Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
05-03-2023
Mattias Desmet en De psychologie van totalitarisme - Aflevering 14: Fysiek en ethiek!?
Mattias
Desmet en De psychologie van totalitarisme
Aflevering
14: Fysiek en ethiek!?
Mattias
Desmet schrijft dat de stelling volgens welke de materie primeert op
de geest, achterhaald is: de geest is niet een bijproduct van de
hersenen zoals de kwantumfysica volgens de auteur bewijst en daaruit
zou bovendien blijken dat ook de materie in feite geest is.
Edoch,
het (filosofisch) zogenaamde mind-bodyproblem is van een heel andere
orde dan hier door Desmet wordt voorgesteld en het biedt ook een
waaier van filosofisch te onderzoeken mogelijkheden waarbij
doorslaggevende argumenten voor het innemen van welbepaalde posities
alsnog ontbreken. Alleen al de auteur zijn tweedeling van materie en
geest wijst op een volstrekt ongegronde vooringenomenheid en op het
niet vertrouwd zijn met de essentie van het probleem. En de neiging
van de auteur om het belang van de psychologie te onderstrepen of om
hoop te kunnen koesteren op soelaas van de kant van de fysica is
weliswaar begrijpelijk maar op de keper beschouwd is het een
wetenschappelijke uitschuiver. Wanneer hij deze uitschuiver dan
doortrekt om het belang van zijn vak te onderstrepen -het
psychische kan oorzaak zijn van het lichamelijke, eerder dan
omgekeerd1
- en hij geeft het voorbeeld van iemand die in één nacht grijs
wordt ingevolgde angst of verdriet, lijkt het hek wel helemaal van de
dam.
Dat
de vloek van een sjamaan een stamlid kan doden (psychogene dood) en
dat operaties met diepe insneden zonder verdoving of middels
schijnverdoving (placebo-effect) kunnen worden uitgevoerd, zou te
wijten zijn aan een mechanisme dat erin bestaat dat een autoriteit
een krachtige mentale voorstelling opwekt bij zijn subject. Daarop
'smelt' het lichaam zich bij wijze van spreken in die voorstelling:
het lichaam neemt de vorm of de toestand aan van die voorstelling,
dat wil zeggen, het wordt gezond, het sterft, het wordt ziek
enzovoort.2
Zo zal een duif die het beeld van een soortgenoot nooit te zien
krijgt, onvruchtbaar blijven.
Desmet
haalt er opnieuw de negentiende-eeuwse (massapsycholoog) Gustave Le
Bon bij voor de stelling dat overtuigingen van de massa dezelfde
invloed hebben op het lichaam als hypnose en wel in die mate dat
angst voor ziekte en dood bij de massa, zou volstaan om die te
veroorzaken. Een milieu van psychische ontreddering zou immers ook de
weerstand van het biologisch milieu breken. Snijdt het hout wanneer
Desmet er in dit verband Béchamps en Louis Pasteur bij te pas brengt
met hun uitspraak: De
microbe is niets, het is het milieu dat telt3?
Narratieven
(mythen) houden mens en maatschappij in hun greep, aldus Desmet: Het
is niet overdreven te stellen dat ons lichaam volledig geabsorbeerd
en gekoloniseerd wordt door het mythische verhaal waarin we
opgegroeid zijn.4
Er wordt verwezen naar L'efficacité
symbolique van
antropoloog Claude Lévi-Strauss die verhaalt hoe in primitieve
stammen bevallingen ingeleid worden middels suggestieve verhalen. Ook
de Verlichtingsmens is opgevoed in een mythe - die van het
mechanistisch universum waarin de sjamaan nu de medische expert is en
zijn invloed is eigenlijk van dezelfde orde als die van de sjamaan:
het effect van medicijnen zou dan voornamelijk te wijten zijn aan hun
placebo-effect. Desmet geeft de figuur van Grygoriev uit
Solzhenitsyns Goelag
Archipel die
gezond blijft ondanks ouderdom en koude als een van de voorbeelden
van mensen die door zich strikt aan ethische principes te houden, van
de meest verbazingwekkende fysieke veerkracht blijk hebben gegeven.5
Talloze
naar zin zoekende mensen zullen Desmet heel graag geloven en er zal
ongetwijfeld wel een zekere waarheid schuilen in wat hij daar promoot
maar wij zullen beslist niet alleen staan met de sterke indruk dat de
auteur zich hier niet zozeer laat leiden door feiten als wel door
wensen. En paradoxaal genoeg deelt hij deze wensen met zijn
tegenstanders die de Verlichting aanhangen want hun beider ultieme
streven is eender: een uiteindelijk beheersbare
werkelijkheid - in de Verlichting middels de wetenschappen, in het
andere geval middels 'een andere vorm van tovenarij', om het uit te
drukken vanuit het standpunt van Mattias Desmet. En de vraag luidt
dan of de auteur met zijn nieuw mens- en wereldbeeld daadwerkelijk de
rede zal overstijgen ofwel of hij niet veeleer dreigt terug te vallen
in een irrationaliteit die, net zoals in het tijdperk dat voorafgaat
aan de Verlichting, de vrije loop laat aan willekeur en onrecht met
een dan nog bijzonder moeilijk te bestrijden want zeer goed vermomde
wet van de jungle, met in haar verlengde een totalitarisme om u tegen
te zeggen.
Mattias Desmet en De psychologie van totalitarisme - Aflevering 13: Oude wijn in nieuwe zakken
Mattias
Desmet en De psychologie van totalitarisme
Aflevering
13: Oude wijn in nieuwe zakken
In
het derde en laatste deel (de hoofdstukken 9 tot 11) wil Mattias
Desmet een mens- en wereldbeeld aanreiken dat
het universum weer zwanger van zin1
maakt, een ander wereldbeeld dan het mechanistische waarover hij zegt
dat massavorming en totalitarisme er in feite de symptomen van zijn.
Het mechanistisch wereldbeeld (de kosmos als toevallig en doelloos)
is wetenschappelijk achterhaald zoals de kwantummechanica leert maar
gezien de complexiteit daarvan wendt men zich hier tot de
chaostheorie.
Mandelbroth
ontdekte een orde in ruis, chaos. Levende organismen organiseren
zichzelf maar ook de anorganische wereld blijkt aan zelforganisatie
te doen en dat is middels een mechanistisch wereldbeeld
onverklaarbaar: men moet dit beschouwen als creatieve processen. De
beroemde uitspraak van Galilei (1623) 'Het boek van de natuur is
geschreven in de taal van de wiskunde', valt blijkbaar letterlijk te
nemen2Het
chaotische waterrad van Lorenz toont: Ongeacht
hoe chaotisch de bewegingen zijn, ze blijken verrassend genoeg toch
strikt gedetermineerd te zijn.3
(Deterministische onvoorspelbaarheid). Ze doen denken aan irrationele
getallen. Dergelijke
getallen kan men zich inderdaad niet rationeel voorstellen. Dat maakt
dat ze storend zijn in een logisch geordend, rationeel wereldbeeld.
( ) De grenzen van de ratio leiden in eerste instantie altijd tot
onzekerheid, angst en agressie.4
Een meetkundige afbeelding van een chaotisch systeem resulteert niet
in een wolk maar in een regelmatige esthetische figuur,
'Lorenz-attractor' genaamd. Achter de chaos verbergt zich aldus een
sublieme orde die doet denken aan de ideeënwereld van Plato.
