"Over de productie van frontsoldaten" (de praxis):
"Over de productie van frontsoldaten"
"De bijzondere aanpak van de pandemie heeft een op de loer liggend mondiaal totalitarisme verraden en dan vooral in de praktijk van de libricide. Edoch, “waar men boeken verbrandt, zal men dat ook met mensen doen”. De verzen van Heinrich Heine zijn twee eeuwen oud, een nieuwe genocide is al in de opmars. De massa zit gevangen in een virtuele wereld waarvan de architecten nu druk spinnen aan een derde wereldoorlogsverhaal. Die fictie verkapt de realiteit van de nieuwste concentratiekampen: andermaal verschijnen zij in de beproefde vorm van de oorlog. De armlastige massa wordt aan beide zijden naar het front gelokt voor “de verdediging van het vaderland.” In feite klaren zij aldus de klus van hun beulen: zij ruimen zichzelf op, zoals een eeuw geleden door John Heartfield voorgezegd. “Oorlog en lijken, de laatste hoop van de rijken”.
Haal de kinderliedjes uit de oude doos maar boven!
Haal de kinderliedjes uit de oude doos maar boven!
"Klein soldaatje, groot soldaatje Laat ons flink marcheren En de trommel slaat en de fluite gaat En mijn vader is soldaat, kameraad."
"9 juni 2024 en de frontsoldaten" (Herhaling van de tekst van 28 maart 2024)
9 juni 2024 en de frontsoldaten
Bij zijn medewerking aan de realisatie van John Heartfields schrikbeeld “Krieg und Leichen, die letzste Hoffnung der Reichen”1 is uiteraard geen enkele burger bereid om over één nacht ijs te gaan en om zijn maatpak of zijn vrijetijdskledij te ruilen voor het militaire uniform: de omscholing van de jan met de pet tot de jan met de baret vergt een heus meesterschap over de kunst van het liegen of over hoe men leugens welsprekend laat klinken. De productie van frontsoldaten mag een huzarenstukje heten omdat alle neuzen spoorslags moeten wegwijzen van de pool van peis en vree naar die van oorlog. De omscholing van de creatieve arbeider naar de koele killer kan niet anders dan met bijzonder gesofisticeerde leugens worden gerealiseerd en daar laat men zo te zien ook geen gras over groeien.
Oorlog vereist vooreerst partijdigheid en zo wordt voortaan elke beweging die deze partijdigheid tegenstaat, in de kiem gesmoord. Dat gebeurt uiteraard door alles wat gezegd, geschreven en getoond wordt, bij voorbaat verdacht te maken zoals men ook doet met alle burgers die bij het afhalen van hun nieuwe identiteitskaart niet alleen hun handtekening en hun pasfotootje moeten inleveren maar nu ook hun vingerafdrukken en straks bovendien hun DNA. Partijdigheid betekent vooreerst dat men het eens moet zijn met het standpunt van het eigen regime en van zodra dat regime oorlog voeren wil, betekent dit dat men het eens moet zijn over de vijand en dat men vervolgens moet gaan vechten om hem te verslaan.
Bekijken we eerst het eerst genoemde punt: men moet het eens zijn over het feit dat er een vijand is en over wie dat dan wel mag wezen.
Wat betreft dat punt, duikt vooraf een waarheid op uit de psycho- en sociologie, welke luidt dat niets mensen zozeer verenigt als het hebben van een gemeenschappelijke vijand. Dat houdt uiteraard ook in dat in tijden van democratie met elk zijn eigen mening, wat uiteraard verdeeldheid meebrengt, de creatie van een gemeenschappelijke vijand de oplossing biedt door het volk weer één te maken.
Jammer genoeg kan een één gemaakt volk of een volk bestaande uit burgers met allemaal dezelfde mening, elke mogelijke staatsvorm verdragen behalve de democratie, zoals gezegd omdat in een democratie de gelijkheid van alle burgers de vrijheid van mening centraal stelt, wat meebrengt dat de meningen ongelijk worden net zoals de burgers die ze delen. Om democraten naar het front te krijgen ter verdediging hun democratie, moet men aldus vooreerst van de democratie een dictatuur maken want alleen een dictatuur is in staat om er voor te zorgen dat de neuzen van alle jannen met de pet veranderen in neuzen van jannen met de baret die dan niet langer wijzen naar de pool van peis en vree maar naar die van oorlog en leed.
