Drieëndertigste zondag door het jaar C 2019 - Zondag 17 november 2019
Is het jullie ook al opgevallen hoe de kerk, ieder jaar opnieuw, naar het einde van november toe, ons telkens weer bestookt met lezingen die aantonen dat ‘het einde’ nadert?
Met ‘het einde’ wordt dan bedoelt: het einde van het kerkelijk jaar, met, als dramatisch hoogtepunt, het feest van Christus Koning, dat we volgende week vieren.
Om dat doel te bereiken, wordt ons verteld over allerlei rampen, oorlogen en andere doemscenario’s, waarover de Christus dan triomfeert.
Eén van die verhalen horen we vandaag in het evangelie van Lucas.
We staan er niet bij stil dat die evangelies niet, zoals bij de krantenredacteurs vandaag, meteen werden opgeschreven. Ze zijn nooit gepubliceerd in de ‘Gazet van Jeruzalem’ of in ‘Het belang van Nazareth’. Zelfs al hadden ze het gewild, de leerlingen zaten toen met z’n allen weggedoken uit schrik voor de joden. Trouwens, de meeste van hen waren vissers, die niet konden lezen of schrijven.
Maar de verhalen werden wel aan elkaar doorverteld. Dag aan dag, jaar aan jaar weer opnieuw. Misschien of waarschijnlijk was Lucas er nog bij toen het evangelie dat zijn naam draagt werd opgeschreven. Maar dan waren we wel al 50 jaar of langer verder. En de zaken die Jezus had aangekondigd: het vernielen van de tempel, de strijd tussen de volkeren, verschillende natuurrampen, waren toen al gebeurd of volop aan gang.
Pas op dat moment ging de oude Lucas beseffen met hoeveel inzicht Jezus gesproken had. Ook de woorden die toen zo vreemd geklonken hadden: “Wees niet bang!” Er kan u niets gebeuren. Ik zal u de woorden in de mond leggen als je getuigenis moet afleggen.
Lucas heeft drie belangrijke zaken onthouden uit de woorden van Jezus:
“Laat je niet misleiden”, zegt Jezus. Op een bijna Trump-achtige wijze waarschuwt Hij ons voor ‘fake news’.
“Wees niet bang”, zegt Jezus ook. Angst is een slechte raadgever, zegt het spreekwoord. Dit is niet het einde, er ius altijd een nieuw begin.
En tenslotte zegt Jezus: “Ik zal jullie woorden van wijsheid geven!”
Die bemoedigende woorden zegt Jezus, pas aangekomen in Jerusalem, enkele dagen voor zijn dood aan het kruis. Ze doen een beetje denken aan Mozes, vlak voor die met zijn volk het beloofde land introk.
Ook de woorden van Martin Luther King die we vandaag, als een soort bonus, een mini-lezing, kregen voor de lezing uit het boek Maleachi. Hij schreef, enkele dagen voor zijn gewelddadige dood:
“We hebben een paar moeilijke dagen voor de boeg, maar ach, ik geef er niet om, want ik ben boven op de berg geweest, ik heb in de verte gekeken en ik heb het beloofde land gezien. Wellicht zal ik het niet samen met u bereiken, maar ik wil u vandaag wel verzekeren dat wij als één volk het land zullen bereiken.”
Jezus was een goed bijbelkenner. Hij zal ook de woorden van de profeet Maleachi wel gekend hebben:
“Zie, de dag gaat komen … dat al de hoogmoedigen, al wie boosheid bedrijft, zullen branden als stoppels in de een oven ...”, maar, zo spreekt God, voor hen die zijn naam vrezen, … komt er gerechtigheid en genezing.
Moest Jezus hier vandaag tussen ons staan, en dat is bij iedere zondagviering toch wel een beetje zo, dan zou Hij mogelijk zeggen:
Lieve mensen, jullie tempel, jullie kerk, waar wij over twee weken terug naartoe trekken, ziet er terug prachtig uit. Maar wie weet voor hoe lang. Kijk eens rond in de wereld. Een half jaar geleden brandde in Parijs die prachtige Notre-Dame helemaal uit. Elders in de wereld staken mensen, onder het mom van ‘hun’ geloof, zelfs mekaars tempels of synagogen in brand.
Waarbij er dikwijls veel slachtoffers vielen.
Dat zou bij jullie ook kunnen gebeuren, want het racisme en het geweld nemen toe, en de verdraagzaamheid gaat achteruit. Dikwijls omdat mensen elkaar niet kennen en vreemden, zeg maar ‘fake’-zijn voor mekaar.
Het kan dan ook zijn dat zij ook jou, een mens van goede wil, zullen belasten en belachelijk maken omwille van je geloof. Dat kan soms zelfs vanuit je eigen familie gebeuren. Je moet dan niet terugkrabbelen of bang worden. Dat helpt niet. Angst is een slechte raadgever en wie bang is krijgt er ook.
Hoe moet je dan rechtop blijven? Laat je antwoord nooit wraak of haat zijn. Zoek steun bij elkaar. Maar vooral: blijf jezelf! Denk aan Mij. Denk aan wat we hier bij iedere viering samen delen. Met aandacht voor elkaar, voor de kleine mens in de grote wereld. Dat moet niet met grote woorden, maar vooral met een warm hart.
Dat is de taal die Jezus verwacht.
Zoals ik het vorig jaar nog hoorde in een preek van Fred (van 10.06.2018):
Echte christenen doen niet gewoon, zij zijn allemaal een beetje gek. Denk maar aan Franciscus van Assisi of aan moeder Theresa, aan Oscar Romero of pater Damiaan. Zij waren absoluut geen gewone mensen.
In hun tijd en in hun omgeving werden ze nooit als gewoon, maar altijd als raar, als buitengewoon beschouwd.
Gewoon doen is: alleen aan jezelf denken en vooral houden wat je hebt. Gek zijn is: weinig of niet aan jezelf denken, je uitsloven voor anderen, dromen werkelijkheid doen worden, je inzetten voor vrede en gerechtigheid.
Gelukkig zijn er ook in onze omgeving nog veel van die weinig opvallende, maar zo onmisbare ‘goeie gekken’. Zij die, op tal van plaatsen, de boel draaiende houden. Mensen die hun uren niet tellen of in rekening brengen.
Maar ook mensen die al jaren zorgen voor een zwaar zieke, demente of gehandicapte partner, ouder of buur. Mensen die –gratis– al hun vrije tijd geven aan de sportclub of jeugdbeweging. Mensen die door weer en wind geld inzamelen voor het goede doel. Mensen die naar buiten uit nochtans heel gewoon doen.
Zo zorgt God –door mensen– voor ons.
Mensen die stilletjes denken: eigenlijk is gek zijn toch gezond. 17-11-2019 om 00:00 geschreven door de preekploeg 
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)
|