Ook
de kwantumtheorie komt tot het besluit dat de kleinste partikeltjes
geen materie zijn doch vormen of ideeën.5
Er is geen rationele maar wel intuïtieve voorspelbaarheid. Het
nastreven van louter logisch begrip kan volgens Pioncaré het juiste
intuïtieve aanvoelen zelfs in de weg staan. (...)
als je je kunt inleven in het rad (van Lorenz) en voeling krijgt met
de diepere ritmiek die in de verscheidenheid van de bewegingen
aanwezig is ( ) , dan ervaar je de tijdloze, creatieve harmonie die
onder de verscheidenheid van de oppervlakkige bewegingen aanwezig is
en wordt het rad een rustgevend fenomeen.6
Dit
is wellicht ook van toepassing op het leven zelf waarvan we de
tijdloze principes moeten leren aanvoelen en ontdekken om de essentie
ervan te kunnen begrijpen en
in contact te staan met het grootste ordenende principe dat uit heel
het universum spreekt7,
aldus Mattias Desmet die hiermee wel bijzonder kort door de bocht
gaat, zo kort dat hij samen met zijn fantasierijke inspiratoren
blijkbaar niet beseft dat zijn conclusie bestaat in het huldigen van
een universum met een volstrekt mechanistisch karakter: de
werkelijkheid beantwoordt weliswaar niet aan simpele wiskundige
wetten maar wel aan een wiskunde die verwijst naar een wat complexere
orde maar nog steeds naar een in wetten te vatten orde, wat het
aloude geloof van de Verlichting spekt, namelijk het geloof in een
principieel
beheersbare werkelijkheid.
Hij gaat dan zowaar een pleidooi ontwikkelen voor de herwaardering
van principes en het verwerpen van de opportunistische moraal om op
die manier opnieuw de zin te kunnen ervaren van het leven, die door
de Verlichting verloren ging omdat zij met haar enge rationaliteit de
menselijkheid vernietigt. Dit
is misschien wel de meest directe en concrete illustratie van de
stelling van Hannah Arendt dat totalitarisme uiteindelijk het
symptoom is van een naïef geloof in de almacht van de menselijke
ratio.8
Desmet verwijst m.b.t. de chaostheorie naar J. Gleich zijn Chaos:
making a new science uit
1987. Een herwaardering van de veronachtzaamde causa
finalis
van Aristoteles is uiteraard wel op zijn plaats inzake de kritiek op
het nu heersende wereldbeeld maar deze zal zich sowieso blijvend aan
alle mogelijke berekeningen onttrekken omdat zij te maken heeft met
de subject-objectspanning en derhalve van een heel andere orde is dan
alle zaken welke geobjectiveerd kunnen worden.
Mattias Desmet en De psychologie van totalitarisme - Aflevering 12: Over het verdoezelen van het complot
Mattias
Desmet en De psychologie van totalitarisme
Aflevering
12: Over het verdoezelen van het complot
Mattias
Desmet beweert dat niet een complot de oorzaak is van bijvoorbeeld
een totalitair systeem maar wel een ideologie. Hiermee zendt hij wie
naar de oorzaak zoeken uiteraard van het kastje naar de muur. Het
smeden van een complot is in wezen immers quasi hetzelfde als het
fabriceren van een ideologie omdat een ideologie een theorie is welke
posities inneemt inzake wat goed en kwaad is of gewenst en ongewenst,
waaruit dan de agenda van de samenzweerders voortspruit en de som van
theorie en agenda vormen de ideologie. Complotteren is in wezen niets
anders dan het maken en vervolgens uiteraard ook het volgen van een
ideologie, waarbij uiteraard de ideologie eerst gefabriceerd dient te
worden, wat gebeurt door een kleine groep, een elite, en vervolgens
gevolgd wordt door een massa mensen die er onder sociale druk mee
'instemmen'. De ideologie gaat weliswaar vooraf aan wat de massa
doet die haar volgt maar uiteraard gaat de ideologie niet vooraf aan
wat een elite
bekokstooft wanneer zij complotteert. In het bestempelen van de
ideologie als oorzaak van (bijvoorbeeld) een totalitair systeem en
het complot als een fata morgana, wordt een bedrieglijke
'vereenvoudiging' van de gang van zaken doorgevoerd met de bedoeling
om elk vermoeden omtrent complotvorming de kop in te drukken. Het is
niet zo dat de ideologie het (totalitair) systeem veroorzaakt: de
gang van zaken is dusdanig dat, in eerste instantie, een elite de
smid is van een complot of de fabrikant van een ideologie en dat de
ideologie op haar beurt, maar dan samen met een zekere sociale druk,
het doen en laten van de massa regelt.
Die
sociale druk is overigens een alles behalve bijkomstig ingrediënt
dat door de genoemde elite met forse middelen dient aangewend te
worden om de ideologie aan de massa te kunnen opdringen en waar dat
eertijds gebeurde door het hanteren van de zweep of de chicotte (uit
het koloniale tijdperk), gebeurt dat vandaag met fikse boetes die
diep in het vlees snijden alsook met allerlei vormen van
excommunicatie, gaande van spreekverbod en boekenverbranding tot
beroepsverbod en (karakter)moord. De aanwending van die tactiek heeft
tijdens de pandemie haar superioriteit en haar efficiëntie andermaal
bewezen.
Dat
de leider louter een uitvoerder zou zijn van de wil van de massa, kan
in dit geval slechts betekenen dat hier uiteindelijk noch mensen noch
ideologieën aan het werk zijn maar wel blinde driften of zuchten,
zoals bij uitstek de hebzucht, de machtshonger en gelijkaardige
lusten. Zo bijvoorbeeld is het in de koloniale geschiedenis van de
Congo overduidelijk hoe (per definitie immer onbevredigbare) lusten
en zuchten koning Leopold II van België en zijn medewerkers hebben
gestuurd om ideologieën na te volgen (zoals het racisme) of om
begane wreedheden (de genocide op naar schatting twaalf miljoen
Congolezen) te verdoezelen, in casu onder de dekmantel van
beschavingswerk en christianisering. Leopold wilde in de gunst komen
van een prostituee (die op haar beurt in dienst stond van de hebzucht
van een pooier) die hij bedacht met kostbare geschenken (onder meer
kastelen), waartoe rijkdom verzameld moest worden, wat gebeurde
middels slavernij en massamoord welke mogelijk werden gemaakt door
bij de uitvoering daarvan de afstand tussen dader en slachtoffer zo
gigantisch te maken dat zelfs vermeden werd dat de opdrachtgever zijn
'slagveld' ooit bezocht zodat hij met het geslachtofferde volk
slechts in contact kwam zoals de bezoeker van een zoo in contact komt
met gekooide dieren achter een plakkaat: Verboden te voederen.
Vergeet
derhalve de ideologie, het complot, de massa en de elite als vaak
genoemde oorzaken van het totalitair systeem of welke andere hel dan
ook: de oorzaak van het kwaad is niet een mens, een mensenmassa, een
gedachte of een theorie maar veeleer de volstrekte afwezigheid
van het persoonlijke en van het menselijke en de volstrekte
afwezigheid van alle
denken en van alle redelijkheid, de afwezigheid
van doelen ook omdat een zucht geen doel kan hebben daar hij
intrinsiek onbevredigbaar moet blijven. Het kwaad, zo formuleerde het
Augustinus van Hippo het reeds in de vierde eeuw, is niet een
entiteit op zich, doch een tekort
aan het goede, een afwezigheid, een leegte.
Insgelijks
is het goede niet een natuurlijke toestand die er spontaan zou zijn
maar wel een met veel inspanningen en zorg ter wereld gekomen
situatie die voortdurend blijvende inspanningen vergt - immers:
Niets schoons werd ooit geboren waarvoor een mens niet
zijn heetste hartebloed gegeven heeft,
zoals de negenennegentig jaar geleden gestorven Adama Van Scheltema
het eenmaal dichtte. Het leven maar ook het menselijk leven en
vervolgens het moreel goede leven zijn geen vanzelfsprekendheden doch
realiteiten die moeten worden opgericht en onderhouden en waar de
inspanningen daartoe, die uiteraard grote offers vergen en
uiteindelijk ook het offer van het eigen leven, ontbreken, neemt het
kwaad bezit van alle zijn, in allerlei gedaanten, waarvan het
totalitarisme er slechts één is.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 2 maart 2023)
01-03-2023
Mattias Desmet en De psychologie van totalitarisme - Aflevering 11: De verborgen misdaad
Mattias
Desmet en De psychologie van totalitarisme
Aflevering
11: De verborgen misdaad
Het
achtste hoofdstuk van De Psychologie van Totalitarisme
draagt de titel: Complot en
ideologie. De Sierpinski-driehoek is een meetkundige figuur die
geheel ongewild ontstaat wars van onze kennis door toepassing van
enkele eenvoudige regels en op dezelfde manier ontstaat een
complottheorie. Massavorming en complottheorieën houden gelijke tred
en zo worden menners van de massa vaak als complotteurs gezien. De
Protocollen van de Wijzen van Sion is
hier voorbeeldig als (bewezen) verzinsel (met enorme bijval) van de
Russische orthodoxen om het antisemitisme te verantwoorden. Een ander
voorbeeld is de vermeende samenzwering van de Jezuïeten zoals
beschreven in de Monita Secreta in
de haatcampagne tegen deze orde. De benaming 'complottheorie' wordt
vaak onjuist gebruikt maar hij wordt zelden of nooit
toegepast op theorieën die in lijn liggen met het dominante verhaal
en nochtans échte complottheorieën zijn1
(ongeacht of ze waar of onwaar zijn). Vaak geven gedeelde leugens en
roddels de indruk van
een complot, een plan. Er lijkt een plan te zitten achter het
samenstromen van een massa naar één punt maar dat is bedrog: het
(enige) doel (van alle
mensen in de massa) is het zwartste punt - de plek waar de
meeste mensen bij elkaar zijn2
Idem inzake de harmonische patronen gevormd door een zwerm spreeuwen,
door etholoog N. Tinbergen nog een 'superindividu' genoemd. De
moderne massa stuwt altijd in dezelfde richting: de
hypergecontroleerde maatschappij.3
Het 'complot' bevredigt de behoefte aan uitleg bij wie zich niet
laten meeslepen door de massa en daardoor in onduidelijkheid
verkeren: men wil een zondebok om zijn agressie op te richten. Op die
manier vervult het complotdenken dezelfde functie als de
massavorming: de wereld is niet langer absurd maar
logisch4
: het complot geeft een verklaring. Uiteindelijk
ontstaat er een zo fundamenteel wantrouwen dat men ervan uitgaat dat
wat 'de mainstream' als juist beschouwt, zeker verkeerd moet zijn:
als het mainstreamverhaal bijvoorbeeld zegt dat de aarde rond is, dan
moet ze plat zijn.5
Men ontmenselijkt dan bijvoorbeeld de elite van wie men gelooft dat
zij het wereldgebeuren in de hand heeft, wat pure fictie is. Zelfs de
auteur van het boek over totalitarisme werd ervan verdacht
complotteur te zijn, namelijk in de 'controlled
opposition'. Er wordt wel
gestuurd en gemanipuleerd, zegt Mattias Desmet, maar die sturing
gebeurt niet door personen maar door een ideologie en dat is vandaag
de mechanistische: de wereld is een te repareren machine en daar komt
geen ethiek meer aan te pas.
Desmet
wil nu ook de achterdocht ontkrachten die een gevolg is van de
publicatie The Great Reset van
Klaus Schwab: van een geheim complot
is er niet veel sprake, want alle genoemde 'plannen' zijn open en
bloot te vinden op het internet.6
Maar het antwoord op die tegenwerping gaven wij reeds in een tekst
d.d. 5 maart 2021, meer bepaald de eerste paragraaf getiteld:
Nikolaj Stawrogin, Andrej Mysjkin en
het Vierde Rijk
in het hoofdstuk: The great reset:
over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed in
Panopticum Corona,
7
welke hierna wordt herhaald:
The
Purloined Letter
uit 1844 van Edgar Allan Poe8
toont op een nimmer geëvenaarde wijze hoe de beste plaats om een
misdaad te verbergen de openbaarheid is: niemand zal het in zijn
hoofd halen om wat tot elke prijs verborgen hoort te zijn, te gaan
zoeken in het volle licht. Onder de titel Covid-19. The
Great Reset9
publiceerde op 9 juli 2020 met de assistentie van de neoliberale
econoom Thierry Malleret, de stichter van het Wereld Economisch Forum
(WEF), Klaus Schwab, zijn plan uit 1971 voor een complete omvorming
van niet alleen de economie maar van het hele mensdom. Een omvorming
van het mensdom tot wat?
Het
gaat om een plan dat niet toevallig in de beginfase van de
coronapandemie (in juni 2020) op tafel werd gelegd en wel door
niemand minder dan Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Wales.
Deze prins van wat nog rest van The British Empire, dat hem
kennelijk achterliet met nostalgie, deed dat samen met de stichter
van het WEF, Klaus Schwab, die het ontwerp al sinds 1971 in de
koelkast had liggen en die ter gelegenheid van de pandemie het
ogenblik aangebroken achtte om het ten uitvoer te brengen. Schwab
stichtte in 1971 namelijk het WEF (toen nog het Europees Management
Forum genoemd) met de bedoeling... de wereld te verbeteren!
Der
Weltverbesserer is de titel van het luttele jaren later (in 1979)
gepubliceerde toneelstuk van Thomas Bernhard over een
wereldverbeteraar. Maar zo diepzinnig en pessimistisch als Bernards
hoofdfiguur is, zo ondoordacht en luchthartig is het plan van prins
Charles en zijn entourage van wereldverbeteraars: een utopie die door
de Deense politica en WEF-medewerkster Ida Auken in Forbes Magazine
van 10 november 2016 gekenschetst werd onder de verbijsterende titel
die ook het motto is van de voortrekkers van deze fabel: Welcome
To 2030: I Own Nothing, Have No Privacy And Life Has Never Been
Better10.
De gruwelijke distopie van een bezitsloos bestaan zonder privacy
wordt de nieuwste utopie van de huidige machthebbers! Deze gemene
streek wordt inderdaad verborgen in het volle licht: het plan om alle
mensen, zoveel als er op de aardbol leven, te beroven van hun bezit
én van zichzelf, want dat is de betekenis van het ontzeggen van een
mens van zijn privacy: wie geen geheimen meer heeft, bestaat niet
langer omdat hij zich niet meer van anderen onderscheidt; hij is
datgene kwijt wat hem uniek maakt en hij wordt gelijk aan ieder
ander. Door de roof van de privacy wordt de bonte mensheid
gereduceerd tot een leger van allemaal eendere, slaafse robots. En
uiteraard volgt daar dan onvermijdelijk uit dat voortaan niemand nog
onvervangbaar zal zijn. De waarde van een mens wordt herleid tot zijn
economisch nut; de mens wordt een voorwerp. Hij is zonder bezit en
kopen doet hij derhalve niet meer: hij is daarentegen zelf koopwaar
geworden. En omdat hij vervangbaar is door principieel ieder ander,
kan hij ook probleemloos worden 'uitgeschakeld' van zodra hij niet
langer nuttig is. Wanneer hij aanklopt bij de overheid om zich erover
te beklagen dat hij als louter koopwaar wordt behandeld, zal zij hem
antwoorden: Excuseer, mijnheer, maar u bestaat niet meer.
Erger
nog dan de misdaden begaan in de concentratiekampen, aldus overlever
van de nazikampen Primo Lévi, is de onverschilligheid. De grote
Russische schrijver Fjodor Michailowitsj Dostojewskij (1821-1881)
verpersoonlijkte die onverschilligheid in de figuur van Nikolaj
Stawrogin in zijn roman Demonen. Stawrogin ervaart het doen
van kwaad als een verrukking; hij beseft zijn laagheid en hij geniet
ervan; hij leeft in een angstwekkende oppervlakkigheid. Maar met de
onverschilligheid van Stawrogin schildert Dostojewskij deze van de
ganse negentiende-eeuwse Russische intelligentsia én de westerse
cultuur: het is een ontworteling, een verlies van de banden met het
levende leven, dat goddeloosheid en gewetenloosheid meebrengt: Wie
geen grond onder de voeten heeft, bezit ook geen God, zo zegt
Andrej Mysjkin in De idioot en Dostojevski laat zien hoe het
verloren gaan van de religieuze dimensie, de diepte onttrekt aan het
bestaan zelf, waardoor alles losser wordt, wat volgens hem de
oorzaak is van het toenemend aantal zelfmoorden in het toenmalige
Rusland en in de hele westerse civilisatie: De mensen verliezen
niet alleen de band met de aarde, maar evenzeer de band met elkaar.
De levende communicatie tussen de mensen onderling heeft aan diepte
verloren. Er voltrekt zich een soort desintegratie, een
versplintering van de waarachtige samen-leving tot ontelbare
geïsoleerde levens.11
Uitgerekend deze door Dostojewskij raak beschreven hel wordt wordt
met een satanisch enthousiasme nagestreefd door de samenzweerders
tegen de huidige mensheid die zich verenigen in het WEF en die
elitaire samenkomsten houden in Davos en op nog andere geheim
gehouden plaatsen. Zij amuseren zich met het treffen van beslissingen
over het leven van ontelbare anderen en op die wijze trachten zij in
hun zieke geestestoestand aan zichzelf de illusie te verkopen dat
zij inderdaad zelf geen mensen zijn doch goden. Zij zijn hoe dan ook
miljardairs en derhalve hogepriesters in de eredienst aan de Mammon.
En zo duur en hoogdravend als zij hun plannen laten uitschijnen, zo
arrogant, oppervlakkig, megalomaan, laaghartig en misdadig zijn ze.
Zij hebben de mond vol over een vierde industriële revolutie en over
transhumanisme maar een overzicht van de inhoud van hun pamflet
verraadt een culturele barbarij die deze van het Derde Rijk naar de
kroon steekt en met in het verschiet een totalitarisme dat de tijd
van Goelags en van concentratiekampen in zijn schaduw stelt.
Tot hier deze
tegenwerping. Dat het wel degelijk vaker om plannen gaat, wordt
behandeld in de daarop volgende paragraaf, getiteld: Een eindeloze
rij van 'wereldverbeteraars'.12
11Lathouwers,
M.A. (1968). Dostojewskij, Desclée De Brouwer,
Brugge/Utrecht 1968, pp. 38-44.
12Zie:
Jan Bauwens, Panopticum Corona, pp. 1013v. Voor de integrale
tekst op het internet, zie: 170161.pdf
(seniorennet.be)
27-02-2023
Mattias Desmet en De psychologie van totalitarisme - Aflevering 10: De menners van de massa
Mattias
Desmet en De psychologie van totalitarisme
Aflevering
10: De menners van de massa
Een
snood plan achter de menners van de massa moet men niet gaan zoeken:
zij zijn nog het meest van allen onder hypnose. Hiermee waarschuwt
Mattias Desmet tegen het complotdenken waarvan men hem meent te
kunnen beschuldigen. Het kwaad is banaal, zegt Hannah Arendt: er is
veeleer meeloperij dan boosaardigheid; men wordt betoverd door een
ideologie zoals het racisme.
Idem
tijdens de coronacrisis: sommigen willen antivaxers sociaal
discrimineren omdat de cijfers zouden zeggen dat zij het virus
verspreiden en zo ontstaat totalitarisme: zowel Hitler als Stalin
schreven hun gezag toe aan 'genadeloze dialectiek'. Wat
de menners ( ) kenmerkt, is ( ) hun morbide ideologische
gedrevenheid: de realiteit zal en moet worden aangepast aan de
ideologische fictie.1
In
het vervolg van dit (zevende) hoofdstuk volgt Mattias Desmet
voornamelijk Hannah Arendt.De nazi's (bij
uitstek Eichmann) waren in veel opzichten wel degelijk
overtuigd van hun goede bedoelingen (...)2
En Eichmann kon de joden overtuigen wetens en willens mee te werken
aan hun eigen eliminatie: 'Immerzu fahren hier die Leute
zu ihrem eigenen Begräbnis.'3De Duitsers zelf bleven Hitler trouw in zijn plannen,
ook als die inhielden dat er ook onder hen grote zuiveringen zouden
worden doorgevoerd (gepland was de eliminatie van Duitsers met hart-
en longproblemen (...))4
De
massa en haar leiders hypnotiseren elkaar: (...) de
feiten werden aangepast om de cijfers te doen kloppen5,
wat charlatanisme is. Onschuldigen bekennen gedwee schuld om bij de
partij te kunnen blijven. Zelfs eigenbelang wordt blindelings
opgeofferd aan een ideologische fictie alsook de eigen economie.
Experimenteren op mensen is ( ) de ultieme
onderwerping van de realiteit aan de pseudowetenschappelijke,
ideologische fictie.6
Uit
de aanname van de doctrine volgen dan logischerwijs de meest absurde
regels: 'Je kunt geen A zeggen zonder B en C te zeggen,
en zo verder tot aan het einde van het dodelijke alfabet', zei Hannah
Arendt7
De psychologische essentie van totalitarisme: (het) is
een poging om de meerduidigheid van menselijke taal te reduceren tot
de eenduidigheid van een tekensysteem.8
Totalitarisme wil zich van de onzekerheid die uit de menselijke
taalrijkdom voortvloeit, ontdoen of dus taal herleiden tot het vaste
conditionerende signalen waarmee dieren interageren.
De logica van een
totalitair systeem ( ) wordt typisch absurder en absurder. ( ) De
richtlijnen ( ) veranderen voortdurend, er zijn altijd maar nieuwe
reacties op nieuwe bedreigingen nodig. Denk aan de varkens op Animal
Farm die 's nachts nieuwe regels op de muur kalkten.9
Hetzelfde gebeurt met de coronaregels: van flatten the
curve, over crush the
curve, naar prevent
the curve. Strengere maatregelen
maken meer slachtoffers maar ook andersom worden de maatregelen
onmenselijk streng, zoals het idee dat tijdens de
coronacrisis geopperd werd om mensen onder te brengen in
isolatiecentra.10
En zo ontstaat willekeur.
Maar
totalitaire systemen zijn (gelukkig) zelfdestructief: de leider wordt
op zijn beurt geleid door waanzin - de bevrijdende tegenstemmen heeft
hij al geïsoleerd en geëlimineerd. Zoals ook onder Stalin worden
steeds meer 'objectieve vijanden' gecreëerd: mensen die niets hebben
gedaan maar er wel toe in staat geacht worden. De 'grote zuiveringen'
volgen dan de willekeur. Onder Hitler werd (cynisch genoeg) de totale
destructie verhinderd door de oorlog.
Het
totalitarisme onderwerpt de maatschappij aan een ideaalbeeld zoals
raszuiverheid en zowel de massa als de leiders worden er door
meegesleurd.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: