De
nieuwe Kerst en het neo-fascisme

De interne
contradictie van het fascisme ligt in het feit dat deze 'ideologie'
het recht van de (fysiek) sterkste huldigt zodat zij in feite de
ontkenning is van elke ideologie. Ideeën staan immers in functie van
de cultuur, welke de brute natuur met als eerste en belangrijkste
emanatie het principe van het recht van de sterkste dient
ongedaan te maken en te overstijgen. De interne contradictie in het
concept van de 'ideologie van het fascisme' is dezelfde als deze in
het concept van het 'recht van de sterkste' aangezien ook in het
laatst genoemde geval geen sprake kan zijn van rechten waar het
geweld het laatste woord heeft. En zoals het zogenaamde 'recht van de
sterkste' geen plaats heeft in de verzameling van alle mogelijke
rechten, zo ook heeft het fascisme de ideologie van het geweld
geen plaats in de verzameling van alle mogelijke ideologieën.
Bijgevolg
is ook de verheerlijking van het fascisme welke binnen het
culturele domein plaats heeft intern contradictorisch of, eerder
nog, pervers: omdat het geweld niet-cultureel is, is een cultuur die
het geweld verheerlijkt, een ontkenning van zichzelf en waar zij zich
alsnog opdringt en zich middels geweld doorzet, verkracht zij
in feite de cultuur binnen haar eigen ruimte, precies zoals het
immoralisme het ethische binnen haar eigen ruimte verkracht waar het
zichzelf profileert als een geldige strekking binnen de verschillende
opvattingen over moraal. Er bestaat met andere woorden geen enkel
onderscheid tussen goed en kwaad waar het recht van de sterkste
heerst Friedrich Nietzsche sprak in dat verband over het Jenseits
von Gut und Böse en daar is derhalve ook geen ethiek en geen
cultuur mogelijk: de reeds bestaande cultuur waarop het fascisme
parasiteert, is derhalve gedoemd om ten onder te gaan zolang dat
fascisme standhoudt.
Zeer
begrijpelijk is het fascisme vaak onderwerp van spot omdat intern
contradictorische toestanden wezenlijk lachwekkend zijn tenminste
waar men zelf niet als slachtoffer betrokken is of waar die
'onmogelijke' toestand zich voordoet als onecht, als een spel of op
het toneel. Het ballet van Hynkel (Hitler) met zijn ballon-wereldbol
of de pompeuze optocht van de grootheidswaanzinnige Napaloni
(Mussolini) in de satire The great dictator van Charlie
Chaplin garanderen om die reden een tijdloos succes.
Tegelijk is
de belachelijkheid van het fascisme ook de reden waarom dergelijke
regimes er als de kippen bij zijn om de persvrijheid aan banden te
leggen: als de leugen paradeert en derhalve de hilariteit wekt bij
elkeen afzonderlijk, terwijl het alsnog streng verboden is dit
authentieke gevoel te communiceren, wordt er effectief helemaal niet
gelachen en zolang er niet gelachen wordt, kan men het regime er ook
niet openlijk op betrappen dat het belachelijk is. De hierachter
liggende psychosociale wet bekend van De nieuwe kleren van de
keizer (1) schuilt
overigens ook achter de omerta of de zwijgplicht opgelegd door de
maffia en zij wordt eveneens benut binnen de kerk onder
kloosterlingen of onder andere verdrukten, zoals bijvoorbeeld de
geschiedenissen van in kloosters verstopte ongehuwde moeders dat
laten zien. Zolang er niet gesproken wordt over het kwaad, lijkt het
wel alsof het helemaal niet bestaat en situeert zijn bestaan zich ook
wezenlijk in een schemerzone (van weliswaar veel reële
ellende) omdat pas het woord de dingen in het bewustzijn brengt en ze
zo in het bestaan naar binnen loodst. In dat verband spreekt Martin
Heidegger over de waarheid als onverborgenheid ( aletheia)
inzake het aan het licht brengen ervan een (filosofische)
activiteit, bedreven met de taal en dus in de communicatie, welke
reeds werd beoefend door Socrates die in 399 vóór Christus voor het
spreken van de waarheid betaalde met zijn eigen leven. De waarheid,
aldus Socrates, dient (met de juiste vragen) uit de menselijke ziel
opgedolven te worden door de vroedvrouw van de filosofie die zodoende
een verloskunst is: de filosofie helpt de waarheid geboren te worden.
Verhinderen dat de waarheid aan het licht komt en met repressie de
wereld onderduwen in het moeras van donkere onbewustheid en ellende,
is wat fascistische regimes gedoemd zijn te doen omdat zij bestaan
bij de gratie van de leugen, waarvan de enige kracht deze is van het
geweld. De waarheid komt immers net zoals het leven vanzelf aan het
licht zodat de leugen enkel met geweld (en dan nog slechts zeer
tijdelijk) kan regeren.
Vandaag is
de wereld beland in een tijdperk waarin overal neofascistische
regimes de kop opsteken, ook op het Europese continent dat nog louter
lippendienst bewijst aan de democratie en de mensenrechten in een
volgende fase zal ook die lippendienst wegvallen. Redenen en
argumenten zijn niet langer van tel, zelfs niet wanneer zij onder een
consensus van de regeringen van principieel alle landen ter wereld
werden omgesmeed tot wetten; wetten en mensenrechten worden zonder
kritiek genegeerd en zij die om hun rechten bedelen worden, net zoals
ten tijde van de concentratiekampen en de goelags, vergast op het
geweld van prikkeldraad. Is er soms onder u een vader die aan zijn
zoon een steen zal geven, als deze hem om brood vraagt?, zo vraagt
Jezus aan zijn leerlingen, maar het antwoord op deze oratorische
vraag blijkt helaas niet langer vanzelfsprekend. (2)
Zeer
beangstigend is de kentering die zich voordoet in het noordelijke
gedeelte van de zogenaamde 'nieuwe wereld': in de geestesloosheid van
het per definitie door geen enkel beginsel meer gedragen populisme,
verklaart de aanstaande president van de Verenigde Staten dat het
land zich in de toekomst niet meer zal bemoeien met wat er in andere
streken gaande is. Fascisten alom ter wereld krijgen van deze
grootmacht aldus vrij spel om hun gang te gaan en mensen van wie de
rechten worden geschonden, worden overgelaten aan hun lot door
volkeren die er nochtans prat op gaan de idealen van vrijheid en
broederlijkheid menselijke universaliteit hoog in het vaandel
te voeren. Making America great again, namelijk door de
idealen die de grootheid van het land uitmaken te gaan loochenen? Het
lijkt wel een grap maar het is ook aan de vooravond van deze Kerstmis
die wereldwijd de heilige familie op de vlucht herdenkt,
helaas de bittere realiteit.
(Jan
Bauwens, 18 december 2016)
Verwijzingen:
(1) De
nieuwe kleren van de keizer is een sprookje van Hans Christian
Andersen.
(2)
Context: In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Stel dat
iemand van u een vriend heeft. Midden in de nacht gaat hij naar hem
toe en zegt: Vriend, leen mij drie broden, want een vriend van mij is
van een reis bij mij aangekomen en ik heb niets om hem voor te
zetten. Zou die ander van binnen uit dan antwoorden: Val me niet
lastig; de deur is al op slot en mijn kinderen en ik liggen in bed;
ik kan niet opstaan om het u te geven? Ik zeg u, als hij al niet
opstaat en het hem geeft omdat hij zijn vriend is, zal hij toch
opstaan en hem geven al wat hij nodig heeft, om zijn onbescheiden
aandringen. Tot u zeg Ik hetzelfde: Vraagt en u zal gegeven worden;
zoekt en gij zult vinden; klopt en er zal worden opengedaan. Want al
wie vraagt verkrijgt; wie zoekt vindt; en voor wie klopt doet men
open. Is er soms onder u een vader die aan zijn zoon een steen zal
geven, als deze hem om brood vraagt? Of als hij om vis vraagt zal hij
hem toch in plaats van vis geen slang geven? Of als hij een ei vraagt
zal hij hem toch geen schorpioen geven? Als gij dus ofschoon ge
slecht zijt goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te
meer zal dan uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem
erom vragen. (Het Evangelie volgens Lucas: 11,5-13)