'Einstein
on the Beach' en het martelaarschap
De
auteur van het interessante artikel over geneeskunde en Griekse
mythologie (beginnende met de zin: Theologische
beschouwingen leiden tot de opvatting dat de ziekte (en andere rampen
die de mens overkomen) een straf is van de goden" (1))
laat iemand ergens in een van zijn andere teksten beweren dat
gehuwden, indien zij op hun huwelijk zouden kunnen zien welke
moeilijkheden hen ingevolge de trouwpartij te wachten staan, op
staande voet weer naar huis zouden lopen. Edoch, hoe vanzelfsprekend
de beide standpunten ook klinken: velen denken daar heel anders over.
Of kan men zich dan niet
voorstellen dat op een trouw de twee verloofden, wanneer ze elkaar
voor het jawoord in de ogen kijken, in een flits hun toekomst zien
passeren met al het lief maar ook met al het soms onnoemelijke leed?
Men hoeft helemaal niet te beschikken over de fantasie van een
romanschrijver om zich dat te kunnen voorstellen. Maar kan men zich
ook voorstellen dat gedurende die flits het koppel zou ontkoppeld
worden van de roes en van de romantiek van dat zo zalige moment van
trouwen en dat elk van beiden heel bewust, rationeel en nuchter zou
kunnen beslissen over het al dan niet voortzetten van de op til
zijnde ceremonie?
De vraag die zij dan elk
voor zich te stellen hadden, luidt uiteraard: zie ik de ander graag
genoeg om naast het zoete geluk ook al dat te verwachten leed erbij
te nemen waarvan, krachtens die bliksemschicht van helderziendheid,
de komst voortaan een feit is dat ons verhindert om te hopen dat het
alsnog anders zal uitdraaien? Ja, stel nu eens dat zij op voorhand
konden kiezen.
On the Beach
(in het Nederlands vertaald als De laatste
oever) is een roman uit 1957 van de naar
Australië uitgeweken Brit Nevil Shute, behorende tot de
post-apocalyptische fictie en handelend over de mensheid die, ten
prooi aan radioactieve straling, haar nakende einde tegemoet ziet na
een vernietigende kernoorlog. De roman is wellicht geïnspireerd op
het gedicht The Hollow Men
van T.S. Elliot: In this last of meeting
places/ We grope together/ And avoid speech/ Gathered on this beach
of the tumid river
/ This
is the way the world ends/ This is the way the world ends/ This is
the way the world ends / Not
with a bang but a whimper. In
Shute's verhaal stelt de regering zelfmoordpillen ter beschikking
waarmee de laatste overlevenden zich euthanaseren om niet te hoeven
lijden.
De
opera Einstein on the Beach van
Philip Glass (met teksten van Christopher Knowles, Samuel M. Johnson
en Lucinda Childs) lijkt
naar deze roman te verwijzen maar vertelt dan toch
weer een ander verhaal. Het zandstrand van de verliefden lijkt te
verwijzen naar de woestijn waar de eerste kernproef plaatshad (met op
de achtergrond Max Wildiers' bezinning Afscheid
van Los Alamos) en zo zijn daar naast het
romantische koppel ook aanwezig: het metafysische koppel van de
liefde en de dood, maar nu elk in hun oneindigheidsdimensie want
elkaar onophoudelijk versterkend.
De opera van Philip
Glass begint als volgt: "Two lovers sat
on a park bench with their bodies touching each other, holding hands
in the moonlight. There was silence between them. So profound was
their love for each other, they needed no words to express it."
Een
van beiden verbreekt de stilte: ""Do
you love me, John?" she asked. En
hij antwoordt: "You know I love
you, darling, I love you more than tongue can tell. You are the light
of my life, my sun, moon and stars. You are my everything. Without
you I have no reason for being.""
Opnieuw
valt een stilte en zij stelt de volgende vraag: "How
much do you love me, John?" En
het antwoord luidt: "How much do I
love you? Count the stars in the sky. Measure the waters of the
oceans with a teaspoon. Number the
grains of sand on the seashore.
Impossible, you say. Yes and it is just as impossible for me to say
how much I love you. My love for you is higher than the heavens,
deeper than Hades, and broader than the Earth. It has no limits, no
bounds. Everything must have an ending except my love for you."
Edoch,
zowel het eerste als het tweede antwoord is er een van woorden:
"Words, words, words." In het
Bijbelse boek Job
wordt om een antwoord van een heel ander kaliber gevraagd: de duivel
eist daar dat de naar zijn smaak al te dure woorden worden gewogen
middels daden en derhalve staat de Schepper toe dat de duivel de
condities wegneemt die volgens zijn kwade trouw maken dat Job al
te dure woorden spreekt. En Job wordt
gemarteld.
"Zou
je met mij in het huwelijk getreden zijn indien je had geweten dat ik
je ongewild ging laten lijden?" En dezelfde vraag stelt zich met
betrekking tot het krijgen van kinderen, over wie men immers kan
veronderstellen dat zij aan hun ouders ooit de vraag stellen: "Zou
je mij gehouden hebben mocht je geweten hebben dat ik je ongewild
ging laten lijden?" In een hedendaagse versie is dat uiteraard
ook een door velen nog onontgonnen vraagstuk van de
abortusproblematiek.
Geliefden
zweren in hun romantiek dat ze elkander meer beminnen dan dat er
zandkorrels op het strand zijn of sterren aan het uitspansel. Dat
klinkt heel poëtisch maar de werkelijke vraag luidt of de liefde
inderdaad zo groot is dat zij ook het meest onnoemelijke leed in haar
schaduw stelt: is de liefde groot genoeg om de dood te overwinnen? En
is zij ueberhaupt nog liefde als zij dat niet kan?
Het
zal altijd vreemd blijven klinken in de oren van wie het wel horen
doch niet vatten kunnen maar pas daar waar de proef op de som genomen
wordt, manifesteert de liefde zich om te beamen: "Ja, jij bent
het allemaal waard."
(J.B., 2 januari
2022)
Verwijzingen:
(1)
https://www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3307428
|