Het
Vrijheidsbeeld in de schaduw van Trump

De
belangrijkste vernieuwing die het christendom in de wereld bracht, is
deze van de universaliteit: de gelijkheid van alle mensen, uitgedrukt
in de zin dat alle mensen kinderen zijn van één en dezelfde god.
Hiermee overstijgt de mensheid in één klap het nationalisme dat
immers alleen de leden van het eigen volk als (te verdedigen)
broeders en zusters beschouwt. In zekere zin deint het christendom
dan verder uit naar onder meer het humanisme en het
internationalisme, waarover onmiddellijk een woordje meer.
Het
nationalisme is niet alleen een aanleiding bij uitstek tot oorlog
waarbij het sterkere land het zwakkere poogt te verslinden, het staat
ook de humaniteit in de weg en het fundament voor de verdediging van
de rechten van de mens. Het is immers pas vanuit een universalistische
visie dat men daadwerkelijk kan pogen om in te grijpen wanneer in andere
landen bijvoorbeeld kinderen worden uitgebuit, slavernij wordt in
stand gehouden of vrouwen worden verminkt. Wie zich daarentegen
terugplooien op de eigen natie economisch maar ook politiek en
moreel zullen geneigd zijn om te oordelen dat andere naties maar
zelf moeten beslissen hoe zij de mensenrechten opvatten en zij zullen
niet opkomen voor de rechten van de burgers van andere naties, ook al
worden daar mensen massaal vermoord, laat staan dat zij zouden
opkomen voor de 'rechtenlozen' of de mensen zonder papieren.
Het
nationalisme is een verlengstuk van het individuele recht van de
sterkste, dat men overigens ook in de dierenwereld kan ontwaren in
het groepsinstinct en gedeeltelijk ook inzake het soortbehoud. In die
zin kan men het internationalisme overigens veeleer beschouwen als
een emanatie van het soortbehoud dan als iets typisch menselijks
terwijl het christendom niet het behoud van de soort op het oog heeft
maar het recht van elke mens die uiteraard de mensheid nodig
heeft om een persoon te kunnen zijn.
Wanneer de
nieuwe president van de Verenigde Staten van Amerika aan de wereld
verklaart dat hij wil dat het land dat hij op grond van een
meerderheidsbeslissing van het volk vertegenwoordigt, zich voortaan
niet meer zal inlaten met wat er in andere landen gebeurt, terwijl
hij welhaast in één en dezelfde adem belooft dat hij de huidige
terreurorganisaties zal uitroeien, spreekt hij zichzelf uiteraard
aardig tegen. Tenzij hij het terrorisme enkel viseert vanuit het
oogpunt van het nadeel dat dit kan berokkenen aan de eigen natie.
Edoch, waar het een niet door landsgrenzen gebonden terreur betreft,
zal vroeg of laat en eerder vroeg dan laat gaan blijken dat
een internationale terreur zeker niet kan gestopt worden door één
(zich van de rest van de wereld isolerende) natie: een wereldwijde
terreur moet met een internationale coalitie bestreden worden, wil
deze strijd ook maar enige kans op slagen hebben.
Wat betreft
nu de binnenlandse aangelegenheden, wil de nieuwe president het land
beschermen tegen immigranten en wel door het bouwen van hoge muren.
Een zich bijzonder tromperende visie is dat en zij zou ook bijzonder
lachwekkend zijn indien zij niet zo rampzalig was, want de huidige
Verenigde Staten bestaan uitsluitend uit immigranten: de
oorspronkelijke bevolking de zogenaamde Indianen werden
enkele eeuwen geleden immers uitgemoord door de kolonisatoren en het
restant van deze autochtone volkeren werd ondergebracht in reservaten
alwaar men hen nog steeds kan gaan bezichtigen. Voor de geschiedenis
hiervan, zie ons artikel De
Verenigde Staten van Amerika. Een beknopte historiek.
Weg dus met
dat Vrijheidsbeeld, dat naast de vrijheid ook de verwelkoming
symboliseert van terugkerende landgenoten, van gasten en van
immigranten.
(Jan
Bauwens, 21 januari 2017)
|