Mattias
Desmet en De psychologie van totalitarisme

Aflevering
1: inleiding
Het
gaat om een boek en zijn auteur over welke dezer dagen veel te doen
is omwille van een controverse: een kennelijk wereldomspannend regime
legt naar eigen zeggen uit veiligheidsoverwegingen in het kader van
een acuut volksgezondheidsprobleem aan de bevolking inderhaast nieuwe
geïmproviseerde, om de haverklap veranderende en uiteindelijk weinig
effectieve regels op terwijl kritische stemmen met onder meer Mattias
Desmet de maatregelen interpreteren als onredelijk en illegaal omdat
veiligheid als drogreden zou worden aangewend, als voorwendsel met
het oog op het vestigen van een totalitair regime.
De
ontstaansgeschiedenis van de totalitaire staat werd welhaast een eeuw
geleden al bijzonder grondig geanalyseerd door de joodse filosofe
Hannah Arendt die haar bevindingen daaromtrent publiceerde als (het
derde deel van) The Origins of Totalitarianism in 1951. Dat
gebeurde naar aanleiding van de geschiedenis rond enerzijds het Derde
Rijk en anderzijds het regime onder de Sovjetleider Jozef Stalin.
Mattias Desmet lijkt het laken een beetje naar zich toe te trekken
door te vertellen zich op 4 november 2017 te hebben afgevraagd waarom
het totalitarisme ontstond in de eerste helft van de twintigste eeuw
en waarin het verschil bestaat met de dictaturen: het is de
verdienste van Hannah Arendt zich deze twee vragen expliciet te
hebben gesteld, intussen bijna een eeuw geleden. Desmet heeft het dan
wel over psychologische wortels van het totalitarisme zoals het
vandaag zou verschijnen waar hij zegt aangevoeld te hebben hoe onder
de invloed van de terreuraanslagen en de klimaatcrisis de overheid
het privéleven begon te ontnemen aan de burger die nog slechts een
dystopie te verwachten heeft van een wereld geleid door bureaucraten
en technocraten.
Reeds
in 2005 hebben Arendts vertalers in hun inleiding
haar werk samengevat als handelend over de oorsprong van de
totalitaire staat die de feiten verwisselt met de fictie en die alle
vrijheid en zin vernietigt: terwijl de tiran terreur zaait vanuit
willekeur, acht de totalitaire heerser zich een dienaar van de
(wrede) natuur en van de geschiedenis. De terreur (in de vorm van de
volledige overheersing van iedereen, altijd en overal) is haar eigen
doel geworden; ze minacht de waarheid en reduceert het eigen volk tot
massa. Het regime verbergt zich, dicteert de staat en liquideert zijn
vijanden. Arendts vertalers illustreren de actualiteit van het thema
met verwijzingen naar de almachtswaan ingevolge wetenschap en
techniek die zich bijvoorbeeld toont in de verregaande medicalisering
die slechts afhankelijk maakt en die luttele jaren later toeslaat met
het gebeuren van de pandemie. De democratie wordt bedreigd door een
bureaucratie waarin niemand verantwoordelijkheid draagt en zo
ontstaat het kwaad als banaliteit. Eveneens actueel: in haar woord
vooraf bij de eerste uitgave profeteert de filosofe dat twee
wereldoorlogen geen vrede brachten doch het voorgevoel dat een derde
wereldoorlog dreigt.
Arendt
omschreef de kenmerken (van de opkomst) van het totalitarisme en in
zijn boek meent Mattias Desmet - nota bene professor in de Klinische
Psychologie aan de Universiteit Gent - aan te tonen dat al deze
kenmerken opduiken ter gelegenheid van de politieke constructies
welke opgezet worden - naar verluidt met het oog op de beheersing van
de aan de gang zijnde pandemie.
In
twee woorden vestigt zich een totalitair regime via een welbepaalde
en ondertussen beproefde weg waarbij om te beginnen het weefsel dat
een volk samenhoudt, vernietigd wordt door de mensen te 'atomiseren',
af te zonderen, eenzaam en hulpeloos te maken en volledig afhankelijk
van vadertje staat en wel door middel van het induceren van gevoelens
van angst en onveiligheid. Om die angst te boven te komen, worden
maatregelen genomen die in wezen de vrijheid van de burgers beperken
terwijl zij uiteraard tegelijk de speelruimte van de heersers
uitbreiden tot dictatoriale proporties.
Het
heersende regime dat nu wereldomvattend blijkt, met name als de
Wereldgezondheidsorganisatie die nu volgens zekere critici in feite
wordt gemanipuleerd door een verkapte wereldregering met totalitaire
trekken, probeert haar machtsuitoefening te rechtvaardigen middels
een veiligheidsargument - (wereld)volksgezondheid - maar het met
geweld afdwingen van haar nieuwe en vaak absurde wetten verraadt
uiteraard de onzuiverheid van de door haar voorgewende motieven.
Terwijl het zich loens verbergende en tegelijk steeds meer macht
uitoefenende regime ermee schermt dat een onbehandelde pandemie het
voortbestaan van de mensheid of althans het leven van miljoenen
mensen zou bedreigen, wekt haar werkwijze argwaan bij wakkere burgers
die niet zozeer in de pandemie een bedreiging zien maar wel in de
opgedrongen 'bestrijding' ervan.
Interessant
is Desmets verwijzing naar de (ook in zijn doctoraat behandelde)
vervalsingen in het wetenschappelijk onderzoek die een crisis
veroorzaakten in 2005: tot vijfentachtig percent van de
besluitvorming blijkt fout; de onderzoeksresultaten blijken ficties.
Arendt verbindt dit met de grondstroom van het totalitarisme: het
blinde geloof in cijfers die niet stroken met de feiten, de
minachting voor de waarheid vanuit het enge wereldbeeld van de
Verlichting. En uiteraard jaagt de professor met deze stellingname de
vertegenwoordigers van het heersende paradigma tegen zich in het
harnas.
In
de eerste bladzijden worden wij zelfs geconfronteerd met een ietwat
rancuneuze homofobe uitlating welke nog slechts kan gedijen in
middens van gestagneerde katholieken.
Wij hopen dat wij ons vergissen wanneer wij menen te bespeuren dat
het oeuvre van Desmet godbetert een zekere heimwee uitwasemt naar de
kerk van weleer maar voor een terugkeer naar het tijdperk van
huichelarij, bedrog met waanzinnige verzinsels en sociale
ongelijkheid waarbij de vos, terwijl hij zijn wijnkelder etaleert, de
passie preekt voor een onder de duim gehouden, hongerig volk in
lompen, bedanken wij feestelijk: een specifieke vorm van
totalitarisme triomfeert nergens zo meedogenloos als in de theocratie
op welker leest ook het geloof van de Verlichting is geschoeid die nu
in navolging van de kerk fataal alle krediet verspeelt. Er zal
inderdaad een totaal nieuw paradigma moeten verzonnen worden.
Desmet
vertelt de historie van de pandemie als een realisatie van het
onvoorstelbare en hij haalt er Orwell bij om de virologen te
vergelijken met de varkens uit zijn Animal
farm: En net als de varkens van Orwell veranderden ze 's nachts
soms ongemerkt de regels.
En wat
verderop:Daar willen de varkens
naartoe: ons herleiden tot een QR-code in een groot
technocratisch-medisch experiment.
Angstwekkende
objecten vereisen controle en controle brengt nog meer angst: een
vicieuze cirkel die uitmondt in de vernietiging van de menselijke
integriteit. Zoals gezegd ziet Desmet de oorzaak in het
reductionistische mens- en wereldbeeld van de Verlichting dat hij zal
bespreken in zijn boek omdat het de voedingsbodem is voor
massavorming en totalitarisme. Het onderwerp wordt nu genuanceerd:
De focus (
) ligt niet zozeer op
wat men gewoonlijk met totalitarisme associeert - concentratiekampen,
indoctrinatie, propaganda, enzovoort - maar wel op het ruimere
cultuurhistorische proces.
Desmet belooft soelaas in een nieuw mens- en wereldbeeld (!) met een
herwaardering voor het spreken van waarheid...
(Wordt vervolgd)
(J.B., 18 februari
2023)
|