Van zodra het eerste punt werd afgehandeld en alle burgers het eens geworden zijn over het feit dat er een vijand is en wie dat dan wel mag wezen, verwisselen zij hun vrijetijdskledij voor het kaki uniform zodat zij er niet alleen allemaal hetzelfde uitzien en hetzelfde zijn (namelijk vervangbaar en dus te zonder bezwaren te vernietigen) maar tevens door die camouflage onzichtbaar worden in de wildernis waarin een wereld die in oorlog komt, alras verandert - van zodra dat gebeurd is, komt het tweede punt aan bod: hoe krijgt men de geüniformeerde soldaten naar het front?
En zo leest men dezer dagen in de krant onder de titel “Gewezen baas van militaire inlichtingendienst over buitenlandse inmenging: "Ook aanwijzingen van inmenging rond rechtszaken als die tegen Acid"”2 dat militairen opstaan om ons daaraan te herinneren dat kritiek of onpartijdige informatie voortaan 'nepnieuws' heten zal, of eerder nog: 'fake news', om alvast bij voorbaat elke twijfel weg te nemen over het te kiezen kamp.3
"Onderwerpen die breed leven en voor polariserende meningen zorgen, worden door landen als Rusland gebruikt om de westerse democratie aan de kaak te stellen", aldus (d.d. 27 maart) een hoge militair. In haar artikel schrijft Stien Schoofs: “Via onze smartphones en sociale media is er kans op buitenlandse beïnvloeding. Daarvoor waarschuwde de Nationale Veiligheidsraad vandaag. Zeker in aanloop naar de verkiezingen vinden de federale regering en Staatsveiligheid het belangrijk om daar extra oplettend voor te zijn.”4
Met andere woorden zal met het getwitter en het schrijfverkeer op de sociale media de vrije meningsuiting aan banden worden gelegd en veeleer zal het onmogelijk worden gemaakt dan verboden te worden: het tijdperk van de volstrekte onvrijheid of het “non posse peccare” wordt effectief ingeluid en zoals Heinrich Heine tweehonderd jaar geleden heeft gewaarschuwd zal deze hedendaagse libricide worden gevolgd door een even hedendaagse genocide.
Het onvermijdelijke daarvan wordt nu helder: men krijgt het volk pas naar het front als wij niet alleen een uniform dragen maar als wij tevens uniform zijn en zoals iedereen kan vaststellen, voltrekken die twee zich onder strikte dwang. “De Belgische inlichtingendienst gaat extra monitoren op sociale media”.5 Immers, de vijand wakkert de polarisatie aan, zo menen de militairen, en “door die polarisatie groter te maken wordt de Belgische democratie aan de kaak gesteld en wordt het justitiesysteem nog meer in twijfel getrokken."6
Staatsveiligheid poogt met andere woorden het vertrouwen van de bevolking in het Belgische gerecht te herstellen door de zaken zo voor te stellen alsof niet corruptie onder rechters en onder andere gezagsdragers verantwoordelijk is voor het feit dat de burgers hun overheid in vraag gaan stellen maar godbetert de Russen! (Tussen haakjes, valt nog op te merken dat ofschoon het Russische regime niet democratisch oogt, ook Poetin net als destijds Hitler democratisch werd verkozen - de communistische partij speelt al een hele poos de tweede viool.)
Om je te weren tegen 'fake news' moet je kritisch zijn, aldus minister Annelies Verlinden en Staatsveiligheid treedt haar bij: “We moeten zeer assertief kunnen zeggen wat fake news is, dat wordt de uitdaging."7 Met andere woorden: “Luister alleen naar het officiële nieuws!” Eén nieuwsbron en één waarheid, jawel, u hoort het goed: een heus ministerie van waarheid! Waar hebben we dat nog gehoord? Maar 1984 geldt niet alleen met betrekking tot het Oostblok want ook daar klinkt eenzelfde refrein en aan beide zijden van het front wordt aldus het volk bewerkt, produceert men met die methode letterlijk honderden miljoenen frontsoldaten die dan elkaar met een gelijkaardig 'enthousiasme' gaan verminken en gaan uitmoorden.
Dan nog maar een keer John Heartfield: ““Krieg und Leichen, die letzste Hoffnung der Reichen.”
Kunstmatige intelligentie (K.I.) staat tegenover de intelligentie van levende wezens (mensen, dieren, planten) en wordt gedefinieerd als een nabootsing daarvan. Zoals men kon zeggen dat de elektrische trein (de echte of die van sinterklaas) de beweging van een levend wezen nabootst, zo kon men ook zeggen dat de drager van K.I. de menselijke intelligentie nabootst. Men kon dat zeggen want, niet onbelangrijk doch zeker niet altijd bij de definitie vermeld, is het feit dat die nabootsing niet gebeurt door de drager van de K.I. die immers een (dode) machine is (en ook niet als het om de nabootsing van de nabootsing gaat) maar door echte mensen. De elektrische trein zelf bootst niets of niemand na, het is zijn ontwerper die dat doet en, insgelijks, doet de drager van K.I. helemaal niets maar is die slechts de handpop van een menselijke speler.
