De ziel is slechts een stukje vlees?!
Neurologen van de universiteiten van Gent en Antwerpen zouden ontdekt hebben dat het geweten, of de ziel, lokaliseerbaar is in de menselijke hersenen, en derhalve niets meer is dan een stukje vlees het zielenkwabje. Aldus werd alvast bericht in het VRT-journaal van 12 december laatst leden.
Dit moet klinken als muziek in de oren van de materialisten, die zonder enige twijfel een hand hebben in deze hype: niettemin een eenheidswetenschap vooralsnog toekomstmuziek blijft, lijken zij er alvast in geslaagd om (althans voor heel even en ook louter virtueel) in hun voorstelling van de zaken, ernstige wetenschappers uit heel andere disciplines voor hun kar te spannen. Maar bekijken we eerst wat er in feite werd ontdekt.
Neurologen tonen middels hersenscans dat de toediening aan proefpersonen van betekenisvolle prikkels (in feite: verhalen), welke in normale omstandigheden morele verontwaardiging uitlokken, een welbepaald stukje van de hersenen van de betrokken proefpersonen activeert. De hype had al een voorganger in het vertelsel van de zogenaamde leugendetector, maar hier is men veel duidelijker:
Bij het kunstmatig tijdelijk onderdrukken van de activiteit van het zielenkwabje tijdens het aanbrengen van materiaal dat normaal gezien morele verontwaardiging opwekt, beweert de proefpersoon zelf een gevoel van vreemde onverschilligheid te hebben.
Spontaan rijst de idee dat aldus het morele besef, of de ziel, principieel aan en uit kon worden gezet; dat het principieel hetzij onderdrukt, hetzij gestimuleerd kon worden. En uiteraard hangen hieraan ook bijzonder verregaande consequenties vast aangaande onze visie op de criminaliteit: als dit plaatje zich doorzet en standhoudt, zal misdaad steeds vaker worden herleid tot louter ziekte, en dienen criminelen niet gestraft te worden: zij verdienen daarentegen een medische behandeling.
We laten deze vaststellingen voor wat ze zijn, maar alvast één zaak is zeker: mensen bij wie, bij het horen van dit nieuws, het zielenkwabje in kwestie plotseling gestimuleerd wordt, dienen goed te beseffen dat zij zich in hun morele besef aldus grondig vergissen zo wil het immers deze nieuwe interpretatie zelf van de ziel. Want de opvatting dat moreel besef slechts een zaak is van een vleselijk kwabje, maakt dit moreel besef als zodanig uiteraard volstrekt irrelevant. De activiteit zelf van het zielenkwabje dient bijgevolg te worden veroordeeld als zijnde een anachronisme.
Over deze zaak kan uiteraard nog veel worden gezegd, maar reeds deze simpele interne contradictie etaleert alvast de volstrekte oneigenlijkheid van alle mogelijke pogingen om het moreel besef ondergeschikt te maken aan een vermeend nuchtere ratio. Ernstige filosofen daarentegen weten dat het cognitieve noodzakelijk ondergeschikt is aan het ethische, omdat waarheden een waarheids-waarde hebben, terwijl waarden als zodanig onmogelijk relevant als zijnde waar of onwaar kunnen bestempeld worden.
De hype is een zoveelste vertoning van een rede die, in zichzelf verzwelgend, het zicht op haar eigen grenzen totaal dreigt te verliezen.
Jan Bauwens, Serskamp, 13.12.06
|