Verborgen
dictaturen
Sinds veertien jaar
publiceert The Economist
een ranglijst die het democratische gehalte weergeeft van bijna alle
landen ter wereld, zijnde 164 VN-landen
plus nog drie andere. Niet minder dan 52 daarvan (die zowat een derde
van de wereldbevolking omvatten) kunnen als dictaturen worden
beschouwd met als koploper Noord-Korea, gevolgd door Guinee-Bissau,
Tsjaad, Syrië, Saoedi-Arabië, Turkmenistan, Oezbekistan,
Equatoreaal-Guinea, Congo-Kinshasa en Iran.
Als wij, burgers van
democratieën, over dictaturen horen, dan komt ons vaak niet veel
meer voor de geest dan het louter theoretische onderscheid met
niet-dictatoriale of democratische landen en zo weet zelfs een kind
dat een dictatuur een alleenheerschappij is, een
regeringsvorm waarin alle macht bij één persoon berust
terwijl een democratie een volksheerschappij is.
Maar de reële implicaties van dit onderscheid zijn een heel ander
paar mouwen en dat wil zeggen dat wij in feite helemaal niet
weten wat het inhoudt om in een
dictatuur te moeten leven zoals wij ook niet begrijpen wat het moet
zijn om honger te lijden of om gediscrimineerd te worden als dat leed
ons niet persoonlijk te beurt valt. Wij verstaan de zin: "Vandaag
hebben wereldwijd een miljard mensen honger" en zo verstaan wij
ook de zin: "Een derde deel van de wereldbevolking leeft in een
dictatuur" maar als het onderliggende leed niet behoort tot onze
directe ervaringswereld, houdt het verstaan van die zinnen maar
weinig in.
Men kan
zich een dictatuur voorstellen als een land met aan de top een
goedlachse dikkerd zoals Mussolini die luidkeels door een megafoon
staat te dicteren terwijl een ja knikkend volk toehoort en in het
licht van dit naïeve onverstand kon de dictatuur bij menig
toeschouwer op afstand warempel sympathie opwekken. Mussolini, 'il
duce' of 'de leider', de Italiaanse 'Führer', heeft net zoals
Hitler, Stalin en Mao nog steeds een lange rij aanbidders ofschoon
deze grootheidswaanzinnige verantwoordelijk is voor een vergeten
oorlog tegen Ethiopië die ook wel eens 'de jongste kruistocht' wordt
genoemd vanwege de gruwel waarmee de fascist het land tot Italiaanse
kolonie wilde maken: hij bombardeerde opzettelijk kerken, kloosters,
burgers en klinieken met mosterdgas en maakte in zeven maanden tijd
730.000 doden en dit met de enthousiaste steun van de
kerk in de persoon van de aartsbisschop van Milaan, Alfredo Ildefonso
Schuster die de soldaten zegende en hen bezwoer dat god aan hun zijde
stond.
En wie nog twijfelen aan het dictatoriaal karakter van de katholieke
kerk dienen dringend kennis te nemen van het feit dat Schuster in
1996 (!) door Joannes-Paulus II zalig werd verklaard. Deze laatste
werd op zijn beurt heilig verklaard in 2014.
Dictators
zijn achterbaks omdat het kwaad het licht schuwt en zo verraden zij
zich in de gruwel. Een man die kritiek uit op de regering gaat in het
buitenland een ambassade naar binnen terwijl zijn vrouw hem opwacht
aan de poort maar hij keert niet meer terug; hij blijkt vermoord,
zijn lijk werd in stukken gesneden en in een bad met zuur gelegd om
op te lossen. Bovendien bepleit de machtigste man ter wereld dat het
geoorloofd is om de moordenaars de hand boven het hoofd te houden
omdat er economische belangen in het spel zijn. Een journaliste die
aan een regeringsleider uitleg vraagt over de verdwenen homo's in
zijn land, wordt kort daarop in een hotel in elkaar geslagen - zij
blijkt de zoveelste in een steeds langer wordende rij van vaak
dodelijke slachtoffers maar op de politieke wereldtribune gaat de
moordenaar gewoon door met handjes schudden met de machtigen der
aarde. Een priester die tijdens een preek uitroept dat het gedaan
moet zijn met het laten verdwijnen van duizenden kinderen, wordt door
een doodseskader om het leven gebracht; de officiële versie voor de
doodsoorzaak luidt dat de man omkwam in een auto-ongeval. Of een
vee-arts-keurder die hormonenhandelaren op de bon zet, wordt door
drie mannen uit zijn wagen gesleurd, in een gracht geduwd en
koelbloedig afgemaakt. De moordenaars komen er met een paar jaar van
af en iedereen kan vaststellen dat tientallen jaren later alle vee
nog altijd opgeblazen in de wei staat. In rubberplantages worden
gekoloniseerden tot dwangarbeid verplicht en van hen die weigeren,
worden de vrouwen en de kinderen gedood: in amper een paar decennia
vallen meer dan tien miljoen slachtoffers.
Saoedi-Arabië,
de Verenigde Staten van Amerika, Tsjetsjenië, El Salvador, België:
de dictatuur is alomtegenwoordig en het merendeel van de politieke
moorden kennen wij alleen als verdwijningen, zelfmoorden of geheel
onverdachte overlijdens. Niemand heeft er enig idee van hoe
omvangrijk de liquidaties zijn welke dictators alom in het zadel
moeten houden.
De
dictatuur als carnaval
Zoals uit wat voorafging
al mag blijken, kan men zich inzake dictaturen niet beperken tot
alleenheerschappijen die betrekking hebben op politieke eenheden of
staten: dictaturen kunnen zich ook voordoen binnen religies, in
economieën en industrieën en zelfs inzake wetenschappelijke
opvattingen. In de economie spreekt men over monopolievorming, in
religies heeft men het over fundamentalisme en met betrekking tot
wetenschappelijke stromingen wordt vaak gesproken over paradigmata.
Soms ook is er sprake van tijdelijke dictatoriale trekken of
noodmaatregelen die zich verbergen of die zich trachten te
verantwoorden, zoals de algemene tendens bij politici om na een golf
van terroristische aanslagen de vrijheid van de burger te gaan
beperken in functie van de veiligheid en daar dan garen bij te
spinnen, bijvoorbeeld met de oprichting van een extremistisch bewind.
Politici trekken dan meer macht naar zich toe dan aanvankelijk door
de wetten wordt toegestaan en dit als tegengif voor de in zogezegd
abnormale omstandigheden noodlottige traagheid en inefficiëntie
welke beslissingsprocedures met uitgebreid parlementair overleg
onvermijdelijk begeleiden. Nood breekt wet en zo worden
noodtoestanden dikwijls artificieel gecreëerd om bij het grote
publiek de schijn te wekken dat spoed noodzakelijk is en dat er een
reden bestaat om van de normale gang van zaken af te wijken en aan
enkelingen volmachten toe te kennen. Er ontstaat dan een zekere
paniek bij de bevolking die vaak al te gedwee haar beslissingsmacht
overlaat aan deze enkelingen die zich voordoen als redders des
vaderlands en aan wie men dan vertrouwen schenkt, louter op grond van
hun belofte dat zij de
situatie zullen rechttrekken in het algemeen belang. Zo kwam in 1933
in Duitsland Hitler aan de macht met zijn NSDAP nadat deze
welbepaalde vijandsbeelden alsook de angst voor zekere gevaren in het
leven had geroepen waartegen een 'normale' regering (men leze: een
democratie) niet zou opgewassen zijn: politieke tegenstanders en
vrije meningsuiting in het algemeen werden verboden en alleen het
credo van een nieuwe elite van machthebbers kon en moest voortaan
door iedereen gezongen worden.
Een dictator speelt in
op een algemeen onbehagen en beoefent op die manier een zekere vorm
van populisme. Hij verwoordt de verzuchtingen van een (vaak
meedogenloze) menigte en verschaft die tevens een legitiem karakter
door ze openbaar te maken. Zo gaven de nazi's bepaalde minderheden de
schuld van de economische malaise en omdat deze minderheden tevens de
zwakkeren zijn, kunnen zij zich tegen de onrechtvaardige agressie
niet verdedigen en moeten zij het ontgelden. Iedereen wist dat de
Joden helemaal geen schuld hadden aan de economische crisis van de
jaren dertig maar omdat het volk nu eenmaal een zondebok wil, was er
geen verzet tegen die gemene leugen en onderging dat volk hetzelfde
lot als hun volksgenoot Jezus van Nazareth tweeduizend jaar eerder:
als onschuldige lammeren werden zij afgeslacht, het was een
industrie, zes miljoen mensen, en terwijl de genocide plaats had,
keek de menigte prompt de andere kant op.
De dictatuur van de
nazi's werd gekenmerkt door fascisme: het was een dictatuur met één
autoritaire leider of machthebber en paradoxaal genoeg kon de
minachting voor de volksheerschappij rekenen op de enthousiaste steun
van het volk. Edoch, de geschiedenis toont dat het enthousiasme van
de meute in tijden van dictatuur en fascisme bijzonder bedrieglijk
is: men herinnere zich hoe de schijnbaar door het volk op handen
gedragen Roemeense dictator Nicolae Ceaușescu
en zijn vrouw Elena, die aan het hoofd stond van de Securitate, in
1989 voor het oog van een wraakzuchtige mensenmassa onverbiddelijk
werden gelyncht. Ruim zeventig jaar eerder ondergingen de Romanovs
een gelijkaardig lot nadat de grootvorsten, de tsaren en de keizers
bijna duizend jaar lang over Rusland hadden geheerst. De vrede en het
geluk in een dictatuur zijn even hypocriet als de dictator zelf omdat
daar waar van vrijheid geen sprake is, enkel dwang bestaat terwijl
wat zich voltrekt onder dwang uiteraard onbetrouwbaar is en vals.
Onder dwang kan niemand zich als mens ontwikkelen en gebiedt men een
mens zich te ontwikkelen, dan zal zijn noodzakelijke keuze voor de
vrijheid hem in de perversiteit drijven: samen met de dwang zal hij
de ontwikkeling laken. Want wat afgedwongen wordt, mist een hart en
is dood nog vooraleer het kan geboren worden. Vooruitgang onder dwang
is een kaartenhuisje. Vooruitgang, opvoeding, arbeid, feest en zo
meer, tot en met rouw: dwang maakt er een komedie van. Elke dictatuur
is een carnaval.
Is
god dan een dictator?
Geloven onder dwang is
een van de meest carnavaleske sociale creaties die ooit het licht
hebben gezien op deze aarde maar tot voor kort was dit ook hier te
lande de regel en wie deze regel niet respecteerden, moesten de
gevolgen dragen die dikwijls bijzonder ernstig waren. Wie de
zondagsmis niet bijwoonde, risceerde zijn job te zullen verliezen,
zeker als dat een job was in het onderwijs, in de zorgsector of in de
verzuilde politiek. Wie zijn kinderen niet liet dopen, werd er alras
van beschuldigd hun eeuwig verblijf in het hellevuur op zijn geweten
te halen. En wee degenen die gehandicapt ter wereld kwamen of van wie
een kind niet helemaal gezond was want zij werden ervan verdacht
gezondigd te hebben en hun zonde op deze manier te moeten uitboeten.
Geloven is aannemen van
een ander wat men zelf niet kan zien en houdt derhalve het allerminst
denkbeeldige risico in dat men door die ander bij de neus wordt
genomen, voor de gek wordt gehouden. Is men bovendien
verantwoordelijk voor een gezin dan werpt men met zijn geloof zijn
vrouw in de waagschaal en al zijn kleine, onschuldige kinderen want
zij moeten het bekopen als men door de belover bedrogen wordt.
Derhalve moet men ofwel goed gek zijn om te geloven ofwel staat men
onder dwang en dat laatste was alvast in onze contreien vele eeuwen
lang een onmiskenbaar feit. Maar zoals hoger gezegd, is geloof onder
dwang geen sikkepit waard omdat niemand het helpen kan dat hij al dan
niet gelooft: zoals de kerk zelf het voorhoudt, is het geloof een
genade van de Heer en voor wie deze genade missen, is het niet anders
dan onverstandig om te handelen alsof men gelovig was. Niemand kan
het helpen dat hij niet gelooft wat een ander hem voorhoudt omdat
iedereen zelf verantwoordelijk is voor wat hij al dan niet gelooft en
allerminst diegene aan wiens woorden hij geloof heeft geschonken. Als
die woorden dan nog eens bijzonder fantasierijk klinken, zou men wel
gek moeten zijn om er zelfs alleen maar aandacht aan te besteden,
tenzij men op zijn beurt de bedrieger in het ootje wil nemen,
bijvoorbeeld omdat men uit zijn hand moet eten of land van hem heeft.
En uitgerekend in dat geval verkeren al de ingezetenen van een
dictatuur: zij doen wat hen wordt opgedragen, wat van hen verwacht
wordt, en zij veinzen te geloven in wie hen bevelen uitdelen omdat
gijzelaars alleen op die manier het recht hebben op de hoop dat zij
ten langen leste hun hagje zullen kunnen redden.
En kijk, op het ogenblik
dat de macht van de dictator het begeeft, keren zij hun kar en laten
zij hem links liggen alsof hij nooit had bestaan. Dat is de reden
voor de leegstand van de kerken vandaag de dag: zij worden voortaan
gebruikt als concertzalen, als musea, als warenhuizen of als bars en
geen mens denkt er nog aan om bij het betreden van die ruimten een
stilte in acht te nemen, laat staan zich een kruis te slaan. De
kinderen van nu weten niet meer dat het nog niet zo lang geleden
doodzonde was om in een kerkgebouw te praten, zij hebben nooit over
hosties gehoord of over het verbod om erop te kauwen en de plicht om
ze alleen nuchter te ontvangen en na eerst alle zonden te hebben
opgebiecht. Wat is biechten? - zo zullen zij vragen. Wat is zonde? En
waarom bestond dat vroeger wel en nu niet meer? Waarom maakten mensen
vroeger een kruisteken en verachtten zij de homo's? Waarom brachten
zij de Hitlergroet en joegen zij de Joden weg?
De
norm en het kalf
Dictatuur en fascisme
gaan hand in hand en menigeen die zelf niet van de stok krijgt,
hanteert hem al te graag zonder zich daarbij verdere vragen te
stellen. Zo beschreef de Swaen in The
Killing Compartments
over de moordpartijen in Rwanda hoe mensen die zich bedreigd voelden
door moordende bendes, zich haastten om zich bij hen aan te sluiten
teneinde zodoende zelf aan de dood te kunnen ontsnappen en zij
blijken blind voor het leed dat zij veroorzaken, ze hebben alleen oog
voor datgene waaraan ze zelf ontsnappen. In een maatschappij met een
concurrentiële economie zien de rijken de armen niet omdat zij door
hen ook niet bedreigd worden; zij houden alleen degenen in de gaten
die het nog beter doen dan zijzelf en trachten hen de loef af te
steken om hogerop te komen. Eenzelfde blindheid treft al degenen die
beantwoorden aan de normen en de vereisten van een welbepaalde
samenleving: zij hebben geen oog voor wie niet in de pas (kunnen)
lopen omdat zij bijvoorbeeld manken want het is pas wanneer men zelf
mankt dat die afwijking opmerkt.
Mensen die afwijken van
de norm, moeten dikwijls ondervinden dat zij leven in een dictatuur
waarvan alle anderen het bestaan niet eens vermoeden: de dictatuur
van het normaal. Omdat mensen kuddedieren zijn, apen zij elkander na
en volgen zij de mode van de dag op straffe van sociale uitsluiting.
Ook het fatsoen (verwant met het woord fashion dat
andermaal verwijst naar mode) is allerminst een of andere moreel
hoogstaande gedragscode maar wel een door machthebbers afgedwongen
handelwijze met als doel de massa in vooraf vastgestelde banen te
guideren, haar te manipuleren en er over te heersen. Omdat mensen
uiteraard nooit vanuit eigen overtuiging of vanuit het hart de norm
volgen omwille van de norm doch steeds met het oog op sociale
acceptatie en dit ongeacht de inhoud van de norm, is fatsoen per
definitie hypocriet: fatsoenlijk gedrag is een toneel, precies zoals
het volgen van de mode dat is. De hedendaagse trend die gebiedt om
kleren met gaten te dragen, toont aan dat de primaire functie van
kledij er niet langer in bestaat ons warm te houden en onze naaktheid
te bedekken: de nood aan sociale acceptatie heeft de voorrang op de
genoemde functies en spreekt deze zelfs tegen waar middels kledij de
naaktheid gesuggereerd en derhalve geaccentueerd wordt. De auto is
pas in de tweede plaats een vervoermiddel, vooreerst is hij een
statussymbool en hetzelfde geldt voor huizen, inboedels,
overtuigingen, conversaties en noem maar op. Mensen van stand wassen
hun ondergoed niet, zij kopen nieuw; zij repareren noch recycleren,
zij hebben de dringende behoefte om zelfs aan wie hen volkomen vreemd
zijn te gaan etaleren dat ze geld hebben; ze willen zich van ongeacht
wie onderscheiden, kijken op anderen neer en eigenen zich het recht
toe om die anderen vervolgens te bevelen, te bestelen en uit te
buiten. De wegwerpmaatschappij is daarom tegelijk de dictatuur van de
'hebbers'; het hebben is de (dwingende) norm geworden. De
perversiteit van deze dictatuur toont zich hierin dat de hebbers
principieel ongestraft bijvoorbeeld al het brood kunnen opkopen en
het daarna vernietigen terwijl anderen honger lijden: het geld geeft
hen dat recht; wat zij teveel hebben geeft hen het recht om het
tekort van anderen nog te doen toenemen. Dit absurde beginsel sticht
een dictatuur welke de dictatuur is van het gouden kalf dat, zoals
intussen niemand meer zal betwijfelen, over lijken gaat.
Dictators
hebben niks te vertellen
In het opstel De
eeuwige terugkeer van het fascisme
vertelt Rob Riemen, stichter van het Nexus Instituut van Tilburg,
hierbij geïnspireerd door La peste uit 1947 van Albert Camus,
dat het fascisme een onuitroeibare pest is. In datzelfde jaar schreef
Thomas Mann dat reeds Nietzsche het fascisme waarvoor elkeen blind
blijkt, aankondigde. In 1812 bespeurt Goethe hoe jonge mensen alleen
nog oog hebben voor vermaak en in 1831 schrijft de in de V.S.
rondreizende Alexis de Tocqueville hoe de nog jonge democratie aldaar
reeds bedreigd wordt door een massacultuur van oppervlakkig
amusement. In zijn De opstand der horden uit 1930 heeft Ortega
Y Gasset het opnieuw over de massamaatschappij met haar nihilisme dat
hij samen met Nietzsche toeschrijft aan de teleurgang van de aloude
waarden: het ware, het goede, het schone. Er resten alleen nog een
uitgeholde 'vrijheid' zonder verantwoordelijkheid en het driftenleven
dat eenmaal het op zijn grenzen botst, alleen nog agressie en geweld
voortbrengt. Karl Kraus verwijt ook aan de journalistiek dat zij
geestloos werd en alleen nog sensatie en oppervlakkig gezwets
voorbrengt. Paul Valéry schrijft in 1920 over de crisis van de
menselijke geest dat mensen blasé geworden zijn, kwantiteit
verkiezen boven kwaliteit, tevreden zijn met de middelmaat maar
niettemin ongelukkig zijn. En Max Scheler in Das Ressentiment im
Aufbau der Moralen (1912) heeft het over een ontaard
gelijkheidsideaal: blasé geworden keert de massamens zich in zijn
wrok tegen de hogere geestelijke waarden en haar dragers, de elite,
die tot zondebok wordt. De vrijheid wordt persers en gewelddadig.
Menno Ter Braak schrijft in 1937 in Het nationaal-socialisme als
rancuneleer hoe de wrok een zondebok zoekt in de intellectuele
elite, de joden en de vreemdelingen. Na de verwerping van de waarden
wil de massa koste wat het kost een leider en alras bieden zich
volstrekt geestloze populisten aan, maar dat volstaat voor de massa
die nu alleen gehoorzaam wil zijn aan wie op de zondebokken schelden.
Struisvogelpolitiek baant dan de weg voor het fascisme, zoals in
Italië en in Duitsland en van zodra deze aan de macht komen, worden
zij door het kapitaal gesteund want ook het geld interesseert zich
niet voor inhoud doch slechts voor (geestloze) macht. De
belangrijkste lessen uit de geschiedenis worden in de wind geslagen
met voorop Primo Levi die waarschuwt dat het ondenkbare dat alsnog
gebeurd is (de shoah), zich kan herhalen. De afweer daartegen is
volgens Theodor Adorno en Thomas Mann de onafhankelijke geest en voor
Albert Camus de schoonheid als grond voor de waardigheid van mens en
wereld. In de V.S. op de vlucht voor nazi-Duitsland waarschuwt Thomas
Mann in War and Democracy (een lezing gehouden op 3 oktober
1940) voor het fascisme dat sluw zichzelf zal promoten "in de
naam van de vrijheid". Het betoog van Riemen besluit met een
vaak onopgemerkte waarheid: dat populisten en fascisten er maar op
los liegen en dat zij in feite helemaal niks te vertellen hebben, zij
zijn nihilisten: hun programma is een lege doos, zij zijn volkomen
geestloos en hun inhoudsloze macht draait uit op blind geweld. En zo
zien wij hier andermaal dat de povere macht van dictators is zoals
die van het zielloze geld: het is de macht van de dreiging.
Elitarisme?
De teneur van het opstel
van Rob Riemen gaat duidelijk in de richting van een zeker elitarisme
maar dan rijst uiteraard de vraag om welke elite het hier gaat
wanneer men speurt naar de oorzaak voor het ontstaan van het algemene
ongenoegen, het populisme dat daarop teert en het fascisme dat er
tenslotte uit voortspruit. Als sprake is van een elite, gaat het dan
om de adel van weleer? Gaat het om de hoge adel zoals Leopold II van
wiens beeltenis de hand werd afgehakt? Juan Carlos I, die als
voorzitter van een dierenbeschermingsorganisatie een heup brak op
olifantenjacht? De Nederlandse dynastie over wiens kolonies Multatuli
boeken schreef? De Portugezen met hun slavenhandel? Het Engelse hof
zoals bezongen door William Shakespeare? En als de auteur het over
het christendom heeft, bedoelt hij dan misschien te zeggen dat het
katholicisme onze beschaving fundeert?
En wij denken dan aan het zelfverklaarde hoogste gezag van
Gregorius VII in 1075? Het Dictatus Papae dat de gegarandeerde
zaligheid der pausen bevestigt? De kruistochten die aan
honderdduizenden het leven kostten, incluis de door de bisschop van
Milaan gesteunde zogenaamde 'jongste kruistocht' uit 1935-'36 onder
Mussolini in Abessinië met 730.000 doden? De slavernij onder paus
Adrianus VI met zijn requerimento uit 1513? De verkettering
van de joden welke het fundament legde voor de jodenhaat en de
holocaust? De inquisitie misschien, zo raak getypeerd door niemand
minder dan Dostojevski? De verkettering van de homo's met de bijbelse
vertelsels over Sodoma in verband waarmee de socioloog Frédérick
Martel een boekje opendeed?
Men moet ernstig
blijven. Het lijkt er veeleer op dat de 'elites', zowel de
wereldlijke als de geestelijke, veeleer de aanstokers waren van het
algemene ongenoegen waaraan populisten en fascisten hun bijval danken
dan degenen van wie een remedie te verwachten viel. "Mijn rijk
is niet van deze wereld" en: "Niemand kan twee heren
dienen, niet god en de mammon": als de woorden van Christus
enige waarheid bevatten, dan moet men de 'elites' waarvan sprake, als
zij al bestaan, inderdaad elders zoeken. Misschien bevinden zij zich
wel bij de slachtoffers van de zelfverklaarde adel, de wegen gods
zijn immers ondoorgrondelijk. Misschien zijn zij wel terug te vinden
onder degenen op wie de geestelijkheid neerkijkt van op haar hoge
tronen in het veilig ommuurde, weelderige bastion dat alvast geen
enkele gelijkenis vertoont met de kerststal of de kribbe.
(J.B., 13-17 februari
2020)
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dictatuur
https://nl.wikipedia.org/wiki/Democratie
https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3188709
Abram de Swaan, The
Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators,
2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten
van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders,
Prometheus, 2014). Zie o.m.:
http://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3040863
Rob Riemen, De eeuwige terugkeer van het fascisme, Uitgeverij
Atlas, Amsterdam/Antwerpen 2010.
Zie het artikel: "Fundeert het katholicisme onze
beschaving?":
http://blogimages.bloggen.be/tisallemaiet/attach/93208096418.pdf