Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
28-03-2014
Duizend bommen en granaten!
Duizend bommen en granaten!
Een conferentie hier, een conferentie daar, een milieutop, de Olympische Spelen, gastheren die elkaar overtroeven met machtsvertoon en show, spektakels om van te snoepen, een dank u hier en een dank u daar. Het duurt allemaal totdat ze er genoeg van hebben en dan is het tijd om elkanders tanden uit te slaan. De ander is begonnen! Hij doet iets wat niet mag! Ik was hier eerst! Dit is altijd al het onze geweest! U mag niet over de grens! Let op wat u zegt! Zij steunen terroristen! Sancties zullen volgen! U bent gewaarschuwd!
Maar dan zijn er nog de media, de mensen kijken toe, de ruziemakers moeten proberen hen voor zich te winnen en de Amerikaan doet niets anders dan wat ze dezer dagen allen doen, de potentaten: hij hangt de weldoener uit, demoniseert zijn vijanden, hij probeert ons zijn gelijk en derhalve zijn ruzie met de Rus te verkopen want het drama speelt zich weer af in onze eigen achtertuin.
Verkopers, dat zijn ze in de eerste plaats en stuk voor stuk. Neem nu de paus. De man laat weten aan de pers dat hij, overeenkomstig het Evangelische gebod, zijn linkerhand niet laat weten wat zijn rechterhand geeft, en derhalve bloklettert men dat Sint-Franciscus, want dat is de heilige voor wie hij zich uitgeeft, in het verborgene aalmoezen schenkt aan de armen. Ja, met een viertal daklozen gaat hij zelfs een keer dineren in een chic Romeins restaurant, voor de rest gevuld met de internationale pers. Wat later dan en ter gelegenheid van de jongerendagen in Rio past hij, naast de kerkelijke dotatie, uit eigen zak zomaar eventjes drie miljoen euro bij. Alleen een dement oudje durft het luidop te denken: drie miljoen euro, maar dat is een dozijn keren het groot lot! Mijn Heer en mijn God, geldt de parabel van de rijke jongeling dan niet voor uw plaatsvervanger hier op aarde?
Poetin in zijn speech legt uit aan zijn publiek dat de Krim altijd bij Rusland heeft gehoord en is dat geen waarheid als een koe? Een onoplettendheid van Nikita Chroesjtsjov die de Krim schonk aan zijn geboorteland, de Oekraïne, maakte dat Rusland die ooit kwijtraakte: wie had immers durven denken dat de Sovjet-Unie zo'n kort leven was beschoren, terwijl haar einde behalve de Oekraïne ook de Krim van haar verloste? Alleen verzweeg de hedendaagse tsaar dat sinds de dertiende eeuw deze Krim bevolkt was met Tataren: Turkse moslims die in 1945 door Stalin uit hun huizen werden gesleurd, gedeporteerd werden en vervangen door rijke Russen die nu in dat fameuze referendum voor aansluiting bij hun land van herkomst stemden. Geen nood: de toehoorders kennen de geschiedenis niet, men kan dezer dagen ongestraft ongeacht wat verzwijgen.
Neem nu het verhaal van Obama met zijn zo vreedzaam Amerika dat de voorrang geeft aan diplomatie, dat de zwakken beschermt en de vrijheid en de gelijkheid van elke burger. Misschien kunnen we beginnen met dat laatste en mogen we dan ook in volle vrijheid naar waarheid opmerken dat de koning van het kapitalisme zijn toespraak gaf in een paleis voor de beau monde van de Europese hoofdstad, zijnde welgeteld tweeduizend genodigden? De televisiekijkers onder ons konden deze echo van het kapitaal horen zeggen tot de kleine club van rijkeluizen kennelijk zomaar gelijkgesteld met Europa zonder meer dat hun welstand te danken is aan de samenwerking met Amerika, economisch én militair. Over het moeras van armoede waarin de 'rest' van het continent dreigt weg te zinken, geen woord. En bracht hij die ochtend zelf niet een bezoek aan de VS-enclave in Waregem, waar driehonderdachtenzestig Amerikaanse gesneuvelden liggen uit de Eerste Wereldoorlog? Driehonderdachtenzestig van de vele miljoenen is misschien niet veel maar Amerika is er ook maar ingestapt in 1917, net zoals China, toen de strijd in feite al gestreden was. Mag het ook gezegd, tussen die 'geschiedenislessen' in, dat Rusland met ons was van bij de start? Ook in de Tweede Wereldoorlog waren de Russen onze bondgenoten en zij offerden zowat twaalf miljoen burgers om ons voor het fascisme te behoeden. Amerika leed relatief geringe verliezen, godzijdank, en op Pearl Harbor (in Hawaï) na, bleef het grondgebied van de VS intact.
Stoute tongen beweren dat de VS er tot op heden in geslaagd zijn om hun oorlogen in andermans achtertuintjes te gaan voeren en dat de Amerikaanse burgers zich vermaken met reality-TV. Het land van de diplomatie, zo spotten zij, is overigens het enige dat ooit atoombommen heeft gegooid en dan nog op burgers, maar zij kunnen ongetwijfeld uitleggen waarom zulks dan noodzakelijk was. Wij zullen de laatsten zijn om hen bij te treden, maar het zou de waarheid geweld aandoen het te ontkennen: aan de beau monde een selectieve bloemlezing uit hun eigen, wat bijgeschaafde geschiedenis presenteren in functie van het recruteren van vers bloed en geld voor militair geschut, men moet maar durven. Coca-cola bindt de strijd aan met obesitas. Wedden dat het Obamapubliek van heden hier gisteren zat mee te zingen met Jacques Brel van Les bourgeois en met de artistieke aanklagers van de genocide op de Indianen van Noord-Amerika die tot vandaag in zogenaamde reservaten mogen wonen?
De Europese politiekers buigen gelijk knipmessen voor het machtsvertoon, zij jubelen nerveus, meesmuilen over chocolateandbeer terwijl in de contracten die zij tekenen, zij aan de nieuwe wereldheerser het leven van onze kinderen verkopen.
Of heb ik dan iets over het hoofd gezien?
(J.B., 28 maart 2014)
27-03-2014
Een feest voor het oog...
Een
feest voor het oog...
Vijfhonderd
jaar geleden schreef Niccolò Machiavelli (1469-1527) voor Lorenzo II
de Medici, vorst van Florence, Il
Principe: een boekje met raadgevingen
over hoe een vorst moet heersen. Een van zijn deviezen luidt dat een
staatshoofd dat geliefd wil zijn, er vooreerst moet voor zorgen
gevreesd te zijn en derhalve maakt hij zich geliefd door wreedheid.
Dat
de recente afluisterschandalen van de Amerikaanse National
Security Agency berusten op feiten, is
heel waarschijnlijk, maar ook als het alleen maar om geruchten ging,
dan misten ze alvast allerminst het door geen heerser te versmaden
effect van de schijn
van zijn alwetendheid. Want als de alwetende alleen al met zijn
aanblik ontwapent, dan doen wie slechts die schijn hebben dat
evenzeer, daar zij dienaangaande kunnen rekenen op de onzekerheid van
wie hen moeten vrezen. Het is derhalve best mogelijk dat de
onthullers van het NSA-schandaal
dubbelspionnen zijn en derhalve agenten van de Amerikaanse
geheime dienst, met als opdracht
iedereen te doen geloven in de alwetendheid van de president.
Met
die op het eerste gezicht bijna ongelooflijke tactiek zijn de
wereldse machthebbers niet aan hun proefstuk toe, want wie herinnert
zich niet de tijd van God ziet u, hier
vloekt men niet? Er was weliswaar geen
God, er was slechts een kartonnen bord met daarop getekend de
driehoek met het alziend oog; maar of er nu een alziend oog is of
alleen maar een kartonnen bord: het effect is eender van zodra men
gelooft in de alwetendheid van wie aldus
zozeer doen vrezen omdat zij niet meer om de tuin te leiden zijn.
Alwetendheid
is een goddelijke eigenschap en het zich aanmeten van goddelijke
eigenschappen is door de eeuwen heen het kenmerk bij uitstek geweest
van potentaten en dictators. Meer nog dan de schijn van almacht
imponeert de begoocheling van de alwetendheid omdat kennis zich
schuil mag houden en zo ook nog de onzekerheid van de ander te baat
kan nemen terwijl van macht verwacht wordt dat zij zich vertoont. En
alras wordt de demonische macht om te vernietigen in de oppervlakkige
blik van de massa verkeerdelijk verwisseld met de goddelijke
scheppingskracht, terwijl het verschil tussen de twee zo groot is als
dat tussen God zelf en een van de talloze demonen.
Wanneer
een man de vaste schijn heeft van alwetendheid en tegelijk is hij in
staat om met letterlijk één druk op een knop de hele wereld
eensklaps te vernietigen, dan moet men al bijzonder onbevreesd zijn
alsook ongevoelig voor sociale druk, om zelfs nog te durven denken
laat staan om het te zeggen dat het hier gaat om iemand die zich
uitgeeft voor de godheid zelf.
Toen
men enige tijd geleden in de krant kon lezen dat een groot percentage
van de Amerikanen denken dat hun president God zelf is, konden velen
dat misschien maar heel moeilijk geloven, maar met het bezoek van
deze wereldleider aan ons land, krijgt men de oplossing van dat
raadseltje zo voorgeschoteld: wie zijn alwetendheid verborgen poogt
te houden wat dan moet blijken uit de (in dat geval gespeelde)
woede van de Amerikaanse geheime dienst jegens 'verrader' Snowden en
diens medestanders die moét wel alwetend zijn. En blijkt de
macht om op elk willekeurig ogenblik al
het leven op aarde te vernietigen dan niet overtuigend uit de
draconische veiligheidsmaatregelen getroffen voor de doortocht van de
heerser die bovendien voor de outsiders met wiens leven hij naar
willekeur kan spelen, geheel onzichtbaar blijft. Is onzichtbaarheid
overigens niet nóg een goddelijke eigenschap?
Een
heerser die zo handelt is niet alleen een leeuw maar tevens een vos,
zoals Il principe
het voorschrijft: zij die slechts de leeuw
zijn, hebben geen verstand van macht.
Ten
slotte: ware het niet een feest om te zien hoe corrupte en doortrapte
politici er op hun beurt in tuinen? Ware het niet een kostelijke
Uilenspiegelgrap indien dit alles slechts plaatshad op een
schouwtoneel?
(Jan
Bauwens, 27 maart 2014)
24-03-2014
Europa aan het spit â Een beknopt interview met Omsk van Togenbirger de Waelekens
Europa aan het spit
Een beknopt interview met Omsk van Togenbirger de Waelekens
- Europa wordt aangevallen en er is nauwelijks nieuws op radio en TV, er lijkt alleen nog ruimte voor komische films en amusement, de parlementairen houden zich bezig met perikelen rond familienamen en uiterst rechts wint alom de verkiezingen.
Omsk van Togenbirger, moeten wij ervoor vrezen straks massaal opgeroepen te worden om te gaan vechten aan het Oostfront of ligt het dieptepunt van de crisis achter ons en gaan wij een schitterende toekomst tegemoet?
OVT: - Europa wordt aangevallen, zo zegt u, maar dat is slechts de ene helft van het verhaal, de andere is minstens even belangrijk, want wie valt Europa aan?
- De Russen...
OVT: - Ha, misschien bent u toch wel een tikkeltje vergeetachtig, want wat brachten de martelaren van Wikileaks aan het licht? Weet u dat heus niet meer? De afluisterschandelen van de VS, die volgens de analyses van sommigen de EU wég willen.
