Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
27-03-2024
9 juni 2024 en de stomme kinderen
9 juni 2024 en de stomme kinderen
Volwassenen mogen gaan stemmen, ze moeten het zelfs doen maar voor kinderen geldt een stemverbod, kinderen krijgen geen stem, zij horen stom te blijven. En de volwassenen blijken weg te komen met de uitleg dat kinderen nog niet kunnen stemmen, ze zijn immers nog te klein, ze kunnen niet bij het schapje met het rode potlood en meer nog van die onzin. Dit terwijl iedereen heel goed weet dat de verkiezingen altijd over de belangen van de kinderen gaan omdat zij nu eenmaal en zonder pardon de toekomst van het mensdom zijn.
Alleen in België sterven 1 op 250 mensen in het verkeer en het aantal gewonden met blijvend letsel is daar een veelvoud van. Jaarlijks krijgen vierhonderd kinderen jonger dan zestien kanker1 en tenminste een derde van hen zal voor de leeftijd van vijfenzeventig jaar kanker krijgen, terwijl we weten dat tachtig percent van alle kankers te maken hebben met milieuvervuiling.2 Uit een rondvraag van seniorennet d.d. november 2023 waarbij de kwestie aan bod komt voor welke partij de senioren stemmen, blijkt dat de milieupartij die opkomt voor zuivere lucht, zuiver water, een leefbare aarde en een veilige wereld, amper 1,8 percent van de stemmen haalt.3
In acht genomen dat senioren vijftigplussers zijn en derhalve ook vaak ouders, grootouders en overgrootouders vertegenwoordigen, is de trieste betekenis van de genoemde poll dat, enkele uitzonderingen niet te na gesproken, mensen zich op geen enkele manier bekommeren om het leven van hun nazaten.
In de geheime ruimte van het stemhokje waar niemand het kan horen, zeggen ze verbeten tot zichzelf: “Het zal onze tijd wel duren!” De stemgerechtigden blozen niet maar de verkiezingsuitslag maakt het gruwelijkste geheim publiek: “Wij geven geen cent om onze kinderen!”.
“How dare you!”, zo sneert een tiener die een stem geeft aan haar generatie maar zij wordt afgeblaft door Trump en compagnie, door de economen en de wolven van het geld die kinderen er godbetert van beschuldigen dat zij gebruikt worden door hun politieke rivalen.
Voor kinderen geldt een stemverbod. Volwassenen mogen gaan stemmen, ze moeten het zelfs doen en zij worden niet gestraft.
Het narrenschip van Plato (De Staat, boek IV) zinspeelt op wanbestuur in de democratie ingevolge onbekwaamheid: niet de relevante bestuurskwaliteiten maken dat iemand kan regeren maar wel allerlei eigenschappen die niet ter zake doen, zoals een elegant kapsel of een beroemde papa. Plato schrijft: “Aldaar is de eigenaar van het schip, groter en sterker dan iedereen op het schip, maar ietwat doof en nogal kortzichtig, met kennis over zeilen die past bij zijn gezichtsvermogen.”1 Erasmus met zijn Lof der Zotheid uit 1509 werd voorafgegaan door humanist en theoloog Sebastian Brant (Sebastianus Titio) van wie in 1494 in Basel Daß Narrenschyff ad Narragoniam2 ofDas Narrenschiff (in het Latijn: Stultifera Navis) verscheen: Narragonia is het narrenparadijs en de door Brant gefantaseerde beschermheilige der dwazen is Sint-Grobian of Sanctus Grobianus ('grob' is Middelhoogduits voor 'vulgair' of 'grof').
Vandaag wordt China geregeerd door een dictator die Mao naar de kroon steekt; Rusland wordt geleid door een wreedaard die op het punt staat de Derde Wereldoorlog te ontketenen met alles erop en eraan; in de Verenigde Staten dingen twee ouderlingen naar de macht die beiden wartaal uitslaan; in de Europese regeringen wemelt het van de dieven en nu de verkiezingen voor de deur staan vertellen ons de prognoses dat de massa een boontje heeft voor populisten die geen enkele moeite meer doen om hun machtsgeilheid te verkappen. Kortom: Sint-Grobian blijkt een bijzonder machtig man.
Naar het voorbeeld van het Vlaamsch Nationaal Blok van het met nazi-Duitsland collaborerende VNV werd vierendertig jaar na Hitlers nederlaag en de ontdekking van de vernietigingskampen, door zowel medeplichtigen en hardnekkige nazi-sympathisanten als getraumatiseerden kampend met het stockholmsyndroom, in 1979 het Vlaams Blok opgericht.
Naoorlogse analyses van vooral journalist en socioloog Maurice De Wilde maakten duidelijk dat het enthousiasme van VNV-kopstukken vooral te wijten was aan de gigantische toelagen aan onder meer Staf De Clercq die in 1937-'39 1.200.000 F nazi-geld ontving van Hitlers Propagandaministerie (Promi) van de nazi-partij (NSDAP) die zich in de vooroorlogse crisisjaren populair maakte onder de dekmantel van een volkspartij die de migranten zou verjagen, Duitsland zou teruggeven aan de Duitsers en de koopkracht zou herstellen.1 De VNV ging onder het eigen volk spioneren voor de fascisten die hen financierden. Waar hebben we dat allemaal nog gehoord?
In 1979 opgericht met de wortels in het nazisme bleef het Vlaams Blok vijfentwintig jaar lang bestaan totdat het in 2004 voor (met de mensenrechtenverklaring strijdig) racisme en discriminatie veroordeeld werd en daarop veranderde de partij met dezelfde bemanning haar naam naar 'Vlaams Belang', een partij die het racistische programma (het zgn. 70-puntenplan) nog twintig jaar later, bij de nakende verkiezingen van 9 juni 2024, nog steeds niet zal hebben afgezworen en waarvan het eerste punt luidt: “Opdoeken van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding”.
Vanuit hun egoïsme demoniseren en criminaliseren extreemrechtse politici de vluchtende slaven uit hun (neo)kolonies en wenden zij het gevaar van een vreemdelingenlobby voor die zij beloven te ontmaskeren en te ontmantelen. Zij proberen de massa op hun hand te krijgen om het volk tegen de zwakkeren op te zetten, de vrije meningsuiting aan banden te leggen alsook de godsdienstvrijheid. Ze willen apartheid invoeren (punt 19 pleit voor “de oprichting van een apart onderwijsnet voor islamitische vreemdelingenkinderen”) en verwerpen de realiteit van de open wereld die zij (in punt 20) bestempelen als “mundialistische en multiculturele indoctrinatie” om terug te keren naar de bekrompen politiek van elk zijn eigen 'volk'. Extreemrechts wil de mensenrechtenverklaring weg: het wil fascistische regimes elders hun gang laten gaan; die zouden dan het recht hebben om ongestoord hun eigen volk te mishandelen. Het wil de eigen nationaliteit bewaken met gesloten opvangcentra voor asielzoekers buiten de bebouwde zones, met het bestraffen en terugsturen van vreemdelingen (punt 40 wil de oprichting van een vreemdelingenpolitie) en met het (onder meer door extra belastingheffingen) bemoeilijken van hun tewerkstelling in België (punt 52). Antidiscriminatiepolitiek jegens vreemdelingen maar evenzeer jegens vrouwen en homo's (verbod op het homohuwelijk) wordt voortaan te bestrijden onzin genoemd, waarmee de aansluiting wordt gerealiseerd met de gruwel van extreemrechts in Rusland, China en nog andere dictaturen en totalitaire systemen vandaag.
De wreedheid van het programma dat zonder meer gelijkluidend is aan dat van de nazi's vereist uiteraard een schutskring ('cordon sanitair') maar die heeft ervoor gezorgd dat de partij zich nu de slachtofferrol aanmeet en extra sympathie ontvangt van een menigte aan kiezers die jammer genoeg onwetend blijken omtrent wat geschied is en wat te verwachten valt van populistische racisten die toch ook wel een eigen 'mening' mogen hebben, of niet dan? Wel, nog enkele keren slapen en als het feest van de nationalisten doorgaat, wordt ook hier te lande discriminatie een heuse burgerplicht!
Zie ook: Maurice De Wilde, De Nieuwe Orde, De Nederlandsche Boekhandel, A'pen/A'dam (Tweede druk), 1982, pp. 9-12 en 14.
23-03-2024
Het wrange wringen van de macht
Het wrange wringen van de macht
In het artikel: Vlaams Belang geeft inkijk in verkiezingsprogramma: "Geen subsidies meer voor multiculturele clubjes" schrijft Stefan Grommen dat Vlaams fractievoorzitter van Vlaams Belang Chris Janssens meent dat momenteel heel wat woke organisaties onder dewelke de vzw Orbit die werkt rond onder meer superdiversiteit (waaronder seksuele diversiteit) onterecht subsidies krijgen. Janssens zegt een partij te dienen “die opkomt voor onze culturele identiteit en onze tradities en die worden zijns inziens door heel die “woke onzin” in gevaar gebracht.” Stefan Grommen merkt op dat de term 'woke' onder meer wordt gebruikt bij “minderheden die in het verleden belachelijk zijn gemaakt, zijn uitgesloten, of gediscrimineerd, bijvoorbeeld op basis van hun seksuele voorkeur of genderidentiteit.” Janssens meent dat subsidies ook moeten verdwijnen voor wie zich bezondigen aan (positieve) discriminatie of multicultureel diversiteitsbeleid.1
Nu kan men een dergelijke mening weliswaar verwachten van een Vlaams Belanger maar niet zozeer van iemand die enkele jaren geleden uit de kast kwam als homoseksueel.2 Maar Janssens is geen unicum: hij wordt geflankeerd door tallozen doorheen de geschiedenis en weliswaar ongewild getuigen zij allen van de wrange manier waarop macht zich manifesteert - 'wrang' komt van het werkwoord 'wringen'.
Toen bijna tot het einde van de vorige eeuw de ongedoopten geen toegang kregen tot de jobs bij instellingen welke toebehoorden aan de kerk (zoals het onderwijs, de hele zorgsector en wegens de verzuilde politiek uiteindelijk alle maatschappelijke activiteiten) en ook toen ten tijde van de jongste pandemie de vaccinatiereligie dreigde de niet-gevaccineerden wereldwijd aan de kant te zetten, trokken de potentaten zich uit de slag met de drogreden dat men niet moet klagen omdat men vrij is om zich wél te laten dopen of te laten vaccineren en dat het bovendien gratis is om dat te doen.
Nu is dat sofisme tenminste vijfhonderd jaar oud: in het Requierimento uit 1514 van paus Alexander VI waarmee na de inval van Columbus in Amerika in 1492 en de daar op volgende pauselijke 'schenking' van Amerika aan Spanje met de opdracht om de Indianen te kerstenen, deze volkeren werden aangemaand om zich te onderwerpen aan de Spaanse kroon en zich te laten dopen op straffe van gevangenschap en slavernij, luidt de schijnargumentatie als volgt: “Uw gevangenschap en uw terdoodveroordeling zijn uw eigen keuzes want u bent vrij om zich te onderwerpen!”
Uiteraard betekenen dergelijke verordeningen voor het volk de vrije keuze tussen slavernij en slavernij! De eerste vorm heet slavernij uit vrije keuze, de tweede is de waan van vrijheid. En waar potentaten nu de ganse wereldbevolking voor exact dezelfde keuze stellen, ontvangt het mensdom in feite zijn niet helemaal onverdiende loon.
Worden immers vluchtelingen die illegaal ver van hun door oorlog verwoeste thuisland als slaven aan de kost moeten komen niet met exact hetzelfde dilemma geconfronteerd? En worden de uitvoerders van deze executie door de sluwe potentaten dan niet gerekruteerd uit hun eigenste middens, zoals destijds door de nazi's ook joden werden uitgelezen om hun volksgenoten om te brengen in aan het oog onttrokken kampen? Was bijvoorbeeld hier te lande een van de verantwoordelijken voor het asielbeleid niet afkomstig uit dezelfde streek waarheen de nu uitgehongerde slaven teruggedreven worden in de handen van een niets en niemand ontziende taliban?3 En wat is er legaal aan het dulden van illegalen uitsluitend met het oog op het drukken van de prijs van de consumptiegoederen en aldus het vrijwaren van de levensstandaard van de slavendrijvers die deze 'illegalen' aldus eeuwig in de tang wensen te houden? Het antwoord luidt onmiskenbaar dat die eeuwigheid slechts duurt totdat de vernederden zelf gaan kiezen voor de dood.4
Macht wordt door een der grootste schrijvers van de twintigste eeuw (en we hebben het hier uiteraard over George Orwell in zijn 1984) impliciet gedefinieerd als het vermogen om anderen te laten liegen. Vrijheid is de vrijheid om te zeggen dat twee opgeteld bij twee gelijk is aan vier. Vrijheid is de vrijheid om de waarheid te zeggen. Macht is het vermogen om aan mensen de vrijheid te ontnemen, incluis de vrijheid om de waarheid te zeggen. Macht manifesteert zich waar men anderen kan doen liegen. Nog meer macht is nodig om anderen te laten moorden of om hen zichzelf te doen verloochenen. Men heeft mensen in de tang als men hen daartoe kan bewegen aan zichzelf schade te berokkenen.
In Collegium Cardinalium, het negende hoofdstuk van Sodoma. Het geheim van het Vaticaan uit 2019 onderzoekt de Franse socioloog en journalist Frédérick Martel de uitoefening van dit geweld van de macht in de praktijk van de clerus en hij beschrijft hoe paus Joannes-Paulus II “werd omgeven door intriganten en een groot aantal homoseksuelen die zelf nog in de kast zaten en zich in het openbaar ook homofoob uitlieten, om nog maar te zwijgen van hen die pedofiele priesters in bescherming namen. Paulus VI had homoseksualiteit veroordeeld maar pas onder Joannes-Paulus II werd er een heuse oorlog tegen gays gelanceerd. Ironie van de geschiedenis: de meeste hoofdpersonen in deze onbeteugelde campagne tegen homoseksuelen waren zelf homoseksueel. (…) Ze stortten zich in een morele suïcidale oorlog die ze wel moesten verliezen, omdat ze bevochten wat ze zelf waren.”5
Mensen met zichzelf laten vechten, dat zou wel eens het kenmerk bij uitstek van dictatoriale regimes kunnen zijn: mensen ertoe dwingen om te doen wat zij eigenlijk niet willen. Nicolae CeauÈescu van Roemenië, bewonderaar van China en van Noord-Korea en tevens stalinist, was daartoe in staat met zijn repressieve regime; het volk leek aan zijn voeten te liggen maar toen hij werd vermoord (in 1989) samen mijn zijn vrouw Elena, die mede aan het hoofd stond van zijn Securitate (de voorloper van het verraderlijke burgerinformatienetwerk), kon de vreugde bij het Roemeense volk niet op.
(Religieuze) dictaturen hebben doorheen de eeuwen gespeeld met de genoemde paradox waarbij zij enerzijds bejubeld lijken te worden maar anderzijds, van zodra zij hun vat op hun slachtoffers verliezen, worden zij gehaat en in mootjes gehakt. De ultieme verklaring luidt dat zij helemaal niet op handen werden gedragen doch gevreesd. Vandaar de zwijgplicht en de cellen in de slotkloosters, de staatsgeheimen, de mysteries, het verbod op samenscholing, de omerta, de camera's, de vingerafdrukken en het DNA. De clerus werd en wordt gevreesd omwille van haar wreedheid en daaraan ontlenen ook Mao, Stalin, Poetin en de populisten van extreemrechts hun macht. In nauwe hypocrietenschoentjes worden zij gewrongen die ten prooi zijn aan de willekeur van deze glimlachende hyena's zoals John Heartfield ze verbeeldde en men spreekt daar ook wel eens over het Stockholmsyndroom, waarbij de gegijzelde sympathie lijkt te ontwikkelen voor zijn gijzelnemer; het lijkt in feite veeleer op chantage en soms spreekt men van een traumaband die het gemanipuleerde en beschadigde slachtoffer wel wil maar nimmer kan verbreken; wie in een dergelijk post traumatisch stress syndroom verwikkeld zijn, zullen hun mishandelaar die zij niet kunnen verlaten, zelfs gaan verdedigen tegenover derden. Men ziet het meelijwekkende verschijnsel bij ongeëmancipeerde vrouwen, bij gewezen slaven, bij uitgebuite arbeiders en zeer zeker ook bij onderdrukte homo's die uit de kast kwamen maar nog te bang zijn om helemaal woke te wezen.
3CD&V-voorzitter Sammy Mahdi is de zoon van een Irakese vader die eind jaren 1970 als politiek vluchteling naar België kwam. In 2020 werd Sammy Mahdi staatssecretaris voor Asiel en Migratie.
4Zie ook: Jan Bauwens, “Het nieuwe geweld en de hypocrisie naar religieus model”, in: “Het grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld”, Serskamp 2022, pp. 368-371.
5Frédérick Martel, Sodoma. Het geheim van het Vaticaan, Uitgeverij Balans Amsterdam 2019
(oorspr.: Éditions Robert Laffont, Parijs 2019), pag. 238.
21-03-2024
Democratie en mensenrechten?
Democratie en mensenrechten?
BERICHT: Wij stellen heden vast dat alle teksten in PDF welke konden gelezen worden middels een klik op de cover van de betreffende artikels en boeken, van de server van bloggen.be verwijderd werden. Eerlang worden die via seniorennet geïmporteerd. Op termijn verhuist dit blog dan ook definitief naar seniorennet.be op het volgende adres:
J.B.,
De vier
ruiters van de apocalyps, nagetekend
naar Gerard van Groeningen (1563 - 1574).
Een
half millennium geleden maakte de Nederlandse tekenaar en graveerder
Gerard van Groeningen, naar het voorbeeld van de houtsnede uit 1498
van Albrecht Dürer, een afbeelding van de vier ruiters van de
apocalyps, overeenkomstig het joodse boek Zacharia
beschreven
in Openbaring
6
van de apostel Johannes, de zoon van Zebedeus en de geliefde leerling
van Christus.
In
een visioen beschrijft de ziener een boek verzegeld met zeven zegels,
alleen te verbreken door het Lam Gods (Christus), waarbij de eerste
vier slaan op vier ruiters. Na het verbreken van het eerste zegel
verschijnt het witte paard van de overwinning van de Antichrist; na
het verbreken van het tweede, het vuurrode paard van de oorlog; na
het verbreken van het derde, een zwart paard waarvan de ruiter een
weegschaal draagt; de ruiter van het vaalgele, vierde paard is de
dood met in zijn zog het dodenrijk met de opdracht het vierde deel
der mensen te doden met het zwaard, de honger, dodelijke ziekten en
wilde dieren.
Het
derde, zwarte paard met de ruiter met de weegschaal zou dus verband
houden met het geldwezen: honger, (voedsel)schaarste en de
onrechtvaardige verdeling van de rijkdommen. De ziener hoort een stem
die zegt: Een
dagloon voor een portie tarwe en hetzelfde bedrag voor drie porties
gerst. Maar laat wijn en olijfolie ongemoeid1,
wat zou betekenen dat de schaarste het voedsel voor het lichaam
betreft (tarwe en gerst) en niet dat voor de geest (gesymboliseerd
door wijn en olie).
Blijkt
dus dat het (gebrek aan) geld of de honger een van de vier thema's is
die in de eindtijd aan bod komen, na de Antichrist en de oorlog en
voorafgaand aan de dood: de Antichrist brengt oorlog, oorlog brengt
honger en honger brengt dood. Het geld is een ruilmiddel en heeft
derhalve te maken met de schaarste omdat er in tijden van overvloed
helemaal niet gewogen hoeft te worden. De weegschaal heeft te maken
met recht, dat altijd recht is op leven en derhalve recht op voedsel,
gesymboliseerd in tarwe en gerst, met andere woorden: ons dagelijks
brood.
Het
koren moet worden gedorst en dat gebeurt sinds het begin der tijden
op de tempelberg in Jeruzalem. De
tempelberg werd in de oudheid bovenaan vlak gemaakt om gebruikt te
worden als dorsvloer. Bij het dorsen wordt het kaf van het koren
gescheiden, wat ongetwijfeld de rechtspraak symboliseert en volgens
de overlevering zou dat ook gebeuren met betrekking tot het mensdom,
als de Antichrist zegeviert, op het einde der tijden, op dezelfde
plek, na het armageddon (de eindstrijd, de oorlog) en voorafgaand aan
de dood.2
Dat
alles welbeschouwd kan worden opgemerkt dat, in tegenstelling tot wat
alom wordt verondersteld, namelijk dat de Antichrist een soort van
duivel is, het noodzakelijk zo moet zijn dat Antichrist of
Tegen-Christus duidt op de (zoals aangekondigd) in de Eindtijd
wedergekeerde, enige en dezelfde Christus uit het begin der tijden.
Het
geld geeft rechten in de wereld en wordt ook vaak als zodanig
uitgedrukt en zo wordt aan wie met pensioen gaan de uitkering
medegedeeld met het bericht dat zijn of haar 'rechten' zijn berekend.
Maar de wereldse rechten die door Mammon aan zijn dienaren worden
toegekend, zijn uiteraard niet dezelfde als deze die resulteren uit
de goddelijke rechtspraak, zoals blijkt uit Christus' oordeel (in
Mattheüs 6:5) over de huichelaars: Zij
hebben hun loon reeds ontvangen.
De
cultus van Mammon reduceert mensen tot in feite levenloze en
vervangbare instrumenten en de verdedigers van het onverdedigbare
maken zich sterk dat er uiteindelijk geen enkel verschil is tussen
het levende en het levenloze, tussen mensen en andere dingen, tussen
personen en robots. Er zijn wereldburgers met veel geld (en derhalve
met veel invloed op de massa) maar helaas met weinig verstand, die
niet alleen beweren dat mensen in feite robots zijn maar tevens dat
zijzelf (uiteraard) binnenkort robots gaan maken die mensen zullen
overtreffen. In feite hebben zij gelijk op het punt waar de wereldse
invloed van het ruilmiddel die van de mens lijkt te overtreffen maar
invloed en waarde zijn totaal andere attributen.
Het
onzinnige materialisme dat achter het belachelijke geloof in L'
Homme machine1
schuilgaat, is echter wel noodzakelijk voor wie geloven dat geld de
eindwaarde van alle dingen is. Het dienaarschap van het gouden kalf
betekent dat men zijn hele leven richt op het verzamelen van geld en
daarin begrepen zijn uiteraard ook de opvattingen over de aard van de
uiteindelijke werkelijkheid. Een simplistisch (maar afdoende)
voorbeeld: geld kan men niet meenemen naar het hiernamaals en dus mag
er geen hiernamaals bestaan voor wie ook echt geloven dat het
geldbezit de eindwaarde is.
Het
materialisme is inmiddels een verouderde opvatting waarvan enkele
modernere uitlopers nog steeds aangehangen worden door een aantal
hardnekkige droogstoppels. Op een nader te beschrijven ongelukkige
manier hebben zij uit de theorie van het microreductionisme (die zegt
dat alle materie principieel kan herleid worden tot de kleinste
onderdelen) een conclusie getrokken die bijzonder kort door de bocht
is, namelijk de opvatting dat, ook andersom, uit de kleinste
onderdelen het geheel opnieuw kan samengesteld worden, alsof de
natuurlijke groei (de schepping zo men wil) identiek was aan de
'samenvoeging' van de in en door de groei geordende elementen. Uit
een in onderdelen te ontleden graantje groeit een korenaar waarin
weer graantjes zitten die leven maar niemand is ooit in staat geweest
om met die 'onderdelen' weer een graantje 'samen te stellen' dat
groeit en vruchtbaar is.
Via
een heel andere weg dan de filosofische en meer bepaald via de
geneeskundige praktijk heeft de Nederlandse cardioloog Pim Van Lommel
in 2001 in het gerenommeerde medische vaktijdschrift The Lancet de
resultaten gepubliceerd van zijn onderzoek van dertig jaar naar BDE
of Bijna Dood Ervaringen,2
in 2007 verschenen in boekvorm onder de titel Eindeloos
Bewustzijn,3
waar geconcludeerd wordt dat hersenwerking en bewustzijn
verschillende dingen zijn. De Vlaamse auteur Ludo Noens heeft zich
gespecialiseerd in de studie van de BDE wereldwijd en doorheen de
ganse geschiedenis en in onder meer zijn in 2023 verschenen Signalen
uit een verzwegen wereld4
verdedigt hij met betrekking tot de wijsgerige opvattingen over de
grondslagen van de werkelijkheid een visie die de materialistische
opvatting bestrijdt dat de geest een product zou zijn van de
hersenwerking. De visie van Noens is verwant aan het inzicht dat de
hersenwerking veeleer beperkend dan verruimend is voor het bewustzijn
omdat het bewustzijn als zodanig veel breder zou zijn dan de
hersenwerking want als de hersenen werken, specificeren ze de
aandacht naar slechts onderdelen van het mogelijke object van het
bewustzijn.
Dat
is overigens ook de basis van zekere oude oosterse opvattingen die
dan hun religieuze praktijk vinden in onder meer meditatietechnieken
waar men leert om de werking van de hersenen zo niet stop te zetten,
dan toch te beheersen zodat men niet door zijn gedachten meegesleurd
wordt. Het resultaat daarvan ervaart men in de praktijk en het
resultaat van de toepassing blijkt geen geestloosheid of een 'niets'
maar een 'zuiver bewustzijn' dat niet verengd wordt door specifieke
punten die de aandacht trekken.
Misschien
kan dit verduidelijkt worden met het gegeven dat ook conversaties
meer zijn dan de loutere woorden die uitgewisseld worden: er zijn ook
het ongezegde en het onzegbare, de totaalindruk, het begrip en het
contact. De gesprekspartners moeten het doen met hun woorden, zijzelf
zijn essentieel maar blijven buiten beeld; zij moeten wel
verondersteld worden te bestaan, anders heeft ook het wél
waarneembare (de woorden van het gesprek) uiteraard geen zin. Dat is
overigens ook aan de orde waar muziek beluisterd wordt: niet de
afzonderlijke zintuiglijke indrukken, de klanken, vormen de muziek
omdat de muziek tussen de noten zit, waaronder moet verstaan
worden dat (onder meer) de melodie de geheugenwerking van de
luisteraar vereist om tot leven te kunnen komen en zo zal de geest
van de luisteraar in feite her-samenstellen wat de componist bedoeld
heeft. En uit de waarnemingspsychologie weten we overigens dat reeds
de waarneming onmogelijk is zonder de activiteit van het subject.
Hiermee samenhangend treedt tevens een bijzonder intrigerende kwestie
naar voren inzake het werkelijkheidsgehalte van onder meer
romanpersonages die ontspringen aan het scheppend vermogen van de
artiest en waarmee menig denker al indrukwekkende kanten van onze
realiteit aan het licht heeft gebracht, zo bijvoorbeeld in het zog
van Unamuno.5
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
18 maart 2024)
1L'Homme
machine is een werk van de Julien Offray de La Mettrie uit
1747, leerling van de wereldberoemde filosoof, theoloog, wiskundige
en geneeskundige Hermanus Boerhaave, op zijn beurt leerling van de
grote geneeskundige en toneelschrijver Govert Bidloo die in 1715 de
Russische tsaar Peter I
Aleksejevitsj Romanov (Peter de Grote) behandelde - diens
neef Nicolas was al sinds 1702 lijfarts van de tsaar.
2Lommel,
Pim van, Ruud van Wees, Vincent Meyers, and Ingrid Elfferich.
Near-Death Experience in Survivors of Cardiac Arrest: A
Prospective Study in the Netherlands. The Lancet 358,
no. 9298 (December 15, 2001): 20392045.
Met Mammon als oppergod wordt alles en iedereen
gereduceerd tot zijn marktwaarde en derhalve is een mens nog zoveel
waard als men bereid is daarvoor neer te tellen: de waarde van een
mens is zijn (actueel en potentieel) bezit. In de economische
realiteit van vandaag betekent dit concreet dat mensen nog louter
elkaars (actuele en potentiële) klanten zijn en met het oog op een
steeds uitgebreider cliënteel, wordt volop handel gedreven in
persoonlijke data en dat is het soort van informatie die toelaat om
in te schatten wie wel en wie niet tot klant kunnen gemaakt worden,
wie met dat oogmerk benaderd kunnen worden en ook hoe die benadering
moet verlopen. Mensen ontmoeten elkaar niet langer omdat zij voortaan
alleen nog jacht maken op elkaar, alle burgers hebben elkander
vogelvrij verklaard, mensen zijn voortaan alleen nog wolven voor hun
medemensen.
De
handel in data floreert: wie beschikken over geboortedata kunnen
gericht reclame voeren naar bijvoorbeeld ouderen toe om hen
begrafenisverzekeringen aan te smeren en met lijsten die de namen
bevatten van alle kaalhoofdigen kunnen op een meer rendabele manier
haarstukjes aan de man worden gebracht. Deze voorbeelden kunnen
simplistisch lijken maar de mens wordt ook heel simpel als hij in de
eerste plaats een prooi is die kan worden verschalkt, gevangen en
verslonden.
Mensen
consumeren elkander, voortaan zijn mensen elkaars kannibalen, mensen
vermoorden alleen nog hun medemensen en op die manier worden niet
alleen abortus en euthanasie een goed waar zij winstgevend zijn maar
ook de moord op onder meer dementen, gehandicapten, gevangenen en
illegalen. Er wordt lustig gemarchandeerd in methoden om
verlieslatende categorieën van mensen te demoniseren teneinde hun
levensbeëindiging als een deugdelijke onderneming te kunnen
wegzetten zoals dat ook gebeurde in het Derde Rijk.
Het
begint met het vervangen van rechten door voorrechten (en
'narechten') of de schending van het gelijkheidsbeginsel en de
retorica van de duivel of kunst van het liegen gaat functioneren om
die transitie naar allerlei vormen van rechteloosheid aannemelijk te
maken met 'vanzelfsprekendheden' zoals 'eigen volk eerst' en
'ziekenzorg ondermijnt de volksgezondheid'.
Overbevolkingstheorieën floreren in de stormloop op Lebensraum,
het territoriaal instinct krijgt de wind in de zeilen met de jacht op
nieuwe territoria, het jachtinstinct en de daaraan verwante moordlustworden gesubsidieerd en een
markt van sterilisatietechnieken ontplooit zich, medicijnen die de
infertiliteit bevorderen worden alom aangeprezen en het leven wordt
op duizend en een manieren gerelativeerd. Het bedrieglijke concept
'volksgezondheid' neemt het over van de gezondheidszorg zoals
gedefinieerd door Hippocrates en alras wordt de verpleging van
hulpbehoevenden vervangen door de moord op deze economisch niet
(langer) rendabele mensen omdat een gezonder volk een
volk met minder zieken is.
Allang
is de waarde van een mensenleven niet langer absoluut, risicogedrag
wordt het nieuwe normaal van zodra men de gevaren heeft aanvaard die
bij de economische bedrijvigheid van het leven horen; wie de auto
afzweren en al die andere moordtuigen, kunnen niet langer met anderen
wedijveren en vallen uit de boot. Waarheid is overgegaan in
waarschijnlijkheid, rechtspraak in de kunst van het compromis en
wijzelf zijn enkel nog voer voor statistieken.
En de dagen
verliepen, en ten twaalfden dage rees, naar hare belofte, Thetis ten
grooten hemel op, en ten Olumpos. En tot Zeus gekomen, met de linkere
hand omvatte ze zijne knieën, terwijl hare rechtere neemt hem bij
zijnen kinne. En met woorden, zoeter dan honig, biedt ze de bede
haars zoons, 'dat zwaar Agamemnoon hij straffe. Maar de
wolkenverzaêmlende Zeus zweeg. - En ten tweeden male, zijn knieën
beroerend, zoo sprak Thetis, lang, hare bede. ( ) (Homeros,
Ilias, boek I).1
Zeus en Thetis
is een werk in olieverf op doek uit 1811 van Jean Auguste
Dominique Ingres waarop de kunstenaar uitbeeldt hoe de nimf Thetis,
moeder van Achilles, in het gevlei tracht te komen bij de oppergod
Zeus om het conflict tussen haar zoon en Agamemnon te beëindigen dat
de Trojaanse oorlog is.
Een smeekbede om macht kan vruchten afwerpen als zij
gericht is tot de oppergod bij wie men aast op zijn gunsten door hem
te dienen, wat betekent dat men aan hem boven al het andere de
voorrang geeft. Voor de dienaren van Mammon is het geld de eindwaarde
of de ultieme referentie, de laatste parameter aan de welke alle
andere waarden worden afgemeten. Waar Mammon heerst, wordt de waarde
van de dingen maar uiteraard ook de waarde van de mensen uitgedrukt
met een prijskaartje, wat wil zeggen dat de dingen en de mensen
precies zoveel waard zijn als men bereid is daarvoor te bieden op de
markt: hun waarde hangt af van het spel van vraag en aanbod.
Met Mammon als oppergod vallen alle dingen, mensen,
dieren, planten en zo verder samen met hun marktwaarde, wat meebrengt
dat alles en allen a priori gedegradeerd worden tot
verkoopsartikelen. Het bevreemdende van die realiteit is wel dat wij
dat door de band helemaal niet beseffen en dat wij heimelijk de
veronderstelling blijven koesteren dat, als puntje bij paaltje komt,
men ons nog wel als mensen zal erkennen.
Helaas is dat een kostelijke illusie. Nog nooit is
een koninklijke hoogheid die bij zijn of haar verstand was in het
huwelijk getreden met een schooier. Nog nooit heeft een kassierster
aan een klant die bij het afrekenen aan de bodem van zijn portemonnee
gekomen, één cent tekort kwam, hem die schuld kwijtgescholden. En
wanneer mensen munten werpen in het kroesje van een schooier in de
drukke winkelstraat, is het meestal omdat zij er op de een of andere
manier voordeel uit putten; is het ultieme motief de beloning in het
hiernamaals, dan dient te worden opgemerkt dat door de eeuwen heen
ook het katholieke paradijs altijd al afkoopbaar is geweest met geld
- niemand minder dan de grote Dostojevski heeft via de inquisiteur de
paus zelf laten verklaren een dienaar te zijn van Lucifer. Ja, de
religie zelf die het begrip van de afgod Mammon heeft ingevoerd,
heeft deze afgod prompt gepositioneerd boven de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde en van al wat zichtbaar en onzichtbaar is
- middels het systeem van de aflaten of anderszins - waarbij zondaren
schuld afkopen en op die manier betalen voor hun plekje in het
paradijs zoals de happy few dat doen voor hun plekje in de opera.
Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
De cultus van Mammon (deel 1)
De
cultus van Mammon (deel 1)
(J.B., naar Evelyn De Morgan)
Op 30 augustus 1855 werd
in een welgestelde kunstzinnige Londense familie de
(prerafaëlitische) kunstschilderes Mary Evelyn Pickering geboren,
bekend als Evelyn De Morgan. Haar thematiek werd onder meer bepaald
door het pacifisme, het feminisme, het toentertijd modieuze
spiritisme en de Griekse en Bijbelse mythologie en in dat kader
situeert zich haar werk getiteld De aanbidding van Mammon.
De afgod Mammon verpersoonlijkt de geldzucht en deze vorm van
hebzucht is een verslaving te wijten aan de specifieke
middeldoelomkering waarin een ruilmiddel het geschopt heeft tot een
heuse god.
Geld wordt door de band
geassocieerd met puur materialisme maar geheel onterecht: in zekere
zin verbindt de cultus van Mammon het materialisme met het
spiritualisme (in feite: het spiritualistisch idealisme) dat een
immaterialisme is en wel omdat geld enerzijds weliswaar een
materialistisch connotatie heeft maar tevens bestaat het als een
volstrekt onbepaald en derhalve geestelijk wezen want als iets dat
tegen ongeacht welk (materieel) goed geruild kan worden - volgens
sommigen kan met geld ook het immateriële worden verwezenlijkt,
zoals bij uitstek het geluk.
Geld en gewin hebben te
maken met tellen en met algebra: 'al zebra' betekent 'de streepjes'
(waarmee men telt). De in feite onmogelijke negatieve getallen zijn
in de amorele en allerminst aan de tijd onderhevige algebra naar
binnen geslopen via de werkelijkheden van schuld, tegoeden en
verdienste welke thuishoren in de ethiek die het materiële
overstijgt, waardoor de algebra en dus ook de cultus van Mammon (of
de financiële wereld) worden verbonden met uitstel en met tijd, met
schuld, boete, vrees en verlangen, die daar een cruciale rol gaan
spelen.
Al deze elementen zijn
ook duidelijk aanwezig in De aanbidding van Mammon van
Evelyn De Morgan. Het werk in olieverf op doek beeldt een
vrouw uit die zich niet langer richt op de zak met geld: haar
aandacht heeft zich verplaatst van de hebzucht naar de aanbidding van
macht (Mammon zelf) en aldus voltrekt zich de tragedie van haar
verdoemenis. In de huidige tijd regeert deze cultus over de wereld
waarbij de verpersoonlijking van het geld geëvolueerd is van een
loutere abstractie naar een onloochenbare bikkelharde en 'bemande'
werkelijkheid.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: