Het geld en de bloemen des velds.
De planten op het prentje hiernaast zijn Madeliefjes. Madeliefjes zijn van de prachtigste bloemen die er bestaan, en liefhebbers zullen het beamen. Toch worden ze meestal als onkruid beschouwd, achteloos vertrappeld, en kan men ze bij de meeste bloemisten niet eens kopen. Paardebloemen delen in hetzelfde lot, en ook de zogenaamde "Blauwe Kannen", de Vergeetmijnietjes en noem maar op. Het is het lot van deze schepselen als onkruid geboekstaafd te staan... althans in de boeken van de "beschaafde" mens.
Die "beschaafde" mens is géén onkruid: zijn vorming kost immers bakken vol geld. Het is inderdaad geen sinecure om iemands natuurlijke zin voor schoonheid zodanig af te stompen en te perverteren dat hij op den duur gaat geloven en verdedigen dat iets pas schoon is, als het ook duur is. Met andere woorden, dat het gouden kalf bepaalt wat schoon is en wat niet.
Voor het kalf zijn Madeliefjes waardeloos omdat ze te gemakkelijk groeien. Maar daarin kan spoedig verandering komen, met name dank zij één van de tentakels van het kalf: de genetische manipulatie in politieke handen. De Roemeense augurken zijn daarvan een voorbeeld, dat onlangs het nieuws haalde.
De Roemeense boeren zijn - of waren - meesters in het kweken van augurken. Tot voor kort waren Roemeense augurken de meest smaakvolle ter wereld. Maar sinds dit land lid is van Europa, is daar verandering in gekomen: de cultuur van de uiterlijke schijn heeft de trots van de nieuwkomer nu herleid tot een welgevormde doch smaakloze en fletse vrucht. Aan de boeren wordt namelijk gemanipuleerd augurkenzaad opgedrongen dat dergelijke mooi ogende en dus goed verkopende doch waardeloze vruchten oplevert. Bovendien: het gemanipuleerde zaad levert augurken op die zelf geen bruikbaar zaad meer voortbrengen, zodat de boeren telkenjare verplicht worden om het dure zaad her aan te kopen bij hun Europese leverancier.
De perverterende werking van het gouden kalf werd door Augustinus aan het licht gebracht en Karl Marx toonde het nefaste impact ervan aan in de westerse samenleving, wat bekend staat als de "middel-doel omkering". Het geld is niet langer een middel om de ruil te vergemakkelijken; het werd daarentegen een doel op zich. Geld wordt belegd in allerlei waren die nu zelf de middelen zijn om het geld te laten renderen. Het middel (geld) heeft de bovenhand gekregen over het doel (de [koop]waren): de waren zijn nu het middel waarmee het geld zichzelf verrijkt. Het kalf is zo arrogant geworden dat het zelfs bepaalt wat schoon, waar en goed is.
Een mens is goed als hij werd heilig verklaard door het Vaticaan; de waarheid wordt gefabriceerd door de machthebber; en iets is kunst, of schoon, als het ook duur is. Kritiek wordt echter niet geduld, want wie een Karel Appel lelijk noemt en Madeliefjes schoon, zegt vanzelfsprekend meteen dat de beschaafde mens onkruid is, en zijn beschaving een rampzalige perversie. Hij valt in ongenade bij het kalf en zal op zijn beurt worden vertrappeld.
Het grote euvel is echter onze ondankbaarheid: wat gratis is, wordt niet geapprecieerd omdat wij niet meer in staat blijken nog iets te krijgen. Wij willen alles kunnen kopen, alsof we het aldus ook hadden verdiend!
J.B., 22 april 2007
|