- Bedoelt u dan dat het de VS zijn die Europa aanvallen?
OVT: - Herinnert u zich dan niet die hetze rond de Euro? Sinds de opkomst van de Euro is de hele wereld gaan investeren in de Europese munt, uiteraard ten koste van de Amerikaanse dollar. Steekt de Eurozone de VS dan niet naar de kroon en kan de sterke economische afgang van de VS in de jongste jaren dan niet tenminste voor een deel worden toegeschreven aan de opkomst van Europa?
En dan rijst uiteraard de vraag: hoe krijgen de Amerikanen hun 'bondgenoot' weer klein, want bondgenoten kan men bezwaarlijk bombarderen, niet? Maar ze moeten zich wel haasten want zij willen beslist de vorming van een Europees leger voor zijn. En dan luidt het sinds Caesar: Divide et impera!Verdeel en heers!
- Hoe kunnen ze dat dan doen, op vreedzame wijze Europa verdelen?
OVT: - Iedereen weet dat het een koud kunstje is om Europa te verdelen, men hoeft slechts die partijen te steunen die de betutteling van de EU niet dulden, en zijn dat niet de nationalisten? Vlaams Blok, Wilders, Front National, om het nog maar te houden bij onze onmiddellijke omgeving. Wie kwamen in opstand in de Oekraïne? De nationalisten, inderdaad. En wie verleende hen onmiddellijk en kritiekloos steun? Was dat dan niet Amerika? De EU moet die zure pil maar slikken en zichzelf verloochenen onder Amerikaanse druk, want heeft Europa niet altijd het nationalisme veroordeeld, heel eenvoudig omdat de nationalisten het einde willen van die Europese constructie waarvan inderdaad gezegd kan worden dat ze voor een flink stuk enkel van papier is terwijl ze alsnog gedirigeerd wordt door een groep technocraten die de feitelijke machthebbers vertegenwoordigen?
Maar Europa mist vooralsnog een leger, Europa is immers geen constructie van het volk, Europa pluimt daarentegen het volk en het volk zou wel gek moeten wezen om ten bate van zijn uitzuigers naar het front te gaan vechten!
Dat weet de VS uiteraard heel goed en kijk eens wat ze bijvoorbeeld hier te lande doen: via minister De Krem, die hoopt op een hoge functie bij de NAVO, laten ze ons 40 straaljagers aankopen voor een bedrag van een slordige 5 miljard Euro of, als ik goed kan tellen, 500 Euro per Belg. De kranten blokken dat men nu reeds zeker is van de parlementaire goedkeuring van die aankoop. Met die straaljagers zullen binnenkort onze soldaten gaan bombarderen aan het nieuwe Oostfront en daar ook sneuvelen. Is het u niet opgevallen dat Obama ons met zijn plotseling bezoek aan het Amerikaanse kerkhof van Waregem in eigen persoon komt herinneren aan onze plichten? Want behalve aan de democratie zijn we het ook nog verplicht aan onze overzeese medestanders om tijdig onze defensie te activeren waar nodig.
- Maar hoe valt dat dan te rijmen: de VS willen Europa verdelen, zo zegt u, maar daarvan profiteert toch alleen maar Rusland?
OVT: - Het nationalisme heeft zijn aandeel gehad in het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 en vandaag zijn het nog steeds de nationalisten die erover waken dat de oostelijke, onafhankelijk geworden staten, niet weer door Rusland worden opgeslokt. Maar u gelooft toch niet dat ze dan wél onder het Europése juk zouden willen vallen? Wanneer zij bij Europa willen aanleunen, dan doen ze dat slechts zolang hun onafhankelijkheid daar baat bij vindt. Europa is tenslotte een democratie en te zijner tijd kunnen de nationalisten democratisch aan de macht komen om vervolgens aan Europa en daarmee ook aan de democratie het genadeschot te geven. En dat is misschien wel wat de VS zou verblijden, want het zou beslist de dood van de Euro zijn en daarmee ook de herrijzenis van de Amerikaanse dollar.
- Maar dan lijkt het er wel op dat wij, in Europa, te kiezen hebben tussen de pest en de cholera: ofwel het juk van het nationalisme en dus het einde van de democratie ofwel het juk van een vreemde grootmacht?
OVT: - Ook de verdediging van een eigen Europa blijkt geen oplossing aangezien, als puntje bij paaltje komt, de Europese volkeren Europa blijken te laken en het is de fout van corrupte politici dat wij Europa al evenzeer moeten schuwen als een externe bezetter. Maar ook het nationalisme lost niets op omdat het ons op wereldschaal economisch machteloos maakt, wij kunnen elk voor zich niet optornen tegen de grote machtsblokken, we zijn gedoemd om ons te verenigen.
En of wij echt zelf die keuze hebben, is dan nog zeer de vraag, want de feiten overstelpen ons met een snelheid die ons niet meer de tijd laat om nog na te denken en om dingen te gaan veranderen: voor wij het goed en wel beseffen, hangen we reeds te braden aan het spit.
(J.B., 24 maart 2014)
23-03-2014
De 'Untermensch', fundament van de mensheid, Atlas
De 'Untermensch', fundament van de
mensheid, Atlas
Een ethisch en geneticologisch argument tegen het aborteren van gehandicapten
De abortuswetten welke in het kader van de geboorteregeling aan het publiek werden verkocht, doen denken aan het Lebensborn van de nazi's. Het is geheel onbegrijpelijk dat maatschappijen die met grote ijver antidiscriminatiewetten uitvaardigen voor het welzijn van alle burgers, hierop uitzonderingen maken voor de nog ongeborenen: zij immers dreigen hun recht op leven te verliezen indien zij bijvoorbeeld ziek of zwaar gehandicapt ter wereld zullen komen. Het recht van de vrouw om zich van dergelijke kinderen te laten ontdoen, wordt sinds enige tijd als een "internationaal mensenrecht" erkend. De wereld is beter af zonder gehandicapten, zo menen de demografen en de economisten, en in deze mening verschillen zij in geen enkel opzicht van niemand minder dan de door hen nochtans verguisde massamoordenaar, Adolf Hitler.
Afgezien van het feit dat de stemming van deze abortuswetten een slag is in het aangezicht van al wie hetzij zelf gehandicapt door het leven moet, hetzij kinderen of beminden heeft die in het geval zijn, en ook afgezien van het feit dat de mening dat men aldus een wereld met perfectere mensen zou fabriceren, getuigt van stompzinnigheid, alleen al omdat het leeuwenaandeel van onze handicaps en ziekten resulteren uit onze eigen agressiviteit ongeacht deze zaken, kon de wetenschap zelf wel eens argumenten aanbrengen die elkeen tot ernstig nadenken zouden stemmen. Het zou namelijk wel eens kunnen blijken dat een van nature degenererende mensheid haar voortbestaan aan het leed van haar gehandicapten dankt. Wie niet mee is, dient zich alvast een ogenblik te bezinnen over de volgende feiten. De bedoeling van sommigen onder de ontwerpers van de 'nieuwe mens', de zogenaamde eugenetici, mag dan al niet slecht zijn: zij getuigt in sommige gevallen van een totaal gebrek aan kennis. Welke eigenschappen 'goed' zijn voor een individu is weliswaar een zeer subjectieve zaak, maar zeker is alvast dat een soort baat heeft bij de (soort)eigenschap van de maximale variëteit (aan individuen).
Eugenetica kan de soort zelf uiteraard niet direct raken of wijzigen, aangezien haar ingrepen steeds individuen betreffen, dit wil zeggen: 'exemplaren' van de soort. Maar waar eugenetici de natuurlijke selectie een handje gaan helpen, met name door de eliminatie van onnuttige exemplaren voor de geboorte, kan wel sprake zijn van 'verbetering' ― of tenminste 'verandering' ― van de soort. De zaak is alleen dat deze vermeende verbetering' de facto een onomkeerbare degeneratie van de soort met zich zou brengen, en wel om de volgende redenen.
We weten dat individueel verworven eigenschappen ― al dan niet via het DNA in het sperma ― kunnen doorgegeven worden aan nakomelingen. Krachtens dit feit zal het eugenetisch inperken van afwijkingen beperkend zijn voor de fittness van de soort.
Immers, ter compensatie van hun moeilijkheden, ontwikkelen afwijkelingen specifieke vaardigheden waaraan 'normale' individuen niet direct behoefte hebben, terwijl ze toch verrijkend en zelfs noodzakelijk zijn. Zo bijvoorbeeld ontwikkelen blinden een betere tastzin en een scherper gehoor, en autisten kunnen meer technisch vernuft ontwikkelen.[1] Elke handicap brengt specifieke uitdagingen mee en een door de gehandicapte te voeren strijd, waarbij hij zijn natuurlijk tekort op een even natuurlijke wijze tracht te compenseren. Het gehoor van een blinde degenereert niet zoals dat met het gezicht van een ziende meestal gebeurt: het wordt daarentegen aangescherpt. Op dezelfde manier schept elke handicap specifieke compensatiemechanismen en aanscherpingen van zintuigelijke, verstandelijke of motorische gaven. Belangrijk is nu dat wij bereid zijn om in te zien dat niet alleen de handicaps, maar ook de met de handicaps gepaard gaande gaven aan het nageslacht doorgegeven worden. Het feit dat wij als mensheid niet degenereren, danken wij wellicht uitsluitend aan het leed en aan de inspanningen van diegenen aan wie sommigen het leven willen ontzeggen. Zij scherpen namelijk specifieke capaciteiten aan welke bij 'gezonde' mensen meestal helemaal niet ontwikkeld worden en vaak zelfs degenereren. En zij doen dat vanuit een natuurlijke noodzaak: leed en frustratie, overlevingsdrang en zelfmanifestatie dwingen hen hiertoe.
Uiteraard kan het nooit de bedoeling zijn om individuen te slachtofferen aan de soort, maar indien wij in staat zouden zijn om, in dit licht, de calculus te maken, dan zou wel eens kunnen blijken dat aan het alsnog onvermijdbaar individueel menselijk leed een onvermoede zin zou moeten toegeschreven worden: het leed en de moeizame en vaak ook heel eenzame inspanningen die geleverd worden door gehandicapten en zieken, kon immers wel eens veel belangrijker blijken voor het overleven van de soort dan de vanzelfsprekend toegejuichte arbeid die dagelijks door gezonde en geniale mensen wordt geleverd.
Zo zou dan de 'Untermensch' allerminst de minderwaardige mens zijn, doch veeleer en meer letterlijk: de 'onder'-mens, het fundament van de mensheid zelf, diegene die de mensheid als zodanig op zijn schouders torst. De "Untermensch" zou dan niemand minder blijken te zijn dan de legendarische Atlas. Precies zoals het de geringsten onder de mensen zijn die in deze wereld Christus vertegenwoordigen.
(J.B., Het wordt geregeld, paragraaf 2)
Noten
[1] Een uitnemende illustratie hiervan levert het vergelijkend demografisch
onderzoek (omstreeks 2004-2005) in de streken van Eindhoven en Leuven:
vergeleken bij de rest van het land, leveren deze regio's een beduidend hoger
percentage aan autisten, kennelijk omdat de aldaar gevestigde onderzoekscentra
en universiteiten deze mensen met hun buitengewoon technisch kunnen,
In maart 2014 mishandelden twee agenten van de Brusselse spoorwegpolitie een dakloze: ze dwongen hem mee te gaan naar een afgelegen plaats, dwongen hem vervolgens zich uit te kleden, namen zijn gsm af en lieten hem dan achter. Onderzoeksrechter Panou werd op de hoogte gebracht van de zaak, zij liet de agenten arresteren en in voorarrest plaatsen in de gevangenis van Vorst. En het geval is niet uniek: enkele weken voordien werden voor gelijkaardige feiten al agenten van de spoorwegpolitie gedagvaard. (1)
Hoe kunnen criminele activiteiten zich ontplooien uitgerekend binnen een job waarin men verondersteld wordt de misdaad te bestrijden, gesteld dat de mishandelingen niet onder een fascistisch regime plaatsvinden? De kwestie laat zich vrij eenvoudig vertalen: het huidige regime heeft weliswaar de naam anti-fascistisch te zijn, maar duldt het fascisme wel, getuige de tolerantie jegens partijen die met reusachtige affiches op de openbare weg jacht maken op illegalen met een verwijzing naar het ministerie. (2)
De tolerantie vanwege het regime jegens het fascisme houdt gelijk tred met zijn lippendienst aan het anti-fascisme en die dubbele moraal blijkt in onze huidige samenleving schering
en inslag. Zo wordt het allang niet meer ontkend dat illegale arbeid in de praktijk getolereerd wordt terwijl die tolerantie ook nog eens wordt goedgepraat als zijnde noodzakelijk voor onze concurrentiekracht. Dat het vaak ook nog eens illegalen zijn die in het zwarte arbeidscircuit onze concurrentiekracht garanderen met een leven op het scherp van de snee, maakt het plaatje compleet. Op de koop toe worden de papierlozen door de ordediensten mishandeld, zodat men niet anders kan doen dan vaststellen dat ons huidige regime zich schuldig maakt aan een wel heel perverse praktijk: illegalen mogen op papier het land niet in maar worden in de praktijk hierheen gehaald voor zwartwerk dat immers de concurrentiekracht van het land moet versterken. En worden de onbeschermde sukkelaars het voorwerp van illegale praktijken binnen legale jobs in casu: misdaden gepleegd door 'ordehandhavers' dan zorgt hun respectievelijk statuut er wel voor dat de criminelen er kunnen op rekenen dat hun slachtoffers zelf hun misdaden toedekken.
Iedereen kan vandaag vaststellen dat op deze slinkse wijze het fascisme onze samenleving naar binnen sluipt om het regime van binnenuit te corrumperen. De slogans van de partij Vlaams Belang zijn een voorbeeld, een ander voorbeeld is de toleratie jegens de herhaalde verzuchting van VLD-politicus Rik Daems dat men de werklozen gratis aan het werk zou moeten kunnen zetten, wat een regelrecht pleidooi is voor een kastenmaatschappij of dus een samenleving waarin mensen niet langer allen dezelfde rechten genieten. Eveneens verborgen fascisme schuilt in de mening van bepaalde partijen dat een multiculturele samenleving ooit gediend kon zijn met het onmogelijk maken van de communicatie tussen de verschillende entiteiten door deze communicatie a priori als een confrontatie te gaan bestempelen zie de wens van bepaalde politici tot het verbod op de hoofddoek en de regenboogtrui.
Aan schenders van de fundamentele rechten van de mens zou in een zich democratisch achtend land om te beginnen de toegang tot de politiek ten strengste verboden moeten worden.
Het anti-Russische en derhalve tegen de Russisch gezinde Oekraïnse president Yanukovitsj gerichte volksprotest in Kiev is pas ontaard tot wat uiteindelijk blijkt te kunnen uitdraaien op een wereldoorlog, op het ogenblik dat met scherp werd geschoten op de betogers.
Omdat bij dat protest in Kiev de opstandelingen werden teruggedrongen door politiemensen, werd als vanzelfsprekend aangenomen dat het president Yanukovitsj was die aan zijn milities het bevel gaf om de burgers te beschieten. En een president die op zijn eigen volk schiet, is een dictator terwijl dictatoriale regimes niet meer van deze tijd zijn en te allen prijze dienen uitgeroeid te worden. Redenen te over dus voor de internationale gemeenschap om in te grijpen.
De vraag is alleen hoe het beginnen van een grote en gevaarlijke oorlog op grond van enkele gammele vooroordelen ooit gerechtvaardigd kan worden; de sluipmoordenaars werden immers nooit geïdentificeerd. Meer zelfs: er gaan geruchten dat de betogers niet neergeschoten werden door politiemensen maar door sluipschutters in opdracht van uitgerekend diegenen die staan te popelen om in te grijpen tegen wie schieten op het eigen volk! Een eeuwenoude list...
Een sluipschutter heet in het Engels een sniper en die term verwijst naar de schuwe vogel genaamd 'snip' in het Engels snipe die de Britse kolonisatoren van India (in de periode 1840-1950) moesten kunnen raken om tot sluipschutter sniper bevorderd te kunnen worden. Sluipschutters werden bijvoorbeeld ingezet in de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1895) en in de Tweede Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog (1899-1902). In de Bosnische Burgeroorlog (1992-1995) zou de genoemde list gebruikt zijn om terreur te zaaien.
De geschiedenis van de Bosnische Burgeroorlog vertoont overigens enkele opvallende overeenkomsten met de huidige opstand in Oekraïne: in 1992 wilden de Kroaten en de Bosniakken (moslims) uit Bosnië-Herzegovina onafhankelijk worden van Joegoeslavië terwijl de Serven dat weigerden en een eigen Servische republiek uitriepen, daarbij gesteund door het Joegoeslavische Volksleger dat vooral criminelen telde, hooligans en nationalisten. Zij pleegden massamoorden, onder meer de genocide in Srebrenica waar op 11 juli 1995, 7000 Bosniakken werden vermoord door de troepen van Mladić.
De Bosnische oorlog dateert van twintig jaar geleden maar de nationalistische tendens zet zich gestaag door, in een wel begrijpelijke reactie tegen de opkomende rijken van de nieuwe potentaten die zich vaak ongezien persoonlijk verrijken op het zweet van door hen steeds onmondiger en willozer gemaakte mensenmassa's. In Europa gaat het er niet anders aan toe maar de vraag blijft of het geloof in een teruggrijpen naar de volkeren van weleer geen regelrechte waanzin is in de betekenis van een hardnekkige ontkenning van de actuele mondiale werkelijkheid. De wereld is immers een dorp geworden, een smeltkroes van rassen en culturen, en die menigvuldigheid aan entiteiten kan pas gedijen in een zogenaamde open samenleving een begrip waarvan nationalisten kennelijk geen kaas gegeten hebben.
Een sprekend voorbeeld van het jammerlijke onvermogen om met het gegeven van de multiculturaliteit om te gaan, toont zich in het nog recente voorstel vanuit de zich liberaal achtende en de nationalistische hoek, tot het verbieden van hoofddoek en regenboogtrui voor ambtenaren in functie: simplistische kandidaat-regeerders kennen aan de mensen het recht toe om de eigen identiteit te behouden maar dan wel op voorwaarde dat ze deze nooit aan de buitenwereld kenbaar maken. Iedereen heeft met andere woorden het recht op een eigen mening, maar moet die dan wel voor zich houden! Dergelijke 'oplossingen' zijn danig absurd en wereldvreemd dat ze alleen nog kunnen dienen als voer voor het carnaval.
In een gezonde maatschappij is de communicatie de basis van het samenleven; het spreekverbod kenmerkt slechts dictaturen. De bevordering van de communicatie of de dialoog wordt uiteraard onmogelijk als aan mensen niet langer wordt toegestaan dat ze zichzelf, hun mening, hun geloof en ongeloof of hun overtuiging met anderen delen. Waar regeerders bang zijn dat er communicatie is onder het volk, kunnen zij daarvoor slechts één goede reden hebben, met name deze dat zij zelf wat te verbergen hebben.
Het spreekrecht wordt nagestreefd waar mensen willen samenwerken; de zwijgplicht bestaat waar mensen samenzweren, zoals in misdaadbendes, geheime genootschappen, vrijmetselaarsloges en ook bepaalde politieke partijen en religies. De verlichting eist het vrije woord, de openbaarheid en de dialoog, welke ook de grondslag vormen voor de wetenschappen, omdat de waarheid nu eenmaal het licht is, terwijl alleen de leugen zoekt naar duistere spelonken om zich daarin te verbergen.
Schrijver dezes heeft persoonlijk bij het kopstuk van de partij der nieuwe nationalisten met een email op de webstek om meer uitleg gevraagd naar aanleiding van de contradictie in de wens om hoofddoek en regenboogtrui te gaan verbieden, maar in een korte repliek maakte een medewerker zich ervan af met een ontkenning van het probleem. Kandidaat-regeerders die geloven dat zij de kritiek vanwege de kiezers zonder meer naast zich neer kunnen leggen, verklaren zichzelf tot leugenaar, aangezien zij beloven de kiezers te zullen vertegenwoordigen, want hoe kan men iemand vertegenwoordigen als men zijn of haar vragen niet ter harte neemt?
De 'oplossingen' van de rechts-extremisten doen denken aan deze van Adolf Hitler, die immers meende de ziekten te mogen bestrijden door de zieken zelf uit te roeien. Wie geloven de meningsverschillen op te lossen door te verhinderen dat ze worden kenbaar gemaakt, doen ze alleen maar toenemen.
Andermaal: de grondslag van de verlichting is de wetenschap dat alleen de waarheid in het licht kan treden terwijl wat de duisternis zoekt, slechts een leugen kan zijn. Communicatie en dialoog plaveien de weg naar consensus terwijl spreekverbod en zwijgen leiden naar het oorlogspad. Wie de waarheid spreekt hoeft uiteindelijk niets te vrezen maar achter een spreekverbod schuilt nimmer iets goeds.
En misschien weerspiegelt zich wel iets van deze diepe doch kennelijk niet in de wereld te realiseren waarheid in de praktijk van het stemhokje: elk mag zijn mening kwijt, maar ze komt pas aan het licht via dat geheime en gesloten hokje en als onpersoonlijk, anoniem getal.
Een Nobelprijswinnaar voor de Vrede over de gebeurlijke wieg van W.O.III
Een Nobelprijswinnaar voor de Vrede over de gebeurlijke wieg van W.O.III
Oekraïne moet zich niet door Rusland, de EU of de VS in stukken laten trekken, zo oordeelt in een recent interview Nobelprijswinnaar voor de Vrede (1990) Michail Gorbatsjov, de laatste grote leider van de USSR die, na bijna een eeuw van communisme, democratie bracht in het land. (1)
Veel invloed heeft de man van glasnost en perestrojka in het huidige Rusland niet meer en dat is ook niet verwonderlijk: in 1991 was Gorbatsjov het doelwit van de latere president Poetin die toen een mislukte staatsgreep pleegde. (2)
Ofschoon het communisme werd opgedoekt, stamt Poetin vooralsnog uit een Marxistisch-Leninistisch nest: net zoals zijn vader was hij zelf werkzaam in de gevreesde geheime dienst van de Sovjets en zijn grootvader was een vertrouweling van zowel Lenin als Stalin hij was meer bepaald de kok van Lenin en diens echtgenote en hij kookte ook voor Stalin. (2)
Gorbatsjov zou het wel eens bij het rechte eind kunnen hebben: de landen die zich in tweeën hebben laten splijten door de rivaliserende grootmachten die er hun oorlogen zijn gaan uitvechten, zijn straks niet meer te tellen en het bekendste voorbeeld is nu wel Korea, een land dat vele duizenden jaren lang één was, vreedzaam en hoog ontwikkeld, totdat het na W.O.II werd verdeeld in een communistisch noorden en een kapitalistisch zuiden. (3)
Zo ook ontstonden uit het Duitse Rijk de BRD of West-Duitsland en de DDR of Oost-Duitsland met daarin nog eens de enclave van het eveneens in twee gedeelde Berlijn. Het ijzeren gordijn deelde Europa op in het communistische oostblok en het kapitalistische westen en hield stand tot in mei 1989. (4)
In een bloedige oorlog (van 1957 tot 1975) met meer dan een miljoen doden en anderhalf miljoen gewonden werd Vietnam opgedeeld, waarbij in buurland Cambodja nog eens 600.000 slachtoffers vielen en 30.000 doden in buurland Laos (waar meer Amerikaanse bommen vielen dan in W.O.II op Duitsland en Japan samen). (5)
Divide et impera, zo formuleerde Julius Caesar het inmiddels meer dan tweeduizend jaar geleden: men kan een volk makkelijk overheersen als men onder de bevolking eerst verdeeldheid zaait. Het is een niet onwaar maar tevens een bijzonder lelijk principe en het wordt de hoogste tijd dat men het eindelijk doorziet en streng veroordeelt.
Paradoxaal genoeg blijkt het om meer redenen te verfoeien nationalisme hier dan toch van bijzonder nut te kunnen zijn want wat anders kan een land behoeden voor ontbinding dan het eenheidsgevoel onder alle landgenoten? Niet toevallig hebben nationalisten en volgens sommigen zelfs fascisten zich in die strijd gemengd: zij willen Oekraïne immers losmaken van Rusland. Edoch, zien zij dan niet over het hoofd dat ook het westen dat hen met de belofte van de vrijheid lokt, uiteindelijk niet veel meer te bieden heeft dan werkloosheid en daardoor ook ongeluk vanwege dat andere type van slavernij dat bij het kapitalisme past: de slavernij van het geld.
Met de verkiezingen voor de deur zien we ook in eigen land het nationalisme opnieuw de kop opsteken en ook hier geschiedt dat kennelijk vanuit een terecht verzet tegen de bemoeienissen van een Europese Unie die niet een unie is van volkeren maar van volksverlakkers-tafelschuimers, en is dat niet smeken om ontbinding? Want de geschiedenis herhaalt zich: landen verenigen zich tot grote machtsblokken; hun leiders onttrekken zich dan makkelijk aan het oog der burgers; zij gaan op den duur hun eigen gang, zij regeren niet langer doch zij parasiteren, zij kennen zichzelf riante vergoedingen toe, laten zich aanspreken met excellentie, maken zich onschendbaar. Maar mooie liedjes duren niet lang, reeds liggen derden op de loer om de prooi onderling te gaan verdelen.
Toen ons op 26 april 1986 de grootste kernramp aller tijden trof, behoorde de Oekraïnse stad Tsjernobyl in de provincie Kiev nog tot de Sovjet-Unie, toen onder Mikail Gorbatsjov, de achtste en in feite ook de laatste Sovjetleider die regeerde tot kort voor de val van de USSR in 1991.
Voordien werd Rusland (Moskovië) sinds de zestiende eeuw geregeerd door de tsaren, die uitgemoord werden op 17 juli 1918. Maar het oorspronkelijke Rusland heette zowat 1000 jaar geleden het Kievse Rijk met als hoofdstad Kiev waar de Desna in de Dnjepr vloeit die op zijn beurt uitmondt in de Zwarte Zee ten Westen van het Oekraïnse schiereiland genaamd de Krim.
Als we Turkije en Kazachstan niet meerekenen omdat zij grotendeels in Azië liggen, dan is Oekraïne na Rusland Europa's grootste land. De door (rijke) toeristen zeer gegeerde Krim werd pas in 1783 geannexeerd door Rusland, ligt in de Zwarte Zee en in de Zee van Asov, is qua oppervlakte vergelijkbaar met België en telt 2,5 miljoen inwoners waarvan de bekendste de Krim-Tataren zijn: Turks sprekende soennitische moslims die de plek innamen in de dertiende eeuw. Turkije ligt 200 km bezuiden de Krim aan de overkant van de Zwarte Zee.
Onder het valse voorwendsel dat de eilandbewoners met de Nazi's hadden gecollaboreerd, werden 238.500 Krim-Tataren in 1944 door de (naar een subtropisch vakantieoord uitkijkende) dictator Stalin en zijn rechterhand (en later ook zijn vermoedelijke moordenaar) Beria (de wrede uitvinder van de zogenaamde 'psychopolitiek') massaal per trein gedeporteerd naar Centraal-Azië en meer dan de helft van hen verhongerden in deze genocide genaamd "sürgünlik", wat Tataars is voor "verbanning".
In 1954 schonk Chroesjtsjov de Krim aan zijn eigen geboorteland Oekraïne dat toen nog bij de Sovjet-Unie behoorde, zodat bij het uiteenvallen van de USSR in 1991 ook de Krim niet langer Russisch was. Sindsdien keren de in 1944 verdreven Krim-Tataren naar hun plek van herkomst terug en eisen zij hun intussen door vreemden ingenomen huizen weer op; ze maken zowat 10 percent van de Krimbevolking uit en schuwen uiteraard de Russen. Tegelijk acht 60 percent van de huidige Krimbevolking zich Rus en bovendien loopt er tot 2042 nog een contract met Rusland dat voor zijn Zwarte Zeevloot in Sebastopol een marinebasis huurt...
Inleiding tot een poging tot het verklaren van het gegeven van de extra-zintuiglijke waarnemingen
Inleiding tot een poging tot het verklaren van het gegeven van de extra-zintuiglijke waarnemingen
Steeds meer medici die sceptisch stonden tegenover het verschijnsel dat heropgestane hersendoden accurate herinneringen hebben over de periode dat zij er zogezegd niet waren, beginnen de mogelijkheid ernstig te nemen van het bestaan van alvast een gedeeltelijk onstoffelijk facet van het leven en enkelen onder hen hebben daaromtrent research verricht nadat zij zelf in de situatie hebben verkeerd van de patiënten van wie zij de verhalen zijn gaan bestuderen.
De menigvuldige en opvallend gelijkluidende verhalen over tunnels met licht van mensen die terugkeerden uit een comateuze toestand, zijn mogelijk achterhaald daar zij zouden kunnen worden verklaard als reacties van het brein op hypoxie, vergelijkbaar met de fata morgana van quasi elke dorstige in de woestijn. Maar dat is zeker niet het geval met de getuigenissen van de heropgestane hersendoden, eenvoudigweg omdat er dan geen enkele activiteit van het zenuwstelsel meetbaar was: zij blijken vaak letterlijk te kunnen weergeven wat hun oren zouden hebben gehoord en wat hun ogen zouden hebben gezien indien deze zintuigen ook konden horen en zien in de bewuste tijdspanne waarin zij effectief doof en blind zijn geweest.Lees het volledige artikel
16-01-2014
De lelijke leugen van de loonlasten
De lelijke leugen van de loonlasten
Loonlast: bijna zijn fascistoïde figuren erin geslaagd om met dit woord het kwaad bij uitstek te suggereren waar het daarentegen gaat om het grootste ooit door werknemers verworven goed: de verzekering van brood op de plank bij tegenslag - een verworvenheid die te danken is aan de onderlinge eensgezindheid onder arbeiders die de jarenlange strijd en de vele opofferingen die zij kostte, mogelijk maakte!
De zogenaamde loonlast bevat een deel van het loon waarop de werknemer recht heeft maar dat wordt achtergehouden door de werkgever die het op zijn beurt moet overhevelen naar een kas die alle werknemers gemeenschappelijk hebben. De regeling om niet meteen het volledige loon uit te betalen aan de arbeiders, maar om het via de werkgevers naar hun gemeenschappelijke kas te versassen, stamt nog uit de tijd dat men mensen onbekwaam achtte om verstandig over hun eigendom te beschikken, al is het hoofdmotief voor die regeling puur organisatorisch van aard: de moraal van het verhaal van de zeven vette en de zeven magere jaren indachtig, doet iedereen die werkt een duit in de zak die een inkomen verzekert voor wie de betaalde job verliezen door ziekte, ouderdom of nog andere redenen buiten de eigen wil.
De zogenaamde loonlast is dus helemaal geen last en het getuigt van een ongehoorde doortraptheid vanwege werkgeversorganisaties om hier op de koop toe zelfs te durven spreken van een last voor de werkgevers, want het gaat om gelden die weliswaar via werkgevers moeten worden overgeheveld naar de solidariteitskassen van de arbeiders, maar die aan de werkgevers nooit hebben toebehoord daar zij het uitgestelde loon zijn van de arbeiders zelf.
Hoe het ooit zover kon komen dat werknemers zelf niet meer blijken te beseffen hoe zij vandaag in de maling worden genomen, heeft alles te maken met het feit dat mensen die werken geen tijd hebben om zich met administratie bezig te houden. Wie werkt, laat die zorgen over aan de vakbonden die, hun schone start ten spijt, doorheen de jaren door de machthebbers werden geïnfiltreerd, zodat hun agenten niet langer de rechten van de werknemers verdedigen maar daarentegen meewerken aan de afbrokkeling ervan. En zij doen dat bewust of onbewust, want de sociale achteruitgang wordt uiteraard bespoedigd door allerlei mistgordijnen die kwistig worden opgetrokken door wie de touwtjes helemaal in handen willen hebben.
Het gaat zover dat zelfs vooraanstaande politici en andere komedianten die zogezegd het volk vertegenwoordigen, de machthebbers naar de mond gaan praten van A tot Z en herhalen dat de loonlast op de schouders der werkgevers drukt, wat de economie zou schaden en zo ook de werknemers. Met andere woorden proberen de werkgevers ons niet alleen op de mouw te spelden dat het uitgestelde loon der arbeiders aan hén toekomt, zij proberen bovendien effectief om het de arbeiders afhandig te maken, want dat is wat er gebeuren zal eenmaal de zogenaamde loonlasten worden opgeheven: de solidariteitsbijdrage van de arbeiders verdwijnt dan rechtstreeks in de zak van de werkgevers!
Onder de mistgordijnen die door de potentaten worden opgetrokken om hun wereldwijde plunderingen op rozen te laten lopen, is er in de jongste jaren de inmiddels bekende carrousel met de lagelonenlanden die een slavenhandel verkapt welke herinnert aan de tijd van de kolonies. Productiehuizen in lagelonenlanden zijn nog het beste vergelijkbaar met de concentratiekampen waarin dwangarbeiders de economie van nazi-Duitsland aanzwengelden totdat ze erbij neervielen. En zal iemand mij tegenspreken wanneer ik de hedendaagse werkkampen nog wraakroepender noem dan Auschwitz en Buchenwald omdat daar nu ook en vooral kleine kinderen aan de slag zijn? Net zoals toentertijd kijkt de 'onwetende' massa de andere kant op. 'Nivellering', zo scanderen toppolitici alsof ze het hebben over een zaak van rechtvaardigheid, maar in de plaats van de invoering van de sociale zekerheid in alle landen, volgt prompt de afschaffing ervan alom!
Uitbuiters verschuilen zich achter wetten om de geest ervan te verkrachten en tegelijk praten zij hun slachtoffers aan dat het zo hoort, dat dit recht is en dat elke tegenstand wordt bestraft. Deze ultieme tirannie berust op een complex instrumentarium dat zich beroept op de dienst aan recht en orde die de rechtsstaat zelf is.
In Chinese fabrieken zetten kinderen van amper negen de godganse dag onze leuke plastic wasspelden ineen totdat hun vingertjes bloeden, terwijl zij op school horen te zitten daar ook zij recht hebben op ontwikkeling en op een menswaardig leven. In Turkije worden onderbetaalde arbeiders in westerse textielfabrieken blind door het onbeschermde zandstralen van jeansbroeken en in Pakistan bedelft het puin van volgestouwde bouwvallige hangars de loonslaven voor Europese en Amerikaanse merken die miljardenwinsten boeken. In eigen land wordt illegale onderbetaalde arbeid door 'snuggere' politici door de vingers gezien om de internationale prijzenslag niet te verliezen.
We moeten de loonlasten verlagen, zo zingen de komedianten hier in koor, zodat we kunnen concurreren met de slaven in de derde en de vierde wereld. Daar hebben ze immers geen last van loonlasten.
(Jan Bauwens, 16 januari 2014)
13-01-2014
Een neo-nazi-regime in de maak?
Een neo-nazi-regime in de maak?
Problemen kunnen ofwel worden opgelost, ofwel onder de mat worden geveegd. Een leerling kan zijn wiskundevraagstuk aanpakken of hij kan het in de papiermand gooien. Een ziekte kan de wereld worden uitgeholpen door ze met gedegen onderzoek en studie te bestrijden of ook nog door de zieken zelf op te ruimen.
Deze laatste oplossingsmethode, waarin bij uitstek Hitler uitblonk, kenmerkt zowel het gebrek aan intelligentie als de gewetenloosheid - twee zaken waarvan Hannah Arendt aantoonde dat ze ook onderling coëxisteren. In Nazi-Duitsland werd het volk ertoe aangezet zich tegen de zwakkeren in de samenleving te keren middels grote affiches die de burger erop wezen dat het met zijn geld is dat krankzinnigen en andere ongeneeslijk zieken worden verpleegd. Euthanasie is een term die uit dit gruwelijke tijdperk stamt en die ook toen al betekende: 'de goede dood'. De inmiddels vrijgegeven documenten van het toenmalige regime tonen aan dat hele bevolkingslagen ook buiten de kampen en zonder hun eigen medeweten naarstig werden uitgeroeid of gesteriliseerd: de eugenetica die vandaag weer opgang doet, is helemaal niet nieuw en betekende ook toen al 'de goede voortplanting'.
Het zijn vaak prominente figuren die het voortouw nemen inzake maatregelen die vloeken met het gezond verstand, met de rede en met elke elementaire ethiek en zo bijvoorbeeld pleitte onlangs nog de grote dierenvriend Attenborough voor het aan hun lot overlaten van de hongerigen in de wereld en onder de beroemden in eigen land was er ethicus Etienne Vermeersch die opperde dat men arme Haïtiaanse moeders maar tot sterilisatie moest overreden met het handvol dollars die zij immers niet zullen weigeren vanwege een hongerig kroost.
De ziekte van deze tijd situeert zich ook en vooral in onze onder superconcurrentie lijdende economie en haar meervoudige slachtoffers zijn burgers zoals u en ik: wij consumeren nep omdat niet langer de kwaliteit van de producten en onze gezondheid van belang zijn maar wel de geldelijke winst der fabrikanten. Edoch, ook wijzelf worden door deze economie geconsumeerd en wel als werkkrachten en meer bepaald als wegwerpwerkkrachten. En dat betekent niet alleen dat slechts de sterkeren meedraaien terwijl de zwakkeren aan de kant worden gezet, want wij allen zijn slechts in onze beste jaren sterk en dat wil zeggen: totdat de burn-out komt, totdat een jammerlijk ongeval ons invalide maakt, totdat een tegenslag roet in het eten komt gooien of totdat de jaren beginnen te wegen en wij worden afgedankt. Een regime dat gebruik maakt van wegwerparbeiders, bestrijdt de werkloosheid niet door het probleem als zodanig aan te pakken met gedegen studie en onderzoek, maar wel door de mensen op te ruimen van zodra zij niet hard genoeg meer kunnen werken.
Tot vandaag is in onze contreien vooralsnog een meerderheid van de bevolking aan het werk, zij het vaak in nepstatuten, en wanneer deze 'sterkeren' vergeten dat van zodra zij de solidariteit met de zwakkeren opgeven, zij zichzelf de das omdoen, met name daar waar zijzelf en diegenen met wie zij samenleven niet langer zullen kunnen meedraaien, dreigen zij een meedogenloos en mensonwaardig regime te zullen steunen.
Het redden van de economie is een one-liner die ongeveer klinkt zoals die andere waarmee we eerder kennis hebben moeten maken: het redden van de banken. Zijn wij dan al zo afgestompt dat we niet langer kunnen snappen dat het in de eerste plaats mensen zijn die gered moeten worden? Zien wij nog steeds niet in dat de krankzinnige voortvarendheid der potentaten het volk zoals ten tijde van de gaskamers opstookt (namelijk totdat het burned-out is) ten dienste van een economie waarvan slechts die elite profiteert die ook de banken in haar bezit heeft? Welnu, als wij nu ook nog met verkiezingen die gekken aan de macht helpen die ons vandaag al expliciet beloven dat ze ons bij het schroot zullen zetten van zodra wij hun uitzuigers-economie niet langer kunnen dienen, dan vragen wij inderdaad om de ultieme tirannie. Onmogelijk, zegt u? Historici weten het beslist: de geschiedenis kan zich herhalen; ook Hitler kwam met democratische verkiezingen aan de macht.
(J.B., 13 januari 2014)
31-12-2013
Isa danst op spinrag. Over de nieuwste novelle van Ludo Noens
Isa danst op spinrag. Over de nieuwste novelle van Ludo Noens
Ik geloof niet in elfen, kabouters, feeën of reuzen en ik zal dat ook nooit doen, al kan ik vanzelfsprekend niet ontkennen dat indien deze wezens ook écht bestonden, mijn ongeloof hun leven op generlei wijze teniet kon doen. Edoch, Unamuno indachtig kunnen wij dit niet beweren over ons eigen leven, alvast niet indien wij inderdaad slechts goddelijke droombeelden waren en misschien geldt iets dergelijks ook voor alle bonte wezens waarvan wij op onze beurt de scheppers zijn.
De ervaring leert dat wat genegeerd wordt, ook spontaan verdwijnen kan, precies zoals het gefabuleerde en het gefingeerde naar de voorgrond treden en op den duur zelfs meer aanwezig blijken dan u en ik - denk maar aan Mickey Mouse, Madonna, Santaklos... om slechts enkele schimmen te noemen die het tot helden van het mensdom schopten en zelfs tot goden. Voorwaar: de vraag of wij in de droom der goden bestaan ofwel zij in de onze, is sinds oudsher een raadsel en verandering in die dan toch benarde toestand is allerminst in zicht.
Tussen stenen en mensen in, ontplooit zich een gigantisch universum aan zijnden: planten, sponzen, kevers, adders, vlinders, schildpadden en paarden. Men zegt wel dat bomen en spinnen niet nadenken kunnen zoals wijzelf maar zij zijn er toch en zij sloven zich uit, zij leven kennelijk graag, verzamelen voedsel, drinken en zorgen voor hun kroost zoals wij voor de onze. Volgens zowat alle ons bekende religies zijn er op dezelfde wijze tussen de mensen en de goden in nog talloze mythologische wezens, duivelen en sinten, en dat wij hen niet waarnemen, komt wellicht alleen hierdoor dat wij hen niet kennen: we hebben geen oog voor hen, ze ontsnappen aan onze blik of we houden elk van hen verkeerdelijk voor een ander.
Stellen wij ons vragen over deze vragen - stellen wij ons met andere woorden metavragen - dan kunnen de wetenschappen ons geen jota wijzer maken, zoals zij ook niets zinnigs kunnen zeggen over bijvoorbeeld kunst: kunst overtreft nu eenmaal het zeer exacte doch evenzeer beperkte kennen van wie met het vergrootglas op de knieën de grond afspeuren, daar waar de lantaren brandt. Werkelijkheden die ontsnappen aan het rekenende denken, kunnen pas betekenisvol behandeld worden buiten de gebieden die beheerst worden door machtige dogmata en streng bewaakte normen.
In de literatuur bijvoorbeeld, en door een schrijver wiens pen nu eens níet gedirigeerd wordt door de mondiaal uniform gemaakte markt welke reeds lang de doodsteek heeft gegeven aan alle leven in de kunst. Tot dit ras van doorbijters en onverdroten waarheidszoekers behoort ook de auteur van de verraderlijk lichtvoetige novelle die onze nieuwjaarstafel siert: Isa danst op spinrag.
Het werk van Ludo Noens heeft op de keper beschouwd maar weinig met fantastiek te maken en des te meer met ontologie of zijnsleer, welke noodzakelijkerwijze drijft op zeeën van onzekerheid en vragen terwijl tegelijk het rigide doordenken een absolute vereiste is om tot enig resultaat te kunnen komen. Denk maar, om er slechts één te noemen, aan Bernhard Riemann wiens naam blijft voortbestaan in een aparte meetkunde. Deze op negenendertigjarige leeftijd aan tuberculose gestorven grondlegger van wat uiteindelijk Einsteins relativiteitstheorie geworden is, geloofde zoals ook de wijsgeer Herbart, inzake de geestelijke verschijnselen in een bijzondere veldtheorie die doet denken aan de elektrodynamica en waarbij wij steeds veranderende voortbrengselen van ideeën zijn. De geest als een met een elektrisch potentiaal vergelijkbare entiteit is een idee die menige strenge alfawetenschapper heeft bekoord en meer dan één mathematicus van formaat flirt ermee in deze nieuwe tijd van de computer en van de wereldomvattende golem waarop het internet is gaan gelijken.
Deze min of meer inleidende zinnen in de zoektocht naar de geest van het te bespreken werk, dienen slechts om het verhaal niet te verklappen, want het dient gezegd: de zijnsleer waarvan in Noens' werk enkele beginselen worden aangereikt, is geen stugge, droge metafysica die eeuwenlang het geduld van geïnteresseerden op de proef stelde, tenminste als zij de leer zelf al niet geheel ontoegankelijk maakte. Noens reikt ons zijn beschouwingen aan in een meer dan elegant reisverhaal dat barst van kennis over mythen, sagen, legenden en folklore welke zonder kleerscheuren aan diepzinnige beschouwingen worden gepaard die net wat meer te bieden hebben dan wat ons door de band voor wijsheid wordt verkocht, zoals die Chinese spreuk dat zij die spreken, niet weten, terwijl zij die weten, nimmer spreken - een spreuk die aan wat in dit verhaal opzettelijk onuitgesproken bleef, een heel bijzondere lading geeft.
Colin en Isabelle, een koppel van middelbare leeftijd met een late kinderwens, trekt erop uit om rust te vinden voor een beslissing die aan hun leven een andere wending geven kon. Er groeit een sfeer zoals die in Polansky's Rosemary's Baby maar het verhaal heeft heel wat meer om het lijf dan louter griezel, ofschoon kippevelmomenten niet ontbreken. De reis verloopt eerst in het karnavaleske en hypnotiserende Lourdes en voert dan naar het Noorden waar het schemerdonker is, naar Schotland en de Highlands: zoals iedereen weet is de stap van werkelijkheid naar droom aldaar niet breder dan een duim. Het koppel zal daar het kind dat zij verwachten, verliezen in omstandigheden die serieuze vragen oproepen. Maar bovendien verliest Colin, die alles geduldig onderging, op de koop toe zijn vrouw. Dit is niet mogelijk, dit is té wreed en het ontzet de lezer, maar het verhaal biedt geen andere uitkomst, de mens heeft zijn lot niet in handen, andere krachten blijken in het spel en zij zijn kennelijk van alle tijden.
Meer verklap ik niet, ik las het werk op Sint-Silvester, het heeft mij betoverd, ik heb het meteen doorgegeven, ik weet niet waar het heden is beland, het maakt een reis in deze donkere zes weken die baden tussen werkelijkheid en droom. Een schitterend boek op een uitgelezen moment!
Ter gelegenheid van het eindejaar: een blik op de toekomst
Ter gelegenheid van het eindejaar: een blik op de toekomst
Het merendeel van ons, mensen, dragen net zoals alle andere levende wezens kennis zoals wij bijvoorbeeld ook dragers zijn van ziektekiemen en op manieren vergelijkbaar met de wijzen waarop wij ziekten overdragen, dragen wij ook kennis over, wat wil zeggen: vrijwel onbewust of alvast quasi subluminaal, onnadenkend. Hiermee werd meteen gezegd dat mensen kennisdragers en kennisoverdragers zijn maar door de band genomen of misschien wel nimmer kennisproducenten, zoals wij ook niet de voortbrengers zijn van virussen of van bacteriën. Deze laatste gaan zich vestigen in ons lijf na zekere vormen van contact en elke microbe heeft zijn geliefkoosd orgaan waarin het zich vermeit zoals een vis in het water. De kennis welke ons inneemt door specifieke vormen van contact, hoort thuis in onze hersenen en stuurt van daaruit onze handelingen zoals ook de microben doen welke ooit en niet zomaar voor boze geesten werden gehouden. Vaak worden kennispakketjes ook 'memen' genoemd met 'genen' vergeleken ons inziens onterecht daar het inzake kennis om ladingen en niet om dragers gaat terwijl genen constituanten van de drager zijn en tot zijn wezen zelf behoren: memen zijn derhalve beter vergelijkbaar met microben, zowel qua aard (het zijn ladingen) als qua manier van overdracht (met name door contact) als qua werking (zij beïnvloeden ons gedrag en zij doen dat vaak zonder dat wij ons daarbij echt hoeven bewust te worden van hun inhoud en van hun ultieme gronden). Wat betreft dat laatste besturen quasi alle mensen auto's zonder kennis van hoe zij dan kunnen rijden en zo ook gebruiken wij al onze instrumenten met een blindelings vertrouwen ín die instrumenten maar uiteraard ook in de specialisten die ze voor ons bouwden. Van de kennis is met andere woorden enkel de mantel voor de massa relevant terwijl het hoe en het waarom een zaak van vaklui is: van technici, over wetenschapslieden, tot originele filosofen die wegens de ten gronde doorgedreven uitdieping der dingen aan de wieg zelf kunnen gaan staan van het kennen en het weten, van de synthese ook en aldus van het nieuwe, zoals de wetenschapsgeschiedenis zelf dat illustreert. In feite zijn zij zoals de geesten waaraan vroeger ook het wezen van de ziekten toegeschreven werd: tussen de boze geesten als de oorzaken der ziekten en de goede geesten als de kennisbronnen moet er ergens en vooralsnog diep verborgen een welbepaalde link bestaan waarvan de ontsluiering ongetwijfeld garant zal staan voor een ongedroomde verdieping van het bewustzijn als zodanig.
Dat mensen niet samenvallen met hun kennis zoals zij ook niet samenvallen met hun ziekten terwijl het gedrag wel wordt gestuurd door beide soorten van 'geesten', betekent meteen dat de bestrijding van ziekten niet kan gebeuren door hun effectieve dragers uit te schakelen en dat de gedragssturende kennisinhouden niet geliquideerd worden door de kennisdragers op de brandstapel te gooien of door hen massaal in concentratiekampen te vergassen. Het doden van de zieken zal misschien wel de ziekte zelf aanwakkeren zoals ook het ombrengen van de verkondigers van een zekere wetenschap, die wetenschap veeleer zal doen bloeien in plaats van ze te doven. Wat zeldzamer wordt, gaat hoe dan ook in waarde stijgen, het wordt aldus begeerlijker; de vraag stijgt en alvast zal op een vrije markt het aanbod volgen. Wat vervolgd wordt, is niet zelden waar omdat de waarheid kwetst waar leugens heersen, terwijl ook nog steeds het rijm geldt van "al is de leugen nog zo snel..." Zoals reeds aangestipt moet er ergens een verband bestaan tussen de goede en de boze 'geesten', tussen de bronnen van de kennis en de ziektekiemen, en als dat inderdaad zo is, dan zullen net zoals de waarheid het van de vele leugens wint, uiteindelijk alle ziekten het onderspit moeten delven. Hoe dan ook is het zo dat de ziekten met de waarheid worden bestreden, en alvast dát verband tussen de genoemde 'geesten' werd ons reeds bij de geboorte van de wetenschap zelf geopenbaard.
Een effectieve bestrijding van 'foute kennis' wat in feite geen kennis is doch onwetendheid kan evenmin als de ziektenbestrijding geschieden door de dragers ervan om te brengen, en die dragers zijn al diegenen die aan de bewuste ziekten lijden of aan de onwetendheid die 'foute kennis' wezenlijk is. Desinformatie kan pas met informatie worden bestreden zoals ook de tekorten die de deur openzetten voor de ziektekiemen moeten worden aangevuld zodat de gezonde functies kunnen worden hersteld. Maar het informeren van (in casu gedesinformeerde) kennisdragers kan nimmer subluminaal gebeuren, het kan in wat andere bewoordingen nooit een onbewust proces zijn omdat de leugen pas met wortel en tak kan worden uitgeroeid op voorwaarde dat haar aanhanger bereid is haar met de waarheid zelf te confronteren. Alvast een mens moet met andere woorden zien (of ínzien) waaróm bepaalde zaken waarin hij altijd heeft geloofd, onwaar zijn, onwerkzaam, onvruchtbaar of nadelig. Hij moet dat inzien vooraleer hij ooit bereid kan zijn om zijn oude 'waarheden' voor andere te verwisselen. Alleen het brengen van mensen tot een dergelijk verrijkend inzicht is de naam 'opvoeding' waardig terwijl desinformatie precies het tegendeel voortbrengt en louter destructief werkt. En wordt hier terecht de vraag gesteld naar de objectiviteit van de waarheid, dan moeten alvast twee zaken worden onderkend. Vooreerst kan elkeen tot het inzicht komen dat er talloze leugens zijn maar slechts één en dezelfde waarheid; tegelijk moet men ook toegeven dat het bezit van de waarheid aan niemand toekomt terwijl het wel zo is dat iedereen er kan en eigenlijk ook zou moeten naar zoeken. Uit die twee stellingen volgt dan een regel waarmee eenieder die van goede wil is, het eens moeten kunnen worden: de waarheid moet in de openbaarheid worden gezocht, hij kan nooit een geheime leer zijn, een lering geschonken door een hogere machthebber aan een elite die de kennis ervan voor zichzelf mocht houden, een waarheid die slechts uitverkorenen begrijpen konden en waaraan de massa zich dan maar diende te onderwerpen in een blind geloof. De waarheid kan derhalve pas de waarheid zijn als zij principieel voor iedereen toegankelijk is, inzichtelijk en bevattelijk, maar hij moet ook verbeterbaar zijn, hij moet erkennen dat hij nooit definitief kan zijn maar vanuit zijn eigen aard veranderlijk. Beknopt gesteld blijkt dan de waarheid, verrassend genoeg doch even logisch als verrassend, tegelijk objectief en veranderlijk: zij bestaat maar zij ontsnapt aan onze greep terwijl wij in haar richting verder moeten en ook kunnen dankzij het gezamenlijke overleg.
De zopas beschreven plicht die alle mensen hebben, is lastig maar ongetwijfeld alle moeite waard omdat elk leefbaar alternatief ontbreekt: de oorlog is het enige wat overschiet. Maar kennelijk kunnen sommigen de last van deze edele taak niet dragen en vallen zij in de verleiding om de spanningen die nu eenmaal elke lastige werkzaamheid meebrengt, ongedaan te maken middels een gemakkelijkheidsoplossing. Aldus belanden zij in het slijkerige spoor van de ontelbare hersenloze dictators uit een geschiedenis vol ellende die het pad van het mensdom kruist en kruisigt en zo denken zij de ziekten te kunnen en te mogen bestrijden met de uitroeiing der zieken, en de vermeende onwetendheid met het ombrengen der zogenaamd onwetenden, niet beseffend dat zij aldus de slachtoffers van een gebeurlijk ongeluk een tweede keer bestraffen en dan nog vruchteloos of zelfs tegendoelmatig.
Dit pad moeten wij schuwen als de pest omdat het dé kwaal van deze tijd is die meer dan wat dan ook de toekomst van de mens en van al het andere leven naar de duivel helpen kan. De keuze voor de rede en tegen het geweld is geen in het verleden ingeslagen weg die enkel nog te volgen is: elke dag opnieuw dient die keuze te worden gemaakt en dient die weg te worden gegaan van bij het allerprilste begin en met de grootste zorg, om de heel eenvoudige reden dat 'memen' niet zoals genen overerfbaar zijn doch onderwezen moeten worden. De mens vernieuwt zich immers onafgebroken sinds het begin der tijden en hij zal dat wellicht blijven doen tot aan het einde; elke nieuwgeborene wacht op 'instructies' van zijn ouders, hij moet worden opgevoed, zijn gedrag moet geregeld worden, hij mag niet worden gedesinformeerd en hij moet de lastigste maar tevens wellicht ook de meest waardevolle aller waarheden leren verwerven, namelijk dat de waarheid zelf bestaat en nagestreefd kan worden maar dan alleen als altijd dichter te benaderen doch nooit te bezitten universaliteit die wel ons allen in zijn bezit heeft en noem dat einddoel voor mijn part God.
N.B.: Een speling van het lot wil dat Snowden zijn Big Brother identificeert met het zijns inziens totalitaristische westen terwijl George Orwell naar wie hij uitdrukkelijk verwijst, wellicht het communisme op het oog had...
21-12-2013
Ad majorem Dei gloriam
Ad majorem Dei gloriam
Dat het geloof twee kanten heeft, is in feite niets nieuws, maar problematisch is wel dat we meestal slechts oog hebben voor de voorkant terwijl die achterkant steeds meer bespeeld wordt door het kwaad. De voorkant kennen wij: geloven is voor waar aannemen wat wij niet zien en dat is een echte kunst. Maar de achterkant betreft een vaardigheid die heel wat moeilijker te verwerven is: het is de kunst om in datgene wat wij wél zien, de leugen te ontwaren.
Het belang zich van die achterkant bewust te zijn, ontleent zich hieraan dat uitgerekend de leugens de waarheid aan het oog onttrekken. De onzichtbaarheid van de te geloven, ware werkelijkheid is met andere woorden geen karakteristiek van de waarheid zelf, noch volgt zij uit een aan onszelf toe te schrijven blindheid: zoals in het centrum van Gent de zogenaamde 'schapenstal' ons het zicht ontneemt op de pracht der oude kathedralen, zo ook zien wij de waarheid niet omdat de aanmatigende leugen er pal voor komt te staan.
In dit licht betekent geloven dan ook niets anders dan het vermogen om door de leugen heen te kijken: het volstaat de leugen te ontmaskeren om de waarheid die zij verbergt, weer zichtbaar te maken; we moeten het licht opsteken en dan zien we dat de dingen die wij voordien niet zagen en waarin wij alleen geloofden, ook echt aanwezig zijn; het volstaat om te weerstaan aan de verleiding welke de leugen begeleidt teneinde het ware, dat met het goede samenvalt en met het schone, te kunnen aanschouwen.
Want wat ontkracht een democratie met voor elk wat wils - wat anders dan de kakafonie van elkaar onhoorbaar makende stemmen? Wat anders maakt de weinige goede boeken onvindbaar in de bibliotheek dan de massa aan pulp die ze omgeven? Wat anders maakt onze tijd steeds schaarser dan de niets betekenende aandachtstrekkers die hem vullen? Iets geloven betekent daarom allerminst iets aannemen dat er niet is; het betekent daarentegen te kunnen zien wat er is ondanks het feit dat dingen die er niet zijn, zich aan ons opdringen. Het kwaad, zo zegde Augustinus het anderhalf millennium geleden al, is een tekort aan het goede, en dit tekort bestaat bij de gratie van onze eigen zwakheid: de leugen haalt haar kracht uiteraard niet uit de waarheid doch uit het feit dat wij haar maar al te graag voor de waarheid willen houden.
Als het geloof het vermogen is om te kennen wat onzichtbaar is, dan is het geloof inderdaad een kennis en die kennis staat met één been in de wetenschap dat de waarheid wordt versluierd en met het andere in het morele vermogen om de wens niet te verwisselen met de werkelijkheid. Nog wat betreft dat tweede been, worstelen wij immers sinds oudsher met een vreemde neiging om onze dromen voor waar te houden en andersom terwijl die neiging uiteraard grondt in een onwil tot het bekennen van de schuld welke wij dragen sinds het ogenblik dat wij betoverd werden door de leugen op het eigenste moment van wat men de zondeval genoemd heeft.
Het mag dan allemaal worden verwezen naar het land van mythen en van sagen: dat wij begoocheld worden is een feit waarvan de mensheid zich bewust is sinds dit het geval is. Het geld dat volstrekt zonder inhoud is en dat zijn waarde enkel ontleent aan de gruwelijke afspraak dat wie het missen moeten, ook beschuldigd mogen worden, ontneemt ons het zicht op het echt waardevolle dat immers gratis is, en zo blijven wij blind voor de bloemen des velds omdat wij voor namaak in plastic met klinkende munt moeten betalen; zo verbannen wij onszelf uit het paradijs dat onze blindheid ten spijt standhoudt ad majorem Dei gloriam.
(Jan Bauwens, eerste winterdag 2013)
13-12-2013
Apartheid
Apartheid
Schrik niet: de apartheidspolitiek zoals die sinds eeuwen de facto heerste in onder meer Zuid-Afrika waar de rassensegregatie in 1948 ook officieel erkend werd totdat zowat twintig jaar geleden Nelson Mandela als het ware met het offer van zijn beste levensjaren daaraan een einde stelde,1 heeft religieuze en meer bepaald christelijke grondslagen en zij verantwoordde zich met het calvinistische principe van de souvereiniteit in eigen kring2 zoals die wordt verkondigd door de zogenaamde Stichting voor Christelijke Filosofie.3 Dit principe werd meer bepaald in de negentiende eeuw ontwikkeld door de Nederlandse anti-revolutionaire politicus en stichter van de ARP of de Anti Revolutionaire Partij, Abraham Kuyper, en het werd in de twintigste eeuw verder uitgewerkt door Vollenhoven en Dooyeweerd aan de Universiteit van Amsterdam. Volgens dat principe moet niemand zich bemoeien met bijvoorbeeld het gezin, het onderwijs of de kerk, die zogezegd alle zelfstandigheid en vrijheid verdienen. Uiteraard is dit beginsel ook bij ons niet onbekend, het rijmt met onder meer het devies van "eigen volk eerst".
Al is er wel wat te zeggen tegen paternalisme, betutteling en heteronomie en zo ook voor zekere vormen van segregatie, toch nopen de feiten vandaag in de allereerste plaats tot eenheid en tot transparantie. In al te gesloten gemeenschappen immers heerst vaker het recht van de sterkste en zo gaan in gesloten gezinnen incest en geweld welig tieren, is er terreur tegen zwakkeren en minderheden binnen een religie die zich in alle omstandigheden kon beroepen op godsdienstvrijheid en bestaat de sterke neiging tot sektenvorming in onderwijsnetten die zich afschermen van de rest van de wereld.
Opvallend vreemd aan het genoemde principe is dat het wordt aangewend om daarmee kennelijk geheel tegengestelde opvattingen te onderbouwen: enerzijds is het protestantisme zelf oorspronkelijk een revolte tegen bemoeienissen van derden, een afkeer van het centrale gezag en een terugkeer naar de oorspronkelijke christelijke gemeenten; anderzijds was de calvinistische ARP met haar stichter vooreerst gekant tégen de principes van de (Franse) revolutie. Kuyper gold net zoals Mandela als de verdediger van de belangen van de eenvoudige mensen, de zogenaamde "kleine luyden", terwijl zijn apartheidsbeginsel allesbehalve het belang van de verdrukten kon dienen. Aan het calvinisme worden overigens door kritische filosofen zoals Max Weber de oorsprong van het (door hard werken en sparen vergaarde) kapitaal toegeschreven en derhalve de rechtvaardiging van het kapitalisme dat Karl Marx beschreef als de bron bij uitstek van sociale ongelijkheid.4 Tegelijk kan men uit dit gegeven het tegenovergestelde lezen van wat Weber beweert en zeggen dat het niet de theorieën zijn die aan de grondslag liggen van sociale (wan)toestanden maar dat zij daarentegen (achteraf) worden uitgebroed om het onrecht goed te praten.
Maar hypocrisie is niet vreemd aan politieke en religieuze aangelegenheden en misschien kan de wat meer aandacht gevende toeschouwer wel makkelijk ontdekken dat de apartheid en ook de Zuid-Afrikaanse apartheid in wezen niet zozeer een segregatie betrof tussen verschillende rassen doch veeleer een discriminatie op grond van kapitaalbezit. Hoe dan ook waren de zwarte Zuid-Afrikaners arm en werden zij ook arm gehouden terwijl de blanken rijkdom, macht en hoge sociale posities monopoliseerden. Rassenverschillen blijken dan niet meer dan een van de vele mogelijke voorwendsels tot uitbuiting of tot de vorming van sociale kasten: mensen wensen zich van medemensen te onderscheiden; zij discrimineren en eventueel gaan zij zich ook van anderen distantiëren. Ten tijde van de apartheid vertelden haar voorstanders ons dat zwarten onhygiënisch leefden en dat apartheid derhalve noodzakelijk was, terwijl de feitelijke achterstand van de zwarte Zuid-Afrikaners niets te maken had met eigenschappen van hun ras doch alles met armoede ingevolge discriminatie. Door een welbepaalde groep in casu een ras uit te buiten, leek het wel alsof dit ras zelf oorzaak was van zijn achterstand. De beschuldiging van de slachtoffers waarop deze bedrieglijke tactiek berustte, vond uiteraard steun bij de hogere sociale klassen die daar garen bij sponnen en zo werd hier ten lande de Protea opgericht, een Vlaams-Zuid-Afrikaanse vereniging die de apartheid steunde en waarvan gewiekste zakenlieden deel uitmaakten, prominenten zoals de stichter van de eerste Vlaamse school voor managers, bankier en minister André baron Vlerick, alsook figuren zoals Karel Dillen en Jef Valkeniers, bankier Léon Rochtus en de senatoren en VMO-ers Bob Maes en Wim Jorissen, auteur van het omstreden Zondebok Zuid-Afrika: een positieve balans, uitgegeven door Lannoo in Tielt.5
Maar met de opheffing van het apartheidsregime in Zuid-Afrika en met de 'afschaffing' van de apartheid op het wereldtoneel blijkt de kloof tussen rijk en arm allesbehalve verdwenen, zij wordt daarentegen nog groter, en dat betekent dat de apartheid op een gevaarlijke manier toeneemt omdat zij zich verder ontwikkelt terwijl men gelooft dat zij tot het verleden behoort zij wordt met andere woorden quasi onzichtbaar en derhalve vrijwel onbestrijdbaar. Zo beperkt zich in het Zuid-Afrikaanse geval het verdwijnen van de apartheid in de praktijk tot de onderlinge loskoppeling van racisme en discriminatie terwijl de discriminatie zich in het klassieke spel van rijk en arm handhaaft.
Uitbuiting want daar gaat het om waar discriminatie en segregatie aan de orde zijn wordt mogelijk wanneer de uitbuiter gelooft en ook anderen kan doen geloven dat hij aanspraak kan maken op voorrechten en dit geloof grondt vooreerst in het vasthouden aan geld en aan privaat bezit in het algemeen: er bestaat kennelijk de afspraak onder mensen dat bezittingen van die aard zijn dat zij recht geven op nog meer bezittingen terwijl diegenen die weinig of niets bezitten voor schuldenaren worden gehouden. Deze in wezen volstrekt absurde beginselen gronden in een archaïsch denken dat nog voortleeft in het karma-principe van de oosterse religies en dat welstand beschouwt als een beloning voor het goede en armoede als een straf voor het kwaad. Het verwerpelijke van dergelijke opvatting ligt uiteraard in de rechtvaardiging die zij biedt aan de rijken voor de uitbuiting van de armen, want de laatsten staan dan bij de eersten in het krijt en er wordt pas aan eenieder recht gedaan door de schulden uit te boeten wat zich als het ware vrij vertaalt door de armen uit te buiten. De meningen aan de basis van deze praktijken zijn vooroordelen of meningen die niet in feiten gronden, als volgt treffend getypeerd door Voltaire: "Le préjuge est une opinion sans jugement".6 Er kan nooit sprake zijn van recht en derhalve ook niet van een beschaafde en werkbare samenleving waar wetten en beginselen de feiten negeren: dergelijke dwalingen berusten op verregaande onbekwaamheid en kunnen slechts leiden tot menselijke catastrofes zoals ten tijde van de nazi's. In een wereld waarin principieel elkeen toegang heeft tot kennis en kunde, bestaat er voor dergelijke dwalingen helemaal geen excuus meer.
De idee achter het 46 meter hoge koperen beeld genaamd De vrijheid die de wereld verlicht, een ontwerp van de Fransen Bartholdi en Eiffel dat sinds 1886 de baai van New York siert, maakt dat Amerikanen mensen van waar ook ter wereld bijspringen wanneer hun mensenrechten worden geschonden en zoals iedereen weet symboliseert dit geschenk van Frankrijk ter gelegenheid van de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring van 1776 vooral de verwelkoming der immigranten.1 De V.S. zijn het land bij uitstek van de inwijkelingen en ofschoon de Noord-Amerikaanse voorgeschiedenis allerminst rozengeur en maneschijn is, kunnen de huidige States best model staan voor gastvrijheid, multiculturaliteit en liberalisme. Naar dit voorbeeld richtten zich ook de Europese partijen die de Vrijheid en de Vooruitgang in het vaandel voeren, zoals ook de Belgische liberalen van 1846, later opgesplitst in een Vlaamse tak (PVV), een Waalse (PRL) en een Duitse (PFF).
Maar wie zich dezer dagen geen hoedje schrikken bij de koers die momenteel wordt gevaren door wie zich hier te lande beschouwen als de erfgenamen van de grondleggers van wat Antonín Dvořák illustreerde met zijn negende symfonie getiteld Uit de Nieuwe Wereld, die kennen net zoals de huidige Belgische 'liberalen' zelf hun eigen geschiedenis niet meer. Wat immers kan het terugsturen van kinderen naar oorlogsgebieden nog te maken hebben met gastvrijheid of, erger nog, met de verdediging van de mensenrechten? Wat kan een pleidooi dat stemrecht ontzegt aan immigranten gemeen hebben met de idealen van een toekomstige vrije wereld?
De boegbeelden van wat zich het Vlaamse liberalisme noemt, kunnen alvast niets gemeen hebben met het licht van de fakkel van het vrijheidsbeeld; veeleer verwijzen zij naar die muffe donkerte van benepenheid, kleinburgerlijke vrees en egoïsme. Kan men hen nog politici noemen die zich uit eigen baatzucht lenen tot de vertegenwoordiging van het jammer genoeg gistende segment van de onmens die het volk aanvreet? De van haat doorspekte, mensonwaardige regelgevingen waarmee zij op de proppen komen, liegen er niet om, waar zij openlijk het gouden kalf aanbidden ("de economie voor alles") en aansturen op de invoering van het achterlijke kastenstelsel met enerzijds beschermde werkenden (met een job volgens de opleiding, een minimumloon en ook sociale rechten) en anderzijds dwangarbeiders of slaven die eender welke klus moeten klaren zonder loon, pensioen- en andere rechten, op straffe van de algehele uitsluiting.
Op democratische wijze willen zij dat bereiken, met een meerderheid, zoals ook Adolf Hitler aan de macht kwam, want wat zij verspreiden is allerminst het licht der vrijheid: elkeen weet dat het fascisme is, mogelijk gemaakt door platvloers populisme. Zou een politieke partij die het volk in die mate minacht, dan niet voor een rechter moeten verschijnen? In onze democratie zal zij door het volk zelf worden berecht!
Een grondwet of een constitutie constitueert een land precies zoals een land het burgerschap constitueert. Zoals het niet de burgers zijn welke een land maken, doch andersom, zo ook is het niet het land dat zijn wetten maakt, doch andersom. In nog andere bewoordingen: het land maakt de burgers tot burgers zoals de wetten het land tot land maken. Eerst is er het land, pas daarna kunnen er burgers zijn; eerst zijn er de wetten, pas daarna bestaat het land. De wetten maken het land tot wat het is en het land maakt de burgers tot wat zij zijn. Het burgerschap is derhalve het product van de wetten.
Uiteraard passen rigide (of moet men zeggen simplistische?) wetten evenmin in een complexe, steeds veranderende, levende wereld als al te kort door de bocht gaande redeneringen dat doen. Uiteraard maken wetten geen burgers, het zijn wetten die mensen in het (bevrijdende of versmachtende) keurslijf van het burgerschap dwingen of zij proberen dat alvast te doen. En uiteraard worden wetten op hun beurt door mensen gemaakt. De mens maakt zijn werktuigen en wordt op zijn beurt door zijn instrumenten bepaald: het is het wat griezelige doch onvermijdelijke en archetypische verhaal van de golem die hoe dan ook in mindere of in meerdere mate met ons doen en laten is verweven.
Wil een land voortbestaan, dan moeten zijn wetten worden nageleefd en derhalve zijn voor een land de wetten heilig en dient hun overtreding zo niet onmogelijk dan toch onwenselijk te worden gemaakt en dat laatste gebeurt noodzakelijkerwijze middels sanctionering. Maar dat de overtreding van de wet een strafbaar feit is, impliceert helemaal niet dat elk handelen conform de wet, toe te juichen was. Meer zelfs: de meest te duchten wandaden worden gepleegd door lieden die zich a priori aan vervolging en veroordeling onttrekken door te ageren tegen de geest en tegelijk volgens de letter van de wet. Meer zelfs: de absolute topcrimineel onttrekt zich moeiteloos aan ook maar de geringste beschuldiging door de letter van de wet zo aan te wenden dat hij de geest verkracht.
Voorbeelden van die gruweldaden die niet alleen medeburgers benadelen maar die, veel erger nog, onze beschaving zelf ondermijnen, vindt men bijvoorbeeld waar multinationals geheel legaal belastingen ontduiken en aldus het volk bestelen, of waar machthebbers hun zelfverrijking ten koste van de armen goedpraten met het argument dat zij helemaal niks onwettigs doen - wandaden die des te schrijnender zijn als het lieden betreft die zich 'jurist' laten noemen of wat dacht u van 'minister van justitie'?
Wie de wet overtreedt, pleegt een misdaad, maar de logica zelf gebiedt ons opmerkzaam te zijn voor het feit dat ook deze implicatie niet zomaar omkeerbaar is: er zijn lieden die stelen en moorden zonder de perken van de legaliteit te verlaten en zij gaan zelfs prat op de onschendbaarheid welke zij zodoende precies dankzij de wet genieten. De wet is er om misdaden te verhinderen maar zij slaagt daar maar ten dele in en in feite blijkbaar hoe langer hoe minder.
Het handelen volgens de wet garandeert niet dat men het goede doet, het waarborgt slechts dat men zichzelf niet strafbaar opstelt. Daarentegen kunnen wie legaal handelen, als zij het slim aan boord leggen, misdaden plegen en er zelfs voor zorgen dat wie zich bewegen conform de wet, beschuldigd en veroordeeld worden, onder meer omdat het hebben en het krijgen van gelijk vaak twee volstrekt discrepante zaken zijn. Zo bijvoorbeeld steunt een der hoofdargumenten tegen de doodstraf op de wetenschap dat een groot percentage van de gedetineerden onschuldig de straf uitzitten van een crimineel die dan uiteraard met rust gelaten wordt.
Waar wetten ooit als instrumenten van een regering de orde in een land handhaafden, blijken zij nu veeleer de werktuigen geworden van een nieuw soort van virtuozen wiens kunst bewonderenswaardig zou zijn indien haar oogmerken niet het onrecht en de misdaad waren. En dat de misdaad zich binnen de perken van de wet voltrekt en aldus de geest ervan verkracht, betekent heel concreet dat heden moet gesproken worden over geïnstitutionaliseerde criminaliteit: onze instellingen zijn fundamenteel misdadig geworden, zij worden bemand door actoren die - weliswaar geheel legaal - de geest van de wet verkrachten.
Ver moet men bovendien niet gaan zoeken om deze trieste waarheid van illustraties te voorzien, al zijn illustraties allesbehalve overbodig omdat de geschiedenis ons leert dat wij ziende blind blijken, vooral wanneer onze eventuele getuigenis ons eigen hachje kon belagen. Bekijken wij bijvoorbeeld onze eigen Europese economie of de westerse economie en zelfs de wereldhandel.
De tijd van de kolonies lijkt weliswaar voorbij: de tijd dat de Congolese bevolking in enkele jaren slonk van twintig naar acht miljoen ingevolge het schrikbewind van de kolonisatoren; de tijd dat slaven met miljoenen uit minder ontwikkelde gebieden werden weggehaald met schepen en verkocht als werkkrachten voor de plantages; de tijd dat 'veroverde' gebieden leeggeplunderd werden, onderworpen en geannexeerd onder het voorwendsel van christianisering en beschaving. Vandaag immers hebben in heel wat gevallen de overzeese gebieden netjes hun onafhankelijkheid teruggekregen en zij genieten zelfs de steun van hun vroegere uitbuiters. Het schrikbewind lijkt nu voorgoed verleden tijd. Maar schijn bedriegt.
Terwijl geen tweehonderd jaar geleden wereldverbeteraars de verdrukte werkers aller landen opriepen zich te verenigen, zijn het niet de arbeiders die hieraan gevolg gaven maar cynisch genoeg de uitbuiters, de rijken, de kapitaalkrachtigen, en dat hun intussen internationaal systeem vernuftig in elkaar steekt, is wel het minste wat men ervan kan zeggen. Het begon met de gastarbeiders die naar het westen werden gehaald uit de eertijds door het westen gekoloniseerde, leeggeplunderde en daardoor ook verarmde streken, onder het onuitgesproken devies: wat men in den vreemde niet langer mag gaan halen, moet men dan maar hierheen weten te lokken!
Over de gastarbeid schreef undercoverjournalist avant-la-lettre, Günter Wallraff, onder meer zijn ontluisterende Ganz Unten uit 1985 over de onmenselijke behandeling van in casu Turkse gastarbeiders in westerse fabrieken. Omdat intussen de gastarbeiders er met de hulp van sociaal geëngageerden in slaagden om zich te verzekeren van een minimum aan respect, openden zich nieuwe omwegen voor corrupte bedrijven: enerzijds gingen zij opnieuw op verplaatsing spelen door de vestiging van fabrieken in lagelonenlanden zonder of met een gebrekkige sociale wetgeving (denk aan de ongezonde textielarbeid bij multinationals in Turkije maar ook in India, Pakistan, China...) en anderzijds werden de gastarbeiders van weleer vervangen door illegalen werkzaam in onderaanneming, wat betekent dat deze mensen die het zware en gevaarlijke werk verrichtten, dat ook 'in het zwart' doen: 'op papier' gaat er helemaal niks fout omdat er ook niks gebeurt. Hoe kon het immers, daar illegalen 'op papier' niet eens bestaan; als puntje bij paaltje komt, hoeven zij derhalve ook niet betaald of beschermd te worden. Bovendien kan het niet langer onder stoelen of banken gestoken worden dat deze nieuwe slaven vooral werkzaam zijn in dienst van de superrijken: de grote aannemers maar ook de politici en de Europarlementariërs die dagelijks de mond vol hebben van sociale rechten.
Men wil ons nu laten geloven dat het zogenaamde 'sociale Europa' - een titel die Europa zichzelf heeft toegekend zoals afgelopen jaar haar bestuur zichzelf ook trakteerde op een Nobelprijs - de genoemde wanpraktijken aan banden legt middels de ingenieus ogende herverdeling van de rijkdommen via een herschikking van de kapitalen van de grootste banken. In werkelijkheid verkapt die oogverblindende bedrijvigheid die zich boven onze hoofden afspeelt slechts de grootste roof van de hedendaagse tijd, gepleegd door de rijken op de armen: de voorgewende solidariteit tussen de EU-landen betreft in werkelijkheid enerzijds het leeghalen, over de landsgrenzen heen, van de spaarrekeningen der arbeiders en anderzijds het spekken van de kapitalen van wie op hun renten teren.
Het gebeurt allemaal legaal, meer bepaald middels nieuwe wetten die in het Europese parlement werden gestemd. Zij werden niet gestemd door u en mij, geachte lezer, maar door ingezetenen met wie wij helemaal geen voeling meer hebben. Bedenk dat wij vandaag horen te gehoorzamen aan een brave man die zich de president van Europa laat noemen, terwijl ik mij alvast niet kan herinneren en ik ook niemand in mijn omgeving ken die zich kan herinneren ooit voor een presidentsverkiezing naar het stemhokje te hebben moeten gaan. Wie zou overigens zo stupide zijn om te stemmen voor een man of een bende die het beoogt om op eigen houtje wetten te fabriceren waarmee men de armen kan bestelen ten bate van de rijken? En hebben ze dat intussen ook niet eens maar zelfs herhaaldelijk gedaan?
Als de wet heilig is, dan bestaat er slechts de letter van de wet en dan is zijn geest een spook, een inbeelding, een hoogst persoonlijke invulling eventueel geïnspireerd door het christendom, het humanisme of eender welke levensovertuiging die zogezegd per definitie zweeft en kant noch wal raakt. Als de wet heilig is, dan zijn er geen 'legale dieven' en dan is alles wat heden in de Europese Unie gebeurt, zonder meer oké: de vestiging van fabrieken bemand met kleine kinderen in China, de Poolse bouwvakkers en camionchauffeurs die zich afjakkeren voor een hongerloon maar ook de exuberante lonen en premies voor de bedrijfsleiders en de politici die dit onrecht, zoals ik het vooralsnog blíjf noemen, mogelijk maken of er zelfs toe verplichten. Als de wet heilig is, dan is er geen vuiltje aan de lucht.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: