Obama's speech draait vooreerst om het wezen van de Verenigde Staten van Amerika: in de wereld waren zij tot vandaag een uniek toonbeeld van vrijheid, gelijkheid en vrede, en dit veeleer dankzij dan ondanks hun pluraliteit. De trouw aan de grondwet die deze idealen bewaart en de offervaardigheid van de voorgaande generaties hebben het land groot gemaakt. Wil men aan zijn kinderen dit geschenk van de vrijheid doorgeven, dan moet er ook nu gewerkt worden aan de toekomst.
De oproep tot het ware burgerschap hoort bij elke speech van deze aard. Maar dan komen meer eigentijdse zaken en problemen aan de orde: de aan de gang zijnde oorlog met "een uitgebreid netwerk van geweld en haat", de corruptie in eigen land en de navenante crisis. Fier maakt Obama andermaal de slogan "geen angst maar hoop" hard met het voorbeeld van de negerslaven die door onverdroten strijd en arbeid, vrije burgers werden. Schudt nu dus de verlamming van u af, zegt hij, want er is nog werk aan de winkel!
Uiteraard is het op dit punt dat veel Amerikanen de schouders ophalen: zij hebben hard gewerkt, maar wat is er gebeurd met de vruchten van hun werk? Corrupte leiders en managers en een dolgedraaide vrije markt hebben dat alles teniet gedaan! Hierop antwoordt Obama dat de vrije markt inderdaad moet bijgestuurd worden en dat men in de toekomst verantwoording zal moeten afleggen voor zijn daden. Het zijn alvast beloften, beloften van een (groot) politicus...
De angst blijft ondanks alles een verlammend effect hebben, maar Obama bezweert hem en hij maakt dat de bange doch trotse Amerikaan zich de moed van zijn voorvaderen toeëigent: onze angst voor gevaren is immers belachelijk in het licht van wat zij te doorstaan hadden, zegt hij. En in drie tellen somt hij op wat Amerika te doen staat: zich verantwoord terugtrekken uit zijn oorlogen (Irak, Afghanistan) en de dreigingen te lijf gaan met diplomatie en alliantievorming met de bevriende naties die eveneens vrede en waardigheid nastreven, en zich niet schamen voor de American way of life doch hem verdedigen. Macht en veiligheid groeien immers niet door willekeur maar ze zijn de vruchten van oude deugden en principes die de V.S. weer moeten gaan leiden en die zullen toelaten om nog veel grotere problemen te overwinnen, incluis de opwarming van de planeet.
De moslimwereld moet weten dat vernielzucht uit den boze is: men zal afgerekend worden op wat men kan opbouwen. (Maar klinkt hier niet een valse noot in de quasi vereenzelviging van de islam met het terrorisme?) Aan de derde wereld wordt hulp en samenwerking beloofd en de rijke landen worden opgeroepen om hetzelfde te doen en ook om het milieu te sparen want de wereld is veranderd en we moeten mee veranderen. (Een beetje pathetisch klinkt dit, zoals in een romantische Hollywoodfilm: uiteraard willen wij de beloofde kentering allang zien gebeuren... maar gaat dat wel samen met nationalisme?)
Nationalisme... Obama vraagt dankbaarheid tegenover en solidariteit met hen die de V.S. hebben opgebouwd en verdedigd. Er is veel nieuws, maar de oude waarden en waarheden blijven en moeten in ere worden hersteld: we moeten weer verantwoordelijk zijn en ons bewust zijn van onze burgerplichten, want niets is overigens zo bevredigend voor een mens dan zijn volle inzet in zijn werk.
Alle krediet alsook participatie in de hoop en in de idealen worden aan deze nieuwe Amerikaanse leider van harte gegund, maar zoals hij het zelf zei, zal het welslagen van de ganse onderneming van de burgers zelf afhangen... omdat een democratie tenslotte de eigen onderneming van alle burgers is. En laten we vooral hopen dàt ze dat is!
(J.B., 23 januari 2009)