'Ouderen' en 'jongeren'
Wie vijftig wordt en werkloos is, wordt door de arbeidsbemiddelingsdienst opgeroepen voor een re-evaluatie of een heroriëntatie: wij worden oud, maar we blijven optimist, zo zegt zegt een instructrice het aan de opgeroepenen voor: we gaan dus eens kijken wat we allemaal nog wél kunnen! Op het internet heten vijftigplussers ronduit senioren en vijftig is ook de leeftijd waarop het aanvaardbaar begint te worden om op rust te gaan. Ofschoon zestigers dan weer aangemoedigd worden om aan de slag te blijven, maar dat komt doordat gepensioneerden uit een andere kas worden betaald dan werklozen - een kas waarvan de bodem in zicht is geraakt nadat politici jarenlang met die gelden op de beurs hebben gespeeld. Als het maar geld in 't laatje brengt, dan scandeert men zelfs dat het leven pas met vijfenzestig begint, of zelfs met zeventig, en de clerus blijft hardnekkig volhouden dat het ware leven aanvangt na de dood. Groot lijkt dus het optimisme van sommigen, al blijkt het daar bij nader onderzoek veeleer om verholen hebzucht te gaan. Waar elkeen lijkt te scanderen dat het leven pas met zeventig begint, daar denken ze allen tegelijk dat vijftig oud is, en wie het nog niet is, die wil zelfs geen veertig zijn. Andermaal tegelijkertijd wil iedereen wel honderd worden.
Maar de grootste onzin inzake leeftijden hoort men uit de mond van meestal jonge mensen, al zijn er ook wel ouderen die zich hier aan vergrijpen, waar zij zonder nadenken beweren dat er in de maatschappij twee groepen bestaan, met name jongeren en ouderen. Twee groepen, eventueel aangevuld met overgangsgroepen, zoals de kaste van de 'middelbare leeftijd' en die van de 'hoogbejaarden'. En zij die dit beweren, behoren op het ogenblik dat zij die bewering doen dan meestal tot de groep die zij als de 'jongeren' beschouwen, ook al zijn ze vijfendertig. Het ontgaat hen blijkbaar dat de tijd nimmer te stoppen is, dat het stilstaan van de leeftijden een illusie is voor wie er van houden zichzelf te bedriegen en dat wie zich vandaag bij de jongeren rekenen, door anderen reeds als hopeloos oud worden afgeschreven en door hen ook worden afgevoerd.
Niemand is ofwel jong, ofwel oud: elkeen begint bij nul en eindigt op de leeftijd van het eigen overlijden. In die tussentijd veroudert men - de enen al sneller dan de anderen - ook al zegt men dat men groeit en bloeit. De lichamelijke groei komt eerst, zo geloven sommigen, en de geestelijke groei komt pas als de lichamelijke aftakeling al een tijdje op gang is. Edoch, wetende dat de geest een puur lichamelijk gebeuren is, kan men alras vermoeden dat niet de geestelijke top doch het toppunt van bijvoorbeeld een carrière wat later komt dan in de bloeitijd van zijn leven. Zoals trouwens ook de oogst met al zijn vruchten intreedt in de oogstmaand - augustus - als de dagen reeds geruime tijd korter aan het worden zijn.
Wij geloven dat wij een welbepaalde leeftijd kunnen hebben, maar uiteraard is dit een illusie zoals een andere: er zijn geen leeftijden die dan, bijvoorbeeld, om het jaar zouden veranderen; er bestaan geen mensen die jaarlijks ouder worden, er zijn er zelfs geen die ouder worden met de dag: het ouder worden daarentegen is het proces van het leven zelf en indien dit proces, al was het maar één fractie van een seconde, zou stoppen, dan hield men ook voorgoed met leven op. Leven is verouderen omdat het leven zich niet afspeelt in een vermeend 'nu', een 'heden', een 'vandaag', 'dit jaar' of 'deze tijd', doch immer tegelijk zichzelf nalopen en verliezen moet: wie of wat ook leeft, verlangt naar het ogenblik dat komt en, eenmaal dat moment er is, glijdt het door de vingers gelijk zand of water. Verdwaasd kijkt men dan op wat was, terug en, eenmaal weer tot relatieve rust gekomen, blikt men dan opnieuw vooruit en de beweging herbegint. De beweging die doet denken aan de klimbeweging die een made maakt wanneer zij zich verplaatst: zij trekt haar achterste tot bij haar kop, haar staart raakt haar kop en zo vormt zij met haar lijf een lus; vervolgens werpt zij haar kop weer voor zich uit en vormt haar lijf een lijn: lus, lijn, lus, lijn, lus... totdat zij eensklaps verdwijnt in de bek van een mus.
Is het de bek van de mus die wij schuwen als wij maar liever jong wilden blijven, of is het de aftakeling van de oude dag? Vrezen wij voor de dood zelf of maakt het langzame sterven dat eraan voorafgaat, de oude dag zo weinig benijdenswaardig - althans in de ogen van velen? Hoe dan ook is leven sterven, om de reeds genoemde reden: het leven is een proces dat met het ouder worden samenvalt. Wie wil leven, wil ook sterven - andermaal omdat de twee geheel en al ononderscheidbaar zijn. Alleen het perspectief op de zaak zorgt voor hetzij de vrees, hetzij 't verlangen dat ons nooit neutrale bewustzijn begeleidt: wij willen leven waar wij naar morgen verlangen en wij vrezen de dood waar wij daarentegen terug willen naar wat gisteren was en vooral naar wie wijzelf gisteren waren.
Dat laatste te willen is weliswaar waanzin: niemand immers kan bij zijn volle verstand in de richting van het verleden willen gaan. Maar die waanzin, helaas, is zeer weids verbreid, en dat bewijzen alleen al de fortuinen die worden gemaakt door beloftes van eeuwige jeugd en reeds door allerlei producten die de nostalgie koesteren en voeden. Retro, antiek, musea, noem maar op: alle modes en trends keren om de haverklap terug, en dat lijkt wel vooral het geval met de muziek waarmee men immers zijn gevoelens van het moment associeert: muziek die speelde toen men jong was en verliefd, lijkt ons weer jong en verliefd te maken als wij ze in onze oude dagen opnieuw horen weerklinken, en dan kopen wij die plaatjes, cd's of wat het intussen ook mogen zijn, in de stille doch waanzinnige hoop dat wij aldus ook onze jeugd herwinnen.
Driewerf helaas, want de tijd kent slechts één enkele richting. En toch is en blijft dat een zeer goede zaak - andermaal: omdat leven en sterven in wezen hetzelfde zijn. Oud worden is het lot van al wie bestaan omdat bestaan per definitie oud worden is: men wil steeds langer bestaan en hoe langer men heeft bestaan, des te ouder is men ook geworden. De term 'jongeren' kan in dit licht dan alleen nog maar betekenen: mensen die door de band nog veel meer tijd met oud worden zullen spenderen dan diegenen die het al zijn.
(J.B., 2 augustus 2009)
|