Het
interview met Omsk Van Togenbirger (Vijfde deel)
OVT:
Dat het einde vervat zit in het begin, is een wijsheid die reeds
voorkomt in het apocriefe evangelie van de apostel Thomas, ook
genoemd 'de ongelovige Thomas'. Twee boeren vonden het nabij de
Egyptische stad Nag Hammadi in 1945.
Daar heb ik over gehoord, ja...
OVT:
In feite gaat het om een Griekse vertaling uit de vierde eeuw van een
oudere tekst waarvan reeds eerder fragmenten opdoken, maar dat is
voer voor kenners. Maar wat mij van belang lijkt, is dit: de
overtuiging groeit bij een aantal onderzoekers dat dit evangelie, dat
alleen bestaat uit opgetekende losse, raadselachtige uitspraken die
doen denken aan de zogenaamde 'koans' uit het Zen-Boeddhisme, behalve
het oudste ook het meest betrouwbare evangelie is. De vier
synoptische evangeliën zouden maaksels zijn van latere datum,
aanpassingen als het ware van de feiten aan de wensen van de kerk.
Macht corrumpeert...
OVT:
Inderdaad. Het Thomasevangelie verwerpt overigens het Oude Testament
en noemt Jezus ook nooit 'zoon van God' maar wel 'de Levende', 'de
Zoon van de Levende', 'het Licht' en 'het Al'. Het rijk Gods is
alleen weggelegd voor aseksuele enkelingen die verzaken aan de
wereld en het is er reeds, men moet het alleen zien!
Vreemd...
OVT:
Vind je? Welnu, in dat evangelie vragen Jezus' apostelen hem hun te
willen vertellen hoe het einde zal zijn. Zijn antwoord luidt als
volgt...
Omsk
Van Togenbirger spreekt nu de woorden van 'de Levende' traag, luid en
op een heel geprononceerde wijze uit:
OVT:
Hebben jullie het begin ontdekt, dat jullie zoeken naar het einde?
Want waar het begin is, daar zal het einde zijn. Gezegend hij die
staat in het begin, hij zal het einde kennen en de dood niet smaken.
Het klinkt belangrijk... maar wat betekent het?
OVT:
Het is een koan, mijn beste, en dat wil zeggen dat niemand de
betekenis ervan beter kan uitdrukken dan zoals dat gebeurd is in de
koan zelf. Je moet er dus over nadenken en misschien komt er een dag
waarop je ineens een licht opgaat zodat je zegt: nu snap ik het!
Je laat ons nu wel op onze honger zitten met de vraag
naar de toekomst. Op welke manier moeten wij dan eerst het begin
begrijpen teneinde het einde te kunnen kennen?
OVT:
Ken je de grote Nederlandse dramaturg Joost van den Vondel? In feite
is hij een Duitser, hij werd immers geboren in Keulen maar hij leefde
en werkte in Mokum...
Omsk
Van Togenbirger begint zowaar te zingen:
OVT:
Brand in Mokum! Brand in Mokum! Zie 't is ginder! Zie 't is
ginder! Brand, brand! Brand, brand! En daar is geen water! Die
canon ken je toch nog, mijn beste?
Jazeker...
OVT:
Maar dat er geen water zou zijn in Amsterdam dat menig literator
vergeleken heeft met de hel vanwege het water van de wallen die zich
naar verluidt concentrisch schikken zoals de hellekringen in de
Comedia van Dante Alighieri: wat een grap! Maar wat ik wilde
vertellen: Vondel schreef heel veel, de man werd eenennegentig. Een
van zijn toneelwerken heet 'Lucifer' en het handelt over het begin
dat meteen het einde in zich heeft. Ken je het stuk?
Lang geleden lazen we een fragment ervan op school...
OVT:
Sint-Thomas ken je toch? Ik bedoel niet de ongelovige, de apostel,
maar de grote middeleeuwse theoloog, Thomas van Aquino? Je kent toch
de Thomistische wijsbegeerte? In zijn Summa Theologiae wist
hij naast de neoplatonici ook Aristoteles voor zijn kar te spannen en
zelfs de grote Islamitische filosofen zoals Averroes en Avicenna?
Dat herinner ik me, ja...
OVT:
Thomas beschreef de schepping als een groot en strikt geordend geheel
waarin alles en iedereen zijn vaste stek en bestemming heeft...
Ja, inderdaad...
OVT:
Welnu, deze orde was er van bij het begin maar toen God de mens
schiep, oordeelde de burgemeester van het heelal, de engel Lucifer,
dat die orde grondig verstoord werd.
En waarom? Had de Schepper dan een fout gemaakt?
OVT:
Volgens Lucifer wel. Lucifer is namelijk de meest redelijke onder
alle schepselen en daaraan dankt hij ook zijn naam. 'Lucifer'
betekent: 'drager van het licht' of 'drager van het verstand'. Je
weet dat God zijn engelen gebood de mens te dienen? Welnu, voor
Lucifer was dat een stap te ver. De mens is immers deels stoffelijk
terwijl de engelen pure geesten zijn: de pure geesten horen boven de
half geestelijke, half stoffelijke mens te staan. Wat de Schepper
gebood, verstoorde de orde! Het was totaal onredelijk! En Lucifer
kwam in opstand. De rest van het verhaal ken je zeker en vast:
Lucifer met zijn volgelingen, zowat een derde deel der engelen, gaat
in de hemel een strijd aan met Michaël en zijn legerschare. Lucifer
verliest en tuimelt naar beneden in de hel waar hij nu nog altijd
zit. Om zich te wreken, heeft hij in de vorm van een slang Eva
verleid door haar ertoe te brengen te eten van de verboden vrucht en
op haar beurt laat zij ook Adam eten, wat de mens ten val brengt. De
mens wordt verjaagd uit het paradijs en zal voortaan een aards en
sterfelijk wezen zijn dat zijn brood eet in het zweet van zijn
aanschijn. Maar God heeft medelijden en belooft een Verlosser te
zullen zenden. Zijn Zoon neemt de zonden van de mens op zich en boet
ze uit aan het kruis waarna wie in Hem geloven, opnieuw toegang
krijgen tot het eeuwig leven.
Wanneer je dat zo vertelt, Omsk Van Togenbirger...
bespeur ik terecht een verband tussen Lucifer en de grote kerkleraar
Thomas van Aquino?
Zeer terecht, mijn beste! Dat heb je trouwens goed
gezien! De grote Russische schrijver Fjodor Michajlovitsj
Dostojevski merkte het ook al op. In De grootinquisiteur van
Sevilla, een raamvertelling in zijn beroemde roman De
Gebroeders Karamazov, laat hij de kerkvorst kleur bekennen: ons
geheim is dat wij aan de kant staan van de duivel, zo verklaart daar
de vertegenwoordiger van de paus.
Een ware mythologie!
OVT:
Zeg dat wel, alleen gaat het hier niet om mythen maar om waarachtige
feiten.
Hoezo!?
Pausen,
mijn beste, zijn geen mythologische figuren maar politici van vlees
en bloed, wereldlijke machthebbers die te beslissen hebben over het
leven en de dood van tallozen. Zij tooien zichzelf met mijter en staf
en dure gewaden en zij marcheren niet wanneer zij zich verplaatsen
maar zij schrijden en als zij op draagstoelen liggen, glijden
zij voorbij; zij spreken Latijn in een door gewone mensen volstrekt
onverstaanbaar jargon en dat alles doen zij om de bedrieglijke indruk
te wekken dat zijzelf geen mensen zijn doch engelen of dan toch
semi-engelen. Na hun dood verklaren zij, zoals onderling afgesproken,
elkander zalig.
Geven zij niet het voorbeeld aan de mensen?
OVT:
Over hen kan niemand zeggen dat ze, zoals Jezus die zij hier zeggen
na te volgen en te vertegenwoordigen, geen steen hebben om daarop het
hoofd te laten rusten: zij slapen in ebbenhouten ledikanten met
zijden baldakijnen tussen kunstwerken waarvan de waarde niet kan
uitgedrukt worden in tonnen goud en hun corpulentie verraadt een
leven van alles behalve onthouding en vasten. De Vaticaanse en hoog
ommuurde luxe waarin zij hun ondermaans bestaan doorbrengen, grenst
aan het fabuleuze. Ja, het lijkt erop dat zij hun hemel hier al
zullen hebben gehad en zo behoren zij waarschijnlijk tot degenen die
hun loon al hebben ontvangen.
Maar er is godsdienstvrijheid! Niemand hoeft dat toch
te geloven?!
OVT:
De christelijke beschaving breidde zich in luttele eeuwen over zowat
de ganse aardbol uit: die sprookjes waren voor het grootste deel van
de wereldbevolking altijd bittere ernst.
Je denkt dus dat er, zoals voorspeld in het
christendom, een apocalyps komt?
OVT:
Helemaal niet! De apocalyps is van alle tijden, zoals ook het rijk
Gods en de hel: het is, zoals door de ongelovige Thomas wellicht
heel correct genoteerd, allemaal hier en nu aanwezig. Je ziet toch
dat de tijden de gestalte hebben van een spiraal? Het geheim van het
leven, het DNA, zit in een dubbele helix maar de tijden vormen zich
in een spiraal, en wel van buiten naar binnen, naar de kern toe.
Wat wil je daarmee zeggen?
OVT:
Als wij een voorstelling maken van de tijd, doen wij dat met een
lijn, een tijdlijn, nietwaar?
Ja...
OVT:
Maar zo loopt de tijd niet, mijn beste. Sommigen zeggen dat de
toekomst steeds het nieuwe en het onverwachte brengt en dat alles
doorgaat, vandaar de lijn; in de religies van het Boek gaat zij zelfs
van een beginpunt naar een eindpunt toe, een lijnstuk dus, al moet
gezegd dat na het eindpunt voor de mens de eeuwigheid begint. Anderen
geloven dat alles zich herhaalt. Maar geen van de twee opvattingen
strookt met de werkelijkheid: wij moeten kijken naar de banen der
planeten om te verstaan hoe ook de tijd zich door de nacht ontrolt:
de tijd valt, precies zoals de massa's vallen. De maan valt
naar de aarde toe, de aarde naar de zon, vandaar de schijnbare
cirkelgang, die in wezen een spiraal is. Twee spiralen eigenlijk, van
de beide massa's, naar elkaar toe. Een oneindig aantal spiralen, alle
massa's in de kosmos in beschouwing genomen. En zo ook loopt de tijd:
hij lijkt alles te herhalen maar niets keert op exact dezelfde manier
terug; wij gaan altijd een beetje dieper, gestaag maar zonder weerga,
met in het vooruitzicht niets anders dan de eeuwigdurende
verstarring. Ken je Das Lied von der Erde? De tekst is in
feite oorspronkelijk in het Chinees en de dichter heet Li Tai Po.
Gustav Mahler heeft het op toon gezet. Ken je het, mijn beste?
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
25 april 2021)
|