Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 22-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ongrijpbaar goddelijke wordt iets menselijks - Drie-Eenheid C 2016 - Gie

    Drie-Eenheid – Drievuldigheidszondag jaar C 2016 - Zaterdag 21 en zondag 22 mei 2016

    Eerste lezing: Spreuken 8, 22-31 - 'De wijsheid en de schepping'
    EvangelieJohannes 16,12-15 - 'De taak van de Geest'

    Een goeie halve eeuw geleden, in het begin van de maand mei, heb ik mijn eerste communie gedaan. Het toeval wil dat dat gebeurde in de kerk van de Heilige Drievuldigheid. De wereld en vooral de kerk zag er toen nog helemaal anders uit. Wij zaten nog geknield op bidstoelen; het altaar stond helemaal achteraan op het koor en de hele viering was in het Latijn. 
    Nog een geluk dat de meester van de vijfde klas grote borden gemaakt had, waarop de namen van de verschillende delen van de mis geschreven stonden: Introïtus, Confiteor, Kyrie, Gloria, enzovoort. Als klein ukje verstond je er dus niet zoveel van. Niet van de misviering en evenmin van de Heilige Drievuldigheid. 

    Het woord 'Drievuldigheid' komt niet voor in de Bijbel. 
    Jezus heeft die naam voor God ook nooit gebruikt. Hij noemde God bij voorkeur 'Abba', Papa, lieve vader. Hij sprak ook over de Geest, die Hij zou zenden als helper en trooster. Jezus zelf werd door de leerlingen 'Zoon van God' genoemd. Er is dus in de evangelies sprake van God als Vader, Jezus als Zoon, en de heilige Geest. Zo zijn de namen Vader, Zoon en Geest ons zeer vertrouwd. We spreken ze uit bij ieder kruisteken. Een teken dat we maken vóór ieder gebed, vóór iedere eucharistieviering, in alle sacramenten én in onze geloofsbelijdenis. Die begint met “God, de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde”. 

    Als godsdienstleerkrachten of catechisten over de drie-ene God moeten spreken, zoeken ze naar aanschouwelijke voorbeelden. 
    Met wiskunde valt het moeilijk uit te leggen: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest zijn samen nog steeds 1 God. 1+1+1 blijft dus 1. Dit is een mysterie, geen puzzel of rekensom. Een mysterie betekent dat het te groot is om te snappen. God is te groot voor ons verstand, zelfs al heb je een wiskundeknobbel. 
    Soms nemen ze drie lucifers en steken die samen aan. Er zijn drie lucifers en toch is er maar één vlam. 

    Of ze geven het voorbeeld van een echtpaar met hun kindje: vader, moeder, kind. Drie personen in één gezin. Eén en toch drie, in liefde verbonden met elkaar. Ze zijn één gezin. Ze horen bij elkaar. En toch zijn ze ook alle drie anders. 
    Het zijn drie eigen, aparte personen. Ze hebben ieder een eigen rol in het gezin: vader, moeder en kind. Ieder met hun eigen gezicht en hun eigen karakter. En tegelijk horen ze bij elkaar. En ze houden van elkaar. 

    Of denk aan de Rode Duivels: allemaal spelers uit verschillende ploegen, met hun eigen achtergrond. En toch vormen ze samen één ploeg!
    Men wil met die voorbeelden aantonen dat er 'eenheid in verscheidenheid' bestaat. 
    Ook de lezingen van vandaag proberen ons iets uit te leggen over die verbondenheid, die liefde tussen die drie Personen die samen één God zijn. 

    De drie-ene God zegt ons iets over de liefde van God voor ons. De Vader (die staat voor het scheppende en daarom net zo goed God de Moeder zou kunnen heten), de Zoon (het menselijke gezicht van God, tastbaar, heel concreet en niet veraf) en de Heilige Geest (de kracht van de Liefde die over heel de wereld waait, over alle grenzen heen, en die Hen en ook ons samen-bindt). De drie Personen in die ene God, zijn alle drie telkens weer een beetje anders. Toch zijn ze samen één God. Ze horen in Liefde bij elkaar. 

    Doorheen de geschiedenis hebben theologen, pastoors en andere priesters hun best gedaan om aan de mensen uit te leggen hoe ze die Drie-eenheid moesten begrijpen. En al die tijd deden de gelovigen even veel moeite om dat beeld dan ook weer te verstaan. 
    De beroemde Russische iconenmaker Andrej Roebljov schilderde rond 1400 het icoon bekend als “de Gastvrijheid van Abraham” of De Heilige Drievuldigheid. Om in die icoon, die eerder lijkt op een voorstelling van drie engelen, een afbeelding van de Heilige Drievuldigheid te zien, moeten we terug te gaan naar Genesis 18, waar Abraham drie geheimzinnige bezoekers ontvangt. 
    Die komen bij hem en delen zijn maaltijd. En Abraham praat met die drie personen als met één persoon. Het is het begin van Gods verbond.

    Ook Europese kunstenaars deden hun best om die goddelijke Triniteit te verbeelden. En dat lukte nog het best door er menselijke trekjes aan te geven. De Vader als een echte Patriarch met een lange baard. De Zoon als de gekruisigde of de verrezen Christus. En voor de Geest die ongrijpbaar is en waait als een zachte bries, gebruikten ze het beeld dat Hem ook in de Bijbel tastbaar maakt: een stralend witte duif. 
    Maar dàt totaalbeeld is te véél een Trio en te weinig een Eenheid. 
    Dus werden er driehoeken of concentrische cirkels aan het plaatje toegevoegd. 

    Om die bijzondere eenheid tussen Vader Zoon en Geest plastisch voor te stellen, gingen ze ook een vergelijking maken met de aardse drie-eenheid, de Heilige Familie. Maria, Jezus, Jozef, die dan samen met de Hemelse Drie-eenheid werden afgebeeld. Of die àndere Heilige Familie, die aan de parochianen van Sint-Anneke zeer wel bekend is: oma Anna met dochter Maria en kleinzoon Jezus, oftewel Sint-Anna-te-Drieën.

    Van een moeilijke, enkel door theologen te begrijpen, beschrijving van de Goddelijke Drievuldigheid, tot een eenvoudige voorstelling van een familie-tafereel, waarin de Liefde centraal staat. Zo wordt dat ongrijpbaar goddelijke iets menselijks waaraan wij ons kunnen toetsen: een vader, een moeder, een Kind; een grootouder, een dochter, een Kleinkind. 

    Wij gingen zaterdag op bedevaart naar Gaverland. Heb je er al eens bij stil gestaan wat dat eigenlijk is, een bedevaart?  
    Sommigen maken een héél lange tocht, naar Compostella, naar Rome of een andere heilige plaats. Wij naar Gaverland. Maar de eigenlijke bedoeling is om daarna, met je verhaal, terug thuis te komen.
    Onze tocht vanmiddag is maar kort. Wat verder, in Rupelmonde, noemen ze het de weg-om, een om-weg naar huis. In Melsele noemen ze het de beeweg. Onze beeweg, bede-weg, is een wandeling, waarbij we even stilstaan en bidden, om terug thuis te komen, bij onszelf. De beeweg in Gaverland is een Maria-beeweg. 
    Daarbij neemt Maria ons bij de hand om samen naar haar Zoon te kijken. Langs de verschillende staties van haar leven en ook Zijn leven: van zijn geboorte, heel zijn leven door tot aan zijn dood en verrijzenis, kijken wij, met de ogen van Maria, opnieuw naar Jezus.

    In de meimaand, Mariamaand zetten wij traditioneel Maria in de bloemetjes én in de kijker. We kennen nu haar belangrijke plaats in de familie. Als moeder én als dochter neemt Maria ons bij de hand, om samen naar haar Zoon te kijken. Om geraakt te worden waarin zij geraakt werd door Hem. Maria doet ons, met haar ogen, opnieuw naar Jezus kijken. 

    Dat is eigenlijk de bedoeling van alle heiligenbeelden, in iedere kerk. Ze zeggen: kijk naar mij, kijk dóór mij naar Jezus, naar God. 
    Dat is waarschijnlijk ook de bedoeling van wat Jezus in het evangelie zegt: alles wat de Vader heeft, is ook van Mij. Wie Mij ziet, ziet de Vader. Kijk dóór Mij, laat je beGeesteren door Mij, om God te zien. 

    Op dezelfde manier moeten wij ook Maria begrijpen. 
    We begrijpen haar voorbeeld-functie, in de vergelijking met die hemelse Heilige Familie. In die familiale verbondenheid wijst ook Maria ons op de heilige Drie-eenheid die wij vandaag vieren: van de Vader+, de Zoon+ en de Geest+. Amen. 

    22-05-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kracht van verbonden zijn - 7e paaszondag C 2016 - Jan W

    Zevende paaszondag C 2016 - Zaterdag 7 en zondag 8 mei 2016

    Eerste lezing: Handelingen der apostelen 7, 55-60 - 'Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd'
    EvangelieJohannes 17,20-26 - 'Afscheidsgebed van Jezus'

    Een tijdje terug heb ik naar ‘Jani gaat op safari’ gekeken. Ik vind Jani nog wel grappig in ‘zo man zo vrouw’.
    Nu heeft hij een reportage waarin hij mannendingen doet. Zoals meedoen met het leger, met Tom Boonen gaan fietsen en nu dus op safari. Enfin, vooraleer jullie denken dat ik een obsessie heb voor die man, er komt nog een punt aan dit verhaal.
    Jani vind het een uitdading als cityboy, woonachtig in Antwerpen, om op safari te gaan en oog in oog met de natuur te staan.
    Iemand die verknocht is aan het stadsleven en schrik heeft van wilde dieren gaat de natuur opzoeken.

    In het begin had hij zeer veel angst als er nog maar een leeuw op vijf kilometer van hem stond. Maar aan het einde van de tocht was hij toch een beetje een andere man. Op een gegeven moment staat hij oog in oog met een wilde olifant. Ondanks zijn schrik ervaart hij een onbeschrijfelijk gevoel van verbinding, ontzag en echtheid.  
    Op de laatste avond zat hij met zijn gids aan een kampvuur dat uitkeek op wilde nijlpaarden. ‘Straks ga ik weer naar de echte wereld’, waarop de gids antwoordde: ‘Dit is de echte wereld. Waar jij naar teruggaat, is een geconstrueerde, artificiële wereld. Het is een wereld naast de wereld van de natuur, die wij zelf hebben opgebouwd.’

    Nu vind ik het ook fantastisch om in een stad te wonen, maar het staat wel ver van de oerwereld, zeg maar, de wereld van de natuur. 
    Wist je dat wij gemiddeld drie à vier uur per dag naar televisie kijken. En we kijken dan eigenlijk  naar iets dat niet echt is.
    Hoe cool Simonneke uit thuis ook mag zijn, ze is een verzonnen figuur geconstrueerd door mensen die verhalen schrijven. 
    Toch hebben die verhalen een zekere impact op ons. 
    We zouden haast vergeten dat buiten die artificiële wereld nog een andere wereld zit. Een wereld die vraagt om verbinding vanuit hen en vanuit ons.

    Een paar maanden terug was er een tentoonstelling in het SMAK (altijd een beetje reclame maken voor Gent, stad der steden), waarin kunstenaars werden uitgedaagd om na te denken over de verbinding met de wereld buiten ons. 
    Een specifiek kunstwerk dat mij heeft ontroerd was een boom, een treurwilg, waar aan de uiteinden van de takken potloden werden gehangen. Het punt van de potloden rustte op een wit onbeschreven blad. Door het bewegen van de takken en door de wind en zo maakte de boom aan de hand van potloden contact met onze wereld. 
    Een zeer mooie symboliek voor die andere wereld dan de onze, die ook bestaat en op zijn manier ook verbinding zoekt. Het is niet omdat we het op het eerste zicht niet zien of er geen aandacht voor hebben, dat het daarom ook niet bestaat. 

    Ik ben meer en meer overtuigd geraakt van de kracht van verbinding. 
    Zeker binnen een maatschappij waar mensen zo op zoek zijn naar iets anders dan het voorgeconsumeerde. Ik ben deze week weer voor drie dagen met een groep dak- en thuislozen met een verslaving op driedaagse geweest. 

    Ik blijf mij verbazen over de kracht van verbonden te zijn met elkaar, met de natuur en met het onuitspreekbare.

    's Avonds tijdens het barmoment was er een onbeperkte mogelijkheid tot drinken van alcohol. Niet evident voor mensen met een drankverslaving, maar niemand was er dronken. Na twintig jaar heeft een gast een brief geschreven naar zijn familie om opnieuw contact met hen te zoeken. 
    Plots besefte hij wat hij in die twintig jaar gemist heeft. 

    Zoals de lezing van vandaag ook zegt: Vader ik wil dat, waar Ik ben, ook diegenen bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt.
    Geniet van deze zondag, in verbinding met elkaar, doe iets leuks met dit mooie weer en geniet vooral van elkaar.

    08-05-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wederkomst van de oude gloriën… - Hemelvaart van Onze Heer C 2016 - Marc

    Rerum Novarum C 2016 - Donderdag 5 mei 2016

    Eerste lezing: Handelingen der apostelen 1,1-11 - 'Jezus’ laatste opdracht en hemelvaart'
    EvangelieLucas 24,46-53 - 'Verschijning aan de elf en hun metgezellen'

    Als kleine jongen ging ik met mijn vader naar de wedstrijd België-Holland van de “oude gloriën”. Na 5 minuten was er al een Hollands been gebroken, nadat de Belgische links-back nog eens geprobeerd had zijn legendarisch sliding-tackle te demonstreren. Zelfs oude gloriën zijn niet meer wat ze geweest zijn. Wat voorbij is, komt niet meer terug…

    Is dit hier een reünie van oude gloriën? Er is hier wel wat ouderdom verzameld, en glorierijk is het verleden dat ons hier bijeen brengt zeker. 
    Maar is hier alleen nog plaats voor nostalgie, en loopt onze beweging in het heden amper op krukken rond? En dan wil ik het niet hebben over naamsveranderingen. Ik wil het niet hebben over Arco. Ik wil het niet hebben over dalende ledenaantallen. Allemaal niet plezant, maar misschien toch de hoofdzaak niet.