De mens ontwerpt een machine waarin hij eigenschappen legt die gelijken op menselijke eigenschappen: een machine die werkt alsof zij zichzelf verplaatst (of waarmee hij zichzelf kan verplaatsten als hij er gaat op zitten), een machine die werkt alsof zij rekent, alsof zij muziek ten gehore brengt, alsof zij zinnen vormt, alsof zij vragen beantwoordt. In geen van alle mogelijke gevallen doet de machine iets en daarom ook is het een machine: zij is niets anders dan een 'verlengstuk' van de mens, een werktuig.
Ook belangrijk is dat intelligentie in wezen gelijk is aan aanpassingsvermogen, wat betekent dat een levende entiteit vereist is om die behoefte aan aanpassing te kunnen hebben en dat derhalve de fabricatie van K.I. vereist dat die behoefte wordt geveinsd. Om die reden is het begrip van 'technologische singulariteit' of dus de idee van een verzelfstandiging van die K.I. pure nonsens en zal het dat ook altijd blijven. Wat uiteraard niet wegneemt dat de schijn van zelfstandigheid zodanig kan toenemen dat zij intelligente mensen aardig beet kan nemen.
Wat betreft haar onechtheid kan een machine op een keer door de mand vallen, wat een echte mens sowieso nooit kan overkomen maar om die reden plaatst de dood (van een echte mens) ons voor een onoplosbaar raadsel want daar lijkt hij door de mand te vallen.
Het mysterie ontstaat waar wij ons ervan bewust worden dat degene die overlijdt, allerminst fictief was en dus ook nooit zomaar kan verdwijnen. Het onvermogen om met de overledene nog verder te communiceren, noopt ons ertoe om aan te nemen dat, ofschoon de menselijke communicatie in de materieel-energetische wereld plaatsheeft, de mens zelf zich in een heel ander gebied bevindt, precies zoals de muziek niet samenvalt met haar geluid en de taal zich zeer grondig onderscheidt van de tekens waarvan zij zich bedient.
(J.B., 15 november 2025)
Arbeid
Arbeid
Arbeid is in de eerste plaats een recht, een heus mensenrecht, en wel omdat zijn werk aan een mens de gelegenheid geeft om zich maatschappelijk te valoriseren. Waar de werkgelegenheid, die de verantwoordelijkheid is van de regering, te wensen over laat, wordt dat mensenrecht geschonden en worden mensen geschonden.
Maar een regering die zich aan de plicht onttrekt om werkgelegenheid voor iedereen te voorzien, probeert zich uit de slag te trekken door de verantwoordelijkheid daarvoor op de slachtoffers af te schuiven en in een maatschappij waarin het recht van de sterkste gaat heersen zodat een groeiend segment van de burgers niet dulden dat slachtoffers geholpen worden, kan zo'n regering op de koop toe nog rekenen op de steun van dat segment dat zich leep weet te wapenen met het vuur van de haat. Edoch, een samenleving die zich met deze gang van zaken kan verzoenen, is ten dode opgeschreven.
Een tweede punt: arbeid en arbeid is twee. Arbeid adelt maar hij doet dat pas waar het gaat om werk waarin mensen tot hun recht kunnen komen en dat is niet het geval waar men gedoemd is om blijvend hetzij onder hetzij boven zijn mogelijkheden te presteren. Mensen met een diploma van geneesheer die veroordeeld worden om levenslang de kost te gaan verdienen als kaartjesknipper op de trein omdat het hen ongeacht hoe verhinderd wordt om het beroep uit te oefenen waarvoor zij hun leven lang studeren, zijn slachtoffers van ernstige mishandeling en hetzelfde geldt voor zieke mensen van wie geëist wordt dat zij fulltime presteren omdat er nu eenmaal banen onbemand blijven.
In de twee gevallen is sprake van wantoestanden waarvoor niet de slachtoffers verantwoordelijk zijn maar degenen die de lakens uitdelen en meestal zijn dat onbekwame lieden omdat aan politici geen andere eisen worden gesteld dan dat zij verkozen worden door de massa. Studeren hoeft voor hen niet, als zij veel geld verdienen met huisjesmelkerij op de kap van sukkelaars, kunnen zij jan met de pet op café trakteren die er dan voor zorgt dat zij hun zitje nimmer moeten missen. En het is onnodig die toestanden te karikaturiseren want zij zijn dagelijkse kost.
En niet alleen dagelijkse kost maar tevens hedendaagse toonbeelden, kijk maar naar wie heden het machtigste land ter wereld in hun macht hebben. Wie zonder scrupules vegeteert op een kapitalistisch systeem, wordt miljardair en heeft de politieke macht voor het rapen. Eenmaal aan het bewind is hem vrijwel alles geoorloofd en zo bestaat het dat een president-analfabeet de hele wereld inlepelt dat het niet nodig is om te leren lezen en schrijven: tot zijn verbazing moet men vaststellen dat die waanzin prompt geslikt wordt. De verkozene analfabeet veroorlooft zich om de les te spellen aan universiteitsprofessoren inzake medisch-wetenschappelijke perikelen, milieukwesties en rechtszaken. Hij hertekent de wereldkaart (die hij niet kent) naar wens en haalt zijn gelijk met alleen maar bedreigingen en bombardementen. Hij negeert de geschiedenis van eeuwen slavernij, discriminatie en racisme en doet dat simpelweg door van 'woke' een woord te maken dat bij de domme massa haat oproept.
In een tijd waarin de journalistiek à volonté gecastreerd werd, is het voor malafide mediasterren simpel om dan olie op het vuur te gieten ten bate van nog maar eens een persoonlijk succesje ten koste van de waarheid die in tijden van oorlog altijd het eerste slachtoffer is.
(J.B., 15 november 2025)
Verjaagd uit de tuin van Eden - Aflevering 8: Slot
Verjaagd uit de tuin van Eden
Aflevering 8: Slot
Uiteraard is het verhaal over onze verbanning uit de tuin van Eden fictie maar het is een heel bijzondere vorm van fictie. Het is betekenisvol in die zin dat het een uitleg verschaft voor de vraag waarom wij moeten lijden en sterven. Een mens heeft er alle moeite mee om te aanvaarden dat het leven eindig is en niet altijd rozengeur en maneschijn.
De eindigheid van het leven is een catastrofe omwille van de liefde maar anderzijds ware de liefde onmogelijk indien de dood niet bestond. Het leven is het gewicht dat men in de schaal moet kunnen leggen om de manifestatie van de liefde mogelijk te maken. Op die manier is de dood niet weg te denken uit een bestaan dat zijn trouw opnieuw bewijzen moet, wat het geval is waar de legende van de zondeval betekenisvol geacht wordt.
In het andere geval (waar het zondevalverhaal geklasseerd wordt als inbeelding) verliest men niet alleen de plicht maar ook en vooral de mogelijkheid om zich te bewijzen, zodat men alle hoop moet laten varen op de echtheid van deze wereld waarin wij leven en waarin wij pas kunnen geloven mits wij de tastbare dingen als sleutels willen zien die ons toegang verlenen tot wat aan deze hun werkelijkheidswaarde geeft.
(J.B., 15 november 2025)
14-11-2025
Verjaagd uit de tuin van Eden - Aflevering 7: âDie Wille zur Machtâ
Verjaagd uit de tuin van Eden
Aflevering 7: “Der Wille zur Macht”
Er zijn 12 miljoen Belgen onder wie 30.000 militairen: 1 op de 400 Belgen is soldaat. Er zijn 135 miljoen Russen waarvan 1 miljoen soldaten en dat is 1 soldaat per 135 Russen. Rekent men de 2 miljoen reservisten mee, dan telt Rusland 3 miljoen soldaten en dat maakt dan 1 soldaat per 35 Russen. In Oekraïne zijn naar schatting om en bij het miljoen Russische soldaten gesneuveld en dat is (de reservisten niet meegerekend) zowat het voltallige Russische leger. Rekent men de reservisten wél mee, dan werd nu 1 op de 3 Russische soldaten gedood en dat is 1 gesneuvelde per 135 Russen.
Enorme verliezen, althans aan mensenlevens, want er wordt gezegd dat de Russen alle menselijke 'ballast' als kanonnenvlees naar het front sturen. Een winst dus vanuit het perspectief van de oorlogsmodus want het is beter boeren met een miljoen steuntrekkers minder. Dat was ook de redenering in het Derde Rijk, waarvan de hele boekhouding bewaard werd met daarin deze als 'winst' genoteerde massamoorden in de uitroeiingskampen, uitgerekend tot op 1 Reichsmark nauwkeurig.
