Schimmels
(Dit
artikels is een paragraaf uit het boek, getiteld: Het grote
interview met Omsk Van Togenbirger en andere teksten over de
totalitaire wereld, Jan
Bauwens, Serskamp 2022 )

Alle bomen dreigen te sterven, de gewassen volgen: tarwe, rijst, groenten...
1
Leven
is activiteit of verbranding en dat geeft hitte die zich verspreidt
in de lucht die daardoor steeds meer waterdamp naar zich toe trekt en
in warme, vochtige lucht gaan schimmels woekeren: deze micro-
organismen vreten het leven aan en ontbinden tenslotte alle andere
organismen tot niets dan mest.
Het
woord 'schimmel' komt van 'scimmel', dat 'roest' betekent en is ook
verwant met 'schemer'; het Latijnse 'fungus' zou een samentrekking
zijn van 'funus ago', wat wil zeggen: "Ik maak een lijk".
Schimmels
vreten de bomen aan, de olm verdween vrijwel totaal, van de berken
schieten er nog weinig over en ook alle andere soorten krijgen het
zwaar te verduren, de groene bossen worden sinds kort ontsierd door
grote groepen dorre stammen, de mot zit in de hagen, het gras kleurt
donkergeel en rot.
Fungi:
ze hebben gemeenschappelijke voorouders met de dieren, het zijn
vezeldraden die zich met miljarden tegelijk verspreiden door de
lucht, ze nestelen zich in planten, pelsen, darmen en longen waar zij
wassen ten koste van het leven van hun zieke gastheer die geen lucht
meer krijgt en stikt.
De
paddenstoel die wij zien is slechts een klein deel - het
vruchtlichaam - van de meercellige schimmel, het is schijnweefsel,
bestaande uit schimmeldraden die voor het overgrote deel onzichtbaar
zijn ofwel zien zij er bijvoorbeeld uit als een aanslag. Toch is de
honingzwam het grootste levende wezen op aarde en ook het oudste. In
Oregon leeft zo'n zwam die 2400 jaar oud is en zij beslaat 890
hectare.
De
meeste planten leven in symbiose met schimmels die ook een
voedselbron zijn voor sommige insecten en bepaalde soorten zijn
eetbaar of leveren antibiotica voor de mens terwijl andere ons kunnen
infecteren met bijvoorbeeld kalknagel of zwemmerseczeem.
In
de longen van twintig percent van de coronapatiënten op de Intensive
Care vindt men de Aspergillus schimmel die
heel vaak tot de dood leidt.
Aspergillus gedijt wonderwel op lichaamstemperatuur maar een gezond
immuunsysteem houdt die binnen de perken. Waarschijnlijk is de
schimmel er al maar gaat die pas gevaarlijk woekeren wanneer
bijvoorbeeld corona de patiënt verzwakt en het antimalariamiddel
hydroxychloroquine zou de groei van deze schimmel tegenwerken.
2
Schimmels,
bacteriën, virussen en nog andere micro-organismen vindt men terug
in allerlei grotere levende organismen - in planten, dieren en mensen
- maar als die wezens gezond zijn, houden zij de microben binnen de
perken zodat die helemaal geen kwaad kunnen verrichten. Men moet er
eens op letten: als de verkoudheden de kop opsteken, hoort men zelfs
de dokters zeggen dat men helemaal niet hoeft te vrezen voor de kou
omdat het de microben zijn en niet de kou die ziek maakt. Maar
etaleren zij aldus niet hoe weinig voeling zij maar hebben met
gezondheid en met ziekte? Gaat immers het ziek zijn niet vooraf aan
de invasie van de microben in ons lijf? Het ziek zijn of de honger of
het onderkoeld zijn maken ons vatbaar voor microben die zonder die
omstandigheden zo onschuldig zouden zijn als onze naaste buren.
Waarmee
nota bene gezegd is dat slechts de omstandigheden hoeven te
veranderen om van buren aartsvijanden te maken welke wij te vrezen
hebben zoals de burgers onder het regime van Nicolae Ceaușescu van
Roemenië hun medeburgers vreesden die hen immers naar het leven
stonden waar de regel gold dat verraad een burgerplicht is.
Een
boom wordt pas vatbaar voor schimmels als hij dood is want schimmels
voeden zich met dode organismen. De bacteriën die immer met ons
meereizen in onze keel, veroorzaken pas keelpijn als wij oververmoeid
geraken. Het griepvirus kan ons pas het bed in jagen als onze
gezondheidstoestand suboptimaal is en zo ook corona.
Als
mensen doodgaan, wordt dat al te makkelijk toegeschreven aan een
'ziekte', zoals men een microbe geheel onterecht gaan noemen is: een
microbe op zich is helemaal geen ziekte, een microbe is een levend
wezen. De ziekte daarentegen is een eigenschap van de mens zelf, een
toestand die optreedt waar wij er niet in slagen om de ontmoeting met
de microbe te laten verlopen zoals wij dat wensen.
Als
mensen sterven en hun dood wordt toegeschreven aan corona, kan dit
slechts betekenen dat corona op het ogenblik van hun verzwakking de
sterkste vijand was, want wij herbergen duizenden, zo niet miljoenen
microben in ons lijf en het zal uiteraard de allersterkste zijn die
ons het eerste velt als wij verzwakken, precies zoals het ook bij de
allerzwakste schakel is dat een ketting onder spanning breekt.
Waarmee meteen gezegd is dat het uitschakelen van corona de dood niet
weghoudt omdat dan nummer twee de klus zal klaren, precies zoals de
tweede zwakste schakel van een ketting onder spanning niet zal
weigeren te breken eenmaal de zwakste door een sterke werd vervangen.
Wanneer
een micro-organisme de ronde doet, zal nooit iedereen er ziek van
worden; zelfs de pest, typhus en ebola sparen meer mensen dan zij er
vellen. Zo blijkt er niet alleen een verband tussen enerzijds
gezondheid en ziekte en anderzijds lichamelijke omstandigheden:
gezondheid en ziekte staan ook in relatie tot de soort. Wanneer het
lijkt dat een ziekte uitgewoed raakt van zodra zij een zeker gedeelte
van het volk gedood heeft, dan toont zich die groepsfactor als mede
bepalend voor het ziekteverloop.
Andermaal:
de ziekte is niet de microbe maar wel onze vatbaarheid ervoor. Die
vatbaarheid is uiteraard een zaak van lichamelijke gezondheid maar
zij houdt ook verband met de groep waarvan men deel uitmaakt. Ziekten
immers vellen naar gelang hun aard een vast percentage van de
bevolking: waar zij weerstand ondervinden, worden zij agressiever
maar waar zij het al te makkelijk hebben, doen zij alras een stap
terug.
Microben
hebben er immers geen baat bij dat diegenen aan wie zij hun
voortbestaan danken, zouden verdwijnen en in die zin zijn zij dan ook
best vergelijkbaar met vampieren die periodiek opstaan uit hun graf
om zich aan mensenbloed te laven: ook zij hebben er alle baat bij dat
zij hun gulzigheid in toom houden zodat hun levensbronnen niet worden
drooggelegd.
Uiteraard
hebben mythen, sagen en legenden met geneeskunde niets te maken maar
misschien wel met geneeskunst: brengen zij niet vaker aan het licht
wat door de mazen van al te rationele zeven valt?
En
dan is er nog het getal, de magie der cijfers en de verhoudingen
welke de
facto
de wereld regeren, daar men immers heeft ontdekt dat de
kwantummechanica of dus de waarschijnlijkheidsrekening ultiem
bepalend blijkt voor wat al dan niet te gebeuren staat. Want niemand
is bij machte om de toekomst te voorspellen terwijl anderzijds die
fameuze wet der grote getallen nimmer faalt.
3
Bepaalde
microben in het lichaam zijn niet alleen normaal, ze zijn ook goed
voor de gezondheid en niet alleen omdat ze het immuunsysteem trainen
maar ook in die zin dat ze ons beschermen tegen meer schadelijke
microben van wie deze mee-eters immers de stoel bezet houden. Het
ministerie van volksgezondheid waarschuwt er in dit kader zelfs voor
om het gebruik van antibiotica te beperken of zo mogelijk te
vermijden.
Antibiotica
doden weliswaar bacteriën maar de keerzijde van dit verhaal bestaat
erin dat aldus zitplaatsen vrijkomen voor superbacteriën, met andere
woorden: mutanten van microben waartegen geen antibiotica meer helpen
omdat zij resistent geworden zijn. Soms is het dus beter om de
relatief onschadelijke bacteriën te laten zitten, hen niet met
antibiotica te verjagen en zodoende te vermijden dat hun plek wordt
ingenomen door micro-organismen tegen welke geen kruid meer gewassen
is. Vooral bij longontstekingen zou men zien dat de overlijdens
veelal volgen kort nadat antibiotica werden toegediend, al is het
bijzonder moeilijk om te bepalen welke factor daar de doorslag geeft.
Superbacteriën
worden ook ziekenhuisbacteriën genoemd omdat ze vooral floreren waar
veel antibiotica worden gebruikt: het zijn eigenlijk mutanten die
immuun geworden zijn voor elke bestaande bestrijdingsvorm. De kans
dat die mutanten opduiken wordt ook groter naarmate de microben in
kwestie feller worden bestreden, met name middels vaccinatie.
Men
kan ze misschien wel vergelijken met inbrekers die eenmaal men hen
gewapenderhand gaat bestrijden, zich voortaan zelf niet langer
ongewapend naar de plek van de misdaad begeven. De maatschappij
bestrijdt inbraak en diefstal middels sociale wetten die honger
helpen te voorkomen en op een gelijkaardige manier worden microben
ook vriendelijker als men hen niet al te zeer schuwt: vandaag raden
medici ouders aan hun kinderen vaker buiten in het zand te laten
spelen teneinde te bekomen dat hun afweersysteem verbetert, wat
betekent dat voor hen alvast bepaalde microben niet langer
ziekteverwekkers zullen zijn.
En
dan is er nog de kritiek van dr. Suzanne Humphries die de vaccinatie
als zodanig in vraag stelt. Zij onderzocht de vaccinatie van pokken
en zag dat in het Engelse Lester het aantal sterfgevallen ingevolge
pokken hoog bleef ondanks het feit dat daar duchtig gevaccineerd
werd. Ondanks alle waarschuwingen voor rampscenario's, besloot deze
stad ooit om te stoppen met vaccineren en tegen alle verwachtingen
in, waren er plots minder zieken en ook minder sterfgevallen.
Bovendien, wetende dat amper 5 tot 10 percent van de wereldbevolking
ooit werd ingeënt tegen de pokken en dat de pokken niet
zijn uitgeroeid, tonen grafieken inderdaad een afname van de
sterfgevallen mettertijd, edoch: vanaf het ogenblik dat men is gaan
vaccineren, is die afname vertraagd!
|