Het is intussen meer dan twee weken geleden. Een datum die we niet snel zullen vergeten: 22 maart 2016. Een afschuwelijke bomaanslag in de luchthaven van Zaventem en een even verschrikkelijke ontploffing in een metrostation in Brussel. Meer dan dertig doden, honderden gewonden en duizenden mensen die van nabij betrokken waren bij de gruwel.
Al wie er op een of andere manier bij aanwezig of ergens in de buurt was zal nog een hele tijd nodig hebben om de gebeurtenissen te verwerken. Maar eigenlijk was het hele land in shock. Ook de mensen die er niet bij betrokken waren of geen vrienden of familieleden kenden onder de slachtoffers, waren heel erg onder de indruk.
En alle hulpverleners, traumapsychologen en crisistherapeuten hadden voor ons allen één gouden raad: begin zo snel mogelijk opnieuw met het gewone, dagelijkse leven. Laat je niet gijzelen door angst of paniek, laat je leven niet beheersen door terreur, maar hervat zo vlug als je enigszins kan je gewone dagelijkse bezigheden.
De leerlingen van Jezus zaten eigenlijk in hetzelfde schuitje toen.
Ook hun leven was drastisch veranderd en overhoop gegooid. Ook zij waren in shock, want hun droom was brutaal uiteengespat. Die Jezus met wie zij een paar jaar waren opgetrokken en die hun leven totaal had beheerst en bepaald, die Jezus was verraden en geëindigd aan het kruis.
Wat konden zij nu doen? Inderdaad, hun vroegere leven terug oppakken.
Zoals Petrus het formuleerde: Dan maar terug gaan vissen
En dan blijkt dat die Jezus precies toch niet helemaal uit hun leven is verdwenen, dat Hij niet definitief en voor altijd weg is. In deze tijd horen we in de vieringen een paar van die bekende verschijningsverhalen. Vorige week met de ongelovige Thomas. We kennen ook het verhaal van de leerlingen van Emmaüs. En vandaag weer, een verhaal over een wonderbare visvangst.
Twee dingen vallen op in die verschijningsverhalen.
Om te beginnen, de leerlingen herkennen Hem niet onmiddellijk. Vorige week had Thomas het moeilijk om te geloven. De twee mannen op weg naar Emmaüs begrepen het pas toen Hij alweer weg was en zij zich herinnerden hoe Hij brood brak en deelde. En ook in dit evangelie wordt het pas gaandeweg duidelijk wie Hij werkelijk is. Hij moet eerst een gebaar stellen waardoor zijn identiteit voor de leerlingen als het ware wordt geopenbaard en herkenbaar wordt.
En ten tweede: zijn aanwezigheid brengt iets teweeg bij de leerlingen. Zij gaan zich op de een of andere manier wat anders gedragen. In het evangelie dat wij vandaag hebben gehoord geeft Jezus hen de raad hun netten rechts van de boot uit te werpen. Voor een visser was dat toen een onbegrijpelijke raad. Allemaal hadden ze geleerd en wisten ze dat je je netten links van de boot moet uitwerpen.
Jezus zegt als het ware: neem je leven van vroeger weer op, maar probeer het ook eens op een andere manier. Gooi het eens over een andere boeg.
Misschien is het ook een raad die wij ter harte kunnen nemen. Wij hebben allemaal gewoonten en gebruiken waarin we zijn vastgelopen en waar we niet meer bij nadenken. Ook als gelovigen: we willen maar al te graag vasthouden aan een soort geloof op grootmoeders wijze. We denken er niet vaak genoeg aan de netten ook eens langs de andere kant uit te werpen.
Dan maar terug gaan vissen, zei Petrus. Maar niet persé op dezelfde manier als vroeger. En dan verschijnt Jezus af en toe weer. En zij herkennen Hem dan, als zij het over een andere boeg gooien. En Hij verschijnt niet op uitzonderlijke momenten of bij bijzondere gebeurtenissen. Hij verschijnt altijd in het gewone leven van alledag. Bij het vissen, op een wandeling, bij een maaltijd. Of bij het ontbijt, op een houtskoolvuurtje met wat brood en wat vis.
Zo verschijnt Hij ook aan ons. In het gewone leven van alledag. Hij verschijnt in mensen die ons nabij zijn. Die ons aanmoedigen het eens over een andere boeg te gooien. In mensen die naast ons staan wanneer wij na een moeilijke periode er weer tegenaan gaan en zeggen: Dan maar terug gaan vissen.
Ik heb de voorbije paasdagen doorgebracht in het ziekenhuis. En toen ik weer naar huis mocht kreeg ik natuurlijk van iedereen de raad het maar wat kalmpjes aan te doen. En mensen uit mijn onmiddellijke omgeving vroegen me of ik het wel zag zitten nu al voor de homilie te zorgen, dit weekend al te komen preken.
Ik heb inderdaad even getwijfeld. Maar dan keek ik weer naar de titel van deze viering: Dan maar terug gaan vissen