De verspilling van mensenlevens wordt een vanzelfsprekendheid waar mensen worden beschouwd als middelen om de economie in stand te houden in plaats van andersom, wat het geval is in een kapitalistisch systeem, en de oorlog is dan niets anders dan de logische voortzetting van die economie. Edoch, ook antikapitalistische of communistische systemen bezondigen zich aan dit euvel dat erin bestaat mensen ondergeschikt te maken aan de systemen die hen zouden moeten van dienst zijn. In het westen gaat het om de dictatuur van het kapitaal, in communistische staten zoals China gaat het om de dictatuur van het staatsbestel en in Rusland betreft het de dictatuur van de dictator - op zijn beurt geregeerd door oligarchen of dus andermaal het kapitaal.
In de katholieke kerk gaat het om de dictatuur van het zogenaamde 'lichaam van Christus' waarvoor de kerk zich houdt en bij I.S. gaat het om de dictatuur van hun heilige geschriften. Telkens gaat het om de heerschappij over de mens van systemen die bedoeld waren om hem van dienst te zijn. En is dat niet de legende van de golem? Het ware horrorverhaal van het middel dat doel wordt, van de levende mens herleid tot gebruiksvoorwerp van levenloze zaken?
Het verlies van zijn paradijs staat derhalve gelijk met een omkering van alle waarden: enerzijds de ontwaarding van het waardevolle en anderzijds de verheffing van het waardeloze. En in de praktijk ziet men dikwijls hoe het laatstgenoemde voorafgaat aan het eerstgenoemde.
Het is “die Unwertung aller Werte”, de vervanging van de christelijke 'slavenmoraal' door het recht van de sterkste (de 'herenmoraal') van Friedrich Nietzsche, wiens 'Wille zur Macht' in krankzinnigheid eindigde. Precies zoals de wens om aan God gelijk te zijn, de ontevreden eerste mens uit het paradijs verbannen heeft en hem deed belanden in dit tranendal.
(J.B., 14 november 2025)
Verjaagd uit de tuin van Eden - Aflevering 6: Als de stof baast over de geest
Verjaagd uit de tuin van Eden
Aflevering 6: Als de stof baast over de geest
Indien de geest een product was van de hersenwerking, dan was de stof de leverancier van de geest en dan waren we niet ver meer af van de theorie dat alcohol sinds oudsher terecht 'geestrijke drank' wordt genoemd. Hallucinaties veroorzaakt door moederkoren waren dan niet langer ziekelijke afwijkingen in gevolge een vergiftiging met de genoemde schimmel maar daarentegen, zoals de adepten van een zekere superstitie het hebben willen, 'geestverruimende stoffen' die ons de toegang gaven tot nog onontgonnen paradijzen. Maar de consumptie van moederkoren of van nog andere drugs, pijnstillers en zogenaamde genotsmiddelen is een praktijk die de leugen verkapt dat geen geloof moet worden gehecht aan de vloek van de Schepper over de mens bij zijn verdrijving uit het paradijs: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren.”1
Wellicht houdt de vervloeking in dat het aardse leven gedoemd is om met leed bekleed te zijn totdat het sterft en dat elke poging om aan de genoemde straf te ontkomen (het weigeren van inspanningen en van leed middels luiheid, middels het gebruik van drugs of middels nog andere misdaden) zich zal wreken.
Veel waarschijnlijker dan dat de stof de leverancier is van de geest, is de stelling dat de hersenen hun ontwikkeling te danken hebben aan de geest, zoals de spieren hun groei aan de training danken terwijl spieratrofie het trieste resultaat is van bewegingsarmoede.
Indien de stof zijn ordening aan zichzelf te danken had, dan veroorzaakte de houtskool op het papier de tekening uit 1919 die de naam draagt "Jezus sterft aan het kruis". Maar niet de houtskool schiep de tekening maar wel de kunstenaar Albert Servaes, die op zijn beurt geïnspireerd werd door de kruisiging van een mens van vlees en bloed. Dat Servaes zijn kunst later ten dienste stelde van de politiek en meer bepaald van de waanzin van Adolf Hitler die zes miljoen onschuldige mensen van vlees en bloed vergaste, illustreert misschien een nog heel andere stelling. Het gaat om de stelling dat, zoals de houtskool het instrument is van de artiest, de artiest op zijn beurt, althans voor de duur van zijn scheppend werk, door muzen wordt bestuurd. Muzen maken de mens weliswaar gevoelig voor het Schone maar zij beschikken kennelijk niet over het monopolie voor het inspireren van de stervelingen. Volgens sommigen hebben zij te kampen met de concurrentie van demonen.
De stof dankt zijn ordening niet aan zichzelf omdat wat dood is, niets tot stand kan brengen dat het dode overtreft: de stof dankt zijn ordening aan hetgeen het leven daarin doet ontkiemen en ook onderhoudt, zoals op zijn beurt het leven pas kan gedijen waar de geest, altijd in de vorm van het Goede, het Ware en het Schone, zijn gading krijgt.
Waar dat laatste niet langer het geval is, wordt het leven ten prooi aan de ontbinding die kenmerkend is voor de dode stof. Geestelijke zaken zoals recht en respect gaan dan teloor, zodat alleen het recht van de sterkste, dat een andere benaming is voor de rechteloosheid, overschiet. De geest, en vervolgens het (door de geest gedragen) leven, worden ten prooi aan de dode stof, wat zich vertaalt in een realiteit waarin met het leven wordt gespeeld - waarin het leven wordt verspeeld. En zo bestaat het dat zich de jammerlijke taferelen herhalen uit de tijd van de nasleep van de Napoleontische oorlogen, zoals beschreven door de man die zijn volk leerde lezen. Napoleon, de massamoordenaar naar wie wereldwijd bonbons worden genoemd, likeuren, exquise eethuizen, lanen en pleinen en voor wie standbeelden werden opgericht, blijft kennelijk dienst doen als voorbeeld voor de nieuwe lichting grootheidswaanzinnigen die heden likkebaardend de wereld maar ook Moeder Aarde in de tang houden. Zowaar, andermaal, achten zij loting voor dienstplicht een eerlijk systeem om jonge mensen om te brengen!2
Verjaagd uit de tuin van Eden - Aflevering 5: Russische roulette
Verjaagd uit de tuin van Eden
Aflevering 5: Russische roulette
“De jongste lentezon stond in vollen luister op hare blauwe hemelbaen te glansen.”, aldus de openingszin van De loteling, een roman uit 1850 van Hendrik Conscience over de lotgevallen van een loteling en zijn verwanten. “(...) Arme lieden! zy dachten niet aen de groote maetschappy, die daer verre in de steden krielt; haer niets vragende, meenden zy dat zy zich hunner nooit herinneren zou, en zy leefden met betrouwen voort in hunne schoone en zoete ellende. Maer op eens kwam men van de leemenhutjes den tol des bloeds afeischen. (...)”
Vandaag heet dat heel netjes 'burgerplicht'.
“De eenige jonge man die er woonde, - de eenige die er de magt had om de ondankbare aerde door zyn zweet te bevruchten, zou loten - en soldaet worden indien zyne bevende hand een ongelukkig nummer aengreep (...) Hy was gekomen de droeve Meertsdag, in den almanak van 1833 door Trien met een zwart kruis geteekend!”
“De jonge man was met een tiental makkers uit het dorp naer Brecht gegaen om te loten. Daerbinnen zaten de beide moeders en het jongsken voor het Lieve Vrouwenbeeld, met opgeheven armen, te bidden. De oude grootvader, dwaelde sprakeloos over en weder, en bleef eindelyk voor de deure staen, met de hand aen den stam van den wyngaerd geslagen en met het hoofd ten gronde gebogen, als blikte hy in een graf.
Het meisje stond in den stal voor hare koe en zag het beest halsstarrig en droef in de oogen, en streelde het zachtjes op de wangen, als wilde zy het troosten over een nakend ongeluk.” (…)
“'Kom aen, het uer is daer: wy zullen de arme lotelingen te gemoet gaen.....’
(...)
Hier, voor de baen langs waer de lotelingen van Brecht komen moesten, stonden vele menschen in kleine hoopjes geschaerd, allen vol ongeduld wachtende om den uitslag der loting te vernemen.
(...)
‘Daer zyn ze! daer zyn ze!’
Inderdaed, ginder zeer verre waren de lotelingen van achter een bosch op den weg verschenen, en nu kwamen zy daer aengestapt, zingend en juichend dat het in de lucht hergalmde. Sommige smeten hunne hoeden of klakken, ten teeken van vreugde omhoog, en allen te samen hadden het voorkomen van eenen hoop dronkaerds, van eene kermis terugkeerende. - Maer wie er zong en vrolyk was, wie er zweeg en pyne leed, dit kon men nog niet zien.
Zoohaest de lotelingen op den weg zich vertoonden, liepen hunne bloedverwanten en vrienden, elk van zynen kant, hen te gemoet. De oude grootvader kon zoo snel niet gaen, ofschoon Trien hem nu by de hand voorttrok. Eindelyk, haer ongeduld niet meer kunnende weêrstaen, toen zy zag, hoe ginder de moeders en maegden sommige der lotelingen met bly geschal omhelsden, liet zy de hand des grysaerds los en snelde uit alle hare magt vooruit. Ten halve harer baen hield zy plotselings op, als hadde eene onbekende kracht haer verlamd. Zy week wankelend ter zyde en ging met het hoofd tegen eenen boom staen weenen.
De grysaerd haelde haer in, en vroeg:
‘Is Jan er dan niet by, dat gy staen blyft, Trien?’
‘God, God, ik zal ervan sterven!’ riep het meisje. ‘Zie, daer verre achter de anderen komt hy, met hangend hoofd en bleek gelaet: - hy is al half dood, och arme!’
(...)
Onderwyl naderde Jan tot de plaets waer hy zynen grootvader bemerkte, en kwam met tragen stap regt tot hem.
Trien ging hem niet te gemoet; integendeel, zy verborg haer aengezigt tegen den boom en snikte hoorbaer.
De jongeling vatte de hand des grysaerds, en hem een nummer toonende, zegde hy met schorre stem:
‘Vader, ik ben erin gevallen!’
Dan, tot de maegd gaende, zuchtte hy, terwyl een tranenvloed uit zyne oogen losbrak:
‘Trien! Trien!’
Meer kon hy niet zeggen; de stem verkropte in zyne keel.
De stokoude grysaerd was te zeer ontsteld om een woord te spreken of een gedacht te vormen; terwyl eenige tranen in de rimpels zyner wangen rolden, stond hy stom en dwalend met den blik ter aerde gerigt.
Eene wyl heerschte daer de plegtigste stilte, tot dat Jan eensklaps met sombere wanhoop uitriep:
Primo Levi waarschuwde ervoor: als de laatste getuigen dood zijn, is er niemand meer die ons vertellen kan hoe het is. En vandaag blokken de kranten: “Defensie-expert over mogelijke loting voor dienstplicht in Duitsland: 'Ze vinden dat het meest eerlijke systeem.'”2
Charlie Chaplin, The great dictator (1940) fragment
Charlie Chaplin, The great dictator (1940) fragment
Verjaagd uit de tuin van Eden - Aflevering 4: Het achterlaten van het lichaam
Verjaagd uit de tuin van Eden
Aflevering 4: Het achterlaten van het lichaam
Zo-even zegden wij dat onze hersenen verbonden zijn met onze geest zoals ons lichaam verbonden is met onze ziel en dat die twee ook van elkaar ontkoppeld kunnen worden. Zo'n ontkoppeling gebeurt tijdens de slaap wanneer wij aan het dromen gaan: de geest zwerft uit, zoals een vleermuis vliegt hij doorheen het raam naar buiten in de duisternis waarvoor hem zijn blindheid behoedt maar een ingebouwd mechanisme behoedt de slaper er tevens voor dat, in de waan verkerend dat hij vliegen kon, hij zou neerstorten en te pletter vallen in de diepte: dat mechanisme ontkoppelt namelijk het lichaam van de ziel, zodat de ziel onbezorgd kan wegvliegen terwijl het lijf in verlamming achterblijft in bed. De verlamming van het lichaam lijkt ons lichaam in zijn mogelijkheden te beperken maar die disfunctie staat in functie van de verwezenlijking van een ongedroomde vrijheid die wij uit onszelf niet hadden.
In de tweede aanvulling bij het boekje met de titel Is er leven na de dood? werd dit thema reeds behandeld in het kader van de vraag naar de mogelijkheid van extra-zintuiglijke waarnemingen. Daar werd het teken gedefinieerd als datgene dat niet met zichzelf samenvalt maar teken is, wat wil zeggen dat het verwijst naar iets anders, naar een 'betekende': “Het betekende op zich is onwaarneembaar maar indien het niet bestond, dan bestond ook het teken niet. Het teken getuigt daarom van het bestaan van iets waar het naar verwijst, en geloven wij niet in datgene waar het teken naar verwijst, dan moeten wij consequent daarmee ook het bestaan van het teken verwerpen. Welnu, op deze voorwaardelijkheid berust onze hele werkelijkheid.”1
Hiermee werd in wat andere bewoordingen het zopas aan bod gekomen verhaal van de sleutels al verteld: de sleutels zijn van stof maar de deuren die zij openen geven toegang tot een onstoffelijke kosmos en niemand kan tegenspreken dat op die manier de echtheid van het stoffelijke uitsluitend door de echtheid van het onstoffelijke wordt gegarandeerd. Het (stoffelijke) teken zou niet alleen geen reden van bestaan hebben indien het betekende alleen maar fictie was: het zou zonder meer helemaal niet kunnen bestaan. Maar we gaan hier niet in herhaling vallen.
(J.B., 12 november 2025)
1Jan Bauwens, Is er leven na de dood? Serskamp 2014 (NB: de oorspronkelijk tekst van het opstel getiteld Is er leven na de dood? uit 2006 en 2007 werd in deze druk aangevuld met de tekst van het opstel getiteld Een poging tot het verklaren van het gegeven van de extra-zintuiglijke waarneming uit 2014), pag. 160. Zie:
Intussen 11 jaar geleden: Een Nobelprijswinnaar voor de Vrede over de gebeurlijke wieg van W.O.III
Een Nobelprijswinnaar voor de Vrede over de gebeurlijke wieg van W.O.III
Oekraïne moet zich niet door Rusland, de EU of de VS in stukken laten trekken, zo oordeelt in een recent interview Nobelprijswinnaar voor de Vrede (1990) Michail Gorbatsjov, de laatste grote leider van de USSR die, na bijna een eeuw van communisme, democratie bracht in het land. (1)
Veel invloed heeft de man van glasnost en perestrojka in het huidige Rusland niet meer en dat is ook niet verwonderlijk: in 1991 was Gorbatsjov het doelwit van de latere president Poetin die toen een mislukte staatsgreep pleegde. (2)
Ofschoon het communisme werd opgedoekt, stamt Poetin vooralsnog uit een Marxistisch-Leninistisch nest: net zoals zijn vader was hij zelf werkzaam in de gevreesde geheime dienst van de Sovjets en zijn grootvader was een vertrouweling van zowel Lenin als Stalin - hij was meer bepaald de kok van Lenin en diens echtgenote en hij kookte ook voor Stalin. (2)
Gorbatsjov zou het wel eens bij het rechte eind kunnen hebben: de landen die zich in tweeën hebben laten splijten door de rivaliserende grootmachten die er hun oorlogen zijn gaan uitvechten, zijn straks niet meer te tellen en het bekendste voorbeeld is nu wel Korea, een land dat vele duizenden jaren lang één was, vreedzaam en hoog ontwikkeld, totdat het na W.O.II werd verdeeld in een communistisch noorden en een kapitalistisch zuiden. (3)
Zo ook ontstonden uit het Duitse Rijk de BRD of West-Duitsland en de DDR of Oost-Duitsland met daarin nog eens de enclave van het eveneens in twee gedeelde Berlijn. Het ijzeren gordijn deelde Europa op in het communistische oostblok en het kapitalistische westen en hield stand tot in mei 1989. (4)
In een bloedige oorlog (van 1957 tot 1975) met meer dan een miljoen doden en anderhalf miljoen gewonden werd Vietnam opgedeeld, waarbij in buurland Cambodja nog eens 600.000 slachtoffers vielen en 30.000 doden in buurland Laos (waar meer Amerikaanse bommen vielen dan in W.O.II op Duitsland en Japan samen). (5)
Divide et impera, zo formuleerde Julius Caesar het inmiddels meer dan tweeduizend jaar geleden: men kan een volk makkelijk overheersen als men onder de bevolking eerst verdeeldheid zaait. Het is een niet onwaar maar tevens een bijzonder lelijk principe en het wordt de hoogste tijd dat men het eindelijk doorziet en streng veroordeelt.
Paradoxaal genoeg blijkt het om meer redenen te verfoeien nationalisme hier dan toch van bijzonder nut te kunnen zijn want wat anders kan een land behoeden voor ontbinding dan het eenheidsgevoel onder alle landgenoten? Niet toevallig hebben nationalisten en volgens sommigen zelfs fascisten zich in die strijd gemengd: zij willen Oekraïne immers losmaken van Rusland. Edoch, zien zij dan niet over het hoofd dat ook het westen dat hen met de belofte van de vrijheid lokt, uiteindelijk niet veel meer te bieden heeft dan werkloosheid en daardoor ook ongeluk vanwege dat andere type van slavernij dat bij het kapitalisme past: de slavernij van het geld.
Met de verkiezingen voor de deur zien we ook in eigen land het nationalisme opnieuw de kop opsteken en ook hier geschiedt dat kennelijk vanuit een terecht verzet tegen de bemoeienissen van een Europese Unie die niet een unie is van volkeren maar van volksverlakkers-tafelschuimers, en is dat niet smeken om ontbinding? Want de geschiedenis herhaalt zich: landen verenigen zich tot grote machtsblokken; hun leiders onttrekken zich dan makkelijk aan het oog der burgers; zij gaan op den duur hun eigen gang, zij regeren niet langer doch zij parasiteren, zij kennen zichzelf riante vergoedingen toe, laten zich aanspreken met excellentie, maken zich onschendbaar. Maar mooie liedjes duren niet lang, reeds liggen derden op de loer om de prooi onderling te gaan verdelen.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: