hun naaste getrouwen: dat zich ooit het eens onmogelijke alsnog realiseren zal? Het verdwijnen aller kwalen is gewis een kwestie van alleen maar tijd.

(J.B., 8 maart 2011)


07-03-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verkapte aanslagen

Verkapte aanslagen

 

Duizend per uur: dat is de snelheid waaraan mensen van de honger sterven.

Soms is honger quasi onvermijdelijk. Neem nu de uitbarsting van de Tambora in Indonesië: in 1816-1817. Dat was het zogenaamde 'jaar zonder zomer'. Alle oogsten mislukten door een aanhoudende duisternis over bijna de hele aardbol. Of neem de opeenvolgende tegenslagen in Ierland, met de hongerjaren van 1845 tot 1850. De Ierse bevolking werd gehalveerd. Eerst was er de aardappelziekte, vervolgens droogte, dan tyfus, dan weer de aardappelziekte en tenslotte cholera.

Rampen brengen honger, maar in het merendeel der gevallen volgt hongersnood uit opzettelijke menselijke fouten. In de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) was er lange tijd honger. In 1923 en in 1933 was er hongersnood in Rusland en in de Oekraïne met aldaar de zogenaamde Holodomor of Hongermoord met 10 miljoen doden. Die ramp had plaats onder Stalin: hij dreef de boeren naar de staatsbedrijven maar velen weigerden, waarop miljoenen onder hen gedeporteerd werden naar Siberië. Vandaag wordt dat beschouwd als een bewuste volkerenmoord. Ook de allergrootste hongersnood ooit werd veroorzaakt door een politiek regime: in het China van 1959-1961, tijdens de zogenaamde 'Grote Sprong Voorwaarts', verhongerden naar schatting 43 miljoen mensen. Andermaal veroorzaakt door oorlog was de Libanese hongersnood van 1916-1918, waarbij aldaar een kwart van de bevolking omkwam. Op Java was er honger in 1876-1878 en in 1944-1945 eiste de honger 2 miljoen mensenlevens in Viëtnam. In Noord-Korea sleept de hongersnood aan sinds zowat twintig jaar. (*)

Afrika is veruit het meest door honger getroffen continent. (**) De oorzaken aldaar zijn uiteenlopend en zowel het klimaat als de politiek en de oorlogen spelen een rol, maar ook de uitbuiting door de rijke landen en het aidsprobleem: één op negen Afrikanen onder de Sahara heeft aids. Schrijnend is de marktpolitiek van het rijke Noorden dat in Afrika producten invoert en onder de prijs verkoopt om de producenten aldaar te kelderen. Zo importeert men daar goedkope melk(poeder) zodat de lokale boeren hun melkkoeien moeten slachten. Met honger worden ook opstanden onderdrukt. En derde wereldlanden kunnen hun schulden aan het rijke Noorden nooit aflossen.

Het merendeel van de hongerdoden (zowat 90 percent) sterft aan chronische ondervoeding. Anno 2008 stierven dagelijks nog 24.000 mensen van de honger en dat is één van elke vijftien mensen die geboren worden. Duizend per uur.

Honger gaat gepaard met een vreselijk lijden, maar nóg minder draaglijk dan de honger is de dorst. Het menselijk lichaam bestaat voor zo'n 70 percent uit water - hetzelfde percentage water dat de aarde bedekt - en drinken wij niet tijdig, dan drogen wij uit. In extreme weersomstandigheden kan een mens geen etmaal zonder water. Normaal behoeven wij een tweetal liter water per dag. In de woestijn verliest men 7 tot 15 liter, afhankelijk van wat men doet, en in minder dan een halve dag kan men er uitdrogen. Van wie verdorsten, is op den duur de maag niet groot genoeg meer om nog voldoende vocht op te kunnen nemen. Het drinken van zout water lest de dorst niet en ook overmatig drinken (bijvoorbeeld ingevolge suikerziekte) kan uitdroging veroorzaken. Wie een tiende van zijn lichaamsvocht verliest, kan niet meer op zijn benen staan: de huid krimpt en de zintuigen falen; de tong wordt dik, de mond gevoelloos, het bloed dikt in, het lichaam geraakt oververhit, er volgen stuipen en het hart begeeft.

Zevenennegentig percent van al het water op aarde is zout en dus ondrinkbaar. Zeewater is immers zout, en het wordt pas zoet bij de verdamping omdat de zouten niet mee verdampen. Waterdamp vult de luchten welke meer water kunnen bevatten naarmate ze warmer zijn. Bij afkoeling condenseert de waterdamp (de zeer kleine, verstoven damppartikels vormen samen waterdruppels) en gaat het regenen, hagelen of sneeuwen. Het zoet water komt terecht in de rivieren of dringt doorheen de grond die het filtert tot drinkbaar water. Het (zoet)waterverbruik bedraagt bij ons meer dan 100 liter per persoon per dag terwijl een van de meest prangende milieuproblemen het drinkwatertekort is.

Paradoxaal genoeg is watersnood een tevéél aan water, bijvoorbeeld ingevolge overstromingen. Het dichtst bij de deur kennen wij de ramp na de dijkbreuk in Nederland van 1953, waarbij 165.000 hectare land werd overspoeld, 1795 mensen en ook veel vee verdronken; er waren honderdduizend daklozen. (In België kwamen toen 28 mensen om, in Engeland vielen 307 slachtoffers en ook 220 zeelieden vonden de dood.) Onze stoutste fantasie werd echter overtroffen door de tsunami op tweede kerst van 2004 in Sumatra met 300.000 slachtoffers, waarvan zelfs een paar honderd in Oost-Afrika. En in 2005 veegde een orkaan New Orleans van de kaart, met 1800 doden. Overstroming treedt ook op na hevige regenval, zoals onlangs in Pakistan; ingevolge watersnood en het drinken van besmet water kunnen dan epidemieën uitbreken, zoals cholera, die voor uitdroging zorgen. (***)

Evenals honger en dorst kunnen hitte en koude ons leven bedreigen. Het menselijk lichaam heeft een temperatuur van zowat 37 graad Celsius (35,5 tot 38,5). Een lichaamstemperatuur beneden 30° of boven 42° is dodelijk. Onderkoeling en oververhitting kunnen vele oorzaken hebben, extreme weersomstandigheden zijn er slechts één van en naar verluidt komen zij steeds vaker voor ingevolge de opwarming van de aarde. De grote hitte, normaliter voorbehouden aan de Sahara, doet vandaag steeds vaker streken aan die door de band genomen gematigd waren qua klimaat, en de woestijnen breiden uit. Vandaag moeten grote delen van Spanje kunstmatig worden bevloeid omdat zij anders volledig onvruchtbaar zouden zijn door droogte. En de kracht van de warme golfstroom is nu met bijna de helft afgenomen, zodat de koude winters amper nog getemperd worden en West-Europa steeds vaker Siberisch aandoet.

Honger, dorst, hitte en kou: het lijken natuurlijke aandoeningen of rampen, maar meestal delen wij in de schuld als zij doden. Wat in feite wil zeggen dat wij het moorddadige effect van deze verschijnselen feitelijk ongedaan konden maken: waar we daaraan verzaakten, gebruikten we de natuur eigenlijk als moordwapen. Zoals reeds lang geleden gescandeerd, zijn de honger en ook al die andere kwalen geen tegenslagen doch aanslagen.

(J.B., 7 maart 2011)

 

Noten:

(*) Andere perioden van hongersnood waren er reeds in de Oudheid, met name in Egypte en Klein-Azië (dit is Anatolië of het Aziatische deel van Turkije). In West-Europa was er drie keer relatief kortstondig hongersnood: in 1124-1125, in 1315-1317 en in 1816-1817 (waarover hoger). China kende nog hongersnood: in 1333-1337 vielen daar 4 miljoen doden, op het eind van de negentiende eeuw was er drie keer honger met samen 17 miljoen doden, in het begin van de twintigste eeuw was er twee keer honger: in 1920-1921 stierven 500.000 mensen, in 1928-29 waren dat er 10 miljoen.

Indië kende een zevental hongerperioden met telkens miljoenen doden. In 1630-1631 was de toestand zo erg dat mensen elkaar gingen opeten. Bij de honger van 1770 in Bengalen stierven meer dan 6 miljoen mensen. Op het einde van de negentiende eeuw verhongerden alles samen enkele tientallen miljoenen Indiërs. In 1943-1944 was er opnieuw honger in Bengalen, in 1966 in Bihar.

(**) Men herinnert zich Biafra (de oorlog van 1967-1970), de Sahel (1968-1974 en 1984-1985), Ethiopië (1973 en 1984-1985), Somalië (1990-1995), Zuid-Soedan (1990-2000), Zimbabwe (2000), Darfoer (2003), Niger (2005) en de Hoorn van Afrika (2006).

(***) http://nl.wikipedia.org/wiki/Dorst

http://nl.wikipedia.org/wiki/Water

http://nl.wikipedia.org/wiki/Drinkwater

http://nl.wiktionary.org/wiki/watersnood

http://nl.wikipedia.org/wiki/Epidemie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Watersnood_van_1953

http://nl.wikipedia.org/wiki/Overstroming

http://nl.wikipedia.org/wiki/Cholera

http://nl.wikipedia.org/wiki/Katrina_(orkaan)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Lichaamstemperatuur

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hypothermie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Koorts

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hyperthermie




Foto

Foto


Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Kerststal 2021

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Zo zweeft de wereld

Van ruilmiddel tot god




Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto



Foto

Foto

Foto

Foto

Koningin Elisabethwedstrijd
 2013
voor Piano:
http://www.cmireb.be/nl/ 


Foto

 

http://fieldliberation.wordpress.com/ 
http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 

Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie:

http://naturalsociety.com/safety-group-blows-lid-on-secret-virus-hidden-in-gmo-crops/ 





Foto

Foto

Foto

Foto

Inhoud blog
  • Over de dood - Aflevering 2.
  • Over de dood
  • Dovemansgesprekken - Aflevering 2.
  • Dovemansgesprekken
  • De leer van Augustinus - Aflevering 6.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 5.
  • De tijd
  • De leer van Augustinus - Aflevering 4.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 3.
  • José Mujica en Leo XIV
  • De leer van Augustinus - Aflevering 2.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 1.
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 3
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 2
  • Over de illusie van kennis
  • Werkplekken Leo 14
  • De pausverkiezing en de kippen zonder kop
  • https://queenelisabethcompetition.be/en/competitions-details-watch-listen/events/piano-2025/
  • https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/nieuws/volg-pianowedstrijd-vanaf-eerste-ronde-live/
  • competitie
  • Macht en geweld
  • Herdenking: 12 jaar na de milieuramp van 4 mei 2013
  • Struisvogelpolitiek in Wetteren (d.d. mei 2013)
  • sv bespr pdf
  • Blasfemie
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 6
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 5
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 4
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 3
  • Shostakovich: Strijkkwartetten en Pianokwintet
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 2
  • De gevaarlijke kerk
  • De mot in het geloof - Aflevering 6. Martelaarschap en hypocrisie
  • De mot in het geloof - Aflevering 5. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 2)
  • De mot in het geloof - Aflevering 4. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 1)
  • De mot in het geloof - Aflevering 3. Costica Bradatan over sterven voor een idee
  • De mot in het geloof - Aflevering 2.
  • De mot in het geloof
  • De alerte lezer: het schrikkeljaar van Stijn Streuvels
  • De aanbidding der wijzen, c.1455 (eiken paneel) (The Adoration of the Magi, c.1455 (oak panel)) Rogier van der Weyden
  • Mattheuspassie Bach
  • Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)
  • Trump en Harvard
  • Hedendaagse kunst: Dirk D'Hulster: De geboorte van de oorlog
  • Audio-visuele installatie
  • Cryptofascisme
  • Verschijnt binnenkort-
  • De transformatie van de wereld
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 9: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg 2 en slotwoord)
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 8: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg: de derde filter)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 7: Het propagandamodel en zijn vijf filters
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 6: Het voorwoord van de auteurs
  • MANUFACTURING CONSENT vandaag in de praktijk:
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 5: Actualisering van de casestudies (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 4: Actualisering van de casestudies
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 3: Actualisering van het propagandamodel
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 2: Inleiding (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 1: Inleiding
  • Een synthese van: Noam Chomsky & Edward Herman:
  • Sergej Prokofieff, Symfonie nr. 5 ('Oorlogssymfonie')
  • Gounod, Faust, soldats
  • Gounod: Faust - Le veau d'or
  • Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, achterflap
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 18: Strategie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 17: Orde
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 Aflevering 16: Ideologie en ethiek
  • Jaap Kruithof, citaat
  • Jaap Kruithof
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 15: Televisie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 14: Entertainment
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 13: Individualisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 12: Veiligheid
  • Requiem for the American Dream with Noam Chomsky
  • Tempus fugit (duo Menguy-Le Pennec)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 11: Deportatie, apartheid of pluralisme
  • psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 10: Het fort Europa, apartheid en fascisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 9: Nationalisme
  • Spielt auf nun zum Tanz! (Andermaal Van Togenbirger)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 8: De nieuwe politieke cultuur
  • Jaap Kruithof--
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 7: Democratie
  • Kruithof, Jaap -
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 6: De jungle versus de overheid
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 5: Privatisering
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 4: De economische dictatuur
  • Het lezen waard:
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 2: Een veranderende economie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 1: De opmars van het kapitalisme
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 3: Het alternatief is de muur
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 2: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”
  • Satyagraha
  • De wet, zijn letter en zijn geest
  • Het lezen waard: DWM, lezersbrief van S. De Meulder
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”
  • “Vrijwillige legerdienst”!?
  • De fraude en de dood - Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • "Kom op tegen fraude"
  • De waarden van de windhaan
  • Oorlogavond
  • Kaos
  • Kaos ( Paolo Taviani & Vittorio Taviani, 1984) Vose 1
  • Superbia - Over een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem
  • Het nieuwe verhaal
  • George Orwell
  • Homeros: Odysseus (film 1997)
  • Sisyphus en Simone Weil
  • De mythe van Sisyphus van Albert Camus
  • Over wolven en schapen
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 11. Over het lot van activisten
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 10. Mensenrechtenactivisme, een bedreiging voor de gevestigde orde
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 9: De dwingende conclusie
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 8: De arts, zijn Orde en de WHO
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 7: Een vurig protest tegen de omerta
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 6: Een ontmaskering van het totalitarisme
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 5: Over heldenmoed
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 4
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 3
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 2
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte)
  • Schuldig verzuim 1
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 2. Intermezzo
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 1. De wereldoorlog, de kwantumtheorie en het Mystieke Lam
  • De splijtzwam en het schip der dwazen
  • God en de oorlog
  • Het fascisme, gisteren en vandaag
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-maga-granny-weigert-trumps-gratie-voor-bestorming-capitool-we-zijn-die-dag-in-de-fout-gegaan~a032fdd8/
  • https://www.hln.be/buitenland/een-dag-na-trumps-inauguratie-beloven-rusland-en-china-relaties-naar-hoger-niveau-te-tillen~a9450138/
  • https://www.hln.be/buitenland/achttien-staten-vechten-trumps-afschaffing-van-geboorterecht-aan-hij-kan-grondwet-niet-zomaar-aan-de-kant-schuiven~aca34aac/
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-bisschop-haalt-uit-naar-trump-tijdens-dienst-en-het-staat-nieuwe-president-duidelijk-niet-aan~a3e91958/
  • Executies
  • Een gigantische opstand in het verschiet?
  • Democratie en immoraliteit
  • Ongewenste mensen
  • p p5
  • Niet Trump komt aan de macht maar Mammon
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 5.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 4.
  • Trump
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 3.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 2.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 1.
  • Pieter Brueghel de Oude, De parabel van de blinden (1568)
  • De mens en zijn maskers
  • Informatie en Big Brother
  • Sibelius Vioolconcerto
  • Over het lot van de mens - 21. 28 december
  • Over het lot van de mens - 20. Opstand
  • Over het lot van de mens - 19. Het lot, het doel en de onbestemdheid
  • Over het lot van de mens - 18. De waarheid in pacht hebben
  • Het ingebeelde universum (Ludo Noens)
  • Moreels
  • Over het lot van de mens - paragraaf 17 (12)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 16 (11)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 15 (10)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 14 (9)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 13 (8)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 12 (7)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 11 (6)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 10 (5)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 9 (4)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 8 (3)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 7 (2)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 6 (1)
  • Krieg und Leichen
  • Over het lot van de mens - paragraaf 5
  • Over het lot van de mens - paragraaf 4
  • http://www.dirkdhulster.org/
  • Over het lot van de mens - paragraaf 3
  • Over het lot van de mens - paragraaf 2
  • Over het lot van de mens - paragraaf 1
  • LGBTQIA+, geen minderheid?
  • Euthanasie, sedatie en menswaardigheid
  • Pijnstillers
  • De hergeboorte van de kwakzalverij
  • Hoog in een kuuroord
  • De zwarte paus - Zo werkt extreemrechts (artikel d.d. 8 juni 2020)
  • En liegt de laatste paus dan niet? (een artikel d.d. 29 juli 2013)
  • Fundeert het katholicisme onze beschaving? (10-22 november 2019)
  • Wereldbeeld en diagnose
  • jp c f m
  • dein Geld-
  • Verkapte euthanasie
  • Tijdelijkheid
  • Oh dichosa ventura
  • De 'goede moord'
  • Jan Vingerhoets: Het smeulende gevaar van de nieuwe censuurwet:
  • Verweerschrift huisarts Jan Vingerhoets
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 3)
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 2)
  • Bericht aan de lezer
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie
  • Rach 2
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 5)
  • Met ijzeren staven
  • toren
  • Ludo Noens, Het ingebeelde universum. De ontregelende confrontatie met het onmogelijke. Enkele beschouwingen.

    Archief per week
  • 19/05-25/05 2025
  • 12/05-18/05 2025
  • 05/05-11/05 2025
  • 28/04-04/05 2025
  • 21/04-27/04 2025
  • 14/04-20/04 2025
  • 07/04-13/04 2025
  • 31/03-06/04 2025
  • 24/03-30/03 2025
  • 17/03-23/03 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 24/02-02/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 10/02-16/02 2025
  • 03/02-09/02 2025
  • 27/01-02/02 2025
  • 20/01-26/01 2025
  • 13/01-19/01 2025
  • 06/01-12/01 2025
  • 30/12-05/01 2025
  • 23/12-29/12 2024
  • 16/12-22/12 2024
  • 09/12-15/12 2024
  • 02/12-08/12 2024
  • 11/11-17/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 14/10-20/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 26/08-01/09 2024
  • 12/08-18/08 2024
  • 05/08-11/08 2024
  • 29/07-04/08 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 08/07-14/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 10/06-16/06 2024
  • 03/06-09/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 13/05-19/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 12/09-18/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 11/12-17/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 26/09-02/10 2005
  • 27/11-03/12 2000
  • 06/11-12/11 2000
  • 25/09-01/10 2000
  • 29/05-04/06 2000
  • 22/05-28/05 2000
  • 24/04-30/04 2000
  • 31/01-06/02 2000
  • 25/10-31/10 1999
  • 28/02-06/03 1994
  • 19/03-25/03 1990
  • 12/03-18/03 1990
  • 05/02-11/02 1990
  • 30/04-06/05 1984
  • 02/04-08/04 1984
  • 12/03-18/03 1984
  • 21/09-27/09 1981
  • 29/06-05/07 1981
  • 30/03-05/04 1981
  • 02/02-08/02 1981
  • 08/12-14/12 1980
  • 24/11-30/11 1980
  • 17/11-23/11 1980
  • 10/11-16/11 1980
  • 03/11-09/11 1980
  • 08/09-14/09 1980
  • 19/05-25/05 1980
  • 10/03-16/03 1980
  • 18/02-24/02 1980
  • 04/02-10/02 1980
  • 28/01-03/02 1980
  • 10/12-16/12 1979
  • 19/11-25/11 1979
  • 15/10-21/10 1979
  • 17/09-23/09 1979
  • 06/08-12/08 1979
  • 12/03-18/03 1979
  • 27/02-05/03 1978
  • 06/02-12/02 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 25/12-31/12 1978
  • 12/12-18/12 1977
  • 05/12-11/12 1977
  • 03/10-09/10 1977
  • 30/05-05/06 1977
  • 02/05-08/05 1977
  • 14/02-20/02 1977
  • 15/11-21/11 1976
  • 12/01-18/01 1976
  • 08/12-14/12 1975
  • 10/11-16/11 1975
  • 07/07-13/07 1975

    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto


    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2000
  • 1999
  • 1994
  • 1990
  • 1984
  • 1981
  • 1980
  • 1979
  • 1978
  • 1977
  • 1976
  • 1975





    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs