Vrijdagavond: DL1 – 7,6 km – 0:47:30 (9,6 km/h – 6,25 min/km)

Het begint duidelijk merkbaar te worden, de dagen worden langer. Hoopgevend, maar we zullen wel nog een hele tijd moeten wachten om ’s avonds om zes uur onverlichte paden op te zoeken. Het weer nodigt niet direct uit om te lopen maar eens op de baan deren de miezerige regen en temperaturen enkele graden boven het vriespunt niet echt. De handschoenen gaan al snel uit en ook de muts voelt na twintig minuten te warm, maar die houd ik maar wijselijk op het hoofd. De benen zijn echter niet fris en ik kom slechts moeizaam op gang. Halfweg begin ik de vermoeidheid al te voelen. Vermits het een trage duurloop is vanavond, ga ik het tweede deel gewoon nog iets trager lopen. Een regenbui op het einde er nog eens bovenop, niet te missen dat de automobilisten die mij voorbij rijden meewarig het hoofd schudden. Men moet niet gek zijn om te lopen, maar het helpt wel!

Donderdagavond: IT – 8,8 km – 0:50:20 (10,49 km/h – 5,72 min/km)

De ‘winterprik’ zorgde er voor dat ik de eerste maal deze winter met handschoenen EN muts gaan lopen ben. De temperaturen zijn vandaag niet boven de 1°C gekomen, maar voor sneeuw moest je in Oostende zijn, foto’s te zien op de blog van Pieterbie. Door de trip naar Londen wat met het loopschema moeten schuiven, dus vandaag een pittige intervaltraining. Eerst inlopen, daarna intervals – 7x 600m in 2.48, R: 200m – en uitlopen. Veel gewandeld en trappen gelopen de afgelopen vier dagen en dat merkte ik aan de kuiten tijdens het lopen, maar verder ging het wel vlot.

Vanmorgen gelezen in de krant: “Het was zo koud vandaag, dat ik een advocaat zag met de handen in zijn eigen zakken”.

Maandagvoormiddag: DL1 – 8 km – 0:49:00 (9,8 km/h – 6,13 min/km)

Woensdagavond: HL – 8,9 km – 0:52:15 (10,22 km/h – 5,87 min/km)

Geen spatje regen gevallen tijdens de training en enkele uren ervoor was het met bakken uit de hemel komen vallen. De eerste heuveltraining van dit jaar ging iets minder. Rustig inlopen en dan tweemaal het viaduct over in hogere versnelling – 1,5 km in 7:30 min, tempo 5:00 min/km. Op de terugweg daarbij nog eens wind op kop, stikkapot toen ik terug beneden was. De resterende 3,7 km rustig uitlopen – totaal 7,4 km aan 6,05 min/km. De voetpaden in het dorp liggen niet al te best, daarbij was het slalommen tussen – al dan niet omgevallen – vuilbakken en plassen, een echte hindernissenrace. Drie trainingsdagen al achter de rug deze week, dus trakteer ik mezelf vanavond een lekker Duveltje en morgen lassen we een rustdag in.

Onderstaande foto – uit de oude doos – toont hoe vijftig jaar (?) geleden de boeren hier het land bewerkten.

De waarheid: in Wachtebeke wordt het land nog steeds zo bewerkt. Deze foto heb ik twee weken geleden genomen vlakbij ons, op de akker recht tegenover ons huis.

Dinsdagavond: DL1 – 7,6 km – 0:47:45 (9,55 km/h – 6,28 min/km)

Maandagavond: IT – 8,8 km – 0:50:45 (10,4 km/h – 5,77 min/km)

De eerste trainingsdag van de week, dus intervaldag. Deze maal twee intervalreeksen – 200/400/800/400/200 aan tempo 57/200 R 100 – en tussen de reeksen 800 m recuperatie. Een pittige training, nog steeds in den donkeren maar de dagen zijn al duidelijk aan het lengen. Het was misschien ook de enige avond van de week dat ik zal droog blijven, afwachten maar, de voorspellingen zijn niet al te best.

Zaterdagnamiddag: DL1 – 14,2 km – 1:20:30 (10,58 km/h – 5,67 min/km)

Droog en warm – ca. 12°C – een ideaal loopweertje dus. Ook voor de talrijke mountainbikers blijkbaar want hun parcours kruistte verschillende malen het mijne zowel in Moerbeke als in Wachtebeke. Deze maal nog eens gelopen langs de Moervaart tot aan de suikerfabriek. Een rustig loopje afgewisseld met twee korte sprintreeksen, telkens 10x10 seconden vollen bak met 20 seconden recuperatie tussenin. De natuur is ook al helemaal van slag wegens de hoge temperaturen, want ik zag hier en daar fluitenkruid en boerenwormkruid in de bloei staan. Niet normaal voor deze tijd van het jaar.

Donderdagavond: DL1 - 7,6 km - 0:49:30 (9,21 km/h - 6,51 min/km)

Over de training valt er niet veel te vertellen, gelukkig droog en ondanks de wind op kop, de tweede helft exact dezelfde tijd gelopen als de eerste helft met wind in de rug - telkens 24.45 minuten.

Ik kreeg het “stokje” doorgestuurd van Carmen, Wim en Bewa. Vertel vijf dingen over jezelf die niemand weet. Welke vijf “geheimen” wil ik prijsgeven op mijn blog? Even nagedacht vooraleer ik tot het volgende kwam:
1. Meer dan drie decennia geleden speelde ik saxofoon. Door de studies heb ik dit moeten opgeven en het is er nooit meer van gekomen dit instrument terug te bespelen, waar ik soms toch wat spijt van heb.
2. Ik ben een redelijk goed schaker. Ik speelde met de club van het werk competitie in het Antwerps Arbeidersverbond. Ik was lid van twee clubs, Malpertuis Kieldrecht en de schaakclub Melsele, en in beide clubs ben ik ooit clubkampioen geweest. Er zijn twee mooie schaakprestaties waar ik met trots op terugkijk. Tijdens een simultaanwedstrijd in Viernheim, Duitsland in 1999 hield ik het 72 zetten uit tegen IGM (internationaal grootmeester) Vlastimil Hort, vooraleer ik na 5,5 uur in een pionneneindspel ten onder ging. In 1997 organiseerde ik zelf een vierdaagse schaakmeeting in Hotel Beveren waarbij 130 deelnemers uit 15 landen meededen. Op één van die dagen speelde het internationaal team op veertig borden tegen een ploeg bestaande uit de lokale schaakverenigingen van Beveren, Melsele en Kieldrecht. Daarmee haalden we zelf de regionale televisie en werd een tamelijk uitgebreid verslag inclusief interview met mij uitgezonden op “Kanaal 3”.
3. In januari 2000 ben ik met Greenpeace naar Bretagne getrokken waar we de olie van de stranden opgeruimd hebben, nadat de tanker Erika daar in een storm voor de kust in twee gebroken was. We waren met een kleine zestig Belgische vrijwilligers. Marktkramer, gepensioneerd militair, student, bioloog, arbeider, bediende en werkloze, uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel werkten daar zij aan zij om de smurrie van de stranden te halen, ontbeten samen of maakten een ketting om emmers rotzooi weg te brengen. Geen communautaire kwesties, geen taalproblemen, een voorbeeld hoe wij in België kunnen samenleven als we willen. Greenpeace verzorgt zijn PR goed, dus in ons zog de volledige Belgische (gesproken en geschreven) pers. Dus weer op televisie en een radio-interview met mij werd uitgezonden op Radio 1.
4. Tijdens een avondje-nachtje doorzakken een zevental jaar geleden, dronk ik veertien Duvels. De “Bob” die me begeleidde had de tel bijgehouden, daar hield ik me niet mee bezig. ’s Anderendaags natuurlijk een ferme kater. Tegenwoordig drink ik heel matig, maar wel regelmatig.
5. Zowel Fleur als ik dienden al slachtoffers van een hartstilstand te reanimeren – buiten het Rode Kruis welteverstaan. Mijn eerste reanimatie deed ik meer dan 10 jaar geleden in Zuid-Frankrijk in de bergen. Een wielertoerist begon over de baan te zwalpen en viel voor mijn auto neer. Hij blies in mijn armen zijn laatste adem uit. We zijn onmiddellijk de reanimatie begonnen in afwachting van de gealarmeerde ziekenwagen. Ik werd afgelost door twee passanten, een brandweerman en een verpleegkundige. Ondanks alle inspanningen kregen we het slachtoffer – vermoedelijk een hartaderbreuk – er niet door. Dit beeld blijft voor eeuwig in mijn geheugen gegrift. Dit was ook één van mijn motivaties om later lesgever reanimatie en EHBO te worden bij het Rode Kruis.

Ik weet niet wie ondertussen allemaal het stokje al gehad heeft, ik geef het hierbij door aan hardloopstarterke, runnergirl, Martin, Johan de kilometervreter en marathon-Wim.

Woensdagavond: IT – 10,4 km – 1:00:00 (10,4 km/h – 5,77 min/km)

Gisteren een rustdag, ik had ’s avonds trouwens toch geen fut om te lopen. Vandaag dan weer een intervaltraining – 3x(200/400/800/400/200 tempo 57/200 R 100) R 800. Het was zeker nog 9°C, warm voor deze tijd van het jaar. Er worden hier blijkbaar bijna dagelijks warmterecords gebroken. Het gevolg was dat ik ook heel wat afgezweet heb op dit uurtje. De eerste vijf minuten liep het wat stroef maar daarna kwam ik goed op gang en ben dan ook weeral tevreden over het resultaat.

Maandagavond: DL1 – 9,5 km – 1:00:00 (9,5 km/h – 6,32 min/km)

Zondagvoormiddag: WD – 11,2 km – 1:04:00 (10,5 km/h – 5,71 min/km)

Deze namiddag hadden we onze eerste wandeling dit jaar gepland maar het weer besliste er anders over. Zwaar bewolkt, koude wind met druilerige regen, goed genoeg om door te lopen maar niet ons weer voor een wandeling. Vandaag stond er een wisselende duurloop op het programma. Na het inlopen twee sessies van 500m/1000m/500m tempo 4.45 min/km, R: 500m, met tussenin de sessies 5 minuten recuperatie. Daarna rustig uitgelopen, douchen en middageten. Dit brengt mijn weektotaal voor deze eerste week van 2007 op 48,6 km in 6 trainingen, een mooi begin.
De rest van de dag blijven we lekker gezellig binnen, filmpje kijken, boek lezen, een relaxte zondag want morgen moet ik de eerste dag dit jaar weer gaan werken.

Het ontstaan van bier moet al erg lang geleden zijn geweest, toen de mensen voor het eerst graan oogsten en het opsloegen voor later gebruik. Doordat het graan gekookt werd en in water gistte, ontstond er een voedzaam en dorstlessend drankje. Men noemde het 'vloeibaar brood', omdat het zoveel naar graan smaakte.

De biercultuur vindt zijn oorsprong in het oude Mesopotamië, het Tweestromenland tussen Eufraat en Trigis. De eerste verwijzingen naar bier vinden we in de tijd van spijkerschrift en kleitabletten (Sumerische beschaving) van meer dan 6000 jaar oud. In het gebied waar de Sumeriërs leefden, wat nu Irak is, werd bier Sikaru genoemd. Er waren wel 20 soorten en werd gebruikt om aan goden te offeren, tempelbouwers te betalen en tegen ziekten. Het volgende spoor van de eerste bierbereidingen brengt ons naar Babylon, waar Koning Hammurabi 2000 jaar voor onze jaartelling bepalingen opstelde met betrekking tot het brouwen en het schenken van bier. In de tijd van het Babylonische rijk (wat het Sumerische opvolgde) kwamen de bewijzen van de sociale rol van bier. De oprichter van dit rijk stond in de wet van straf dat wanneer een brouwer zich niet aan wet hield, het bier was niet goed voor consumptie, hij verdronken kon worden in zijn eigen bier, een priester niet in het bierhuis mocht, anders hij de doodstraf kreeg. Een brouwer kreeg vrijstelling van de dienstplicht, maar hij moest het leger voorzien van bier. In deze tijd werd het bier op de volgende methode gebrouwen: gemoute granen (gerst, gierst) werden grof gemalen in meel en van dit geheel werd een soort brood gekneed en gebakken in de oven, waardoor het bewaard en vervoerd kon worden. Om het bier te krijgen, werd het brood verkruimeld in water. Dit is een troebel mengsel dat niet schuimt. (heel anders als wij nu kennen!).

Vrijdagochtend: DL1 – 4,4 km – 0:27:40 (9,54 km/h – 6,29 min/km)
Vrijdagnamiddag: DL2 – 4,4 km – 0:24:50 (10,67 km/h – 5,63 min/km)