Foto
Foto
Blog als favoriet !

Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres:

http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto


"Trans-atheïsme"

Download dit boek als PDF:

Jan Bauwens - Transatheïsme.pdf (3.6 MB)   

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto



Download dit boek als PDF:

"Het einde der tijden"



Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Tisallemaiet
Alle rechten voorbehouden
Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
03-09-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is bewustzijn? (deel 1)

Wat is bewustzijn? (deel 1)

Begrippen kunnen heel bedrieglijk zijn en dat is hier niet anders. Zo zouden we spontaan kunnen veronderstellen dat bewustzijn een eigenschap is welke toebehoort aan een individu, terwijl dat zeker niet zo is: bewustzijn is er pas waar iemand iets tot een ander zegt, en zo bestaat het ook in een afgeleide vorm als het spreken met zichzelf, dat wij het denken zijn gaan noemen. De taal waarin men zich bewust is, veronderstelt een derde, en dus een groep, en het spreken tot die derde is geen onstoffelijke gebeurtenis doch een activiteit, een handeling, iets dat men een ander aandoet, iets dat men elkander aandoet als men met elkander spreekt. Bewustzijn is daarom een gebeurtenis of, precieser nog, een handeling, een geheel van handelingen, meer bepaald een geheel van interacties tussen meer personen. Bewustzijn is een eigenschap van een groep.

Wie nog niet overtuigd is, dient zich maar eens te bezinnen over het begrip 'gedachte'. Zoals we dat begrip hanteren, lijkt het immers wel alsof een gedachte een op zich staande realiteit kon zijn. Een valse indruk is dat uiteraard, en hij volgt uit de verzelfstandiging van een werkwoord, want in feite zijn er geen gedachten: er is alleen maar de activiteit van het denken, welke zich dan ook uitdrukt in het werkwoord 'denken'. Op dezelfde manier is het denken of het bewustzijn geen toestand en ook geen eigenschap van een enkeling, doch een activiteit welke principieel noodzakelijk door een groep van individuen wordt verricht.

Bewustzijn is bijvoorbeeld spreken tot een ander, of luisteren, maar het kan ook neuriën zijn, tekenen of dansen. Het met elkaar in een gevecht verwikkeld zijn van katten is evenzeer bewustzijn als het onderonsen van bisschoppen op een congres. Van zodra een activiteit wezenlijk verschillende individuen in zich betrekt, kan sprake zijn van bewustzijn. In het woord bewustzijn zit wellicht al een stam van 'wijzen' of 'aanwijzen', namelijk aan een ander, wat er van de kwestie is, en die ander kan dan het aangewezene al dan niet be-grijpen. In het Franse 'conscience' gaat het duidelijk om een kennis ('science') welke met anderen gedeeld wordt ('con'). Ook het woord 'weten' is wellicht verwant aan 'wijzen' of 'aanwijzen'.

Eigen aan interacties waarbij meer individuen betrokken zijn, is dat zij verlopen met een zekere alertheid, en dan vooral wanneer het gaat om de meest oorspronkelijke interacties, namelijk deze waarbij het ene dier het andere opeet ofwel ermee in een gevecht op leven en dood betrokken is. Het is daar een kwestie van to be or not to be, eten of gegeten worden, doden of gedood worden, zijn of niet meer zijn en dus: vechten, interageren met een ander, zich bevinden op de smalle en gevaarlijke scheidingslijn tussen leven en dood of tussen het ik en de ander. Het zich verweren - tegen de ander, die uiteraard de vijand is - om niet ten onder te moeten gaan, is bewustzijn. In feite worden hier de zaken op hun kop gezet, want we moeten veeleer zeggen dat bewustzijn niet bestaat, of tenminste is het niet iets dat wezenlijk verschilt van het gevecht dat men voert voor zijn leven.

Naarmate wezens complexer worden, worden ook hun activiteiten en hun onderlinge interacties dat, en zo komt het dat twee mensen die elkaar ontmoeten in de regel niet op de vuist gaan maar bijvoorbeeld alleen maar een gesprek voeren. Men hoeft trouwens geen mens te zijn om reeds complex genoeg te zijn om dat te kunnen: dieren communiceren evenzeer als mensen en communicatie in de vorm van samenwerking is ook een afgeleide van - uiteindelijk - de 'oorlog' die reeds door Herakleitos - de allereerste filosoof in onze beschaving - 'de vader van alle dingen' werd genoemd.

Bewustzijn is geen eigenschap van een enkeling, het is een eigenschap van een groep; er is namelijk een groep nodig opdat sprake zou kunnen zijn van de interactie die wij 'bewustzijn' noemen. We zeggen wel dat een enkeling bewustzijn bezit, maar het ware correcter om te zeggen dat een specifiek bewustzijn de enkelingen bezit die het creëren of gecreëerd hebben. Zo ook is het niet een enkeling die vecht: een enkeling neemt deel aan een gevecht. Het is niet een enkeling die spreekt: een enkeling neemt deel aan een gesprek, en hij doet dat omdat hij altijd anderen toespreekt, die zich principieel kunnen verzetten tegen wat hij zegt, precies zoals men zich in een gevecht verzetten kan.

Het bewustzijn situeert zich derhalve helemaal niet in de geest van enkelingen, alleen al omdat het zich niet bij een enkeling situeert maar noodzakelijk bij een groep. Het bewustzijn is datgene wat gebeurt tussen meer individuen, het is de interactie tussen individuen in een groep. Het bewustzijn situeert zich in de groep, in het midden waarin de groepsleden onderling communiceren, en dat bewustzijn valt daarmee ook samen. Het bewustzijn is het gevecht dat twee mannen voeren. Het bewustzijn is het gesprek dat drie vrouwen hebben. Maar de groepsleden die aldus communiceren, houden uiteraard een herinnering over aan hun communicatie, en dat is een spoor van dat bewustzijn dat echter vaak verkeerdelijk met het bewustzijn zelf wordt geïdentificeerd.

Het spoor dat iemand na een gesprek daarvan overhoudt in zijn hersenen, is wezenlijk niet verschillend van het spoor als geluidsopname op een tape of van het spoor als schriftelijke neerslag in een boek. Het boek is, net zoals het geheugen, op zich inactief, en het komt pas (opnieuw) tot het bewustzijn of het wordt pas (weer) bewustzijn waar het gelezen wordt, wat wil zeggen dat de interactie, die zijn wezen is, dan pas weer werkelijkheid wordt. Het boek heeft een bepaald volume en zo lijkt het wel een inhoud te hebben, maar die indruk is bedrieglijk, want het volume van een boek staat voor niets anders dan voor de tijdspanne die nodig is om het te lezen: de periode van de duur van de interactie. Een boek lezen in een bepaalde tijdspanne betekent wezenlijk dat dit boek van a tot z door het oog van een naald dient gehaald te worden - als ik het heden, dat immers zo smal is als het oog van een naald, voor de gelegenheid eens op die manier zou mogen benoemen. De gehele geschiedenis van de interactie dient afgespeeld te worden opdat het bewustzijn waarmee zij samenvalt, zou kunnen bestaan. Ons geheugen leeft evenmin als een papieren boek - tenminste tot op het ogenblik dat wij de inhoud ervan door het oog van de genoemde naald halen, en dat is voorwaar een activiteit en principieel is het een groepsactiviteit want de taal waarin wij denken is helemaal geen persoonlijk bezit. Dit is weliswaar een nog te vervolgen verhaal...

(J.B., 16 november 2010)


30-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de opgang en de ondergang

Over de opgang en de ondergang

Zoals we intussen genoegzaam weten, is de vooruitgang een schone mythe. Het vooruitgangsgeloof is voltooid verleden tijd. Ooit was er, ook hier in het Westen, een enthousiasme dat leidde tot wereldtentoonstellingen en moderne Olympische Spelen. Het menselijke kunnen dat de beperkingen van de schepping zelf ophief. De mens die zijn God te kakken zette, om het een keer in de taal van vandaag te zeggen. Maar al die mega-evenementen zijn heden niet alleen uitgebloeid en uit de tijd, ze beginnen ons ook duchtig op de zenuwen te werken. Het enthousiasme dat ze uitlokten, bleek bijzonder geaffecteerd. Mensen applaudisseerden ervoor onder sociale druk. Nu die druk geweken is, vallen ons de schellen van de ogen en gaan wij ons ergeren aan de groteske drukdoenerij van lui die het kennelijk alleen op onze centen hadden gemunt. De economie moest nu eenmaal draaien. De kapitalistische economie, de reklame en de aangekweekte behoeften. Heden bijten wij in 't zand.

Men had het al kunnen zien aankomen toen de illustere marxist en jezuïet Ivan Illich het van de daken schreeuwde dat de snelheid waarmee een voetganger zich verplaatst, niet moet onderdoen voor de gemiddelde snelheid van de moderne auto. Dat wij de slaaf werden van automaten, bedoeld om ons te bevrijden. Dat scholen onze kinderen dom maken en dat verder al onze andere hulpmiddelen ons afstompen en een blok aan het been zijn. Kortom, er zijn grenzen aan de groei en derhalve zal elke groei vroeg of laat zichzelf een voetje lichten, net zoals de groei van de toren van Babel. Elke ongelimiteerde groei is per definitie... kanker.

In zijn Alzo sprach Zarathustra liet de grote filosoof en dichter, Friedrich Wilhelm Nietzsche, er geen twijfel over bestaan: het vooruitgangsgeloof is een vrucht van het joods-christelijke geloof in het eschaton, het einde der tijden, het punt omega. Een perverse theorie, aldus Nietzsche, want de geschiedenis is geen stijle klim naar boven, de tijd heeft daarentegen een cirkelgang: er is een eeuwige wederkeer, een opgang gevolgd door een ondergang. De Oude Grieken hanteerden dit model, maar ook de Indiërs kenden goden van de vruchtbaarheid en goden der vernietiging. Vele culturen dachten in termen van cycli, en zij wezen erop dat men slechts hoefde te kijken naar de seizoenen om zich te kunnen vergewissen van de eenvoud die voor deze waarheid garant staat.

De seizoenen, of de generaties: geboorte, groei, ouderdom, dood en ... hergeboorte. Men herinnert zich de vroege kindertijd en zijn afhankelijkheid van anderen. De ouders dragen weliswaar zorg voor de kleintjes, maar die zorg is tijdelijk want de kleintjes worden groot. De kleintjes worden voorbereid op het latere leven, zij leren op de eigen benen staan, zij leren te voorzien in hun onderhoud, want uiteindelijk worden zij overgelaten aan hun lot. Het kan niet anders, aangezien de ouderen sterven vooraleer de dood zich aandient bij de jongeren. Hadden ze dat dan niet kunnen voorzien? De oude dag is wellicht de noodlottige terugkeer naar die ellendige toestand die men zich herinnert als zijn kindertijd. Geen ouderling wordt getroost met de woorden dat hij maar geen angst moet hebben want dat de dood slechts een kwade droom is, een verhaaltje van boze tongen. Geen mens die eraan denkt om een ouderling van het graf te redden, hem of haar eruit te halen of daar tot gezel te zijn.

Toen mijn grootmoeder na vele jaren weduwschap uiteindelijk overleed, bleef het kleine huisje waar zij had geleefd nog lange tijd onaangeroerd. In het bouwval groeide gras, klimop wentelde zich om de trapleuningen, bomen duwden in hun opgang de tegels weg en vervolgens ook de pannen van het dak. Niemand dacht eraan om de woonst te slopen of te verkopen, het leek wel dat grootmoeder daar nog altijd woonde, alleen was zij onttrokken aan het zicht. En op een zomernacht werd ik wakker en wandelde ik naar het oude huis.

Het verhaal over de ontdekking die mij daar te wachten stond, heb ik elders verteld (*), maar een ding is zeker: ik heb mij tegen haar benarde toestand niet verzet, ik heb haar in de waan gelaten dat zij op de beschreven wijze vredig verder leefde in haar huisje, en dit terwijl ik heel goed besefte dat zij het mis had en dat de waarheid mij gebood om haar dit ook te zeggen. Toch voelde ik mij achteraf niet de bedrieger die ik in feite was geweest door over al die zaken mijn mond te houden. Het was alsof de illusie waarin zij verder leefde, niet zomaar een leugen was. Deze leugen, zo geloof ik toen toch te hebben begrepen, was hoe dan ook beter dan helemaal niets. Als een mens niets meer heeft, als hij zelfs zijn eigen leven missen moet en als hem bovendien een plek ontzegd wordt in het huis dat het zijne is en waarin hij zijn hele leven doorbracht, dan lijkt het mij dat elke leugen die de pijn van deze waarheid kan verzachten, beter dan de waarheid is.

De waarheid is schoon en hij past bij de opgang; de ondergang echter is zodanig ontluisterend dat hij helemaal niet zonder verbloemingen kan, en dat zijn derhalve leugens. En de leugens spreken niet over een ondergang, terwijl ze die toch ook niet kunnen ontkennen als hij zich afspeelt voor eenieders ogen. Vandaar laten de leugens ons geloven dat wat zich voor onze ogen ontrolt, slechts schijn is. Onze zintuigen bedriegen ons, zo prediken zij: de zintuiglijk waargenomen wereld is een begoocheling van jewelste. Pas áchter die wereld verbergt zich de waarheid, en die is het tegendeel van wat we zien.

Aldus wordt uit de hoogste nood de amor fati geboren, de perversie der perversies, maar tegelijk misschien de hoogste deugd waarin zich de waarheid en de leugen eenmaken zoals man en vrouw.

(J.B., 30 augustus 2012)

Noten:

(*) Zie: http://www.bloggen.be/omskvtdw/archief.php?ID=1235773  .

(**) Friedrich Wilhelm Nietzsche: Also sprach Zarathustra. Ein Buch für Alle und Keinen - Kapitel 5.







26-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Demystificatie der drievuldigheid

Demystificatie der drievuldigheid

Een ochtend in het staartje van augustus met achter het raam een zondvloed, maar amper één uur later kan het weer al keren: Felix Timmermans laat de zon bazuinen door de wolken en zij wijken voor misschien wel de allerwarmste dag van 't jaar. Wonder boven wonder hoe het weer verkeren kon... totdat wij de computer binnenhaalden die ons up-to-date verklapt hoe 't slechts de wolkenvelden zijn die schuiven tussen een immer schijnende zon en onze hoofden in. Wij dansen niet meer om de regen zoals de zwarten doen in verre streken want wij zien uren en soms dagen van tevoren welke luchten zich begeven naar de plek waar wij verblijven. Koele doch correcte beelden van een satelliet versnipperen de poëzie van zonneschijn en regen, zij is voor de sprookjesmand.

De kat is zo'n wonder wezen - een mens haast, zo zou men denken, want ofschoon men zegt dat de Oude Egyptenaren de kat hypnotiseerden en hem aldus domesticeerden, is wellicht het omgekeerde waar en betoverde hij óns. Voorwaar is de mens die vele dieren tam maakte en voor zijn kar spande, sinds mensenheugenis op zijn beurt de slaafse dienaar van de kat die hij zelfs als een god aanbidt. Edoch, de wetenschap leert ons iets anders: de kat is voor de mens wat het moederkoren voor het koren is, een parasiet. De kat aapt het mensenkind na, doet zich voor als hulpeloos schepsel dat niet uit de voeten kan, het jankt om voedsel, vleit zich aan tegen bij voorkeur de moederschoot van vrouwen van wie het kroost allang het huis uit is. En wie aandachtig zijn kat observeert, zal zien dat niet hijzelf zo interessant is voor dat beest, maar wel wat hij te bieden heeft aan voedsel aan dat sluwe dier. Een kattenkop lijkt wel een mensenhoofd maar zonder die verraderlijke pels krijgt elke kat alras de gedaante van de listige slang.

Het weer, de kat, maar ook de mens, kunnen op die wijze aardig tegenvallen. Deze laatste als 't vergrootglas van de kennis hem beschrijft: de klieren die zijn humeur besturen, de brandstoffen zonder welke hij niet opstaan kan, de bloederige wirwar van pezen, spieren en organen onder een zomers gebronzeerde huid. En achter een waas van alleraardigste argumenten en bedoelingen, soms de verschrikkelijkste egoïstische motieven.

De mens, maar ook zijn instellingen delen in de klappen, en zo bijvoorbeeld wurmt zich het Europa van de solidariteit onze geschiedenis naar binnen als een grote sprong naar voren, terwijl nu blijkt dat die constructie enkel dient als instrument van superrijken waarmee zij de gedweeë schapen van dit werelddeel de wol afscheren. De landen moeten onderling solidair zijn, zo verkondigen de sluwe vossen en zij ontstelen armelui hun brood om daarmee het overschot der rijken - want dat is wat de banken zijn - nog aan te vullen. Een verpakking met een strik omheen een valstrik.

En wat gezegd van onze godsdiensten, onze religies, onze zogenaamde eerbetoningen aan het opperwezen zelf? Gedraagt de mens zich hier niet net zoals de kat zich jegens hem opstelt? Sluw en listig, hypocriet, doortrapt, geveinsd hulpeloos en hongerig met smeekbeden en aanbidding? Het vergrootglas van de wetenschap laat er geen twijfel over bestaan en demystificeert ook hier wat eerst zo dichterlijk en luisterrijk weerklonk: de godsdiensten vormen de basis van de oorlogen. De redenen, de argumenten en zelfs het oogmerk schenken ons de religies in de waanzin van de heiligheid, de vlag, het hoger doel waarvoor men zijn leven veil heeft omwille van dat nog béter leven in 't hiernamaals dat men pas verdiend zal hebben door de dood. Lees maar: de moord.

Kennis ontluistert, en dat is wat de dichterlijke liefhebbers der poëzie dan ook verwijten aan die geleerden die niet rijmen willen met kwatrijnen en terzinen, maar enkel cijferen en meten kunnen. Kennis ontsluiert, zo beantwoorden zij het verwijt met een nieuwe beschuldiging, als ware het schone de opponent van het ware: kennis ontsluiert de waarheid die zich voordien onder schoonheid verschool en derhalve is schoonheid slechts schijn!

Ja, zo ver is 't nu gekomen dat het ware oorlogt met het schone. Zo ook kan het nu niet anders of het ware zal ook aan het goede de oorlog verklaren. En kijk: goedheid is zwakheid, zo leren ons de wetenschappen, terwijl de waarheid sterk en machtig is. De twee kunnen elkaar niet luchten. Resten nog het goede en het schone met de vraag of ook zij met elkaar in aanvaring kunnen komen. En oordeel zelf maar: is het verhaal van de goede, schone fee en de lelijke, slechte heks dan waar, of verbergen door de band de snoodaards zich achter een aanlokkelijk masker terwijl goed en werkzaam volk er meestal afgetobd uitziet?

(J.B., 26 augustus 2012)



21-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De derde stof

De derde stof

De hedendaagse geleerden zeggen dat er slechts twee soorten van stof zijn: de dode en de levende. Onder de laatst genoemde wordt verstaan: het stoffelijke leven, want op de keper beschouwd is de uitdrukking 'levende stof' een innerlijke tegenspraak. Nochtans wordt elk schepsel onafgebroken en letterlijk met de neus gedrukt op het bestaan van een derde soort van stof die niet behoort tot de dode stof maar die evenmin deel uitmaakt van het stoffelijke leven. Die derde stof is het voedsel dat wijzelf en alle andere schepselen dagelijks moeten nuttigen teneinde in leven te kunnen blijven.

Honger zorgt ervoor dat het nog niemand ontgaan is: geen schepsel Gods kan blijven bestaan zonder de dagelijkse eetpartijen. We eten kip, varken, graan, appelen en bananen, rijst, kersen, olijven, duiven, noten en druiven... Een kleine reflectie volstaat om vast te kunnen stellen dat hetgeen wij tot ons nemen, altijd gewezen leven is. Het gaat immers om gedode kippen, runderen en duiven, en geoogst graan, appelen en pruimen. En eten wij iets levend op, dan sterft het gewis tijdens het proces van vertering. Tegelijk verschilt al dat voedsel grondig van de dode stof, want van zand en stenen kan niets of niemand leven. Het voedsel dat ons leven schenkt, is zowaar een derde soort van stof. En de vraag rijst wat er aan die derde stof nu zo bijzonder is.

Op haar concilie van Trente dat plaats had in de jaren 1545 tot 1563, bevestigde de katholieke kerk de door haar toen reeds driehonderddertig jaar eerder beschreven leer dat tijdens de consecratie in de heilige eucharistie een zogenaamde transsubstantiatie plaatsvindt: een wezenlijke verandering van het brood en de wijn in het lichaam en het bloed van Jezus Christus. En de kerk leert dit, zeer in tegenstelling tot wat de vier door haar gecanoniseerde evangelisten erover schrijven, want die hebben het helemaal niet over een verandering. Wél suggereren zij dat het voedsel door de goddelijke zoon met zichzelf wordt geïdentificeerd, en dat gebeurt dan met de woorden: "Neemt en eet, dit is mijn lichaam; neemt en drinkt, dit is mijn bloed!" Er is dus helemaal geen sprake van een verandering, echter wél van een identificatie, meer bepaald waar Christus zegt: het voedsel dat gij tot u moet nemen om te kunnen leven, dat ben ik! Ons voedsel is derhalve noch stoffelijk leven noch dode stof: het is God zelf!

Naast de dode stof en het stoffelijke leven, is ons dagelijks voedsel een derde stof. Die derde stof zorgt ervoor dat we in leven blijven: het is een scheppende of dan toch een herscheppende stof, met andere woorden: ons voedsel is de góddelijke stof. Het voedsel maakt dat het stoffelijke leven in leven blijft, precies zoals de benzine ervoor zorgt dat een motor blijft draaien. Maar er is een belangrijk verschil.

Het voedsel continueert het leven in het stoffelijke leven met brand- en bouwstof. Maar die brand- en bouwstof zijn géén dode stof, zoals bijvoorbeeld benzine dat wel is. Onze brand- en bouwstoffen zijn afkomstig van ander stoffelijk leven dat met het oog op zijn transformatie in voedsel, werd gedood.

Hernemen wij het bovenstaande teneinde ons niet te laten verrassen door mogelijke wolfijzers en schietgeweren. Wat leeft, behoeft voedsel, en voedsel is iets stoffelijks. Maar voedsel is niet zomaar iets stoffelijks zoals ook zand dat is. Voedsel is stof afkomstig van stoffelijk leven en stof die niet afkomstig is van stoffelijk leven kan geen voedsel zijn. Het lijkt er dus op dat al wat leeft, ook leeft dankzij een heel bijzondere stof waarmee het als het ware aangekleed is: een stof die op de een of andere manier zeer grondig verschilt van bijvoorbeeld zand of stenen, en die men alleen terugvindt in de lichamen van levende wezens. Wie in leven wil blijven, is genoodzaakt om zich de lichamen van andere levende wezens toe te eigenen, en hij kan dat doen door eerst die wezens te doden en vervolgens hun lichamen via zijn mond tot zich te nemen.

Levende wezens moeten de lichamen van andere levende wezens tot zich nemen teneinde in leven te kunnen blijven en derhalve leven alle levende wezens ten koste van andere levende wezens. Het voedsel dat in dit proces de cruciale rol speelt, bestaat uit de lichamen van levende wezens, die kennelijk grondig verschillen van de dode stof en die op de een of andere manier het leven als zodanig in zich dragen. Een levend wezen, dat op het eerste gezicht het uitzicht had van een levende ziel bekleed met dode stof, blijkt helemaal niet bekleed te zijn met dode stof, maar wel met een lichaam en zijn onderdelen welke, zeer in tegenstelling tot de dode stof, voedingskracht bezitten, en die geven ze dan vrij aan wie hen verorberen.

De 'stof' van de voedzame lichamen, die wij ook wel 'organische stof' noemen, wat wil zeggen stof afkomstig van levende organismen, kan door geen mens worden samengesteld: organische stof moet groeien en is derhalve altijd want noodzakelijk met de levende wezens verbonden. Geen stukje organische stof kan derhalve worden bemachtigd zonder dat een wezen wordt gedood. Tenzij men zichzelf beschouwt als een 'kind' of een 'deel' van andere wezens van wiens moedermelk en eieren men leeft.

In twee woorden is er vooreerst de dode stof, vervolgens is er het stoffelijke leven van de schepselen en tenslotte is er nog de godheid waarmee alle schepselen zich voeden. En samen vormen zij een drie-eenheid. Drie, omdat er drie soorten van stof zijn - andermaal: de dode stof, het stoffelijke leven en het goddelijke want levenskrachtige voedsel. En die drie vormen een eenheid omdat ze elkaar nodig hebben. Over die eenheid nog het volgende.

De dode stof is chaos, ook wanorde genoemd: het is stof die geen orde heeft en die derhalve onherkenbaar en uiteraard ook onaanspreekbaar is: de dode stof is niet gelijk aan zichzelf, zij valt met zichzelf niet samen, zij is geen entiteit, laat staan een identiteit en daarom ook is zij het niets. De chaos en het niets zijn een en hetzelfde en daarom ook kan in den beginne de godheid scheppen uit de chaos, meer bepaald door die te ordenen.

Het aanbrengen van orde in de chaos is niets anders dan het signeren van de stof: het aanbrengen van een naam, een teken of een signum, een sig-nomen, een zegsnaam of een aanspreeknaam in de stof. God signeert of tekent de stof, hij geeft de stof een naam en maakt haar daardoor aanspreekbaar, hij kan de stof bevelen te zijn wie ze is, heel eenvoudig door haar naam uit te spreken en daardoor valt de stof voortaan ook samen met zichzelf: zij kan dan ook niet meer veranderen, zij is bepaald want zij werd geordend, zij is dit of dat bepaald deeltje, in het bezit van welbepaalde eigenschappen. De stof heeft een naam gekregen, en een naam voor een stof is in zijn allereenvoudigste verschijning een vorm.

De stof krijgt een vorm en zij kan die niet zomaar wijzigen precies omdat haar vorm niet van haar zelf afkomstig is doch van haar schepper. De vorm is niet het bezit van de stof, hij is wel haar bepaaldheid of haar naam, hij is het teken waarmee de stof gelijk wordt aan zichzelf, zodat er over haar kan gesproken worden als over iets dat er is, wat inhoudt dat het niet zomaar kan verdwijnen in het niets: het is geschapen.

De stof bezit de vorm niet maar andersom bezit de vorm de stof wél omdat zij zonder vorm slechts chaos was, wat hetzelfde is als helemaal niets want chaos is de ongeschapen toestand van alle dingen. De vorm is meester van de stof omdat hij haar in het bestaan naar binnen brengt precies zoals de vorm waarin het grafiet van een potlood gegoten wordt, de cirkel, de driehoek of de rechthoek schept. En vanaf het ogenblik dat zij een eerste keer geschapen werden, doch geen moment eerder, bestaan deze vormen voor eeuwig en drie dagen, wat letterlijk te nemen is: zij kunnen onmogelijk nog worden weggedacht omdat ze er eenmaal zijn geweest. Zo hebben alle schepselen noodzakelijk een begin maar een einde kunnen zij niet hebben omdat een terugkeer tot de chaos voor het geschapene even onmogelijk is als een omkering van de wetten van de entropie.

Het leggen van een teken in de chaotische, dode stof doet haar opstaan binnen de wereld van het bestaan en dit teken is dan ook het teken van de schepper of de godheid zelf: zoals het ordenende principe het niet zijnde of het chaotische tot bestaan of tot orde wekt, zo ook zorgt het voedsel ervoor dat het lichaam in de sfeer van de orde blijft vertoeven of met andere woorden dat het in leven blijft. Het voedsel handhaaft de orde die het leven is binnen het lichaam zoals de vorm het wezen handhaaft van de stof die haar identiteit (haar samenvallen met zichzelf) aan haar vorm te danken heeft. Derhalve kan de stof niet leven zonder de vorm: stof, leven en vorm zijn hierin dan ook de drie onherroepelijk verenigde elementen.

Niet een essentie, een innerlijk of een ziel plant zich voort, doch een mantel van vlees, die wordt opgegeten van zodra de krachten van zijn bezitter het hebben laten afweten. Die mantel - het vlees - heeft een geschiedenis die even oud is als de schepping van het leven zelf, en bij het tot zich nemen ervan in de maaltijd verplaatst zich die eeuwenoude 'structuur' naar haar verorberaar. Het voedsel bezit aldus het eeuwig leven: de organische stof waaruit het bestaat wordt weliswaar afgebroken en vervolgens heropgebouwd ofwel verbrand, maar het eindresultaat is weer organisch, er wordt zelfs orde toegevoegd aan de bestaande, ook nadat die afgebroken werd in de vertering.

Dat de zoon Gods benoemd wordt als het Lam Gods dat zich offert opdat anderen zouden kunnen leven, kan bijgevolg heel letterlijk worden opgevat: in het christendom is God zelf ons dagelijks voedsel dat ons toelaat om ons bestaan op aarde voort te zetten. Niet een ziel omhuld met vlees zijn wij, maar wel een vlezen mantel rond een heel leeg gat. En in die vlezen mantel rust ons goddelijke zijn, dat uiteindelijk doorgegeven wordt als voedsel om zich via deze weg dan voort te planten door de eeuwigheid. Het doet ons zowaar denken aan de aloude spreuk: "de kleren maken de man". En als de man versleten is, dan wordt zijn beste pak een erfstuk aan de volgende generatie doorgegeven. Of zo was het vroeger toch. Misschien is het nu anders. Heel wat dingen zijn nu anders.

(J.B., 21 augustus 2012)



09-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het waardevolle en de nep

Het waardevolle en de nep

Wat is de waarde van het Lam Gods - het paneel van de gebroeders Jan en Hubert Van Eyck uit 1432? Het antwoord van de gids die het voor de bezoeker van de Gentse Sint-Baafskathedraal van commentaar voorziet, luidt steevast: "Onschatbaar". Soms wil een kind wel weten hoeveel euro 'onschatbaar' dan wel mag zijn want een mens leert al vroeg de waarde van de dingen te herleiden tot hun marktwaarde: de som geld die men bereid is te betalen om het ding in kwestie te bezitten. Onze hebberigheid heeft ons waardegevoel aardig scheefgetrokken, om niet te zeggen dat wij door de band niet meer in staat zijn tot authentieke waardering. De marktwaarde van een ding heeft immers niets te maken met zijn intrinsieke waarde, die per definitie altíjd onschatbaar is. Elk handeldrijven vereist sowieso een verkrachting van de werkelijkheid in de betekenis van haar reductie tot een louter spel. Indien het Lam Godsretabel ooit per opbod werd verkocht, dan zou het hoogste bod zijn toenmalige marktwaarde bepalen, maar dat die prijs met de werkelijke waarde helemaal geen uitstaans heeft, blijkt waar geen bod volstaat om het verlies ervan te compenseren: het kunstwerk kan niet opnieuw worden gemaakt, het is uniek.

Wie een hand moet verliezen, weet dat haar waarde onschatbaar is en zo spreekt men over gigantische kosten als over "stukken van mensen". Dat gezondheid onbetaalbaar is, weten pas diegenen die haar moeten missen. Een stervende miljardair zou beslist met zijn ganse kapitaal betalen voor nog één dag en misschien zelfs voor amper één uur extra levenstijd. Wat gezegd van de waarde van een sigaret die immers geen tien cent kost doch tien minuten van het bestaan van de roker, hetgeen haar onbetaalbaar maakt? En als wij voor een roman vijftig euro neertellen, verhindert onze manke waardering ons om op te merken hoe verwaarloosbaar die som is vergeleken bij de stukken van ons leven waarvan de lectuur van die roman ons onherroepelijk zal beroven.

Maar hoe erg het met de pervertering van ons waarderingsvermogen is gesteld, wordt pas duidelijk waar blijkt dat mensen voor hetzelfde geld de beweringen van hierboven gewoon op hun kop zetten. Beweren zij immers niet dat voor de hongerige amper één euro het verschil kan maken tussen leven en dood? Wanneer dan ook met deze logica derde wereldwerkers financiële hulp proberen in te zamelen in tijden van rampspoed, wordt duidelijk hoezeer het gouden kalf zijn best doet om de zeggenschap over het leven naar zich toe te trekken: zonder in staat te zijn om ook maar één verloren leven terug te geven, kan het geldwezen het leven wél dwarsbomen door er een tol te gaan op heffen. Het lijkt dan wel alsof een dode munt de werkelijke macht bezit over het leven van een mens die immers honger heeft maar in feite blijven wij zelf altijd verantwoordelijk voor het delegeren van die macht aan dode dingen of aan geld. De munten waarmee wij betaald worden en betalen zijn hoe dan ook niets anders dan de executoren van het wraakprincipe dat we onderschrijven als we instemmen met de reductie van de dingen tot hun marktwaarde, en dat doen we telkenmale als wij kopen of verkopen.

Een leugen met een nefaste vernietigingskracht is de reductie van de dingen tot hun geldprijs, vooral omdat het geldwezen het geweten ernstig aantast door de versluiering van het kwaad waarvan dat geldwezen een voertuig is. Zo komt het dan dat in het maatschappelijke verkeer probleemloos met cijfers wordt gegoocheld als het in feite gaat om de instrinsieke en dus de onschatbare waarde van de dingen. Dat er op een welbepaalde plaats een zebrapad zal worden aangelegd, kan pas worden beslist indien de calculus waarin naast het verlies aan mensenlevens bij de voetgangers ook het verlies aan tijd bij de automobilisten wordt verrekend, in het voordeel van de veiligheid gaat overslaan. Cru uitgedrukt moeten er eerst genoeg doden vallen vooraleer men de waarde van het leven der voetgangers in rekening wil brengen: het risico wordt met nauwkeurigheid berekend in koelen bloede. De maatschappij behoeft het monetaire stelsel, niet zozeer in functie van de orde die het handhaaft maar veeleer in functie van de macht. Alleen getuigt ons scheefgetrokken waardegevoel ervan dat onze inschatting van het ware karakter van die macht de werkelijkheid zelfs niet benadert. Want ten langen leste komt die hooggeachte en gevreesde macht aan niemand toe, daar zij inzake anonimiteit niet voor het geld zelf moet onderdoen. Niet alleen van elke enkeling vervreemdt die macht zich, maar ook van de gemeenschap als geheel, daar zij de maatschappij in haar hoedanigheid van machine als een doel beschouwt, terwijl zij als machine feitelijk een middel hoort te zijn welke de enkeling moet toelaten te leven. Deze macht stelt dan het leven zelf in dienst van de machine; zoals het geld zelf doet, verwisselt zij de doelen en de middelen. Op die manier is wat men als een macht benoemd heeft, door haar anonimiteit en haar perverterende vermogen feitelijk een onmacht.

Inmiddels reeds een halve eeuw geleden heeft de cultuurfilosofie van Ivan Illich ons verlost van de illusie dat de vooruitgang waarin wij geloofden ook werkelijk bestond: dat de snelheid van onze auto's toeneemt, betekent allerminst dat zij ons toelaten om tijd te winnen. Meestal is het tegendeel het geval en dat geldt voor het gros van onze moderne instrumenten. Als men de rekensom correct uitvoert, dan moet men vaststellen dat alle gebruiksvoorwerpen van dat kaliber in wezen instrumenten zijn in handen van de rijkste klasse die daarmee de armen van hun levenstijd berooft. Het is met andere woorden andermaal de slavernij maar dit keer in een wel bijzonder verleidelijke doos verpakt. Het zielige is dat bij dit verhaal uiteindelijk de bestolene noch de dief nog garen kunnen spinnen omdat de 'winst' wordt opgeslorpt door het zwarte gat van de desillusie: de werkelijkheidswaarde van 'winst' beperkt zich immers tot het geldspel, het heeft geen instrinsieke waarde. Men wacht best niet totdat men aan den lijve ondervinden moet dat de schatten die men heeft vergaard ten koste van zovele levensjaren en misschien ook wel voor de prijs van het geluk, de oud geworden mens uiteindelijk in de vrieskou zullen achterlaten.

(J.B., 9 augustus 2012)


08-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.W.O. III: de wereld in handen van terroristen?
 

 


W.O. III: de wereld in handen van terroristen?

In een nu bijzonder klein geworden wereld zijn zoals iedereen wel inziet, alle oorlogen ook wereldoorlogen en zo heeft het begrip 'wereldoorlog' aan kracht ingeboet maar allerminst aan afschrikking. En die afschrikking is ook groot voor wie vandaag niet langer volharden in de blindheid eigen aan een hypocrisie welke sinds zijn allerprilste begin onze kapitalistisch gekleurde wereld kentekent. Is het intussen immers niet een publiek geheim geworden dat om het leven van één 'democratische' westerling mogelijk te maken, welgeteld vijftig slaven nodig zijn in de derde en de vierde wereld? Dit zonder verder acht te slaan op de tallozen die sowieso door de mammon onder de voet worden gelopen.

Dat is in feite niet te verwonderen aangezien ónze democratie er in dit licht niet anders uitziet dan haar bakermat, de Helleense, waar eveneens gold dat de vrijheid van een handvol burgers enkel mogelijk was dankzij de slavernij van velen. Maar dan wel met dit betekenisvolle verschil dat in de Oudheid het genoemde systeem doorzichtig was voor iedereen, terwijl het vandaag verdonkeremaand wordt: uitgerekend die hypocrisie onderscheidt de huidige westerse democratie van haar oorspronkelijke, Griekse verschijningsvorm.

Dat het westen democratisch is, wil in feite zeggen dat alle westerse burgers, prinsen zijn. Maar 'prinsen' betekent 'vooraanstaanden' en de logica zelf vereist dat dit begrip geheel van zijn betekenis werd ontdaan indien de achterhoeden ontbraken. Er kunnen met andere woorden geen mensen vooraan staan zonder dat er anderen áchter hen staan: prinsen zonder dienaren zijn onmogelijk en zo ook leven de westerse democraten bij de gratie van ontzaglijke legers slaven. De hypocrisie maakt er abstractie van maar de slavernij waarop de democratie gevestigd is, wordt in stand gehouden door de meest onmenselijke dictaturen die door datzelfde westen zijn gesticht. Tot geen halve eeuw geleden ging het om westerse mogendheden met elk hun eigen kolonies. Na een zogenaamde 'onafhankelijkheidsstrijd' werden die kolonies allerminst opgeheven: ze zijn daarentegen 'onzichtbaar' geworden en daardoor ook quasi onbestrijdbaar.

Derde wereldlanden vallen sinds de verdonkeremaning der kolonies onder het gezag van door het westen aangestelde (en met wapentuig bevoorrade) militaire dictators, de eigenlijke slavendrijvers die de spotgoedkope (menselijke!) krachten leveren waarop de westerse 'democratische' machine draait. In twee woorden: democratie en dictatuur zijn de twee zijden van één en dezelfde medaille, en zoals dat ook met een medaille het geval is, kan geen van haar zijden de andere zijde ontmoeten omdat zij elk een andere kant opkijken. Dit systeem genereert een hypocrisie bij wie er voordeel uit halen: met het oog op het continueren van hun parasitisme, ontkennen zij immers dat zij teren op de kap van de anderen.

Vandaag echter botst dit systeem zelf op zijn grenzen, en wel middels de haast letterlijk op te vatten kortsluiting welke ontstaat doordat de zich van elkaar immer verwijderende uitersten uiteindelijk wel móeten samenkomen. In de praktijk kan men dan ook aanschouwen hoe westerse, democratische grootmachten, de democratische krachten steunen bij het volk dat opstaat tegen de door datzelfde westen gevestigde dicaturen waaronder het te lijden heeft: de ogen van de wereld dwingen de hypocriete verdrukker om partij te kiezen voor de door hemzelf verdrukte, en dit afzichtelijke spectakel van een nooit geziene kortsluiting speelt zich nu af op wereldvlak, in de internationale politiek.

In de Levant, het tweestromenland, het decor voor de tuin van Eden, het land van melk en honing, probeert Assad zijn macht te handhaven tegenover de opstandelingen - een scenario dat feitelijk een echo is van wat zich daar exact dertig jaar geleden al eens afspeelde onder het regime van Assad's vader. Dertig jaar geleden slaagde Assad erin om de opstand te onderdrukken, zoals ook in de toenmalige Egypte-crisis na de moord op Sadat, de dictatuur hersteld werd met Moebarak. Maar vandaag liggen de kaarten anders.

Het godsdienstvrije regime in Syrië (waar minderheden van bijvoorbeeld christenen nog beschermd worden tegen al te voortvarende moslimextremisten) wordt gesteund door Rusland en door China en daardoor ook door China-bondgenoot Iran. De Syrische opstandelingen daarentegen krijgen alvast de belofte van steun van het 'democratische' westen: in de eerste plaats van de V.S. en zo ook van V.S.-bondgenoot Saoedi-Arabië. Maar het spookbeeld van de dubbele boekhouding of agenda doemt reeds op wanneer op een Arabische top, de koning van Saoedi-Arabië, de Iraanse president van harte uitnodigt om deel te nemen aan de gesprekken over 'het probleem' en terecht kan men zich afvragen of achter die scenario's niet het gevreesde zogenaamde 'pan-islamisme' werkzaam is, waarvoor intussen al enkele decennia geleden de bevrijdingstheologie plaats moest ruimen omdat dit nieuwe stelsel veel beter in staat zou zijn om het volk onder het juk te houden. Zoals men weet verenigt het pan-islamisme het communisme met de islam, terwijl de intussen verwaterde bevrijdingstheologie de politiek van het communisme voor dezelfde kar spande als het katholicisme. Het gemak waarmee die wissel geschiedde (- met name het panislamisme volgde op de bevrijdingstheologie) kan overigens doen vermoeden dat hier inderdaad een verborgen elitarisme actief is van de drie genoemde onderdrukkende systemen. (*)

Dat uitgerekend in Syrië de kortsluiting moet plaatsgrijpen en dat zij zich niet reeds heeft voorgedaan in bijvoorbeeld Tunesië, Egypte of Lybië, vindt uiteraard zijn reden in het simpele feit dat Assad geen westers-democratische dictator is: Assad wordt gesteund door de communistische mogendheden terwijl hij kennelijk wordt belaagd door moslimbroeders, wat betekent dat ook het totalitaire systeem van het communisme een veeg krijgt uit dezelfde pan als de westerse democratie in een gelijkaardige kortsluiting. De paradoxale situatie van amper een paar jaar geleden waarbij de strijdkrachten van het westen gemobiliseerd werden door de opstandige moslims in de noordelijke Afrikaanse regionen - en volgens de ultieme roep van Kadafi ging het daar om terroristen, zodat gevreesd mag worden dat aldus Al-Qaeda de strijdkrachten van de ganse Nato voor zich heeft laten vechten - die situatie dreigt zich te zullen herhalen in Syrië op een nog veel complexere schaal omdat zij daar de zichzelf ondergravende democratie confronteert met nu eens de boosdoener van het elitarisme (in dit geval het communisme) die in hetzelfde bedje ziek blijkt. Hierdoor dreigt de opstand van 'het volk' tegen haar uitbuiters verplaatst te worden naar een oorlog tussen uitbuiters van elk een verschillend pluimage, met name, enerzijds, communisten en, anderzijds, kapitalisten. Of moet men zeggen dat het inderdaad niet het volk is dat in opstand komt, doch een terreurgroep, en moet men het dan laten gebeuren dat terroristen het voor mekaar krijgen dat de twee grote wereldmachten het met elkaar aan de stok krijgen?

Uitgerekend dit scenario was reeds in 1990 een van de nachtmerries van ethicus Jaap Kruithof: de angst dat op een dag terroristen het roer van het wereldse schip zouden overnemen. Het is nooit anders geweest, zo kon men opwerpen. Alleen blijkt die opmerking ineens elke relativerende kracht te missen. Een grondige ontleding van de toestand dringt zich op, temeer daar zich de grote blinde vlek in deze wereldomvattende manoeuvers situeert in de kwestie of het dan werkelijk terroristen zijn die dingen naar de wereldheerschappij, ofwel arbeiders aller landen die zich verenigen. Of hébben die twee zich al verenigd, zoals hoger aangegeven? Of is er dan niet nog een andere en nog veel gruwelijkere mogelijkheid? Alvast geeft de hachelijke toestand van de internationale politiek de vrije teugel aan alle paranoïa die de wereld rijk is, en een goede zaak voor de vrede kan men dit nimmer noemen.

Noot: (*) Zie ook het artikel: Over de opkomst van de islam in het Westen: http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=7 

(J.B., 8 augustus 2012)






06-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Transfiguratie

Transfiguratie
 



Iets geloven is iets aannemen dat men niet hard kan maken met enigerlei vorm van bewijs. Ik ben vrij om te geloven dat ikzelf de beste van alle mensen ben, en alle andere mensen mogen hetzelfde geloven over zichzelf. Gesteld dat iedereen dit over zichzelf zou geloven, dan zou men de vrede wellicht pas kunnen bewaren op voorwaarde dat men het geloof als een strikt persoonlijke zaak beschouwde, of beter nog: op voorwaarde dat ieder die 'eigen' geloofsinhoud voor zichzelf hield. Dat is ook wat sommigen onder 'godsdienstvrijheid' zouden willen verstaan, maar zij vergissen zich.

Zij vergissen zich omdat een religie zich onderscheidt van zomaar een geloof doordat een religie een geloof is dat méér mensen gemeenschappelijk hebben. Dat brengt ook met zich dat een religie noodzakelijkerwijze zal uitgaan van een religieuze leider die het te gelovene aan anderen voorhoudt. Zo'n leider moet er wel voor zorgen dat hetgeen hij aan anderen voorhoudt te geloven, consistent is. Zo kan hij bijvoorbeeld onmogelijk een geloofspunt maken van de stelling dat élke mens de beste van alle mensen is.

Een religieuze leider heeft het in zekere zin veel makkelijker dan een man of vrouw van de wetenschap. Terwijl een positieve wetenschapper er moet voor zorgen dat de waarheid van zijn stellingen principieel door elkeen verifieerbaar is, heeft de religieuze leider een veel beperktere opgave: hij mag spreken zolang hij er voor zorgt dat niemand kan aantonen dat zijn stellingen fout zijn. De religieuze leider doet een bewering, zweert dat ze waar is, en zadelt zijn toehoorder op met de bewijslast van het tegendeel.

Als wat een religieuze leider beweert, mogelijk geacht kan worden, dan maakt hij al kans dat anderen hem gaan geloven. Als zijn leer bovendien plausibel klinkt, maakt hij nog meer kans. Maar de beste kansen maakt hij waarschijnlijk op voorwaarde dat velen de zaken die hij vertelt ook graag wíllen horen. Zo zal waarschijnlijk elke profeet stellen dat met de dood het leven niet voorbij is. Een godsdienst die voorhoudt dat alleen god onsterfelijk is terwijl al zijn schepselen een eindig leven hebben, is onaantrekkelijk en wellicht voelt niemand de behoefte om dat te geloven, ook al kon die stelling als quasi bewezen worden beschouwd.

Soms klinkt wat een profeet vertelt 'wijs' zonder dat het wetenschappelijk waar hoeft te zijn, bijvoorbeeld omdat het gaat om zegswijzen waarop de wetenschappelijke bewijsbaarheid helemaal niet van toepassing kan zijn, zoals dat het geval is met imperatieven, suggesties en raadgevingen. Het gebod elkander te beminnen, zegt niets over een te inspecteren werkelijkheid en is aldus geen wetenschappelijk te staven of te weerleggen uitspraak. God gebiedt dan bij monde van de profeet aan zijn schepselen om dingen te doen en te laten, en aan de gehoorzaamheid aan die geboden en verboden verbindt hij beloningen en straffen. De waarheid die profeten verkondigen, is de waarheid van de belofte: iets zal waar blijken te zijn op voorwaarde dat door de gelovige bepaalde handelingen worden gesteld. De gelovige krijgt als het ware richtlijnen welke hem tot bij een beloofde waarheid zullen brengen als hij ze maar volgt. Zo wordt aan de gelovige voorgehouden dat hij zelf zijn toekomst mee kan bepalen, met andere woorden dat hij zijn wensen waar kan maken. Het onmogelijke wordt mogelijk mits men aan welbepaalde condities voldoet en die voorwaarden worden gesteld - of dan toch geopenbaard - door de religieuze leider.

Per definitie schenken alle leden van een religie vertrouwen aan hun leider, wat wil zeggen dat zij de aanspraak die hij maakt op de waarheid van wat hij voorhoudt te geloven, met hun geloof beantwoorden. De gelovigen doen met andere woorden wat hun religieuze leider hen opdraagt te doen. Zij handelen niet langer vanuit een persoonlijk inzicht doch op grond van het vertrouwen dat zij in de leider stellen. In feite hebben zij zichzelf tot werktuigen gemaakt van hun religieuze leider. Zij geloven dat zij de wil van god volbrengen door datgene te doen wat hun religieuze leider hen ook opdraagt.

Nu bestaan er talloze religies en elk hebben ze een of meer religieuze leiders of profeten; elk tellen ze vele duizenden, miljoenen, soms miljarden volgelingen. De gelovigen van religie R1 geloven dat zij de wil van god volbrengen maar ook de gelovigen van religie R2 en die van religie R3 geloven dat, terwijl zij alle drie verschillende profeten hebben en bovendien vaak heel verschillende richtlijnen volgen. Maar er zijn geen drie religies, er zijn er meer dan drieduizend. In het beste geval is hoogstens één ervan in het bezit van de waarheid en in élk geval vergissen zodoende miljarden mensen zich bijzonder schromelijk. Religies hebben in dat opzicht iets van goktenten, maar zij onderscheiden zich daarvan ook in die zin dat men noch de eigen winst of het verlies, noch die van anderen aan de weet kan komen in dit leven.

Het al dan niet vermeend gezond verstand fluistert een steeds talrijker wordende massa in dat het spel van de religies doorgestoken kaart is: gebruik makend van diep menselijke verzuchtingen, zouden religieuze leiders massa's mensen instrumentaliseren zoals de slavendrijvers dat in de oudheid deden met hun zwepen. De negatieve sancties van toentertijd werden vervangen door beloningen, zij het dat deze zich feitelijk beperken tot louter beloften, maar het systeem der slavernij bleef verder ongewijzigd.

Op het eerste gezicht lijkt dit alvast het geval, maar als men beter toekijkt, dan kan men al duidelijk een nieuwe verschijningsvorm van diezelfde slavernij ontwaren. Want wie zich van hun aloude religie hebben losgemaakt, belanden niet zelden van de regen in den drop: zij dreigen nu gestrikt te worden door veel ondoorzichtiger systemen van bedrog die maken dat de uitbuiting waarvan zij het slachtoffer worden, completer zal zijn dan men ooit kon vrezen.

Het mensdom moest nu maar eens ophouden te geloven dat met het zich ontdoen van de religie men zich ook bevrijd had van de ultieme slavernij. Er resten nog de wetenschappen - de religie van de moderne tijd - alsook de vele ideologische systemen die ons verknechten en, hoe men het ook draait of keert: al zijn mooie dromen ten spijt blijft elk levend wezen uiteindelijk fataal onderworpen aan de stof. Wij kunnen alleen nog niet zien wat van die twee dan het geval is: ofwel of wij slechts stof zijn, ofwel of de stof ons slechts beperkt. In het eerste geval zijn wij slechts producten van de stof: ons denken, ons voelen en onze gehele ziel verdwijnen dan van zodra het leven uit ons lichaam wegebt. In het andere geval is ons lijf slechts een beperking: het is dan de zogenaamde kerker van onze ziel. Alleen de getuigen van de Transfiguratie wisten het bij leven.

(J.B., 6 augustus 2012)






05-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlog?

Oorlog?

De gelukkige bezitter van een gezond lichaam waant zich een pure geest, en wel doordat gezondheid zich helemaal niet laat voelen. Trouwens evenmin als het geluk, de rijkdom en de vrede. Mensen bij wie alles goed zit, leiden meestal een onopgemerkt bestaan, het is alsof zij er niet waren. Misadigers daarentegen laten van zich horen, zoals ook zieke organen dat doen, en ongelukken. Het geluk van de een gelijkt op het geluk van de andere, maar elk ongeluk heeft zijn eigen karakter, aldus begint Tolstoï zijn meesterwerk. Elk vraagstuk heeft een oneindig aantal foute oplossingen en allemaal doen ze ons steigeren, maar slechts één resultaat is correct en daarmee stemmen wij zwijgend in. Het goede gaat onopgemerkt voorbij, maar dat het allerminst overbodig is, wordt duidelijk van zodra slechts één onderdeeltje hapert. Naar die ene tekortkoming gaat alle aandacht, en voor de maaglijder, de nierlijder of de hartlijder is het wel alsof hij slechts dat ene, zieke orgaan bezat. Alle andere organen hoeven zich niet te laten voelen, precies omdat ze perfect functioneren. Zo ook trekken in de maatschappij en in het politieke leven alleen de wantoestanden onze aandacht en geen nieuws is goed nieuws. Niet het goede stoort ons maar het kwaad; het goede immers vereist geen actie maar het kwaad noopt tot ingrijpen. Alleen liggen de gepaste remedies niet altijd voor het grijpen.

Nochtans is het een misverstand dat oorlogvoerende partijen zich zouden laten inspireren door hoge idealen, zoals 'het goede': wie oorlog voeren, zijn in principe volstrekt ongeïnspireerd. Geweldenaars zijn per definitie leeghoofden, zij vervelen zich, ze denken niet na en ze gaan aan het vechten. Van het ene komt het andere en alras zijn er buitenstaanders die brood zien in een spectakel dat zij daarom nog opvijzelen; ze leveren wapens of soldaten of politieke en ideologische steun, en nergens kan men het letterlijker aanschouwen: de ene zijn dood is de andere zijn brood.

Wat geldt voor de kamp in zelfs de meest bezadigde sportwedstrijden of voor spelen waar een fikse prijs aan vasthangt, zal uiteraard ook gelden voor de met veel vuurwerk gepaard gaande oorlog waarbij om het leven van tallozen wordt gespeeld: zij nodigen uit tot partijdigheid. En die uitnodiging wordt alras een dwang, want iedereen moet kleur bekennen en vervolgens ook handelen volgens die kleur: een ander middel tot het herkennen van vriend en vijand is er niet. De polarisering maakt de vrede vervolgens quasi onmogelijk, en zo zit het perpetuum mobile ook in elkaar: oorlog verdeelt en verdeeldheid doet vechten.

De 'kleur' die men bekennen moet in oorlogstijd heeft in beginsel meestal weinig met recht te maken of met verontwaardiging over onrecht. Veeleer gaat het om blind fanatisme. Men weet uiteindelijk niet waarom men de ander bevecht, men vecht omdat men gelooft dat de ander de vijand is, en de ander wordt vijand doordat hij zijn tegenpartij voor zijn vijand houdt. Vandaar is oorlog absurd in de eigenlijke betekenis van het woord: er bestaan geen redelijke redenen of gronden voor, want indien er zo'n redenen hadden bestaan, dan was een gesprek daarover mogelijk geweest en dat is er per definitie niet. De taal van het geweld is een heel andere dan de taal van de rede. Oorlog luistert evenmin naar redenen als passie dat doet. Oorlog lijkt een doel op zich te zijn.

Redenen waarom mensen oorlog voeren, zijn er niet, maar er bestaan uiteraard wel drogredenen, en de vaakst terugkerende daarvan is uiteindelijk de godsdienst: mensen vechten oorlogen uit die in wezen godsdienstoorlogen zijn. En dat kan ook moeilijk anders, aangezien men vanzelfsprekend eerst moet geloven in een leven na de dood vooraleer men zich bereid zal weten om het eigen aardse leven op het spel te zetten. Het eigen leven of - in de praktijk - vooral dat van (ondergeschikte) anderen uit de eigen groep: anderen die men zo'n geloof heeft aangepraat om redenen die duidelijk blijken in oorlogstijd. Of bestaan er echt mensen die geloven in hogere idealen, idealen die groot genoeg zijn om ervoor te sterven? Of gaat het daar feitelijk om mensen die de eigen dood verkiezen boven die van de eigen kinderen: het soortbehoud dat het haalt op het zelfbehoud?

Zeer recent onderzoek naar altruïstisch gedrag van mannen tegenover vrouwen en kinderen in het specifieke geval van schipbreuk leert ons echter dat in het overgrote deel van de gevallen, mannen eerst zichzelf redden en dat zij vrouwen en kinderen overlaten aan hun lot. De cijfers van overlevenden onder de drie genoemde categorieën spreken daarover boekdelen, nimmer mis te verstaan. De Titanic lijkt een uitzondering, althans op het eerste gezicht, want bij het zinken van dat schip werden de lagere klassen - in hoofdzaak mannen - door de hogere klassen opgesloten achter hekkens in het ruim zodat zij allen wel móesten verdrinken. En men mag aannemen dat ook de heldhaftigheid in tijden van oorlog alleen maar schijn kan zijn, terwijl de eigenlijke beweegredenen wellicht dezelfde zijn die men terugvindt in vooral bepaalde vormen van sport en spel: waaghalzerij, meeloperij, onnadenkendheid, risicogedrag en de dronkenschap van de roes in het algemeen. Angst en agressie zijn onderling nauw verwant: de aanvaller lijkt een held, maar hij gaat uiteindelijk pas tot actie over waar zijn eigen hachje in gevaar komt, en dat is een zaak van adrenaline en chemische processen die ons in toestanden brengen die verwant zijn aan de paniek, wat wil zeggen dat wij dan niet langer zelf bepalen wat we doen.

Godsdienst kan geen reden zijn om over te gaan tot het doden van medemensen omdat geen enkele goede god zijn eigen schepselen zal bevelen om elkander dood te slaan, en toch zijn en blijven vrijwel alle oorlogen godsdienstoorlogen. Het lijkt er dus wel heel fel op dat de goden die wij aanbidden, afgoden zijn, en dat wij voor de ware godheid tot nog toe eigenlijk stekeblind zijn gebleven. Of tenminste is het dan toch zo dat wij ons in tijden van oorlog al te gewillig laten verblinden voor het ware, het goede en het schone. In feite vechten wij niet voor die goede zaken, al blijven zij als alibi in onze vlaggen prijken: wij voeren oorlog omdat wij daar zonder teugels zijn in de meest perverse van alle denkbare vrijheden én angsten, welke vaak door niets anders nog geblust kunnen worden dan door de kilte van de dood.

(J.B., 5 augustus 2012)







03-08-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet het liberalisme doch het socialisme staat borg voor de vrijheid
 
Niet het liberalisme doch het socialisme staat borg voor de vrijheid

Het geheim van de succesformule is terreur. The colour of money is red. Welke beroemde roman begint alweer met de intussen in een spreuk veranderde zin dat achter elk fortuin een grote misdaad schuilgaat? Een bijzonder spijtige zaak waar conditionering het haalt op begrip, want mensen beschikken, heel anders dan dieren, over de mogelijkheid om te handelen volgens de rede. Heel wat 'opvoeders' proberen zelfs in 't westen anno 2012 hun kinderen nog naar hun hand te zetten met beloning en straf. Moet het dan verwonderen dat die kinderen, eenmaal volwassen, door eenzelfde systeem van conditionering aan de slag worden gehouden? Hetzij voor een loon, hetzij om aan een sanctie te ontkomen, zijn zij dan vaak bereid om ongeacht wat te doen. Zelfs aan de basis van onze democratie wordt de rede de pas afgesneden met na elke parlementaire discussie de primitieve stemming die prompt alle ten berde gebrachte argumenten uitverkoopt.

Het gros van de mensen laat zich conditioneren: we doen dikwijls niets anders dan straf of terreur ontvluchten via een door onze manipulatoren vooraf uitgestippelde route die we dan blindelings volgen. In het beste geval gaan wij zodoende aan de arbeid, maar letterlijk voor hetzelfde geld zullen velen onder ons gaan branden en moorden. En dat verklaart waarom zelfs Hitler geen moeite had om medewerkers te vinden. Hitler of ongeacht welke tiran. Een mens heeft nu eenmaal primaire behoeften en de bevrediging ervan is vaak niet in zijn eigen handen. Alleen al om die ene, bijzonder belangrijke reden, is een maatschappelijk stelsel dat de primaire behoeften van elkeen verzekert, uiterst onmisbaar voor de vrijheid van het denken en van het handelen van elke burger. En die vrijheid is volkomen zoek waar hij voor geld te koop is.

(J.B., 3 augustus 2012)

30-07-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verkiezingen en wolven in schapenvacht

Verkiezingen en wolven in schapenvacht

Men hoort het de ongedurige carrièrejagers op de lange verkiezingslijsten nu welhaast dagelijks herhalen: dat ons landje op de rest van de wereld achterloopt en dat wij eindelijk maar eens moesten capituleren voor de totale vrije markt waarin politici betaalde reklame maken voor zichzelf. Feitelijk benadert de huidige toestand dit oogmerk quasi perfect, maar heden gaat het om het wegnemen van dat vijgenblad: dat alles voor geld te koop is, moet volgens de lakeien van de mammon nu ook luid en duidelijk verkondigd kunnen worden zonder vrees voor altijd maar weer die vervelende tegenpruttelaars. Het moet met andere woorden wet worden dat alles - en dus ook de waarheid - voor geld te koop is.

Realiseren die luitjes zich wel dat wat zij aan anderen voorhouden te doen reeds zestien eeuwen geleden door een der meest uitmuntende filosofen, met name Aurelius Augustinus, betekend werd als een ware catastrofe die later vanwege misschien wel de grootste politieke denker ooit de inmiddels alom bekende benaming kreeg van 'middel-doelomkering'? Beseffen zij dan niet dat waar de leugen wet wordt, helemaal geen sprake meer kan zijn van recht of wet omdat het recht zonder de waarheid krom is, zoals elk simpel kind bekwaam is te becijferen?

Zoals elkeen dat heel goed weet, is ondankbaarheid des werelds loon, met name voor het goede, terwijl het kwaad datgene is wat in dezelfde wereld loont, zodat het loon der bozen heel riant is hier, terwijl de goeden armoe moeten lijden. Als nu de heerschappij over de wereld niet verdiend kan worden met het goede voorbeeld doch daarentegen te bemachtigen is voor handenvol met geld, dan krijgen wij uiteindelijk bandieten aan de macht met als opperhoofd het kwaad zelf of de duivel.

Over goed en kwaad kunnen wie zich vervelen eindeloos redetwisten maar het is zo klaar als een klontje dat het goede het principe van het leven is en het kwaad dat van de dood, met andere woorden de afwezigheid van elk principe. Het leven geeft vanuit zichzelf en wordt daardoor steeds rijker: elke moeder offert zichzelf mateloos aan haar kroost en zo komt al wat leeft tot bloei. Daar echter waar dit beginsel zoek is, rest alleen de entropie of het verval van een dode, angstwekkende want ook geheel zielloze kosmos. De dood duldt het leven niet en daarom ook moet al wat opstaan wil, onafgebroken de neerhalende machten van de natuur bekampen. Daarom is het leven lastig en zal de weg die het bestaan in stand houdt, een moeilijke en smalle klim zijn, en dit zeer in tegenstelling tot de brede laan bergafwaarts die zonder inspanningen gewis naar de algehele vernietiging leidt.

Het leven is op die manier verplicht de dode stof te onderwerpen aan haar doelen omdat de opstanding de enig mogelijke bestemming van al het dode zijn kan. Blinde machten worden ingeschakeld in het leven dat hen voortaan bestuurt en zin geeft, precies zoals een levende plant het water en de nog levenloze aarde optrekt en in zichzelf een plaats geeft als een onderdeel van de eigen groei. En op dezelfde wijze worden enkelingen ingebed in wat het christendom een 'kerk' gaan noemen is of een familie die, heel anders dan een staat, vanuit het goede leeft en daarom ook slechts groeien kan en die het louter biologische leven nog overstijgt. In de samenwerking van wat leeft, bestaat geen concurrentie en ook de middel-doelomkering is er geheel ondenkbaar. Het hoofd bestuurt er het lichaam zoals een levend hoofd dat aan een levend lichaam toebehoort en andersom, en niet zoals een vreemde die uit wat hem helemaal niet schelen kan, slechts zijn profijt wil puren.

Zo mag het dan waar zijn dat over de wereld de gevallen engel regeert, het kwaad gedreven door gemakzucht, domheid en al die andere gebreken die het leven enkel tegenstaan: dezelfde wereld kan worden onderworpen aan heel nieuwe wetten waarvan wij de waarde leren kennen uit de levende getuigenissen van wie ze ook echt beleven. Want de mens kán zich verzetten tegen het zogenaamde recht der sterksten, hij kán de voorrang geven aan de waarheid en het doel en hij is principieel heel goed in staat om het middel te bedwingen omdat die levenloze kosmos hoe dan ook nillens willens tot het leven is gedoemd - een andere uitkomst uit de kille donkere ruimte is er niet naast de bevrijding door de geest die licht is en ook warmte.

En zo staan in de werkelijkheid machten tegenover elkaar die in omvang de vuurspuwende draken uit onze fantasie ver overstijgen. En de verhalen die de meest creatieve geesten van de mensheid brouwen, weerspiegelen soms wat zich boven onze hoofden afspeelt en binnen het gesternte dat ons vooralsnog gevangen houdt. Veel kunnen wij niet doen, wij mogen niet megalomaan gaan denken dat wij het zijn die de aarde in zijn baan dienen te houden en de zon en alle andere sterren. Maar het ware een even grote waan om te geloven dat wij aan de verwisseling van middelen en doelen helemaal geen schuld hadden. Die verwisseling immers gebeurt slechts door ons eigen toedoen, en ze gebeurt ook bewust omdat wij heel goed weten wat we doen. Verantwoordelijk zijn voor anderen betekent die anderen dienen, en uiteraard moet elkeen dat in principe kunnen doen. Waar daarentegen verantwoordelijk gedrag voor de meest biedende te koop is, zijn alle termen in die hele zaak allang van hun betekenis ontdaan; niet dienstbaarheid en verantwoording zijn daar aan de orde van de dag, maar onderwerping en overheersing. Wie van het leven houden, bedanken feestelijk voor die vele wolven die zich in tijden van verkiezingen op kousevoeten komen aandienen als lammeren.

(J.B., 30 juli 2012)


24-07-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ziende blind
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ziende blind

Bij wat volgt zou men kunnen opwerpen dat het wel heel ver komt met de ontheiliging van de gevestigde waarden, maar dat weze dan maar zo: de waarheid is nu eenmaal een verblindend licht en zijn ontsluiering is even onomkeerbaar als de tijd terwijl ergens in de bijbel de Schepper van hemel en aarde belooft dat hij het verstand van de verstandigen zal verdoen. Want de leugen is zoals het ganse bolwerk van de duivel onderhevig aan entropie. En kijk.

Wij denken dat al hetgeen wij ons kunnen voorstellen, ook mogelijk is. Edoch, dat is nu precies niet zo. Het is niet noodzakelijk zo dat iets bestaat omdat we het ons ook kunnen voorstellen. Meestal kunnen wij ons die dingen voorstellen waar wij aan gewend zijn, terwijl die dingen waaraan we niet gewend zijn, ook onmogelijk lijken.

We zeggen dat iets vanzelf spreekt, maar eigenlijk spreekt niets vanzelf en is het slechts de gewoonte die spreekt. Er zijn mensen die het 'vanzelfsprekend' onmogelijk achten dat vissen zouden kunnen vliegen of dat vogels zouden kunnen zwemmen: zij achten die dingen onmogelijk omdat zij niet in staat zijn om zich die dingen voor te stellen, dat is alles. Zij hebben nooit een vliegende vis gezien of een zwemmende vogel. Er zijn mensen geweest die, anders dan Jules Verne, nooit hebben geloofd in de man op de maan of op Mars, en er zijn er nog die daar niet in geloven, om de eenvoudige reden dat hun voorstellingsvermogen hen daar dwars zit.

Nog dagelijks openbaren ons de wetenschappen facetten van de werkelijkheid die ons verbazen en verwonderen omdat zij de acrobatie van onze fantasie ver overtreffen. Wij zijn gewend aan een Euclidisch wereldbeeld met een oneindige tijd en ruimte, maar intussen weten wij dat tijd en ruimte niet oneindig kunnen zijn: de kosmos heeft een rand en de tijden hebben een einde. Voor de mensen van zoveel duizend jaar geleden was het onvoorstelbaar dat onze tegenvoeters niet van de aarde afvielen en anderzijds vonden ze het wél vanzelfsprekend dat alles naar beneden valt. En bijvoorbeeld aangaande dit laatste kan men zich dan afvragen: begrepen deze mensen dan de zwaartekracht in het eerste geval niet en in het tweede geval wel? Dat is beslist onmogelijk. En zo wordt het ook duidelijk: de hele zaak draait niet om ons begrip, het is louter een zaak van gewenning.

Wij spreken al te gauw van begrip, we denken dat we iets verstaan, maar wat is verstaan? Het blijkt niets meer te betekenen dan iets kunnen aanvaarden, ongeacht om welke reden. Zoals hoger gezegd kan men geloven dat men dingen verstaat terwijl men tegelijk dezelfde dingen niet blijkt te verstaan, zoals de valbeweging in de ogen van de mensen uit vroegere beschavingen. Evenzo kan men dingen zeggen te verstaan die flagrant onjuist zijn. Stel eens dat een leraar in een klas aan zijn jonge, ongeïnformeerde leerlingen vertelt dat de aarde plat is omdat we er anders zouden afvallen. Dan is het best mogelijk dat alle leerlingen zeggen dat ze dat verstaan. Nazi's denken dat ze verstaan waarom het arische ras meer waard is dan alle andere rassen. Islamieten verstaan waarom zijzelf zijn uitverkoren boven de 'ongelovigen' en ook joden verstaan dat, protestanten en katholieken. Indische mannen verstaan waarom vrouwen op het veld moeten werken terwijl zijzelf thee drinken.

Wij spreken allen over 'verstaan' en 'verstand hebben van' maar eigenlijk verstaan wij nooit wat, en zijn we alleen maar gewoon geworden aan bepaalde zaken. Als er wat gebeurt dat we niet gewoon zijn, bijvoorbeeld omdat we het nooit hebben meegemaakt, dan slaan we tilt: paniek en volslagen blindheid voor wat er gebeurt, zijn dan het gevolg.

Aristoteles zei het al, meer dan tweeduizend jaar geleden: als we iets zeggen te bewijzen, dan doen we feitelijk niets anders dan iets op zodanige wijze plaatsen (of wringen) in een context van reeds aanvaarde dingen, zodat wat aanvankelijk vreemd aandeed, nu ineens ook aanvaard wordt. En eender gaat het er aan toe voor alles wat niet in onze context past, of in ons kraam: wij achten het onmogelijk, en zo zijn wij dan ziende blind. Voor het leven en voor de dood, voor het Goede, het Ware en het Schone.

(J.B., 24 juli 2012)


20-07-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijheid

 

Vrijheid

Er bestaan twee en slechts twee wegen in het maatschappelijke leven en dat zijn de onvrije en de vrije weg. De eerste is makkelijk maar tevens geestdodend, soms ook suicidaal zonder meer; de tweede is zeer moeilijk te verwerven en eist altijd offers, soms betaalt men voor de vrijheid met zijn leven. Voor alle duidelijkheid dient te worden gespecifieerd dat het hier uiteraard gaat over de vrijheid van zichzelf én die van anderen voor wie men zo nodig het eigen leven offert.

Zeer in tegenstelling tot wat verwende democraten wel eens konden veronderstellen, danken maatschappijen hun bestaan niet aan overeenkomsten gesloten onder enkelingen die vrij zouden beslist hebben om samen te gaan werken. Het familiale samenlevingsverband is er van nature om de eenvoudige reden dat mensen, zoals trouwens alle levende wezens binnen de eigen soort, fysieke afsplitsingen zijn van elkaar en dus in feite aan elkaar gelijk zijn: het kind is een kopie van de vader en van de moeder van wie het letterlijk 'afvalt' (vandaar de term '[n]affal' of 'navel') en voor elk verder voortbestaan zijn de exemplaren van een soort nillens willens op elkander aangewezen of tot elkaar veroordeeld precies zoals ook elk individu tot zichzelf veroordeeld is of aangewezen op zichzelf. Zoals oorlog een verstoring is binnen de band tussen soortgenoten, zo ook is zelfmoord een verstoring in de band met zichzelf, maar het mag duidelijk zijn dat die twee elkaar niet tegenspreken doch perfect onderling samenhangen. Het is met andere woorden een vergissing om te menen dat men anderen naar het leven staat om zichzelf te beschermen: wie vechten met soortgenoten zijn in feite in oorlog met zichzelf, en wie zich zelfmoorden, voltrekken in feite die moord in de plaats van de soortgenoten met wie zij in oorlog zijn. De moord en de zelfmoord zijn slechts verschillende manifestaties van eenzelfde agressie of onvrede binnen de soort. De agressie die aan de basis ligt van de moord en de zelfmoord is dan ook een heel andere dan deze die zich richt op andere soorten terwille van het eigen voortbestaan: principieel vermoordt de mens geen dieren of planten, hij doodt ze uit noodzaak en aldus geheel zonder 'kwaadheid' en in 'vrede'.

Families hangen van nature samen, en zo ook stammen. Als die te groot worden, dan splitsen zij zich van elkaar af, precies zoals mezen dat doen die, eenmaal uitgeleide gedaan uit hun nestkastje en opgevoed door de ouders, verhuizen en een eigen territorium opzoeken. En dat is een fysieke noodzaak omdat al wat leeft, ook eten moet om in leven te kunnen blijven, en dat voedsel moet uit de omgeving komen, het wordt door het individu fysiek opgenomen en daarom ook kan men in feite zeggen dat zijn omgeving of zijn territorium van het levende wezen in kwestie fysiek deel uitmaakt. Conflicten ontstaan daar waar men elkaars leven bedreigt, en dat is het geval waar men elkaars territorium bezet omdat men aldus in feite elkaar zit op te vreten of dan tenminste toch omdat men opeet wat de ander nodig heeft om te kunnen blijven bestaan. Territoria zijn aardgebieden maar de aarde is geen eindeloze vlakte, zij is een bol en eindig en die eindigheid stopt genadeloos de groei van al het leven dat uit eigen beweging alleen maar ongeremd zou woekeren. Aldus is de vruchtbare aarde tegelijk de wegbereider van het leven én zijn antagonist; het is een kracht gekoppeld aan een tegenkracht en wellicht kan die samenwerking het leven alleen maar ten goede komen. Tenminste als het in vreedzame banen wordt geleid, en die banen dienen zich ook aan in het naar voren komen van de redelijkheid welke vreedzaam overleg mogelijk maakt, wat betekent: het vermogen om zich aan de gestelde en fatale beperkingen aan te passen, bijvoorbeeld door de eigen groei binnen de perken (van het redelijke) te houden en dit middels afspraken die door alle participanten worden nageleefd. Dat laatste is een zaak van intelligentie en daarom ook getuigen oorlogen van een gebrek daaraan: het leven dat niet intelligent wil zijn, veroordeelt op die manier zichzelf ter dood. En intelligentie is nu in de eerste plaats een kwestie van vrijheid.

De eerste maatschappijen kwamen niet tot stand door overleg en intelligentie gericht op leven en op vrijheid maar wel door en ondanks verknechting. Toen de wrede Genghis Kahn achthonderd jaar geleden zijn rijk uitbreidde naar het Westen toe, liet hij in elk nieuw veroverd gebied telkens duizenden mensen afslachten: zij werden onthoofd en hun hoofden werden op elkaar gestapeld tot hoge piramides, als waarschuwing voor wie weigerden zich te onderwerpen aan de tiran, die de opbrengst van de akkers voor zich opeiste en verder alles wat hem zinde. Het volk werd verknecht door de wetten die de despoot stelde en aldus werd een gebied gevormd dat hij bezat en afroomde. Van in het begin waren onze 'koningen' wreedaards die door het volk werden geacht omdat zij - overeenkomstig de stelregel van Macchiavelli - door hun wreedheid ook de macht bezaten om naar willekeur wie zij maar wensten van het leven te beroven. Tirannen halen hun macht niet uit een bijzondere natuurlijke sterkte of uit een zogenaamde genialiteit waar zij echter wel vaak prat op gaan - getuige het feit dat zij zich graag als "een groot staatshoofd" laten betitelen of dat zij standbeelden laten oprichten van zichzelf; zij halen hun macht vooreerst uit hun wreedheid, en wreedheid is geen vermogen, het is daarentegen een tekort, en wel een tekort aan menselijkheid. Dat tirannen beesten zijn, kan daarom ook letterlijk worden verstaan, want zij missen uitgerekend datgene wat een mens tot mens maakt. De eerste maatschappijen kwamen tot stand door de werking van de tirannie, door onderwerping, waardoor allen slaafs eenzelfde wet gingen volgen. De burgers van de primitieve maatschappijen waren slaven die te kiezen hadden tussen de dood en de onderwerping: als zij in leven wilden blijven in 'hun' maatschappij, dan zou het zijn als slaaf, als afgerichte, als lijfeigene, als lichaam dat handelt volgens de bevelen van een vreemde kop, precies zoals een paard in het span een kar trekt volgens de willekeur van de menner gewapend met een zweep.

En nog steeds is er tirannie, ook in het zogenaamd democratische Westen, ook al is die tirannie mettertijd veel complexer geworden en ook veel minder zichtbaar. Want niet het (eigen) inzicht is voor het gros van de mensen de drijfveer voor de onderlinge samenwerking maar wel de angst. Een gebrek aan inzicht creëert angst en op haar beurt beneemt de angst de mens de moed om met zijn eigen hoofd te denken of tenminste om wat hijzelf het juiste acht, ook uit te voeren. Een gebrek aan inzicht is een gebrek aan licht, en het is ook letterlijk duisternis omdat inzicht anticipatie is en een gebrek aan vooruitziendheid is inderdaad een goede reden tot angst, precies zoals voor wie het zicht missen het ook veiliger is om immobiel te blijven. De tirannie van onze tijd centreert zich niet langer in een vorst of in een staatshoofd dat de scepter zwaait en ook de wet werd dermate plastisch dat zij vaak nog slechts een instrument is in verkeerde handen. Vandaag is de tiran veeleer zoals een kanker uitgezaaid in alle gelederen van de samenleving; hij houdt met de ogen van elke burger elke andere in de gaten en luistert overal mee, geeft duwtjes en licht voetjes, zet aan tot het ene en straft het andere af, bejubelt de enen en maakt de anderen zwart, doet de waarheid geweld aan door haar te verzwijgen of door te liegen; hij verleidt, verdringt, duwt en trekt zoals een glibberige stroom tegen welke het quasi onmogelijk vechten wordt. Er blijft niettemin de keuze waaraan niemand zich onttrekken kan en waarvoor elkeen verantwoording verschuldigd is, in de eerste plaats aan zichzelf: de keuze voor de capitulatie of de vrijheid.

De zogenaamde 'zachte dwang' die voor elkeen altijd alom voelbaar is waar zich persoonlijke meningen zouden kunnen vormen en derhalve ook personen onderscheiden van de willoze massa, is immers minder zacht dan hij aanvoelt voor wie er altijd futloos aan toegeven. Slechts zij die weerstand bieden aan die dwang, worden op den duur geconfronteerd met de duivelse machten die er achter schuilen. Omdat zo weinig mensen weerstand bieden, hoeven de helse machten zich slechts zelden te manifesteren en daardoor lijkt het wel alsof zij 'zeldzaam' zijn, alsof zij bijna niet bestaan, alsof zij slechts nu en dan eens naar de oppervlakte komen terwijl zij voor het overgrote deel van de tijd ingedommeld zijn en slapen, ja, het lijkt wel alsof zij te verwaarlozen zijn, ze zijn alvast onzichtbaar. Maar die schijn bedriegt niet weinig en dat bedrog is vooreerst zelfbedrog: wie oog in oog met het onrecht het been stijf houden, die moeten vechten, niet alleen voor een recht voor zichzelf en voor anderen, maar tegelijk ook voor het eigen leven en voor dat van vele anderen. Het kwaad biedt immers weerstand en net zoals de materie is het taai en mag het vooralsnog bogen op een 'recht' - het recht van de sterkste - dat binnen een humane context in feite helemaal geen recht kan zijn. De menselijkheid kan zich derhalve pas manifesteren in een wereld die aan de natuur onderworpen is en die dat ook blijft, op voorwaarde dat zij strijdbaar is: zij moet indien nodig haar eigen vlees opofferen aan de nagestreefde geest. En dit streven naar wat recht is, is identiek aan het streven naar vrijheid.

Het is makkelijk om zich zoals het vee te laten leiden door een vorst, een paus, een keizer, noem maar op, en zichzelf daarbij ook voor te liegen dat dit het ideaal is voor een mens, het allerbeste, en zijn ogen te sluiten voor het feit dat men er aldus niet minder dan zijn mens-zijn zelf bij inschiet. De menselijke waardigheid vereist immers zijn autonomie of zijn zelfbeschikking. Maar zelfbeschikking verwerft niemand zonder slag of stoot: men moet eerst diegene die trekt aan het gareel waarbinnen men gevangen zit, verjagen. Men moet opstaan tegen hen die zich de 'meerderen' noemen, de 'vooraanstaanden' of de 'leiders' en die klakkeloze gehoorzaamheid opeisen van het volk. Men moet de zoete doch moordende illusie prijsgeven dat de eigen onderwerping aan het gezag van derden beloond wordt met bescherming van het leven en met waardigheid en dat dit het goede is dat dapperheid vereist en dat de maatstaf was voor alle verdere morele kwaliteiten. Het tegendeel is waar: een mens die uit angst het beste van zichzelf opgeeft, heeft reeds zichzelf veroordeeld en zijn fysieke dood zal die zelfmoord slechts voltooien. Een mens is pas mens als hij met het eigen hoofd nadenkt en dan naar eigen inzicht handelt. Als hij met anderen samenwerkt, dan zal hij pas volgens het inzicht van die anderen handelen vanuit het eigen inzicht dat hij zodoende het beste doet en nimmer op grond van angst of onder dwang.

Die vrijheid is ver zoek in onze maatschappij, de pretentie ten spijt dat in de westerse beschavingen democratie heerst, volkssoevereiniteit en recht. Als het te makkelijk wordt, dan worden wij, mensen, laks, de alertheid slinkt, de aandacht verslapt, wij dommelen in en voor wij het goed en wel beseffen, hebben vreemde indringers zich van ons hebben en houden meester gemaakt. En die vreemde krachten benutten alle trukjes van het cirkus om hun slag te slaan, geheel natuurlijkerwijze gedreven door de honger die alle wezens wakker houdt. Zij organiseren zich terwijl de eigen legers in ontbinding zijn; zij communiceren efficiënt terwijl in het eigen land de arrogantie doof en blind maakt; zij zetten zich schrap terwijl de eigen soldaten indommelen en snurken. De beschaving is over haar hoogtepunt heen, zo zeggen zij tenslotte: er is niets meer aan te doen. En zowaar geven zij datgene op waarvoor hun eigen voorvaderen eeuwen hebben moeten strijden en in een mum van tijd zijn zij verworden tot een vogel voor de kat.

Het verzet tegen de slavernij is anderzijds niet vanzelfsprekend en het moet worden herhaald dat dit niet aan het licht kan komen tenzij voor wie zich effectief verzetten. De tiran hoeft immers niet op te treden tegen al wie voor hem buigen; alleen wie weerstand bieden, wekken zijn toorn. En zo beangstigend blijkt die toorn dat welhaast niemand zich verzet, zodat het wel lijkt alsof de tiran slechts heel uitzonderlijk eens tot bestaan komt. Schijn is dat, want een tiran slaapt nooit en elke weerstand merkt hij op. Men mag alleen niet gaan geloven dat het bieden van weerstand suïcidaal is; het tegendeel is waar omdat wie plooien, zichzelf op voorhand al hebben opgegeven. De strijd is onontkoombaar, hij is de enige weg naar een mogelijke overwinning. Wie geen vrede nemen met de volle pens in ruil waarvoor velen zonder hoofd ronddolen, moet weerstand bieden aan de geringste dwang, hij moet zich door het trek- en duwwerk worstelen, de waarheid uitspreken en het recht, hij moet zich in het strijdperk werpen en alleen op die manier kan hij eventueel zichzelf behoeden voor het zelfverlies - alvast behoudt hij zodoende zijn ziel.

In zoverre een maatschappij de vrucht is van verknechting, moet men haar schuwen en verachten, moet men zich met hand en tand verzetten tegen de druk die van haar uitgaat en de dwang om zus of zo te denken en te doen. Pas het samenleven dat uit vrije onderlinge afspraken resulteert, is bindend voor een mens en waardig. Niemand mag zijn wil opdringen aan een ander, ook niet als hij zodoende aan die ander diens eigen goed belooft, tenzij die ander zijn kind is voor wie hij verantwoordelijkheid draagt en zorg. Het is beter om met een verlicht hoofd te zoeken naar een eigen weg in 't donker dan om te dolen in de labyrinten van een vreemde die de lantaarnen in zijn duistere spelonken voorstelt als het licht van de wereld. En dat laatste is wat allerlei valse profeten dezer dagen doen: zij houden de massa in de tang van de dwang, jagen miljoenen mensen de stuipen op het lijf en dan nog met hun eigen dood, om aldus te gaan heersen over al die individuele levens. Grote delen van de wereldbevolking worden zo ten ondergang gedreven door een 'geest' die het verstand van elk van hen met angst vervult en aldus verlamt. Hoezeer zou de mensheid niet opkijken, als een werkelijk grote geest het licht kon doen branden en aldus zichtbaar kon maken in welke nesten het mensdom zich verwikkeld heeft!

(J.B., 19 juli 2012)


10-07-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Efficiënte doch niet rendabele kankerkuren...

Efficiënte doch niet rendabele kankerkuren...

Op het internet is in een ruim een uur durende videoreportage van de Italiaanse cineast Massimo Mazzucco te zien hoe de gevestigde geneeskunde omgaat met artsen die in de jongste eeuw succesvolle kankerbehandelingen opstartten. Deze film uit 2010 heet Cancer - The Forbidden Cures. (1) Mazzucco maakte eerder films en hij is nog het best bekend van zijn documentaire uit 2007 over de complottheorieën rond Elf September 2002, getiteld: Il Nuovo Secolo Americano (The New American Century).

Schijngeneeskunde

In Cancer - The Forbidden Cures toont Mazzucco hoe in de voorbije honderd jaar talloze geleerden succesvolle en vaak goedkope behandelingen vonden tegen een ziekte die vandaag bijna de helft van het mensdom wegmaait. Behandelingen die echter door de gevestigde geneeskunde van tafel werden geveegd omdat er geen patenteerbare medicijnen mee gemoeid waren. En patenten zijn nu eenmaal de spil waar het in de farmaceutische industrie om draait.

Tussen haakjes: de omzet van de pillendraaierij is gigantisch; ook in België is het de bedrijvigheid met veruit de grootste omzet - op nummer twee staan de alkoholische dranken, pas op nummer drie komt de voedingsnijverheid. Het hier door Mazzucco aangekaarte euvel moet ons echter niet verwonderen want ons systeem acht winst belangrijker dan effectieve resultaten en dat geldt voor de hele bedrijfswereld. De verwachting dat de meest rendabele van onze nijverheden daarop een uitzondering zou vormen, ware wel bijzonder naief.

De medicijnenindustrie, aldus Mazzucco, maakt grote winsten en steunt daarmee het onderzoek aan de universiteiten. Maar een gezonde situatie is dat niet omdat bij zaken waarmee veel geld gemoeid is, de onpartijdigheid gauw zoek raakt. In de praktijk betekent dit de beïnvloeding van onderzoeksresultaten - om niet botweg te hoeven zeggen dat de research vervalst wordt. De sponsor verlangt immers positieve berichtgeving over zijn producten, zijn werknemers doen uiteraard wat ze kunnen om aan dit verlangen tegemoet te komen en weinig is dat niet en kijk: daar gaat de geloofwaardigheid der medische vakbladen! (2)

Via de sociale zekerheidsbijdragen en de andere kanalen van het RIZIV stromen aldus via de ziekenkassen reusachtige fortuinen naar de suikerboontjes van de farmaceutische industrie - wel te verstaan in het allerbeste geval, want medicijnen zijn vergif voor al wie ze niet behoeven.

Verboden geneesmiddelen

De lijst van de genezers is bijzonder lang, en let op: het gaat hier niet om kwakzalvers doch om medisch geschoolden, academici en heuse uitvinders wiens gelijk bewezen werd door het succes van een praktijk die de bouw van soms tientallen internationaal vermaarde klinieken mogelijk maakte. Er zijn getuigenissen en ook databanken en de verschillende geneespraktijken bestaan heden nog, al hebben zij de wind van voren. Mazzucco laat hen de revue passeren met als eerste Renée Caisse (1888-1978) met haar ophefmakend kankermedicijn Essiac dat ze uit de geneeskunde van de oude Indianen haalde.

Het boek Essiac and Cancer verscheen in het jaar voor haar dood. Caisse had in Massachusetts een eigen kliniek voor kankerpatiënten maar de American Medical Association (A.M.A.) zette een domper op haar successen door te stellen dat zij helemaal niet bewezen had dat haar patiënten ooit kanker hadden.

Harry Hoxsey uit Illinois zag als kind thuis op de boerderij hoe daar een trekpaard zijn tumor verloor nadat het spontaan bepaalde gewassen begon te eten. Hoxsey haalde een antikankermiddel uit de bewuste planten en behandelde tallozen in zijn Hoxsey Clinic totdat de voorzitter van de A.M.A., ene dokter Fishbein, hem dwarsboomde. De genezer werd gearresteerd op beschuldiging van illegale praktijken maar Hoxsey begon een rechtszaak tegen Fishbein en won - Fishbein werd ontslagen maar alsnog moest Hoxsey met zijn kliniek naar Mexico uitwijken. De Food and Drug Administration (F.D.A.) had immers beslist dat kanker alleen maar kan behandeld worden middels chirurgie en radiotherapie...

Max Gerson (die de dochter en de vrouw van Albert Schweitzer genas van ernstige longaandoeningen en vervolgens Schweitzer zelf van suikerziekte), werd door Schweitzer een genie genoemd. Deze arts die een leerling was van Ignaz Semmelweis, de dokter die beroemd werd nadat hij de kraamkoorts uit de wereld hielp middels het verplichte handenwassen met zeep bij de bevalling, bewandelde het therapeutische pad van de gezonde voeding met geloof in het zelfhelende vermogen van ons lichaam, en met veel succes. Maar zijn boek (A Cancer Therapy) werd in de V.S. verboden en zijn dochter Charlotte die zijn werk voortzette, moest eveneens uitwijken naar Mexico.

De kankertheorie van de Duitse arts Gerd Hamer werd door de officiële geneesherenbond nooit ernstig onderzocht en Hamer zat maandenlang in de gevangenis omwille van zijn afwijkende opvattingen en hij mag ook geen praktijk meer hebben.

Maar de meest ophefmakende therapie is misschien wel deze met de zogenaamde vitamine B-17, ook Laetrile genaamd, een stof die gehaald wordt uit de steen van perzikken en gelijkaardige vruchten. Ook daar wordt de werking van de therapie door de officiële geneeskunde miskend en ligt de eigenlijke reden volgens Mazzucco voor de hand: natuurlijke geneeswijzen en medicijnen zijn niet patenteerbaar, men kan er dus nooit geld uit slaan en zo worden ze op voorhand naar de prullenmand verwezen. Het hart van de perzik, de mispletoe, het Indianenmedicijn en vele andere planten: voor een op winst azende industrie zijn zij volstrekt waardeloos, ook al zouden zij miljarden (!) mensenlevens kunnen redden.

Op den duur zou men inderdaad haast gaan geloven dat kanker een ziekte is die door de geneeskunde gekoesterd wordt. Sterven moeten we allemaal, er is sowieso overbevolking en... is kanker voor heel wat functionarissen in die medische wereld dan geen echte goudmijn? (3)

(J.B., 10 juli 2012)

Noten:

(1) Massimo Mazzucco, Cancer the Forbidden Cures - Full Documentary, http://www.youtube.com/watch?v=BTGye7kA6rM&feature=player_embedded#!

(2) Zie ook het artikel: Schimmige kwalen en dure kuren : http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1215206

(3) Zie ook het artikel: Smeren ze ons kanker aan? : http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=1763543


09-07-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het nieuwe nieuws

Het nieuwe nieuws

 

Voor journalisten loopt het vandaag allemaal niet meer van een leien dakje, zo blijkt uit het almaar korter wordend ochtendbulletin. Afgezien van de portie islam die alvast trouwe luisteraars en beste kijkers sinds Elf September dagelijks te slikken krijgen, is daar het horror vacui dat zich naar de gracht rept om daaruit een oude koe te halen. Een onbekend acteur wordt herdacht, een zanger heeft het over zijn lievelingsgerecht en een jong politicus verklapt ons welke shampoo hij gebruikt en ook waarom. Angstvallig beperkt zich de binnenlandse politiek tot de roddels van de dag, en de buitenlandse tot de overname van enkele vage krantenkoppen - de rest is sport of wat daar nog steeds voor doorgaat. Van geschiedenis heeft niemand nog kaas gegeten, voor achtergronden is er zogezegd geen interesse en de radiostem kan niet rap genoeg haar litanie afmaken, het is immers tijd voor het volgende 'nummer', zoals de schakels der opdringerige lawaailintwormen zich heden laten noemen.

Alle gekheid op een stokje, maar het blijkt niet langer simpel om het nieuws van de dag te vergaren en te verslaan. Enerzijds zijn er die heilige huisjes en de lui uit wiens handen eenieder vandaag eten moet maar die hun waren verzamelen waar het daglicht niet mag schijnen. Macht oefent nu eenmaal druk uit omdat zij naast voederen ook doden kan en zo kijken alle ogen die aan die heersers weliswaar niet hun zicht te danken hebben maar dan toch het gespaard blijven van de blindheid, prompt de andere kant op als het monster moet passeren.

Een monster, zo zegt men, maar dat is het dan ook, en nu en dan komt het voorbijgegaan alsof het net zoals elk ander wezen op tijd en stond een plasje maken moet. In 1948 had George Orwell het al voorzien van in het ei, want een reptiel is het met alleen maar een reptielenbrein. George Orwell met zijn 1984 werd voorafgegaan door Franz Kafka's Het Proces dat posthuum verscheen in 1925, door Wij van Jevgeni Zamjatin in 1929 en door Aldous Huxley's Brave New World uit 1936. Bij ons was er in 1964 Ward Ruyslinck met Het Reservaat en niet zoveel langer is de lijst van wie over dit gedrocht hebben gerept. Het is de staat die zich verheft boven de enkeling, als was hij meer dan een persoon, als was hij, ja, de godheid zelf.

De staat of de computer, het is eender: beide zijn het zielloze machientjes, werktuigen die principieel het leven van elkeen zoveel gemakkelijker moeten maken maar die, als puntje komt bij paaltje, wapens in de klauwen van een handvol engerds zijn die anderen besturen willen en dicteren, alsof zij en zij alleen de wijsheid in pacht hadden. De staat dient dan om anderen af te romen via afschrikking en manipulatie, desinformatie, oorlog, geweld, macht en geld. Het is allemaal niet volmaakt ondoorzichtig, maar tegen de tijd dat men het monster ook echt in de gaten krijgt, is men de bezitter van een lange grijze baard en komt er van ridderlijke kruistochten tegen dit ultieme kwaad uiteraard helemaal niets meer in huis.

Maar ook jonge journalisten zien het blijkbaar toch niet zitten om enig verzet te bieden tegen wat in feite niet alleen hun fantasie verstikt maar wat hen tevens zozeer slaat met angst dat zij compleet verzwijgen wat zij eerst hoopten in geuren en kleuren te verslaan. De uitzonderingen op die regel betaalden voor hun eigen stukjes met hun leven of dan toch met hun vrijheid die daarvan wellicht het schoonste deel is. Op de hoofden van Salman Rushdie en van de tekenaar van de profeet staat nog steeds een prijs en ook de maker van wikileaks moet vluchten, Theo Van Gogh is dood en het aantal journalisten dat vergif innam neemt in steeds sneller tempo toe. Men zegt dat de speciale eenheden van CIA, FBI, KGB en dergelijke ongeziene diensten meer, nog dagelijks tegenstanders van de regimes die hen betalen, ongestraft neerleggen. Veilig zijn alleen wie in de rij blijven lopen - richting slachtbank hoe dan ook.

(J.B., 9 juli 2012)


08-07-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kastelen rijzen alom uit de grond: het einde van het Westen?

Kastelen rijzen alom uit de grond: het einde van het Westen?

 

Een snel kleiner wordende 'elitaire' groep slorpt de levensmiddelen op van een even sterk toenemende arme en straatarme bevolking.

Bijzonder alarmerend is dat die 'elite' haar bezigheid louter obsessioneel verricht. Dit wordt al gauw duidelijk eens men inziet dat zij helemaal geen tekorten lijdt, noch aan levensmiddelen, noch aan luxeproducten, noch aan reserves voor die twee zaken. Zij vermeerdert haar bezit om geen andere reden dan óm het te vermeerderen en aldus is die 'elite' niets anders dan een sociale kanker.

Bovendien brengt dat handvol bezitters helemaal niets voort, alvast niets goeds, terwijl de ontelbaren die zij broodroven, per definitie behoren tot de werkende klasse en dus tot die groep van mensen die ervoor zorgen dat iedereen in leven blijven kan.

Kennelijk is tegen deze ziekte die binnenkort de volledige ondergang van onze beschaving zal betekenen, geen enkel kruid gewassen en dat komt voor een deel ook hierdoor, dat die kankerkaste erin slaagt om de schuld voor de malaise van zich af te schuiven in de schoenen van de werklieden: niet de alles opslorpende elite wordt met de vinger gewezen, maar wel de werkende klasse, die zij immers weet te beheersen door daarin tweedracht te zaaien, en meer bepaald tweedracht tussen de werkenden en de werklozen. Want de laatst genoemde categorie is niets anders dan een vernuftige uitvinding van de elite waarmee zij, in een wereld waarin de job - de slavernij - het toegangsticketje tot de wereld zelf is, niet alleen de werkenden extra uitperst, maar waarmee zij tevens het keizerlijke verdeel-en-heersprincipe voor haar gouden kar spant.

Amper een eeuw is het geleden dat de werkende burger opkwam voor zijn sociale rechten omdat hij tot dan toe zoals een ding behandeld werd: hij werd door gewetenloze rijkelui gebruikt in zijn krachtige levensjaren, maar van zodra hij ziek werd, oud of zelfs zolang hij kind was, werd hij genegeerd. Alleen zorgden toen de arbeiders nog voor hun kinderen, hun zieken en hun ouderen. Vandaag spelen de uitzuigers het met het genoemde principe van Caesar klaar om de zwakkere werkkrachten door het alsnog rendabele werkvolk zelf te laten afmaken.

En zij doen dit om te beginnen via de demonisering van de zwakkeren, waar zij hen bestempelen als werkonwilligen en als profiteurs, terwijl zij tegelijk aan het volk ook allerlei wetten opsolferen waarmee, uiteraard onder het mom van emancipatie en zelfbeschikking, men feitelijk alle onproductieven ook fysiek uitschakelt, wat wil zeggen dat zij voortaan probleemloos worden vermoord: de ongewensten nog vooraleer zij de wereld betreden, met abortus; de ouderen, die reeds helemaal uitgemolken werden, alsook de zieken, die immers geld opslorpen, de geesteszieken en alle andere 'nuttelozen', met euthanasie. Abortus en euthanasie: ziedaar de hedendaagse verbloemingen voor de meest laffe vormen van moord in de ganse mensengeschiedenis.

 

Onder het voorwendsel van een internationale solidariteit weten de genoemde slokops bovendien te bereiken dat hun banken, die nota bene multinationals zijn, jan met de pet van zijn laatste spaarcent beroven.

Witteboordencriminelen hebben de man in de straat daarvan kunnen overtuigen dat hij van economie helemaal geen kaas gegeten heeft en hij is dat ook gaan geloven, en wel in die mate dat men hem zijn geld voor zijn neus afhandig maakt terwijl hij er hardnekkig van overtuigd blijft dat hij aldus geholpen wordt... en dan nog door een soort van engelen die zich geheel zonder winstoogmerk zijn lot behartigen!

Want wat anders gebeurt er wanneer een bedrieglijke internationale constructie van de genoemde 'elite' die zich uitgeeft voor Europa, beslist dat de allerarmste Europese burgers zullen bijspringen voor de zogenaamd noodlijdende banken? Elkeen weet dat banken geen noden hebben want zij leven niet en hebben derhalve geen honger, dorst of kou. Voor wie het nog niet wisten: banken zijn niets anders dan bergen geld, verzameld door wie er teveel van hebben, de vruchten van de hebzucht die, zoals de existentiële paradox van het kwaad het nu eenmaal wil, helemaal niets anders inhouden dan de onterecht verworven macht om de toegang tot de natuurlijke levensmiddelen 'wettelijk' te blokkeren.

Een bank is niets anders dan de beurs van een rover, en die dief weet ons vandaag via de internationale pseudopolitiek onze levensmiddelen afhandig te maken, en aldus uiteindelijk ons leven zelf.

Andermaal dient men in beschouwing te nemen dat die middelen in handen van het gouden kalf geen enkel doel meer dienen kunnen dan de dood: de 'eerste' dood en ook de 'tweede'.

 

Niet de werklozen, de zieken, de geesteszieken, de anders-validen en de ouderen vormen de kanker van deze maatschappij: zij zijn volstrekt volwaardige individuen, ingebed in een sociaal weefsel dat gezond blijft en dat blijft bestaan precies dankzij de sociale wetten. Het is immers bij de gratie van die sociale wetten dat gezonde individuen werkzaam zijn en blijven, want wie zou zijn beste krachten verspillen, en dan nog vaak aan rijkeluizengrillen, als hij op voorhand wist dat hij gedumpt zou worden van zodra hij niet langer werken kon ingevolge ziekte, ouderdom of andere ongelukken? Dat ook de zwakkeren in leven mogen blijven, geeft aan de sterkeren de moed om door te gaan, zo weten zij immers dat zij niet vergeten zullen worden eenmaal hun krachten het begeven.

De kankercellen van deze maatschappij, zijn deze die helemaal niets goeds verrichten doch die geheel werkeloos niets doen dan bezitten, en die hun bezit aanwenden om aan anderen nadeel te berokkenen door hen de toegang tot de levensmiddelen te ontzeggen middels allerlei tolsystemen.

 

Het kapitalisme loopt nu op zijn laatste benen: het spreekt allang vanzelf dat hebzucht zoals elke andere zucht of verslaving, een ziekte is die pas ophoudt als zij de zieke welke zij bezit, gedood heeft. De bezitter immers wordt op zijn beurt bezeten, en dat is dan ook de letterlijke betekenis van de obsessie. Zij is terug te voeren op het doelloze rondtollen dat een aanvang neemt van zodra het ultieme perspectief verdwenen is, dat noodzakelijk voorbij de stoffelijke en eindige wereld ligt. Eens kon de stoffelijke wereld door het recht van de sterkste bestaan, maar als dit beginsel niet gauw plaats maakt voor een ander, dan zal het ook de ondergang bewerken.

(J.B., 8 juli 2012)


19-06-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tijdgeest en kuddegeest

Tijdgeest en kuddegeest

Een door sommigen verguisd en door anderen verslonden Vlaams weekblad voert de bekende spreuk in het schild dat wat niet vrolijk gezegd kan worden niet de waarheid is. In fel contrast daarmee staat de spreektoon van een tekst die zozeer voor dé waarheid doorgaat dat de waarheid met die tekst wordt vereenzelvigd: evangelie. Een contrast want in het evangelie wordt niet gelachen; het heet weliswaar 'de blijde boodschap' maar 'blij' is iets heel anders dan 'vrolijk', de vrolijkheid immers mist die allerdiepste ernst in het licht waarvan het woord Gods ons lot bezegelt, alvast volgens wie geloven. Maar er is één uitzondering.

In het Nieuwe Testament vindt men met wat goede wil dan toch nog humor, meer bepaald in een passage over duiveluitdrijving. Een man is bezeten en Jezus wordt erbij gehaald. Uit de mond van de bezetene spreekt de duivel die zichzelf 'legioen' noemt, waarmee hij aanduidt niet één individu te zijn doch een ganse kudde. Daarop drijft Jezus deze boze geesten uit de man en hij stockeert ze als het ware in een kudde varkens die daar toevallig voorbijtrekken. De varkens storten zich daarop in razernij de afgrond in. Als dat karwei geklaard is en de Heer is weg, morren de boeren iets in deze zin: "Laat Hem in 't vervolg maar elders duivels gaan uitdrijven, want straks zijn we al ons vee nog kwijt!"

Alle gekheid op een stokje, maar als één zaak hier duidelijk wordt gemaakt, is het deze, dat de duivel of het kwaad geen unieke persoon is doch een kudde, en dat een boze geest niet de geest is van een enkeling doch die van een kudde: een duivel is met andere woorden een kuddegeest, en de kuddegeest is het kwaad zelf.

Het is helemaal niet verwonderlijk dat het kwaad een kudde nodig heeft om zich te manifesteren want in tegenstelling tot een enkeling of een persoon, kan een kudde niet ter verantwoording worden geroepen. Zij handelt ook niet vanuit welbepaalde redelijke motieven welke de essentie uitmaken van de verantwoording en zo kan zij ook bezwaarlijk responsabel worden geacht. Weliswaar bestaat een kudde uit vele individuen maar als die individuen ook nog mensen zijn, dan wordt in de kuddevorming zelf alle menselijkheid geweerd: wie toetreedt tot een kudde, zet zijn persoonlijkheid opzij en hij biedt spontaan gehoorzaamheid aan de kuddeleider die op zijn beurt gevolg geeft aan de verzuchtingen van de kudde-dieren. Via deze circulus vitiosus verdampt de menselijkheid als het ware vanzelf uit de kudde, die dan alleen nog een kudde is van dieren of van onmensen.

Een historisch voorbeeld van kuddegeest waar de Heiland zelf het slachtoffer van werd, wordt ons verhaald door Pontius Pilatus, die in een brief spreekt over de uitbraak van een ware massahysterie waarin - tevens volgens de evangelist Marcus - een bezeten menigte koos tégen de integere Jezus Christus die werd uitgespeeld tegen de crimineel Jezus Barabbas. Het leek wel alsof alle duivels uit de hel daar samentroepten, zo beschreef Pilatus de volksrazernij waarvan hij zegde dat hij ze nog nooit zo hevig had geweten, en kennelijk doelde hij op een strijd tussen goede en kwade geesten, een strijd die het menselijke ver te boven gaat.

Waar een kudde aan het woord is, verdwijnt het woord, wordt het tot slogan, tot gehuil en getier, tot blinde roep. In de kudde aapt de ene angstvallig de andere na, de enige nog resterende 'gedachte' is de zorg om het eigen hachje welke dwingt tot groepsaffiliatie in een even redeloze angst om uit de toon te vallen. De enig resterende norm is wat de meerderheid, de kudde eist en allen volgen zij die norm die verder echter volstrekt inhoudloos blijft.

Dat de kuddenorm van elke inhoud verstoken blijft, wordt duidelijk van zodra de tijdgeest kantelt: van het ene ogenblik op het andere verandert de norm van wit naar zwart en zonder de minste moeite past de ganse kudde zich aan de nieuwe standaard aan: de korte snit wordt een must en lange haren zijn ineens taboe; geel is de kleur van het moment, wit is nu not-done; het strikje vervangt de das; het Engels neemt de plaats in van het Frans. Maar geldt dit voor relatief onschuldige aangelegenheden, dan is het des te meer ook waar voor zaken van levensbelang. Prominenten vergassen holebi's, gaan hen na de ondergang van het naziregime promoten en schudden in het huidige tijdsgewricht alweer angstvallig de veren van zich af die zij gisteren nog vergaarden met de emancipatie van de pedofielen. Klinieken die altijd streng afkerig stonden tegenover abortus en euthanasie, blijken in het licht van een triomferende overbevolkingstheorie ongehoord soepel met alle winden mee te kunnen draaien. De kort geleden nog streng dogmatische katholieke kerk claimt niet langer de scheppingstheorie en lijkt in te stemmen met een verhaal van een aan zichzelf twijfelende evolutionist. En in die reusachtige wisseldans ziet men één constante: alle instituten en ook alle individuen zijn als de dood om zich over die levensbelangrijke dingen uit te spreken.

Door die laatste nu alles overheersende terughoudendheid ontstaat een irrealiteit, een bestaan-in-volstrekte-voorlopigheid of zoals kernfysici het zouden zeggen: een wereld in superpositie, die een geheel immateriële wereld is, een wereld van ladingen, spanningen, verwachtingen, hoop en vrees, kortom een wereld van niet eens beloften, een wereld van volstrekte onbeslistheid. Men spreekt zich er niet over uit wat goed is en wat kwaad, omdat men de ethiek wil gronden op de ultieme kennis... welke men voorlopig missen moet. Edoch, zonder goed en kwaad wordt ook elk onderscheid tussen waarheid en leugen arbitrair en gaat de werkelijkheid zelf aan het dansen en tenslotte aan het zweven: de werkelijkheid van de wereld en ook die van alle zielen welke hem bevolken.

Waar is de wereld van helder water en van harde steen? Waar zijn de bomen die met hun wortels rusten in de koele aarde voor een termijn van duizend jaar? Wie spreekt het woord waarop men bouwen kan? En waar blijft nu de god die ons dan toch dit leven schonk? Een wereld in superpositie lijkt wel een wereld opgegaan in damp, een bestaan dat ergens hangt, wachtend op condensatie, op herdichting. Maar voorlopig verblijft alles in een mist, in deze wereld zijn wij blinden, vangen wij geluidjes op en hebben wij het raden naar wat wij her en der geloofden waar te nemen.

Niemand spreekt zich nog uit over ook maar iets, maar tegelijk wordt druk gelegd op iedereen om alsnog te handelen. Is daar een brug? Weet gij het dan niet? Maar schrijdt dan toch vooruit, alleen zo zult gij het ten slotte aan de weet komen! Na u, zo antwoordt de aldus aangevallen stem, in de hoop dat een ander het zal doen, iemand die op de heldenstatus aast bijvoorbeeld, of iemand die dronken is en daardoor gevaarlijk onbevreesd. Na u, mijnheer; na u, mevrouw; ik wacht liever nog even, ik kijk de kat wel uit de boom, ziet u: ik droom.

Een droom is wat de wereld op die manier geworden is, alleen weten wij niet of het een nachtmerrie wordt ofwel een sprookje en het kan de twee zijn - dat is dan ook de betekenis van die superpositie, die onbeslistheid, dat gebrek aan kennis dat wel lastig is maar welkom tegelijk omdat het toelaat om terug te keren op zijn stappen zolang de beslissing niet gevallen is, het verdict op zich laat wachten, de uitslag onbekend blijft en de peilingen in alle richtingen tegelijk zijn gaan wijzen. Zijn het relativisme en de multiculturaliteit alsook de wagenwijde verschillen in de meningen omtrent duizend-en-een dingen een gevolg van de superpositie waarin de wereld nu verkeert of zijn ze er daarentegen de oorzaak van?

Alvast één ding is zeker: de tijdgeest verandert en aldus brengt hij de leugen van de kuddegeest aan het licht en daarin schuilt ook zijn zin. Indien de waarheid ons bezit was, dan zou er van tijdgeest uiteraard geen sprake zijn. Maar dan bleven wij ook onderhevig aan de dwang der kudden; wij bleven dan onpersoonlijk, onmenselijk en geheel wars van waarheid. En zo is het de fluctuatie van de meningen die ons tenslotte uit de klauwen redt van alles wat onwaar is. Tenminste als wij voldoende ruimte schenken aan de voorlopigheid, als wij bereid zijn om ons deel van de onzekerheid te dragen en als wij het weer leren om vrede te nemen met de droom.

(J.B., 19 juni 2012)



17-06-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over de grenzen van het 'ik'

Over de grenzen van het 'ik'

 

Het is de ellende van de wereld dat noden worden miskend en rechten opgeëist. Ellende, omdat het leven van nature noden heeft, alle noden bevredigd willen worden en vrede zich als een recht handhaaft sinds oorlog als een onrecht wordt bestempeld.

Of dat laatste terecht gebeurt, is een vraag die zich niet meer betekenisvol kan stellen, zoals ook het 'recht van de sterkste' een holle frase is, en dit omwille van het probleem der zelfreferentie. De kip komt uit het ei, het ei komt uit de kip en het beste toont zich die absurditeit nog in de stelling dat de aarde om haar as draait.

Indien de aarde draaide om haar as, dan zou die as ten opzichte van een er omheen draaiende aarde, op de een of andere manier moeten stilstaan, maar dat kon pas zo zijn indien die as volstrekt immaterieel was, met andere woorden: indien zij niet bestond. Bestaat die as, dan draait de aarde er niet omheen en dan draait de aarde ook helemaal niet, maar dan draait het heelal omheen de aarde.

Vanop de aarde waar wij verblijven, kunnen wij ons perfect voorstellen hoe het heelal met al zijn sterren om onze aarde heen draait. Hetzelfde kunnen wij ons perfect voorstellen vanop elke andere planeet waarvan verkeerdelijk gezegd werd dat zij om haar eigen as draaide. Geen enkel hemellichaam bezit zo'n as en derhalve geldt voor elke planeet apart dat het heelal om haar heen draait. De aardbewoner kan zich perfect indenken dat alle sterren om de aarde draaien, de venusbewoner ziet klaar en duidelijk alle sterren omheen venus draaien en op die manier moet het perfect mogelijk zijn dat het heelal zich wentelt omheen alle hemellichamen tegelijk. Perfect mogelijk maar even onvoorstelbaar. Even onvoorstelbaar als het is voor de mens van gisteren om aan te nemen dat onze tegenvoeters niet van de aarde afvallen.

Onze tegenvoeters plakken tegen de aarde net zoals wijzelf en zo vallen wij allen in dezelfde richting, met name naar het midden van de aarde toe. Zo ook kan het heelal draaien omheen alle hemellichamen tegelijk omdat alle hemellichamen in wezen één en dezelfde massa vormen. Hoe immers zou de ene brok zich van de andere onderscheiden? Er is wat plaats daartussenin, maar plaats is er ook tussen de moleculen in en tussen de atomen en hun onderdelen en die plaats klapt dicht van zodra er een beweging stokt, een botsing plaatsheeft of een andere gebeurtenis de rust verstoort. De brokken in de ruimte zijn daarom zoals de ego's in de struktuur van het sociale: allen hebben zij de indruk dat zij onafhankelijk van de rest bestaan en dat die rest om hen heen draait; de ganse sociëteit draait omheen alle ego's tegelijk, zij draait omheen miljarden centrums tegelijk en geen van hen kan zich voorstellen dat hij of zij geen centrum is, geen 'ikje' of geen 'zelf'. En waarom anders schiet het voorstellingsvermogen ons hier tekort dan om die reden dat wij tenslotte noodzakelijkerwijze allemaal hetzelfde Zelf zijn?

(J.B., 17 juni 2012)



10-06-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inbrekers en inbrekers...

Inbrekers en inbrekers...

Ze hebben ingebroken bij mijn tante, een weduwe van zesentachtig. Zij was voor een weekendje naar zee gegaan en werd bijzonder onaangenaam verrast toen zij op zondagavond thuiskwam en daar de voordeur van haar landhuis wagenwijd open vond. Eerst durfde zij niet naar binnen te gaan maar algauw besefte zij dat de dieven daar niet zaten te wachten totdat iemand hen op heterdaad kwam betrappen. Om kort te gaan: alles van waarde was weg.

Mijn tante is lang niet de enige in de straat die dit drama moest doorstaan, maar zij werd tenminste gespaard van de slagen en verwondingen die haar buren er gratis bovenop kregen toen zij aan de beurt waren, amper enkele maanden geleden. Toen zij wat tot zichzelf gekomen was, kon die vaststelling dat zij tenminste nog gezond en wel was haar ervan afhouden om wat verderop soelaas te gaan zoeken in godbetert het kanaal, want dat was na de lugubere vaststellingen haar eerste idee.

Het politiewerk zal waarschijnlijk helemaal geen resultaat opleveren, het overgrote deel van de inbraken blijft immers onopgelost, terwijl ook het vatten van de daders het slachtoffer maar weinig baat brengt aangezien de buit dan allang is verteerd en een kei kan men het vel niet afstropen, zoals de volksmond zegt. Die bandieten houdt men ook allang niet meer vast in een cel waar zij toentertijd op water en brood te kijk zaten voor iedereen want zij kosten alleen maar fortuinen aan de staat. En men moet zich vooral ook hoeden voor het misverstand dat het de armen zijn die stelen van de rijken...

Het is een hardnekkig misverstand dat nog wordt versterkt door het morele vraagstuk of een hongerige dan niet mag stelen. Afgezien van het feit dat het geen stelen is wat een hongerige doet als hij een appel uit een mand neemt van een ander die hem eerst weigerde er een te geven terwijl hij zijn fruit begraaft om de prijs ervan de hoogte in te jagen - afgezien van het feit dat dit geen stelen is maar wel gevolg geven aan de wet die gebiedt om een medeburger in nood bij te staan, zij het dan zo dat in dit geval burger en medeburger één en dezelfde persoon zijn... Afgezien van het feit dat de hongerige niet steelt doch zijn nood lenigt vanuit een onweerstaanbare want natuurlijke drang - afgezien daarvan is het een fabeltje dat er armen bestaan en ook rijken en dat de eersten de laatsten bestelen. De logica is bizar.

Men gaat ervan uit dat wie niet hebben, het bezit stelen van wie wel hebben, en dat dit de regel is, met andere woorden: dat dit voortdurend zo gebeurt. Dat lijkt logisch maar dan alleen voor wie niet stilstaan bij de zaak. Wie twee keer nadenkt, zal alras opmerken dat in dit probleem de begintoestand aardig over 't hoofd gezien wordt. In die begintoestand wordt namelijk als vanzelfsprekend aangenomen dat er twee soorten van lieden zijn, met name de bezitters en de niet-bezitters. Ja, dat wordt kennelijk aangenomen alsof het ging om twee soorten van mensen die zomaar uit de lucht kwamen vallen. De bezitters zouden dan ook diegenen zijn die terecht boogden op een bezit, terwijl de niet-bezitters eveneens terecht geen nagel hadden om mee aan hun gat te krabben. Over het soort van recht dat hier dan aan de orde was, geen woord.

Intussen weten wij allang dat zulks larie is en apekool, want vooreerst hebben alle mensen min of meer dezelfde noden en pas die noden kunnen een grond zijn voor de zogenaamde mensenrechten. Er zijn dus geen twee soorten van mensen: mensen mét bezit en mensen zonder; er zijn alleen mensen met noden, alleen de doden hebben er geen. Mensen beschouwen als terecht bezitslozen is daarom mensen beschouwen als zijnde zonder noden, en dat is levenden voor doden aanzien.

Het is flagrant onjuist om te stellen dat de armen de rijken bestelen. Precies andersom zijn de armen diegenen die bestolen worden, en hun tekort alleen volstaat als een perfect bewijs daarvan. De rijken zijn diegenen die stelen en hun overschot aan bezit toont aan dat zij verantwoordelijk zijn voor het tekort dat anderen lijden. Hoe anders immers konden zij die stalen, rijk worden, en zij die bestolen werden, verarmen - hoe anders dan door te nemen en of ontnomen te worden?

Inbrekers opsporen en straffen kost fortuinen aan de staat die aldus andermaal beroofd wordt en het is dan ook om die reden dat hier ten lande intussen al enkele decennia geleden de wet op de bedelarij werd afgeschaft. Vroeger immers hoefde een arme drommel die wilde overwinteren alleen maar met zijn hoed op de hoek van de straat te gaan staan en hij werd opgepakt en kon de kwaadste koude maanden geheel zorgeloos gelijk de vogelen des velds in de cel vertoeven - vandaag moet hij voor kost en inwoon al een moord begaan.

Maar er is meer. Want wie dacht dat de staat het op inbrekers gemunt had, zal de jongste jaren zijn kijk op die zaak al grondig hebben moeten bijschaven. Inbrekers immers zijn in feite museumstukken uit de prehistorie, lieden om compassie mee te hebben, helden die hun leven wagen voor een appel en een ei en vaak ook armen die aldus zo moedig het deel opeisen dat hen onrechtmatig door uitzuigers allerhande wordt onthouden. Vandaag de dag zijn dieven van een heel ander slag. En we herinneren eraan, want vastgeroeste overtuigingen zijn bijzonder hardnekkig: het zijn allerminst de armen die de rijken bestelen.

De rijken zetelen in de banken; in feite zijn zij de banken, want zij hechten zich aan hun bezit gelijk mossels zich hechten aan hun schelp. En de banken werken niet, het zijn instrumenten van rijken die hun voordeel doen met de noden der noodlijdenden, en wij weten allen dat zij dat doen door de menselijke noden slechts ogenschijnlijk te lenigen. Ogenschijnlijk, want tijdelijk, en altijd onder bijzonder verraderlijke voorwaarden. Hulp bieden zij nimmer zonder daaruit grove winst te slaan - zo worden rijken rijker met rentenieren en zo ook lenen behoeftigen zich almaar armer.

Vandaag echter nemen de rijken geen vrede meer met die manier van stelen. Vandaag immers plunderen zij niet langer partikulieren doch ganse bevolkingen ineens. Vatte wie het vatten kan, maar vandaag is sprake van "noodlijdende banken". Niet dat banken honger hebben, dorst of kou - verre van, want honger, dorst en kou zijn heel natuurlijke noden en die zijn ook te lenigen. Vergeet het: banken hebben honger, dorst noch kou: banken kennen geen natuurlijke noden; banken hebben alleen nood aan geld, zij hebben zoals ook de aan drugs en vele andere zaken verslaafden, de onverzadigbare nood aan steeds meer geld. En wie zal die nood dan lenigen? Andere banken, zou men denken, maar niets is minder waar. De rijken, of de banken, willen dat hun onverzadigbare nood wordt gelenigd door de noodlijdenden zelf, de niet-bezitters of de armen. Het ene land moet het andere bijstaan, zo doen zij hun marionetten het zeggen vanuit de torens van hun dictatoriale politieke nepconstructies, terwijl zij niets anders bedoelen dan dit: de niet-bezitters moeten aan de slokops het laatste wat zij hebben offeren.

En hoe ongelooflijk braaf zijn toch de mensen dat zij zich dat telkenmale laten welgevallen. Is het domheid die hier voor zorgt? Of is het de bittere wetenschap dat hier volstrekt legale en niets of niemand ontziende, 'superieure' inbrekers aan het werk zijn en dat men zich gelukkig prijzen mag als zij, nadat zij alles hebben leeggeroofd, hun gepluimde slachtoffers verder min of meer intact achterlaten?

(J.B., 10 juni 2012)


26-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geloof en christendom. Enkele beschouwingen

Geloof en christendom. Enkele beschouwingen




1


Het christendom, of alvast een zekere interpretatie daarvan, ziet in het menselijk bestaan een welbepaald proces dat specifiek oriënterend werkt voor de gelovigen. Het uitgangspunt is, zoals trouwens in alle geloofsculturen, de vaststelling dat het bestaan allerminst een paradijs is, ofschoon het dat is waar men naar verlangt. Het verlangen naar het sublieme, het hoogst denkbare, het oneindige en het eeuwige zit ingebakken in het immer ontevreden mensdier en aan dit verlangen naar het goddelijke komen de religies tegemoet met een verhaal dat probeert uit te leggen waar die diepe kloof tussen het wenselijke en het feitelijke vandaan komt en hoe ze weer ongedaan gemaakt kon worden. Maar als men dan ziet dat de kerkelijke voorschriften voor een herstel van de hemel op aarde in feite neerkomen op het gebod tot gehoorzaamheid aan zijn superieuren, welke wereldlijke machthebbers zijn, dan hoeft men echt geen bolleboos te zijn om te beseffen dat men hier vakkundig wordt misleid en uitgebuit: middels een ondanks alles bijzonder geloofwaardig verhaal, laat de religieuze mens zich voor de kar spannen van zich religieus noemende leiders die pretenderen zelf net geen goden te zijn.


Het verhaal is zo misleidend omdat het een groot stuk waarheid bevat gekoppeld aan een even groot stuk verlangen naar het tegendeel daarvan en dus een verlangen naar de leugen. Het stuk waarheid bestaat zoals gezegd uit de vaststelling dat wij niet leven in een paradijs doch veeleer in een tranendal. Het verlangen naar de leugen of naar datgene wat helemaal niet bestaat, is onze verzuchting naar dat paradijs waarin geen leed meer is en zelfs geen dood. Wij kunnen ons met het feitelijke niet verzoenen en daarom streven wij naar het onwerkelijke, dat we bij tijden boven het feitelijke gaan verkiezen. En als dat gebeurt dan duikelen wij hals over kop in een droom die vaak kant noch wal meer raakt maar die ons tenminste van de harde feitelijkheid verlost, al was het maar voor de korte tijd die ons leven duurt. Vaak pas helemaal aan het einde van die rit komen wij weer met onze voeten op de grond terecht en moeten wij teruggeven wat wij ons onrechtmatig hadden toege-eigend, met name het paradijs op aarde.


In feite hoort de ware religie exact het tegendeel te zijn van datgene waarmee de vele godsdiensten en kerken doorheen de eeuwen leuren, en moet zij voor alles begaan zijn met de waarheid die immers noodzakelijk identiek is aan de godheid. Want als God bestaat, dan kan hij logischerwijze geen leugen zijn, en dan zal zijn wezen zich situeren in de werkelijkheid zelf, ook als onze werkelijkheid er een is van lijden en van dood. Maar de identificatie van het lijden en de dood met zijn tegendeel – de opstanding en het eeuwig leven – is echter pas mogelijk als zij door de betrokkene zelf wordt uitgevoerd. Het leed en de dood zijn met andere woorden niet zomaar vanuit zichzelf gelijk aan het eeuwig leven in goddelijke zaligheid; ze kunnen echter wel eengemaakt wórden door wie ook echt geloven dat zij één zijn. En meteen is hier duidelijk dat alle geheim van dit raadsel zich verschuilt in dat geloof zelf. Geloven is iets welbepaalds doen, het is iets in een welbepaalde zin veranderen, het is meer bepaald iets veranderen in zijn tegendeel, en waar dit gewoonlijk onmogelijk lijkt, wordt het niettemin mogelijk door het geloof en meer bepaald door het persoonlijk geloof, waarbij dan de persoon zichzelf zonder reserve in de waagschaal werpt: hij getuigt van de waarheid van wat hij beweert door het ook te doen of hij legt in wat andere bewoordingen getuigenis af van zijn geloof.


Hier duikt uiteraard onmiddellijk opnieuw de kwestie op van de sluwe leugen – het bedrog en het zelfbedrog – die wordt gecultiveerd ten koste van de waarheid: beliegen zij die getuigen van hun geloof zichzelf of bewerken zij inderdaad dat het leed en de dood gelijk worden aan het eeuwig leven? En verder: kunnen mensen dit wel, of is alleen een godheid daartoe in staat zoals bij uitstek de Messias? En hoe kunnen alle gelovigen dan van die 'toverij' van hun Messias profiteren door in zijn spoor te lopen en met hem de zevende hemel ingaan? Herhaalt zich hier dan geen verwisseling van het wenselijke met het feitelijke in een alleen maar meer verkapte vorm? Hoe de vork aan de steel zit is alvast helemaal niet meteen klaar en duidelijk te zien!


Met die onbeslistheid kan men geen tekst besluiten, zo kan alvast worden geanticipeerd op een weliswaar terecht protest. Maar het alternatief is de pretentie de waarheid in zijn bezit te hebben. Driewerf helaas en tot spijt van wie het benijdt kan de waarheid het bezit van niemand zijn.


2


Het feitelijke met het wenselijke in overeenstemming brengen door zijn wensen op te geven en vervolgens de feiten te accepteren, blijkt een christelijke levensweg waarbij het aanvankelijk geschuwde lijden en de dood niet langer worden uit de weg gegaan vanuit het inzicht dat zij als 'boete' kunnen functioneren en aldus het tegendeel van schuld genereren, en dat is verdienste.

Voortbouwend immers op het wraakprincipe van het jodendom blijkt ook het christendom zich met zijn principe der vergeving niet te hebben losgemaakt van dit dan toch bijzonder primitieve beginsel dat zich bij nader toezien vermetel verschuilt achter het mechanisme van schuld en boete hetwelke zich gespiegeld herhaalt in dat van verdienste en beloning.

Wanneer Eva en Adam gezondigd hebben dan worden zij bijna voorgoed uit het paradijs verbannen. Een Messias wordt hen beloofd door God de Vader, doch deze Heiland zal in de plaats van de mens met de bijzonder zware tol van zijn eigen leven betalen om de menselijke verlossing te kunnen bewerken – met minder kan de beledigde Vader kennelijk geen vrede nemen.

Of moest men dan aanvaarden dat het jegens de duivel was die de mens wist te verleiden, dat een schuld vereffend diende te worden? Het gaat hier hoe dan ook om rekeningen of, veeleer nog, om afrekeningen, aflossingen van schulden, betalingen of tol. Van de vergeving welke voor het christendom kenmerkend zou zijn alsook uniek in de geschiedenis van de ethiek, is hier in de verste verte hoe dan ook geen spoor te bekennen.


Christus bloedt voor onze zonden, Hij verduurt onrecht om het onrecht dat wij hebben verricht en nog verrichten, opnieuw recht te trekken en om aldus te herstellen wat eerst onherstelbaar leek. Vooral de Kerk houdt voor dat wij mensen niet tot vergeving in staat zijn zonder de genade van de Heer die voor het herstel van de zonde reeds heeft betaald in onze plaats. Als er al van vergeving sprake is, dan gaat het wel uitsluitend om de vergeving van de Heer jegens ons, mensen, want aan elkaar vergeven blijkt uiteindelijk niet zonder een goddelijke genade te kunnen lukken. Wel kan de mens aan het christelijke mysterie participeren door de imitatio Dei, de navolging van Christus, die immers in onze plaats weer goedmaakt wat Adam in onze plaats had verbrod.


In die zin kunnen ook wij alsnog het goddelijke in een verdorven wereld ingang doen vinden, al betalen wij daarvoor noodzakelijk een prijs, zoals eerst ook de Heiland een prijs betaalde om ons, mensen, terug te brengen tot de waarheid. Met Christus heeft zich de waarheid aan de mens geschonken – de waarheid die op zijn beurt door de mens aan de wereld geschonken dient te worden. Het in de wereld doen geboren worden van het ware – maar tevens van het schone en het goede en in één woord het goddelijke – wordt door ons betaald met onze arbeid en via deze weg ook met de inspanning die onze arbeid van ons vraagt: het leed dat ermee gepaard gaat en het leven zelf dat in het teken van dat werk geplaatst kan worden.


Zodoende hebben het lijden en de dood reeds de betekenis van een verrijzenis omdat zij dankzij de arbeid in navolging van de Heiland transformaties zijn geworden. Het leed is dan werkelijk niet langer leed omdat het niet voor niets gedragen wordt en op dezelfde wijze blijft evenmin het ganse leven vruchteloos. In dienst van een hoger doel – de ander die in het christendom wordt vergoddelijkt – krijgt ons leven zelf een zin en gaat het niet verloren. En men kan zich afvragen in alle ernst of hier de mens nog onderscheiden is van alle andere dieren, van de insecten en ook van de plantenwereld, waarin individuen immers in gelijkaardige altruïsmen zichzelf volkomen overstijgen in een heiligheid, door kunstenaars soms voelbaar gemaakt zoals in Igor Stravinsky's Le Sacre du Printemps.


3


Er is een bijzonder wrange kant aan het menselijk bestaan en die dankt zijn oorsprong aan het samenvallen van het ongeluk met het bewustzijn daarvan. Het ongeluk is de eindigheid, het gegeven dat niets of niemand volmaakt is en blijft duren en dat na de opgang een ondergang volgt en tenslotte de dood: de dood van geliefden welke ons geestelijk mee doet sterven met hen van wie wij houden en dan ook nog de eigen dood. Maar dit gegeven van hun onvolkomenheid en van hun eindigheid wordt door geen van alle levende wezens beseft, tenzij door de mens. Dieren die sterven, lijden weliswaar, maar zij denken niet aan het niet-zijn, het niet-meer-zijn of het nooit-meer-zijn. Men zegt dat zelfs runderen die naar de slachtbank worden geleid, geen idee hebben van wat hen te wachten staat, en dit zeer in tegenstelling tot de edellieden en de clerici op wie ten tijde van de Franse Revolutie de guillotine wachtte. Er zijn ter dood veroordeelde misdadigers die de kalmte bewaren als zij op hun plek van executie aankomen en er bestaan ook mensen die zeggen te verlangen naar de dood, al bedoelen zij misschien het einde van het lijden als dat nog slechts bereikbaar wordt geacht middels het einde van het leven omdat het leven enkel leed geworden lijkt. Een meer tragische tragedie is moeilijk te bedenken dan de teleurstelling die elk begoocheld en feitelijk belogen kind meemaakt als het eenmaal volwassen wordt en gaat beseffen dat de dagen van het leven dat het – in het beste geval althans – weliswaar geniet, geteld zijn. Bovendien blijft het ogenblik van de beëindiging van het bestaan voor elkeen volstrekt onbekend, wat heel concreet wil zeggen dat het altijd in de lucht hangt zoals ook het zwaard van Damocles: het zal ooit vallen, alleen weet men niet wanneer, en dit kan zich straks al voltrekken, of nu meteen, en de kans dat het gebeurt neemt mettertijd toe. Wie plannen maakt, mist de zekerheid dat hij ze ook zal kunnen uitvoeren. Wie schulden heeft, weet niet of hij ze tijdig zal kunnen inlossen. De eigen wil blijkt vaker te worden gedwarsboomd door een volstrekt blind lijkend lot waarvan ons de bedoelingen duister blijven, als die er al zijn. Het komt ons zelfs voor dat de oorsprong van het eigen bestaan waar wij zo aan hechten, het volstrekt ongewilde product is van een blind toeval dat het ook afbreken zal: door een plotselinge koorts, door de wielen van een tram, door samenzwering en door moord, door een blikseminslag of een clusterbom. Het bestaan waaraan wij vaak zozeer gehecht zijn, blijkt te worden mogelijk gemaakt en gedragen door dezelfde banale factoren die het ook in de weg staan en als wij een poos hebben kunnen leven, dan mogen wij van geluk spreken en dienen wij ons ook te realiseren dat wij nooit recht hadden op dit geluk omdat het gaat om 'geluk' in de betekenis van 'chance'. Als een stuk leven ons te beurt valt, dan mogen wij lachen want ons bestaan lijkt volstrekt overbodig. En te beseffen dat uitgerekend datgene waaraan wij de meeste waarde toekennen altijd en per definitie in de meest gewetenloze handen is – de handen namelijk van het blinde en doofstomme noodlot – geeft misschien wel de doorslag tot het nemen van die bijzonder irrationele beslissing waarbij wij ons onderwerpen aan de wil van een God.


Het irrationele kan immers niet met de rede worden bestreden. Een waanzinnige kan niet worden overreed omdat hij per definitie niet (langer) vatbaar is voor rede. Maar bij nader onderzoek, bevatten argumenten op zich reeds een irrationele factor die allerminst bijkomstig is omdat het hun machtsfactor is, en macht is niet rationeel doch luistert slechts naar het recht van de sterkste dat alleen maar slaat op de afwezigheid van recht, en dus luistert macht helemaal niet. Macht dwingt en zo ook is het de macht in de argumentatie welke ons dwingt om ons erbij neer te leggen en dat weten goede redenaars die dan ook spelen met de op die gronden altijd vage grens tussen redenen en drogredenen, welke ook de grens is tussen waarheid en leugen. Waar is ten langen leste altijd datgene waarvan getuigenis wordt afgelegd, datgene waarvoor iemand zich borg stelt met zichzelf en dus met zijn eigen leven. Zelfs waar men het waarheidscriterium zogenaamd wetenschappelijk bepaalt, is en blijft dit noodzakelijk een waardering, en dat is iets dat men aanneemt of toekent, een daad en dus iets waarvoor men verantwoordelijkheid draagt. Zich verantwoorden betekent antwoord geven op de vragen welke spontaan oprijzen vanuit de vaststelling dat hetgeen gedaan werd ook anders had kunnen gedaan worden, en wie zal zeggen wat het beste is? Alles blijkt tenslotte gissen en missen en dat proces is inderdaad irrationeel of ongestuurd en als het resultaten afwerpt, dan dankt het die aan de kracht die erin schuilt om door te gaan met proberen tot iets lukt. Misschien is het geloof dit doorgaan met proberen zonder welk het nagestreefde geluk onmogelijk is. Het irrationele als beantwoording van het irrationele blijkt aldus op zijn minst verantwoordbaar en over hen die op dit punt verantwoordelijkheid opnemen, kon men zeggen dat zij geloven en dat zij zich aldus borg stellen voor een waarheid die alvast zijzelf voor 'de' waarheid houden zonder meer.


4


Het dichten van de kloof tussen het wenselijke en het feitelijke kan gebeuren middels een of ander religieus verhaal, maar of die zoete en dikwijls ook bedrieglijke troost, de waarheid heten mag, valt nog te bezien. Hoe dan ook gaat het in de godsdienst om verhalen die de rede overstijgen maar dat blijkt misschien ook wel nodig voor het vormen van een antwoord op de grondeloosheid van ons bestaan. Maar er is nog een ander en veel sterker argument om te geloven en dat heeft aanvankelijk slechts heel weinig te maken met de vraag naar waarheid en nog veel minder met de kwestie van de bewijsbaarheid. Deze vorm van geloven heeft zelfs lak aan de zich alom opdringende eis om allerlei wetenschappelijke metingen en bewijzen en als het moet, dan handelt hij daar zelfs recht tegen in. Toch blijkt uitgerekend dit argument veruit het meest spectaculaire én overtuigende. Het gaat hier om het argument van het verzet omwille van het recht.


Weliswaar worden wij in ons bestaan geconfronteerd met het lijden en met de dood, maar men zou kunnen zeggen dat ook de dieren en de planten die ellende kennen en moeten ondergaan omdat zij inherent is aan het leven: zonder de dood zouden de levende wezens zich alras in vele lagen opstapelen op aarde en zonder pijn zouden zij in sneltempo verdwijnen. Vormen het lijden en de dood dan ernstige beperkingen voor het aardse leven, dan kan men zich tegelijk onmogelijk een wereld voorstellen waarin die beperkingen er niet waren en derhalve kan men eigenlijk niet eens zeggen dat ze een kwaad betekenen op zich. Als het lijden en de dood al kwaad kunnen bevatten, dan situeert zich dit kwaad in elk onrecht dat zich van deze twee bedient. Wanneer de ene mens de andere het hoofd inslaat, dan is niet een veel te dunne schedel verantwoordelijk voor die tragedie maar wel de geweldenaar die immers zelf verantwoordelijk is voor zijn daad.


Als dagelijks twintig duizend kinderen omkomen van de honger, dan is niet een tekort aan voedsel verantwoordelijk voor hun wrede lot want een tekort aan voedsel kan zich niet verantwoorden, trouwens evenmin als een mens zonder voldoende hersenen of beroofd van de vrijheid en de middelen die nodig zijn om aan die wantoestanden te verhelpen. Als elke dag opnieuw zoveel kinderen sterven dan is dit geen tegenslag maar wel een aanslag, een onrecht dat hun door anderen wordt aangedaan, en uitgerekend door diegenen die aan de noodlijdenden de toegang tot de levensnoodzakelijke voedselbronnen verhinderen. In alle duidelijkheid doen zij dat effectief door de machinerie te ondersteunen die de zwaksten van de levensmiddelen afhoudt, en voor de heel slechte verstaanders: die machinerie is inderdaad die van het geld die het moordende principe van de wraak in leven houdt.


Geloven betekent dan niets minder dan de wil om mens te zijn, en dat is de wil om zich te kunnen verantwoorden, en dat houdt hier bij uitstek in: de radicale weigering om nog langer mee te werken aan de moordpartijen georganiseerd door het gouden kalf en al zijn handlangers in het geïnstitutionaliseerde wraakprincipe. Er bestaat immers geen enkel excuus meer voor ongeacht welke mens die bij zijn volle verstand is, die vrijheid geniet, en die beschikt over minimale werkingsmiddelen. Er bestaat geen enkel excuus voor hem jegens het kind dat dankzij de hedendaagse communicatiemiddelen letterlijk voor zijn ogen van de honger sterven moet. Er bestaat geen excuus voor hem als hij de geldhandel in ere houdt zoals voordien, als hij doorgaat met geven en vooral ook nemen volgens het principe van het recht, het beginsel van schuld en boete, de regel van 'voor wat hoort wat' die pretendeert de orde te handhaven terwijl hij noodlijdenden links laat liggen. Er bestaat geen excuus voor hem die zich in deze regels inmetselt, want op die manier voorwaar graaft hij zich in, in zijn eigen graf.


Niet mis te verstaan is het persoonlijke bezit zelf het schuldbewijs aan kindermoord door uithongering. Men hoort dus niet te pronken met zijn bezittingen. In het licht van de waarheid tonen zij hun ware gelaat: het veel te grote huis dat, nu de kerken worden gesloopt, de kathedralen in omvang overbluft; de blinkende doodrijder waarvan de uitlaatgassen lood bevatten en benzeen die de hersenen aantasten en aldus de levenskansen drastisch beperken van de minder gegoede en op straat levende jeugd; de eretitels die eerzuchtigen aan elkaar toekennen in de ongeremde graaicultuur van ons-kent-ons, de vakantie-oorden waar men op zijn wenken wordt bediend, de dure merkkledij en al die andere indrukmakerijen. Men moet er niet mee pronken want in het licht der waarheid blijken zij samen met elk ander (overtollig) persoonlijk bezit het schuldbewijs voor moord en de roep om straf. Moge de Heer ons genadig zijn!


5


De kloof tussen het wenselijke en het feitelijke wordt alras gedicht eenmaal men inziet hoe men dat zogenaamde wenselijke in feite niet kan wensen omdat het aanvankelijk gewenste in het licht van de waarheid van zijn illusoire sluier wordt ontdaan en zich toont in zijn ware gedaante: het nagestreefde schijngeluk, de luxe en de rijkdom blijken immers niets anders dan een schuldbewijs inzake de voortdurende aanslagen gepleegd op de zwakken en de armen. De noodlijdenden hebben datgene tekort wat de rijken in overschot bezitten en waar deze laatsten aan de zwakkeren de toegang tot de levensmiddelen onthouden, dienen zij alleen die vormen van recht en orde welke ontspringen aan het geldwezen, het gouden kalf, het wraakprincipe of de machinerie welke het bestaan voorwaardelijk maakt op de manier waarop Lucifer dat eens bepaald heeft op een hoge berg: "Alle wereldse rijkdommen die gij van hieruit kunt zien, zullen de uwe zijn van zodra gij voor mij knielt!" Niet langer heeft de mens natuurlijkerwijze recht op leven: zijn recht op het levensnoodzakelijke voedsel, het onderdak, de kleding en de vele andere beschermingen wordt immers niet langer bepaald door zijn nood hieraan, maar wel hangen zij af van het feit of hij hiervoor betaalt met de munt waarop het beeld prijkt van de machthebber. De natuur die ons het leven geeft, wordt derhalve voortaan gedwarsboomd door een wereldheerser die ons de (levens)weg verspert en die een knieval eist. De knieval komt neer op het betalen van een tol en het geld dat voor die betaling nodig is kan worden 'verdiend' in de wereld die door de duivel vastgelegde wetten volgt. In de praktijk betekent dit dat wie zijn leven lief is, mee moet werken aan het bastion van de satan. Elk verzet tegen die gang van zaken wordt hierdoor bijzonder zwaar.


Maar op dit punt gekomen blijken wij alsnog te kunnen kiezen, en meer bepaald kunnen en moeten wij ook kiezen tussen, enerzijds, de wereldse voorspoed die ons ontegenzeggelijk met een zware schuld belaadt en, anderzijds, de barmhartigheid, het mededogen met onze medemensen en het lenigen van hun noden met de middelen welke voorhanden zijn. Wij worden weliswaar verleid om dat overschot aan middelen anders aan te wenden en om ermee te pronken, maar slechts de waarheid behoeven wij om in te kunnen zien dat die pronkzucht een verkapping van de moordlust is en dat alle attributen welke de wereldse rijkdom illustreren, schuldbewijzen zijn in de gigantische tragedie van de mensheid welke zich kennelijk voltrekken moet als een strijd tot het bittere einde tussen de goede en de kwade machten.


In dit klare licht dat de waarheid ten slotte is, vinden wij dan ook het aanzicht van de waarheid, welke het gelaat van Christus is: de medemens in nood die om erbarmen vraagt, en zijn smeekbede betreft zelfs niet vooreerst de vraag tot het lenigen van zijn honger, maar eigenlijk gaat zij onszelf aan: onze ziel die, in zo'n zware schuld versmacht, op redding wacht, op de Messias die zich uitgerekend daarom toont als mens in nood. Zo leidt de caritas ons op het rechte pad: wij schenken onze rijkdom weg en zo ook bevrijden we ons van die lasten die een moordenaar tot in de eeuwigheid moet torsen in het diepste dal der hel. Zo simpel is het christendom en ook zo waar, eenmaal het licht van Sinksen alles met zijn klaarte van de duisternis bevrijdt.


(J.B., aan de vooravond van Pinksteren 2012)







15-05-2012
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Agnosticisme

Agnosticisme

Ik herinner me nog van op school dat ons in een godsdienstles werd gevraagd of wij al dan niet gelovig waren. En uiteraard heb ik het nu over de periode ná het tijdperk waarin het 'vanzelfsprekend' was dat men geloofde. In het tijdperk van het vanzelfsprekende geloof had immers niemand het gewaagd om zich voor een ketter uit te geven want de gevolgen daarvan waren al te drastisch. Maar het tijdperk van de religieuze hypocrisie is niet het onderwerp van dit epistel.

Ons werd gevraagd of wij gelovig waren of niet, en daaronder moest dan worden verstaan: de vraag of wij geloofden in een leven na de dood. Wij dachten ernstig na over die vraag en alras waren er leerlingen die beweerden dat zij geloofden, terwijl anderen zegden helemaal niet te geloven en nog anderen geraakten er niet uit. Die laatste categorie van twijfelaars werd door de leraar eigenlijk wat meewarig bejegend en hij zegde dat zij beter moesten nadenken, zodat het wel leek alsof hun onbeslistheid een gevolg was van een zekere luiheid. Ikzelf vond dat ik echt geloofde en bovendien vond ik dat ik gelijk had en dat de ongelovigen niet diep genoeg nadachten over het probleem. En wat het statuut der twijfelaars betreft, sloot ik me aan bij de mening van de leraar. De 'logica' was als volgt: wie onbeslist blijft, is te lui ofwel te laf om te kiezen, want wie een keuze maakt, moet die keuze ook kunnen verdedigen en dat vraagt heel wat argumenten, inspanningen, risico's en verantwoordelijkheden.

Dat het aangehaalde argument tegen de twijfelaars allesbehalve logisch was, ontging me in die tijd volkomen. Zoals blijkbaar alle anderen, zag ook ik niet in dat een daad niet kan verantwoord worden op grond van alleen maar de inzet die hij vraagt en dat hij, eensgelijks, niet kan verworpen worden op grond van alleen maar het gegeven dat hij tot niets verplicht. Bovendien kwam het niet in me op om te veronderstellen dat het wel eens zo kon zijn dat, eens het geloof niet langer een must was, men ons tegelijk met die keuze tussen geloof en ongeloof wilde strikken in gloednieuwe en veel minder goed zichtbare netten. Hoe dan ook deed men ons kleur bekennen en in feite betekende dit dat wij werden onder druk gezet om te gokken.

Gokken is een lelijk woord maar het is niettemin ook in de onderhavige materie van toepassing, en wel in niet geringe mate! Als iemand de vraag krijgt voorgeschoteld of hij al dan niet gelooft in een leven na de dood, dan verwondert het mij nu ten zeerste als die persoon antwoordt dat hij gelooft of niet gelooft, want in elk geval kan niemand weten of hem na zijn dood nog iets te wachten staat, om de heel eenvoudige reden dat niemand ooit opstond uit de doden om het ons te komen verklappen. Er zijn uiteraard wel altijd mensen geweest die beweerden uit de doden te zijn opgestaan, of mensen die zegden anderen uit de doden te hebben zien opstaan, maar daar heeft men uiteraard zelf niets aan want de meest onzinnige zaken worden nu eenmaal beweerd. Beantwoordt iemand de vraag naar het leven na de dood daarentegen met slechts de bevestiging dat hij het antwoord op die vraag niet kent, dan komt dit bij sommigen alsnog over als 'onvoldoende', waarmee dan uiteraard geïnsinueerd wordt dat er op elke vraag een antwoord bestaat. Intussen weten wij echter al dat de taal ons toelaat om vragen te stellen die in feite slechts schijnvragen zijn: zij klinken zoals vragen en grammaticaal gezien zijn zij dat ook, maar in wezen slaan zij op twee keer niets. De vraag of God bestaat, is er zo een, omdat de steller van de vraag hoe dan ook begrippen gebruikt die hij zelf niet definieert. En de vraag naar het leven na de dood is in een gelijkaardig bedje ziek omdat de dood sowieso het leven uitsluit, anders was hij niet de dood. Alle discussies welke hierover alsnog worden gevoerd, zijn te herleiden tot begrips- en nog andere verwarringen.

Dat men ons onder druk zet om te gokken van zodra men ons 'dwingt' om stelling te nemen inzake 'het geloof', is misschien wel een in onschuld verkapte list met het oog op het engageren van personen in zaken waarvan zij in feite het fijne niet weten. Zij worden gelijk paarden voor een kar gespannen terwijl zij niet weten wat er op de kar ligt, van wie het is, waarheen ze de vracht zullen brengen, waartoe dat alles zal dienen en of het nu goed is ofwel slecht wat ze zodoende verrichten. Edoch, op zich is gokken zonder twijfel volstrekt immoreel omdat wie gokt het eigenste lot afhankelijk maakt van een geheel ongegrond gegeven terwijl een mens toch principieel beschikt over de mogelijkheid om na te denken over zijn zaken. Wie gokt, doet derhalve alsof hij niet nadenken kan en aldus houdt hij in feite zichzelf voor de gek. En het dringt blijkbaar niet eens tot ons door dat het tot gokken is dat wij worden aangespoord als men ons vraagt of wij geloven. We denken er niet eens aan dat onze gok ons tot een specifiek engagement verplichten kan. Meer nog: we realiseren ons zodoende zelden dat het anderen zijn die ons warm maken, en dan nog voor zaken waarvan wij geen flauw idee hebben wat zij in feite inhouden.

Ja, als men ons de vraag stelt of wij al dan niet geloven, waarbij tevens de mogelijkheid van de twijfel niet geduld wordt, en wij beantwoorden die vraag zoals van ons ook wordt verlangd, dan heeft men ons in feite reeds in supporters omgeturnd - supporters van de een of andere ploeg of zaak of ideologie. En supporters zijn per definitie lieden welke ondersteuning bieden aan een zaak: zij vechten voor een zaak die zij de hunne achten, net zoals een paard trekt aan de kar die het de zijne waant.

In feite zit er op de kar een stuurman die het trekdier bij de teugels gidst en hij bepaalt waarheen de kar gebracht wordt - het paard hoort dom te blijven en trekken is zowat alles wat het doen mag. Of beter: alles wat het doen moet, zij het dat ook die verplichting werd verkapt. En zo blijft het trekbeest in de waan van een vrijheid die helemaal niet de zijne is. Net zoals een mens die volhoudt te geloven, zich beroept op een hiernamaals dat hij allerminst bezit en dat hem zelfs zijn hiernumaals dreigt te ontvreemden.

(J.B., 15 mei 2012)




Foto

Foto


Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Kerststal 2021

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Zo zweeft de wereld

Van ruilmiddel tot god




Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto

Foto



Foto

Foto

Foto

Foto

Koningin Elisabethwedstrijd
 2013
voor Piano:
http://www.cmireb.be/nl/ 


Foto

 

http://fieldliberation.wordpress.com/ 
http://threerottenpotatoes.wordpress.com/news/ 

Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie:

http://naturalsociety.com/safety-group-blows-lid-on-secret-virus-hidden-in-gmo-crops/ 





Foto

Foto

Foto

Foto

Inhoud blog
  • Over de dood
  • Dovemansgesprekken - Aflevering 2.
  • Dovemansgesprekken
  • De leer van Augustinus - Aflevering 6.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 5.
  • De tijd
  • De leer van Augustinus - Aflevering 4.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 3.
  • José Mujica en Leo XIV
  • De leer van Augustinus - Aflevering 2.
  • De leer van Augustinus - Aflevering 1.
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 3
  • Over de illusie van kennis - Aflevering 2
  • Over de illusie van kennis
  • Werkplekken Leo 14
  • De pausverkiezing en de kippen zonder kop
  • https://queenelisabethcompetition.be/en/competitions-details-watch-listen/events/piano-2025/
  • https://koninginelisabethwedstrijd.be/nl/nieuws/volg-pianowedstrijd-vanaf-eerste-ronde-live/
  • competitie
  • Macht en geweld
  • Herdenking: 12 jaar na de milieuramp van 4 mei 2013
  • Struisvogelpolitiek in Wetteren (d.d. mei 2013)
  • sv bespr pdf
  • Blasfemie
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 6
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 5
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 4
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 3
  • Shostakovich: Strijkkwartetten en Pianokwintet
  • De gevaarlijke kerk - Aflevering 2
  • De gevaarlijke kerk
  • De mot in het geloof - Aflevering 6. Martelaarschap en hypocrisie
  • De mot in het geloof - Aflevering 5. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 2)
  • De mot in het geloof - Aflevering 4. Costica Bradatan over sterven voor een idee1 (vervolg 1)
  • De mot in het geloof - Aflevering 3. Costica Bradatan over sterven voor een idee
  • De mot in het geloof - Aflevering 2.
  • De mot in het geloof
  • De alerte lezer: het schrikkeljaar van Stijn Streuvels
  • De aanbidding der wijzen, c.1455 (eiken paneel) (The Adoration of the Magi, c.1455 (oak panel)) Rogier van der Weyden
  • Mattheuspassie Bach
  • Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)
  • Trump en Harvard
  • Hedendaagse kunst: Dirk D'Hulster: De geboorte van de oorlog
  • Audio-visuele installatie
  • Cryptofascisme
  • Verschijnt binnenkort-
  • De transformatie van de wereld
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 9: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg 2 en slotwoord)
  • Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 8: Het propagandamodel en zijn vijf filters (vervolg: de derde filter)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 7: Het propagandamodel en zijn vijf filters
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 6: Het voorwoord van de auteurs
  • MANUFACTURING CONSENT vandaag in de praktijk:
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld Aflevering 5: Actualisering van de casestudies (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 4: Actualisering van de casestudies
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 3: Actualisering van het propagandamodel
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 2: Inleiding (vervolg)
  • Manufacturing Consent (Chomsky & Herman) Over de leugenfabriek van de demon van het geld - Aflevering 1: Inleiding
  • Een synthese van: Noam Chomsky & Edward Herman:
  • Sergej Prokofieff, Symfonie nr. 5 ('Oorlogssymfonie')
  • Gounod, Faust, soldats
  • Gounod: Faust - Le veau d'or
  • Jaap Kruithof, Het neoliberalisme, achterflap
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 18: Strategie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 17: Orde
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 Aflevering 16: Ideologie en ethiek
  • Jaap Kruithof, citaat
  • Jaap Kruithof
  • Jaap Kruithof: Het neoliberalisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 15: Televisie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 14: Entertainment
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 13: Individualisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 12: Veiligheid
  • Requiem for the American Dream with Noam Chomsky
  • Tempus fugit (duo Menguy-Le Pennec)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 11: Deportatie, apartheid of pluralisme
  • psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 10: Het fort Europa, apartheid en fascisme
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 9: Nationalisme
  • Spielt auf nun zum Tanz! (Andermaal Van Togenbirger)
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 8: De nieuwe politieke cultuur
  • Jaap Kruithof--
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 7: Democratie
  • Kruithof, Jaap -
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 6: De jungle versus de overheid
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 5: Privatisering
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 4: De economische dictatuur
  • Het lezen waard:
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 3: Politieke en maatschappelijke veranderingen
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme - Aflevering 2: Een veranderende economie
  • Jaap Kruithofs analyse van het neoliberalisme1 - Aflevering 1: De opmars van het kapitalisme
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 3: Het alternatief is de muur
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden” - Deel 2: “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen”
  • Satyagraha
  • De wet, zijn letter en zijn geest
  • Het lezen waard: DWM, lezersbrief van S. De Meulder
  • “Wie zijn leven prijsgeeft, zal het behouden”
  • “Vrijwillige legerdienst”!?
  • De fraude en de dood - Een gesprek met Omsk Van Togenbirger
  • "Kom op tegen fraude"
  • De waarden van de windhaan
  • Oorlogavond
  • Kaos
  • Kaos ( Paolo Taviani & Vittorio Taviani, 1984) Vose 1
  • Superbia - Over een nog helemaal niet in kaart gebracht probleem
  • Het nieuwe verhaal
  • George Orwell
  • Homeros: Odysseus (film 1997)
  • Sisyphus en Simone Weil
  • De mythe van Sisyphus van Albert Camus
  • Over wolven en schapen
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 11. Over het lot van activisten
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 10. Mensenrechtenactivisme, een bedreiging voor de gevestigde orde
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 9: De dwingende conclusie
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 8: De arts, zijn Orde en de WHO
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 7: Een vurig protest tegen de omerta
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 6: Een ontmaskering van het totalitarisme
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 5: Over heldenmoed
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 4
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 3
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte) - Aflevering 2
  • Schuldig verzuim (Jean-Paul De Corte)
  • Schuldig verzuim 1
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 2. Intermezzo
  • Het psychisch vacuüm - Aflevering 1. De wereldoorlog, de kwantumtheorie en het Mystieke Lam
  • De splijtzwam en het schip der dwazen
  • God en de oorlog
  • Het fascisme, gisteren en vandaag
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-maga-granny-weigert-trumps-gratie-voor-bestorming-capitool-we-zijn-die-dag-in-de-fout-gegaan~a032fdd8/
  • https://www.hln.be/buitenland/een-dag-na-trumps-inauguratie-beloven-rusland-en-china-relaties-naar-hoger-niveau-te-tillen~a9450138/
  • https://www.hln.be/buitenland/achttien-staten-vechten-trumps-afschaffing-van-geboorterecht-aan-hij-kan-grondwet-niet-zomaar-aan-de-kant-schuiven~aca34aac/
  • https://www.hln.be/buitenland/kijk-bisschop-haalt-uit-naar-trump-tijdens-dienst-en-het-staat-nieuwe-president-duidelijk-niet-aan~a3e91958/
  • Executies
  • Een gigantische opstand in het verschiet?
  • Democratie en immoraliteit
  • Ongewenste mensen
  • p p5
  • Niet Trump komt aan de macht maar Mammon
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 5.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 4.
  • Trump
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 3.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 2.
  • Over verrechtsing en oorlog - Aflevering 1.
  • Pieter Brueghel de Oude, De parabel van de blinden (1568)
  • De mens en zijn maskers
  • Informatie en Big Brother
  • Sibelius Vioolconcerto
  • Over het lot van de mens - 21. 28 december
  • Over het lot van de mens - 20. Opstand
  • Over het lot van de mens - 19. Het lot, het doel en de onbestemdheid
  • Over het lot van de mens - 18. De waarheid in pacht hebben
  • Het ingebeelde universum (Ludo Noens)
  • Moreels
  • Over het lot van de mens - paragraaf 17 (12)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 16 (11)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 15 (10)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 14 (9)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 13 (8)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 12 (7)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 11 (6)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 10 (5)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 9 (4)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 8 (3)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 7 (2)
  • Over het lot van de mens - paragraaf 6 (1)
  • Krieg und Leichen
  • Over het lot van de mens - paragraaf 5
  • Over het lot van de mens - paragraaf 4
  • http://www.dirkdhulster.org/
  • Over het lot van de mens - paragraaf 3
  • Over het lot van de mens - paragraaf 2
  • Over het lot van de mens - paragraaf 1
  • LGBTQIA+, geen minderheid?
  • Euthanasie, sedatie en menswaardigheid
  • Pijnstillers
  • De hergeboorte van de kwakzalverij
  • Hoog in een kuuroord
  • De zwarte paus - Zo werkt extreemrechts (artikel d.d. 8 juni 2020)
  • En liegt de laatste paus dan niet? (een artikel d.d. 29 juli 2013)
  • Fundeert het katholicisme onze beschaving? (10-22 november 2019)
  • Wereldbeeld en diagnose
  • jp c f m
  • dein Geld-
  • Verkapte euthanasie
  • Tijdelijkheid
  • Oh dichosa ventura
  • De 'goede moord'
  • Jan Vingerhoets: Het smeulende gevaar van de nieuwe censuurwet:
  • Verweerschrift huisarts Jan Vingerhoets
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 3)
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie (aflevering 2)
  • Bericht aan de lezer
  • De criminele creatie van de allerkostelijkste illusie
  • Rach 2
  • Het gewicht van verwachtingen (deel 5)
  • Met ijzeren staven
  • toren
  • Ludo Noens, Het ingebeelde universum. De ontregelende confrontatie met het onmogelijke. Enkele beschouwingen.
  • Nosferatu

    Archief per week
  • 19/05-25/05 2025
  • 12/05-18/05 2025
  • 05/05-11/05 2025
  • 28/04-04/05 2025
  • 21/04-27/04 2025
  • 14/04-20/04 2025
  • 07/04-13/04 2025
  • 31/03-06/04 2025
  • 24/03-30/03 2025
  • 17/03-23/03 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 24/02-02/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 10/02-16/02 2025
  • 03/02-09/02 2025
  • 27/01-02/02 2025
  • 20/01-26/01 2025
  • 13/01-19/01 2025
  • 06/01-12/01 2025
  • 30/12-05/01 2025
  • 23/12-29/12 2024
  • 16/12-22/12 2024
  • 09/12-15/12 2024
  • 02/12-08/12 2024
  • 11/11-17/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 14/10-20/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 26/08-01/09 2024
  • 12/08-18/08 2024
  • 05/08-11/08 2024
  • 29/07-04/08 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 08/07-14/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 10/06-16/06 2024
  • 03/06-09/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 13/05-19/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 22/04-28/04 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 08/04-14/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 08/01-14/01 2024
  • 01/01-07/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 03/07-09/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 12/09-18/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 29/09-05/10 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 24/12-30/12 2007
  • 10/12-16/12 2007
  • 12/11-18/11 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 09/07-15/07 2007
  • 02/07-08/07 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 11/12-17/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 26/09-02/10 2005
  • 27/11-03/12 2000
  • 06/11-12/11 2000
  • 25/09-01/10 2000
  • 29/05-04/06 2000
  • 22/05-28/05 2000
  • 24/04-30/04 2000
  • 31/01-06/02 2000
  • 25/10-31/10 1999
  • 28/02-06/03 1994
  • 19/03-25/03 1990
  • 12/03-18/03 1990
  • 05/02-11/02 1990
  • 30/04-06/05 1984
  • 02/04-08/04 1984
  • 12/03-18/03 1984
  • 21/09-27/09 1981
  • 29/06-05/07 1981
  • 30/03-05/04 1981
  • 02/02-08/02 1981
  • 08/12-14/12 1980
  • 24/11-30/11 1980
  • 17/11-23/11 1980
  • 10/11-16/11 1980
  • 03/11-09/11 1980
  • 08/09-14/09 1980
  • 19/05-25/05 1980
  • 10/03-16/03 1980
  • 18/02-24/02 1980
  • 04/02-10/02 1980
  • 28/01-03/02 1980
  • 10/12-16/12 1979
  • 19/11-25/11 1979
  • 15/10-21/10 1979
  • 17/09-23/09 1979
  • 06/08-12/08 1979
  • 12/03-18/03 1979
  • 27/02-05/03 1978
  • 06/02-12/02 1978
  • 30/01-05/02 1978
  • 25/12-31/12 1978
  • 12/12-18/12 1977
  • 05/12-11/12 1977
  • 03/10-09/10 1977
  • 30/05-05/06 1977
  • 02/05-08/05 1977
  • 14/02-20/02 1977
  • 15/11-21/11 1976
  • 12/01-18/01 1976
  • 08/12-14/12 1975
  • 10/11-16/11 1975
  • 07/07-13/07 1975

    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto


    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2000
  • 1999
  • 1994
  • 1990
  • 1984
  • 1981
  • 1980
  • 1979
  • 1978
  • 1977
  • 1976
  • 1975





    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs