Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
04-10-2023
Over de uitroeiing van bejaarden Uit: âPanopticum Coronaâ, deel I, paragraaf 16. ( Tekst d.d. 29 oktober 2018)
Over
de uitroeiing van bejaarden
Uit:
Panopticum
Corona, deel
I, paragraaf
16.(
Tekst d.d. 29 oktober 2018)
1. De naaste
Grote geleerden uit de voorgaande decennia hebben
erop gewezen dat de zorg voor het kroost geen zelfopoffering zou
vergen vanwege de ouders omdat mensen zich hierin allerminst
onderscheiden van de andere dieren die immers amoreel handelen
terwijl het er anders zou aan toe gaan inzake de zorg van de kinderen
voor hun ouders: alleen mensen zouden hiertoe in staat zijn.
Inmiddels hebben etiologen ook bij niet-menselijke dieren
altruïstisch gedrag ontdekt dat niet direct zou te maken hebben met
het soortbehoud en andersom blijken ook mensen in staat tot vormen
van egoïsme die men zelfs bij wreedaardige dieren niet terugvindt
maar de interpretaties van die bevindingen blijken nogal uiteen te
lopen. Volgens sommigen staat niet het mens-zijn garant voor het
overstijgen van het recht van de sterkste maar veeleer het
christendom en de daaruit voortvloeiende beschaving die zich immers
sterk onderscheidt van talrijke meedogenloze en barbaarse culturen:
het ethisch besef is naar hun zeggen niet afkomstig van de menselijke
natuur doch van de bovennatuur welke door de Godmens Christus in de
natuurlijke wereld wordt naar binnen gebracht om deze op te tillen
naar een hoger bestaansniveau. Hoe dan ook ziet men hoe in werelden
die niet of nog niet gechristianiseerd werden, vaak een volkomen
afwezigheid van de belangeloosheid welke de christelijke caritas
kenmerkt waaraan men zo gewoon geworden was. Edoch, nog veel
frappanter en tevens redelijk angstwekkend is het in het westen
terugkerende egoïsme dat gestaag het wegebben van het christendom
begeleidt. Het lugubere verschijnsel blijft voor velen vooralsnog
verborgen omdat het verkapt wordt door een sociaal en politiek
geïnstitutionaliseerde solidariteit die eveneens haar wortels in het
christendom heeft gehad en die men 'normaal' is gaan vinden terwijl
zij eigenlijk allerminst natuurlijk is. Maar samen met de
christelijke ethiek ziet men in onze contreien deze solidariteit
sinds enkele decennia afbrokkelen en dat proces zet zich in met het
verdwijnen van het universaliteitsbeginsel: de menselijke
solidariteit is niet langer de solidariteit onder alle mensen wat
bij uitstek een christelijk idee is, een gedachte die zich
kristalliseert in de betekenis van de term 'katholicisme' want
'katholicos' betekent 'universeel' maar zij beperkt zich tot de
mensen van het eigen werelddeel, tot de landgenoten, tot de
streekgenoten of nog enger, zoals bijvoorbeeld daar waar zij zich
beperkt tot de leeftijdgenoten. En die verenging houdt allerminst
halt bij het egoïsme want ook het ego wordt nog verder opgedeeld,
zoals dat het geval is bij allerlei verslavingen, waar deelsystemen
van een individu eisen stellen welke de persoon in kwestie moet
inwilligen en soms zelfs met zijn leven moet betalen: de maag
controleert de hersenen, de morfine-, alcohol- of nicotinereceptoren
bepalen de gedachten en de ideologie van het betrokken individu en
zij controleren zijn gedrag. En ook in de andere richting extern
aan de mens geldt niet langer het personalisme de ideologie
waarbij de (menselijke) persoon centraal staat en waar diens geluk
het einddoel is van alle streven maar een volkomen
gefragmenteerde en gedepersonaliseerde werkelijkheid die niet langer
bestuurd wordt door een wil maar door onpersoonlijke, anonieme en
blinde tendensen zoals de koers van een munt, allerlei
belangengroepen welke als abstracte eenheden hun belanghebbers
overleven en overstijgen, economieën en industrieën, wisselende
modes en mentaliteiten of 'geesten' die in feite datgene gemeen
hebben met kanker dat aan hun groei nooit een einde kan komen omdat
zij als zodanig onverzadigbaar zijn: men kan nooit rijk genoeg zijn,
het genot moet zonder grenzen opgedreven kunnen worden, het
energieverbruik moet samen met de economische groei eindeloos
aangezwengeld worden, het enige moto luidt: altius, citius,
fortius en concurrentie vervangt samenwerking, leidt tot
monopolievorming, dictatuur en oorlog met als uiteindelijke uitkomst
de dood voor allen.
Vreemd genoeg is het pas de bewustwording van onze
eindigheid die als enige met een krachtdadige stem aan deze waanzin
een halt kan toeroepen: het bewustzijn van de eindigheid gaat gepaard
met het zich realiseren van het bedrog van de droom waarin wij het
echte leven voor een spel geloofden te mogen houden. De ernst keert
pas terug als het de tijd menens wordt, als de krachten beperkt
blijken en bijna op, als de bodem van de geldbeugel in zicht komt,
als de voorraad aan grondstoffen slinkt, als de krachten uitgeput
raken en de honger zich laat voelen. Pas de pijn drukt ons weer met
de neus op de feiten, wekt ons abrupt uit het bedrog van de droom,
herinnert ons aan de afspraken die ons bestaan dragen en die wij
vergaten terwijl zij op hun beurt ons allerminst kunnen vergeten
omdat het leven nu eenmaal niet wordt gedragen door wensen en
verlangens maar door harde regels en door overeenkomsten met een
geheugen zo feilloos als de natuurwetten zelf. En de bevinding van de
eindigheid van het bestaan concentreert zich in de bejaarde, in de
mens die zijn jaren begint te tellen en die vaststelt dat zijn tijd
er bijna op zit: hij kan de verblinding niet langer handhaven, hij
wordt met hoogdringendheid en tegen heug en meug tot ziener gemaakt
en als hij zich niet in het verderf stort maar daarentegen rechtuit
spreekt, blijkt hij in het bezit van een wetenschap waarvoor alle
anderen op de vlucht zijn. En dat is ook de eigenlijke reden waarom
de bejaarde uiteraard op onvoorstelbaar gesofisticeerde manieren
door elke beschaving die haar illusies wenst te handhaven,
uitgeschakeld wordt.
2. De dissident
In feite is de bejaarde de door de natuur tot
dissident verheven mens 'verheven', want het heersende regime is
alles behalve goed, het is repressief omdat het haar ontmaskering
niet kan dulden. Reeds in het jonge christendom wordt bij de
vierde-eeuwse Augustinus van Hippo een onderscheid gemaakt tussen het
rijk van de wereld (civitas terrena) en het rijk van God
(civitas caelestis of
civitas Dei), uitvoerig uitgewerkt in de waanzinnige dertiende
eeuw door Thomas Aquinas. In de katholieke theologie kan men het
geluk pas bereiken doorheen het lijden dat in de navolging van
Christus uit de wereldse beproevingen volgt aan welke men dient te
verzaken en ook in de hedendaagse theologie geldt dat er zonder de
kruisdood geen opstanding mogelijk is. In de Faustlegende ruilt het
hoofdpersonage zijn eeuwige ziel voor tijdelijk aards voordeel, wat
suggereert dat de twee elkaar uitsluiten en dat derhalve het leed een
noodzaak is voor het hemelse geluk waaraan het wereldse moet
opgeofferd worden. Atheïsten zien in die opvatting enkel zelfbedrog:
de gelovige probeert het lijden te aanvaarden en goed te praten door
er een zin aan toe te kennen en het als noodzakelijk uit te leggen
maar ook die atheïstische verklaring doet niets af aan de realiteit
van het lijden waarmee wij nu eenmaal moeten leven, alle
'pijnstillers' ten spijt. De dood te aanvaarden als de ultieme
pijnstiller is een onverstand vanjewelste en te spreken van het
meesterschap over het leven waar het euthanasie betreft, is de zaken
op hun kop zetten omdat er voor moord nu eenmaal geen andere kennis
vereist wordt dan deze waarover zelfs de laagste dieren beschikken,
maar wij leven nu eenmaal in de waanzinnige eenentwintigste eeuw.
Alleen al door er te zijn confronteert de bejaarde de
mens met de onafwendbaarheid van zijn lot tenminste als hij
zichtbaar is want precies daar ligt het paard gebonden: onze
bedrieglijke samenleving doet er alles aan om haar bejaarden
onzichtbaar te maken. Zij worden uit het actieve leven gehaald, naar
hun mening wordt niet meer gevraagd, zij worden door de jongere en
onwetende generaties paternalistisch benaderd, behandeld met
pedanterie, betutteld en geïnfantiliseerd. Maar dat is slechts een
fase welke voorafgaat aan de eigenlijke doodsteek.
Sinds jaar en dag weten wij allen dat sociale
uitsluiting en moord een en dezelfde handeling zijn: karaktermoord
gaat vooraf aan moord en bestaat erin dat het slachtoffer niet langer
als mens benaderd wordt en het lot deelt van wie zichzelf hebben
overleefd. De geschiedenis van de heksen van Salem waarbij weerlozen
gedemoniseerd worden en op grond daarvan veroordeeld en omgebracht is
het archetype van deze gruwelijke vorm van misdaad. Zij herhaalt zich
telkenmale daar waar een bejaarde dement verklaard wordt op grond van
het feit dat zijn prestatievermogen achteruitgaat, dat hij trager en
vergeetachtiger wordt en zich vaker vergist allemaal normale
verschijnselen bij mensen op jaren. Of ware het dan veeleer normaal
wanneer men op tachtigjarige leeftijd rapper kon lopen of spraakzamer
was dan als jonge twintiger?
De vernietiging van de oude mens start met het tot
patiënt verklaren van de persoon in kwestie de geneeskundige
sector wil immers van elke burger een dossier zoals ook de banksector
van iedereen een fiche aanlegt van klanten én van potentiële
klanten en dat is al de rest en zoals de staat iedereen tot het
burgerschap heeft veroordeeld nog van voor zijn geboorte. Soms is dat
een zegen, soms ook niet, maar het probleem is wel dat al deze
instellingen welke aanvankelijk ten dienste stonden van de mensen,
mede onder de invloed van het tanende christendom, het middel met het
doel hebben verwisseld zodat zij vandaag in heel wat gevallen de
mensen tot hun eigen nut hebben gemaakt. De toestand is dermate
ernstig dat ook de directe toekomst van de mensheid aan de haak wordt
gehangen: vaak staan zelfs onze scholen niet langer ten dienste van
de opvoedelingen maar worden daarentegen de kinderen door hen
feitelijk als klanten beschouwd, getuige hun verborgen agenda waarin
zij de leerkrachten ertoe aanzetten om geen eisen meer te stellen aan
de leerlingen en dat met de verborgen reden dat zij anders de school
zullen verlaten zodat het personeel werkloos achterblijft: Denk
eraan dat elke leerling anderhalf lesuur waard is! zo klinkt
het tijdens de besloten vergaderingen van de leerkrachten uit de mond
van een voor zijn eigen job bezorgde directeur, weliswaar nadat deze
eerst gewaarschuwd heeft dat voor al het in de vergadering besprokene
geheimhouding geldt. Leerkrachten die zich daar niet aan houden,
verliezen sowieso hun werk en op deze manier speelt de macht van het
geld haar troeven uit... in de civitas terrena. Met betrekking
tot de bejaarden die helemaal geen zorgzame ouders meer hebben en
vaak ook geen kinderen waarin zij hun vertrouwen kunnen stellen,
wordt vanzelfsprekend een nog veel omvangrijker carrousel op touw
gezet, temeer daar zij behalve weerloos vaak ook gefortuneerd zijn,
wat concreet betekent dat zich plotseling allerlei menslievende
personages en instellingen komen aandienen om de last voor de zorg
voor dat fortuin van hun schouders te nemen of te helpen dragen. Dat
zal de bejaarde waarschijnlijk worst wezen omdat zijn tijd op aarde
er bijna op zit maar op de drempel van de civitas caelestis,
is het zijn gelatenheid ter zake welke onmiskenbaar waarschuwt voor
een lot waaraan geen mens ooit is ontsnapt.
3. Het onrecht
Oud worden als zodanig is niet per se problematisch
maar dat wordt het wel vanaf het ogenblik dat men het opgeplakte
etiket 'oud' beaamt omdat betutteling heteronoom maakt, de
zelfzekerheid aantast en daardoor ook de zelfstandigheid: men wordt
afhankelijk van derden die er in feite op uit zijn om zich boven de
betuttelden te positioneren in een pikorde waarvan zij de agenda
bepalen. Bejaarden worden dikwijls genoeg valselijk voor onverstandig
gehouden terwijl zij alleen maar niet antwoorden op vragen omdat ze
hardhorig zijn. Bejaarden zijn vaak minder spraakzaam, niet uit
onwetendheid maar omdat de staat van hun gebit hun de spraak
bemoeilijkt ofwel omdat zij geleerd hebben dat zwijgen soms het beste
is. Bejaarden zijn slecht te been terwijl er vaak niets mis is met
hun benen, het ontbreekt hen alleen aan ruimte om te lopen in de
zorginstelling zonder tuin waarin zij opgesloten zitten. Als
gevangenen worden zij onwillekeurig beschouwd als onzelfstandigen of
als (geestes)zieken en onder meer om die reden krijgen zij in
instellingen zelden bezoek. Zelf hebben zij ook moeite met het
overbruggen van de afstanden die hen scheiden van hun bekenden, zodat
zij minder converseren en het daardoor op den duur dan ook verleren
om te communiceren, precies zoals zij het verleren om te lopen bij
gebrek aan ruimte. Het lichaam en de geest zijn er nog maar bejaarden
worden al te vaak beroofd van de mogelijkheden om die twee te laten
functioneren met reeds na zeer korte tijd het teniet gaan van die
bekwaamheden want bijvoorbeeld de atrofie van het spierapparaat dat
ons in staat stelt om te lopen, treedt al in na twee weken
bedlegerigheid. Voor hun gebreken zijn bejaarden aldus zelden zelf
verantwoordelijk: de schuldige is meestal de allerminst
bejaardenvriendelijke maatschappij die de schijn hoog wil houden van
een aards paradijs met als wetenschappelijk hoogstandje de eeuwige
jeugd alles wat niet beantwoordt aan de bedrieglijke droom,
verdwijnt achter de façade in vergeetputten en crypten. En het
aantal van die 'verdwijningen' neemt hals over kop toe: in 2016 telde
België bijna drie miljoen zestigplussers bijna een derde van de
bevolking en in 2050 zullen dat er vier miljoen zijn of bijna de
helft van de bevolking. In 2060 zal de helft van de Belgen met
pensioen zijn. Maar misschien zal dat het tij doen keren, want de
bejaarden worden gewis een meerderheid en wij leven in een
democratie...12
Honger is niet ver meer af Uit: âPanopticum Coronaâ, deel V, paragraaf 9. ( Tekst d.d. 30 december 2020)
Honger is niet ver meer af
Uit:
Panopticum
Corona, deel
V, paragraaf
9.(
Tekst d.d. 30 december 2020)
Of
beter: honger voor iedereen is niet ver meer af, want velen
lijden al honger, ook al maken zij daarrond niet veel reclame.
Ongeveer
een derde van het voedsel of zelfs iets meer wordt weggegooid, dat
werd nog niet zo heel lang geleden berekend.1
Er was toen nog geen sprake van corona, geen mens zou het in zijn
hoofd hebben gehaald dat amper enkele maanden later de wereld zou
getroffen worden door de plaag en nog steeds zijn er mensen tot wie
dit niet is doorgedrongen. De negationisten wringen zich alsnog in de
meest onmogelijke bochten om de visie te verdedigen dat het alleen in
onze hoofden zit en dat het gaat om een 'reset' geënsceneerd door de
machtigen der aarde. Daar zal natuurlijk ongetwijfeld iets van aan
zijn in een wereld waarin het opportunisme bloeit als nooit voorheen:
opportunisten zijn een soort van veredelde gauwdieven die zowat
overal hun voordeel weten mee te doen en dus ook met de plaag die nu
door de wereld trekt en die, gelijk de grote tsunami van intussen
exact zestien jaar geleden, een spoor van vernieling achter zich aan
sleept. Maar deze plaag die alle straten ter wereld leeg doet lopen,
doet ons de tsunami vergeten alsook het bombardement op de Twin
Towers van straks twintig jaar geleden en alle andere
terreuraanslagen die alle straten wereldwijd met protesterende mensen
vulden. Vandaag protesteren de microben tegen de mensen en de
fantastische gruwel uit La Peste van de Nobelprijswinnaar
Literatuur uit 1957, Albert Camus, is uit de droomwereld uitgebroken
en zwerft nu rond over dezelfde aarde die wij met onze lichamen
bewonen: zowel de fysieke plaag als de verrechtsing waar het de
schrijver toentertijd eigenlijk om doen was. Geen van de twee plagen
kan nog met muren of met prikkeldraad bedwongen worden.
Zoals
gezegd wordt meer dan een derde van het geproduceerde voedsel
weggegooid of dan toch tot voor kort want de kentering heeft tot
gevolg dat de verkoop van voedsel nu met een derde terugloopt. Een
derde van de voedselproducenten verliezen hun baan, samen met een
derde van de voedseltransporteurs, de magazijnbedienden, de
afvalverwerkers en ga zo maar door langsheen de hele voedselketen.
Omdat zowat alles om voedsel draait terwijl dat draaien heden danig
in de war raakt dat het een vierkant draaien wordt, ligt de honger al
een tijdje op de loer en slaat hij reeds toe bij de minst beschermden
onder de mensen: de bewoners van de derde en de vierde wereld, de
illegalen, de zieken, de ouderen en de kinderen, kortom de zwaksten,
want als puntje bij paaltje komt, moeten zij het bekopen in een
wereld waarin alles om het recht van de sterkste draait.
Voedsel
is een groot mysterie. Toen bij het laatste avondmaal de Nazoreeër
het brood brak en zegende, sprak hij tot zijn aanhangers: Neemt
en eet want dit zijn mijn lichaam en toen hij de beker nam,
sprak hij: Neemt en drinkt want dit is mijn bloed. En blijft
dit doen om mij te gedenken.2
Zijn volgelingen die deze woorden al te letterlijk namen, geloofden
hieruit te mogen afleiden dat hun meester had bedoeld dat hij het
brood had veranderd in zijn lichaam en de wijn in zijn bloed
en zij hadden het over het wonder van de transsubstantiatie waarover
doorheen heel de geschiedenis zoveel te doen is geweest en dat nog
steeds de kern uitmaakt van de consecratie, die het wezen is van de
heilige mis: precies zoals de kannibalen die ook hun overleden
voorouders als voedsel tot zich namen, wilden de apostelen hun
verloren meester vanbinnen in zich hebben. En uiteraard ook
vanbuiten, in de kerk die dan zijn verrezen lichaam wezen moet
waaraan de afzonderlijke cellen hun bloed offeren: de martelaren uit
de eerste eeuwen die het voorbeeld geven met de ganse
geloofsgemeenschap in hun spoor. Of dan toch in theorie.
Maar
zeer waarschijnlijk hoeft men helemaal niet aan een wonderlijke
transsubstantiatie te denken omdat wellicht niets anders bedoeld werd
dan wat ook feitelijk werd gezegd, met andere woorden: Dit brood,
deze wijn, kortom: het voedsel dat gij dagelijks tot u neemt, dat ben
ik, uw godheid, die het leven zelf is en aan wie gij het leven dankt.
Ik immers ben de weg, de waarheid en het leven. Het wonder van het
voedsel is aldus al groot genoeg, men moet er niet een tweede wonder
bij verzinnen, dat overigens alleen maar de aandacht van het echte,
oorspronkelijke en natuurlijke wonder afleiden kan. Het wonder van
het voedsel ligt hierin dat dit klaar en duidelijk laat zien hoe
niets van al wat leeft, het leven aan zichzelf te danken heeft. In
het wonder van het voedsel openbaart zich de schenker van het leven
zelf en hij wil dat wij, terwijl wij eten, aan dit wonder denken.
Maar
dat gebeurt helaas niet altijd meer: de mensen eten dat het een lieve
lust is en hun gedachten blijven hangen bij het eten zelf: bij de
aard van het voedsel, de kwaliteit, de prijs, de
prijs-kwaliteitverhouding, de bereiding, de koks van op Tv, de
kookboeken en de vele gidsen over kruiden en allerlei specerijen,
lekkernijen, snoepgoed, chocolade, digestieven, aperitieven en noem
maar op. Naar de bron van het voedsel die het leven geeft, gaan
zelden nog gedachten uit. De dankbaarheid immers verdwijnt uit een
wereld waarin men alles ook en vooral het voedsel koopt:
kopen betekent betalen, een tol vereffenen, een ruilhandel voeren,
een goed tegen een goed, een oog voor een oog, een tand voor een tand
en het principe van de wraak is van een andere orde dan dat van de
dank en van het gulle geven. Want uitgerekend dat, het gulle groeien
van het voedsel op de akkers, het aanzwellen van het wildbestand in
de wereldwouden en van de kudden en het vee in onze stallen
uitgerekend dat geschiedde altijd al helemaal gratis.
Vandaar
de honger, zo spreekt de logica zelf, want de gulle schenker moet
herinnerd worden opdat men hem niet per ongeluk voor een prooi zou
aanzien en doden. De gulle schenker werd vergeten en onzichtbaar,
alleen de honger kan weliswaar in het allerbeste geval het
mysterie opnieuw aan het licht brengen. Het gaat om la présence
de l' absent, zoals de filosofen het noemen: wat vergeten werd
komt pas weer aan het licht wanneer wij het moeten missen want dan
voelen wij het tegen heug en meug. En daartoe dient de honger.
Althans, zo zeggen sommigen. En misschien hebben zij gelijk.3
Uit:
Panopticum Corona,
deel II, paragraaf
43:(Tekst
d.d. 4 mei 2020)
In
tijden van coronagekte leest men in de kranten over de uit de States
overgewaaide drive-ins: drive-in cinema's, drive-in super- markten en
nu ook drive-in biechtstoelen. In verre landen weliswaar maar in
feite is het echt niet om mee te lachen want als die social
distancing
of eender wat de biecht onmogelijk maakt, verliest de katholieke kerk
haar reden van bestaan en kan om het even welke belastingbetaler van
een land dat aan die kerk subsidies toekent, eisen dat die financiële
aderlating ophoudt.
Velen
van de jongste generaties zullen bij het vernemen van die
aankondiging de wenkbrauwen fronsen omdat de kennis ook op dat vlak
achterwege blijft maar de bestaansreden van de kerk ligt in het feit
dat zij als staatsgodsdienst of dan toch als door de staat erkende
godsdienst een soort van verzekeringsmaatschappij vormt voor het
postpensioen van de burger. Het postpensioen is de termijn die na
('post') het pensioen komt, de tijdspanne die volgt op die van het
pensioen en omdat het pen-sioen loopt tot de dood van de
gepensioneerde, betreft het hier de eeuwigheid en dat is gewis niet
niks.
Hoezo?
- zouden de niet langer ingewijden vragen. Welnu, het katholieke
geloof leert, in het kort, dat de mens geschapen is als een
onsterfelijk wezen dat door eigen zonde sterfelijk werd en dat
derhalve de tussenkomst van een redder nodig heeft om alsnog de
eeuwigheid terug te kunnen winnen. Die redder kwam 2020 jaar geleden
op aarde als Jezus van Nazareth die zich de zoon van God liet noemen,
om die zonde van de mens die veel te groot was voor vergeving, uit te
boeten in zijn plaats en zo zijn onsterfelijkheid te herstellen. Dit
goddelijke offer ligt overigens aan de basis van de grootste
kunstwerken aller tijden zoals de passies van Johann Sebastian Bach.
Een
voorwaarde is wel dat wie aldus gered willen worden van de eeuwige
dood, ook echt geloven, wat inhoudt dat zij gehoorzaam zijn aan
zekere geboden zoals door de kerk geopenbaard. Een onmogelijke opgave
weliswaar omdat geen mens zonder zonde is en precies daarom heeft
Christus zijn macht om zonden kwijt te schelden overgedragen aan zijn
apostelen en in de eerste plaats aan zijn plaatsvervanger Petrus, de
eerste paus, die deze macht, die nota bene de sleutel is tot het
koninkrijk der hemelen, delegeerde aan de bisschoppen en aan de hele
clerus. Wie zondigen, verliezen het recht op eeuwig leven maar door
hun zonde te belijden in het sacrament van de biecht, kunnen zij
absolutie krijgen en dat recht terugwinnen en dit zo dikwijls als zij
dat nodig achten. En zo zijn er voorbeelden bij de vleet van
historische figuren die een leven lang hebben gemoord en gebrand om
dan op hun sterfbed na het opbiechten van al die gruwel, van een
priester absolutie te ontvangen en 'zo recht als een sikkel' ten
hemel te varen. Of dat is alvast wat de katholieke kerk voorhoudt te
geloven - een verzekeringspolis die kan tellen.
Omdat
onwetendheid omtrent de zaken des geloof zich heeft verspreid zoals
een ware pandemie, dient hierbij ook nog verduidelijkt te worden dat
het sacrament van de biecht traditioneel plaatsheeft in een
biechtstoel: een vaak met fraai beeldhouwwerk in hout omkaderd meubel
waarin men kan gaan zitten of knielen en waarin zich de biechteling
en de priester elk in een andere ruimte bevinden, half verduisterd
omwille van de onherkenbaarheid, en gescheiden door een houten plaat
met kleine gaatjes om de overdracht van de stemgeluiden maar helaas
ook die van het coronavirus mogelijk te maken.
Het
kon weliswaar veel eenvoudiger dan met een drive-in, als men maar
gedacht had aan de nieuwe technologie van de telefonie en de
elektronische spraakoverdracht, zo zullen mensen van deze tijd
opmerken. Edoch, dan hebben zij helemaal geen rekening gehouden met
de voorwaarde van de geheimhouding die essentieel is voor de biecht
omdat het daar in wezen een gesprek betreft tussen de zondaar en zijn
redder - Christus zelf, wiens plaats door het bestaan van dit heilig
sacrament kan ingenomen worden door de priester. In de dialoog tussen
het schepsel en zijn Schepper is luistervinken uitgesloten en de zaak
is nu dat de hoogtechnologische spullen waarvan sprake zeer vatbaar
zijn voor corruptie zodat geheimhouding niet langer kan verzekerd
worden of gezien de toestand van de wereld zelfs helemaal uitgesloten
is, waardoor de biecht zijn geldigheid verliest. En, eens te meer, de
kerk haar reden van bestaan.
Dat
hete hangijzer hangt de machtigste religie aller tijden overigens al
langer boven het hoofd want sinds het schandaal van het
kindermisbruik is de staat van de kerk gaan eisen dat zij dergelijke
aan haar opgebiechte misdaden voortaan op haar beurt moet gaan
'opbiechten' en wel bij het gerecht. Maar als zij dat doet, erkent
zij uiteraard meteen dat de wereld niet bestuurd wordt door de
Schepper van hemel en aarde (of althans door zijn délégués) maar
door de wereldheerser die het in het evangelie op een hoge berg
zonder enige tegenspraak van zijn broer Christus had over zijn rijk
dat hij Hem in ruil voor een simpele kniebuiging schenken zou. Nog
ter verduidelijking: iedereen weet dat in het Oudtestamentische boek
Job, Satan wordt genoemd als een van de zonen van God.
Ingevolge
de zaak Vangheluwe willen een groot aantal mensen zich laten
schrappen uit het doopregister maar volgens de kerk is dat krachtens
de geloofsleer onmogelijk omdat een toegediend sacrament niet
ongedaan gemaakt kan worden. Tevens zou het schrappen van de namen
van de gedoopten gelijkstaan aan het vernietigen van historische
documenten, wat verboden is.
Voor
gelovigen is een sacrament een geloofsgeheim, een gewijde handeling,
een handeling gesteld in de naam van Christus, het is een toenadering
van God tot de mens en aldus een tegenbeweging van het gebed en het
offer die een toenadering zijn van de mens tot God. Voor ongelovigen
is een sacrament uiteraard een zinledig gebaar maar dat de kerk een
erkende staatsgodsdienst is, houdt in dat zij erkent dat de kerk haar
sacramenten heeft, haar eigen regels als het ware, welke echter
vanzelfsprekend niet in tegenspraak mogen zijn met de wet.
Het
doopsel is een sacrament en kan derhalve niet ongedaan gemaakt
worden. Ook het priesterschap is een sacrament maar het is tevens een
ambt. De eerste paragraaf van artikel 181 van de Belgische grondwet
bepaalt: De
wedden en pensioenen van de bedienaren der erediensten komen ten
laste van de Staat; de daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op
de begroting uitgetrokken. (Volgens
de tweede paragraaf van hetzelfde artikel geldt overigens hetzelfde
voor de door de wet erkende organisaties die morele diensten verlenen
op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing.) En als
gedoopten zich niet kunnen laten 'ont-dopen', dan kunnen ook alle
andere gewijde handelingen niet ongedaan gemaakt worden en derhalve
is men ook priester tot in de eeuwen der eeuwen.
Edoch, zoals het
priesterschap naast een gewijde status ingevolge de toediening van
een sacrament tevens een ambt is - en dat wil hier zeggen: het beroep
van een kerkelijk bediende in een door de staat erkende godsdienst en
derhalve een door de staat betaald beroep - zo ook is het doopsel
naast een sacrament tevens een handeling welke van invloed is op de
som van alle dopelingen en derhalve ook op de geldsom die wordt
toegekend aan de godsdienst of aan de kerk in kwestie. In België
gaat het om een vast bedrag waarop schommelingen van het aantal namen
op het doopregister geen invloed kunnen uitoefenen maar in bepaalde
andere landen kunnen burgers ter gelegenheid van de verkiezingen zelf
bepalen of hun aandeel van een voor erediensten of humanitaire hulp
bestemde som al dan niet naar de kerk zal gaan en waarschijnlijk
zullen door de recente perikelen in de nabije toekomst pogingen
gedaan worden om ook hier te lande dat systeem te gaan toepassen.
Een ander sacrament is
de biecht, de voor de gelovigen verplichte belijdenis van de zonden
aan een biechtvader, wat doorheen de eeuwen de clerus wereldwijd een
macht heeft verschaft die zo mogelijk nog doortastender is dan die
van de beheerders van de ontelbare camera's en de
BuurtInformatieNetwerken welke onder het voorwendsel van de
veiligheid, de vrijheid van principieel alle wereldburgers fnuiken,
zodat wij inderdaad afstevenen op de toestand van non
posse peccare: het niet
meer kunnen zondigen of dus het van alle
vrijheid beroofd zijn en meteen het beroofd zijn van zijn mens-zijn
als zodanig. Men herinnere zich met Aureloius Augustinus dat de
paradijslijke toestand van de mens er een was van posse
peccare of kunnen
zondigen, wat betekent: vrijheid, terwijl
na de zondeval die toestand overging in het non
posse non peccare, niet kunnen niet zondigen
of het zich niet kunnen onttrekken aan zijn zondigheid. Met de
eindtijd in het verschiet verdwijnt de vrijheid daar de tijd ten
einde is en de mens zichzelf dan helemaal bepaald zal hebben zodat
hij niet meer kan zondigen omdat hij ook niet langer de vrijheid
bezit om dat te doen. Het sacrament van de biecht zal dan geen
relevantie meer hebben en voor gelovigen betekent die toestand dan
uiteraard ook echt het einde der tijden.1
Schuldig
verzuim of schuldig hulpverzuim is een misdrijf in het Belgisch recht
waarvan sprake is wanneer iemand het nalaat een ander te helpen die
in groot gevaar verkeert, terwijl men kon helpen zonder zichzelf in
gevaar te brengen.1
Inzake
schuldig verzuim wordt meestal de misdaad van een particulier bedoeld
maar wanneer een collectief de misdaad begaat of wanneer er
autoriteiten en wetten mee gemoeid zijn, wordt de (massa)moord
uiteraard veel beter verkapt en dan ook veel vlotter verkocht. En wie
er het wetboek op naslaan, zullen er overigens versteld van staan hoe
goedkoop men ervan af komt met een misdaad die per slot van rekening
de dood van een ander tot gevolg heeft. In het merendeel van de
gevallen wordt er over misdadigheid zelfs helemaal niet gerept.
Terwijl
alle verkeersveiligheidsindicatoren al jaren dalen, blijft het aantal
fietsers dat betrokken is bij verkeersongevallen stijgen,2
zo deelt de Belgische overheid ons op 15 juni laatstleden mee en
kennelijk komt het bij die overheid niet op dat zijzelf de
verantwoordelijkheid draagt over dat alsmaar stijgende aantal
fietsers wiens leven aan haar nalatigheid moet opgeofferd worden
omdat zij het verzuimt om bijvoorbeeld de moordstrookjes door veilige
fietspaden te vervangen: in 2023 steeg het aantal op de weg gedode
fietsers vergeleken bij de cijfers van drie jaar voordien met maar
liefst 7,5 percent naar 102 per jaar.
Een
ander voorbeeld is de wereldwijde massamoord op jaarlijks 44 miljoen
ongeboren baby's en wel bijzonder cynisch is daarbij de gigantische
menselijke onverschilligheid blijkens het feit dat de helft van die
abortussen 'veilig' worden genoemd, alsof het een vergissing zou zijn
om in dat jammerlijke gebeuren ook de eerste slachtoffers, de
kinderen zelf dus, mee te tellen. En in het zog van die massamoord
wordt alras een tweede voorbereid die zo mogelijk de eerste qua
omvang en qua cynisme nog overschrijdt: onlangs verkondigde in de
Vlaamse media een voorzitster van de zorginstellingen voor senioren
alhier dat men eens ernstig moet gaan nadenken over euthanasie voor
demente bejaarden - wel te verstaan eveneens zonder de toestemming
van de betrokken slachtoffers.
Tevens
merkt men alras dat de kloof tussen enerzijds de nalatigheid of het
verzuim om hulp te bieden aan noodlijdenden en anderzijds het actief
'opruimen' van mensen wel bijzonder smal lijkt maar in wezen is die
kloof uiteraard geheel onbestaande en - om nog een vierde voorbeeld
aan te halen - rust de verantwoordelijkheid voor de transformatie van
de Middellandse Zee in het massagraf van de Afrikaanse vluchtelingen
en slachtoffers van mensenhandel nergens anders dan bij de leiders
van de Europese Unie.
En
dan hebben we het nog niet gehad over de honger in de wereld die geen
tegenslag is maar een aanslag en over de oorlog, altijd zo lafhartig
gevoerd door schurken die zich leiders wanen terwijl zij altijd
uiterst bezorgd om het eigen hachje, het volk geheel ongestraft
blijven behandelen als louter kanonnenvlees. En het feit dat wie
teveel hebben - getuige de navenante verspilling - verantwoordelijk
zijn voor andermans tekorten, omdat de rijkdommen der aarde nu
eenmaal eindig zijn en derhalve verdeeld dienen te worden.
In
al deze gevallen is sprake van slachtoffers - doden dus - door
toedoen van derden maar het moordwapen lijkt onzichtbaar omdat het nu
eenmaal geen hakbijl is of geen kalasjnikov en om die geheel absurde
reden kunnen deze moorden, vaak massamoorden, gewoon ongestoord
blijven doorgaan.
Wie
de dingen met eerlijke ogen bekijken en ze ook bij naam durven te
noemen, weten echter dat de sterfgevallen in de hoger genoemde
tragedies in wezen neerkomen op doodslag en (massa)moord en dat de
moordwapens als instituties verankerd liggen in de staatkundige
instellingen van onze eigen beschaving ingevolge de aanbidding van
niemand minder dan de geldgod.
Massaal
komen zekere categorieën van mensen op straat om te protesteren
tegen seksuele opvoeding op school: seksuele opvoeding is niets voor
kinderen, zo menen zij en zij insinueren zelfs dat de opvoeders
helemaal geen goede bedoelingen kunnen hebben met die lessen; het
lijkt erop dat zij die seksuele opvoeding van hun kinderen in eigen
handen willen kunnen blijven houden. Het is alleen de vraag wat die
selfmade seksuele opvoeding dan wel mag inhouden, in acht genomen de
onnoemelijke feiten die vrijwel dagelijks te kijk zetten hoe het
gesteld is bij een flink deel van de betrokkenen met de kennis over
de onderhavige materie en met de morele kwaliteit van de gangbare
oordelen daar omtrent.
Seksuele
opvoeding is een deel van de opvoeding als zodanig en over opvoeding
valt veel te zeggen maar dan vooreerst wel dit, dat wie geloven dat
zij gemist zou kunnen worden, aan de (democratisch geregeerde) staat
onttrokken, geprivatiseerd of in handen gegeven van 'het internet',
helemaal niet op de hoogte zijn van de geschiedenis. Precies zoals
het beginsel van Montesquieu de scheiding der machten grondvest als
een onontbeerlijk principe dat moet helpen voorkomen dat wij belanden
in een dictatuur (waarin immers de wetgevende en de uitvoerende
machten zichzelf berechten), zo ook moet worden voorkomen dat de
vorming van de mensen die onze toekomst zijn, wordt scheefgetrokken
door wie dan bij die misvormingen garen willen kunnen spinnen.
Wil men dan
de seksuele opvoeding, of waarom niet de opvoeding als zodanig,
overlaten aan de godsdienst of aan de godsdiensten? Want ofschoon zij
allemaal spreken over de ene god, blijken er in de wereld dan toch
heel wat godsdiensten te bestaan en de meest wreedaardige daarvan
zijn ook de meest succesvolle geworden, wat op zich al een en ander
zegt over hun ware aard.
Op kop van
de instituten voor tovenarij staat de katholieke kerk die bestuurd
wordt vanuit het Vaticaan in Rome waarover luttele jaren geleden de
Franse socioloog Frédéric Martel zijn Sodoma schreef, een
bijzonder grondig gedocumenteerd boek dat niets aan de verbeelding
overlaat. Eveneens van relatief recente datum is het boek van Dirk
Verhofstadt dat de avonturen van de kerk ten tijde van de nazi's
doorlicht. De samenwerking van de Rooms Katholieke kerk met
extreemrechts doorheen de geschiedenis is al lange tijd een publiek
geheim en het zou ons hier al te ver brengen om de rol van de kerk in
de genocides ten tijde van het kolonialisme en in het huidige
neokolonialisme te belichten. Edoch, dat de kerk met het oog op eigen
profijt gedurende eeuwen het onderwijs beheerst heeft met haar onzin,
staat als een paal boven water.
Wat immers
hebben wij hier in België te maken met een millennia oude religie
uit het Midden-Oosten, met name met het jodendom uit Israël, dat
extreem nationalistisch is gezien het zich het uitverkoren volk
acht en waarop de Nazoreeër al dan niet gewild een variant gemaakt
heeft met het Christendom dat zich inmiddels heeft versnipperd in
talloze sekten waarvan de meest agressieve, de Rooms-katholieke, het
voortouw heeft genomen met haar dogma's die kant noch wal raken maar
die wel beleden moeten worden door haar onderdanen zoals ook de
stelling dat één opgeteld bij één gelijk is aan drie in de
dystopische roman van George Orwell? Het christendom werd de erkende
staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk en geraakte via de
veroveringstochten van onder andere Julius Caesar tot hier verspreid
en dan verder over de gehele wereld en dat gebeurde meer bepaald
dankzij de opvoeding van kinderen op een leeftijd waarop zij zelfs
hun moedertaal nog niet beheersen en wel met die ene bedoeling om die
klinkklare onzin er zo diep in te stampen dat zij die nog altijd
vanzelfsprekend blijven vinden als hun haren grijs geworden zijn en
hun laatste tanden uitgevallen. Al tweeduizend jaar lang is men aldus
die fabels blijven herhalen en willen nu bezorgde ouders, zoals zij
zichzelf bestempelen, de onaantastbaarheid van het bedrog waaronder
zij al die tijd zozeer te lijden hadden, nu ook nog eigenhandig gaan
beschermen?
Alleen een
bijzonder diep gewortelde angst kan het voor mekaar krijgen dat zij
geen afstand willen doen van deze allergrootste slavernij op aarde.
Tot op een gegeven ogenblik verbood de kerk zelfs de lectuur van de
heilige schrift waarop zij haar leer zegde te baseren en toen
protestanten de Bijbel naar de volkstaal gingen omzetten, moesten
alle exemplaren worden opgespoord en ook verbrand, overigens samen
met de stoutmoedige vertalers. Fjodor Dostojevski schreef over die
tijd van libricide en ook genocide die de Inquisitie heet een mooi
verhaal waarin hij argumenteert dat niemand minder dan de duivel op
het woord Gods beslag gelegd heeft en dat sindsdien de halve wereld
wordt misleid met grove leugens in functie van dictatoriale
grootmachten en totalitaire systemen die ons onder de dekmantel van
opvoeding dom houden en op de koop toe arm.
Men
herinnere zich toch wel dat de jaloerse joodse God van elke
vader eist dat die zijn oudste zoon aan hem slachtoffert, heel
letterlijk, een bevel dat staat te lezen in het heilige boek Genesis,
samen met nog veel andere onzin? Eva zou gemaakt zijn uit een rib van
Adam, terwijl zelfs een kind weet dat het andersom is en dat Adam
zoals alle andere mensen voortkomt voort uit een vrouw, toch? Maar
ook de mannelijke jaloezie heeft blijkbaar haar rechten.
Dat
geloof in kwestie is bovendien danig corrupt dat de paus die nog niet
zo lang geleden de homo's handlangers van de duivel noemde, ook over
deze kwestie nu een draai van honderdtachtig graden heeft gemaakt, al
praat hij in andere streken de mensen die daar anders over denken
tijdens zijn reisjes ook telkenmale en zonder aarzelen naar de mond
om dan bij zijn terugkeer naar het westen alweer een draai van 180
graden te maken: hij draait omzeggens met de aardrotatie mee en
gelijkt daarom op een draaiende derwisj.
En
daarmee zijn we bij de tweede grootste religie beland, waar de
leidinggevende mystici zich zonder behoefte aan de katholieke alcohol
bezatten door gewoon te draaien om hun eigen as. Maar om nu terug te
keren naar de onnoemelijke feiten die vrijwel
dagelijks te kijk zetten hoe het gesteld is bij een flink deel van de
betrokkenen met de kennis over de onderhavige materie en met de
morele kwaliteit van de gangbare oordelen daar omtrent, bekijken wij
de vraag wat men nu eigenlijk bedoelt met die lessen seksuele
opvoeding op school.
Met
die lessen immers wordt geprobeerd om aan kinderen zaken bij te
brengen waarover ze thuis kennelijk niets leren of waarover ze thuis
verkeerde dingen leren, omdat het thuis bijvoorbeeld extreemrechtse
katholieken zijn of jihadisten. En om het bij dit ene voorbeeld maar
te houden, valt dat af te leiden aan het feit dat het minderjarigen
zijn, kinderen dus, die op straat mensen aanvallen en aftuigen van
zodra zij denken dat het gaat om homo's. Van één op de vier homo's
wordt het leven op straat bedreigd door snotneuzen en wel op de meest
lafhartige manier daar zij tot met messen toe gewapend, in bendes hun
aanvallen op weerloze enkelingen richten. Vergeten wij vooral
niet dat die kinderen worden opgejut door extreemrechtse
populisten die zich zelf rijk en veilig mogen achten en die daarom
ook zeker zijn van hun stemmenaantal bij de menigte aan zich in
straffeloosheid vermeiende misdadigers die zij vertegenwoordigen.
Gewis, men moet bezorgd zijn en bevreesd dat men nu onder druk van
malafide stemmingmakerij ook nog die enkele uurtjes seksuele
opvoeding dreigt af te zullen schaffen.
Edoch,
wat daarentegen afgeschaft moet worden, ja, verboden, is het
'onderricht' van leugens aan kinderen. Eerst en vooral moeten
opruiers zoals de extreemrechtse praatjesmakers die misbruik maken
van de wet op de vrije meningsuiting gestraft kunnen worden omdat het
geen vrije mening is die ze uiten maar aanzetting tot moord en dat is
niet hetzelfde, of wie denkt daar dan anders over?
Moed
is wat kinderen ontberen en wat zij moeten leren: moed om zichzelf
vrij te kunnen maken van alle soorten van onzin, psychologische
betovering, moordende sociale druk en bemoeienissen allerhande.
Vrijheid immers komt niet vanzelf maar moet veroverd worden en
bovendien verdedigd om ze dan ook nog te kunnen behouden.
Het
'natuurlijke' bestaat niet, dat is alleen de jungle, het recht van de
sterkste. De concentratiekampen zijn er gekomen omdat Hitler van plan
was om de natuur een handje te gaan helpen: dat heerschap was niet
van de slimsten maar de massa miste nu eenmaal de moed om hem tegen
te spreken. Hitler keert terug, zijn populisme dat de achterlijke
massa bespeelt is alomtegenwoordig. Alleen met opvoeding kan men een
dam opwerpen tegen zaken zoals analfabetisme, armoede en zinloos
geweld welke onze vrijheid fnuiken en die de wereld dreigen terug te
katapulteren naar de meest duistere krochten van de waanzinnige
middeleeuwen.
Misdadigers
maken slachtoffers en dat is één zaak maar een andere zaak is dat
slachtoffers inzake de misdaden die hen treffen, er altijd en overal
het zwijgen toe doen. Waarom spreken zij niet? Het lijkt er op dat
zij bang zijn voor hun belagers en misschien is dat voor een stuk wel
zo maar wat zij veeleer vrezen is een heel andere zaak en dat weten
criminelen opperbest.
Het
slachtoffer van een misdaad staat voor de keuze tussen zwijgen en
spreken maar komt er niet toe om tot spreken over te gaan uit angst
voor een nog veel groter kwaad dan de revanche van de betrokken
misdadigers. Want het kwaad dat zij vrezen, kent zijn gelijke niet in
deze wereld, het is immers van precies hetzelfde kaliber als het
kwaad dat treft wie in de hel belanden - de hel die in de moderne
theologie immers gedefinieerd wordt als het afgesneden zijn van alle
menselijke contacten. Het kwaad dat slachtoffers vrezen als zij
overgaan tot spreken, is dat van de wanhoop.
Zolang
slachtoffers van misdaden zwijgen, houden zij de actualisatie tegen
van de onomkeerbare afwijzing van hun klacht, die immers de afwijzing
van hun eigen bestaan inhoudt. Zolang zij zwijgen en zich ervan
weerhouden om bij anderen aan te kloppen voor hulp, bewaren zij met
andere woorden de hoop dat zij die wel zouden ontvangen indien zij
daarom ook effectief zouden verzoeken. Echter, van zodra zij spreken
en derhalve effectief om hulp vragen, hebben zij al de reële
mogelijkheid aanvaard van de genoemde afwijzing die veelal een fataal
karakter heeft. Als zij spreken, nemen zij het risico dat zij niet
zullen worden geloofd en indien zij daadwerkelijk niet worden
geloofd, verliezen zij meteen ook de hoop die zij kunnen blijven
koesteren zolang zij er het zwijgen toe doen. Wie spreken en niet
geloofd worden, blijven in de kou staan, voelen zich verraden en
worden geconfronteerd met de noodlottigheid van het onrecht. Om
zichzelf voor die confrontatie te behoeden, kiezen de slachtoffers
van misdaden ervoor om te zwijgen.
Het feit
niet geloofd te worden met zijn klacht, is een bijkomende
veroordeling voor het slachtoffer en tegelijk houdt de verklaring van
ongeloof jegens het slachtoffer, het vrijpleiten in van de
misdadiger: niet het slachtoffer van de misdaad vreest voor de
crimineel maar wel degenen tot wie het slachtoffer dat niet langer
wenst te zwijgen, zich wendt met zijn verklaring en met zijn
hulpvraag. Immers, wie hulp bieden aan slachtoffers van misdadigers
plaatsen zich zodoende in het kamp van die slachtoffers en jagen de
misdadigers die het slachtoffer hebben mishandeld nu ook tegen
zichzelf in het harnas. Slachtoffers zwijgen omdat zij kunnen
vermoeden dat het degenen tot wie zij zich moeten wenden voor hulp,
zal ontbreken aan de moed om de strijd met de misdadigers aan te
gaan. Want dat is tenslotte hetgeen niemand kan vermijden als het er
op aan komt de vrijheid en de rechten van zijn medemensen te
verdedigen. Het ten allen prijze willen vermijden van een conflict,
verankert het betreffende kwaad tot een instelling, het wordt
geïnstitutionaliseerd kwaad, een vorm van kwaad dat nog moeilijk te
bestrijden valt omdat het danig onzichtbaar wordt.
(J.B.,
20 september 2023)
19-09-2023
Kuddegeest
Kuddegeest
Hij treedt
de leefruimte naar binnen en declameert: Dag allemaal!
en alle aanwezigen antwoorden, gedwee en in koor: Dag Sjarel!
Zij beseffen het nauwelijks, maar ze worden gesjareld. Sjarel heeft
het woord genomen, hij leidt en zij antwoorden - zij volgen. Sjarel
is iémand, zij zijn slechts een menigte, een massa. Sjarel heeft een
naam die uniek is en zij heten allen in één adem: allemaal.
Want stel eens dat in een menigte iemand roept: Dag allemaal!
en dat hij dan wacht op antwoord. Zouden alle anderen dan niet
opkijken en zeggen: Wie denkt dat heerschap wel dat hij zijn
mag!? Maar zo gaat het nu eenmaal in de kudde. Alleen de
leider is een persoon, alle anderen zijn 'volgers' en de omvang van
de persoon is, democratisch genoeg, recht evenredig met de omvang
van het aantal van zijn volgers, die alleen maar goed genoeg zijn om
een getal te helpen vormen dat het getal is van de leider, de
vooraanstaande, de priester, de minister, de vedette, de
televisiester.
Deze
laatste lanceert een nieuwe broek en daags nadien holt de massa naar
de klerenwinkel om die broek te halen die voortaan het straatbeeld
kleurt; een broek met brede pijpen, een jeansbroek of wat dacht u van
een broek vol gaten? Het is eender, apen apen apen na, de kudde volgt
de leider, als die in de afgrond stapt, doen ze het allemaal, gedwee
en zonder morren na. Zij worden tot de laatste man gesjareld. Dag
Sjarel, dag mijnheer pastoor, dag dokter. En aan wie daar in de
pikorde nog boven staan - zijne excellentie, zijne koninklijke
hoogheid en zijne heiligheid - kan niemand uit de kudde nog een
goedendag toewensen, zij krijgen daar gewoon niet de gelegenheid toe.
Luttele tijd geleden reisde een al wat oudere vrouw vanuit den
vreemde naar het verre Rome om daar na een nachtje kamperen post te
gaan vatten op het Sint-Pietersplein om onze paus te kunnen groeten.
Zij had het geluk dat hij passeerde bij de dranghekken waar zij stond
te hunkeren naar eindelijk de vervulling van haar allergrootste wens
waarvoor zij ook een leven lang gewerkt had en gespaard, zij kon toen
hij passeerde nog net zijn mouw aanraken. Maar prompt veranderde de
tronie van de Heilige Vader in het norse masker dat haar achtervolgen
zal tot in de hel: warempel, hij bracht het besje een nijdige slag
toe op de van het schuren van de vele paternosterbolletjes met eelt
bedekte knokkels! Helaas voor de reputatie van de plaatsvervanger
Gods op aarde, werd dat vastgelegd op video door een mensje met een
iPhone die tot het einde der tijden alle acht miljard stervelingen op
het internet kunnen bekijken. Maar de reputatie van de dictator
blijkt er allerminst door geschaad, alleen de nederige vrouw die kwam
van o zo verre krijgt het te verduren, zij heet nu 'die
opdringerige'. Om niet te zeggen dat haar knokkels blijven bloeden
zoals de stigmata der heiligen.
Massamensen,
kuddedieren, apen, volgelingen. En daar tegenover staan hun leiders,
de dictators of de pausen, de ministers, koningen en keizers, de
kardinalen die nu naar het schijnt nood hebben aan nieuwe zijde voor
de fabricatie van voldoende rode baretten van uitgerekend deze kleur
ter herinnering aan het feit dat zij werden gecreëerd om in
navolging van Christus te betalen met hun bloed in tijden van nood
voor 't welzijn van de kudde waarvan zij de herders zijn. Over de
opalen die hun mijters sieren en met de opbrengst waarvan alle
hongerigen ter wereld een geruime tijd konden gevoederd worden, moet
men zwijgen. Maar wat gezegd moet worden, is: de kudde volgt haar
leider, ook als die haar minacht, haar ontrouw is en beliegt, wat hij
prompt doet en zonder blozen. De kudde zegt de leugens van haar
leider na met dezelfde onverschilligheid waarmee de koren in de hel
het refrein van Lucifer herhalen dat door de ijskoude, zwarte kosmos
galmt: Mijn naam is legioen, want wij zijn met velen.1
De kudde zelf, misleid, beseft niet meer dat zij van mensen is
gemaakt.
Antidepressiva
en pijnstillers bespoedigen de ontwikkeling van dementie. Bij de
pijnstillers zijn dat vooral opium en opioïden. Geheugenproblemen
alsook problemen met nog andere cognitieve functies treden vooral op
bij het gebruik van (de overigens bijzonder verslavende)
benzodiazepines die voorgeschreven worden tegen gevoelens van onrust
en angst en tegen slapeloosheid. Deze en nog andere medicijnen zijn
bijzonder verslavend en zo is het ook niet te verwonderen dat
intussen welhaast het merendeel van de bevolking er met de regelmaat
van de klok zijn toevlucht toe zoekt. Of beter: steeds meer mensen
krijgen die middelen voorgeschreven.
Die
voorschriften worden uiteraard opgesteld door artsen en artsen worden
gevormd door universiteitsprofessoren wiens onderzoek steeds vaker
gefinancierd wordt door farmaceutische firma's. Dat die firma's
beschikken over bijzonder veel macht, mag niemand verwonderen: met de
handel in medicijnen zijn grote geldsommen gemoeid, er is steeds meer
belangenvermenging in het spel en tenslotte gaat het zeker en vast
wat betreft de pijnbestrijders en de psychofarmaca over wat wij in de
volksmond zoal verstaan onder 'drugs'. Het gaat dus om drugshandel,
weliswaar legale en door geneesheren gecontroleerde drugshandel maar
niettemin handel in 'drugs'.
Brengt men
zich nu voor de geest dat ook de verboden hormonenhandel door artsen
- in dit geval veeartsen - 'gecontroleerd' wordt, terwijl het apert
gecontinueerde hormonengebruik na de moord op veearts Karel Van
Noppen er niet de minste twijfel laat over bestaan dat die controle
in werkelijkheid helemaal niets meer kan voorstellen. Maar als de
controle door veeartsen kennelijk niets vermag, wat vermag dan een
controle door artsen, in acht genomen dat de kapitalen waar het om
draait in de mensengeneeskunde nog veel groter zijn dan die inzake de
handel in producten voor de veefokkerij?
Onder het
regime van de nazi's werden onnutte burgers massaal opgeruimd, eerst
middels allerlei spitsvondige tactieken en in het zog daarvan ook
steeds meer op uiteindelijk de meest brutale manieren. Het volk werd
in de waan gelaten van de aan de gang zijnde massamoorden en die waan
werd versterkt door de algemene angst om ook echt te kunnen zien wat
zich in feite onder ieders ogen afspeelde. Mensen voelen immers aan
dat het veiliger is om bij het ontdekken van samenzweringen over
massamoordpartijen de andere kant op te kijken of, om het wat
scherper te stellen, dat ook zij zullen geviseerd (i.e.:
geliquideerd) worden van zodra zij het wagen om ook te zeggen wat
zij daadwerkelijk zien. Men denke aan 1984 van George
Orwell: macht manifesteert zich daar waar men mensen kan doen zeggen
dat één opgeteld bij één gelijk is aan drie. En uiteraard liegen
bijna alle mensen met de moordenaars mee omdat zij weten dat zij in
het andere geval voor hun leven moeten vrezen. De daders (van in dit
geval de genocide) worden met andere woorden het best geholpen door
hun slachtoffers zelf die op die manier immers aan de massamoord
hopen te ontkomen. Getuigen zijn gevaarlijk voor de moordenaars maar
als zij de andere kant op kijken, zijn ze eigenlijk onschadelijk, wat
wil zeggen zo goed als dood, zodat ze dan niet meer vermoord hoeven
te worden. De moordenaars zorgen ervoor dat eventuele getuigen de
andere kant op kijken, met name door hen bang te maken en wel
doodsbang. Maar een gelijkaardige tactiek speelt zich vandaag af voor
de ogen van in principe zowat iedereen.
Het plan
dat wordt bedisseld in de hogere kringen is momenteel niet langer dat
van de grote kweek maar volgens stoute tongen wel dat van de grote
zuiveringen, precies zoals dat ten tijde van Hitler het geval was,
die voor zijn Ariërs, zijn 'Herrenvolk', 'Lebensraum' zocht. Om
massaal mensen op te kunnen ruimen zonder iemand door heeft wat er
gebeurt, moet er uiteraard flink gelogen worden en wel op een
geloofwaardige manier en bovendien moet het plan van de
samenzweerders zelf verborgen blijven. Dat laatste gebeurt zoals de
ervaring leert het beste middels een voorwendsel of dus door een vals
plan in de plaats te stellen. En de ervaring leert ons tevens dat
leugens wonderwel een hoge geloofwaardigheid verkrijgen van zodra zij
worden beleden door zogenaamde autoriteiten. Concreet kan het plaatje
er dan als volgt uitzien.
Om mensen
massaal te kunnen 'opruimen' of 'opkuisen' - werkwoorden die niet
alleen gebruikt worden door extreemrechtse politici maar nu ook door
katholieke bisschoppen wanneer zij in paniek hun mond voorbijpraten -
moeten zij eerst gedemoniseerd worden of tenminste afgeschilderd als
'minderwaardig', als 'lebensunwertes
Leben', om eens in de taal van het nazisme te spreken. Omdat wij vandaag leven onder de heerschappij
van de mammon en derhalve het geld beschouwd wordt als het meest
waardevolle van alle dingen, worden mensen beschouwd als
minderwaardig van zodra zij minder gaan renderen ofwel wanneer zij
alsnog niet rendabel zijn.
Tot die
laatste categorie behoren uiteraard de ongeborenen die dankzij onze
democratische systemen heden zonder tegenspraak met gemak legaal
massaal geaborteerd kunnen worden. En de categorie van de niet
langer rendabele mensen of, in grote trekken, de gehandicapten en
de ouderen, krijgen het extra duwtje dat nodig is om hun
euthanasering te legaliseren middels enerzijds de wetenschappelijke
oordelen van professoren in de ethica (denk aan de uitspraak:
Niemand zal betwisten dat een wereld zonder mongooltjes een
betere wereld is) en anderzijds het (psychisch) gehandicapt
maken van bejaarden middels (wat dacht u van) de zogenaamde
'pijnstillers' en 'antidepressiva' die in feite alleen maar
pijnstilling als bijwerking hebben terwijl hun hoofdwerking bestaat
uit het veroorzaken van dementie - u voelt het al komen: dementie die
dan aanleiding geeft tot uitspraken als van voorzitters of
voorzitsters van zorgcentra in de zin van: Wij moeten eens
ernstig gaan nadenken over het legaal maken van euthanasie voor
demente bejaarden - waaronder uiteraard valt te verstaan:
zonder hun eigen toestemming).
Alles op
een rijtje, hebben we het hier over massamoord, over opruiming van de
menigte aan mensen die niet (langer) economisch rendabel zijn en die
in feite nog slechts een negatieve reden van bestaan hebben,
bijvoorbeeld omdat zij er beter niet waren, nota bene
zoals geen redelijk mens zal betwijfelen.
Maar het
snode plan zit beter in elkaar dan men op het eerste zicht kon
vermoeden want de ouderen en de andere onnutte elementen van wie men
zich wil ontdoen, kunnen uiteraard niet zomaar worden
ge-euthanaseerd: zij dienen eerst in een toestand gebracht te worden
waarin zij zich nog nauwelijks bewust zijn van het eigen bestaan,
zodat men dan over hen kan zeggen dat het quasi geen verschil meer
uitmaakt of zij nu nog in leven zijn of niet.
Nu staat
het als een paaltje boven water: in die toestand tussen zijn en
niet-zijn, welke nodig is om te kunnen beweren dat het geen verschil
meer uitmaakt of men al dan niet leeft, kan men massa's mensen
brengen door hen massaal opium te laten slikken alsook
benzodiazepines en nog andere dergelijke troep. En men dient op te
merken dat de werking van die medicijnen erin bestaat dat zij
mensen dement maken, terwijl (fysieke en psychische)
pijnstilling niet meer is dan een bijwerking die overigens ook eigen
is aan de consumptie van vele andere drugs zoals alcohol, tabak en
cannabis.
(J.B.,
16 september 2023)
15-09-2023
Thomas a Kempis, De navolging van Christus - facsimile
Thomas a Kempis, De navolging van Christus - facsimile
Nederlandse vertaling door Willem Cloos
Thomas a Kempis, De navolging van Christus
Thomas a Kempis, De navolging van Christus
<<<Deze link opent op Boek II bij de hoofdstukken 11 en 12.
14-09-2023
âWij staan aan de kant van hemâ
Wij
staan aan de kant van hem
Op
11 september 2023 citeert het VRT-nieuws de Antwerpse bisschop1
Bonny over de Tv-serie "Godvergeten"
met de uitspraak dat hij "geen
priester geworden is om dit te moeten opkuisen"2,
waarbij hij ontegenzeggelijk verwijst naar de schande voortspruitend
uit de misdaad en de zonde van het kindermisbruik in de kerk en naar
de praktijk van het verborgen houden van die misdaad welke zich
uitstrekt over vele decennia - zo niet over vele eeuwen - en die
wellicht nog altijd gangbaar was indien hij niet aan het licht werd
gebracht door enkelingen aan wie de kerk dit allerminst in dank heeft
afgenomen.
Wat
in deze uitspraak menigeen tegen de borst stoot, is het aperte
contrast van de bisschoppelijke woorden met de kern van de
christelijke geloofsbelijdenis waarvoor 'priesters' (wat betekent:
'vooraanstaanden' of 'voorbeelden'3)
verondersteld worden het prototype te zijn voor alle anderen, meer
bepaald inzake de navolging van Christus wiens reden van bestaan het
is om de zonden van anderen uit te boeten teneinde voor hen de
toegang tot het geluk mogelijk te maken. En krachtens het bestaan van
de kerk van Christus die volgens het Katholieke geloof Zijn verrezen
lichaam is, ligt aldus voor de kerk nog steeds diezelfde reden van
bestaan in die navolging van haar stichter. Over die navolging
schreef de in de zogenaamde 'waanzinnige veertiende eeuw'4
geboren Thomas Haemerken, alias de mysticus Thomas a Kempis, het ook
naar het Nederlands vertaalde boekje 'De
imitatione Christi'
('Over
de navolging van Christus').
De navolging van Christus betekent het opnemen van het kruis dat
ingevolge de erfzonde (en voor Christus zelf ingevolge de
vereenzelviging van Zijn wil met die van de Vader) op de menselijke
schouders rust.
Wanneer
mensen die zichzelf christelijke voorbeelden achten, verklaren dat
zij geen voorbeeld geworden zijn om andermans zonden uit te boeten
zoals ook Christus deed, stelt zich de vraag wie dan wel hun
voorbeeld mag zijn. Overigens ook hun aperte huiver voor de schande
om in de ogen van de anderen voor een misdadiger door te gaan, staat
in schril contrast met wat Christus zelf op dat vlak te doorstaan had
door als een misdadiger aan de schandpaal te worden genageld.
Kennelijk verkiezen die christelijke 'voorbeelden' dan toch de schuld
boven de schande, in acht genomen het feit dat de schande resulteert
uit het openbaar worden van schuld, wat inhoudt dat deze
'voorbeelden' zich niet zozeer door het geweten laten leiden maar
veeleer door wat anderen over hen denken en zeggen.
En
wie mag dan wél het voorbeeld van deze bisschoppen zijn? Een
verklaring van de genoemde ongeloofwaardigheid voortspruitend uit het
verkiezen van de goede reputatie boven het goede geweten, wordt ons
gegeven door niemand minder dan de grote Russische schrijver Fjodor
Michajlovitsj Dostojevski, meer bepaald in de raamvertelling 'De
Grootinquisiteur van Sevilla' in
zijn roman 'De
Gebroeders Karamazov' uit
1879-1880.
Daar immers verklaart de grootinquisiteur die het hoofd van de kerk
vertegenwoordigt dat de kerk allerminst door Christus wordt geleid
maar wel door de daar niet expliciet genoemde afvallige engel
Lucifer.
(J.B.,
14 september 2023)
Verwijzingen:
Zie
ook: Thomas a Kempis, Over de navolging van Christus,
Nederlandstalige tekst:
3'Priester' betekent 'voorganger', zowel in de
betekenis van 'hij die anderen voorafgegaan is' (meer bepaald
in de tijd) of dus de 'ouderling' (het Griekse 'πρεσβύτερος'
('presbuteros') of het Latijnse 'presbyter')
als in de betekenis van vooraanstaande (cfr. het Latijnse werkwoord
'prae-stare', waarvan de letterlijke vertaling 'vooraan
staan' is).
4Deze
benaming is afkomstig van de Amerikaanse historica Barbara Tuchman
naar haar boek uit 1978, getiteld:
A Distant Mirror: The Calamitous 14th Century waarin
zij de verwantschap van de veertiende-eeuwse calamiteiten zoals de
pest, de honderdjarige oorlog en de plunderingen met die van haar
eigen (twintigste) eeuw (met name de verschrikking van de Eerste
Wereldoorlog) wil aan het licht brengen.
12-09-2023
Papaoutai
Papaoutai
Alleen volstrekte onverschilligheid kan het ongeloof
voeden in wat in het verlengde van de Oekraïense oorlog in de nabije
toekomst in Europa te gebeuren staat. Momenteel zijn daar minstens
vijftigduizend Russische soldaten gesneuveld1
en waar onnadenkende westerlingen dit menen te moeten beschouwen als
een trofee, ziet de werkelijkheid er heel anders uit: vijftigduizend
dode soldaten waarvan het merendeel jonge vaders, zijn vijftigduizend
gezinnen, vaak met kleine kinderen, die zich afvragen waar hun vader
blijft, die dag in dag uit wenen en onafgebroken aan moeders rokken
trekken. Papaoutai.
De auteur van Papaoutai verloor zelf als kind
zijn vader in een oorlog - de Rwandese genocide2
en de kreet van het achterblijvende jongetje echoot na vele jaren
niet alleen wereldwijd na maar brengt ook de ellende van het heden in
het vizier en maakt voelbaar wat ons in de nabije toekomst te wachten
staat - alleen criminelen en mensen met dementie hebben daar geen
oren naar.
Papaoutai.
En de moeders hebben geleerd beleefd te blijven, te zwijgen en te
glimlachen - in koor scanderen zij Cheese
maar
er ligt een vloek op de houdbaarheid van dat liedje en alras zullen
de vele wezen volwassen worden en het westen verwensen. En bij alleen
maar een wens zal het gewis niet blijven. Alle dingen lijken
onderhevig aan een noodlottigheid.
In
de Indische kosmogonische mythe gaat alles in een onophoudelijk
cirkelgang als van een rad met telkens een opgang en een ondergang en
die eindtijd wordt gesymboliseerd door de godin Kali die het prayala
inluidt: een duistere tijd die miljarden jaren duurt. Een fragment
uit de samenvatting in Wikipedia:
(Kali)
is de grote moederfiguur die beschermt. Zoals een baarmoeder die in
duisternis nieuw leven in zich kan doen ontstaan. Ze is naakt en
zwart. Ze staat symbool voor zuivere goddelijke duisternis met
oneindige macht, pure energie, die in de eindtijd alle onzuivere
zwarte demonen vernietigt. (Met haar begint) het zwarte tijdperk
(...) wanneer de spiritualiteit verloren gaat en de demonen de
overhand krijgen. ( ) Kali hakt al de demonen de kop af met een
kromzwaard. ( ) De harmonie wordt hersteld (wanneer)
alles
verdwijnt in de grote duisternis: pralaya. (...)3
Quasi
onmiddellijk na de start van de verkoop van de staatsbons hebben de
Belgen gezamenlijk voor 22 miljard euro aan staatsbons uitgegeven: de
initiatiefnemers noemen het een succes maar de actie heeft haar doel
nimmer bereikt want de door de banken toegekende renten bleven
onveranderd. We gingen te rade bij Omsk Van Togenbirger.
-
Mijnheer Van Togenbirger, mogen wij u wat vragen over de staatsbon.
OVT:
Jazeker maar ik waarschuw u dat ik geen econoom ben en ik raad u aan
om te rade te gaan bij een econoom of hebt u dan geen vertrouwen in
onze economen?
Ik
heb het gevoel dat ook zij de bomen niet meer zien van het bos.
OVT: Tja,
dat is natuurlijk een algemene plaag: wie willen weten hoe laat het
is, moeten zeker niet naar de horlogewinkel stappen want daar hangen
honderden uurwerken die allemaal een verschillende tijd aangeven; wie
problemen hebben met de gezondheid, zullen alras ondervinden dat er
zoveel verschillende diagnoses én therapieën zijn als er artsen
rondlopen en zelfs de talloze weerberichten spreken elkaar allemaal
tegen. En vraag je uitleg aan je bankier als je problemen hebt met
het beleggen van je geld, dan zal zijn antwoord gekleurd worden, om
niet te zeggen bepaald worden door zijn persoonlijk winstbejag...
Hij
zal je naar zijn vrienden toe zenden?
OVT:
Bijvoorbeeld. We leven nu eenmaal in het tijdperk van leugen en
bedrog, het tijdperk van de voorwendsels en de geheel verborgen
eigenlijke doelen, het tijdperk ook van de meest schaamteloze
belijdenissen van de meest onzinnige onwaarheden.
En
precies daarom komen we bij u met onze vraag.
OVT: En dat
is?
Wat
is een staatsbon? En moeten we die kopen?
OVT: Kijk
naar de vogelen des hemels en de bloemen in het veld: zij zaaien en
zij maaien niet en toch is geen van u schoner gekleed dan deze
schepselen, ha! Maar ik veronderstel dat ik geacht word om abstractie
te maken van die waarheid en om uw vraag even ernstig te nemen als u
doet met uw geld?
Als
het u belieft, mijnheer Van Togenbirger...
OVT:
Schandalig is het, dat dit wel uw grootste zorg lijkt, maar goed, het
is niet anders. Ik zal u een antwoord geven omdat het waar is dat gij
overal belogen wordt met deze kwesties. Men mag er niet aan denken
wat er vandaag met de waarheid allemaal gebeurt, er staan helemaal
geen remmen meer op al die duivelse praktijken... Maar beloof mij
eerst dat u mij niet zult verwijten dat ik een betweter ben want
herinner u dat het eerste wat ik u geantwoord hebt, is dat ik geen
econoom ben en dat ik u de raad geef om bij een econoom aan te
kloppen. Hemeltje, wat een perversies! Ik word er echt niet goed
van...
Ik
zal u van niets van dit alles betichten, dat beloof ik u. U hebt ons
trouwens ook een uitgebreid antwoord gegeven op onze vraag met
betrekking tot de historie van de Congo, de geschiedenis van de
slavernij, de rol van het katholicisme in het beschavingsproces en
nog andere zaken met betrekking tot de volksgezondheid.
OVT: Dat is
waar en u bent daarvan getuige geweest dat het mij allemaal niet in
dank is afgenomen. De leugenaars daarentegen hebben allerlei prijzen
ontvangen, eretitels en ook heel veel geld maar dat gun ik hen
allemaal want wie de waarheid verkopen, verkopen hun eigen ziel en al
de hier opgesomde baten kunnen dat hoe dan ook nooit meer goedmaken,
helaas! Hebt gij overigens ook gelezen in het nieuws dat onze vorsten
tegen binnen een zevental jaren het Jubelpark een beurt willen geven
voor de viering van tweehonderd jaar België? Ze zijn in staat, hou
het eens in de gaten, om een krans neer te leggen bij een voor de
gelegenheid te improviseren gedenkteken van Patrice Lumumba. De
hypocrisie kent waarlijk geen grenzen meer. Maar laat ik het nu
hebben over de kwestie die u mij hebt voorgelegd: de staatsbon!
Bij
voorbaat dank!
OVT: Ik kan
daar eigenlijk heel kort over wezen, weet u? En ik zal dat doen ook,
als u geen bezwaar hebt?
Wij
luisteren met aandacht!
OVT: Een
staatsbon is een aandeel van het bedrijf dat de staat is. Wie een
staatsbon kopen, kopen een aandeel van de staat en worden
mede-eigenaar van de staat. Een staatsbon kopen is in feite geld
lenen aan de staat. En daar hebben we meteen het antwoord op uw
tweede vraag: als de staat wenst dat wij haar geld lenen, kan dat
niets anders betekenen dan dat zij blut is. Of vergis ik mij?
Het
lijkt mij logisch dat wie geld van iemand willen lenen, er een tekort
aan hebben, ja. Daarom ook betalen zij aan hun leners een flinke
interest.
OVT: En dat
is dus het lokmiddel, maar u zult meteen begrijpen waarom dit een
bedrieglijk lokmiddel is als u zich ook realiseert dat de staat de
waarde van het geld kan laten zakken zoals het haar zint.
Is
dat zo?
OVT: De
nationale bank - en nu met de euro gaat het uiteraard om een Europese
geldstichting - heeft bij mijn beste weten de munt al eerder laten
devalueren en de staatslieden zullen er zeker en vast wel voor zorgen
dat dit ook nu gebeurt en wel in die mate dat het de rente die zij
uitbetaalt, ruimschoots zal overtreffen. Maar u kent nu al het
antwoord op uw vraag of het goed is dat u staatsbons koopt: als u dat
doet, wordt u immers mede-eigenaar van een schuldenberg.
Wat
u daar zegt...
OVT: En het
gaat om een enorme schuldenberg. Hier en elders in Europa, het is
immers oorlog. Het vertrouwen van de mensen in de staat is daarom
gewoon surrealistisch, mijn beste! En meer heb ik daarover eigenlijk
niet te zeggen. Andermaal, ik ben helemaal geen econoom! Maar ik hoop
dat ik u tevreden heb kunnen stellen, al kan ik mij indenken dat u
liever een heel andere uitleg had gehoord over die zaak omtrent uw
beminde centjes. Een fijne dag nog!
(J.B., 9
september 2023)
05-09-2023
Repressie - Aflevering 5: âMoorden om te besparen!â
Repressie
Aflevering
5: Moorden om te besparen!
Repressie
is het verbergen van moord en massamoord door het verzwijgen van de
moordenaars zelf en van hun moorddadige activiteiten en door het
voorstellen van de activiteit van de moord als een gebeurtenis (die
nu eenmaal had plaats te vinden buiten de wil van ongeacht wie om).
Vervolgens worden degenen die geacht worden de feiten te verslaan,
onder druk gezet om hun vakkennis zodanig aan te wenden dat het voor
de lezer moet lijken alsof er helemaal niets met opzet werd gedaan en
alsof het gaat om een gebeurtenis die geheel los staat van wat mensen
zoal zouden kunnen denken, willen of doen.
Het is al
ruim twintig jaar aan de gang maar nu kon het uiteindelijk niet
langer meer uit het nieuws gehouden worden: steeds vaker zijn voor
vele mensen levensnoodzakelijke geneesmiddelen niet meer te
verkrijgen en noch de dokters noch de apothekers hebben een ander
antwoord op de vraag hoe dat dan komt en dat dit dan toch zeker niet
te verantwoorden is, dan de volgende verkapte en omfloerste
schuldbekentenis welke hier op neerkomt: de staat zou veel meer
kunnen doen om te verhinderen dat vaak levensbelangrijke medicijnen
niet meer voorradig zijn voor steeds meer mensen.
De staat
laat dus toe dat zekere levensbelangrijke medicijnen niet meer
verkrijgbaar zijn. De staat gedoogt dat mensen sterven in gevolge het
onverkrijgbaar zijn van zekere medicijnen. De staat veroorzaakt de
dood van een steeds groter aantal mensen en zij doet dat op een wel
zeer verkapte manier, met name door er voor te zorgen dat die mensen
de medicijnen die hen in leven moeten houden, niet langer kunnen
kopen.
Het gaat
hier wel te verstaan om zieke mensen, mensen die vaak helemaal niet
meer economisch rendabel zijn maar die daarentegen dikwijls veel geld
kosten aan de maatschappij en die des te meer geld gaan kosten
naarmate zij ook langer in leven moeten worden gehouden. Met nog
andere woorden: door een zekere categorie van mensen te doden,
bespaart de staat een grote som geld. Moorden om te besparen?
Moorden
om te besparen is de titel van een paragraaf in het hoofdstuk,
getiteld: Corona, het nieuwe Zyklon-B op de pp. 468-469
in het boek d.d. 2022, getiteld: Het grote interview met Omsk
Van Togenbirger en andere teksten over de totalitaire wereld.
Voor wie zou denken dat een en ander uit de lucht gegrepen werd,
wordt hierna de tekst herhaald. De gevoelige lezer wordt gewaarschuwd
want het gaat om feiten. Bovendien werd intussen ook wetenschappelijk
aangetoond dat de ambtenaren uit de streek en uit de periode waar
deze tekst op slaat, geen mensen waren met een abnormaal laag IQ en
ook geen criminelen. Het gaat om ambtenaren die met andere woorden
helemaal niet verschillen van bijvoorbeeld de Belgische ambtenaren
van vandaag, de dag waarop het Tv-nieuws berichtte over het
onverklaarbare onverkrijgbaar zijn van steeds meer
levensnoodzakelijke medicijnen. Hier volgt dan de tekst in kwestie.
De citaten zijn van de hand van Duitse ambtenaren en dateren van
1941.
Moorden
om te besparen!
De
voorzieningen voor euthanasie rapporteerden wekelijks aan het centrum
in Berlijn hoeveel patiënten gedood werden maar die gegevens werden
vernietigd voor het einde van de oorlog. Toch kwam men er later
achter dat in Grafeneck in 1940 meer dan 10.000 patiënten gedood
werden. Eenzelfde aantal in Hadamar. In totaal waren dat van januari
1940 tot augustus 1941, 70.273 [in feite uiteindelijk: 71.088]
patiënten. Een werkgever aldaar beschrijft een viering onder
werknemers als volgt: Onder
de lunch ( ) verklaarde dr. Berner dat er die dag 10.000 lijken
zouden verbrand worden, een gebeuren dat zou bijgewoond worden door
het voltallige personeel. 's Avond in de hall kreeg iedereen een fles
bier en daarna zakten we af naar de kelder. Op een brancard lag het
naakte lichaam van een man met een waterhoofd. ( ) De 'cremators'
legden het lichaam in een soort trog en duwden het in de oven. De
heer M., verkleed als pastoor, sprak een lijkrede uit. (...)Dan volgt een macabere berekening: In
de veronderstelling dat de [71.088] patiënten nog gemiddeld tien
jaar te leven hadden en wetende dat zij 3,5 Reichsmark per dag
kostten, berekende men dat in de genoemde periode de massamoorden een
besparing hadden opgeleverd van 885.439.800 Reichsmark. De besparing
aan voedsel bedroeg 141.775.573,8 Reichsmark.1
(Wordt
vervolgd)
(J.B., 5
september 2023)
1Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas,
Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl,
Yale University Press, New Haven and London, English-language
edition 1993 by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische
Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer
Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 36-37. Zie: Jan Bauwens, Het
grote interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de
totalitaire wereld, Serskamp
2022, pp. 468-469.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: