2013 en het lot van Midas
Van overbevolking is sprake van zodra er te weinig landbouwgrond is om een bevolking nog te kunnen voeden. Dat kan het geval zijn in een welbepaald land en dan rest uiteraard de mogelijkheid van handel drijven. Dreigt er overbevolking op wereldschaal, dan is dat uiteraard iets absoluut. Maar het is vooralsnog niet de overbevolking die ons bedreigt.
De prijs van producten hangt voor een groot stuk af van hun schaarste, en dat geldt zowel voor noodzakelijke als voor volstrekt overbodige zaken, als die maar worden begeerd. Een kunstwerk is niet levensnoodzakelijk maar het is wel schaars - het is uniek - en het volstaat dat meer dan één persoon het hebben wil, opdat het per opbod werd verkocht.
Onlangs werd een Picasso geveild voor een miljard dollar, maar theoretisch gezien kan een schilderij nooit zo duur worden als een brood dat schaars is. In tegenstelling tot een kunstwerk, is een brood immers levensnoodzakelijk, een brood kan het verschil maken tussen leven en dood. Bij de verkoop per opbod van een brood aan mensen die op de rand staan van de hongerdood, zal niemand van hen de prijs te hoog vinden als hij die betalen kan, en zo zal niet langer diegene die het meeste wíl bieden, het brood kopen, maar wel diegene die het meeste kán betalen - de rijkste - en dat is een heel verschil. Bij voedselschaarste verliest de vrije markt paradoxaal genoeg haar vrijheid omdat zij dan spontaan gehoorzaamt aan het recht van de sterkste, dat immers dwingend is: de zwaksten krijgen niet langer de toegang tot levensmiddelen.
Op de vrije markt hangt de waarde van een product af van zijn schaarste maar naast de marktwaarde is de eigenlijke waarde van de dingen uiteraard nooit weg te denken. Bij een overschot aan voedsel kan voedsel worden weggegooid, bijvoorbeeld om de prijs ervan de hoogte in te jagen, maar eenmaal een echt tekort dreigt, rijst de prijs de pan uit. Lang niet alles is te koop, de macht van geld is feitelijk zeer beperkt en men kan een kei het vel niet afstropen.
Als een land verarmt en de bevolking eist meer loon, dan wordt ten langen leste het ultieme redmiddel van de muntdevaluatie uitgespeeld: de banken gaan geldbiljetten bijdrukken. Edoch, voedsel of landbouwgrond bijdrukken is en blijft onmogelijk, en zo kan het papieren geld de honger niet bestrijden die de armsten treft. Het geld, de markt, de economie stoten hier op absolute grenzen: er zijn meer monden dan er kunnen gevoed worden.
Alle nieuwjaarswensen ten spijt is dat jammer genoeg de werkelijkheid die ingevolge de mislukking van de oogsten voor de deur staat en die in 2013 niet veel goeds belooft. Maar heeft men daar niet om gevraagd wanneer men de goederen vernietigde om zo kunstmatig schaarste te creëren teneinde de kostprijs van het voedsel op de markt de hoogte in te jagen en zodoende aan die vernielingen veel geld te kunnen verdienen? Andermaal, men had het kunnen weten: munten van nikkel en papier zijn niet te vreten. Reeds vele duizenden jaren geleden is de legendarische koning Midas ons in dit ongeluk voorgegaan: omdat alles wat hij aanraakte, veranderde in goud, moest hij zijn kunsten met de hongerdood bekopen.
(J.B., 21.12.2012)