Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
26-04-2021
Het interview met Omsk Van Togenbirger (Zesde deel)
Het
interview met Omsk Van Togenbirger (Zesde deel)
OVT:
Op het ogenblik dat je een steen werpt, ligt het al vast waar hij
terecht zal komen: het einde zit vervat in het begin. Dat komt
uiteraard doordat de steen zelf niets in de pap te brokken heeft met
betrekking tot zijn vlucht, die daarom louter een val is. Had de
steen vleugels, dan kon hij zijn vlucht nog sturen maar een steen kan
helemaal niets doen, hij is overgeleverd aan degene die hem werpt, de
werper is de enige die hem stuurt, de steen zelf ondergaat alles
volstrekt passief: hij valt. Begrijp je?
Jawel.
OVT:
Welnu, ons onderhevig zijn aan de tijd is gelijkaardig: de tijd gaat
in één richting, hij verloopt even rap voor iedereen, wij bevinden
ons allen in dezelfde tijd die gelijk een trein op weg is en niemand
is in staat om hem te laten stoppen. Niemand kan de tijd rapper of
trager doen gaan, niemand kan de tijd doen stilstaan, niemand kan een
stukje wegknippen uit de tijd of er een uur aan toevoegen. Wij zijn
onderhevig aan de tijd zoals de steen onderhevig is aan de val.
Precies zoals de steen zijn val niet kan sturen, kunnen ook wij
helemaal niets ondernemen met betrekking tot de tijd. De tijd is niet
de onze; wij zijn van de tijd. We zitten in de tijd gevangen. We zijn
gevangenen van de tijd. Wij belanden daar waar de tijd ons heen
brengt en niemand die daar wat kan aan verhelpen. Op die manier gaan
wij het einde tegemoet dat vastligt van bij het begin, net zoals de
plek waar de steen zal vallen. De tijd is zoals de steen en wij
zitten vast in die steen, ons lot wordt bepaald door dat van de steen
des tijds die op zijn beurt helemaal geen zeg heeft over zijn
bestemming.
Ik vind dat griezelig!
OVT:
Dat is het ook, mijn beste: het is in feite ondraaglijk voor een mens
om dit te moeten ondervinden. Wij kunnen er niet naast kijken dat wij
helemaal niets te zeggen hebben over ons eigenste lot en dat het
vastligt op de meest absurde manier. Uitgerekend om die reden geven
wij dan ook de vrije teugels aan de waanzin, de leugens en het
bedrog. Alleen met de fictie kunnen wij ons bestaan een beetje
draaglijker maken: wij hongeren naar dromen en naar leugens en wij
leven er echt van, ja, de sprookjes en de verzinsels zijn gewis onze
allerheiligste waarheden. Het bedrog is in feite een pijnstiller. En
herinner u nu wat wij eerder zegden: de pijn valt samen met het
bewustzijn en met de waarheid. Derhalve brengt de pijnstiller die het
bedrog is, ons in een droomtoestand, een roes, ver van de waarheid
vandaan.
Dat klinkt logisch, dat klinkt redelijk... Ik zei
bijna... dat klinkt Luciferiaans... Lucifer, zo vertelde je net, is
het meest redelijke schepsel en zijn tegenstrever, Jezus, is dan...
onredelijk!?
OVT:
De Jezusfiguur overstijgt de tweespalt van het redelijke en het
redeloze omdat hij helemaal niet rekent, hij is ook geen retor, de
retorica is de kunst van het liegen. Jezus spreekt in parabels of
gelijkenissen, argumenten kent hij niet omdat argumenten behoren tot
het instrumentarium van wie gehoor geven aan de wetten van de
strijd, van de natuur, begrijp je?
Niet zo goed, neen...
OVT:
Lucifer, het jodendom en ook alle andere religies met hun zonden,
schulden en straffen, de retorica, de wiskunde en de wijsbegeerte
met al haar telgen, incluis de Verlichting: zij zijn opstandelingen
die de allereerste wet verworpen hebben, die in feite helemaal geen
wet is, maar we drukken het nu wel zo uit: de wet van het vertrouwen
of de liefde. Lucifer denkt in termen van recht, maat en orde. Hij
verkoopt en koopt en betaalt en ontvangt een loon overeenkomstig
zijn prestaties. Jezus daarentegen betaalt aan de arbeider van het
elfde uur hetzelfde bedrag dat ook de arbeider van het eerste uur
ontvangt. Volgens het principe van de wraak moet de schuldenaar
worden beboet en de zondaar bestraft maar volgens dat van de liefde
kunnen schulden en zonden vergeven worden, uiteraard mits er berouw
over bestaat. De volgelingen van Lucifer bouwen voort op de natuur
waarvan de wetten deze zijn van een oog voor een oog en een tand
voor een tand en wetenschapslui of Luciferianen aanbidden de natuur
en leren die kennen... om hem op hun beurt te kunnen verschalken. Zo
geloven zij dat zij datgene tot buit kunnen maken wat in feite hun
leven draagt. Zij zagen de tak op waarop zij zitten, mijn
allerbeste! De koffie is niet warm meer, zal ik wat verse laten
zetten?
Voor mij niet, dank je...
OVT:
Je herinnert je beslist de Franse revolutie van 1789? Het opstandige
volk komt aan de macht, de leden van de clerus en de adel worden
allemaal onthoofd en er wordt een nieuwe kalender opgesteld: het
jaar 1 is niet langer dat van de geboorte van Jezus. In 1792 wordt
het koningschap afgeschaft en herbegint de tijdrekening. De maanden
krijgen nieuwe namen. Er is de instelling van lekenfeestnamen en
kerken worden omgedoopt tot wetstempels. Er komt een burgerlijke
liturgie en een heuse cultus van de Rede! Ja, de godsdienst wordt
verboden en in de plaats komt de dienst aan Lucifer, de drager van
de Rede!
Zo had ik het nog niet bekeken...
OVT:
Vandaag, mijn beste, maken wij precies hetzelfde mee. Corona is een
toverwoord dat de ganse wereldbevolking met angst verlamt.
Religieuze praktijken worden verboden voor de bestwil van het volk,
de doop wordt vervangen door de vaccinatie, de religie door de
wetenschap, het hiernamaals maakt plaats voor het hiernumaals en
ziekten komen in de plaats van zonden. De heilige hostie uit het tabernakel staat haar plaats af aan de pil van bij de apotheker, de
biechtvader is voortaan de huisarts, de nieuwe bijbel is de
encyclopedie, de televisie is de nieuwe preekstoel, de camera's zijn
de nieuwste kettingen, men vloekt nog slechts op straffe van
torenhoge boetes en zij vervangen de beloofde hellestraffen van
weleer, er is omerta of zwijgplicht bij hen die weten en
biechtplicht bij alle anderen die niet beseffen dat zij door de
belijdenis van hun zonden zichzelf beroven van hun diepste geheimen en
derhalve van hun eigen ziel. Het nieuwe machtsapparaat parasiteert
op de kennis en op de structuren van het oude, alleen de namen zijn
veranderd.
Dat lijkt mij allemaal wel steek te houden...
OVT:
De strijd die heden wordt gevoerd, is heel beslist een wereldoorlog,
mijn beste, en onze vijand is allerminst een virus! Het gaat hier om
een strijd tussen dezelfde machten die ook in de begintijd vochten
zoals Vondel het beschreef en zo weze het herhaald dat wij pas
kennis van het einde kunnen hebben als wij ook weten hoe het er aan
toe ging bij de start. Beseft men wel hoezeer de Rede de wereld in
haar wurggreep houdt? Merkt men het wel, hoe de huidige economie wat
schoon en waar en goed is, corrumpeert en vernietigt zonder
mededogen? Is men zich daar wel terdege van bewust hoe in de
stelsels die zich heel diep in de wereld hebben geworteld, dezelfde
Lucifer aan het werk is die ook in het begin der tijden de mens ten
val bracht? Als hij zijn werk voltooien kan, dan zullen wij niet
alleen het eeuwig leven moeten derven maar ook het leven zonder
meer. Er zullen dan alleen nog enerzijds de dode stof zijn, de
sterren in het ijskoude firmament en de planeten en anderzijds de
zuivere geesten die hun banen sturen. En uiteraard de zielen van wat
eens de mensen waren, in de hel.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
26 april 2021)
25-04-2021
Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vijfde deel)
Het
interview met Omsk Van Togenbirger (Vijfde deel)
OVT:
Dat het einde vervat zit in het begin, is een wijsheid die reeds
voorkomt in het apocriefe evangelie van de apostel Thomas, ook
genoemd 'de ongelovige Thomas'. Twee boeren vonden het nabij de
Egyptische stad Nag Hammadi in 1945.
Daar heb ik over gehoord, ja...
OVT:
In feite gaat het om een Griekse vertaling uit de vierde eeuw van een
oudere tekst waarvan reeds eerder fragmenten opdoken, maar dat is
voer voor kenners. Maar wat mij van belang lijkt, is dit: de
overtuiging groeit bij een aantal onderzoekers dat dit evangelie, dat
alleen bestaat uit opgetekende losse, raadselachtige uitspraken die
doen denken aan de zogenaamde 'koans' uit het Zen-Boeddhisme, behalve
het oudste ook het meest betrouwbare evangelie is. De vier
synoptische evangeliën zouden maaksels zijn van latere datum,
aanpassingen als het ware van de feiten aan de wensen van de kerk.
Macht corrumpeert...
OVT:
Inderdaad. Het Thomasevangelie verwerpt overigens het Oude Testament
en noemt Jezus ook nooit 'zoon van God' maar wel 'de Levende', 'de
Zoon van de Levende', 'het Licht' en 'het Al'. Het rijk Gods is
alleen weggelegd voor aseksuele enkelingen die verzaken aan de
wereld en het is er reeds, men moet het alleen zien!
Vreemd...
OVT:
Vind je? Welnu, in dat evangelie vragen Jezus' apostelen hem hun te
willen vertellen hoe het einde zal zijn. Zijn antwoord luidt als
volgt...
Omsk
Van Togenbirger spreekt nu de woorden van 'de Levende' traag, luid en
op een heel geprononceerde wijze uit:
OVT:
Hebben jullie het begin ontdekt, dat jullie zoeken naar het einde?
Want waar het begin is, daar zal het einde zijn. Gezegend hij die
staat in het begin, hij zal het einde kennen en de dood niet smaken.
Het klinkt belangrijk... maar wat betekent het?
OVT:
Het is een koan, mijn beste, en dat wil zeggen dat niemand de
betekenis ervan beter kan uitdrukken dan zoals dat gebeurd is in de
koan zelf. Je moet er dus over nadenken en misschien komt er een dag
waarop je ineens een licht opgaat zodat je zegt: nu snap ik het!
Je laat ons nu wel op onze honger zitten met de vraag
naar de toekomst. Op welke manier moeten wij dan eerst het begin
begrijpen teneinde het einde te kunnen kennen?
OVT:
Ken je de grote Nederlandse dramaturg Joost van den Vondel? In feite
is hij een Duitser, hij werd immers geboren in Keulen maar hij leefde
en werkte in Mokum...
Omsk
Van Togenbirger begint zowaar te zingen:
OVT:
Brand in Mokum! Brand in Mokum! Zie 't is ginder! Zie 't is
ginder! Brand, brand! Brand, brand! En daar is geen water! Die
canon ken je toch nog, mijn beste?
Jazeker...
OVT:
Maar dat er geen water zou zijn in Amsterdam dat menig literator
vergeleken heeft met de hel vanwege het water van de wallen die zich
naar verluidt concentrisch schikken zoals de hellekringen in de
Comedia van Dante Alighieri: wat een grap! Maar wat ik wilde
vertellen: Vondel schreef heel veel, de man werd eenennegentig. Een
van zijn toneelwerken heet 'Lucifer' en het handelt over het begin
dat meteen het einde in zich heeft. Ken je het stuk?
Lang geleden lazen we een fragment ervan op school...
OVT:
Sint-Thomas ken je toch? Ik bedoel niet de ongelovige, de apostel,
maar de grote middeleeuwse theoloog, Thomas van Aquino? Je kent toch
de Thomistische wijsbegeerte? In zijn Summa Theologiae wist
hij naast de neoplatonici ook Aristoteles voor zijn kar te spannen en
zelfs de grote Islamitische filosofen zoals Averroes en Avicenna?
Dat herinner ik me, ja...
OVT:
Thomas beschreef de schepping als een groot en strikt geordend geheel
waarin alles en iedereen zijn vaste stek en bestemming heeft...
Ja, inderdaad...
OVT:
Welnu, deze orde was er van bij het begin maar toen God de mens
schiep, oordeelde de burgemeester van het heelal, de engel Lucifer,
dat die orde grondig verstoord werd.
En waarom? Had de Schepper dan een fout gemaakt?
OVT:
Volgens Lucifer wel. Lucifer is namelijk de meest redelijke onder
alle schepselen en daaraan dankt hij ook zijn naam. 'Lucifer'
betekent: 'drager van het licht' of 'drager van het verstand'. Je
weet dat God zijn engelen gebood de mens te dienen? Welnu, voor
Lucifer was dat een stap te ver. De mens is immers deels stoffelijk
terwijl de engelen pure geesten zijn: de pure geesten horen boven de
half geestelijke, half stoffelijke mens te staan. Wat de Schepper
gebood, verstoorde de orde! Het was totaal onredelijk! En Lucifer
kwam in opstand. De rest van het verhaal ken je zeker en vast:
Lucifer met zijn volgelingen, zowat een derde deel der engelen, gaat
in de hemel een strijd aan met Michaël en zijn legerschare. Lucifer
verliest en tuimelt naar beneden in de hel waar hij nu nog altijd
zit. Om zich te wreken, heeft hij in de vorm van een slang Eva
verleid door haar ertoe te brengen te eten van de verboden vrucht en
op haar beurt laat zij ook Adam eten, wat de mens ten val brengt. De
mens wordt verjaagd uit het paradijs en zal voortaan een aards en
sterfelijk wezen zijn dat zijn brood eet in het zweet van zijn
aanschijn. Maar God heeft medelijden en belooft een Verlosser te
zullen zenden. Zijn Zoon neemt de zonden van de mens op zich en boet
ze uit aan het kruis waarna wie in Hem geloven, opnieuw toegang
krijgen tot het eeuwig leven.
Wanneer je dat zo vertelt, Omsk Van Togenbirger...
bespeur ik terecht een verband tussen Lucifer en de grote kerkleraar
Thomas van Aquino?
Zeer terecht, mijn beste! Dat heb je trouwens goed
gezien! De grote Russische schrijver Fjodor Michajlovitsj
Dostojevski merkte het ook al op. In De grootinquisiteur van
Sevilla, een raamvertelling in zijn beroemde roman De
Gebroeders Karamazov, laat hij de kerkvorst kleur bekennen: ons
geheim is dat wij aan de kant staan van de duivel, zo verklaart daar
de vertegenwoordiger van de paus.
Een ware mythologie!
OVT:
Zeg dat wel, alleen gaat het hier niet om mythen maar om waarachtige
feiten.
Hoezo!?
Pausen,
mijn beste, zijn geen mythologische figuren maar politici van vlees
en bloed, wereldlijke machthebbers die te beslissen hebben over het
leven en de dood van tallozen. Zij tooien zichzelf met mijter en staf
en dure gewaden en zij marcheren niet wanneer zij zich verplaatsen
maar zij schrijden en als zij op draagstoelen liggen, glijden
zij voorbij; zij spreken Latijn in een door gewone mensen volstrekt
onverstaanbaar jargon en dat alles doen zij om de bedrieglijke indruk
te wekken dat zijzelf geen mensen zijn doch engelen of dan toch
semi-engelen. Na hun dood verklaren zij, zoals onderling afgesproken,
elkander zalig.
Geven zij niet het voorbeeld aan de mensen?
OVT:
Over hen kan niemand zeggen dat ze, zoals Jezus die zij hier zeggen
na te volgen en te vertegenwoordigen, geen steen hebben om daarop het
hoofd te laten rusten: zij slapen in ebbenhouten ledikanten met
zijden baldakijnen tussen kunstwerken waarvan de waarde niet kan
uitgedrukt worden in tonnen goud en hun corpulentie verraadt een
leven van alles behalve onthouding en vasten. De Vaticaanse en hoog
ommuurde luxe waarin zij hun ondermaans bestaan doorbrengen, grenst
aan het fabuleuze. Ja, het lijkt erop dat zij hun hemel hier al
zullen hebben gehad en zo behoren zij waarschijnlijk tot degenen die
hun loon al hebben ontvangen.
Maar er is godsdienstvrijheid! Niemand hoeft dat toch
te geloven?!
OVT:
De christelijke beschaving breidde zich in luttele eeuwen over zowat
de ganse aardbol uit: die sprookjes waren voor het grootste deel van
de wereldbevolking altijd bittere ernst.
Je denkt dus dat er, zoals voorspeld in het
christendom, een apocalyps komt?
OVT:
Helemaal niet! De apocalyps is van alle tijden, zoals ook het rijk
Gods en de hel: het is, zoals door de ongelovige Thomas wellicht
heel correct genoteerd, allemaal hier en nu aanwezig. Je ziet toch
dat de tijden de gestalte hebben van een spiraal? Het geheim van het
leven, het DNA, zit in een dubbele helix maar de tijden vormen zich
in een spiraal, en wel van buiten naar binnen, naar de kern toe.
Wat wil je daarmee zeggen?
OVT:
Als wij een voorstelling maken van de tijd, doen wij dat met een
lijn, een tijdlijn, nietwaar?
Ja...
OVT:
Maar zo loopt de tijd niet, mijn beste. Sommigen zeggen dat de
toekomst steeds het nieuwe en het onverwachte brengt en dat alles
doorgaat, vandaar de lijn; in de religies van het Boek gaat zij zelfs
van een beginpunt naar een eindpunt toe, een lijnstuk dus, al moet
gezegd dat na het eindpunt voor de mens de eeuwigheid begint. Anderen
geloven dat alles zich herhaalt. Maar geen van de twee opvattingen
strookt met de werkelijkheid: wij moeten kijken naar de banen der
planeten om te verstaan hoe ook de tijd zich door de nacht ontrolt:
de tijd valt, precies zoals de massa's vallen. De maan valt
naar de aarde toe, de aarde naar de zon, vandaar de schijnbare
cirkelgang, die in wezen een spiraal is. Twee spiralen eigenlijk, van
de beide massa's, naar elkaar toe. Een oneindig aantal spiralen, alle
massa's in de kosmos in beschouwing genomen. En zo ook loopt de tijd:
hij lijkt alles te herhalen maar niets keert op exact dezelfde manier
terug; wij gaan altijd een beetje dieper, gestaag maar zonder weerga,
met in het vooruitzicht niets anders dan de eeuwigdurende
verstarring. Ken je Das Lied von der Erde? De tekst is in
feite oorspronkelijk in het Chinees en de dichter heet Li Tai Po.
Gustav Mahler heeft het op toon gezet. Ken je het, mijn beste?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
25 april 2021)
24-04-2021
Het interview met Omsk Van Togenbirger (Vierde deel)
Het
interview met Omsk Van Togenbirger (Vierde deel)
Na
een hoestbui die enkele lange en bange minuten aanhoudt, neemt Omsk
Van Togenbirger een slok van het glas water dat de dame die eerder
ook voor de koffie heeft gezorgd, hem is komen brengen van zodra zij
kennelijk gealarmeerd was door het luidruchtige voorval en hij zet
zijn betoog verder met een ietwat schorre stem:
OVT:
Ik zal mij zo dadelijk nader uitdrukken maar er schiet mij nu iets te
binnen dat ik zopas nog las, het illustreert de leugenachtigheden en
het echt groteske bedrog waaraan wij geslachtofferd worden in dit
niets en niemand meer ontziende tijdperk van het gouden kalf... Het
gaat over de manier waarop plegers van genocide hun vel alsnog weten
te redden wanneer zij op heterdaad betrapt worden... Misschien heb je
er ook over gehoord, het zogenaamde nepnieuws over een mentor van de
Franse presidenten, een woordvoerder van het World Economic
Forum...
Je bedoelt Jacques Attali?
OVT:
Ik wil geen namen noemen, inderdaad. De zaak is alleen dat zekere
nieuwssites die terecht bekend staan als nep en die er inderdaad
nogal eens met de grove borstel door gaan, de man in kwestie foutief
citeerden uit een boek van hem dat veertig jaar geleden is
verschenen. Attali zou geschreven hebben dat wereldleiders het plan
hebben opgevat om alle economisch onproductieven te gaan euthanaseren
en hij wordt dus 'geciteerd' waar hij het heeft over de mensen met
pensioen, de zieken, de werklozen, kortom al degenen die alleen maar
geld kosten aan de maatschappij: beter korte metten maken dan alles
maar laten aanmodderen, zo ongeveer worden de woorden hem in de mond
gelegd...
En klopt het ook?
OVT:
Wel, de econoom heeft tegen wie hem al dan niet foutief citeerden,
een proces aangespannen en hij heeft het ook gewonnen. De rechter
oordeelt namelijk dat de econoom de mensen alleen maar gewaarschuwd
heeft dat in een samenleving waarvan de ultieme maatstaven economisch
van aard zijn, de euthanasie van de onproductieven die ons alleen
maar geld kosten, als oplossing uit de bus zal komen. (1)
De rechter heeft dan toch gelijk?
OVT:
Zie je dan echt niet op welke manier er gelogen wordt?
Niet echt...
OVT:
De econoom in kwestie is een vooraanstaande figuur van het World
Economic Forum, mijn beste: wanneer hij het heeft over euthanasie
om economische redenen op de onproductieve massa, dan spreekt hij
helemaal niet over een bizarre fascistische economie op de maan of op
Mars maar over uitgerekend onze eigenste wereldeconomie die hij
persoonlijk voorzit in Davos, samen met een congregatie van
gelijkgezinden. Het gaat met andere woorden om het verhaal van de
boze wolf en de zeven geitjes, alleen is het zo dat de rechter de
wolf vrijpleit omdat hij oordeelt dat de boze wolf de geitjes
gewaarschuwd heeft voor boze wolven.
Vreemd...
OVT:
Ik wil slechts zeggen: de hardnekkigheid waarmee gelogen en bedrogen
wordt, lijkt nu wel grenzeloos. De arrogantie en de onbeschaamdheid
van de criminelen die ons met de huidige wereld hebben opgezadeld
overtreft in hoge mate wat figuren zoals Nero en Hitler presteerden,
begrijp je?
Misschien is daar wel iets van...
OVT:
Maar je bent hier om mij te vragen wat er in mijn glazen bol te lezen
staat, nietwaar?
Dat raad je goed, Omsk Van Togenbirger.
OVT:
Ja, maar om het einde van de wereld te kunnen kennen, moet je eerst
het begin begrijpen, zie je? Het einde zit vervat in het begin en het
begin in het einde, ken je dat chiasme?
Het interview met Omsk Van Togenbirger (Derde deel)
Het
interview met Omsk Van Togenbirger. (Derde deel)
OVT:
Begrijp mij nu niet verkeerd, zo verbreekt Omsk de stilte: niemand
beweert dat kennis een illusie is. Wel is het zo dat kennis die niet
in betrekking staat tot de werkelijkheid, helemaal geen kennis is.
Als men eerst afspreekt wat getallen zijn en wat bewerkingen op die
getallen zijn, dan doet men eigenlijk niets anders dan spelregels
vastleggen en het spel dat men dan speelt wanneer men aan het rekenen
gaat, kan best leuk zijn maar over de werkelijkheid buiten het spel
zelf, wordt helemaal niets gezegd of gekend. Wel is het soms mogelijk
om een spel met de werkelijkheid te verbinden en dan lijkt het alsof
men orde in de dingen brengt maar dat blijft allemaal heel relatief.
Het aanbrengen van orde is tenslotte niets anders dan het
vereenvoudigen van zaken die op zich chaotisch zijn: men verandert de
dingen om ze te kunnen inpassen in vaste begrippen zoals men kleren
opvouwt om ze in een kast te kunnen leggen. Maar zoals men zich met
die kleren pas terug kan aankleden als men ze eerst weer ontvouwt, zo
ook verandert onze ordening de dingen in die mate dat men er
eigenlijk nog weinig kan mee aanvangen.
Als ik het goed begrijp, zijn er dus twee werelden
die eigenlijk onderling onverenigbaar zijn: enerzijds de
werkelijkheid buiten ons en anderzijds... wat wij er binnen in
onszelf over denken?
OVT:
Ha, dat is natuurlijk een bijzondere valstrik! Lang heeft men dat
volgehouden, die opvatting over de twee werelden: stof en geest,
lichaam en ziel, aarde en hemel, zelfs de tweedeling van goed en
kwaad had er mee te maken!
Er zijn geen twee werelden?
OVT:
Welnee, beslist niet! Hoe zou dat nu het geval kunnen zijn?
Is er dan één wereld?
OVT:
Dat is wat sommigen beweren, ja. Er zijn er die zeggen dat alles stof
is, materie en energie, en onze gedachten zouden dan afscheidingen
zijn van onze hersenen. Anderen beweren dat alles geest is: de
materiële wereld bestaat vooral in onze geest maar of hij ook op
zichzelf bestaat, valt nog te bezien. En als wij geloven dat hij wel
moet bestaan buiten ons, bijvoorbeeld om het mogelijk te maken dat
wij allen dezelfde buitenwereld beleven, dan is het de heilige geest
die daarvoor borg staat. Zowel de ene als de andere opvatting is
verdedigbaar, zij het met een beperkte houdbaarheid. Maar alleen al
het feit dat twee tegengestelde uitgangspunten voor mogelijk gehouden
worden, ondermijnt hun geloofwaardigheid. We zitten daar duidelijk in
een doodlopend straatje.
En wat is dan wel het geval?
OVT:
Het hemd is nader dan de rok: die vaststelling moet ons uitgangspunt
wezen. Wij moeten datgene als waarheid erkennen wat wij onmogelijk
kunnen ontkennen, datgene wat noodzakelijk waar is, wat niet onwaar
kan zijn.
En dat is?
OVT:
Dat weet je zelf goed genoeg en wel uit eigen ondervinding. Wat is
het meest nader aan uzelf? Het hemd is nader dan de rok maar wat is
nog nader dan het hemd?
Het lijf.
OVT:
Precies, maar wat dan aan het lijf kan men onmogelijk negeren?
De pijn.
OVT:
Zie je wel dat je het weet. Niemand is in staat om te ontkennen dat
hij pijn heeft als hij die heeft. Maar wat betekent dat?
Geen idee.
OVT:
Het wil uiteraard zeggen dat niemand in staat is om zijn eigen
bestaan te ontkennen.
Dat is niet makkelijk om te vatten...
OVT:
Denk dan aan het volgende: waarom grijpen sommigen naar euthanasie
wanneer hun einde nadert en het lijden zich aankondigt?
Ze willen dat het lijden ophoudt?
OVT:
Ja, maar hoe willen ze dat doel bereiken?
Door zichzelf van het leven te beroven of te laten
beroven...
OVT:
Zij geloven dat het lijden zal ophouden van zodra zij zelf ook
ophouden met bestaan, begrijp je?
Lijkt me logisch, ja.
OVT:
Het probleem is wel dat niemand met zekerheid kan weten of hij of zij
inderdaad ophoudt met bestaan op het ogenblik dat hij ophoudt met
leven.
Dat lijkt moeilijk te bevatten...
OVT:
Zeker, maar is het ook moeilijk te bevatten dat de zekerheid
ontbreekt over het feit of men wel ophoudt met bestaan van zodra men
ophoudt met leven?
Als men ervan uitgaat dat het leven de
mogelijkheidsvoorwaarde is voor het bestaan, dan is het ook logisch
dat men ophoudt met bestaan van zodra men niet langer leeft.
OVT:
Daar zeg je het, mijn beste: als, als, als... je ervan uitgaat dat!
Maar dat is één uitgangspunt en wie zegt dat dit de waarheid is?
Kun je dat weten of kun je het alleen geloven?
Je kunt dat alleen maar geloven, zo lijkt het mij.
OVT:
Inderdaad: wie zich euthanaseren of zelfmoorden, die hopen dat
ze er na die daad niet meer zijn. De kwestie is nu of die hoop
volstaat om te bewerken dat men er dan inderdaad niet langer is! Is
het met andere woorden voldoende om iets te hopen opdat het ook nog
waar zou zijn?
Beslist niet.
OVT:
Welaan dan: dit misverstand moge nu alvast opgeruimd zijn. Het hemd
is nader dan de rok, het lijf is nader dan het hemd, maar tevens
geldt dan ook dat het bestaan nader is dan het leven, nietwaar?
Ik weet niet zeker of ik het wel helemaal begrijp...
OVT:
Je veronderstelt dat je bestaat bij de gratie van het leven maar
zeker weten doe je dat niet: je veronderstelt dat op grond van een
zekere opvatting over het leven terwijl je niet weet of die opvatting
ook nog de waarheid is.
Ik zie niet hoe ik dat zou kunnen tegenspreken...
OVT:
Maar voel je dan niet dat de ervaring dat je bestaat, nader is dan de
ervaring dat je leeft?
Ik begrijp niet wat je bedoelt...
OVT:
Voel je niet dat het gevoel dat je bestaat en dat je uitdrukt door te
zeggen: Ik ben, directer is of dichter bij jezelf staat dan de
opvatting dat je leeft en dat je er bent omdat je leeft?
Wel...
OVT:
Is het niet uitgerekend in de pijn dat je jezelf bent, dat je niet
meer kan negeren dat je bestaat? Val je niet samen met je pijn, als
je pijn hebt? En is het niet uitgerekend dat wat pijn zo erg maakt?
Je kan de pijn niet vluchten omdat je die zelf bent, als je die hebt.
Ja...
OVT:
De pijn is de kennis die in betrekking staat tot de werkelijkheid. De
pijn is de kennis van de werkelijkheid. De pijn is de ware kennis. De
waarheid is dat de ware werkelijkheid samenvalt met de pijn én met
je eigenste bestaan. Je kunt jezelf niet bevrijden van je pijn omdat
je ermee samenvalt en pas als je pijn hebt, kun je niet meer
betwijfelen dat je bestaat. De pijn wordt noodzakelijk ervaren door
het ik en alleen daar is elke twijfel aan het feit of dit waar
is, uitgesloten. Je twijfelt slechts op straffe van nog meer pijn en
dat wil je niet, dus ben je op dat punt heel zeker. Volg je nog?
Maar dan worden wij gedwongen om met de werkelijkheid
in betrekking te staan?
OVT:
De pijn dwingt ons daartoe. En dat is een goede zaak.
Waarom?
OVT:
Anders bleven wij in een droom gevangen zitten.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
23 april 2021)
17-04-2021
Het interview met Omsk Van Togenbirger (Tweede deel)
Het
interview met Omsk Van Togenbirger. (Tweede deel)
Plotseling
valt een schaduw in de kamer binnen en staat daar kennelijk op haar
kousenvoeten een nogal corpulente vrouw van middelbare leeftijd en in
witte schort in het deurgat:
Kan ik jullie iets te drinken brengen?
Wat aardig, antwoordt van Togenbirger, en dan wendt hij
zich tot mij: best aardige mensen hier. Wil jij ook koffie? Als je zo
goed wilt zijn ons een kannetje te brengen, zuster?
Geen
minuut later rijdt zij een karretje op wieltjes naar binnen, kant en
klaar gedekt met kopjes, suiker, melk en geurige koffie, ook de
koekjes ontbreken niet.
Dankjewel!
OVT:
Ja, dankjewel! Waar waren we gebleven?
Je stelde mij de vraag om je in alle eerlijkheid te
vertellen of ik weet waar je bent.
OVT:
Inderdaad, en weet je het?
Ik heb geen flauw idee, zei ik.
Daarop
nijgt Omsk Van Togenbirger zich voorover, stoot bijna de kan koffie
om en fluistert: ik zal het je verklappen maar zeg mij eerst eens:
waaraan dacht je toen je hierheen gebracht werd?
Eerlijk gezegd... het is een beetje akelig om zeggen
maar... ik dacht aan de Griekse mythologie...
OVT:
Je bedoelt Hades!
Eigenlijk wel, ja, inderdaad, ik dacht: dit is de
Styx, dit zijn Charon en de hellehond Cerberus en nu belanden wij in
de onderwereld...
OVT:
Wel, ik zal het je vertellen, mijn beste: ik bevind me hier exact in
het gebied waarin het 'malin génie', de boze geest van René
Descartes heerst, het gebied tussen droom en werkelijkheid! Je
herinnert je dat toch nog, neem ik aan?
Misschien wel, als je mij eventjes helpt om het
geheugen op te frissen...
OVT:
Rudolf Boehm had het erover in zijn Kritik
der Grundlagen des Zeitalters.
De grote Franse filosoof René Descartes ontdekt een gigantisch
geheim, hij komt namelijk tot de vaststelling dat wiskundige
waarheden zodanig waar zijn, dat ze zelfs gelden in de droom en dus
in de onwerkelijkheid. Immers, ook in de droom is twee plus twee vier
en tellen vierkanten vier zijden; ook in de droom is de som van de
hoeken van een driehoek altijd honderdtachtig graden; ook in de droom
is de kortste afstand tussen twee punten, een rechte. En Descartes
weet wat dit betekent: de wiskundige waarheden en de zogenaamd zuiver
theoretische of goddelijke kennis in het algemeen trekken zich
kennelijk helemaal niks aan van het onderscheid tussen werkelijkheid
en droom! Het kan de allerhoogste kennis klaarblijkelijk helemaal
niet schelen of de zaken waar zij het over heeft wel echt bestaan! En
dat, mijn beste, en luister nu goed: dat wil zeggen dat de
allerhoogste kennis het niet aan haar hart laat komen of zij al dan
niet betrekking heeft op de werkelijkheid; zij is er helemaal niet
mee verbonden, precies zoals de retorica, die daarom
de kunst is van het liegen, zoals al bleek uit de colleges van Michel
Foucault over het vrijmoedige spreken of de parrhêsia.
De kunst van de retorica, de wiskunde, de Euclidische meetkunde, de
wijsbegeerte, kortom al datgene wat wij houden voor de abstracte,
verheven, goddelijke kennis is in wezen onwaarachtig: het slaat
allemaal op niets! Die zogenaamde wetenschap is zonder meer waanzin!
Wel, in dat gebied van de waanzin bevinden wij ons hier ter plekke,
in dit... instituut!
Wat vreemd!
OVT:
Dit bastion is het bastion van de kennis, mijn allerbeste! En in het
bastion van de kennis worden degenen gehuisvest die de kennis dragen.
Meteen zijn zij om de door René Descartes ontdekte redenen de
dragers van de waanzin en de leugen. En zij worden hier heel goed
verzorgd, zoals je zelf kunt zien: wil je nog wat koffie?
Dank je...
OVT:
De dragers van de waanzin worden hier heel goed verzorgd, zoals ik
zei, en de reden daarvoor spreekt voor zich: zonder de waanzin is de
werkelijkheid ondraaglijk.
Is dat zo?
OVT:
Wel, overdenk maar eens de woorden van de grootinquisiteur van
Sevilla in de parabel van Fjodor Michajlovitsj Dostojevski. De paus
is wereldheerser in Gods naam maar staat aan de kant van de duivel.
Dat is inderdaad de uitleg van de grootinquisiteur:
de kerk beliegt de mensen voor hun eigen bestwil.
OVT:
De grote geleerden geloven inderdaad dat zonder de waanzin, de
werkelijkheid ondraaglijk is. Maar uiteraard hebben wij het nooit
over waanzin: wij spreken over kennis alsof er geen vuiltje aan de
lucht was! Wij hebben het over de waarheid, ook al weten wij heel
goed dat de waarheid gelogen wordt, zie je? De werkelijkheid is
dermate ondraaglijk dat wij niet anders kunnen dan liegen dat wij
zwart zien. Wij worden geboren en wij gaan weer dood, maar wij zweren
bij alles wat ons lief is dat wij niet sterven doch verrijzen naar
het eeuwig leven en om die waarheid te kunnen grondvesten, bouwen wij
ingewikkelde filosofieën, theologieën, gigantische hoofdstukken die
samen een heilsleer vormen... Gigantische leugens! Begrijp je?
Misschien een heel klein beetje...
OVT:
Uiteraard is het geloof in tussentijd in duigen gevallen, leugens
hebben nu eenmaal een beperkte houdbaarheid, ook al worden zij
gedragen door een heel leger aan geniale kardinalen. Maar kijk: de
kerk is nog niet kopje onder of zij heeft reeds een remplaçant. Wat
zeg ik? Een opvolgster! De heilige wetenschap! Neen, wij laten ons
niet meer dopen, velen laten zich in deze tijden zelfs ont-dopen! Wij
laten ons nu vaccineren, wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt.
Omsk
Van Togenbirger neemt een koekje uit het tinnen schaaltje op het
karretje, hij doopt het in zijn hete koffie, er breekt een stuk af en
het tuimelt in de zwarte drank. Hij neemt zijn lepeltje en doet een
poging om het stukje koek op te vissen maar het is te laat: de
structuur van de speculaas heeft het begeven, er rest alleen nog
gruis. De oude man roert het gruis onder de koffie en slurpt dan
ongestoord luidruchtig van zijn kopje. Wanneer hij het kopje
neergeplaatst heeft in het schaaltje, zucht hij diep, zoals mensen
doen na het leveren van een zware inspanning. Mijn zijn betoog heeft
er kennelijk niet van te lijden.
OVT:
Welkom in het gemeentelijke vaccinatiecentrum!, zo
klinkt de indrukwekkende uitnodiging van hogerhand, op grote borden
in zeven haasten in elkaar getimmerd op het dorpsplein voor de kerk.
Inderdaad, de kerkgebouwen van weleer werden omgedoopt tot
vaccinatiecentra. Nu het hiernamaals plaats gemaakt heeft voor het
hiernumaals, heeft het doopsel waarbij met de duivel uit de ziel het
kwaad verdreven werd waarmee elkeen geboren wordt, plaatsgemaakt voor
de vaccinatie: het exorcisme van het virus uit het lijf. Want ook het
woord 'virus' betekent 'duivel', het is namelijk het Latijnse woord
voor 'gif' ofwel 'ziekteverwekker'.
Ik moet bekennen dat ik het allemaal niet zo goed kan
vatten...
OVT:
Kijk, mijn beste: ik zal een poging doen om het je uit te leggen.
Getallen zijn in feite schimmen, evenals meetkundige figuren en al
die andere ideeën die de hoofden vullen van dat soort van mensen die
hoeden dragen om hun schedelomvang nog wat groter te doen lijken en
aldus nog meer te kunnen imponeren met hun leugens. Inzake algebra,
meetkunde, wijsbegeerte en wetenschappen spreken wij over zuivere
ideeën weliswaar maar in wezen gaat het om zaken die helemaal geen
stek hebben in de echte wereld en om die reden moeten wij belijden
dat zij zich bevinden in de schimmenwereld of de Hades.
Is dat dan zo?
OVT:
Ongetwijfeld! Denkers, filosofen, theologen, wetenschappers, zij die
de welsprekendheid beoefenen en nog vele andere zogenaamde
waarheidszoekers en geleerden: zij zijn allen lieden die zich inlaten
met niets dan schimmen en zo onttrekken zij tenslotte ook zichzelf
aan het werkelijke leven, ja, worden zij zelf schimmen; zij bevolken
het bastion van de wetenschappen en van al die andere telgen van de
wijsbegeerte; het bastion van de kennis dat het bastion is van de
waanzin, de wereld van de mistigheid, de duisternis, de schemering,
de nevelen, het ongrijpbare en het transparante: Hades!
Hij
wijst in de richting van een raampje dat ik nu voor het eerst opmerk
en dat uitgeeft op de donkere wal die het gebouw helemaal in haar
greep houdt.
OVT:
Het water waar wij ons nu middenin bevinden, in dit eigenste
esbattement, drukt deze toestand tussen werkelijkheid en
onwerkelijkheid bijzonder goed uit want water is tegelijk echt
stoffelijk en ongrijpbaar; wij kunnen het niet grijpen maar het water
zelf kan ons wel grijpen, terwijl het tegelijk de bron is van het
leven, precies zoals de ijle droom, waaruit nochtans alles
voortspruit dat een tastbare gestalte heeft gekregen. En het is die
gestalte die nog van de droom getuigt en van het schimmige van de
stof, het dodenrijk. Elke stof immers heeft een vorm en de vorm is
het geestelijke dat vastzit aan de stof en er toch los van is; de
vorm is het ongrijpbare aan de stoffelijke dingen, datgene wat zich
voortplant als het stoffelijke waarop het vastzit, zelf vergaat. Het
schimmige, begrijp je, is tegelijk het blijvende, dat wat helemaal
niet onderhevig is aan de tand des tijds! Uitgerekend om die reden en
om geen andere zijn het schimmen die het dodenrijk bevolken: alleen
zij ontsnappen aan het lot dat al het vermeend werkelijke is
beschoren!
Vreemd, wat je allemaal zegt...
OVT:
Zie je: als de woorden die ik tot je spreek, nu worden
neergeschreven, dan zijn dat tekens en tekens zijn onstoffelijke
dingen die om zich te manifesteren ongeacht welke materie te baat
kunnen nemen: inkt, krijt, lichtpixels, welbepaalde klanken, noem
maar op. Tekens zijn schimmen maar het bestaan van schimmen is
standvastiger en duurzamer dan dat van de stof waarop de tekens
parasiteren. Daarom staat de stoffelijke wereld helemaal ten dienste
van het bastion van de waanzin dat de wereld draaglijk maakt, precies
zoals de duisternis het licht draaglijk maakt omdat zij het dempt.
Begrijp je? De wereld staat ten dienste van het dodenrijk omdat het
uitgerekend de schimmen zijn die de wereld leefbaar maken. Het leven
en de dood: alle kinderen in de ganse grote kosmos ontspringen aan de
liefde van dit niet te temmen koppel. Begrijp je dat, mijn
allerbeste? En wil je nog een kopje koffie? En begrijp je nu ook dat
de koffie een kopje behoeft zoals het ijle en voorbijgaande,
stoffelijke leven nood heeft aan de standvastigheid van het
dodenrijk?
Ik
begrijp het niet maar ik knik gedwee omdat ik geloof te begrijpen dat
dit de zuiverste waanzin is die men maar kan bedenken. Ik geloof dat
ik begrijp dat zij past in de kennis zoals de koffie in het kopje en
zoals de vorm van het kopje in de steen waaruit het bestaat. En als
ik mij afvraag of het nu de vorm is van het kopje die de koffie
draagt ofwel de steen, herinner ik mij Plato die Socrates aan iemand
de vraag laat stellen of het dan het hoofd is dat ervoor zorgt dat de
ene een kop groter is dan de andere, ofwel de benen.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
17 april 2021)
16-04-2021
Het interview met Omsk Van Togenbirger (Eerste deel)
Het
interview met Omsk Van Togenbirger (Eerste deel)
Uiteindelijk
is het ons gelukt om een bezoek met hem te regelen. Over de details
kan hier verder niet veel worden gezegd. De plek waar de heer Van
Togenbirger zich bevindt, is afgelegen, geen mens zou er geraken
zonder een gedetailleerd plan. Onze gesprekspartner logeert in wat
men een instituut zou kunnen noemen. Het gaat om een niet al te groot
doch tamelijk indrukwekkend bouwwerk, vermoedelijk daterend uit het
begin van de vorige eeuw. Het geheel doet een beetje denken aan een
kasteel, vooral vanwege de wal er rond: het gebouw staat in het
water. Er is een ophaalbrug maar op het ogenblik van onze aankomst is
deze buiten gebruik zodat we moeten overvaren. Het is avond en al
donker en koud en het water doet mij een beetje denken aan de
beschrijvingen van de Styx uit de Griekse mythologie maar dat heeft
dan vooral te maken met de veerman die immers vergezeld is van een
grote, zwarte hond. Ik wacht mij er overigens van om daar een
toespeling op te maken omdat de man in kwestie niet bijzonder
vriendelijk overkomt en nog minder vriendelijk is de hond: hij gromt
wanneer ik in het bootje stap, waarop de veerman mompelt dat hij
totaal ongevaarlijk is, wat, zoals iedereen weet, alle bazen zeggen
over hun geliefde monsters. Het bootje vaart door een open poort het
kasteel naar binnen tot in een kleine ruimte die net genoeg verlicht
is om daar zonder ongelukken aan te kunnen meren. De veerman helpt
mij uit de boot en mompelt andermaal waaruit ik begrijp dat hij wacht
op een fooi maar omdat ik dit scenario helemaal niet voorzien heb en
slechts beschik over mijn betaalkaartje, moet ik hem teleurstellen.
Een bediende wacht mij al op bij een nu hel verlicht portiek en wij
komen in een gang terecht waarvan een zijdeur uitgeeft op een klein
wachtzaaltje dat slechts wat klaarte vangt door de openstaande deur
vanuit de gang. Na ruim een half uur hoor ik naderende voetstappen,
niet van schoenen maar van sloffen en ik heb helemaal niet verwacht
dat de sukkelachtige gang die ik uit de geluiden wel moet afleiden,
deze van Omsk Van Togenbirger is. De verschijning in de deuropening
grijpt mij naar de keel: Omsk is niet meer van de jongsten en het is
niet bepaald lang geleden dat we elkaar nog gesproken hebben maar
indien het niet de man was op wie ik wacht, dan zou ik Omsk Van
Togenbirger helemaal niet meer hebben herkend in de fragiele,
ineengedoken schaduw die zich nu bewegingsloos aftekent tegen het
licht in de gang. Anders dan gewoonlijk wordt de aanvang van ons
weerzien vergezeld van een kennelijk wederzijdse emotie die zich
verraadt in zijn stem maar die binnen de paar seconden plaatsmaakt
voor nuchterheid en rede. Van Togenbirger neemt plaats op de bank
tegenover mij en op het ogenblik dat hij teken doet naar mij dat ik
mijn mondmasker mag afdoen, merk ik dat hijzelf er helemaal geen
draagt, al kan ik in deze halve duisternis van zijn gezicht
nauwelijks meer zien dan de contouren. Hij maakt geen aanstalten om
een licht op te steken en ten slotte werkt licht alleen maar storend
als aandachtig luisteren de boodschap is. En dat moet ik doen, nu ik
ineens voel dat dit misschien wel ons allerlaatste gesprek kon zijn,
dat tevens een gesprek zal worden over het einde van de wereld.
Dit lijkt wel het einde van de wereld waar u bent
beland, mijn beste Omsk Van Togenbirger, zo probeer ik geheel
onhandig en fout het gesprek op gang te brengen maar het is eruit
voor ik goed en wel besef wat ik gezegd heb. Hij antwoordt niet
meteen doch knikt een hele poos nadenkend en zijn zwakke stem maakt
andermaal dat ik met hem te doen heb:
OVT:
Het einde van de wereld, ja, zo kun je het wel stellen. Weet je hoe
ik hier terecht gekomen ben?
Euh... neen...
OVT:
Met een vloot! Reusachtige zeilschepen! En middenin de nacht! Ik weet
heus niet, mijn beste, hoe deze plek er van buiten uit gezien
uitziet, ik ken alleen de binnenkant... voor zover ik de binnenkant
ken, natuurlijk. Ziet u?
Zeker, zeker... Verblijven hier veel... mensen?
Het
scheelde niet veel of ik had 'patiënten' gezegd en ik vermoed dat
Van Togenbirger dit niet op prijs zou stellen.
OVT:
De bediening is hier redelijk maar men merkt wel dat het er allemaal
niet heel veel meer toe doet, nu de tijd bijna op is, ziet u?
Ik
weet niet goed wat hierop te antwoorden. Gelukkig neemt hij weer het
woord:
OVT:
Aan alles komt een einde, aan alles en aan iedereen, dat weten wij
uit ondervinding, maar wij realiseren het ons niet vooraleer het
inderdaad zover is en dat maakt dat wij belanden in een waanzin, een
collectieve waanzin die de waanzin van de wereld is. De paradox wil
nu dat, eenmaal wij uit die waanzin stappen, wij als waanzinnig
worden weggezet. En zo bang is men voor diegenen die de schellen van
de ogen zijn gevallen, dat men hen wegbrengt naar afgelegen plekken
aan de andere kant van de oceaan. O-ce-aan: vind je dat niet een
prachtig woord? Van in mijn kindertijd vond ik dit al een prachtig
woord, misschien voorvoelde ik wel dat er ooit een dag zou komen...
Maar vertel nu eerst eens: wat heeft je hierheen gebracht? Toch niet
de vraag wat er nu met de wereld zal gebeuren?
Je raadt het goed, ja: wij vragen ons wellicht allen
af wat er te gebeuren staat, zeker sinds blijkt dat de gesneuvelden
steeds jonger worden. En waar zal dat eindigen? Als iemand daar een
verklaring voor heeft, dan wel Omsk Van Togenbirger, zo dacht ik, en
vandaar...
OVT:
En waarom vraag je geen raad aan virologen? Ik ben helemaal geen
viroloog!
Het lijkt mij dat het om veel meer gaat dan alleen
maar om virussen. Ik heb het gevoel dat men zich blind kijkt op die
dingen...
OVT:
Misschien heb je wel gelijk. Maar ikzelf ga te rade bij de viroloog!
We hadden het al over Luc Montagnier, nietwaar?
De Nobelprijswinnaar die het virus dat aids
veroorzaakt, afzonderde?
OVT:
Inderdaad.
Ik herinner me het interview met de man op televisie,
ja.
OVT:
Wel, vertelde hij dan niet dat het coronavirus in een lab gemaakt
werd en dat er twee fragmenten van het aidsvirus in zitten?
Dat herinner ik me, ja.
OVT:
Mensen die het aidsvirus opgelopen hebben, sterven niet meteen: de
zwaksten sterven na relatief korte tijd, de sterksten blijven soms
nog jaren in de waan dat hen helemaal niets schort.
Kennelijk is dat het geval, inderdaad.
OVT:
Wel, waarom zou het er dan anders aan toe gaan met het coronavirus
dat eigenlijk aidsfragmenten transporteert?
Wat bedoel je?
OVT:
Eerst heeft men verteld dat er alleen ouderlingen aan sterven met
onderliggende aandoeningen, nietwaar?
Ja, dat hebben wij inderdaad vernomen in het nieuws:
het virus heeft een voorkeur voor vijfentachtigplussers met
onderliggende aandoeningen...
OVT:
Juist. En vervolgens vertelde men dat de mensen die medische hulp
nodig hebben omwille van besmetting met corona, steeds jonger worden,
nietwaar?
Inderdaad... Het lijkt erop dat het virus het ineens
gemunt heeft op een andere leeftijdscategorie, een categorie van wat
jongere mensen: zestigers...vijftigers...
OVT:
Maar dat kan toch niet!?
Hoezo?
OVT:
Je ziet toch wel direct dat dit gezichtsbedrog is?
Ik vrees dat ik je niet helemaal begrijp...
OVT:
Mijn beste: het virus wordt overgedragen met niesbuien, door
aanrakingen, rechtstreeks én onrechtstreeks en via de lucht: het
besmet kortom iedereen en wel binnen de kortste keren, laat daarover
niet het minste misverstand bestaan!
Is dat zo?
OVT:
Precies! Maar eerst sterven de zwaksten onder ons. Eenmaal die dood
zijn, laat ons zeggen na een half jaar, komen diegenen aan de beurt
die een klein beetje sterker waren dan de allerzwaksten en dat zijn
dan door de band diegenen die een beetje jonger zijn dan de zieke
ouderlingen, of vergis ik mij?
Dat lijkt mij correct, ja...
OVT:
Vervolgens, laat ons zeggen na een jaar, komen degenen aan de beurt
die sterk genoeg waren om nog een jaar lang gezond te blijven met het
virus.
Lijkt mij logisch, ja.
OVT:
Dan volgen na bijvoorbeeld anderhalf jaar diegenen die nog sterk
genoeg waren om het anderhalf jaar te overleven.
Ja...
OVT:
Zie je? Het lijkt alsof het virus het gemunt krijgt op steeds jongere
mensen maar wat in feite gebeurt, is veel redelijker dan dat: het
virus blijft zichzelf en het besmet iedereen maar de zwaksten worden
eerst geveld en dan volgen de minder zwakken, totdat op een dag ook
de allersterksten aan de beurt zijn.
Bedoel je nu echt dat je denkt dat het mensdom zal
uitsterven?
OVT:
Niet noodzakelijk, mijn beste: de allersterksten zullen wellicht oud
zijn als zij bezwijken en in tussentijd hebben zij zich al
voortgeplant, zie je? Want op die manier is het in feite altijd al
gegaan!
Maar het coronavirus is toch nieuw?!
OVT:
Ha, dat zeg jij! Volgens mij bestaat het al millennia. Zoals alle
andere virussen trouwens behoort het wellicht tot de alleroudste
levensvormen! Want ook hier is gezichtsbedrog in het spel, zie je?
Neen...
OVT:
Zie je dat echt niet?
Neen...
OVT:
Er zijn ontelbare virussen die ons ziek kunnen maken maar uiteraard
sterven wij altijd van het kwaadste virus en nooit van het meest
goedaardige. Meer zelfs: wij sterven altijd van het allerkwaadste
virus en nooit van het virus dat in de rangorde van kwaad naar
goedaardig op nummer twee staat. Want hoe kon iemand nu het kwaadste
virus overleven en dat wat al was het maar een beetje goedaardiger
is, niet? Dat ware toch onzin? Hoe kon een bokser het gevecht winnen
tegen de wereldkampioen boksen en verliezen tegen de nummer twee? Als
wij moeten opboksen tegen een leger virussen, mijn beste: denk jij
dan ook niet dat wij zullen verslagen worden door het kwaadste en
niet door de nummers twee, drie of vier? Meer nog: van de nummers
twee, drie, vier en al die ontelbare andere, weten wij helemaal niets
af zolang de nummer één aan de macht is, om het zo te zeggen. Het
is pas nadat de nummer één helemaal verslagen is, dat de nummer
twee opduikt als uit het niets en op zijn beurt aan de haal gaat met
de zwaksten onder ons. Zolang de nummer één heerst, weten wij zelfs
niets af van het bestaan van de ontelbare rij volgelingen. Zolang
kijken wij ons gewoon blind op nummer één en geloven wij dat
eenmaal wij één hebben bedwongen, wij veilig zijn, ha! Maar dan
herbegint het spel natuurlijk! En het is altijd zo geweest! Vergelijk
het met de ketting en de zwakste schakel: als de ketting breekt, dan
altijd bij de zwakste schakel!
Daar zit iets in... Maar wat vinden de medici van die
uitleg, of heb je er nog met niemand over gesproken?
OVT:
Mijn uitleggingen hebben daarin geresulteerd dat ik hier nu mijn
verblijf heb, mijn beste. Maar zeg mij eens in alle eerlijkheid: waar
ben ik?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
16 april 2021)
12-04-2021
Hoe Oekraïne zijn kernarsenaal werd ontfutseld en nu ook zijn landbouwgronden
Hoe
Oekraïne zijn kernarsenaal werd ontfutseld en nu ook zijn
landbouwgronden
Als
wij ons vanuit België zo'n 1400 km naar het oosten toe verplaatsen,
bereiken we de grenzen met Oekraïne, 'de graanschuur van Europa' en
sinds 1986 uiteraard bekend vanwege de kernramp in Tsjernobyl dat
nabij de hoofdstad Kiev is gelegen.
Oekraïne
is na Rusland het grootste Europese land: België kan er twintig keer
in en haar zeer vruchtbaar landbouwgebied, de 'zwarte aarde' genoemd,
is zo groot als Frankrijk en Duitsland samen.
Duizend
jaar geleden stichtte het Scandinavische volk de Varjagen het Kievse
Rijk dat Byzantijns Christelijk werd en dat nu nog steeds overwegend
christelijk is. In 1240 vielen de Mongolen er binnen, vervolgens viel
het onder Litouwen dat met Polen fusioneerde en het raakte verdeeld
in een oosters en een westers stuk.
Na
de Oktoberrevolutie van 1917 en de Russische burgeroorlog (1917-1922)
maakte Oekraïne als SSR deel uit van de USSR. Oekraïne kwam onder
het juk van twee volkerenmoordenaars: Stalin brak het verzet van de
boeren tegen de toe-eigening van de landbouwgrond door de staat door
de Oekraïners uit te hongeren en deze zogenaamde 'holodomor' kostte
in 1932-'33 aan tien miljoen mensen het leven. En onder Hitler
verloor het land in 1941 een zesde van zijn bevolking. Pas na 1945
werd de Oekraïense SSR opnieuw welvarend. Onder Chroetsjov werd de
Krim bij Oekraïne geannexeerd 'als gebaar van vriendschap'.
De
recente geschiedenis van de Oekraïne is weer woelig. Na de
mislukte staatsgreep in Moskou in 1991 waarbij gepoogd werd om de regering
Gorbatsjov omver te werpen, riep het parlement van Oekraïne de
onafhankelijkheid van het land uit. Die werd bevestigd door een
referendum en ook de Krim stemde zich onafhankelijk. Een
afschrikwekkend feit was echter dat de Oekraïne naast de Europese
graanschuur ook een nucleaire kernmacht was met een gigantisch
arsenaal aan kernwapens.
In
1994 bekwamen de VS, Rusland en Engeland dat Oekraïne zijn 1800
kernraketten liet vernietigen in ruil voor zijn
soevereiniteitsgarantie... waar de huidige president Zelensky naar
verwijst, nu de Russen zijn land lijken binnen te vallen. De gewezen
TV-komiek kwam nota bene aan de macht in 2019 waarmee hij zijn
Russisch gezinde voorganger van de troon stootte maar niet alle
boeren zijn opgezet met zijn komst omdat hij multinationale
geldschieters faciliteert om de Oekraïense landbouwgronden op te
kopen terwijl een eerdere regeling de grond onder het volk had
verdeeld zodat de boeren er konden van leven.
Overigens ook in andere gewezen
Oostbloklanden blikken sommigen na een wat overhaaste aansluiting bij
het westen met wat heimwee terug naar de 'goede oude tijd' en dat verdeelt uiteraard de gemoederen.
Het
door opportunistische potentaten geïnstalleerde panopticum dat ons
berooft van privacy is net zoals de geïnstitutionaliseerde religie
en de theocratie uit vroegere eeuwen een aanslag op onze vrijheid en
derhalve ook een aanslag op de mens als zodanig.
Dezer
dagen echter verdubbelt zich de vernietigingskracht van die aan de
gang zijnde ramp door een zich aankondigende fysieke geopolitieke
oorlog ingevolge een zich herschikkend evenwicht (of onevenwicht) in
de wereldpolitiek. Dictaturen moeten het namelijk hebben van volgzame
massamensen en gewillige, gemakkelijk programmeerbare soldaten.
In
het verleden nam de kerk de programmeerbaarheid van het volk voor
haar rekening, in de zogenaamde Verlichting geschiedde conditionering
vooral middels geld en een bijkomende derde factor welke de
bestuurbaarheid van de massa in de hand werkt, voltrekt zich via de
manipulatie middels de nieuwste technologieën. Vandaag echter nemen
de potentaten al deze elementen samen te baat waardoor hun
effectiviteit zich verveelvoudigt.
Nu
de Russen hun troepen naar de grens met Oekraïne sturen, kennelijk
met de bedoeling om daar met de tactieken, beproefd bij de annexatie
van de Krim, een gelijkaardige slag te slaan die zij dan hopen te
herhalen op het grondgebied van de landen die zich na de Tweede
Wereldoorlog van het Oostblok hebben losgetrokken om aldus het
verloren gebied terug te winnen, dringen de Amerikanen er bij hun
Europese NAVO-partners op aan om de Oekraïne militair te gaan
verdedigen. Echter, nu Europa daar niet toe in staat blijkt omdat de
landen waaruit de Unie samengesteld is, er tegen hun zin deel van
uitmaken, bieden plotseling de Turken hun diensten aan.
Of
was men dan vergeten dat Turkije met een troepenmacht van 735.000
plus een reserve van 380.000 beschikt over het grootste Europese
leger en een van de grootste legers ter wereld? Met een dienstplicht
voor alle mannen tussen 20 en 41 jaar, bestaat het Turkse leger uit
troepen die, heel anders dan de ondergedisciplineerde en ongeoefende
Europese eenheden, dankzij hun semi-theocratie met sterk
nationalistische tendensen, nog altijd bereid blijken om gevechten op
leven of dood aan te gaan waarin zij trouwens geoefend zijn door hun
deelname aan verschillende recente conflicten zoals de nog aan de
gang zijnde oorlog met Syrië die eveneens een geschil is aan de
grens van de Oosterse met de Westerse invloedssfeer.
Een
grondige herschikking van de machtsverhoudingen in het Westen ligt
voor de hand nu de Russische dictator de internationale
destabilisering van vooral de meest ontwikkelde samenlevingen, die
immers ook de meest broze zijn, lijkt te zullen aangrijpen om een
slag te kunnen slaan. De pogingen van Amerika om Europa te
destabiliseren sinds haar oprichting en vooral sinds de opkomst van
de Europese munt die de Amerikaanse dollar als investeringsmunt
dreigde voorbij te steken, hebben hun vastberadenheid niet kunnen
verhullen waar zij middels verholen activiteiten steun verleenden aan
de Europese nationalisten teneinde de verbrokkeling van de EU te
kunnen bespoedigen. Het daaruit volgende tanende enthousiasme van het
westerse gedeelte van de Europese NAVO-partner blijkt, paradoxaal
genoeg, het oosten en met name het vaak als dictatuur weggezette
Turkije een mooie kans te bieden om zich als onmisbare toeverlaat
van het 'vrije westen' naar het voorplan te werken. Als zich eerlang
en dichter bij huis meer grensgeschillen gaan ontrollen naar het
model van het conflict in Syrië en van dat over de Krim, zal door
zijn bondgenootschap met Amerika, de Turkse staat aan invloed winnen
binnen Europa en wellicht valt dan te verwachten dat in het zog
daarvan ook culturele en religieuze invloeden zich gaan doen gelden,
zodat wat in Europa overblijft van de christelijke cultuur en van de
Verlichting, de duimen zal moeten leggen voor een islamitische
theocratie. De weerstand van de massa tegen het acute gevaar van een
fatale vrijheidsberoving van de westerse burgers, dreigt echter
definitief gebroken te worden als zich het spookbeeld manifesteert
waarbij een op religie en nationalisme gebaseerd fascisme een pact
zou sluiten met het panopticum van de technocraten.
(J.B.,
11 april 2021)
06-04-2021
Verschijnt binnenkort: Panopticum Corona
OM TE LEZEN, KLIK OP DE FLAP:
VERSCHIJNT
BINNENKORT:
Om te lezen, klik op de prent hierboven
Een
fragment uit het boek:
"De
horror in de aanpak van de coronacrisis ligt niet zozeer in de
onverwachte confrontatie van een hoogdravende en zich op haar kennis
beroemende mensheid met haar feitelijke onmacht, nu zij oog in oog
staat met de realiteit van de dood. De nachtmerrie situeert zich
veeleer in het van alle menselijkheid gespeende karakter van de
aanpak van het probleem. Hier is het immers niet langer de mens die
handelt: in de waan dat het leven herleid kon worden tot zijn loutere
techniciteit, wordt ons bestaan derhalve overheerst door
technologieën aan wie wij het zeggenschap over ons lot hebben
toevertrouwd. De vervreemding is totaal waar wij over de schreef zijn
gegaan door ons over te geven aan het krankzinnige geloof dat het
überhaupt mogelijk ware om aan onze instrumenten de
verantwoordelijkheid over ons lot te delegeren.
De
mens is het slachtoffer geworden van zijn hybris, hij werd
slachtoffer, niet van het werk van zijn handen maar van een
aliënerende zelfoverschatting: het geloof dat hij in staat was iets
te maken dat beter was dan hijzelf en dat voor hem zou zorgen. Want
waar mensen aanvankelijk geloofden dat zij schepselen waren van een
godheid om dan in een tweede stadium te gaan belijden dat zij deze
godheid zelf hadden geschapen en dat het derhalve een namaak of een
nepgod betrof, geloven zij in dit derde en fatale stadium een echte
god te hebben gemaakt waaraan zij zich kunnen onderwerpen zoals de
vrek zich onderwerpt aan het fortuin dat hij verdiende en dat hem in
zijn oude dag zoals een onvergankelijke moeder van voedsel zal
blijven voorzien."
04-04-2021
Het lezen waard: een interview met Matthias Desmet
Nu
van de Paastijd nauwelijks nog iets te bekennen valt, wordt op Stille
Zaterdag, tweeduizend jaar nadat de te verrijzen Heer is afgedaald
ter helle om de ongedoopten uit haar voorgeborchte te bevrijden, een
tentoonstelling geopend die de tweehonderdjarige dood van de grootste
massamoordenaar aller tijden herdenkt en viert: Napoleon Bonaparte.
Het is eens wat anders, zo lachen de narren.
Is
dit nu de Eindtijd? In deze tijd weergalmt de roep van een uitzinnige
menigte: het volk nagelt geheel democratisch Christus aan het kruis
in ruil voor Barabbas en hij komt weg met moord. Een vreemde
dictatuur vervangt vandaag de pas gekroonde koning van de Joden door
een zichzelf kronende keizer. Niet langer paaseieren sieren onze nu
lege tafels maar 'bonbons Napoléon' en zij roepen de barbarij van de
slagvelden tot leven.
De
klokken van Rome zwijgen, alle kinderen worden voortaan gemuilkorfd
en op een mysterieuze wijze werden in één ogenblik, op het teken
van het laatste bazuingeschal, alle huizen in de vier windstreken van
de aarde tot gevangenissen omgeturnd. Op het ogenblik dat wij het
zien, is het reeds een feit met verworven rechten: het panopticum, de
hel.
Zal
het paasei, het ei, de eerste cel, de nog ongedifferentieerde kern
waaruit alle leven voortkomt als het met geduld wordt uitgebroed, nog
vruchtbaar blijken? Zal het leven dat eruit ontspruiten moet,
andermaal zijn vleugels openslaan en ten hemel varen, zoals dat tot
voor kort gebeurde met de dode stof sinds het begin der tijden?
Zal
ook in deze lente de dode stof verrijzen tot het leven, zoals zij
altijd al deed of heeft de massamoordenaar die nu als een feniks uit
de dode letters van zijn wetten oprijst, de plaats al ingenomen die
toekomt aan het leven? Zal het ei het vreselijke voorbeeld volgen van
het vleselijke leven dat niet langer tot de geest verrijst en dat
zichzelf tot keizer kroont?
(J.B.,
Pasen 2021)
03-04-2021
Intermezzo: Omsk Van Togenbirger en het vaccin
Intermezzo:
Omsk Van Togenbirger en het vaccin
-
Omsk Van Togenbirger! Loop niet weg, wij hebben u nodig: heb je twee
minuten alsjeblieft?
OVT:
Een heel goeie avond ook ja! Wat nu weer?
-
Ik wil niet vervelend zijn maar...
OVT:
Aber die Weltnisse sind nicht so?
Je neemt mij de woorden uit de mond!
OVT:
Ga gerust uw gang, ik ben een en al aandacht!
Ik wilde graag weten of je nog steeds voet bij stuk
houdt inzake vaccinatie...
OVT:
Jij wilt weten of ik nu alsnog een vaccin wil? Neen, dat wil ik niet!
En waarom niet?
OVT:
Ik ben al oud maar ik wil graag toch nog een tijdje mee, zie je?
Hoezo?
OVT:
Ik volg degenen niet die de waarde van een mensenleven reduceren tot
wat men gemiddeld nog te gaan heeft, begrijp je? Ik weet dat er zo'n
heertjes rondlopen die alles door een geldbrilletje bekijken en die
ook willen dat wij dat brilletje allemaal gaan dragen, alsof het ook
nog normaal was om dat te doen.
Wat bedoel je?
OVT:
Mensen zijn net zoveel waard als ze nog kunnen opbrengen, zo beweren
zij, en daarom denken zij niet in termen van mensenlevens maar in
termen van levensjaren en meer bepaald: levensjaren die men nog te
gaan heeft. Daarom vinden ze het niet zo erg om een mens van jaren te
verliezen.
Vreemd dat u dit zegt want de vaccinatie is er net op
gericht om senioren te sparen!
OVT:
Jazeker, dat is het uithangbord! Indien dat waar was, ik liet me
onmiddellijk vaccineren!
Jij denkt dat het niet waar is?
OVT:
Hebben we het niet al eens uitgebreid gehad over de
middeldoelomkering? (1) Het sparen van senioren: dat is het
voorwendsel, niet het doel. Het doel wordt immers verkapt omdat men
wil dat het onttrokken blijft aan de ogen van het volk. Het doel,
mijn beste, is vaccineren! Je kijkt verwonderd?
Waar zie jij die middeldoelomkering dan?
OVT:
Jagers zeggen dat zij een haas willen schieten, om die dan op te
eten, nietwaar? Want wat zouden ze anders aanvangen met een geschoten
haas? Het doel, zo vertellen zij ons, is de haas, het stillen van de
honger, en is dat niet een zaak van leven of dood en dus een goede en
rechtvaardige zaak? En het middel is de jacht. Wij weten wel beter,
nietwaar? Het schieten van de haas is niet het doel maar het
voorwendsel! Het doel is jagen! Het botvieren van een primitief
instinct! Moordlust! Of vergis ik mij? Het idee en het voorbeeld zijn
afkomstig uit Pensées van Blaise Pascal (2) en je weet dat
Pascal niet de eerste de beste is! Je ziet nu natuurlijk direct het
verband met die vaccins, nietwaar? Het doel is niet het bedwingen van
een virus: het virus is allang rondgegaan en wie ermee in contact
kwamen, zijn reeds natuurlijkerwijze gevaccineerd ofwel gestorven,
zoals dat gaat met elke griep. Het bedwingen van het virus is het
voorwendsel; het doel is vaccineren! Ligt het motief niet voor de
hand?
Winstbejag?
OVT:
Sinds jaar en dag staat de sector van de farmaceutische industrie met
ruime voorsprong op kop in de ranglijst van de winstmakers.
Is dat zo?
OVT:
Een ranglijst met de gemiddelde brutolonen per sector laat er geen
twijfel over bestaan: op nummer één staat de sector Chemie &
farmaceutische industrie. Wie in die sector werken, verdienen
gemiddeld 4279 euro bruto per maand. Op twee staat de sector Energie
en milieu met een maandloon van 3926 euro en op drie, de sector
Bank en verzekeringen met 3812 euro. (3) Ook het hoogste
bedrijfsresultaat vindt men in de farmaceutische industrie: volgens
een ranglijst uit 2015 staat de sector van de farmacie op nummer één,
gevolgd door de tabaksindustrie, de drankensector, die van de
machines en die van de kleding. (4)
Gezondheidszorg is wel belangrijk: levensreddende
medicijnen zijn toch onbetaalbaar?
OVT:
Die recordwinsten zijn voor een groot stuk te danken aan reclame! U
weet net zo goed als ik dat er slechts een handvol werkzame
medicijnen bestaan. Zeker niet genoeg om een kleine apotheek mee te
vullen en een winkel moet een beetje volume hebben, toch? Reclame
dus, vooral via de media, waar verhalen over kwalen de mensen bang
maken, hen benevelen zeg maar, om hen dan makkelijk geld afhandig te
kunnen maken. Als die verhalen dan wat wetenschappelijk klinken,
worden de prullen die zij aanbevelen algauw een must.
Prullen, zeg je?
OVT:
Schoonheidsproducten, dieetkoekjes en allerlei homeopathische
middelen: ze bezetten steeds meer ruimte in de winkel van de
apotheker en ze mogen ook niet ontbreken in de huisapotheek waarvan
de waarde concurreert met die van de provisiekast. De cijfers liegen
er niet om: de voedingsindustrie hinkt ver achterop bij die van de
pillen. Voor een doosje pillen bij de apotheek betaal je alras
vijftig euro en met dat bedrag kun je makkelijk een winkelkarretje
vullen bij de supermarkt. Ik herhaal: dit is voor een groot stuk te
danken aan reclame. Maar het punt is nu dat sinds de komst van de
pandemie, de farmacie helemaal geen reclame meer hoeft te maken!
Is dat zo?
OVT:
Haar gigantische vermogens worden wereldwijd integraal geïnvesteerd
in de aanbouw van reusachtige medicijnenfabrieken omdat zij de
vaccins en de andere coronamedicamenten niet meer tijdig kan leveren!
De vraag is dermate groot en dringend dat zij zelfs het meest
reusachtige aanbod op de markt ruimschoots overtreft! En wat meer is:
gezien de aard van de nieuwe te verhelpen kwalen, ziet het ernaar uit
dat het in de toekomst almaar moeilijker zal worden voor de productie
om de vraag bij te benen want zoals je weet, muteren de nieuwste
virussen dat het een lieve lust is! Nog maar een paar percent van de
wereldbevolking heeft het vaccin tegen het eerste virus gekregen of
er moeten al een tweede, een derde, een vierde en een vijfde vaccin
gemaakt worden tegen de mutanten en we zijn pas één jaar ver!
Vaccinatie zal niet eenmaal worden toegediend maar jaarlijks, ja,
trimesterieel en zelfs nog vaker! En het is gratis, wat wil zeggen
dat de staten alles voorschieten zodat wie niet kunnen betalen,
schuldenaren worden!
Waarom ben je zo zeker van je gelijk? Artsen zijn
gebonden aan een zeer strenge beroepsethiek!
OVT:
Mijn beste, het spijt mij maar wij vallen in herhaling. Mag ik u
verwijzen naar onze eerdere overdenkingen ter zake? (5)
(J.B.,
Stille Zaterdag 2021)
Verwijzingen:
(1)
Zie de afleveringen 26 tot en met 35 van het hoofdstuk, getiteld:
Corona
en de heilige zaak.
(2)
M.b.t. Pascal, zie vooral het hoofdstuk 27, getiteld:Een
met voorwendsels geperverteerde werkelijkheid:
De Vlaamse journalist Willy van Damme over de media
in een interview met Stan van Houcke:
29-03-2021
Pas verschenen: Panopticum III. Corona en de heilige zaak
Pas verschenen:
Om te bestellen, klik op de prent:
28-03-2021
'Hersenmist'
'Hersenmist'
In
Werner Herzog zijn Jeder für sich und Gott gegen alle uit
1974 vertelt de vondeling Kaspar Hauser in een delirium net voor zijn
dood over het lot van de mensheid die in een eindeloze karavaan
zonder kop of staart door een woestijn trekt, geheel gehuld in een
dichte mist.
Voorspellingen
en aankondigingen van gebeurtenissen die al te gruwelijk zijn om te
aanhoren maar ook om te vertellen, worden door de boodschapper in
nevelen gehuld en zodoende wordt onbewust de werking nagebootst
waarmee dromen hun berichten verhullen als zij al te afschrikwekkend
zijn voor directe mededeling. Werkelijkheden die zich ophouden in het
onderbewuste hebben zo hun wegen om via het bijna-bewuste tot het
bewustzijn door te kunnen dringen.
Vaak
heeft de mist de vorm van een verhaal of van een beeld, even wazig
als de fata morgana, het Nova-Zembla-effect, de aurora borealis of
gewoonweg koffiedik. Anders dan de duisternis die gelijk is aan de
afwezigheid van licht, ontstaat mist in het licht zelf door
toevoeging van bijvoorbeeld waterdamp die het zicht troebel maakt en
zo is de mist een list die ons paradoxaal genoeg van het zicht
beneemt met de bedoeling het zien juist mogelijk te maken. De
verhulling dient om blindheid ingevolge een al te grote klaarte te
voorkomen en zij heeft als het ware een gelijkaardige functie als de
zonnebril. De mist is schokdempend of verdovend - niet om ons
ongevoelig te maken maar, geheel integendeel, om te vermijden dat wij
het slachtoffer van gevoelloosheid worden: de mist zorgt ervoor dat
wij alsnog kunnen zien wat in oorsprong niet voor onze ogen was
bestemd en die tactiek werd van oudsher ook gehanteerd door de
orakelende Pythia van Delphi die haar geest hulde in mist door middel
van ethyleengas dat opstijgt uit de kraters van sluimerende vulkanen.
Ethyleen is de grondstof van het heden wereldbekende ethanol, verwant
aan het nog veel giftigere methanol dat algehele blindheid
veroorzaakt en ook de dood.
De
mist die dezer dagen het verstand benevelt en die wordt toegeschreven
aan de ziekmakende werking van corona (terwijl zij mogelijkerwijze
het gevolg is van het veelvuldig ontsmetten van de handen met
etheen), vervult dezelfde functie: zij moet ons in feite met
mondjesmaat doen zien, ja, dwingen om te zien wat wij eigenlijk veel
liever helemaal niet zouden willen zien omdat het inderdaad zo'n
gruwel is dat het zich niet zomaar laat zeggen. In de jongste dagen
wordt namelijk de bijzonder kwalijke leugen verspreid dat het
coronavirus de oorzaak is van de mist die optreedt in de hersenen van
wie erdoor besmet geworden zijn.
Een
bijzonder kwalijke leugen is dat omdat zij de eigenlijke waarheid
bijna geheel ontoegankelijk maakt door in dezer oorzaak en gevolg
onderling te verwisselen. We herinneren ons immers dat corona
aanvankelijk het gevolg was van een mist, een waanzin en meer
bepaald de grootheidswaan van de opperpriesters van de religie van
het geld. (Al dan niet rechtstreeks) in een roes gebracht door het
bezit van een inderdaad duizelingwekkend fortuin (want het is
algemeen bekend dat grootgeldbezitters zich naar het voorbeeld van de
farao's vaker bezondigen aan de consumptie van cocaïne), zijn een
handvol insipide commerçanten gaan geloven dat zij goden zijn en
sindsdien verkeren zij ook in de waan dat het hun taak is om de
wereld te besturen.
Deze
lui met grote wanen maar met helaas bijzonder povere ideeën, nemen
maatregelen met het oog op het tot stand brengen van een nieuwe orde
welke louter tot doel heeft om hen als goden aan de wereld op te
dringen. Zij doen dat met de door al hun voorgangers-dictators
beproefde methode van de dwang of de lafhartige chantage, en zo
verplichten zij volstrekt inhoudsloze handelingen of rituelen die een
verzonnen kwaad moeten bezweren omdat geen god zonder de duivel
denkbaar is, zoals er ook geen vriend mogelijk is zonder het bestaan
van vijanden. Naar het model van de duivel die een kwade geest is en
derhalve geheel onzichtbaar, hebben zij een naam verzonnen voor een
virus dat zijn niet-bestaan verbergt achter de onooglijkheid die aan
dergelijke quasi-wezens eigen is en dat virus hebben zij uitgeroepen
tot ons aller vijand. Zoals door de tijd zelf beproefd, vervult de
vijand de functie allen te verenigen voor het altaar waarop de
potentaten zelf als te aanbidden scheppers van het goede en het ware
zijn gaan tronen.
Het
coronavirus dat een product is van de waanzin van een handvol
geesteloze inhaligen die in hun onverzadigbaarheid azen op de almacht
van de goden zelf, wordt nu geheel in strijd met de feiten beschouwd
als de producent van de mist die door toedoen van de
bezwerende en ontmenselijkende rituelen alle hoofden is gaan vullen.
Ofschoon alle acht miljard aardbewoners getuige hebben kunnen zijn
van het feit dat het coronavirus een waanbeeld is gefabrikeerd door
kapitaalkrachtige megalomanen, worden vandaag de feiten op hun kop
gezet en doet een omgekeerde versie van de waarheid nu de ronde: de
'wetenschappelijke' theorie dat het virus waanbeelden produceert.
Het
epitheton van wetenschappelijkheid moet de leugen geloofwaardig doen
klinken en de macht van de mammon chanteert en dwingt en verhindert
derhalve elk denkbaar verzet. Wie weigeren de rituelen te voltrekken,
worden streng beboet en wie alsnog pogen om de waarheid aan het licht
te brengen, worden prompt monddood gemaakt of ook fysiek vermoord.
Het
tijdperk is nu aangebroken waarin naar de voorspelling welke
toegeschreven wordt aan Onze-Lieve-Vrouw van Fatima zo'n goede eeuw
geleden, de levenden de doden zullen benijden. Slierten uit vreemde
dromen trekken gejaagd door de wind als nevelen over tot
onvruchtbaarheid veroordeelde velden. Als de mist zal optrekken,
zullen wij willens nillens getuige worden van de omkering van alle
waarden. Het verstand der verstandigen, die de Schepper degradeerden
tot een schepsel van de mens, zal vergaan en de laatsten zullen de
eersten zijn.
Omsk
Van Togenbirger [die er nu van beschuldigd wordt met corona
besmet te zijn]
(J.B.,
28 maart 2021)
26-03-2021
De inhoud is volstrekt onbelangrijk - Aflevering 2: De wetten van de kroon
De
inhoud is volstrekt onbelangrijk
Aflevering
2: De wetten van de kroon
De
inhoud is volstrekt onbelangrijk. Uiteraard betreft het hier ook en
vooral de inhoud van de verordeningen wereldwijd in deze tijd:
verordeningen waarover niet iedereen maar dan toch een flink deel van
de acht miljard aardbewoners zich afvragen wat ze dan te betekenen
hebben. Gebiologeerd zitten alle wereldburgers aan de
geëlektrificeerde plastic plaat gekleefd als zogenaamde 'beste
kijkers': zij worden toegesproken door wie het medium beheersen - zeg
maar door de wereldheersers - en verwoed vorsen zij als bezetenen
naar de betekenis van de om de haverklap muterende regels en
verordeningen van de kroon, de zogenaamde kroon- of coronaregels...
In
de literaire salons van beschermvrouwe Stavrogin zag men hoe haar
verwende zoon, de jonge Nicolai, iemand ten aanschouwe van alle
genodigden beledigde toen hij "plotsklaps op
de heer Gaganov afliep, hem met twee vingers bij de neus greep en een
stukje door de zaal liep met zijn slachtoffer achter zich aan."
(1) Wanneer bij een volgende gelegenheid de zachtaardige heer Osipov
de bandeloze op een beleefde manier meende te moeten terechtwijzen,
maakte Nicolai aanstalten om Osipov een antwoord in het oor te
fluisteren: "Hij keek om zich heen en boog
zich vervolgens voorover naar de heer Osipov. ( ) De arme Osipov
bracht zijn oor naar de mond van Stavrogin, zonder aarzeling en in
het volste vertrouwen, want hij was mateloos nieuwsgierig. Nu
gebeurde er iets totaal onvoorstelbaars, wat tegelijkertijd in een
bepaald opzicht heel verhelderend werkte. Plotseling voelde de oude
heer hoe Nicolas in
plaats van hem een spannend geheimpje te gaan vertellen zijn tanden
behoorlijk hard in de bovenrand van zijn oorschelp zette."
(2)
Het
slachtoffer durft niet te roepen en de verwaande Stavrogin komt weg
met zijn bandeloos gedrag door het heel listig te laten toeschrijven
aan een delirium. Allerminst Osipov doch Nicolai wordt omringd met
goede zorgen en op wereldreis gestuurd om van zijn aandoening te
herstellen.
Dostojevski
maakt hier duidelijk wie de lakens uitdelen in het Sint-Petersburg
van de negentiende eeuw maar ook in alle verleden en toekomstige
tijdperken die het mensdom doorploegt. De helderziende kunstenaar
bezweert ons dat ongehoorzame ondergeschikten, ook als zij zich
inspannen om blijk te geven van de allerbeste bedoelingen,
meedogenloos worden gestraft, als waren zij slechts honden.
Beschaving
is louter een laag vernis; marteling en doodstraf transponeren zich gestaag en onvermoeibaar naar steeds nieuwe maar
daarom niet minder doortastende vormen. Er bestaat niet de minste
mogelijkheid tot kritiek op wat de oversten verordenen en noch de
rede noch de moraal hebben ook maar iets in de pap te brokken waar
vast ligt wie de lakens uitdelen.
Logica,
redelijkheid en ethiek ontlenen hun geldigheid uitsluitend aan het
gezag dat dan ook het monopolie heeft om ze te hanteren, zodat
onderworpenen die over recht en rede durven te reppen, er onverwijld
door teruggefloten worden. Het gezag zal er zo nodig zelfs niet aan denken om terug te deinzen voor het gebruik van zelfs het meest
gruwelijke geweld. En wie zich van deze regels niet bewust zijn,
worden even onverwijld en meedogenloos als achterlijk weggezet
waarbij deze daadwerkelijke sociale moord niet zelden wordt
vervolledigd door een bij voorkeur laffe fysieke doodslag welke
meestal door schorriemorrie op betaling wordt voltrokken.
Het
is namelijk niet alleen zo dat de kroon zich niet laat beledigen:
haar vanzelfsprekende werkzaamheid - de ademhaling, zo men wil, die
haar in leven houdt - bestaat er daarentegen in om onafgebroken en
ook in alle denkbare en ondenkbare vormen en gedaanten te allen kante
beledigingen te uiten alsook alle andere handelingen te stellen die
nodig zijn om haar doen uit te tronen boven alles en iedereen.
De
zegeningen van een overste verkappen tevens de gruwelijkste
dreigingen jegens wie ook maar spelen met de gedachte hem ontrouw te
zijn. En wie door het volk op handen worden gedragen, moeten zich
hoeden voor de kiemen van haat en doodslag welke schuilgaan in de
twijfel die reeds uitgebroed wordt achter de betuigingen van quasi
volmaakte vriendschap, hoogste eer en slaafse onderwerping. De
onderwerping is er slechts als participatie aan de heerschappij van
wie of wat men niet verslaan kan; zij is berekend, vals en een kort
leven beschoren; met geduld wacht zij haar tijd af om de gekroonden
te onthoofden. Op Palmzondag volgt, naar een heilige en sinds
het begin van de geschiedenis voorzegde wet, gewis de Kruisiging.
Andermaal
: de inhoud van de verordeningen wereldwijd is volstrekt
onbelangrijk. Acht miljard aardbewoners breken zich het hoofd over
hun betekenis zoals de kerkgangers van destijds een punthoofd kregen
van de mysteries in 't Latijn. Gebiologeerd kleeft nu de ganse
mensheid aan geëlektrificeerde plastic platen: zij worden
toegesproken door de wereldheersers, vorsen verwoed naar de betekenis
der immer muterende regels en verordeningen van de kroon, de
zogenaamde kroon- of coronaregels. Hun lot - dat uiteraard het onze
is - wordt uitnemend verhaald en verhelderd door nog een andere
Nicolai, een grote Rus, in een novelle welke luistert naar de naam
'De Mantel'.
(J.B.,
26 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
F.M. Dostojevski (in een vertaling van Hans Boland), Duivels,
Athenaeum Polak & Van Gennep, Amsterdam 2017, pag. 48
(2)
Ib. pag. 53.
25-03-2021
De inhoud is volstrekt onbelangrijk
De
inhoud is volstrekt onbelangrijk
Nog
voor de hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie in de jaren
zestig van de vorige eeuw werd de katholieke eredienst gehouden in de
vorm van de Tridentijnse mis die vier eeuwen eerder werd ingesteld
ter gelegenheid van het Concilium Tridentinum of het Concilie van
Trente, met teksten uit de tijd van Gregorius de Grote die nog bijna
duizend jaar vroeger leefde en de mis die gold in het Romeinse of
westerse deel van de kerk werd derhalve in het Latijn gelezen.
De
zondagsplicht was algemeen terwijl de overgrote meerderheid der
gelovigen analfabeet was, laat staan dat de kerkgangers het Latijn
beheersten. De celebrant sprak in de kerk de gemeenschap der
gelovigen toe in het Latijn en zij beantwoordden in diezelfde dode
taal de voorzeggingen, meestal zonder daarvan ook maar een woord te
verstaan.
Verstaan
en verstand hoefden per slot van rekening ook niet omdat
toverformules nu eenmaal werkzaam zijn van zodra zij uitgesproken
worden, ongeacht of zij worden verstaan of zelfs maar worden gehoord.
De formule werd verondersteld een geheel zelfstandige werking te
hebben zoals die van de hamer op het aambeeld of zoals die van het
voedsel in het lichaam van de eters.
In
die tijd werd de werkelijkheidswaarde van woorden kennelijk
gelijkgesteld aan die van materiële dingen, waarmee gezegd is dat
woorden toen louter als geluiden bestonden terwijl zij tegelijk veel
meer waren dan klanken omdat geluiden pas werkzaam worden als zij
formules zijn. Het gaat om het tijdperk waarin de uilen spraken en de
mensen in hun dromen met de doden converseerden en wanneer gedachten
hen te beurt vielen, hadden zij het over stemmen, ingevingen en
geesten.
Men
kan zich afvragen wat de zin kon zijn van het praten en napraten
zonder begrip van de betekenis van wat gezegd werd en misschien luidt
het antwoord dat verhalen die zichzelf vertellen, geduldige
boodschappers zijn die zich vanuit een onverstandig verleden een weg
naar de toekomst banen in de stille hoop daar op zekere dag de
ontwikkelde geesten te zullen vinden die wel ontvankelijk zijn voor
hun betekenis, als werden die verhalen ooit begraven als een soort
van appeltjes voor de dorst.
Daarnaast
echter blijkt het een gegeven dat de luidruchtige doch geestloze
conversaties die de duistere middeleeuwen vulden, veeleer de vorm
waren waarin zich de vrager en de antwoordgever als zodanig
manifesteren, of beter: het spel van enerzijds degene die beveelt en
anderzijds zij die er gehoor aan geven.
De
preekstoel verheft zich boven de andere stoelen om toe te laten aan
de prediker, alle anderen te overstemmen, te bevelen, hen met zijn
bek te pikken in een orde waarvan alle vormen voorgegeven zijn. In de
tijd van Dostojewski breidt dat preekgestoelte zich dan uit over de
hogere kringen in cultuursteden zoals Parijs en Sint-Petersburg: de
kringen die het geld opmaken dat zuur verdiend wordt door een volk
dat gedwee toehoort wanneer zij ordonneren en dicteren, dat
applaudisseert voor hun onbegrijpelijk abstracte schilderwerken en
gedichten op de kunstzinnige exposities die zij prepareren op geheime
samenkomsten met koekjes en champagne.
Maar
deden zij niet exact hetzelfde als de aanwezigen in de Tridentijnse
missen en wordt vandaag deze bevestiging van de pikorde dan niet
herhaald door enerzijds wie paraderen op de buis en anderzijds de
talloze, hulpeloze toehoorders en kijkers in hun alsmaar
ongemakkelijker wordende fauteuils?
Na
vele eeuwen praktiseren dringt het nog altijd slechts met mondjesmaat
tot onze zo makkelijk op hol te brengen hoofden door dat al die onzin
die nu wordt verkondigd bijzaak
is omdat niet in het minst de inhoud van de litanieën van belang is
doch alleen de vorm. Een priester staat vooraan om eer te brengen aan
de orde van de dingen, om te herhalen dat hij de spreekbuis is van
god in hoogst eigen persoon waaraan de toehoorders obediëntie
verschuldigd zijn: zij zeggen samen 'amen' en gaan dan slapen en in
hun dromen drukt zich de obligate orde van de dingen almaar dieper in
hun zwakke geest, werken de formules zoals zuren op hun zielen in en
manifesteert zich wie de bazen zijn en wie zich moeten voegen naar
hun eisen.
Spreken
zij Latijn? Zijn hun gedichten en hun schilderijen geheel abstract en
onverstaanbaar? Drammen zij uur na uur en dag na dag en jaar na jaar
steeds weer dezelfde absurde opdrachten en rijmelarijen door onze
arme hoofden? Anderhalve meter, mondmaskers op en maximum vier
personen samen?
Zo
traag zijn wij dan van begrip dat wij nog steeds niet merken dat de
inhoud er helemaal niet toe doet, er nooit toe deed en er ook nimmer
zal toe doen. Het gaat er slechts om dat wij belijden wat wij doen
doch niet kunnen begrijpen omdat het zonder een andere inhoud is dan
zijn hoogst eigen vorm, precies zoals het wezen van de mammon dat is,
die heerst over de wereld in dit einde van de tijden.
Theorieën
kunnen nooit de basis zijn van ongeacht welke werkelijkheid: zij
ontstaan altijd uit de praxis, altijd zijn zij hypothetisch, zij zijn
hulpmiddelen en als zodanig principieel altijd verwisselbaar voor
andere hulpmiddelen. Wij hanteren theorieën tot op het punt waar ze
niet langer kloppen en daar dwingt de praktijk ons om ze weer te
laten varen - doen we dat niet, dan zullen we tot onze eigen scha en
schande moeten leren dat de grondslag van onze theorieën de methode
van gissen en missen is en dat we daar moeten naar terugkeren op het
ogenblik dat onze vertrouwde handboeken ons in de steek laten. Gissen
en missen - dat is de praxis: wij doen iets op die manier omdat het
zo ook lukt en lukt het op een andere manier beter, dan veranderen we
meteen ook onze handelwijze en de theorie volgt.
In de
muziektheorie, bijvoorbeeld, bestaat er een leer van de harmonie, een
geheel van regels die te maken hebben met het esthetisch effect van
samenklanken en die bepalen wanneer verschillende tonen onderling
'rijmen'; het is een theorie die wiskundige en fysische gronden
heeft. Elk geluid is een geluidsgolf met een welbepaalde golflengte
en twee tonen klinken harmonieus samen als hun golflengten zich tot
elkaar verhouden zoals eenvoudige gehele getallen, met andere
woorden: als ze in elkaar passen omdat de ene golf twee of drie keer
groter is dan de andere, want op die manier vertonen die golven op
geregelde tijdstippen snijpunten, punten waarop zij samenvallen. Het
visuele beeld van harmonieus klinkende geluiden ziet er dan ook uit
als een geheel van harmonieus verstrengelde golven. Ook snaren
klinken harmonieus samen als hun lengten zich onderling verhouden
zoals gehele getallen - maar dan met die beperking dat hun spanning
constant wordt gehouden want ook die beïnvloedt de toonhoogte. Maar
dat is 'slechts' de theorie.
De meeste
mensen worden geboren met voldoende gevoel voor muziek om spontaan te
kunnen horen of een zeker samenspel welluidend is of niet. De meesten
onder ons kunnen harmonieën van disharmonieën onderscheiden zonder
ook maar enige notie te hebben van de harmonieleer of de
muziektheorie. Vanzelfsprekend is dat zo, want uiteraard is de
theorie afgeleid uit de praxis: we ervaren een samenklank als
'schoon', we onderzoeken hoe dat komt en we vinden allerlei fysisch
gegronde wetten.
Componisten
moeten op school de harmonieleer studeren maar wanneer zij
componeren, passen zij die toe zonder erbij na te denken. Zij kunnen
dat doen 'op het gevoel af', niet omdat ze de theorie onder de knie
hebben maar omdat ze beschikken over een aangeboren gevoel voor
muzikaliteit dat veel sneller en efficiënter werkt dan ongeacht
welke theoretische berekening.
Hetzelfde
geldt voor de kleurenleer: de fysische gegevens van de golflengten
van licht en de gevoeligheid van specifieke kleurenreceptoren in onze
ogen kunnen theoretisch in kaart worden gebracht en op grond daarvan
kunnen wetten worden geformuleerd die samen een kleurenleer vormen,
maar een begaafd schilder gaat niet aan het rekenen wanneer hij
kleuren mengt en aanbrengt op het doek: hij werkt louter op grond van
gevoel voor schoonheid en dat gevoel is uiteindelijk ook de ultieme
maatstaf.
Klanken en
kleuren zijn zintuiglijke zaken en ofschoon het intellectuele zijn
aandeel heeft in het verwerkingsproces dat de ervaring van schoonheid
mogelijk maakt, voltrekt zich dat proces quasi volledig onbewust: het
bewuste wordt vrij gehouden voor de beleving waar het om te doen is.
Componisten
die componeren op grond van alleen maar de regels van de
harmonieleer, overtreffen in hun kunde de computers niet. Het werk
van kunstschilders dat zich louter richt naar de voorschriften van
een kleurenleer is eveneens slechts programmatoepassing iets wat
ook computers kunnen. De muziek van deze lieden kan weliswaar klinken
zoals die van Bach maar zij is nimmer origineel en altijd zeer
beperkt.
Van kunst
kan pas sprake zijn waar vrijheid heerst, een onmisbare voorwaarde
voor originaliteit. En wonder genoeg zal, eens deze vrijheid
gerealiseerd wordt, de muziek ook zichzelf schrijven en het
schilderwerk zal uit zichzelf ontstaan, het gedicht fluistert zich in
het oor van de dichter, de waarheid zelf spreekt tot de profeet. Het
sublieme kon niet anders zijn dan zoals het is omdat het anders niet
subliem zou zijn, terwijl het zich tegelijk in een eindeloos aantal
vormen kan manifesteren. Spinoza identificeerde het ware met het
noodzakelijke maar misschien vergat hij een dimensie die althans
binnen het geijkte denken niet zichtbaar wordt omdat zij danig
paradoxaal blijkt.
Niet alleen
de kunsten vertonen de bijzondere kenmerken waar hoger naar verwezen
wordt: ook in de wereld van de wiskunde duiken mensen op die wel een
zintuig lijken te hebben voor getallen zoals schilders een zintuig
hebben voor kleuren en zoals componisten puur zintuiglijk harmonieën
aanvoelen. Daarom ook is het denkbaar dat heel wat wetenschappelijke
sectoren kunnen benaderd worden zoals dat met de kunsten het geval
is.
Architectuur
is weliswaar grotendeels wis- en natuurkunde, materialenleer,
scheikunde en zelfs meteorologie maar de gulden snede en de fractalen
die ook in de natuur opduiken, hebben alles te maken met schoonheid
en harmonie: er kunnen inzake bouwwerken wel degelijk verbanden zijn
tussen enerzijds stevigheid en soliditeit en anderzijds schoonheid,
harmonie of esthetische compositie. En zo blijkt ook naar het zeggen
van artsen de geneeskunde niet slechts een loutere kunde maar ook
voor een groot deel een kunst te zijn, een aanvoelen, waarbij
inschatting een voorname rol speelt en gevoel voor evenwicht.
Is het dan
niet altijd zo dat schone mensen ook gezonde mensen zijn, dan is het
toch dikwijls het geval dat ziekten en systemische tekorten fysiek
zichtbaar kunnen worden en meer bepaald als esthetische tekorten. Het
is daarom ook niet ondenkbaar dat er kwakzalvers bestaan die hun naam
danken aan hun volstrekte onwetendheid inzake de hedendaagse
gezondheidsleer en aan de grilligheid van hun eigenzinnige theorieën
maar die er toch in slagen om mensen van bepaalde kwalen af te helpen
omdat zij die benaderen met 'zintuigen' die bij de meesten onder ons
onderontwikkeld zijn gebleven.
Klinkt dit
enigszins ongeloofwaardig, dan moet men maar eens nadenken over het
feit dat honden die daartoe worden opgeleid met hun reukzin kanker
kunnen herkennen. Of aan zekere insecten of zelfs planten die - God
mag weten hoe - zichzelf beschermen tegen invloeden van het milieu
door een spontane chemische respons, een onmiddellijke vorming van
effectieve stoffen: zij denken niet na maar zij doen wat passend is
om te overleven en zij 'weten' ook hoe ze het moeten doen, welhaast
op de manier waarop water feilloos zijn weg vindt naar de
allerdiepste plekken.
Het
Emmanuel Ziekenhuis te Wetteren werd destijds genoemd naar een
kloosterzuster die daar werkte. Dokter P. Gillis die in de naoorlogse
periode huisdokter was in de streek, vertelde dat hij zich tot de
zuster in kwestie richtte wanneer het stellen van een diagnose hem
lastig viel. De zuster hoefde de patiënt slechts even te zien om
feilloos te kunnen bepalen aan welke kwaal hij of zij leed.
(J.B.,
24 maart 2021)
23-03-2021
De hergeboorte van de kwakzalverij - Aflevering 2
De
hergeboorte van de kwakzalverij
Aflevering
2
Er
zijn mensen die zowaar geloven dat onze vrijheid ermee gediend zou
zijn wanneer de uitoefening van ongeacht welk beroep werd overgelaten
aan de willekeur: kwakzalvers zouden dan mogen opereren naast
gestudeerde en gediplomeerde dokters precies zoals
amateurkunstschilders vandaag aan de slag kunnen naast grafische
kunstenaars met een gedegen opleiding aan de academie.
Wat
betreft die laatste groep is het echter wel zo dat van lesgevers in
de schilderkunst in door de staat gesubsidieerde scholen, musea en
nog andere instellingen wordt geëist dat zij een diploma kunnen
voorleggen terwijl onze ministers geheel zonder scrupules ons
belastingengeld spenderen aan het subsidiëren van beroemde
kunstenaars en aan de aanschaf van hun kostbare werken zonder dat het
ook maar in hen opkomt om zich af te vragen of de artiesten in
kwestie wel gediplomeerd zijn en tegen die handelwijze heeft bij mijn
beste weten ook nooit een mens verzet aangetekend.
Hij
die kan,
doet;
hij die niet
kan,
onderwijst,
is een tegelspreuk die niet
zomaar uit de lucht komt vallen: in feite illustreert zij een alles
behalve onschuldige maatschappelijke hypocrisie, welke verwant is aan
de bijzonder arrogante pretentie dat het burgerschap het fundament
zou zijn van het mens-zijn in plaats van andersom - een pretentie
waarvan de algemeen gangbaarheid zich manifesteert in de problematiek
van de sans-papiers: wie niet beschikt over een geboorteakte, kan
niet bewijzen dat hij bestaat en wordt derhalve niet alleen als
burger onbestaande geacht maar ook als mens. Dezelfde aanmatiging
zorgt er immers voor dat de staat zich gedraagt als de oorsprong en
de bron van kunstenaars en kunst: het bestaan van instituten die
pretenderen van mensen kunstenaars te kunnen maken, bewijst dat het
de staat met haar waanzin menens is.
Er
zijn er nu die beweren dat de geneeskunst te lijden heeft onder
hetzelfde juk van wat misschien wel totalitarisme kon heten: door
zijn muziekpartituren te ondertitelen met A.M.D.G. (*) getuigt de
componist Johann Sebastian Bach dat hij met zijn muziek lof wil
brengen aan zijn schepper maar Hitler, Stalin en Mao wilden dat 'hun'
kunstenaars lof brachten aan de afgod vadertje staat die pretendeerde
hun muze te zijn en aan de oorsprong te liggen van hun kunst en
kunde.
Dat
zij die het niet kennen alsnog worden toegelaten om het te
onderwijzen heeft vanzelfsprekend alles te maken met cliëntelisme:
klant is koning
en wie bij ons kopen, hebben een streepje voor omdat onze manier van
handeldrijven gehoorzaamt aan het devies: voor
wat, hoort wat, dat
een mutant is van de regel: een
oog voor een oog, een tand voor een tand
welke het beginsel van de wraak uitdrukt alsook de wet van het recht
van de sterkste, afkomstig van de natuurlijke wet van the
survival of the fittest.
Derhalve is cliëntelisme kenmerkend voor totalitarisme en de twee
staan haaks op wat wij kennen als beschaving of humaniteit. Maar het
beginsel dat zij die het niet kennen, het alsnog mogen onderwijzen,
impliceert uiteraard niet
dat zij die het onderwijzen, het niet
zouden kennen of kunnen. De kwestie is alleen dat de twee niet
noodzakelijk samenvallen: iets kunnen en als zodanig erkend worden,
vallen alleen altijd samen in een ideale en dus onbestaande wereld.
In de echte wereld bestaat het dat een schilder in zijn hele leven
niet één werk kan slijten en zich uit wanhoop op
zevenendertigjarige leeftijd een kogel door het hoofd jaagt terwijl
na zijn dood de geringste van zijn schetsen alleen nog te vinden zijn
in de zwaarst bewaakte musea ter wereld. In het echte leven is het
mogelijk dat de grootste lapzwans president wordt van een wereldrijk.
Met
andere woorden valt er misschien wel iets te zeggen voor het
standpunt dat men niet zozeer of dan toch niet uitsluitend moet
oordelen op grond van officiële maatstaven: waar regels bepalen wat
schoon is, heeft de kunst opgehouden te bestaan omdat creativiteit
alles behalve programmeerbaar is: computers kunnen niet componeren,
schilderen of dichten en waar artiesten dat doen naar het voorbeeld
van machines, is de kunst allang een stille dood gestorven. Waar een
comité het volk voorhoudt alleen nog te luisteren naar het
'officiële nieuws', heeft Big Brother zijn intrede gedaan en werd
het einde ingeluid van niet alleen de waarheid maar tevens van de
mens die immers uit de waarheid voortkomt, daar de waarheid God is
die hem schiep. Waar instellingen zich het monopolie toe-eigenen over
het goede en zij derhalve pretenderen aan de basis te liggen van het
menselijk geweten, werd het licht dat goed van kwaad kan
onderscheiden uitgedoofd en werd de mens beroofd van zijn kostbaarste
bezit - zijn vrijheid.
Misschien
moet erkend worden dat het schone niet datgene is wat overeenkomt met
de zogenaamde regels van de kunst die men op de schoolbanken kan
leren - wat dan ook niet betekent dat het schone daar perse moet mee
vloeken: schoon is daarentegen wellicht wél wat mensen exalteert,
verrukt, boven zichzelf verheft, bevrijdt uit de dode stof, vol
blaast met geest, ja, onsterfelijk maakt, al is het maar voor één
enkel ogenblik. Misschien moet erkend worden dat waar is, wat werkt:
true is what works,
zoals de pragmatici zeggen, wat dan ook niet wil zeggen dat men zich
moet vastpinnen op die ene regel. En ook voor het goede bestaan
voorwaar helemaal geen voorschriften: wie geloven niet te zondigen
omdat zij nauwgezet alle regeltjes van hun religie in acht nemen,
hebben zichzelf herleid tot de contradictie van een levenloos want
willoos en onvrij wezen dat gelooft zich te kunnen verzekeren tegen
het doen van kwaad terwijl het zich aldus beroofd heeft van het
vermogen om het goede te doen dat immers voor alles vrijheid vereist.
En om
nu terug te komen op de kwestie van de kwakzalvers: misschien moeten
diegenen als geneesheer worden erkend die daadwerkelijk genezen,
zoals de Nazoreeër, die immers ook niet afgewezen werd omdat hij een
diploma miste toen hij de bezetene bevrijdde van een legioen aan boze
geesten, toen hij Lazarus opwekte uit de dood of het dochtertje van
Jaïrus. Edoch, deze erkenning vergt vooreerst de erkenning van de
waarheid en dat zulks geen sinecure is, bewijst de geschiedenis zelf:
het volk zelf verkoos geheel democratisch de vrijheid van een
moordenaar (2) boven die van een genezer, die prompt werd omgebracht.
(J.B.,
23 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
A.M.D.G. Is de afkorting van het Latijnse gezegde Ad Majorem Dei
Gloriam, dat betekent: Tot meerdere eer en glorie van God.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: