|
Repressie
Aflevering
1
De
Belgische kolonie Congo werd op 30 juni 1960 onafhankelijk en daarna
werd de macht toegekend aan stromannen die tot op heden een verkapt
kolonialisme voerden om de westerse belangen in Afrika veilig te
stellen en daarbij werden opstandelingen zoals Patrice Lumumba door
het westen systematisch onschadelijk gemaakt. Maar Congo was niet de
enige Afrikaanse kolonie die in 1960 de zogenaamde onafhankelijkheid
verwierf en zo bijvoorbeeld veroverde op 3 augustus 1960 Niger de
onafhankelijkheid van Frankrijk en op 17 augustus 1960 was het de
beurt aan de Franse kolonie Gabon. Telkens kwamen daar dan stromannen
aan het bewind die voor de ogen van de wereld de schijn hoog moesten
houden dat het kolonialisme teneinde was terwijl de uitbuiting gewoon
doorging onder een andere vlag.
België
gelooft tegen binnen een zevental jaren het jubelpark te kunnen
opfleuren om daar het tweehonderdjarige bestaan van het land te
kunnen vieren - jawel, in het jubelpark, een van de megalomane
bouwwerken van koning Leopold II, opgericht met het fortuin dat onder
zijn alleenheerschappij verworven werd dankzij het bloed van naar
schatting acht tot twaalf miljoen zwarte Congolezen - maar in zeven
jaar tijd kan veel gebeuren. En zo is op 24 februari 2022 een van de
belangrijkste BRICS-landen de sinds 1991 onafhankelijke
democratie Oekraïne binnengevallen met als feitelijk gevolg een zich
almaar uitbreidende oorlog tussen het rijke noorden - dat de
Oekraïense democratie bijtreedt - en het arme zuiden - dat nu
gesteund wordt door onder meer Rusland en China die de belangrijkste
participanten zijn in de nieuwe alliantie van de zogenaamde de
BRICS-landen.
De toegang
tot de graanschuur van Europa werd versperd en ook de voorraden aan
voor het westen noodzakelijke grondstoffen waaraan Afrika zo rijk is,
dreigt buiten ons bereik te vallen nu, de ene na de andere, de
Afrikaanse landen de westerse stromannen verjagen met het plegen van
staatsgrepen, waarbij zij kennelijk geruggensteund worden door de
genoemde BRICS-alliantie waartoe intussen nog meer landen zijn
toegetreden.
Het gaat daar tussen haakjes om een economische alliantie maar in de
praktijk blijkt het verbond ook en vooral politiek en militair van
aard te zijn omdat de band tussen economie en oorlog uiteraard
onlosmakelijk is. Op 26 juli l.l. was er de staatsgreep in Niger en
vandaag 30 augustus wordt de wereld geconfronteerd met een coup in
Gabon.
De gang van
zaken was te voorzien, vooral sinds de recente samenkomst in
Sint-Petersburg, maar die historie wordt doodgezwegen zoals dat in
tijden van oorlog de gewoonte is omdat nieuws dan meer dan ooit moet
plaatsmaken voor propaganda en zo is het enige wat westerlingen nu
dagdagelijks en willens nillens in de vroege ochtend - want op hun
smartphone - te zien krijgen, the last moments van weer
een of ander Russisch vliegtuig aan het front, waarmee onverdroten
wordt gepoogd om de gemoederen op te hitsen en om de partijdigheid
aan te wakkeren in de aanloop naar de fatale dag dat wij allen
genadeloos naar het front zullen worden gestuurd om daar
andermaal te gaan sneuvelen zoals dat in het verleden altijd al het
geval is geweest. De tijd is rijp omdat, zoals de laatste getuigen
(van W.O.II) vreesden, na hun dood de fatale vergetelheid
onmiddellijk toeslaat. Niemand die het niet zelf meemaakte, weet wat
oorlog inhoudt en het inlevingsvermogen dienaangaande van een
ongeletterde en ik-zuchtige massa is vrijwel onbestaande.
Maar om
mensen naar het front te krijgen is meer nodig dan het aanwakkeren
van partijdigheid, supporterschap en ver te zoeken vaderlandsliefde
omdat frontsoldaten tenslotte met hun leven moeten spelen: iets dat
zwaarder dan het eigen leven weegt, moet in het spel worden naar
binnen gesleept, iets dat verhindert dat wie geïnviteerd worden om
te gaan vechten, 'neen' kunnen zeggen en dat vermag alleen de
dreiging van de schande.
Nu ligt de
geschiedenis van de wereldwijde pandemie nog vers in het geheugen en
men zal zich herinneren hoe absurde maatregelen gehandhaafd werden
met fikse boetes en gevangenisstraffen, met het systematisch en
schaamteloos fnuiken van de vrijheid van meningsuiting en van
beweging, en tenslotte middels het schandaliseren van wie geen gehoor
bleken te hebben voor het panel van deskundigen waaronder
wetenschappers, technocraten en politici die dagelijks en op een vast
tijdstip op Tv het publiek aanmaanden om alleen naar het
officiële nieuws te luisteren, een devies regelrecht uit de
dystopische toekomstroman van George Orwell. Tussen haakjes
geschiedde dit ondanks diepgaande onenigheid in medische middens
zowel over diagnose als over behandeling van de kwaal waarmee het
geneeskundige bedrijf zijn eigen krediet en ei-zo-na ook dat van de
zogenaamde 'wetenschappen' tout-court hebben verspeeld bij wie nog
durven na te denken - een malaise die bovendien onomkeerbaar werd
toen naderhand bleek dat zowat de helft van de Belgische huisartsen
hadden overwogen om er de brui aan te geven. Maar om terug te keren
naar het drukkingsmiddel - het wapen - van de schandalisering: men
herinnere zich de woorden van de Franse president Macron die in de
krant Le Parisien zegde vastbesloten te zijn de
niet-gevaccineerden "tot op het einde te willen pesten"
door "hen zoveel mogelijk de toegang tot activiteiten in het
sociaal leven te beperken" en vervolgens het feit dat toen
hij dat standpunt op een daaropvolgende persconferentie in het Elysée
met klem herhaalde, de Europese commissievoorzitster er het zwijgen
toe deed.
De
schande weegt zwaarder dan ongeacht wat en het is dan ook het wapen
bij uitstek om niet alleen druk uit te oefenen maar om tevens gedaan
te krijgen wat onmogelijk lijkt. Die waarheid komt aan het licht in
het werk van de Nederlandse socioloog Abram de Swaan over de genocide
in Rwanda tussen Hutu's en Tutsi's, meer bepaald in zijn werk uit
2014, getiteld: Compartimenten van
vernietiging; over genocidale regimes en hun daders.
Op de
bladzijde 134 schrijft de Swaan: Mensen
zoeken bescherming voor de dreiging die het regime met zo veel succes
heeft opgeroepen, en eisen dus drastische maatregelen tegen de
boosdoeners die het regime zelf heeft aangewezen.
Al
dan niet moorddadige gedrag blijkt afhankelijk van omstandigheden
zoals sociale druk en nabijheid van de bevelhebbers en van de
slachtoffers.
Maar situaties die van gewone burgers beulen maken, werden gecreëerd
door genocidale regimes en de vraag luidt hoe die dan konden
ontstaan. De Swaan laat Michael Mann aan het woord: Moorddadige
zuivering is modern omdat het de duistere kant van de democratie
is.
Ook komen dictaturen vaak uit democratieën voort. Er is iets
aan de moderniteit dat dit bijzondere kwaad op een massale schaal los
maakt.
Politici polariseren. Maar hoe ontstaat polarisatie?
Een
genocidaal regime kiest een bepaalde volksgroep uit als voorwerp van
massahaat gevolgd door een intensieve haatcampagne aansluitend
op reeds bestaande meningen en gevoelens.
Maar het 'wij-zij'-denken gebeurt altijd in een dynamiek van
concurrentie: emoties veronderstellen belangen en vergezellen
ze, zegt Nico Frijda. En Freud had het over 'projectieve
identificatie': men loochent zijn gevoelens en men projecteert ze
(middels 'geruchten' - cf. D.L. Horowitz) op de ander en aldus wordt
het slachtoffer als dader afgeschilderd. H.F. Stein spreekt over
'antagonistische symbiose': het vijandsbeeld versterkt de
cohesie van de eigen groep.
De
moderniteit heeft wellicht genocides gecombineerd met nieuwe
ideologieën of met nieuwe technologieën, maar het fenomeen zelf is
waarschijnlijk zo oud als de beschaving zelf.
Administratieve capaciteit,
logistieke middelen, militaire technologie en propaganda hebben het
potentieel van de staat voor het uitvoeren van genocidale campagnes
enorm vergroot.
De staat is de grootste
mensendoder in de moderne wereld maar zij wist de sporen van haar
vernietiging samen met haar documenten uit. (...) De meeste
slachtoffers (...) zijn ongewapende burgers
met als doelgroepen ras, etnie, geloof, nationaliteit, klasse of
politieke overtuiging ofwel werd lukraak terreur gezaaid.
Staan we even stil bij de exemplarische Rwandese genocide.
De
massavernietiging van Tutsi's (T) (aristocraten) en verdachte Hutu's
(H) (boeren) door de Hutu-Power-beweging in Rwanda in het voorjaar
van 1994 (voorafgegaan door wederzijdse slachtingen in 1959 [door H
op T] en in 1962 [door T op H]) gebeurde met machetes maar bleek
zorgvuldig voorbereid. De VN onttrok zich aan haar
beschermingsplicht. H en T werden door de kolonisten bestempeld als
verschillende rassen - een puur verzinsel.
(...) de fanatiekste voorstanders van een erfelijk onderscheid
tussen T en H waren geobsedeerd door de mogelijkheid dat T zich als H
konden voordoen om zo verwarring en verdeeldheid te zaaien
de referenties zijn identiteitskaarten... waarmee mogelijkerwijze
geknoeid werd en er zijn ook veel gemengde huwelijken. Toch
doodden de Hutu-Power-moordcommando's talloze Rwandezen puur op
verdenking van Tutsi-herkomst of connecties, of enkel vanwege
veronderstelde loyauteit aan Tutsi's.
Uiterlijke Kenmerken zoals lichaamslengte hebben aanvankelijk niets
met ras te maken, wel met rijkdom, met al dan niet doorvoed zijn. Op
gelijkaardige wijze werd foutief een onderscheid verondersteld tussen
Khmer en Vietnamezen en tussen zuivere Ariërs en andere Duitsers.
In
Rwanda leidde de strijd tussen vermeend andere rassen in 1994 tot een
genocide met tot een miljoen Tutsi-slachtoffers. H mogen geen
medelijden hebben met T die 'kakkerlakken' worden genoemd zij
vertegenwoordigen het absolute kwaad en haat wordt emotieloze
vernietigingsdrang (desidentificatie); H moeten andere H als broeders
beschouwen (identificatie) deze berichten worden onophoudelijk via
de radio onder de H verspreid. Een radicalisering van deze aldus
reeds
bestaande gevoelens
leidde uiteindelijk tot de genocide van 1994 met als startsein de
dood van de Rwandese president Habyarimana na de aanslag op het
vliegtuig waarop ook de Burundese president zat. De T van het
Rwandees Patriottisch Front (RPF) werden geholpen door de Fransen die
vruchteloos probeerden het moorden te voorkomen. De T vielen
Oost-Congo binnen en Mobutu werd er vervangen door Kabila, waarna
burgertwisten 20 jaar lang miljoenen slachtoffers maakten terwijl de
wereld toekeek. De
doelbevolking van een genocidale haatcampagne hoeft niet een 'reële'
dreiging te vormen: dat was niet zo in het geval van de joden in
Duitsland; de Koelakken in de Sovjet-Unie hadden onteigend kunnen
worden in plaats van uitgeroeid; en het is moeilijk voor te stellen
dat de slachtoffers van de Culturele Revolutie in China een
bedreiging waren voor het Chinese communistische regime. In dit
opzicht wordt de betrekkelijke autonomie van de collectieve fantasie
nog eens bevestigd, vooral als die aangewakkerd wordt door de
propaganda van het regime.
Binnenlandse instabiliteit, onzekere internationale relaties,
economische recessie, tekort aan landbouwgrond, bevolkingsexplosie en
navenante concurrentie maakten de toestand explosief. De moordenaars
werden door de overheid heimelijk gesteund maar de polarisatie was
allang voorbereid. Velen
werden gedwongen mee te doen om niet vermoord te worden.
(het was dus mee moorden met de medestanders of door hen vermoord
worden) Er waren 100.000 tot 200.000 daders, de moordpartijen
gebeurden in een
sfeer van afschuw en opwinding maar ook van een wreedaardig
carnaval.
Alles
was erop gericht de kring van medeplichtigen uit te breiden
De
doelstellingen van het genocidale regime: een schoolvoorbeeld van
collectieve regressie in dienst van het regime
Het
was een
delirium van vernietiging
[aangemoedigd via de radio]
in
het aanzicht van de militaire nederlaag.
En de Rwandese genocide is in dit opzicht niet uniek. De
moordenaars creëerden gezamenlijk een mobiel, tijdelijk
moordcompartiment waarin alles geoorloofd was, waar morele geboden
niet meer golden, en waarin zij elkaar opzweepten tot een razernij
die ze tot doden dreef, tot de moord die hun razernij nog weer verder
opstookte. Aan het eind van de dag gingen de moordenaars naar huis en
hielden zich bezig met de dingen van alledag. De volgende dag konden
ze evengoed weer meegaan in de koortsige opwinding van de moordbende.
(...) Hierin lijken ze op sportfans die, gezamenlijk en tamelijk
onschuldig, een sfeer van extase en overgave creëren. (...) Ze
opereerden (...) binnen een compartiment van woeste wreedheid dat zij
zelf hadden opgetrokken op instigatie en onder dwang van het
heersende regime.
Tot
daar de verwijzing naar het werk van de Swaan. We onthouden dat de
furie waarin (massa's) mensen ter dood worden gebracht, voorafgegaan
wordt door polarisering door politici geïnduceerd: het
wij-zij-denken, het stokpaardje van de populisten. Vervolgens haast
men zich om erbij te horen en het 'erbij horen' manifesteert zich op
geen andere manier dan door de 'anderen' te liquideren. Wie niet
meedoet met de moordpartijen, maakt zichzelf verdacht en riskeert
zelf vermoord te worden. Moord en uiteraard ook schandalisering werkt
op deze manier als een quasi geheel autonoom mechanisme; eenmaal de
machine in gang gezet, voltrekt de catastrofale vernietiging
zich als vanzelf. En dat is dan ook de beproefde tactiek waarmee
mensen massaal naar het front gekatapulteerd worden. Want wie
weigeren om te moorden, maken zich verdacht: zij situeren zich in het
vijandige kamp en dienen derhalve zelf vermoord te worden.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
30 augustus 2023)
|