Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Ze hadden zich opgesloten. De deuren gebarricadeerd, luiken voor de ramen. Er was angst. Angst voor de omgeving. Angst voor de joden, angst voor de Romeinse bezetter. Ze zijn enkel onder elkaar, een klein groepje mensen. Ze kruipen bij elkaar, ineengedoken, ontgoocheld voor alles wat er gebeurd is. Hun droom is om zeep. De gebeurtenissen laten hen niet meer los. Ze zijn zo ontgoocheld. Het was allemaal zo mooi. Hij zou toch hun redder zijn. Wat heeft hij toch misdaan? En waarom heeft hij zich niet verweerd? Zijn wij er dan ingetrapt? Hebben wij iets gemist? Onze held, onze meester onze vriend, de goedheid zelf is als een misdadiger aan het kruis geslagen en vermoord. Niemand kon hem redden. Was dit het lot van de Messias? Heeft hij ons in de steek gelaten of hebben wij hem verlaten? Wie zal het zeggen?
Zo zou het kunnen geweest zijn met beloken Pasen. Hun vriendschap was zo broos dat ze er nu al niet meer durfden voor uitkomen. Ze hadden hem drie jaren intens gevolgd. Was dit dan niet echt? Ze vinden geen antwoorden, alleen maar vragen
En bovenop al die angst, die onrust, die woede misschien, die twijfel, die ontgoocheling, dat schuldgevoel, die onmacht en die wrevel. Want Jezus, hun Jezus, is dood. Tranen in hun ogen, tranen van verdriet. Ze hadden het zich helemaal anders voorgesteld.
En dan, veel later, komen de herinneringen. Ze moeten over hem praten. Ze willen hem niet doodzwijgen. Weet je het nog? Dat moment aan het meer. De massa volk. Hoe schoon hij daar gesproken heeft. Het bleef maar duren, we konden er niet genoeg van krijgen. Hij gaf ze allemaal te eten, met enkel 5 broeden en 2 vissen. Delen was zijn motto. Dat hebben we toch van hem geleerd. Toen hij mee in de boot zat en we dachten dat we zouden vergaan. Hij heeft ons gerust gesteld en geleerd de storm te verdragen. De schrik te verbannen. En ooit hij zei: gooi uw netten aan de andere kant Ja ze waren barstensvol. Zei hij toen niet ik zal van jullie mensenvissers maken?
Zou het zo niet gebeurd zijn? Hun woorden rijgen zich aaneen tot beelden en die beelden krijgen langzaam vorm. Een herkenbare vorm, een en al troost, want ze beginnen Jezus opnieuw in hun midden te zien. Ze ervaren hem als hun levende heer, zoals hij was, met zn warmte, zn levenskracht, zn vreugde. Hij sterkt ons, hij helpt ons vooruit. Ik voel het alsof hij zegt: Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik jullie en hij ademt over hen: Ontvang de heilige Geest.
Hoe meer ze over hem praatten hoe enthousiaster ze werden. Het moet een geweldig gevoel gegeven hebben te beseffen dat het nu aan hen is en dat ze er niet meer alleen voor staan. Hij geeft hen kracht en bezieling. Door die ervaring heeft de angst plaatsgemaakt voor euforie. Ze voelen zich op dat moment als één ploeg, gesterkt door hun Heer en meester. Ze moeten gewoon de deuren maar terug open gooien.
Wie zich zeker erg rottig heeft gevoeld en er helemaal doorzat is Tomas. Compleet onderuitgehaald. Ontgoocheld in zijn leermeester. Waarom heeft hij zich zo laten inpakken? Waarom gaf hij geen weerstand? Waarom werd hij niet geholpen door zijn vader, als hij toch God was? Hij dwaalt door de straten van Jeruzalem.
Alleen en in zichzelf gekeerd, gekwetst, wrokkig omdat hij zich weer eens heeft laten inpakken door het schijnbaar aanlokkelijke geleuter van de zoveelste wereldverbeteraar. Misschien maakt hij wel wrange voornemens. Nooit meer op mijn ziel laten trappen. Me harden tegen de wereld. Voortaan ieder voor zich.
Maar hoe teleurgesteld Tomas ook mag zijn geweest, blijkbaar zoekt hij toch terug aansluiting bij de groep. We lezen hoe de leerlingen hem willen laten delen in hun wonderlijk nieuwe gelukservaring. Maar hun goed bedoelde poging om er maar direct in te vliegen en Tomas als eerste over de streep te trekken, loopt faliekant af. Hij reageert erg afwijzend: dat zie je van hier, dat ik ga geloven, alleen omdat jullie het zeggen? Zoiets absurds, de Heer gezien!? Maar de leerlingen laten blijkbaar niet af en hij gooit het op een akkoordje. Oké, t is goed. Ik zal geloven maar alleen als ik hem met mijn eigen ogen kan zien en met mijn eigen handen kan aanraken. En nukkig smakt hij de deur achter zich dicht: weg ermee, want nu beginnen ze hier ook al spoken te zien.
Acht dagen heeft hij ervoor nodig. Acht dagen om zijn hart te laten ontdooien en opnieuw te durven geloven in de liefde. Acht dagen om langzaam weer op het spoor te komen van de goddelijke kracht die nog steeds in hem smeult, de vlaspit die niet is gedoofd. En dan, als hij er klaar voor is, komt ook hij tot zien en ervaart dat de liefde leeft: Mijn Heer! Mijn God!
Vrienden, dit verhaal is de basis van ons gelovig mens zijn. Geloven is precies: er zeker van zijn, er van overtuigd zijn, het uitbazuinen, er voor uit komen, getuigen ook al heb je hem niet gezien. Ook al heb je uw hand niet in zijn zij kunnen leggen. Ook al weet je het van horen zeggen. Geloof er in en straal het uit. Zo kun je de wereld een stukje verbeteren. Zo geven wij Zijn boodschap door. Voor mij had Tomas gelijk, wij zouden ook zo reageren.
Hoe dikwijls zeggen wij niet: eerst zien en dan geloven? Moeten we het niet omdraaien? Eerst geloven en dan pas echt zien: Zien hoeveel mogelijkheden we krijgen. En weet je wat nu nog mooier is? Tomas zijn tweede naam is Didymus, uit het Grieks vertaald betekent dit tweeling. Zijn wij dan die andere helft? Het zou goed zijn mochten we ons aan onze tweelingbroer kunnen spiegelen.
Donderdagmiddag keken we, zoals altijd op het werk, naar het 1 uur journaal. Meestal praten we erdoor en horen we amper wat er gezegd wordt. Maar deze keer werd onze aandacht getrokken door de hypotheekcrisis in de Verenigde Staten. Dit houdt ons bezig in onze job want we zien dat onze aandelenbeurs in Brussel er ook de gevolgen van ondervindt. En dan komt dat bericht van die 60.000 gezinnen die sinds vorige maand dakloos geworden zijn. In het nieuws zagen we mensen die, in Los Angeles, nu in een tentenkamp moesten leven. Allen hebben welstand gekend en leven nu in extreme armoede. Het verhaal van één van de vrouwen is schrijnend. Door de ziekte van haar man konden ze de hypotheek niet terugbetalen en werden ze uit hun huis gezet. Ze verloren hun baan en leven nu in het tentenkamp. Van welstand, van aanzien, naar extreme armoede en vernedering. We mogen van geluk spreken dat de sociale voorzieningen hier in België heel wat beter zijn dan in de Verenigde Staten. Toch zijn het situaties die we hier ook soms zien gebeuren. Mensen hebben het goed, ze worden gezien tot ze, door omstandigheden in de problemen terechtkomen Wie is er dan nog? In nood leert men zijn vrienden kennen zegt men wel eens. Mensen die ziek worden, mensen die iemand dierbaar verliezen, mensen die in een scheiding zitten, mensen die werkloos worden, deze mensen zien plots dat hun leven een andere wending neemt en moeten soms heel wat alleen verwerken. Zo verging het ook Jezus. Hij had het goed, hij ging naar de mensen toe en gaf liefde en aandacht aan mensen, daar waar het nodig was. Hij was geliefd. Maar sommigen hadden het niet altijd goed begrepen. Zij dachten dat Hij de koning was, de militaire en politieke leider, die de Romeinen met de wapens het land zou uitzetten. Voor hen was er eerst hoop en daarna ontgoocheling. De hoop lezen we in het verhaal van de intocht en daarna komt de ontgoocheling in het lijdensverhaal. Ja, Jezus heeft beide meegemaakt: eerst de verering met de palmtakken, dan de vernederingen en de pijn die eindigt met de kruisdood. Maar wat een eenvoud, wat een nederigheid, leeft Jezus ons voor. In het verhaal van de intocht lezen we hoe hij zachtmoedig en zittend op een ezel de stad binnenkwam. Geen grote woorden, geen extreem gedoe, maar eenvoudig zonder schone schijn. En ook in het lijdensverhaal zien we zijn nederigheid en overgave. Hij vecht niet tegen de vernederingen en de pijn, hij draagt zijn kruis waardig en in geloof. Hij is trouw gebleven aan zijn levensweg van liefde tot het uiterste en Hij heeft de dood niet geschuwd. Hij is niet halverwege omgekeerd, maar heel de weg gegaan, consequent, zijn hart volgend.
Laten we als Christenen, zijn voorbeeld volgen. Laat ons aandacht hebben voor alles wat we doen, aandacht voor de mensen waar we mee samenleven. Laat ons de liefde die in ons is, aanvoelen, doorvoelen en laten stralen naar anderen toe. Laat ons net als Jezus waardig ja zeggen op datgene wat ons treft. Zo zal het leed ons niet bitter maken. Laat ons steeds opnieuw onze vlieger oplaten en blijven geloven en blijven hopen dat het beter zal worden als we het moeilijk hebben. Neem een palmtakje mee en geef het een plaatsje zodat je het regelmatig tegenkomt in je huis. En als je het ziet, probeer dan weer te voelen dat je wil kiezen voor zijn manier van leven. Een heel bewust leven dat bestaat uit respect voor alle leven, uit aandacht voor alles wat we doen, uit liefde geven en liefde krijgen, liefde die alle lijden overwint. Dat het palmtakje ons steeds weer op Jezus weg mag helpen. We blijven hopen en geloven dat het kan. Martine Andries
De dagen dat we het lijden, sterven en de opstanding van Jezus herdenken, komen nu wel heel snel dichterbij. 'Niet verloren' staat als titel voor deze viering, het had ook 'nieuw leven' kunnen zijn als we de teksten van vandaag bekijken. Er wordt ons duidelijk gemaakt dat wij het leven niet kunnen afdwingen, maar het alleen maar kunnen ontvangen uit Gods hand. Vandaag hoorden we het verhaal van het laatste teken dat Jezus stelt voordat Hij zelf ter dood gebracht wordt en uit die dood opstaat. Het is het laatste teken maar tegelijk het strafste. Tot hiertoe ging het steeds om zieken genezen, lammen te laten opstaan, blinden het zicht geven. Allemaal staaltjes van Godswonderen, maar iemand uit de dood opwekken, dat tart toch alle verbeelding. Wat zouden wij gelukkig zijn moest het met een van onze tijdsgenoten gebeuren. We zouden hem bestoken met onze vragen in de hoop eindelijk een antwoord te krijgen op de vraag: 'Hoe is het aan die andere kant, is er leven na de dood?' Vreemd lijkt het mij dat Lazarus verder niet meer ter sprake komt nadat hij van zijn windsels bevrijd is. Slechts éénmaal wordt hij nog vernoemt in het Evangelie wanneer de Farizeeërs hem alsnog ter dood willen brengen, omdat door zijn opstanding uit de dood het aantal volgelingen van Jezus geweldig was toegenomen.
Het verhaal van Lazarus is één van de hoogtepunten uit het Evangelie: Johannes schrijft als een dichter, we zijn dan in het jaar 90 en er staat meer dan er te lezen valt. We kunnen ons vragen stellen bij het gedrag van Jezus: wat bedoelde Hij wanneer Hij zegt: 'Deze ziekte lijdt niet tot de dood maar tot de verheerlijking van God en van zijn Zoon'. Waarom kwam Hij opzettelijk te laat? En waarom op de vierde dag? Als wij een antwoord op deze vragen zoeken, dan lijkt het wel een aktie met voorbedachtheid van Jezus. Hij wil a.h.w. een bewijs leveren van Gods almacht en van Zijn eigen plaats in dit Goddelijk gegeven. Dit verhaal vat het hele Evangelie samen. Het gaat over leven en dood, over onvoorwaardelijk geloof zelfs tegen alle logica in, hier denk ik aan Marta en haar uitspraak : 'Wat Gij aan God vraagt, Hij zal het U geven.' Ignas D'Hert vat het mooi samen in zijn tekst "Tot leven gewekt" -Het geloof in een leven na de dood breekt pas door wanneer er geen hoop op toekomst meer is. Gedreven door de adem Gods is Jezus' optreden erop gericht de mensen hier en NU volheid van leven te brengen. Johannes geeft daar een eigen invulling aan: -Verrijzenis en eeuwig leven zijn niet voor later. verrijzenis gebeurt nu, waar mensen zich bekennen tot Jezus als het ware leven, als de weg en de waarheid. Daardoor zijn ze in staat op te staan tot een nieuwe kwaliteit van leven, eeuwigheid heeft te maken met kwaliteit van leven.
Dit Evangelie is niet het verhaal van Lazarus maar van Jezus, het speelt zich af in de schaduw van Zijn dood, want Hij is dan in Betanië op weg naar Jeruzalem en Hij weet wat Hem daar te wachten staat! Vervolg volgende week!
Ik zie het al voor me: Jezus die als rabbi de speelplaats oversteekt en die in het voorbijgaan, en passant, neerknielt bij iemand die op de grond neerzit, met een grote vlek op zijn gezicht. Jezus maakt zijn vingers met speeksel nat en wrijft over de plek, die oplost. Ik zend je naar de waterbak ginder, zegt Jezus, Ga je gezicht eens goed wassen. De jongen kruipt recht, strompelt tot aan de gootsteen, en wast zich, blíjft zich wassen en komt een hele tijd later als nieuw van het spoelbekken terug. Hij is nu niet alleen proper, hij voelt zich ook rein! Het moet jaren geleden zijn dat ie zich ooit gewassen heeft, als dat al ooit gebeurd is. Zelfs zijn schoolgenoten merken het, ruiken het, zien het. Hé, is dat nu de vuile? Nee, hij is het niet, hij lijkt er wat op! Deze ziet er proper uit. Ik ben het zelf, zegt hij. Ik ben gereinigd! Een paar traditionele leerkrachten krijgen hem in de gaten. Dat kan toch niet, zegt de een, eens vuil, altijd vuil. Dat is er ene van dat gezin Zus en Zo; vuil en met een slaapkop geboren. En dat blijft zo. Roep hem eens hier, zegt een ander, dan kunnen we eens van dichtbij zien. Ze raken het er niet over eens. Maar ze zeggen wél: die Jezus moet zich daar niet mee bezig houden. Hij is daar niet voor aangenomen. Hij gaat zijn boekje te buiten. Leraars zijn er om kennis en leerstof door te geven. En over de vuile zeggen ze: hij zal de zaken nooit kunnen zien, zoals wij ze bekijken. Dat is juist, zegt Jezus, want jullie kijken óf met je ogen dicht, óf de andere kant op! Ondertussen is de jongen terug naar de schoolpoort gelopen, stralend! De mensen die aan de poort staan, hebben zijn moeder terug geroepen. Maar jongen toch, wat ziede gij er goed uit, zo proper. Ja moeder, meester Jezus heeft mij naar de wasbakken gestuurd. En zie nu wat er gebeurd is.
Dit is een ander verhaal, ik weet het. Het gelijkt er alleen een beetje op. Ik wil er enkel mee duidelijk maken hoe mensen naar elkaar zien, hoe mensen elkaar willen zien.
Johannes schrijft voornamelijk voor een publiek van christenen die allemaal joodse roots hebben. De joodse traditie, de joodse manier van benaderen, is hen met de paplepel ingegeven. Daarom geeft Johannes zijn verhaal dikwijls een dubbele bodem mee. Johannes laat Jezus tegen de Farizeeën, maar dus ook tegen zijn eigen publiek, zeggen: jullie kijken wel, maar jullie zien niets. Jullie kijken onder een verkeerde hoek! Johannes vraagt daarom, ook aan zijn leerlingen, om opnieuw te kijken. Net zoals in de eerste lezing de Heer aan Samuel vraagt, om opnieuw te kijken naar de kandidaten. Om met andere ogen naar hen te kijken.
Je moet niet altijd voortgaan op wat je ziet. Een ander voorbeeld zal dat duidelijk maken. Een van mijn collegas houdt zich o.a. bezig met het ontcijferen van oude documenten. Enkele dagen geleden zie ik haar voorover gebogen over zon oude brief, nog geen 5 centimeter van haar papier. Ik zeg: Katelijne, nu overdrijf je toch wel. Dat is toch slecht voor je ogen. En terwijl ik dat zeg, kom ik dichterbij en merk dat ze in feite bezig is iets uit haar tas te halen die naast het bureau staat. Je moet niet altijd voortgaan op wat je ziet. Je moet misschien tweemaal kijken (dubbel kijken, maar niet dubbelkijken).
Jezus kijkt op een andere manier en láát ook kijken op die manier. Hij doet wat Samuel in de eerste lezing doet: niet kijken op de ouderwetse manier van wie is hier de grootste, de belangrijkste of de slimste maar wie wordt de beste herder voor mijn volk. David was (maar) de jongste thuis. Een speelse, niet geleerde, herdersjongen. Mozes had een spraakgebrek.
Hoe zijn uw ogen geopend?, vragen de Farizeeën. Ze vragen niet naar het trucje, naar het recept voor een genezing. Dat interesseert hen niet. Dat willen zij niet weten. Dat willen zij niet zien. Zij kijken vooral naar uiterlijkheden. In hoeverre past deze persoon in het rijtje van de joodse wet. Het belangrijkste in hun vraag is: wie heeft hier de wetten overtreden? Het belangrijkste in Jezus gebaar is inderdaad niet het magische (dat ik niet wil ontkennen of negeren). Het allerbelangrijkste is de stap die Jezus zet naar wie machteloos en klein is.
De Heer kijkt naar mensen om iets ín hen te zien, iets oorspronkelijks, iets unieks, iets dat maakt dat jij diegene bent die je bent. God kijkt zolang naar mensen tot hij het beste in ons ziet. Zoals Hij Samuel in die kleine rosse schapenhoeder een nieuwe koning voor Israël liet zien. Zoals Hij in Mozes met zijn spraakgebrek een voorspreker voor zijn volk bij de farao kon zien. Zoals Hij ook ons kan zien.
Jezus legt slijk op onze ogen, maar wij moeten ze zelf gaan wassen. Als wij aan Jezus zouden vragen of wij soms blind zijn. Dan zal zijn antwoord ook aan ons zijn: ga de prut uit uw ogen wassen, om klaar te kunnen zien. Ik zend jullie naar het Siloam bad. Ik stuur je om (aan) jezelf te laten zien wie je bent. Dan pas vallen zien en gezien worden (door Hem) bij elkaar. Dan pas kun je, samen met Huub Oosterhuis, zingen: De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen. Als wij zo willen kijken en op zijn manier met mensen begaan zijn, dan neemt de Heer ook ons onvermogen voor lief. Dan geeft Hij ons een levend hart en nieuwe ogen. Dan wordt ook in onze handen Zijn naam geschreven. Amen. Gie Stappaerts
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.