Macht
en moraal
Deel
8: Over het opleggen van het zwijgen (vervolg 5)
Het
mondmasker kent vele variaties want verplichte maskerades zijn geen
nieuwigheid en bovendien zijn ook de 'verantwoordingen' voor de
opgelegde verkleedpartijen niet aan hun proefstuk toe want als geen
andere maatregel doet het uniform het eigene, het unieke, de
persoonlijke preferentie en uiteindelijk ook de menselijke persoon
die daarmee samenvalt, teniet om alleen nog een menselijk exemplaar
over te houden dat immers in dat opzicht even perfect vervangbaar
is als een exemplaar van een roman, een auto of een dweil.
De
staat is niet in persoonlijkheden geïnteresseerd, in tegendeel staan
die het liegen van de machthebber aardig in de weg en daarom ook was
het eerste wat Stalin deed, toen hij in 1940 Polen binnenviel: (meer
dan twintigduizend) Poolse officieren executeren (het 'bloedbad van
Katyn') samen met nog duizenden andere intellectuelen en hetzelfde
deed Hitler met de universiteitsprofessoren in Kraków. (1) Het
systematisch oppakken en opbergen van intellectuelen in de
Sovjet-Unie is ons bekend uit De
Goelag Archipel
van Nobelprijswinnaar Aleksandr
Solzjenitsyn en
vandaag worden journalisten, vrijheidsstrijders en klokkenluiders met
het instemmende medeweten van zogenaamde progressieve landen vermoord
waarna de moorden verdonkeremaand worden en er door de machthebbers
wereldwijd een soort van omerta wordt opgelegd: de moord op Jamal
Khashoggi en de vervolging van Julian Assange zijn exemplarisch voor
die praktijken in de jongste politieke geschiedenis en hier te lande
is de zaak van Belgisch Congo opnieuw actueel.
Het uniform
als beproefde methode om mensen te beroven van wat het meest
menselijke aan hen is, kent een lange geschiedenis. In zijn werk over
de slavernij beschrijft de Zweedse historicus Dick Harrison hoe in
het kader van het transport van 12 miljoen negerslaven in de 15de tot
de 20ste eeuw, de Afrikanen, nadat zij gevangengenomen waren en
klaargemaakt voor de overtocht over de Atlantische Oceaan om op de
plantages in Amerika te gaan sneuvelen, vooreerst van hun kleren
werden ontdaan. (2) In het aangrijpende getuigenis Barracoon
van Zora Neale Hurston verhaalt Oluale Kossula, overlevende van het
laatste slavenschip, in een unieke getuigenis over de grote
vernedering van die ontkleding die de ontmenselijking van de
gevangenen tot doel had: de slavenhandelaren wilden de zwarten er
voor hun kopers [de slavenkopers worden in het fragment hieronder
door de verteller 'Hoeveel-kosten' genoemd] doen uitzien alsof zij
slechts beesten waren welke als bezittingen (lijfeigenen) konden
worden beschouwd. Oluale Kossula vertelt:
"Toen
we gereed waren (...) om het schip op te gaan, namen de
Hoeveel-kosten ons onze gewone kleren af. We probeerden onze kleren
te redden, we waren het niet gewend om geen kleren aan te hebben.
Maar ze namen ons alle kleren af. Ze zeiden: 'Er zijn genoeg kleren
waar jullie naartoe gaan'. O Heer, ik schaamde me zo! We kwamen
zonder kleren aan op Amerikaanse bodem en de mensen zagen dat we
naakte wilden waren. Ze zeiden dat we geen kleren droegen. Ze wisten
niet dat de Hoeveel-kosten ons onze kleren hadden afgenomen".
(3)
Ook op
andere slavenmarkten verschenen de slaven naakt en werden zij door
hun kopers gekeurd zoals vee. Het uniform van de naaktheid viel
tevens de gevangen in de concentratiekampen van de nazi's te beurt en
ook in de eerste krankzinnigengestichten die in feite gevangenissen
voor werklozen, landlopers en andere arme drommels waren, werd men
tot de naaktheid veroordeeld en dus tot de onpersoonlijkheid.
Opvallend genoeg gebeurt hetzelfde met patiënten in
consultatiekamers van artsen en in klinieken en bij operaties vinden
mensen het zelfs oké dat zij ook nog eens de huid worden
afgestroopt, weliswaar omdat hulp anders onmogelijk is maar de zaak
is hier dat in al deze gevallen al dan niet noodzakelijk de mens
inderdaad herleid kan worden tot zijn (dierlijk) lijf of tot het
geheel van zijn organen door hem van zijn kleren te ontdoen en hem in
feite te bekleden met het universele depersonaliserende adamskleed.
De navenante schaamte is dan identiek met de ontdekking van het (al
dan niet te verantwoorden) geobjectiveerd worden, tot ding herleid
worden door anderen en waar dit onterecht gebeurt, is sprake van een
immorele ingreep door wie macht doen gelden over andermans bestaan.
Maar in zekere zin doet het uniform hetzelfde: het ontdoet mensen van
hun persoonlijke kledij en het legt hen aldus voor een deel
het zwijgen op.
Het uniform
kent men bij uitstek voor soldaten in het leger omdat de mens in die
hoedanigheid tot de absolute gehoorzaamheid wordt veroordeeld: de
onderdaan liegt op bevel van zijn meester en als soldaat doodt hij op
zijn bevel omdat hij in die functie volledig aan zijn meester
toebehoort: het uniform wist de persoon van de soldaat als het ware
helemaal uit. Getrouwen van Adolf Hitler hebben verklaard dat zij na
de dagtaak, bij het verwisselen van hun uniform voor hun
burgerkledij, in feite ook van persoonlijkheid wisselden en zo konden
zij mét het uniform ook het moordenaarsgeweten achter zich laten.
Het uniform mag niet gedragen worden buiten functie en bij
pensionering moet het ook weer ingeleverd worden, waarna het door
anderen verder kan gedragen worden, wat illustreert dat hier de
functionaliteit voorop staat en wordt ingevuld door compleet
vervangbare burgers want dragers van een uniform vertegenwoordigen
een ander dan zijzelf.
Bijzonder
drastisch is de maatregel van het mondmasker niet alleen om
gezondheidsredenen maar ook en vooral omdat het masker de mimiek
verbergt waarvan bekend is dat die, meer nog dan de taal, de
communicatie tussen mensen regelt omdat deze uitdrukking geeft aan
emoties zoals vreugde en verdriet, kwaadheid, angst, afkeer en
verbazing die, zoals Charles Darwin als eerste opmerkte, universeel
zijn. Mimiek ontstaat door een complex samenspel tussen de hersenen
en (een twintigtal) gelaatsspieren en het masker verbergt naast de
bewuste, ook de spontane (of: echte) gemoedstoestanden die opwellen
vanuit de hersenstam en die spieren (zoals Duchenne's spier)
activeren die alleen door de beste beroepsacteurs bewust te sturen
zijn. Mondmaskers doen mensen gelijken op Parkinsonpatiënten en
naast de anderhalve meter, de bubbels en het samenscholingsverbod
maken zij dat de intermenselijke communicatie die de motor vormt van
alle maatschappijen en van het mensdom of de wereld als geheel,
grondig verstoord wordt, om niet te zeggen geheel teniet gedaan.
Zonder
de minste twijfel kan men stellen dat de mondmaskerade inzake de
intermenselijke communicatie zowat iedereen op het verkeerde been
zet, wat er zal voor zorgen dat binnen de kortste keren ook het nog
resterende verkeer tussen mensen vierkant draait en deze manier om
mensen het zwijgen op te leggen komt uiteraard alleen de heersers ten
goede, gehoorzamend aan de aloude wet der potentaten: divide
et impera!
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
27 juli 2020)
Verwijzingen:
(1)
https://mijnpolen.nl/1032-2/
(2)
Dick
Harrison, De
geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne
mensenhandel,
Uitgeverij Omniboek,
Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets
historia,
Historiska Media, Zweden 2015). Zie ook: Zo
werd Europa groot en rijk:
http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208098663.pdf
(3)
Zora Neale Hurston, Barracoon.
Oluale Kossola, overlevende van het laatste slavenschip,
De Geus BV, Amsterdam 2019, pag. 111.