Enkele
bedenkingen n.a.v. Hannah Arendts werk over Totalitarisme
8.
Over de productie van de dood
Produceren
om te produceren,
zo luidt de titel van een boek van Willy Coolsaet uit 1984: wij
produceren niet om in onze behoeften te voorzien, want de
behoeftebevrediging is slechts het voorwendsel; het doel is de
ongeremde productie, een obsessie waarbij uiteindelijk niemand gebaat
is en die op de koop toe de uitputting van de grondstoffen en de
eindeloze vervuiling in de hand werkt. (1) Het zogenaamde
consumentisme (consumeren om te consumeren) betekent dat de productie
niet in functie staat van de behoeftebevrediging maar van de verkoop
of de consumptie zelf welke een doel op zich geworden is, zoals
Daniel Boorstin betoogt in The
Image - or What Happened to the American Dream uit
1962
(2)
en zoals Herbert Marcuse beschrijft in One-dimensional
Man
uit 1964. (3)
Deze
uitwassen van de kapitalistische economie waarmee overigens ook de
communistische landen besmet zijn, komen alleen de omvang van het
kapitaal ten goede: zij creëren met andere woorden het zogenaamde
gouden kalf dat wordt aanbeden als een overigens volstrekt zinloos
doel op zich dat bovendien zijn aanbidders ten gronde richt en het
doet dat via haar navenante moorddadige economie zodat die twee - het
kapitaal en de economie - elkaar aanzwengelen in een wilde rit waarin
de ganse wereld zich te pletter rijdt.
Wanneer
alles beweegt in functie van de (kapitalistische) economie, betekent
dit dat alle dingen én mensen die de groei van de economie
belemmeren, zullen moeten verdwijnen en men ziet hoe zich de ijskoude
logica van een onmenselijk systeem doorzet in de productie van
overtolligen,
welke zich uiteindelijk vertaalt in de (massa)productie van lijken,
zoals Hannah Arendt dat beschrijft inzake de concentratiekampen die
allerminst een ontsporing zijn maar die zij ontmaskert als de
essentie
zelf van het totalitaire systeem van het nazisme. (4)
De
economie heeft opgehouden een instrument te zijn in handen van de
mens; zij dient niet langer de bevrediging van behoeften, laat staan
dat zij het menselijk geluk zou bewerkstelligen: zij is een doel op
zich en stelt alles en allen tot haar eigen dienst. De mens verwordt
tot een werktuig van zijn werktuigen en de eindwaarde, het doel gaat
de mist in.
Het
satanische in de hele ontsporing bestaat erin dat de mens zelf
uiteindelijk gedoemd is om overbodig te worden en om zichzelf te
vernietigen en deze aberratie start met de opdeling van de mensen in
(voor de economie) nuttige en schadelijke individuen. De schadelijken
zijn de overtolligen en zij worden verzocht om tot het inzicht te
komen dat zij dat zijn door eigen schuld: zij kunnen die schuld
alleen nog inlossen door zichzelf op te ruimen. Zij kunnen dan ofwel
ten onder gaan ofwel alsnog participeren aan het systeem maar dan nog
slechts als louter werktuigen zonder een eigen wil en zonder
vrijheid: zij redden hun vel maar zij schieten er sowieso hun
mens-zijn bij in.
De
nuttigen echter zijn slechts voorlopig nuttigen want ook zij zijn
gedoemd om overbodig te worden omdat het mechanisme doelloos is, laat
staan dat dit het menselijk geluk zou beogen: het jaagt alleen zijn
eigen eindeloze groei na; het gezwel voedt zich met mensen totdat zij
allen verorberd zijn.
Vooreerst
is er dus de creatie van de overtolligen. Omdat het geluk van de mens
voor een groot stuk bestaat in het feit dat hij met zijn werk een
persoonlijke bijdrage kan leveren aan de gemeenschap, moet elke
maatschappij die het welzijn van haar leden beoogt, zich borg stellen
om deze mogelijkheid voor elke burger te verzekeren als een recht.
Daarbij
komt de productiviteit uiteraard op de tweede plaats, zoals ook de
overwinning op de tweede plaats komt in ongeacht welk spel waaraan
principieel iedereen moet kunnen participeren. Verwordt het spel tot
een wedstrijd, dan wordt het elitair omdat de zwakkeren sowieso geen
kans maken om het ereschavot te halen want de wedstrijd bestaat
wezenlijk in de eliminatie van allen op uitzondering van slechts één:
de overwinnaar.
Wanneer
de maatschappelijke activiteiten die het geluk beogen, tot
wedstrijden verworden, zullen zij vanzelfsprekend resulteren in het
ongeluk van allen behalve één en die situatie gelijkt sterk op wat
wij bestempelen als de tirannie. Op het eind van de rit zijn allen
overtollig omdat de overwinnaar, de tiran (die ten langen leste
uiteraard ook zichzelf de das omdoet) niet een mens is maar een ding
- de economie. Het concurrentieel karakter van de economie is
verantwoordelijk voor dit nefaste resultaat; de vervanging van de
concurrentiële economie door een economie gebaseerd op samenwerking
is de enig mogelijke oplossing voor de hele malaise.
Een
totalitair regime beoogt de totale onderwerping van iedereen en zal
dus het recht op werk als zodanig miskennen: per definitie ontneemt
het aan alle mensen de kans op menselijk werk door hen voor de keuze
te stellen ofwel zichzelf te elimineren ofwel de eigen arbeidskracht
ter beschikking te stellen van een vreemde (de tiran) waarbij de
eigen vrijheid wordt opgegeven en er van een persoonlijke wil geen
sprake meer kan zijn. Elk totalitair regime streeft ernaar om al wat
menselijk is te vernietigen middels het beknotten van de vrijheid en
de wil. Het beoogt mensen te nivelleren, onpersoonlijk te maken en
derhalve vervangbaar, mede door verarming en morele en intellectuele
beknotting. Het streeft ernaar dat wij overbodig zijn, werkloos,
schuldig en uiteindelijk suïcidaal. Kort geleden stond ergens langs
de Gentse ring op een witte afrastering in zwarte verf de volgende
tekst in mansgrote letters die na amper enkele dagen weer keurig
waren overschilderd: "RVA=zelfmoordfabriek".
(J.B.,
5 juli 2021)
Verwijzingen:
(1)
W. Coolsaet, Produceren
om te produceren. Het kapitalisme en de ontwikkeling van de
produktieve krachten volgens Marx,
afzonderlijke uitgave van het tijdschrift Kritiek,
Gent, 1982, 235 pp. ; zie ook:
https://www.dbnl.org/tekst/_str008198301_01/_str008198301_01_0032.php
(2)
https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3250830
(3)
https://archive.org/details/de-eendimensionale-mens-herbert-marcuse/De%20eendimensionale%20mens%20-%20Herbert%20Marcuse/page/n1/mode/2up
(4)
Hannah Arendt, Totalitarisme, Boom, Amsterdam, vijfde oplage
2021 (eerste druk 2014), in het Nederlands vertaald door Remi Peeters
en Dirk De Schutter. Oorspronkelijk: Totalitarianism, deel
III, alsook (in een appendix) een gedeeltelijk samengevat negende
hoofdstuk uit deel II, getiteld: The Decline of the Nation-State
and the End of the Rights of Man.
|