Hoe
Europa groot en rijk werd
Aflevering
13: hedendaagse slavernij (1)
In
The
Arabs as Master Slavers,
een boek verschenen in 1982, beschrijft ene John Laffin een
slavenmarkt in Djibouti in 1956 waarover Dick Harrison zegt: "Hier
en daar in ontwikkelingslanden worden soortgelijke veilingen tot op
de dag van vandaag georganiseerd, in de eenentwintigste eeuw"
(2) John Laffin schrijft: "Mannen,
vrouwen en kinderen werden uit een magazijn gehaald en een voor een
op een verhoogd platform geleid, zodat alle slavenhandelaren hen goed
konden bekijken."
(3) De ongeveer tweehonderd slaven moesten hun tanden laten zien, de
vrouwen hun billen en borsten, kinderen werden in de anus onderzocht
ten behoeve van pedofiele kopers. De kopers waren Arabieren, ze
vervoerden hun koopwaar over de Rode Zee voor wederverkoop op markten
in Jeddah en Medina. Striptekenaar Hergé onthult voor het eerst in
een 'fictief' verhaal - Kuifje
- over
de hedendaagse slavenhandel op de Rode Zee. "In
Cokes
in voorraad
[duikt] een vrachtschip [op] geladen met Afrikaanse slaven die zelf
beweren pelgrims te zijn. (...) [Men] gebruikt het woord 'cokes' in
plaats van 'slaven'. (...) De vrome Afrikaanse moslims zijn misleid
[en] denken dat ze op weg zijn naar Mekka. In feite zouden ze op een
slavenmarkt in Saoedi-Arabië verkocht moeten worden."
(4)
De
tragedie bestaat erin dat de zogenaamde strijd tegen de slavernij
eigenlijk maar bitter weinig heeft opgeleverd omdat de slavernij zich
altijd wist aan te passen en te vermommen, zodat ze alleen maar
toegenomen is: ze is vandaag uitgebreider en wreder dan ooit. In 1926
verbood de Volkenbond de slavernij nadat gebleken was dat ze
allerminst was uitgeroeid en zeker niet in de kolonies van het
Westen. In 1948 verbood de mensenrechtenverklaring van de VN de
slavernij maar de schuldslavernij bleef gestaan en een nieuwe
overeenkomst was nodig in 1956. In 1975 werd een speciale
rapporterende werkgroep tegen slavernij opgericht maar ook die bleek
niet doeltreffend tegen "dwangarbeid,
kinderarbeid, mensenhandel, prostitutie, pornografie, contractwerk,
uitbuiting van de arbeidskracht van illegale arbeidsmigranten,
gedwongen huwelijken, adoptie van kinderen om werkredenen, het
gebruik van kinderen in strijdkrachten, vrouwenbesnijdenis, incest,
eerwraak en moorden met als doel om aan organen voor transplantatie
te komen. Het slavernijbegrip is zo verwaterd dat het geen enkele
functie meer vervult."
(5) Vandaar een nieuwe werkgroep die doelt op hedendaagse vormen van
slavernij, doch de VN blijkt in de praktijk 'tandenloos'. Ook de ILO
(International
Labour Organization)
blijkt inefficiënt: die wordt afgewezen want beschouwd als
protectionistisch vanwege het Westen. "Goedkope
arbeid geeft ontwikkelingslanden immers een concurrentievoordeel ten
opzichte van de industriële landen."
(6)
Dwangarbeid
was de regel in de Italiaanse kolonie Somalië onder het fascistische
regime van Mussolini en in Congo onder dat van Leopold II en hij
bleef bestaan tot omstreeks 1960. De schuldslavernij nam toe. In
Nigeria onder de Britten werd een slavin voortaan 'bijvrouw' genoemd
en daar bleef het dan bij. In 1936 werden in Nigeria nog 120.000
slaven geteld, het verbod op slavernij kon niet gehandhaafd worden.
In Ahaggar onder de Fransen bleek in 1949 bijna de helft van de
bevolking slaaf. Mozambique onder de Portugezen behield de slavernij.
Na de afschaffing van de slavernij in Mauretanië (onder Frankrijk)
in 1961, moest het decreet herhaald worden in 1980, in 1981 en in
2007 maar ongeveer een half miljoen mensen bleef gewoon in slavernij
leven, zij het dikwijls gemaskeerd, al werden zij in 1990 nog
openlijk verkocht. (7)
Naast
armoede was ook de islamwetgeving een probleem in de strijd tegen de
onvrijheid: "De
staat, als die islamitisch is, heeft niet het recht om mijn huis,
mijn vrouw en mijn slaaf in beslag te nemen."
(8) Maar vooral is er de onwetendheid: "De
meerderheid van de arme Mauretaniërs ziet niets verkeerds in
onvrijheid als zodanig en weet niet dat er een buitenwereld is waar
met afschuw naar slavernij wordt gekeken." (9)
Ook in Soedan heerst een dubbele moraal, slavernij blijft
wijdverspreid op het platteland. Wanneer in 1971 de islamwet werd
ingevoerd was er opstand tot aan de burgeroorlog van de jaren 1980 en
later. In 1987 werden daar hele dorpen afgeslacht met automatische
wapens, kinderen werden voor verkoop gekidnapt, de bevolking werd
verdreven om plaats te maken voor olieproductie van multinationals.
Een nieuwe burgeroorlog tegen de Arabische onderdrukking brak uit in
Darfoer en maakte van 2003 tot 2006, 200.000 doden; 2,5 miljoen
mensen vluchtten; er was een opleving
van de slavernij. De belofte in 1936 van Ibn Saoed (de stichter van
Saoedi-Arabië) aan Engeland om de slavernij te stoppen, bleek van
papier. In de jaren 1950-60 telde men daar nog 50.000 slaven, het
merendeel van de handel verhuisde naar het binnenland waar vele arme
meisjes worden gekidnapt en op markten verkocht. In 1962 schaften de
Saoedi's de slavernij formeel af, in 1962 deed Jemen dat, in 1970
Oman. Maar iedereen weet dat in die streken vandaag
meer dan ooit talloze slaven uit onder meer India aan het werk zijn:
"Rond
de eeuwwisseling in 2000 was kindslavernij op de renbanen de meest
uitgesproken slavernijvorm in de kleine emiraten langs de Perzische
Golf. Duizenden kinderen vanaf drie jaar oud werden geïmporteerd uit
India, Bangladesh, Pakistan en Soedan, en getraind om kamelen te
berijden. Nadat ze waren gekocht door de eigenaren van de kamelen, de
sjeiks in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), werden ze
slachtoffer van mishandeling en seksueel misbruik. Ze werden midden
in de nacht wakker gemaakt om met hun blote handen de mest van de
kamelen op te ruimen. Tijdens de race werden ze vastgebonden aan de
kamelen om er niet af te vallen, en als ze het slecht deden, werden
ze geslagen. Velen raakten ernstig gewond of stierven voordat hun
kamelen over de finish kwamen." (10)
In 2003 verboden de VAE de kindslavernij maar "de
invoering van kindslaven gaat door." (11)
In
die regio breidt ook de seksslavernij nog uit, vooral met Aziatische
slachtoffers. De Seksslavernij wordt door de westerling opgemerkt
omdat hij daarmee in contact kan komen. "Maar
de slavernij in Azië is helaas veel uitgebreider"
(12): tenminste 2,6 miljoen Indiërs zijn schuldslaven. (13)
Ook
in Europa en in Noord-Amerika breidt de seksslavernij nog uit.
Miljoenen via nepjobs naar het buitenland ontvoerde vrouwen wordt hun
paspoort ontnomen en zij dienen een schuld van 3000 euro af te
betalen, te verdienen met prostitutie maar voor die tijd sterven zij
aan aids. Volgens het Amerikaanse Ministerie gaat het om 600.000 tot
900.000 mensen per jaar, de meesten vrouwen en kinderen, vooral uit
Rusland en Azië.
"Er
zijn fabrieken in de geïndustrialiseerde wereld die volledig
gebaseerd zijn op slavernij. We merken ze alleen op als ze worden
ontdekt (...) maar dat gebeurt zelden." (14)
Volgens het rapport van de ILO waren in 2005 aldus 12 tot 13 miljoen
slaven werkzaam. Het werkelijke aantal is beduidend hoger. "(...)
bijna de helft van de slaven in de vroege eenentwintigste eeuw
bestaat uit kinderen."
(15)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
2 februari 2020)
Verwijzingen:
(1)
Dick Harrison schrijft (p. 614-615) dat hij het in zijn De
geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne
mensenhandel
[Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets
historia,
Historiska Media, Zweden 2015)] inzake hedendaagse slavernij niet wil
hebben over de wijdverbreide maar tijdelijke en atypische slavernij
zoals in de werkkampen van de nazi's of de Goelags van de Sovjets
waar 18 miljoen slaven verbleven waarvan 4,5 miljoen aldaar omkwamen.
(2)
Dick Harrison, o.c.,
p. 614.
(3)
Dick Harrison, o.c.,
p. 613.
(4)
Dick Harrison, o.c.,
p. 629.
(5)
Dick Harrison, o.c.,
p. 616.
(6)
Dick Harrison, o.c.,
p. 617.
(7)
Dick Harrison, o.c.,
p. 620.
(8)
Dick Harrison, o.c.,
p. 621. Het betreft hier een citaat uit E. Burkett, God
created me to be a slave,
NYTimes-magazine d.d. 12.10.1997, p. 58.
(9)
Dick Harrison, o.c.,
p. 621.
(10)
Dick Harrison, o.c.,
p. 631.
(11)
Dick Harrison, o.c.,
p. 631.
(12)
Dick Harrison, o.c.,
p. 633.
(13)
Dick Harrison, o.c.,
p. 633.
(14)
Dick Harrison, o.c.,
p. 637.
(15)
Dick Harrison, o.c.,
p. 638.