    Hoofdzaak is voor mij de vraag, of onze christelijke gemeenschap nog iets te vertellen heeft over de uitbouw van onze maatschappij, deze wereld, zijn politiek, zijn economie, zijn structuur en cultuur. Of is godsdienst helemaal teruggedrongen tot in de “huiselijke sfeer”? 
    Ik denk dat we vandaag hier vieren dat het evangelie niet alleen onze hyperpersoonlijke zielezaligheid kan bevorderen, maar dat het ook deze wereld kan verbeteren. Christenen zijn wereldverbeteraars. 
    En wat ons daartoe drijft, is de profetische stem die klinkt in de bijbelse traditie. We hoorden ze in het evangelie: waarop worden we afgerekend? Op wat we doen voor de mens – letterlijk – op straat. Voor hen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. In deze tekst herhaalt Jezus de herhaalde oproep van vele profeten in het oude testament, die uitbuiting van armen, wetsverkrachting, machtsmisbruik van hen die de macht hadden, fel aan de kaak stelden. Solidariteit met armen, opkomen voor zwakkeren, recht doen geschieden, het is een goddelijke opdracht.

    Hoe we dat doen hangt van de omstandigheden af. Persoonlijke inzet voor de mens naast ons, gul zijn, goede nabuurschap uitbouwen, een vriendelijk woord, een hand uitsteken om te helpen, eerlijk zijn en niet foefelen, we kunnen dat allemaal. En daarnaast is er het “samen”, de actie schouder aan schouder, verenigingen en organisaties, de hefbomen om onze samenleving op te tillen naar een hoger niveau van menswaardigheid. 
    We hebben hier in Vlaanderen een sterke traditie van eigen christelijke organisaties, die hun evangelisch opdracht voorbeeldig hebben opgenomen, wat er ook aan – soms terechte – kritiek op kan gegeven worden. 

    Nu verandert er heel wat, niet alleen de namen. 
    Misschien vrezen velen onder ons dat die prachtige traditie die nog in ons leeft, voorgoed naar de knoppen gaat. Maar ik denk dat het belangrijkste niet is of de christelijke organisaties zoals die we gekend hebben, gewoon verder zullen bestaan. Ja, het is nodig dat christenen elkaar vinden, zich organiseren om hun christelijke inspiratie levend te houden, telkens opnieuw te vertalen in een hedendaagse taal, samen te zoeken hoe hun maatschappelijke inzet trouw kan blijven aan het evangelie. Ik denk ook dat christenen dat zullen blijven doen, gedreven als ze worden door de geest van Jezus. 

    Maar of de organisaties van nu en gisteren dezelfde moeten blijven, dat zal de tijd uitwijzen. Ik zou daar ook niet ongerust over zijn. De crisissen die we meemaken zijn misschien nodig om wat nederiger te worden. Het kan geen kwaad dat de mensen van goede wil zich meer verenigen om samen die betere wereld op te krikken en dat de strijdbijl tussen tsjeven, blauwen en sossen begraven wordt. 
    Maar essentieel is dat christenen het woord van Jezus blijven horen: “Om aan armen de goede boodschap te brengen heeft God mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating aan te kondigen en aan blinden het licht in hun ogen, om verdrukten in vrijheid te laten gaan.” Het feest van Hemelvaart betekent, dat die opdracht van Jezus ons toevertrouwd wordt. Als de kerk hieraan trouw blijft, is het vanzelfsprekend dat zij in deze samenleving een rol te spelen heeft. En die samenleving kan daar alleen maar beter van worden. 

    Hier zitten vele oude krijgers, die – soms letterlijk – op de barricades hebben gestaan om de wereld te verbeteren. 
    Zij geven hun fakkel door aan de volgende generatie. En zij mogen gerust zijn. Het licht van die fakkel, het is door Jezus ontstoken. En wij geloven  dat dat vuur niet zal gedoofd worden.

    05-05-2016 om 18:52 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-05-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een zaak van het allergrootste belang? - 6e paaszondag C 2016 - Marc

    Zesde paaszondag C 2016 - Zaterdag 30 april en zondag 1 mei 2016

    Eerste lezing: Handelingen der apostelen 15, 1-2, 22-29 - 'Conflict over de besnijdenis; bijeenkomst in Jeruzalem'
    EvangelieJohannes 14,23-29 - 'Ik laat jullie niet verweesd achter'

    Het is goed mogelijk dat nogal wat mensen in de kerk hier die eerste lezing nogal raar vinden. Besnijdenis, verstikt vlees (wat is dat trouwens?), offervlees, wat hebben wij daar mee te maken? Nochtans vertelt deze tekst iets over een vrij belangrijk moment in de geschiedenis van de jonge kerk:  de beslissing die de vergadering in Jeruzalem – men noemt dat soms het “eerste concilie” – genomen heeft dat men geen Jood moest zijn om christen te kunnen worden. Hadden ze dat niet gedaan, dan zouden wij nu in een synagoge naar het evangelie luisteren, en zouden wij volgens de Joodse wet leven. 

    Nu betekent dat niet dat de apostelen het Jodendom afgeschaft hebben. Paulus en Petrus zijn heel hun leven Jood gebleven, zoals ook Jezus trouwens. Maar, zegt die jonge Kerk, als we goed luisteren naar wat Jezus ons geleerd heeft, als we luisteren naar de heilige Geest die in ons werkt, dan beseffen we dat alle mensen door Jezus geroepen zijn, dat alle mensen kinderen zijn van dezelfde Vader, dat ieder het heil kan bereiken, welke ook zijn traditie, overtuiging, afkomst is, als hij de boodschap van Jezus maar volgt. 
    En de boodschap van Jezus is eenvoudig. We hebben ze vorige week gehoord in deze kerk, in datzelfde evangelie van Johannes: “een nieuw gebod geef ik u: gij moet elkaar liefhebben, zoals ik u heb liefgehad”. 

    “Keep it simple”, hou het eenvoudig, laten de apostelen weten aan die ongeruste nieuwe christenen in dat heidense Antiochië. Ze vragen alleen een paar regels te volgen die in die tijd niet speciaal waren: geen offervlees, want dan neem je deel aan heidense rituelen, geen ontucht, uiteraard, en in het Oosten toen was er geen mens die eraan dacht bloed te eten of vlees waar nog bloed inzat – dat “verstikt vlees” – . 
    Onze gewoontes zijn nu veranderd, we mogen met gerust gemoed leven als mensen van onze tijd. Als christelijke gemeenschap mogen we samen, biddend en luisterend naar mekaar, zoeken hoe we dat gebod van Jezus in onze tijd, binnen onze cultuur, kunnen beleven. En laten we dat doen in groot respect voor de mensen die andere gewoontes hebben en andere tradities, zoals de Joodse kerkvaders respect hadden voor die heidens geloofsgenoten. 
    Ik denk aan ons respect voor mensen met een andere godsdienst of een andere cultuur, maar ik denk ook aan ons, christenen onder elkaar. Ik hoop dat ook in onze kerk de liefde voor elkaar op de eerste plaats kan komen. Laten we elkaar niet beoordelen op het al dan niet naleven van geboden en verboden die ons overgeleverd zijn, laten we open staan voor de eerlijke bedoelingen van de mensen die anders denken en leven dan wij. “Zie hoe ze elkaar liefhebben”, dat zou het beeld moeten zijn dat “de wereld” van ons krijgt.

    Als wij de woorden van Jezus, dat nieuw gebod, ter harte nemen, staat er in de evangelielezing, dan tonen we zo dat we Jezus graag zien. Dan zullen we luisteren, in de stilte van ons hart, naar wat zijn geest ons ingeeft. Als de liefde die Jezus heeft voorgeleefd ons richtsnoer is, en dat wil zeggen: als we ons leven geven voor mekaar, dan, zegt het evangelie, komt God in ons aanwezig, dan kan hij door ons in deze wereld werken. 
    Dan worden wij allemaal “Emmanuel”: God met ons….

    Vrede en vreugde wil Jezus ons geven. Laten we het inderdaad simpel houden, en gewoon proberen een goed mens te zijn, met vallen en opstaan: we zullen veel mensen blij maken. We zullen in vrede leven, met onszelf en met anderen. We mogen dus gerust zijn, we zullen de moed niet verliezen. Jezus laat ons niet alleen. 
    Ook wij mogen dan elkaar niet loslaten, ook wij mogen elkaar niet ongerust maken of in verwarring brengen, ook wij moeten proberen elkaar niet allerlei lasten op te leggen, maar wij hebben de opdracht gekregen aan elkaar zijn vrede door te geven: omdat we elkaar graag zien.

    01-05-2016 om 08:30 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-04-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beginnen daar waar je leeft - 5e paaszondag C 2016 - Jan VN

    Vijfde paaszondag C 2016 - Zaterdag 23 en zondag 24 april 2016

    Eerste lezing: Handelingen der apostelen 14, 21-27 - 'Terugreis naar Antiochië in Syrië'
    EvangelieJohannes 13, 31-33a.34-35 - 'Ik ga heen'

    Kinderen, ik blijf nog maar een korte tijd bij jullie. Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.

    Dit zijn de laatste woorden uit het evangelie van vandaag.
    Dit zijn ook de laatste woorden die ik mij herinner van ons moeder.
    Bijna letterlijk dezelfde.
    Heb mekaar lief, blijf mekaar graag zien zoals ik jullie graag heb gezien…

    Het is een tekst die al dikwijls gelezen en geschreven werd.  Door geleerde schrijvers in de geschiedenis, door predikers over de hele wereld, in huwelijksmissen, in thema-missen…en op het sterfbed.

    En dan komt er vandaag in het evangelie nog één zinnetje bij:
     “Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.”

    Of met andere woorden: zie hoe ze aan mekaar hangen, je voelt het gewoon dat het nog klikt…dit is wat Hij gevraagd heeft.

    En daar moeten we het vandaag mee doen.  Als boodschap is dit duidelijk genoeg.  We zouden bijna durven zeggen: pak mekaar eens goed vast en geef mekaar ne kus….

    Waar heb ik dit nog gehoord?  

    Niet langer dan vorige week zaten in 2 concerten meer dan 1000 mensen in deze kerk die dit echt gedaan hebben…
    Natuurlijk was dit show.  Maar het brengt me naadloos op een discusie die wij met iemand voerden de dag na dit concert in de kerk.
    We gaan het echt niet hebben over hoe goed of hoe slechts dit concert was.  Dit is niet het forum voor een recensie.
    Maar het gesprek ging over de vraag: “Zo’n concert met Scala, kan dat nog wel in een kerk?”

    Wij antwoordden dat deze kerk gebouwd was met de idee om er ooit iets polyvalent mee te doen.  Dat wij een open kerk willen zijn waar iedereen welkom is.  Dat we al blij zijn dat mensen, die helemaal niets met de kerk te maken hebben, hier toch de schoonheid van muziek kunnen komen beluisteren, de schoonheid van de glasramen kunnen bekijken, de sfeer van de ruimte kunnen voelen…  Dat wij een parochie zijn waar zoiets wel mogelijk is en dat we daar blij en fier over zijn.
    Het antwoord was dan “Nog al een geluk dat het 2e lied dat gebracht werd een psalm was…”

    Wat onthouden we dan ? 
    Dat mekaar graag zien automatisch ook betekent ook uw huis openzetten voor anderen.

    Zo was er een paar dagen vroeger ook een vergadering in deze parochie van alle VZW’s en de kerkfabriek met de bedoeling om alle inkomsten en uitgaven met een grote openheid uit de doeken te doen.
    Zowel het Cultureel Centrum ter Schelde als het Sint-Anneke Centrum als Parochiale Werken als VZW ANNA3, als de kerkfabriek hebben dit gedaan. Volledige transparantie, zoals het gevraagd werd door de Verrekijker.

    Wat onthouden we?  
    Als je mekaar graag ziet betekent dit dat je een grote openheid en eerlijkheid moet hebben, ook op financieel gebied.

    Wij waren een paar weken terug in Krakau in Polen.  Daar hing een grote elektronische klok aan de kathedraal.  Die telde af naar beneden.  Nog 45 dagen zoveel uur – zoveel minuten – zoveel seconden.
    We begrepen snel waarover het ging.
     
    We lazen deze week in het parochieblad dat er in de zomer weer wereld-jongerendagen zullen plaatshebben.  Vele duizenden jongeren van over de hele wereld trekken dit jaar na Polen, naar Krakau.  Ze zullen daar ook de paus ontmoeten en ze zullen daar openlijk en zonder franjes getuigen van de liefde die ze voor mekaar en voor die Jezus voelen.
    Aan jullie liefde voor mekaar zal men zien dat jullie mijn volgelingen zijn.

    Dit zijn 3 tekenen van hoop, 3 dagdagelijkse feiten, 3 verhalen die dit evangelie willen duiden.

    Ik wil of moet ze niet verder gaan zoeken.  Gewone gebeurtenissen in ons leven die we kunnen koppelen aan het evangelie.

    Liefhebben is: tevreden zijn met kleine dingen
    geloven in  het mosterdzaadje,
    de druppel op de hete plaat.
    Het is: beginnen daar waar je leeft,
    breken en delen met wie vandaag je naaste is. 

    Deze vriendschap, deze liefde wens ik je toe.

    24-04-2016 om 20:38 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-04-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Behoed worden om behoedzaam te kunnen zijn - 4e paaszondag C 2016 - Hilda

    Vierde paaszondag C 2016 - Zaterdag 16 en zondag 17 april 2016

    Eerste lezing: Handelingen der apostelen 13. 14, 43-52 - 'Terugkeer en zending'
    EvangelieJohannes 10, 27-30 - 'Geloof en ongeloof'

    Lieve mensen,
    Luisterbereidheid ontsiert geen mens, het kan een verrijking zijn.
    Luisteren naar je diepste zelf kan iets oproepen in jou!
    ‘Roeping’ in de dikke Van Daele
    Bestemd zijn tot een vervulling van een bepaald ambt of zich geroepen voelen door een innerlijke sterke aandrang tot een bepaalde levenswijze, (vb gehuwd) of en bepaald taak (vb onderwijs, verpleegkundige, administratieve kracht, architect, politicus..)
    Lies
    Lies, Wie kent Lies? De jongste vrouw in onze Verrekijkerploeg, dochter van Lut en Luc, kleindochter van Lina… ?
    Zij voelt zich geroepen om actief mee te bouwen aan onze gemeenschap hier op ’t Sint Anneke en voelt zich eveneens geroepen om voor 7 maanden naar Afrika te trekken! Wat een Madam!
    Zij werkt op ’t ogenblijk, als architecte, in Kpando in Ghana, aan het mee realiseren van het renoveren van een school en opzetten van een bibliotheek… Gratis, belangloos, voor niets…!
    Ze moet vele frustraties trotseren, veel geduld hebben en zich met veel verzoenen om het project te zien groeien. Maar ze geniet! Ze geniet van de vriendschap van haar Afrikaanse onthaalmoeder Ivy en de Afrikaanse gemeenschappen die ze er ontmoet. Ze geniet van het enthousiasme van de kinderen die spelen in haar ontworpen speeltuin, ze geniet van de kinderen die enthousiast leren lezen en schrijven…
    Rita
    Rita, een vrouw uit onze vriendenploeg. Ze zit met haar mooie gezin met Pasen aan tafel! Haar dochter gooit de vraag in ’t midden of Mama niet wil nadenken over een vraag ‘om voogd te zijn over één van de  vele gevluchte kinderen’ die hier in ons land een plaats krijgen… Broers en zussen beginnen al meteen te preutelen en vragen zich al af hun zus gek is… Ze bestoken hun Mama met goede raad van denk na, weet waaraan je begint, enz…  Maar Mama ging vrijdag naar Brussel, naar een 1ste infonamiddag om te weten hoe dat in z'n werk gaat… en eerlijk gezegd, ik had heel veel spijt dat ik niet meekon! ‘k Had graag ook die informatie gehad om er serieus over na te denken…om  misschien een klein steentje te kunnen bijdragen aan heel het vluchtelingenprobleem…
    Rusthuis
    Het oude rusthuis ‘Herleving’ in burcht, is een opvanghuis geworden oor 134 vluchtelingen. 
    In januari werd een oproep naar vrijwillige medewerkers gedaan met groot succes!
    Een 12tal begeleiden de kinderen met hun huiswerk, 
    enkele vrouwen hebben een vrouwenwerking opgestart waar ze met het aanleren van de Belgische keuken, meteen Nederlands aanleren.
    De oudsten van de Chiro halen  op woensdagnamiddag de kinderen en volwassenen op voor sportactiviteiten…
    De bakker
    De bakker hier op de hoek wordt uitgebaat door mensen van vreemde origine!
    We gaan er met velen om ons pistolets en brood.
    Luc
    Luk Vanmaercke wordt door een vreemdeling in gebroken Nederlands aangesproken. Hij zet die man op de juiste tram naar zijn bestemming en maakt er een paartje mee. Hij vraagt eerst en vooral naar zijn naam. Khaled, noemt deze vreemdeling die, na 3 maanden, al behoorlijk Nederlands praat. De jonge man, gevlucht uit Afghanistan werkt hier nu als bakker maar wil verder studeren. Informatica. Hij was op weg om een test af te leggen in de hoop dat men hem zal toelaten tot de opleiding .
    Bij een eerste tussenhalte ziet Luk, Khaled plots verkrampen van angst! De man was gevlucht uit het oorlogsgebied en daverde van kop tot teen bij het zien van die gewapende soldaten aan een ingangspoort. Luk stelde hem gerust dat het om de veiligheid ging sinds de terreur in Parijs en Brussel. De man vond het verschrikkelijk, die terreur! Hij veroordeelde de daders en leefde met Luk en ons land mee… Luk schrijft dat hij echt met hem meeleefde. En Luk schrijft ook hoe hij zichzelf de vraag stelde: ‘leef ik zo mee met Afghanistan?…’ 

    Ja, wij mogen ons de vraag stellen: Leef ik zo mee met de zovele vreemdelingen  zoals deze vreemdeling met ons?
    Denk ik niet nog veel te veel in vakjes? 
    Deel ik de mensen niet teveel in in de categorieën naar hun land van afkomst, hun geloofsbeleving, hun intelligentie…? 
    We leven hier inderdaad in een multiculturele samenleving, al beseffen wij het nog niet echt! 
    Zouden we die indeling in categorieën al niet best veel simpeler houden !Kunnen we niet beginnen met de voornaamste indeling:
    “Er zijn overal mensen van goede wil en mensen van slechte wil! De eerste groep is gelukkig veel groter dan de tweede!” En we mogen onszelf er allemaal bijrekenen. 
    Niet?

    Als we ons aan elkaar spiegelen, dan weigeren we alvast om ons te laten opjutten tegen elkaar.
    Dan gaan we mekaar in de ogen kijken, dan gaan we luisteren naar elkaar, dan gaan we spreken met elkaar, zorg dragen voor elkaar,…
    Dan kunnen we aan elkaar zien wat een toffe en goede mensen hier wel wonen.
    De meeste mensen, zelfs over heel de wereld, zijn terreur en oorlog wel  beu en moe hoor!

    In de eersste lezing horen we hoe ook Paulus en Barnabas, 2 straffe mannen die luisteren naar hun Jezus, die gekomen was voor iedereen, voor alle volkeren die ’t wilden horen. En daarom, wanneer ze niet gewenst zijn,  het stof van hun sandalen schudden en naar het volgende dorp trekken met hun boodschap.

    Luisterbereidheid! Zo begon ik.
    Luisteren naar Jezus’ Stem is een keuze vanuit het diepste van onze ziel, is een ervaren van een thuis zijn bij elkaar, van een diepe verbondenheid. Zo zitten wij hier samen. Vanuit deze bewogenheid dragen wij hier ook zorg voor elkaar! Anderen kunnen er ons niet van afhouden. We willen steeds meer een beetje worden als Jezus. Hij die gekomen is voor alle mensen.

    Worden wij zo ook een beetje Gods stem? 
    Een Stem die, anderen doorheen onze zorgzame omgang met elkaar, kunnen horen? 
    Krijgt zo ook ons leven, die goddelijke kwaliteit? 

    Behoed worden om behoedzaam te kunnen zijn in pijnlijke en vreugdevolle omstandigheden. 
    Ik wens het ons allemaal.

    Bron: Jan vander Sman, kerk en leven en uit het leven gegrepen

    18-04-2016 om 18:08 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-04-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dan maar terug gaan vissen - 3e paaszondag C 2016 - Fred

    Derde paaszondag C 2016 - Zaterdag 9 en zondag 10 april 2016

    Eerste lezing: Handelingen der apostelen 5,27b-32.40b-41 - 'Hernieuwd optreden tegen de apostelen deert hen niet'
    EvangelieJohannes 21,1-14 - 'Jezus verschijnt bij het meer van Tiberias'

    Het is intussen meer dan twee weken geleden. Een datum die we niet snel zullen vergeten: 22 maart 2016. Een afschuwelijke bomaanslag in de luchthaven van Zaventem en een even verschrikkelijke ontploffing in een metrostation in Brussel. Meer dan dertig doden, honderden gewonden en duizenden mensen die van nabij betrokken waren bij de gruwel.
    Al wie er op een of andere manier bij aanwezig of ergens in de buurt was zal nog een hele tijd nodig hebben om de gebeurtenissen te verwerken. Maar eigenlijk was het hele land in shock. Ook de mensen die er niet bij betrokken waren of geen vrienden of familieleden kenden onder de slachtoffers, waren heel erg onder de indruk.
    En alle hulpverleners, traumapsychologen en crisistherapeuten hadden voor ons allen één gouden raad: begin zo snel mogelijk opnieuw met het gewone, dagelijkse leven. Laat je niet gijzelen door angst of paniek, laat je leven niet beheersen door terreur, maar hervat zo vlug als je enigszins kan je gewone dagelijkse bezigheden.

    De leerlingen van Jezus zaten eigenlijk in hetzelfde schuitje toen. 
    Ook hun leven was drastisch veranderd en overhoop gegooid. Ook zij waren in shock, want hun droom was brutaal uiteengespat. Die Jezus met wie zij een paar jaar waren opgetrokken en die hun leven totaal had beheerst en bepaald, die Jezus was verraden en geëindigd aan het kruis. 
    Wat konden zij nu doen? Inderdaad, hun vroegere leven terug oppakken. 
    Zoals Petrus het formuleerde: Dan maar terug gaan vissen …

    En dan blijkt dat die Jezus precies toch niet helemaal uit hun leven is verdwenen, dat Hij niet definitief en voor altijd weg is. In deze tijd horen we in de vieringen een paar van die bekende verschijningsverhalen. Vorige week met de ongelovige Thomas. We kennen ook het verhaal van de leerlingen van Emmaüs. En vandaag weer, een verhaal over een wonderbare visvangst.

    Twee dingen vallen op in die verschijningsverhalen. 

    Om te beginnen, de leerlingen herkennen Hem niet onmiddellijk. Vorige week had Thomas het moeilijk  om te geloven. De twee mannen op weg naar Emmaüs begrepen het pas toen Hij alweer weg was en zij zich herinnerden hoe Hij brood brak en deelde. En ook in dit evangelie wordt het pas gaandeweg duidelijk wie Hij werkelijk is. Hij moet eerst een gebaar stellen waardoor zijn identiteit voor de leerlingen als het ware wordt geopenbaard en herkenbaar wordt.  

    En ten tweede: zijn aanwezigheid brengt iets teweeg bij de leerlingen. Zij gaan zich op de een of andere manier wat anders gedragen. In het evangelie dat wij vandaag hebben gehoord geeft Jezus hen de raad hun netten rechts van de boot uit te werpen. Voor een visser was dat toen een onbegrijpelijke raad. Allemaal hadden ze geleerd en wisten ze dat je je netten links van de boot moet uitwerpen.
    Jezus zegt als het ware: neem je leven van vroeger weer op, maar probeer het ook eens op een andere manier. Gooi het eens over een andere boeg.

    Misschien is het ook een raad die wij ter harte kunnen nemen. Wij hebben allemaal gewoonten en gebruiken waarin we zijn vastgelopen en waar we niet meer bij nadenken. Ook als gelovigen: we willen maar al te graag vasthouden aan een soort geloof “op grootmoeders wijze”. We denken er niet vaak genoeg aan de netten ook eens langs de andere kant uit te werpen.

    Dan maar terug gaan vissen, zei Petrus. Maar niet persé op dezelfde manier als vroeger. En dan verschijnt Jezus af en toe weer. En zij herkennen Hem dan, als zij het over een andere boeg gooien. En Hij verschijnt niet op uitzonderlijke momenten of bij bijzondere gebeurtenissen. Hij verschijnt altijd in het gewone leven van alledag. Bij het vissen, op een wandeling, bij een maaltijd. Of bij het ontbijt, op een houtskoolvuurtje met wat brood en wat vis.

    Zo verschijnt Hij ook aan ons. In het gewone leven van alledag. Hij verschijnt in mensen die ons nabij zijn. Die ons aanmoedigen het eens over een andere boeg te gooien. In mensen die naast ons staan wanneer wij na een moeilijke periode er weer tegenaan gaan en zeggen: Dan maar terug gaan vissen.
    Ik heb de voorbije paasdagen doorgebracht in het ziekenhuis. En toen ik weer  naar huis mocht kreeg ik natuurlijk van iedereen de raad het maar wat kalmpjes aan te doen. En mensen uit mijn onmiddellijke omgeving vroegen me of ik het wel zag zitten nu al voor de homilie te zorgen, dit weekend al te komen preken. 
    Ik heb inderdaad even getwijfeld. Maar dan keek ik weer naar de titel van deze viering: Dan maar terug gaan vissen …

    10-04-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-04-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thomas waar zat je? - 2e paaszondag C 2016 - Gie

    Tweede paaszondag C 2016 - Zaterdag 2 en zondag 3 april 2016

    Eerste lezing: Handelingen der apostelen 5,12-16 - 'Steeds meer mensen sloten zich aan'
    EvangelieJohannes 20, 19-31 - 'Wees maar gelovig'

    Het was druk, vorige week in onze kerken. Vijf dagen: Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Paaszaterdag en Paasdag werden we uitgenodigd om telkens een stukje te horen en mee te maken van het verhaal van de laatste dagen van Jezus’ leven. 

    Voor hen die er, zoals ik - door ziekte - , niet bij waren, vat ik in het kort samen: Hoe Jezus eerst met palmtakken bejubeld werd toen Hij Jeruzalem binnenreed, op een ezeltje. En hoe Hij hun voeten waste voor ze op die laatste avond aan tafel gingen. 
    En dan werd het oorlog! Want toen ze daarna nog even langs de hof van Olijven gingen, werd Hij plots opgepakt, voor de hogepriesters geleid en daarna zelfs voor Pontius Pilatus. Die liet Hem liet geselen en aan het kruis nagelen. 
    Een droevig verhaal. Onderweg er naartoe viel Jezus nog verschillende keren. Nadat Hij stierf, werd Hij in het graf gelegd. Daarna zaten zijn vrienden héél stil en bang samen te bidden. Jezus was dood. 
    Hun droom was voorbij.

    Ik zag op Witte Donderdag een aantal vormelingen, en hoorde dat dat ook op Goede Vrijdag een aantal kwamen. Eerste communicantjes waren er ook, vooral op zondag. Misschien omdat ze hoorden dat er na de viering paaseitjes werden uitgedeeld. 
    Het moeten boeiende vieringen geweest zijn. Al heb ik daarvan alleen Witte Donderdag van mogen meemaken. De rest van de week zat ik met koorts in bed. 

    Dus voel ik mij vandaag een beetje als Thomas. Hij komt bij zijn vrienden binnen, die vol vreugde vertellen dat ze de Heer hebben gezien, dat Jezus zelf bij hen was! 
    Dat kan ik niet geloven, zegt Thomas, die enkel nog heeft meegemaakt dat Jezus is gestorven aan het kruis en dat zij daarna heel bang en stil samen zaten. Ik kan het maar geloven, zegt hij, als ik zijn handen kan zien, met de gaten van de spijkers erin. Ik wil met mijn hand de opening in zijn zijde voelen. 
    Anders geloof ik niet. 

    Acht dagen later zitten de leerlingen terug bijeen, en nu is Thomas erbij. Jezus staat opeens in hun midden en zegt: Vrede! Vervolgens richt Hij zich naar Thomas: Kijk maar, hier zijn mijn handen; kom nu maar met je vinger. En kom met je hand om de opening in mijn zij te voelen. Wees niet langer ongelovig, maar gelovig. Dan roept Thomas uit: Mijn Heer! Mijn God! 
    Jezus zegt: Omdat je Me gezien hebt, geloof je? Gelukkig zij die geloven, zonder gezien te hebben. 

    Jezus steekt naar Thomas geen vingertje op van ‘waar heb je gezeten vorige keer?’ Neen, integendeel! Hij zegt: `Kom hier en kijk naar mijn handen; kom hier en voel maar met je vinger. Voel dat Ik écht ben. 
    Wees niet ongelovig, maar gelovig. 

    Zo gaat het ook met mij vandaag. Jezus zegt niet tegen mij: ‘waar heb je gezeten met Goede Vrijdag, met de Paaswake of met Pasen?’ Neen, Hij zegt in de eerste plaats: `Vrede!’, geen ruzie, zand erover. ‘Kom voelen hoe het met Me gaat. Geloof in de Jezus die Ik écht ben, zoals ik hier leef tussen de mensen. 
    Zo gaat het met ieder van ons vandaag. De Heer komt, iedere keer opnieuw, doorheen die gesloten deuren van ons eigen ikje, naar binnen en zegt ons "Vrede zij met u". Wees niet ongelovig, maar gelovig. 

    Als het voor Jezus goed is, als Hij het niet erg vindt dat wij er soms niet bij zijn. Hoeven wij, vormelingen en communicanten, dan niet zo dikwijls te komen? 
    Daar moet ik op antwoorden dat je bij Jezus welkom bent, ALTIJD. 
    Maar … laat het niet te lang duren. 

    Iedere keer opnieuw zal Hij zeggen: Wees niet bang. Vrede zij met u. Kom hier en kijk naar mij. Kom dichterbij en voel hoe het met Mij gaat. Voel dat Ik écht ben. Voel hoe ik hier leef, tussen de mensen die in mij geloven. Geloof ook in de Jezus die Ik écht ben. Want als je in mij gelooft, dan kunnen we dat samen delen. 
    Wees niet langer ongelovig, maar gelovig. 

    Hoe meer we samenkomen, hoe beter we mekaar leren kennen, hoe meer wij familie, broers en zussen worden van elkaar.
    Dat is ook de zending voor ons allemaal. Dat wij terug een beetje meer gaan gelijken op die christenen uit de Handelingen van de apostelen: mensen die eensgezind samenkomen, zodat buitenstaanders met grote waardering over hen zullen getuigen: zie eens hoe goed ze met mekaar overeenkomen. 
    Zie eens hoe graag ze mekaar zien. 

    Want waar mensen mekaar graag zien, daar hebben zij minder angst en pijn. Daar gebeuren wonderen als vanzelf. Dáár genezen mensen, die het alléén niet redden. Zó op die manier Kerk zijn, is een teken zijn dat bij God niets onmogelijk is, dat kwaad en lijden overwonnen kunnen worden, en dat wij, kleine mensen nooit bang moeten zijn.
    Amen. 

    02-04-2016 om 18:57 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paaspreek na Brussel - Pasen C 2016 - Marc

    Pasen C 2016 - Zaterdag 26 maart en zondag 27 maart 2016

    Eerste lezing: Handelingen der apostelen 10,34a.37-43 - 'Petrus bij Cornelius in Caesarea'
    EvangelieJohannes 20, 1-9 - 'Jezus’ leerlingen bij het lege graf'

    Zie ons hier nu zitten… is dit wel een échte Pasen? 
    Voor de eerste keer in onze geschiedenis hebben we geen priester om voor te gaan. In onze gemeenschap zijn er elke dag zieken, krijgen mensen slecht nieuws, moeten we rouwen. We schuilen in deze kerk bij elkaar, buiten is er angst, lopen soldaten rond, is er terreur. Ik weet dat er onder ons mensen zijn die persoonlijk door de aanslagen geraakt zijn. 

    Is dat wel Pasen?  Ja. Dat leert ons het Marcusevangelie. 
    De laatste zin zegt dat de trouwe vrouwen weggevlucht zijn van het graf, omdat ze bang waren. Goede Vrijdag, de afschuwelijk lijdende Jezus, de nacht zonder uitzicht waarin hun leven verzwolgen werd, had hen in zijn greep. Wat ze daar in het lege graf meenden te horen, moet voor hen totaal ongeloofwaardig geweest zijn en angstaanjagend. Zelf het troostend rouwen werd hen niet gegund. En ze vertelden niemand wat hen onderste boven had gegooid.

    Maar dat is niet blijven duren. 
    Het heeft tijd gevraagd, dat kunnen we tussen de regels in de evangelies lezen. De leerlingen hebben elkaar opgezocht. De vrouwen hebben aarzelend, schuchter, over het ongelooflijke durven spreken. De verhalen over Jezus zijn ze blijven vertellen. En stilaan begrepen ze die paaservaring, het drong tot hen door dat wat er in Jezus leefde, sterker was dan het kwaad. Hij kwam hen terug voor ogen, en ze werden door zijn bezieling opnieuw gegrepen. 
    Deuren en ramen durfden ze de opengooien, ze waren niet bang meer om te verkondigen: “hij blijft leven!!”, ze stonden op om zijn werk en leven verder te zetten. Om echt met Jezus op te staan, opgewekt door de paasvreugde, moet er eerst een Goede Vrijdag zijn. Anders is het te gemakkelijk om over hoop en nieuwe leven te preken. Dan weten we niet wat we zeggen. 

    Zo kan het ook met ons gaan. Wij zitten hier in deze kerk, verweesd, en buiten is de wereld angstig donker. 
    We zitten hier zoals die christenen in de catacomben. Die hebben ook in de duisternis het vuur van de hoop zien opvlammen.  Er was vervolging, spot, ze waren een machteloze minderheid zonder aanzien, priesters waren er nog niet, de kerk moest zich nog organiseren, ergens ver weg zat een apostel, een bisschop, die Jezus nog zou gekend hebben, de wereld zat vol geweld en haat. Maar ze hadden elkaar. En wij hebben elkaar. En wij hebben, zoals zij, de oude verhalen over Jezus, hoe hij als een bron van leven was voor armen en zieken en zondaars, hoe hij de macht trotseerde, hoe hijzelf, als eerste, vervolgd werd en stierf, en hoe zijn levenskracht teruggekomen is om zijn bange, teneergeslagen leerlingen te bezielen. 

    Hij leeft, ook al zien we hem nog niet, want hij is ons voorgegaan naar Galilea. 
    Als het paasgeloof ons aangrijpt, dan krijgen we de kracht om  op te staan, dan worden wij opgewekt, en volgen wij hem. Vanuit de duisternis van onze angst komen wij dan schitterend voor de dag, zoals op ons boekje staat. Om in daden van goedheid en barmhartigheid, elkaar troostend en bemoedigend, zijn werk verder te zetten. Jezus verrijst in elke mens die opstaat, zijn leven terug in handen neemt, zijn naaste ondersteunt en mee met hem vanuit de duisternis op zoek gaat naar het licht. 
    Zoals die metrobestuurder in Brussel, die de moed had om zijn angst te overwinnen, en naar die tientallen angstige en gekwetste mensen liep om ze met zijn kleine zaklamp te helpen uit die tunnel van de dood te geraken. Het licht zal niet doven, zegt het evangelie. Het ongelooflijke wordt waar: het zal de duisternis overwinnen. 
    Daarom kunnen wij feest vieren.

    27-03-2016 om 08:51 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mee lijden met - Palmzondag C 2016 - Jan W

    Vijfde zondag in de veertigdagentijd C 2016 - Zaterdag 12 maart en zondag 13 maart 2016

    Eerste lezing: Jesaja 50, 4-7 - 'Een belijdenis van vertrouwen'
    EvangelieJohannes 8, 1-11 - 'Laatste avondmaal'

    In het licht van vandaag heeft het passieverhaal wel een heel wrang kantje. 
    Denk maar aan heel het vluchtelingenverhaal en vooral de haast ranzige manier hoe Europa te werk gaat. Het loot oorlogsvluchtelingen uit per land, blokkeert systematisch zijn grenzen waardoor vluchtelingen in de handen van mensensmokkelaars worden geduwd. Mensen komen vast te zitten in mensonwaardige omstandigheden en worden vaak als vuil van de straat bekeken. Enfin, u volgt het nieuws vast ook wel. Met dat in het achterhoofd ben ik eens beginnen nadenken over de betekenis van het passieverhaal vandaag.
    Om dat goed te begrijpen moeten we eens kijken naar hoe  Christenen nadachten over het lijden doorheen de christelijke traditie. Het centrale punt binnen het passieverhaal is het kruis. Doorheen de geschiedenis is in de christelijke kunst het kruis op verschillende manieren afgebeeld. 

    Wist je dat het maar vanaf de zesde eeuw was dat Christus op een kruis werd afgebeeld. Op schilderijen wordt hij steeds afgebeeld als de godheid die de dood heeft overwonnen. Meer nog dan de lijdende Christus zoals wij hem kennen, was vooral de Christus als overwinnaar op de dood belangrijk. Je ziet op kunstafbeeldingen van die tijd voornamelijk een trotse Christus met hoofd rechtop de dood tegemoet tredend.  Christus diende meer als symbool dan wel als levende figuur. Dit was eigen aan de byzantijnse theologie. Later vanaf de  11de eeuw en onder invloed van Franciscus verscheen er een ander christus beeld in Westerse Kerk. De leer van Franciscus is er een van de eenvoud, niet van de hoge theologische theorieën, maar stelt het eenvoudige en het menselijke voorop . 
    Op die manier sluit Franciscus zijn leer perfect aan bij de spiritualiteit van die periode om Christus als lijdende mens af te beelden. Niet zo zeer de godheid die wint over de dood. Maar juist de lijdende mens die hangt op het kruis. Kunstenaars van die tijd zoals de Florentijnse schilder Giotto di Bondone waren de eersten die braken met de Byzantijnse manier van schilderen. Bondone had meer oog voor de menselijke Christus op het kruis. 

    Nieuw was dat er een grote zorg was voor de anatomische correctheid bij het afbeelden van  Christus. Door het menselijke centraal te stellen in de kruisafbeelding werd de focus meer gelegd op de lijdende Christus. Het was de Christus die door zijn lijden de zonden van de wereld op zich had genomen. Christus werd vanaf toen op het kruis afgebeeld met drie spijkers in plaats van vier. Het lichaam is meer doorgezakt en de benen zijn over elkaar geplaatst en gebroken. Het breken van de benen aan het kruis deed men om het stervensproces sneller te laten verlopen.  En het passieverhaal zoals we dat nu kennen, is geboren. Het verhaal dat Christus voor onze zonden is gestorven aan een verschrikkelijke dood. 

    De hamvraag  is: Hoe moet een godsdienst die een traditie heeft rond lijden omgaan met het lijden van vandaag?
    Zoals o.a. de vluchtelingencrisis. 
    Persoonlijk vind ik wel iets in het woord compassie. In de volksmond zeggen we wel eens: ik heb daar compassie mee, vaak in de zin van medelijden hebben met. Maar letterlijk is compassie een samenvoeging van Latijnse com en pati samen lijden. Anders dan medelijden hebben met, lijdt je mee met degene die lijdt en plaats je jezelf op dezelfde grond. 

    Hier spreekt meer de empathie en de gelijkwaardigheid.  Op de vooravond van de goede week waar wij het passiegebeuren centraal stellen, kunnen wij als christenen in het voorbeeld staan van een lange traditie. Het mededogen, het ‘mee lijden met’ brengt meer menselijkheid binnen. In een wereld waar een gezond moreel geweten soms veraf lijkt, schoppen wij de wereld een geweten door mee te lijden. Wij stellen een voorbeeld door juist niet de andere kant op te kijken, maar door mee te lijden. 
    Het raakt ons wat de ander wordt aangedaan en dat zet ons in beweging. In meelijden zit iets in van de twee christusbeelden zoals de Christusmens die afziet en mee lijdt als de christus die verrijst, die in beweging wordt gezet. Ik wens jullie aan de start van de goede week, dan ook een goede week toe, eentje die u misschien beweging zet, maar vooral een warme week in de omgeving van de mensen die je graag ziet.
    Fijne zondag!

    23-03-2016 om 17:49 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kijk met andere ogen - 5e vastenzondag C 2016 - Marc

    Vijfde zondag in de veertigdagentijd C 2016 - Zaterdag 12 maart en zondag 13 maart 2016

    Eerste lezing: Jesaja 43, 16-21 - 'De nieuwe uittocht'
    EvangelieJohannes 8, 1-11 - 'Een overspelige vrouw'

    Het zal je man/vrouw maar wezen…. 
    Zou het kunnen dat dit verhaal, als we erover nadenken, moeilijk verteerbaar is?

    Waarschijnlijk heeft het bij de eerste christenen voor heel wat discussie gezorgd. Het heeft een paar eeuwen geduurd eer deze tekst “officieel” in de evangelietekst van Johannes opgenomen werd. Er werd in de jonge christengemeentes stevig gediscussieerd, of Jezus nu werkelijk een overspelige, een zwaar zondige vrouw zomaar zou hebben laten gaan. Er waren toen ook al verschillende strekkingen: diegenen die zich vooral herinnerden: “wees barmhartig”, en anderen, die erop wezen dat er geween en tandengeknars zou zijn…
    We vinden in de evangelies de echo van verschillende antwoorden die leerlingen gaven op de vraag van Jezus: “Wie zeggen jullie dat ik ben?”.   Daarom staan er tegenstrijdige teksten in: omdat ook trouwe leerlingen Jezus met verschillende ogen zagen, en het er niet eens over konden worden wie er nu gelijk had.

    Het is dan ook normaal, dat wij vandaag van mening kunnen verschillen over wat Jezus van ons verwacht. En het is even normaal dat wij, als we eerlijk zijn, moeite hebben met wat deze tekst voor ons leven zou kunnen betekenen.
    Hoe verschijnt Jezus mij in dit verhaal? Om te beginnen is hij een onafhankelijk man, die het gezag trotseert. Hij stelt zich boven Mozes, of toch de Mozes zoals die in de traditie verkondigd werd. Er staat inderdaad in het “Oude Testament” dat overspel met de dood bestraft moest worden. 
    Dat het door steniging moest gebeuren, stond wel niet in de wet, en ten tijde van Jezus discuteerde men erover over of gewoon wurgen ook volstond. Dan kwamen de Romeinen zich niet zo snel moeien. Jezus negeert die discussie volledig, hij doet of hij niets had gehoord. Als hij op de grond schrijft, zou dat kunnen betekenen dat de gerechtigheid van schriftgeleerden en farizeeërs op los zand gebouwd was. Meer nog, hij legt de ongerechtigheid van de aanklagers bloot: wie zonder zonde is… En de boodschap komt aan, ze druipen af, de hoeders van recht en wet, de oudsten eerst…

    Maar hij haalt niet alleen het gezag van de gezagsdragers onderuit. De wet zelf gaat voor de bijl. Geen doodstraf, geen boete, geen vernedering of schandpaal. “Ook ik veroordeel u niet.” Veroordeelt hij het kwade? Ja. Zondig niet meer. Hij wil het kwade uitroeien. Hij wil de mens niet uitroeien. 

    Op welk fundament is de barmhartigheid van Jezus gebouwd? Niet op het zand van menselijk oordeel en traditie. Hij steunt zich op de blijde boodschap die op verschillende plaatsen in de schrift oplicht: God is Vader. God is barmhartig, zoals de vader die zijn verloren zoon onvoorwaardelijk in de armen sluit. Hij heeft ons in het leven geroepen, zijn levensadem bezielt ons, en hij ziet dat het goed is. Zijn goedheid heeft hij onverwoestbaar in ons geplant. “Ga, en doe niets verkeerd meer”, zegt Jezus, omdat hij vertrouwen heeft in die geslagen, zwakke, zondige vrouw. 
    Zij is in staat om zich op te richten, zij blijft een Godskind, en de Vader wil niet één van zijn schepselen verloren laten gaan.  Jezus kijkt naar deze vrouw met Gods ogen. En hij blijft geloven in haar, omdat hij gelooft dat het godsgeschenk van haar innerlijke goedheid altijd opnieuw openbloeien kan. Niet straf en boete genezen het kwaad in de mens, maar  barmhartigheid. 

    Misschien blijven we gewrongen zitten met die barmhartigheid. Ook de jonge kerk zat hiermee in de knoop. Maar misschien zit de reden van onze weerstand dieper: wij willen leerling zijn van Jezus, maar ligt de lat voor ons niet te hoog, als onze barmhartigheid zover moet gaan? 

    Inderdaad. 
    Als we geroepen zijn om “zo goed als God te zijn”, zullen we op onze onmacht botsten. “Wie kan er dan nog gered worden?”, staat ergens. Maar diezelfde barmhartigheid, waarmee Jezus de vrouw een nieuw leven schenkt, heeft hij ook tegenover ons. Ja, wij blijven leerlingen, ons hele leven lang hebben wij nodig om onze les te leren. 
    Maar ons hele leven lang zegt hij ons, na elke mislukking: “Ook ik veroordeel u niet”. Als wij in al onze onmacht blijven proberen hem te volgen, zal hij ons niet stenigen of verstikken, wat er ook gebeurt. 
    Hij zal ons oprichten.

    13-03-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    06-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verloren zoon - 4e vastenzondag C 2016 - Fred

    Vierde zondag in de veertigdagentijd C 2016 - Zaterdag 5 maart en zondag 6 maart 2016

    Eerste lezing: Jozua 5, 9a.10-12 - 'Besnijdenis en Pasen in Gilgal'
    EvangelieLucas 15,1-3.11-32 - 'Gelijkenis van een vader met twee zonen'

    De parabel van de verloren zoon is voor ons waarschijnlijk één van de meest bekende van allemaal. We kunnen het bijna in detail mee vertellen. Hoe die jongste zoon zijn vaderlijk erfdeel opeist, al het geld verbrast in een losbandig leven en zijn toevlucht moest nemen tot het meest vernederende beroep dat er toen bestond: varkens gaan hoeden. En dan moest bedelen om het overschot van het varkenseten te mogen krijgen.

    Ten einde raad en kapot van honger en ellende keert hij dan terug naar huis. 
    Hij wil zijn vader vergiffenis vragen en hij is zelfs bereid als dagloner, als knecht bij hem  in dienst te komen. Maar wat blijkt? Die  vader staat al lang naar hem uit te kijken, verwelkomt hem van harte en geeft onmiddellijk opdracht  om een groot feest aan te richten voor zijn teruggekeerde zoon.

    Mooie parabel vinden wij. Het toont de oneindige goedheid en liefde van de vader, van God. Het toont hoe er voor elke zondaar vergiffenis mogelijk is, wat hij ook misdaan heeft. Hoe iedereen van God een tweede en derde en zoveelste kans kan krijgen.
    Maar de parabel is niet alleen maar een illustratie van de oneindige liefde en vergevensgezindheid van God. 
    Het gaat trouwens niet zozeer over de verloren zoon. Er is nog een andere zoon in het spel. De oudste zoon, degene die braaf is thuisgebleven. Degene die al die jaren zijn vader heeft geholpen in zijn bedrijf, hard gewerkt heeft en geen geld heeft verbrast. En die zoon kan er niet bij dat zijn vader nu een feest wil geven. 
    Hij begrijpt het niet.

    En eigenlijk is het die zoon in wie wij ons waarschijnlijk het best herkennen. Wij zijn toch mensen die braaf in het rijtje lopen. Wij zijn toch mensen die ons best doen om de wetten na te leven, onze plicht te doen en eerlijk te werken voor ons dagelijks brood. Wij gaan ons niet te buiten aan een losbandig leven, wij verbrassen ons geld niet aan wilde orgieën en slecht gezelschap.
    Wij zijn het dus niet die vergeving nodig hebben. We vinden het wel goed dat God in  zijn oneindige goedheid mensen wil vergeven, maar dat hij dan ook nog een feest voor die zondaars wil op touw zetten … dat gaat voor ons  toch ook een beetje te ver. We vinden het misschien wel OK in een parabel, maar in het dagelijks leven staan we er lichtjes anders tegenover.

    Vertalen we het eens naar onze tijd en onze omstandigheden. Stellen we ons maar eens voor dat één van onze broers of zussen er vandoor gaat met een deel van de erfenis van onze ouders. Een deel waar wij eigenlijk recht op menen te hebben. En dat hij of zij dat geld opdoet aan drugs of een andere verslaving. En dan uiteindelijk terug naar huis komt, niet omdat hij berouw heeft en zijn leven wil beteren, maar omdat hij honger heeft. 
    Begrijpen we het dan nog?

    Of als die jongste zoon bijvoorbeeld in Molenbeek woont en in verband kan gebracht worden met de aanslagen in Parijs? Of als hij zich aansluit bij jongeren die mee naar Syrië willen trekken? Of minder extreem: als hij onder invloed van bepaa lde personen en omstandigheden in contact met zogenaamde kleine criminaliteit. 
    Gaan we dan nog voor een nieuwe kans pleiten?
    Jezus heeft deze parabel verteld omdat de farizeeërs en schriftgeleerden morden omdat Hij omging met tollenaars en andere zondaars. Hij vertelde toen de parabel van het verloren schaap en ook van de verloren zoon. Niet alleen de vader, wij allemaal moeten ons verheugen om het verloren schaap en de verloren zoon die weer thuiskomen.

    Zijn wij dan beter dan de farizeeërs en schriftgeleerden? Zijn wij bereid om mee te feesten met een zondaar die zijn leven wil beteren en die vergiffenis krijgt? Of vinden we toch dat wij meer recht hebben op dat feest? Kunnen wij mensen echt vergeven en voluit helemaal weer laten meetellen? Of vinden wij toch nog altijd dat wij, als brave en oplettende burgers, een streepje voor hebben? 
    Willen wij de vluchtelingen, die dagelijks de nieuwsberichten en de grenzen overspoelen, echt een kans geven en laten meetellen? Worden wij geraakt door het appèl van Broederlijk Delen voor de boeren in Colombia? Zij hebben hun geld niet verbrast, maar zij worden al jaren uitgebuit in hun werk, op hun grond. 
    Meer dan een eeuw al voeren zij strijd tegen rijken die alles opeisen en een rechtvaardige verdeling van landbouwgrond beletten. In dat conflict zijn intussen al 220.000 doden gevallen. En de moedige boeren blijven strijden, geweldloos en onvermoeibaar, met de bastón als symbool. 

    Broederlijk Delen steunt hen via 13 plaatselijke organisaties. 
    En die strijd werpt vruchten af, des te meer naarmate er meer mensen in geloven en zich gesteund weten. En die steun kunnen ook wij hen geven. Tenminste, als wij ook onze jongste broer van harte een kans willen gunnen … 

    06-03-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Om zuurstof te geven - 3e vastenzondag C 2016 - Hilda

    Derde zondag in de veertigdagentijd C 2016 - Zaterdag 27 en zondag 28 februari 2016

    Eerste lezing: Exodus 3, 1-8 13-15 - 'De roeping van Mozes'
    EvangelieLucas 13, 1-9 - 'Gelijkenis van een vijgenboom zonder vruchten'

    Dag mensen,
    Hoe gaat het met onze vastentijd? 
    We zijn al de 19e dag! Morgen de 20e dag, echt in de helft!
    Wat ons antwoord ook is, de bijbelverhalen die we zopas hoorden kunnen ons voldoende inspiratie en energie geven. 

    “Mozes werd als vondeling aan het hof van de Farao grootgebracht!
    Natuurlijk kwam hij te weten dat hij geen echte familie was en zelfs geen Egyptenaar! Hij voelde de onderdrukking van zijn volk dan ook zeer scherp aan.
    Als jongvolwassen kerel moest hij de woestijn invluchten nadat hij een dienaar van de Farao gedood had”!
    De leegte van de woestijn, 
    de eenzaamheid van een zwervende herder, 
    de oneindigheid van lucht en zand 
    hebben ook op Mozes een verschroeiende uitwerking. 
    Hij worstelt met zijn geschiedenis! Hij worstelt met zijn woedeuitbarsting van toen.

    En juist deze Mozes hoort een Stem die zegt dat ze ook de ellende van zijn volk gezien heeft! Een Stem die hem terug stuurt naar de Farao! Terug de hel in om zijn volk te bevrijden!
    Mozes vraagt naar de naam van Wie hem aanspreekt en Wie Hij of Zij is. 
    Die Stem antwoordt niet: ‘Ik je vader of stiefvader, ik ben de pastoor van deze woestijn, ik ben een goede vriend of je buurman.
    Die Stem zegt ook niet, Ik ben de almachtige, de rechtvaardige die tegelijk liefdevol is”. Neen!
    Die Stem zegt enkel: “Ik zal er zijn. Ik ben die zal zijn. 
    Ik zal zodanig aanwezig zijn dat jij kracht ontwikkelt en je opdracht als leider kunt opnemen. Ik zal er zijn voor mijn volk dat nu als slaven kruipt. 
    Ik zal er zijn opdat mijn volk, mijn mensen, in zichzelf zouden gaan geloven en durven optrekken naar bevrijding”. 

    Mozes, de man die vluchtte omwille van de moord die hij beging! Die Mozes ervaart de warmte van Iemand die hem kan begrijpen en vergeven, van Iemand die in hem een leider ziet en hem op pad stuurt! 
    Hij weet niet waar staan van barmhartigheid!
    Hij voelt zich bevrijdt en moedig en sterk en trekt vurig naar de Farao! Het verder verloop kennen we… (’n vluchtelingen verhaal)

    En wij maar pleiten voor goeie  en nog degelijkere straffen wanneer daders in ’t nieuw komen!...

    Dit “Ik zal er zijn” verandert de wereld en ons bestaan niet rechtstreeks. Toch zie ik hoe velen van ons uitgaan van die bijzondere geduldige bekommerde aandacht! 
    Hoe vele van ons hierdoor, oor en oog hebben, voor wie te lijden heeft!
    Hoe vele van ons de verantwoordelijkheid niet alleen afschuiven op de regeringsleiders. 
    Hoe vele van ons regelmatig worstelen met wat rondom ons gebeurt. 
    Hoe vele van ons wel eens bedenkingen hebben en toch hun handen uitsteken.
    Bedenkingen hebben moet! Zou ik durven zeggen! We moeten er geen doekjes ronddoen!  We kennen wel de complexiteit van bijvoorbeeld ’t vluchtelingenprobleem of van de problemen in Columbia.
    (Wanneer we vanmorgen de nieuwsberichten hoorden, of we durfden gisterenavond naar de beelden kijken, dan werden we die geraakt. Wanneer we het filmpje van Broederlijk Delen bekijken over Colombia, dan worden eveneens diep geraakt en voelen we ons soms zo machteloos.)

    Even stilstaan, nadenken, je informeren, en dan je geweten laten spreken om voor het goede te kiezen lijkt me beter dan blindelings met de kudde meelopen. 

    En nu sluipt het gevaar binnen dat we in de vastentijd kunnen leren  aandacht geven aan de wereldproblemen. Maar wat doen we met onze gewone dagelijkse sleur? 
    Wat doen we met een iemand die altijd in de belangstelling wilt staan?
    Wat doen we met iemand die altijd negatieve kritiek heeft?
    Wat doen we met een buurvrouw of man waarvan we weten dat zij of hij alcoholverslaafd is?
    Wat doen we wanneer mensen met getinte huid, gewoon aanbellen met een plastiek potje in de hand, bedelend om een cent?
    Wat doen we met de spelende, joelende kinderen die we op ons rustig terras horen?
    Wat doen we met de hangjongeren, hun lawaai en hun blikjes die rondslingeren?
    Hoe staan we aan de kassa? En oe tegenover een kassierster die een foutje tikt?
    Hoe zitten we in de files? En hoe kijken we naar de chauffeurs vóór ons?

    Deze vragen brengen me bij het verhaal van de vijgenboom.
    De vijgenboom die al drie jaar geen vruchten meer droeg!
    3 jaar is de tijd dat men de Thora of de bijbel kon kennen!
    Toch werd de eigenaar ongeduldig. En je geduld verliezen is ook je kracht verliezen!
    De zorgzame tuinier zegt: “Allé man, geeft die toch nog eens wat krediet!” 
    En de tuinman hakt niet, hakt niet om! Neen! “Hij zal er zijn”, om om te woelen, om zuurstof te geven, weer een heel jaar lang!

    Bronnen: Kerugma, J Bastiaens, L Vanmaercke

    29-02-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    21-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar zijn de sterren? - 2e vastenzondag C 2016 - Gie

    Tweede zondag in de veertigdagentijd C 2016 - Zaterdag 20 en zondag 21 februari 2016

    Eerste lezing: Genesis 15,5-12.17-18 - 'Gods verbond met Abraham'
    EvangelieLucas 9, 28b-36 - 'Jezus met Mozes en Elia'

    Jezus klimt met Petrus, Johannes en Jakobus op een berg op om te bidden. 
    Op een berg wil zeggen: dichter bij de sterren en tegelijk ook wat verder weg van het alledaagse. Kansen om te relativeren, om het allemaal wat meer van op afstand te bekijken. 
    Terwijl Jezus aan het bidden is, verandert Hij van uiterlijk en worden zijn kleren stralend wit. Ineens zijn Mozes en Elia daar met Hem in gesprek. Drie idolen, drie sterren bij elkaar. En ze spreken met elkaar over “heengaan” en over “voleinding van het leven” in Jeruzalem. 
    Is het vermoeiend om naar die drie grote sterren te kijken? Of is het juist dat wat Petrus en de anderen wakker schudt en de vraag oproept: “Laat ons hier drie tenten bouwen”? 

    Dan is er plots een wolk, die de droom van Petrus doet uiteen spatten … en hem tegelijkertijd opnieuw wakker maakt. Want uit de wolk klinkt een stem: “Dit is mijn uitverkoren Zoon; luister naar Hem”. 
    Daar is ze weer, die wolk, dat tekstballonnetje waarin God op een bijbelse manier opnieuw uitleg geeft. De eerste keren was dat bij de Israëlieten in de woestijn, later bij Mozes op de berg Sinaï, recent nog bij de doop van Jezus door Johannes en nu weer opnieuw. 
    Petrus en de anderen waren destijds zo verbaasd dat zij er in alle talen over zwegen en aan niemand vertelden wat ze hadden gezien.
    Ook wij zitten hier vandaag met zo’n dubbel gevoel. In de viering van 11 uur herdenken wij de overledenen van de voorbije maand en om 12 uur vieren wij de vrijwilligers van onze parochie. 

    Wij kijken vandaag naar de sterren aan onze hemel. Sommige sterren staan onbereikbaar ver, andere aanraakbaar nabij. En er zijn er kleine en grote. 
    Kleine sterren, van kindsterretjes, over sterretjes in de ogen tot … een sterretje in onze voorruit. Grote sterren, van filmsterren, popidolen en wereldsterren, tot onze heiligen. Allemaal mensen die ons aanspreken en inspireren, naar wie wij blijven opkijken, ook al zijn zij misschien gestorven. 
    Wij richten wij onze kijker dit weekeind op twee soorten sterren. 

    De eerste zijn de mensen die ons zijn voorgegaan. Die dierbare overledenen die voor ons voorbeeld-mens waren. Het denken aan hen vervult ons met dankbaarheid, ook al zijn zij niet meer bij ons. 
    De tweede “soort” sterren zijn onze vrijwilligers. Wat zij doen komt, niet in de kranten. Daarvoor is het te onopvallend en niet sensationeel genoeg. Zonder hun inzet is een parochiewerking onbetaalbaar. Zij doen zaken kosteloos maar niet waardeloos, gratis maar niet gratuit. Daarom zetten wij hen vandaag dankbaar in de bloemetjes.

    De grote sterren op de berg, waarover Lucas ons vandaag vertelt, horen eigenlijk tot beide “soorten”. Enerzijds zijn Mozes, Elia en Jezus al lang niet meer onder ons. Toch is de invloed van deze grote sterren op ons leven veel groter dan we durven vermoeden. Want anderzijds zijn er nog altijd wetten gebaseerd op de boeken van Mozes. Nog altijd worden wij geïnspireerd door mensen met een klare kijk. Profeten zoals Elia, die onze blik verruimen en, als vanop een berg, opnieuw vergezicht geven. En wij noemen onszelf christenen, naar Jezus Christus. 
    Wij leven nog altijd vanuit zijn inspiratie.

    Vanuit Jezus’ inspiratie zijn er wereldwijd miljoenen vrijwilligers, die met groot enthousiasme werken in duizenden verenigingen: 
    Jeugdleiders en -leidsters die elke week vergaderingen voorbereiden en kinderen al spelend begeleiden naar volwassenheid. 
    Mensen aanwezig in sportclubs, toneelverenigingen, zangkoren, socio-culturele verenigingen, die maar kunnen draaien dankzij hun onbetaalde steun en helpende handen. 
    Wereldwinkels, welzijnszorg, kom-op-tegen-kanker, solidariteitsverenigingen werken in derdewereldprojecten en bij kansarmen in eigen land, dankzij vrijwilligers. 

    Vrijwilligers bieden een belangrijke meerwaarde in rust- en ziekenhuizen. Zij verzorgen bloemen op de kamers, zijn mensen nabij met een luisterend oor of hulp bij de maaltijden. 
    Ook in onze parochie zijn overal vrijwilligers aanwezig. Als catechist in de doop-, communie- en vormselpastoraal, als zanger in het kerkkoor, als bloemschikker, lector, koster, predikant of voorganger in gebedsdiensten, in een liturgiegroepje, in het SAC, ter Schelde of het Klokske, in de parochieploeg en in de kerkfabriek of als een van de vele medewerkers bij de parochiefeesten. 
    Vrijwilligers, zij zijn de ruggengraat van onze maatschappij in het algemeen en van onze parochie in het bijzonder. Zij zijn onmisbaar. Zij geven zoveel … zomaar voor niets. 

    Die vele vrijwilligers zijn de sterren in onze ogen. 
    Dankzij hen kunnen we verder groeien naar Jezus’ droom: een wereld waar het voor iedereen goed is om te wonen. Ergens las ik het zo: “als elke vrijwilliger een ster kreeg, werd het nooit meer donker”!
    Laten wij daarom, anders dan Petrus destijds, er niet over zwijgen, maar er juist aan iedereen over vertellen en vooral … er dankbaar voor zijn. 
    Amen. 

    Inspiratie uit een “Ode aan de vrijwilliger”, gevonden op Seniorennet.

    21-02-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-02-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunnen we te vroeg oase zijn? - 1e vastenzondag C 2016 - Jan

    Eerste zondag in de veertigdagentijd C 2016 - Zaterdag 13 en zondag 14 februari 2016

    Eerste lezing: Deuteronomium 26, 4-10 - 'Het aanbieden van de eerstelingen'
    EvangelieLucas 4, 21-30; 4, 1-13 - 'Door de duivel op de proef gesteld'

    Ziezo we zijn eraan begonnen, de aftrap is gegeven, we zijn uit de startblokken….
    Allemaal om ons te overtuigen dat we een 40 dagen-strijd zijn aangegaan.
    Ieder op zijn tempo, ieder met zijn eigen voornemen.
    Neen, we gaan niet in de woestijn, we blijven op bekend terrein.  Er zijn geen tussenspurten, geen bonussen, geen premies te verdienen, zelfs geen bloemen aan de meet.
    De vasten is een wedstrijd, ja het is een wedstrijd tegen ons eigen zichzelf. 
    Jezus trok veertig dagen en nachten in de woestijn. Dat zouden wij niet overleven.
    Honger, dorst, schrik, heimwee en gemis van dagelijkse luxe, zouden wij niet overleven.
    We zijn verwend, verslaafd aan zoveel kleine dingen.  We zijn gewend aan het comfort.
    De mens is verslaafd aan drank, drugs, sigaretten.  Velen moeten elke dag sporten, tennissen, golven, fietsen op dure machines, shoppen, fitnessen, zich eindeloos opsmukken, gokken, zich kapot werken of hun dag is niets geweest.
    Zelfs de kinderen en jonge mensen zijn niet meer bezig met mekaar maar met hun games, hun iPad, hun tablet, hun smartphone.  We weten het allemaal en we zien het overal om ons heen: verslaving is een ziekte van deze tijd.
    In het evangelie van vandaag gaat Jezus niet alleen 40 dagen in de woestijn leven, hij wordt ook serieus uitgedaagd. “Beveel aan die steen dat hij in brood verandert” zegt de verleiding (hier in de persoon van de duivel). Met dat brood bedoelt men natuurlijk niet onze dagelijkse boterham.  Het gaat om alles wat we absoluut willen hebben en willen doen.
    De drank, dat fitnessen, dat gokken, die smartphone en ga maar door met opsommen, dat is het brood dat de duivel aan Jezus wil opdringen.
    Hij wil ook geen aanzien en geen macht.  Integendeel, hij wil alleen maar vrede voor de mensen.  Hij wil een voorbeeld zijn, hij wil sober leven, gewoon doen, en onder mensen zijn…
    40 dagen in de woestijn en dan zo’n aanval vanuit de achtergrond, van de onderwereld, van de verleiding.
    Wij leven in een andere woestijn.  In een woestijn waar mensen mekaar niet meer vertrouwen.  We leven in een uitgestrekte wildernis van leugens en verwrongen waarheden.
    Een woestijn waarin elke spontaniteit op voorhand moet verdorren., elke goedheid wordt verdacht gemaakt.
    Jezus zou het in onze woestijn ook geen 40 dagen volhouden.

    Beste vrienden, vandaag wordt ons ook een oase getoond.  Mocht elke Christen, ieder die hier zit met een dosis goede wil, nu eens op een andere manier willen leven, een ander voorbeeld geven zoiets als een plekje leven zijn in die dorre vlakte?
    Een open glimlach, een eerlijk woord, een schouderklop, een stuk geluk tussen al dat lijden.
    Als we nu eens 40 dagen die oase zouden zijn.  Ik ben er zeker van dat we dan van een geslaagde vasten kunnen spreken.
    Zo’n kleine oase waar iedereen terecht kan, ook de gekwetsten, de vluchtelingen, de boeren van Colombia, al wie ten einde raad is, al wie zoekt naar gerechtigheid, al wie ronddoolt op zoek naar een sprankeltje hoop….naar een teken van vriendschap.

    Veertig dagen oase zijn in een woestijn van mensen.
    Dit was de laatste zin van Manu Verhulst, dit komt uit een tekst die we op aswoensdag hebben voorgelezen.  Ik was er zo door gepakt dat ik dacht: dat is mijn preek, ik ga het niet verder zoeken.

    De schoonheid van de vasten schuilt niet in de zelfpijniging, maar in de verwachting.  Het zich opleggen: kijk dat eet ik niet, dat doe ik niet, dat drink in niet.  Dit kan men een zelfpijniging noemen. Maar uitkijken naar het moment dat heel uwen hof vol paaseieren ligt, dat eerste glas wijn na zo’n lange tijd, uitkijken naar de verrijzenis, dat is het verlangen.  Dat kleurt ons leven. 
    De schoonheid van de vasten schuilt niet in de zelfpijniging, maar in de verwachting

    Voor ons Christenen is de vasten bij uitstek een moment om te beseffen hoe bevoorrecht wij zijn, met alles wat we hebben en de overvloed aan kansen die we krijgen.  We kwamen naakt en weerloos op de wereld, dus alles wat we nu hebben, hebben we gekregen.
    Als wij in Colombia geboren waren, zouden wij dan hetzelfde gekregen hebben?  
    Hoe zouden wij ons voelen als er al 50 jaar een burgeroorlog gevoerd wordt, als je kind gewoon doodgeschoten wordt door soldaten zonder reden, als je dorp verdwijnt in een stuwmeer, zonder dat je verwittigd werd, laat staan compensaties zou trekken, als men dreigt de rivier te verleggen die je akker bevloeit, als multinationals je eigen kleinschalige mijn afnemen voor groot gewin.  Ik kan zo nog een tijdje doorgaan.

    Maar dringt het tot ons door.  Het is te ver af.  Dank u wel Broederlijk Delen dat je onze ogen opent.
    Op de Blancefloerlaan staan de paasbloemen al een paar weken open.  In onze tuin staan de krokussen te bloeien.  Te vroeg, dat weten we allemaal.
    Maar kunnen we te vroeg dat stukje oase zijn?  
    Te vroeg iets positief doen voor onze medemens?  
    We kunnen nooit te vroeg zijn om iets te doen voor die mensen in Colombia, we kunnen nooit te vroeg zijn om iets te delen, ook in deze vasten niet.

    Met ideeën van Romain Debbaut , Manu Verhulst, Luk Vanmarcke

    15-02-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    31-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen sant in eigen land - 4e zondag door het jaar C 2016 - Fred

    Vierde zondag door het jaar C 2016 - Zaterdag 30 en zondag 31 januari 2016

    Eerste lezing: Jeremia 1, 4-5.17-19 - 'De roeping van Jeremia'
    EvangelieLucas 4, 21-30; 4, 14-21 - 'In de synagoge van Nazaret'

    Velen van ons zitten op 1 januari op het puntje van hun stoel te wachten op de eindejaarsconference van Geert Hoste. We lachen voluit met zijn grappen over onze politici, over het koningshuis, over alles wat er is fout gelopen of misgegaan in onze televisieprogramma’s, over de echte of vermeende stommiteiten van bekende Vlamingen.
    Want lachen met de eigen machthebbers of verantwoordelijken, laten we eerlijk zijn, we doen het graag. We vinden het leuk te horen dat we domme ministers hebben. Dat onze burgemeesters en schepenen zich vergissen, dat onze politie fouten begaat, dat de leden van ons koningshuis zich houterig gedragen. En we knikken meewarig als men zegt dat alles wat fout gaat alleen maar komt omdat we nu eenmaal in een apenlandje wonen.

    Ook in onze eigen werkkring, in onze school, in onze buurt, hebben we soms de neiging om fouten of vergissingen van verantwoordelijken uit te vergroten. We hebben daar een spreekwoord voor: niemand is sant in eigen land. Als mensen uit onze onmiddellijke omgeving een grote verantwoordelijkheid te dragen krijgen, zijn we soms overdreven kritisch tegenover hen.  
    Het heeft misschien ook met jaloezie te maken. Iemand heeft het wat verder geschopt dan wij, is wat hoger op de ladder geklommen, en we gunnen het hem niet helemaal. Jaloezie of afgunst heet dat. We merken het zelfs in het evangelie van vandaag. Jezus is aan het woord in de synagoge en het commentaar van de mensen luidt: is dat niet de zoon van die timmerman? 
    Waar haalt hij die  wijsheid vandaan? Wat geeft hem het recht om zo te spreken?

    En dan komt er nog iets bij. Eerst is er jaloezie of afgunst. Men gunt hem zijn succes of zijn populariteit niet. Maar meteen is er een andere reflex: als dit inderdaad één van ons is, kunnen wij daar dan geen voordeel uit halen? Gaat hij ons niet een streepje voor geven? Hij is tenslotte iemand van onze stad, van ons volk. Daar moet voor ons toch iets te rapen vallen ...

    Maar dan reageert Jezus bijna onmiddellijk. 
    Hij haalt twee voorbeelden aan uit het Oude Testament, de weduwe van Sarepta in de tijd van Elia en de Syriër Naäman uit de tijd van Elisa. Beide voorbeelden illustreren de doorbraak van de heidenen. En tonen aan dat het eigen volk niet altijd en niet persé een voorkeurbehandeling moet genieten.
    Wat Lucas hier beschrijft is eigenlijk het eerste openbaar optreden van Jezus. En Jezus toont zich hier meteen als een profeet. En een profeet is in feite altijd iemand die weerstand oproept. Een profeet is meestal niet erg geliefd in de tijd waarin hij optreedt en actief is. Zijn reputatie komt gewoonlijk pas later tot zijn recht. In zijn tijd is hij vaak een teken van tegenspraak.

    Een profeet is iemand die de waarheid verkondigt. In onze taal geven wij aan het woord profeet vaak de betekenis van iemand die de toekomst kan voorspellen. Maar een profeet heeft veel meer te maken met het heden dan met de toekomst. Een profeet wijst zijn mensen op de tekenen van de tijd. Hij waarschuwt hen voor wat komen kan, als zij die tekenen niet verstaan.
    Vandaar dat een profeet wel eens minder populaire theorieën moet verkondigen. Hij wijst mensen op gevaren en wijst hen terecht. Hij roept hen op hun leven te veranderen of om te keren. Het is geen toeval dat we in de advent en de vasten vaak profeten aan het woord horen.

    In de eerste lezing hoorden wij Jeremia aan het woord. 
    Ook een profeet. En aan hem hebben wij in onze taal het woord jeremiëren ontleend. Jeremiëren betekent klagen of jammeren. Jeremia klaagt, zoals het past voor een profeet. Als alles goed gaat, als de mensen leven zoals ze zouden moeten, dan vindt Jahweh het niet nodig een profeet te sturen. Een profeet komt om zijn beklag te maken.
    En Jeremia krijgt zijn opdracht mee. Hij moet zijn lendenen omgorden, wat zoveel betekent als: hij moet aan zijn taak beginnen, hij moet aan het werk gaan. En hij krijgt te horen dat hij veel tegenstand zal ondervinden: vanwege de koning, de edelen en het volk. Maar Jahweh spreekt hem moed in en zal hem sterk maken.

    Het is een beetje de opdracht die wij ook mee krijgen. 
    Wij zijn geen profeten, maar we zijn ook  geen sant in eigen land. We zijn niet meer in de meerderheid als ons geloof en onze religie ter sprake komen. Maar we blijven hier samenkomen, geraakt en geïnspireerd door Jezus en zijn blijde boodschap. 
    Daarnaar leven en daarover blijven getuigen is ook onze opdracht …    

    31-01-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitdrager van zinvolheid - 3e zondag door het jaar C 2016 - Jan W

    Derde zondag door het jaar C 2016 - Zaterdag 23 en zondag 24 januari 2016

    Eerste lezing: Eerste brief aan de Korintiërs 12, 12-14.27 - 'Het lichaam van Christus'
    EvangelieLucas 1, 1-4; 4, 14-21 - 'Aankondiging van de geboorte van Johannes'

    Kennen jullie het programma winteruur? Laatavond programma rond een uur of elf met Wim Helsen op canvas. Iedere dag zit er een gast die een tekst, of een gedicht, allesinds een tekst dat voor hem/haar van betekenis voorleest. Waarna er met twee over de tekst gepraat en gefilosofeerd wordt. Een ideale afsluiter van de dag. Het zet mij telkens aan tot denken. Vorige week was per toeval een kennis van mij te gast. Ik ken haar via het theater. Iemand die filosofie heeft gestudeerd en ik zou graag de tekst die ze meebracht even willen voorlezen. Het is een tekst van Nietsche uit der Wille zur Macht. 

    Misschien weet ik het best waarom enkel de mens lacht, De mens alleen lijdt zo zwaar dat hij de lach wel moest uitvinden. Het ongelukkigste en meest melancholieke dier is, hoe passend ook het meest opgewekt.
    Haar conclusie was onder andere dat Nietsche humor ziet als een troostfactor in deze zinloze wereld. Humor geeft troost, een beetje zegt ze zoals een moeder haar kind troost. Ach hey het valt allemaal wel mee, het is allemaal niet zo erg. Het helpt de zinloze wereld een beetje dragelijk te maken. Humor verbind ook, door samen te lachen, samen iets grappig te vinden, creeer je gemeenschappelijkheid, die verbinding geeft levenskracht en zin aan ons bestaan.

    Hoewel ik grotendeels de redenering kon volgen had ik het toch wel moeilijk met haar visie over de zinloze wereld. Is onze wereld wel zo zinloos.
    In de tekst van vandaag lezen we over het verkondigen van de goede booschap. Gaan we er dan niet van uit dat die goede booschap er toe dient om onze wereld tot zinvolheid te brengen en dat het dus maakbaar is om in een zinvolle en gelukkige wereld te leven. 
    Akkoord dat humor daar toe kan bijdragen, het zijn de kleine dingen de wereld zinvol maken.
    Als we kijken naar de lezing van vandaag staat er: De goede boodschap verkondigen, blinde laten zien. De verdrukte in vrijheid laten gaan.
    Het lijkt allemaal heel groots. Er worden van ons als grootste dingen verwacht, dat we de verdrukte in vrijheid laten gaan, alsof wij in persoon er voor moeten zorgen dat alle gevangenen moeten vrijgelaten worden, verdrukten worden bevrijdt, en blinde zien

    Maar wie nauwkeurig de tekst leest ziet dat Jesaja vooral een aankondiging doet,
    Dit gaat veel verder dan armen wat hoop geven dat het allemaal wel goed zal aflopen ooit eens

    Aan armen goede boodschap verkondigen komt volgens mij zoveel neer op helpen inzicht geven, ondersteunen samen een weg zoeken, een uitweg zoeken. 
    Dat is wat God met u voorheeft, met name het beste, de goede boodschap is een boodschap van eigenwaarden, van zelfbesef en steun geven en krijgen om een weg te zoeken. 
    Gevangen bevrijden gaat over iets heel anders dan de hendels al dan niet met geweld doorbreken.
    Het gaat over bevrijden uit zichzelf, helpen bevrijden van hun eigen fouten. Hun fouten helpen inzien en vandaar uit een beter mens worden. 
    Het zijn ogenschijnlijk veel kleinere dingen. Dingen die haalbaar zijn en maakbaar en misschien daardoor veel doeltreffender zijn. En veel meer kracht hebben. 
    Iemand aan het lachen brengen vraagt geen groots engagement, maar het samen kunnen lachen geeft zo een grote voldoening dat het als zinvol wordt ervaren. 
    De wereld is volgens mij niet zinloos die bij gevolg zinvol moet gemaakt worden.
    Maar zinvol op zich. De blijde boodschap is zowel de bevestiging van de al bestaande zinvolheid als de verdere uitdrager van die zinvolheid. 
    En het zit hem net zoals bij humor niet in de grote manifestaties maar in de kleine aansporingen hier en daar. 

    Als afsluiter wou ik u het volgende toch niet onthouden:
    waarom kunnen bomen niet voetballen?
    Ze zijn geschorst! 
    Nog een fijne zondag

    23-01-2016 om 18:50 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar is dat feestje? - 2e zondag door het jaar C 2016 - Gie

    Tweede zondag door het jaar C 2016 - Zaterdag 16 en zondag 17 januari 2016

    Eerste lezing: Jesaja 62, 1-5 - 'Zoals een jongen zijn meisje trouwt…'
    EvangelieJohannes 2, 1-12 - 'Doe maar wat Hij u vraagt'

    In de eerste lezing vergelijkt Jesaja de relatie tussen God enerzijds, en Sion of Jerusalem anderzijds, als een jongen die met een meisje trouwt. Men noemt haar niet langer ‘verstoten’ of ‘verlaten’, want de Heer heeft welbehagen in haar. De Heer zal het land opbouwen, ermee huwen. Zoals een jongen met een meisje. Zo is Hij de bruidegom, die blij is met zijn bruid.
    En ook Johannes heeft het vandaag over een huwelijksfeest. Dat is een wat vreemd feestje. Want hoewel het zou gaan om een trouwfeest, weten we niet eens wie er trouwen. 
    Maar nog erger is, dat ze zonder wijn zitten.  

    Als wij in ons liturgiegroepje de voorbereiding van een viering starten, dan beginnen we steevast met het bekijken van de lezingen. Daaruit zoeken we een thema. Of, als dat niet meteen lukt, kiezen wij die een titel in de loop van de voorbereiding. 
    Ook bij de voorbereiding van een preek, ga ik op zoek naar een titel, een vlag die de lading dekt. 
    De eerste titel die bij mij opkwam, was: “Waar is da feestje?” 

    Want het gaat hier niet om een gewoon feestje. Het zou gaan om een trouwfeest waarop, zoals gebruikelijk in het oosten, de hele buurt wordt uitgenodigd, dat verschillende dagen duurt en waar overvloedig gedronken wordt. 
    De bruid of bruidegom kennen we niet. We weten evenmin wat Maria en Jezus met zijn eerste volgelingen daar komen doen en we begrijpen niet waarom Jezus een wonder ‘teken’ geeft, dat eigenlijk niet in zijn kraam past. 
    Mag ik een anekdote over mijn vader vertellen. Het gebeurde lang geleden, in zijn prilste jeugd. Hij was een man van weinig woorden. Zeker over zijn jeugd was hij erg zwijgzaam. 

    Het gebeurde op een hete zomerse snikhete dag. Hij was met zijn broers op straat aan het spelen. Het was zo warm, dat ze zo’n hevige dorst kregen, dat ze zomaar aan een huis gingen aanbellen om een glas water te vragen. Een gewoon glas water, zoals ze dat thuis altijd dronken. 
    Maar wat ze toen kregen was anders: een glas frisse limonade. Zoiets hadden ze nog nooit geproefd. Het was of er een engeltje op hun tong … hemels! 
    Zo gaat het als je iets anders, iets beters krijgt dan wat je eigenlijk verwacht. 

    Vorig weekeind was het de nieuwjaarsreceptie van onze parochie. Het ging er feestelijk aan toe, met een lekker drankje voor iedereen. Stel je nu eens voor dat, tegen iedere verwachting in, er in jullie glaasjes alleen maar … doodgewoon water zou gezeten hebben. 
    Wat zou dat een waterig feestje geweest zijn om het jaar te beginnen!
    Naar alle verwachting zou het er ook zo waterig aan toe gaan op de “bruiloft” waar Jezus met zijn eerste leerlingen terecht komt. 
    Johannes geeft weinig informatie. We weten alleen dat Jezus en zijn leerlingen uitgenodigd waren en dat ook de moeder van Jezus erbij was. 

    We vernemen dat ze zonder wijn zitten en dat moeder Maria haar zoon daarover aanspreekt. 
    Jezus heeft die vraag van zijn moeder niet zien aankomen, want zijn repliek is: “Mijn uur is nog niet gekomen”. 
    Zo kort na zijn doop in de woestijn, waarbij hij van God het teken kreeg: “Dit is mijn welbeminde Zoon”, lijkt Jezus opnieuw overdonderd door God, die nu een nieuw ‘teken’ op hem afstuurt. 

    Toch zegt Maria tegen de dienaren: “Doe maar wat Hij u opdraagt”. 
    En dan gaat het snel. Jezus beveelt de dienaren om de zes grote kruiken te vullen, die daar klaarstaan voor het Joodse reinigingsgebruik. Ze vullen ze tot de rand toe, met water. Vervolgens zegt Hij: “Schep er nu wat uit en breng het naar de tafelmeester”. En ze doen het. 
    De tafelmeester proeft van het water dat wijn geworden is, maar weet niet waar die vandaan komt. De tafelmeester roept dus de bruidegom en zegt: “Iedereen begint toch met de beste wijn en schenkt de gewone wijn pas als er al flink gedronken is. Maar u hebt de beste wijn tot het laatst bewaard!” 

    Eerst zitten ze zonder wijn. En plots zitten ze daar met honderden liters van de beste wijn. Al een geluk dat er toen nog geen auto’s reden en dus ook nog geen BOB-controles waren. 
    Johannes vermijdt heel bewust om de gebeurtenissen uitgebreid uit te leggen en vermeldt enkel dat het om een ‘teken’ gaat en dat dit het begin was van Jezus' tekenen. Hij rept met geen woord over wat wij een wonder, een ‘mirakel’ zouden noemen. 
    Daarna vertrekt Jezus met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen naar Kafarnaüm. 
    Einde verhaal. 

    Wij blijven verbaast achter. 
    Die enorme hoeveelheid wijn vertroebelt onze blik en leidt ons af van waar het echt om gaat.
    Wat is er echt dan aan de hand? Johannes wil ons duidelijk dat Jezus hier de spilfiguur is. Die doet namelijk precies hetzelfde als wat de Heer met Jerusalem doet in het verhaal bij Jesaja. Hij ís de bruidegom om wie het hier echt gaat. 

    Het hoeft dus niet zo zeer over wijn te gaan. Maar wel om overvloed. Misschien wel om water dat leven geeft in overvloed! 
    Dus: daar is da feestje!  
    Zo blijkt het verhaal over de bruiloft in Kana een ‘kapstok’ te zijn, om het ‘teken’ aan op te hangen van een God die geeft, niet een klein beetje, maar in overvloed. 

    Denk aan de huidige BOB-campagne: “een beetje BOB bestaat niet”. 
    Een beetje God … bestaat evenmin. 
    Amen.

    17-01-2016 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Hemel breekt open - Doop van de Heer C 2016 - Hilda

    Doop van de Heer C 2016 - Zaterdag 9 en zondag 10 januari 2016

    Eerste lezing: Jesaja 40,1-5.9-11 - 'De Heer komt'
    EvangelieLucas 3, 15-16.21-22 - 'Doop van Jezus'

    Het nieuwe jaar is pas begonnen! Dit jaar onder wat meer spanning dan andere jaren. En toch komen mensen de straat op. En toch willen de mensen het nieuwe jaar krachtig en feestelijk inzetten.

    Johannes de Doper stond op uit de woestijn!
    De plek waardoor het volk van Abraham en Mozes moest trekken! Om door de Jordaan zelfs in ’t beloofde land te geraken!
    Het gebeurd ook in een tijd van spanning waar het joodse volk het moeilijk had met de bezetting van de Romeinen.
    Johannes richt geen burgeroorlog aan. Ook geen godsdienstoorlog!
    Johannes brengt opnieuw vaart en spirit in het Jodendom. Hij riep op tot ommekeer en aandacht voor de presentie van God in het leven. 
    Hij vraagt zijn volk om na te denken! En in de nieuwe tijd, het nieuwe jaar te werken aan een beter beleven van hun jood-zijn.
    Om dat te bewerkstelligen wil Johannes hen dopen, hen schoonwassen, om met een propere lei te beginnen.

    Iets wat sommige mensen ook rond nieuwjaar of een verjaardag al eens doen. 
    Zich laten onderdompelen in de gebeurtenissen van ’t voorbije jaar. 
    Het nodige afspoelen om fris op te staan en hoopvol onze schouders onder het nieuwe te zetten.
    Dit kunnen momenten van meer zelfbewustzijn worden. 
    Door reflectie over het jaar, en vooral over onszelf in dat jaar, groeit onze zelfkennis. We worden meer en meer onszelf door de stappen die we zetten en door bepaalde ervaringen die zo diep en ingrijpend zijn, dat we daardoor onszelf wat beter leren kennen. Vb.:
    Wat deed de geboorte van ons 1e kindje ons? Wat deed de geboorte van ons 1e kleinkindje ons? Onze eerste betaalde werkdag? Kijken we ook maar naar velen die het verdict ‘kanker’ te horen krijgen! Kijken we maar naar de beelden van de vluchtelingen…

    We worden ook meer en meer onszelf door onze omgeving, we leren er onszelf ook wat beter door kennen. Anderen kunnen voor ons onverwachts een trekje van onze persoonlijkheid openbaren, waar we nadien ons sterker zullen aan vasthouden.
    Hoe dikwijls zeggen we niet bij te vroeg geboren baby’s die goed uit de couveuse komen: ‘dat is een vechtertje’! Ze kunnen tegen een stootje! Later wordt hen dat ook wel verteld en zien we hoe ze die eigenschap een leven lang meenemen. 

    En Lucas brengt Jezus binnen in dit gebeuren!
    Aan de Jordaan luistert Jezus ook naar Johannes
    Jezus die gewoon in de rij staat: tussen zij die bidden en smeken om uit de moedeloosheid op te staan. Tussen zij die uitzien naar een nieuw leven en zich niet willen laten neerdrukken door de last, de wanhoop en de nederlagen van het verleden. 
    Jezus ziet dat verlangen en die hoop in mensen en kiest hun kant. 
    Hij wordt één van hen en met hen. Hij wordt één van ons en met ons!

    Lucas  laat ook iets van de universele Liefde horen, wij noemen het hier in ons samenzijn, iets van die Goddelijke Liefde.! 
    De hemel breekt open! En een Stem zegt:
    ‘ Jij bent mijn kind,
    van wie Ik heel veel hou
    en in wie Ik vreugde vind’.
    Wat een bevestiging, wat een compliment om aan je levenstaak te beginnen of om ze verder te behartigen!
    En die Stem klonk er niet alleen voor Jezus! Neen, allen die het gezien en gehoord hadden kregen als ’t ware vleugels, om hun bekering naar beter, kracht bij te zetten

    De ontmoeting van Jezus met Johannes de Doper is voor Jezus ook zo’n  waar scharniermoment. 
    Hij voelt de sterke band met Zijn Vader en een wederzijdse loyaliteit die Hij nooit meer kwijtraakt. Vandaar dat we Jezus ook zo dikwijls al biddend tot zijn Vader tegenkomen in Zijn levensverhaal
    Alle relaties worden er op slag duidelijk voor Jezus: Zijn zelfbesef, godsbesef en Zijn zendingsbesef naar de mensen waarmee Hij in de rij staat.

    Gedoopt worden of een nieuw jaar beginnen! 
    Ons schoonwassen, oude spullen achterlaten om nieuwsgierig en enthousiast het nieuwe te kunnen opnemen. Het geeft ons goesting om gesterkt verder te gaan op onze nog ongebaande wegen vol van hoop!

    Vandaag brengt dat ons samen naar onze nieuwjaarsreceptie seffens! 
    We mogen er ons van kop tot teen laten onderdompelen in een vat vriendschap. 
    Bedankingen en felicitaties aanhoren waarvan we vleugels krijgen! 
    Bedankingen en felicitaties uitdelen en de neuzen zien krullen?

    Zullen we er naartoe trekken om echt van die goddelijk mensen te zijn?
    En niet alleen op de receptie hé mensen…
    Bronnen: A. Rubbens, H. Callaer, Kerugma

    10-01-2016 om 08:42 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrede voor iedereen - Heilige Familie C 2015 - Fred

    Heilige Familie C 2015 - Zaterdag 26 en zondag 27 december 2015

    Eerste lezing: Het eerste boek Samuël, 20-22.24-28 - 'Samuël, aan de Heer afgestaan'
    EvangelieLucas 2, 41-52 - 'Jezus wordt gevonden in de tempel'

    Een kleine twee weken geleden werden we in de nieuwsberichten opgeschrikt door tragische ongevallen. Op twee dagen tijd werden drie jongeren op hun fiets aangereden en uit het leven weggerukt. Een drama, een onherroepelijk en onbegrijpelijk verlies voor hun ouders, familie en vrienden.
    Het is de nachtmerrie van zoveel ouders. Een kind dat niet thuiskomt op het voorziene of afgesproken uur en de onrust die daaruit voortkomt. Wanneer komt hij of zij thuis? Waar is hij en met wie? Waarom verwittigt hij niet? Er zal toch niets gebeurd zijn? Hij zal toch niet …

    Het was in  het evangelie eigenlijk niet anders. 
    Voor de eerste keer was Jezus met zijn ouders mee het paasfeest gaan vieren, in Jeruzalem. Hij was toen twaalf jaar. Het was een reis van een paar dagen en bij de terugreis blijkt dat Jezus niet is meegekomen. Maria en Jozef doen wat alle ouders zouden doen: ze gaan hem zoeken. En pas na drie dagen vinden ze hem. En Jezus is zich blijkbaar van geen kwaad bewust.

    “Jongen, waarom heb je niet gezegd waar je was?” vragen zij. En hij antwoordt: “Jullie wisten toch dat ik hier was”. Ook dat herkennen wij. Ouders snappen niet onmiddellijk waar hun kind zich bevindt, waar hij of zij zich thuisvoelt. En de jongere heeft niet of niet duidelijk genoeg  aangegeven waar hij naartoe ging. Kinderen willen hun ouders geen pijn doen of ongerust maken, maar ze doen het wel. Kinderen willen toch alleen maar hun eigen weg gaan, en ouders moeten dat willen aanvaarden en begrijpen.
    Het ging er bij Maria, Jozef en Jezus blijkbaar niet anders aan toe. 
    En toch spreken we over hen met de benaming “de heilige Familie”. We vieren hun feest vandaag. Ik herinner mij nog vaag de prentjes over de heilige familie uit mijn kindertijd, zo rond het midden van de vorige eeuw en hoe die vader, moeder en zoon daar werden afgebeeld.

    Het leek allemaal zo vredig, braaf en rimpelloos. In dat gezin waren er blijkbaar nooit problemen. Er viel nooit een hard of onvertogen woord, er werd nooit gevloekt of zelfs tegengesproken. Er werd nooit met deuren gesmeten of op tafel geklopt. Nooit hoorde men bij het eten de opmerking: “Ik lust dat niet”, er werd zelfs nooit een boertje gelaten aan tafel. Laat staan dat iemand het in zijn hoofd zou halen om te laat thuis te komen. Laat die prentjes aan de jeugd van nu zien en zij zullen allicht zeggen: “Wat zijn dat drie seuten!”
    Dat beeld van de heilige familie hebben wij al lang  niet meer. Het wordt trouwens tegengesproken door het evangelie van vandaag. Een heilige familie is geen gezin waar geen discussie of conflict mogelijk is. Of waar elk meningsverschil of probleem wordt uit de weg gegaan. Of waar alles wordt doodgezwegen of met de mantel der liefde wordt bedekt.

    Een heilige familie is een gezin waar men op zoek gaat naar het kind dat men kwijt is, dat men niet meer terugvindt, dat verloren gelopen is. Desnoods drie dagen lang, of nog langer als het moet. En waar men blij is dat het eindelijk terecht is en blijkbaar niets verkeerd heeft gedaan.

    Een heilige familie is een gezin waar men wel eens met slaande deuren vertrekt, waar wel eens harde woorden vallen. Maar men wel nadien het conflict probeert uit te praten. Waar men wel opnieuw probeert te beginnen, met meer begrip en aandacht voor elkaar. Waar de oplossing van een conflict belangrijker is dan straffen of elkaar verantwoordelijk stellen en verwijten maken.
    Een heilige familie is een gezin zoals die vader uit de parabel van de verloren zoon uit een ander evangelie. Waar men een kind de vrijheid geeft om in zijn ongeluk te lopen, maar nadien dag na dag op de uitkijk blijft staan tot hij terugkomt. En dan een groot feest geeft, tot spijt van wie het benijdt.

    Een heilige familie is een gezin waar iedereen zich bekommert en zich aanbiedt om te zorgen voor dat ene probleemkind dat alle aandacht opeist En waar iedereen zijn eigen ambities en verlangens daarvoor even opzij kan zetten. Waar een zwaar zieke een centrale plaats inneemt.

    Een heilige familie is een gezin dat zich niet beperkt tot de eigen noden en zorgen, maar ook oog heeft voor de buitenwereld. Waar men de eigen kleine problemen kan relativeren en zich kan bekommeren om mensen in een nog veel  grotere nood. 
    Gelukkig zijn er zo nog heel wat gezinnen. En we komen ze tegen, ook in onze buurt. Een heilige familie komt in deze periode samen rond de kerstboom met heel veel goede voornemens voor het nieuwe jaar. 
    En bidt daar samen om vrede. Vrede voor iedereen …

    27-12-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs