Het woord 'Drievuldigheid' komt niet voor in de Bijbel.
Jezus heeft die naam voor God ook nooit gebruikt. Hij noemde God bij voorkeur 'Abba', Papa, lieve vader. Hij sprak ook over de Geest, die Hij zou zenden als helper en trooster. Jezus zelf werd door de leerlingen 'Zoon van God' genoemd. Er is dus in de evangelies sprake van God als Vader, Jezus als Zoon, en de heilige Geest. Zo zijn de namen Vader, Zoon en Geest ons zeer vertrouwd. We spreken ze uit bij ieder kruisteken. Een teken dat we maken vóór ieder gebed, vóór iedere eucharistieviering, in alle sacramenten én in onze geloofsbelijdenis. Die begint met God, de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde.
Als godsdienstleerkrachten of catechisten over de drie-ene God moeten spreken, zoeken ze naar aanschouwelijke voorbeelden.
Met wiskunde valt het moeilijk uit te leggen: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest zijn samen nog steeds 1 God. 1+1+1 blijft dus 1. Dit is een mysterie, geen puzzel of rekensom. Een mysterie betekent dat het te groot is om te snappen. God is te groot voor ons verstand, zelfs al heb je een wiskundeknobbel.
Soms nemen ze drie lucifers en steken die samen aan. Er zijn drie lucifers en toch is er maar één vlam.
Of ze geven het voorbeeld van een echtpaar met hun kindje: vader, moeder, kind. Drie personen in één gezin. Eén en toch drie, in liefde verbonden met elkaar. Ze zijn één gezin. Ze horen bij elkaar. En toch zijn ze ook alle drie anders.
Het zijn drie eigen, aparte personen. Ze hebben ieder een eigen rol in het gezin: vader, moeder en kind. Ieder met hun eigen gezicht en hun eigen karakter. En tegelijk horen ze bij elkaar. En ze houden van elkaar.
Of denk aan de Rode Duivels: allemaal spelers uit verschillende ploegen, met hun eigen achtergrond. En toch vormen ze samen één ploeg!
Men wil met die voorbeelden aantonen dat er 'eenheid in verscheidenheid' bestaat.
Ook de lezingen van vandaag proberen ons iets uit te leggen over die verbondenheid, die liefde tussen die drie Personen die samen één God zijn.
De drie-ene God zegt ons iets over de liefde van God voor ons. De Vader (die staat voor het scheppende en daarom net zo goed God de Moeder zou kunnen heten), de Zoon (het menselijke gezicht van God, tastbaar, heel concreet en niet veraf) en de Heilige Geest (de kracht van de Liefde die over heel de wereld waait, over alle grenzen heen, en die Hen en ook ons samen-bindt). De drie Personen in die ene God, zijn alle drie telkens weer een beetje anders. Toch zijn ze samen één God. Ze horen in Liefde bij elkaar.
Doorheen de geschiedenis hebben theologen, pastoors en andere priesters hun best gedaan om aan de mensen uit te leggen hoe ze die Drie-eenheid moesten begrijpen. En al die tijd deden de gelovigen even veel moeite om dat beeld dan ook weer te verstaan.
De beroemde Russische iconenmaker Andrej Roebljov schilderde rond 1400 het icoon bekend als de Gastvrijheid van Abraham of De Heilige Drievuldigheid. Om in die icoon, die eerder lijkt op een voorstelling van drie engelen, een afbeelding van de Heilige Drievuldigheid te zien, moeten we terug te gaan naar Genesis 18, waar Abraham drie geheimzinnige bezoekers ontvangt.
Die komen bij hem en delen zijn maaltijd. En Abraham praat met die drie personen als met één persoon. Het is het begin van Gods verbond.
Ook Europese kunstenaars deden hun best om die goddelijke Triniteit te verbeelden. En dat lukte nog het best door er menselijke trekjes aan te geven. De Vader als een echte Patriarch met een lange baard. De Zoon als de gekruisigde of de verrezen Christus. En voor de Geest die ongrijpbaar is en waait als een zachte bries, gebruikten ze het beeld dat Hem ook in de Bijbel tastbaar maakt: een stralend witte duif.
Maar dàt totaalbeeld is te véél een Trio en te weinig een Eenheid.
Dus werden er driehoeken of concentrische cirkels aan het plaatje toegevoegd.
Om die bijzondere eenheid tussen Vader Zoon en Geest plastisch voor te stellen, gingen ze ook een vergelijking maken met de aardse drie-eenheid, de Heilige Familie. Maria, Jezus, Jozef, die dan samen met de Hemelse Drie-eenheid werden afgebeeld. Of die àndere Heilige Familie, die aan de parochianen van Sint-Anneke zeer wel bekend is: oma Anna met dochter Maria en kleinzoon Jezus, oftewel Sint-Anna-te-Drieën.
Van een moeilijke, enkel door theologen te begrijpen, beschrijving van de Goddelijke Drievuldigheid, tot een eenvoudige voorstelling van een familie-tafereel, waarin de Liefde centraal staat. Zo wordt dat ongrijpbaar goddelijke iets menselijks waaraan wij ons kunnen toetsen: een vader, een moeder, een Kind; een grootouder, een dochter, een Kleinkind.
In de meimaand, Mariamaand zetten wij traditioneel Maria in de bloemetjes én in de kijker. We kennen nu haar belangrijke plaats in de familie. Als moeder én als dochter neemt Maria ons bij de hand, om samen naar haar Zoon te kijken. Om geraakt te worden waarin zij geraakt werd door Hem. Maria doet ons, met haar ogen, opnieuw naar Jezus kijken.
Dat is eigenlijk de bedoeling van alle heiligenbeelden, in iedere kerk. Ze zeggen: kijk naar mij, kijk dóór mij naar Jezus, naar God.
Dat is waarschijnlijk ook de bedoeling van wat Jezus in het evangelie zegt: alles wat de Vader heeft, is ook van Mij. Wie Mij ziet, ziet de Vader. Kijk dóór Mij, laat je beGeesteren door Mij, om God te zien.
Op dezelfde manier moeten wij ook Maria begrijpen.
We begrijpen haar voorbeeld-functie, in de vergelijking met die hemelse Heilige Familie. In die familiale verbondenheid wijst ook Maria ons op de heilige Drie-eenheid die wij vandaag vieren: van de Vader+, de Zoon+ en de Geest+. Amen.